KNJV PROEVEN Reglement, uitleg en tips van de C en B proeven.
September 2011 KNJV Jachthonden Gewest Utrecht Thijs Staffhorst
1
Beste voorjager, Je hebt het afgelopen seizoen samen met je hond de cursus Zelfafrichting Jachthonden gevolgd en hebt je nu ingeschreven voor een of meerdere KNJV proeven om de tijdens de cursus geleerde stof in de praktijk te brengen. Zowel voor de baas als hond een hele uitdaging waar veel bij komt kijken. Natuurlijk hoop je een C of misschien wel B diploma te behalen. Deze handleiding is voor diegenen die voor het eerste een proef gaan lopen en hiermee meer inzicht te krijgen wat er precies van je verwacht wordt en wat zijn de do’s en dont’s ! Hoe bereid je je voor en hoe verloopt de dag. We wensen je veel succes op de proeven en vooral veel plezier ! KNJV Jachthonden Gewest Utrecht Voorafgaand aan de proef : Wees uitgerust de dag van de proef, dit geldt zowel voor baas als hond. Ga niet extra trainen de dagen ervoor, dan ben je al te laat en veroorzaakt, wanneer het niet zo lekker loopt, alleen maar stress. Zorg dat je hond lekker fit en uitgerust is, de dag zelf duurt best lang en vergt veel van de hond. Het mag duidelijk zijn dat je met een zieke hond of loopse teef niet kan deelnemen aan de proef, wanneer je merkt dat je hond voorafgaand aan de proef loops of ziek is dien je dit bij de organisatie kenbaar te maken zodat zij voorjagers van de reservelijst kunnen oproepen. Meenemen : - De bevestiging die je van het organiserende gewest hebt gekregen voor deelname. - Sommige organisaties willen ook het paspoort van de hond inzien ivm inentingen. - Voldoende water voor de hond. - Een krukje is prettig gezien je vaak moet wachten bij de proeven. - Handdoek om de hond af te kunnen drogen. - Oude kranten om de eend in te kunnen wikkelen wanneer deze nat is. - Beloning voor je hond. - Veiligheidsspelden om je deelnemersnummer op te spelden. - Riem en de fluit niet vergeten ;)
2
Aankomst bij de locatie van de proef : Kom op tijd ! Wanneer je te laat komt kan het zijn dat je plaats is vergeven aan een voorjager van de reservelijst en is deelname niet meer mogelijk. Wanneer je aankomt bij de proef dien je je te melden bij het secretariaat, hier krijg je je nummer die de gehele dag voor de keurmeesters zichtbaar dient te zijn. Je krijgt daar ook vaak een speldje bij zodat je deze op je jas of broek kan bevestigen. Tevens krijg je daar het informatieboekje van de proef waarin alle voorjagers en honden staan met de nummers erbij. Vaak staat in dit boekje ook de volgorde van de proeven beschreven zodat de dag ordelijk verloopt. Houd je hier ook aan tenzij de organisatie anders aangeeft. Je kan ervoor kiezen, als je hond er nog niet aan toe is, om geen ‘B’ onderdelen te lopen, geef dit aan zodat de keurmeesters hiervan op de hoogte zijn en niet op je gaan wachten. Na je aanmelding dien je met je hond langs de aanwezige dierenarts te gaan die je hond onderzoekt op loopsheid en algemene conditie. Wanneer je hond gecoupeerd is dien je aan te kunnen tonen dat de hond uit een land afkomstig is waar dit nog toegestaan is óf dat het een ingreep uit medisch oogpunt is geweest. Na de dierenarts kan je de eend ophalen waar proeven E,F,G,H mee worden afgelegd. Wanneer je een eend uitgereikt krijgt moet deze in goede staat zijn. Controleer de eend goed op beschadigingen en gebroken vleugels, wanneer je vindt dat de eend niet goed is kan je deze gewoon teruggeven en om een nieuwe vragen dit is geheel normaal. Wanneer je een kleine hond hebt kan het ook makkelijk zijn om te kijken of je een kleinere eend kan verkrijgen. Echter op een echte jacht heb je ook geen keus ! Het kan ook gebeuren dat tijdens de proeven de eend een gebroken vleugel oploopt door bijvoorbeeld het werpen, zeg dit dan voorafgaand aan de volgende proef waar je de eend nodig hebt aan de keurmeester zodat deze je bij eventuele controle van de eend je niet diskwalificeert. De eend blijft de gehele dag in jouw bezit en is ook je eigen verantwoordelijkheid en dien je te bewaren in de tas die je erbij krijgt waar ook je nummer op staat. Geef je eend nooit aan een andere deelnemer! Na afloop van de proeven kan je de eend weer inleveren of meenemen naar huis om daar nog mee te trainen of weg te gooien. Laat de eend niet zomaar ergens achter! De dag word vaak geopend door het organiserende gewest en een gedelegeerde van de KNJV die op elke proef aanwezig is, de
3
gedelegeerde controleert tevens of de proeven conform het reglement worden uitgevoerd en kan, wanneer je een beslissing van de keurmeester onterecht vind of andere klachten betreffende de uitvoering van een proef hebt, uitspraak doen. Tijdens deze opening worden de huisregels van het terrein en de volgorde van de proeven uitgelegd.
Tips tijdens de proef : - Het kan warm zijn tijdens de proef, laat je hond niet overbodig zwemmen daar worden ze alleen maar loom van. Beter kan je met een natte handdoek de hond koel houden. Laat je hond niet spelen of rennen en aangelijnd. Wanneer je moet wachten bij een proef zorg dan dat je hond in de schaduw ligt. - Corrigeer je hond niet te zwaar tijdens de dag, wanneer er word opgemerkt dat een hond te zwaar gecorrigeerd word ( slaan,schoppen of sterke rukken aan de lijn ) kan je gediskwalificeerd worden, ook tijdens het wachten ! - Laat je hond goed drinken, eventueel kan je wat melk oid door het water heen doen om je hond te laten drinken. Het is vervelend en kost punten als je hond bij proef E en F eerst uitgebreid uit de sloot gaat drinken. - Blijf gemotiveerd ook al gaat het wat minder, van de ervaring leert de hond ( en baas ) veel !! De proef gaat beginnen : Zoals eerder gezegd heb je gelezen in het informatieboekje of tijdens de opening gehoord bij welke proef je dient te beginnen dit word aangegeven door nummers * t/m *, dit kan dus bij elke proef weer anders zijn. Je loopt dan met de groep ( meestal een 6 tot 8 combinaties ) naar de eerste proef. Het is handig als je met je groep van proef naar proef loopt tenzij de organisatie anders aangeeft. Bij aankomst is het logisch dat de volgorde van nummers oplopend is, zo blijft het overzichtelijk en weet je gaandeweg goed wanneer je elke keer aan de beurt bent. Bij proeven E,F,G,H leg je de tas (met je nummer erop! ) met de eend op de door de organisatie aangewezen plaats of aan de helper. Stel je voor aan de keurmeester en laat je nummer goed zien, hij zal je kort uitleggen wat er van je verwacht word en dan begint de proef. Na afloop van de proef krijg je je behaalde cijfer te horen met eventueel commentaar van de keurmeester. Het kan zijn dat je een 0 krijgt wanneer de proef onvoldoende is afgelegd, je krijgt dan geen C of B diploma ( tenzij de 0 bij een B onderdeel valt, dan heb je nog wel een C ).
4
Jammer natuurlijk maar reageer dit in geen geval af op de hond en je mag ook gewoon de resterende proeven afleggen, goed voor de ervaring ! In het ergste geval krijg je een D, diskwalificatie, in dat geval moet je de eend inleveren bij de keurmeester en mag je niet meer deelnemen aan de proef. Een D kan je overkomen als je hond het wild beschadigd bij het apport, het wild aanvreet, andere honden aanvalt, als je de hond zwaar corrigeert of als je je niet aan het reglement houd etc.. Op de komende pagina’s word beschreven hoe elke proef in zijn werk gaat en wat voldoende ( minimaal een 6 ) en perfect ( 10 ) is. Bij elke proef staan tips vermeld. Veel Succes en nogmaals VEEL PLEZIER ! Proef A: Aangelijnd en los volgen. ( C onderdeel ) 1. De hond moet zijn voorjager over een traject van ongeveer 40 meter volgen. Dit traject moet eerst aangelijnd en vervolgens niet aangelijnd worden afgelegd. 2. Het traject heeft de vorm van een langgerekte zandloper ( ook wel 8je genoemd ), waardoor de voorjager steeds twee bochten met zijn hond aan de binnenkant en twee bochten met zijn hond aan de buitenkant moet maken. 3. Tijdens het niet aangelijnd volgen moet de voorjager halsband en lijn op een door de keurmeester aangewezen plaats achterlaten. Beoordeling. Algemeen: Voor de totale proef wordt één cijfer gegeven en wel zodanig, dat aangelijnd en los volgen in de uiteindelijke beoordeling even zwaar tellen. De beide delen, te weten aangelijnd en los volgen, moeten voldoende worden afgelegd. Voor een volmaakte uitvoering is het niet noodzakelijk, dat de hond gaat zitten als de voorjager stilstaat. Voldoende: De proef is voldoende afgelegd door de hond die, aangelijnd, zijn voorjager niet herhaaldelijk hindert door te trekken, voor de voeten te lopen of te snuffelen en die, niet aangelijnd, zijn voorjager volgt en niet herhaaldelijk hindert door achter te blijven, vooruit te lopen, voor de voeten te lopen of te snuffelen. Volmaakt: De proef is volmaakt afgelegd door de hond die, aangelijnd, attent is, zijn schouder voortdurend ter hoogte van de knie van zijn voorjager houdt, waarbij de lijn slap hangt, de hond nagenoeg geen aandacht van de voorjager vergt en deze zijn bevel niet hoeft te herhalen en de hond die, niet aangelijnd, zijn schouder voortdurend ter hoogte van de knie van zijn
5
voorjager houdt, waarbij de hond nagenoeg geen aandacht van de voorjager vergt en deze zijn bevel niet hoeft te herhalen. TIPS : Voorafgaand bij deze proef is het handig als je goed het appél op je hond zet, inlopen dus. Doe dit vlak voordat je aan de beurt bent. - Als je start vanuit het midden van het 8je staat maak je eerst twee binnenbochten ( 2x linksaf dus ) zodat je de hond minder gelegenheid geeft om verkeerd te lopen. - Loop vlot door en maak ruime bochten zodat het geheel er vloeiend en natuurlijk uit ziet. - Denk eraan dat de lijn in een bochtje hangt. - Bij het starten mag je één commando gebruiken, commando’s tijdens het volgen leidt tot puntaftrek dus alleen extra commando’s geven als dit noodzakelijk is. Ook handgebaren worden tot commando’s gerekend.
Proef B: Uitsturen en komen op bevel. ( C onderdeel ) 1. De hond moet zonder halsband of lijn worden uitgezonden en moet op een afstand van ongeveer 30 meter voldoende vrij in beweging zijn. 2. Daarna moet de hond op bevel naar de voorjager komen. 3. De voorjager moet dit bevel onmiddellijk geven, nadat de keurmeester hem dit opdraagt. Beoordeling. Algemeen: Het uitsturen van de hond in een door de voorjager gekozen richting is toegestaan, mits de hond op een afstand van ongeveer 30 meter toont dat hij voldoende vrij is. De voorjager dient in zekere mate op zijn plaats te blijven. Een stukje meelopen is toegestaan maar leidt tot puntenaftrek. Voor wat betreft het "kom-signaal" kan een combinatie van attentie en uitvoeringssignaal als één bevel worden beschouwd. Voldoende: De proef is voldoende afgelegd door de hond die naar het oordeel van de keurmeester binnen één minuut nadat met de proef is gestart, voldoende vrij is en voldoende afstand heeft genomen en vervolgens, na niet meer dan drie bevelen, binnen redelijke tijd bij zijn voorjager komt, zodat deze hem ter plaatse kan aanlijnen. Volmaakt: De proef is volmaakt afgelegd door de hond die na één bevel direct uitgaat, na snel voldoende afstand te hebben genomen zich in alle vrijheid beweegt en vervolgens, na één bevel, onmiddellijk en zeer snel komt en zonder daartoe een
6
afzonderlijke aanwijzing te hebben gekregen, dus uit zich zelf, aan de voeten van zijn voorjager gaat zitten. TIPS: - Geef je hond een ‘vrij’ of ‘voorruit’ commando zoals je dat getraind hebt, let op dat als je een specifieke handrichting aan je hond geeft en dat deze vervolgens in het wilde weg ruimte neemt dit ook tot puntaftrek kan leiden bij strenge keurmeesters je gaf immers een specifieke richting aan. - De richting welke je aanneemt maakt niet veel uit, let dus op slootjes, vogels enz. in het terrein waar sommige honden door aangetrokken worden en je hem daar vervolgens moeilijk uit krijgt. Kijk daarom ook naar je voorgangers en kies je richting. - Het bevel om terug te komen bestaat uit één keer de naam ( of iets anders ) roepen en één keer fluiten ook in die volgorde! - Komt je hond niet direct, je timing voor de volgende commando’s is dan van groot belang, geef je commando pas wanneer je denkt aandacht te hebben van je hond.
Proef C: Houden van de aangewezen plaats. ( C onderdeel ) 1. De hond moet zonder halsband of lijn en zonder dat enig voorwerp bij de hond is achtergelaten, de hem aangewezen plaats houden tot zijn voorjager hem weer ophaalt. 2. De voorjager dient twee volle minuten buiten het gezichtsveld van de hond te verblijven. 3. De keurmeester dient er op toe te zien dat de hond niet door verwaaiing of inrichting van de proef kan weten dat zijn voorjager in zijn directe omgeving verblijft. Beoordeling. Algemeen: De beoordeling begint als de keurmeester de voorjager opdracht geeft zich naar de aflegplaats te begeven en eindigt als de hond is opgehaald. De voorjager mag, zolang hij niet buiten het zicht van de hond is, ter correctie éénmaal teruglopen. De door de hond eenmaal aangenomen basishouding, liggend, zittend of staand, moet voor een volmaakte uitvoering worden gehandhaafd. De rust waarmee alles wordt uitgevoerd, is zeer bepalend voor de hoogte van het cijfer. Voldoende: De proef is voldoende afgelegd door de hond die de hem aangewezen plaats niet verder dan één meter verlaat en die niet door hinderlijk janken of blaffen ongerustheid toont.
7
Volmaakt: De proef is volmaakt afgelegd door de hond die door zijn voorjager in alle rust zijn plaats is gewezen, voorts geen enkele aandacht van zijn voorjager krijgt, zijn plaats in het geheel niet verlaat en rustig en vol vertrouwen op zijn voorjager wacht. TIPS: Voorafgaand bij deze proef is het handig als je goed het appél op je hond zet, inlopen dus maar wind je hond niet teveel op. Doe dit vlak voordat je aan de beurt bent. - Zorg dat je hond rustig is voordat je aan de deze proef begint. - Je legt deze proef af samen met een andere voorjager, soms kan je binnen je groep overleggen met wie je dit doet. Probeer te voorkomen dat je de proef af moet leggen met die voorjager waarvan je weet dat de twee honden rumoer gaan veroorzaken. Hier heb je overigens niet altijd invloed op en word de volgorde aangehouden. - De proef begint al wanneer je aankomt lopen bij de keurmeester, doe dit dus ook ontspannen en rustig zonder getrek. - Leg de de hond rustig af en leg hem zo af dat de hond jou kan zien weglopen, als je commando’s geeft tijdens het weglopen leidt dit tot puntaftrek. - Blijf rustig bij terugkomst bij de hond zodat deze blijft liggen, lijn de hond aan en geef het commando ‘zit’. De proef is dan ten einde. Beloon je hond dus daarna en zorg ervoor dat je collega voorjager ook klaar is alvorens je de hond beloond ( je hond belonen kan een positieve invloed hebben op je punten ! ). - De proef is ‘houden van de aangewezen plaats’ in welke stand de hond dit doet maakt niet uit: zittend, liggend of staand. De hond dient wel de gehele 2 minuten deze stand aan te houden anders leidt dit tot puntaftrek ! Liggen heeft de absolute voorkeur. Proef D: Apport te land. ( C onderdeel ) 1. De hond wordt zonder halsband, los voorgejaagd. 2. De hond moet een in overzichtelijk terrein weggeworpen wild konijn apporteren. 3. De valplaats dient zodanig te worden gekozen, dat de hond vanaf de positie bij de voorjager het konijn kan zien liggen. 4. De werper dient het konijn ver van zich weg te werpen en wel zodanig, dat het konijn op ongeveer 25 meter van de hond terechtkomt. 5. De hond mag in opdracht van de keurmeester na één seconde nadat het konijn is gevallen, worden uitgestuurd om te apporteren.
8
6. De voorjager mag tijdens de uitvoering van de proef de hem aangewezen plaats niet verlaten. 7. De hond moet het konijn binnen handbereik van de voorjager brengen. 8. Een konijn mag bij deze proef meerdere malen door verschillende honden worden gebruikt. Beoordeling. Algemeen: De hond die onhoudbaar inspringt, kan maximaal een 8 krijgen. De hond die na het inspringen binnen 5 meter vanaf de plaats van de voorjager wordt gestopt, is niet onhoudbaar ingesprongen. Het beoordelen van de wil tot apporteren en de wijze van uitvoering staat centraal. Voldoende: De proef is voldoende afgelegd door de hond die het konijn opneemt en naar zijn voorjager brengt, ongeacht of hij tijdens het werpen inspringt, verpakt, of hij zittend of staande afgeeft. Volmaakt: De proef is volmaakt afgelegd door de hond die geen aandacht van de voorjager vergt, die voordat hij wordt uitgezonden, niet hinderlijk piept, jankt of blaft, die niet inspringt, het commando tot apporteren afwacht, snel naar het konijn gaat, en een "model apport" uitvoert. TIPS: Voorafgaand bij deze proef is het handig als je goed het appél op je hond zet, inlopen dus. Doe dit vlak voordat je aan de beurt bent. - Je mag één commando gebruiken om ervoor te zorgen dat hond naast je blijft zitten. - Wacht op het teken van de keurmeester en let tijdens het wachten op je hond en kijk niet naar het konijn, dat doet de hond wel voor je. Zodoende kan je snel genoeg reageren bij eventueel inspringen. Kan je de hond nog niet afstoppen bij het inspringen? Probeer dit dan ook niet, geeft onnodige onrust. - Weet je zeker dat je hond niet zittend afgeeft ? Pak het konijn dan aan in plaats van dat de hond het op de grond legt, puntaftrek heb je dan toch al maar staat een stuk beter. Een model apport is uiteindelijk het mooiste !
Proef E: Apport uit diep water. ( C onderdeel ) 1. De hond wordt zonder halsband, los voorgejaagd. 2. De hond moet een in overzichtelijk, diep water geworpen wilde eend apporteren. 3. De keurmeester zal de voorjager de plaats wijzen waar vandaan hij zijn hond moet inzetten en waar de hond de eend naar toe moet brengen. De plaats zal zodanig worden gekozen,
9
dat deze ongeveer drie meter, afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden, uit de waterkant ligt. 4. De eend moet op een zodanige plaats in het water worden geworpen, dat de hond om de eend te bereiken, moet zwemmen. 5. De valplaats dient zo te worden gekozen, dat de hond vanaf de positie bij de voorjager de eend kan zien liggen. 6. Tijdens het werpen van de eend wordt een schot gelost. Werper en geweer blijven gedurende de hele proef op hun plaats staan. Het schot wordt afgegeven op het moment dat de eend op het hoogste punt is. 7. De hond mag in opdracht van de keurmeester na één seconde nadat de eend is gevallen, worden uitgestuurd om te apporteren. 8. De voorjager mag tijdens de uitvoering van de proef de hem aangewezen plaats niet verlaten. 9. De hond moet de eend binnen handbereik van de voorjager brengen. Beoordeling. Algemeen: De hond die onhoudbaar inspringt, kan maximaal een 8 krijgen. De hond die vóór de waterkant na ingesprongen te zijn, kan worden gestopt is niet onhoudbaar ingesprongen. De voorjager mag de hond voor een voldoende uitvoering maximaal drie maal de opdracht geven om te water te gaan. Hij mag de hond als deze zonder eend uit het water terugkeert nog éénmaal inzetten. Voldoende: De proef is voldoende afgelegd door de hond die de eend aanneemt en naar zijn voorjager brengt, ongeacht of hij tijdens het werpen inspringt, verpakt, zich uitschudt, of hij zittend of staande afgeeft. Volmaakt: De proef is volmaakt afgelegd door de hond die geen aandacht van de voorjager vergt, die voordat hij wordt uitgezonden, niet hinderlijk piept, jankt of blaft, die niet inspringt, het commando tot apporteren afwacht, daarna onmiddellijk te water gaat, snel naar de eend zwemt en een "model apport" uitvoert. TIPS: Voorafgaand bij deze proef is het handig als je goed het appél op je hond zet, inlopen dus. Doe dit vlak voordat je aan de beurt bent. - Wil je hond moeilijk te water? Sommige honden gaan makkelijker te water als ze al nat zijn, voor de proef even in en uit het water doet soms wonderen. Uiteraard doe je dit even op een plek waar je niets en niemand hindert ! - Je mag één commando gebruiken om ervoor te zorgen dat hond naast je blijft zitten. - Wacht op het teken van de keurmeester en let tijdens het wachten op je hond en kijk niet naar de eend, dat doet de
10
hond wel voor je. Zodoende kan je snel genoeg reageren bij eventueel inspringen. Kan je de hond nog niet afstoppen bij het inspringen? Probeer dit dan ook niet, geeft onnodige onrust. - Weet je zeker dat je hond niet zittend afgeeft ? Pak de eend dan aan in plaats van dat de hond het op de grond legt, puntaftrek heb je dan toch al maar het staat een stuk beter. Een model apport is uiteindelijk het mooiste ! - Maak de eend aan het einde van de proef goed droog alvorens je hem terug stopt in de tas, hier komen de oude kranten goed van pas ! - Soms sta je bij deze proef zeer dicht bij het geweer, een oordopje tegen suizen is aan te raden.
Proef F: Verloren apport te land. ( B onderdeel ) 1. De hond wordt zonder halsband, los voorgejaagd.
11
2. De hond moet een in dichte dekking geworpen wilde eend apporteren. 3. Bij voorkeur dient de proef zo te worden uitgezet, dat de wind uit een richting komt haaks op die, waarin de hond moet worden uitgestuurd. 4. De werper dient vanaf een plaats waar de hond hem niet kan zien, de eend te werpen en wel zodanig, dat de eend terechtkomt op ongeveer 40 meter van de plaats waar de hond wordt ingezet. De werper trekt zich terug op een zodanige plaats, dat zijn aanwezigheid en zijn loopspoor op de hond zo weinig mogelijk stimulerend of belemmerend werken. 5. Zo enigszins mogelijk dient de inrichting van de proef zo te zijn, dat voorjager en hond elkaar niet meer kunnen zien nadat de hond, gezien in de algemene richting van de valplaats, zich meer dan vijf meter van zijn voorjager heeft verwijderd. Bij bepaalde terreinomstandigheden kan het nodig zijn om een kunstmatig scherm te plaatsen. 6. De keurmeester zal een zodanige plaats innemen, dat hij het zoeken van de hond kan beoordelen. 7. De keurmeester zal de voorjager de plaats aanwijzen waar vandaan hij zijn hond moet inzetten en waar de hond de eend naar toe moet brengen. De voorjager mag deze plaats gedurende de gehele proef niet verlaten, tenzij de keurmeester hem dat opdraagt. Beoordeling. Algemeen: Bij de beoordeling zal de nadruk liggen op de zelfstandige en systematische zoekwijze, op het doorzettingsvermogen van de hond en op diens betrouwbaarheid om wild te brengen. Het geven van aanwijzingen en aanmoedigingen zal sterk negatief worden beoordeeld. Het zonder eend uit de dekking terugkeren, zal negatief worden beoordeeld. De hond die eenmaal zonder eend uit de dekking terugkeert, mag maximaal nog tweemaal worden ingezet. Voldoende: De proef is voldoende afgelegd door de hond die binnen een redelijke tijd, afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden, de eend apporteert, ongeacht of hij verpakt, of hij zittend of staande afgeeft. Volmaakt: De proef is volmaakt afgelegd door de hond die voordat hij wordt uitgezonden, niet hinderlijk piept, jankt of blaft, die na het commando tot apporteren onmiddellijk geanimeerd, zelfstandig, snel en systematisch gaat zoeken, niet zonder eend uit de dekking terugkeert, de eend snel vindt en een "model apport" uitvoert. TIPS: - Geef je hond een duidelijk “zoek apport” commando, verder heb je zelf weinig invloed op deze proef.
12
- Heb vertrouwen in je hond ook als het zoeken lang duurt. - Weet je zeker dat je hond niet zittend afgeeft ? Pak de eend dan aan in plaats van dat de hond het op de grond legt, puntaftrek heb je dan toch al maar het staat een stuk beter. Een model apport is uiteindelijk het mooiste ! Proef G: Markeerapport te land. ( B onderdeel ) 1. De hond wordt zonder halsband, los voorgejaagd. Aangelijnd voorjagen mag maar kost twee punten. 2. De hond moet zonder halsband of lijn een voor hem zichtbaar weggeworpen wilde eend apporteren. 3. De valplaats dient zodanig gekozen te worden, dat de hond de eend niet kan zien liggen voordat hij in de onmiddellijke omgeving van het wild is gekomen. 4. De valplaats mag niet dusdanig opvallen, dat de hond erdoor wordt aangetrokken. 5. Bij voorkeur dient de proef zo te worden uitgezet, dat de wind uit een richting komt haaks op die, waarin de hond moet uitgaan. Werper en geweer dienen in dit geval benedenwinds van de valplaats van de eend te staan. De eend moet tegen de wind in worden geworpen. 6. Direct nadat er is geschoten, dient de werper haaks op de richting waarin de hond uit moet gaan, de eend met een grote boog van zich weg te werpen en wel zodanig, dat de eend op ongeveer zestig meter van de hond terechtkomt. 7. Werper en geweer blijven gedurende de gehele proef op hun plaats staan. 8. Nadat de voorjager de keurmeester te kennen heeft gegeven, dat hij gereed is om de proef af te leggen, geeft de keurmeester geweer en werper een teken dat zij kunnen starten. 9. De keurmeester zal ongeveer drie seconden nadat de eend is gevallen, toestemming geven om de hond uit te zenden. Hij doet dit door de voorjager op de schouder te tikken. 10. De voorjager mag vanaf het moment dat de hond is uitgezonden tot aan het moment dat deze de eend heeft opgenomen, geen aanwijzingen of commando's geven. 11. De voorjager mag tijdens de uitvoering van de proef de hem aangewezen plaats niet verlaten. Beoordeling. Algemeen: De hond die onhoudbaar inspringt, heeft deze proef onvoldoende afgelegd. De hond die binnen vijf meter vanaf de voorjager wordt gestopt, is niet onhoudbaar ingesprongen en mag vanaf die plaats, na toestemming van de keurmeester de proef voortzetten. De hond die vrij verloren zoekend de eend vindt, heeft deze proef onvoldoende afgelegd. Het overdoen van de proef mag alleen bij zéér uitzonderlijke omstandigheden. Voldoende:
13
De proef is voldoende afgelegd door de hond die door de juiste richting aan te houden of die door doelbewust de juiste richting te herstellen, blijk geeft de valplaats te hebben onthouden en zonder aanwijzingen of commando's de eend opneemt en apporteert, ongeacht of hij verpakt, zittend of staande afgeeft. Volmaakt: De proef is volmaakt afgelegd door de hond die voordat hij wordt uitgezonden, niet hinderlijk piept, jankt of blaft, die niet aangelijnd rustig en attent op zijn post zit en geen aandacht van zijn voorjager vergt, het commando tot apporteren afwacht, snel gericht naar de valplaats gaat, de eend zonder te hoeven zoeken vindt en een "model apport" uitvoert.
TIPS: Voorafgaand bij deze proef is het handig als je goed het appél op je hond zet, inlopen dus. Doe dit vlak voordat je aan de beurt bent. - Springt je hond in ? Jaag aangelijnd voor, kost punten maar beter dan een 0 bij onhoudbaar inspringen. Houd de lijn voor de borst dus niet om de nek, zo kan je je lijn loslaten en verstoor je het markeren niet van je hond. - Je mag één commando gebruiken om ervoor te zorgen dat hond naast je blijft zitten. - Wacht op het tikje op je rug van de keurmeester en let tijdens het wachten op je hond en kijk niet naar de eend, dat doet de hond wel voor je hij moet de plek onthouden en je mag de hond toch niet helpen. Zodoende kan je snel genoeg reageren bij eventueel inspringen. - Weet je zeker dat je hond niet zittend afgeeft ? Pak de eend dan aan in plaats van dat de hond het op de grond legt, puntaftrek heb je dan toch al maar het staat een stuk beter. Een model apport is uiteindelijk het mooiste !
14
Proef H: Apport over diep water. ( B onderdeel ) 1. De hond wordt zonder halsband, los voorgejaagd. 2. De hond moet een aan de overzijde van een breed, diep water weggeworpen wilde eend apporteren. 3. Het water dient minimaal tien meter en maximaal veertig meter breed te zijn en zo diep, dat de hond om de overkant te bereiken, moet zwemmen. 4. De werper dient op een moment dat de hond hem niet kan zien, de eend op een zodanige plaats te werpen, dat deze, afhankelijk van de breedte van het water en de geaardheid van het terrein, minimaal tien meter en maximaal veertig meter vanaf de kant van het water terecht komt. De werper trekt zich terug op een zodanige plaats, dat zijn aanwezigheid en zijn loopspoor op de hond zo weinig mogelijk stimulerend of belemmerend werken. 5. De valplaats dient zodanig gekozen te worden, dat de hond de eend niet kan zien liggen, voordat hij in de onmiddellijke omgeving van het wild is gekomen. 6. Bij voorkeur dient de proef zo te worden uitgezet dat de wind uit een richting komt haaks op die, waarin de hond over het water moet worden gestuurd. 7. De keurmeester zal de voorjager de plaats aanwijzen waar vandaan hij zijn hond moet inzetten en waar de hond de eend naar toe moet brengen. Deze plaats zal zodanig worden gekozen, dat zij ongeveer drie meter, afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden, uit de waterkant ligt. 8. De voorjager mag tijdens de uitvoering van de proef de hem aangewezen plaats niet verlaten. Beoordeling. Algemeen: De nadruk ligt op de wil om van de overzijde van het water de eend te apporteren. Het geven van extra aanwijzingen is niet verboden, maar zal negatief worden beoordeeld. De voorjager mag de hond voor een voldoende uitvoering maximaal drie maal de opdracht geven om te water te gaan.
15
Als de hond zonder eend bij de voorjager terugkeert en de keurmeester van oordeel is, dat de eend nog binnen een redelijke tijd kan worden geapporteerd, mag hij nog éénmaal worden ingezet. Het terugkomen om het water heen nadat de eend is gevonden, zal niet negatief worden beoordeeld, tenzij het omlopen buiten proporties is. Voldoende: De proef is voldoende afgelegd door de hond die binnen een redelijke tijd, afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden, de eend apporteert, ongeacht of hij verpakt, zich uitschudt of hij zittend of staande afgeeft. Volmaakt: De proef is volmaakt afgelegd door de hond die voordat hij wordt uitgezonden, niet hinderlijk piept, jankt of blaft, die na één bevel onmiddellijk te water gaat, in rechte lijn snel naar de overkant zwemt, aan de overkant na al dan niet door zijn voorjager te zijn gestopt en na ten hoogste één commando of aanwijzing geanimeerd, zelfstandig, snel en systematisch gaat zoeken, niet zonder eend aan de waterkant terugkeert, snel de eend vindt en een "model apport" uitvoert. TIPS: Voorafgaand bij deze proef is het handig als je goed het appél op je hond zet, inlopen dus. Doe dit vlak voordat je aan de beurt bent. - Wil je hond moeilijk te water? Sommige honden gaan makkelijker te water als ze al nat zijn, voor de proef even in en uit het water doet soms wonderen. Uiteraard doe je dit even op een plek waar je niets en niemand hindert ! - Geef niet meer commando’s dan nodig en kijk goed naar je hond als deze bijvoorbeeld wil afbuigen in het water alvorens je een commando geeft. - Geef bij het bereiken van de overkant duidelijk het ‘zoek apport’ commando. - Weet je zeker dat je hond niet zittend afgeeft ? Pak de eend dan aan in plaats van dat de hond het op de grond legt, puntaftrek heb je dan toch al maar het staat een stuk beter. Een model apport is uiteindelijk het mooiste ! - Maak de eend aan het einde van de proef goed droog alvorens je hem terug stopt in de tas, hier komen de oude kranten goed van pas !
Klachten en de gedelegeerde : Het kan gebeuren dat je het niet eens bent met de keurmeester over de uitvoering van de proef, diskwalificatie uitspraak of andere algemene zaken betreffende de proeven. Ga niet
16
eindeloos in discussie met de keurmeester maar zeg gerust wat je van de situatie vindt en waarom je het er niet mee eens wellicht komen jullie er samen wel uit. De keurmeester is altijd bereid zijn visie met je te delen of nogmaals zijn bevindingen uit te leggen. Zo niet is er altijd een gedelegeerde aanwezig waar je je klacht aan kan voorleggen, hij of zij onderzoekt je klacht en doet daar uitspraak over. De gedelegeerde is altijd voorgesteld aan het begin van de proeven en is de gehele dag op het terrein aanwezig. Bedenk goed of het de moeite waard is om de gedelegeerde in te schakelen, je moet wel een goede ‘case’ hebben en zaai vooral geen onrust of onnodige discussies met mede voorjagers.
Bronnen : ORWEJA Reglement voor jachthondenproeven. KNJV Jachthonden Gewest Utrecht.
17