klas in de wereld
INLEIDING
1. Wat is de focus van dit materiaal en voor wie is het bedoeld? ‘Klas in de wereld’ is lesmateriaal dat geïntegreerd aan taal- en andere vaardigheden werkt. Het thema is communicatie en dan vooral communicatie met moderne media zoals gsm, e-mail, instant messaging (chatten) en bloggen. Deze media worden niet theoretisch voorgesteld, de leerlingen gaan er actief mee aan de slag en oefenen zo ook communicatieve, sociale en ICT-vaardigheden. Is het relevant om met anderstalige nieuwkomers nieuwe media te gebruiken? Zeker: de moderne communicatiemiddelen gooien de vensters naar de wereld open en anderstalige nieuwkomers mogen deze boot niet missen. 1996: de gsm komt op de markt voor het grote publiek 1998: google zoekmachine wordt gelanceerd 2001: wereldwijd zijn er ongeveer 125 miljoen pc’s in gebruik 2008: wereldwijd zijn er ongeveer 2 miljard pc’s op de markt Bovenstaand overzichtje toont aan hoe snel en ingrijpend de evolutie op dit vlak is; ongetwijfeld zal deze trend zich verder doorzetten. Zeker binnen de jongerencultuur waar we de OKAN’ers zo snel mogelijk bij willen laten aansluiten, zijn deze vormen van communicatie standaard geworden. Maar ook voor daarbuiten vormen nieuwe media een belangrijk middel om de participatie en zelfredzaamheid van anderstalige jongeren te bevorderen, denk maar aan toepassingen in verdere studies of op de werkvloer. Voor sommige nieuwkomers heeft de computer geen geheimen meer, maar voor een grote groep is de toegang tot informaticatoepassingen in dit stadium nog heel beperkt. We hopen dan ook dat dit educatief materiaal er toe bijdraagt om die drempel te verkleinen door nieuwkomers op school voldoende kansen te bieden om hun ICT-vaardigheden te oefenen. Werken rond communicatie roept naast praktische ook maatschappelijke vragen op: wat geef je prijs over jezelf, hoe veilig is internet, hoe kan je communicatie tusssen mensen met een verschillende moedertaal vlot laten verlopen, waar moet je op letten als je een onbekende persoon contacteert, welke afspraken gelden bij internetcommunicatie? Ook deze aspecten komen doorheen de verschillende activiteiten van dit thema aan bod. Mits ondersteuning kunnen de leerlingen deze activiteiten aan na een viertal maanden onthaalklas. Het thema ‘Klas in de wereld’ blijkt geschikt voor de middenfase, dat wil zeggen de periode na de onmiddellijke opvang en de basisfase. De leerlingen beschikken dan over een basiswoordenschat en hebben al basisvaardigheden taal en ICT verworven. Dankzij de ingebouwde differentiatie zijn de meeste taken inzetbaar voor zowel sterk als zwak taalvaardige leerlingen. Eind schooljaar 2007 – 2008 werd dit materiaal uitgetest in vier scholen en een achttal klassen met leerlingen op verschillende leerniveaus. We hebben bij de herwerking zo veel mogelijk rekening gehouden met de feedback van de leerkrachten die het materiaal uitprobeerden. Enkele producten van deze try-out vindt u in bijlage. We bedanken de leerkrachten van SISO II Antwerpen, Berkenboom in Sint-Niklaas, TSM Mechelen en VTI Aalst van harte voor hun hulp en nuttige commentaren.
Klas in de wereld - Inleiding -2-
2. Aan welke criteria voldoet dit materiaal? Als materiaalontwikkelaars baseren we ons bij de uitwerking van taakgerichte materialen op een checklist met kwaliteitscriteria. U vindt deze lijst, die u eventueel kan gebruiken om uw eigen activiteiten aan af te toetsen, in bijlage. Uiteraard beantwoordt niet elke activiteit aan alle criteria tegelijk, maar zo’n lijst is wel een handig hulpmiddel. De taakgerichte aanpak resulteert in activiteiten waarin bepaalde aspecten centraal staan. Zo proberen we steeds te zorgen voor een rijk en natuurlijk taalaanbod. We bieden geen losse terminologie in woordenschatlesjes maar opdrachten waarbij de nodige taal op natuurlijke wijze aan bod komt. Zoals een tekst lezen in een blog om meer te weten te komen over het schoolleven elders of een technische instructie begrijpen om zelf een e-mailadres aan te maken. De activiteiten geven ook allemaal aanleiding tot interactie: duowerk om samen al chattend af te spreken, groepswerk om op internet een beeldroman te maken, klasgesprekken. Vaak is het erg stil in klassen waar taal moet worden geleerd. Maar hoe kan je taal verwerven en leren gebruiken in stilte? Leerlingen leren, uiteraard in een gestructureerde setting, door met de leerkracht en met elkaar te overleggen, door informatie uit te wisselen en afspraken te maken. Het hoeft in dit stadium nog geen vloeiend en foutloos discours te zijn, uiteraard. Communicatie is al helemaal geen thema waarover je theoretisch moet doceren: laat de leerlingen zelf telefoneren, e-mailen, chatten, bloggen. Mits de nodige vooractiviteiten, opbouw en begeleiding lukt dit zeker wel. Bovendien sluit het aan bij de leefwereld van de jongeren, wat de motivatie ten goede komt. Waar we ook belang aan hechten is de opbouw en samenhang van het thema. We proberen verder te gaan dan een samenraapsel van losse taakjes om bij de leerlingen kennisconstructie over één bepaald domein te bevorderen. In een samenhangend thema kan de leerkracht onderlinge verwijzingen maken om de leerlingen informatie te leren plaatsen en hen verbanden en structuren te leren zien. Dit is voor nieuwkomers essentieel, zeker als ze door hun achtergrond deze schoolse vaardigheden missen. In dit thema is de rode draad communicatie, vooral met moderne media, en de afspraken hierrond. We vertrekken heel dicht bij de leerling in het hier-en-nu, om dan geleidelijk de wereld in te trekken. De opdrachten worden ook complexer. Een mogelijk eindproduct is een klasblog waarvoor alle media worden gebruikt en waarin de verzamelde informatie een plaatsje krijgt. De leerkracht laat de leerlingen zelf bedenken welke vormen van communicatie mogelijk zijn en verwijst doorheen het thema naar deze denkoefening terug. Ook binnen de taken wordt steeds de opbouw verzorgd. Zo is het checken van de voorkennis voor de leerkracht in de onthaalklas een belangrijke reflex. In een vooractiviteit of voorgesprek wordt hier altijd aandacht aan besteed. Zo nodig wordt de aanwezige voorkennis geactiveerd of aangevuld en de leerkracht kan eventueel in een onderwijsleergesprek op natuurlijke wijze relevante terminologie introduceren. Na de instructie en de uitvoering waarbij de leerkracht ondersteunt, volgt altijd een synthetiserend moment waarbij resultaten worden besproken en vergeleken en het geleerde in zijn context wordt geplaatst.
3. Aan welke doelen werkt dit materiaal? ‘Klas in de wereld’ werkt zowel aan talige doelen als aan computer- en andere vaardigheden en dit op een geïntegreerde manier. Dat wil zeggen: door zinvolle opdrachten uit te voeren die zich op verschillende domeinen situeren (communicatie, ICT), leren nieuwkomers ook relevante taal gebruiken.
Klas in de wereld - Inleiding -3-
De taaldoelen die worden vermeld zijn de vijftien taaldoelen uit het ROTAN. Deze drukken taalvaardigheden uit op verschillende niveaus, bijvoorbeeld: relevante informatie halen uit teksten op structurerend niveau, meningen en gevoelens uitdrukken op beoordelend niveau. Omdat de leerlingen nog maar enkele maanden in de onthaalklas zitten en het materiaal ook voor zwakkere leerders is bedoeld, situeren de meeste doelen van dit thema zich op beschrijvend en structurerend niveau. De leerlingen moeten dus informatie selecteren en uitwisselen zonder dat dit al ingrijpende bewerkingen van de informatie vergt. Meestal kunnen de activiteiten door enkele eenvoudige aanpassingen trouwens ook op een lager verwerkingsniveau worden uitgevoerd. Daarvoor vindt u tips onder differentiatie/aanpassing, zoals wordt uitgelegd onder 4. Om de doelen te verduidelijken worden ze telkens ook geconcretiseerd. In de concretisering worden taalhandeling, tekstsoort, communicatiepartner, context en vaardigheid verder geëxpliciteerd. Bijvoorbeeld:
Activiteit 4: Ringring Taaldoelen 9. De leerlingen kunnen op beschrijvend niveau vragen en instructies mondeling formuleren Concretisering: de lln kunnen aan een onbekende persoon in een telefoongesprek eenvoudige vragen stellen (mbt de beschrijving van die persoon).
Verder wordt telkens aangegeven aan welke strategieën men binnen de activiteit kan werken, bijvoorbeeld: de leerlingen aanzetten tot het afleiden van betekenis uit een context en hen hierbij ondersteunen, de leerlingen aanmoedigen om hun communicatiepartner te vragen om langzamer te spreken of iets te herhalen en hen hiervoor de nodige taaluitingen mee te geven. Strategieën helpen om de leerlingen op korte én langere termijn zelfredzamer te maken binnen een taalvreemde omgeving en zijn daarom belangrijk. Indien nodig en relevant kan de leerkracht hier en daar ook met de leerlingen reflecteren over taalstructurele aspecten, bijvoorbeeld: spelling checken bij de blogs die online gaan; bij de e-mails uit het buitenland er op wijzen dat namen van plaatsen met een hoofdletter worden geschreven. Door aan de activiteiten uit dit thema te werken met de leerlingen, laat de onthaalleerkracht ook andere aspecten aan bod komen zoals het werken aan zelfredzaamheid, sociale vaardigheden en communicatieve vaardigheden. We hebben geopteerd om dit te vatten onder ‘competenties’. Het speerpunt ‘Anderstalige nieuwkomers’ heeft in een werkdocument een aantal basiscompetenties voor het onthaalonderwijs beschreven. Deze zijn gegroepeerd in 4 clusters: zelfsturende competenties, sociale competenties, functionele competenties en leercompetenties. Elke competentie heeft ‘deelaspecten’, bijvoorbeeld: Zelfsturende competenties Zelfbeeld Doelgerichtheid Zelfredzaamheid Klas in de wereld - Inleiding -4-
Per deelaspect worden dan een aantal indicatoren opgesomd, dit wil zeggen een soort checklist waaraan men kan toetsen of een individu de competentie in kwestie (of een deelaspect ervan) al dan niet heeft verworven. Bijvoorbeeld: Zelfsturende competenties Zelfredzaamheid Indicatoren: Durft om hulp vragen, weet waar en hoe hulp te vragen. Kan een beroep doen op relevante dienstverlening op school en daarbuiten. Kan zich redden en komt op voor zichzelf. Neemt verantwoordelijkheid op voor het eigen handelen. Gaat op een zorgzame manier om met toegewezen verantwoordelijkheden. Functioneert in uiteenlopende contexten. Per activiteit van het thema wordt telkens een relevante competentie en haar deelaspect weergegeven met de bijhorende indicatoren. Bijvoorbeeld:
Activiteit 2: De toren van Babel Competenties (indicatoren) Sociale competenties Communiceren De leerlingen hebben een constructieve houding in een meertalige context
Uiteraard is het werken aan en verwerven van deze competenties een proces, net zoals het werken aan en verwerven van taalvaardigheden. Elke zinvolle activiteit draagt hier toe bij. Het werkdocument waarvan sprake vindt u ook terug in bijlage. Het is geïnspireerd op een observatie-instrument dat binnen het steunpunt Gelijke Onderwijskansen werd ontwikkeld voor de tweede en derde graad TSO en BSO. Het is de bedoeling dat dit document in de toekomst nog wordt aangepast en verfijnd. Belangrijk is dat er wordt gereflecteerd hoe het onthaalonderwijs breed kan kijken naar leerlingen, bijvoorbeeld door competentiegericht te werken. Onthaalleerkrachten werken aan veel meer dan enkel taal: ze proberen de leerlingen te leren leren, (opnieuw) een positief zelfbeeld te geven, te stimuleren om te communiceren en samen te werken, constructief om te gaan met diversiteit, enzoverder. Daarnaast komen ook andere aspecten zoals functioneel rekenen, andere talen of technologisch functioneren aan bod. Dit alles vindt men traditioneel terug in vakoverschrijdende doelen en vakdoelen, maar meer en meer wint in het onderwijs het competentiegericht denken veld. We geven hier een eerste aanzet om ook voor onthaalleerlingen competenties in kaart te brengen.
4. Hoe moeilijk of gemakkelijk is dit materiaal? Het materiaal kan worden ingezet in het tweede trimester na aankomst van de nieuwkomer. Sommige leerlingen zullen bepaalde activiteiten al eerder aankunnen, anderen zullen voor de moeilijkere activiteiten ook dan nog ondersteuning nodig hebben. Het materiaal is echter inzetbaar voor zowel zwak als sterk taalvaardige leerlingen. In elke activiteit wordt ondersteuning en differentiatie voorzien, zodat het materiaal in verschillende groepen of in groepen met veel heterogeniteit kan worden gebruikt. Klas in de wereld - Inleiding -5-
Ten eerste hebben de taken een vaste structuur met telkens een inleidend en afsluitend gedeelte waarin de taken toegankelijker worden gemaakt door de nieuwe informatie te introduceren en te plaatsen. Ten tweede worden er doorheen elke activiteit ook voorbeelden gegeven van mogelijke interacties leerkracht – leerling. Deze voorbeelden staan telkens cursief weergegeven. Ze tonen hoe de leerkracht de leerling kan ondersteunen door gerichte denkstimulerende vragen te stellen (van open naar gesloten), door te focussen op bepaalde relevante informatie of door met hem aan betekenisonderhandeling te doen (de leerling zelf betekenissen laten zoeken en formuleren in plaats van deze weg te geven), enzoverder. Ten derde helpen de strategieën die bij de doelen worden opgesomd sommige leerlingen om de activiteiten op te lossen en zijn ze in die zin ook een vorm van differentiatie. Ten vierde worden er in een apart kopje telkens suggesties gedaan voor differentiatie. Maar wat wordt onder differentiatie verstaan? Differentiatie wordt soms verengd tot het voorzien van verschillende oefeningen voor verschillende leerlingen, en dan vooral het voorzien van eenvoudigere oefeningen voor zwakkere leerlingen. In de taakgerichte aanpak wordt differentiatie echter gezien als het zo goed mogelijk inspelen op de individuele capaciteiten en noden van elke leerling én het zo goed mogelijk tot zijn recht laten komen van het leerpotentieel van elke leerling. In eerste instantie wordt de lat dan ook niet verlaagd. De activiteiten worden niet per definitie onmiddellijk aangepast als de leerling ergens vast zit. De leerling wordt uitgedaagd om deze kloof te overbruggen mits de nodige ondersteuning. Ondersteuning is dus eigenlijk een soort trapje dat wordt aangereikt door de leerkracht. Bijvoorbeeld: een hulpopdracht voorzien die de taak niet verarmt, de leerling gebruik laten maken van lijstjes, notities of naslagwerken voor zover deze verhelderend werken, enzoverder. Dit soort ingrepen catalogeren we in het materiaal onder differentiatie/ondersteuning. Ter illustratie: In activiteit 8 lezen de leerlingen blogs van leerlingen die schoollopen in het buitenland; elke groep leest een andere blog en haalt hier relevante informatie uit; de informatie wordt ingevuld in een voorgestructureerd schema. Als differentiatie/ondersteuning vinden we voor activiteit 8 de volgende tips:
Activiteit 8: De bigblog Differentiatie/ondersteuning (Voor) Maak tijdens het voorgesprek als introductie een vergelijking tussen verschillende aspecten van het schoolleven uit de herkomstlanden van de kinderen, bijvoorbeeld: huiswerk, lessen, duur schooldag, indeling schooldag, vakanties, ... Noteer eventueel aan het bord. Dit helpt de leerlingen om later andere soortgelijke informatie te rubriceren en brengt relevante woordenschat aan. (Tijdens) Voorzie eventueel extra visuele ondersteuning bij sommige items uit de blogs.
Klas in de wereld - Inleiding -6-
Pas als de leerling er echt niet in slaagt om ondanks de geboden ondersteuning de taak succesvol uit te voeren, wordt de taak aangepast en wezenlijk vereenvoudigd. Bijvoorbeeld door een gedeelte van de taak te laten vallen of door naar een ander, lager verwerkingsniveau over te schakelen. Als de leerlingen bijvoorbeeld voor het maken van de blog zelf rubrieken aanbrengen en verzorgen, verwerken ze informatie op structurerend of zelfs beoordelend niveau. Maar als ze enkel een voorgestructureerd stramien moeten invullen, werken ze op beschrijvend of hoogstens structurerend niveau. Differentiatie die bestaat uit het aanpassen van de taak naar een lager niveau, noemen we differentiatie/aanpassing Natuurlijk kan ook het omgekeerde het geval zijn: een taak kan voor sommige leerlingen net te weinig uitdagend zijn. Dan kan ze worden aangepast naar boven toe, bijvoorbeeld: hogere eisen stellen aan de output van de taak door een schriftelijk eindproduct te vragen in plaats van een mondeling. In dat geval spreken we van differentiatie/aanpassing+. Onder elke activiteit staan naast suggesties voor differentiatie/ondersteuning ook suggesties voor differentiatie/aanpassing -/+. Ter illustratie:
Activiteit 8: De bigblog Differentiatie/aanpassing - / + (-) Beperk de informatie die de leerlingen moeten invullen in het schema of behandel sommige items klassikaal. (+) Laat alle leerlingen alle blogs lezen en bespreken. Voorzie eventueel bijkomende informatie over schoolsystemen uit verschillende landen en laat de leerlingen daar ook informatie uit verwerken. Elke leerkracht met ervaring beschikt over een voorraad middelen om te differentiëren. Voor een vrij uitgebreide opsomming van dergelijke ingrepen verwijzen we naar de bijlage.
5. Wat is technisch nodig voor dit materiaal? Moet je veel van ICT kennen om er mee te werken? Vermits dit materiaal focust op moderne media is een minimumuitrusting hiervan nodig om de activiteiten op school te kunnen uitvoeren. In de loop van het schooljaar 2007 – 2008 contacteerden we de Vlaamse onthaalklassen met de vraag naar beschikbaarheid van ICT. Dit bleek erg te variëren van school tot school. Sommige onthaalklassen hebben een eigen computerhoek en kunnen flexibel beschikken over een computerlokaal, andere hebben nauwelijks toegang tot de ICT-faciliteiten op school. Nochtans is het voor nieuwkomers erg belangrijk dat ze op school de kans krijgen om ICT-vaardigheden te ontwikkelen die participatie op school en daarbuiten kunnen bevorderen. Denk bijvoorbeeld ook aan toegang tot informatie en de geweldige meerwaarde van visueel materiaal dat op het internet zo overvloedig aanwezig is. Voor nieuwkomers is computergebruik buiten de school bovendien niet altijd evident. Klas in de wereld - Inleiding -7-
Voor de meerderheid van deze activiteiten is de beschikbaarheid van een computerlokaal een must. Toegang tot internet is een minimum. Om bepaalde toepassingen te demonstreren is een beamer en projectiescherm ook erg handig, maar onontbeerlijk is dit niet. We sommen hieronder de specifieke technische vereisten op per activiteit. ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
computers met internetverbinding: activiteiten 5B tot en met 10 digitale foto-apparatuur met USB-kabeltjes: activiteit 3 gsm: activiteit 4 Windows Hotmail geïnstalleerd en toegankelijk op alle computers: activiteiten 5,6,7, eventueel 9 en 10 MSN Messenger geïnstalleerd en toegankelijk: activiteiten 6 en 7, eventueel 9 toegang tot blogs op blogger.com: activiteit 8 mogelijkheid om via blogger.com een blog aan te maken en te posten: activiteit 10 eventueel opname-apparatuur (bijvoorbeeld mp3 met microfoontje of dictafoon): activiteit 9 eventueel camera: activiteit 9, activiteit 10
Deze informatie is ook per activiteit terug te vinden in het lesschema onder de hoofding ‘materiaal’. Misschien staat u huiverachtig tegenover opdrachten die aan ICT-vaardigheden werken omdat u zelf weinig vertrouwd bent met computerapplicaties. Is chatten, bloggen of werken met een eenvoudig fotobewerkingsprogramma voor u nieuw? Misschien kan u dit dan als een goede gelegenheid beschouwen om uw kennis ter zake uit te breiden. De programma’s die nodig zijn voor dit pakket zijn erg gebruiksvriendelijk en de activiteiten zijn vrij basic. Bovendien worden de nodige handelingen stap-voor-stap uitgelegd in de technische fiches, die u vooraf kan doornemen. Deze fiches zijn in eerste instantie bedoeld als achtergrond voor de leerkracht. Bij de try-out werd immers terecht opgemerkt dat jongeren computervaardigheden eerder leren door te doen en niet door screenshots op papier te bestuderen. Doordat u in de computerklas mondeling de nodige instructies geeft, brengt u bij de leerlingen bovendien de relevante terminologie en instructietaal aan. Indien gewenst, kan u de technische fiches of gedeeltes ervan toch ook voor de leerlingen kopiëren. Ze zijn daartoe redelijk eenvoudig gehouden. U kan ook altijd opteren om samen te werken met een meer computervaardige collega. Het is een goed idee om de ICT-coördinator op school aan te spreken en bij het project te betrekken. Hij kan zeker een aantal nuttige tips geven. De ICT-coördinator zal ook helpen om bepaalde obstakels uit de weg te helpen. Zo is in scholen bijvoorbeeld niet standaard voorzien om programma’s te downloaden op de PC’s. Dit geldt zeker voor MSN Messenger. Ook wordt de toegang tot sommige sites of toepassingen vaak automatisch geblokkeerd om misbruik te voorkomen. In het kader van dit project kan de ICTcoördinator tijdelijk bepaalde blokkades opheffen. Ten slotte is er in elke groep altijd minstens één leerling die goed is met computers. Vraag die leerling(en) eventueel om je te assisteren door medeleerlingen te helpen en ondertussen natuurlijk ook de eigen taalvaardigheid te oefenen.
6. Hoe kan dit materiaal worden gebruikt? ‘Klas in de wereld’ bestaat uit tien activiteiten waarvan enkele opgesplitst zijn in een A- en een B-activiteit. In zijn geheel is het materiaal goed voor een twintigtal lesuren. Deze worden best wekelijks opgenomen tijdens de uren dat een computerlokaal beschikbaar is. Men kan dus gedurende enkele maanden of één trimester met de leerlingen aan de taken werken. SomKlas in de wereld - Inleiding -8-
mige lessen kunnen ook buiten het computerlokaal plaatsvinden of zijn hier zelfs meer voor geschikt, bijvoorbeeld: het voorbereidend werk voor de laatste blogactiviteit. Het materiaal bestaat uit volgende onderdelen:
De inleiding die u nu leest en waarin de voornaamste kenmerken van het materiaal worden beschreven en het gebruik wordt toegelicht.
De handleiding voor de leerkracht waarin het scenario van de activiteiten wordt beschreven en waarvan u hieronder een uittreksel met uitleg vindt.
Werkbladen voor de leerlingen per activiteit met telkens een korte inleiding of situering, gevolgd door de opdracht in kader en invulmogelijkheid.
Technische fiches voor de leerkrachten (of leerlingen, zie hierboven bij 5.) met stapvoor-stap instructies voor het gebruik van het fotobewerkingsprogramma slide.com, het aanmaken van een gratis e-mail adres onder Windows, het downloaden en gebruiken van MSN Messenger, het aanmaken van een blog via blogger.com en het maken van een one shot filmpje.
Bijlagen met producten van de leerlingen in de try-outfase, een werkdocument met competenties voor nieuwkomers, differentiatietips en een checklist met kwaliteitscriteria voor taken.
Klas in de wereld - Inleiding -9-
Hieronder vindt u een voorbeeld van een activiteit met meer uitleg bij de verschillende onderdelen.
Beknopte omschrijving van de opdracht. De belangrijkste ontwikkelingsdoelen taalvaardigheid die in de taak aan bod komen.
Het taaldoel geconcretiseerd met taalhandeling, tekstsoort, communicatiepartner, context, vaardigheid.
De sleutelcompetenties waar de taal aan werkt met indicatoren die aangeven in hoeverre de competentie is verworven. Beknopt overzicht van de les met volgende elementen: de indeling in fasen, de werkvorm (individueel, klassikaal, in duo’s of grotere groepen), een korte omschrijving én het materiaal dat nodig is om de activiteit tot een goed einde te brengen. Hier wordt ook vermeld welke werkbladen en technische fiches nodig zijn.
Klas in de wereld - Inleiding - 10 -
Wat vooraf kan of moet in orde worden gebracht of voorzien.
Scenario van de activiteit. Meestal klassikale inleiding waarbij de inhoud van de activiteit voor de leerling toegankelijker wordt gemaakt en voorkennis wordt opgefrist of bijgebracht; interesse wordt gewekt; de activiteit wordt gesitueerd. Fase waarin de leerkracht eerst stap-voor-stap instructies geeft / groepen indeelt / werkbladen uitdeelt, waarna de leerlingen aan de slag gaan met de opdracht. De leerkracht ondersteunt en begeleidt de leerlingen bij het uitvoeren. Cursieve tekst geeft voorbeelden van leerkracht – leerling interactie, onder meer van ondersteunende en denkstimulerende vragen.
2
vier groepen
de lln lezen de blogs met internetdagboeken van leerlingen in het buitenland
werkbladen p 21 t/m 24 computer met internetaansluiting
de lln vullen de informatiefiche aan met informatie over de landen van de blogs 3
klassikaal
de lln bespreken de informatie uit de fiche en vergelijken
werkbladen p 21 t/m 24
Voorbereiding Zorg er voor dat de leerlingen toegang hebben tot het internet en kijk vooraf na of de dagboeken te vinden zijn waar ze volgens de instructies horen te staan. Eventueel kan je de blogs al openen in de browser. Voorzie eventueel extra informatie over Mexico, Japan, de Verenigde Staten en Rusland – vooral over de schoolsystemen.
Lesverloop Fase 1 (voorgesprek – vooractiviteit) Vraag de leerlingen om te vertellen over het schoolsysteem in hun land van herkomst en breng zo een klasgesprek op gang. Stel vragen als: Is het overal een hele dag school? Vinden jullie dat we hier in België goede schooluren hebben? Hebben alle leerlingen evenveel vakantie? Bleven sommigen onder jullie ook op school eten of zelfs slapen? Vraag de leerlingen of ze denken dat er ook Belgische leerlingen in het buitenland naar school gaan en waarom (omdat de ouders in het buitenland werken, om de taal te leren, omdat ze verhuisd zijn). Laat hen uitzoeken hoe die leerlingen met hun landgenoten in contact zouden kunnen komen. Vertel dat sommige studenten in het buitenland een soort dagboek bijhouden op internet, en dat jullie zo’n online dagboeken of blogs zullen lezen.
Fase 2 (uitvoering mits ondersteuning) Verdeel de leerlingen in vier groepen. Plaats iedere groep aan een computer met internetaansluiting. Geef iedere groep een werkblad. Geef de eerste groep het werkblad met de blog van Jana, de tweede groep het werkblad met de blog van Mauro, de derde groep het werkblad met de blog van Thomas en de vierde groep het werkblad met de blog van Emma. Help de leerlingen eventueel om de blogs op te zoeken. Overloop de opdracht en ga na of de leerlingen begrijpen wat ze moeten doen, namelijk informatie over de landen van waaruit de leerlingen bloggen uit de teksten halen. Zo kunnen ze daarna deze informatie beter vergelijken. Ondersteun de groepjes bij de uitvoering van de opdracht. Focus op de indeling van de teksten of op belangrijke informatie, bijvoorbeeld: Hier moet je invullen wanneer het schooljaar in Rusland start. Onder welke titel zou je dat terugvinden in de tekst? Jij schrijft dat de leerlingen in Spanje de hele dag les hebben, maar hier staat iets over twee shiften: wat betekent dat? Klas in de wereld - Handleiding leerkracht - 30 -
Klas in de wereld - Inleiding - 11 -
Veelal klassikaal moment waarop de resultaten van de opdrachten of de eindproducten worden besproken en vergeleken. Het geleerde / beleefde wordt eventueel gesynthetiseerd en geëvalueerd en krijgt een plaats in het geheel.
Fase 3 (nabespreking – afsluitende activiteit) Laat de leerlingen de informatie aan elkaar doorgeven en bespreek klassikaal. Wat ben je te weten gekomen over het leven in de klas in andere landen; welk schoolsysteem spreekt je het meest aan? Lijkt school in België je in vergelijking met die andere scholen leuker of minder leuk; waarom?
Differentiatie / ondersteuning (Voor) Maak tijdens het voorgesprek al een vergelijking tussen verschillende aspecten van het schoolleven, bijvoorbeeld: huiswerk, lessen, duur schooldag, indeling schooldag, vakanties, ... Noteer eventueel aan het bord. (Tijdens) Voorzie eventueel extra visuele ondersteuning bij sommige items uit de blogs.
Verdere tips voor mogelijke ondersteuning die de uitvoering van de activiteit vergemakkelijkt. Tips voor het makkelijker of moeilijker maken van de activiteit.
Differentiatie / aanpassingen - en + (-) Beperk de informatie die de leerlingen moeten invullen of behandel sommige items klassikaal. (+) Laat alle leerlingen alle blogs lezen en bespreken. Voorzie eventueel bijkomende informatie over schoolsystemen uit verschillende landen en laat de leerlingen daar ook informatie uit verwerken.
Klas in de wereld - Handleiding leerkracht - 31 -
Klas in de wereld - Inleiding - 12 -
7. Slotwoordje We hopen van harte dat u veel plezier beleeft aan de uitvoering van dit materiaal. Graag hadden we van u gehoord wat uw ervaringen zijn. Het zou enorm leuk zijn als we meer eindproducten zouden kunnen publiceren. We verwachten ook veel van de klasblogs. Dit kan een goede manier zijn om onthaalklassen met elkaar en anderen in contact te brengen. Stuur dus zeker de link door aan
[email protected] met een woordje uitleg. Zo kunnen we deze informatie centraliseren. Tot mails of tot blogs dus! Steunpunt Gok, september 2008.
8. Overzicht activiteiten Klas in de wereld Act 1
Zonder woorden
2 lessen +
De lln maken een collage waarin ze zichzelf voorstellen en bespreken dit klassikaal.
Act 2
De toren van Babel
1 les
De lln vertellen een verhaal op basis van een strip; eerst vertellen ze in hun moedertaal en daarna wordt het verhaal in het Nederlands gereconstrueerd.
Act 3
Een beeldig verhaal
2 lessen +
De lln maken een beeldroman met onderschriften en tekstballonnen op internet.
Act 4
Ringring
1 les
De lln bellen naar een onbekend nummer en achterhalen wie ze aan de lijn hebben door gerichte vragen te stellen; de oplossing vinden ze op internet.
Act 5
De wereld rond A. De wereld is een dorp B. Iedereen mailt
2 lessen
De lln lezen e-mails en zoeken uit vanuit welk land de e-mails komen; ze maken zelf een e-mailadres aan.
Act 6
Chatten, maar met mate
2 lessen
De lln bespreken welke persoonlijke gegevens je vrijgeeft op internet; ze maken chatgegevens aan, chatten en bespreken de ‘netiquette’.
Act 7
Druk, druk, druk
1 les
De lln maken al chattend afspraken op basis van een agenda.
Act 8
De Bigblog
1 les
De lln lezen het internetdagboek van Vlaamse leerlingen in het buitenland en selecteren hier relevante informatie uit.
Act 9
Informatie gevraagd
2 lessen +
De lln houden een interview met leeftijdsgenoten of leerkrachten uit verschillende doorstroomrichtingen; hierbij gebruiken ze moderne media.
Act 10
Klaar, actie, blog
2 lessen +
De lln maken een klasblog met verschillende rubrieken en verspreiden de link er naartoe via e-mail.
Klas in de wereld - Inleiding - 13 -