Kinderbijslag zonder grenzen
2
november 2008
In deze Accent • Kinderbijslag voor vreemdelingen in België • Belgische kinderbijslag in het buitenland - detachering - kraamgeld bij bevalling buiten EER - kinderen verblijven in het buitenland • Europese verordeningen • Bilaterale verdragen - ex-Joegoslavië & Kroatië
- Turkije - Algerije - Marokko - Tunesië en verder - Europese ambtenaren en instellingen - verbindingsorganen
Intro Laat kinderbijslag op zich dan al een vrij complexe materie zijn, uitvergroot binnen een internationale context wordt dit helemaal technisch en moeilijk toegankelijk. Europeanisering, grensvervaging en eenheidsmunt mogen dan vandaag al evidente begrippen zijn, niet zo binnen de kinderbijslag waar Europese verordeningen, bilaterale akkoorden en internationale overeenkomsten nog altijd hun specifieke geldingskracht opeisen. Dit gegeven was voor ons een uitdaging om te trachten in begrijpelijke taal een beknopt overzicht te brengen van wat kinderbijslag over de grenzen heen kan betekenen. Enige voorkennis van basisbegrippen als rechthebbende, trimestrialisering of rangorde mogen we van de lezer
2
veronderstellen: onze brochure nummer 1 “Gezinsbijslag voor werknemers: uw leidraad” heeft u vast op weg gezet. Toepasselijke barema’s kunt u daar eveneens in terugvinden. Bij dit alles beperken wij ons niet tot kinderen die buiten België verblijven, maar spelen wij ook in op de actualiteit. Vluchtelingen, asielzoekers en illegalen komen evenzeer aan bod. Zonder echt volledig te zijn en zonder het oogmerk om een wetenschappelijk naslagwerk tot stand te brengen, wil deze brochure een doorzichtige handleiding zijn voor nietingewijden. Als we met deze bijdrage erin lukken enkele grenzen te doen vervagen, is ons opzet geslaagd.
Kinderbijslag voor vreemdelingen in België De vreemdelingen waarvan hier sprake, zijn geen onderdanen van een lidstaat van de EER. Voor deze laatsten blijft een afzonderlijke regeling van toepassing, zoals bepaald in de Europese Verordeningen. Hierover leest u meer verderop in de brochure. Er heerst niet zelden storende begripsverwarring waarbij woorden als “vluchtelingen”, “asielzoekers”, “migranten” en “illegalen” door elkaar worden gebruikt ofschoon ze totaal verschillende juridische ladingen dekken. Zo is: - een vluchteling: een persoon die zijn land heeft moeten verlaten omdat hij een gegronde vrees voor vervolging koestert op grond van zijn godsdienst, ras, nationaliteit of politieke overtuiging. - een asielzoeker: iemand die, zonder daarom noodzakelijk vluchteling te zijn, een beroep heeft gedaan op de asielprocedure. - een illegale vreemdeling: iemand die zijn asielaanvraag verworpen weet en dus het land moet verlaten, maar dit niet doet binnen de voorziene termijn en “onderduikt”. Tot 1991 werd vereist dat vreemdelingen ingeschreven waren in het vreemdelingenregister. De volgende jaren werden echter de voorwaarden steeds verder versoepeld. Tijdelijk was het voorleggen van een voorlopige verblijfsvergunning voldoende, maar ook dit werd afgezwakt, zodat momenteel het bestaan van een tewerkstelling en de betaling van sociale zekerheidsbijdragen voldoende zijn om een recht op kinderbijslag te vestigen. De vreemdeling moet wel daadwerkelijk in ons land verblijven en kan dit bewijzen met alle mogelijke rechtsmiddelen, zoals door het voorleggen van een voorlopige verblijfsvergunning of twee getuigenverklaringen voorzien van voor echt verklaarde handtekeningen. Zelfs een door de werkgever afgeleverd attest van tewerkstelling kan als bewijs van verblijf in België worden aanvaard, doch dit geldt enkel voor de werknemer zelf en uiteraard niet voor de overige gezinsleden. Ingeval van twijfel zal eventueel een controle ter plaatse uitgevoerd worden.
Heeft de vreemdeling een bevel ontvangen om het land te verlaten, dan kan hij zelfs door het tonen van dit bevelschrift bewijzen dat hij zich nog steeds in het land bevindt en blijft hij rechthebbende op kinderbijslag tot op het ogenblik dat hij inderdaad het grondgebied verlaat. Voorwaarde is dat hij nog steeds onderworpen is aan sociale zekerheidsbijdragen, waarvoor een eenvoudige verklaring van de werkgever volstaat. De kinderbijslagwetgeving eist inderdaad niet dat iemand “legaal” in het land verblijft. Het ontbreken van een arbeidsvergunning is geen beletsel om een recht op kinderbijslag te verkrijgen. Een vereiste is wel dat de werkgever in het bezit is van een attest van de VDAB waaruit blijkt dat er een aanvraag werd ingediend en dat het dossier volledig is. De voorlopige arbeidsvergunning wordt dan later al dan niet bezorgd. Doch de kinderbijslagfondsen hebben geen controlerende bevoegdheid terzake: het Ministerie van Tewerkstelling oefent deze bevoegdheid uit en geeft zo nodig gedane vaststellingen door aan de RSZ. De kinderbijslagfondsen gaan er steeds vanuit dat de werkgever te goeder trouw is en in orde met de arbeidswetgeving. Het voortduren van de onderwerping aan de RSZ dient door de fondsen niet opgevolgd aangezien enkel de arbeidsinspectie van het Ministerie van Tewerkstelling bevoegd is om overtredingen of fraude vast te stellen. Evenwel zullen de uitkeringen als onterecht beschouwd worden wanneer komt vast te staan dat de arbeidsovereenkomst ongeldig afgesloten werd. Om als rechthebbende op kinderbijslag te kunnen doorgaan, dient echter de band van verwantschap met de kinderen in voldoende mate te worden aangetoond. De afstamming kan niet bewezen worden door getuigenverklaringen. Alleen documenten door een officiële instantie afgeleverd zijn geldig, zoals verklaringen opgesteld door gemeentediensten, attesten van de ambassade, het trouwboekje of een voorlopige verblijfsvergunning. Na de uiteindelijke vaststelling van het recht zouden er zich echter nog wel praktische problemen kunnen voordoen bij de eigenlijke uitbetaling van een circulaire
3
cheque omdat betrokkene zich zal dienen te legitimeren als bestemmeling. Iedere vreemdeling die zich in België vestigt kan echter wel een bankrekening aanvragen. Of de bankinstelling op dit verzoek ingaat, zal afhangen van geval tot geval, naargelang het vertrouwen dat de bank de aanvrager schenkt. Er bestaan geen wetteksten die deze aangelegenheid reglementeren. Sinds augustus 2008 kan nu ook bevrijdend betaald worden aan de rechthebbende in situaties waar de wettelijke bijslagtrekkende haar identiteit niet kan aantonen.
november 2008
Belgische kinderbijslag in het buitenland Om recht te hebben op Belgische kinderbijslag zijn twee basisvoorwaarden in te vullen, enerzijds naar de werknemer toe, anderzijds met betrekking tot de kinderen. Zo moet de werknemer, welke ook zijn nationaliteit is, in principe in België werken met een arbeidsovereenkomst. Daarnaast is het verblijf van de kinderen in België de regel en is er in beginsel geen kinderbijslag verschuldigd voor wie buiten de landsgrenzen wordt opgevoed of elders onderwijs volgt. Deze dubbele stelregel heeft geen absolute draagkracht, zo mag blijken. Want niet alleen kan wie hier aanspraak maakte op tijdskrediet, invaliditeitsuitkering of zelfs werkloosheidsvergoedingen onder bepaalde voorwaarden dit recht eventueel al dan niet tijdelijk voortgezet zien na een vertrek uit België; ook bij detachering kan Belgische kinderbijslag nog. Net als kraamgeld bij bevalling in het buitenland trouwens. En aan de specificiteiten van de grensarbeiders wijden wij een apart hoofdstuk wanneer we de Europese Verordeningen onder de loep nemen.
Detachering Onder detachering verstaat men de handeling van een werkgever waarbij deze een werknemer voor zijn rekening tijdelijke arbeid doet verrichten in het buitenland. De contractuele band tussen de detacherende werkgever en de gedetacheerde werknemer blijft bijgevolg verder bestaan. Aangezien deze personen onderworpen blijven aan de Belgische RSZ, blijft er een recht op Belgische kinderbijslag bestaan. Binnen de lidstaten van de EER kunnen alle werknemers die de nationaliteit bezitten van gelijk welke EER-lidstaat gedetacheerd worden. Wanneer deze persoon een dubbele nationaliteit bezit, volstaat het dat één van beide in aanmerking komt. Bijkomende voorwaarden zijn ook nog dat de detacherende werkgever zijn activiteiten “gewoonlijk” in het uitzendende land heeft en dat vóór de detachering de werknemer onderworpen was aan de wetgeving van het uitzendende land.
nemer wiens detachering beëindigd is. Er bestaat recht op kinderbijslag krachtens de Europese verordeningen, waar ook binnen de grenzen van de EER de gezinsleden van de gedetacheerde zich bevinden. Kinderen geboren tijdens de detachering hebben eveneens recht op kinderbijslagen en in bepaalde gevallen zelfs op kraamgeld.
Werknemer gedetacheerd op het grondgebied van een EER-lidstaat
De kinderen mogen eveneens verblijven in het land waarheen de werknemer is gedetacheerd. Er bestaat ook recht voor kinderen die tijdens de periode van detachering worden geboren.
Voor een duur van maximum 12 maanden, in onvoorziene omstandigheden uitzonderlijk verlengd met een nieuwe duur van maximum 12 maanden, blijft de gedetacheerde onderworpen aan de Belgische wetgeving. In onderlinge overeenstemming kan van deze basisregels worden afgeweken. De kinderbijslagfondsen zullen zich baseren op de gegevens zoals zij voorkomen op het document E101, afgeleverd door de RSZ voor de betrokken werknemer. De werknemer mag niet worden uitgezonden ter vervanging van een andere werk-
4
Werknemer gedetacheerd in een land waarmee België een overeenkomst inzake sociale zekerheid heeft gesloten, doch dat geen deel uitmaakt van de EER De duur van de detachering zal beperkt blijven tot de maximum duur zoals opgegeven in het betreffende verdrag; doorgaans 12 maanden (al dan niet met dezelfde periode verlengbaar), voor de USA evenwel 5 jaar (met mogelijke verlenging van 2 jaar).
Een werknemer van Belgische nationaliteit kan genieten van kraamgeld. Werknemers gedetacheerd in een land waarmee België geen overeenkomst heeft gesloten De duur van de detachering is beperkt tot zes maanden. Uitzonderlijk kan dit verlengd worden met een nieuwe periode van zes maanden.
Ook in dit geval mogen de gezinsleden de werknemer vergezellen naar het land van detachering en bestaat er recht op kinderbijslag voor de kinderen die tijdens de periode van detachering worden geboren. Ingeval de werknemer de Belgische nationaliteit bezit, kan ook kraamgeld toegekend worden.
Kraamgeld bij bevalling buiten de EER Om aanspraak te kunnen maken op kraamgeld bij een bevalling buiten de EER mogen zowel de moeder als het kind maximaal twee maanden in het buitenland verblijven. Dit houdt in dat het kind binnen de twee maanden na de geboorte naar België moet terugkeren. Wat de moeder betreft zal de totale duur van haar verblijf in het buitenland, dus zowel de periode voor als na de bevalling, de duurtijd van twee maanden niet mogen overschrijden. Qua kinderbijslag, is het enkel van belang dat het kind binnen de twee maanden na de geboorte naar België komt; de duurtijd van het verblijf van de moeder in het buitenland is voor de toekenning van kinderbijslag zonder belang. Indien de periode van verblijf niet kan bewezen worden aan de hand van officiële documenten, volstaan hier twee getuigenverklaringen.
Bij een geboorte in het buitenland zal uiteraard ook geen “geboortebewijs om het kraamgeld te bekomen” kunnen worden voorgelegd. De mensen die zich in deze situatie bevinden sturen een geboortebewijs, dat hen in het land van geboorte werd uitgereikt, naar het kinderbijslagfonds.
Kinderen verblijven in het buitenland In beginsel is geen kinderbijslag verschuldigd voor kinderen die in het buitenland worden opgevoed of daar de lessen volgen. Het verblijf in België is de regel. Hierop bestaan enkele uitzonderingen: - een tijdelijk verblijf (maximum 2 maanden, uit te breiden tot 6 maanden om gezondheidsredenen) van een kind in het buitenland terwijl het normaal met zijn ouders in België woont; - verblijf in het buitenland beperkt tot de schoolvakanties; - verblijf in een land van de EER; - verblijf in landen waarmee een bilaterale overeenkomst is afgesloten (cfr. infra) mits enkele beperkingen: * meestal slechts tot 14 jaar (of 25 indien student) * meestal voor maximaal 4 kinderen * meestal een lager barema.
- studies in het buitenland met een studiebeurs, waarbij het geen rol speelt of het om een Belgische dan wel een buitenlandse beurs gaat. Alleen moet zij tot doel hebben een deel van de studie- en verblijfskosten te dekken. Gaat het veeleer om een vergoeding als tegenprestatie voor geleverd wetenschappelijk onderzoek (wat voor Belgische beurzen zal blijken uit inhouding RSZ), dan valt men uit de boot. Zo zijn ondermeer beurzen van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek of van het Nationaal Studiefonds een beletsel voor verdere toekenning van kinderbijslag. Erasmusbeurzen daarentegen komen, zoals u verderop kan lezen, wel in aanmerking. Sinds oktober 2007 kan men zich beroepen op een algemene ministeriële afwijking voor maximum één schooljaar, exclusief verlof ten gunste van jongeren die buiten E.E.R.: - niet-hoger onderwijs gaan volgen en hier al een einddiploma secundair onderwijs behaalden of - hoger onderwijs volgen en hier of elders al een einddiploma hoger onderwijs verwierven. Voor wie buiten E.E.R. hoger onderwijs gaat volgen zonder enig diploma hoger onderwijs op zak geldt die algemene afwijking zelfs voor studies van onbpaalde duur. In behartenswaardige gevallen kan de Minister van Sociale Zaken alsnog een individuele afwijking toestaan, mocht niet voldaan zijn aan die verblijfsvoorwaarde.
5
november 2008
v a k a n t ie : In het buitenland stemmen de vakantieperiodes niet altijd overeen met de Belgische. Een jongere die zijn studies in het buitenland onderbreekt om in België de vakantie door te brengen heeft gedurende deze periode recht op voorwaarde dat: • hij regelmatig in het buitenland de lessen heeft gevolgd gedurende de hele periode vanaf het einde van de vakantie in het buitenland tot en met juni; • hij de lessen hervat in België of een andere lidstaat van de EER op de dag dat deze lessen werkelijk aanvangen en ten laatste op 1 november van hetzelfde kalenderjaar. Als vakantieperiode (in België) wordt beschouwd de periode die onmiddellijk volgt op de onderbreking van de lessen in het buitenland, ten vroegste vanaf 1 juli en ten laatste tot 31 oktober van hetzelfde kalenderjaar. Er dient uitdrukkelijk op gewezen dat het kind dat lessen heeft gevolgd in het buitenland ook de lessen moet hervatten in een lidstaat van de EER. Voorbeeld: Een Belgische student met recht op een studiebeurs trekt naar Brazilië, waar het schooljaar loopt van maart tot en met december met grote vakantie de maanden januari en februari. Stel dat hij die twee maanden hier doorbrengt,
A u p air : dan van maart tot juni in Brazilië de studies verderzet, vervolgens naar België terugkeert op 1 juli om op 1 oktober naar Engeland te gaan studeren, dan is er geen onderbreking in het toekennen van kinderbijslag. Een jongere die regelmatig lessen heeft gevolgd in België of een andere EERlidstaat en de lessen onderbreekt om vakantie te nemen in het buitenland, heeft recht op deze vakantieperiode op voorwaarde dat: • hij regelmatig lessen heeft gevolgd in België of een andere EER-lidstaat vanaf 1 november tot het begin van de vakantie in het buitenland; • hij de lessen hervat in het buitenland op de dag dat deze lessen werkelijk aanvangen. Als vakantieperiode (in het buitenland) wordt beschouwd de periode die overeenstemt met de bewezen werkelijke vakantie in het buitenland. Deze periode mag evenwel 120 kalenderdagen niet overschrijden. Uit dit alles blijkt dat het recht op kinderbijslag eventueel kan worden behouden tijdens twee verschillende vakantieperiodes, nl. één in het buitenland en één in België in hetzelfde kalenderjaar (d.i. het jaar dat de studies in België of de EER worden onderbroken om studies in het buitenland te hervatten of vice versa) op voorwaarde dat de lessen regelmatig worden gevolgd buiten de bedoelde vakantieperiodes.
E u r o p e s e s t u d ie p r o j e c t e n : Het gebeurt regelmatig dat studenten hoger onderwijs (universitair alsook hoger niet-universitair onderwijs) een deel van hun studies in het kader van een Europees project zoals b.v. Erasmus (“European Action Scheme for the Mobility of University Students”) in een andere lidstaat van de Europese Unie volgen, terwijl zij toch ingeschreven blijven in België. Normaliter zou het schoolformulier moeten ingevuld worden door de buitenlandse schoolinrichting. Sedert 1 september 1997 werd de regeling gewijzigd en kan de kinderbijslag toch
toegekend worden zonder dat de buitenlandse inrichting nog een schoolbewijs aflevert, alleen dient voldaan te zijn aan volgende voorwaarden: • de student is regelmatig ingeschreven in een in België gevestigde inrichting voor hoger onderwijs; • de student volgt voltijds onderwijs in een andere lidstaat van de EER; • het gevolgde voltijds onderwijs maakt integraal deel uit van het studieprogramma van de Belgische inrichting voor hoger onderwijs en heeft een volledige academische erkenning.
6
Een student die een au pair functie uitoefent, behoudt verder recht op kinderbijslag, voor zover uiteraard alle andere toekenningsvoorwaarden inzake kinderbijslag vervuld zijn. Zo zullen onder andere de lessen regelmatig moeten gevolgd worden. Om te kunnen spreken over een au pair functie in het buitenland, dienen twee vereisten ingevuld: • de aanwerving van de au pair moet de vervolmaking van de taalkennis en het verwerven van een bredere cultuur van het gastland tot doel hebben; • de au pair vervult in ruil daarvoor taken van huishoudelijke aard in het gastgezin, waarvoor het gastgezin hem of haar in de meeste gevallen een vorm van zakgeld toekent. De algemene normen inzake verblijf van een kind in het buitenland dienen ook hier nageleefd te worden. Dit betekent dus dat voor de student die buiten de EER verblijft (b.v. in de USA) en die geen studiebeurs geniet, er een ministeriële afwijking zal moeten aangevraagd worden.
Europese verordeningen De Europese Verordeningen doen geen recht ontstaan, maar zij pogen de specifieke regelingen van de onderscheiden lidstaten op elkaar af te stemmen, zonder de verschillen tussen de nationale wetgevingen te kunnen uitschakelen. De bevoegdheidsbepalingen van de Europese Verordeningen hebben echter wel voorrang op deze van de interne regelingen.
Toepassingsgebied De Europese Verordeningen zijn in eerste instantie van toepassing op de onderdanen van de staten die lid zijn van de Europese Economische Ruimte evenals op politieke vluchtelingen of staatlozen die op hun grondgebied verblijven. Tot eind 1993 ging het hierbij om de 12 lidstaten van de EG: België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal, Spanje en Groot-Brittannië. Vanaf 1 januari 1994 breidde de toepassing zich uit tot de nieuwe lidstaten van de Europese Unie: Oostenrijk, Finland, Zweden evenals tot Noorwegen en IJsland als ondertekenaars van het akkoord betreffende de Europese Economische Ruimte, terwijl Liechtenstein op 1 mei 1995 toetrad. Sedert 1 juni 2002 zijn de Europese verordeningen ook van toepassing in de relatie tussen Zwitserland en de Europese Unie en vanaf 1 juni 2003 voor alle migranten welke ook hun nationaliteit is, die werken binnen de Europese Unie, Denemarken uitgezonderd (let wel: geldt NIET voor EER) en wiens gezin ook is gevestigd in één van de lidstaten. Daardoor kan nu b.v. een Algerijn, met zijn gezin woonachtig in Frankrijk maar tewerkgesteld in België, ook genieten van Belgische kinderbijslag. Op 1 mei 2004 opende de Europese Unie haar deuren voor 10 nieuwe aanwinsten: welkom Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië, Malta en Cyprus. Vanaf april 2006 speelt Zwitserland hierop in, terwijl sinds 2007 ook Bulgarije en Roemenië zich lidstaat van de Europese Unie mogen noemen. De kinderen Tot en met augustus van het jaar waarin het kind 18 jaar wordt, zal de kinderbijslag onvoorwaardelijk worden toegekend. Om nadien nog rechtgevend te blijven zullen de nodige studiebewijzen moeten aangereikt worden. Het in een andere lidstaat gevolgde onderwijsprogramma dient erkend te zijn door de buitenlandse overheid of ermee overeen te stemmen. Bij niet-erkend onderwijs moet het gevolgde onderwijs minstens 17 uur per week omvatten, en de lessen
moeten regelmatig gevolgd worden. Het is ook van geen belang of het om dag- of avondonderwijs gaat. Minstens 27 studiepunten volstaan ook. Met de Bolognanorm onderging het hoger onderwijs onlangs een sterk Europees gekleurde gedaanteverwisseling. Bijkomende informatie hieromtrent vindt u in onze themagerichte Accent-brochure nummer 6 “Werkende jongeren en kinderbijslag: het kan!”. De rechthebbende Vooraf vestigen wij de aandacht op het feit dat het recht op kinderbijslag zoals wij dit kennen in onze interne Belgische wetgeving, uiteraard niet in alle landen op dezelfde manier gevestigd wordt. Met uitzondering van ons stelsel van gewaarborgde kinderbijslag is het Belgisch recht nog steeds afhankelijk van de beroepsactiviteiten van de betrokkene, behoudens enkele bijzondere en gelijkgestelde toestanden. In de meeste andere landen is dit echter niet het geval, in geen enkel van onze buurlanden trouwens. Daar wordt er een recht gevestigd louter op het feit van het zogenaamde “ingezetenschap”. Hieronder verstaan we een recht gebaseerd op het loutere feit dat men in een bepaald land woont en daar kinderen ten laste heeft.
7
De bepalingen van de Europese Verordeningen gelden voor werknemers, diegenen die zich in een met arbeid gelijkgestelde toestand bevinden, de pensioen- of rentetrekkers, de wezen, alsook voor ambtenaren en zelfstandigen. Het kraamgeld Kraamgeld viel in eerste instantie buiten de toepassingssfeer van de Europese Verordeningen. Vandaar dat destijds de toekenning van kraamgeld werd geregeld via bilaterale overeenkomsten. Zoals die werden afgesloten met Frankrijk, Luxemburg, Duitsland en tot 7 februari 1997 ook met Nederland. Vanaf juni 2001 kwam daar verandering in op aangeven van het Europees Hof van Justitie dat destijds oordeelde dat de weigering kraamgeld (en adoptiepremie) uit te voeren gewoon omdat de begunstigde niet in België woonde, strijdig is met het principe van gelijke behandeling van werknemers. Dus met de verplichting om ook kraamgeld te betalen aan een werknemer onderworpen aan de Belgische wetgeving wiens kind in een andere lidstaat woont. Let wel, deze bonus komt enkel ten goede aan wie is tewerkgesteld als werknemer met een arbeidsovereenkomst, niet aan een zelfstandige.
november 2008
De vergelijking van de bedragen gebeurt maand per maand en kind per kind. Het is goed mogelijk dat alhoewel het totaalbedrag in het ene land hoger is, de andere lidstaat toch kan bijbetalen. Als wegens gebrek aan medewerking van betrokkenen het recht van het woonland niet effectief kan worden toegekend, zal de verschilbetaling vanuit uit werkland zich desondanks beperken tot het virtuele verschil. Werklozen De principes die van toepassing zijn voor de toekenning van de kinderbijslag zijn dezelfde voor de werklozen als voor de actieve werknemers op voorwaarde dat zij niet uitgesloten zijn van een recht op uitkeringen. Pensioen- of rentetrekkers
Om dit principe nu ook effectieve draagkracht te verlenen dienden de eerder afgesloten bilaterale akkoorden hierop afgestemd. Zolang dit niet is gebeurd, is met Luxemburg en Frankrijk voorzien dat het woonland kraamgeld zal uitkeren. Dus wie hier woont en werkt in Luxemburg of Frankrijk komt aan zijn trekken (uitsluitend via de Rijksdienst voor Kinderbijslag), maar wie hier werkt en ginds woont blijft vooralsnog op zijn honger zitten, want bijpassen tot Belgisch niveau is uit den boze. Anders ligt het in Duitsland: daar voorzag het bilateraal akkoord de toepassing van de wetgeving van het werkland. Geen problemen voor wie daar woont en hier werkt, wel omgekeerd om de eenvoudige reden dat Duitsland geen kraamgeld kent. Hieraan is nu dus verholpen, R.K.W. is hiervoor exclusief bevoegd.
Bevoegdheidsbepalingen Tewerkgestelden In principe valt betrokkene onder de toepassing van de wettelijke regeling van het werkland. Hij heeft recht op kinderbijslag volgens de wettelijke regeling van de staat waarin de tewerkstelling plaatsvindt, alsof de gezinsleden op het grondgebied van deze staat wonen. Zo zal een Duitser die tewerkgesteld is in België, de Belgische kinderbijslag genieten voor zijn kinderen die in Duitsland verblijven. Wanneer er, binnen hetzelfde gezin, ook een tewerkstelling plaatsheeft in het woonland, dan wordt het verkregen recht in het land van tewerkstelling geschorst ten belope van het bedrag dat in het woonland kan bekomen worden.
Kent het woonland kraamgeld of een gelijkaardige vergoeding toe, dan kan het werkland enkel betalen in verschil. In tegenstelling met wat voor kinderbijslag geldt, baseert men zich niet op arbeidsprestaties om de prioritaire lidstaat aan te duiden.
Voor de kinderen die verblijven in België en waarvan de vader in Nederland werkt en de moeder in België, wordt in België de kinderbijslag bij voorrang uitgekeerd. Nederland zal eventueel het verschil bijpassen.
Onze wetgeving voorziet ook in de mogelijkheid dat de minister van Sociale Zaken in “behartenswaardige” gevallen steeds een afwijking kan verlenen. Hiervoor kunnen de nodige formulieren aangevraagd worden bij het kinderbijslagfonds.
M.a.w. zal het recht in het werkland primeren op het recht in het woonland, tenzij er in het woonland ook een beroepsactiviteit wordt uitgeoefend. In dat geval betaalt het woonland bij voorrang. In de mate van het mogelijke past de andere lidstaat het verschil bij, zodat steeds het hoogste bedrag gewaarborgd wordt.
8
Worden bedoeld: de personen die rechthebbende zijn op een pensioen of rente wegens ouderdom, invaliditeit, arbeidsongeval of beroepsziekte. Indien de rechthebbende op een pensioen of rente daarvoor in aanmerking komt op basis van de wetgeving van één enkele lidstaat, dan gebeurt de toekenning van de kinderbijslag volgens de wetgeving van deze lidstaat, dit ongeacht de lidstaat op het grondgebied waarvan de rechthebbende of zijn kinderen wonen. Zo zal een rechthebbende die zijn pensioen verkrijgt enkel op basis van de Belgische wetgeving terwijl zijn kinderen in Frankrijk verblijven, de Belgische kinderbijslag ontvangen voor zijn kinderen in Frankrijk. In het geval er pensioenen of renten worden toegekend ten laste van meerdere lidstaten, dan is het land bevoegd op het grondgebied waarvan de rechthebbende woont. Indien in dat land geen recht bestaat, wordt de kinderbijslag toegekend volgens de wettelijke regeling van de lidstaat krachtens dewelke de betrokkene het langste tijdvak van verzekering heeft vervuld. Of bij gelijkheid via de lidstaat waar laatst werd gewerkt. Wezen In tegenstelling met onze nationale wetgeving kan bij toepassing van de Europese Verordeningen het recht op wezenbijslag uitsluitend worden toegekend op basis van het overlijden van de rechthebbende zelf.
Indien de overledene onderworpen was aan de wetgeving van één enkel land, dan is uiteraard dat land bevoegd voor het betalen van de wezenbijslag, los van het feit in welk ander Europees land de wees of de bijslagtrekkende verblijven. Is de overledene onderworpen geweest aan de wetgeving van verschillende landen, dan is het land bevoegd waar de wees verblijft, tenminste als dit land één van de betrokken landen is. Is dit niet het geval, dan is het land bevoegd waar de overledene het langst onderworpen was. Gaat het om periodes van gelijke duur, dan heeft het land waar de overledene het laatst onderworpen was voorrang. Prioriteitsregels inzake bijslagen voor rentetrekkers en voor wezen Een recht op basis van een activiteit heeft voorrang op een recht op basis van een rente. Worden beschouwd als rente: uitkeringen op grond van pensionering, invaliditeit na 1 jaar arbeidsongeschiktheid, arbeidsongeval vanaf de consolidatiedatum, beroepsziekte na de periode van primaire ongeschiktheid en overlijden. In sommige lidstaten waaronder ook België kan er recht op kinderbijslag bestaan, zelfs als de rechthebbende een niet vergoede werkloze is. Dergelijke situatie wordt op een identieke wijze geregeld als zou het een rente betreffen. Wanneer een gezin buiten België verblijft en de Belgische bijslagen zijn verschuldigd en in het land van verblijf ontstaat een recht wegens de uitoefening van een beroepsactiviteit, dan zal de Belgische uitkering beperkt worden tot het eventuele verschil tussen het Belgisch en buitenlandse bedrag. Verblijft een gezin in België en betaalt een andere lidstaat de bijslag op basis van een rente, dan primeren de Belgische bijslagen indien gebaseerd op een beroepsactiviteit. België zal de bevoegde instelling in de andere lidstaat hiervan in kennis brengen teneinde de samenloop te vermijden. Het andere land betaalt eventueel het verschil bij. Wanneer naast het recht op kinderbijslag van de rentetrekker of wees in een lidstaat voor hetzelfde kind op grond van ingezetenschap kinderbijslag wordt toegekend door het woonland, dan wordt het recht van het woonland geschorst ten belope van het bedrag dat in de eerste lidstaat verschuldigd is. Het woonland zal wel het eventuele verschil bijpassen. Het recht op wezenbijslag vastgesteld door toepassing van de Europese Verordening
wordt geschorst wanneer er beroepswerkzaamheden worden uitgeoefend, en dit hoeft niet noodzakelijk in het land te zijn waar de wees verblijft. De rechten vastgesteld uit hoofde van arbeid (of een hiermee gelijkgestelde toestand) worden eerst toegepast, het land dat bevoegd is voor de wezentoeslag betaalt aanvullend. Kan er om interne redenen geen recht worden vastgesteld uit hoofde van die arbeid, dan zal de wezentoeslag wel volledig worden uitbetaald.
Trimestrialisering De trimestrialisering, zoals die sinds 1 april 1990 in onze wetgeving voorzien is, is zonder beperking van toepassing tenzij in het geval dat door dezelfde rechthebbende in een andere lidstaat een nieuwe activiteit wordt aangevat. Er dient tevens van uitgegaan dat het getrimestrialiseerde recht ook een effectief recht is. Hoe we bij samenloop van meerdere rechten de voorrang bepalen verschilt al naargelang het gaat om eenzelfde dan wel verschillende personen. Recht uit hoofde van éénzelfde persoon Wanneer een werknemer in de loop van een maand achtereenvolgens onderworpen is aan de regelingen van twee verschillende lidstaten, dan zal het land dat bevoegd is in het begin van die maand de bijslag uitkeren voor de volledige maand. Ten aanzien van Italië, Denemarken, IJsland en Liechtenstein echter, zal de bijslag proportioneel verdeeld worden volgens het aantal kalenderdagen. Bovendien dient bij samenloop tussen België en Nederland een onderscheid gemaakt te worden naargelang de betrokkene loontrekkende of zelfstandige is. Bij de ene geldt een referteperiode van een maand, voor de andere een referteperiode van een kalenderkwartaal. Voor de vaststelling van de bevoegdheid is de eerst uitgeoefende activiteit bepalend. In deze situaties geldt het principe van de trimestrialisering dus niet. Recht uit hoofde van twee personen Om te weten welke lidstaat de prioritaire bevoegdheid heeft dient vooreerst te worden uitgemaakt vanaf wanneer of tot wanneer degene die achtereenvolgens onderworpen geweest is aan de wettelijke regeling van twee lidstaten, aanspraak kan maken op Belgische bijslag.
9
In tweede instantie wordt dan de voorrangsregeling uitgewerkt. De trimestrialisering is enkel zonder beperking van toepassing indien geen nieuw activiteit wordt uitgeoefend in de andere lidstaat. Voorbeeld : Een gezin woont in een andere lidstaat en de vader werkt in deze lidstaat. De moeder oefent geen beroepsactiviteit uit tenzij van 17 tot 30 januari en dit in België. Eerst gaan we na van en tot wanneer Belgische bijslag kan betaald worden. Aangezien de moeder voor en na de tewerkstelling in België niet in een andere lidstaat werkte krijgt het trimesterialiserinsprincipe volle uitwerking. Er is in principe recht op Belgische bijslag van 1 januari tot 30 juni, waarbij een wetswijziging ingaand op 1 september 2005 slechts effectieve toekenning voorziet vanaf februari. In tweede instantie wordt nagegaan welke lidstaat voorrang heeft. Aangezien er in het woonland ook een tewerkstelling is, heeft deze de prioriteit en kan in België slechts eventueel in verschil betaald worden.
Verschilbetalingen Het is niet omdat de ene lidstaat in totaal minder betaalt dat er geen recht is op verschilbetalingen. De bedragen moeten immers kind per kind en maand per maand vergeleken worden. Voorbeeld: Een in België wonend gezin met twee kinderen waarvan de vader in Frankrijk werkt en de moeder in België Kind A in januari: Kind B in januari:
België
Frankrijk
120 euro 151 euro 171 euro 56 euro ———— ———— 291 euro 207 euro
Niettegenstaande het Belgisch bedrag in totaal 84 euro groter is zal Frankrijk over januari toch 31 euro kunnen betalen. Bij samenloop tussen 3 lidstaten is de algemene regel dat het werkland dat het hoogste bedrag kan toekennen dit ook effectief uitvoert. Het andere werkland betaalt de helft terug of alles wat het kan toekennen als dit minder dan de helft bedraagt. Een bevestiging dat er in het woonland geen betaling kan gebeuren op basis van prestaties is daarenboven steeds vereist.
november 2008
vervolg pag. 9
Bilaterale verdragen
Betalingswijze
U vindt hierna een opsomming van de landen waarmee België een bilateraal verdrag heeft afgesloten. Deze verdragen regelen de toekenning van kinderbijslag voor kinderen van buitenlandse werknemers die in het land van herkomst worden opgevoed.
De verschuldigde bedragen worden rechtstreeks overgemaakt naar het land waar de bijslagtrekkende verblijft. Indien gewenst bestaat er geen bezwaar tegen het betalen op een in België geopende post- of bankrekening.
Heeft de werknemer een dubbele nationaliteit, waaronder de Belgische, dan moet hij volgens de algemeen geldende rechtspraak in België beschouwd worden als Belg, op wie de Belgische wet van toepassing is en niet de bilaterale overeenkomst. De nationaliteit van de bijslagtrekkende en de kinderen is zonder belang.
Speciale formulieren
Specifiek voor het bilateraal verdrag met Turkije is dat ook een Belg zich hierop kan beroepen.
Naast formulieren die gebruikt worden binnen de Belgische wetgeving zullen betrokkenen ook geconfronteerd worden met formulieren, specifiek ontworpen voor de toepassing van Europese verordeningen.
Samenloopregeling
Als belangrijkste noteren we: E401: verklaring inzake samenstelling van het gezin (1 x per jaar) E402: bewijs van voortgezette studie (1 x per jaar, vanaf 18 jaar) E403: bewijs inzake de leertijd (1 x per jaar)
België heeft aan alle betrokken landen voorgesteld dat, wanneer een werknemer opeenvolgend in de loop van één maand onderworpen is aan de wetgeving van twee verdragsluitende staten, de staat bevoegd in het begin van de maand, voor de ganse maand bevoegd zal zijn. Enkel Algerije heeft vanaf 1 september 1992 met deze regeling ingestemd. Vermits de andere staten niet reageerden, worden voor hen de Belgische bedragen verminderd met de buitenlandse.
E405: bewijs van stopzetting van de betalingen
Vanaf september 2005 is er evenwel geen sprake meer van cumul vermits sindsdien de Belgische wetgeving de toekenningen maar laat opstarten de maand nadien.
E411: weergave van de betalingen van de prioritaire lidstaat (om de 6 maand)
Barema
E407: geneeskundige verklaring in verband met de toekenning van bijslagen voor mindervaliden (in principe 1 x per jaar, doch afhankelijk van de termijn waarover de beslissing genomen werd).
De barema’s werden in ieder bilateraal akkoord afzonderlijk vastgelegd en zijn aanzienlijk lager dan wat voorzien is binnen de Belgische regeling, behalve voor Kroatië en zijn buurlanden. Bepaalde categorieën van mijnwerkers genieten echter wel de kinderbijslag volgens het Belgisch barema.
Bijslagtrekkende, bedrag en rangbepaling Wordt de bijslag uit hoofde van één buitenlandse werknemer betaald aan twee verschillende bijslagtrekkenden in het land van herkomst, dan is het totale bedrag dat toegekend kan worden (maximum 4 kinderen) te verdelen in verhouding tot het aantal opgevoede kinderen per bijslagtrekkende. In de overeenkomst met Kroatië is er geen beperking van het aantal kinderen.
Voorbeeld: Twee bijslagtrekkenden in Marokko. Bijslagtrekkende A voedt 4 kinderen op en bijslagtrekkende B 1 kind. In totaal kan 109,98 euro worden toegekend (25,14+26,71+28,28+29,85) - A krijgt 4/5e van 109,98 of 87,98 euro, - B krijgt 1/5 of 22 euro (barema 1 september 2008) Het speelt geen rol of de verschillende bijslagtrekkenden deel uitmaken van hetzelfde gezin. Wordt uit hoofde van één loontrekkende werknemer bijslag toegekend, zowel voor kinderen die in België verblijven als voor kinderen in het land van herkomst, dan dient rekening gehouden met de rang van de kinderen bij iedere bijslagtrekkende afzonderlijk. Voorbeeld: - 1 bijslagtrekkende in België, - 1 in Marokko. In België worden 3 kinderen opgevoed van 16, 11 en 3 jaar. In Marokko 2 kinderen van 8 en 6 jaar. In België wordt betaald: 1ste, 2de en 3de rang, in Marokko: 25,14+26,71 euro. De bijslagtrekkende in het buitenland is in principe steeds de moeder of, indien zij het kind niet zelf opvoedt, de persoon die deze taak vervult. Om aan het kind zelf te betalen, spelen de voorwaarden van het Belgisch intern recht: ofwel is het gehuwd, ofwel ontvoogd of ouder dan 16 en apart gedomicilieerd. Kind komt aan of verlaat België in de loop van een maand In deze situatie is er sprake van samenloop. Het kind heeft recht op het
10
Belgisch barema voor de volledige maand, verschuldigd aan de bijslagtrekkende in België. Er bestaat ook een recht op grond van de bilaterale overeenkomst voor de periode dat het kind in het betreffende land verblijft. Dit forfaitaire bedrag moet betaald worden aan de bijslagtrekkende in het buitenland. In dergelijk geval wordt het Belgisch barema verminderd met het bedrag voorzien bij de bilaterale overeenkomst. Sinds september 2005 is in deze context een nieuwe regelgeving van toepassing. Voor een kind dat in de loop van de maand in België arriveert is alleen het bedrag uit de bilaterale overeenkomst verschuldigd. Omgekeerd, verlaat het ons land kan het nog aanspraak maken op de volledige maand Belgische kinderbijslag. Valt aankomst of vertrek uitgerekend de 1e van de maand, is er die maand recht op resp. het Begisch barema dan wel de bilaterale bedragen. Voorbeeld: Een Marokkaans kind verlaat de moeder in Marokko en arriveert bij zijn vader in België op 10 oktober. De moeder ontvangt voor oktober 25,14 euro (barema september 2008). De vader krijgt het Belgisch barema vanaf november. Verhuist het kind van België naar Marokko betalen we enkel Belgische bijslag. In de vroegere regeling kreeg de vader voor oktober het Belgisch forfait verminderd met het bedrag dat aan de moeder werd betaald. Of nog, bij verhuis richting Marokko werd voordien enerzijds het bilateraal bedrag, anderzijds het Belgisch barema verminderd met dat bilateraal bedrag toegekend.
Band tussen rechthebbende en rechtgevend kind De kinderbijslag wordt toegekend voor de eigen kinderen van de rechthebbende, voor de gemeenschappelijke kinderen van de rechthebbende en zijn echtgeno(o)t(e) en voor de eigen kinderen van de echtgeno(o)t(e).
Slovenië hier buiten valt want sedert mei 2004 bij Europese Unie. Categorieën van rechthebbenden Kinderbijslag wordt toegekend via de werknemers of daarmee gelijkgestelden. Bij arbeidsongeschiktheid wordt de tussenkomst beperkt tot 6 maanden. Er bestaat geen recht op wezenbijslag. Rechtgevende kinderen De kinderbijslag wordt toegekend voor kinderen woonachtig in bovenvermelde landen tot de leeftijd van 14 of 25 wanneer zij lessen volgen onder de voorwaarden die bij de Belgische wetgeving zijn vooropgesteld.
Kroatië Overeenkomst van 31 oktober 2001 In werking vanaf 1 augustus 2005 Categorieën van rechthebbenden Gezinsbijslag wordt toegekend uit hoofde van de werknemer of daarmee gelijkgestelde (gepensioneerde, werkloze, invalide), ook als die eventueel overlijdt. Rechtgevende kinderen Maximaal tot 25 jaar, als de studies voldoen aan de gestelde normen. Bedragen
Er is in een maandelijks bedrag voorzien van 12,39 euro per kind, voor maximum 4 kinderen. Belgisch barema kan toegekend worden voor de 6 maanden die de aankomst van de rechtgevende kinderen voorafgaan indien die gelegen is binnen de 12 maanden volgend op het begin van tewerkstelling.
Belgisch barema (inclusief rang en leeftijdsbijslag) of Kroatisch tarief (eventueel mits verschilbetaling), al naargelang hier of ginds plaats van tewerkstelling en verblijfplaats van het kind. De overeenkomst geldt ook voor Bosniërs, Montenegrijnen, Serviërs of Macedoniërs die in België werken en wiens kinderen worden opgevoed in Kroatië, met andere woorden, de rechtgevende kinderen moeten in Kroatië wonen.
Speciale formulieren
Speciale formulieren
B.Y.27: eerste aanvraag om kinderbijslag B.Y.28: vereenvoudigde aanvraag (bij volgende aanvraag) B.Y.29: getuigschrift inzake gezinstoestand (jaarlijks, begin juni) B.Y.30: schoolgetuigschrift (jaarlijks, begin september)
B.HR.AA: aanvraag voor kinderen opgevoed in Kroatië B.HR.401: getuigschrift inzake gezinssituatie met oog op verlenen van kinderbijslag B.HR.402: bewijs van voortgezette studie
Bedragen
Het adres van het bevoegde verbindingsorgaan is: Ministarstvo Obitelji, Branitelja I Medugeneracijske Solidarnosti, Park Stara Tresnjevka 4, 1000 Zagreb.
Servië, Kosovo, Montenegro, Macedonië en Bosnië-Herzegowina Voor deze landen geldt nog steeds de overeenkomst van 1 november 1954, afgesloten met het vroegere Joegoslavië. Noteer dat
11
november 2008
Turkije Verdrag van 4 juni 1966, van kracht sinds 1 mei 1968 Gewijzigd vanaf 1 april 2002 Categorieën van rechthebbenden Als rechthebbenden komen in aanmerking: Turkse en Belgische werknemers, staatslozen en vluchtelingen in België tewerkgesteld, wiens kinderen in Turkije worden opgevoed. Deze rechthebbenden dienen in het bezit te zijn van een geldige arbeidsvergunning. De kinderbijslag wordt toegekend voor de periodes van werkelijke arbeid, voor de periodes die daarmee gelijkgesteld worden en voor periodes van werkloosheid. Ingeval van arbeidsongeschiktheid wordt de kinderbijslag sinds 1 april 2002 ook vanaf de zevende maand verder toegekend. Er is nu ook recht voor rechthebbenden die van een rente genieten: pensioen of overlevingspensioen, evenals ten gunste van wezen en dit ongeacht het grondgebied van de beide landen waar ze verbleven Rechtgevende kinderen De kinderbijslag wordt toegekend tot de leeftijd van 14 jaar of tot de leeftijd van 25 jaar wanneer de kinderen in Turkije lessen volgen zoals bepaald bij de Belgische wetgeving. Bedrag Het aantal rechtgevende kinderen wordt beperkt toe vier. Het barema is geïndexeerd.
Barema Bedrag per maand 1 september 2008 in euro (E) 1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind
25,14 26,71 28,28 29,85
Het bedrag van de Belgische kinderbijslag kan worden toegekend voor de zes maanden die de komst van de rechtgevende kinderen naar België voorafgaan, op voorwaarde dat deze komst valt binnen de twaalf maanden die volgen op het begin van de tewerkstelling in België. Deze bepaling mag meer dan één keer toegepast worden.
zekerheid in Turkije (jaarlijks, begin september).
Marokko
Begin juni dient een uittreksel uit het bevolkingsregister in Turkije te worden voorgelegd of een attest van leven van ieder gezinslid, doch hiervoor werd geen speciaal typeformulier ontworpen.
Categorieën van rechthebbenden
Algerije Verdrag van 27 februari 1968, van kracht sinds 1 oktober 1969 De Algerijnse werknemers die in België tewerkgesteld zijn en met kinderen opgevoed in Algerije, hebben recht op kinderbijslag krachtens de Algerijnse wetgeving. Categorieën van rechthebbenden Kinderbijslag wordt toegekend voor rechthebbenden die werkelijke arbeid verrichten en voor de ermee gelijkgestelde periodes. Bij arbeidsongeschiktheid wordt de bijslag gedurende maximum zes maanden uitgekeerd. Er bestaat geen recht op wezenbijslag. Het recht op kinderbijslag vervalt eveneens bij vertrek van de werknemer uit België. Rechtgevende kinderen Kinderen zijn rechtgevend tot de leeftijd van 14 jaar of tot de leeftijd van 25 jaar wanneer zij lessen volgen onder de voorwaarden die bij de Belgische wetgeving zijn vastgesteld. Gezien de kinderbijslag betaald wordt overeenkomstig de Algerijnse wetgeving, is er geen speciaal document vereist voor de kinderen boven de 14 jaar.
Verdrag van 24 juni 1968, van kracht sinds 1 augustus 1971
Als rechthebbenden komen in aanmerking Marokkaanse werknemers in België tewerkgesteld met kinderen opgevoed in Marokko. Deze rechthebbenden dienen dan wel in het bezit te zijn van een geldige arbeidsvergunning. Kinderbijslag wordt toegekend voor periodes van werkelijke arbeid, voor de periodes die met prestaties gelijkgesteld zijn en periodes van werkloosheid. Wanneer de rechthebbende de dubbele nationaliteit bezit (Marokkaan en Belg) zal hij beschouwd worden als Belg. Dan zal dus een individuele ministeriële afwijking moeten worden gevraagd omdat het bilateraal akkoord voor Belgen niet kan worden toegepast. De rechthebbenden op een pensioen of uitkering voor invaliditeit, arbeidsongeval of beroepsziekte hebben eveneens recht op kinderbijslag voor hun in Marokko opgevoede kinderen. In dit geval kunnen ook Belgen aanspraak maken op de toepassing van het bilateraal akkoord, wanneer hun kinderen in Marokko worden opgevoed. Er bestaat eveneens recht op wezenbijslag, doch uitsluitend voor de wezen van de overleden werknemer. Rechtgevende kinderen De kinderbijslag wordt toegekend tot de leeftijd van 14 jaar of tot de leeftijd van 25 jaar wanneer het kinderen betreft die cursussen volgen onder de voorwaarden die bij de Belgische wetgeving zijn vastgesteld. Bedragen
Bedragen De Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers zal maandelijks een forfaitair bedrag van 12,39 EUR per kind aan de Algerijnse bevoegde instelling terugbetalen. Er zal geen rekening gehouden worden met de rechtgevende kinderen na het vierde kind. De nodige gegevens in verband met de samenstelling van het gezin en de arbeidsprestaties dienen door het kinderbijslagfonds aan de Rijksdienst doorgegeven te worden.
Speciale formulieren:
Speciale formulieren
BT 25: - schoolgetuigschrift, te viseren door de plaatselijke instelling voor sociale
Model B Alg.21: gezinstoestand (jaarlijks, begin juni).
12
De kinderbijslag wordt toegekend voor maximum vier kinderen. Het barema is geïndexeerd.
Barema 1 september 2008 1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind
Bedrag per maand in EUR (E) 25,14 26,71 28,28 29,85
De Belgische kinderbijslag kan toegekend worden voor de zes maanden die de aankomst van de rechtgevende kinderen in België voorafgaan, op voorwaarde echter dat deze aankomst plaatst heeft binnen de twaalf maanden die op het begin van de tewerkstelling in België volgen. Deze bepaling mag meer dan één keer toegepast worden.
De kinderbijslag wordt rechtstreeks betaald aan de bijslagtrekkende in Marokko bij middel van een internationale bancaire cheque. Indien de bijslagtrekkende houder is van een bankrekening in Marokko, kan de bijslag rechtstreeks op deze rekening worden gestort. Speciale formulieren: BM 24: gezinstoestand in Marokko (jaarlijks, begin juni) BM 25: schoolgetuigschrift, te viseren door de Caisse Nationale de Sécurité Sociale, Casa BP 2222, Casablanca (jaarlijks, begin september).
Tunesië Verdrag van 29 januari 1975, van kracht sinds 1 november 1976 Categorieën van rechthebbenden Als rechthebbenden komen in aanmerking Tunesische werknemers in België tewerkgesteld met kinderen opgevoed in Tunesië. Deze rechthebbenden dienen dan wel in het bezit te zijn van een geldige arbeidsvergunning. De kinderbijslag wordt toegekend voor de periodes van werkelijke tewerkstelling, periodes van werkloosheid en voor de met prestaties gelijkgestelde periodes. Er bestaat eveneens recht op kinderbijslag voor de rechthebbenden op een pensioen en voor invaliden. In dit laatste geval kunnen ook Belgen aanspraak maken op de toepassing van het bilaterale akkoord. Indien het een wees betreft van de overleden werknemer, bestaat er eveneens recht op wezenbijslag. Rechtgevende kinderen De kinderbijslag wordt toegekend tot de leeftijd van 14 jaar of tot de leeftijd van 25 jaar voor studenten.
Bedragen Het aantal rechtgevende kinderen is beperkt tot vier. Het barema is geïndexeerd.
Barema 1 augustus 2005
Bedrag per maand in EUR (E)
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind
25,14 26,71 28,28 29,85
Wanneer de kinderen naar België komen, dan kan het Belgisch barema reeds toegekend worden voor de zes maanden die de aankomst in België voorafgaan, op voorwaarde dat deze aankomst gelegen is binnen de twaalf maanden na het begin van de tewerkstelling in België. Deze bepaling mag meermaals toegepast worden. De betaling gebeurt rechtstreeks aan de bijslagtrekkende in Tunesië bij middel van een internationale bancaire cheque. Indien de bijslagtrekkende houder is van een bankrekening in Tunesië, kan de bijslag rechtstreeks op deze rekening gestort worden. Speciale formulieren: Model B Tunis 21: onderzoek en controle van de gezinstoestand (jaarlijks, begin juni); Model B Tunis 24: onderzoek en controle van het recht voor studenten van +14 jaar (jaarlijks, begin september); Model B Tunis 29: onderzoek van het recht op bijslag wegens een arbeidsongeschiktheid van meer dan 6 maanden; Model B Tunis 30: onderzoek van het recht op bijslag voor een gepensioneerde werknemer; Model B Tunis 31: onderzoek van het recht op wezenuitkeringen. Model B Tunis 31P: controle van het recht op wezenbijslag (jaarlijks, begin juni en begin december).
13
november 2008
Europese ambtenaren en instellingen In samenloop met het recht op gezinsbijslag voortvloeiend uit het statuut van ambtenaren van de Europese Unie dient de Belgische gezinsbijslag in alle situaties bij voorrang te worden uitgekeerd. Onze wetgeving primeert nu ook wanneer het gaat om wezen of wanneer onze rechthebbende niet gehuwd is met of uit de echt gescheiden is van de Europese ambtenaar, dit in tegenstelling met de vroegere wetgeving. Europa kan altijd aanvullend betalen omdat het bedrag van de bijslag betaald door de Europese Unie altijd hoger is dan de Belgische bijslag. Vraag is nog welke de Europese organisaties zijn waarvan het personeel door het statuut van Europees ambtenaar verbonden is. Een limitatieve opsomming : het Europees Parlement, De Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, het Economisch
14
en Sociaal Comité, de Rekenkamer, de Europese Investeringsbank, het Comité van de Regio’s, de Ombudsman van de Europese Gemeenschap, het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding in Thessaloniki, de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden in Dublin, het Europees Milieulandschap in Kopenhagen, het Europees Bureau voor de Geneesmiddelenbeoordeling in Londen, het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken,ontwerpen en modellen) in Alicante, de Europese Stichting voor Opleiding in Turijn, Het Europees waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving in Lissabon, Het Bureau voor plantenrassen in Brussel, het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk in Bilbao, het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie in Luxemburg, het personeel van de Europese Scholen, Eurocontrol en het Joint Research Center (JRC), waarin ook Euratom is opgenomen.
Verbindingsorganen De hieronder vernoemde verbindingsorganen kunnen worden ingeschakeld wanneer zich problemen voordoen bij vaststellingen van rechten, terugvorderingen of het invullen van de voorgeschreven formulieren. Meestal echter zal het kinderbijslagfonds deze problemen zelf kunnen oplossen, neem dus steeds eerst contact met uw kinderbijslagfonds alvorens u rechtstreeks naar het verbindingsorgaan te wenden! België Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70 • B-1000 BRUSSEL Denemarken Socialministeriet DK-1060 KØBENHAVN Duitsland Hauptstelle der Bundersanstalt für Arbeit Postfach D-90478 NURNBERG Spanje Instituto Nacional de la Seguridad Social Padre Damian 4 • E-28036 MADRID Frankrijk Centre de sécurité sociale des travailleurs migrants Rue de la Tour des Dames 11 F-75436 PARIS CEDEX 09
Groot-Brittannië Department of Social Security Pensions and Overseas Benefits Directorate GB-NEWCASTLE UPON TYNE NE 98 1BA Noord-Ierland Department of Health and Social Services Northern Ireland Social Security Agency Overseas Branch • Royal Avenue BELFAST BT1 1DX Gibraltar Department of Social Security Benefits Agency • Overseas Branch NEWCASTLE-UPON-TYNE NE 98 1YX Oostenrijk Bundesministerium für Umwelt, Jugend und Familie Franz-Josefs-Kai 51 • A-1010 WIEN
Slowakije Ustredie prace socialnych veci a rodiny Zupne namestie 5-6 812 67 BRATISLAVA 1 Polen Ministertwo Gospodarki Pracy I Polityki Spolecznej Departement Koordynacji Systemow Zabezpieczenia Spolecnzego Nowpgrodzka 1/3/5 00-513 WARSAWA Estland Sotsiaalkindlustusament Lembitu Street 12 15092 TALLINN Litouwen SODRA Foreign Pensions Division Sevcenkos 16 building 3, 3rd floor LT-2009 VILNIUS Malta Departement of Social Security International relations Unit 38 Ordnance Street VALETTA, CMR 02
Finland Sosiaali – ja terveysministeriö / Social-och hälsovärdministeriet P.O.Box 267 • SF-00171 HELSINKI
Cyprus The Social Insurance Services of the Ministry of Labour and Social Insurance 7 Byron Avenue 1465 NICOSIA
Zweden Riksförsäkringsverket Adolf Frederiks Kyrkogata 8 S-10351 STOCKHOLM
Hongarije Allamhaztartasi Hivatal Jozsef Nador ter 2/4 1051 BOEDAPEST
Ierland Child Benefit Section St Oliver Plunkett road LETTERKENNY Co DONEGAL
Noorwegen Rikstrygdeverket Drammensveien 60 • N-0241 OSLO
Italië Istituto Nazionale delle Previdenza sociale – Direzione centrale Via della Frezza 17 • I-00186 ROMA
IJsland Rikisskattsjori Laugavegur 116 IS-150 REYJAVIK
Slovenië Ministerstvo za Delo, Druzino in Socialne Zadeve Prodrocje Druzine Kotnikova ulica 5 1000 LJUBILJANA
Luxemburg Caisse nationale des prestations familiales Boulevard Prince Henri 1A • B.P. 394 L-2013 LUXEMBOURG
Liechtenstein Liechtensteinische Familienausgleichkass Geberweg 5 • FL-9490 VADUZ Zwitserland Le Service des allocations familiales Effingerstrasse 20 CH-3003 BERN
Griekenland OAED – Bureau voor de tewerkstelling van arbeidskrachten Ethnikis Antistasis 8 Trachones 16610 ATHINAE
Nederland Bureau voor Belgische Zaken op het gebied van de sociale verzekering Rat Verleghstraat 2, NL-4815 NZ BREDA Portugal Departamento de Relaçoes Internacionais de Segurança Social Rua De Junqueira 112 • Apartado 3072 P-1302 LISBOA CODEX
Letland State Social Insurance Agency 70a Lacplesa street RIGA
15
Tsjechië Ministerstvo prace a socialnich veci Na Poricnim pravu 1/376 12801 PRAHA 2 e-mail:
[email protected] Bulgarije Agence de l’aide sociale 2 Triaditza Street 1051 SOFIA e-mail:
[email protected] Roemenië Ministerul Muncii, Soldaritatii si Familiei Str.Dem.I.Dobrescu nr 2-4 Sector 1 BUCAREST e-mail:
[email protected]
november 2008
Acerta Kinderbijslagfonds vzw
Accent
Acerta Kinderbijslagfonds betaalt als sociale dienstverlener op vraag van aangesloten werkgevers correct en tijdig kinderbijslag aan rechthebbende gezinnen. Daarenboven biedt het deskundige sociale begeleiding via gerichte en betrouwbare informatie- en adviesverstrekking.
is een inforeeks van Acerta over het sociaal recht.
Enig cijfermateriaal: - 31 000 aangesloten werkgevers - 136 200 rechthebbende gezinnen - 240 700 rechtgevende kinderen - 9 kantoren - circa 115 medewerkers.
Deze reeks bevat de volgende brochures over de gezinsbijslag voor werknemers, uitgegeven door Acerta Kinderbijslagfonds: nr. 1 Gezinsbijslag voor werknemers: uw leidraad
De regelgeving omtrent internationale overeenkomsten is vrij complex. Voor meer informatie kunt u altijd terecht bij Lieven Vanhastel, juridisch adviseur en dit op volgend telefoonnummer 03 928 22 16. Mailen kan uiteraard ook:
[email protected]
nr. 2 Kinderbijslag zonder grenzen: internationale overeenkomsten nr. 3 Mindervalide kinderen en gezinsbijslag nr. 4 Samen ouder blijven: co-ouderschap nr. 5 Het gezin: een voldongen feit? Over samenwonen
Acerta Kinderbijslagfonds heeft kantoren in:
nr. 6 Werkende jongeren en kinderbijslag: het kan!
2610 Antwerpen-Wilrijk Sneeuwbeslaan 20 tel.: 03-829 22 99 fax: 03-829 22 24
3000 Leuven Diestsevest 14 tel.: 016-24 52 60 fax: 016-24 53 70
1020 Brussel BDC Heizel Esplanade PB 64 tel.: 02-773 16 20 fax: 02-773 16 30
5000 Namur Rue Joseph Saintraint 10 tel.: 081-25 04 64 fax: 081-24 01 85
9000 Gent Opgeëistenlaan 8/202 tel.: 09-264 12 80 fax: 09-264 12 89
9100 Sint-Niklaas Grote Peperstraat 4 tel.: 03-780 74 40 fax: 03-780 74 47
3500 Hasselt Kunstlaan 16 tel.: 011-24 94 00 fax: 011-23 19 71
2300 Turnhout Patersstraat 100 tel.: 014-40 02 30 fax: 014-40 02 38
nr. 7 Geboorte- en adoptiepremie nr. 8 Sociale toeslagen Vraag een gratis exemplaar via onze kantoren. .
Colofon Redactie: Juridische Zaken KBF
8500 Kortrijk Grote Markt 19 tel.: 056-26 67 08 fax: 056-21 93 29
Eindredactie: Guy Van Wolvelaer Grafische realisatie: F en L Acerta Verantwoordelijk uitgever: Paul Roosen BDC Heizel Esplanade PB 64 1020 Brussel
Publicatiedatum: november 2008
Bezoek onze site www.acerta.be
16