-BIJLAGE 1 - BLZ. 1-
Begeleid(st)er buitenschoolse kinderopvang (Niveau C1-C3; D1D3; E1-E3) 1.1. Functie-beschrijving 1.1.1. Benaming (+ dienst): begeleid(st)er in de dienst buitenschoolse kinderopvang van het O.C.M.W. 1.1.2. Plaats in het organigram Hij werkt onder leiding van de coördinator buitenschoolse kinderopvang.
1.1.3. Hoofddoel van de functie Het aanbieden van: een gezellig, positief en ontspannen leefklimaat, een creatieve begeleiding en een verantwoord en gevarieerd activiteitenaanbod aan kinderen tussen 2,5 en 12 jaar die gebruik maken van de buitenschoolse kinderopvang.
1.1.4. Inhoud van de functie 1.1.4.1. t.a.v. de cliënten 1.1.4.1.1. zorg dragen voor vertrouwen, een gezellige sfeer, huiselijkheid, geborgenheid, aandacht en respect voor het individuele kind •
de begeleidster bouwt een vertrouwensrelatie op met de kinderen in een stimulerende speel-omgeving, door de leefwereld van elk individueel kind zo snel mogelijk goed te leren kennen.
•
bij het eerste contact wordt er extra aandacht aan het kind geschonken door hen wegwijs te maken tussen het speelgoed, de andere kinderen, de begeleidsters en de huisregels.
•
in de loop van het opvangmoment spreekt men zoveel mogelijk kinderen individueel aan.
•
de begeleidster zorgt voor veiligheid en geborgenheid, met oog en oor voor klein en groot verdriet, ruzies, vriendschappen , enz...; zij troost en biedt warmte en zorgt er zo voor dat het kind zich thuis voelt;
•
zij zorgt voor een gezellige, huiselijke sfeer door onder andere aandacht te hebben voor de inrichting van de speelruimtes, te zorgen voor rustige ontspannen tafelmomenten, de
INFOPAKKET. BEGELEIDSTER BKO
-BIJLAGE 1 - BLZ. 2-
kinderen te betrekken bij de huishoudelijke taken zoals afruimen, opruimen, vegen, afwassen, e.d. •
de begeleidster houdt bij de keuze en de uitvoering van haar activiteiten rekening met de aard en de interesses van het kind en de ontwikkeling die het kind doormaakt. Hiervoor is het noodzakelijk dat ze zich kan inleven in de leefwereld van elk kind.
•
de begeleidster moedigt zelfstandigheid aan bij de kinderen.
1.1.4.1.2. hanteren van regels en normen, gezag en conflicten •
de begeleidster hanteert regels en grenzen. Samenleven kan enkel als er regels en afspraken worden gemaakt, waarbij het belangrijk is een evenwichtige manier van bestraffen en belonen op te bouwen:
•
de begeleidster schenkt zoveel mogelijk aandacht aan positief gedrag, door complimentjes te geven als de kinderen flink zijn; door ze wat extra aandacht te geven of als beloning met hen te spelen; er wordt geprobeerd om de kinderen zoveel mogelijk te betrekken bij het opvanggebeuren door hen wat inspraak te geven.
•
de begeleidster kan omgaan met agressief en/of ongewenst gedrag en pesterijen en reageert hier consequent op; indien nodig volgt er een straf aangepast aan de ernst van het gedrag, met de nodige uitleg waarom;
•
de begeleidster vervult een modelfunktie. Zij geeft in alles het goede voorbeeld. Zij straalt rust uit, heeft geduld maar is toch vastberaden en zorgt zelf voor een beleefde omgangstaal.
•
de begeleidster heeft oog voor groeiende en blijvende conflicten tussen kinderen; waar nodig grijpt zij in of bespreekt ze dit met de coördinator;
1.1.4.1.3. meespelen met de kinderen •
betrokkenheid. De begeleidster neemt gemotiveerd deel aan het spel van de kinderen. Zij kijkt niet toe hoe de kinderen spelen. Zij speelt mee op een zo divers mogelijke wijze.
•
de begeleidster zorgt ervoor dat ze de aanwezige gezelschapsspelen kent, dat ze een spelaanbod kan doen tijdens dode momenten en dat ze nieuwe spelimpulsen kan geven tijdens het vrije spel van de kinderen.
•
bij het meespelen van een spel dat concentratie vraagt, groepeert ze een zo groot mogelijke groep kinderen rond zich. Zij houdt ook de ruimte waar ze zit te spelen mee in het oog. Zij loopt niet de hele tijd weg en weer.
•
bij het meespelen brengt men ook respekt bij voor het spelmateriaal.
INFOPAKKET. BEGELEIDSTER BKO
-BIJLAGE 1 - BLZ. 3-
1.1.4.1.4. animeren van de groep door een verantwoord activiteitenaanbod •
de begeleidster bereidt afwisselende, creatieve en speelse activiteiten voor, die op woensdagnamiddag en schoolvrije dagen worden aangeboden en zorgt voor een zo gevarieerd mogelijk spelaanbod: rustig, aktief binnen, buitenknutselen, constructiespel, gezelschapsspelen, kringspelen, bewegingsspelen, fantasiespel, vertellen, muziek en dans, poppenkast, enz...
•
de begeleidster motiveert en boeit een groep kinderen voor een activiteit via aangepaste inkleding en animatie.
•
het organiseren en uitvoeren van een spel: zij kent de spelregels, voorziet de moeilijkheden die kunnen optreden, kan het spel uitleggen; zij neemt het initiatief en bepaalt de plaats, het verloop en de tijdsduur van een spel.
•
tijdens het spel houdt men rekening met de wensen van de kinderen; zij worden m.a.w. nooit verplicht aan een spel deel te nemen;
•
de begeleidster verdeelt de aandacht afwisselend over activiteiten voor de oudsten en de jongsten.
1.1.4.1.5. zorg dragen voor hygiëne en veiligheid •
de begeleidster zorgt voor de lichamelijke verzorging of hygiëne en de veiligheid van de kinderen. o o o o o o o
•
neusjes verzorgen schoenveters vastmaken handen wassen voor en na eten, na het plassen, na schilderactiviteit pampers verversen zij moet doelmatig kunnen reageren bij grote of kleine ongevallen haar kennis van EHBO moet ze kunnen toepassen. inhoud van de EHBO-koffer kennen
de begeleidster betrekt de kinderen zoveel mogelijk bij het opruimen na afloop van een spel, bij het netjes houden van een ruimte en zorgt zelf ook voor orde en netheid;
1.1.4.2. t.a.v. de ouders •
elke ouder wordt vriendelijk verwelkomd en wordt zo snel mogelijk met het juiste kind geassocieerd;
•
tijdens het brengen en halen van de kinderen bouwt de begeleidster een goed, dagelijks contact op met de ouders, kort maar vriendelijk zonder te neigen naar kletspraatjes. Met respekt voor de eigenheid van elke ouder, wordt de dagelijkse gang van zaken besproken en wordt informatie doorgespeeld.
•
problemen met de kinderen worden, na overleg met de coördinator, met de ouders besproken.
•
klachten van ouders worden steeds aan de coördinator gesignaleerd.
INFOPAKKET. BEGELEIDSTER BKO
-BIJLAGE 1 - BLZ. 4-
•
de inschrijving van de kinderen gebeurt door de coördinator. Indien dit de coördinator niet aanwezig is en indien de inschrijving dringend is, kan dit gebeuren door de de begeleidsters. In dat geval wordt het huishoudelijk reglement kort doorgenomen, wordt onze visie op opvang meegegeven en worden de inlichtingenbladen worden ter plaatse ingevuld. Ook de begeleidsters worden voorgesteld en de ruimtes worden getoond. In elk geval wordt meegedeeld dat de ouders zich nog bij de coördinator moeten melden om de rest van de inschrijving af te handelen.
•
de afspraken die met de ouders gemaakt worden liggen steeds in de lijn van het huishoudelijk reglement, wat inhoudt dat men ook neen moet kunnen zeggen. Afwijkingen moeten aan de coördinator worden gevraagd.
•
de ouders worden tijdig verwittigd als er moet betaald worden. Zij hebben recht op verantwoording bij discussies over het correct aanduiden van aanwezigheden en/of consumpties en over de vereffening van de ouderbijdrage.
•
ouders hebben inzage in het activiteitenaanbod.
•
begeleidsters respekteren het beroepsgeheim. Aan hen toevertrouwde informatie door de ouders en/of kinderen blijft vertrouwelijk. Indien nodig voor de goede werking of in het belang van het kind wordt deze informatie wel doorgegeven aan de coördinator.
1.1.4.3. t.a.v collega’s •
iedereen volgt de afgesproken taakverdeling binnen de uurroosters perfect op; zo is iemand verantwoordelijk voor de administratie, de opkuis, de afwas, de groten, de kleinen, enz...
•
Iedereen heeft respekt voor elkaars taak. Dit veronderstelt stiptheid en tegelijkertijd flexibiliteit. Indien de noodzaak zich voordoet, neemt een begeleidster spontaan een taak van haar collega over.
•
er worden een aantal randtaken verdeeld onder de collega’s: administratie, speelgoed, orde en netheid, knutselmateriaal, keuken en allerlei.
•
Ook hier hebben we respekt voor elkaars terrein, signaleren we moeilijkheden of tekorten. We verschuilen ons echter niet achter de verdeling om belangrijke zaken bij afwezigheid van de verantwoordelijke persoon zelf niet te doen.
•
conflicten of andere moeilijkheden stellen we op een opbouwende manier bespreekbaar.
•
we stimuleren elkaar om ons functioneren te verbeteren i.p.v. ons te ergeren aan de tekorten.
•
de begeleidster probeert zoveel mogelijk te overleggen met collega’s, vooraleer zij onafgesproken beslissingen neemt tijdens een moment van vrij spel of een activiteit.
•
een begeleidster geeft nooit kritiek op een andere begeleidster in het bijzijn van kinderen;
•
een begeleidster zorgt voor een correcte werkoverdracht indien zij verantwoordelijke was voor de administratie.
•
een begeleidster moet in staat zijn zich aan te passen aan de in de groep genomen beslissingen. Hierbij is het van het grootste belang dat ze een zo aktieve, open en eerlijk mogelijke inbreng heeft tijdens de teamvergaderingen.
INFOPAKKET. BEGELEIDSTER BKO
-BIJLAGE 1 - BLZ. 5-
1.1.4.4. t.a.v. de coördinator •
de begeleidster aanvaardt de leiding en de begeleiding van de coördinator en stelt zich loyaal op
•
zij bespreekt op een volwassen manier haar houding, haar aanpak en haar functioneren.
•
zij signaleert problemen met de kinderen, de ouders, de collega’s en de algemene werking
•
zij voert haar randtaak uit en signaleert de tekorten, de moeilijkheden m.b.t. haar domein.
•
zij is bereid zich bij te scholen om zodoende haar functioneren te optimaliseren.
•
dagelijks bijhouden van de aanwezigheden en opmaken van de kassa;
1.1.5. Verruimende bepalingen uitzonderlijk ook andere taken na opdracht van de coördinator buitenschoolse kinderopvang/de secretaris
1.1.6. Middelen en methodes 1.1.6.1. Voornaamste te hanteren middelen De opvangruimte (zowel binnen als buiten), keukenmateriaal, speelgoed, administratieve documenten van belang voor de dienst
1.1.6.2.Voornaamste geëigende methodes: Pedagogische technieken, afhankelijk van het doel
INFOPAKKET. BEGELEIDSTER BKO
-BIJLAGE 1 - BLZ. 6-
1.2. Functie-profiel 1.2.1. Kennis •
de leefwereld van het kind
•
de opbouw en de organisatie van het O.C.M.W. en in het bijzonder van de eigen opvangdienst
•
basiskennis EHBO en toepassing
•
omgaan met interne administratieve documenten
1.2.2. Vaardigheden •
beschikken over een flinke dosis creatieve vaardigheden voor het ontwikkelen van knutselen spelprogramma’s en om in te spelen op vrij spel;
•
vlot, vriendelijk en behulpzaam kunnen omgaan met kinderen en ouders uit soms zeer verschillende culturen en daartoe over de nodige communicatieve vaardigheden beschikken;
•
t.o.v. de kinderen de nodige warmte en geborgenheid kunnen bieden;
•
gezag uitstralen; kunnen grenzen stellen naar kinderen toe; regels opstellen en die laten naleven; ruzies bespreekbaar stellen;
•
vlot kunnen werken in teamverband, openstaan voor evaluatie, kritiek en positieve of negatieve feedback
•
in hiërarchisch verband kunnen werken;
•
problemen signaleren en de probleemsituaties naargelang ze zich voordoen zelfstandig, in samenspraak met collega’s of met de coördinator kunnen oplossen;
•
minimale administratie kunnen uitvoeren;
1.2.3. Attitudes •
positieve ingesteldheid die blijkt uit enthousiasme en betrokkenheid met de kinderen;
•
soepele werkuren (eigen aan de dienst piekbelasting) aanvaarden;
•
inventiviteit, creativiteit en pedagogische kwaliteiten bezitten om zich iedere dag opnieuw met dynamisme in te zetten voor de kinderen;
•
kunnen objectiveren en relativeren;
•
verantwoordelijkheidszin;
•
bereidheid om zich permanent bij te scholen;
•
openstaan voor evaluatie, kritiek en feedback;
•
in de omgang tactvol, discreet en geduldig zijn;
•
stiptheid en stressbestendigheid ook in moeilijke omstandigheden;
•
kunnen omgaan met positieve en negatieve feedback van medewerkers en oversten;
•
zin voor orde, netheid en kwaliteit;
INFOPAKKET. BEGELEIDSTER BKO
-BIJLAGE 1 - BLZ. 7-
1.2.4. Andere persoonskenmerken goede lichamelijke conditie verzorgd voorkomen en onberispelijke persoonlijke hygiëne
1.2.5. Formele vereisten BIJ AANWERVING DIPLOMA'S ANDERE
BIJ BEVORDERING
• Voorzien via Kind & Gezin •
Diploma’s bij aanwerving dd april 2006
Beroepssecundair onderwijs: 3e jaar van de 3e graad 'kinderzorg'* (en alle eindstudiebewijzen die gelijkgeschakeld zijn, zie bijlage 1); de opleiding ‘kinderzorg’ (bso 3) die vanaf 1 september 2002 door de Centra voor Volwassenenonderwijs, met onderwijsbevoegdheid voor het studiegebied personenzorg, georganiseerd mag worden*; e
e
3 jaar van de 3 graad van een ‘naamloos leerjaar’, wanneer dit diploma vergezeld is van een attest dat verklaard dat het goedgekeurd leerplan kinderzorg volledig gevolgd werd, en dit attest door de bevoegde verificateur van Onderwijs voor waar en echt verklaard is (diploma’s vanaf het schooljaar 1997-1998)*; de opleiding ‘begeleider in de kinderopvang’* van het experimentele modulaire beroepssecundair onderwijs (eerste afgestudeerden behalen hun certificaat in het schooljaar 2004-2005); 3e jaar van de 4e graad 'ziekenhuisverpleegkunde' of 'psychiatrisch verpleegkundige'* (‘gediplomeerde verpleegkundige’, vroeger ook ‘A2verpleegkundige’ genoemd) Technisch secundair onderwijs: 2e jaar van de 3e graad 'sociaal technische wetenschappen' of 'bijzondere jeugdzorg' (vanaf 2003-2004 'jeugd en gehandicaptenzorg' genoemd) of 'verpleegaspirant' (vanaf 2003-2004 'gezondheid en welzijnswetenschappen' genoemd); 3e jaar van de 3e graad 'internaatswerking' of 'leefgroepenwerking'; praktische leergangen van de VSPW-opleiding'. Deze opleiding in het volwassenenonderwijs behoort tot het technisch secundair onderwijs.
INFOPAKKET. BEGELEIDSTER BKO
-BIJLAGE 1 - BLZ. 8-
2
EXAMENPROGRAMMA BEGELEIDER BKO
0.0.1.
SCHRIFTELIJK GEDEELTE: OP 50 PUNTEN
0.0.1.1. Kennisonderdeel, waarin gepeild wordt naar de kennis van de kandidaat m.b.t. veiligheid, hygiëne en EHBO van kinderen (20 punten) 0.0.1.2. Case i.v.m. een situatie die zich kan voordoen tijdens de latere uitoefening van de functie. De totale context wordt geschetst waarna de kandidaat tracht een oplossing of voorstel uit te werken (30 punten) 0.0.2.
MONDELING GEDEELTE: OP 50 PUNTEN
0.0.2.1. Interview (50 punten) In het interview wordt gepeild naar de algemene kennis en maturiteit van de kandidaat. Hierbij zal getoetst worden in welke mate de kandidaat voldoet aan de eisen die gesteld worden in het functieprofiel.
Om geslaagd te zijn moeten de kandidaten in het totaal 60 % behalen en 50% op elk onderdeel van schriftelijk en mondeling gedeelte.
0.0.3.
EXAMENCOMMISSIE
0.0.3.1. 2 ervaringsdeskundigen met kwalificatie minimum gelijkgesteld aan niveau B, waarvan één met kwalificatie gelijkgesteld aan de functie van coördinator buitenschoolse kinderopvang 0.0.3.2. 1 ervaren selectiedeskundige met kwalificatie gelijkgesteld aan niveau A
INFOPAKKET. BEGELEIDSTER BKO
-BIJLAGE 1 - BLZ. 9-
3. Buitenschoolse Kinderopvang: (Stationsstraat 83) De Zonnebloem O.C.M.W. Gistel Stationsstraat 83 1. Wie zijn we? Het O.C.M.W. organiseert, in samenwerking met het stadsbestuur Gistel, de buitenschoolse kinderopvang De Zonnebloem. De Zonnebloem is sinds 1 november 2001 erkend door Kind en Gezin en ging op 5 november 2001 van start in de voormalige Rijkswachtkazerne in de Stationsstraat 83. We werken er met 7 halftijdse begeleidsters (Cynthia Vandenabeele, Véronique Fockenier, Silvie Keters, Mieke Verhelle, Vanessa Cuylle, Kim Vermandere, Trui Vermeersch en Fauve Defloor) en de coördinator (Karlien Dasseville). 2. Voor wie is de buitenschoolse kinderopvang? De buitenschoolse kinderopvang De Zonnebloem staat open voor alle Gistelse kinderen van 2,5 tot 12 jaar. De opvang biedt een maximumcapaciteit van 41 kinderen aan.
3. Wat doen wij? Wij vangen kinderen voor- en naschools, op woensdagnamiddag en tijdens vakantieperiodes op in een aangename, boeiende en veilige omgeving. Voor en na school worden de kinderen met een bus gebracht en opgehaald door de begeleidsters van De Zonnebloem. De verschillende speelruimtes zijn passend ingericht, rekening houdend met het aantal kinderen en hun leeftijd. Er is mogelijkheid tot het maken van huiswerk in een afzonderlijk lokaal.
INFOPAKKET. BEGELEIDSTER BKO
-BIJLAGE 1 - BLZ. 10-
Op woensdagnamiddag en tijdens vakantiedagen worden er activiteiten georganiseerd. Deze activiteiten worden steeds gekaderd binnen een maandthema, waar de begeleidsters en kinderen een hele maand rond werken. 5. Openingsuren
1. Maandag, dinsdag en donderdag: van 7.00 tot 8.30 en van 16.00 tot 18.30 2. woensdag: van 7.00 tot 8.30 en van 12.00 tot 18.30 3. vrijdag: van 7.00 tot 8.30 en van 15.00 tot 18.30 4. snipper- en vakantiedagen: van 7.00 tot 18.30 De opvang is gesloten in het weekend en op feestdagen. Andere sluitingsdagen worden bepaald door de raad voor maatschappelijk welzijn. 6. Hoeveel kost het? De tarieven tussen haakjes gelden voor die ouders die hun facturen van de buitenschoolse kinderopvang via domiciliëring willen betalen. 1. voor- en naschoolse opvang: 0,9€ /begonnen halfuur (0,75€) 2. woensdagnamiddag, snipperdagen en vakantiedagen a) voor een verblijf van minder dan 3u 3,25€ (3€) b) voor een verblijf tussen 3 en 6 uur 4,45€ (4€) c) voor een verblijf van meer dan 6 uur: 8,45€ (7,95€) 3. Bijdrage busrit voor- en naschoolse opvang € 0,50 per rit per kind Vanaf het tweede kind wordt er een korting gegeven van 25% op het totaal van de ouderbijdrage voor alle kinderen in de opvang. 7. Praktische info Telefoon: 059/80.25.19
[email protected]
INFOPAKKET. BEGELEIDSTER BKO