KI EK OP DIEK’ N Lespakket voor groep 7 en 8
Nico Herwig Kim van Steenwijk
! 1
KI EK OP DIEK’ N Introductie
Beste leerkracht, Voor u ligt de lesbrief bij het project Kiek op Diek’n, onderdeel van het Erfgoedtraject Zilvertje en de Schatten van Eemsmond. Kiek op Diek’n bestaat uit drie basislessen, een beeldende opdracht en een workshop. Iedere les wordt voorafgegaan door een verhaal dat u kunt voorlezen of dat u met de leerlingen kunt beluisteren op cd. De leerdoelen bij de lessen in combinatie met de achtergrondinformatie voor de leerkracht maken dat u zich snel een beeld kunt vormen van de lesinhoud. Kiek op Diek’n gaat in op de watersnoodramp van 1717 die bekend staat als de Kerstvloed van 1717. In drie lessen krijgen de leerlingen een beeld van de gevolgen van deze watersnoodramp en de acties die na 1717 ondernomen zijn om in de toekomst de voeten droog te houden. Een thema dat ook nu nog actueel is. Na dit project begrijpen de leerlingen dat een deel van het Groninger landschap letterlijk op de zee teruggewonnen is. Het project kan desgewenst uitgebreid worden met het lespakket Beneden NAP van Waterschap Noorderzijlvest en met een extra excursie naar het educatiecentrum van Het Groninger Landschap in Pieterburen. In de lessen wordt gebruik gemaakt van verschillende internetpagina’s. Check voordat u met de leerlingen aan de slag gaat de links naar deze pagina’s om te controleren of ze nog actief zijn. We wensen u en uw leerlingen veel plezier met dit project!
Nico Herwig Kim van Steenwijk
! 2
Inhoudsopgave
Les 1 De Storm! Achtergrondinformatie!
4
Verhaal 1 De Storm!
6
Les 1 De Storm!
10
Kaart Nederland!
12
Les 2 De Vloed!
13
Achtergrondinformatie!
13
Verhaal 2 De Vloed!
14
Les 2 De Vloed!
18
Kopieerblad leestekst!
22
Les 3 Achter de Dijk!
24
Achtergrondinformatie!
24
Verhaal 3 Achter de Dijk!
27
Les 3 Achter de Dijk!
31
Beeldende opdracht!
! 3
4
33
Les 1 De Storm A C H T E RG RO N D I N F O R M AT I E Ca. 1000 jaar geleden bestond de bescherming tegen hoogwater uit het aanleggen van wierden. Deze kunstmatige heuvels in het landschap waren de veilige plekken tegen hoogwater. De zee kon onbelemmerd het land intrekken en zijn sporen nalaten. Op de wierden waren mens en dier veilig. De watervoorziening bestond uit een dobbe en als er voldoende voorraden waren opgeslagen kon men het op de geïsoleerde wierde wel een tijdje uithouden. Eind tiende, begin elfde eeuw werden de eerste dijken aangelegd. Met name de volksheilige Walfridus heeft in de omgeving van Bedum hieraan een belangrijke bijdrage geleverd. De voordelen van dijken zijn duidelijk. Het gehele binnendijkse gebied komt beschikbaar voor ontginning en er kan onder alle omstandigheden (handels) uitwisseling plaatsvinden tussen de verschillende woonkernen. De nadelen zijn ook duidelijk. Een wierde, mits hoog genoeg, is intrinsiek veilig. Bij een doorgebroken dijk zal het zeewater veel schade en verlies aan levens betekenen. De eerste dijk die een groot gebied in de provincie Groningen tegen het zeewater moest beschermen is de Ouden dijk, net ten noorden van de lijn Warffum – Roodeschool. Deze dijk is onder toezicht van de kloostergemeenschappen aangelegd. Restanten van deze dijk zijn terug te vinden in het landschap. Deze dijk was ca. 2 meter hoog en met een stijgende zeespiegel al snel niet meer toereikend. Ook was de constructie niet zo doordacht en degelijk als de tegenwoordige Deltadijk. De dijken in het verleden werden opgebouwd van uit het binnendijks land afgegraven klei en plaggen. Onderstaande figuren geven een dwarsdoorsnede van de dijkopbouw in het verleden en de 20e eeuw.
Dijk opgebouwd uit pla$en (bron: Groninger dijken op Deltahoogte van L. Hacquebord & A.: Hempenius)
! 4
Delta dijk (bron: Groninger dijken op Deltahoogte van L. Hacquebord & A.: Hempenius)
! 5
VERHAAL 1 DE STORM Personages: • • • • • •
Kinderen Jacob (17) en Jeltje (14) Moeder Rinske en vader Berend Andere kinderen Jonker Tamminga Buren Veldwachter Fokke
Locatie: • •
Een stenen huisje in de Hoofdstraat van Uithuizermeeden. Vader Berend Klasens en moeder Rinske. De Kadijk ten noorden van Uithuizermeeden
Kerstavond 1717 in een huis aan de Hoofdstraat in Uithuizermeeden Uithuizermeeden 24 december 1717. In de Hoofdstraat woont de familie Klasens. Ze wonen in een stenen huis met uitzicht op de witte kerktoren. De meeste huizen zijn tegenwoordig van steen, maar hier en daar vind je nog een houten huisje. Het huis van de familie Klasens is één van de woningen die een paar jaar geleden aan de Hoofdstraat is bijgebouwd. Naast een fijne woonkamer en een kleine keuken beschikt de familie ook nog over twee slaapkamers, waarvan een op de zolderverdieping. Het huis heeft vanuit de achtertuin ruim zicht op de akkers ten noorden van het dorp. Aan de horizon tekent de nieuwe dijk zich scherp af. De dijk die de inwoners van Uithuizermeeden moet beschermen tegen de woeste nukken van de Waddenzee. Jacob en Jeltje zijn onderweg naar hun vader die op de dijk is. Het stormt op deze kerstavond. Vader is dijkwachter en vanwege de storm is hij vannacht, samen met de andere dijkwachters, op de dijk om te waken over de veiligheid van de Groningers. Hij is twee jaar geleden door dijkrechter Jonker Tamminga aangesteld als uitvoerder van het onderhoud van een stuk dijk, dat pal ten noorden van hun huis ligt. Jonker Tamminga betaalt vader een goed loon als uitvoerder van het dijkrecht en in de zomer verdient vader ook nog geld als arbeider op het land. Moeder doet veel naaiwerk voor mensen in het dorp en omgeving.
! 6
Laatst nog heeft ze de opdracht gekregen om voor jonker Unico Alberda van de Rensumaborg een nieuwe jas te maken. In Groningen heeft ze daarvoor prachtige lakense stof gekocht. De jonker was zeer blij met de jas en het werk van Rinske werd ruim beloond. Ja, ze hebben het best wel goed in huize Klasens! Vanavond willen Jacob en Jeltje hun vader verrassen met een lekker warm stoofpotje. Moeder Rinske vond het een goed idee, maar ze drukt haar kinderen op het hart toch vooral voorzichtig te zijn. In de middag was de lucht al zo betrokken en was de wind al zo aangewakkerd dat alle dijkwachten zijn opgeroepen. Met het in veel doeken gewikkelde hete stoofpotje lopen de kinderen naar de dijk. “Wat waait het hard hè?” roept Jeltje tegen de wind in. “Zou de zee al hoog tegen de dijk aan staan? Wat denk je?” “Ja, vast wel,” brult Jacob terug. Het geluid van zijn stem waait met een harde rukwind terug richting Uithuizermeeden. Hun gezichten zijn kletsnat van de zwiepende regen. Ze worstelen tegen de wind in. Vooral de harde windvlagen van de noordwester storm drukt de kinderen bijna terug naar huis. Gelukkig zijn ze sterk en stoer en laten ze zich niet weerhouden door een beetje slecht weer. Jacob klemt de doek met het warme pannetje stevig onder zijn dikke jas. “Zou de dijk het houden? Het is wel een heel erg harde wind vannacht.” Jacob kijkt zijn zus vragend aan. “Ja, vader zei gisteren nog dat we niet bang hoeven te zijn,” reageert Jeltje. “De dijk is nu zo hoog en sterk dat hij iedere vloed tegenhoudt.” Een gierende windvlaag ontneemt de kinderen hun adem. Ze staan stil tegen de wind in. Als de wind even luwt gaan ze snel verder. Aan de zwiepende lichtjes van de dijkwachters te zien naderen ze de dijk. Flarden van stemmen waaien hen tegemoet. Even later klauteren Jacob en Jeltje de dijk op. Ze schrikken, als ze zien hoe hoog het zeewater tegen de dijk staat. Golven rollen met enorme kracht en veel schuim naar hen toe en slaan te pletter op het dijklichaam. De dijk trilt bij iedere poging van de zee. Soms is een golf zo hoog dat het water over de dijk heen slaat en door de wind over het binnendijks grasland wordt verspreid. “Hé Jacob en Jeltje, wat doen jullie hier? Ga gauw terug naar huis het is hier veel te gevaarlijk.” Het is de stem van Fokke, de veldwachter.
! 7
“We komen een pannetje eten brengen voor onze vader!” schreeuwt Jeltje tegen het geweld van de storm in. Fokke vormt met zijn handen een toeter en schreeuwt over de dijk: “Berend, je kinderen zijn hier!” Na nog twee pogingen komt een zwarte schaduw over de dijk naar hen toe. Het is vader Berend die met een zorgelijke blik op hen af komt. Even later sluit hij zijn kinderen in zijn grote sterke armen. Jacob haalt vanonder zijn jas het pannetje tevoorschijn. Een glimlach breekt door op het gezicht van vader Berend. “Kinderen, kinderen toch, daar wagen jullie je leven voor?” Dankbaar snuift hij de lucht op van een smakelijk stoofpotje. Nieuwsgierig gluurt Fokke mee over zijn schouder. “Nou dat ziet er heerlijk uit Berend. Ik hoop dat mijn kinderen me straks ook zoiets lekkers komen brengen. Ik lust ook wel wat, met dit zware weer. Ga daar maar in de luwte zitten en stuur je kinderen naar huis, want ik vertrouw het helemaal niet, met deze zware storm.” Angstig kijken Jeltje en Jacob hem aan. “Ach nee, kinderen wees maar niet bang, de dijk is sterk genoeg. Kijk maar hoe die rollers worden gebroken. Thuis is het warm, ga maar gauw!” Bezorgd kijkt Berend naar zijn kinderen, die door een harde rukwind bijna van de dijk worden geblazen. Gierend van de pret komen ze aan de voet van de dijk en laten zich dan op de vleugels van de storm naar huis duwen. Ze zijn nog nooit zo vlug geweest en worden al snel door het duister opgeslokt. “Kom op Berend, we moeten waken voor de veiligheid van onze vrouwen en kinderen.” Het is de zware stem van Fokke die Berend de dijkwacht terugbrengt in de werkelijkheid. Opnieuw doet een zware roller de dijk schudden op zijn grondvesten. De kam van de hoge golf slaat over de dijk en valt kletterend in het polderlandschap. “Berend, Fokke, kom gauw hierheen!” Een angstige stem even verderop de dijk, brengt de mannen in beweging. Berend springt op, het pannetje met eten schiet uit zijn handen en rolt van de dijk. Met twee, drie stappen is hij bij de veldwachter. Met grote schrikogen kijken ze elkaar aan. Zou het dan toch…?
! 8
Ze rennen in de richting waar vandaan het geluid kwam. Als ze tientallen meters verder zijn horen ze een geluid dat hen door merg en been gaat. Een vreemd bulderend geluid, daar iets verderop, doet hen het ergste vermoeden…
! 9
LES 1 DE STORM Kernwoorden Wierde, dijk, dijkwacht, storm, Waddenzee.
Leerdoelen •
De leerlingen kunnen in eigen woorden uitleggen wat een wierde en wat een dijk is.
•
De leerlingen kunnen in eigen woorden uitleggen wat de functie van een wierde en een dijk is.
•
De leerlingen kunnen voor- en nadelen benoemen van dijken en wierden in relatie tot de aspecten leefomgeving en veiligheid.
•
De leerlingen kunnen uitleggen waarom er in de provincie Groningen een groot aantal dijken en wierden te vinden is.
Inleiding Bekijk met de leerlingen een filmfragment over de watersnoodramp in Zeeland in 1953. http://www.youtube.com/watch?v=h98C6SZAJ3g&feature=fvst Bespreek het filmfragment. Vraag de leerlingen wat ze hebben hebben gezien. Kunnen de leerlingen kernwoorden benoemen bij dit fragment? Maak een woordveld van de kernwoorden op het (digi)bord. Vertel de leerlingen dat een soortgelijke ramp ook in de provincie Groningen heeft plaatsgevonden. Deze ramp staat bekend als de Kerstvloed van 1717.
Kern Lees het verhaal van de Kerstvloed voor of luister samen met de leerlingen naar het eerste verhaal op cd. Vraag de leerlingen tijdens het verhaal twee lijstjes bij te houden. Een lijstje met moeilijke woorden en een lijstje met kernwoorden.
! 10
Bespreek na het verhaal de moeilijke woorden. Kunnen de leerlingen elkaar uitleg geven? Bespreek vervolgens de kernwoorden die de leerlingen hebben genoteerd. Vul het woordveld op het bord verder aan. Bewaar het woordveld. ‣
Het verhaal stopt op een spannend moment. Hoe denken de leerlingen over het vervolg van het verhaal?
De leerlingen zijn nu bekend met twee voorbeelden van een watersnoodramp. Bespreek met de leerlingen wat de impact is van zo’n ramp en wat mensen kunnen doen om droge voeten te houden. Laat de leerlingen nadenken over voorbeelden hiervan in hun eigen omgeving. (Wierden en dijken). Bespreek de functie van een wierde en een dijk. Bedenk samen met de leerlingen wat de voordelen en nadelen van beide zijn, wat er moet gebeuren als de zeespiegel stijgt, en wat er gedaan moet worden aan onderhoud om de veiligheid van de mensen te garanderen. Verwerking De leerlingen kleuren op een kaart van Nederland het gebied in dat is overstroomd tijdens de Kerstvloed van 1717. De benodigde informatie kunnen de leerlingen vinden op de volgende websites: http://www.w8.nl/kerstvloed.htm http://nl.wikipedia.org/wiki/Kerstvloed http://www.marnegebied.nl/stormvloed_en_rampen_in_het_marnegebied.html http://www.groningerarchieven.nl/content.php?hoofd_id=3&sub_id=45&subsub_id=49 &hofman_id=22 De teksten op deze websites bieden tevens bruikbare achtergrondinformatie over de Kerstvloed van 1717. Na afloop kunnen de kaarten met elkaar vergeleken worden. Hebben alle leerlingen ongeveer hetzelfde gebied ingekleurd? Deze opdracht kan uitgevoerd worden in groepjes. Voor de leerlingen werkt het prettig wanneer de onderstaande kaart vergroot wordt op A-3 formaat.
! 11
KAART NEDERLAND
(Bron: www.kaartenopmaat.nl/schoolkaarten,74.html)
! 12
Les 2 De Vloed A C H T E RG RO N D I N F O R M AT I E In de kerstnacht van 1717 brak een hevige noordwesterstorm los die het kustgebied van Nederland, Duitsland en Scandinavië teisterde. In dit gebied kwamen naar schatting 14.000 mensen om het leven. Het was de grootste vloed sinds bijna vier eeuwen en de laatste grote overstroming in Noord-Nederland. Op het noordelijke platteland stond het water een paar meter hoog en in de stad Groningen kwam het water enkele voeten hoog. In de provincie Groningen werden dorpen die direct achter de zeedijk lagen bijna volledig weggevaagd. In Groningen moest worden opgetreden tegen plunderaars, die onder het mom mensen te willen redden, huizen en boerderijen leeg roofden. In totaal maakte de overstroming in Groningen 2276 dodelijke slachtoffers. Er werden 1455 huizen vernield of ernstig beschadigd en hele veestapels werden vernietigd. Het water stroomde ook Amsterdam en Haarlem binnen evenals in de gebieden rond Dokkum en Stavoren. In Friesland zouden ruim 150 mensen overlijden. Ook grote delen van Noord-Holland kwamen onder water te staan, maar ook gebieden bij Zwolle en Kampen. Hier ontstond bijna uitsluitend materiële schade. In Vlieland stroomde de zee over de duinen waardoor het al eerder beschadigde dorp West-Vlieland bijna geheel door de golven werd verzwolgen. Bron: www.deltawerken.com/Kerstvloed-(1717)/224.html
! 13
VERHAAL 2 DE VLOED Personages: • • •
Kinderen Jacob (17) en Jeltje (14) Moeder Rinske en vader Berend Veldwachter Fokke
Locatie: • •
Een stenen huisje in de Hoofdstraat van Uithuizermeeden. Vader Berend Klasens en moeder Rinske. De Kadijk ten noorden van Uithuizermeeden
Kerstavond 1717 in een huis aan de hoofdstraat in Uithuizermeeden “Kinderen kom gauw binnen.” Moeder kijkt bezorgd naar Jacob en Jeltje, die met rode wangen en gillend van plezier binnen komen rollen. “Moe we hebben gevlogen!” roept Jacob. Jeltje knikt. “We gingen heel hard en Jacob is bijna in het water gewaaid.” Moeder schudt bezorgd haar hoofd. “Hoe was het op de dijk? Hebben jullie je vader nog gezegd dat hij het pannetje niet mag vergeten, als hij weer naar huis komt?” Jacob knikt. “Ja mam, hij zou er om denken. Mogen we morgen weer naar de dijk?” Het lijkt of zijn moeder hem niet hoort. Ze heeft een van de gordijnen iets opzij geschoven en staart in het duister van de nacht, in de richting van de dijk. Die sterke zeedijk, die hen allen beschermt tegen de woeste zee. “Mam, mag het?” vraagt Jacob. “Eh, wat zei je Jacob?” “Mogen we morgen weer naar de dijk?” “Ja, ja, goed, dat zien we morgen dan wel weer.” Moeder heeft zich van het raam weggedraaid. Het gordijn is weer dicht. “Jeltje, haal jij van zolder de olielampjes. Dan is het warm en gezellig als vader straks thuis komt.”
! 14
Een hevige windvlaag beukt tegen het huis. Een vreemd geluid rolt over het land richting het dorp. Het huis schudt en schokt. Jeltje klost uitgelaten de ladder op naar de zolder. Jacob kijkt bezorgd naar zijn moeder. “Wat is dat geluid mam? Het lijkt wel of er water door de straat stroomt.” Hij stapt naar de deur en trekt hem open. Het licht van de grote olielamp trekt een pad over wat eens de straat was. Flarden geluid van schreeuwende mensen dringen het huis binnen. “Water, mam, water! De dijk is doorgebroken!” Moeder Rinske trekt haar zoon de kamer in. Ze geeft een gil en duwt snel de deur dicht. Water is de kamer al binnengestroomd en perst zich nu door de kier onder de deur. Vertwijfeld kijkt Rinske naar haar zoon, maar haar gedachten gaan uit naar haar man: Oh Berend, hoe gaat het met jou daar op die dijk? Ze vreest het ergste maar hoopt op beter. “Jeltje, blijf boven!” roept moeder met overslaande stem. Het huis beweegt en kraakt aan alle kanten. Rinske duwt haar zoon voor zich uit; de ladder op naar zolder. “Schiet op Berend, we moeten terug naar de eerste dijk,” brult Fokke. “Deze houdt het wel, maar het water komt te hoog, het slaat er aan alle kanten overheen. Daar zijn alle graszoden van de hele polder nog niet genoeg voor. We moeten zorgen dat de eerste dijk niet doorbreekt.” Mijn kinderen, schiet het door Berend’s hoofd. Snel stelt hij zichzelf gerust: Ach ze zijn al lang genoeg weg om veilig thuis te zijn. Veldwachter Fokke duwt Berend voor zich uit naar de weg. De andere dijkwachters uit Uithuizermeeden zijn al bezig de zeedijk te verlaten. Overal hoor je roepen dat het water over de dijk heen stroomt. Er is geen houden meer aan. De oude dijk moet veilig worden gesteld. De kar met graszoden, die nog onderaan de dijk staat, wordt gekeerd. Het paard wordt opgejaagd, een paar mannen springen op de kar. Wild van angst kijkt het dier uit zijn ogen. Het water staat al bijna kniehoog. Zo goed en kwaad als het gaat rennen de dijkwachten naar het dorp, af en toe glijdt iemand uit en belandt in het water. De gierende wind en het woest stromende water, maakt spreken met elkaar onmogelijk. Ieder rent voor zijn leven.
! 15
Berend loopt met Fokke vooraan. Vlak voor hen zien ze de oude dijk. Nog een paar meter. Het water staat de mannen al bijna tot hun middel. Nog even… “Jacob, Jeltje, we moeten het dak op. Het huis stort misschien in en het water komt almaar hoger. Jacob maak een gat in het dak!” roept moeder. Jacob slaat met een stuk hout tegen de dakpannen. Na twee pogingen lukt het hem om drie pannen los te wrikken. Met een kletterend geluid rollen de pannen van het dak. Nadat hij nog eens drie pannen heeft verwijderd is het gat groot genoeg. Regen plenst door het gat in het dak. “Jeltje, geef dat touw eens aan.” Jeltje duikt in een hoek op de zolder en komt met een stevig stuk touw tevoorschijn. Behendig bindt Jacob het om zijn middel. “Hier!” Moeder en Jeltje pakken het touw stevig vast en Jacob kruipt door het gat het kletsnatte dak op. Hij werkt zich voorzichtig omhoog in de richting van de schoorsteen, terwijl de wind en de regen verwoede pogingen doen om hem van het dak te blazen. Bij de schoorsteen aangekomen geeft hij een ruk aan het touw. Jeltje en moeder laten het touw los en Jacob slaat het touw om de schoorsteen heen. Het loshangende eind laat hij over het dak vallen, zodat het in het gapende gat op zolder valt. “Kom snel hierheen!” brult hij tegen het geweld van de storm in. Moeizaam kruipen Rinske en even later Jeltje het dak op. Ze houden zich stevig vast aan het touw dat strak om de schoorsteen staat. Bij iedere windvlaag lijken ze van het dak te worden geblazen. In korte tijd is het verkleumde drietal kletsnat van de slagregens. Woeste golven zeewater beuken tegen hun huis. Het water is gestegen tot net onder de dakgoot. Moeder Rinske prevelt onophoudelijk een, door het geweld van de storm, onverstaanbaar gebed. Als de maan even door de wolken schijnt, zien ze wat een ravage de storm om hen heen heeft aangericht. Het huis rechts staat nog overeind, maar links zijn al een paar huizen ingestort. Er drijft van alles in het water. Hoe lang zou hun huis het nog houden tegen dit geweld en hoe lang zullen ze er zelf in slagen om zich uit de greep van het woest stromende water onder hen te houden? “Kijk mam, daar een heel groot stuk hout. Als we dat als vlot gebruiken, dan kunnen we misschien ergens komen waar het water nog niet is,” roept Jacob. “Nee jongen, we blijven op het dak!”, huilt moeder. “Misschien komt vader ons zo redden.”
! 16
Jacob kijkt met grote angstogen naar zijn zus. Hun blikken spreken boekdelen, maar ze durven het niet tegen elkaar te zeggen. Vader… Jacob dringt opnieuw aan, maar moeder gilt hem met een angstige boosheid toe dat ze op het dak moeten blijven. Bim, bam, bim, bam. “De kerk mam, als we daar komen zijn we veilig. Dat is vlakbij. Kijk het stuk hout drijft zo tegen ons huis aan. Als we daarop springen, dan kunnen we naar de kerk roeien.” “Hou je mond, je waagt het niet hoor!” schreeuwt moeder. Boink. Het stuk hout botst met geweld tegen de muur van het huisje. Stenen laten los en vallen met een plons in het water. De muur is ernstig verzwakt. Hoe lang houdt het huis het nog, tegen het geweld van de storm en het water? “Mam, alsjeblieft, kom toch. Het huis houdt het niet.” Nu is het Jeltje die haar moeder probeert over te halen om op het vlot te springen. Zij heeft zich al die tijd angstig vastgeklampt aan de schoorsteen. “Mam, Jacob heeft gelijk, kom met ons mee.” Ze huilt en kijkt haar moeder wanhopig aan. Met een schurend geluid begint het stuk hout onder hen langs de muur te bewegen. Twee kinderen trekken elk aan een arm van hun moeder. Rinske twijfelt nog even, maar laat zich dan mee trekken naar de dakrand. Het regenwater gutst van het dak, dat nu een soort glijbaan is geworden. Er is geen houden meer aan en even later ploft het drietal neer op het houten vlot. Het gewicht is niet goed verdeeld, een van de kanten dreigt onder water te verdwijnen. Jeltje heeft het gevaar gezien en gilt. “Schiet op Jacob! Gauw, kruip naar de andere kant, voordat het vlot omslaat.” Jacob kruipt snel over het vlot, dat weer in evenwicht komt. Uit het water vist hij een paar losse planken, die met grote snelheid langs het vlot drijven. “Hier, Mam en Jeltje, roeien! We moeten zo snel mogelijk bij de kerk zien te komen.” Jacob en Jeltje duwen het vlot van de muur van hun huis af. De stroom krijgt vat op het gevaarte en ze maken snelheid. Huilend van ellende roeit Rinske uit alle macht mee. Achter zich ziet ze haar huis verdwijnen. En veel verder, daar in het donker van de nacht bij de dijk: Zou haar Berend nog in leven zijn? ! 17
LES 2 DE VLOED Kernwoorden Overstroming, ramp. Leerdoelen •
De leerlingen kunnen in eigen woorden vertellen wat de gevolgen zijn van een overstroming voor de inwoners van een getroffen gebied.
•
De leerlingen kunnen op creatieve wijze uiting geven aan de kennis die zij hebben opgedaan over de impact en de gevolgen van een overstroming.
Inleiding Bespreek met de leerlingen wat zij in de vorige les hebben geleerd. Vraag enkele leerlingen een korte samenvatting te geven in eigen woorden. Kunnen de leerlingen in eigen woorden uitleggen wat een wierde en wat een dijk is? Vraag hen de verschillen te benoemen. Vraag ook naar de voor- en nadelen van wonen op een wierde of wonen achter een dijk. Ter ondersteuning kunt u het woordveld van de vorige les gebruiken. In de vorige les hebben de leerlingen geluisterd naar een verhaal. Dit verhaal eindigde op een heel spannend moment. Zijn er leerlingen die een voorspelling kunnen doen over het verdere verloop van het verhaal? Kern Lees het tweede verhaal voor of luister samen met de leerlingen naar het verhaal op cd. Vraag de leerlingen tijdens het verhaal twee lijstjes bij te houden. Een lijstje met moeilijke woorden en een lijstje met kernwoorden. Bespreek na het verhaal de moeilijke woorden. Kunnen de leerlingen elkaar uitleg geven? Bespreek vervolgens de kernwoorden die de leerlingen hebben genoteerd. Vul het woordveld op het bord verder aan. Vraag de leerlingen om na te denken over wat deze ramp betekende voor de mensen in het getroffen gebied. Wat gebeurde er met hun huizen, spullen, dieren, familie, land etc.? Hoe werden de mensen toen geholpen en hoe zouden we ze nu helpen als zich zo’n ramp voor zou doen? ! 18
Probeer met de leerlingen een antwoord te formuleren op bovenstaande vragen. Voor meer achtergrondinformatie kunt u gebruik maken van het onderstaande tekstfragment en de bijbehorende a&eelding. Lees samen met de leerlingen onderstaand tekstfragment en bekijk met hen de a&eeldingen (Dit tekstfragment en de a&eeldingen vindt u als kopieerblad aan het einde van deze les). Tekstfragment En de dijken waren ook niet bestand tegen de Kerstvloed van 25 december 1717. Dagen daarvoor was de waterstand heel laag geweest, met een stormwind uit het Zuidwesten. Die blies het water weg. Maar in de nacht van de 24ste december 1717 liep de wind met de kracht van een orkaan naar het Noordwesten. “De zeewateren liepen stromelings over a)e dijken, verscheurende a)es wat haar aanval enigszins tegenstand geboden mocht hebben”. In de vroege zaterdagmorgen van de eerste kerstdag viel het zeewater overal Groningerland binnen. In de stad stuurde men er mensen te paard op uit, om poolshoogte te nemen, maar kwamen weldra overstuur terug om te melden, dat het water in aantocht was.
Bron: www.marnegebied.nl
A)een al in de dijken van Hunsingo waren 50 gaten geslagen, over grote afstanden waren de dijken gewoon we$eschoven, alsof ze er nooit waren geweest. Diezelfde avond stond het water in de stad hier en daar 50 cm hoog. De stad stuurde turfschepen en andere vaartuigen met brood, bier en water er op uit om hulp te bieden waar dat mogelijk was... Tijdens de Kerstvloed werden er in Groningerland 1430 huizen verwoest, terwijl er 2019 mensen verdronken, 11441 ‘hoornbeesten’, 3063 paarden, 1277 varkens en 20923 schapen. Hartverscheurende taferelen hebben zich hierbij afgespeeld:
! 19
Op Kerstdag is een zeker man op het stuk van zijn huis, bij zich hebbende zijn dochter, die reeds het leven had afgelegd, van Saaxumhuizen tot in Harkstede gedreven en aldaar geborgen. Abel Jacobs van Pieterburen, drijvende met zijn vrouw en dekknecht op een stuk van hun huisdak (zijnde reeds hun kunderen, vijf in getal, verdronken, alsook de meid, niettegenstaande deze aan een boom was geraakt, in hun aanzien is omgekomen), is buiten weten van zijn vrouw en de knecht van het dak afgeva)en en e)endig verdronken, maar de vrouw en de knecht zijn met dit dak gedreven tot aan Baflo, aldaar behouden aangekomen en uit het doodsgevaar gered, echter was de vrouw zeer smartelijk om het verlies van haar man en kinderen. In Kloosterburen sloeg een tjalk van 50 last over de dijk. Het schip dreef tegen het huis van een schoenmaker aan, waardoor 10 mensen op het schip konden klimmen. Bij Molenrij kwam het schip vast te zitten en daardoor konden er nog 30 op het schip komen, die a)en werden gered. Jan Jaspers te Eenrum had zich in een boom geplaatst. Derk Lands en enige anderen hebben getracht met een praam daar naar toe te varen, wat “door de verbolgen tegenwind’ niet gelukte. Jan Jaspers zag dat en wees Derk op een bult stro of koren, die aan kwam drijven. De praam voer naar de drijvende bult. Daarboven op zaten een man, een vrouw, een meid, vier kinderen en een hond, die van Hornhuizen naar Eenrum waren gedreven. A)en werden op de praam geborgen. De volgende dag. toen de wind was gaan li$en, voer Derk Lands met zijn makkers weer naar de boom, om Jan Jaspers te redden. Maar de boom was leeg. Waarschijnlijk is Jan Jaspers, door de kou bevangen, uit de boom geva)en en verdronken. Bron: www.marnegebied.nl
Bron: www.landmerken.nl
! 20
Verwerking Bij deze les zijn suggesties opgenomen voor verschillende creatieve verwerkingsopdrachten. ‣
Groepsopdracht
Doe alsof je voor de televisie werkt en een reportage maakt van de gebeurtenissen in het rampgebied. De reportage moet bestaan uit een verslag van de gebeurtenissen (denk aan data, belangrijke locaties en gebeurtenissen) en minstens twee interviews met verschillende betrokkenen. Denk goed na over de vragen die je wilt stellen en de antwoorden die de geïnterviewden gaan geven. De vragen en antwoorden moeten passen bij dat wat je te weten bent gekomen over de Kerstvloed van 1717. Laat het toneelstukje zien aan de klas. Kijk op www.watjevanberenlerenkan.nl waar je op moet letten bij het maken van een interview. (Ga naar de website, kies ‘Hoe maak je een..., klik op ‘interview’.) ‣
Groepsopdracht
Maak een krant over de gebeurtenissen ten tijde van de Kerstvloed. Op www.zel'rantmaken.nl kun je zelf de voorpagina van een krant vormgeven. Schrijf samen met de andere leerlingen in je groepje krantenartikelen over de Kerstvloed, maak er passende koppen bij en zoek plaatjes die je bij je artikelen kunt gebruiken. Spreek eerst met elkaar af waarover de artikelen zullen gaan en verdeel de taken. De artikelen en plaatjes die jullie gebruiken in de krant moeten passen bij dat wat je te weten bent gekomen over de Kerstvloed van 1717. ‣
Individuele opdracht
Schrijf een gedicht, bijvoorbeeld een el(e, over de Kerstvloed. Schrijf je gedicht op een mooi papier en maak er een tekening bij. Je gedicht en tekening moeten passen bij dat wat je te weten bent gekomen over de Kerstvloed. Lees je gedicht voor. ‣
Individuele opdracht
Maak een mindmap over de Kerstvloed van 1717. Hiervoor kun je het woordveld gebruiken met de kernwoorden. Kijk op www.watjevanberenlerenkan onder de button Hoe maak je een... mindmap, voor uitleg over het maken van een mindmap. Of bekijk met de leerlingen een filmpje over het maken van een mindmap op http://www.hanslenderink.com/?p=408. ! 21
KOPIEERBLAD
LEESTEKST
En de dijken waren ook niet bestand tegen de Kerstvloed van 25 december 1717. Dagen daarvoor was de waterstand heel laag geweest, met een stormwind uit het Zuidwesten. Die blies het water weg. Maar in de nacht van de 24ste december 1717 liep de wind met de kracht van een orkaan naar het Noordwesten. “De zeewateren liepen stromelings over alle dijken, verscheurende alles wat haar aanval enigszins tegenstand geboden mocht hebben”. In de vroege zaterdagmorgen van de eerste kerstdag viel het zeewater overal Groningerland binnen. In de stad stuurde men er mensen te paard op uit, om poolshoogte te nemen, maar kwamen weldra overstuur terug om te melden, dat het water in aantocht was.
Bron: www.marnegebied.nl
Alleen al in de dijken van Hunsingo waren 50 gaten geslagen, over grote afstanden waren de dijken gewoon weggeschoven, alsof ze er nooit waren geweest. Diezelfde avond stond het water in de stad hier en daar 50 cm hoog. De stad stuurde turfschepen en andere vaartuigen met brood, bier en water er op uit om hulp te bieden waar dat mogelijk was... Tijdens de Kerstvloed werden er in Groningerland 1430 huizen verwoest, terwijl er 2019 mensen verdronken, 11441 ‘hoornbeesten’, 3063 paarden, 1277 varkens en 20923 schapen.
! 22
Bron: www.landmerken.nl
Hartverscheurende taferelen hebben zich hierbij afgespeeld: Op Kerstdag is een zeker man op het stuk van zijn huis, bij zich hebbende zijn dochter, die reeds het leven had afgelegd, van Saaxumhuizen tot in Harkstede gedreven en aldaar geborgen. Abel Jacobs van Pieterburen, drijvende met zijn vrouw en dekknecht op een stuk van hun huisdak (zijnde reeds hun kunderen, vijf in getal, verdronken, alsook de meid, niettegenstaande deze aan een boom was geraakt, in hun aanzien is omgekomen), is buiten weten van zijn vrouw en de knecht van het dak afgevallen en ellendig verdronken, maar de vrouw en de knecht zijn met dit dak gedreven tot aan Baflo, aldaar behouden aangekomen en uit het doodsgevaar gered, echter was de vrouw zeer smartelijk om het verlies van haar man en kinderen. In Kloosterburen sloeg een tjalk van 50 last over de dijk. Het schip dreef tegen het huis van een schoenmaker aan, waardoor 10 mensen op het schip konden klimmen. Bij Molenrij kwam het schip vast te zitten en daardoor konden er nog 30 op het schip komen, die allen werden gered. Jan Jaspers te Eenrum had zich in een boom geplaatst. Derk Lands en enige anderen hebben getracht met een praam daar naar toe te varen, wat “door de verbolgen tegenwind’ niet gelukte. Jan Jaspers zag dat en wees Derk op een bult stro of koren, die aan kwam drijven. De praam voer naar de drijvende bult. Daarboven op zaten een man, een vrouw, een meid, vier kinderen en een hond, die van Hornhuizen naar Eenrum waren gedreven. Allen werden op de praam geborgen. De volgende dag. toen de wind was gaan liggen, voer Derk Lands met zijn makkers weer naar de boom, om Jan Jaspers te redden. Maar de boom was leeg. Waarschijnlijk is Jan Jaspers, door de kou bevangen, uit de boom gevallen en verdronken. Bron: www.marnegebied.nl
! 23
Les 3 Achter de Dijk A C H T E RG RO N D I N F O R M AT I E Droge voeten en natte vaarwegen Na de Kerstvloed van 1717 hebben de inwoners van het Groninger Land alles in het werk gesteld om te voorkomen dat er nog een keer een ramp van dergelijke omvang plaats zou vinden. Zij hebben hun land op de zee veroverd en tegen de zee verdedigd door dijken op te hogen en te versterken en door het aanbrengen van kunstmatige afwateringssystemen. Hoe hoog en veilig de huidige zeedijk ook is, Groningen blijft een provincie die voor een groot deel onder N.A.P. valt. Een aantal waterlopen, de Hunze, de Fivel, de Ruiten A, lopen echter van het hoog gelegen Drenthe naar het noorden. In het verleden konden deze waterlopen op natuurlijke wijze afwateren op wat nu de Waddenzee, of de Dollard heet. Met de aanleg van dijken werden natuurlijke afwateringen geblokkeerd en moest het binnenwater via sluizen of pompen op zee worden geloosd. De Zijlvesten en later de Waterschappen hadden tot taak om tot een goede waterhuishouding te komen. Ook ontstonden er in de provincie verschillende waterhoogten, die door zogenaamde ‘kunstwerken’ van elkaar moesten worden gescheiden. Heden ten dage is er sprake van professionele Waterschappen en Heemraden (in het Westen van Nederland) die tot taak hebben om te zorgen voor een goed oppervlakte water beheer en veilige zeeweringen. Een cascade van dijken, het Groninger concept van bescherming tegen de zee De tegenwoordige situatie van bescherming tegen de zee bestaat uit een cascade van twee of drie dijken. Van de allereerste dijk die in het verleden is aangelegd bestaan nog restanten. Buitendijks werd later de zogenaamde Kadijk aangelegd. Deze dijk was een flink stuk hoger dan de oude dijk en is nog geheel intact. Na de kerstvloed van 1717 bleek dus ook deze dijk niet meer te voldoen en werd besloten tot het verhogen en verstevigen van deze dijk. Thomas van Seeratt (1676-1736), rentmeester van de vaste goederen der provincie, werd belast met het verstevigen van de dijk, zodat een rampscenario als van 1717 niet meer kon gebeuren. Direct in januari 1718 werd begonnen met het herstel en de verbetering van de Groninger dijken. Van Seeratt ontwierp zwaardere dijkprofielen, maar voor de uitvoering van het werk was men a)ankelijk van de bereidheid en de draagkracht van de dijk! 24
plichtigen. Een eeuw later werd de veiligheidssituatie verder verbeterd. In 1811 werd besloten met de inpoldering van de Noordpolder. Groningen kreeg daarmee een zeer robuuste zeedijk en weer een flink stuk vruchtbare grond erbij. Feitelijk is hiermee de huidige situatie ontstaan, waarbij twee of drie dijken als een cascade achter elkaar liggen. In de volksmond heten de dijken: Waker, dromer en slaper. Onderstaande figuur geeft een beeld van deze dijken cascade:
Het bedijkte Groninger landschap (bron: Groninger dijken op Deltahoogte van L. Hacquebord & A.: Hempenius)
Binnendijkse waterstanden Actief beheer van waterstanden is belangrijk voor het leven in een land dat onder de zeespiegel ligt. In de provincie Groningen worden verschillende waterstanden gescheiden door zogenaamde kunstwerken als sluizen, dammen en zijlen. De foto’s op de volgende pagina zijn gemaakt bij een tweetal kunstwerken:
! 25
* Het zijl bij Oosterdijkshornerverlaat*
* *
*
Gevelbord Waarmanshuis Warffum
ten oosten van Ten Boer
* Warffumer verlaat richting het noorden*
*
Op de achtergrond het Waarmanshuis.
Warffumer verlaat, het passagetarievenbord.
! 26
*
Warffumer verlaat richting het zuiden.
VERHAAL 3 ACHTER
DE
DIJK
Personages: • • • •
Vader/opa Jan Jacobs Juist en moeder/oma Diewerke Pieters Kinderen: Klaas, Harmke en Hendrika Kleinkind: Kornelis Mijnheer en mevrouw Clasen
Locatie: • •
Het warffumer verlaat bij de Oude Dijk. Noordpolderzijl
Kerstavond 1859 in het Waarmanshuis te Warffum Waarman Jan Jacobs Juist woont met zijn vrouw Diewerke Pieters in het Waarmanshuis aan de Oudendijk in Warffum. Jacob is dit jaar als Waarman aangesteld. Hij verdient zijn inkomen met de passagegelden. Het huis, dat eigendom is van het Waterschap, mogen ze gratis bewonen. Ze wonen sinds deze zomer met veel plezier in de prachtig gelegen woning bij het Warffummer verlaat. Het is kerstavond 1859. Een stevige storm raast over het Groninger land. Sneeuwstormen jagen door de straten van Warffum. In het Waarmanshuis is het een gezellige drukte. Zoon Klaas is met zijn vrouw Jantje op bezoek. Ook dochter Harmke is er met haar man Bernardus en hun kind Kornelis. De zomer van 1859 was een goede zomer. Veel boten hebben tot nu toe het verlaat gepasseerd. De passagegelden brachten genoeg inkomen om nu een goede kerst te vieren. Er staat zelfs een kerstboompje in de woonkamer. Klaas en Harmke zijn trots dat hun ouders als een van de weinigen in Warffum zoiets hebben en dan ook nog in dat mooie huis bij het verlaat mogen wonen. Het kán niet op! Klaas heeft thuis ook een boompje staan, zijn buren vinden het maar niks. Bomen staan buiten in weer en wind. Die nieuwerwetsigheid is uit Duitsland komen overwaaien. Moeder Diewerke heeft de boom met kleurige strikken versierd. Om haar kleinkind te verrassen heeft ze wat zelfgebakken koekkransjes in de boom gehangen. Kornelis kan zijn ogen er niet van a)ouden en als opa hem een knipoog geeft pakt hij een ! 27
kransje uit de boom. Hij kijkt ondeugend naar zijn oma. Ze lacht en Kornelis knabbelt gretig aan het kransje. “Hebben jullie nog iets gehoord van Hendrika?” In moeders stem klinkt een traan. Ze heeft laatst flinke ruzie gehad met haar middelste kind. “Nee, mam,” reageert Klaas. “Ik denk dat ze in Usquert is, bij de ouders van Evert Jans. U heeft er veel verdriet van hè?” Zachtjes strijkt hij met zijn hand over zijn moeders rug. “Maar wij zijn er toch?” “Kom mam,” reageert nu ook de oudste dochter Harmke. “Het is kerstavond laten we er een gezellige avond van maken. Heeft Kornelis u al verteld wat hij op school heeft geleerd?” “Oma!” Kleinzoon Kornelis kruipt bij Diewerke op schoot. “We hebben geleerd van de grote dijk op school. Meester zegt dat die nooit kapot kan. Hij is zo hoog en sterk.” Opa Jan strijkt zijn kleinkind door zijn blonde krullen. “Nee jongen, daarover hebben we geen zorgen meer, dat was vroeger wel anders. Heb ik jullie wel eens verteld over de kerstvloed heel lang geleden, wel meer dan honderd jaar?” “Ja pa, dat verhaal kennen we,” roepen Klaas en Harmke in koor. Kornelis kijkt naar zijn opa. “Nee opa, wat is er toen gebeurd?” Klaas onderdrukt een geeuw, zijn vrouw kijkt hem boos aan. Een harde windvlaag beukt op het dak van het Waarmanshuis. Kornelis laat zich van oma’s schoot glijden en kruipt bij opa op de stoelleuning. “Vertel maar opa!” “Nou jongen, heel lang geleden toen de opa van mijn opa nog een jongen was, is de oude dijk doorgebroken. Het hele Groninger land is onder water gelopen en heel veel mensen zijn toen verdronken.” “Ik kan zwemmen opa!” roept Kornelis. Opa lacht en knijpt zijn kleinkind in zijn wang. “Ja dat weet ik en daar ben ik blij om, maar zo’n overstroming is heel gevaarlijk. Ook als je kan zwemmen is de kans klein dat je het overleeft.” “Kon de opa van uw opa zwemmen?” “Dat weet ik niet jongen, maar hij heeft het wel overleefd. Hij heette Jacob en is samen met zijn moeder Rinske en zijn zus Jeltje op een vlot bij de kerk van Uithuizermeeden terecht gekomen.” ! 28
“Dat is heel ver weg opa.” “Ja, voor ons wel,” lacht opa, “maar zij woonden in Uithuizermeeden, dus dat viel wel mee.” “Waar was hun vader, had hij een eigen vlot?” “Nee jongen, voor zover ik weet is hun vader die nacht verdronken.” “Oh opa, wat erg.” “Berend heette hun vader,” vervolgt Jan Jacobs zijn verhaal. “Hij was één van de dijkwachters. Ze stonden met velen op de Kadijk. Dat is de dijk die tussen de oude dijk en de grote dijk ligt. De dijk die ons nu beschermt tegen de zee. Op kerstnacht 1717 was het weer was net zo woest als vanavond. Niemand vermoedde dat de Kadijk niet tegen de storm was opgewassen.” “Is de dijk gebroken opa?” “Nee jongen, hij was niet hoog genoeg. Het water stroomde er zo overheen. De meeste van de dijkwachters zijn toen meegesleurd en verdronken.” “Maar de oude dijk dan, opa?” “Tja jongen, die was niet sterk genoeg. Die is wel gebroken toen het water eraan kwam. Die dijk werd ook niet meer onderhouden, men dacht dat de Kadijk sterk en hoog genoeg was.” Het is stil in het Waarmanshuis. Iedereen is in gedachten verzonken. Woest rukt de storm aan het huis. Buiten klinkt het kletterende geluid van een losgewaaide dakpan die op de straatstenen kapot valt. Diewerke huivert en Klaas loopt naar het venster dat uitkijkt op het verlaat. Hij schuift het gordijn wat opzij en kijkt in de donkere nacht. “De Noordpolderdijk is wel hoog genoeg hè opa?” Boemm. Buiten smijt de wind iets met kracht tegen de gevel van het Waarmanshuis. Klabam. Het voorwerp wordt weer opgetild en bonkt nu over de straatstenen. In het huis is het angstig stil. “Ja hoor Kornelis, de dijk is groot en sterk genoeg. Een beroemde meneer heeft, toen jouw opa nog niet eens geboren was, gezorgd dat de dijk veel hoger en steviger werd en we hebben ook nog de nieuwe hoge dijk. Die is gemaakt toen ik nog een jonge jongen ! 29
was. Nou daar komt beslist geen zee meer door- of overheen. Als het mooi weer is zullen we wel eens gaan kijken bij die nieuwe dijk.” “Ja, opa! Hoe heette die beroemde meneer?” “Thomas van Seeratt, jongen.” “Gekke naam opa!” “Tja Kornelis, die meneer kwam dan ook niet uit Groningen, maar uit Zweden. Dat is heel ver weg en daar vinden ze misschien juist onze naam een gekke naam.” Jan Jacobs lacht en knijpt zijn kleinzoon in zijn wang. “Kom laten we nog eens dat nieuwe spel spelen.” “Ja opa, ganzenborden, dat is leuk. Mag ik het bord pakken?”
Epiloog Noordpolderzijl 2011 Zomer 2011. Op de dijk bij Noordpolderzijl staat het Amerikaanse echtpaar Clasen. Ze zijn geboren in Amerika, maar Jacob’s voorouders komen uit Groningen. Jacob en Mary praten behoorlijk goed Nederlands. Ze zijn nu voor de vierde keer in Europa en een bezoek aan Noordpolderzijl is iedere keer vast onderdeel van hun programma. Familieonderzoek heeft Jacob geleerd dat zijn verre voorouders uit deze streek van Nederland komen. Het zicht is helder. Ook vandaag houdt de Waddenzee zich aan de wetten van het getij. Het is eb en het echtpaar geniet van het prachtige vergezicht. “Kijk daar in de verte, is dat Skiermonnikook?” Mary wijst naar de contouren van een eiland. Jacob vouwt een kaart open en tuurt. “Yeah, dat klopt.” Het is druk op de dijk. Ook andere bezoekers staan te genieten van het prachtige uitzicht. De Waddenzee ligt erbij als een abstract schilderij. Goedkeurend stampt Jacob met zijn stevige wandelschoenen op het plaveisel. Die Nederlanders weten toch maar wat dijken bouwen is. Daar kunnen ze in Amerika nog heel wat van leren. Een dijk als deze is gebouwd voor de eeuwigheid, daar komt geen zee meer over- of doorheen.
! 30
LES 3 ACHTER
DE
DIJK
Kernwoorden Deltadijk, natuurbehoud, waterhuishouding, verlaat, Waarmanshuis, sluis. Leerdoelen •
De leerlingen kunnen drie oorzaken noemen die kunnen bijdragen aan een overstroming.
•
De leerlingen kunnen drie oorzaken noemen die verband houden met het stijgen van de zeespiegel.
•
De leerlingen kunnen drie voorbeelden noemen van waterwerken en hoe zij bijdragen aan het drooghouden van het land.
Inleiding In de twee voorgaande lessen zijn de leerlingen al heel wat te weten gekomen over de Kerstvloed van 1717, de impact van een overstroming en de manier waarop mensen zich in vroeger tijden probeerden te beschermen tegen de dreiging van het water. Vraag enkele leerlingen een samenvatting te geven van wat de stof die in de vorige twee lessen is behandeld. Lees het derde verhaal voor of luister samen met de leerlingen naar het verhaal op cd. Vraag de leerlingen tijdens het verhaal twee lijstjes bij te houden. Een lijstje met moeilijke woorden en een lijstje met kernwoorden. Bespreek na het verhaal de moeilijke woorden. Kunnen de leerlingen elkaar uitleg geven? Bespreek vervolgens de kernwoorden die de leerlingen hebben genoteerd. Vul het woordveld op het bord verder aan. Laat de leerlingen vervolgens kort nadenken over de vraag wat de oorzaak zou kunnen zijn van een overstroming. Noteer enkele mogelijke antwoorden op het bord. (Storm, vloed, springtij, stijgende zeespiegel, hevige regenval, inklinking van de bodem door ontginning, klimaatverandering, daling van het land door gaswinning). Kern Kijk samen met de leerlingen naar het filmpje Watersnoodramp 1953 op schooltv beeldbank. ! 31
www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20040317_watersnood01 ‣
In dit filmpje wordt een combinatie van factoren genoemd als oorzaak voor de overstroming. Kunnen de leerlingen deze combinatie van factoren ontdekken?
(De overstroming werd veroorzaakt door een storm die in de loop van de nacht aanwakkerde tot orkaankracht in combinatie met springvloed). Kijk vervolgens met de leerlingen naar het filmpje Waterwerken op schooltv beeldbank. www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20100721_waterwerken01 ‣
In dit filmpje worden een aantal redenen opgenoemd waardoor de zeespiegel stijgt en het land daalt. Kunnen de leerlingen deze redenen ontdekken?
‣
Kunnen de leerlingen benoemen welk gevaar er schuilt in de combinatie van een dalende bodem, een stijgende zeespiegel en klimaatverandering?
Kijk tenslotte met de leerlingen naar het filmpje Het Broeikaseffect op schooltv beeldbank. www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20101210_broeikaseffect01 ‣
In dit filmpje wordt uitgelegd wat het broeikaseffect is. Kunnen de leerlingen aangeven wat het broeikaseffect betekent voor een land als Nederland dat voor een groot gedeelte onder de zeespiegel ligt?
(De zeespiegel stijgt doordat het ijs van de polen smelt, er verdampt meer water waardoor er meer regen zal vallen). Verwerking Maak met de leerlingen een overzicht van waterwerken die er voor zorgen dat we droge voeten houden. Verdeel vervolgens de verschillende waterwerken over de leerlingen (tweetallen of kleine groepjes) en laat hen een klein onderzoek uitvoeren naar de werking ervan. Laat de verschillende groepjes een presentatie houden voor de rest van de groep. Sluizen, gemalen, verlaten, dijken, coupures, poldermolens etc.
! 32
Beeldende opdracht Omschrijving In deze opdracht staat de omgeving centraal waarin het verhaal over de Kerstvloed van 1717 zich afspeelt. De leerlingen maken, op basis van een tekst met een beschrijving van de omgeving, een kaart of een maquette. Leerdoelen •
De leerlingen kunnen een geschreven tekst visualiseren in een twee- of driedimensionaal werkstuk.
•
De leerlingen kunnen in eigen woorden vertellen in welk opzicht de woonomstandigheden in 1717 verschilden met die van nu.
•
De leerlingen kunnen historische bronnen interpreteren.
•
De leerlingen kunnen elkaar feedback geven over het resultaat van de opdracht.
Inleiding Kijk met de leerlingen terug op de drie voorafgaande lessen. Bespreek de belangrijkste punten die naar voren zijn gekomen. Kijk daarna samen terug op het verhaal. Vraag de leerlingen naar hun idee over de omgeving waarin Jakob en Jeltje opgroeiden. Ga in op vragen als: ‣
In welk dorp woonden zij?
‣
Hoe zag hun huis eruit?
‣
Hoeveel kamers had hun huis?
‣
Was er stromend water?
‣
Hoe kookte moeder het eten?
‣
En aten de mensen toen dezelfde dingen als nu?
‣
Gingen Jacob en Jeltje naar school?
‣
Hoe zag die school eruit?
‣
En wat leerden ze daar?
‣
Hoe was het straatbeeld?
! 33
‣
Reden er auto’s, fietsen, karren, paard en wagen?
‣
Hoeveel huizen telde het dorp eigenlijk in 1717?
‣
Zijn er gebouwen die er toen al stonden en die er nu nog zijn?
De bedoeling van deze vragen is dat de leerlingen na gaan denken en zich een beeld vormen over het leven en de omgeving in 1717, zodat zij beseffen dat de wereld van toen er heel anders uitzag dan de wereld van nu. Kern Lees samen met de leerlingen het blad met aanwijzingen over de omgeving waarin Jacob en Jeltje opgroeiden goed door. (Dit blad vindt u als kopieerblad aan het einde van deze lesbeschrijving) Besteed aandacht aan de begrippen noord, zuid, west, oost en de combinaties daarvan. Teken ter ondersteuning een windroos op het bord. Dit helpt de leerlingen later bij het maken van de kaart of de maquette. Leg uit dat de leerlingen de informatie uit de tekst moeten gebruiken in hun werkstuk. Dat werkstuk mag driedimensionaal zijn, een maquette, of tweedimensionaal, een kaart. Vraag de leerling naar hun idee van een maquette. Wellicht zijn er leerlingen die kunnen uitleggen wat een maquette is. Stel het beeld zonodig bij met a&eeldingen van maquettes. (Zoek ‘maquette’ op google a&eeldingen voor voorbeelden). Wanneer er leerlingen zijn die er voor kiezen om een kaart te maken dan kunt u met die leerlingen enkele kaartvoorbeelden bekijken. Bekijk bijvoorbeeld een kaart in vogelvluchtperspectief en een geografische kaart, zoals we die tegenwoordig gebruiken. (Voor een voorbeeld van een kaart in vogelvluchtperspectief kunt u gebruik maken van de bijgevoegde foto’s. U kunt de foto’s tonen op het digibord maar u kunt ze ook uitprinten. De foto’s vindt u achter het kopieerblad. Voor een voorbeeld van een geografische kaart kunt u een atlas gebruiken of een kaart van de eigen omgeving in Google Maps). In het eerste geval zie je nog iets van diepte doordat je schuin van boven naar beneden kijkt. In het tweede geval kijk je recht van boven waardoor alle diepte is verdwenen. Leerlingen zullen abstracter moeten denken wanneer ze voor de geografische kaart kiezen. Het is de bedoeling dat de leerlingen bij het uitvoeren van de opdracht rekening houden met verhoudingen maar het is niet nodig dat er op schaal wordt gewerkt. Wanneer
! 34
de leerlingen bijvoorbeeld laten zien dat een kerk groter is dan een huis dan tonen ze daarmee een gevoel voor verhoudingen. Deze opdracht is geschikt als samenwerkingsopdracht. Neem voor de tweedimensionale uitwerking tweetallen en voor de driedimensionale opdracht drie-, of viertallen. Materialen Voor alle leerlingen een kopieerblad met de aanwijzingen over de omgeving. Kaartopdracht Een A-2 formaat papier geeft de leerlingen de mogelijkheid ‘groot’ te werken. Verder hebben de leerlingen kleurpotloden, stiften en/of verf en kwasten nodig. Natuurlijk kunnen ze de kaart ook maken met stukjes restpapier. In dat geval hebben de leerlingen ook lijm nodig. Laat de leerlingen op de kaart een legenda opnemen: Met kleuren geven ze aan: grasland, water, kwelder, dijken. Met tekens geven ze aan: kerk, kerkhof,school, huizen, molen, voetpad, weg, waterweg, brug. De leerlingen verzinnen zelf de tekens en de kleuren voor de hierboven vermelde zaken. Maquette Neem een groot stuk stevig karton of triplex als ondergrond. De ondergrond moet zo stevig zijn dat deze niet of nauwelijks buigt wanneer de maquette wordt opgetild. Voor het aanbrengen van reliëf in het landschap kunnen de leerlingen gebruik maken van papiermaché of klei. De bebouwing kan gemaakt worden van kosteloos materiaal maar a)ankelijk van de tijd die u er aan wilt besteden kunnen de leerlingen ook gebruik maken van bijvoorbeeld blokjes of lego. Houd er rekening mee dat de maquetteopdracht meer tijd vraagt dan de kaartopdracht omdat papiermaché en klei moeten drogen voordat het geverfd kan worden. Tip: wanneer u de leerlingen laat werken met gekleurd papiermaché (bijvoorbeeld pulp van wcpapier met een scheut verf erdoor) kunt u de tijd die nodig is voor deze opdracht aanzienlijk beperken.
! 35
Verwerking Bespreek met de leerlingen de werkstukken van de verschillende groepjes. Laat de leerlingen feedback geven op elkaar. Het gaat er in dit geval niet om wie het mooiste werkstuk heeft gemaakt maar om welke groepjes erin zijn geslaagd om de informatie uit de tekst adequaat te verwerken. Laat de leerlingen vertellen over hun ervaringen. Wat vonden ze het moeilijkste aan deze opdracht? En waar zijn ze tevreden over? Websites De leerlingen kunnen gebruik maken van de hieronder genoemde websites bij het maken van de opdracht. De informatie over Uithuizermeeden in 1717 is beperkt. De links hieronder bieden toch een redelijk betrouwbaar beeld van de situatie in 1717 omdat de veranderingen drie eeuwen geleden een stuk langzamer gingen dan nu. Wellicht dat het dorp in 1867 meer inwoners had dan in 1717, met betrekking tot de manier waarop mensen leefden zal er niet veel veranderd zijn. www.volkstellingen.nl Vanaf 1795 is terug te vinden hoeveel inwoners er woonden in de verschillende dorpen in de provincies. Uithuizermeeden staat er als dorp nog niet bij. In het district Hunsingo wordt wel het dorpje Meden genoemd, in de lijst direct onder ‘Uithuisen’. Meden is het huidige Uithuizermeeden. Met ‘meden’ werden vroeger natte graslanden bedoeld. ‘Meden’ is later ‘Uithuizermeeden’ geworden, ofwel de natte graslanden bij Uithuizen. http://www.atlas1868.nl/gr/uithuistermeeden.html Hier vindt u een historische kaart van Uithuizermeeden uit 1867. Hierop is te zien dat Uithuizermeeden een school had, een kerk en een kerkhof. Ook is hierop de Oude Dijk terug te vinden. Verder biedt de kaart informatie over het verkeer in 1867. Bij de schaal wordt gesproken over ‘half uur gaans’ en bij de wegen valt op dat er een voetpad wordt genoemd. Hieruit kunnen de leerlingen afleiden dat mensen in 1867 zich vooral te voet verplaatsten. Ook biedt de kaart informatie over het aantal inwoners. Volgens de kaart woonden er in 1867 3850 mensen in Uithuizermeeden. http://www.hisgis.nl/hisgis/gewesten/groningen/groningen (Historisch Geografisch Informatiesysteem) stelt u in staat een reis te maken in het verleden. Er is gebruik gemaakt van kadasterkaarten uit 1832, waaraan een heleboel informatie is gekoppeld. Zo werkt het: Selecteer de provincie Groningen. Klik op ‘naar de kaarten’. Klik bovenin het scherm op Googlemaps. Zoek op ‘Uithuizermeeden’. Zoom in met de schui&alk. Nu ziet u percelen met bebouwing. Wanneer u een gebouw aanklikt verschijnt rechts op de pa! 36
gina een informatieschermpje dat informatie biedt over het aangeklikte perceel. Wanneer u op het plusje klikt verschijnt er onder andere informatie over het beroep van de bewoner van dat perceel. Leerlingen die gekozen hebben voor de kaartopdracht zouden wanneer ze klaar zijn een lijst kunnen maken van beroepen die in 1832 voorkwamen.
! 37
Informatieblad ‣
Het huis van Jacob en Jeltje staat in Uithuizermeeden bijna aan het einde van de hoofdstraat.
‣
De hoofdstraat loopt van het noordoosten naar het zuidwesten. Bijna alle huizen van het dorp staan aan deze straat.
‣
Aan de westkant van het huis van Jacob en Jeltje staan vijf andere huizen. Aan de oostkant staan vijftien andere huizen.
‣
Vanuit de woonkamer kijken Jacob en Jeltje uit op het Zuiden. Ze kunnen vanuit de woonkamer de witte kerktoren zien.
‣
De kerk staat aan het einde van de hoofdstraat op een T-splitsing.
‣
In de kerk bevindt zich de school.
‣
Schuin rechts, tegenover de kerk, bevindt zich de begraafplaats.
‣
Het huis waar Jacob en Jeltje wonen is van steen, net als bijna alle andere huizen in het dorp. Er zijn nog een paar huizen van hout.
‣
Het huis heeft twee verdiepingen. Beneden bevinden zich de woonkamer, een kleine keuken en een slaapkamer. Op de zolderverdieping is ook nog een slaapkamer.
‣
De achtertuin van het huis grenst aan de akkers ten noorden van het dorp.
‣
Achter de akkers liggen twee dijken. De Kadijk en de Oude dijk. De Kadijk, die het hoogst is, ligt het meest noordelijk.
‣
Achter de Kadijk ligt de Waddenzee.
‣
Aan de westkant van het dorp loopt er een weg noordwaarts in de richting van de dijk.
‣
Uithuizermeeden heeft een molen. Deze staat halverwege de hoofdstraat.
‣
Ten noordwesten van het dorp ligt de Rensumaborg, het huis waar de adelijke familie Alberda woont. Het huis is omringd door een park met mooie tuinen.
! 38
Historische plattegronden in vogelvluchtperspectief Op http://proxy.handle.net/10648/af93850c-d0b4-102d-bcf8-003048976d84 vindt u een plattegrond van de stad Leiden uit 1675 getekend in vogelvluchtperpectief. Wanneer u bovenstaande link gebruikt komt u rechtstreeks bij de kaart die is opgenomen in de collectie van het nationaal archief. Met de schui&alk kunt u inzoomen op de kaart waardoor details goed zichtbaar worden. Op http://beeldbank.cultureelerfgoed.nl/20010838 vindt u een foto van een historische plattegrond van de stad Amsterdam. Ook op deze kaart kunt u inzoomen op de details door gebruik te maken van de schui&alk. Onderstaande kaart is a'omstig uit de collectie van Historische Vereniging Gemeente Bedum. De kaart is getetekend door Diederik Ripperda, van beroep landmeter, in 1661. De kaart is digitaal te vinden op de website van het Museumhuis Groningen en in de Beeldbank Groningen, onder de zoekterm ‘plattegrond Bedum’. Hier kunt u inzoomen op de details door gebruik te maken van de schui&alk.
Deze kaart is uitsluitend bedoeld voor eigen gebruik. Het is niet toegestaan deze kaart te dupliceren en toe te zenden aan derden.
! 39
! 40