Klas 4
“Profileren in de Tweede Fase”
Inhoud Inleiding Specifiek voor het Oelbert Lessen en leren
3 3 4
De Tweede Fase op het Sint-Oelbertgymnasium Lessentabel klas 4 Lessentabel klas 5/6
5 6 7
Regelingen Jaarindeling Herkansing, zak-slaagregeling en examens Extra (examen)vak(ken) in klas 5 en 6 Reglement extra vakken in klas 5 en 6
8 8 8 8 8
Wiskunde A,C,B en D en keuzemogelijkheden
10
Filosofie in de Tweede fase
11
Tijdpad profielkeuze voor de leerlingen in klas 4
13
Loopbaan, oriëntatie en begeleiding (lob) in klas 4, 5 en 6 Informatie in de mediatheek Studiekeuzeactiviteiten SIA, Terugkomdag en Rotary beroepen oriëntatie Open dagen bezoeken onder lestijd In klas 5 vakken volgen aan een universiteit
14 14 14 14 15 15
Studeren na het gymnasium WO of HBO Vooropleidingseisen in het wetenschappelijk onderwijs Deficiënties Numerus fixus en decentrale selectie Opleidingsstructuur in het hoger onderwijs
15 15 15 16 16 16
2
Oosterhout, september 2013 Aan de leerlingen van klas 4 en hun ouders, verzorgers,, Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste informatie over de profielkeuze die de leerlingen in klas 4 maken voor klas 5 en 6 en over de studiekeuze(begeleiding) op en na het gymnasium. Als u na lezing nog vragen heeft, dan kunt u altijd contact met ons opnemen. Mw. M.H. Sulman, Mw. M.M.L. Zollner, schooldecanen
Inleiding In het schoolplan van het Sint-Oelbertgymnasium staat, bij het hoofdstuk Totale Vorming, onder meer: “Op onze school gaat het niet alleen om kennisoverdracht, vaardigheden en attitudes, nodig voor een gymnasiumdiploma, gericht op vervolgstudie aan universiteit of hogeschool, maar ook om de gymnasiale meerwaarde. Behalve extra aandacht voor taal en cultuur gaat het om het leggen van verbanden tussen en binnen vakken; kritisch, vindingrijk, creatief en nieuwsgierig zijn, plezier hebben in lezen en leren, intrinsieke motivatie, veelzijdigheid en zelfstandigheid. Via ons onderwijs proberen wij bewust deze kennis, vaardigheden en attitudes verder te ontwikkelen. Dit gebeurt bij alle verplichte examenvakken, bij het aanbod van extra examenvakken en niet-examenvakken en tijdens buitenschoolse activiteiten.” Het Oelbert biedt daarom een breed en gevarieerd onderwijspakket aan.
Specifiek voor het Oelbert Onze school biedt in klas 4, 5 en 6 aan de geïnteresseerde leerling, veel mogelijkheden. Een greep: • De keuze van één of meer extra examenvakken met een sprintuur of zonder les (zie pag. 5-8) • De week veldwerk Limburg in klas 4 • De Rome- of Griekenlandreis in klas 5 • Goede leerlingen uit klas 5 en 6 kunnen één semester colleges volgen aan de Universiteit van Tilburg of de Technische universiteit Eindhoven en leggen (alvast) een tentamen af. • Masterclasses over uiteenlopende interessante onderwerpen, tweemaal per jaar, bieden verdieping en verbreding en zijn toegankelijk voor elke leerling die geïnteresseerd is in meer dan alleen de schoolvakken. Het Sint-Oelbertgymnasium hanteert voor het onderwijs in de bovenbouw de volgende uitgangspunten: • Het onderwijs wordt zowel inhoudelijk (didactisch, begeleidend) als materieel (inrichting van het gebouw en leermiddelen) zoveel mogelijk toegesneden op de leerling. • In de loop van de schoolcarrière traint de school de leerlingen in toenemende mate in het zelfstandig studeren. • Wij bieden in de bovenbouw een brede gymnasiale vorming aan onze leerlingen.
3
Lessen en leren Het Sint-Oelbertgymnasium kent vier vormen van les- en leeractiviteiten. De term ‘uur’ betekent hier een les van 45 minuten. 1. De gewone lesuren. Daarbij zijn verschillende lesvormen mogelijk: klassikale instructie, ook in collegevorm (twee klassen tegelijk), zelfstandig werken, groepswerk, practica, presentatie e.d. 2. Steunlessen: Leerlingen kunnen steunles krijgen in studievaardigheden (bijvoorbeeld: planning, samenvatting maken, motivatie, woordjes leren). 3. De Oelbert-Huiswerk-Klas: Onder begeleiding van leerling-tutoren uit de bovenbouw en docenten kunnen leerlingen die dat willen hun huiswerk maken in een rustige omgeving en inhoudelijk hulp krijgen bij bepaalde vakken. Sommige leerlingen worden verplicht voor een periode deel te nemen aan de OHK. 4. Studie-uren thuis. Huiswerk vraagt duidelijk meer tijd dan leerlingen in de onderbouw gewend zijn, zowel qua leer- als maakwerk. Het aantal, de omvang en de moeilijkheidsgraad van praktische opdrachten (werkstukken, practica, verslagen, presentaties e.d.) neemt toe. Voorts liggen abstractieniveau en lestempo duidelijk hoger dan in de eerste drie leerjaren. Leerlingen krijgen bovendien voor het eerst te maken met examenonderdelen van vakken die afgesloten worden, bijv. handelingsdelen. De inleverdata daarvan liggen vast. Het vraagt een goede planning van leerlingen om die deadlines ook werkelijk te halen. In klas 4 werken de leerlingen aan de hand van een studiewijzer. Hierin omschrijven alle vakken, per periode, de leerstof, het huiswerk en de wijze van toetsing. De studiewijzer is de belangrijkste handleiding voor de leerling om zelfstandig het werk te kunnen plannen en organiseren. Zowel op school als thuis. De studiewijzer is beschikbaar via Magister ELO.
4
De Tweede Fase op het Sint-Oelbertgymnasium Voor de volledigheid is de lessentabel voor klas 4 opgenomen in dit boekje. Zo heeft de leerling een overzicht van de mogelijkheden en keuzes in de Tweede Fase. In de lessentabellen voor klas 5/6 staat precies aangegeven welke vakken de leerling verplicht volgt en welke vakken in klas 5 gekozen kunnen worden voor zijn profiel. Dit laatste is uiteraard afhankelijk van zijn profielstroomkeuze in klas 4. De vakken binnen de lessentabel zijn gegroepeerd in onderdelen: Gemeenschappelijk deel: alle vakken in dit deel zijn voor alle leerlingen in jaarlaag 5 en 6 verplicht. Profieldeel: alle vakken in dit deel zijn voor alle leerlingen verplicht. Welke vakken er in dit deel zitten is per profiel verschillend. Profielkeuzevakken: het profieldeel wordt aangevuld met een vak naar keuze uit een beperkt aantal vakken. Uit welke vakken gekozen kan worden is per profiel verschillend. Het keuze-examenvak: Tenslotte kiest de leerling nog 1 extra examenvak. Er kan uit veel vakken gekozen worden, maar ook dit is weer per profiel verschillend. Het vrije deel: Het vrije deel is een wat tegenstrijdige term want op het Sint-Oelbertgymnasium is dit vrije deel vastgelegd. In klas 4, 5 en 6 zijn dit de vakken Levensbeschouwing en Studium Generale. Daar komt het profielwerkstuk nog bij. Het is in principe niet mogelijk om andere keuzes te maken dan die vastgelegd zijn in de lessentabel.
5
Lessentabel klas 4 profielstromen vak gemeenschappelijk NE deel EN/CAM verplicht al deze LA/GR vakken KCV LO AK
profielstroomdeel verplicht al deze vakken
keuzedeel verplicht 2 van 3 vakken
vak NE EN/CAM LA/GR KCV LO AK
gemeenschappelijk deel verplicht al deze vakken
ANW
ANW
WAC EC GS
WBA NA SK
KB
Bi
FA DU LA/GR
FA DU LA/GR EC GS
keuzedeel verplicht 2 van 6 vakken waarvan tenminste 1 taal
KB
1 reservevak
SG LB Mentoruur
het 'vrije' deel verplicht al deze vakken
1 reservevak
het 'vrije' deel verplicht al deze vakken
bèta
alfa
SG LB Mentoruur
profielstroomdeel verplicht al deze vakken
6
alfa CM
alfa EM
bèta NG
bèta NT
gemeenschappelijke deel
NE
NE
NE
NE
EN/CAM
EN/CAM
EN/CAM
EN/CAM
verplicht al deze vakken
LA/GR
LA/GR
LA/GR
LA/GR
KCV
KCV
KCV
KCV
MA
MA
MA
MA
LO
LO
LO
LO
WC / WA*
WA
WA / WB*
WB
GS
GS
Bi
NA
AK
EC
SK
SK
profielkeuzevak:
FA
FA
AK
Bi
NT 1 uit 2, NG 1 uit 2, EM 1 uit 3, CM 1 uit 4 verplichte keuze 1 vak
DU
DU
NA
WD
KB
AK
keuze-examenvak
FA
FA
FA
FA
verplicht 1 vak
DU
DU
DU
DU
Fi
Fi
Fi
Fi
KB
KB
KB
KB
LA/GR
LA/GR
LA/GR
LA/GR
AK
AK
AK
GS
GS
EC
EC
NA
WD
profielen klas 5/6
profielvakken verplicht al deze vakken
Fi
Bi
1 reservevak
het 'vrije' deel
LB
LB
LB
verplicht alle vakken
PWS Mentoruur
PWS Mentoruur
PWS PWS Mentoruur Mentoruur * = onder voorwaarden
* = onder voorwaarden
7
LB
Regelingen Jaarindeling De jaarindeling ziet er in klas 4, 5 en 6 hetzelfde uit. Het jaar is ingedeeld in drie periodes. Elke periode wordt afgesloten met een rapport. Over het gehele jaar zijn er 6 toetsweken. Klas 6 kent geen rapporten en er zijn minder toetsen omdat in mei het centraal examen plaatsvindt.
Herkansing, zak-slaagregeling en examens Deze zijn per leerjaar opgenomen in het programma van toetsing en afsluiting (PTA). Daarin staan ook de jaaroverzichten van alle eisen per vak vermeld. De PTA's voor klas 4, 5 en 6 worden elk jaar in september uitgereikt.
Extra examenvak(ken) in klas 5 en 6 Het Sint-Oelbertgymnasium biedt goede leerlingen de mogelijkheid hun algemene ontwikkeling en/of hun studiekeuzemogelijkheden te vergroten door, naast het verplichte keuze- examenvak, één of meer extra examenvakken te kiezen. Zo’n extra vak is alleen haalbaar voor leerlingen die veel belangstelling voor dat vak hebben, uitstekend in staat zijn zelfstandig te werken en hoger dan gemiddeld scoren. De keuze van het extra examenvak is afhankelijk van het profiel. In de lessentabel kun je zien welke keuze-examenvakken per profiel aangeboden worden.
Reglement extra examenvak(ken) in klas 5 en 6 •
• •
• •
Een extra examenvak wordt alleen toegestaan als op het overgangsrapport naar klas 5 is voldaan aan één van de onderstaande voorwaarden: 1. bij maximaal één vijf: één extra vak; 2. bij gemiddeld 6,5 of hoger, zonder onvoldoendes: twee extra vakken; 3. bij gemiddeld 7 of hoger, zonder onvoldoendes: drie of meer extra vakken; Leerlingen die niet voldoen aan deze voorwaarden maar om een bijzondere reden toch een extra vak willen, worden besproken op de overgangsvergadering. Leerlingen geven hun wens voor een of meer extra examenvakken aan bij hun voorlopige profielkeuze. De mentor bespreekt de gemaakte keuze met de leerling; de leerling kan de keuze ook bespreken met de decaan mevr. M. Sulman of mevr. M. Zollner. Tijdens de ouderavond in april kunnen de ouders de keuze met de docent, de mentor en/of decaan bespreken. Leerlingen geven bij hun definitieve profielkeuze opnieuw hun wens aan voor één of meer extra examenvakken. Circa twee weken voor de laatste toetsweek bekijkt de leerling of er aan de cijfergrens voldaan wordt. Zo niet, dan bespreekt de leerling met de mentor of er sprake is van bijzondere redenen om toch een extra examenvak te nemen. Wanneer dat het geval is, dient
8
•
• •
•
• • •
•
•
de leerling zelf deze redenen schriftelijk toe te lichten en deze motivatie voor de vergaderingen in te leveren bij de coördinator. De coördinator mevr. M. Verhagen en de mentor maken onder meer op basis van deze motivatie een voorstel om wel of geen toestemming te geven voor het volgen van het extra examenvak en de docentenvergadering beslist daarover tijdens de overgangsrapportvergadering. De uitslag van de stemming wordt per mail verstuurd. Ouders en leerlingen kunnen schriftelijk bezwaar tegen deze uitslag indienen bij de rector. De rector deelt de beslissing binnen een week schriftelijk mee aan de leerlingen en ouders. Het aanbod van de extra vakken is gelijk aan de vakken in de categorie keuze-examenvakken. Leerlingen met een alfa-profiel kunnen tevens biologie als extra examenvak opnemen maar dit is altijd zonder sprintuur. In een extra vak krijgen de leerlingen geen les; alleen wanneer een extra vak door tenminste tien leerlingen wordt gevolgd, wordt er een sprintuur (één les per week in het betreffende vak) aangeboden. In klas 5 kan ten hoogste één extra examenvak met een zogenaamd sprintuur worden gevolgd. Na toestemming van de coördinator in klas 5, mevrouw A. Slinger, is het mogelijk om, afhankelijk van het rooster en na overleg met de betreffende docent, af en toe verplichte lessen om te zetten in lessen voor een extra vak. De leerling moet afwezigheid bij de verplichte les wel elke keer doorgeven. Voor een extra vak maak je alle toetsen, praktische opdrachten en eventuele handelingsdelen tegelijk met de leerlingen die dat vak met gewone lessen volgen. Alleen als je een extra vak zonder les volgt, hoef je de s.o’s niet te maken. Je kunt in klas 5 een extra examenvak alleen opnemen als je dat vak in klas 4 gevolgd hebt m.u.v. de nieuwe vakken in klas 5 Het is niet mogelijk om bij de overgang van klas 5 naar klas 6 of in klas 6 een nieuw extra examenvak op te nemen. Wanneer de leerling in de loop van klas 5 overweegt een extra vak te laten vallen, dient hij/zij eerst met de vakdocent en de mentor en als laatste de coördinator te overleggen. Deze ontvangt een schriftelijke bevestiging van de ouders. Desgewenst kan de leerling aan het einde van klas 5 besluiten het extra examenvak te laten vallen. De leerling en ouders moeten dat schriftelijk meedelen aan de coördinator, uiterlijk in de laatste week van mei. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de rector.
Wisselen van profiel(stroom) In de Tweede Fase is het wisselen van profiel(stroom) niet mogelijk.
9
Wiskunde A, C, B en D en keuzemogelijkheden In klas 4 volgen alle leerlingen ongeveer hetzelfde wiskundeprogramma. Bij wiskunde B ligt de nadruk op de formele en abstracte kant van het vak en wordt er meer zelfstandigheid vereist bij het bestuderen van de theorie, tevens dien je vaardig en inzichtelijk om te gaan met formules en algebraïsche berekeningen. Je moet bijvoorbeeld in staat zijn om bepaalde vergelijkingen en waarden zonder hulp van de grafische rekenmachine op te lossen en te berekenen, bewijs leveren van de stof, een exact antwoord geven, herleiden van breuken en werken met meetkundige figuren. Bij wiskunde A en C gaat het vooral om toepassing van de wiskunde in praktijksituaties, denk o.a. aan statistiek, kansberekening en vaak maak je dankbaar gebruik van de (grafische) rekenmachine. De formele kant van de wiskunde is hier dan ook minder aanwezig. Bij elk profiel dat je kunt kiezen, hoort een bepaalde wiskunde: Voor C&M is dat wiskunde C. Voor E&M en N&G wiskunde A en voor N&T wiskunde B. Op het Sint-Oelbertgymnasium kun je ook wiskunde D kiezen. Wiskunde D kun je alleen als profielvak of als vak in het vrije deel kiezen bij N&T. (Dat is het enige profiel dat wiskunde B heeft en wiskunde D kun je alleen maar doen als je ook wiskunde B hebt). Het is vooral belangrijk als je echt de exacte kant op gaat, bijvoorbeeld naar een van de technische universiteiten. Als je iets wilt gaan studeren waarbij de vakken wiskunde B en meestal ook natuurkunde verplicht zijn. Wiskunde D is voor degenen die goed in wiskunde zijn en het ook een leuk vak vinden. In wiskunde D krijg je te maken met statistiek en kansrekening, wiskunde in wetenschap, dynamische modellen (rekenen aan veranderende of bewegende systemen), analytische meetkunde en keuzeonderwerpen. Er valt nog meer te kiezen bij wiskunde: Bij C&M mag je in plaats van wiskunde C ook wiskunde A kiezen. Bij N&G kun je in plaats van wiskunde A ook wiskunde B kiezen. Maar let op, daar zijn de volgende voorwaarden aan verbonden: Leerlingen met een tweede rapport wiskundegemiddelde ≥ 7,50 mogen automatisch de andere wiskunde doen. Leerlingen met een tweede rapport 7,00 ≤ wiskundegemiddelde < 7,50: de wiskunde docent geeft een bindend advies bij het tweede rapport van klas 4. Leerlingen met een tweede rapport wiskundegemiddelde lager dan 7,00 mogen geen andere wiskunde doen. Wisselen van wiskunde is tijdens klas 5 en 6 niet mogelijk.
10
Filosofie in de Tweede Fase In onderstaand overzicht vind je informatie over filosofie in klas 5. Bovendien geven alle vakdocenten gedurende twee weken in januari voorlichting over de inhoud en de exameneisen van hun vak. Wat is filosofie? Filosofie houdt zich bezig met vragen als: • Wat is het verschil tussen mens en dier? • Zijn er absolute normen en waarden die voor alle mensen gelden? • Is het gevoel een bron van kennis? • Is de zintuiglijke waarneming altijd betrouwbaar? • Wordt menselijk gedrag bepaald door de genen of door de cultuur? • Heeft de mens behoefte aan een moraal? • Wat maakt een redenering logisch geldig? • Wat is het verschil tussen kennis en mening? Dit zijn enkele vragen die in de filosofielessen aan de orde komen. Zoals je ziet zijn de onderwerpen zeer verschillend. Toch bestaat er ook een verwantschap tussen dit soort vragen. Het zijn fundamentele vragen, waarop het antwoord niet direct te geven is. In de filosofie wordt geprobeerd de antwoorden zo goed mogelijk te beargumenteren. De geschiedenis van de filosofie is dan te zien als het aanleggen van een reservoir van denkbare antwoorden. Filosofie biedt geen pasklare antwoorden, maar laat zien dat het antwoord dat je geeft afhangt van het perspectief dat je kiest en de vooronderstellingen die je hanteert. Bovenstaande vragen behoren tot de deelgebieden van de filosofie, die in de lessen centraal staan: wijsgerige antropologie, ethiek, kennis- en wetenschapsleer, sociale filosofie, metafysica, cultuurfilosofie en esthetica.
Waarom filosofie? Vanaf de klassieke oudheid tot nu heeft de mens vragen gesteld over de werkelijkheid en de vele aspecten daarvan. Nu worden vele van deze vragen beantwoord door de moderne wetenschap. Maar er blijven dan nog een aantal belangrijke vragen onbeantwoord. Tevens roepen de moderne wetenschap en techniek ook weer nieuwe vragen op. Denk aan het milieu. Wat is eigenlijk de plaats van de mens binnen de gehele natuur? Willen we de natuur beheersen en kunnen we dat eigenlijk wel? Moeten we de mens ook tot de natuur rekenen of niet? Denk bijvoorbeeld aan genetische modificatie, waardoor het misschien mogelijk wordt een nieuw soort mens te scheppen in een laboratorium. Mag dit allemaal of moet dit verboden worden? Filosofie kan zo een samenhang laten zien in onze versnipperde wereld. Filosofie kan ook een verrijking zijn van je eigen alledaagse ervaringen en gedachten over het leven.
11
Wat leer je? Een filosofieles begint met een vraag, een concrete ervaring of een voorbeeld. Stel, je vraagt naar het verschil tussen mannen en vrouwen. Dan moet deze vraag worden geanalyseerd. Is het verschil wezenlijk of bijkomstig? Zijn de verschillen te verklaren door onze natuurlijke aanleg of zijn ze juist een product van de cultuur waarin wij leven? Veelal zal dan blijken dat een vraag nauw verbonden is met andere vragen, dat een vraag uiteenvalt in een aantal deelvragen en dat een vraag vanuit verschillende perspectieven bekeken kan worden. Voor het beantwoorden van een vraag is het van belang de vooronderstellingen in meningen, standpunten en theorieën te onderzoeken. Kortom, waar gaat men eigenlijk van uit als men iets beweert? Welke normen en waarden spelen een belangrijke rol en wat is daarbij je mens- en wereldbeeld? Een antwoord kan gevonden worden in de geschiedenis van de filosofie, maar ook door te proberen zelf een antwoord te beargumenteren. Dit is mogelijk door zelfstudie, door een groepsgesprek of een schriftelijk werkstuk. Je krijgt zo veel informatie over de geschiedenis van de filosofie, de verschillende stromingen en de actuele meningsverschillen. Maar je leert ook een aantal vaardigheden, die voor een vervolgopleiding van groot belang zijn: • Het analyseren van complexe vraagstukken • Het analyseren en beoordelen van een betoog • Het zelf formuleren en verdedigen van een logisch correct betoog • Het achterhalen van de vooronderstellingen van een betoog • Het onderkennen van verschillende posities ten aanzien van een vraagstuk.
Filosofie als eindexamenvak Filosofie kan als profielkeuzevak gekozen worden in het profiel Cultuur en Maatschappij. Dit profiel bereidt voor op studies in sociale wetenschappen, geschiedenis, recht, psychologie, pedagogiek, journalistiek enz. Daarnaast kan het vak gekozen worden als keuze-examenvak in de vier profielen. Filosofie wordt beoordeeld in een schoolexamen en een centraal examen. Het schoolexamen bestaat uit een examendossier met als belangrijkste onderdelen: • Het beantwoorden van vragen en oplossen van vraagstukken over filosofische onderwerpen • Het uitvoeren van enkele praktische onderzoeksopdrachten over een filosofisch vraagstuk. Bijvoorbeeld: literatuurstudie, het schrijven van een essay of het houden van een mondelinge voordracht. Voor het centraal examen wordt een filosofisch thema vastgesteld, waar de examenkandidaten zich in het laatste jaar speciaal op moeten voorbereiden. Zo’n thema kan zijn: ‘Identiteit’, ‘Deugdethiek’ of ‘Rede en religie’. Dit thema wordt gekozen uit de hiervoor genoemde deelgebieden van de filosofie. Zowel in het schoolexamen als in het centraal examen gaat het er om de verworven kennis toe te passen. Het is van belang of je geleerd hebt om op een filosofische manier te denken en je mening op een deugdelijke, filosofisch verantwoorde manier te onderbouwen.
12
Tijdpad profielkeuze voor de leerlingen in klas 4 Rooster van activiteiten in 2013-2014 met betrekking tot je profielkeuze voor klas 5: Di 27 augustus
Voorlichtingsavond over Tweede Fase en keuzebegeleiding voor de ouders van de leerlingen van klas 4, vanaf 19.30u.
Ma 20 januari – Ma 3 februari
De docenten van klas 4 geven klassikaal de nodige inlichtingen over hun vak en over nieuwe vakken in klas 5 en 6. Zij zijn op verzoek graag bereid nadere toelichting aan jou en/of aan je ouders te verschaffen.
Ma 20 januari
Voorlichtingsavond over de profielkeuze voor ouders/verzorgers.
Do 30 januari
Invoerdatum van je voorlopige profielkeuze met je eventueel te kiezen extra examenvak(ken).
Februari-April
Je kunt je voorlopige profielkeuze ter advies aan de vakdocenten, je mentor of aan de schooldecaan voorleggen. In deze periode heb je een gesprek met de decaan over je definitieve profielkeuze en over je toekomstplannen na het gymnasium.
Wo 9 april
Ouderavond klas 4. Je ouders kunnen met de vakdocent o.a. de prognose bespreken.
Do 10 april
Een van de schooldecanen en je mentor beoordelen je voorlopige profielkeuze en bespreken de keuze voor extra vakken. Dit samen komt in een advies aan je ouders en aan jou. Het advies is mede gebaseerd op de prognose van de vakdocenten. Ook betrekken we daarbij je schoolcarrière, je capaciteiten en je belangstelling. Dit schooladvies wordt meegegeven/toegezonden. Als dit advies sterk afwijkt van jouw voorlopige profielkeuze, neem jij en/of je ouders contact op met de mentor om een eventuele wijziging van de profielkeuze voor klas 5 te bespreken.
Do 10 april
Mentormiddag/-avond klas 4. Je ouders kunnen met je mentor het advies over je voorlopige profielkeuze en de extra vakken bespreken.
Di 15 en do 17 apr. Spreekuur van de schooldecaan vanaf 14.00u tot 22.00u voor je ouders met jou erbij. Wil je s.v.p. dag en tijdstip afspreken via de receptie tel. 0162 – 447474 Jij of je ouders kunnen uiteraard ook eerder met je mentor of schooldecaan je definitieve keuze bespreken. Vrij 18 april
Invoerdatum van je definitieve profielkeuze inclusief de gekozen extra examenvakken. Na deze datum kan jouw profielkeuze niet meer worden gewijzigd.
Ma 14 juli
Uiterste inleverdatum bezwaarschrift tegen afwijzing van je extra vak, bij de rector. De rector deelt de beslissing binnen een week schriftelijk mee aan jou en je ouders.
13
Loopbaan, oriëntatie en begeleiding (lob) in klas 4, 5 en 6 Informatie in de mediatheek In de mediatheek is informatiemateriaal over studie en studie-eisen, over studeren en beroepen op veel manieren beschikbaar. Alle actuele brochures van de universiteiten en van veel Hbo-instellingen staan in een aparte kast. Meer algemene informatie over studies en studeren is te vinden in gidsen zoals Studiegids Hoger Onderwijs, Keuzegids Hoger Onderwijs, Studiewegen en Selectie. Via internet kun je bij elke onderwijsinstelling in binnen- en buitenland terecht. Kom je er niet uit, vraag dan de heer Mahu of aan een van de decanen de nodige informatie. Aan het begin van het schooljaar komen de overzichten van de open dagen van universiteiten en van de HBO-instellingen binnen. Ze liggen klaar voor alle leerlingen van klas 4, 5 en 6. Neem deze boekjes mee! De kamer van de decanen bevindt zich op de eerste verdieping: 1.27 Studiekeuzeactiviteiten Loopbaan, oriëntatie en begeleiding (lob) maakt formeel deel uit van het schoolexamen. Aan de hand van een min of meer vast traject verzamel je informatie voor je profielkeuze en je studiekeuze. Het gaat daarbij om oriëntatie, persoonlijke gesprekken met je mentor en decaan, de terugkomdag op het Oelbert, de studie-informatieavond op het MFC, het bezoeken van open dagen of van meeloopdagen van een HBO- of WO-instelling of bedrijf, algemene of specifieke informatie over opleidingen en beroepen etc. Je bewaart zelf je eigen gegevens in een map: je toekomstdossier. Als decaan bewaren wij de verslaglegging van de verschillende gesprekken. In klas 4 ligt voor jou de nadruk op oriënteren en verkennen van de mogelijkheden na het Oelbert. Een profielkeuze die bij je persoonlijkheid, capaciteiten en interesses past is je doel voor dit jaar. Voordat je je definitieve keuze maakt, zullen wij als decaan je uitnodigen voor een gesprek. Ook je mentor, ouders en zeker je vrienden zijn goede gesprekspartners voor je. In de loop van klas 5 en 6 ga je op het gebied van LOB verdiepen en de knoop doorhakken. Ook in klas 5 en 6 voeren we gesprekken (op uitnodiging) om te praten over je oriëntatie op een studie na het gymnasium. Dat kan een individueel gesprek zijn, maar ook in een groepje. Als je vragen of problemen hebt op dit gebied wacht dan niet te lang maar neem zelf het initiatief tot een gesprek. Jouw toekomst is jouw zaak! SIA, Terugkomdag en Rotary beroepen oriëntatie Ieder jaar is er de Studie Informatie Avond op het MFC. Dit jaar vindt deze plaats op 7 november. Tijdens deze avond bieden meer dan 100 wetenschappelijk medewerkers en studenten van vele opleidingen informatie over hun opleidingen. Deze studie informatie avond is verplicht voor leerlingen van klas 4 en 5. Om de twee jaar is er een Terugkomdag waar oud-leerlingen van onze school studies aan HBO en WO aan de hand van eigen ervaring bespreken en het studeren als zodanig toelichten. Ook deze voorlichting is verplicht voor de leerlingen van klas 4 en 5 en gewenst voor de leerlingen van klas 6. In klas 5 stellen we (in samenwerking met de Rotaryafdelingen in Oosterhout) leerlingen in de
14
gelegenheid om bij beroepsbeoefenaars in de regio te gaan kijken en eventueel een dagdeel mee te lopen. In de loop van klas 5 krijg je daar informatie over. Je kunt je daarvoor inschrijven. Deelname is niet verplicht maar je doet jezelf tekort als je zo’n kans laat lopen! Open dagen bezoeken onder lestijd Op het mededelingenbord van de decaan in de kruising op de eerste verdieping hangen de affiches met aankondigingen van open dagen en ander relevante informatie. Alle leerlingen uit klas 4, 5 en 6 kunnen twee keer per jaar voorlichting- of meeloopdagen bijwonen onder lestijd. Voor een LOBactiviteit tijdens schooluren haal je in de mediatheek een roze formulier dat je volledig invult en inlevert bij de receptie. In klas 5 vakken volgen aan een universiteit Tot slot geven we je in overweging om gebruik te maken van de kans om een semester te studeren op de Universiteit van Tilburg of de Technische Universiteit Eindhoven. Als je een goede, gemotiveerde leerling van klas 5 of 6 bent, die meer aankan dan het programma op het Oelbert, kun je college volgen en examen doen in het reguliere eerstejaarsprogramma van de betreffende universiteit. Als je het tentamen met goed gevolg aflegt krijg je daarvan een getuigschrift. Het is een van meest effectieve, uitdagende manieren om te ervaren wat het inhoudt om aan een universiteit te studeren en het levert je soms een vrijstelling op als je gaat studeren! Het aanbod van de vakken die je kunt volgen is te vinden op internet. We heb de brochures ook op school.
Studeren na het gymnasium Wetenschappelijk Onderwijs of Hoger Beroeps Onderwijs Het gymnasium is net als het atheneum in de eerste plaats bedoeld als voorbereiding op het wetenschappelijk onderwijs (WO) aan de universiteit. Het percentage van onze leerlingen dat naar de universiteit gaat, ligt boven de 80. De belangstelling voor het Hoger Beroeps Onderwijs (HBO) betreft zo'n 10%. Een even groot percentage van de oud-leerlingen gaat eerst een jaar naar het buitenland: studeren, au pair, werken, reizen. Het kan erg nuttig zijn om eerst een jaar te 'groeien' voordat je begint aan een Hbo- of een academische studie. Studeren aan een universiteit (WO) stelt meestal hogere eisen aan de toekomstige student dan studeren aan een HBO-instelling. De meer theoretische benadering, de moeilijker tentamens en het grotere beroep op zelfstandigheid en zelfdiscipline aan de universiteit blijken niet zelden een zware opgave. Daarom is de meer 'schoolse' aanpak en het praktijkgericht karakter van veel HBOopleidingen voor sommige leerlingen een betere keuze.
Vooropleidingseisen in het wetenschappelijk onderwijs Alle WO-opleidingen in de sector Gedrag en Maatschappij, Taal en Communicatie, Cultuur en Kunst, Onderwijs en Opvoeding, Recht en Bestuur zijn voor alle profielen direct toegankelijk. Voor opleidingen in de sector Economie en Bedrijf is het vak economie niet vereist voor leerlingen met een bètaprofiel. Een alfaleerling moet E&M kiezen om aan een studie in de economische sector te kunnen beginnen. In de sector Gezondheid zijn biologie en natuurkunde verplicht voor een geneeskundige opleiding.
15
De opleidingen in de sectoren Techniek, Exact en Informatica geven de voorkeur aan wiskunde B boven wiskunde A en daarnaast natuurkunde (in de meeste gevallen). Dat betekent dat je voor het N&T-profiel moet kiezen om een technische of natuurkundige opleiding te kunnen volgen. De opleidingen in de sector Aarde en Milieu die door Wageningen Universiteit worden aangeboden zijn veelal uniek. De meeste opleidingen vragen een N&T of N&G profiel, maar er zijn opleidingen bij die je ook met E&M of C&M kunt doen (bijvoorbeeld Gezondheid en maatschappij, Bedrijfs- en consumentenwetenschappen, Bos- en natuurbeheer (wel ak of bio verplicht), Internationale ontwikkelingsstudies)
Deficiënties Universiteiten en HBO-instellingen hebben bij bepaalde studies de mogelijkheid om die studenten te weigeren, die één of meer verplichte vakken voor die studie niet in hun profiel hebben (= deficiëntie). Bij opleidingen met een numerus fixus kun je niet mee loten met een deficiënt profiel. Gelukkig bestaat bij vrijwel alle overige opleidingen de mogelijkheid om een dergelijk tekort weg te werken, bijvoorbeeld door het volgen van een cursus in de zomer. Dit maakt de studie echter niet gemakkelijker. Bovendien mag een student pas zijn examens doen, als door het behalen van (soms extra) tentamens is aangetoond dat de deficiëntie is weggewerkt. Een goede profielkeuze met eventueel extra examen(deel)vakken is dus erg belangrijk!
Numerus fixus en decentrale selectie. Bij sommige vaak gekozen studies op WO- en HBO-niveau bestaat een beperkt toelatingsrecht. Deze zogenaamde numerus fixus wordt elk jaar opnieuw voor een aantal studies vastgesteld. Daarbij wordt een gewogen loting gehanteerd op basis van de examenresultaten. Hier geldt: hoe hoger jouw gemiddeld eindcijfer, des te meer kans heb je om te worden ingeloot. Als je gemiddeld een 8 of hoger scoort, word je automatisch geplaatst. Je kunt tegenwoordig in totaal drie keer aan een numerus fixus deelnemen. Het gaat in de eerste plaats om een opleidingsfixus: bij het WO is de afgelopen jaren bijvoorbeeld steeds een opleidingsfixus bij (dier)geneeskunde en tandheelkunde. De tweede vorm is de instellingsfixus: het betekent een beperking van het aantal studenten bij één of meer plaatsen waar je die studie kunt volgen. Ook in het HBO bestaat deze numerus fixus. Elk jaar maakt de IB bekend welke opleidingen een numerus fixus hanteren. Sinds enkele jaren bestaat de mogelijkheid van decentrale selectie. Een beperkt aantal HBO- en WO-instellingen met studierichtingen met een numerus fixus mag voor maximaal 50% zelf beslissen wie zij aannemen. Zij bepalen ook de selectiecriteria. Het gaat daarbij niet alleen om resultaten, maar ook om werkervaring, mentaliteit, belangstelling en studiediscipline. Enkele WO-studierichtingen stellen als eis dat je een extra examenvak moet hebben gevolgd om aan de decentrale selectie te mogen meedoen.
Opleidingsstructuur in het hoger onderwijs In het hoger onderwijs hanteert men het 'bachelor-mastermodel' (BaMa) Dit houdt een bachelorfase van drie jaar in het wetenschappelijk onderwijs in en van vier jaar in het HBO. Daarna komt de masterfase, een specialisatie van in principe één jaar. Veel masteropleidingen worden alleen in het Engels aangeboden. Een bacheloropleiding is een erkende opleiding. Maar om een volledige
16
universitaire studie af te ronden moet ook de masterfase gevolgd worden. Na een HBO-opleiding is het in sommige gevallen mogelijk om ook een masteropleiding te volgen, maar de meeste universiteiten stellen daarvoor wel aanvullende eisen, die leiden tot een extra studiejaar, voordat aan de masterfase kan worden begonnen. De academische titels zijn : Bachelor/Master of Arts (BA/MA) of Bachelor/Master of Science Deze structuur sluit aan op het hoger onderwijsstelsel in andere Europese landen (het zogenaamde Amerikaans/Angelsaksische model). De oude titels Mr. Drs. Ir. Ing. blijven bestaan. Dan is er ook nog de mogelijkheid om in het buitenland te studeren. Een alternatief dat zeker de moeite waard is om te onderzoeken. De internationalisering in de beroepswereld zet door. Overigens bieden veel opleidingen stages in het buitenland aan.
Tenslotte: Oriënteren, verkennen, verdiepen en de knoop doorhakken zijn werkwoorden, je moet er dus wat voor doen. Initiatief nemen, verder willen kijken dan alleen die website of die brochure. Voor verdere informatie kun je ons in kamer 1.27 vinden. Je bent van harte welkom. Of gebruik de mail voor je vragen:
[email protected] of
[email protected]. Veel succes met je entree in de Tweede Fase en je voorbereiding op je studiekeuze! Mw. M. Sulman, mw. M. Zollner, schooldecanen
17