Kinderafdeling
De onrustige baby
Diaconessenhuis Leiden De onrustige baby
Inleiding Huilen is normaal gedrag in de ontwikkeling van kinderen. Het is voor baby’s in de eerste levensmaanden een belangrijk communicatiemiddel met de ouders. Te veel huilen wordt gedefinieerd als huilen ‘meer dan drie uur per dag, minstens drie dagen per week gedurende drie weken achtereen’. Of de meest eenvoudige definitie: ‘De ouders vinden dat de baby teveel huilt’. De baby blijft huilen en onrustig ondanks dat aan de ‘gewone’ behoeftes (warme kleding, schone luier etc.) is voldaan en er geen sprake lijkt te zijn van honger of pijn. Deze baby’s zijn vaak ook moeilijk te troosten. Ze kunnen heftig reageren op normale prikkels uit de omgeving. Huilen kan het opbouwen van een plezierige relatie tussen ouder en kind belemmeren. Deze informatiefolder is bedoeld om ouders praktische adviezen te geven over aanpak van onrustige baby’s. Doel van de opname Observatie en onderzoek De eerste 24 uur wordt de zorg door de verpleegkundige gedaan zodat zij uw kind kan observeren. Als uw kind borstvoeding krijgt, bekijken we wat wenselijk is voor ouders en kind. Er wordt bekeken op welke momenten en op welke manier uw kind huilt en onrustig is. Deze observaties worden op de zogenaamde ‘observatielijst’ geschreven. Hierop noteren de verpleegkundigen in verschillende kleuren de tijden dat uw kind huilt, wakker is en slaapt, en eventuele bijzonderheden die zijn opgevallen. De lijst geeft inzicht in hoe het die dag en nacht met uw kind is gegaan. Vaak blijkt, dat uw kind de eerste twee tot drie dagen erg veel slaapt omdat het oververmoeid is. Uit onderzoek is gebleken dat slechts zelden een afwijking of een ziekte wordt gevonden. Pas als tijdens de opname uit observaties blijkt dat uw kind misschien wel een ziekte of afwijking heeft, wordt verder onderzoek gedaan. Hiermee wordt vermeden dat we uw kind belasten met allerlei onnodige onderzoeken. Duur van opname Tijdens de opname zal door het aanbrengen van voorspelbaarheid en het verminderen van prikkels (rust en regelmaat, zie hieronder) het huilen en de onrust afnemen. Effect hiervan valt na één week te verwachten. Daarom duurt de opname over het algemeen minimaal één week. Door thuis de adviezen te blijven volgen, zal het huilen uiteindelijk verminderen. Tegen het einde van het ziekenhuisverblijf willen we een aantal punten hebben bereikt: - Het tot rust komen van ouders en baby; - Het omlaag brengen van de huilperiodes van de baby. Het is echter niet zo dat de baby nooit meer zal huilen. - Het bereiken van een dagprogramma waarin ritme en regelmaat, voeding- en slaaptijden een grote rol spelen; - Dat de ouders de adviezen die zij hebben gekregen kunnen gebruiken; - Eventuele medische oorzaken uitsluiten en/of behandelen. Aan het eind van de opname is het raadzaam dat een ouder één of twee nachten blijven slapen. De overgang naar huis wordt zo vergemakkelijkt.
2
Diaconessenhuis Leiden De onrustige baby
Dagprogramma De pedagogisch medewerker maakt samen met u een dagprogramma waarmee uw kind een regelmatig dag- en nachtritme krijgt aangeboden. In het programma staan bijvoorbeeld voedings- en slaaptijden en speelmomenten. Het dagprogramma wordt aangepast aan de leeftijd en ontwikkeling van uw kind en de activiteiten binnen uw gezin. Zo kunt u dit programma ook thuis voortzetten. Na de observatieperiode wordt u weer betrokken bij de zorg van uw kind. De verpleegkundigen en/of pedagogisch medewerker blijven op de achtergrond om adviezen te geven. Bezoek Alléén de ouders mogen op bezoek komen, volgens vaste tijden. Dit om rust en structuur aan uw kind te bieden. Broertjes en zusjes kunnen na een aantal dagen, na overleg, op bezoek komen. Disciplines De kinderfysiotherapeut zal u eerst wat vragen stellen over de onrust, de houdingen van uw kind en de motorische ontwikkeling. Daarna kijkt zij naar de motorische ontwikkeling en bijzonderheden in de houding. Zo nodig krijgt u adviezen. De kinderpsycholoog stelt vragen over het verloop van de zwangerschap en bevalling, en over de huidige gezinssituatie. Daarnaast wordt besproken of er voldoende steun in de omgeving aanwezig is. Tenslotte kan de kinderpsycholoog helpen bij eventuele persoonlijke problemen van de ouders. Rust en regelmaat De aanpak van huilen en onrustig gedrag is gebaseerd op ‘rust en regelmaat’. Hieronder wordt niet verstaan, zoals vroeger, op vaste kloktijden voeden en slapen, maar goed kijken naar de signalen van de baby en hierop reageren. Rust ontstaat door afname van het aantal prikkels. Regelmaat ontstaat met het aanbrengen van een vast patroon in de tijd en plaats van activiteiten. Deze begrippen worden hieronder beschreven. Rust Rust ontstaat door een gezonde afwisseling van waken en slapen in een rustige omgeving. Creëer een rustige omgeving door te veel prikkels te vermijden. geen radio en televisie; geen gebruik van wipstoel of maxi cosi buiten de voedingsmomenten; geen voortdurend vermaak van het kind; geen mechanisch aangedreven speelgoed; geen babygym voor een kind jonger dan drie maanden; slapen op een vaste plek; niet te veel bezoek/uitstapjes.
3
Diaconessenhuis Leiden De onrustige baby
Regelmaat in tijd Herhaling geeft herkenning en voorspelbaarheid waardoor het kind in een vertrouwde ritme komt. Regelmaat in tijd wordt bereikt door een eenzelfde opeenvolging van gebeurtenissen. Bijvoorbeeld: slapen – ontwaken – voeden - contact met de ouders (even op schoot zitten/knuffelen) - alleen zijn of ‘spelen’ in de box - bij vermoeidheidssignalen wakker naar bed – ontwaken – voeden - etc. Bij voorkeur direct na het wakker worden voeden. Voedingen zoveel mogelijk op tijd geven, zonodig de baby voor de voedingen wakker maken. Afwijkingen van de voedingstijd tot ongeveer een uur zijn acceptabel. Hierbij dient wel rekening gehouden te worden met de tussenliggende tijd: Voeden overdag gerekend vanaf het begin van de vorige voeding: minimaal 2 uur tussentijd maximaal 4 uur tussentijd. Regelmaat in plaats Vaste tijdstippen en een vaste plek waar gespeeld en geslapen wordt, bieden voorspelbaarheid voor de baby. Regelmaat in plaats betekent: slapen doet een baby in zijn eigen wiegje of bedje op een rustige plek spelen op dezelfde plaats, het liefst in de box. Een teveel aan indrukken en ervaringen kan zich uiten in onrust, oververmoeidheid, overactief en prikkelbaar gedrag en moeite met slapen. Bij oververmoeidheid kan het lijken of de baby last heeft van darmkrampjes, of de indruk wekken dat hij honger heeft. Het krampgedrag uit zich in verhoogde spierspanning, overstrekken, een opgezette buik met lucht en veel windjes, gebalde vuisten, maaiende armen en benen. Een ogenschijnlijke honger kan zich uiten in verwoed zuigen aan elke aangeboden speen, borst of fles. Aandacht en spelen Samen tutten en spelen zijn van groot belang voor de algemene ontwikkeling. U en uw kind hebben wederzijds contact nodig om te genieten van elkaar en elkaar beter te leren kennen. Voor heel kleine kinderen zijn lichamelijk contact en oogcontact al een vorm van aandacht. U doet vaak de eerste pogingen om lachjes en mondbewegingen uit te lokken. U praat tegen uw kind met een ontspannen gezicht. Van positieve aandacht groeit uw kind, maar het kost ook veel energie. Stop dus op tijd. Het alleen spelen, dus zonder communicatie met ouders en/of broertjes en zusjes, is ook belangrijk voor de ontwikkeling. Uw kind leert (zelfstandig) te spelen en zichzelf te vermaken. Als uw kind na de voeding en het samen tutten al moe is, is de box te veel en wil uw kind naar bed. U kunt uw kind in de box op een afstandje in de gaten houden totdat het moe is. Zo’n 5 – 10 minuten alleen spelen is soms al veel en dus voldoende om vervolgens uw kind naar bed te brengen.
4
Diaconessenhuis Leiden De onrustige baby
Eerste -
tekenen van vermoeidheid rode wangetjes of oortjes; bleek worden; gapen; in ogen wrijven; jengelen; drukker worden; wegkijken.
Wakker in bed Leg de baby bij de eerste tekenen van vermoeidheid wakker in bed te slapen. Een kind dat gewend is uit zichzelf in slaap te vallen, slaapt genoeg en wordt uitgerust wakker. Een kind dat in slaap geholpen wordt (door bijvoorbeeld te wiegen of op schoot in slaap te vallen), wordt vaak bij het geringste geluid of door elke onwillekeurige beweging wakker. Voor ze inslapen huilen/jengelen kinderen soms 5-20 minuten, om vervolgens van het ene op het andere moment in slaap te vallen. In slaap huilen kan met name de eerste twee dagen voorkomen en vervolgens afnemen. Het is de overgang naar het op eigen kracht in slaap vallen. Accepteer het huilen als een manier van loslaten van de opgedane indrukken in de overgang naar het op eigen kracht in slaap vallen. Zet eventueel een kookwekker op 15 tot 20 minuten, zodat voor uzelf duidelijk wordt hoelang uw kind zichzelf in slaap huilt. Het gebruik van een kookwekker betekent niet dat een ouder die tijd niet mag gaan kijken, wel is het beter dat uw kind u niet ziet. Ziet het kind de ouder wel, dan kan het verwachten dat het opgepakt zal worden, en als dat niet gebeurt begint het huilen met hernieuwde kracht. Het zelf in slaap leren vallen, zal dan langer duren (meerdere slaapjes bestrijken) en dus met meer huilen gepaard gaan. Tips bij ontroostbare huiluurtjes van voeding tot voeding één maal per dag dragen in de draagdoek of wandelen in de kinderwagen schakel hulp van derden in (zoals familie en vrienden), zodat u wat extra uurtjes slaap of ontspanning kunt hebben, desnoods overdag. Aai de baby zachtjes over zijn bolletje of buik en praat of neurie zachtjes tegen hem. Raakt de baby overstuur? Troost hem dan even en leg hem rustig terug in bed als hij weer rustig is. Geef hem dan weer de mogelijkheid om uit zichzelf in slaap te vallen, dus blijf niet bij de baby tot hij slaapt. Een baby van vier weken oud is vaak binnen een uur na het wakker worden alweer moe. Een uur om te voeden, te verschonen en te knuffelen is dus zo voorbij. U kunt de volgende tijden als leidraad nemen: 0 2 7 3
– 2 weken – 6 weken – 12 weken – 5 maanden
30 – 45 minuten wakker per keer, inclusief voedingstijd; 45 – 60 minuten wakker per keer, inclusief voedingstijd; 60 – 75 minuten wakker per keer, inclusief voedingstijd; 1,5 uur wakker per keer, inclusief voedingstijd.
5
Diaconessenhuis Leiden De onrustige baby
Tijdens de diepe slaap - dit is meestal ’s nachts - beweegt de baby nauwelijks. Tijdens de actieve slaap, overdag, kan de baby wat bewegen, doet hij soms de ogen half open of maakt hij wat geluidjes. Dit is ongeveer 45 minuten nadat de baby in slaap is gevallen. Daardoor lijkt het soms net of hij wakker wordt, maar hij is misschien nog niet uitgeslapen. Wacht daarom even met uit bed halen om te kijken of hij zelf weer in slaap valt. Inbakeren Soms blijkt tijdens de opname dat het kind zichzelf uit de slaap houdt door onwillekeurig gemaai van de armen en benen. Inbakeren kan dan helpen. Bij inbakeren wordt het kind in doeken gewikkeld, of in een bakerzak gedaan, zodat het zich minder kan bewegen. Het kind zal zich nu makkelijker aan de slaap overgeven. Kans van slagen Om de kans van slagen zo groot mogelijk te maken is het belangrijk dat de ouders gemotiveerd zijn. Het is belangrijk dat u zich realiseert dat het enige tijd kan duren voordat u effect merkt. Het huilen en het onrustige gedrag zal dus niet in één keer over zijn. Daarom is het heel belangrijk om de regelmaat aan te houden en consequent te blijven. Privacy Het ziekenhuis is wettelijk verplicht om volgens bepaalde regels om te gaan met de gegevens van uw kind. Hierbij geldt de privacywetgeving. Informatie over de WGBO (Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst) vindt u in de aparte folder.
Heeft u nog vragen na het lezen van deze informatie, dan kunt u die altijd stellen aan de specialist of verpleegkundige.
Kinderafdeling Telefoonnummer: 071 - 517 89 00 1013/DIA739/5013854
6