Kinderboekenweek 2015 – Lesmateriaal bij De Vliegclub
Toelichting Bedankt voor het downloaden of bestellen van dit lespakket. Dit lespakket is bedoeld om te gebruiken naar aanleiding van het verhaal De Vliegclub. De Vliegclub is geschreven en getekend voor educatief gebruik in de Kinderboekenweek 2015. Deze Kinderboekenweek heeft als thema ‘Raar maar waar’. Een thema waarin natuur en techniek in kinderboeken centraal staan. De twee eekhoorns uit het verhaal De Vliegclub willen graag vliegen. In hun werkplaats zoeken ze naar een manier om vliegende eekhoorns te worden. Maar zal het ze lukken? Het verhaal, in combinatie met het lesmateriaal, biedt alle mogelijkheid om met peuters en kleuters op een betekenisvolle manier aan het werk te gaan. Het niveau van het materiaal is wisselend, maar over het algemeen geschikt voor kinderen tussen de drie en zes jaar. Het verhaal De Vliegclub is op verschillende manieren beschikbaar gesteld. Je vindt dit verhaal digitaal op www.onderwijsstudio.nl of zoek via YouTube op de titel. Ook is het verkrijgbaar als prentenboek en zijn er miniboekjes om uit te delen aan de kinderen. Tevens zijn er bijpassende vingerpopjes in beperkte oplage beschikbaar. Het verhaal De Vliegclub is speciaal geschreven voor het gebruik in onderwijs en kinderopvang. De werkbladen mogen vrij gekopieerd worden voor educatieve doeleinden of voor thuisgebruik. Alle illustraties en teksten in dit document zijn door De Onderwijsstudio ontwikkeld. Het is daarom niet toegestaan dit lesmateriaal verder te verspreiden anders dan voor eigen gebruik. We hopen dat dit materiaal aan je verwachtingen voldoet. Voor reacties, vragen, opmerkingen of ideeën kun je mailen naar
[email protected].
Veel werkplezier! Ard en Annerieke Huizinga De Onderwijsstudio
De Vliegclub – Over natuur en techniek
Twee eekhoorns die proberen te vliegen. Een pimpelmees die hen uitlacht en niet in hun plan gelooft. Een werkplaats waarin plannen bedacht en uitgewerkt worden. Een mislukte testvlucht. Wat kun je ermee in de groep? Bij het schrijven van het boekje en het lesmateriaal hebben we geprobeerd de uiteindelijke toepassing in de groep voor ogen te houden. Hieronder een aantal overkoepelende gedachten die tijdens de ontwikkeling van het boekje centraal hebben gestaan. Deze worden uitgewerkt in de beschreven activiteiten en in de werkbladen op de volgende pagina’s. -
Werken over natuur met uitbreidingsmogelijkheden naar herfst.
-
Uitdagen tot het doen van ontdekkingen in een eigen werkplaats.
-
Ervaren van windkracht en zwaartekracht.
-
Verwondering over de mogelijkheden van vliegtuigen en de techniek.
-
Leren over vliegende dieren en hun kenmerken.
-
Kennismaken met planmatig werken. Van een idee naar een ontwerp.
-
Sociaal-emotionele begrippen: doorzetten, aanmoedigen, uitgelachen worden.
Naast deze specifieke elementen vind je in dit lesmateriaal ook meer algemene aanknopingspunten om het boekje De Vliegclub breed in te zetten in je lesprogramma tijdens de Kinderboekenweek.
Introductie – De Vliegclub Doel
Nieuwsgierig zijn, communiceren en taal, woorden en begrippen
Benodigdheden
Prentenboek De Vliegclub
Werkwijze
Kom de klas binnen en doe alsof je vliegt. Vertel de kinderen dat jij ook graag wilt vliegen, dan ben je veel sneller op school. Maar het lukt steeds niet. Probeer eens te vliegen vanaf de stoel of tafel. Waarom lukt het niet? Vraag de kinderen wie er ook wel eens heeft geprobeerd te vliegen en reageer op hun reacties. Neem het boekje De Vliegclub en bekijk samen de voorkant en praat met de kinderen over wat ze zien. Vraag aan de kinderen waarom het boekje De Vliegclub heet. Wat doet het eekhoorntje op de voorkant? Lees het verhaal voor en praat met de kinderen over de inhoud van het boekje. Laat de kinderen hun ervaringen vertellen en reageer op hun inbreng.
Je kunt gebruik maken van de onderstaande vragen: o
Wie van jullie wil ook wel eens vliegen?
o
Kunnen mensen vliegen? Kinderen kunnen parachutisten of mensen
in een vliegtuig noemen. o
Welke dieren kunnen vliegen?
o
Waarom vliegen sommige dieren?
o
Welk dier kan heel snel vliegen?
o
Kunnen eekhoorns vliegen? (Er bestaan echt vliegende eekhoorns. Laat de kinderen een filmpje zien van vliegende eekhoorns)
o
Hoe kan het dat een vlieger in de lucht vliegt?
o
Hoe kan het dat een vliegtuig in de lucht vliegt?
Sommige vragen kun je ook op een ander tijdstip behandelen. Zorg er voor dat een kringgesprek niet te lang duurt en dat de kinderen betrokken blijven. Vingerpopjes
Vertel het verhaal De Vliegclub later nog eens met behulp van de vingerpopjes. Vertel het verhaal eventueel samen met twee kinderen. Vingerpopjes zijn goed te gebruiken om bepaalde emoties uit te laten beelden en gesprekjes te voeren. Haal gedurende het project steeds weer de vingerpopjes tevoorschijn, zodat de kinderen vertrouwd worden met de popjes. Laat de kinderen zelf spelen met de popjes en avonturen bedenken.
Verteltafel
Verzamel met de kinderen materiaal rondom het verhaal en richt een verteltafel in. Hang afbeeldingen van het boekje boven de verteltafel en laat de kinderen met de vingerpopjes het verhaal naspelen.
Tekenen
Laat de kinderen n.a.v. het verhaal dingen/dieren tekenen die in de lucht kunnen vliegen.
Woordweb
Maak op een groot vel papier een woordweb rondom het boekje De Vliegclub. Schrijf de woorden op en maak duidelijk wat de woorden betekenen. Verzamel eventueel plaatjes van de woorden en plak de plaatjes onder de woorden.
Lezen stimuleren
De miniboekjes van het verhaal De Vliegclub zijn zeer geschikt om uit te delen en mee naar huis te geven aan de kinderen in je groep. Je betrekt op deze manier de ouders bij dat wat er in de groep gebeurt. Ook het voorlezen thuis wordt hiermee gestimuleerd. Het geeft kinderen een houvast om thuis te vertellen over wat ze op school gedaan hebben. De miniboekjes zijn alleen verkrijgbaar via de website van De Onderwijsstudio, dus niet via de boekhandel.
Leg het verhaal in de goede volgorde Heb je nog een paar miniboekjes over? Knip dan de bladzijden los (zonder paginanummers), plak ze op een stuk karton of plastificeer de afbeeldingen. Deel de plaatjes aan een paar kinderen uit. De kinderen gaan samen het verhaal in goede volgorde neerleggen. Controleer of de afbeeldingen goed liggen. Je kunt de afbeeldingen ook gebruiken bij een tekenles of andere activiteiten.
Het verhaal op de verteltafel Doel
Emotioneel vrij zijn, communiceren en taal, sociale vaardigheden
Benodigdheden
Tafel, decor, vingerpopjes eekhoorn en pimpelmees, bladeren, blokken
Werkwijze
Richt n.a.v. het verhaal De Vliegclub een speeltafel in met een decor en laat de kinderen verhaaltjes bedenken en fantaseren met de vingerpopjes Kees en Noor en met Mees de vogel. Bied de kinderen materiaal aan waarmee het verhaal uit het boek nagespeeld kan worden. Of laat ze met blokken een werkplaats maken voor Kees en Noor. Geen vingerpoppetjes? Maak zelf poppetjes door de afbeeldingen van Kees, Noor en Mees uit te knippen en op een ijslollystokje te plakken. Zie volgende bladzijde.
Vertelpoppetjes Kees, Noor en Mees Doel
Emotioneel vrij zijn, communiceren en taal, sociale vaardigheden
Benodigdheden
Plaatjes Kees & Noor, Mees en de vlieger, lijm, scharen, ijslollystokjes
Werkwijze
Kopieer de onderstaande plaatjes en laat de kinderen de plaatjes inkleuren.
Knip de plaatjes uit en plak ze op ijslollystokjes. De kinderen kunnen het verhaal naspelen of een ander verhaal bedenken met de figuurtjes.
Leren over eekhoorns Doel
Nieuwsgierig zijn, wereld verkennen, waarnemen en ordenen
Benodigdheden
Prentenboek De Vliegclub, beeldmateriaal eekhoorns, digibord, informatieve
boeken over de eekhoorn Werkwijze
Je bestudeert samen het leven van een eekhoorn. Verzamel beeldmateriaal en hang dit op en bied ook informatieve boeken over de eekhoorn aan. Leg deze boekjes in de leeshoek. Bekijk op het digibord hoe een eekhoorn er uit ziet. Neem vingerpopje eekhoorn en laat deze eekhoorn vragen stellen: o
Waar leef ik?
o
Heb jij mij wel eens in het echt gezien?
o
Hoe zie ik er uit?
o
Wat kan ik allemaal?
o
Waarom heb ik een grote staart?
o
Wat eet ik?
o
Ik spring van tak naar tak. Kan jij dat ook?
Constructieve
Verf op een groot papier een eekhoorn in het bos. Na het drogen van de
activiteit
eekhoorn kun je de ‘vacht’ van de eekhoorn met stukjes wol beplakken.
Uitstapje naar het
Lekker uitwaaien in het bos of in het park. Een wandeling maken. Mooie
bos of park
bladeren verzamelen. De kans dat je een eekhoorn ziet is natuurlijk klein, maar in het bos of in het park is in de herfst genoeg te zien en te zoeken!
Help, ze lachen me uit Doel
Nieuwsgierig zijn, communiceren en taal, sociale vaardigheden
Werkwijze
In het verhaal zitten een aantal sociaal emotionele aspecten. Een daarvan is
uitlachen. Dit is een onderwerp dat je in een kringgesprek aan kunt stippen en met onderstaande vragen kunt uitbreiden. Mees gelooft niet dat eekhoorns kunnen vliegen. Hij lacht de eekhoorns uit. Praat met de kinderen over het feit dat de eekhoorns worden uitgelachen. Stel de onderstaande vragen: o
Mag je iemand uitlachen?
o
Hoe voelt het als je wordt uitgelachen?
o
De eekhoorns trekken zich er niks van aan en gaan gewoon door met hun plan. Wat vind je daar van?
Complimentenboek
o
Ben jij ook wel eens uitgelachen?
o
Wat vond je daar van?
o
Waar kun je om uitgelachen worden?
o
Wat moet je doen als iemand je uitlacht?
o
Wat is het verschil tussen uitlachen en ergens om lachen?
Maak tijdens het project een complimentenboek. Elk kind heeft een bladzijde in het boek. Plak een foto/zelfportret van een kind op een bladzijde en laat de kinderen complimenten geven aan elkaar. Schrijf de complimenten op de bladzijde onder de foto. Bundel de bladzijden tot een complimentenboek.
Woordenschat uitbreiden Doel
Zelfvertrouwen hebben, communiceren en taal, woorden en begrippen
Werkwijze
In het verhaal staan verschillende moeilijke woorden. Bespreek in een klein groepje wat die moeilijke woorden betekenen. Bijvoorbeeld: project – ratelt – ernstig – werkplaats – test – bibbert – kwettert – neerstorten – ontwerp – teleurgesteld – kleurrijke creatie – zweeft – uitvinding - vliegclub
Een werkplaats in de groep Doel
Nieuwsgierig zijn, voorstellingsvermogen en creativiteit, gereedschappen en technieken
Benodigdheden
Verschillende materialen zoals plastic, doeken, touw, stokken, plakband, papier, karton, stokken, pennen, scharen, meetlint, weegschaal, enz.
Werkwijze
Richt een van de hoeken in als werkplaats of als uitvindershoek. Baken deze hoek af en leg in deze hoek verschillende uitdagende materialen. Let bij de voorbereiding van het thema op de materialen die in de klas aanwezig zijn en die nog aangeschaft moeten worden. Betrek de kinderen erbij door samen de hoek in te richten. Zorg dat de basisopzet al klaar staat, zodat kinderen zien dat er wat gaat gebeuren. De kinderen worden zo nieuwsgierig gemaakt. Vraag wat er nodig is om de hoek in te richten. Schrijf de benodigde voorwerpen op. Laat de kinderen thuis materiaal verzamelen om te gebruiken in de hoek. Spreek af wat er meegenomen kan worden. Maak eventueel een lijstje en geef dat mee naar huis.
Uitvindingshoek
Een uitvinding is een abstract begrip voor de kinderen. Laat de kinderen hun eigen ervaringen en belevenissen vertellen. Praat samen over de uitvinding van Kees en Noor. Gebruik de onderstaande vragen: o
Kun jij een uitvinding noemen?
o
Heb jij ook wel eens een uitvinding gemaakt?
o
Kees & Noor maakten een vlieger om te vliegen. Maar de vlieger was al uitgevonden door iemand anders. Is het dan nog wel een uitvinding?
Praat met de kinderen over verschillende uitvindingen zoals de lamp, telefoon en computer. Denk ook aan eenvoudiger voorwerpen: De punaise of puntenslijper en plakband zijn ooit door iemand uitgevonden. Centraal staat de verwondering over wat mensen allemaal bedacht hebben. Tentoonstelling
Als de kinderen iets ‘uitgevonden’ hebben kun je hun uitvinding laten demonstreren in de kring. Laat de kinderen op elkaar reageren, maar geef altijd een positieve wending aan het gesprek. Zet in de hoek een kast waar de uitvindingen tentoongesteld kunnen worden.
Stappenplan voor de jonge uitvinder
Kopieer de kaarten en lamineer deze. Hang ze op in de werkplaats en praat met de kinderen over de stappen die je zet als je iets wilt gaan maken.
Lekker buiten werken Je kunt ook buiten een werkplaats in richten. Gebruik bijvoorbeeld pallets om de hoek af te bakenen en zet in de hoek een oude tafel waar de kinderen aan kunnen werken. Verzamel met de kinderen materiaal om de werkplaats in te richten. Bewaar het materiaal in een krat. Geef de kinderen de ruimte om lekker bezig te zijn. Hieronder vind je een aantal ideeën dat de kinderen buiten kunnen maken in de werkplaats: o
Geef de mogelijkheid om stenen of hout te verven.
o
De kinderen kunnen in de werkplaats timmeren.
o
Met takken en touw kunnen de kinderen allerlei creaties maken.
o
Met oude kratten, stokken, plastic en doek kunnen de kinderen zeilboten maken. Hoe groot moet het zeil zijn om wind te vangen?
o
De kinderen kunnen in de werkplaats vliegers maken. Zorg voor plastic, rietjes, dunne latjes en touw of elastiek. Vliegertouw is licht en sterk. Hiermee kunnen kinderen de vliegers omhoog laten.
Taalspel – Welk woord rijmt niet? Doel
Zelfvertrouwen hebben, communiceren en taal, woorden en begrippen
Werkwijze
De leerkracht leest drie woorden op waarvan twee woorden rijmen. De kinderen noemen het woord dat niet rijmt. o
kees – mees – noor
o
boom – vlieg – sloom
o
tak – boom – dak
o
kees – vlieg – wieg
o
mees – noor – boor
o
sprong – tong – arm
o
hoog – boog - laag
o
dom – pijn – klein
Dronevlucht Is er iemand in de omgeving die een drone heeft? Deze nieuwe manier van ‘vliegen’ neemt een enorme vlucht. Misschien ken je iemand die demonstratie wil geven op het plein.
Taal – Het tegenovergestelde van… Doel
Zelfvertrouwen hebben, communiceren en taal, woorden en begrippen
Werkwijze
Een kort taalspelletje voor de kleine kring of individueel. o
Hoog –
Laag
o
Snel –
Langzaam
o
Dik –
Dun
o
Naar boven –
Naar beneden
o
Dichtbij –
Ver weg
o
Lang –
Kort
o
Breed –
Smal
o
Boos –
Blij
Taalspel – Raad waar het over gaat Doel
Zelfvertrouwen hebben, communiceren en taal, woorden en begrippen
Werkwijze
Gebruik het taallesje n.a.v. het prentenboekje De Vliegclub. Lees de zin in de linkerrij op en laat de kinderen raden wie of wat het is. o
Het zweeft hoog in de lucht.
De vlieger
o
Het heeft vleugels en kan vliegen.
Mees
o
Hier ligt gereedschap.
In de werkplaats
o
Het heeft een pluimstaart en wil vliegen.
Kees of Noor
o
Op zijn hoofd zit een pleister.
Kees
o
Het is paars met groen en roze.
De vlieger
Werkblad: lettergrepen tellen
Opdracht: Lees de woorden voor. De kinderen kleuren het aantal lettergrepen.
Werkblad: Wat vliegt er in de lucht?
Opdracht: Kleur de goede cirkels. Wat vliegt er?
Werkblad: Wat ligt er in een werkplaats?
Opdracht: Kees en Noor maken een vlieger in de werkplaats! Welke spulletjes kunnen er in een werkplaats liggen? Zet een cirkel om de dingen die in een werkplaats kunnen liggen.
Aanraders op SchoolTV en YouTube
Op YouTube en Schooltv vind je verschillende filmpjes die gaan over vliegen, zwaartekracht, uitvindingen. Bespreek met de kinderen waarom je het filmpje laat zien en stel eventueel vragen over het filmpje. Hieronder vind je een aantal suggesties voor filmpjes die je tijdens het project kunt gebruiken. -
Zoek op SchoolTV.nl op het woord ‘parachute’ en je vindt een leuke video van Hoelahoep, waarin o.a. het begrip zwaartekracht aan de orde komt.
-
YouTube: Een echt oud karakter heeft het filmpje ‘Wright Brothers First Flight (1903)’. Hiermee kun je de kinderen laten zien hoe mensen voor het eerst probeerden te vliegen.
-
Vliegende eekhoorns bestaan echt. Zoek op YouTube op ‘World's Weirdest - Flying Squirrel’. Een engelstalige video, maar met prachtige close-ups van een vliegende eekhoorn. De manier waarop hij vliegt lijkt wel op de eerste ‘uitvinding’ van Kees en Noor.
-
Op SchoolTV.nl vind je meerdere interessante video’s over vliegtuigen, vliegveld en uitvindingen.
Kring – Zwaartekracht ervaren Doel
Nieuwsgierig zijn, wereld verkennen, waarnemen en ordenen
Benodigdheden
Prentenboek De Vliegclub, verschillende materialen zoals een veertje, knikker, dop, kurk, blok, ‘helikoptertje’ (esdoorn) enz.
Werkwijze
De eekhoorns Kees & Noor storten neer als ze willen vliegen. Hoe kan dat toch? Stort jij ook neer als je probeert te vliegen? Wat stort niet neer als het naar beneden valt? Geef een kind verschillende voorwerpen. Wat is het snelst op de grond? Probeer het uit.
Proefje
Sta op een stoel en kijk wat sneller valt: o
Een veertje of een knikker
o
Een ballon of een wasknijper
o
Een knikker of een ‘helikoptertje’ (van een esdoorn)
o
Een dop of een kurk
o
Een blaadje of een veertje
o
Piepschuim of een houten blokje
Probeer ook vanaf een tafel. Valt het nu nog sneller? Laat de kinderen experimenteren met verschillende voorwerpen. Let op de veiligheid.
Werkblad: Hoge en lage vliegers kleuren
Opdracht: Wat ver weg is wordt kleiner en lichter van kleur. Kleur de hoogste vlieger in lichte kleuren. Kleur de vlieger die het laagst is in felle kleuren.
Werkblad: Welke windkracht?
Opdracht: Knip de plaatjes uit. Plak ze op een strook in volgorde. Begin met windkracht 1. Als laatste komt windkracht 9. Plak de cijfers erbij.
Werkblad: De Wind
Opdracht: Waar heb je wind voor nodig? Kleur de cirkels.
Spel: Klimmen in het speellokaal Doel
Emotioneel vrij zijn, actief zijn en initiatieven nemen, sociale vaardigheden
Benodigdheden
Speellokaal
Werkwijze
Eekhoorns zijn heel lenig en springen van tak naar tak. Maak een
klautercircuit waar de kinderen kunnen klimmen en klauteren. Zij zijn de eekhoorns en klimmen hoog in de boom en stappen over naar een tak. Zorg voor een veilige situatie en begeleid de kinderen die het spannend vinden. Stimuleer hen om stap voor stap hun grenzen te verleggen.
Bewegingsspel – Spel met de parachute Doel
Emotioneel vrij zijn, actief zijn en initiatieven nemen, motorische vaardigheden
Benodigdheden
Speellokaal, (speel)parachute of groot doek, ballon
Werkwijze
In het midden van het speellokaal ligt een parachute of een groot doek. De kinderen vormen een kring om de parachute en pakken het vast aan de kanten. Op jouw teken houden de kinderen de parachute hoog en dan weer laag. Het aantal kinderen hangt af van de grootte van het doek. Laat de parachute eens heel hard klapperen en maak golvende bewegingen. Leg in het midden een ballon of een lichte bal en beweeg laat deze met het doek meebewegen de lucht in en vang het weer op.
Werkblad: Voorbereidend schrijven
Opdracht: Trek de lijnen van de vlieger en de slingers netjes over met gekleurde stiften
Werkblad: Zoek de 5 verschillen
Werkblad: Zoek de 10 verschillen
Spelideeën o
Tekenopdracht: Teken op een strook behang een lang vliegtuig. Elk kind tekent zichzelf achter een raampje.
o
Vliegtuigjes vouwen en meten hoe ver ze vliegen. Maak duidelijke afspraken over het vliegen. Papieren vliegtuigjes kunnen gevaarlijk zijn voor de ogen.
o
Met heliumballonnen spelen. Hang voorwerpen onder aan een heliumballon en kijk of de ballon nog omhoog gaat. Experimenteer met lichte en met zware voorwerpen.
o
Spelletje in speellokaal: Tegen een ballon slaan met een vliegenmepper.
o
Ga buiten bellen blazen als het licht waait. Je kunt verschillende rekenactiviteiten met de bellen doen. Tel de bellen. Of welke bel komt het hoogst? Wie kan de grootste bel blazen? Wie blaast de meeste bellen? Kun je een bel ook opvangen? Wat gebeurt er als je heel hard blaast?
o
Met Knex of met Architetrix kun je een verkeerstoren van een vliegveld bouwen.
o
Zet manden neer buiten op het speelplein en knoop hier een aantal ballonnen gevuld met helium aan vast. De kinderen kunnen spelen dat ze in een luchtballon zitten. Kleine heliumtanks zijn online verkrijgbaar via diverse webshops met feestartikelen.
o
Experimenteer met lucht. Gebruik een lege watertafel. Maak er doeltjes in met tape. Leg een pingpongballetje in de watertafel. Blaas met een rietje lucht tegen het balletje. Maak er een wedstrijd van door het balletje heen en weer te blazen. Wie maakt het eerste doelpunt.
o
Een ballonhelikopter laat op een eenvoudige manier zien hoe een propeller werkt. Leuk om samen op het schoolplein te doen.
o
Organiseer een vliegershow. Vier eventueel samen met de ouders een vliegerfeest als afsluiting van het project.
o
Vul een teil of een grote bak met water. Maak kleine zeilbootjes en laat de zeilbootjes varen. Hoe harder het waait, hoe harder de bootjes varen.
o
Organiseer zelf een Vlieg(er)club. Maak lidmaatschappasjes en vliegers die passen bij jullie club. Bedenk samen een naam voor de club en maak clubafspraken.
Kralenplank – Vlieger
Werkblad: Maak de slinger af
Opdracht: Maak de slinger af en kleur de vormen in dezelfde kleur.
Werkblad: Naschrijven of stempelen
Opdracht: Schrijf of stempel de woorden na op de lijn.
Constructieve activiteiten Timmermozaïek
Met timmermozaïek kun je verschillende afbeeldingen maken die passen bij het thema.
Parachute
Een cupcakevormpje is een mooie basis om een parachute te maken. Met touwtjes en met poppetjes (bijvoorbeeld zelf gemaakt of getekend) maak je er een echte parachute van.
Vliegers vouwen
Tip: Vouw een vlieger. Je kunt op verschillende manieren vliegers vouwen en deze naar eigen creativiteit versieren. Even zoeken op Google: ‘vlieger vouwen’ en je kunt direct aan de slag. Ook leuk: Zoek ‘vouwjuf’ op facebook!
Eekhoorns maken
Gebruik voor het lijfje een klein oranjebruin bloempotje. Plak een staart van vilt of dik karton achter het bloempotje. De staart staat omhoog. Plak van vilt of papier een kop met oren voor het bloempotje. Met wiebelogen krijgt het eekhoorntje een echt gezicht. Leuk als decoratie op de verteltafel.
Vliegtuig van
Teken op dunne latjes mensen achter
(ijslolly)stokjes
een raampje van een vliegtuig. Plak de latjes op als een vliegtuig. Plak met watten mooie wolken in de lucht.
Herfstboom
Maak een herfstboom door een onderarm met bruine verf in te smeren en deze af te drukken op papier. Daarna kun je het naar eigen idee verder afwerken. Voor het werkje op de foto is speelmaïs gebruikt voor de wolken en de blaadjes. Elders in dit lesmateriaal vind je de gebruikte afbeeldingen van Kees en Noor.
Bekijk onze Pinterestpagina Kinderboekenweek voor meer ideeën.
Werkblad: Cijferherkenning
Opdracht: Kleur de juiste vlieger en het cijfer in dezelfde kleur.
Woordkaarten
Sjabloon vlieger
Sjabloon luchtballon
Opzegversjes
Windmolen Ik wacht, ik wacht op de wind. Het draait, het draait heel hard. Steeds harder, steeds harder blaast de wind. Ik kijk, Ik kijk naar het molentje. En wacht tot het de lucht in vliegt.
Ik ben een eekhoorn Ik ben een eekhoorn, kijk maar naar mijn staart. Ik spring over takken in vliegende vaart. Ik zoek naar wat eikels en nootjes in het bos. Die ga ik verstoppen onder zacht en groen mos.
Bovenstaande versjes zijn eerder gepubliceerd in de serie Basismappen voor groep 1/2
De Vliegclub
Meer materiaal
Rondom het verhaal De Vliegclub biedt De Onderwijsstudio verschillende materialen aan om er een succesvol project van te maken. De hieronder beschreven materialen zijn zolang de voorraad strekt bestelbaar via www.onderwijsstudio.nl.
Prentenboek (hardcover) Het verhaal De Vliegclub is speciaal voor de Kinderboekenweek uitgegeven als hardcover prentenboek. Deze boeken in formaat A5 zijn ideaal om voor te lezen in de kring of een plaats te geven op de verteltafel.
Miniboekjes: Een educatief cadeautje In de afgelopen jaren ontvingen al meer dan 100.000 kinderen een miniboekje uit de Digiprentserie. Ook het verhaal De Vliegclub is in low-budget uitvoering beschikbaar in sets van 5, 25 of 100 stuks. Een superleuke manier om kinderen tijdens de Kinderboekenweek 2015 iets mee naar huis te geven en hiermee het lezen thuis te stimuleren. Dit jaar nóg voordeliger.
Vingerpoppetjes Bij het verhaal zochten we bijpassende vingerpoppetjes van een pimpelmees en twee eekhoorns. Deze zijn beperkt op voorraad, dus OP=OP.
YouTube video Het verhaal De Vliegclub is vanaf september 2015 via het YouTubekanaal van De Onderwijsstudio te bekijken. Handig voor op het digibord of om de link te plaatsen in een digitale nieuwsbrief naar ouders.