Nuon Energy Jaarverslag 2010
Keuzes voor de toekomst
Profiel Nuon is een energieonderneming met 5.800 FTE’s die ongeveer 2,6 miljoen consumenten, bedrijven en (publieke) organisaties bedient in Nederland en België. Nuon produceert en levert gas, elektriciteit, warmte en koude en biedt haar klanten een breed scala van energiebesparende producten en diensten aan.
Nuon streeft naar een betrouwbare, betaalbare en schone energievoorziening en wil zich onderscheiden als duurzame onderneming. Een belangrijk uitgangspunt vormt het realiseren van evenwichtige groei voor alle belang hebbenden: klanten, medewerkers, aandeelhouders, het milieu en de maatschappij als geheel. Nuon is sinds 1 juli 2009 onderdeel van de Vattenfall Groep en vormt de Business Group Benelux van Vattenfall. De activiteiten op het gebied van windenergie en handel zijn echter organisatorisch geïntegreerd in respectievelijk Business Group Pan Europe en business unit Trading, beide onderdeel van de Vattenfall Groep. Deze structuur is per 1 januari 2011 echter gewijzigd als gevolg van de nieuwe strategische koers die Vattenfall heeft aangekondigd. De moedermaatschappij van Nuon is Vattenfall AB. Vattenfall, dat 100% eigendom van de Zweedse staat is, is een van de grootste elektriciteits producenten en de grootste warmteproducent van Europa. In 2010 was de onderneming actief in Zweden, Denemarken, Finland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Polen, Nederland en België. In september 2010 bestempelde Vattenfall Zweden, Duitsland en Nederland tot de kernlanden van de nieuwe strategie. Disclaimer Indien in dit verslag wordt gesproken over ‘wij’, ‘Nuon’, ‘Nuon Energy’, ‘de onderneming’, ‘de Nuon Energy-groep’, ‘de Nuon-groep’ of vergelijkbare aanduidingen, dan wordt daarmee N.V. Nuon Energy - en haar dochtermaatschappijen - bedoeld. N.V. Nuon Energy is voortgekomen uit de splitsing van de voormalige moedermaatschappij n.v. Nuon, tegenwoordig Alliander N.V. Om verwarring te voorkomen, worden de aanduidingen ‘onze voormalige aandeelhouder n.v. Nuon’, ‘Alliander’ of ‘de Alliander groep’ in dit jaarverslag gebruikt om te verwijzen naar n.v. Nuon, Alliander N.V. en/of Liander N.V. met hun respectievelijke dochtermaatschappijen die gezamenlijk het netwerkbedrijf vormen. Waar de naam Nuon wordt gebruikt in benamingen, projectnamen of andere kwalificaties, zoals Nuon Magnum, heeft deze betrekking op activiteiten die onder de Nuon Energy-groep vallen. De naam ‘Vattenfall’, ‘Vattenfall Groep’ of soortgelijke aanduidingen verwijzen naar de internationale energieonderneming Vattenfall AB en haar dochtermaatschappijen. Op 1 juli 2009 verwierf Vattenfall 49% van de aandelen van N.V. Nuon Energy. De resterende 51% van de aandelen wordt in tranches aan Vattenfall AB verkocht op respectievelijk 1 juli 2011 (15%), 1 juli 2013 (15%) en 1 juli 2015 (21%). Aangezien Vattenfall een doorslaggevende stem heeft in de Raad van Commissarissen heeft zij feitelijk de operationele zeggenschap over Nuon Energy verkregen. Derhalve worden de financiële cijfers van Nuon Energy geconsolideerd in de jaarrekening van Vattenfall. Onderdelen van dit jaarverslag bevatten vooruitzichten op de toekomst. Deze onderdelen kunnen - zonder beperking - verwachtingen bevatten over toekomstige operationele resultaten, overheids maatregelen, de invloed van andere regulerende maatregelen op alle activiteiten van Nuon Energy als geheel, het aandeel van Nuon Energy en dat van haar dochterondernemingen en joint ventures in bestaande en nieuwe markten, industriële en macro-economische trends en de prestaties van Nuon Energy daarin. Dergelijke uitspraken worden voorafgegaan door, gevolgd door of bevatten woorden als ‘gelooft’, ‘verwacht’, ‘meent’, ‘anticipeert’ of vergelijkbare uitdrukkingen. Deze toekomst gerichte uitspraken zijn gebaseerd op de huidige aannames over toekomstige activiteiten en zijn onderhevig aan onbekende factoren en andere onzekerheden, waarvan vele buiten de invloeds sfeer van Nuon Energy, waardoor toekomstige, feitelijke resultaten materieel kunnen afwijken van deze verwachtingen.
Inhoud Jaarverslag Bericht van de Voorzitter
2
Missie, visie en strategie
5
Hoogtepunten in 2010
8
Verslag van de Raad van Bestuur
10
Corporate Governance
35
Verslag van de Raad van Commissarissen
48
Remuneratierapport 2010
53
Maatschappelijk Verslag 59 Over dit verslag
60
De betaalbaarheid van energie
65
Leveringszekerheid 68 Impact op het milieu
75
Werkgeverschap 83 Nuon in de maatschappij
89
GRI-index 94
Jaarrekening 105 Jaarrekening 2010
106
Overig 176
Nuon in één oogopslag Nuon is onderdeel van de Europese energieonderneming Vattenfall. Vattenfall nam op 1 juli 2009 een belang van 49% in het aandelenkapitaal van N.V. Nuon Energy en verwierf daarmee de feitelijke operationele zeggenschap over de activiteiten van Nuon.
Nederland Productie en levering van elektriciteit; ■■ Exploratie, productie, opslag en levering van gas; ■■ Productie en levering van stadsverwarming en -koeling; ■■ Levering van energiebespa rende producten en diensten. ■■
Europa ■■
Inkoop van en handel in brandstoffen en elektriciteit op de belangrijkste Europese energiemarkten.
België Levering en duurzame productie van elektriciteit; ■■ Levering van gas. ■■
Internationaal ■■
Handel in olie, kolen en emissierechten.
Tot en met 31 december 2010 werd Nuon Energy op basis van onderstaande organisatiestructuur in de Vattenfall Groep geïntegreerd. Als gevolg van de nieuwe strategische koers van Vattenfall is deze structuur per 1 januari 2011 echter gewijzigd.
Business Group Benelux
Handelsactiviteiten
Windenergieactiviteiten
De bedrijfsonderdelen Power Heat & Services, Sales, Business Development & Projects en Exploration & Production vormen samen de regionale Business Group Benelux van Vattenfall.
Organisatorisch onderdeel van de centrale handelsdivisie van Vattenfall: Supply & Trading Onze handelsactiviteiten zijn organisatorisch geïntegreerd in de centrale handelsdivisie van Vattenfall. Vattenfall Energy Trading Netherlands N.V. handelt onder meer in elektriciteit, gas, olie, steenkool en emissierechten. Aangezien de juridische eigendom van de Nederlandse handels activiteiten nog steeds bij Nuon rust, worden de resultaten van deze activiteiten in dit jaarverslag geconsolideerd.
Organisatorisch onderdeel van Business Group Pan Europe Onze windenergieactiviteiten maken organisatorisch deel uit van de Business Group Pan Europe. Tot de windenergieactiviteiten behoort ook de ontwikkeling van nieuwe windenergie projecten. Aangezien de juridische eigendom van de windenergieactiviteiten nog steeds bij Nuon rust, worden de resultaten van deze activiteiten in dit jaarverslag geconsolideerd.
Onze business unit Power, Heat Services is de op twee na grootste elektriciteitsproducent in Nederland. Op grond van de geïnstalleerde capaciteit bedraagt ons marktaandeel in Nederland ongeveer 17%. Nuon is tevens eigenaar en exploitant van een gasopslagfaciliteit. Voorts leveren wij rechtstreeks stadsverwarming aan meer dan 100.000 klanten en leveren wij ook stadskoeling. Tot onze business unit Sales behoren de verkoopactiviteiten op de zakelijke en consumentenmarkt in Nederland en België. Sales biedt ook een breed pakket aan Value-Added Services. Onze Business Development Projects-activiteiten richten zich op de ontwikkeling en uitvoering van nieuwe investeringsprojecten, met uitzondering van windenergieprojecten, die onder de vlag van Vattenfall worden uitgevoerd. De activiteiten van Exploration Production (E&P) omvatten onze gaswinningsbelangen in de N ederlandse Noordzee.
Kerncijfers Operationeel Aantal FTE’s 5.766 ■■
15,0 TWh 1.267 GWh Aantal klanten in kernlanden: circa 2,6 miljoen
Financieel ■■
Totaal activa € 8.685 miljoen
■■
Productie van elektriciteit
■■
Investeringen in materiële vaste activa € 948 miljoen
■■
Duurzame productie
■■
Netto-omzet € 5.458 miljoen
■■
Nettowinst € 563 miljoen
■■
Geconsolideerde kerncijfers 2010
2009
2008
2007
Financiën (€ miljoen) Netto-omzet Brutomarge Resultaat voor belastingen, interest, afschrijvingen en amortisatie (EBITDA) Bedrijfsresultaat Nettowinst Investeringen in materiële vaste activa Investeringen in warmte- en koudenetwerken Investeringen in duurzame productiecapaciteit Operationele cashflow
5.458 1.869
5.112
4.677
4.2671
1.381
1.345
1.4571
484
585
7701
196
399
6501
200
492
5151
674
572
1981
58
45
391
22
32
251
1.655
844
7521
15,0% 133,4
5,5%
12,6%
43,0%
28,0
n.v.t.
n.v.t.
5.766 847 6.613 41 26% 32 4,2% 51
6.188
5.8203
5.477
974
1.491
860
7.162
7.311
6.337
1.104 721 563 948 44 6 910
Ratio’s ROIC Rentedekking2
Medewerkers (per 31 december) Aantal eigen medewerkers (FTE) Aantal externe medewerkers (FTE) Totaal aantal medewerkers (FTE) Gemiddelde leeftijd eigen medewerkers Vrouwelijke medewerkers Werkervaringsplaatsen Ziekteverzuim4 Verzuim als gevolg van bedrijfsongevallen
40
38
42
27%
23%
21%
42
54
55
5,2%
4,3%
4,0%
71
83
58
Elektriciteitsproductie en emissies Grijze productie (TWh) Duurzame productie5 (GWh) Opgestelde duurzame productiecapaciteit (MW) CO2-emissie per geproduceerde kW6 (g/kWh)
13,7 1.267 364 468
14,8
14,4
16,7
1.367
1.448
1.415
368
354
394
499
503
525
88%
89%
88%
Klanten Klantentevredenheid consumentenmarkt Nederland
89%
De cijfers over 2007 zijn pro forma. Op deze cijfers heeft geen accountantscontrole plaatsgevonden. Aangezien de netto financiële baten en lasten over 2008 en 2007 per saldo een bate vertegenwoordigen, is de ratio niet weergegeven. Exclusief medewerkers Nuon Deutschland GmbH (2008: 289 FTE’s). 4 Waarde voor Nederland, inclusief deelnemingen Feenstra, Nuon Beveiliging en Nuon Isolatie. 5 Betreft alle duurzame elektriciteit die Nuon als producent en economisch eigenaar via een netaansluitpunt op het elektriciteitsnet zet. 6 Dit betreft de CO2-emissiefactor van de brandstofmix energieproductie Nederland. 1
2
3
Inhoudsopgave Jaar verslag 2
Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Bericht van de Voorzitter Nuon staat voor een betrouwbare, betaalbare en zo duurzaam mogelijke energievoorziening. Daarbij is het niet altijd eenvoudig te bepalen welke brandstoffen we moeten inzetten. Iedere brandstof heeft voor- en nadelen. Zo is gas erg betrouwbaar en wind duurzaam. Maar wat doen we als gasvoorraden slinken of als het niet waait? Hoe kunnen we de steeds wisselende vraag zo afstemmen op het aanbod, dat het licht blijft branden en energie betaalbaar blijft. Aan elke keuze hangt een prijskaartje. Belangrijke keuzes waar we afgelopen jaar voor hebben gestaan en vele uitdagingen voor de toekomst. We kunnen terugkijken op een jaar waarin veel is bereikt. Onze klantaantallen zijn stabiel gebleven. Daarnaast hebben we bijna een miljard euro geïnvesteerd in nieuwe, efficiënte productiecapaciteit. Op het gebied van duurzaamheid hebben we stappen gezet, onder meer door de opening van het Zoneiland Almere dat, door middel van zonneenergie, warm water levert aan duizenden gezinnen, en door de bouw van een koudecentrale in Amsterdam waarmee met water uit nabij gelegen meren kantoren worden gekoeld. Ook in financieel opzicht kunnen we tevreden zijn. N.V. Nuon Energy heeft over het jaar 2010 een nettowinst van € 563 miljoen behaald, vergeleken met € 200 miljoen over 2009. Exclusief bijzondere posten is de nettowinst gestegen naar € 342 miljoen (2009: € 321 miljoen).
Huib Morelisse CEO van Nuon sinds 1 juli 2010
‘Voortdurend investeren in energie oplossingen voor de toekomst’
Marktpositie behouden en versterken Nuon is en blijft in Nederland marktleider in zowel het consumentenals zakelijke segment. Het prille economische herstel aan het begin van 2010 leidde tot fluctuaties van groothandelsprijzen. Dit resulteerde, gecombineerd met een toename van de concurrentie, tot druk op onze marges. Dit hebben we deels kunnen opvangen door efficiënter te gaan werken en kosten te besparen, en zonder in te boeten op de kwaliteit van de dienstverlening aan onze klanten. En met succes. De klant tevredenheid is onveranderd hoog gebleven, waardoor onze klanten loyaal bleven aan Nuon.
Inhoudsopgave Jaar verslag Beri cht va n de Vo o r z i tter
Energiebesparing Eén van onze speerpunten is het stimuleren van energie besparing door onze klanten. Dit door energieverspilling te voorkomen, inzicht te geven in verbruik en het aanbieden van besparingsmogelijkheden, zoals isolatie. Zeker na een koude winter als die van het afgelopen jaar, zien we dat de vraag naar besparingsoplossingen toeneemt. Een ander goed voorbeeld hiervan is het Step2Save-programma dat we samen met gemeenten en een woningcorporatie uitvoeren. In het kader van dit programma zijn afgelopen jaar weer vijf jongeren die moeilijk aan een baan konden komen, opgeleid tot energieadviseur. Deze adviseurs geven energiebesparingsadvies bij mensen thuis. Via Step2Save hebben we inmiddels ruim 5.000 Amsterdamse huishoudens geholpen energie te besparen. Inmiddels zijn we met Step2Save ook in vier Groningse gemeenten aan de slag gegaan.
Efficiëntere productiecapaciteit In 2010 hebben we de definitieve beslissing genomen om te investeren in twee gascentrales. We bouwen deze centrales ter vervanging van oudere eenheden en om aan de toenemende vraag naar warmte te voldoen. De eerste centrale die nu in Diemen gebouwd wordt, heeft een rendement van meer dan 85%, wat ongekend hoog is. Dit is mogelijk doordat een groot deel van de restwarmte wordt gebruikt om duizenden woningen in Almere te verwarmen. Hiervoor leggen we een pijplijn aan van Diemen naar Almere. In Amsterdam bouwen we momenteel de tweede nieuwe centrale bij onze bestaande eenheden aan de Hemweg. Op termijn willen we ook de restwarmte van deze centrale benutten.
3
De bouw van de eerste fase van Magnum, de multi-fuelcentrale in het Groningse Eemshaven, verloopt voorspoedig. In de eerste fase wordt een gascentrale gebouwd. De tweede fase die gepland is, moet het mogelijk maken door vergassing ook biomassa en steenkool als brandstof in te zetten. Momenteel zijn we samen met verschillende partijen, waaronder milieubewegingen, in constructieve dialoog over het voorkomen van de toename van de CO2-uitstoot door het gebruik van – met name – kolen.
Uitbreiding duurzame productiecapaciteit Nuon is mede-eigenaar van het eerste Nederlandse offshorewindpark voor de kust van Egmond aan Zee (een joint venture van Nuon en Shell). We willen een tweede offshorewindpark ‘Beaufort’ realiseren van in totaal 340 MW dat 325.000 huishoudens van stroom kan voorzien. De Nederlandse overheid heeft de beschikbare subsidie (Stimuleringsregeling Duurzame Energie) aan een andere partij toegewezen. Nuon zal echter doorgaan met investeren in duurzame productiemiddelen en hoopt aanspraak te kunnen maken op het rest budget dat nog beschikbaar is. Investeren in de toekomst betekent voor Nuon dáár investeren waar de randvoorwaarden het beste zijn. Voor windenergie is dat op dit moment met name in offshorewindprojecten in Duitsland en in Groot-Brittannië. In september 2010 heeft onze moedermaatschappij Vattenfall in GrootBrittannië het grootste windpark ter wereld in gebruik genomen, Thanet (300 MW), dat bestaat uit honderd turbines voor de zuidoostkust van Engeland. Het park is driemaal groter dan ons eerste Nederlandse windpark in de Noordzee voor de kust bij Egmond aan Zee. Eind oktober is door Vattenfall een investeringsbeslissing genomen voor de realisatie van DanTysk (400 MW), een windpark in het Duitse deel van de Noordzee.
Inhoudsopgave Jaar verslag 4
Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Veiligheid voor alles Succes mag nooit ten koste gaan van veiligheid. Succes kan alleen bereikt worden als we te allen tijde kunnen instaan voor de veiligheid van al onze medewerkers en medewerkers van toeleveranciers. Het gaat hierbij niet alleen om de grote, in het oog springende activiteiten, zoals de bouw van een centrale, maar ook om de dagelijkse veiligheid in de kantooromgeving of in het verkeer. We streven er naar het aantal incidenten elk jaar met 15% te reduceren. De laatste jaren is ons dat elk jaar weer gelukt en daarop zijn we terecht trots. Maar we zijn er nog niet: ook in 2010 hebben zich ernstige incidenten voorgedaan. We hebben uitgebreid onderzoek verricht om de oorzaak te achterhalen en daarmee de kans op herhaling te minimaliseren.
De voorbereidingen voor deze veranderingen, gecombineerd met de turbulente marktomstandigheden in 2010, hebben veel van onze medewerkers gevraagd. Ondanks al deze uitdagingen hebben we het jaar op een uitstekende wijze weten af te ronden. Op de inzet en het enthousiasme van onze 6.000 collega’s ben ik dan ook enorm trots. Door onze betrokkenheid en inzet kunnen we ons als bedrijf blijven verbeteren. En dat blijven we ook in 2011 doen als integraal onderdeel van Vattenfall. Ook intern hebben we een hechtere samenwerking. Er is dit jaar gekozen om het maatschappelijk en financieel verslag te integreren tot één jaarverslag. We zien maatschappelijk verantwoord ondernemen, net als financiën, als een integraal onderdeel van onze bedrijfsvoering.
Samenwerking over de grenzen heen Nuon is voor 49% in handen van het Zweedse bedrijf Vattenfall. Dit percentage zal in de komende jaren stapsgewijs verhoogd worden tot 100%. Deze samenwerking heeft al vruchten afgeworpen. Vattenfall kondigde in het najaar van 2010 een nieuwe strategie aan en zal zich geografisch richten op drie kernlanden: Zweden, Duitsland en Nederland. Daarnaast zijn ook de voorbereidingen getroffen om per 1 januari 2011 te gaan werken in een nieuwe, grensoverschrijdende organisatiestructuur, waarbij een landenstructuur plaats heeft gemaakt voor een divisiestructuur. Naast de bestaande twee divisies Trading en Renewables, worden drie nieuwe divisies Production, Distribution & Sales en Asset Development toegevoegd. Door deze stap wordt Nuon volledig geïntegreerd in de Europese Vattenfall-organisatie.
De sleutel voor succes ligt in samenwerking, binnen het bedrijf, maar ook met alle belanghebbenden buiten het bedrijf: klanten, overheden, maatschappelijke organisaties en nog vele anderen. Deze samenwerking is noodzakelijk om te kunnen investeren in energieoplossingen voor de toekomst. Amsterdam, 1 april 2011
Huib Morelisse
Inhoudsopgave Jaar verslag Mi s s ie, vi s ie en s tra teg ie
5
Missie, visie en strategie 2010 is het eerste volledige jaar waarin Nuon Energy deel uitmaakt van de Noord-Europese Vattenfall Groep. Vattenfall is een geïntegreerde energieonderneming met circa 38.000 werknemers in acht landen, waaronder zo’n 5.800 FTE’s bij Nuon in Nederland en België.
In september 2010 maakte Vattenfall een nieuwe strategische koers bekend, gebaseerd op vier pijlers: ■■ Meer focus op winstgevendheid en waardecreatie ■■ Concentratie op de kernmarkten ■■
■■
Drie hoofdproducten – elektriciteit, warmte en gas Terugdringen van de CO2-uitstoot en meer productie met lage CO2-uitstoot, ook bij gas.
Nuon en Vattenfall zetten stappen naar de toekomst Voor meer efficiency binnen de organisatie en om de nieuwe strategische koers te ondersteunen is per 1 januari 2011 een op activiteiten ingedeelde organisatiestructuur geïntroduceerd. De nieuwe structuur telt vijf bedrijfsdivisies: Asset Development, Production, Asset Optimisation & Trading, Distribution & Sales en Renewables. De nieuwe strategische koers was ook aanleiding voor wijzigingen in het investeringsprogramma voor 2011-2015. Het totale investeringsbudget van de Vattenfall Groep bedraagt € 17,8 miljard. Hiervan is circa € 2,7 miljard voor Nuon bestemd. De investeringen in activiteiten met weinig of geen CO2-uitstoot worden gehandhaafd, zodat het aandeel
CO2-neutrale energieopwekking geleidelijk toeneemt. Met zes energiebronnen kan Vattenfall putten uit een gevarieerde mix voor energieproductie, waarbij vooral wordt ingezet op de uitbreiding van windenergie, biomassa en gas. Deze herijking van de portefeuille weerspiegelt de ambitie van Vattenfall om de CO2-uitstoot terug te dringen van 90 miljoen ton in 2009 tot 65 miljoen ton in 2020. Nuon wil een inspirerende energieonderneming zijn die structurele waarde en groei realiseert door grenzen te verleggen. Dat is onze missie. Dit doen wij voor alle belanghebbenden: onze aandeelhouders, klanten, medewerkers en de samenleving. Wij willen een internationale, geïntegreerde energieonderneming zijn die financiële resultaten boekt die ons in staat stellen tot de best presterende bedrijven in de energiesector te behoren. Voor onze klanten willen wij een betrouwbare energieadviseur zijn. Daarbij ambiëren wij een voortrekkersrol op het gebied van CO2reductie. Tot slot wil Nuon een aantrekkelijke werkgever zijn voor onze huidige en toekomstige medewerkers. Ondanks het beperkte economische herstel op onze kernmarkten heeft Nuon het boekjaar 2010 kunnen afsluiten met een nettowinst van € 563 miljoen. Hoewel de realisatie van groei een belangrijke ambitie is, is dit zeker niet onze enige doelstelling. Wij proberen bij al onze acti viteiten een zorgvuldige, integrale belangenafweging te maken voor alle betrokken partijen. Het gaat erom een juiste balans te vinden tussen de volgende kernthema’s: ■■ Betaalbare energievoorziening voor onze klanten; ■■ Een productiemix die steeds schoner wordt; ■■ Waarborging van een betrouwbare energievoorziening in Nederland. Wij opereren in een complex, dynamisch speelveld waar de overheid, het bedrijfsleven, de consument en belangengroeperingen allemaal een eigen rol hebben en voor uiteenlopende belangen opkomen. Wij respecteren dit en streven naar een zinvolle dialoog met deze partijen. We gaan op verantwoorde wijze om met de uitdagingen waarvoor we gesteld worden, zowel in onze dagelijkse activiteiten als in onze ambities voor de toekomst.
Inhoudsopgave Jaar verslag 6
Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Betaalbaar Als producent en leverancier van een basisvoorziening als energie zien wij het als onze verantwoordelijkheid om te zorgen dat energie betaalbaar blijft voor onze klanten. Dit houdt in dat we een balans moeten vinden tussen enerzijds de kosten om energie te produceren en anderzijds de consequenties die dit heeft voor de omgeving. We verminderen de belasting op het milieu door oudere centrales te vervangen door efficiëntere technologie en duurzame capaciteit te ontwikkelen. Zo verlagen we de totale uitstoot van ons productieportfolio. Voor wat betreft onze klanten, richten wij ons vooral op energiebesparende diensten en producten. Uit onderzoek blijkt dat een gemiddeld huishouden 30% energie verspilt. Daarom willen wij onze klanten energiebewuster maken: niet alleen door concrete tips en persoonlijk advies te geven, maar ook door mensen hulp te bieden bij het realiseren van energie besparende maatregelen bij hen thuis. Laatstgenoemde activiteiten leverden ook een positieve bijdrage aan onze financiële resultaten over 2010. Hieruit blijkt eens te meer dat maatschappelijke en financiële voordelen wel degelijk samen kunnen gaan.
Schoon Alhoewel we ervan uitgaan dat rond 2050 de brandstofmix getrans formeerd zal zijn in een volledig duurzame energieleverantie, zijn fossiele brandstoffen voorlopig nog de realiteit van de dag. Deze transformatie zal veel tijd en geld kosten alsook diverse parallelle activiteiten voor Nuon: de vervanging van oudere centrales door nieuwe, efficiëntere technologie, het gebruik van biomassa in onze kolencentrales en investeringen in duurzame energie. Momenteel zijn er drie nieuwe elektriciteitscentrales in ontwikkeling. De gasgestookte Hemweg 9-centrale vervangt de oude Hemweg 7-centrale in Amsterdam en heeft een hoger rendement en lagere NOx-uitstoot.
In Diemen verrijst een nieuwe gasgestookte warmtekrachtcentrale die via een transportleiding stadsverwarming levert aan huishoudens in Almere en Amsterdam. In 2010 zijn we ook met succes verder gegaan met de eerste bouwfase van de Nuon Magnum-energiecentrale in Eemshaven. De maatregelen die wij treffen om onze CO2-uitstoot te verminderen hebben ook aanpassingen aan bestaande centrales tot gevolg; daarnaast is de CO2-afvang bij de Willem Alexander-centrale in Buggenum eind 2010 in gebruik genomen. Een andere belangrijke pijler onder onze strategische koers om de uitstoot van CO2 van onze productiemix te beperken is biomassa. In 2010 zijn de voorbereidingen getroffen voor het verhogen van de bijstook van biomassa in de Hemweg-centrale van maximaal 14% in 2013. Hierdoor kunnen we het verbruik van fossiele brandstoffen verminderen en verbeteren we het CO2-profiel van de centrale. Dit sluit naadloos aan bij de strategie van Vattenfall om met name te groeien in activiteiten met een lage CO2-uitstoot. Wat duurzame energie betreft hebben Nuon en Vattenfall na de fusie de krachten gebundeld. Expertise in de ontwikkeling ervan en marktkennis worden onderling uitgewisseld. Belangrijke factoren bij de locatiekeuze voor een project zijn regelgeving en beleidszekerheid. Technische factoren spelen een even grote rol. Een tegenslag voor onze groeiambitie in Nederland was de afwijzing van de subsidie voor windmolenpark Beaufort in de zomer van 2010. Dit betrof de eerste ronde van de Nederlandse SDE-aanbesteding voor windenergie op zee. Nuon hoopt in toekomstige aanbestedingsrondes subsidie te verkrijgen voor Beaufort. Met het Beaufort-project hebben we de mogelijkheid om een belangrijke bijdrage te leveren aan de ambities van de Nederlandse overheid om tegen het jaar 2020 tot 6.000 MW aan opgesteld vermogen op zee te realiseren. Wij hebben veel deskundigheid op het gebied van
Inhoudsopgave Jaar verslag Mi s s ie, vi s ie en s tra teg ie
offshorewindproductie, onder meer door onze ervaring met het eerste Nederlandse windpark op zee ‘NoordzeeWind’. Ook in het buitenland maakt Nuon gebruik van deze deskundigheid. In september 2010 realiseerde Vattenfall het grootste windpark ter wereld voor de zuidoostkust van Engeland. In oktober van hetzelfde jaar kondigde Vattenfall aan € 1 miljard te investeren in het DanTysk-project voor de bouw van een offshore-windpark in de Noordzee, vlakbij het Duitse eiland Sylt. Daarnaast investeert Nuon grootschalige warmte- en koudeoplossingen die resulteren in een fors lagere CO2-uitstoot. Voor deze activiteiten hebben wij een ambitieuze doelstelling geformuleerd om het aantal aansluitingen van huishoudens en zakelijke klanten te verdubbelen van 82.500 op 1 januari 2008 tot 165.000 op 1 januari 2018. Op het gebied van stadskoeling heeft Nuon in 2010 een tweede koudecentrale in Amsterdam geopend met een totaal vermogen van 60 MW, waarvan bijna de helft door zakelijke klanten in de directe omgeving is gecontracteerd. Deze milieuvriendelijke energiebron vervangt de traditionele koeling apparatuur van deze klanten, waardoor de CO2-uitstoot tot wel 75% vermindert.
7
Een nieuwe structuur voor de toekomst De samenwerking met Vattenfall heeft nieuwe mogelijkheden gecreëerd voor zowel onze klanten als ons personeel. Een aanzienlijk deel van onze mensen werkt nu in internationale teams, waardoor er kansen ontstaan om ook in andere Europese regio’s aan de slag te gaan. De internationale uitwisselingsprogramma’s die medio 2010 zijn geïntroduceerd maken dit verder mogelijk. In het laatste kwartaal van 2010 zijn diverse wijzigingen in de organisatiestructuur voorbereid, die met ingang van 1 januari 2011 van toepassing zijn geworden. Als onderdeel van de strategische herpositionering is de geografisch georiënteerde divisiestructuur vervangen door internationale business-divisies. Hierdoor kan de focus meer komen te liggen op winstgevendheid binnen de hele Vattenfall-organisatie, inclusief Nuon. Bovendien stelt het ons in staat om effectiever de stap te zetten naar een duurzamere energieproductie en een lagere CO2-uitstoot. Een extra voordeel is dat de onderlinge contacten tussen de medewerkers in de diverse landen worden gestimuleerd, hetgeen de verspreiding van best practices en leerprocessen over de gehele organisatie versterkt.
Betrouwbaar Energie is een basisvoorziening voor huishoudens en bedrijven. De betrouwbaarheid van de productie en levering is dan ook een randvoorwaarde voor ons succes. Dit betekent dat wij verouderde energiecentrales tijdig vervangen en dat onze overige installaties zorgvuldig worden onderhouden. In 2010 heeft groot onderhoud plaatsgevonden in onze twee kolencentrales, namelijk de Hemweg- en de Willem Alexandercentrale. Zoals al vermeld, boeken wij gestage voortgang met de bouw van de drie nieuwe gasgestookte centrales. Deze zullen bijdragen aan de betrouwbaarheid van de elektriciteitsvoorziening, omdat deze centrales zeer goed in staat zijn de wisselende toevoer van windenergie te compenseren.
In 2010 hebben we een gezonde basis gecreëerd voor ons succes in de toekomst. De uitdagingen waarvoor we zullen worden gesteld zullen talrijk zijn. We zijn uitstekend voorbereid om daarin een goede balans te vinden, in de continue dialoog met onze belangrijkste stakeholders en in de realisatie van een betaalbare, betrouwbare en schone energievoorziening. In dit verband introduceerde Vattenfall, en daarmee Nuon, de volgende kernwaarden in 2010: ■■ Veiligheid: dit omvat betrouwbaarheid, beschikbaarheid, de veilige keuze; ■■ Prestatie: dit staat voor actiegericht, resultaatgericht, thuishorend bij de besten; ■■ Samenwerking: dit omvat win-win relaties, samenwerkingsverbanden en eerlijkheid.
Inhoudsopgave Jaar verslag 8
Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Hoogtepunten in 2010
Januari
Mei
Afstoting van Nuon Duitsland Op 18 maart 2010 is Nuon Deutschland GmbH, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010, overgenomen door ENERVIE AG. In 2009 stelden de Europese mededingingsautoriteiten deze verkoop als randvoorwaarde voor de transactie met Vattenfall.
Nuon opent tweede koudecentrale
Maart
Juni
Huib Morelisse benoemd als nieuwe CEO
Ingebruikneming Zoneiland Almere
In maart werd bekendgemaakt dat Øystein Løseth als Chief Executive Officer van N.V. Nuon Energy zou worden opgevolgd door Huib Morelisse. Øystein Løseth is in april benoemd als CEO van Vattenfall AB. Huib Morelisse is per 1 juli 2010 in zijn nieuwe functie gestart.
Op 26 mei 2010 hebben we een nieuwe koudecentrale geopend ten behoeve van onze zakelijke klanten in Amsterdam-Zuidoost. Deze centrale met een vermogen van 60 MW maakt gebruik van het koude water in een nabijgelegen meer om de aangesloten kantoren en gebouwen te koelen.
Op maandag 21 juni, zowel de eerste dag van de zomer als de langste dag van het jaar, werd het Zoneiland van Nuon in Almere officieel geopend. Het Zoneiland bestaat uit 520 zonnecollectoren, verspreid over een oppervlakte van 7.000 m2. Zo’n 2.700 huishoudens zijn aangesloten op het Zoneiland.
Inhoudsopgave Jaar verslag Ho og te p unten in 2 01 0
Augustus
Oktober
December
Open dag op bouwterrein Magnum-centrale
5.000ste energieadvies voor Amsterdamse huurders
9
Investering in nieuwe efficiënte gasgestookte centrale Nuon keurde in augustus 2010 de investering in de bouw van een nieuwe gasgestookte centrale in Diemen goed. Deze centrale wordt via een leiding gekoppeld aan het stadswarmtenet in Almere. In juni werd de bouw van een andere gasgestookte elektriciteits centrale in Amsterdam goedgekeurd.
Op 30 oktober hebben 2.500 omwonenden en belangstellenden een kijkje genomen op het Magnum-bouwterrein in Eemshaven, waar de werkzaamheden in volle gang zijn. Bij de ontwikkeling van deze centrale staat de dialoog met stakeholders centraal.
Op 17 december 2010 heeft Step2Save in Amsterdam Oost/Watergraafsmeer in aanwezigheid van wethouder Freek Ossel het 5.000ste energiebesparingsadvies uitgereikt. Daarmee is het tweede Step2Saveproject, een samenwerkingsverband met DWI (Dienst Werk en Inkomen) en woningbouwvereniging Ymere, in Amsterdam succesvol afgerond.
Inhoudsopgave Jaar verslag 10 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Verslag van
de Raad van Bestuur 2010 was een jaar van uitdagingen waarin belangrijke keuzes zijn gemaakt voor onze toekomst. Belangrijkste resultaten en ontwikkelingen
■■
Operationeel ■■
■■
■■
■■
■■
■■
■■
■■
■■
Het totale aantal klanten op de consumentenmarkt (‘B2C’) in de Benelux nam toe dankzij uitbreiding van de klantenbasis in België. Ons marktaandeel in Nederland bleef ondanks de toenemende concurrentie stabiel, dankzij succesvolle loyaliteitsprogramma’s en marktproposities voor nieuwe klanten. De klanttevredenheid in Nederland bleef relatief stabiel, op hetzelfde hoge niveau als in 2009; Op de zakelijke markt in de Benelux (‘B2B’) stegen het geleverde volume en het aantal klanten in 2010; De elektriciteitsproductie daalde van 16,1 TWh naar 15,0 TWh, grotendeels als gevolg van de geplande omvangrijke revisie van een van onze grootste centrales; De geleverde gas- en elektriciteitsvolumes stegen tot respectievelijk 6,5 miljard m3 (+25%) en 27,4 TWh (+11%); De gasproductie van onze exploratie- en productieactiviteiten steeg met 6% tot 541 miljoen Nm3; Wij investeerden in een multifuel-energiecentrale in Eemshaven (1.331 MW) – Nuon Magnum – en in twee nieuwe gasgestookte energiecentrales in Amsterdam en Diemen (elk 435 MW). Dit alles om de leveringszekerheid ook voor de toekomst te waarborgen en onze ambitie te realiseren om fossiele brandstoffen zo efficiënt en schoon mogelijk in te zetten. De nieuwe energiecentrale in Diemen levert straks ook restwarmte aan klanten; Op het gebied van veiligheid, is de Lost Time Injury Frequency (LTIF) gedaald met 22,4% in vergelijking tot vorig jaar. De LTIF was 4,5 in 2010 ten opzichte van 5,8 in 2009. De grootste verbetering komt van onze installatieactiviteiten, waar de LTIF daalde van 40 naar bijna 11 over de laatste twee jaar; In 2010 is het aantal aansluitingen op onze warmte- en koudenet werken toegenomen met 5.640 en daarmee is een totaal van 106.652 aansluitingen bereikt aan het eind van het jaar. Nieuwe aansluitingen zijn gerealiseerd in Amsterdam Nieuw-West, Arnhem Schuytgraaf en Almere; We waren niet succesvol in investeringen in grootschalige Nederlandse windprojecten op zee, maar hebben onze investeringen in duurzame projecten in 2010 voortgezet met de opening van windmolenpark ‘Oom Kees’, Zoneiland Almere en een nieuwe koudecentrale in Amsterdam;
■■
■■
■■
■■
■■
In de kolengestookte Willem Alexander-centrale hebben we de energieintensiteit van biomassa van 219 g/l in 2009 tot 452 g/l in 2010 verhoogd. Dit houdt in dat dezelfde hoeveelheid biomassa twee keer zoveel energie oplevert in vergelijking met vorig jaar. Daarnaast zijn voorlopige werkzaamheden gestart op de Hemweg-centrale om biomassa tot 14% (op energiebasis van energie) bij te stoken in 2013. De mate waarin dit percentage zal worden behaald, zal in de praktijk grotendeels afhangen van economische omstandigheden en de wijze waarop de overheid dit zal stimuleren; In het laatste kwartaal zijn de voorbereidingen gestart voor het afstemmen van de organisatie op de nieuwe strategische koers van Vattenfall per 1 januari 2011. Van een geografisch georiënteerde structuur gaan we naar een divisiegerichte organisatie die zich richt op drie kernlanden: Zweden, Duitsland en Nederland. Dit moet leiden tot kostenbesparingen en verbetering van het resultaat, zodat geld vrijkomt voor verdere investeringen in een lagere CO2-uitstoot binnen onze portefeuille; Conform de eis van de mededingingsautoriteiten ten tijde van de overname van Nuon door Vattenfall heeft Nuon de verkoopactiviteiten in Duitsland per 1 januari 2010 verkocht aan ENERVIE; We hebben ons 50%-belang in het Belgische windenergiebedrijf Vleemo verruild voor een 100%-belang in het windmolenpark Les Eoliennes de Perwez (4,5 MW); In 2010 hebben wij een belangrijke stap gezet op weg naar een diepgaande dialoog met onze stakeholders. Op 2 juni hebben we 65 van onze belangrijkste stakeholders verzameld voor een rondetafel bijeenkomst rondom de thema’s van het Nuon Maatschappelijk Verslag 2009. Daarnaast hebben we een aanpak ontwikkeld om de belangen van alle betrokken stakeholders te inventariseren en de gemeenschappelijke voordelen over het voetlicht te brengen, met als doel om de wisselwerking tussen Nuon en haar stakeholders te verankeren en verbeteren op alle niveaus in de organisatie; In de zomer van 2010 hebben Nuon en andere energieproducenten in Nederland de dialoog over de herkomst van kolen geopend met industriële en publieke stakeholders, inclusief bedrijven in de mijnensector, vakbonden en niet-gouvernementele organisaties. Onder de vlag van de sector organisatie Energie-Nederland gaan deze partijen de mogelijkheden onderzoeken om verantwoordelijkheid over de toeleveringsketen in praktijk te brengen.
Inhoudsopgave Jaar verslag Jaar verslag Bela ngri j kste resu lta ten en ont w i kkel ingen | Vers lag va n de Raa d va n Bes tuu r
Gegevens van de Raad van Bestuur Huib Morelisse (1964) Huib Morelisse (Nederlandse nationaliteit) is sinds 1 juli 2010 voorzitter van de Raad van Bestuur van N.V. Nuon Energy. Per diezelfde datum is hij als Head of Business Group Benelux tevens lid geworden van het Executive Group Management (EGM) van Vattenfall.
Carrière Voordat Huib Morelisse bij Nuon in dienst trad, vervulde hij diverse managementposities bij Essent, RWE, Goldman Sachs & Co en Booz, Allen & Hamilton.
Peter Smink (1965) Peter Smink (Nederlandse nationaliteit) is sinds 1 januari 2010 lid van de Raad van Bestuur en Chief Financial Officer van N.V. Nuon Energy. Hij is verantwoordelijk voor de financiële leiding van de onderneming.
Carrière In juli 2009 werd Smink Vice President Finance van N.V. Nuon Energy. Smink trad in 2001 in dienst bij n.v. Nuon en bekleedde verschillende managementposities, voornamelijk op financieel gebied. Voordat Smink voor Nuon werkzaam was, vervulde hij verschillende managementfuncties bij KPN en PricewaterhouseCoopers.
Commissariaten/nevenfuncties ■■ ■■
Amsterdam Partners; lid van Dagelijks Bestuur (Penningmeester); Stichting FRES (Foundation Rural Energy Services): secretaris binnen Raad van Toezicht.
11
Inhoudsopgave Jaar verslag 12 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Financieel ■■ ■■
■■
■■
■■
De netto-omzet is met 7% gestegen tot € 5.458 miljoen; Het bedrijfsresultaat is meer dan verdrievoudigd tot € 721 miljoen, grotendeels als gevolg van ‘reële-waardemutaties’. De lagere productieen verkoopmarges werden deels goedgemaakt door zowel het positieve effect van hogere gasverkopen in de koude wintermaanden begin en eind 2010 als door kostenbesparende maatregelen; De nettowinst steeg van € 200 miljoen in 2009 naar € 563 miljoen in 2010; De nettowinst werd positief beïnvloed door bijzondere baten van € 221 miljoen, ten opzichte van bijzondere nettolasten van € 121 miljoen in 2009; De financiële positie en de kasstroom bleven sterk.
Realisatie van strategische kernpunten Het jaar 2010 kan voor Nuon worden gekenschetst als een jaar van verandering. In de nasleep van de financiële crisis bleef de nutssector, ondanks het prille herstel in bepaalde sectoren van de wereldeconomie, onder druk staan als gevolg van dalende marges en scherpere concurrentie. De sector staat bovendien voor een aantal uitdagingen op verschillende terreinen, zoals de noodzaak om de CO2-uitstoot te verlagen. Bij afwezigheid van een stabiel en op langere termijn gericht investeringsen subsidieklimaat wordt dit een aanzienlijke uitdaging, met name vanwege de groeiende maatschappelijke bezorgdheid over de duurzaamheid van de energieproductie. Gedurende het jaar 2010 hebben wij voorbereidingen getroffen voor de implementatie van de nieuwe strategische koers van Vattenfall per 1 januari 2011. Met deze nieuwe koers, zoals geformuleerd door Vattenfall, zetten we scherper in op een duurzamere energieproductie en verbetering van onze ecologische profiel. Conform deze focus is besloten om voorbereidingen te treffen voor het afstoten van onze verkoopactiviteiten in België en onze gas exploratie- en productieactiviteiten. In mei 2010 maakten wij bekend dat dochterbedrijf Helianthos op zoek is naar een strategische investeringspartner. De zoektocht naar investeerders wordt voortgezet. In 2010 bouwden wij verder op onze strategische prioriteiten zoals wedie in 2009 geformuleerd hebben: ■■ Superieure (‘first quartile’) financiële resultaten bereiken die verder gaan dan normale omzetgroei uit nieuwe klanten en productie;
■■
■■
■■
Uitgroeien tot een geïntegreerde energieonderneming, versterken van onze positie in de productie- en midstreamgassector, een betrouwbare energieadviseur voor onze klanten worden; Uitgroeien tot een brede maatschappelijke partner en het terugdringen van onze impact op het milieu; Werving en behoud van gemotiveerde medewerkers die zich verder willen ontwikkelen en hun collega’s kunnen stimuleren.
Superieure (‘first quartile’) financiële resultaten De financiële resultaten van Nuon zijn in 2010 bijna verdrievoudigd. Ondanks het moeizame economische klimaat in 2010 hebben wij onze sterke marktpositie gehandhaafd en succesvol uitvoering gegeven aan onze dagelijkse activiteiten. De koude wintermaanden in 2010 zorgden voor een stijging van de gasverkopen. Daarnaast hebben wij een structurele verlaging van de operationele kosten gerealiseerd. Ondanks dat de marges op de productie van stroom en gas sinds het uitbreken van de financiële crisis steeds verder zijn uitgehold, een van onze grootste centrales in 2010 in revisie ging en wij een lagere marge op de levering van elektriciteit aan klanten realiseerden, hebben wij op onze kern activiteiten niettemin een solide resultaat geboekt. Tot slot komt deze verbetering van de gerapporteerde financiële resultaten voor een groot deel op het conto van reële-waardemutaties op grondstoffencontracten, die buiten onze invloedssfeer liggen. Ondanks de druk op de marges bij onze kernactiviteiten zijn wij vol vertrouwen dat Nuon ook in de toekomst winstgevend zal zijn. Dit zullen we bereiken op basis van eersteklas bedrijfsvoering, hoogwaardige klantenservice, interessante en innovatieve producten voor bestaande en nieuwe klanten in combinatie met structureel kostenbewustzijn. Een geïntegreerde energieonderneming Als geïntegreerde energieonderneming zien wij het als onze verantwoordelijkheid om te zorgen voor betrouwbare productie en levering van energie. Nu en in de toekomst. Wij streven ernaar om centrales aan het einde van hun economische levensduur tijdig te vervangen door moderne, geavanceerde installaties. Dit zal leiden tot een aanzienlijke verbetering van de efficiency. Verder willen wij onze klanten duurzame oplossingen bieden voor stadswarmte en -koeling, waarbij wij zoveel mogelijk gebruikmaken van bestaande installaties om onnodige emissies in het milieu te voorkomen.
Inhoudsopgave Jaar verslag Jaar verslag Bela ngri j kste resu lta ten en ont w i kkel ingen | Vers lag va n de Raa d va n Bes tuu r
Om nog beter aan de wensen van onze klanten tegemoet te komen, streven wij naar een geïntegreerd aanbod van producten en diensten. Wij willen uitgroeien tot een betrouwbare adviseur van onze klanten en hun de hulpmiddelen bieden om energieverspilling tegen te gaan. Dit bespaart energie én geld. In 2010 hebben wij 1.061.521 m2 aan isolatie geïnstalleerd, een stijging ten opzichte van de 930.243 m2 in 2009. Een maatschappelijke partner Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) maakt integraal deel uit van het beleid van Nuon. MVO is de hoeksteen van onze dagelijkse bedrijfsvoering. Maatschappelijk verantwoord ondernemen betekent voor Nuon dat wij een zorgvuldige afweging maken ten aanzien van de zorg voor alle belanghebbenden: klanten, medewerkers, aandeel houders, milieu en maatschappij. Financieel rendement gaat zo hand in hand met maatschappelijk rendement. Wij doen er alles aan om de klanttevredenheid te vergroten en het aantal klachten te verminderen. En met succes: Nuon kwam in de jaarlijkse meting van de toezichthouder qua klanttevredenheid over de klachten afhandeling als derde uit de bus. Ook zijn wij inmiddels COPCgecertificeerd (Customer Operations Performance Center), een wereldwijde kwaliteits- en prestatienorm voor klantenservice. Nuon is het eerste COPC-erkende nutsbedrijf in Nederland. Tijdens het certificeringproces zijn verbeterpunten gesignaleerd, waardoor de klanttevredenheid in 2010 is verbeterd. Klachten over medewerkers van het ‘huis-aan-huis’ verkoopteam aan het begin van 2010 vormden voor ons aanleiding om de kwaliteit van onze personeelstrainingen en evaluatieprocessen te herzien en te verbeteren. Maatschappelijke verantwoordelijkheid is een besef dat wij met onze medewerkers delen. Zo namen 130 medewerkers deel aan de sponsorloop van de Nuon Foundation, een stichting die de maatschappelijke betrokkenheid van onze mensen ondersteunt. In totaal werd door 1.000 medewerkers een bedrag van € 65.000 bijeengebracht voor Stichting De Regenboog. De structurele inzet van onze medewerkers bij vrijwilligersprojecten heeft de samenwerking tussen Nuon, Nederland Cares en Stichting Opkikker een stevig fundament gegeven. Nuon is hoofdsponsor van FRES (Foundation Rural Energy Services), een stichting die zich inzet voor de elektriciteitsvoorziening in ontwikkelingslanden. Dit gebeurt door het opstarten van kleine energiebedrijven die niet op het hoofdnet zijn aangesloten.
13
Tot slot betekent maatschappelijk verantwoord ondernemen voor ons ook dat wij een actieve dialoog voeren met belangen- en milieuorganisaties, vakbonden, klanten, gemeenten, provincies, de landelijke overheid en de politiek. Op deze manier willen wij onze stakeholders transparantie bieden en de maatschappelijke betrokkenheid onder onze medewerkers stimuleren. Belangrijk binnen deze dialoog was het eerste Rondetafeloverleg in 2010, waaraan vertegenwoordigers van 65 stakeholders deelnamen. Daarnaast ontvingen alle projectontwikkelaars binnen Nuon een handboek en een toolbox als leidraad voor de interactie met de stakeholders tijdens het ontwikkelingsproces. Lagere milieubelasting Ons streven om de milieubelasting van onze activiteiten te verminderen rust op drie pijlers: opschonen van onze productiemix binnen de grenzen van wat technisch en financieel haalbaar is, investeren in schonere technologie en terugdringing van energieverspilling bij onze klanten. Deze derde pijler is van essentieel belang. Uit onderzoek blijkt namelijk dat in Nederlandse huishoudens 30% van de energie wordt verspild. Wij willen onze klanten inzicht geven in hun besparingsmogelijkheden en oplossingen bieden die eenvoudig toepasbaar zijn. Dat doen we via campagnes in de landelijke media, maar ook door advies te bieden tijdens thuisbezoek. In 2010 is de online energiebesparingstool van Nuon vernieuwd. Hierdoor kunnen klanten op de website in een 3D-simulatie van hun huis allerlei energiebesparingsoplossingen uittesten. Naast deze virtuele tips hebben wij in 2010 5.000 energieadviezen verstrekt. Wat schone technologie betreft, werkten we in 2010 verder aan de ontwikkeling van CO2-afvang en was aan het eind van het jaar een CO2-afvanginstallatie operationeel gereed. Onze ambities op het gebied van duurzame energie zijn onverminderd groot, ondanks de teleurstellende uitkomst van de overheidsaanbesteding voor windenergie op zee, waarbij onze subsidieaanvraag in het kader van de SDE-regeling voor het offshorewindpark Beaufort (340 MW) niet werd toegekend. Het jaar 2010 bood veel mogelijkheden voor de ontwikkeling van nieuwe projecten. Een goed voorbeeld daarvan is het consortium Windkracht Wieringermeer, waarin Nuon deelneemt. Doel is de huidige windcapaciteit uit te breiden van 106 naar 200-400 MW, waarmee dit het grootste Nederlandse windmolenpark op land wordt. Een andere belangrijke pijler onder onze duurzame ambities betreft biomassa. Zo willen wij de bijstook in bestaande centrales verhogen en een haalbaarheidsonderzoek doen naar de bouw van een warmtekrachtcentrale die alleen op biomassa draait.
Inhoudsopgave Jaar verslag 14 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Tot slot blijven wij naar mogelijkheden zoeken om het ecologische profiel van onze kantooractiviteiten, reizen en vervoer te verminderen. In 2010 is er speciale aandacht besteed aan de effecten van het reizen per auto en we hanteren met ingang van januari 2011 een aangepast leasebeleid. Mensen Als werkgever wil Nuon in de eerste plaats zorgen voor een veilige werkomgeving. Ook willen we een aantrekkelijke werkgever zijn die meewerkt aan de ontwikkeling van alle medewerkers. Dit alles in een inspirerende omgeving waar diversiteit kan gedijen. Hiermee beogen we de beste mensen binnen te halen en hen te helpen zich verder te ontwikkelen en voor anderen een voorbeeld te zijn. Talentmanagement was in 2010 een belangrijk aandachtspunt. De organisatie maakte een ontwikkeling door van een meer klassieke performancecultuur naar een systeem dat gebaseerd is op talentmanagement. We investeren op alle opleidingsniveaus in talentmanagement. Dit blijkt ook uit de onderscheiding die Nuon heeft ontvangen voor het ‘erkend opleiden’-programma voor medewerkers van het Customer Care Center. De vergrijzing van de beroepsbevolking in de installatie- en energiesector is een tendens waar ook wij mee geconfronteerd worden. Daarom blijven wij streven naar een goede balans in de leeftijdsopbouw van ons personeelsbestand om de continuïteit van de bedrijfsvoering veilig te stellen. We moedigen studenten aan om voor een technische of bouwkundige studie te kiezen. Dat doen we door technische stages aan te bieden waarbinnen ze de nodige werkervaring kunnen opdoen. Ons maatschappelijke werkprogramma Step2Work biedt werkzoekenden met een achterstand op de arbeidsmarkt een werkervaringsplaats aan met bijpassende vakopleiding bij Nuon of een van haar partners. Ongeveer de helft van de deelnemers die het project met goed gevolg doorlopen, krijgt aansluitend een vaste aanstelling bij Nuon. Verder hebben wij workshops georganiseerd voor een beter begrip van de Zweedse cultuur, zodat iedereen zich snel binnen de nieuwe Vattenfallorganisatie thuis voelt. Ons arbobeleid garandeert een voortdurend gecertificeerd HSE-controlesysteem en richt zich op het verhogen van het veiligheidsbewustzijn bij onze medewerkers en verbetering van de veiligheidcultuur binnen de
organisatie. Nuon heeft voor het HSE-controlesysteem certificering op basis van OHSAS 18001 aangevraagd. In 2010 zijn de eerste voor bereidende audits uitgevoerd. Certificering zal naar verwachting in 2011/2012 plaatsvinden. OHSAS 18001 is de internationaal erkende norm voor arbosystemen. Medewerkers worden door het management gestimuleerd om te leren van hun ervaringen. Bovendien is voort durende verbetering van onze arboactiviteiten in ons beleid verankerd. Naast deze certificering werkt Nuon aan de implementatie van het door Shell ontwikkelde Hearts & Minds-programma. In 2011 wil Nuon vanuit het huidige gezondheidsinformatiesysteem overgaan op een systeem dat niet alleen inzicht biedt in het ziekte verzuim, maar ook in de daaraan verbonden kosten. In samenwerking met de afdeling Human Resources en het Benelux Education Center geven wij managers specifieke instructies en training om mogelijk ziekteverzuim tijdig te onderkennen en te signaleren.
De productie van energie In 2010 hebben wij onze capaciteit voor de productie van warmte, gas en elektriciteit verder uitgebreid. Eind 2009 zijn twee centrales overgenomen van Electrabel die warmte produceren voor onze klanten in Almere. Verder hebben wij een nieuwe, efficiënte ketel toegevoegd als backupfaciliteit voor de waterkrachtcentrales in Utrecht. Wij produceren ook stroom uit duurzame bronnen. De tabel op de volgende pagina toont de brandstofmix voor de energieproductie van Nuon in Nederland. De lagere productie op basis van steenkool ten opzichte van 2009 is vooral het gevolg van de ingrijpende revisie van onze kolengestookte energiecentrale aan de Hemweg in Amsterdam. Deze revisie heeft grote gevolgen gehad voor onze totale nettoproductie van elektriciteit. De productie van duurzame energie bleef relatief stabiel. De totale hoeveelheid geleverde warmte nam fors toe, als gevolg van de uitzonderlijk koude wintermaanden in 2010. De combinatie van overcapaciteit en lage prijsvolatiliteit op de Noordwest-Europese markt had grote gevolgen voor de draaiuren van onze centrales. De base-loadcentrales functioneerden volgens planning. De marginale productiecentrales draaiden echter minder productie-uren. Diverse warmtekrachteenheden werden hoofdzakelijk ingezet om in de vraag naar warmte te voorzien, niet om de productie op te voeren voor extra elektriciteit.
Inhoudsopgave Jaar verslag Jaar verslag De p ro du c tie va n en ergie | Vers lag va n de Raa d va n Bes tuu r
15
Brandstofmix energieproductie Nederland
Investeringen in duurzame productiecapaciteit 1 | RA-geverifieerd
%
€ miljoen
75
34,8%
Aardgas-WKC's
26,9%
Kolen
20,2%
Hoogovengas1
9,2%
Aardgascentrales
8,2%
Wind2
0,5%
Waterkracht
0,2%
Biomassa
0,0%
60
63,2
0,2
45
32,0
30
24,7
Zon 15
Aandeel grijze energie
91,0%
Aandeel groene energie
9,0%
CO2-emissiefactor
468,0 g/kWh
Radioactief afval
0,00000 g/kWh
1
2
In onze centrales in Velsen worden de restgassen die vrijkomen bij de staalproductie van Tata Steel ingezet als brandstof voor de productie van elektriciteit. Op deze wijze wordt het hoogovengas door Nuon nuttig gebruikt. Dit gas bevat een hoog percentage CO2. Met ingang van 2006 is met de Energiekamer van de NMa afgesproken dat Nuon de CO2-emissie in de brandstofmix van de productie corrigeert in verband met dubbeltelling. De CO2-emissiefactor van hoogovengas wordt hierin berekend op basis van de inzet van aardgas. De windproductie betreft alle elektriciteit die Nuon als producent en economisch eigenaar via een netaansluitpunt op het elektriciteitsnet zet.
Herkomst van warmte voor levering aan klanten PJ
10 8
7,6 6,6
6
5,9
5,8
0,5 0,6
6,6
0,6 0,7
0,5 0,6
0,6 0,5
0,5 0,5
3,3
3,2
3,5
3,5
1,5
1,6
2,0
2,0
1,1
63,0
0,8
0,8 8,8
19,1
20,6
15,1
12,1
1,4
22,0 6,3
0
2 006 Wind Zon2 1 2
2 007
2 008
2 009
0,1 5,8 0,4
2010
Waterkracht
Betreft bruto-investeringen. De investeringen in zon van 2007 tot en met 2009 betreffen investeringen in de Helianthos-fabriek.
In 2008 formuleerden we de ambitie om het aantal aansluitingen op stadsverwarming voor huishoudens en bedrijven binnen 10 jaar te verdubbelen. Uitgaande van 82.500 aansluitingen op 1 januari 2008 willen wij in 2018 165.000 aansluitingen bereiken. De voornaamste ontwikkeling in 2010 was de raamwerkovereenkomst voor de levering van warmte aan klanten in Rotterdam. Inclusief Amsterdam, Arnhem en Almere zijn er in 2010 ruim 9.000 aansluitingen bijgekomen. Het totale aantal per 31 december 2010 kwam daarmee uit op 106.650.
4 2
5,2
0
2006 Energiecentrales Nuon Energiecentrales derden 1
2 007 AVI's1 WKK's
AVI = Afvalverwerkingsinstallatie.
2008
2009
20 10
Onze stadswarmte wordt geleverd door een combinatie van energie centrales die eigendom zijn van Nuon of van derden, zoals het Afval Energie Bedrijf (vuilverbrandingsinstallatie (AEB)) in Amsterdam. Aan het einde van de zomer is besloten om een nieuwe gasgestookte energiecentrale te ontwikkelen in Diemen. De restwarmte van deze centrale wordt onder het IJmeer door getransporteerd naar huizen en kantoren die momenteel in Almere gebouwd worden.
Inhoudsopgave Jaar verslag 16 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Ook in 2010 werd in duurzame energieprojecten geïnvesteerd, maar in mindere mate dan in 2009. Het gaat daarbij specifiek om onze initiatieven op het gebied van bio-energie. De nadruk lag hier op kapitaal extensieve activiteiten, zoals haalbaarheidsstudies naar volledig op biomassa draaiende productiecapaciteit en voorbereidingen om het deel bijstook te laten toenemen. Wat de investeringen in windenergie betreft, was 2010 een moeilijk jaar. Niettemin zijn er nieuwe kansen in de markt, waarvoor wij de voorbereidingen inmiddels hebben opgestart. Offshorewindenergie is een belangrijk speerpunt binnen onze duurzaamheidambitie. Al sinds 2007 bouwen wij aan onze kennis op het gebied van offshorewindenergietechnologie. Dat jaar zijn we samen met Shell begonnen met de exploitatie van het eerste Nederlandse windpark op zee voor de kust bij Egmond. De bedoeling was om deze kennis ook in te zetten voor het Beaufort-project, een nieuw windmolenpark op 24 kilometer uit de Nederlandse kust. Het Beaufort-project zou een forse versterking betekenen van de toonaangevende positie van Nuon en haar grootste aandeelhouder Vattenfall op de Europese markt voor offshorewindenergie. Met een totaal vermogen van circa 340 MW is het de bedoeling dat Beaufort het grootste offshorewindpark ter wereld wordt. Deze status komt momenteel toe aan het Thanet-windpark van Vattenfall in het Verenigd Koninkrijk. De afwijzing van onze subsidieaanvraag voor het Beaufort-project in de eerste ronde van de SDE-aanbesteding is een ernstige tegenvaller voor deze ambities. Nuon hoopt in toekomstige rondes in het kader van de SDE-regeling of andere stimulerings regelingen alsnog subsidie voor Beaufort te verkrijgen. Met het Beaufortwindpark en onze verdere offshoreambities willen wij een belangrijke bijdrage leveren aan de doelstelling van de Nederlandse overheid om in 2020 6.000 MW aan windenergie op zee te realiseren. In 2010 werden verschillende nieuwe projecten opgestart die in de periode 2015-2020 een bijdrage moeten leveren aan onze portefeuille. Gedurende het jaar 2010 daalde de totale nieuw geïnstalleerde productiecapaciteit licht, van 334 MW in 2009 naar 330 MW in 2010. Deze daling werd met name veroorzaakt door de uitruil van het Belgische windpark. In Nederland werd de bouw van windmolenpark Oom Kees in september afgerond. De twee windturbines met elk een vermogen van 3 MW leveren genoeg groene stroom voor 4.400 huishoudens. Nuon heeft een belang van 12,5% in dit park. Ondanks deze investering daalde het in Nederland opgestelde vermogen voor windenergie licht, van 318 MW in 2009 tot 317 MW in 2010. In april is vergunning verleend voor de bouw van windmolenpark Zuidlob. Met een totaalvermogen van 108 MW wordt Zuidlob één van de grootste windmolenparken op het Nederlandse vasteland. De bouw start naar verwachting in 2011. Nuon heeft een belang van 5%
in Zuidlob. Andere nieuwe, geplande bouwactiviteiten zijn onder meer een windmolenpark van 8-12 MW in Duiven en een windmolenpark van 10-12 MW in Buren, beide in de provincie Gelderland. Voor deze parken zijn inmiddels vergunningen verleend, maar de bouwwerkzaamheden zijn nog niet gestart. We zijn in afwachting van de uitkomst van de beroepsprocedure.
Ontwikkelingen op onze belangrijkste markten in 2010 Ontwikkelingen op de consumenten- en zakelijke markt in Nederland Op de Nederlandse consumentenmarkt blijft de concurrentie hevig. Het totale klantverloop in Nederland is ten opzichte van 2009 echter afgenomen. De uitdagingen op de markt en de scherpe concurrentie zijn we aangegaan met marketing- en verkoopcampagnes, waaronder de ‘Niemand’-campagne. Het aantal leveringscontracten voor stroom en gas bleef op de Nederlandse consumentenmarkt met respectievelijk 2,3 miljoen en 1,9 miljoen stabiel. We hebben ons marktleiderschap op de consumentenmarkt kunnen handhaven. De verkoop van energie besparende producten is ten opzichte van 2009 gestegen. Vanwege de ontwikkeling van de groothandelsprijzen lagen de consumentenprijzen voor elektriciteit in 2010 bijna 25% lager dan in 2009. De olieprijzen vertoonden sinds het dieptepunt in 2009 weer een opwaartse trend. Dit leidde op 1 juli 2010 tot een verhoging van de consumentenprijs voor gas. Gemiddeld lag de gasprijs in 2010 echter toch nog 17% lager dan in 2009. In de zomer introduceerde Nuon voor haar klanten een nieuw duurzaamheidsconcept: CO2 OK. Een gezin met een gemiddeld energieverbruik kan voor € 5 extra per maand gebruikmaken van CO2-vrije stroom en ter compensatie van de CO2-uitstoot van het gasverbruik wordt dit bedrag geïnvesteerd in duurzame projecten. Eind 2010 hadden circa 20.000 klanten zich voor CO2 OK aangemeld. Met reclamecampagnes, energieadviezen en productoplossingen bleven wij ons ook in 2010 richten op energiebesparing. Ondanks de aanhoudende economische crisis hebben wij de verkoop van onze producten tegen lagere kosten boven verwachting kunnen opvoeren. In 2010 kwamen ook andere energieleveranciers met energiebesparingsproducten op de markt, waardoor de concurrentie in dit segment toenam.
Inhoudsopgave Jaar verslag O ntwi kkelingen o p onze b elangri j ks te mark ten in 2 0 1 0 | Vers lag va n de Raa d va n Bes tu u r
17
Klanttevredenheid in de Nederlandse consumentenmarkt 1
Brandstofmix levering consumenten/kleinzakelijke klanten | RA-geverifieerd
%
%
100 80
58,1% 84
88
89
88
89
60 40
Aardgas
20,7%
Kolen
11,2%
Wind
5,4%
Overig grijs
4,1%
Nucleair
0,5%
Waterkracht
0,0%
Biomassa
0,0%
Zon
20 88,3%
Aandeel grijze energie
0
2006 1
11,7%
Aandeel groene energie
2 007
2008
2009 2
20 10
CO2-emissiefactor
397,7 g/kWh
Radioactief afval
0,00012 g/kWh
Klanttevredenheid is gedefinieerd als het deel van de ondervraagde klanten dat aangeeft tevreden of zeer tevreden te zijn over de dienstverlening van Nuon.
De klanttevredenheid is licht gestegen ten opzichte van 2009, een bewijs dat onze inspanningen om de klantenservice te verbeteren vruchten afwerpen. Wat de zakelijke markt betreft, is de relatie met onze klanten de laatste jaren merkbaar veranderd. Onze klanten eisen in toenemende mate dat wij ons als partner opstellen. Dat wil zeggen dat we energie betaalbaar houden en oplossingen bedenken om het CO2-profiel van onze klanten omlaag te brengen. In dat kader lanceerden wij in 2010 een nieuw programma, waarbij wij een totaalpakket aan energieproducten leveren, instrumenten aanreiken om besparingspotentieel te signaleren en oplossingen bieden om dit advies in praktische, kwantificeerbare besparingen om te zetten. Nieuw zijn ook de diverse servicepakketten en factureringsoplossingen op maat die we momenteel aanbieden. In 2010 waren we getuige van een belangrijke trend op de zakelijke markt. De gemiddelde contractperiode nam af als gevolg van fluctuerende groothandelsprijzen en economische onzekerheden die deels nog verband houden met de financiële crisis. Klanten zijn minder zeker over hun toekomst en zijn daarom terughoudend met het afsluiten van langetermijncontracten met energieleveranciers. Zij schakelen vaker een onafhankelijke energieadviseur in.
Brandstofmix levering grootzakelijke klanten | RA-geverifieerd %
Aandeel grijze energie Aandeel groene energie
52,5%
Aardgas
19,0%
Waterkracht
18,7%
Kolen
4,9%
Overig grijs
3,7%
Nucleair
0,7%
Wind
0,5%
Biomassa
0,0%
Zon 79,8% 20,2%
CO2-emissiefactor
359,5 g/kWh
Radioactief afval
0,00011 g/kWh
Het aantal zakelijke klanten nam in 2010 verder toe. Met name onze positie op de gasmarkt keerde terug naar het niveau van vóór de liberalisering van de Nederlandse energiemarkt. Ondanks concurrerende marktomstandigheden nam ons marktaandeel in zowel elektriciteit als gas toe. In 2010 zijn er geen grote nieuwe concurrenten op de zakelijke markt bijgekomen. Wel verwachten we dat diverse kleinschalige nichespelers op de markt actief worden. Voorbeelden hiervan zijn de lokale energiemaatschappijen HVC en Afval Energie Bedrijf (AEB). Die richten zich voornamelijk op gemeenten (die in de meeste gevallen ook hun aandeelhouder zijn).
Inhoudsopgave Jaar verslag 18 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Brandstofmix levering Nuon Belgie | RA-geverifieerd
Aandeel klanten met groene elektriciteit van totaal consumenten/kleinzakelijke klanten Nederland
%
52,1%
Waterkracht
26,8%
Aardgas
9,5%
%
Kolen
4,9%
Wind
2,5%
Overig grijs
2,3%
Biomassa
1,9%
Nucleair
0,0%
Zon
Aandeel grijze energie
40,7%
Aandeel groene energie
59,3%
CO2-emissiefactor
182,3 g/kWh
Radioactief afval
0,00006 g/kWh
Voorts zien we dat de markttransparantie is toegenomen en dat er meer elektronische aankopen van blokken gas en elektriciteit hebben plaatsgevonden via gespecialiseerde handelsplatforms en makelaars. Daarom hebben wij in 2010 ons eigen handelsplatform gelanceerd, dat klanten toegang biedt tot alle relevante energiemarkten (spotmarkt, OTC en de markt voor flexibele capaciteit). Voor de berekening van de brandstofmix hanteert Nuon de methode van Energie-Nederland, hoewel die niet verplicht is en sommige energieleveranciers hun eigen methode hebben ontwikkeld. Nuon is voorstander van de toepassing van een uniforme methode door alle leveranciers. Dit verhoogt de transparantie voor klanten. De wijzigingen in de cijfers over de brandstofmix in 2010 zijn deels het gevolg van de revisie van de Hemweg-centrale, waardoor minder kolen is verstookt. Verder is de productie in IJmond navenant toegenomen met de beschikbaarheid van hoogovengas afkomstig van de productieactiviteiten van staalfabrikant Tata Steel (het voormalige Corus). De handelsvolumes zijn toegenomen, waardoor de gemiddelde Nederlandse brandstofmix een groter aandeel heeft in de totale cijfers van Nuon. De lagere percentages kernenergie in de Nederlandse brandstofmix zijn terug te zien in de leveringsmix van Nuon in 2010. Het verkoopvolume duurzame energie aan huishoudens bleef globaal ongewijzigd. De verkoop van groene energie aan bedrijven is gestegen, zo ook het percentage duurzame energie. De hogere verkoopvolumes in België zijn met name te danken aan hogere volumes duurzame energie, waardoor het percentage groene energie in de Belgische brandstofmix in 2010 toenam.
86,2%
Grijze stroom
13,8%
Natuur-, Groenstroom en CO2 OK
De lagere CO2-uitstoot van de brandstofmix ten opzichte van 2009 is vooral het gevolg van de lagere CO2-uitstoot van de Nederlandse standaardbrandstofmix, die gebruikt wordt ter berekening van de brandstofmix voor de handelsvolumes, en de lagere CO2-uitstoot van de productiemix van Nuon. Hoewel de economische neergang van de voorbije jaren nog steeds van invloed is op onze klanten, vinden we het bemoedigend dat zij zo positief gereageerd hebben op onze nieuwe duurzame ‘dual fuel’-propositie CO2 OK. Dit product vormt een stap voorwaarts om de milieubelasting van onze energieproductie te verminderen. CO2 OK stelt onze klanten in staat de CO2-uitstoot van hun gasverbruik te compenseren én duurzaam geproduceerde elektriciteit af te nemen. Dit product laat zien dat betaalbaarheid en een schone energiemix wel degelijk kunnen samengaan. Een groeiend aantal afnemers van Groenstroom kiest voor het ‘dual fuel’-product CO2 OK om ook de milieubelasting van hun gasverbruik omlaag te brengen. Wij hebben onze klantbewustzijnscampagne ten aanzien van energie verspilling voortgezet met de ‘Niemand’-campagne. Onze volgende stap om energieverspilling tegen te gaan, is de commerciële lancering van Energiemanagement eind 2011. Met deze tool kunnen onze klanten hun energieverbruik beter regelen. Het bouwt voort op de veelbelovende resultaten van de Energydisplay die we op kleine schaal in 2009 hebben uitgetest. Hieruit bleek dat gemiddeld 9% op stroom en 14% op gas kan worden bespaard. De display dient als interface en verschaft klanten meterinformatie over hun energieverbruik. Het pilotproject vond plaats in het kader van Amsterdam Smart City en wordt nu opgevolgd. Tussen herfst 2010 en maart 2011 zijn rond de 400 displays geïnstalleerd die het komend jaar worden getest. We hopen dat daarmee de trend wat betreft klantrespons en -gedrag wordt bevestigd.
Inhoudsopgave Jaar verslag O ntwi kkelingen o p onze b elangri j ks te mark ten in 2 0 1 0 | Vers lag va n de Raa d va n Bes tu u r
200
De Vlaamse markt is goed voor meer dan 78% van onze energiecontracten in België. Ons marktaandeel in Wallonië is licht toegenomen door onze focus op productpositionering. In de regio Brussel zijn we gestopt met het werven van nieuwe klanten. De regelgeving daar verplicht ons namelijk om consumenten gedurende drie jaar te beleveren, zelfs wanneer er sprake is van wanbetaling. Daarom blijven wij ons in deze regio met name op zakelijke klanten richten.
100
Ontwikkelingen op de gaswinningmarkt
Levering groene elektriciteit per jaar1 GWh
Klanten x 1.000
5.000
406
400
338
316
311
307
4.000 3.000 2.000
2.780 2.179 588
2.126
1.980
1.815
507
537
300
29 559
490
1.000
0
1.591
1.278
1.473
2.192
1.636
0
2006
2 007
Totaal levering Nuon GroenStroom Totaal levering Nuon NatuurStroom 1
2008
2009
19
20 10
Totaal levering CO2 OK Totaal aantal klanten
Betreft producten voor consumenten/kleinzakelijke en grootzakelijke klanten.
Ontwikkelingen op de consumenten- en zakelijke markt in België Alhoewel het marktaandeel voor de levering van elektriciteit en gas in 2010 stabiel bleef, hebben wij ons klantenbestand met 7% ofwel 20.000 klanten weten uit te breiden tot circa 320.000. Meer dan 50% van onze klanten heeft gekozen voor een gecombineerd contract, dat wil zeggen dat klanten zowel elektriciteit als gas bij Nuon afnemen. Voorts koos ruim 50% van de nieuwe klanten voor een driejaarcontract met een vast tarief. Het aantal contracten voor de levering van gas steeg met 15.000 tot 190.000. De groei van het aantal klanten is een positieve prestatie, gezien de markt omstandigheden en het beperkte aantal marktpartijen. We hebben onze positie als derde leverancier van elektriciteit en gas in België gehandhaafd. In het eerste kwartaal van 2010 waren we succesvol met de marketing van vaste driejaarscontracten via onze gevarieerde productmix en verkoopkanalen. Op de zakelijke markt waren wij succesvol met het behoud van onze klanten en hebben we een aantal bestaande contracten verlengd. Ook trokken we nieuwe klanten met hoge elektriciteitsvolumes aan. Dat leverde een orderinstroom op met een totale marge van € 12 miljoen.
In 2010 zagen we een vlakke gaswinningmarkt, weinig volatiliteit in de gasprijs ten opzichte van vorig jaar en een bescheiden gasprijs. Dit zijn belangrijke signalen dat het aanbod op de gasmarkt de vraag overstijgt. De velden waarin Nuon participeert, lieten een goede ontwikkeling zien wat betreft de verdere commercialisering van de reserves. Onze exploitanten hebben het goede werk van de afgelopen jaren voortgezet. Velden werden doorontwikkeld en nieuwe exploratie mogelijkheden gecreëerd en in werking gesteld. De productie bedroeg in 2010 541 miljoen Nm3; een stijging van 6% ten opzichte van 2009.
Ontwikkelingen op de inkoop- en handelsmarkt voor grondstoffen De productie van elektriciteit in onze energiecentrales en de verkoop van elektriciteit en gas aan onze klanten worden beïnvloed door schommelingen in de marktprijzen van diverse energiegrondstoffen, in die zin dat deze effect hebben op de productprijzen en de resultaten van Nuon. De belangrijkste grondstoffen voor ons zijn elektriciteit, steenkool, gas, olie en emissierechten. Om de gevolgen van plotselinge fluctuaties in marktprijzen zo effectief mogelijk te kunnen beheersen, wordt een deel van de handelsactiviteiten voor een bepaalde toekomstige periode vooraf verricht. Tegelijkertijd bieden deze marktbewegingen ook kansen om extra marge te genereren. Vattenfall Energy Trading is als centrale handelsdivisie van de Vattenfall Groep een van de toonaangevende energiehandelaren in Europa. Deze business unit beperkt de risico’s en dekt deze risico’s voor de gehele Vattenfall Groep in op de markt. Vattenfall Energy Trading handelt in elektriciteit, gas, steenkool, vrachtcapaciteit, olie, groene certificaten en emissierechten en is verantwoordelijk voor een gediversifieerde inkoop van stroom, brandstoffen en emissierechten.
Inhoudsopgave Jaar verslag 2 0 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
In 2010 zijn de elektriciteitsprijzen op de Europese spotmarkten, mede dankzij een lichte groei van de industriële vraag, marginaal hersteld na een eerdere stagnatie in reactie op de financiële crisis. De marges op de opwekking van energie stonden onder druk als gevolg van een hoger aanbod van kernenergie in Frankrijk en scherpere concurrentie van nieuwe centrales, met name op basis van wind- en zonne-energie. Vanwege fundamentele factoren en een verbeterde marktkoppeling groeiden de prijzen op de Europese spotmarkten aan het einde van het jaar in toenemende mate naar elkaar toe. De koppeling van de markten in centraal West-Europa (Nederland, België, Frankrijk, Luxemburg en Duitsland) vond haar beslag op 9 november 2010.
De CO2-prijzen lieten begin 2010 een stabiele trend zien. Er heerste teleurstelling op de markt dat de klimaatbesprekingen in Kopenhagen eind 2009 geen akkoord hadden opgeleverd. De markten voor emissierechten liepen in april op, geholpen door de grondstoffenmarkten. Vervolgens vielen de prijzen in juli licht terug onder invloed van kwakkelende grondstoffenmarkten. Begin september veerden de prijzen op toen de introductie van CER’s (CO2-compensatiecertificaten) werd uitgesteld. Aan het einde van het jaar daalden de prijzen weer als gevolg van lagere marges op de opwekking van energie en de lagere elektriciteitsprijzen. Op de emissiemarkt namen de handelsvolumes in de tweede helft van het jaar af, nadat in mei een historisch hoogtepunt was bereikt.
Op de Europese termijnmarkten voor elektriciteit lieten de prijzen een uiteenlopende ontwikkeling zien. In continentaal Europa bleven de prijzen voor levering op lange termijn stabiel. Ze liepen in het tweede kwartaal licht op, maar vielen in de tweede helft van het jaar weer terug. Op de Scandinavische markt lagen de prijzen voor levering één jaar vooruit hoger dan de prijzen voor leveringen verderop binnen de termijnstructuur.
Al met al lagen de grondstofprijzen hoger dan vorig jaar, waarbij de zwakkere euro een forse opwaartse invloed uitoefende.
De prijs van olie lag in 2010 tussen USD 70 en 90 per vat, met name dankzij de verwachtingen omtrent het economisch herstel. De vraag uit Azië was krachtig en ondersteunde daarmee het herstel van de grondstoffenprijzen. Het fundamentele beeld was bij olie echter vrij zwak, gezien de omvangrijke voorraden en lage raffinagemarges. In Europa bleven de steenkoolvoorraden hoog als gevolg van een gebrek aan vraag. De prijs van steenkool liep tegen het einde van het jaar echter licht op. In november werd zelfs het hoogste punt sinds twee jaar bereikt, als gevolg van de beperkte aanvoer van steenkool vanuit Colombia en Rusland. De koude wintermaanden in 2010 zorgden voor een hogere vraag naar gas. Dit kwam echter niet tot uitdrukking in hogere spotprijzen. Begin 2010 is steenkool als voorkeursbrandstof vervangen door gas vanwege de extreem lage gasprijzen. In het tweede kwartaal werd contractgas door spotvolumes vervangen, wat de gasprijzen opdreef. In de zomer werd de marginale prijs vervolgens bepaald door vloeibaar aardgas. Al met al lagen de handelsprijzen voor gas hoger dan vorig jaar.
Financieel overzicht en analyse Organisatiestructuur en management verantwoordelijkheid Tot eind 2010 was Nuon in de volgende groepen georganiseerd: ■■ Business Group Benelux, waarin de activiteiten van Nuon waren ondergebracht op het gebied van gaswinning en stroomproductie in Nederland, gasopslag, levering van stadsverwarming en -koeling aan consumenten en zakelijke klanten, levering van producten en diensten aan industrieparken in Nederland en Duitsland, verkoop van gas en elektriciteit aan eindgebruikers in de Benelux en verkoop van ValueAdded Services in Nederland. Tot eind 2010 vormde de Business Group Benelux een van de vier afzonderlijke bedrijfsonderdelen van Vattenfall; ■■ Vattenfall Energy Trading the Netherlands (‘VET NL’), bestaande uit de handels- en inkoopactiviteiten in Nederland; ■■ De windenergieactiviteiten van Nuon zijn geïntegreerd in de business unit Wind, die tot eind 2010 deel uitmaakte van de Business Group Pan Europe van Vattenfall.
Inhoudsopgave Jaar verslag Jaar verslag Fina n c ie el over z i cht en a na l y se | Vers lag va n de Raa d va n Bes tuu r
21
Financieel overzicht Het volgende overzicht geeft een analyse van de resultaten. Hierin wordt een nadere uitsplitsing van de resultaten naar de drie verschillende groepen gegeven.
Financieel overzicht
Voor het jaar eindigend op 31 december € miljoen
Netto-omzet
5.458
Bijzondere posten 2010 -373
Brutomarge
1.869 829 1.104 721 -5 732 169 563
Gerapporteerd
Operationele kosten Resultaat voor belastingen, interest, afschrijvingen en amortisatie (EBITDA) Bedrijfsresultaat Financiële baten/(lasten) Resultaat voor belasting Belastinglast/(bate)
Nettowinst Elektriciteit verkoop, Nederland (TWh) Elektriciteit verkoop, België (TWh) Gas verkoop, Nederland (m3 miljard) Gas verkoop, België (m3 miljard)
Exclusief bijzondere posten
Gerapporteerd
2009
5.085
5.112
-373 -12
1.496 817
-361 -298 – -298 -77 -221
743 423 -5 434 92 342
484
236
720
196
238
434
168
5.280
1.381
168
1.549
998
-87
911
-20
18
-2
192
256
448
-8
135
127
200
121
321
24,0 3,4 6,0 0,5
22,1
2,3 miljoen 1,9 miljoen 320.000 190.000 541
2,3 miljoen
1.858
2.999
2,7 4,8 0,4
Aantal contracten consumentenen kleinzakelijke markt - Elektriciteit, Nederland - Gas, Nederland - Elektriciteit, België - Gas, België Totale gasproductie (miljoen Nm3) Totaal geschatte gasreserves (miljoen Nm3) aan het einde van het lopende jaar
Exclusief bijzondere posten
Bijzondere posten
1,9 miljoen 300.000 175.000 511
Inhoudsopgave Jaar verslag 22 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Netto-omzet
Netto-omzet
€ miljoen
€ miljoen
10.500
6.000
5.458 653
4.800
5.112
565
5.458
7.000
19
5.112 31
4.151
3.657
5.077
5.416
-3.789
-3.992
3.500
3.600
2.194
2.098 0
2.400
2.611
2.449 -3.500
1.200 0
-7.000
2010
201 0
2009
Elektriciteit (inclusief reële-waardemutaties) Gas Warmte en overige producten
BG Benelux Trading
2 009
Wind Eliminaties
Netto-omzet De netto-omzet is met 7% gestegen tot € 5.458 miljoen (2009: € 5.112 miljoen). Deze stijging is grotendeels te danken aan reëlewaardemutaties op commodity-derivatencontracten en aan overige incidentele posten van in totaal € 373 miljoen (2009: € 168 miljoen negatief). Exclusief deze incidentele posten daalde de netto-omzet met 4% tot € 5.085 miljoen (2009: € 5.280 miljoen). De netto-omzet uit elektriciteit nam toe tot € 2.611 miljoen (2009: € 2.449 miljoen). Exclusief bijzondere posten in verband met reëlewaardemutaties op commodity-derivatencontracten nam de netto-omzet echter af tot € 2.265 miljoen (2009: € 2.599 miljoen). Dit is vooral het gevolg van de lagere variabele elektriciteitstarieven op de consumentenmarkt, die ten opzichte van 2009 gemiddeld met 25% zijn gedaald. De afzet van elektriciteit steeg in de Benelux met 11% tot 27,4 TWh, als gevolg van hogere verkopen aan bedrijven en een grotere klantenbasis in België. Op de Nederlandse consumentenmarkt bleef het aantal klanten stabiel op 2,3 miljoen, ondanks de hevige concurrentie binnen dit marktsegment. Het klantverloop bij Nuon lag onder het Nederlandse gemiddelde en geeft blijk van de hoge klanttevredenheid en het vermogen van Nuon om klanten met aantrekkelijke proposities aan zich te binden. In België hebben wij 20.000 nieuwe klanten aan ons klantenbestand toegevoegd. Dat bracht het totaal ultimo 2010 op 320.000 elektriciteits-
klanten. De omzetdaling is deels ook het gevolg van de afstoot van onze verkoopactiviteiten in Duitsland per 1 januari 2010. Deze desinvestering was een van de eisen van de Europese mededingingsautoriteiten voor de goedkeuring van de overname van Nuon door Vattenfall. De omzet uit elektriciteitsproductie op basis van windenergie lag eveneens lager. De prijzen lagen lager en er is minder productie gedraaid vanwege de slechtere weersomstandigheden. De handelsresultaten waren minder hoog dan in 2009, vanwege de bescheiden fluctuaties op de grondstoffenmarkten. De netto-omzet uit gas nam met 5% toe tot € 2.194 miljoen (2009: € 2.098 miljoen). De afzet van gas steeg met 25% tot 6,5 miljard m3 (2009: 5,2 miljard m3). Het koude weer begin en eind 2010 stuwde de vraag van klanten op, terwijl in België sprake was van een grotere klantenbasis en hogere afzetvolumes op de zakelijke markt. De hogere afzetvolumes werden echter deels tenietgedaan door de lagere gas tarieven in 2010 ten opzichte van 2009. De gasprijs lag op de consumentenmarkt gemiddeld 17% lager dan in 2009. De gasproductie uit onze exploratie- en productieactiviteiten lag met 541 miljoen Nm3 6% hoger dan vorig jaar (2009: 511 miljoen Nm3). Het grootste deel van de productie wordt verkocht aan GasTerra en de gemiddelde verkoopprijs lag onder het niveau van 2009.
Inhoudsopgave Jaar verslag Jaar verslag Fina n c ie el over z i cht en a na l y se | Vers lag va n de Raa d va n Bes tuu r
Operationele kosten
Operationele kosten
€ miljoen
€ miljoen
1.200
1.200
998 900
23
900
829
600
355
471
90
122
829 18 55
998 23 33
600
778
964
-22
-22
300
300
425
447
-41
-42
0
0
-300
-300
2010 Personeelskosten Externe kosten
201 0
2009 Overige kosten Af: geactiveerde productiebedrijfsmiddelen voor eigen gebruik
BG Benelux Trading
2 009
Wind Eliminaties
De omzet uit warmte en andere diensten nam toe tot € 653 miljoen (2009: € 565 miljoen). Exclusief de bijzondere post betreffende de vrijval van een voorziening, steeg de netto-omzet van € 583 miljoen in 2009 tot € 626 miljoen in 2010. De omzet uit de levering van stadswarmte via onze netwerken profiteerde van het hogere aantal aansluitingen en werd bovendien versterkt door het koude weer in de wintermaanden. De netto-omzet uit onze Value-Added Services – installatie, isolatie, beveiliging en andere diensten – lag lager dan in 2009, deels als gevolg van de economische teruggang in de bouwsector. Operationele kosten De operationele kosten zijn in 2010 met € 169 miljoen gedaald tot € 829 miljoen (2009: € 998 miljoen). In 2009 werden de operationele kosten beïnvloed door eenmalige kosten in verband met de afsplitsing van Nuon van netwerkbedrijf Alliander, de zoektocht naar een strategische partner en de samenwerking met Vattenfall. Exclusief bijzondere kosten en veranderingen in de consolidatiekring zijn de operationele kosten in 2010 afgenomen. Structurele kostenbesparingen, een sterke focus op kostenreductie en een toegenomen kostenbewustzijn binnen de gehele organisatie leverden een bijdrage aan de lagere operationele kosten. De desinvestering van de verkoopactiviteiten in Duitsland per 1 januari 2010 had eveneens een positieve invloed op de operationele kosten.
Het aantal eigen medewerkers nam met 7% af van 6.188 FTE’s eind 2009 tot 5.766 FTE’s eind 2010. Belangrijke factoren waren het lagere aantal medewerkers bij onze verkoopeenheid, het Customer Care Center en de IT-afdeling, een strikter wervings- en aannamebeleid en het afstoten van de Duitse verkoopactiviteiten (met uitzondering van de industrie parken in Duitsland). Het aantal externe medewerkers nam met 13% af van 974 FTE’s eind 2009 tot 847 FTE’s eind 2010, als gevolg van verdere kostenbesparingsmaatregelen. Wij hebben onze marketing- en verkoopkosten verlaagd door efficiënter gebruik te maken van onze eigen verkoopkanalen en die van derden. Voorts zijn besparingen gerealiseerd op de IT- en overheadkosten, facilitaire diensten, communicatiekosten en adviesvergoedingen. Ingevolge artikel IXa van de Wet onafhankelijk netbeheer (Won) mogen netbeheerders, producenten, handelaren en leveranciers van elektriciteit, gas en warmte de kosten van de uitvoering van hun splitsingsplan niet in rekening brengen bij hun afnemers. Deze regeling geldt voor een periode van 5 jaar en is voor Nuon per 1 juli 2008 in werking getreden. Deze kosten bedroegen in 2010 € 24 miljoen (2009: € 36 miljoen). Ook mogen de kosten in het kader van ‘cross border lease’-transacties die voortvloeien uit na 20 maart 2006 verrichte activiteiten, volgens de Won niet doorberekend worden in de consumententarieven.
Inhoudsopgave Jaar verslag 24 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Resultaat vóór interest, belastingen, afschrijvingen en amortisatie (EBITDA) De EBITDA (resultaat vóór interest, belastingen, afschrijvingen en amor tisatie) steeg van € 484 miljoen in 2009 tot € 1.104 miljoen in 2010. De EBITDA werd beïnvloed door bijzondere posten, zoals reële-waarde mutaties op commodity-derivatencontracten. Exclusief bijzondere posten nam de EBITDA toe van € 720 miljoen in 2009 tot € 743 miljoen in 2010.
Bedrijfsresultaat € miljoen
800
721 600
529
400
196
De EBITDA werd positief beïnvloed door succesvolle kostenbesparingen, die de operationele kosten drukten, en hogere afzetvolumes voor gas in de koude wintermaanden begin en eind 2010. Hierdoor is ten opzichte van 2009 extra marge gegenereerd. Deze positieve ontwikkelingen werden echter tenietgedaan door een lagere marge op de verkoop van elektriciteit en op onze activiteiten in de gaswinning en opwekking van elektriciteit en door lagere handels resultaten. De afzet van elektriciteit steeg weliswaar met 11%, maar de prijzen zijn ten opzichte van 2009 met 25% gedaald. Door de lagere marktprijzen is de marge op leveringen aan klanten kleiner geworden. De marktprijzen voor klanten zijn sneller gedaald dan de inkoopprijzen. De marge op de faciliteiten voor elektriciteitsopwekking stond in 2010 onder druk. De productiemarges van zowel de kolengestookte als gasgestookte centrales zijn de laatste jaren uitgehold. Vanwege de economische crisis is er minder vraag naar elektriciteit. Dit leidde in 2010 tot een lager productievolume – 15,0 TWh ten opzichte van 16,1 TWh in 2009 – en een lagere marge. De marge op de elektriciteitsproductie had ook te lijden van de geplande revisie van een van onze grootste energiecentrales in 2010. De marge op de gaswinning daalde als gevolg van de lagere gasprijzen, ondanks een stijging van de gaswinning met 6% tot 541 miljoen Nm3. Afschrijvingen op materiële en immateriële activa en bijzondere waardeverminderingen De afschrijvingen op materiële en immateriële activa en bijzondere waardeverminderingen stegen van € 288 miljoen in 2009 tot € 383 miljoen in 2010. In 2010 is een bijzondere waardevermindering van € 63 miljoen opgenomen voor bepaalde activa op het gebied van warmte en zonne-energie. De bijzondere waardevermindering van 2009 betrof een afboeking van € 24 miljoen op onze verkoopactiviteiten in Duitsland en een terugname van eerder genomen bijzondere waarde verminderingen van € 32 miljoen. De afschrijvingen op materiële en immateriële activa waren bij onze exploratie- en productieactiviteiten en onze energiecentrales hoger dan in 2009. Dit was het gevolg van de
200 0
2
197
254
-5
-60
-250
201 0 BG Benelux Trading
2 009
Wind
start van de gaswinning medio 2009 in een veld met een relatief hoge afschrijving per productie-eenheid. In 2010 zijn we bovendien begonnen met de afschrijving op grote revisies. Bedrijfsresultaat (EBIT) Het bedrijfsresultaat is ten opzichte van vorig jaar meer dan verdrie voudigd tot € 721 miljoen (2009: € 196 miljoen). Het bedrijfsresultaat werd beïnvloed door bijzondere posten, zoals reële-waardemutaties op commodity-derivatencontracten. Exclusief bijzondere posten kwam het bedrijfsresultaat uit op € 423 miljoen. Dat is onder het niveau van 2009 (€ 434 miljoen). Het positieve effect van de kostenbesparingen en koude wintermaanden werd tenietgedaan door hogere afschrijvingslasten en door de lagere marges op de verkoop van elektriciteit en de productie van elektriciteit en gas. Financiële baten/(lasten) De netto financiële lasten bedroegen in 2010 € 5 miljoen, tegen € 20 miljoen in 2009. In 2009 werden de financiële lasten beïnvloed door een kostenpost van € 18 miljoen in verband met de beëindiging van cross border leases. Eind 2009 zijn alle cross border leases op onze elektriciteit genererende activa beëindigd. Dit creëert meer flexibiliteit. Bovendien nemen hierdoor de risico’s verbonden aan cross border leases af.
Inhoudsopgave Jaar verslag Jaar verslag Fina n c ie el over z i cht en a na l y se | Vers lag va n de Raa d va n Bes tuu r
Belastinglast/(bate) De effectieve belastingdruk kwam in 2010 uit op 23,0%, ten opzichte van -4,2% in 2009. Het Nederlandse tarief voor de vennootschapsbelasting bedroeg in 2009 en 2010 25,5%. De effectieve belastingdruk werd in 2010 beïnvloed door onbelaste resultaten, terwijl in de belastingpost over 2009 een belastingbate van € 70 miljoen begrepen in verband met de afronding en indiening van de aangiftes voor de jaren 2005-2008.
25
Nettowinst De nettowinst over het boekjaar 2010 is meer dan verdubbeld tot € 563 miljoen (2009: € 200 miljoen). In de nettowinst is een bijzondere bate begrepen van netto € 221 miljoen (2009: netto € 121 miljoen negatief). Exclusief bijzondere posten kwam de nettowinst uit op € 342 miljoen (2009: € 321 miljoen).
Bijzondere posten begrepen in het resultaat De onderstaande tabel geeft een overzicht van de bijzondere posten die in het resultaat zijn begrepen.
Overzicht van in het resultaat begrepen bijzondere posten Voor het jaar eindigend op 31 december € miljoen
2010 Eenmalig effect van de verandering van de verwerking van contracten voor eigen gebruik Mutaties in reële waarde van financiële instrumenten en derivaten anders dan voor handelsdoeleinden Kosten verbonden aan de splitsing en het strategische partneringproces Diverse andere posten
-
-411
346 -17 -31
-77
Totale invloed op bedrijfsresultaat (EBIT) Kosten afkoop cross border lease-contracten Eenmalige belastingposten Belastingeffect op eenmalige posten
Totale invloed op nettowinst
De post Mutaties in reële waarde van financiële instrumenten en derivaten anders dan voor handelsdoeleinden betreft de reële-waardemutaties op commodity-derivatencontracten die voor eigen gebruik worden aangehouden en conform IAS 39 worden gewaardeerd tegen reële waarde. Deze reële-waardemutaties verstoren een goede analyse van de onderliggende resultaten. In de bate over 2010 is een gedeeltelijke terug boeking van een last van € 411 miljoen uit 2009 begrepen in verband met de gevolgen van de synchronisatie van onze waarderingsgrond slagen met die van Vattenfall. Dit als gevolg van de integratie van onze activiteiten en strategie op het gebied van handel en sourcing na de overname door Vattenfall.
2009
261 -11
298 -77
-238 -18 70 65
221
-121
Diverse andere posten behelzen bijzondere waardeverminderingen op bepaalde warmte- en zonne-energiefaciliteiten, ontwikkelingskosten voor windenergieprojecten en de vrijval van een voorziening die aanvankelijk was opgenomen met het oog op de gevolgen van de verwachte veranderingen in de tarieven voor warmtelevering.
Inhoudsopgave Jaar verslag 26 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Balans Verkorte balans Per 31 december € miljoen
Vaste activa Vlottende activa Liquide middelen Activa van een groep aangehouden voor verkoop
2010 4.489 2.992 1.204 -
Totaal activa Eigen vermogen Langlopende verplichtingen Kortlopende verplichtingen Verplichtingen van een groep aangehouden voor verkoop
Totaal eigen vermogen en verplichtingen
Vaste activa De vaste activa zijn met 10% ofwel € 409 miljoen gestegen tot € 4.489 miljoen ultimo 2010. Deze stijging heeft met name te maken met forse kapitaalinvesteringen in de bouw van nieuwe centrales – de multifuel-centrale Nuon Magnum in Eemshaven (1.331 MW) en twee gasgestookte centrales in Diemen en Amsterdam met elk een vermogen van 435 MW – en de uitbreiding van onze gasopslagfaciliteit in het Duitse Epe. Vlottende activa De vlottende activa zijn met 22% ofwel € 540 miljoen gestegen tot € 2.992 miljoen. Deze stijging is het gevolg van een toename van de handelsvorderingen en vorderingen op klanten wegens het hogere gasverbruik eind 2010. Dit effect wordt verder versterkt door de lagere maandelijkse voorschotbetalingen van klanten – die gebaseerd zijn op standaardverbruiksschattingen en eenmaal per jaar worden vastgesteld – na de verlaging van de variabele elektriciteits- en gastarieven per 1 januari 2010.
2009 4.080 2.452 1.250 34
8.685 4.134 1.449 3.102 -
7.816 3.400 1.644 2.708 64
8.685
7.816
Liquide middelen De liquide middelen zijn met 4% ofwel € 46 miljoen gedaald tot € 1.204 miljoen ultimo 2010. De sterke kasstroom uit operationele acti viteiten werd grotendeels tenietgedaan door de forse kapitaalinvesteringen in 2010 in nieuwe en lopende projecten, zoals de Nuon Magnumcentrale en de nieuwe elektriciteitscentrales in Diemen en Amsterdam. Meer informatie is te vinden onder Nettokaspositie en Kasstroomoverzicht. Eigen vermogen Het eigen vermogen is met 22% toegenomen tot € 4.134 miljoen ultimo 2010. Deze toename heeft met name te maken met de volgende posten: de toevoeging van het jaarresultaat ten bedrage van € 563 miljoen en een nettomutatie in de niet-uitkeerbare hedgereserve van € 271 miljoen als gevolg van reële-waardemutaties op derivaten die gebruikt worden ter afdekking. Deze posten werden deels tenietgedaan door een dividenduitkering van € 100 miljoen aan onze aandeelhouders.
Inhoudsopgave Jaar verslag Jaar verslag Fina n c ie el over z i cht en a na l y se | Vers lag va n de Raa d va n Bes tuu r
Langlopende en kortlopende verplichtingen De langlopende verplichtingen zijn met 12% ofwel € 195 miljoen afgenomen tot € 1.449 miljoen ultimo 2010. Dit is het gevolg van een afname van de langlopende verplichtingen uit hoofde van derivatencontracten en de uitkering van dividend aan onze Nederlandse aandeelhouders (€ 100 miljoen), waarvoor in 2009 een voorziening was opgenomen.
27
De kortlopende verplichtingen namen met 12% ofwel € 330 miljoen toe tot € 3.102 miljoen. Deze toename komt grotendeels op het conto van de hogere gasinkopen ten opzichte van 2009 vanwege de koude wintermaanden.
Nettokaspositie Reconciliatie nettokaspositie Per 31 december € miljoen
2010 1.204
Liquide middelen Af: Niet vrij ter beschikking staande liquide middelen (inclusief clearing bank margin-gelden en garantierekeningen in verband met collaterals, maar exclusief bilaterale margin-gelden)
-27
Totaal liquide middelen Langlopende rentedragende verplichtingen Kortlopende rentedragende verplichtingen Verplichtingen uit hoofde van finance leases
2009 1.250 -95
1.177 392 344 19
1.155 532 128 21
Brutoschuldpositie
755
681
Nettokaspositie
422
474
In de nettokaspositie zijn de niet vrij ter beschikking staande liquide middelen niet begrepen, aangezien dit middelen zijn waarover Nuon Energy niet vrij kan beschikken. Nuon Energy meent dat deze ver werkingswijze een beter beeld geeft van de nettokaspositie op de balansdatum. De liquide middelen die in de normale uitoefening van onze handelsactiviteiten in verband met margin calls betaald of ontvangen worden, worden als volgt in de nettokaspositie verwerkt: de uit hoofde van margin calls ontvangen liquide middelen hebben een verhoging van de nettokaspositie tot gevolg aangezien deze middelen niet geblokkeerd zijn. De uit hoofde van margin calls betaalde liquide middelen kunnen hetzij op garantierekeningen worden gestort, die deel uitmaken van het niet vrij ter beschikking staande kassaldo van Nuon Energy, hetzij op de bankrekening van de tegenpartij worden gestort. In beide gevallen neemt de nettokaspositie af, hetzij via een lager kassaldo hetzij via de uitsluiting van niet vrij ter beschikking staande liquide middelen in
de berekening van de nettokaspositie. De tegengestelde mutaties in te betalen en te ontvangen posten uit hoofde van margin calls zijn in de kasstroom uit operationele activiteiten opgenomen onder de mutaties werkkapitaal. De nettokaspositie bedroeg eind 2010 € 422 miljoen, ten opzichte van € 474 miljoen ultimo 2009. Deze daling is met name toe te schrijven aan het relatief hoge niveau van de kapitaalinvesteringen in 2010 voor de bouw van nieuwe energiecentrales in Eemshaven, Diemen en Amsterdam en voor de uitbreiding van onze gasopslagactiviteiten in Duitsland. De solvabiliteit kwam eind 2010 uit op 47,6%, ten opzichte van 43,5% ultimo 2009, met name dankzij het positieve jaarresultaat en de mutatie in de hedge reserve.
Inhoudsopgave Jaar verslag 28 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Kasstroomoverzicht Kasstroom € miljoen
Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Vrije kasstroom
Kasstroom uit operationele activiteiten De kasstroom uit operationele activiteiten bedroeg in 2010 € 910 miljoen (2009: € 1.655 miljoen). In de operationele kasstroom over 2009 is echter ook de afwikkeling begrepen van rekening-couranttegoeden met onze voormalige groepsmaatschappij Alliander N.V. voor een bedrag van circa € 1,5 miljard. Exclusief deze eenmalige post nam de kasstroom uit operationele activiteiten toe van € 188 miljoen in 2009 tot € 910 miljoen in 2010. Deze toename is het gevolg van een hogere EBITDA en lagere betalingen van voorlopige aanslagen voor de vennootschapsbelasting in 2010. Bovendien is er in vergelijking met 2009 minder geïnvesteerd in het nettowerkkapitaal. Kasstroom uit investeringsactiviteiten De kasstroom uit investeringsactiviteiten is in 2010 gestegen tot € 934 miljoen (2009: € 543 miljoen). De investeringen in vaste activa bedroegen € 959 miljoen, een stijging van 37% ten opzichte van € 698 miljoen in 2009. Naast reguliere investeringen in onze bestaande productiecapaciteit en warmtenetwerken zijn er investeringen gepleegd in de elektriciteitscentrale Nuon Magnum in Eemshaven (1.331 MW) en in twee nieuwe gasgestookte centrales in Amsterdam en Diemen (ieder 435 MW). Deze nieuwe energiecentrales vervangen bestaande, minder efficiënte productiecapaciteit in het kader van de ambitie van Nuon om fossiele brandstoffen zo efficiënt en schoon mogelijk in te zetten. Ook hebben wij geïnvesteerd in een warmtetransportleiding (die het warmtenet van Nuon in Almere verbindt met de productiefaciliteit in Diemen) en in de uitbreiding van de gasopslagfaciliteiten in Epe (Duitsland) en Zuidwending (Nederland).
2010 910 -934 -204 -26
2009 1.655 -543 -585 982
2010 was een vruchtbaar jaar wat betreft de mogelijkheden voor duurzame projecten. Een uitzondering hierop was de subsidieafwijzing in de eerste ronde van de SDE-aanbesteding voor het geplande offshorewindmolenpark Beaufort. Nuon heeft tegen dit besluit van de Nederlandse Staat bezwaar aangetekend. In 2010 heeft Nuon het Zoneiland in Almere geopend, waar zonne-energie gebruikt wordt om 2.700 huishoudens van warmte te voorzien. Verder is het kleinschalige windmolenpark Oom Kees in gebruik genomen dat stroom gaat leveren aan 4.400 huishoudens. In Amsterdam-Zuidoost hebben wij onze tweede koude centrale geopend. Deze haalt water uit de nabijgelegen Ouderkerkerplas om kantoren en datacenters te koelen. Voorts heeft Nuon zich aange sloten bij het consortium ‘Windkracht Wieringermeer’. Het doel van dit samenwerkingsverband is om het huidige opgestelde vermogen van 106 MW in de periode 2014-2018 uit te breiden naar 200-400 MW. Kasstroom uit financieringsactiviteiten De kasstroom uit financieringsactiviteiten bedroeg in 2010 € 204 miljoen (2009: € 585 miljoen) en is vooral het gevolg van de uitkering van dividend aan onze aandeelhouders. In 2009 was in de financierings kasstroom een terugstorting van agio begrepen ten bedrage van € 405 miljoen aan onze voormalige aandeelhouder n.v. Nuon conform de aanwijzingen van de minister van Economische Zaken in verband met de goedkeuring van de splitsing. Vrije kasstroom De vrije kasstroom betrof een kasuitstroom van € 26 miljoen, ten opzichte van een kasinstroom van € 982 miljoen in 2009. De vrije kasstroom werd in 2009 echter positief beïnvloed door de eenmalige afwikkeling van rekening-couranttegoeden met onze voormalige groepsmaatschappij Alliander voor een bedrag van circa € 1,5 miljard.
Inhoudsopgave Jaar verslag Jaar verslag Fina n c ie el over z i cht en a na l y se | Vers lag va n de Raa d va n Bes tuu r
29
Reconciliatie vrije kasstroom € miljoen
2010 910 -959 23
Kasstroom uit operationele activiteiten Investeringen in vaste activa Bijdrage investeringen van derden
Vrije kasstroom
Dividend De Raad van Bestuur stelt na overleg met de Raad van Commissarissen voor om het volgende dividendbeleid vast te stellen. Dit zal worden besproken tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De Raad van Bestuur stelt het volgende dividendbeleid voor: 1. De grondslag voor dividenduitkeringen wordt gevormd door de nettowinst, gecorrigeerd voor belangrijke niet-liquide reële-waardemutaties op financiële instrumenten niet zijnde mutaties in de reële waarde van handelsposities. 2. In overeenstemming met de aandeelhoudersovereenkomst ontvangen aandeelhouders A – de provincies en gemeenten die hun aandelen in de periode tot 2015 gefaseerd aan Vattenfall overdoen – jaarlijks een vast preferent dividend, ongeacht de nettowinst die in het betreffende boekjaar is gerealiseerd. In de balans van Nuon Energy per 30 juni 2009 is ten laste van het eigen vermogen een afzonderlijke verplichting voor deze dividenduitkeringen aan aandeelhouders A opgenomen; deze verplichting neemt als gevolg van contante uitkeringen jaarlijks af. 3. De resterende winst na correctie/uitkering als hierboven sub 1 en 2 bedoeld, is beschikbaar voor uitkering aan aandeelhouders B (Vattenfall AB), indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: ■■ De ‘gearing ratio’ (rentedragende verplichtingen/(rentedragende verplichtingen + totaal eigen vermogen)) bedraagt niet meer dan 50%. Deze verhouding is gebaseerd op het door krediet beoordelaars S&P en Moody’s gehanteerde maximum voor ‘investment grade’-bedrijven;
2009 1.655 -698 25
-26
■■
■■
■■
982
Naleving van de financiële verplichtingen uit hoofde van door Nuon Energy gemaakte financiële afspraken (convenanten); Een voldoende structurele kaspositie voor de komende 12 maanden, een en ander blijkende uit de langetermijnliquiditeitsprognose van Nuon Energy; Beschikbaarheid van voldoende liquiditeitsfaciliteiten voor Nuon.
Op basis van dit beoogde dividendbeleid stelt de Raad van Bestuur na overleg met de Raad van Commissarissen voor om aan aandeelhouders A een dividend uit te keren van € 115,4 miljoen, aan aandeelhouders B een dividend uit te keren van € 171 miljoen en de resterende winst van € 276,9 miljoen aan de Overige reserves toe te voegen. De beoogde dividenduitkering aan aandeelhouders A betreft een vooraf bepaald bedrag dat losstaat van de nettowinst die in het boekjaar is behaald. De beoogde dividenduitkering van € 171 miljoen aan aandeelhouders B betreft de resterende winst na belasting, rekening houdend met de uitkering aan aandeelhouders A en gecorrigeerd voor belangrijke niet-liquide reële-waardemutaties op financiële instrumenten niet zijnde mutaties in de reële waarde van handelsposities (€ 371,7 miljoen) en het belastingeffect over deze post (€ 94,8 miljoen). De vaststelling van het dividend over 2010 geschiedt tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op vrijdag 13 mei 2011 in Amsterdam.
Inhoudsopgave Jaar verslag 30 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Merk- en reputatiemanagement
Human Resources
Ons merkmanagement richt zich in deze integratieperiode op het geleidelijk op de kaart zetten van het in Nederland nog onbekende merk Vattenfall. Daarbij maken wij gebruik van de sterke merkwaarden van Nuon. Nuon staat als innovatief en duurzaam bekend en heeft zich in de afgelopen jaren succesvol gepositioneerd als betrouwbare energie adviseur voor klanten en andere stakeholders. Nuon heeft een sterke reputatie en wordt gezien als een technisch deskundige, betrouwbare marktleider op de energiemarkt.
Algemeen
Vattenfall hanteert een monolitische merkarchitectuur. Dit betekent dat bedrijven die worden overgenomen, op termijn de merknaam Vattenfall dragen. In 2010 werd deze overgang al zichtbaar door de vermelding van Vattenfall in onze berichtgeving aan zakelijke stakeholders (brief papier, visitekaartjes e.d.). In 2011 willen wij de verbinding tussen de beide merken ook zichtbaar maken in de communicatie met andere stakeholders. Daarnaast wordt de introductie van de Vattenfall-organisatie en het Vattenfall-merk bij de Nuon-medewerkers geïntensiveerd en worden de nodige voorbereidingen getroffen voor een zorgvuldige introductie van het merk bij alle stakeholders. Conform de gemaakte afspraken ten tijde van de overname en de daarop volgende oprichting van de stichting Nuon Energy Public Assurances Foundation, zal het merk Nuon de komende jaren blijven bestaan.
Goed werkgeverschap
Een belangrijk aspect bij de ontwikkeling van een nieuw (of onbekend) merk is de inzet van sponsoring. Om aan te kunnen sluiten bij het inter nationale sponsorbeleid van Vattenfall zijn aflopende sponsorcontracten na 2010 niet meer verlengd. Dit betreft onder meer het contract met de KNVB, dat na het WK in 2010 afliep, en met Natuurmonumenten, dat al in 2009 eindigde. Vattenfall werkt nog aan een nieuw sponsorbeleid. In het nieuwe beleid zal worden aangegeven welke activiteiten in de diverse landen, waaronder Nederland, voor sponsoring in aanmerking komen.
Eind 2010 bedroeg ons totale personeelsbestand met een vast dienstverband 5.766 FTE’s (2009: 6.188 FTE’s) en het aantal tijdelijk ingehuurden 847 FTE’s (2009: 974 FTE’s). Het lagere aantal FTE’s is deels het gevolg van efficiencyverbeteringen en deels het gevolg van overnames en desinvesteringen van onderdelen van Nuon. Het totale personeelsbestand bestaat voor 26% uit vrouwelijke medewerkers (2009: 27%).
Met een totaal personeelsbestand van 5.766 FTE’s in Nederland en België en bij onze industrieparken en gasopslagfaciliteiten in Duitsland vormt Nuon een belangrijke bron van lokale werkgelegenheid. Wij willen voor onze medewerkers een voorkeurswerkgever zijn en blijven, waar inzet wordt beloond met goede mogelijkheden voor talentont wikkeling en een aantrekkelijk pakket flexibele arbeidsvoorwaarden. Deze prioriteiten komen tot uitdrukking in onze kernwaarden. Ook voor ons vormt de vergrijzing een uitdaging, met name bij onze operationele activiteiten (productie van elektriciteit en warmte, installatieactiviteiten). Dit proberen we op te vangen door jonge professionals te interesseren voor een loopbaan in de energiesector. De diverse leeftijdsgroepen hebben verschillende verwachtingen van Nuon als werkgever. Dit betekent dat wij opnieuw moeten nadenken over ons beleid op het gebied van gezondheid, talentmanagement en arbeidsvoorwaarden, zodat we aan alle wensen tegemoet kunnen komen.
Veiligheid De zorg voor een gezonde, veilige werkomgeving maakt integraal deel uit van onze kernwaarden. De nadruk ligt hierbij op het creëren van een bedrijfscultuur en werkomgeving waarbinnen dit doel gerealiseerd kan worden. Het arbobeheer wordt in al onze activiteiten systematisch en proactief benaderd. Door handhaving, planning en toetsing wordt dit proces voortdurend verbeterd, waarbij wij leren van onze ervaringen en die van anderen.
Inhoudsopgave Jaar verslag Jaar verslag Huma n Res o u rces | Vers lag va n de Raa d va n Bes tu u r
Aantal ongelukken
LTIF (Long Term Injury Frequency)
Ongevallen met verzuim tot gevolg
100
5,8
6,0
4,5
80
Leeftijdsopbouw %
35
30 4,5
28
3,0
21
40
1,5
14
20
0,0
7
32 26 26
71 60
31
24 23
51
0
15
13
5 6
0
2 0 09
20 10
<25 31 december 2010
We streven naar een open en correcte veiligheidscultuur, waarin iedereen verantwoordelijk is voor zijn/haar eigen veiligheid en gezondheid en die van collega’s. Dit doen we door zichtbaar leiderschap te tonen, bewustzijn, begrip en competenties op dit gebied te bevorderen en de noodzakelijke middelen te verschaffen. Tegelijkertijd stellen wij met betrekking tot gezondheid en veiligheid minimum eisen vast voor iedereen die bij en voor ons werkt en zorgen wij ervoor dat aan deze eisen wordt voldaan. Dit beleid werpt zijn vruchten af: in 2010 nam het aantal ongevallen met verzuim ten opzichte van 2009 met 28% af (en met 38% ten opzichte van 2008).
Diversiteit Een gevarieerd personeelsbestand verrijkt de bedrijfscultuur en motiveert medewerkers om niet alleen zichzelf te ontwikkelen, maar ook de andere leden binnen hun team te stimuleren. Wij zijn op alle opleidingniveaus actief en bieden werkloze jongeren een beroepskwalificatie aan in het kader van onze Step2Work- en Step2Save-programma’s. Het interne Megawatt-netwerk biedt een platform waar jonge medewerkers van Nuon elkaar kunnen ontmoeten en ideeën kunnen uitwisselen. Voorts ondersteunen wij het WINergy-netwerkinitiatief, in het kader waarvan evenementen en workshops worden georganiseerd voor de vrouwelijke medewerkers van Nuon.
25-35
35-45
45-55
>55
jaren
31 december 2009
Nuon is ook aangesloten bij Opportunity in Bedrijf, een landelijk netwerk van bedrijven en organisaties die naar een evenwichtige personeels samenstelling streven. Dit netwerk is specifiek bedoeld ter ondersteuning van de professionele ontwikkeling van vrouwen.
Leeftijdsverdeling Hoewel wij binnen de onderneming streven naar een evenwichtige leeftijdsverdeling, hebben wij te maken met een vergrijzend technisch personeelsbestand. Om dit op te vangen, hebben wij in 2010 onze inspanningen opgevoerd om nieuw technisch talent aan te trekken en trainingen georganiseerd voor onze huidige medewerkers. Wij bieden praktijktrainingen, stageprogramma’s en werkervaringsplaatsen en hebben samenwerkingsprojecten met diverse onderwijsinstellingen. Naast de uitbreiding van de startersprogramma’s is de profilering van Nuon Energy op scholen en universiteiten verder geïntensiveerd. Via deze startersprogramma’s stellen wij de instroom van jonge getalenteerde medewerkers zeker, zodat de leeftijdsverdeling verder kan worden verbeterd. Deze inspanningen zijn echter nog niet terug te zien in de leeftijdsverdeling. In de loop van 2010 hebben wij namelijk een personeelsstop ingevoerd als gevolg van de overgang naar een nieuwe organisatiestructuur in het kader van de samenwerking met Vattenfall. De personeels- en competentieplanning die gedurende het jaar in samenwerking met Vattenfall is geïmplementeerd, is een verdere waarborg voor een evenwichtige personeelssamenstelling in de toekomst.
Inhoudsopgave Jaar verslag 3 2 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Arbeidsvoorwaarden
Maatschappelijke sponsoring
De cao voor de energiesector was een onderwerp van discussie met verschillende belanghebbenden, als gevolg van de splitsing tussen de netwerkbedrijven en de productie- en verkooporganisaties. De meeste nutsbedrijven in Nederland hanteerden in het verleden globaal hetzelfde beleid, maar door de fusies en overnames binnen de sector zijn de laatste jaren forse verschillen ontstaan. Het nieuwe cao-voorstel wordt dan ook zorgvuldig door Nuon bekeken om te zien in hoeverre het op onze strategische doelstellingen en wensen kan worden afgestemd. De huidige cao loopt in mei 2011 af.
Nuon werkt nauw samen met de non-profitstichting FRES (Foundation Rural Energy Services), die wij in 2004 hebben opgericht en waarvoor wij als hoofdsponsor optreden. FRES zet zich in voor de elektriciteitsvoorziening in ontwikkelingslanden en doet dat door kleine energie bedrijven op te starten in gebieden die nog niet op het hoofdnet zijn aangesloten. FRES heeft de ambitie om eind 2020 100.000 gezinnen en kleine bedrijven van stroom te hebben voorzien. De stichting exploiteert bedrijven in Mali, Burkina Faso en Zuid-Afrika. FRES heeft in 2010 een vierde bedrijf opgezet in Uganda. Eind 2010 leverden de elektriciteits bedrijven van FRES stroom aan ruim 14.000 klanten op het Afrikaanse platteland.
Het zogenoemde Mijn Budget, dat binnenkort wordt ingevoerd, betekent een omslag in het denken van Nuon over flexibilisering van de lonen en secundaire arbeidsvoorwaarden. De medewerker wordt straks zelf verantwoordelijk voor de keuzes die hij/zij maakt ten aanzien van zijn/haar arbeidsvoorwaardenpakket. Dit sluit perfect aan op het uiteenlopende profiel van onze medewerkers, die zich in verschillende levensfases bevinden. Waar de een bijna met pensioen gaat, heeft de ander net een jong gezin. Het flexibele pakket wordt momenteel uitgebreid doorgesproken met de Centrale Ondernemingsraad en andere sociale partners. We willen ervoor zorgen dat de gemaakte keuzes aansluiten bij de wensen van deze partners en bevorderlijk zijn voor het welzijn van onze medewerkers. Vanwege deze besprekingen is de procedure enigszins vertraagd. De planning is nu dat het persoonlijke budget in april 2011 van start gaat.
De 10-jarige samenwerking met Vereniging Natuurmonumenten liep in 2009 af. In afwachting van de uitrol van het nieuwe internationale sponsorbeleid van Vattenfall zijn nog geen nieuwe samenwerkings verbanden aangegaan.
Vooruitzichten en uitdagingen Nieuwe strategische koers Vattenfall Groep
Medezeggenschap
2010 was het eerste volledige jaar van Nuon als onderdeel van de Vattenfall Groep, een groot energiebedrijf met activiteiten en groei ambities in heel Europa. Met het oog op de uitdagende marktomstan digheden, de economische crisis en de ambitie van Vattenfall om haar CO2-profiel te verbeteren, heeft het concern per 1 januari 2011 een nieuwe strategische koers uitgezet.
Het jaar 2010 werd gekenmerkt door enkele belangrijke onderwerpen waarbij de medezeggenschapsraad nauw betrokken is geweest. Het gaat dan om wijzigingen in de regelingen met betrekking tot het integriteitsbeleid, wijzigingen in een aantal bedrijfsregelingen en het lopende proces om staffuncties uit de organisatie van (Nuon) BG Benelux te lichten en bij Vattenfall Group Functions onder te brengen. Voorts is er gesproken over de investeringen in twee nieuwe elektriciteitscentrales in Diemen en Amsterdam, de warmtetransportleiding Almere/Diemen en de nieuwe structuur van de Vattenfall Groep. Een aantal afspraken op het gebied van veiligheid en gezondheid is eveneens besproken.
Deze nieuwe koers rust op vier pijlers: meer aandacht voor winstgevendheid en waardecreatie, focus op kernmarkten (Duitsland, Zweden en Nederland), drie hoofdproducten (elektriciteit, warmte en gas) en een lagere CO2-uitstoot en meer CO2-arme stroomproductie, waaronder ook gas. Verbetering van de winstgevendheid en waardecreatie zijn fundamentele randvoorwaarden voor een structurele groei en voor het streven van Vattenfall om toonaangevend te zijn in de ontwikkeling van milieuvriendelijke, duurzame energie om de kosten van de CO2-uitstoot omlaag te brengen.
Inhoudsopgave Jaar verslag Jaar verslag Vo o ru i t z i chten en u i tdagingen | Vers lag va n de Raa d va n Bes tu u r
33
Ter ondersteuning van deze nieuwe strategische koers is per 1 januari 2011 een divisiestructuur doorgevoerd. Deze leidt tot betere verantwoordelijkheid, betere resultaten, lagere overhead- en administratiekosten en een groter klantbewustzijn binnen de hele Groep.
Naast andere grootschalige investeringsprojecten zijn we bezig met de bouw van drie nieuwe energiecentrales. Controle op de investerings budgetten en een tijdige oplevering zijn essentieel voor het slagen van deze projecten en hun toekomstige winstgevendheid.
Wij zijn bezig met een onderzoek naar de mogelijke verkoop van onze leveringsactiviteiten in België en onze gasexploratie- en productie activiteiten. Deze maken namelijk geen deel uit van de nieuwe kern activiteiten of kernlanden van Vattenfall. De voorbereidingen om de Nuon-organisatie op deze nieuwe strategie af te stemmen, zijn eind 2010 afgerond.
Overeenkomstig het beleid doet de Raad van Bestuur geen uitspraken omtrent toekomstige resultaten.
De uitdaging voor 2011 is om de bedrijfsvoering in deze nieuwe structuur te integreren en de financiële prestaties structureel te verbeteren.
Uitdagingen voor onze bedrijfsvoering Hoewel er signalen zijn dat de economie zich herstelt, is een forse verbetering van de productiemarges en de energieprijzen op korte termijn onwaarschijnlijk. Voor ons is dat een uitdaging om ervoor te zorgen dat we met ons sourcing-beleid snel kunnen reageren op veranderingen en kansen in de markt en om bij de exploitatie van onze bedrijfsmiddelen te streven naar ‘operational excellence’. In een tijd van teruglopende marges blijft kostenbeheersing een essentieel onderdeel van onze bedrijfsvoering. Wat de zakelijke en consumentenmarkt betreft, richten wij ons in Nederland – waar de concurrentie fel is – op behoud van onze klantenbasis en op handhaving van onze hoge score op het gebied van klant tevredenheid. Wij hebben ambitieuze groeidoelstellingen geformuleerd en zullen naar verwachting profiteren van de nieuwe Europese verkooporganisatie (vanaf 1 januari 2011 operationeel). We kunnen nu gerichte prijsopgaves verstrekken aan onze Europese klanten, die naast Nederland ook in andere landen actief zijn. Ook willen wij onze Value-Added Services op het gebied van installatie en isolatie uitbreiden.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen Wij streven naar een betrouwbare en duurzame energieproductie. Daarnaast willen wij onze klanten helpen bij het terugdringen van de kosten en de milieubelasting van hun energieverbruik. Als gevolg van de economische crisis hebben veel van onze grote stakeholders noodgedwongen een stap terug moeten doen waar het gaat om het maken van keuzes in duurzaamheid. Zo zal de tijdelijke stop op nieuwbouw in de vastgoedsector bijvoorbeeld gevolgen hebben voor onze ambities op het gebied van warmtelevering. Daarom blijven wij zoeken naar duurzame oplossingen voor de levering van koeling in de overtuiging dat wij over de ervaring beschikken om dit te realiseren. Hoewel het onzekere economische klimaat ook zijn weerslag heeft op onze onderneming en wij als gevolg daarvan meer moeten doen met minder middelen, staan onze ambities fier overeind. Nuon streeft naar betrouwbare en betaalbare energie, jaarlijkse vooruitgang bij de ontwikkeling van schone productietechnieken, gestage vermindering van de CO2-uitstoot, verhoging van de winst, meer waardecreatie en een stabiele toekomst voor ons bedrijf.
Inhoudsopgave Jaar verslag 3 4 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Investeringen
Onderzoek en ontwikkeling
Het vijfjaars investeringsprogramma van Vattenfall (totaal € 17,8 miljard) voorziet in de voortzetting van onze huidige projectportefeuille. Van dit bedrag wordt € 2,7 miljard geïnvesteerd door Nuon Energy. De komende jaren blijven we investeren in de bouw van de multifuel-centrale Nuon Magnum in Eemshaven, in twee nieuwe gasgestookte energiecentrales in Amsterdam en Diemen, in de transportleiding voor restwarmte tussen Diemen en Almere, in het windmolenpark Zuidlob en in gasopslag. Deze investeringen komen boven op de lopende investeringen in onze elektriciteitscentrales en warmtenetwerken.
De uitvoering van onze onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten geschiedt in nauw overleg met Vattenfall. Door de nieuwe strategie en organisatie zal de focus naar verwachting meer komen te liggen op onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten binnen de Groep. Onze onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten in Nederland blijven met name gericht op ons proefproject met CO2-afvang in de Willem Alexandercentrale en op de investeringsportefeuille van het Yellow & Blue Energy Transition Fund voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten met een duurzaam karakter.
Alle projecten leveren een bijdrage aan het realiseren van onze doel stelling: het terugdringen van ons CO2-profiel. Zo ontwikkelen we duurzame projecten en vervangen we oude centrales door efficiëntere technologie waardoor schonere inzet van fossiele brandstoffen mogelijk wordt en maken we gebruik van milieuvriendelijkere oplossingen.
Tot slot
Financiering Na de overname van Nuon door de Vattenfall Groep zijn de treasuryactiviteiten gecentraliseerd. Als gevolg hiervan worden de financieringsactiviteiten en -beslissingen zorgvuldig afgestemd met Vattenfall.
Personeelsbezetting Wij verwachten in 2011 geen significante wijzigingen in de personeelsbezetting. De optimalisering van de personeelsbezetting is een door lopend proces dat samenhangt met factoren als de toekomstige ontwikkeling van Nuon en verdere ontwikkelingen op het gebied van regulering. We zijn bezig met een onderzoek naar een mogelijke verkoop van onze exploratie- en productieactiviteiten en onze verkoopactiviteiten in België. De gevolgen voor onze medewerkers zullen in dit proces zorgvuldig worden meegewogen.
Met de implementatie van de nieuwe strategie van Vattenfall per 1 januari 2011 is de integratie van onze onderneming binnen Vattenfall naar een hoger plan getild. De Raad van Bestuur is van mening dat Nuon en haar medewerkers een belangrijke rol kunnen spelen in de realisatie van de ambities en doelstellingen van Vattenfall. Als onderdeel van een toonaangevend Europees energieconcern heeft Nuon de mogelijkheden in huis om in vele opzichten waarde te creëren voor aandeelhouders, klanten, medewerkers en de maatschappij. Wij zijn als Raad van Bestuur trots op wat we tot dusverre hebben bereikt. Zonder de inzet en toewijding van onze medewerkers was dit niet mogelijk geweest. Wij maken graag van deze gelegenheid gebruik om hen te bedanken voor al hun inspanningen en prestaties gedurende het afgelopen jaar.
Amsterdam, 1 april 2011 De Raad van Bestuur
Inhoudsopgave Jaar verslag Co rp o ra te G overna n ce
35
Corporate Governance Nuon Energy heeft kennisgenomen van de herziene versie van de Nederlandse Corporate Governance Code die op 10 december 2008 door de Monitoring Commissie Corporate Governance Code gepubliceerd is en die op 1 januari 2009 van kracht is geworden. De Nederlandse Corporate Governance Code De Code is specifiek van toepassing op Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen en is opgezet om te leiden tot een efficiënter toezicht op de Raad van Bestuur (de ‘checks’) en een evenwichtiger verdeling van invloed tussen Raad van Bestuur, Raad van Commissarissen en aandeelhouders (de ‘balances’).
De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de onderneming, terwijl een onafhankelijke Raad van Commissarissen toezicht houdt op de Raad van Bestuur. Zowel de Raad van Commissarissen als de Raad van Bestuur zijn voor de uitoefening van hun taken verantwoording verschuldigd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Raad van Bestuur Gezien de omvang van de onderneming en de maatschappelijke functie die wij bij het uitvoeren van onze taak op het gebied van energievoorziening vervullen, en omdat wij openheid en transparantie hoog in het vaandel hebben, past Nuon Energy de principes en best practices van de Nederlandse Corporate Governance Code op vrijwillige basis toe. De statuten, reglementen en regelingen zijn volledig in lijn met de bepalingen van de van toepassing zijnde Nederlandse Corporate Governance Code.
Corporate Governancestructuur Algemeen Sinds 1 juli 2009 heeft Vattenfall AB 49% van de aandelen in het kapitaal van N.V. Nuon Energy in bezit en bestuurlijke zeggenschap over Nuon Energy door een beslissende stem in de Raad van Commissarissen. Derhalve wordt Nuon Energy vanaf 1 juli 2009 geconsolideerd in de cijfers van Vattenfall AB. Vattenfall AB is een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid met Stockholm als statutaire zetel. De onderneming is onderworpen aan het Zweedse vennootschapsrecht. Sinds 1 juli 2009 voldoet N.V. Nuon Energy vrijwillig aan de Nederlandse regels voor structuurvennootschappen, zoals vermeld in de artikelen 2:158 tot en met 2:164 van het Nederlands Burgerlijk Wetboek. Derhalve beschikt Nuon Energy over een getrapte managementstructuur, bestaande uit een Raad van Bestuur en een onafhankelijke Raad van Commissarissen.
De Raad van Bestuur is belast met het bestuur van de onderneming. Belangrijke verantwoordelijkheden zijn onder meer de realisatie van de doelstellingen, de strategie en het beleid van de onderneming, inclusief de bijbehorende financiële doelstellingen. De Raad van Bestuur is eveneens verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante wet- en regelgeving, het beheersen van de risico’s verbonden aan de ondernemingsactiviteiten en voor de financiering van de onderneming. De Raad van Bestuur is collectief verantwoordelijk voor het bestuur van Nuon Energy. De Raad van Bestuur dient ontwikkelingen op het gebied van de bovengenoemde onderwerpen te rapporteren aan, en de interne risicobeheersings- en controlesystemen te bespreken met de Raad van Commissarissen en het Audit Committee van Nuon Energy. De leden van de Raad van Bestuur worden benoemd door de Raad van Commissarissen van Nuon Energy. In principe bestaat de Raad van Bestuur uit ten minste twee leden. De Raad van Commissarissen bepaalt, in overeenstemming met het door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vastgestelde beloningsbeleid, de bezoldiging en overige arbeidsvoorwaarden voor ieder lid van de Raad van Bestuur. Gegevens over de bezoldiging van individuele leden van de Raad van Bestuur zijn opgenomen in het Remuneratierapport in dit jaarverslag (op pagina 55).
Inhoudsopgave Jaar verslag 36 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
In de onderstaande tabel wordt toegelicht waar wordt afgeweken van de best practice-bepalingen van de Code. Voorts wordt gemotiveerd aangegeven waarom op de betreffende punten van de Code wordt afgeweken (het ‘pas toe of leg uit’-principe).
Afwijkingen van de code Code III Raad van Commissarissen
Afwijkingen van de code en motivering
Bepaling III.4.2: De voorzitter van de Raad van Commissarissen mag geen voormalig lid van de Raad van Bestuur zijn.
Øystein Løseth is op voordracht van de Raad van Commissarissen door de aandeelhouders benoemd. Vervolgens heeft de Raad van Commissarissen conform de statuten en Vattenfalls ‘grandfathering’ principe Øystein Løseth benoemd tot voorzitter van de Raad van Commissarissen.
Bepaling III.5: Indien de Raad van Commissarissen meer dan vier leden omvat, stelt deze uit zijn midden een Audit Committee, een Remuneratiecommissie en een Selectie- en Benoemingscommissie in.
Bij Nuon Energy is een Audit Committee ingesteld en zijn de taken van de Remuneratiecommissie en de Selectie- en Benoemingscommissie – aangezien deze nauw verwant zijn – samengevoegd in een Remuneratiecommissie.
IV Algemene Vergadering van Aandeelhouders Bepaling IV.1 De vennootschap stelt, voor zover in haar mogelijkheid ligt, aandeelhouders in de gelegenheid om op afstand te stemmen en om met alle (andere) aandeelhouders te communiceren.
Geschreven volmachtformulieren worden meegestuurd bij de oproep van de vergadering. De aandelen luiden bovendien op naam. Vanwege en met inachtneming van het hiervoor vermelde voegt stemmen op afstand nauwelijks iets toe aan het realiseren van deze bepaling.
Best practice-bepalingen IV.3.1 t/m IV.3.4: over analistenbijeenkomsten en -rapporten.
Deze bepalingen zijn niet van toepassing, omdat de aandelen van Nuon Energy niet beursgenoteerd zijn en omdat ze niet vrij verhandelbaar en/of vatbaar voor koersgevoelige informatie zijn. Ondanks het feit dat Nuon Energy geen beursgenoteerde onderneming is, vinden er bijeenkomsten met (groot)aandeelhouders plaats na publicatie van financiële rapportages. Nuon Energy onderschrijft het principe van gelijktijdige informatieverstrekking aan alle aandeelhouders, maar acht het te kostbaar voorzieningen te treffen om alle aandeelhouders in de gelegenheid te stellen de in de Code aangeduide bijeenkomsten en presentaties gelijktijdig te volgen. Wel draagt Nuon Energy er zorg voor dat de presentaties na afloop van de desbetreffende bijeenkomsten op de website van Nuon Energy (www.nuon.com) worden geplaatst.
Bepaling III 1.7: De Raad van Commissarissen bespreekt ten minste eenmaal per jaar zelfstandig, dat wil zeggen zonder de aanwezigheid van de Raad van Bestuur, haar eigen functioneren, het functioneren van de commissies en van haar individuele leden, en bepaalt op basis daarvan haar conclusies. Het gewenste profiel en samenstelling en competentie van de Raad van Commissarissen worden ook besproken. Bovendien moet de Raad van Commissarissen ten minste eenmaal per jaar, zonder de aanwezigheid van het bestuur, het functioneren van zowel de Raad van Bestuur als het orgaan van de vennootschap als de prestaties van haar individuele leden bespreken en bepaalt op basis daarvan haar conclusies. Het verslag van de Raad van Commissarissen vermeldt hoe de evaluatie van het functioneren van de Raad van Commissarissen, de afzonderlijke commissies en de individuele commissarissen heeft plaatsgevonden.
De samenstelling van de Raad van Commissarissen is gebaseerd op het profiel en de individuele leden van de Raad van Bestuur zijn door de Raad van Commissarissen beoordeeld. Er heeft geen evaluatie van het functioneren van commissies van de Raad van Commissarissen plaatsgevonden, noch van haar individuele leden.
Inhoudsopgave Jaar verslag Co rp o ra te G overna n ce
De statuten van de onderneming en het reglement van de Raad van Bestuur waarin onder meer de procedures met betrekking tot samen stelling, taken en bevoegdheden, vergaderingen en besluitvorming zijn neergelegd, kunnen worden ingezien op de corporate website van Nuon Energy: www.nuon.com. Vanaf 1 juli 2009 tot en met 31 december 2010 maakten de opwekkingsen leveringsactiviteiten van Nuon Energy als Business Group Benelux deel uit van de Vattenfall Groep. Business Group Benelux is onder meer verantwoordelijk voor de verkoopactiviteiten, de opwek, de ontwikkeling van opwekkingscapaciteit (onder meer voor duurzame energie), exploratie- en productieactiviteiten. Bovendien vervult Nuon Energy binnen de Vattenfall Groep de rol van competentiecentrum op het gebied van gas. De windenergie- en handelsactiviteiten van Nuon Energy zijn organisatorisch overgedragen aan respectievelijk de Business Group Pan Europe en de Business Unit Trading van Vattenfall. Als gevolg van deze wijzigingen komen de juridische en operationele bestuursstructuren binnen Nuon Energy niet volledig overeen. Om de Raad van Bestuur in staat te stellen om zijn juridische verplichtingen jegens de Raad van Commissarissen en de stakeholders na te komen, zal het management van Vattenfall ervoor zorgen dat aan de Raad van Bestuur alle noodzakelijke hulpmiddelen en ondersteuning ter beschikking worden gesteld om in dit verband zijn fiduciaire verplichtingen te kunnen vervullen. In 2010 bestond de Raad van Bestuur uit twee leden. Tot 1 april was Øystein Løseth lid en Chief Executive Officer van de Raad van Bestuur. Hij is afgetreden als lid van de Raad van Bestuur en is met ingang van 1 april 2010 ontheven van zijn taken en verantwoordelijkheden als Chief Executive Officer. Øystein Løseth is, met ingang van 1 juli 2010, opgevolgd door Huib Morelisse als Chief Executive Officer. Peter Smink was in 2010 lid en Chief Financial Officer van de Raad van Bestuur.
37
Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen houdt toezicht op het beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken bij Nuon Energy, met inbegrip van de realisatie van de doelstellingen van de vennootschap, de strategie en de risico’s verbonden aan de ondernemings activiteiten, de opzet en de werking van de interne risicobeheersingsen controlesystemen, het financiële verslaggevingsproces en de naleving van wet- en regelgeving. Daarnaast fungeert de Raad van Commissarissen ook als adviesorgaan van de Raad van Bestuur. Krachtens de statuten heeft Nuon Energy een Raad van Commissarissen die bestaat uit acht leden. Er zijn vier A-Commissarissen en vier B-Commissarissen. De A-Commissarissen worden benoemd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op voordracht van de Raad van Commissarissen op basis van aanbevelingen van de houders van aandelen A en bestaan uit twee personen die zijn aanbevolen door de Centrale Ondernemingsraad. De B-Commissarissen worden benoemd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op voordracht van de Raad van Commissarissen op basis van aanbevelingen van de houders van aandelen B. De Voorzitter van de Raad van Commissarissen wordt voorgedragen door de houders van aandelen B. Ten minste vijf leden van de Raad van Commissarissen dienen woonachtig te zijn in Nederland. Een commissaris treedt uiterlijk 12 jaar na zijn eerste benoeming af. Leden van de Raad van Commissarissen worden benoemd voor maximaal drie termijnen van vier jaar. De Raad van Commissarissen is zodanig samengesteld dat alle benodigde expertise om te komen tot een goede taakuitvoering aanwezig is en dat de leden onafhankelijk en kritisch ten opzichte van elkaar, het bestuur en welk deelbelang dan ook kunnen opereren. Het reglement van de Raad van Commissarissen kan ingezien worden op de corporate website van Nuon Energy: www.nuon.com/corporate-governance
Inhoudsopgave Jaar verslag 38 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Commissies van de Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen kan uit zijn midden vaste en/of ad-hoccommissies benoemen en deze belasten met door de Raad van Commissarissen omschreven taken. De Raad van Commissarissen kent twee vaste commissies: een Audit Committee en een Remuneratiecommissie. De taak van deze commissies is om de besluitvorming van de Raad van Commissarissen voor te bereiden. Algemeen geldt dat van de vergaderingen van de commissies telkens verslag wordt gedaan in de vergadering van de Raad van Commissarissen, op basis waarvan besluitvorming in de Raad van Commissarissen plaatsvindt. Voor beide vaste commissies is een reglement opgesteld, met daarin onder meer aangegeven de taakopdracht, de samenstelling en de wijze waarop iedere commissie haar taak uitoefent. De taakomschrijvingen van het Audit Committee en de Remuneratiecommissie zijn in te zien op de corporate website van Nuon Energy: www.nuon.com/corporate-governance
Audit Committee Het Audit Committee bereidt binnen haar aangewezen taakgebied de besluitvorming voor van de Raad van Commissarissen en adviseert de Raad van Commissarissen, met dien verstande dat de gehele Raad van Commissarissen als collectief verantwoordelijk blijft voor de uitvoering van zijn taken. Het Audit Committee is onder meer belast met de bewaking van de integriteit van de jaarrekening van Nuon Energy, de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen, de naleving van aanbevelingen en de opvolging van opmerkingen van de afdeling Internal Audit en de externe accountant, het beleid van de onderneming met betrekking tot belastingplanning en de financiering van de onderneming. Het Audit Committee bestaat uit ten minste drie leden, die allen lid dienen te zijn van de Raad van Commissarissen. Alle leden van het Audit Committee dienen onafhankelijk te zijn in de zin van het Reglement van de Raad van Commissarissen, met uitzondering van maximaal één lid. Ten minste één lid van het Audit Committee dient financieel expert te zijn, hetgeen inhoudt dat deze persoon relevante kennis en ervaring heeft opgedaan op financieel, administratief en/of verslaggevinggebied bij beursgenoteerde vennootschappen of bij andere grote rechtspersonen.
Remuneratiecommissie De Remuneratiecommissie bereidt binnen haar aangewezen taakgebied de besluitvorming voor van de Raad van Commissarissen en adviseert de Raad van Commissarissen met dien verstande dat de gehele Raad van Commissarissen als collectief verantwoordelijk blijft voor de uitvoering van zijn taken. De Remuneratiecommissie is onder meer belast met het opstellen van selectiecriteria en benoemingsprocedures inzake de leden van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur, het periodiek beoordelen van het functioneren van de individuele leden van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur, het doen van voorstellen voor (her)benoemingen, het doen van voorstellen betreffende het te voeren bezoldigingsbeleid voor leden van de Raad van Bestuur (welk beleid en elke materiële wijziging daarvan, ter vaststelling aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders zal worden voorgelegd), alsmede het doen van voorstellen inzake de bezoldiging van individuele leden van de Raad van Bestuur. De Remuneratiecommissie bestaat uit drie leden, die allen lid dienen te zijn van de Raad van Commissarissen. Het voorzitterschap van de commissie mag niet worden vervuld door de Voorzitter van de Raad van Commissarissen, niet door een voormalig lid van de Raad van Bestuur, noch door een lid van de Raad van Commissarissen dat bij een andere beursgenoteerde vennootschap bestuurder is.
Aandeelhouders Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar wordt de jaarvergadering gehouden. Andere Algemene Vergaderingen van Aandeelhouders kunnen, indien nodig, worden gehouden op verzoek van de Raad van Commissarissen of van de Raad van Bestuur. Ook aandeel houders die gezamenlijk minstens 10% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen hebben het recht aan de Raad van Bestuur of de Raad van Commissarissen te verzoeken een Algemene Vergadering van Aandeelhouders te beleggen met opgave van de te behandelen onderwerpen. De Algemene Vergaderingen van Aandeelhouders van Nuon Energy zijn in beginsel niet openbaar.
Inhoudsopgave Jaar verslag Co rp o ra te G overna n ce
De agenda voor de Algemene Vergadering van Aandeelhouders wordt vastgesteld door de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen. De jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders wordt gehouden ter bespreking van de statutair vastgestelde punten: het jaarverslag, de vaststelling van de jaarrekening, het verlenen van kwijting aan de leden van de Raad van Bestuur en de leden van de Raad van Commissarissen, de winstbestemming en andere zaken die door de Raad van Commissarissen, de Raad van Bestuur of de aandeelhouders zijn voorgesteld, waarbij die laatste ten minste één honderdste van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen. Iedere aandeelhouder heeft het recht de Algemene Vergadering van Aandeelhouders bij te wonen, daarin het woord te voeren en zijn stemrecht, in persoon of bij schriftelijke volmacht, uit te oefenen. Op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders geeft ieder aandeel recht op het uitbrengen van één stem en worden alle besluiten genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, tenzij de wet of de statuten een grotere meerderheid voorschrijven. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders krijgt alle informatie waarom wordt verzocht, tenzij de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen van mening zijn dat een zwaarwichtig belang van de vennootschap zich daartegen verzet. Nuon Energy heeft twee soorten aandelen, aandelen A en aandelen B, die gehouden worden door respectievelijk aandeelhouders A en B. De aandeelhouders A en de aandeelhouders B hebben een aandeelhoudersovereenkomst gesloten waarin onder meer de voorwaarden en bepalingen voor de verkoop van aandelen in het kapitaal van de vennootschap uiteengezet zijn en de wijze waarop Vattenfall de volledige eigendom in de onderneming zal verwerven. Een van de overeengekomen punten is de lock-upperiode van zes jaar voor aandeelhouders A met ingang van 1 juli 2009. Gedurende deze periode is het aanbieden, verkopen en overeenkomen om aandelen te verkopen aan voorwaarden onderhevig.
39
Stichting Nuon Energy Public Assurances Foundation Als onderdeel van de transactie waarbij Vattenfall op 1 juli 2009 49% van het uitstaande aandelenkapitaal verwierf, werd overeengekomen dat een stichting zou worden opgericht voor een periode van acht jaar. Deze stichting heet ‘Stichting Nuon Energy Public Assurances Foundation’ (de Stichting). De Stichting heeft als doel om de publieke belangen, de zogenaamde Nuon Public Assurances, als voorzien in de overnameovereenkomst te waarborgen en om bindende adviezen te verstrekken met betrekking tot de interpretatie van de Nuon Public Assurances. Nuon Energy zal onder meer haar hoofdkantoor in Amsterdam handhaven en de langetermijnstrategie op het gebied van duurzame energie en de strategie inzake merkvoering voortzetten. Het management van Nuon Energy zal de aandeelhouders en de Stichting informeren over voorgenomen managementbesluiten of -handelingen die afwijken van de Nuon Public Assurances of een afwijking daarvan veroorzaken. Een voorgenomen besluit, handeling of verzuim van Nuon Energy die een schending van de Nuon Public Assurances kunnen vormen, kan ter beoordeling aan de Nuon Public Assurances Foundation worden voorgelegd door: ■■ De aandeelhouders (ten minste twee aandeelhouders die gezamenlijk 5% of meer van het uitstaande en geplaatste aandelenkapitaal bezitten); ■■ Nuon Energy (vertegenwoordigd door de meerderheid van de leden van de Raad van Commissarissen); of ■■ Een bestuurder van de Stichting binnen vier weken nadat deze kennis heeft genomen van (het voornemen tot) het besluit of de handeling. De Stichting kan vervolgens besluiten of zij al dan niet een advies verstrekt aan het management van Nuon Energy. De Stichting kan uitsluitend adviseren om: ■■ Het besluit te nemen of de handeling te verrichten; of ■■ Het besluit of de handeling terug te draaien, of, indien het besluit of de handeling nog niet heeft plaatsgevonden, een dergelijk besluit niet te nemen of een dergelijke handeling niet te verrichten en eventuele niet-naleving te corrigeren.
Inhoudsopgave Jaar verslag 40 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Het advies aan het management van Nuon Energy is bindend, tenzij het management daarmee zijn fiduciaire verplichtingen zou schenden. Mocht het management weigeren om het advies op te volgen, dan kan de vraag of het management van dit advies mocht afwijken ter beoordeling aan het Nederlands Arbitrage Instituut worden voorgelegd. De Stichting bestaat uit drie leden. Eén lid wordt voorgedragen door de aandeelhouders A en een tweede door de aandeelhouders B. Een derde lid, dat voorzitter zal zijn, wordt door de andere twee leden voorgedragen. De statuten van de Stichting kunnen op de corporate website van Nuon Energy worden ingezien (www.nuon.com).
De rol van accountants Externe accountant De externe accountant, PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., is benoemd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op basis van een voorstel dat door de Raad van Commissarissen is opgesteld, na advies te hebben gekregen van het Audit Committee en de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur en het Audit Committee brengen jaarlijks verslag uit aan de Raad van Commissarissen over de ontwikkelingen in de relatie met de externe accountant, in het bijzonder met betrekking tot de onafhankelijkheid van de externe accountant. Mede op grond hiervan bepaalt de Raad van Commissarissen zijn voordracht aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders tot benoeming van een externe accountant. Ten minste eens in de vier jaar wordt het functioneren van de externe accountant grondig geëvalueerd en beoordeeld door de Raad van Bestuur en het Audit Committee. De belangrijkste conclusies van deze beoordeling worden aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders meegedeeld ten behoeve van de beoordeling van de voordracht tot benoeming van de externe accountant.
De externe accountant woont in de regel de vergaderingen van het Audit Committee bij. In lijn met de toepasselijke wettelijke bepalingen rapporteert de externe accountant over zijn controlewerkzaamheden aan de Raad van Bestuur en aan de Raad van Commissarissen en stelt daarbij die onderwerpen met betrekking tot zijn controle aan de orde die hij onder de aandacht wil brengen. Daarbij kan onder meer worden gedacht aan onderwerpen met betrekking tot de accountantscontrole, de financiële cijfers, de werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem (inclusief de betrouwbaarheid en continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking) en de kwaliteit van de interne informatievoorziening. De externe accountant is tevens aanwezig tijdens de vergadering van de Raad van Commissarissen, waarin de aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders ter vaststelling voor te leggen jaarrekening wordt besproken. De externe accountant woont ook de Algemene Vergadering van Aandeelhouders bij en kan dan worden bevraagd over zijn controlewerkzaamheden en zijn verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening. Interne accountant De interne accountantsdienst van Nuon Energy (Internal Audit) is een onafhankelijke functie die aanvullende zekerheid verschaft aan het management, en met name de Raad van Bestuur, omtrent de beheersing, effectiviteit, efficiency en compliance van de bedrijfsvoering. In dit kader evalueert Internal Audit systematisch de processen met betrekking tot beheersing, risicomanagement en besturing (governance). Internal Audit neemt daarbij de procedures in acht zoals vastgelegd in het door de Raad van Bestuur en het Audit Committee goedgekeurde Internal Audit Charter. Internal Audit stelt jaarlijks een plan op, waarbij de selectie van onderwerpen onder meer gebaseerd is op een periodieke evaluatie van de risico’s door Internal Audit (in overleg met de externe accountant en mede op basis van de controlebevindingen en risicorapportages van het management). Het jaarplan behoeft goedkeuring van de Raad van Bestuur en het Audit Committee.
Inhoudsopgave Jaar verslag Co rp o ra te G overna n ce
Internal Audit is een stafafdeling die hiërarchisch ressorteert onder de Raad van Bestuur en waarop de Raad van Commissarissen, bijgestaan door het Audit Committee, toezicht houdt. Internal Audit rapporteert aan de Raad van Bestuur en het Audit Committee van Nuon en heeft een functionele lijn naar de groepsfunctie Internal Audit binnen Vattenfall. Tweemaal per jaar rapporteert Internal Audit omtrent de opvolging van de controlebevindingen via een monitoringrapportage. Deze rapportage wordt tevens aan het Audit Committee voorgelegd en met haar besproken. In dit kader, alsmede voor de planning en uitvoering van de jaarrekeningcontrole, werkt de afdeling Internal Audit nauw samen met de externe accountant. Maatschappelijk verantwoord ondernemen Maatschappelijk verantwoord ondernemen vormt een integraal onderdeel van de doelstellingen van de bedrijfsonderdelen. Nuon External Affairs & Sustainability stemt als stafafdeling de verschillende duurzaamheidstrategieën en -activiteiten binnen het bedrijf af. Dit team zorgt ook voor monitoring van en rapportage op het gebied van maat-
schappelijk verantwoord ondernemen. De prestaties meten we periodiek en belonen we als onderdeel van de standaard prestatiemanagement cyclus. Verder hanteren de Raad van Bestuur en de divisies van Nuon de Corporate Social Responsibility Index die jaarlijks wordt bijgehouden en op deze pagina staat afgebeeld. Sturing van het sociaal-ethische gedrag van Nuon, haar medewerkers en leveranciers wordt gedaan aan de hand van de Gedragscode voor medewerkers en de Gedragscode voor leveranciers. Deze gedragscodes verschaffen bindende richtlijnen voor het maatschappelijke en ethische gedrag van Nuon, haar medewerkers en haar leveranciers. De Gedragscode voor medewerkers maakt integraal deel uit van de arbeidsovereenkomst van alle medewerkers van Nuon. Nieuwe medewerkers worden op de inhoud gewezen tijdens introductiebijeenkomsten. Daarnaast worden berichten met betrekking tot de Gedragscode voor medewerkers bijna maandelijks op intranet gepubliceerd. Wat de Gedragscode voor leveranciers betreft, werkt Nuon op basis van een bestaand document van Vattenfall, dat voor alle nieuwe leverancierscontracten wordt gebruikt.
Corporate Social Responsibility Index Ambitie
KPI
Belangrijkste acties
Doel 2010
Resultaat 2010
Innovatie
% van de omzet geïnvesteerd in innovatie
1% van de omzet geïnvesteerd in innovatie
1%
1%
Leveringszekerheid
Investeringen
Uitvoeren van nieuwe projecten volgens businessplan
100%
100%
Verbetering van dienstverlening
Klanttevredenheid
Prestaties beter dan de benchmark gemeten in een gecontroleerd klanttevredenheidsonderzoek
Nr. 1 in de consumentenmarkt
Nr. 1
Aantallen consumenten
Behoud van totaal aantal klanten in alle markten (NL & BE)
100%
100%
Dodelijke ongevallen
Geen dodelijke ongevallen
0
0
LTIF (Lost Time Injury Frequency)
10% verbetering versus budget 2009
5,3
4,5
Veiligheid en gezondheid
41
Inhoudsopgave Jaar verslag 42 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Risicomanagement en risicofactoren Risicomanagement De Raad van Bestuur van Nuon Energy is verantwoordelijk voor het opstellen van het risicomanagement- en beheersingssysteem van Nuon. Dit systeem bevat een duidelijke omschrijving van de risicobereidheid van Nuon en is verankerd in het Risk Management Framework van Nuon. Nuon Energy streeft ten aanzien van risico’s naar transparantie. Wij onderkennen de risico’s die de ontwikkeling en resultaten van onze onderneming kunnen beïnvloeden. Gedurende 2010 is de integratie binnen het Risk Management Framework van Vattenfall voortgezet. Zolang er nog geen sprake is van volledige integratie en formele goedkeuring zijn beide raamwerken van toepassing, waarbij het meest strikte raamwerk leidend is. In de volgende paragrafen beschrijven we de voornaamste risico’s voor Nuon Energy, risicobeperking en risicofactoren, het bestaande Risk Management Framework, alsmede de opzet en de effectiviteit daarvan.
Het Risk Management Framework Het Risk Management Framework heeft als doel een redelijke mate van zekerheid te verschaffen omtrent de effectieve bewaking van de realisatie van strategische en operationele doelstellingen, de betrouwbaarheid van de financiële verslaggeving en het naleven van de wet- en regelgeving. Ons Risk Management Framework is opgezet om het risicobewustzijn binnen de organisatie te verhogen en zodoende de besluitvorming, op basis van een juiste afweging van rendement en risico, te vergemakkelijken en een effectieve risicobeperking mogelijk te maken. Het raamwerk faciliteert de bewaking van risico’s die gevolgen kunnen hebben voor de organisatie en is gebaseerd op een verzameling best practice-regels, -procedures en interne controlesystemen. Het COSO Enterprise Risk Management Framework is gebruikt als referentiemodel. Binnen dit raamwerk zijn de voornaamste risicocate gorieën: strategische, operationele, verslaggevings- en compliancerisico’s. Het uitgangspunt voor dit raamwerk is dat het een goed inzicht moet verschaffen in de risico’s en de potentiële gevolgen hiervan en ervoor moet zorgen dat deze informatie op transparante wijze wordt gepresenteerd aan het senior management. Het Risk Management Framework van Nuon is erop gericht te waarborgen dat de belangrijkste risico’s worden geïdentificeerd en dat passende beheersmaatregelen worden getroffen om deze risico’s te beperken.
Belangrijke componenten van het Risk Management Framework van Nuon zijn: ■■ Het Governance Manual van Nuon, dat reglementen, richtlijnen en procedures omvat die relevant zijn in de relatie van N.V. Nuon Energy en haar dochtermaatschappijen, bedrijfsonderdelen en medewerkers. Dit manual omvat de Gedragscode van Nuon en de Klokkenluiders regeling, die breed toegankelijk zijn via www.nuon.com. Verder omvat het Governance Manual het (IFRS) accounting manual en het reporting manual; ■■ De Gedragscode, waarin de gedragsregels voor de medewerkers van Nuon worden voorgeschreven. De houding van het topmanagement, de ‘Tone at the Top’, vormt een belangrijk voorbeeld voor de organisatie. Nuon beschouwt integriteit als een essentiële voorwaarde om haar doelen te kunnen realiseren en haar reputatie te kunnen beschermen. Nuon tracht integer te opereren, met respect voor de belanghebbenden rond de onderneming. Derhalve verwacht zij onvoorwaardelijke integriteit van haar medewerkers. De Gedragscode moedigt een integere bedrijfscultuur aan waarin de regels die voor medewerkers gelden duidelijk zijn. Schending van de Gedragcode wordt niet getolereerd en zal worden onderzocht. Aan schendingen zijn sancties verbonden; ■■ De inrichting van de organisatie, waarbij het lijnmanagement integraal verantwoordelijk is voor de risicobeheersing. Deze inrichting is conform ons beheersmodel van ‘drie verdedigingslinies’, dat onderscheid maakt tussen de verschillende verantwoordelijkheden met betrekking tot risicoverantwoordelijkheid, risicobeheersing en de controle op deze processen. De lijnmanagers vormen, doordat zij de risicoverantwoordelijkheid dragen, de eerste verdedigingslinie. De tweede verdedigingslinie bestaat uit de gespecialiseerde risico-stakeholders, zoals de Risk-, Control- en Compliance-functies. De (interne) accountant vormt de derde verdedigingslinie; ■■ De Risk Management Group, onder leiding van de Chief Risk Officer van Vattenfall, biedt Nuon ondersteuning. Binnen een hubstructuur wordt bepaald voor welke risicokwesties Nuon Energy onder aan voering van het Head of Risk Management van Nuon Energy verantwoordelijk is. De Risk Management Group bewaakt het marktrisico van dag tot dag, bewaakt en beheerst het kredietrisico, ziet toe op de naleving van beleidsregels en risicolimieten en begeleidt de groepsbrede verslaglegging over belangrijke bedrijfsrisico’s. Samen met
Inhoudsopgave Jaar verslag Co rp o ra te G overna n ce
■■
■■
■■
■■
■■
■■
andere gespecialiseerde stakeholders op het gebied van risico’s (zoals gezondheid en veiligheid, informatiebeveiliging, etc.) biedt de afdeling Risk Management ondersteuning aan de bedrijfsonderdelen bij het signaleren, kwantificeren, limiteren, bewaken en melden van risico’s. De afdeling Risk Management is verantwoordelijk voor de ondersteuning van de organisatie op het terrein van risicobeheersing; zij onderhoudt het Nuon Risk Framework, faciliteert risico workshops en rapporteert overkoepelend over risico’s aan de Raad van Bestuur; De afdeling Internal Control is verantwoordelijk voor de rapportage over aspecten op het gebied van de interne controle zoals autorisatiematrices, de belangrijkste beheersmaatregelen met inbegrip van autorisaties voor belangrijke systemen en de opvolging na controles; De afdeling Compliance heeft als verantwoordelijkheid om het bewustzijn te verhogen voor wat betreft de naleving van wetgeving en interne regelgeving (inclusief de Gedragscode van Nuon), om het lijnmanagement te adviseren over maatregelen om de naleving te bevorderen en om de compliancerisico’s te bewaken; Het Risk Management Committee (RMC) wordt voorgezeten door de Chief Financial Officer en bestaat uit een aantal deskundigen op het gebied van risicomanagement en uit commerciële specialisten. De deelname van de Chief Risk Officer van Vattenfall waarborgt de aansluiting op en de naleving van het Risk Management Framework van Vattenfall. Het RMC adviseert de Raad van Bestuur over het risicomanagement van de organisatie en bewaakt uitgaande van de ondernemingsdoelstellingen de implementatie en naleving van het risicobeleid; Het Integrity Committee dat onder meer de Nuon Gedragscode bewaakt en het integriteitsbeleid bevordert. Dit omvat het incidenten fraudebeleid op grond waarvan alle incidenten gerapporteerd dienen te worden aan en onderzocht worden door de afdeling Internal Audit; Het Transaction Review Committee, dat aanvragen voor grote investeringen, (operationele) projecten en verkoop- en inkoopcontracten beoordeelt en over deze zaken de Raad van Bestuur adviseert; Het Business Control Framework (BCF), waarin de belangrijkste beheersmaatregelen (key controls) zijn opgenomen voor de ver schillende bedrijfsactiviteiten inclusief het Tax Control Framework. Dit systeem van belangrijkste beheersmaatregelen wordt periodiek getoetst en geëvalueerd en hierover wordt vervolgens gerapporteerd;
■■
■■
■■
■■
■■
■■
■■
■■
■■
43
De business planning & control-cyclus waarbinnen jaarlijks aan ieder bedrijfsonderdeel een budget wordt toegewezen. Het resultaat wordt vervolgens door het bestuur met het bedrijfsonderdeel besproken; De periodieke rapportages over de financiële en operationele performance van de bedrijfsonderdelen, mede gebaseerd op het stelsel van Key Performance Indicators (KPI’s); De maandelijkse business reviews uitgevoerd door de Raad van Bestuur tezamen met het management van Nuon-bedrijfsonderdelen; Een driemaandelijks risicorapport waarin wordt aangegeven welke risico’s belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de activiteiten. Deze rapporten worden aan een kritische beoordeling onderworpen door Risk Management en worden nader geëvalueerd tijdens bijeenkomsten met leden van de Raad van Bestuur die elk kwartaal plaatsvinden. Deze risicorapportages van de bedrijfsonderdelen dienen als basis voor het Enterprise Risk Report dat elk kwartaal wordt opgesteld door Risk Management en een overzicht geeft van de belangrijkste risico’s voor de organisatie. Dit rapport wordt beoordeeld door zowel het RMC als de Raad van Bestuur voordat het wordt gepresenteerd aan het Audit Committee van de Raad van Commissarissen en wordt besproken in het Risk Committee van Vattenfall; De op COSO gebaseerde self-assessments ten aanzien van risicobeheersing en interne controle door de Nuon-bedrijfsonderdelen en de Statements on Business Control van de bedrijfsonderdelen van Nuon. De Raad van Bestuur bespreekt deze Statements jaarlijks met het verantwoordelijke management; Het Claims & Litigation Report dat een overzicht van actuele en potentiële juridische procedures en geschillen bevat; De bevestiging van verantwoordelijk management op staf- en bedrijfsonderdeelniveau van de betrouwbaarheid van de financiële rapportage in de vorm van getekende Letters of Representation; Het uitvoeren van audits door de afdeling Internal Audit conform het door de Raad van Bestuur en het Audit Committee goedgekeurde jaarplan. De rapportages en bevindingen worden besproken met de Raad van Bestuur en het Audit Committee. De afdeling Internal Audit fungeert als derde verdedigingslinie; Opvolging van de bevindingen naar aanleiding van interne en externe controlewerkzaamheden, waarover bedrijfsonderdelen periodiek rapporteren aan de Raad van Bestuur.
Noot [33] van de Jaarrekening verschaft nadere kwalitatieve en kwantitatieve informatie over financiële instrumenten en financieel risicomanagement.
Inhoudsopgave Jaar verslag 44 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Het Risk Management Framework van Nuon wordt regelmatig geëvalueerd en verder ontwikkeld, met name ten aanzien van veranderingen die uit de integratie van Nuon binnen de Vattenfall Groep voortvloeien. Belangrijke aspecten in de verdere ontwikkeling en integratie van het Risk Management Framework in 2010 zijn geweest: ■■ Optimalisatie van het stelsel van belangrijke beheersmaatregelen in het verlengde van de integratie binnen de Vattenfall Groep. Vattenfall beschikt over een Internal Financial Control Framework (IFC) dat zich richt op de verslaggevingtechnische, waarderings- en rapportageaspecten van risico’s. Sommige IFC-beheersmaatregelen zijn in aanvulling op het BCF toegevoegd. Het BCF bevat ook belangrijke beheersmaatregelen voor commerciële en operationele processen; ■■ De opzet van driemaandelijkse Enterprise Reports op het gebied van interne controle en compliance, in aanvulling op de management rapportage van bedrijfsonderdelen aan het bestuur. In de Enterprise Reports wordt de algehele stand van zaken ten aanzien van deze onderwerpen gerapporteerd; ■■ Het toetsen van en rapporteren over belangrijke beheersmaatregelen is verbeterd. De rapportage over belangrijke beheersmaatregelen wordt onderbouwd met documentatie; ■■ De actualisatie van en promotiecampagne voor de Gedragscode; ■■ Het Tax Control Framework is verder verbeterd, met name het TCFbeleid bij Nuon. Voorts hebben we de Tax Manuals geactualiseerd, risicoanalyses gedocumenteerd en het bewustzijn op fiscaal gebied binnen de onderneming versterkt; ■■ Aanscherping van de gecentraliseerde controle op alle interne mandaten en externe volmachten; ■■ Verdere verbetering van de processen en organisatie van de Value-Added Services-bedrijven van Nuon. Voor het jaar 2011 voorzien wij een verdere verbetering van het risicobeheersings- en controlesysteem. Dit gebeurt door het toepassen van ‘best practices’ bij het verder in overeenstemming brengen van onze organisatie met het systeem van risicomanagement en -beheersing en governance van Vattenfall.
Voornaamste risico’s - belangrijke risico’s en risicobeperking Deze paragraaf beschrijft de belangrijkste strategische, commerciële, operationele, financiële en compliancerisico’s die zich volgens de huidige inzichten kunnen voordoen. Hoewel deze risicofactoren zo uitvoerig mogelijk zijn beschreven, is het onderstaande overzicht niet volledig. Concurrentiedruk De Europese markten voor energiediensten blijven zich verder ontwikkelen, waardoor de concurrentie en de druk op de marges en marktaandelen in het algemeen toenemen. Hoewel onze positie als zittende aanbieder in Nederland kwetsbaar is, doen er zich ook nieuwe kansen voor dankzij de voortschrijdende liberalisering van de Europese markt. Veranderingen in het economisch klimaat Hoewel Nederland en België onze kernmarkten zijn, hebben de ontwikkelingen binnen de economie in bredere zin aanzienlijke gevolgen voor veel aspecten van onze activiteiten. De economische ontwikkelingen in Azië hebben bijvoorbeeld rechtstreeks gevolgen voor de vracht- en commodity-markten. De recessiedruk gedurende 2009 manifesteerde zich in een toename van het aantal faillissementen onder zakelijke klanten, met name in het segment midden- en kleinbedrijf. Gedurende 2010 heeft de business unit Sales de incassobewakingsinstrumenten verder verbeterd, waarbij de geboekte vooruitgang periodiek aan het RMC werd gerapporteerd. Commodity-prijsrisico Als gevolg van de aard van de bedrijfsvoering wordt Nuon, evenals alle andere energiebedrijven, blootgesteld aan de prijsveranderingen in energie commodities en in gerelateerde producten. Alhoewel wij een actief beleid voeren ten aanzien van het beheersen van deze posities, kunnen prijsontwikkelingen een significante invloed hebben op onze financiële resultaten. Nuon is gevoelig voor het effect van marktfluctuaties in de prijzen van diverse energie commodities, waaronder (maar niet uitsluitend): elektriciteit, steenkool, gas, olie en emissierechten. Deze risico’s vloeien voort uit de eigendom van fysieke activa (met name gas- en kolen gestookte elektriciteitscentrales, gasopslagfaciliteiten en upstream
Inhoudsopgave Jaar verslag Co rp o ra te G overna n ce
gasvelden) in Nederland, verkoopposities in elektriciteit en gas voor levering aan zowel huishoudens als zakelijke klanten en de handelsposities die in deze markten voor energiecommodities worden ingenomen. Over het algemeen worden alle commodity-prijsrisico’s die voortvloeien uit deze activiteiten beheerst door onze 100%-dochteronderneming Vattenfall Energy Trading Netherlands N.V. (VET NL). Het belangrijkste commodity-prijsrisico voor Nuon bestaat uit de gevoeligheid van de gas- en kolengestookte elektriciteitscentrales voor ongunstige veranderingen in de relatieve prijs van elektriciteit en brandstof. Als de elektriciteitsprijzen dalen ten opzichte van de kosten van brandstof en emissierechten heeft dit een negatief effect op de marge op de verkoop van de elektriciteit die wordt geproduceerd door onze elektriciteitscentrales. Om deze gevoeligheid in verband met de verkoop van elektriciteit en de sourcing van brandstof en CO2 te beheersen, maakt VET NL gebruik van diverse fysieke en financiële instrumenten, op zowel de spot- als de termijnmarkt. De open positie die verband houdt met de centrales wordt beheerst door rekening te houden met de marktontwikkelingen, de beperkingen die worden gesteld door de marktliquiditeit en de risicobereidheid van de organisatie. Alle transacties die een commodity-prijsrisico met zich meebrengen, worden dagelijks beoordeeld door de Risk Management Group. Hiertoe behoren posities die ontstaan als gevolg van activiteiten die verband houden met de activa, handel voor eigen rekening en de sourcing ten behoeve van de particuliere, zakelijke en industriële klanten van Nuon Energy. Nettoposities worden dagelijks getoetst aan de goedgekeurde positielimieten voor commodities, die worden vastgesteld op basis van de liquiditeit van de markten waarop wij handelen. Wij bepalen het marktrisico aan de hand van de Value-at-Risk (VaR). De VaR geeft aan in welke mate de waarde van commodity-posities kan veranderen als gevolg van marktprijsbewegingen. Valutarisico Nuon Energy loopt valutarisico op inkopen, handelsactiviteiten, liquide middelen, opgenomen leningen en overige balansposities die luiden in een andere valuta dan de euro. Wij passen een ‘exposure based’ valutabeleid toe. Dit houdt in dat in principe alle posities in vreemde valuta
45
worden afgedekt en dat posities voor eigen rekening in vreemde valuta niet zijn toegestaan. Interestrisico Het interestrisico geeft de kans weer dat de marktwaarde van een vastrentend waardepapier of een lening met een vaste rente verandert als gevolg van renteveranderingen. Veranderingen in de korte rente kunnen bovendien van invloed zijn op de opbrengstvoet op kortlopende beleggingen in liquide middelen. Liquiditeitsrisico Het liquiditeitsrisico is het risico dat de organisatie onvoldoende liquiditeiten heeft om te kunnen voldoen aan de directe behoeften. Nuon maakt gebruik van dagelijkse, kortetermijn- en 12-maands voortschrijdende liquiditeitsprognoses om ervoor te zorgen dat zij beschikt over voldoende financiële middelen en back-upfaciliteiten om de uitstroom van kas middelen in verband met operationele activiteiten, de aflossing van en betaling van rente op leningen, onderhoud en andere investeringen te dekken. Daarnaast hebben veranderingen in de prijzen van commodities een aanzienlijke invloed op onze liquiditeitsbehoefte als gevolg van de handelsactiviteiten van Nuon en de daarmee verband houdende bilaterale en door beurzen opgelegde margevereisten. Dankzij de integratie binnen de Vattenfall Groep is het liquiditeitsrisico aanzienlijk afgenomen. Wij maken nu deel uit van een sterke Europese onderneming met een hoge kredietwaardigheid. Wij nemen deel aan de cash pooling binnen de Vattenfall Groep. Bovendien hebben wij met Vattenfall back-up liquiditeits arrangementen afgesloten. Krediet Nuon heeft relaties met een groot aantal klanten en leveranciers en wordt daarmee blootgesteld aan de gang van zaken bij haar tegenpartijen. Sinds 2009 hebben we het aantal faillissementen in onze kernmarkt Nederland zeer sterk zien toenemen. We zagen in ons verkoopsegment ook een toename van het aantal achterstallige betalingen bij klanten. Maar dankzij een goed kredietbeleid, goede kredietprocessen en een verscherpte kredietcontrole konden grote verliezen voorkomen worden. Ons algemene beleid is om zakelijke tegenpartijen te onderwerpen aan een
Inhoudsopgave Jaar verslag 46 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
due diligence-onderzoek voordat wij een transactie met hen aangaan. Als er sprake is van een kredietrisico wordt er eveneens een grondige analyse gemaakt van de tegenpartij, waarbij onder meer, maar niet uitsluitend, gebruik wordt gemaakt van tijdreeksen, de jaarrekening wordt onderworpen aan ratiovergelijkingen en wordt vergeleken met die van gelijksoortige bedrijven, de toekomstverwachtingen worden beoordeeld en kasstroomanalyses worden gemaakt. Naast interne ratings worden ook de credit ratings van grote credit rating-instituten gebruikt. Wanneer er meer dan één rating beschikbaar is, gaan wij uit van de laagste van de beschikbare ratings. Operationeel risico Operationeel risico betreft het risico van tekortkomingen van personen, processen of systemen. Het operationeel risico wordt beperkt door bij alle bedrijfsactiviteiten te streven naar ‘operational excellence’. De toezichtstructuur wordt, inclusief de Gedragscode, steeds geactualiseerd. Mogelijke uitzonderingen worden gevolgd. Alle autorisaties worden regelmatig beoordeeld. Voor sleutelsystemen beschikken we over back-upfaciliteiten. Exploitatie van activa Onze financiële resultaten worden in belangrijke mate bepaald door de effectieve en efficiënte exploitatie van de faciliteiten voor elektriciteitsproductie en gasopslag. Om dit te waarborgen, bestaan strenge operationele procedures en is er een strakke onderhoudsplanning. Daarnaast is gezorgd voor afdoende verzekeringsdekking. Risico’s met betrekking tot ICT Zoals elke energieonderneming zijn wij in toenemende mate afhankelijk van geavanceerde ICT-systemen. ICT-systemen spelen in bijna alle aspecten van onze bedrijfsvoering een sleutelrol. Hierdoor kunnen ICTstoringen een significante invloed hebben op de bedrijfsvoering. Zo kan een storing in de facturerings- en inningsprocessen bijvoorbeeld leiden tot imagoschade, terwijl het uitvallen van handelssystemen kan resulteren in gemiste kansen, boetes en market-to-market verliezen. Door deze afhankelijkheid van systemen besteden wij veel aandacht aan status bewaking en de beschikbaarheid van back-upvoorzieningen.
Cross border leases In de loop van 2009 heeft Nuon Energy alle nog resterende cross border leases beëindigd. Nuon Energy loopt een indirect risico op een cross border lease op warmtenetten, aangezien wij deze netten subleasen van Alliander en derhalve een deel van de daaraan verbonden cross border lease-risico’s dragen. Pensioenen De pensioen- en prepensioenverplichtingen voor het merendeel van de werknemers van Nuon zijn ondergebracht bij pensioenfondsen, in Nederland grotendeels bij het ABP. De pensioenpremies die Nuon Energy afdraagt zijn onder meer gebaseerd op verwachtingen ten aanzien van de ontwikkeling van de inflatie, de stijging van de salarissen, de vergrijzing, de sterftekansen en de rendementen op de beleggingsportefeuille van het pensioenfonds. Het kan zijn dat de werkelijke ontwikkelingen op voornoemde punten afwijken van de aannames. Bovendien kunnen zich wijzigingen voordoen op het gebied van de weten regelgeving ten aanzien van pensioenen, prepensioenen en collectieve arbeidsovereenkomsten. Als gevolg hiervan kunnen pensioenpremies en/ of daarmee samenhangende verplichtingen die ten laste van Nuon Energy komen per jaar onderhevig zijn aan significante fluctuaties. Deze vallen buiten de directe invloedssfeer van Nuon Energy. Het premiebeleid wordt hoofdzakelijk door het pensioenfondsbestuur van ABP bepaald. Belastingen Belastingrisico’s zijn niet-voorziene risico’s die leiden tot een extra belastingafdracht. Het voornaamste risico hangt momenteel samen met de nog lopende gesprekken met Alliander N.V. over de afwikkeling van vennootschapsbelastingaanslagen tot en met 2008 in het kader van de splitsingsovereenkomst. Bij het opstellen van de jaarrekening hebben wij met de verwachte en potentiële fiscale risico’s rekening gehouden.
Inhoudsopgave Jaar verslag Co rp o ra te G overna n ce
Regulering van activiteiten Een deel van onze activiteiten is gereguleerd, bijvoorbeeld onze activiteiten op het gebied van warmte. Wijzigingen in regelgeving en vereisten kunnen onze toekomstige resultaten beïnvloeden. Regulering van de uitstoot van schadelijke stoffen Wij voldoen bij de exploitatie van onze energieproductiefaciliteiten aan de milieuwet- en regelgeving. Veranderingen in deze wetgeving kunnen werkelijke of opportunity-kosten opleveren voor Nuon Energy. Het Europese Emissiehandelssysteem, dat de uitstoot van CO2 reguleert, loopt bijvoorbeeld af in 2012 en het is nog onduidelijk welke nieuwe regel geving er zal komen voor de periode na afloop van het Kyoto-protocol. Daarnaast heeft ook de regelgeving met betrekking tot koelwater en de uitstoot van zwavel en geluid directe gevolgen voor onze activiteiten.
47
op dit gebied omvat. De ontwikkelingen op het gebied van nieuwe wet geving worden gevolgd en aan de bedrijfsvoering getoetst. Met trainingen en opleidingen versterken we continu het bewustzijn, de houding en het gedrag van het management en de medewerkers ten aanzien van het HSE-beleid. De Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen worden hierover op wekelijkse respectievelijk kwartaalbasis geïnformeerd.
Verantwoordelijkheid Als Raad van Bestuur zijn wij verantwoordelijk voor de opzet en werking van ons interne risicobeheersings- en controlesysteem. Wij hebben de opzet en werking van het Risk Management Framework van Nuon gedurende 2010 geëvalueerd, mede op basis van de business controlinformatie, de Internal Audit-rapportages en de managementletter van de externe accountant.
Vergunningen Zowel voor het voortzetten van de exploitatie van bestaande activa (gas- en kolengestookte elektriciteitscentrales, windenergie en gas) als voor de bouw van nieuwe centrales zijn milieu-, bestemmings- en andere vergunningen van nationale, provinciale en gemeentelijke instanties vereist. De voortzetting van de activiteiten en de uitvoering van het businessplan van Nuon Energy zijn afhankelijk van de toekenning en verlenging van de noodzakelijke vergunningen. Vertragingen bij de toekenning van vergunningen kunnen belangrijke gevolgen hebben voor de resultaten van Nuon Energy. Nuon Energy beschikt over een deskundig team dat zich specifiek bezighoudt met het beoordelen van de vereisten en het verkrijgen van de noodzakelijke vergunningen.
Het Risk Management Framework verschaft geen absolute zekerheid ten aanzien van het realiseren van de ondernemingsdoelstellingen, noch geeft dit een absolute zekerheid dat materiële fouten, verliezen, fraude of overtreding van wet- en regelgeving niet kunnen voorkomen in de operationele processen en/of de financiële verslaggeving.
Gezondheids- en veiligheidsrisico’s Door de aard van onze activiteiten hebben wij in de normale bedrijfsuitoefening te maken met veiligheids- en milieurisico’s. Risico’s met betrekking tot gezondheid, veiligheid en milieu (‘Health, Safety and Environment’; HSE) houden we beheersbaar door de naleving van relevante wet- en regelgeving te toetsen. Ook controleren we regelmatig de naleving van ons interne HSE-controlesysteem, dat onze interne procedures en beleid
Op grond van bovenstaande zijn wij van mening dat wij hiermee voldoen aan de best practice-bepalingen II.1.3, II.1.4 en II.1.5 van de Nederlandse Corporate Governance Code.
Met inachtneming van het bovenstaande is de Raad van Bestuur van mening dat het interne risicobeheersings- en controlesysteem een redelijke mate van zekerheid geeft dat de financiële verslaggeving geen onjuistheden van materieel belang bevat en dat het risicobeheersingsen controlesysteem ten aanzien van de financiële verslaggevingsrisico’s gedurende het jaar naar behoren heeft gewerkt.
Het hiervoor vermelde is tevens met het Audit Committee van de Raad van Commissarissen, in aanwezigheid van de interne en externe accountant, besproken.
Inhoudsopgave Jaar verslag 48 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Verslag van
de Raad van Commissarissen Gedurende 2010 heeft de Raad van Commissarissen (de Raad) zijn taken verricht overeenkomstig de wettelijke bepalingen en de statuten van N.V. Nuon Energy en toezicht gehouden op en advies uitgebracht aan de Raad van Bestuur. Samenstelling van de Raad van Commissarissen per 31 december 2010 A- of Bcommissaris
Commissie
Eerste benoeming
Herbenoeming
Afloop van huidige zittingstermijn
Øystein Løseth, Voorzitter
B
Lid Remuneratiecommissie
2010
–
2014
Dag Andresen
B
Lid Audit Committee
2009
–
2013 2013
Tuomo Hatakka
B
–
2009
–
Tom de Waard
B
Voorzitter Remuneratiecommissie
2010
–
2014
Leni Boeren
A
Lid Remuneratiecommissie
2009
–
2013
Pieter Bouw
A
Voorzitter Audit Committee
2009
–
2013
Derk Haank
A
Lid Audit Committee
2009
–
2013
Jacques Schraven
A
–
2009
–
2013
Per 8 april 2010 is Øystein Løseth benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen. Hij volgt hiermee Lars Josefsson op die zich met ingang van 1 april 2010 heeft teruggetrokken als lid van de Raad van Commissarissen. Op diezelfde datum werd Tom de Waard benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen, waarmee een vacature werd opgevuld. De Raad heeft een profielschets opgesteld, waarin de gewenste criteria en competenties voor de samenstelling van de Raad worden aangegeven. Het profiel is terug te vinden op onze corporate website www.nuon.com. Bij benoemingen en herbenoemingen vindt toetsing plaats aan de profielschets. Bij herbenoemingen wordt tevens het functioneren van de betrokkenen in beschouwing genomen. Naar het oordeel van de Raad zijn alle leden van de Raad aan te merken als onafhankelijk in de zin van best practice-bepaling III.2.2 van de Code.
Bijeenkomsten en activiteiten van de Raad van Commissarissen Vergaderingen Raad van Commissarissen De Raad heeft in het verslagjaar achtmaal vergaderd. Tijdens de vergaderingen heeft de Raad een breed scala aan onderwerpen besproken, zoals strategische projecten die de goedkeuring van de Raad behoefden, het bedrijfsplan en de begroting, investeringen, de kwaliteit van de dienstverlening en de klanttevredenheid, kostenbeheersing en ‘cost-to-serve’, de benoeming van Huib Morelisse als opvolger van Øystein Løseth, de strategische koers van Vattenfall per 1 januari 2011, rechts zaken en desinvesteringen, de Lost Time Injury Frequency (LTIF), de organisatie van de veiligheid en andere relevante zaken die onder de aandacht van de Raad werden gebracht. De financiële resultaten werden vóór publicatie uitvoerig besproken in de vergaderingen van de Raad.
Aandeelhoudersvergaderingen De huidige leden van de Raad voldoen aan best practice-bepaling III.3.4 van de Code, volgens welke bepaling het aantal commissariaten bij Nederlandse beursvennootschappen niet meer bedraagt dan vijf (per persoon), waarbij geldt dat het voorzitterschap dubbel telt.
Diverse leden van de Raad woonden de Buitengewone Vergadering van Aandeelhouders op 8 april 2010 bij. Tijdens deze bijeenkomst werd het voorstel aangenomen om Øystein Løseth en Tom de Waard te benoemen tot lid van de Raad van Commissarissen.
Inhoudsopgave Jaar verslag Vers lag va n de Raa d va n Com m i s sari s sen
Contacten met de Centrale Ondernemingsraad In overeenstemming met het convenant dat met de Centrale Onder nemingsraad is gesloten, vond er voorafgaand aan vergaderingen van de Raad overleg plaats tussen de op aanbeveling van de Centrale Ondernemingsraad benoemde commissarissen, te weten Pieter Bouw en Leni Boeren, en het Dagelijks Bestuur van de Centrale Ondernemingsraad.
49
In de tussenliggende periode was de CFO, Peter Smink, de enige bestuurder van Nuon Energy. De Raad van Commissarissen gaf gedurende deze tussenliggende periode toestemming om af te wijken van de statuten van Nuon Energy, de reglementen van de Raad van Bestuur en de reglementen van de Raad van Commissarissen. Deze interne documenten inzake het bestuur bepalen dat de Raad van Bestuur uit ten minste twee leden dient te bestaan.
Vergaderingen Audit Committee Het Audit Committee bestaat uit de volgende drie leden van de Raad: Pieter Bouw (Voorzitter), Derk Haank en Dag Andresen. De samenstelling van het Audit Committee voldoet aan de vereisten van best practicebepaling III.5.7 van de Code. Het Audit Committee heeft in 2010 vijfmaal vergaderd. Het Audit Committee heeft met name alle financieel relevante zaken beoordeeld en besproken die aan de Raad van Commissarissen werden voorgelegd. Daarnaast hield het Audit Committee toezicht op het risicoraamwerk voor de interne controle en op de risicomanagementsystemen. Onder meer werden de volgende onderwerpen besproken: de kwartaalresultaten, het jaarverslag, rapportages van interne en externe accountants, de begroting, prognoses en risicorapportages.
Vergaderingen Remuneratiecommissie De Remuneratiecommissie bestaat uit de volgende drie leden van de Raad: Tom de Waard (Voorzitter), Øystein Løseth en Leni Boeren. Tuomo Hatakka werd op 8 april 2010 als voorzitter van de Remuneratiecommissie opgevolgd door Tom de Waard. De Remuneratiecommissie kwam in 2010 driemaal bijeen. De commissie besprak de criteria voor de korte- en langetermijnincentives en deed een aanbeveling voor de vaststelling. Voorts was de Remuneratiecommissie nauw betrokken bij het selectieproces voor een CEO als vervanger voor Øystein Løseth.
Wijzigingen Raad van Bestuur Op 1 april 2010 trad Øystein Løseth terug als lid en Chief Executive Officer van de Raad van Bestuur van N.V. Nuon Energy en volgde hij Lars Josefsson op als CEO van Vattenfall AB. Huib Morelisse nam per 1 juli 2010 de positie van Øystein Løseth als CEO van Nuon Energy over.
Corporate governance De Raad onderschrijft vrijwel alle principes en best practice-bepalingen uit de Nederlandse Corporate Governance Code. De wijze waarop Nuon Energy de Code toepast, is niet gewijzigd gedurende het boekjaar. In een apart hoofdstuk van dit jaarverslag worden de hoofdlijnen van de corporate governancestructuur beschreven en wordt aangegeven op welke wijze Nuon Energy principes en best practice-bepalingen van de Code heeft toegepast. Bovendien wordt vermeld op welke punten Nuon afwijkt van de Code en wat daar de redenen van zijn.
Hoofdlijnen van het Remuneratiebeleid Het Remuneratiebeleid is erop gericht Nuon in staat te stellen gekwalificeerde en kundige bestuurders aan te trekken, te motiveren en te behouden om daarmee de strategische doelstellingen van Nuon te bereiken. Het totale beloningspakket van de leden van de Raad van Bestuur bestaat uit een vast brutojaarsalaris, een pensioenregeling en overige beloningselementen. Daarnaast heeft de CFO een kortetermijn variabel salaris en een langetermijnincentive. Het Remuneratiebeleid voor de leden van de Raad is gericht op het aantrekken van gekwalificeerde en deskundige commissarissen. In het Remuneratierapport in dit jaarverslag (pagina 53) wordt het volledige beloningsbeleid van de Raad van Bestuur weergegeven. Tevens wordt een beschrijving gegeven van de uitvoering van het beloningsbeleid van de Raad van Bestuur in 2010. Voorts wordt een overzicht van de beloningen van de leden van de Raad gegeven.
Inhoudsopgave Jaar verslag 50 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Jaarrekening en dividendvoorstel Dit jaarverslag bevat onder meer de door de Raad van Bestuur en de Raad ondertekende jaarrekening over het boekjaar 2010. De externe accountant PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. heeft de jaarrekening 2010, die is opgemaakt door de Raad van Bestuur, gecontroleerd en voorzien van een goedkeurende controleverklaring. De controle verklaring van de onafhankelijke accountant bij de geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening is opgenomen onder de ‘Overige gegevens’ op pagina 176.
Aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders wordt voorgesteld om: ■■ De jaarrekening over 2010 vast te stellen; ■■ Het dividendvoorstel 2010, zoals opgenomen onder de ‘Overige gegevens’ in dit jaarverslag voor het boekjaar 2010, vast te stellen; ■■ Kwijting te verlenen aan de leden van de Raad van Bestuur voor de uitoefening van hun taak gedurende het boekjaar 2010 en aan de leden van de Raad voor de uitoefening van hun toezichthoudende taak gedurende het boekjaar 2010.
Ontwikkelingen in 2011 De jaarrekening 2010 is door het Audit Committee, in aanwezigheid van de Chief Executive Officer en de Chief Financial Officer, met de externe accountant besproken. Verder heeft de Raad de jaarrekening over 2010 besproken met de Raad van Bestuur in aanwezigheid van de externe accountant. Op grond van deze besprekingen is de Raad van mening dat de jaarrekening over 2010 voldoet aan de eisen van transparantie en dat deze een goede basis vormt om verantwoording af te leggen over het gehouden toezicht.
Op 31 januari 2011 werd een Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden. Tijdens deze vergadering werd het voorstel goedgekeurd Torbjörn Wahlborg te benoemen als lid van de Raad van Commissarissen. Dag Andresen trad per dezelfde datum af als lid van de Raad van Commissarissen.
Dankbetuiging De Raad wil op deze plaats graag de leden van de Raad van Bestuur en alle medewerkers danken voor de bijdrage die ze hebben geleverd aan de resultaten in 2010.
Amsterdam, 1 april 2011 De Raad van Commissarissen
Inhoudsopgave Jaar verslag Vers lag va n de Raa d va n Com m i s sari s sen
51
Gegevens van de Raad van Commissarissen (Per 31 december 2010)
Øystein Løseth (1958)
Dag Andresen (1964)
Voorzitter van de Raad van Commissarissen en lid Remuneratiecommissie
Lid Audit Committee
Øystein Løseth (Noorse nationaliteit) werd op 8 april 2010 benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen
Dag Andresen (Noorse nationaliteit) werd op 17 juni 2009 benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen
Tuomo Hatakka (Finse nationaliteit) werd op 17 juni 2009 benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen
Leni Boeren (Nederlandse nationaliteit) werd op 17 juni 2009 benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen
Dag Andresen is sinds oktober 2008 Chief Financial Officer van Vattenfall AB. Andresen doorliep de Naval Officer School (1984) en de Royal Norwegian Air Force Academy (1988). Hij studeerde vervolgens Economie aan de Norges Handelshøyskole, NHH (1994) en behaalde zijn Executive MBA aan de Helsinki School of Economics & Business Administration, HSEBA (2000). Ook volgde hij studies aan de Harvard Business School (2006) en Stanford Graduate School of Business (2004). Hij bekleedde diverse hoge officiersrangen bij de Noorse marine en de Noorse luchtmacht. Tussen 1993-2008 vervulde hij diverse managementposities in de sectoren scheepvaart, techniek, industrie en financiële dienstverlening, het meest recent als hoofd Transaction & Finance Banking bij Nordea AB (tot 2008).
Tuomo Hatakka werd op 8 april 2010 vervangen als voorzitter van de Remuneratiecommissie. Hatakka is sinds 2005 Senior Executive Vice President van Vattenfall AB en sinds 1 januari 2008 Head of Business Group Central Europe. Van 2004 tot december 2007 was hij Head of Business Group Poland. Hatakka heeft Economie gestudeerd aan de Helsinki School of Economics en bedrijfskunde aan het Instituto de Estudios Superiores de la Empresa in Barcelona, Spanje. Hatakka heeft gewerkt als consultant bij Bain & Company in Londen en als Executive Vice President en partner bij Enterprise Investors in Warschau, Polen. Daarnaast is hij President en CEO geweest van Elektrim Kable SA in Warschau, Polen.
Leni Boeren is sinds 2005 lid van de Raad van Bestuur van Robeco Groep N.V. Zij is voormalig lid van het Executive Committee van Euronext N.V. (2000-2005) waar zij onder andere Managing Director of Information Services was. Boeren is lid van de Raad van Bestuur van Amsterdam Exchanges N.V. geweest (19972000). Daarvoor was zij werkzaam bij Robeco Groep, Rabobank en BNP Paribas. Boeren heeft diverse commissariaten en adviserende functies waaronder die als vice-voorzitter van de Raad van Commissarissen en voorzitter van het Audit Committee van de Tergooiziekenhuizen. Daarnaast is zij lid van de Raad van Bestuur van de Stichting Kunsthal Rotterdam.
Op 1 april 2010 trad Øystein Løseth terug als lid en voorzitter van de Raad van Bestuur van N.V. Nuon Energy en werd op 12 april 2010 benoemd tot President en Chief Executive Officer van Vattenfall AB. Løseth studeerde in 1983 af als inge nieur aan de Technical University van Trondheim en studeerde van 1985 tot 1986 Economie aan de Bedriftsøkonomisk Institutt in Bergen. In de periode van 2003 tot april 2010 vervulde Løseth diverse managementposities bij n.v. Nuon en na 1 juli 2009 bij N.V. Nuon Energy. Hij was lid van de Raad van Bestuur sinds januari 2006 en werd in april 2008 tot voorzitter van de Raad van Bestuur benoemd. Voordat Løseth in 2003 bij Nuon in dienst trad, vervulde hij diverse managementposities bij Statkraft in Noorwegen. Voorafgaand aan zijn carrière bij Statkraft werkte hij bij Naturkraft, Alliance Gas en Statoil.
Tuomo Hatakka (1956)
Leni Boeren (1963) Lid Remuneratiecommissie
Inhoudsopgave Jaar verslag 52 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Pieter Bouw (1941)
Derk Haank (1953)
Voorzitter Audit Committee
Lid Audit Committee
Pieter Bouw (Nederlandse nationaliteit) werd op 17 juni 2009 benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen
Derk Haank (Nederlandse nationaliteit) werd op 17 juni 2009 benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen
Jacques Schraven (Nederlandse nationaliteit) werd op 17 juni 2009 benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen
Tom de Waard (Nederlandse nationaliteit) werd op 8 april 2010 benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen
Derk Haank is bestuursvoorzitter van Springer Science + Business Media. Hij is voormalig lid van de Raad van Bestuur van Reed Elsevier N.V. en van de Raad van Commissarissen van n.v. Nuon. Haank heeft verschillende commissariaten en adviserende functies waaronder die als lid van de Raad van Commissarissen van MSD Nederland en KPN en lid van de Raad van Toezicht van omroepvereniging TROS.
Jacques Schraven was voorzitter van werkgeversvereniging VNONCW en daaraan voorafgaand president-directeur van Shell Nederland B.V. Hij was eveneens lid van de Raad van Commissarissen van n.v. Nuon. Momenteel is Schraven voorzitter van de Raad van Commissarissen van Corus Nederland B.V. en nietuitvoerend bestuurder van Tata Steel Ltd (India). Daarnaast is hij voorzitter van de European Association of Listed Companies (EuropeanIssuers) en lid van de Raad van Commissarissen van Stork B.V. en BNP OBAM N.V. Hij is voorts voorzitter van de Stichting Administratiekantoor Unilever N.V. Buiten de zakelijke sector is Schraven voorzitter van de Raad van Toezicht van de Stichting Sanquin Bloedvoorziening. Hij vervult verschillende bestuursfuncties, waaronder die als lid van het bestuur van het Nederlands Normalisatie Instituut, de Carnegie Stichting en het Rotterdams Philharmonisch Orkest.
Tom de Waard is in 1971 afgestudeerd aan de Universiteit van Leiden en werd in 1979 partner bij Stibbe. Van 1985 tot 1990 was De Waard Resident Partner van Stibbe in New York. In 2000 trad hij in dienst bij Clifford Chance, waar hij van 2002 tot 2005 Managing Partner was van het Amsterdamse kantoor en van 2005 tot 2007 lid van het Global Management Committee, waarin hij continentaal Europa vertegen woordigde. De Waard is gespe cialiseerd in privatiseringen, met name in de energiesector. De Waard is lid van de Raad van Commissarissen van STMicroelectronics N.V. (STM). In deze hoedanigheid is hij voorzitter van het Audit Committee en van het Nominating and Corporate Governance Committee, alsmede lid van het Remuneration Committee. De Waard is voorzitter van de Raad van Commissarissen van BE Semiconductor Industries N.V. (BESI), alsmede lid van het Audit Committee en het Remuneration Committee van BESI.
Pieter Bouw is voormalig president-directeur van KLM N.V. en voormalig lid van de Raad van Commissarissen van n.v. Nuon. Momenteel is hij voorzitter van de Raad van Commissarissen van CSM N.V., voorzitter van de Raad van Toezicht van de VU Amsterdam – VU UMC – Windesheim, voorzitter van de Bankraad en bestuurslid van de administratiekantoren van een aantal Nederlandse bedrijven.
Jacques Schraven (1942)
Tom de Waard (1946) Voorzitter van de Remuneratiecommissie
Inhoudsopgave Jaar verslag Rem un era tiera p p o r t 2 0 1 0
53
Remuneratierapport 2010 Dit Remuneratierapport is opgesteld door de Remuneratiecommissie. Voor de samenstelling en activiteiten van deze commissie in 2010 wordt verwezen naar het Verslag van de Raad van Commissarissen. Tot en met 30 juni 2009 waren de aandelen van N.V. Nuon Energy in handen van n.v. Nuon (thans Alliander N.V.). De Remuneratiecommissie van Nuon Energy is effectief op 1 juli 2009 opgericht, na de splitsing en de daaropvolgende verkoop van 49% van de aandelen in Nuon Energy aan Vattenfall AB. De bestaande arbeidscontracten en beloningspakketten van de leden van de Raad van Bestuur werden gehonoreerd en over gedragen van n.v. Nuon aan N.V. Nuon Energy. Krachtens de statuten van Nuon Energy stelt de Raad van Commissarissen, op advies van de Remuneratiecommissie, het Remuneratiebeleid op voor de leden van de Raad van Bestuur van Nuon Energy. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Nuon stelt het Remuneratiebeleid vast. Binnen het vastgestelde Remuneratiebeleid stelt de Raad van Commissarissen, wederom op advies van de Remuneratiecommissie, de bezoldiging en de verdere arbeidsvoorwaarden van de individuele leden van de Raad van Bestuur vast. Het Remuneratiebeleid voor n.v. Nuon werd op 24 april 2006 door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vastgesteld en bleef voor het jaar 2010 van toepassing op Nuon Energy aangezien er geen wijzigingen zijn doorgevoerd. Elke toekomstige materiële wijziging in het Remuneratiebeleid wordt, op voorstel van de Remuneratiecommissie, behandeld door de Raad van Commissarissen en voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en wordt gelijktijdig ter kennisneming aan de Centrale Ondernemingsraad aangeboden. Het Remuneratiebeleid en het Remuneratierapport van Nuon Energy zijn in overeenstemming met de Nederlandse Corporate Governance Code. Waar dat niet het geval is, worden de afwijkingen toegelicht en gemotiveerd. In de loop van 2010 is het beleid zelf niet gewijzigd, maar het feit dat Nuon Energy onderdeel is geworden van Vattenfall AB, heeft ertoe geleid dat de vennootschap aan additionele verplichtingen dient te voldoen. De enige aandeelhouder van Vattenfall AB is de Zweedse staat. De richtlijnen van de Zweedse staat bepalen dat topfunctionarissen geen variabele salariscomponent mogen ontvangen. De CEO van Nuon Energy, die tevens deel uitmaakt van het Executive Group Management van Vattenfall, wordt in dit verband als een topfunctionaris beschouwd. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de sectie ‘Uitvoering van het Remuneratiebeleid’.
1 Remuneratiebeleid 1.1 Remuneratie Het Remuneratiebeleid van Nuon Energy is gericht op het creëren van de juiste omstandigheden voor het aantrekken, motiveren en vasthouden van gekwalificeerde en deskundige bestuurders die nodig zijn voor het realiseren van de strategische en operationele doelstellingen van Nuon Energy. Het specifieke Remuneratiebeleid van Nuon Energy is gericht op de mediaan van de relevante beloningsmarkt en bevat de daarbij behorende vaste en resultaatafhankelijke componenten. Als relevante beloningsmarkt is gedefinieerd de algemene Nederlandse arbeidsmarkt voor bestuurders van ondernemingen van vergelijkbare omzet, personeelsgrootte en complexiteit. Het totale beloningspakket voor de leden van de Raad van Bestuur bestaat uit de volgende componenten: a) Een vast jaarsalaris; b) Een kortetermijn variabel salaris; c) Een langetermijnincentive; d) Een pensioenvoorziening; e) Overige beloningselementen. (a) Vast jaarsalaris Voor de doelstelling betreffende het vaste jaarsalaris wordt uitgegaan van het mediaanniveau van de eerdergenoemde referentiegroep van vergelijkbare ondernemingen. (b) Kortetermijn variabel salaris Het kortetermijn variabele deel van het salaris is gericht op de realisatie van vooraf door de Raad van Commissarissen vastgestelde uitdagende doelstellingen voor het lopende boekjaar. Het maximale variabele salaris voor de CFO bedraagt 30% van het vaste jaarsalaris. Voor de CEO bedraagt het maximale variabele salaris 35% van het vaste jaarsalaris. Jaarlijks worden de specifieke doelstellingen vastgelegd in een scorecard. De te realiseren doelstellingen voor 2010 betroffen financiële doelstellingen (40% van het totaal), bedrijfs- en klantgerelateerde doelstellingen (30% van het totaal) en doelstellingen op het gebied van medewerker & maatschappij en milieu (30% van het totaal). De doelstellingen worden door de Raad van Commissarissen gedefinieerd en zijn gebaseerd op de volgende principes:
Inhoudsopgave Jaar verslag 54 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
i De doelstellingen zijn in overeenstemming met de bedrijfsdoelstellingen op korte en lange termijn; ii De streefdoelen zijn objectief meetbaar, dat wil zeggen, verifieerbaar op basis van controleprocedures en duidelijk omschreven; en iii De doelstellingen worden vastgesteld op een niveau dat voldoende ambitieus en tegelijkertijd voldoende realistisch is. (c) Langetermijnincentive De langetermijnincentive (LTI) uit het beloningspakket betreft een langetermijncashregeling. Deze is gericht op realisatie van doelstellingen op middellange termijn (drie jaar); de regeling is tevens bedoeld als retentieinstrument. De langetermijnincentive voor iedere LTI-periode bedraagt voor de CFO 30% van het vaste jaarsalaris. Voor de CEO is de maximale langetermijnincentive gesteld op 35% van het vaste jaarsalaris. Jaarlijks worden de specifieke doelstellingen vastgelegd in een scorecard. De te realiseren doelstellingen voor 2010-2012 betroffen financiële doelstellingen (75%) en doelstellingen op het gebied van het milieu (25%). Om voor toekenning van dit variabele onderdeel van de beloning in aanmerking te komen, zal aan diverse criteria moeten zijn voldaan. Gedurende het jaar wordt de voortgang zorgvuldig bewaakt. Na afloop van het jaar wordt de mate van realisatie van de geformuleerde doelstellingen op voorstel van de Remuneratiecommissie door de Raad van Commissarissen vastgesteld. De uitkomsten worden gecontroleerd door Internal Audit. Daarnaast biedt de door de externe accountant gecontroleerde jaarrekening hiervoor input, samen met metingen verricht door externe, onafhankelijke instanties (waaronder de Energiekamer). (d) Pensioenvoorziening Beleid is dat de leden van de Raad van Bestuur deelnemen in de ook voor de werknemers van de onderneming geldende pensioenregeling. Sinds 1 januari 2004 betreft deze regeling, zoals die thans is onder gebracht bij de Stichting Pensioenfonds ABP, een volledige middelloonregeling, met een pensioenrichtleeftijd van 65 jaar; vervroegde pensionering behoort tot de mogelijkheden. Conform het huidige gebruik in de sector vindt pensioenopbouw plaats op basis van het vaste jaarsalaris, waarbij de leden van de Raad van Bestuur een eigen bijdrage verschuldigd zijn voor deelname aan de pensioenregeling.
(e) Overige beloningselementen Buiten de hiervoor beschreven beloningselementen hebben leden van de Raad van Bestuur recht op een representatievergoeding, evenals het gebruik van een dienstauto.
1.2 Arbeidsovereenkomsten Elk lid van de Raad van Bestuur heeft een arbeidsovereenkomst met Nuon Energy. Beleid is dat arbeidsovereenkomsten met leden van de Raad van Bestuur worden aangegaan voor bepaalde tijd (in de regel vier jaar), waarna eventuele verlenging kan plaatsvinden. In geval van beëindiging door de onderneming van de arbeidsovereenkomst is het beleid dat een lid van de Raad van Bestuur in een dergelijke situatie recht heeft op eenmaal het vaste jaarsalaris. Indien het maximum van eenmaal het vaste jaarsalaris voor een bestuurder die in zijn eerste benoemingstermijn wordt ontslagen kennelijk onredelijk is, komt deze bestuurder in dat geval in aanmerking voor een ontslagvergoeding van maximaal tweemaal het jaarsalaris. Onder bepaalde omstandigheden wordt deze eenmalige uitkering ook uitgekeerd indien een lid van de Raad van Bestuur opzegt in geval van een zeggenschapswijziging of een onoverkomelijk verschil van inzicht ten aanzien van het beleid van de onderneming.
2 Uitvoering van het Remuneratiebeleid Dit Remuneratierapport is opgesteld op basis van de IFRS-grondslagen en Titel 9 Boek 2 BW, de grondslagen die ook voor de financiële rapportage worden gehanteerd. Dit houdt mede in dat, voor wat betreft variabele beloningselementen, gerapporteerd wordt over het jaar waarin die elementen ‘verdiend’ zijn, los van het moment van uitbetaling. De volgende tabel geeft de totale beloningselementen van de Raad van Bestuur van Nuon Energy weer. Zoals hierboven al is aangegeven, is het Remuneratiebeleid van de voormalige aandeelhouder n.v. Nuon voor het jaar 2010 van toepassing op Nuon Energy om de bestaande arbeidscontracten en beloningspakketten die van toepassing waren voor Øystein Løseth en Peter Smink te kunnen honoreren. Per 1 juli 2010 heeft Huib Morelisse de positie van CEO van Nuon Energy aanvaard. Het beleid bleef geldig. Wel moet thans rekening worden gehouden met de richtlijnen van de Zweedse staat in haar hoedanigheid van enig aandeelhouder van Vattenfall AB. Deze richtlijnen bepalen dat topfunctionarissen geen flexibele salariscomponent mogen ontvangen, uitsluitend
Inhoudsopgave Jaar verslag Rem un era tiera p p o r t 2 0 1 0
een vast salaris. Vattenfall heeft de positie van deze functionarissen omschreven. Die kan in dit verband als leidend worden beschouwd gezien de invloed die deze medewerkers op het resultaat van Vattenfall, de waardeketen, de geografische spreiding, de omzet en de omvang
55
hebben. De CEO van Nuon Energy, die tevens deel uitmaakt van het Executive Group Management van Vattenfall, wordt in dit verband als een topfunctionaris beschouwd.
Totaal overzicht remuneratie Raad van Bestuur € duizend
Øystein Løseth1 Huib Morelisse2 Peter Smink3
Totaal
Vast jaarsalaris 2009 2010 110 440 375 300 785
440
Kortertermijn variabel salaris 20103 20093 39 154 90 129
Reservering langetermijn incentive 2010 2009 424 1684 735 -
154
115
168
Vergoeding beëindiging bij dienstverband 2010 2009 –
–
Incidentele beloning6 2010 2009 578 578
–
Totaal inkomen 2010 20097 191 762 953 463 1.607
762
Øystein Loseth was tot 1 april 2010 CEO van N.V. Nuon Energy. Huib Morelisse is per 1 juli 2010 benoemd tot CEO van N.V. Nuon Energy. Peter Smink is per 1 januari 2010 benoemd tot CFO van N.V. Nuon Energy. 4 Het bedrag aan reservering langetermijnincentive van Øystein Loseth betreft tijdsevenredig gereserveerde bedragen, inclusief rente, voor de LTI-perioden 2008-2010, 2009-2011 en 2010-2012, die zijn verrekend bij de beëindiging van zijn dienstverband bij N.V. Nuon Energy. 5 Het bedrag aan reservering langetermijnincentive van Peter Smink betreft tijdsevenredig gereserveerde bedragen, inclusief rente, voor de LTI-perioden 2008-2010, 2009-2011 en 2010-2012. De LTI-perioden 2008-2010 en 2009-2011 van Peter Smink zijn gebaseerd op zijn vorige functie binnen N.V. Nuon Energy. 6 De incidentele beloning van Huib Morelisse bevat een vergoeding voor gemist inkomen gedurende de geblokkeerde periode van 1 april 2010 tot 1 juli 2010, inclusief gemiste optieregelingen bij zijn voormalige werkgever die betaalbaar waren in 2010, 2011 en 2012. 7 In 2009 is een bedrag van € 1.528 duizend ten laste van het resultaat gebracht voor uitkeringen aan voormalige leden van de Raad van Bestuur. 1
2
3
Vast jaarsalaris Het jaarlijkse basissalaris van Øystein Løseth bedroeg vanaf 1 januari 2009 € 440.000. Het arbeidscontract van Øystein Løseth met voormalig aandeelhouder n.v. Nuon werd op 23 april 2008 voor een periode van vier jaar aangegaan. Het arbeidscontract van Huib Morelisse werd op 1 juli 2010 tevens voor een periode van vier jaar aangegaan. Zijn jaarlijkse basissalaris bedraagt € 750.000. Het arbeidscontract van Peter Smink werd op 1 januari 2010 voor een periode van vier jaar aangegaan tegen een jaarlijks basissalaris van € 300.000.
Kortetermijn variabel salaris Het uit te betalen kortetermijn variabel salaris voor Peter Smink met betrekking tot de prestatiecontracten over 2010, is vastgesteld op 98,25% van het voor hem vastgestelde percentage. Dit is gebaseerd op de behaalde
doelstellingen in relatie tot financiële, zakelijke en klantgerelateerde doelstellingen en doelstellingen met betrekking tot medewerker & maatschappij en milieu. In de overeenkomst ter beëindiging van het dienstverband van Øystein Løseth d.d. 15 maart 2010 werd aan hem met betrekking tot het jaar 2010 een kortetermijnincentive van € 39.000 toegekend.
Langetermijnincentive Aan de langetermijnincentive zijn per driejaarsperiode doelstellingen verbonden. Per LTI-periode wordt een tijdsevenredige voorziening getroffen op basis van uitbetaling van het doelniveau. Eventuele uitbetaling van de gereserveerde bedragen zal eerst plaatsvinden aan de hand van de vaststelling van de mate waarin de vooraf bepaalde te behalen resultaten ook daadwerkelijk gerealiseerd zijn.
Inhoudsopgave Jaar verslag 56 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
In verband met het terugtreden van Øystein Løseth als lid van de Raad van Bestuur zijn de gereserveerde langetermijnincentives voor de perioden 2008-2010, 2009-2011 en 2010-2012 ten bedrage van € 42.000 op pro ratabasis aan hem uitgekeerd. De uit te betalen langetermijn incentive met betrekking tot de periode 2008-2010 is vastgesteld op 103% van het maximale percentage. Dit is gebaseerd op behaalde doelstellingen op financieel gebied en op het gebied van klantpositie. De gereserveerde langetermijnincentive van Peter Smink, ten bedrage van € 73.000, bestaat uit op pro ratabasis gereserveerde bedragen, inclusief opgelopen rente, voor de langetermijnincentives voor de perioden 2008-2010, 2009-2011 en 2010-2012. Daarbij merken we op dat de langetermijnincentives van Peter Smink voor 2008-2010 en 2009-2011 gebaseerd zijn op zijn vorige positie binnen Nuon Energy. De lange termijnincentive voor 2010-2012 is gebaseerd op zijn huidige positie als CFO van de onderneming.
Incidentele beloningen Huib Morelisse trad in zijn vorige positie per 1 april 2010 terug en werd per 1 juli 2010 benoemd tot CEO van Nuon Energy. Huib Morelisse ontving compensatie voor het gemiste inkomen gedurende de geblokkeerde periode van 1 april 2010 tot 1 juli 2010 waarin hij geen activiteiten namens Nuon Energy mocht verrichten. De incidentele beloning bestaat uit het volgende: i Compensatie voor de geblokkeerde periode tussen 1 april 2010 tot 1 juli 2010 van € 224.000; en ii Het totaal aan ingehouden vergoeding van de gemiste optieregelingen bedraagt € 550.000 en zal in drie delen worden uitgekeerd: € 180.000 in 2010, € 180.000 in 2011 en € 190.000 in 2012. Op pro ratabasis is het gereserveerde bedrag voor gemiste optieregelingen € 354.000, waarvan € 180.000 is uitgekeerd in 2010, € 120.000 zal worden uitgekeerd in 2011 en € 54.000 zal worden uitgekeerd in 2012.
Pensioenlasten, sociale lasten en overige emolumenten € duizend
Øystein Løseth Huib Morelisse Peter Smink
Pensioenlasten, sociale lasten en overige emolumenten De pensioenkosten betreffen de afdracht van reguliere pensioenpremies. De heffingsgrondslag daarbij is het vaste jaarsalaris. Peter Smink en Huib Morelisse participeren in de voor de vennootschap geldende pensioenregeling ABP. Deze behelst een middelloonregeling met een pensioenrichtleeftijd van 65 jaar. Øystein Løseth ontvangt, gelet op zijn bijzondere (expatriate) situatie, voor zijn pensioenvoorziening een beschikbare premie van bruto € 90.000 per jaar met ingang van 23 april 2008. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.
Pensioenlasten 2009 2010 95 93 62 49 -
Sociale lasten 2010 2009 15 59 11 13 -
Totaal 2010 2009 110 152 73 – 62 –
Naast de normaal voor de vennootschap geldende sociale lasten en premies, betreft het hier het werkgeversdeel tegemoetkoming ziekte kostenverzekering en de representatievergoeding. Nuon Energy heeft ten behoeve van bestuurders of commissarissen geen leningen, voorschotten of garantiestellingen verstrekt.
Inhoudsopgave Jaar verslag Rem un era tiera p p o r t 2 0 1 0
3 Beloning Raad van Commissarissen 2010 De beloning van de Raad van Commissarissen wordt vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Met ingang van 1 juli 2009 ontvangt de Voorzitter van de Raad van Commissarissen een vergoeding van € 45.000 per jaar, de leden van de Raad van Commissarissen die tevens lid zijn van het Audit Committee of de Remuneratiecommissie
57
ontvangen een vergoeding van € 45.000 en de overige leden ontvangen € 35.000. Een vergoeding wordt alleen uitbetaald aan leden van de Raad van Commissarissen die niet in dienst zijn van Vattenfall/Nuon Energy. De vergoeding is in overeenstemming met beloningspakketten van bedrijven die vergelijkbaar zijn met Nuon Energy en Vattenfall.
Beloning Raad van Commissarissen € duizend
Lars G. Josefsson, Voorzitter1 Øystein Løseth, Voorzitter2 Dag Andresen Leni Boeren Pieter Bouw Derk Haank Tuomo Hatakka Jacques Schraven Tom de Waard2
Totaal Tot 1 april 2010. Vanaf 8 april 2010.
1 2
Amsterdam, 1 april 2011 De Remuneratiecommissie
A- of B-Commissaris B B B A A A B A B
1 januari 2010 31 december 2010 45 45 45 35 33,75 203,75
1 juli 2009 31 december 2009 22,50 22,50 22,50 17,50 85,00
Inhoudsopgave Jaar verslag
De Verdieping
Over dit verslag
60
Impact op het milieu
75
Het belang van transparantie
60
Verminderen van onze CO2-uitstoot 75
Reikwijdte van de informatie
60
Brandstofmix 75
Wijze van informatieverzameling
62
Emissies naar lucht
76
Emissies naar water
79
Maatschappelijke verslaglegging en governance
64
Afvalwater 79 Ketenverantwoordelijkheid 80
De betaalbaarheid van energie
65
Afval en reststoffen
80
Beleidskader 65
Onze omgeving
81
Bewust zijn van energieverbruik
De carbon footprint van Nuon
82
65
Advies 66 Samenwerkingsverbanden 67
Werkgeverschap 83 Gezond en veilig werken
83
Leveringszekerheid 68
Een aantrekkelijke werkgever
85
Ons productieportfolio
68
Nuon op de arbeidsmarkt
88
Duurzame productiecapaciteit
69
Werkervaringsprogramma’s 88
Stadsverwarming en -koeling
71
Industrieparken
72
Investeringen in duurzame en schone energieproductie
72
Subsidies 73
Nuon in de maatschappij
89
Onze aandeelhouders in Nederland
89
Onze klanten
89
Nuon in de maatschappij
90
Opgesteld vermogen en productie van energieproductiecentrales
73
Assurance-rapport 92 GRI-index 94
Inhoudsopgave MVO Verslag 60 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Over dit verslag
Nuon speelt een belangrijke rol in de samenleving. Het is dan ook onze verantwoordelijkheid om stakeholders te betrekken bij ons bedrijf en hun inzicht te verschaffen in onze activiteiten en resultaten.
Het belang van transparantie Transparantie stelt onze stakeholders in staat zich een goed gefundeerde mening te vormen over hoe Nuon als organisatie presteert. In onze verslaggeving streven wij daarom naar zo veel mogelijk openheid zonder dat dit afbreuk doet aan onze concurrentiepositie. Met maatschappelijke verslaglegging beschrijven wij de activiteiten en resultaten op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ons succes wordt bevestigd door het feit dat het maatschappelijk verslag van Nuon sinds 2006 tot de koplopers behoort in de Transparantiebenchmark van het ministerie van Economische Zaken. Voor het verslagjaar 2010 hebben we de stap genomen om het maatschappelijk verslag op te nemen in het jaarverslag van Nuon, aangezien maatschappelijk verantwoord ondernemen een integraal onderdeel vormt van onze strategie. Als onderdeel van de Vattenfall Groep is Nuon ook opgenomen in het MVO-verslag van Vattenfall. Maatschappelijke verslaglegging is een van de vele instrumenten waarmee wij onze stakeholders informeren en met hen communiceren. De tabel rechts geeft inzicht in de diverse vormen van interactie.
In april 2011 heeft Nuon een nieuw e-magazine gelanceerd, waarin actuele onderwerpen met onze stakeholders worden besproken. Dit magazine is te vinden op www.nuon.com/emagazine
Reikwijdte van de informatie Het eerste deel van het Jaarverslag geeft een algemeen beeld van de activiteiten en resultaten van N.V. Nuon Energy over het kalenderjaar 2010, inclusief maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Dit onderdeel van het verslag beschrijft de activiteiten en de resultaten op het gebied van MVO in meer detail. De reikwijdte van de informatie is vastgesteld op basis van het Reporting Boundary Protocol van de Global Reporting Initiative (GRI), de belangrijkste bedrijfsactiviteiten van Nuon en de verwachtingen van onze stakeholders. Bij het opstellen van dit verslag hebben we een ‘outside-in’-benadering gehanteerd. Daarin staat centraal dat de informatie in ons verslag gestructureerd dient te zijn op basis van thema’s die voor onze stakeholders relevant zijn. Wij hebben voor het verslag over 2010 globaal dezelfde thema’s gehanteerd als in 2009, omdat deze ook in 2010 de sociaaleconomische trends in de maatschappij domineerden. Het gaat dan om: de betaalbaarheid van energie, leverings zekerheid, het milieu, werkgeverschap en Nuon in de maatschappij. De informatie in dit verslag heeft betrekking op N.V. Nuon Energy en haar deelnemingen. Bij de bepaling van de afbakening van dit verslag laten wij ons leiden door de volgende criteria: ■■ De geografische locatie van de bedrijfsactiviteiten: alleen de activiteiten in de landen waar we in belangrijke mate actief zijn (Nederland en België) zijn meegenomen. We hebben dus geen informatie opgenomen over onze activiteiten in het VK en Roemenië; ■■ De mate van financiële en operationele zeggenschap over de bedrijfsvoering van bedrijfsonderdelen en deelnemingen. Deelnemingen waarin Nuon gedurende het gehele jaar 2010 voor ten minste 50% participeerde, vallen binnen de reikwijdte; ■■ De mate waarin de activiteiten van een bedrijfsonderdeel of deelneming betrekking hebben op onze prestaties op het gebied van duurzaam ondernemen en daarop van positieve of negatieve invloed zijn; ■■ De waardeketen: de informatie betreft zowel upstream als downstream activiteiten, niet alleen onze eigen operatie.
Inhoudsopgave Maatschappelijk MVOVerslag Verslag Over d i t vers lag
Voor zover sprake is van weergave van activiteiten buiten de hiervoor genoemde belangrijke afzetmarkten, van informatie over deelnemingen waarin Nuon een minderheidsbelang heeft of van informatie die niet op geheel 2010 betrekking heeft, wordt dit expliciet in de tekst vermeld.
Nuon in interactie met haar stakeholders 2010 Stakeholder
Vorm
Klant
■■
Klanttevredenheidsonderzoeken
■■
Klantenman
■■
Klantenpanels
■■
Continue monitoring ervaring dienstverlening door onder andere service calls
■■
Overlegvergadering Centrale Ondernemings Raad
■■
MegaWatt (jongerennetwerk)
■■
WINergy (vrouwennetwerk)
■■
Nuon Foundation
■■
Algemene vergadering van Aandeelhouders (1x per jaar)
■■
Grootaandeelhoudersoverleg (2x per jaar)
■■
Klankbordgroepen
■■
Werkstages
■■
Digitale nieuwsbrief (Nuon Issues)
■■
Werkbezoeken
■■
Eén herkenbaar aanspreekpunt
■■
Issue- en reputatieonderzoek onder politici, ambtenaren en NGO's
■■
Stakeholder-evenement
■■
Issue-overleg
■■
Issue- en reputatieonderzoek onder politici, ambtenaren en NGO's
■■
Klachtenbehandeling
■■
Informatiebijeenkomsten
■■
Nieuwsbrieven
■■
Online debat
■■
Step2Save
■■
Stakeholdermanagement
Medewerker
Aandeelhouder
Politiek
NGO’s
Lokale omgeving
61
Inhoudsopgave MVO Verslag 62 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Afbakening maatschappelijke verslaglegging 2010 Waardeketen Upstream
Bedrijfsonderdeel/deelneming
Exploration & Production
Alle afdelingen
Midstream Vattenfall Energy Trading Netherlands N.V.
Alle afdelingen
Power
Energieproductiecentrales
Heat
Energieproductiecentrales Warmte- en koudelevering
Services
Industrieparken Nederland Industrieparken Duitsland
Business Development & Projects
Nuon Wind Development B.V. Helianthos B.V.
Downstream Marketing & Sales
Nederland België Customer Care Center
Value-Added Services
Feenstra Verwarming B.V. Nuon Isolatie B.V. Nuon Retail Beveiligingsservice B.V. Nuon Energie Advies B.V. Ingenieursbureau Ebatech B.V.
Overige activiteiten Service Units
Stafafdelingen Alle afdelingen
Bovenstaande betekent dat ongeveer 98% van de activiteiten van Nuon wordt meegenomen in het rapport, behalve informatie over onze activiteiten in het VK en Roemenië.
Wijze van informatieverzameling Kwantitatieve informatie Een groeiend deel van de gegevens die gerelateerd zijn aan maatschappelijk verantwoord ondernemen, wordt op divisie- of ondernemingsniveau systematisch opgeslagen in informatiesystemen. Daarnaast rapporteren bedrijfsonderdelen vanuit hun eigen bronnen.
Nuon verzamelt deze gegevens met behulp van digitale vragenlijsten. De reikwijdte van de gegevens is gelijk aan die van het verslag van vorig jaar: Nieuwe Energie, het maatschappelijk verslag Nuon 2009, waarin de activiteiten en de resultaten van N.V. Nuon Energy worden beschreven. Als gevolg van de per 1 juli 2008 doorgevoerde splitsing, die met terugwerkende kracht op het gehele boekjaar 2008 van toepassing is, moesten de HRM-data en de data van het Facilitair Bedrijf over de eerste helft van 2008 gesplitst en toegewezen worden aan respectievelijk Nuon en Alliander. Hierbij hebben wij gebruikgemaakt van gestaafde aannames. De hierop betrekking hebbende data hebben derhalve een pro-formakarakter.
Inhoudsopgave Maatschappelijk MVOVerslag Verslag Over d i t vers lag
Kwalitatieve informatie De kwalitatieve informatie is verzameld via digitale vragenlijsten aan medewerkers, managers en directieleden binnen de organisatie en op basis van persoonlijke interviews.
Toetsing van de informatie De (kwaliteit van de) informatie is getoetst door interne en externe deskundigen. Dat proces verloopt als volgt: datamanagers en specifieke
deskundigen leveren de gevraagde gegevens aan bij de betreffende business unit controllers of rechtstreeks bij External Affairs & Sustainability. De rapportageverantwoordelijken tekenen voor de kwaliteit van de informatie, waarna een interne toetsing plaatsvindt. De kwalitatieve en kwantitatieve informatie in dit verslag wordt vervolgens beoordeeld door de externe accountant. Ook het assurancerapport is in dit verslag opgenomen, op pagina 92-93. Het gehele proces is in het kort weergegeven in de onderstaande tabel.
Totstandkomingsproces maatschappelijke verslaglegging 2010 Activiteit
Omschrijving
Het verzamelen van data
(Financial) controllers verzamelen en beoordelen data in hun organisatieonderdeel aan de hand van digitale vragenlijsten
Verificatie van data
Samenstellen van teksten
Afstemming teksten, grafieken en tabellen
Publicatie
1 De
63
External Affairs & Sustainability controleert de aangeleverde data op volledigheid en onregelmatigheden. De externe accountant doet vervolgens een verificatie van de data. Indien noodzakelijk wordt via EA&S nadere toelichting gevraagd aan de controllers of specialisten uit de organisatie EA&S stelt de teksten samen op basis van interviews binnen de bedrijfsonderdelen van Nuon en op basis van teksten die door specialisten worden aangeleverd. EA&S verwerkt de verzamelde en geverifieerde data Het verslag wordt afgestemd met een brede groep specialisten uit de organisatie en met het middenmanagement. Daarnaast voert de externe accountant ook een controle uit op de teksten in het verslag. Vervolgens bekijkt de Disclosure Committee het verslag en wordt het voorgelegd aan de directie. Ten slotte wordt het finaal concept voorgelegd aan de Audit Committee en de Raad van Commissarissen
Het goedgekeurde verslag en de geverifieerde data worden bevroren en het verslag wordt gepubliceerd op onze website. Tijdens een speciaal evenement in Q2 wordt het verslag aangeboden aan een aantal van onze stakeholders en bediscussieerd in interactieve sessies
Betrokkenen ■■
Specialisten uit de organisatie
■■
Financial controllers
■■
External Affairs & Sustainability
■■
Specialisten uit de organisatie
■■
Financial controllers
■■
External Affairs & Sustainability
■■
Externe accountant
■■
External Affairs & Sustainability
■■
Specialisten uit de organisatie
■■
Specialisten uit de organisatie
■■
External Affairs & Sustainability
■■
Externe accountant
■■
Management
■■
Disclosure Committee1
■■
Directie
■■
Audit Committee2
■■
Raad van Commissarissen
■■
External Affairs & Sustainability
■■
Corporate Communicatie
■■
Directie
Disclosure Committee assisteert het management van de organisatie in het verstrekken van informatie op juiste, tijdige, duidelijke, volledige en betrouwbare wijze, in overeenstemming met juridische vereisten. 2 De Audit Committee is door de Raad van Commissarissen ingesteld ter ondersteuning bij onder andere het toezicht houden op de financiële informatieverschaffing door de vennootschap en de naleving van aanbevelingen en de opvolging van opmerkingen van de internal audit-afdeling en de externe accountant.
Inhoudsopgave MVO Verslag 64 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Maatschappelijke verslaglegging en governance Volledigheid van de informatie Nuon heeft er alles aan gedaan om de informatie zo volledig en compleet mogelijk in dit verslag te presenteren. Op onze website vindt u het pdf-bestand van het verslag en een downloadbestand met daarin de belangrijkste tabellen en grafieken.
Global Reporting Initiative Het Global Reporting Initiative (GRI) is de wereldwijde richtlijn voor duurzame ondernemingsverslaggeving. Het GRI publiceerde in oktober 2006 een nieuwe generatie richtlijnen (G3). Nuon rapporteert op basis van GRI G3-richtlijnen in combinatie met een sectorsupplement, het Electric Utilities Sector Supplement. Het GRI Reporting Framework onderscheidt drie niveaus waarop een organisatie kan rapporteren over haar maatschappelijke prestaties. De maatschappelijke verslaglegging van Nuon over 2010 heeft de A+-status. In de GRI-index op pagina 94-103 wordt vermeld op welke plaats in het verslag de GRI-indicatoren voorkomen. Voor de indicatoren waarover wij niet rapporteren, lichten wij in de GRI-index toe waarom wij dat niet hebben gedaan.
Inhoudsopgave Maatschappelijk MVOVerslag Verslag De b etaa l baarh e i d va n en erg ie
65
De betaalbaarheid van energie
Het Internationaal Energie Agentschap heeft geconstateerd dat er wereldwijd minder in energiebesparing wordt geïnvesteerd. Desondanks bleven wij in 2010 met onze klanten samenwerken met advies en middelen om energie betaalbaar te houden. Na de recessie in 2009 trad een schuchter herstel op, maar uit onderzoek blijkt dat de schuldenlast van klanten in Nederland is toegenomen. Gezien deze ontwikkeling, gekoppeld aan de klimaatverandering neemt het belang van energiebesparing toe.
Beleidskader Voor de periode 2010-2011 is het zwaartepunt van het convenant ‘Meer met Minder’, het nationale besparingsprogramma voor de gebouwde omgeving in Nederland (waarbij de energie- en installatie bedrijven partij zijn), verschoven naar de ontwikkeling van extra activiteiten om de vraagzijde van de energie-efficiencymarkt te stimuleren. Tot dusver lag de focus op het organiseren van het aanbod van energie besparingsdiensten. Tevens werkt Meer met Minder aan de ontwikkeling van methodieken om de vooruitgang permanent te kunnen meten. Nuon neemt actief deel aan de discussies over de verwachte inhoud en gevolgen van de ‘Green Deal’1 die het nieuwe kabinet heeft aangekondigd en lobbyt om energiebesparing hoog op de politieke agenda te houden. Dit standpunt sluit aan bij de visie van de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, die onlangs aangaf dat het bij de ‘Green Deal’ zal gaan om het gelijktijdig stimuleren van mogelijkheden voor innovatie, besparingen en duurzaamheid. Het ministerie heeft tevens laten weten dat het wil samenwerken met marktpartijen die op dit moment een voortrekkersrol vervullen. Een vrijwillige afspraak tussen marktpartijen, NGO’s en overheid.
1
Onze benadering om energie betaalbaar te houden is drieledig: de bewustwording vergroten, klanten adviseren over hoe zij hun energieverbruik omlaag kunnen brengen en het leveren van een breed pakket producten en diensten waarmee energiebesparingen gerealiseerd kunnen worden. Voorts biedt Nuon ondersteuning aan haar klanten die als gevolg van schulden tegen betalingsproblemen aanlopen.
Bewust zijn van energieverbruik Nuon is zich in 2010 blijven inspannen om klanten bewust te maken van hun energieverbruik. Wij proberen klanten te laten zien waar zij energie verspillen, waarbij we maatadvies leveren en producten en diensten aanbieden om het energieverbruik terug te dringen. Ook in 2010 hebben wij onze Verspillingscampagne voortgezet, ditmaal met het nieuwe concept ‘Niemand’.
NuonMijnVerbruik NuonMijnVerbruik is een online dienst waarmee onze zakelijke klanten hun elektriciteits- en gasverbruik kunnen bijhouden en inzicht krijgen in de mogelijkheden om hun verbruik omlaag te brengen. De in 2009 ingezette trend heeft doorgezet: de teller stond in 2010 op 509 geregistreerde gebruikers. Lees meer over Nuon en betaalbaarheid en energiebesparing op www.nuon.com/emagazine
Energiedisplay In 2010 hebben wij verder gewerkt aan het project Amsterdam Smart City, een initiatief in samenwerking met IBM en Cisco. De energiedisplay is een innovatief energiebeheersysteem voor huishoudens. Via de gebruikersinterface kunnen consumenten hun energieverbruik aflezen en analyseren en krijgen ze inzicht in het energieverbruik van huishoudelijke apparatuur. Na een eerste, succesvolle pilot in 2009 wordt het project langs twee trajecten verder ontwikkeld. Het eerste traject betreft een empirisch onderzoek op basis van displays bij ongeveer 400 huishoudens in Amsterdam. De uitrol is in het najaar 2010 met enige vertraging van start gegaan. Alle displays zijn medio maart 2011 geïnstalleerd. De resultaten worden gedurende een jaar bijgehouden. Vooruitlopend op positieve testresultaten is Nuon al begonnen met de commerciële ontwikkeling van energiebeheer.
Inhoudsopgave MVO Verslag 66 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Advies Energieadvies voor onze zakelijke klanten Onder de naam NuonEnergieConsultancy ontwikkelde Nuon een nieuw product voor grootzakelijke klanten en gemeenten. Dit modulaire systeem is geschikt voor alle organisaties, ongeacht de aanwezige energiekennis of energiebesparingsplannen. Technische oplossingen worden hierbij gekoppeld aan maatregelen om het gedrag te beïnvloeden. In 2010 ontwikkelde Nuon in samenwerking met dochterbedrijf Ebatech de Quickscan en de Energiescan. De Quickscan analyseert de meet gegevens van onze klanten en berekent de potentiële besparingen in kWh en euro’s op basis van binnen de branche gebruikelijke normen. Met behulp van de Energiescan kunnen wij klanten adviseren over doelgerichte besparingsmogelijkheden. In totaal zien wij voor dit klantensegment een besparingspotentieel van gemiddeld circa 20%. Ook het samenwerkingsverband tussen Ebatech en vastgoedontwikkelaar Corio is een goed voorbeeld van onze activiteiten om klanten te helpen bij het terugdringen van hun energieverbruik. Corio ontwikkelt en beheert 45 winkelcentra in Nederland. Ebatech helpt Corio bij het identificeren en realiseren van mogelijkheden om water en energie te besparen, waarbij men streeft naar een reductie van 15%. Als eerste werd winkelcentrum Alexandrium in Rotterdam doorgelicht, waarbij een potentiële energiebesparing van 30% naar voren kwam.
Energieadvies voor onze particuliere klanten Nuon heeft in april een geactualiseerde versie van de online Verspillings check www.nuonenergiebesparen.nl gelanceerd. Aan de hand van online advies en instructievideo’s kunnen platformgebruikers hun eigen woning simuleren en besparingsmogelijkheden realiseren tot een bedrag van zo’n € 585 per jaar. Daarnaast kunnen bezoekers van onze website online energieadvies aanvragen. In totaal hebben 250.000 klanten zo’n advies in 2010 aangevraagd en ontvangen. Step2Save is een energiebesparingsproject waarbij huurders in de sociale woningbouw gratis advies ontvangen. Deze energieadviezen worden verleend aan een gerichte groep huishoudens door jongeren die tot voor kort werkloos waren. Op 17 december 2010 vond in Amsterdam Oost/Watergraafsmeer in aanwezigheid van wethouder Freek Ossel de overhandiging plaats van het 5.000ste advies door het Step2Save-team. Daarmee is het tweede Step2Save-project in Amsterdam, een samen werkingsverband met DWI en woningbouwvereniging Ymere, afgerond.
Het Step2Save-initiatief heeft inmiddels een vervolg gekregen in de provincie Groningen. Daar is op 15 december 2010 een overeenkomst ondertekend tussen Energieconvenant Groningen, ISD Noordenkwartier, de gemeenten Leek, Grootegast, Marum en Zuidhorn en woningbouwcorporatie Wold & Waard. In de periode maart 2011-maart 2012 ontvangen 9.000 huurders en huiseigenaren in de regio Westerkwartier bezoek van een Step2Save-adviseur en een energiepakket met allerlei besparingsproducten.
Energiebesparende producten en diensten voor onze klanten De producten- en dienstenportefeuille van Nuon voorziet in de meeste vormen van energiebesparing voor onze klanten. In 2010 zijn er: ■■ 3.042 zonnepanelen verkocht. Een lichte stijging ten opzichte van 2009. Ook in 2010 oversteeg de vraag de door de Nederlandse overheid beschikbaar gestelde subsidie voor nieuwe capaciteit; ■■ 14.737 hoogrendementsketels aan huishoudens verkocht/ geïnstalleerd, minder dan in 2009. Bij MKB-klanten zijn in totaal 24.173 hr-ketels geïnstalleerd; ■■ 1.061.521 m2 aan isolatiemateriaal geïnstalleerd, waarvan 825.310 m2 spouwmuurisolatie, 227.325 m2 vloerisolatie en 8.886 m2 dakisolatie. Het totale oppervlak aan isolatie is in 2010 scherp gestegen, onder meer dankzij de btw-verlaging die de Nederlandse overheid voor meerdere soorten isolatie heeft ingevoerd; ■■ 6.984 energiebesparingsadviezen aan huishoudens gegeven, een forse toename in vergelijking met 2009. In het kader van ‘Meer met Minder’ heeft de overheid aan huiseigenaren een subsidie van € 200 toegekend als tegemoetkoming in de kosten van een energielabel en bijbehorend energieadvies. Deze subsidie zorgde samen met onze Verspillings campagne voor een scherpe stijging van de vraag naar energieadvies. De subsidie is eind 2010 stopgezet. Wij hebben niettemin besloten om de gemaakte afspraken na te komen en onze klanten deze service te verlenen tegen de prijs die zij anders in het kader van de subsidieregeling zouden hebben betaald; ■■ 9.993 energielabels toegekend; ■■ Inmiddels hebben wij ons productpakket uitgebreid met zonneboilers en HR++-isolatieglas. Het laatstgenoemde product wordt aangeboden in samenwerking met Service GlasHerstel, een landelijk glasbedrijf.
Inhoudsopgave Maatschappelijk MVOVerslag Verslag De b etaa l baarh e i d va n en erg ie
De Nuon Energiewinkels hebben in de loop van 2010 hun deuren voorgoed gesloten. De laatste winkel is aan het einde van de zomer dichtgegaan. De winkels voorzagen weliswaar in persoonlijk contact, maar we merkten dat onze klanten voor advies en de aankoop van energieproducten steeds meer gebruikmaken van het internet. In 2010 zagen we een sterke toename van de verkoop van kleine energie besparende producten, zoals lampen, via onze online winkel. Op basis van dit succes opende Nuon ook een online winkel in België voor de verkoop van energiebesparende producten.
Samenwerkingsverbanden Gemeenten en woningbouwcorporaties De relatie met provincies, gemeenten en woningbouwcorporaties is in 2010 verder versterkt. Wij bieden hun geïntegreerde duurzame energieoplossingen voor hun klanten. In 2010 zijn o.a. de volgende projecten gerealiseerd of opgestart: ■■ Samenwerking met woningbouwvereniging Talis: Dit betrof de levering van zonnepanelen door Nuon aan de huurders van woningen in Hatern, een achterstandswijk in Nijmegen. Huurders konden deze zonnepanelen laten installeren in ruil voor een geringe huurverhoging. Om de deelname aan dit project te stimuleren, ontving iedere deel nemer een energiebesparingspakket van Nuon. De gerealiseerde besparingen als gevolg van de door deze zonnepanelen opgewekte energie worden direct met de maandelijkse energierekening verrekend. Nuon heeft op een totaal van 216 huurwoningen in totaal 1.728 panelen geïnstalleerd. Voor het project is subsidie ontvangen van de gemeente Nijmegen, provincie Gelderland en de centrale overheid; ■■ Leidschendam-Voorschoten: Nuon won een aanbesteding voor de levering van zonnepanelen aan 16 scholen om zo hun energieverbruik terug te dringen.
Slim met Gas Nuon is aangesloten bij de stichting Slim met Gas. Deze stichting heeft als doel het faciliteren en bevorderen van de commerciële introductie van micro-WKK’s. Nu deze producten inmiddels commercieel hun intrede op de consumentenmarkt hebben gedaan, heeft de stichting haar activiteiten in september 2010 beëindigd. In november werd tijdens de laatste nationale micro-WKK-dag een afsluitend document aan de ketelproducenten overhandigd. In 2010 zijn achter een verdeelstation in de gemeente Apeldoorn 173 micro-WKK’s geïnstalleerd. De eerste resultaten worden aan het einde van het stookseizoen verwacht.
67
Betalingsmogelijkheden: voorkomen van beëindiging energielevering Voor huishoudens met een minimuminkomen vormen de energiekosten nog steeds een significant deel van de woonlasten. Dit is een onderwerp voor Nuon en haar aandeelhouders om de samenwerking te intensiveren. Het facturerings- en betalingssysteem van Nuon is zodanig georganiseerd dat klanten worden gewezen op het belang van tijdige betaling en op de consequenties die het gevolg zijn van achterstallige betalingen. Via samenwerkingsverbanden met onder meer de GGD’s, de gemeentelijke sociale dienst en gespecialiseerde instanties proberen wij klanten die schuldhulpverlening nodig hebben, zoveel mogelijk te helpen. Wij informeren en adviseren onze klanten over diverse oplossingen voor hun betalingsproblemen. Het gaat dan bijvoorbeeld om betalingsuitstel of het inschakelen van hulpverleningsinstanties. In de wintermaanden zijn energieleveranciers in Nederland wettelijk verplicht (de Wet Wijn) om informatie uit te wisselen met de sociale dienst, zodat klanten die hulp nodig hebben, bereikt kunnen worden. In de nasleep van het financieel moeilijke jaar 2009 heeft Nuon haar inspanningen opgevoerd om te voorkomen dat klanten schulden opbouwen. Een voorbeeld hiervan is de implementatie van een nieuwe incassoprocedure. Binnen dit proces maakt Nuon onderscheid tussen verschillende soorten klanten. Door deze nieuwe aanpak: ■■ Worden klanten met betalingsproblemen eerder geïnformeerd over de diverse betaalopties, al dan niet met de hulp van gemeentelijke instanties, om hun schuldenlast zo laag mogelijk te houden; ■■ Krijgen klanten die voor het eerst een betalingsachterstand hebben, een coulantere behandeling en ontvangen ook zij informatie over de diverse betaalopties. Daarnaast hebben wij veranderingen aangebracht in de procedure voor betalingsregelingen via de gemeente, zodat klanten sneller informatie ontvangen over de nog openstaande schuld. De vertraging is daarmee teruggebracht van 12 naar negen maanden. Het aantal klanten dat (via de gemeente) gebruikmaakt van ‘hulp bij schulden’ bedroeg in 2010 circa 500 per maand. Tot slot is de instroom van zaken naar de laatste fase van het incassoproces met 15% verminderd.
Inhoudsopgave MVO Verslag 68 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Leveringszekerheid
Nuon produceert en levert energie. Onze voornaamste doelstelling als producent is zorgen voor een betrouwbare, betaalbare en schone energievoorziening. Om dit te realiseren streven wij naar een gevarieerde portefeuille, waarbij wij de CO2-uitstoot zo laag mogelijk proberen te houden. Biomassa en windenergie liggen aan de basis van onze duurzame energiestrategie. Nuon en haar groot aandeelhouder Vattenfall ambiëren een voortrekkersrol op het gebied van de ontwikkeling van duurzame energie.
Productie van elektriciteit en warmte De productie van elektriciteit was in 2010 lager dan in 2009, terwijl de productie van warmte van 11,9 PJ in 2009 steeg naar 16,8 PJ. De basislastcentrales functioneerden in 2010 volgens planning, maar de marginale productiecentrales draaiden minder productie-uren. Een aantal WKK-eenheden werd hoofdzakelijk ingezet om aan de vraag naar warmte te voldoen. Het was niet nodig om de productie op te voeren voor extra elektriciteit. Verder is volgens planning onderhoud gepleegd aan de Hemweg 8-centrale en de Buggenum-centrale. De gegevens per centrale zijn te vinden in de tabel op pagina 74. Meer over Nuon, leveringszekerheid en de uitdagingen voor de toekomst, kunt u vinden op www.nuon.com/emagazine Totale nettoproductie van elektriciteit en warmte TWh/PJ
20
16,8
16,7
16
14,4
13,3 13,5
13,1
12
13,5
14,8
13,7
11,9
8
Ons productieportfolio Beleidskader Het politieke klimaat in Nederland ten aanzien van duurzame energie is aan het veranderen en daarmee ook de subsidieregelingen. Producenten van duurzame energie komen nu nog in aanmerking voor de regeling Stimulering Duurzame Energie (SDE), het belangrijkste financiële instrument voor het stimuleren van de groei van duurzame energie productie in Nederland. In november 2010 werden de eerste contouren zichtbaar van de nieuwe regeling SDE+, zoals die beoogd wordt door minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Nadere bijzonderheden volgen in 2011. Voor Nuon zijn consistente wet- en regelgeving en stimuleringsbeleid van belang om betrouwbare, betaalbare en schone energie te kunnen leveren.
4 0
0,6 2 006
1,4 2 007
Elektriciteit duurzaam1 Elektriciteit productiecentrales 1
2
3
1,4 2 008
1,4 2 009
1,3 201 0
Warmte productiecentrales2/3
De duurzame productie omvat alle duurzame elektriciteit die Nuon als producent en economisch eigenaar via een netaansluitpunt op het elektriciteitsnet zet. In het verslag wordt windproductie uit minderheidsdeelnemingen en derde partijen die wij als economisch eigenaar op het elektriciteitsnet zetten meegeteld, en de buitenlandse windproductie (die niet door ons op het elektriciteitsnet wordt gezet) niet. Als gevolg van een verbeterde monitoring van productiedata, zijn de data voor onze kleinschalige WKK’s vanaf 2010 herberekend. Deze zijn verwerkt in de aangepaste data voor 2008 en 2009. Vanaf 2010 zijn de productiedata voor onze kleinschalige WKK’s, tijdelijke WKK’s en ketels met terugwerkende kracht inbegrepen. Dit resulteert in een aanpassing van historische data.
Inhoudsopgave Maatschappelijk MVOVerslag Verslag Leverings ze kerh eid
De productie van duurzame energie daalde licht ten opzichte van 2009, met een totale productie van 1.267 GWh tegen 1.367 GWh in 2009. Deze daling werd veroorzaakt door een droge zomer en een lichte daling in opgesteld duurzaam vermogen.
Duurzame productiecapaciteit De totaal opgestelde duurzame productiecapaciteit kwam in 2010 uit op 363,8 MW, een lichte daling ten opzichte van 2009. Dit cijfer omvat alle duurzame productie die Nuon als producent en economisch eigenaar via een netaansluitpunt op het elektriciteitsnet zet. In de tabel op de volgende pagina is een overzicht opgenomen van de opgestelde duurzame capaciteit per bron en de gerealiseerde productie. 2010 was een belangrijk jaar voor de uitbreiding van onze biomassa portefeuille. 2010 was een moeilijk jaar voor investeringen in wind. Wel hebben we nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden geïdentificeerd, waarvoor voorbereidingen van start zijn gegaan.
69
Offshore wind is een van de belangrijkste speerpunten van onze ambities op het gebied van duurzame energie. Sinds 2007 hebben we expertise in offshore windtechnologie opgebouwd vanaf het moment dat we samen met Shell het eerste offshore windpark bij Egmond aan Zee in operatie namen. We willen deze expertise uitbreiden met het Beaufortpark, een nieuw offshore windpark 24 kilometer van de Nederlandse kust. Het Beaufort-windpark zou sterk bijdragen, met onze belangrijkste aandeelhouder Vattenfall, aan de nummer 1-positie in offshore wind in Europa. Met het totale verwachte vermogen van 340 MW zou Beaufort het grootste offshore windpark in de wereld zijn. Deze positie wordt nu ingenomen door het Vattenfall Thanet offshore windpark in Engeland. Echter, in de zomer van 2010 ontving Nuon het bericht dat Beaufort geen subsidie toegekend gekregen had in de eerste ronde van de SDEtender voor offshore wind. Dit is een zware tegenslag voor onze ambities. Nuon hoopt dat het Beaufort-park in toekomstige SDE-subsidierondes of in andere stimuleringssystemen alsnog subsidie toegekend krijgt. Met het Beaufort-park en onze andere offshore windambities willen wij een significante bijdrage leveren aan de doelstelling van het kabinet om 6.000 MW op zee te realiseren in uiterlijk 2020.
Wind Wij hebben onze activiteiten in de provincie Noord-Holland verder uitgebreid. Samen met het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) en agrariërs in de omgeving en met medewerking van de Vereniging van Windturbine-eigenaren in Noord-Holland (VWNH) hebben wij het consortium ‘Windkracht Wieringermeer’ opgericht. Het doel van dit samenwerkingsverband is om de huidige opgestelde capaciteit te verhogen van 106 MW naar 200-400 MW in 2014-2018. Daarnaast is in december de investeringsbeslissing genomen om de vijf windturbines met een vermogen van 225 kW op ons windmolenpark aan de Reyndersweg in Velsen te vervangen door drie Vestas V90-turbines met elk een vermogen van 3 MW. Nuon houdt een belang van 50% in dit windmolenpark. De andere helft is in handen van Windgroep Holland. In 2010 hebben wij ook de bouw afgerond van het nieuwe windmolenpark ‘Oom Kees’, dat met ingang van december 2010 meer dan 4400 woningen van stroom voorziet.
In België hebben wij ons 50%-belang in het windmolenpark Vleemo (15 MW) verruild voor een aandelenbelang in het windmolenpark ‘Les Eoliennes de Perwez’ (4,5 MW) in Wallonië. Na een analyse van nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden voor windenergie hebben we een aantal projecten geselecteerd waarnaar inmiddels een haalbaarheidsonderzoek gaande is.
Inhoudsopgave MVO Verslag 70 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Duurzame productiecapaciteit en productie per opwektype | RA-geverifieerd Productiecapaciteit
Productie1
2010
2010 naar rato Nuon eigendom
2009
2010
2009
MW
MW
MW
GWh
GWh
Wind2 Nederland Buitenland
Subtotaal
317 13 330
214 13 227
334
24 24
24 24
24
8 8
8 8
8
318 16
1.163 1.163
1.275
73 73
72
4 4
4
1.275 -
Waterkracht Kleinschalig Nederland
Subtotaal
24
72
Zon Zonnepanelen (PV)
Subtotaal
8
4
Biomassa Kleinschalig
2
2
2
7
7
Meestook Buggenum-centrale
2
2
-
9
2
20 28
16
364
261
368
1.267
1.367
Subtotaal Totaal 1 De
duurzame productie omvat alle duurzame elektriciteit die Nuon als producent en economisch eigenaar via een netaansluitpunt op het elektriciteitsnet zet. Windproductie uit minderheidsdeelnemingen en derde partijen die wij als economisch eigenaar op het elektriciteitsnet zetten wordt meegeteld, en de buitenlandse windproductie (die niet door ons op het elektriciteitsnet wordt gezet) niet. 2 In deze tabel is het totaal aan productiecapaciteit wind weergegeven, van zowel meerderheidsdeelnemingen als minderheidsdeelnemingen.
Biomassa Biomassa is een andere belangrijke pijler van de duurzame productieambitie van Nuon. Een goed voorbeeld hiervan is de opzet van een speciaal team voor biomassa in 2009. Onze plannen betreffen zowel het ontwikkelen van productiecapaciteit die alleen op biomassa draait, als het ophogen van de bijstook in de kolencentrales van Nuon. In de Willem Alexander-centrale in Buggenum hebben wij de energiedichtheid van biomassa verhoogd van 219 g/l in 2009 tot 452 g/l in 2010 door gebruik te maken van gemalen houtpellets. Dit betekent dat we vergeleken met vorig jaar met dezelfde hoeveelheid biomassa meer dan tweemaal zoveel energie produceren.
Inmiddels treffen we voorbereidingen om de bijstook met biomassa omhoog te brengen naar 10% (energiewaarde). Hiervoor installeren wij een hamermolen om biomassa afkomstig van houtsnippers op locatie te vermalen. Ook in de Hemweg-centrale is er gestart met de voor bereidingen voor het ophogen van de bijstook. In onze testinstallatie proberen we twee methoden uit voor de toevoer van biomassa naar de verbrandingsinstallatie. Begin 2013 willen wij de bijstook in de Hemwegcentrale naar 14% hebben verhoogd (energiewaarde). In hoeverre dit percentage zal worden gehaald, hangt grotendeels af van de economische omstandigheden en van de stimuleringsregeling van de overheid.
Inhoudsopgave Maatschappelijk MVOVerslag Verslag Leverings ze kerh eid
Tegelijkertijd zijn wij de gebruiksmogelijkheden aan het verkennen van getorrificeerde biomassa. Getorrificeerde biomassa is makkelijker te vermalen, kan buiten worden opgeslagen en heeft een veel hogere energiedichtheid. Dit maakt het vergelijkbaar met kolen, op het CO2-profiel na, zodat een hoger percentage bijstook kan worden gerealiseerd. In samenwerking met ECN gaan wij op grote schaal tests uitvoeren met de zogenoemde BO2-technologie, die door ECN is ontwikkeld. De BO2-technologie bestaat uit een combinatie van torrefactie en verdichting tot pellets van biomassa. Zo kan een grote verscheidenheid aan biomassa worden opgewerkt tot hoogwaardige vaste biobrandstoffen. Dit project wordt door Nuon uitgevoerd namens Vattenfall. Tot slot zijn wij in 2010 begonnen met een haalbaarheidsonderzoek naar vijf potentiële locaties in Nederland voor een uitsluitend op biomassa gestookte warmtekrachtcentrale met een capaciteit van 10 tot 50 MWe.
Zonnestroom en zonnewarmte Op 21 juni 2010 werd het zoneiland in Almere in gebruik genomen. Een prestigieus project waarbij op een oppervlak van 7.000 m2 520 zonnecollectoren zijn geplaatst. Deze collectoren zetten zonnestralen om in warmte. Koud water wordt opgewarmd tot een temperatuur van maximaal 70°C ten behoeve van de stadsverwarming, waarop 2.700 woningen in de nieuwbouwwijk Noorderplassen West zijn aangesloten. Hiermee wordt ten opzichte van woningen in wijken met gasgestookte verwarming een CO2-reductie van meer dan 50% gerealiseerd. In mei 2010 maakten wij bekend dat ons dochterbedrijf Helianthos op zoek is naar een strategische investeringspartner. De ontwikkelde zonnecelfolie is inmiddels gereed voor grootschalige commerciële productie. Hiertoe dient een nieuwe fabriek te worden gebouwd. De zoektocht naar investeerders wordt voortgezet. Onze PV-installatie in de Amsterdamse wijk Nieuw Sloten met een capaciteit van 240 kWp wordt in 2011 volledig gerenoveerd. Deze vernieuwing is nodig omdat de installatie al tien jaar oud is. Door de renovatie kan een hogere productie worden gedraaid.
Stadsverwarming en -koeling Onze ambities en groei op het gebied van stadsverwarming en -koeling zijn gekoppeld aan onze investeringen in warmte- en koudenetwerken. De investeringen in warmte- en koudenetwerken kwamen in 2010 uit op € 44,1 miljoen (grafiek rechts). Vanwege de economische crisis lagen
71
Investeringen in warmte- en koudenetwerken1 ¤ miljoen
60
58,1
56,0
48
44,5
44,1
39,0
36 24 12 0
2 006 1
2 007
2 008
2 009
2010
Betreft bruto-investeringen en omvat ook koudeprojecten.
de totale investeringen aanzienlijk lager dan de € 58,1 miljoen het jaar ervoor. In 2010 hebben wij het aantal aansluitingen op de stadsverwarming en -koeling met 5.640 verhoogd. Eind 2010 stond de teller op 106.652 aansluitingen. Dit betrof nieuwe aansluitingen in Amsterdam Nieuw-West, Arnhem Schuytgraaf en Almere. Deze groeiontwikkeling sluit aan bij onze ambitie om het aantal aansluitingen van woningen en zakelijke klanten op het stadswarmtenet te verdubbelen van 82.500 op 1 januari 2008 tot 165.000 op 1 januari 2018. In augustus 2010 is besloten om te investeren in de bouw van een nieuwe gasgestookte centrale in Diemen. Deze centrale wordt gekoppeld aan het stadswarmtenet in Almere. De restwarmte afkomstig uit Diemen zal worden gebruikt voor de verwarming van circa 25.000 woningen in Amsterdam en Almere. Deze warmte wordt via een 8,5 kilometer lange leiding vanuit Diemen naar de wijken Almere Poort en Almere Stad getransporteerd. In oktober is gestart met de bouw van een speciaal warmteoverdrachtstation in Almere Poort. De oplevering van het station met een leveringscapaciteit van 180 MW staat gepland voor het najaar 2011. In augustus 2010 hebben wij de contracten ondertekend voor de aankoop van warmte vanuit de afvalverbrandingsinstallatie in Rozenburg bij Rotterdam. Om deze warmte te distribueren gaat Nuon een distributienet voor stadsverwarming bouwen en exploiteren waarop straks zo’n 13.000 huishoudens en 770.000 m2 kantooroppervlak worden aangesloten.
Inhoudsopgave MVO Verslag 7 2 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Levering van warmte aan klanten
Klanten x 1.000 (WE)1
TJ
10.000 8.000
Levering van koude aan klanten
145
152
162
4,1
200
200
156
3,6
169 160
3,1
160
3,2
142,1 6.452
120
120
2,2
4.000
80
80
75,3
2.000
40
40
6.000
4.792
Klanten x 1.000 (WE)1
TJ
4.696
5.241
5.332
106,3
118,2
2,4 1,6
0,7
0,8
20,9 0
1
0
0
2006
2 0 07
2008
2009
20 10
WE = Woning Equivalent (zie begrippenlijst voor definitie).
0
2 006 1
2 007
2 008
2 009
201 0
WE = Woning Equivalent (zie begrippenlijst voor definitie).
De bovenstaande grafiek laat een gestage groei zien van de warmte levering aan onze klanten.
De bovenstaande grafiek toont de snelle groei van de levering van stadskoeling aan klanten in de periode 2006-2010.
Op 26 mei 2010 vond de officiële opening plaats van de nieuwe koudecentrale van Nuon in Amsterdam-Zuidoost. Als eerste energie bedrijf in Nederland biedt Nuon haar klanten de mogelijkheid om hun traditionele koelmachines te vervangen door deze natuurlijke bron van koude, waardoor de CO2-uitstoot met 75% wordt teruggebracht. Na de Amsterdamse Zuidas is Amsterdam-Zuidoost de tweede regio in Nederland die van deze ontwikkeling profiteert. De nieuwe centrale heeft een vermogen van 60 MW. Met klanten in de omgeving is al voor circa 22,5 MW aan contracten afgesloten. Nuon blijft op zoek naar nieuwe technieken om duurzame koeling te leveren. In samenwerking met de sociale woningbouwvereniging Ymere in Amsterdam ontwikkelen wij het proefproject Kadoeler Breek. Bij dit project wordt in de winter koude lucht opgevangen en in de grond opgeslagen voor gebruik tijdens de zomermaanden. Bij het proefproject zijn 180 seniorenwoningen betrokken. Koudeopslag is een techniek die zijn voordelen reeds bewezen heeft, maar de combinatie koudeopslag en stadsverwarming is nieuw voor Amsterdam. Het project gaat einde voorjaar 2011 van start.
Nuon exploiteert op deze locaties warmtekrachtcentrales (WKC’s) en boilers met een relatief hoog rendement. De parken zijn tevens een bron van werkgelegenheid voor de omgeving en sluiten dus aan bij de inspanningen van gemeenten en provincies om de lokale economie te stimuleren. Als gevolg van de economische crisis was de industriële bedrijvigheid in 2009 sterk afgenomen. Dit had grote gevolgen voor zowel de productie als de levering van energie. In 2010 was er sprake van een bescheiden herstel van de vraag bij onze industriële klanten.
Industrieparken Nuon is eigenaar en exploitant van industrieparken in Nederland en Duitsland. Deze parken bieden ruimte aan bedrijfsactiviteiten, inclusief de benodigde infrastructuur en faciliteiten. Dit levert synergievoordelen op voor klanten en stimuleert innovatie en samenwerking.
Investeringen in duurzame en schone energieproductie De investeringen van Nuon in energieproductie sluiten in hoge mate aan bij de ambitie van onze aandeelhouders om het aandeel duurzame en CO2-arme energieproductie uit te breiden. Wij richten ons op een verhoging van het aandeel biomassa in onze kolengestookte productiecentrales, verdere uitbouw van onze windenergieportefeuille, uitbreiding van de stadswarmte- en stadskoelingactiviteiten en investeringen in nieuwe, schone fossiele energieproductie. Onze activiteiten op het gebied van duurzame energie bevinden zich grotendeels in de ontwikkelingsfase. Hierdoor lag het niveau van de investeringen in 2010 relatief laag. Op pagina 15 wordt een overzicht van de investeringen in wind, zon en waterkracht weergegeven.
Inhoudsopgave Maatschappelijk MVOVerslag Verslag Leverings ze kerh eid
Schone fossiele energieproductie
Subsidies1
Naast het ontwikkelen van duurzame energie is onze strategie ook gericht op een zo efficiënt, flexibel en schoon mogelijke inzet van fossiele brand stoffen. Een belangrijk onderdeel van deze strategie is onze Magnumcentrale: de grootste productiecentrale die wij in de pijplijn hebben. De Magnum-centrale maakt gebruik van vergassingstechnologie. In het kader van bouwfase 1 – de gasgestookte centrale – zijn in 2010 onder meer de gasturbines aangeleverd. Op 30 oktober organiseerden we een open dag. Op die dag gaven we aan 2.500 omwonenden en belangstellenden uitleg over de lopende activiteiten in fase 1 en over de geplande fase 2 van de Magnum-centrale. Deze centrale wordt een combinatie van kolenvergassing, afvang van CO2 vóór verbranding en bijstook van biomassa. De CO2-afvang technologie wordt momenteel getest bij de kolenvergassingscentrale Willem-Alexander in Buggenum (zie ‘Impact op het milieu’).
¤ miljoen
Voorts heeft Nuon in 2010 besloten om te investeren in de realisatie van een nieuwe gasgestookte centrale (Hemweg 9) op de huidige productielocatie aan de Hemweg in Amsterdam. In juni is een aanvang gemaakt met de bouwwerkzaamheden. De nieuwe centrale levert het op dit moment hoogst haalbare rendement en heeft vanwege de ingebouwde NOx-afvanginstallatie een zeer lage uitstoot van stifstofoxiden. De centrale heeft een vermogen van circa 435 MW en wordt naar verwachting eind 2012 in gebruik genomen. De centrale vervangt de Hemweg 7- centrale, die dateert van 1979, en een in 1988 bijgeplaatste gasturbine.
Subsidies Een deel van onze duurzame productiefaciliteiten en -innovaties komt in aanmerking voor een milieusubsidie. De grafiek hiernaast geeft een overzicht van de in 2010 ontvangen subsidies. In het verslagjaar ontving Nuon in totaal € 20,17 miljoen financiële steun voor de productie van duurzame energie. Nuon ontving in 2010 ook subsidie voor het zoneiland in Almere. Van Agentschap NL kregen we fondsen uit de regeling Energie Onderzoek Subsidie ten behoeve van onze ketenbeheeractiviteiten op het gebied van de levering van biomassa.
Opgesteld vermogen en productie van energieproductiecentrales In 2010 hebben wij nieuwe stroom- en warmtecapaciteit aan onze portefeuille toegevoegd. In juni hebben wij een nieuwe hulpwarmtecentrale op de locatie Lage Weide bijgeplaatst. Deze centrale vervangt de in 2009 gesloten MK10-centrale en wordt als reserve gebruikt voor de andere
73
| RA-geverifieerd
50
46 40
39
12,8
3,9
33
30
0,8
33
1,7 25,8 3,8
20
25
28
26
26
20,2
8 2
3 2
3 3
3 2
1,5 0,3
10 0
2 006
2 007
Opleiding/Werkgelegenheid Innovatie/R&D 1
2 008
2 009
2010
Exploitatie duurzame energie EIA
Betreft beschikte subsidies en fiscale faciliteiten: de subsidies in het kader van Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP) zijn daadwerkelijk ontvangen, waarbij de prestatie is geleverd. Van de subsidies in het kader van de overige regelingen is een beschikking ontvangen, maar zijn nog niet in alle gevallen de prestaties (volledig) geleverd. De opgevoerde bedragen voor EIA (Energie Investering Aftrek) zijn brutobedragen en komen in aanmerking voor investeringsaftrek. De daadwerkelijke ontvangsten hangen naast levering van de prestatie af van de voorgeschreven staffel. De maximale ontvangen subsidie was voor 2010 circa 11% van het beschikte bedrag.
centrales in Utrecht in verband met de stijgende vraag in de markt. De nieuwe centrale betreft een geavanceerde ketel met goede prestaties wat betreft rendement en CO2-uitstoot. In december hebben we onze portefeuille uitgebreid met een blackstart-eenheid ter vervanging van de eenheid die in het najaar van 2009 is afgestoten. Ingeval op het hoogspanningsnetwerk een storing optreedt en heel Nederland zonder stroom komt te zitten, zorgt deze eenheid ervoor dat de stroomlevering snel hervat kan worden. De blackstart-eenheid is opgesteld naast de huidige energiecentrales in Utrecht – Lage Weide en Merwedekanaal. Zoals aangegeven op pagina 71 en 72 hebben wij ook nieuwe stadswarmte- en -koelingscapaciteit ontwikkeld. In juni is een aanvang gemaakt met de bouw van een nieuwe stoom- en gasturbine op de locatie Hemweg in Amsterdam. Deze centrale (Hemweg 9) heeft een vermogen van 435 MW en vervangt de oude gasgestookte productie centrale aan de Hemweg 7 (599 MW). De centrale heeft een productieefficiëntie van 59%, veel hoger dus dan het huidige operationele rendement van circa 40% van de Hemweg 7. De CO2-uitstoot ligt 30% lager en de NOx-uitstoot wordt met 80% verminderd. De oplevering van de Hemweg 9 staat gepland voor eind 2012.
Inhoudsopgave MVO Verslag 74 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Opgesteld vermogen en productie van energieproductiecentrales | RA-geverifieerd Opgesteld vermogen1 Elektrisch
Warmte
MWe
MWth
Productie2 2010 Elektriciteit Warmte GWh
TJ
WKK-park (diverse locaties)3/4
253 249 144 860 1.209 567 – 69 – 67 45 7 37 138
284 105 575 7 90 81 58 128 145 116 99 259 392 100 – 12 43 288 519
1.215 1.630 1.035 2.695 2.990 2.413 – 216 316 238 254 – 15 416
1.624 486 4.378 143 394 16 91 39 27 102 768 2.819 1.639 582 – 27 451 157 3.023
Totaal
3.645
3.300
13.433
16.765
Buggenum Diemen IJmond Velsen Hemweg (Amsterdam) Lage Weide & Merwedekanaal (Utrecht) BMC Lelystad HWC Purmerend HWC Kanaleneiland (Utrecht) HWC Nic. Beetsstraat (Utrecht) HWC Nieuwegein HWC Overvecht (Utrecht) HWC Almere WKC Purmerend WKC Almere WKC Industriepark Emmtec WKC Industriepark De Kleef WKC Industriepark Sittard WKC Industriepark Heerlen WKC Industriepark Düren WKC Industriepark Heinsberg
1
2009
Elektriciteit
Warmte
GWh
TJ
1.519
-
1.484
1.434
44
17
3.139
-
4.940
-
2.717
4.064
-
131
-
206
-
–
-
25
-
36
-
7
–
–
186
678
–
–
197
1.414
184
459
-
17
-
26
–
419
14
64
426
2.950
14.849
11.947
Bij een hoger warmteleverend vermogen daalt het elektrisch vermogen, afhankelijk van onder meer de temperatuur van buitenlucht, koelwater en warmtetransportleiding. De elektriciteitsproductie omvat alle elektriciteit die Nuon als producent en economisch eigenaar via een netaansluitpunt op het elektriciteitsnet zet. Als gevolg van een verbeterde monitoring van productiedata, zijn de data voor onze kleinschalige WKK’s vanaf 2010 herberekend. Deze zijn verwerkt in de aangepaste data voor 2009. 4 Vanaf 2010 zijn de productiedata voor onze kleinschalige WKK’s, tijdelijke WKK’s en ketels met terugwerkende kracht inbegrepen. Dit resulteert in een aanpassing van historische data. 2
3
Inhoudsopgave Maatschappelijk MVOVerslag Verslag I m pa c t o p h et m i l ieu
75
Impact op het milieu
Als onderdeel van de Vattenfall Groep blijft Nuon klimaatverandering bestrijden door middel van een portefeuilleverschuiving richting CO2-arme energieproductie.
In 2010 bestond Nuons elektriciteitsproductie voor 9% uit duurzame energie en voor 91% uit grijze energie (zie pagina 14 en 15 voor meer details over de brandstofmix van Nuon). In de tabel op pagina 74 wordt een overzicht gegeven van het opgestelde vermogen voor de productie van elektriciteit (in MWe) en warmte (in MWth) en de daadwerkelijke productie van elektriciteit en warmte. De meest opvallende verandering in de brandstofmix ten opzichte van 2009 is een lager aandeel kolen. Dit komt door de revisie van de HW8-centrale in 2010.
Brandstofmix voor energielevering
Verminderen van onze CO2-uitstoot Wij willen de negatieve gevolgen van onze productieactiviteiten zo veel mogelijk beperken en verantwoordelijkheid nemen voor onze activiteiten. Realisatie van deze strategie geschiedt bijvoorbeeld door middel van proefinstallaties voor de afvang en opslag van CO2 ten behoeve van nieuwe kolencentrales, verbetering van de CO2-prestaties van de huidige fossiele centrales, vervanging van oudere centrales en investeringen in duurzame productiecapaciteit. Met deze inspanningen leveren wij een bijdrage aan de algemene doelstelling van de Vattenfall Groep om het CO2-profiel te verlagen en te groeien in elektriciteitsproductie met lage CO2-uitstoot.
Nuon is nettoleverancier, dat wil zeggen dat wij meer stroom aan onze klanten leveren dan wij produceren. In de onderstaande figuur wordt de brandstofmix van de Nuon Groep voor energielevering1 weergegeven. Hieruit blijkt dat de geleverde stroom vooral met aardgas is opgewekt. Met de stijging van het handelsvolume wordt ook de impact van de gemiddelde Nederlandse productiemix op Nuon getallen groter. Het lagere percentage van nucleair in de Nederlandse productie werkt daarmee door in de Nuon leveringsmix. Als gevolg van de groei van verkoop van duurzame energie in de zakelijke markt en in België, is het aandeel duurzame energie toegenomen naar 22,5%. Vermelding van de brandstofmix wordt door beleidsmakers gezien als een hulpmiddel voor klanten om een vergelijking te maken tussen de leveringsportefeuille van de diverse energieaanbieders, inclusief de bijbehorende milieubelasting. Brandstofmix levering Nuon Groep | RA-geverifieerd %
Brandstofmix
51,0%
Aardgas
18,2%
Kolen
15,5%
Waterkracht
6,4%
Wind
4,7%
Overig grijs
3,6%
Nucleair
0,6%
Biomassa
0,0%
Zon
Brandstofmix van energieproductie Nuon is eigenaar en exploitant van diverse soorten productiecentrales. Deze gemengde portefeuille is van belang voor een betrouwbare, betaalbare en zo schoon mogelijke productie en levering. Wij produceren stroom uit duurzame bronnen (wind, water, zon en biomassa), fossiele brand stoffen (kolen en aardgas) en hoogovengas. Dit laatste heeft betrekking op het hergebruik van procesgassen die vrijkomen bij de productie van staal bij Tata Steel (voorheen Corus). Deze gassen gebruiken wij voor de productie van elektriciteit.
Aandeel grijze energie
77,5%
Aandeel groene energie
22,5%
CO2-emissiefactor
349,5 g/kWh
Radioactief afval
0,00011 g/kWh
1
Voor de berekening van de brandstofmix houden wij ons aan de binnen de Europese Unie geldende voorschriften en de daarop gebaseerde Nederlandse wet- en regelgeving.
Inhoudsopgave MVO Verslag 76 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Emissie CO2, NOx en SO2 per eenheid elektriciteitsproductie1
G/kWh
587
525
503
CO2-emissie als gevolg van energieproductie1/2
Kton
468
499
12.500
1,00 0,75
7.500
0,489
0,50
0,328
0,329
2 008
2 009
8.199
2.500
0,115
0,092
0,090
0,082
0,094
0,00
0
2006
2
9.202
0,344
0,25
1
8.969 8.159
5.000
0,321
CO2 2
10.214
10.000
NOx
2 0 07
2008
2009
20 10
SO2
De elektriciteitsproductie betreft de totale productie uit duurzame bronnen en fossiele brandstoffen van energieproductiecentrales. Betreft de CO2-emissiefactor op basis van de productiemix. In onze centrales in Velsen worden de restgassen die vrijkomen bij de staalproductie van Tata Steel ingezet als brandstof voor de productie van elektriciteit. Op deze wijze wordt dit hoogovengas door Nuon nuttig gebruikt. Het gas bevat een hoog percentage CO2. Met ingang van 2006 is met de Energiekamer van de NMa afgesproken dat Nuon de CO2-emissie in de brandstofmix corrigeert in verband met dubbeltelling. De CO2-emissiefactor van hoogovengas wordt berekend op basis van de inzet van aardgas.
Emissies naar lucht Bij de productieactiviteiten van Nuon waarbij fossiele brandstoffen worden gebruikt, komen onder meer kooldioxide (CO2), stikstofoxiden (NOx) en zwaveldioxide (SO2) vrij. Wij blijven ons onverminderd inzetten voor verbetering van de milieuprestaties van fossielgestookte productiecentrales. Bovenstaande grafiek illustreert de uitstoot van Nuon als gevolg van de productie van elektriciteit en warmte in 2010. Meer informatie over de verschillen door de jaren heen en over de inspanningen die wij verrichten om de uitstoot te beperken, is te vinden in de volgende paragrafen.
CO2-emissies De activiteiten van Nuon om de CO2-uitstoot te beperken beleefden eind 2010 een nieuwe mijlpaal met de ingebruikname van de CO2-afvang installatie bij de Willem Alexander-kolenvergassingscentrale in Buggenum. Met dit proefproject doen wij kennis en ervaring op met de afvang van CO2 voorafgaand aan de verbranding. Het is de bedoeling dat wij deze afvangtechnologie in de toekomst ook bij nieuwe centrales gaan inzetten. Daarnaast zijn wij in 2010 met een inventarisatie begonnen van de verdere
2 006 1
2
2 007
201 0
In onze centrales in Velsen worden de restgassen die vrijkomen bij de staalproductie van Tata Steel ingezet als brandstof voor de productie van elektriciteit. Op deze wijze wordt dit hoogovengas door Nuon nuttig gebruikt. Het gas bevat een hoog percentage CO². Met ingang van 2006 is met de Energiekamer van de NMa afgesproken dat Nuon de CO²-emissie in de brandstofmix corrigeert in verband met dubbeltelling. De CO²-emissiefactor van hoogovengas wordt berekend op basis van de inzet van aardgas. Bij deze waarden is deze correctie ook doorgevoerd. Als gevolg van een verbeterde monitoring van productiedata, zijn de data voor onze kleinschalige WKK’s vanaf 2010 herberekend. Deze zijn verwerkt in de aangepaste data voor 2008 en 2009.
mogelijkheden voor vermindering van de CO2-uitstoot in bestaande productiecentrales. Het programma heeft geresulteerd in een lijst van verbeteropties die tevens zijn opgenomen in het strategisch businessplan van Nuon. Dit zijn technische verbeteringen zoals automatiseren van het de-icing en het monitoren van prestaties op componentniveau in plaats van installatieniveau. Een andere belangrijke bijdrage aan de vermindering van de CO2-uitstoot is afkomstig van onze projecten om restwarmte van energiecentrales, afvalverbrandingsinstallaties en andere warmtebronnen te gebruiken. Sinds 2006 hebben wij het gebruik van deze bronnen voor industriële verwarming en stadsverwarming actief opgevoerd. Op onze industrie parken leidt het tegelijkertijd opwekken van elektriciteit en warmte tot verdere CO2-reducties. Daarnaast is in Emmen een onderzoek gestart om de huidige ketel door een zuiniger model te vervangen. Een uitgebreide omschrijving van onze activiteiten op het gebied van stadsverwarming (en -koeling) is te vinden onder Leveringszekerheid.
Inhoudsopgave Maatschappelijk MVOVerslag Verslag I m pa c t o p h et m i l ieu
77
SO2-emissie per jaar
NOx-emissie per jaar1
Kton
Kton
7.500
2,0
6,77 6.000
1,6
5,83 5,19
5,34
1,67 1,42
5,17
4.500
1,2
3.000
0,8
1.500
0,4
1,33
1,42
0
0
2006 1
1,59
2 007
2008
2009
20 10
Als gevolg van een verbeterde monitoring van productiedata, zijn de data voor onze kleinschalige WKK’s vanaf 2010 herberekend. Deze zijn is verwerkt in de aangepaste data voor 2008 en 2009.
De grafiek links laat zien dat de totale CO2-uitstoot bij de productie van elektriciteit en warmte in onze centrales is afgenomen van 9.202 kton in 2009 tot 8.199 kton in 2010. Deze lagere uitstoot is niet alleen het resultaat van onze inspanningen om de emissies terug te dringen. Ook de revisie van de Hemweg-centrale speelde mee.
NOx-emissies De uitstoot van stikstofoxiden wordt in Europa gereguleerd door middel van specifieke limieten voor de maximale uitstoot van NOx in grammen per GJ verbruikte brandstof. De centrales van Nuon bleven ook in 2010 binnen de gestelde limieten. De gemiddelde NOx-emissie per geproduceerde kWh steeg van 0,329 g/kWh in 2009 tot 0,344 g/kWh in 2010. Dit is niet het niveau dat we verwacht hadden, gegeven de installatie van een nieuwe verbrandingskamer in onze WKC-productie-installatie in Purmerend in 2009. Helaas was de NOx-meter van deze installatie voor een groot deel van het jaar buiten werking. De rapportagerichtlijnen van de emissieautoriteiten verplichten in een dergelijke situatie dat het hoogst toestaande emissieniveau wordt gerapporteerd. Ook hebben we geïnvesteerd in NOx-emissiereducties in ons industriepark in Düren door het ombouwen van de branders in een van de boilers. Dit heeft geresulteerd in een afname van NOx-emissies van 5,4% op het park. De ontwikkeling van de totale NOx-emissie is weergegeven in de bovenstaande grafiek. Gegevens over de NOx-emissie per productie centrale staan vermeld in de tabel op de volgende pagina.
2 006
2 007
2 008
2 009
2010
SO2-emissies Bij de verbranding van kolen en hoogovengas komt zwaveldioxide (SO2) vrij. Net als NOx veroorzaakt SO2 verzuring. Vandaar dat de uitstoot van SO2 moet worden teruggedrongen. Bij Nuon stoten wij SO2 uit door de verbranding van kolen in onze centrale aan de Hemweg, de kolenvergassing in de Buggenum-centrale en de verbranding van hoogovengassen van Tata Steel in de centrales in Velsen en IJmond. Ten opzichte van vorig jaar is de totale SO2-uitstoot in 2010 toegenomen. Dit is weergegeven in de grafiek hierboven. Dit resultaat valt wat tegen, gezien de inspanningen die we hebben verricht om de hoeveelheid SO2 per eenheid product omlaag te brengen. In 2010 hadden wij echter een technisch probleem met het ontzwavelingsfilter in de Buggenum-centrale. Het probleem was na een paar dagen opgelost, maar de uitstoot nam toch merkbaar toe. Voor de zuivering van rookgassen en verlaging van de SO2-uitstoot worden katalysatoren en gaswassers gebruikt. In de Willem Alexander-centrale in Buggenum doen wij veel kennis op over het gebruik van kolenvergassing, een technologie die tot een veel lagere SO2-uitstoot leidt dan normale kolenverbranding. Een andere belangrijke pijler van onze SO2-reductieprojecten is de vervanging van kolen door biomassa (zie Leveringszekerheid). Naast biomassa willen wij ook meer gebruik gaan maken van laagzwavelige kolen. Tot slot trachten wij de vrijgekomen SO2 zoveel mogelijk te hergebruiken voor de productie van grondstoffen voor andere sectoren. Dit gebeurt in de Hemweg-centrale en Buggenum-centrale. Meer informatie over het hergebruik van SO2 is te vinden in de volgende paragraaf. Gegevens over de SO2-uitstoot per productielocatie staan vermeld in de tabel op de volgende pagina.
Inhoudsopgave MVO Verslag 78 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
CO2-, NOx- en SO2-emissie per productielocatie | RA-geverifieerd1
Buggenum Diemen IJmond2 Velsen2 Hemweg (Amsterdam) Lage Weide & Merwedekanaal (Utrecht) BMC Lelystad HWC Purmerend HWC Kanaleneiland (Utrecht) HWC Nic. Beetsstraat (Utrecht) HWC Nieuwegein HWC Overvecht (Utrecht) HWC Almere WKC Purmerend WKC Almere WKC Industriepark Emmtec WKC Industriepark De Kleef WKC Industriepark Sittard WKC Industriepark Heerlen WKC Industriepark Düren WKC Industriepark Heinsberg WKK-park (diverse locaties)3
CO2-emissie (kton) 2010 2009 1.007 668 520 1.367 2.367 1.084 – 24 1 6 3 2 6 128 364 178 141 – 3 31 10 288 8.199
1
1.279 614 22 1.659 3.708 1.194 – 12 – 2 3 – – 120 – 151 114 1 2 30 4 285 9.202
NOx-emissie (ton) 2010 2009 173 500 414 997 588 1.055 25 15 1 6 2 2 2 145 505 177 130 – 2 20 4 407 5.169
201 453 20 1.350 1.157 1.235 22 6 – 2 2 – – 152 – 142 164 – 1 21 3 408 5.337
SO2-emissie (ton) 2010 2009 216 – 292 440 467 – – – 1 – 1 – – – – – – – – 1 – – 1.417
132 – 5 361 834 – – – – – 1 – – – – – – – – 1 – – 1.333
RA-geverifieerd slaat op de CO2-data. onze centrales in Velsen worden de restgassen die vrijkomen bij de staalproductie van Tata Steel ingezet als brandstof voor de productie van elektriciteit. Op deze wijze wordt dit hoogovengas door Nuon nuttig gebruikt. Het gas bevat een hoog percentage CO2. Met ingang van 2006 is met de Energiekamer van de NMa afgesproken dat Nuon de CO2-emissie in de brandstofmix corrigeert in verband met dubbeltelling. De CO2-emissiefactor van hoogovengas wordt berekend op basis van de inzet van aardgas. Bij deze waarden is deze correctie ook doorgevoerd. 3 Als gevolg van een verbeterde monitoring van productiedata, zijn de data voor onze kleinschalige WKK’s vanaf 2010 herberekend. Deze zijn verwerkt in de aangepaste data voor 2008 en 2009. 2 In
Inhoudsopgave Maatschappelijk MVOVerslag Verslag I m pa c t o p h et m i l ieu
Emissie van warmte in koelwater per jaar1
Koelwaterinname energieproductiecentrales
Totale emissie in PJ
TJ/GWh
100
3,5
3,2
3,5
79
Miljoen m3/jaar
4
3.500
3
2.800
3,5
80
3.076 2,8
2.840 2.592 2.356
60
48,9 40
42,0
45,4
2
2.100
1
1.400
0
700
2.036
48,7 37,1
20 0
0
2006
2 007
2008
2009 2
20 10
2 006
2 007
2 008
2 009
20 1 0
Relatief naar eenheid productie1 1 2
Betreft alleen productie van energieproductiecentrales die warmte lozen. Als gevolg van een correctie op de 2009-data voor emissie van warmte in koelwater van onze Lage Weide- en Merwedekanaal-productiecentrales, zijn de 2009-data verschillend van de gerapporteerde data in het Nuon Maatschappelijk Verslag 2009.
Emissies naar water De meeste energieproductie-installaties hebben koelwater nodig om de warmte af te voeren die vrijkomt bij het productieproces. Dit geldt ook voor Nuons productiecentrales, waarbij meestal oppervlaktewater wordt gebruikt voor koeldoeleinden. Na afloop van het productieproces wordt het warme water geloosd in een nabijgelegen kanaal, rivier of de zee. Aangezien dit water een hogere temperatuur heeft dan het oppervlaktewater, hebben deze lozingen invloed op het leefmilieu in het water. Nuon wil deze milieubelasting verminderen door de vrijgekomen warmte te gebruiken voor industriële processen of stadsverwarming. Dit levert tegelijkertijd een energiebesparing op van maximaal 40%. Bij onze stadsverwarmingsprojecten wordt de energie uit de productiecentrales getransporteerd naar een dichtbijgelegen stadswarmtenet om kantoorgebouwen en woningen te verwarmen (zie Leveringszekerheid). Op onze industrieparken verkopen we zowel elektriciteit als warmte aan onze zakelijke klanten die op het terrein gevestigd zijn. De bovenstaande grafiek laat zien dat de emissie van warmte in koelwater in 2010 23,8% lager lag dan in 2009. Dit is in overeenstemming met het lagere energieproductievolume. In 2010 hebben wij de levering van energie vanuit onze productiecentrales in Lage Weide en Merwede-
kanaal aan het stadswarmtenet opgevoerd. Als gevolg hiervan werd vanuit deze locaties in 2010 fors minder water geloosd, terwijl de totale energieproductie in deze centrales iets hoger lag dan vorig jaar. Nuon heeft in 2010 een waterbesparingsproject doorgevoerd op het industriepark Emmtec. De olie in de stoomturbine werd voorheen gekoeld met oppervlaktewater. Dit hebben wij veranderd door een gesloten waterkoelingssysteem te installeren dat gebruikmaakt van luchtkoeling. Hiermee wordt jaarlijks 50.000 m3 water bespaard.
Afvalwater Op het industriepark Heinsberg hebben wij in 2010 € 1,1 miljoen geïnvesteerd in de modernisering van de zuiveringsinstallatie. Hierdoor konden wij een grotere hoeveelheid afvalwater verwerken, terwijl de milieubelasting ten opzichte van het voorgaande jaar nagenoeg hetzelfde bleef. Ook in de IJmond-centrale zijn wij bezig met het terugdringen van de hoeveelheid afvalwater. Deze centrale maakt hoofdzakelijk gebruik van hoogovengas dat vóór verbranding gereinigd wordt van fijnstof en andere schadelijke stoffen. In samenwerking met Tata Steel streven wij ernaar om via de installatie van een zelfreinigend zandfilter lozingen op het oppervlaktewater te voorkomen. Tata Steel heeft na een succesvolle proef inmiddels een vergunning aangevraagd voor de installatie van dit filter. Het besluit op de aanvraag wordt in de eerste helft van 2011 verwacht.
Inhoudsopgave MVO Verslag 80 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Ketenverantwoordelijkheid Wij zijn ervan overtuigd dat onze verantwoordelijkheid verder reikt dan de toegangspoorten van onze productielocaties. Als inkoper van kolen en biomassa gebruiken wij onze invloed om binnen de gehele keten verbeteringen te bewerkstelligen. We beoordelen de herkomst van de kolen zorgvuldig, evenals of de winning verantwoordelijk plaatsvindt. De controle op de herkomst wordt uitgevoerd aan de hand van bepaalde richtlijnen, zoals het ‘Global Compact’-initiatief van de Verenigde Naties. Criteria zoals respect voor de mensenrechten, vrijheid van vereniging en de aanpak van corruptie zijn dan ook onderdeel van het inkoopbeleid van Nuon. In de zomer van 2010 zijn Nuon en andere energieproducenten in Nederland een dialoog aangegaan over de herkomst van kolen met stakeholders in het bedrijfsleven en binnen de publieke sector, zoals mijnbedrijven, vakbonden en NGO’s. Onder de vlag van branche vereniging Energie-Nederland zijn deze partijen bezig met het verkennen van de mogelijkheden om ketenverantwoordelijkheid handen en voeten te geven. Na verschillende vergaderingen binnen de energiesector volgden in november en december 2010 vijf plenaire bijeenkomsten met stakeholders. De eerste fase van de dialoog werd gecoördineerd door Frank Heemskerk, voormalig staatssecretaris van Economische Zaken.
In deze eerste fase zijn de omvang, doelstellingen, procedures en deelnamecriteria van de ‘kolendialoog’ vastgesteld. Begin 2011 beslissen de deelnemers over een mogelijke tweede fase die in concrete verbeteracties moet resulteren. Wij houden ook rekening met de sociale aspecten en milieugevolgen van biomassa, bijvoorbeeld door het verrichten van arbo-inspecties op de productielocaties. De biomassa voor de Lelystad-centrale wordt lokaal ingekocht en bestaat voornamelijk uit houtsnippers afkomstig van Staatsbosbeheer. De biomassa voor de bijstook in de Buggenum-centrale is van diverse bronnen afkomstig. In 2010 hebben wij het aandeel houtsnippers opgevoerd. Deze zijn grotendeels afkomstig van bosafval en zaagsel uit Nederland, Duitsland en Frankrijk.
Afval en reststoffen Bedrijfs- en kantoorafval De onderstaande tabel geeft een overzicht van de afvalstromen. De tabel laat zien dat de hoeveelheid ongevaarlijk afval op energieproductielocaties ten opzichte van 2009 bijna is verdubbeld. Deze toename is voornamelijk te wijten aan revisie- en onderhoudsactiviteiten bij onze centrale in Buggenum, die hebben geleid tot grote hoeveelheden hout- en metaalafval.
Afvalstromen ton
Ongevaarlijk afval Gevaarlijk afval2
Totaal 1 Voor 2 Het
energieproductiecentrales wordt kantoorafval verwerkt met het bedrijfsafval. aantal gesaneerde of afgevoerde pcb-houdende bedrijfsmiddelen in 2010 is 0.
Energieproductielocaties1 2010 2009 2.354 479 2.833
1.202 1.017 2.220
Overige locaties 2010 2009 4.093 61 4.154
4.341 82 4.423
Inhoudsopgave Maatschappelijk MVOVerslag Verslag I m pa c t o p h et m i l ieu
Reststoffen energieproductiecentrales voor hergebruik
Gemelde klachten door omwonenden van bedrijfslocaties
Kton
Aantal
2.346
300
274 240
224
3 54
180
3 58
221
51
36
120
230 3
3
59
61 38
43
75
153
68
2 45
2.338 50
47
26 116
9 8
0
2006
2 007
2008
2009
20 10
Bodemas/slak Zwavel
2 006 Geluid Roest
28 21
80
128
0
Vliegas Gips
51
25
162
1 5
100
60
131
81
Stank Licht
2 007
2 5 6 8
11 2 008
1 1 2 7
10 9 2 009
2010
2
Overig
Reststoffen uit energieproductie
Preventie incidenten op windmolenparken
Bij de Hemweg 8-centrale en in Buggenum worden reststoffen geproduceerd. Op de Hemweg-centrale wordt zwavel met een rookgasontzwavelingsproces uit steenkool afgevangen en omgezet in gips. Dit gips wordt als grondstof aan de bouwsector verkocht. In de Buggenumcentrale worden de zwavelverbindingen omgezet in elementaire zwavel. Deze wordt als grondstof verkocht aan de chemische industrie. Verder worden vliegas en bodemas hergebruikt in onder meer de cementindustrie en de wegenbouw. Zowel de Hemweg 8- als de Buggenum-centrale produceren vliegas en bodemas. De registratie van as, gips en zwavel geschiedt conform de Europese REACH-vereisten voor de regulering van chemische stoffen en een veilig gebruik daarvan. De belangrijkste wijziging in de productie van reststoffen ten opzichte van vorig jaar vond plaats in de Buggenum-centrale, waar de productie 20% lager lag als gevolg van het stilleggen van de vergassingsinstallatie tijdens de zomer.
Na incidenten in 2009 hebben wij onze windmolenparken grondig doorgelicht om verdere ongelukken te voorkomen en ons preventiesysteem verder te verbeteren. Het bewakingssysteem van onze windmolenparken is inmiddels gekoppeld aan het centrale bewakingssysteem van Vattenfall in Esbjerg. Dit betekent dat wij de situatie nog beter in het oog houden en in geval van storingen of incidenten sneller kunnen reageren. Tegelijkertijd verkrijgen wij hierdoor meer inzicht in de werking van de windmolenparken. Na de blikseminslag op het windmolenpark in Eemmeerdijk in november 2009 hebben wij de turbines op dit park uitgerust met bliksemdetectoren. Het windmolenpark was in juli 2010 weer volledig in bedrijf.
Onze omgeving Klachten van omwonenden In 2010 ontvingen wij in totaal 2.346 klachten. Dat is hoger dan de 47 klachten in 2009. Van dit totaal hadden 2.338 klachten betrekking op de roetuitstoot van onze centrale Velsen 24 in juni. Zie voor meer informatie de paragraaf over milieu-incidenten. De grafiek hiernaast geeft een beeld van het totale aantal klachten in de afgelopen jaren en het onderwerp van de klacht.
Milieu-incidenten In 2010 zijn in totaal 21 milieu-incidenten geregistreerd, een daling ten opzichte van de 25 in 2009. Alle incidenten zijn gemeld bij het bevoegd gezag. De overheid houdt actief toezicht op alle incidenten en inspecteert de centrales regelmatig. In oktober 2010 hebben inspecteurs van de provincie Gelderland het industriepark De Kleef aan een nachtelijke inspectie onderworpen. Tijdens deze inspectie is met name aandacht besteed aan de werkomstandigheden, veiligheidsmaatregelen en de controleprocedures voor geluid-, geur- en andere milieuhinder. Er zijn geen problemen gevonden. In 2010 heeft het bevoegd gezag een boete van € 10.000 opgelegd wegens de inname van afvalwater op het industriepark De Kleef. Hoewel dit in principe geen milieubelastende activiteit is, is deze activiteit op
Inhoudsopgave MVO Verslag 82 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
grond van de vergunning van het industriepark niet toegestaan. Om verdere incidenten te voorkomen hebben alle leidinggevenden en werknemers op het industriepark extra informatie ontvangen over de regels die van toepassing zijn op de waterinname op het park. In de winter van 2009/2010 heeft een van onze klanten langdurig een bepaald soort afvalwater op ons rioolsysteem geloosd waarin het betreffende contract niet voorziet. Dit zorgde voor een significante afname van de effectiviteit van onze waterzuiveringsinstallatie, waardoor wij bepaalde limieten voor de kwaliteit van het gezuiverde water hebben overschreden. In 2010 vond ook een incident plaats in de Velsen 24-centrale. Daar kwam in augustus roest vrij toen de centrale na een periode van 6 maanden stilstand weer werd opgestart. Nuon blijft zoeken naar mogelijkheden om de roestuitstoot van deze centrale bij opstart te voorkomen. Te denken valt aan de installatie van een zogenoemde statische separator in de schoorsteenpijp en een verdere verhoging van de rookgastemperatuur. Na de roestuitstoot door de Velsen 25-centrale vorig jaar hebben wij aanvullende technische zuiveringsmaatregelen getroffen om een verdere uitstoot van roest te voorkomen.
De carbon footprint van Nuon Bij de berekening van de CO2-uitstoot van onze activiteiten onderscheiden we verschillende categorieën: energieproductie, de CO2-uitstoot van gebouwen en reizen en vervoer. De berekeningen zijn gebaseerd op het Greenhouse Gas Protocol, de leidende standaard op de zakelijke markt voor carbon footprinting. De totale carbon footprint van Nuon over 2010 is weergegeven in de onderstaande tabel.
Wij blijven naar mogelijkheden zoeken om de ecologische footprint van onze kantooractiviteiten, reizen en vervoer te verminderen. Een belangrijk element daarin is het verlagen van de footprint van bedrijfsauto’s. Waar gewone leaseauto’s een gemiddelde uitstoot hebben van 186 (diesel) of 217 (benzine) gram CO2 per kilometer, hebben de hybride auto’s in ons poolsysteem en leasewagenpark een gemiddelde uitstoot van 104 g/km. De NS realiseert zelfs een gemiddelde van 42 g/km. Om die reden hebben wij diverse maatregelen genomen voor een groener wagenpark en trachten wij onze werknemers te stimuleren om over te stappen op een vervoermiddel met een lagere CO2-uitstoot. Een deel van het wagenpark op het industriepark Emmtec rijdt sinds oktober 2010 bijvoorbeeld op Sunoil biodiesel. Een ander voorbeeld betreft ons mobiliteitsbeleid, dat we in 2001 hebben ingevoerd. Aan werknemers die in aanmerking komen voor een leaseauto, wordt een alternatief aangeboden in de vorm van een mobiliteitsbudget, waarvan het ov en hybride poolauto’s de pijlers vormen. Het aantal deelnemers aan deze regeling steeg van 57 in 2008 naar 263 in 2010. Tot slot mogen nieuwe leaseauto’s met ingang van januari 2011 niet meer dan 130 gram CO2 per kilometer uitstoten. Het aantal afgelegde vliegkilometers is echter toegenomen als rechtstreeks gevolg van het samenwerkingsverband met Vattenfall. De teams van onze beide bedrijven hebben in dat kader veel persoonlijk overleg moeten voeren. Met de installatie van videoconferencing-apparatuur willen wij dit aantal de komende jaren terugdringen. De vliegkilometers zullen echter naar alle waarschijnlijkheid niet teruggebracht kunnen worden naar het niveau van vóór het samengaan met Vattenfall, aangezien ‘face-to-face’ interactie belangrijk blijft.
Carbon footprint Nuon1 kton CO2
CO2-equivalent emissie
Reizen en vervoer3
8.199 8 21
Totaal
8.228
Productie van elektriciteit en warmte Gebouwen Nuon-locaties2
1 Samenstelling
op basis van het Greenhouse Gas Protocol (A Corporate Accounting and Reporting Standard (2004)); exclusief emissies ten gevolge van levering aan eindgebruikers. Nuon-locaties in Nederland, op één huurlocatie na, gebruiken NatuurStroom en hebben om die reden geen CO2-uitstoot door elektriciteitsverbruik. Voor kantoorgebouwen van Nuon Isolatie en industrieparken De Kleef, Sittard en Heerlen zijn geen volledige gegevens beschikbaar. 3 Exclusief woon-werkverkeer met privéauto. 2 De
Inhoudsopgave Maatschappelijk MVOVerslag Verslag Werkgeverschap
83
Werkgeverschap
Nuon heeft als werkgever drie strategische prioriteiten: wij streven naar absolute veiligheid voor onze medewerkers, naar verdere ontwikkeling van hun talenten en naar behoud van nieuw talent voor onze organisatie.
Jaargemiddelde aantal ongevallen (LTIF)1 Aantal/miljoen gewerkte uren
20
19,0
16 12
11,4
8
7,6
4
1,0
0 Installatieactiviteiten 2009 1
Gezond en veilig werken Wij streven ernaar om onze medewerkers en extern personeel een gezonde, veilige werkomgeving te bieden omdat voorkomen beter is dan genezen. Wij gaan verder dan de eisen die in de wet zijn gesteld en streven naar absolute veiligheid.
Beleid Ons veiligheidsbeleid richt zich op drie niveaus: technologie en normen (ervoor zorgen dat we onze productiefaciliteiten op een veilige manier bouwen en onderhouden), HSE-managementsysteem (kwaliteitssysteem voor veiligheid) en arbeidsethos en bedrijfscultuur.
‘Hearts and Minds’ In het kader van het veiligheidsprogramma richt Nuon zich op de ontwikkeling van mensen en leiderschap, zodat veilig gedrag organisatiebreed wordt verankerd. Het gaat daarbij om een mentaliteitsverandering,
Productieactiviteiten
0,5 0,2 Nuon overig
2010
LTIF = Lost Time Injury Frequency; betreft het aantal ongevallen met verzuim gedeeld door het aantal gewerkte manuren x 1 miljoen. Betreft medewerkers exclusief inhuurkrachten. Installatieactiviteiten betreffen activiteiten van Feenstra, Nuon Beveilliging en Nuon Isolatie; Productieactiviteiten betreffen afdelingen Power, Heat & Services; Overig betreft BD&P, staven en België.
het aannemen van een andere houding en dus om een gedragsverandering van de organisatie als geheel. Om dit te realiseren is besloten om het door Shell ontwikkelde ‘Hearts and Minds’ over te nemen. Met dit programma willen wij het vertrouwen en de verantwoordelijkheid verbeteren en meer inzicht krijgen in de manier waarop wij als onderneming, als team en als individuele medewerkers omgaan met gezondheid en veiligheid. In 2010 zijn we begonnen met de uitrol van dit programma binnen een beperkt aantal afdelingen, met name bij Nuon Generation. In de loop van 2011 wordt het programma binnen de gehele organisatie doorgevoerd. In 2010 zijn er binnen Nuon in totaal 818 veiligheidsincidenten geregistreerd. De helft hiervan betrof onze eigen medewerkers. Bij de andere helft waren inhuurkrachten en derden betrokken. Het hogere aantal incidenten met derden in 2010 had vooral te maken met de revisie van de centrales aan de Hemweg en in Buggenum en de bouwactiviteiten ten behoeve van de Magnum-centrale.
Inhoudsopgave MVO Verslag 84 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Geregistreerde veiligheidsincidenten Nuon-medewerkers¹
Geregistreerde veiligheidsincidenten Contracten/Derden¹
Aantal
Aantal
500
500
409
400
368
50
71
300
83
203
200
58
308
280
162
2007
2008
2009
20 10
2007
Bijna-ongevallen Ongevallen zonder verzuim tot gevolg3 Ongevallen met verzuim tot gevolg4
3
4
12 45
127
10 10 107
340
269
0
Totaal voor Nederland, Duitsland en België. Definitie bijna-ongeval: gevaarlijke kans of gevaar van schade of verlies met daaruit voortvloeiende negatieve gevolgen, wat kan leiden tot een incident. Definitie ongeval: een aan een werknemer in verband met het verrichten van arbeid overkomen ongewilde en plotselinge gebeurtenis die ertoe geleid heeft dat de werkzaamheden gestaakt zijn. Definitie ongeval met verzuim: elk bedrijfsongeval met letsel waardoor de betrokkene tijdelijk, als gevolg van het letsel, niet in staat is zijn of haar werk te verrichten.
Hoewel er in 2010 geen ongevallen plaatsvonden met dodelijke afloop, deden zich wel twee ernstige incidenten voor met ingehuurd personeel op het bouwterrein bij de Magnum-centrale en bij de Buggenum-centrale, in beide gevallen met ernstig letsel tot gevolg. Hoewel de prognose voor beide betrokkenen goed is, betreuren wij deze incidenten ten zeerste. Veiligheid gaat boven alles – altijd en overal, binnen alle geledingen van de keten. Wij stimuleren onze medewerkers om van deze ervaringen te leren, zodat permanente verbeteringen op het gebied van veiligheid en gezondheid binnen onze organisatie ingebed worden. De stijging van het aantal geregistreerde incidenten is in dat opzicht – paradoxaal genoeg – een steun in de rug. Met betere rapportage krijgen we beter inzicht in potentieel onveilige situaties en kunnen we ergere incidenten voorkomen. Vergeleken met 2009 daalde de Lost Time Injury Frequency met 22,4%. De LTIF kwam in 2010 uit op 4,5, ten opzichte van 5,8 in 2009. De belangrijkste verbetering komt op het conto van onze installatieactiviteiten, waar de LTIF in de afgelopen twee jaar gedaald is van 40 naar bijna 11. De LTIF voor de bedrijfsonderdelen die productieactiviteiten uitvoeren
2008
2009
201 0
Bijna-ongevallen Ongevallen zonder verzuim tot gevolg3 Ongevallen met verzuim tot gevolg4
2
2
7 12 103
0
1
122
100
128
20 49
200
18
17
100
326
300
17
263
409
400
51
2
1 2
3
4
Totaal voor Nederland, Duitsland en België. Definitie bijna-ongeval: gevaarlijke kans of gevaar van schade of verlies met daaruit voortvloeiende negatieve gevolgen, wat kan leiden tot een incident. Definitie ongeval: een aan een werknemer in verband met het verrichten van arbeid overkomen ongewilde en plotselinge gebeurtenis die ertoe geleid heeft dat de werkzaamheden gestaakt zijn. Definitie ongeval met verzuim: elk bedrijfsongeval met letsel waardoor de betrokkene tijdelijk, als gevolg van het letsel, niet in staat is zijn of haar werk te verrichten.
is in de loop van 2010 echter toegenomen. Bij de meeste ongevallen ging het om gebroken ledematen veroorzaakt door uitglijden of vallen als gevolg van de strenge winter. Deze incidenten zijn des te vervelender omdat zij vermijdbaar zijn. Wij hebben daarom ons strooibeleid voor de hoofdroutes op onze locaties verbeterd. Ook zullen vanaf het nieuwe winterseizoen lokaal extra maatregelen worden getroffen om dit soort incidenten ook buiten de hoofdroutes te voorkomen. Ernstige of regelmatig terugkerende incidenten waarbij derden zijn betrokken, worden uitvoerig met onze opdrachtnemers besproken. Er worden dan afspraken gemaakt om preventieve of herstelmaatregelen te treffen. Wanneer deze afspraken vervolgens niet worden nagekomen, kan de zakelijke relatie met de betreffende leverancier worden beëindigd. Het kan ook tot gevolg hebben dat de inhuurkrachten van de werkzaamheden worden afgehaald. In 2010 zijn dergelijke sancties toegepast. In totaal hebben 3.094 werknemers een veiligheidstraining gevolgd.
Inhoudsopgave Maatschappelijk MVOVerslag Verslag Werkgeverschap
Voortschrijdend jaargemiddeld ziekteverzuim
Medewerkers per land1
%
% (FTE)
5% 4%
4,2%
95%
Nederland
3%
België
2%
Duitsland
85
3% 2%
1,6% 1% 1
Betreft het aantal FTE’s van medewerkers, inclusief inhuurkrachten.
0%
Nederland 1 1
België
Voor Nederland inclusief dochterbedrijven.
Verzuim en gezondheidsmanagement
Werkgelegenheid per regio
Het voortschrijdend gemiddelde verzuimcijfer binnen Nuon Nederland (inclusief onze installatieactiviteiten) is gedaald van 5,2% in 2009 tot 4,2% in 2010.
In 2010 was Nuon actief in Nederland en België, en in Duitsland via de industrieparken in Heinsberg en Düren en de gasopslag in Epe. Het personeelsbestand van Nuon bestond per ultimo 2010 uit 6.205 medewerkers, samen goed voor 5.766 FTE’s.
Nuon heeft haar collectieve ziektekostenverzekering bij ZilverenKruis verlengd. Onderdeel hiervan is het Profitaal-programma, waarbij verschillende interventiepartners met elkaar samenwerken zodat tijdig hulp kan worden geboden en een geschikte oplossing kan worden gevonden voor werknemers met gezondheidsproblemen. Wij hebben in 2010 geen medische keuringen verricht. Met ingang van 2011 zal een preventief medisch onderzoek plaatsvinden, waarbij de nadruk ligt op fysieke gesteldheid, geestelijke gezondheid en klachten over werkgerelateerde stress. Dit geschiedt conform de Nederlandse arbo regelgeving. Ook zal gevraagd worden naar specifieke werkgerelateerde gezondheidseffecten, zoals de blootstelling aan geluidhinder.
Een aantrekkelijke werkgever Het stimuleren van de ontwikkeling van onze medewerkers en aandacht voor diversiteit zijn belangrijke speerpunten van ons personeelsbeleid.
In de loop van het jaar zijn diverse activiteiten naar andere locaties binnen dezelfde gemeente verplaatst. Onze vestiging in Duiven (200 werknemers) is naar de gemeente Arnhem verhuisd. In januari 2010 was de verhuizing een feit. De officiële opening van onze nieuwe vestiging in Alkmaar vond plaats op 1 juli 2010. In totaal zijn 400 werknemers naar het nieuwe pand overgeplaatst. In Leiden verhuisden 30 medewerkers naar een nieuwe locatie binnen de gemeente.
Personeelsbestand naar type arbeidsovereenkomst Het aantal medewerkers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bedroeg 5.640, tegenover 5.541 in 2009. Het aantal medewerkers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd daalde van 937 in 2009 tot 565 in 2010. Een stabiele contractuele basis is niet alleen goed voor onze medewerkers, maar zorgt ook voor een duurzame arbeidsrelatie en waarborgt dat kennis en talent voor onze organisatie behouden blijven.
Inhoudsopgave MVO Verslag 86 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Personeelsbestand naar type arbeidsovereenkomst1
Medewerkers naar voltijd/deeltijd arbeidsovereenkomst¹
Aantal
Aantal
100%
100%
1.411
1.621
930
1.069
80%
1.066
973
937
565
80%
60%
1.544
1.845
1.959
1.832
4.973
4.883
5.135
5.585
5.346
60%
40%
40%
5.198
5.640
5.541
5.498
20%
20%
0%
0%
2007
2008
2009
Nuon onbepaalde tijd Nuon bepaalde tijd Tijdelijke inhuur 1
1.386
20 10
2006 Voltijds 1
2007
2008
2010
2009
Deeltijds
Betreft totaal aantal medewerkers inclusief inhuurkrachten.
Betreft totaal voor Nederland, Duitsland en België.
In de bovenstaande grafiek is het aantal medewerkers uitgesplitst naar voltijd- en deeltijdcontracten.
Diversiteit Medewerkerverloop1
Diversiteit man/vrouw1
%
Aantal
30%
100%
20%
80%
13% 10%
10%
1.311
1.485
1.784
1.785
1.629
4.289
4.643
4.783
4.693
4.576
60%
0%
40%
-10%
20%
-8% -12%
-20%
0%
Nederland Instroom 1
België
2 006 Man
Uitstroom
Betreft medewerkers exclusief inhuurkrachten.
1
2 007
2 008
Vrouw
Betreft medewerkers exclusief inhuurkrachten.
2 009
201 0
Inhoudsopgave Maatschappelijk MVOVerslag Verslag Werkgeverschap
Als werkgever streeft Nuon naar diversiteit in opleidingsniveau, leeftijd, levensbeschouwing en sekse. Een heterogene samenstelling van het personeelsbestand draagt bij aan meer flexibiliteit binnen de onderneming. Binnen onze teams bevordert diversiteit het innovatievermogen. De teams zijn zo ook beter in staat om complexe zaken aan te pakken. In 2010 werkten 4.576 mannen en 1.629 vrouwen bij Nuon. Nuon ondersteunt het WINergy-netwerkinitiatief (‘Ambitious Women in Nuon Energy’). In het verslagjaar zijn workshops georganiseerd over onderwerpen zoals ‘uitgaan van je eigen kracht’. Nuon is ook aangesloten bij ‘Opportunity in Bedrijf’, een landelijk netwerk van bedrijven en organisaties die naar een evenwichtige personeelssamenstelling streven. Opportunity in Bedrijf is tevens een kenniscentrum dat deelnemende organisaties voorziet van relevante informatie over diversiteit. De betrokken organisaties delen ‘best practices’ met elkaar. Ook worden verschillende handvatten aangeboden en inspiratie opgedaan. Het netwerk is met name bedoeld om de loopbaanontwikkeling van vrouwen te stimuleren. In september 2010 zijn vijf leerlingen en vijf mentoren van Nuon met het programma begonnen. Het programma loopt door tot juli 2011. Ondanks alle inspanningen erkennen we dat Nuon nog een lange weg te gaan heeft. Het Megawatt-jongerennetwerk biedt een platform waar jonge medewerkers van Nuon elkaar kunnen ontmoeten en ideeën kunnen uitwisselen. In 2010 zijn in het kader van Megawatt verschillende workshops georganiseerd ten behoeve van de persoonlijke ontwikkeling van onze jonge talenten. Ook werd een bezoek gebracht aan het Afval Energie Bedrijf (AEB) in Amsterdam. Hoewel extra aandacht werd besteed aan jongere doelgroepen om voor een betere leeftijdsbalans in ons personeelsbestand te zorgen, werd in de loop van 2010 wel een personeelsstop ingevoerd. Dit had vooral te maken met de overgang naar een nieuwe organisatiestructuur in verband met de samenwerking met Vattenfall. In 2011 blijft Nuon inzetten op traineeships en andere werkervaringsprojecten.
Ontwikkeling hoger kader en talent In 2010 zijn we van start gegaan met een talentmanagementsysteem. In dit kader werd de loopbaan van elke medewerker onder de loep genomen en ook bekeken of hij of zij in aanmerking komt voor een andere functie op hetzelfde niveau of een hogere functie dan wel heroriëntatie. Dit hulpmiddel dient ter ondersteuning van ons performancemanagementsysteem. Alle medewerkers wordt een maatoplossing geboden voor hun verdere ontwikkeling.
87
Diversiteit in leeftijd¹ % medewerkers
100%
13
13
13
15
14
26
23
23
24
26
26
26
26
26
28
28
31
32
30
22
80% 60% 40% 20%
7
0%
2 007 <25 jaar 26-35 jaar 1
7 2 008
36-45 jaar 46-55 jaar
5
6 2 009
201 0
>56 jaar
11 Nederlandse beroepsbevolking (Q4 2009)
Betreft totaal aantal medewerkers exclusief inhuurkrachten.
Ook binnen de Vattenfall Groep is men de mening toegedaan dat persoonlijke ontwikkeling van essentieel belang is voor het versterken van leiderschapskwaliteiten. Vattenfall beschikt over een managementinstituut waar in een internationale setting leiderschapsprogramma’s worden aangeboden. Sinds september 2009 nemen Nuon-medewerkers deel aan deze programma’s gericht op het vergroten van de kennis en vaardigheden binnen hun huidige functie. Een programma kan worden aangevuld met een uitwisselingsprogramma van twee weken. De medewerker gaat dan in een vergelijkbare functie bij een andere buitenlandse vestiging van Vattenfall werken. Ook in 2010 was er weer veel ruimte voor functie-uitwisseling tussen jongere en oudere leidinggevenden binnen de diverse bedrijfsonderdelen van de Vattenfall Groep.
Benelux Education Center (BEC) In 2010 werd ons interne opleidingsinstituut omgedoopt in Benelux Education Center (BEC). Het BEC organiseert opleidingsprogramma’s en heeft in 2010 ook de veiligheidstrainingen voor Nuon gecoördineerd. Doel is ook om meer teamontwikkelingscursussen te gaan verzorgen. Het BEC heeft in 2010 in totaal 5.000 cursusaanvragen ontvangen. Voor 2011 gaat het BEC zich vooral concentreren op de implementatie van het nieuwe opleidingsbeleid en de ontwikkeling van een Learning Management-tool. Verder willen wij de potentiële synergievoordelen onderzoeken van samenwerking met andere opleidingsinstituten binnen de Vattenfall Groep.
Inhoudsopgave MVO Verslag 88 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Nuon op de arbeidsmarkt Wij investeren om jonge talentvolle medewerkers aan de onderneming te binden. Dat doen we door middel van traineeships en werkervaringsprojecten. Voorts zetten wij onze kennis, middelen en organisatie in als opleidingsplatform om jongeren te helpen bij hun zoektocht op de arbeidsmarkt.
Traineeship Conform het groepsbeleid van Vattenfall hebben wij ons twee jaar durende management traineeship-programma ingekort tot 12 maanden. Met ingang van 2010 zijn voor de divisies verplichte doelstellingen ingevoerd waarin wordt aangegeven hoeveel trainees jaarlijks geplaatst moeten worden. Het doel van het management traineeship is tweeledig: het is gericht op het aantrekken van jonge talentvolle medewerkers om zo te zorgen voor een injectie van nieuwe ideeën en een cultuuromslag te kunnen bevorderen, en tegelijkertijd is het ook een wervingstool. In 2010 zijn twaalf management trainees gestart en in april en oktober 2011 volgt een nieuwe lichting cursisten. Het trainee-programma bestaat inmiddels 10 jaar. Daarom bekijken we momenteel welke voordelen het programma onze organisatie op de langere termijn heeft opgeleverd. Naast de management traineeships biedt Nuon ook specialistische trainee ships op het gebied van energiemarkten, financiën en IT. Ons Energy Market-traineeship werd tijdens het Spits Career Event 2010 uitgeroepen tot het beste programma in de categorie ‘overige traineeships’.
bij Nuon of bij een van de andere partners solliciteren. Hetzelfde principe wordt toegepast in de regio Groningen waar Nuon, anticiperend op de personeelsbehoefte voor de nieuwe Magnum-centrale, een samenwerkings verband heeft met het Noorderpoort College in Delfzijl. Tot slot wordt in 2011 het ‘schakelprogramma’ volledig uitgerold binnen de productie- en installatiedivisies van Nuon. In het kader van dit programma wordt een net afgestudeerde medewerker gekoppeld aan een medewerker die aan het eind van zijn loopbaan zit, zo’n 18 maanden voor de pensioendatum. Zo wordt de continuïteit van de technische kennis gewaarborgd en hebben nieuwe medewerkers minder tijd nodig om de taken van hun voorganger volledig over te nemen.
‘Erkendopleiden’ Om de verwachtingen van onze klanten te overtreffen, moeten onze medewerkers van de klantenservice over uitstekende contactuele vaardigheden beschikken. Onze interne opleiding is in 2010 officieel erkend. Dit betekent dat nieuwe medewerkers die hun opleiding bij Nuon hebben afgerond, een officieel en algemeen erkend diploma ontvangen. Tien medewerkers hebben inmiddels de proefcursus afgerond. Aangezien we in 2010 met 35 cursisten zijn gestart, zullen in 2011 naar verwachting nog meer diploma’s worden uitgereikt.
Werkervaringsprogramma’s Step2Work
Jonge technici De vergrijzing van het personeelsbestand van Nuon is met name zichtbaar bij de technische functies en ingenieursfuncties binnen onze productieen installatiedivisies. Om deze ontwikkeling tegen te gaan en om de continuïteit van onze activiteiten te waarborgen, zijn diverse initiatieven opgestart voor de werving van nieuw talent. Zo benaderen wij jongeren al in een vroeg stadium in het middelbaar en hoger onderwijs om hen te helpen bij hun studie- of opleidingskeuze. Nuon heeft een aantal samenwerkingscontracten afgesloten, onder andere met Stichting Leer Werken in de Techniek in samenwerking met het Nova College in Noord-Holland. Samen met andere partners binnen de branche bieden wij studenten stageplaatsen in de richtingen werktuig bouwkunde, elektrotechniek en algemene operationele techniek. Na afloop van het studieprogramma, dat bekostigd wordt door de stichting, ontvangen de studenten een werkgarantie van een van de deelnemende bedrijven. In 2011 zal de eerste lichting afgestudeerden naar een functie
In 2010 zijn in totaal 42 nieuwe werkervaringsplaatsen gerealiseerd. De aandacht is daarbij met name uitgegaan naar gehandicapte jongeren met een uitkering (‘Wajongeren’). Twintig van deze nieuwe Step2Workers hebben te maken met een lichamelijke handicap of met leerproblemen. In 2010 is een groep Wajongeren aan de slag gegaan bij het Customer Care Center (CCC) van Nuon in Leeuwarden. Met dit project hebben wij de Nationale Contact Center Award voor maatschappelijk verantwoord ondernemen gewonnen.
Step2Save Step2Save is afgeleid van Step2Work. Na ondertekening van een contract met Nuon eind 2009 begonnen vijf jongeren in februari 2010 in Amsterdam met dit programma. Meer informatie over Step2Save is te vinden in de paragraaf Betaalbaarheid van energie. Lees meer over Nuon als werkgever, traineeships en de arbeidsmarkt op www.nuon.com/emagazine
Inhoudsopgave Maatschappelijk MVOVerslag Verslag N u on in de maa t scha pp ij
89
Nuon in de maatschappij
Nu energie hoger op de maatschappelijke en politieke agenda staat, heeft Nuon de contacten met haar stakeholders en de maatschappij de laatste jaren verder geïntensiveerd. Wij onderhouden niet alleen nauwe betrekkingen, maar gaan ook actief de dialoog aan. In 2010 hebben wij de interactie met onze stakeholders versterkt met nieuwe contactmogelijkheden en een platform voor dialoog.
Onze aandeelhouders in Nederland De nieuwe governance-structuur heeft een verschuiving teweeggebracht in onze relatie met onze publiekrechtelijke aandeelhouders naar een partnerschap. In deze tijd, met cruciale kwesties zoals klimaatverandering, leveringszekerheid, werkgelegenheid en het aandeel energiekosten in de huishoudportemonnee, is samenwerking tussen Nuon en haar Nederlandse aandeelhouders nodig om veranderingen door te voeren. Voorbeelden hiervan zijn het Step2Save-project dat in samenwerking met de gemeente Amsterdam wordt uitgevoerd en de gezamenlijke projecten met gemeenten in verband met hulp aan Nuon-klanten met schuldproblemen. Een van de instrumenten die wij hanteren in het onderhouden van de relatie met aandeelhouders is de klankbordgroep. Daarin informeren wij de vertegenwoordigers van onze Nederlandse aandeelhouders over ontwikkelingen op het gebied van strategie en beleid. De klankbord groep blijft de komende jaren een belangrijk platform voor Nuon. Behalve voor onze aandeelhouders, medewerkers en andere belangrijke stakeholders is er ook een belangrijke rol weggelegd voor onze klanten en de samenleving als geheel.
Onze uiteindelijke aandeelhouders %
49%
Vattenfall AB
23%
Gelderland
6%
Fryslân
5%
Noord-Holland
5%
Amsterdam
12%
Overig
Onze klanten Klanttevredenheid Onze klanten vormen het fundament van onze processen en onze dienstverlening. Ook in 2010 heeft het Customer Care Center van Nuon sterk ingezet op verbetering van de klanttevredenheid. Wij besteden veel aandacht aan het contact met onze klanten. Wij werken volgens de wereldwijde kwaliteits- en prestatienorm COPC (Customer Operations Performance Center), waarvoor wij op 10 december 2010 zijn gecertificeerd. Wij zijn daarmee het eerste COPC-erkende nutsbedrijf in Nederland. Sinds wij voor deze nieuwe aanpak hebben gekozen, is de klanttevredenheid na contact met onze klantenservice in 2010 met 7% gestegen tot 84%. Voor 2010 kunnen we geen klanttevredenheid rapporteren voor onze zakelijke klanten in Nederland en België, aangezien een andere meetmethode is gebruikt. De data zijn daarom niet vergelijkbaar met voorgaande jaren.
Klachten Ook in 2010 is veel aandacht besteed aan de afhandeling van klachten. In het jaarlijkse onderzoek van de Energiekamer naar de kwaliteit van de klachtenafhandeling staat Nuon op de derde plaats in de top 14 van Nederlandse energiebedrijven. Het aantal klachten is afgenomen ten opzichte van de voorgaande jaren. Deze verbetering is in belangrijke mate het gevolg van maatregelen die wij hebben doorgevoerd, zoals het opzetten van speciale klachtenteams en het doorverwijzen van klanten naar deze teams bij regelmatig terugkerende klachten. Ook hebben wij intern de communicatie geïntensiveerd om medewerkers bewust te maken van klachten en van de noodzaak om informatieaanvragen en klachten direct correct af te handelen.
Inhoudsopgave MVO Verslag 90 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Klanttevredenheid België, consumentenmarkt
Afhandeling klachten consumenten/kleinzakelijke klanten Nederland
%
Aantal
100
88
92
95
94
200
92
80
160
60
120
40
80
20
40
0
0
2006
2 0 07
2008
2009
20 10
Het Customer Care Center van Nuon heeft in 2010 de Nationale Contact Center Award gewonnen voor eenvoudig en duidelijk taalgebruik in de schriftelijke communicatie naar klanten.
Verkoopmethoden Nuon is op de Nederlandse televisie negatief in de publiciteit gekomen in verband met een incident rond de huis-aan-huisverkoop. Intern heeft dit incident geleid tot verdere aanscherping van kwaliteitscontroles in het verkoopkanaal. We hadden al de routine om nieuwe klanten die via colportage of telemarketing werden geworven na te bellen om de kwaliteit van onze verkoopmethoden te bewaken. Nu hanteren we een programma dat verkoopactiviteiten evalueert en potentiële klanten screent voordat we met hen in contact treden. De toezichthouder op de telecommunicatiemarkt (OPTA) heeft bij Nuon informatie opgevraagd in verband met de naleving van de regelgeving rond het Bel-me-niet Register (BMNR). Het onderzoek loopt nog; de uitkomst wordt in het eerste kwartaal van 2011 verwacht. De Belgische federale toezichthouder heeft in het tweede kwartaal van 2010 admi nistratieve boetes opgelegd wegens het niet-respecteren van de annuleringsrechten van particuliere klanten na het aangaan van een contract met Nuon. Het gaat om relatief lage boetes (maximaal € 5.000 per incident). Niettemin hebben wij maatregelen genomen om verdere overtredingen te voorkomen en beter toe te zien op de naleving van de wet- en regelgeving.
189
110
10 Ontvangen door Klantenman1
1
2
Behandeld door Geschillencommissie2
Klant in gelijk gesteld door Geschillencommissie2
De Klantenman is een door Nuon ingesteld klachtenpunt dat onafhankelijk van Nuon werkzaam is; hij staat echter wel op de loonlijst van Nuon. De Geschillencommissie Energie & Water is een onafhankelijke landelijke commissie. Klant en Nuon dienen beide akkoord te zijn met betrekking tot bindende arbitrage door de commissie. De Geschillencommissie is een alternatief voor rechtsgang.
Nuon in de maatschappij In 2010 hebben wij een belangrijke stap gezet op weg naar een diepgaande dialoog met onze stakeholders. Op 2 juni organiseerden we een rondetafelgesprek met 65 stakeholders. Aan de orde kwamen thema’s uit het maatschappelijk verslag 2009: de betaalbaarheid van energie, klimaat en milieu, leveringszekerheid en duurzame werkgelegenheid. Aangemoedigd door de feedback die we kregen, zullen we deze bijeenkomst in de loop van 2011 opnieuw organiseren, evenals kleinschaligere rondetafelgesprekken over specifieke onderwerpen. Draagvlak onder stakeholders is een voorwaarde voor succesvolle projectontwikkeling. Om de manier waarop Nuon organisatiebreed met haar stakeholders communiceert verder te verbeteren, standaardiseren en in te bedden, is een specifieke aanpak ontwikkeld. Deze heeft als centraal doel om de belangen van alle stakeholders te inventariseren en gemeenschappelijke belangen te identificeren. Voor de praktische uitvoering van deze benadering zijn een workshop voor stakeholders en een instructieboek plus toolbox voor projectmanagers ontwikkeld. Inmiddels hebben meerdere workshops plaatsgevonden. Het officiële startschot voor deze nieuwe aanpak is eind 2010 gegeven tijdens een bijeenkomst met alle projectontwikkelaars van Nuon. In 2011 zullen wij bekijken of deze aanpak organisatiebreed kan worden uitgerold.
Inhoudsopgave Maatschappelijk MVOVerslag Verslag N u on in de maa t scha pp ij
In oktober hebben wij de eerste stappen gezet om via sociale media in dialoog te treden met onze stakeholders. Naar aanleiding van de campagne van milieuorganisatie Greenpeace via Twitter en YouTube rond onze nieuwe reclame om energieverspilling tegen te gaan (‘Niemand’), hebben wij in onze social news room een forumdiscussie opgestart over onze duurzame ambities. In 2011 willen wij meer gebruikmaken van nieuwe media om over diverse onderwerpen het gesprek met onze stakeholders aan te gaan. Publieke acceptatie is essentieel voor afvang en opslag van CO2. Nuon is daarom mede-oprichter van de stichting Borg. Deze stichting coördineert de voorbereidende werkzaamheden voor de afvang, het transport en de emissie van CO2 in Noord-Nederland. De stichting werkt nauw samen met diverse overheidsinstellingen, kennisinstituten, NGO’s en maatschappelijke organisaties. Wij hebben onze deelname aan het Energieconvenant Groningen (ECG) in 2010 gecontinueerd. Het ECG ondersteunt al meer dan tien jaar innovatieve, duurzame projecten op het gebied van energie. Lees meer over Nuon en de maatschappij en stakeholderdialoog op www.nuon.com/emagazine
Nuon Magnum In juni 2010 heeft Nuon samen met andere partijen die actief zijn in de Eemshaven, een intentieverklaring ondertekend. Dit zogeheten E-Pact is medeondertekend door RWE, Groningen Seaports en plaatselijke en regionale milieuorganisaties. Begin maart 2011 is het convenant ondertekend. Doel van het convenant is de bescherming, het beheer en de ontwikkeling van de natuurlijke omgeving in en rond de Waddenzee en de Eemsdelta. Nuon heeft tevens financiële steun aangeboden van het herstel van de duinen op Schiermonnikoog en Ameland ter compensatie van de stikstof die (in de toekomst) door de nieuwe centrales wordt uitgestoten en in deze duinen neerslaat. Op 30 oktober hebben 2.500 belangstellenden onze open dag op het bouwterrein van de Magnum-centrale bezocht.
91
‘Social’ projects Nuon stimuleert de maatschappelijke betrokkenheid van haar mede werkers door steun te verlenen aan hun maatschappelijke initiatieven en vrijwilligerswerk. De Nuon Foundation is het platform waar medewerkers een beroep kunnen doen op hun collega’s om deel te nemen aan een maatschappelijk project. In 2010 hebben 60 medewerkers van Nuon meegeholpen tijdens de Super Opkikkerdag. Gezinnen met chronisch zieke kinderen konden zo genieten van een geweldige dag vol activiteiten op een vakantiepark van Center Parcs. De Nuon Foundation heeft in totaal € 43.000 beschikbaar gesteld voor 20 aanvragen van individuele Nuon-medewerkers voor financiële ondersteuning van hun maatschappelijk project. Dat is een forse stijging ten opzichte van 2009, toen voor 7 aanvragen in totaal € 14.819 beschikbaar is gesteld. De Nuon Foundation heeft de relatie met Nederland Cares en Stichting Opkikker verder verstevigd om zo onze medewerkers structureel bij maatschappelijke projecten te betrekken. Het Nuon Customer Care Center (CCC) won in 2010 voor het tweede jaar op rij de Platronics Telesales Team Award door een recordbedrag in te zamelen voor Simavi. Simavi is een gezondheidsorganisatie die vrouwen in kwetsbare leefgemeenschappen steun geeft bij het verbeteren van hun eigen gezondheid en die van de mensen om hen heen. Het CCC nam ook deel aan de landelijke Giro 555-actie voor hulp aan Haïti en Pakistan. Met meer dan 200 medewerkers hebben wij tijdens de live-tv-shows telefonische donaties verwerkt. In november zijn we gestart met een proef voor een incentive-regeling waarbij wij de verkoopresultaten van het CCC willen koppelen aan donaties aan goede doelen. Nuon ondersteunt de stichting Giving Back, een professionele organisatie die getalenteerde scholieren en studenten met een uiteenlopende culturele achtergrond stimuleert en helpt hun talent optimaal te benutten, zodat zij later een rolmodel worden voor hun omgeving. Coaches van Nuon begeleiden hen bij de ontwikkeling van leiderschapscompetenties. Op de lange termijn maken de deelnemers wellicht deel uit van onze organisatie. In september 2010 zijn 8 coaches met hun werk voor de stichting Giving Back gestart. De bedoeling is om in 2011 15 coaches aan het werk te hebben.
Inhoudsopgave MVO Verslag 92 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Assurance-rapport
Aan: de Raad van Bestuur van N.V. Nuon Energy.
Rapport betreffende het Maatschappelijk Jaarverslag
werkzaamheden. Om die reden rapporteren wij onze conclusie met betrekking tot controlewerkzaamheden en beoordelingswerkzaamheden afzonderlijk. Naar onze mening vervult deze gecombineerde opdracht een rationeel doel.
Opdracht en verantwoordelijkheden Wij hebben de in dit Verslag opgenomen maatschappelijke prestaties, zoals opgenomen in het ‘Verslagdeel’ op pagina 1 tot en met 20 en pagina 30 tot en met 34 en ‘De Verdieping’, over 2010 (hierna: ‘het Maatschappelijk Verslag’) van N.V. Nuon Energy te Amsterdam onderzocht. In dit Maatschappelijk Verslag legt N.V. Nuon Energy verantwoording af over de maatschappelijke prestaties in 2010. Combinatie van controle- en beoordelingswerkzaamheden Ons onderzoek bestaat uit de volgende combinatie van controleen beoordelingswerkzaamheden: ■■ Controle van data en grafieken zoals opgenomen in het Maatschappelijk Verslag en aangemerkt met ‘RA-geverifieerd’: ■■ De brandstofmixen van geleverde/geproduceerde elektriciteit; ■■ De duurzame productiecapaciteit en productie per opwektype; ■■ De CO2-emissie per productielocatie; ■■ Het opgesteld vermogen en de productie van energieproductie centrales; ■■ De investeringen in duurzame productiecapaciteit; ■■ De subsidies; ■■ Beoordeling van alle overige onderdelen van het Maatschappelijk Verslag. Controlewerkzaamheden zijn gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid op basis van voldoende en geschikte controleinformatie. Beoordelingswerkzaamheden zijn gericht op het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid op basis van werkzaamheden die minder diepgaand zijn dan bij een controle. De mate van zekerheid bij beoordelingswerkzaamheden is daarom ook lager dan bij controle-
Wij geven geen zekerheid bij de vooronderstellingen en de haalbaarheid van toekomstgerichte informatie in het Maatschappelijk Verslag, zoals doelstellingen, verwachtingen en ambities. De Raad van Bestuur van N.V. Nuon Energy is verantwoordelijk voor het opstellen van het Maatschappelijk Verslag. Wij zijn verantwoordelijk voor het verstrekken van een assurance-rapport inzake het Maatschappelijk Verslag.
Verslaggevingscriteria N.V. Nuon Energy heeft verslaggevingscriteria ontwikkeld die zijn gebaseerd op de in oktober 2006 gepubliceerde ‘G3-Richtlijnen’ van het Global Reporting Initiative (GRI), als vermeld op pagina 60 van ‘De Verdieping’. Wij achten de verslaggevingcriteria relevant en toereikend voor ons onderzoek.
Reikwijdte en werkzaamheden Wij hebben ons onderzoek verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder Standaard 3410N ‘Assurance-opdrachten inzake maatschappelijke verslagen’. Controlewerkzaamheden Voor wat betreft de te controleren onderdelen hebben wij onder meer de volgende controlewerkzaamheden verricht: ■■ Het testen van de opzet, het bestaan en de effectieve werking van de relevante interne beheersingsmaatregelen gedurende het verslagjaar; ■■ Cijferbeoordelingen, verbandscontroles en gegevensgerichte werkzaamheden.
Inhoudsopgave Maatschappelijk MVOVerslag Verslag A s s u ra n ce -ra p p or t
Beoordelingswerkzaamheden Onze belangrijkste beoordelingswerkzaamheden bestonden uit: ■■ Het uitvoeren van een omgevingsanalyse en het verkrijgen van inzicht in de branche, relevante maatschappelijke thema’s en kwesties, relevante wetten en regels en de kenmerken van de organisatie; ■■ Het beoordelen van de aanvaardbaarheid van het verslaggevingsbeleid en de consistente toepassing hiervan, waaronder het beoordelen van de uitkomsten van de dialoog met belanghebbenden en de redelijkheid van schattingen gemaakt door het management, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van het Maatschappelijk Verslag; ■■ Het beoordelen van de systemen en processen voor informatie verzameling, interne controles en verwerking van de overige informatie, waaronder de aggregatie van gegevens tot informatie zoals opgenomen in het Maatschappelijk Verslag; ■■ Het beoordelen van de interne en externe documentatie om te bepalen of de informatie in het Maatschappelijk Verslag adequaat is onderbouwd; ■■ Het beoordelen van het toepassingsniveau volgens de G3-Richtlijnen van GRI. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen assurance-informatie voldoende en geschikt is als basis voor onze conclusie.
93
Conclusie Gebaseerd op onze controlewerkzaamheden Wij zijn van oordeel dat data en grafieken zoals opgenomen in het Maatschappelijk Verslag en aangemerkt met ‘RA-geverifieerd’, zoals vermeld bij onze controlewerkzaamheden, in alle van materieel belang zijnde opzichten, betrouwbaar en toereikend zijn weergegeven, in overeenstemming met de verslaggevingscriteria van N.V. Nuon Energy. Gebaseerd op onze beoordelingswerkzaamheden Ten aanzien van de overige onderdelen van het Maatschappelijk Verslag hebben wij, op grond van ons onderzoek, geen reden om te concluderen dat het Maatschappelijk Verslag geen, in alle van materieel belang zijnde opzichten, betrouwbare en toereikende weergave bevat van het beleid van N.V. Nuon Energy ten aanzien van maatschappelijk verantwoord ondernemen, van de bedrijfsvoering, de gebeurtenissen en de prestaties op dat gebied in het verslagjaar, in overeenstemming met de verslag gevingscriteria van N.V. Nuon Energy.
Amsterdam, 1 april 2011 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Origineel getekend door Drs. J. van Hoof RA
Inhoudsopgave MVO Verslag 94 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
GRI-index GRI-index G3-indicator
volledig
gedeeltelijk
Toelichting
niet
niet van toepassing
Paginanummer
STANDAARD INFORMATIEVOORZIENING DEEL I: Profiel 1
Strategie en Analyse
1.1
Verklaring directie
2-4
1.2
Belangrijke gevolgen, risico’s en mogelijkheden met betrekking tot duurzame ontwikkeling voor belanghebbenden en organisatie
2-4
2
Organisatieprofiel
2.1
Naam van de organisatie
Nuon in één oogopslag
2.2
Voornaamste merken, producten en/of diensten
Nuon in één oogopslag
2.3
Operationele structuur en omschrijving divisies, onderdelen, dochterondernemingen en samenwerking
Nuon in één oogopslag
2.4
Locatie van het hoofdkantoor
2.5
Het aantal landen waar de organisatie actief is en namen van landen met ofwel grootschalige activiteiten, ofwel met specifieke relevantie voor de duurzaamheidskwesties die in het verslag aan de orde komen
Nuon in één oogopslag
2.6
Eigendomsstructuur en rechtsvorm
Profiel
2.7
Afzetmarkten (geografische verdeling, sectoren, klanten)
Nuon in één oogopslag
2.8
Omvang van de organisatie
Kerncijfers
2.9
Significante veranderingen tijdens verslagperiode ten aanzien van omvang, structuur of eigendom onderneming
Profiel
2.10
Onderscheidingen die tijdens verslagperiode zijn toegekend
EU1
Opgesteld productievermogen
68, 70, 74
EU2
Netto-energieproductie naar primaire bron en regulatorisch regime
14, 15, 17, 18, 68, 70, 74
EU3
Klantaansluitingen
EU4
Transport- en distributielijnen
Indicator is niet van toepassing op de primaire processen van Nuon. Sinds de splitsing op 1 juli 2008 vallen deze activiteiten onder Alliander
EU5
Allocatie CO2-emissierechten
Totaal verkregen emissierechten Nuon Power, Heat & Services vanuit Europees Handelssysteem, ETS in 2010 is 8.295.238 ton CO2
3
Verslagparameters
3.1
Verslagperiode
Dit verslag heeft betrekking op de periode 1 januari tot en met 31 december 2010
3.2
Meest recente periode voorgaand verslag
Nuon Maatschappelijk Verslag 2009 (Nieuwe energie)
3.3
Verslaggevingscyclus
Jaarlijks per kalenderjaar
3.4
Contactpunt voor vragen
[email protected]
3.5
Proces inhoudbepaling
63
3.6
Afbakening en reikwijdte
60-62
3.7
Beperkingen bij afbakening verslag
60-62
3.8
Organisatorische veranderingen ten opzichte van vorig verslagjaar met effect op vergelijkbaarheid van gegevens
60-62
3.9
Technieken, grondslagen, aannames bij totstandkoming gegevens
62, 63
3.10
Herformuleringen van eerder verstrekte informatie
Het hoofdkantoor van N.V. Nuon Energy is gevestigd in Amsterdam, Nederland
De Nationale Contact Center Award voor maatschappelijk verantwoord ondernemen; Platronics Telesales Team Award
90, 91
Profiel, 16-18
Voor zover relevant worden herformuleringen toegelicht in de tekst of als voetnoot bij tabel of grafiek
60
60
Inhoudsopgave Maatschappelijk MVOVerslag Verslag G R I -in dex
GRI-index
volledig
gedeeltelijk
niet
G3-indicator
Toelichting
3.11
Veranderingen die vergelijkbaarheid met vorige verslagen kunnen beperken
Voor zover relevant worden veranderingen toegelicht in de tekst of als voetnoot bij tabel of grafiek
3.12
GRI-inhoudsopgave
GRI-inhoudsopgave Voor dit verslag is gebruikgemaakt van de GRI G3-richtlijnen (oktober 2006), alsmede het sectorsupplement Electricity Utilities (15 april 2009)
3.13
Onafhankelijke verificatie
4
Bestuur, verplichtingen en betrokkenheid
4.1
Bestuursstructuur
4.2
Leidinggevende rol van de Voorzitter van de Directie
CEO Øystein Løseth (tot 01.04.10), Huib Morelisse (vanaf 01.07.10). CFO Peter Smink (2010)
37
4.3
Aantal onafhankelijke en/of niet-leidinggevende leden van het hoogste bestuurslichaam
Naar de mening van de Raad van Commissarissen kunnen alle leden van de RvC als onafhankelijk worden beschouwd, in de zin van best practice-bepaling III.2.2 van de Code
37, 38, 48-50
4.4
Adviesmogelijkheden en medezeggenschap van aandeelhouders en medewerkers naar hoogste bestuurslichaam
38-40, 48-50
4.5
Beloning directieleden in relatie tot financiële en niet-financiële prestaties
53-57
4.6
Processen waarmee het hoogste bestuurslichaam waarborgt dat strijdige belangen worden vermeden
Nuon hanteert de Nederlandse Corporate Governance Code, inclusief de regels voor belangenverstrengeling (sectie II.3 van de Code)
35
4.7
Proces voor bepalen van kwalificaties en expertise van de Directie voor het sturen van de organisatie inzake duurzame ontwikkeling
De RvC heeft een profiel opgesteld, inclusief criteria en gewenste competenties, voor de samenstelling van de directie. Benoeming en herbenoeming geschieden op basis van dit profiel. MVO-doelen maken integraal deel uit van de targets voor de business units
37, 38, 41
4.8
Missie/beginselverklaringen, gedragscodes en uitgangspunten en mate van invoering van beleid voor duurzame ontwikkeling
Zie voorgaande indicator
5-7, 37, 38
4.9
Beoordeling niet-financiële prestaties door Directie/ Raad van Commissarissen
Resultaten worden maandelijks en per kwartaal bijgehouden en gerapporteerd. Resultaten van interne audits en benchmark gegevens worden aan de directie gerapporteerd. De Audit Committee ondersteunt de RvC bij het interne risicomanagementen -controlesysteem. De directie is verantwoordelijk voor ontwerp en functioneren van het interne risicomanagement- en -controlesysteem. In 2010 geschiedde de evaluatie hoofdzakelijk op basis van bedrijfscontrolegegevens, de interne auditrapportages en de managementbrief van de externe auditor
35, 37, 38, 41
4.10
Evalueren eigen prestaties van het hoogste bestuurslichaam inzake duurzaamheidsprestaties
41
4.11
Toepassing voorzorgprincipe
43-44
4.12
Vrijwillige overeenkomsten/convenanten
4.13
Belangrijkste lidmaatschappen van brancheverenigingen en belangenorganisaties
4.14
Overzicht stakeholders en relatie met Nuon
4.15
Identificatie en selectieproces stakeholder
4.16
Benadering, aard en frequentie van stakeholderoverleg
4.17
Resultaten stakeholderdialoog en toepassing daarvan
niet van toepassing
Paginanummer
64
92, 93
35, 37
66, 67, 85, 88, 89, 91 Lidmaatschappen betreffen onder meer EnergieNederland, Eurelectric, Global Reporting Initiative 61, 89-91 61, 89-91 In 2010 hebben wij een belangrijke stap gezet op weg naar een structurele dialoog met onze stakeholders. Op 2 juni organiseerden we een rondetafelgesprek met 65 stakeholders. Aan de orde kwamen thema’s uit het Maatschappelijk Verslag 2009: de betaalbaarheid van energie, klimaat en milieu, leveringszekerheid en duurzame werkgelegenheid
61, 80, 89-91
61, 80, 89-91
STANDAARD INFORMATIEVOORZIENING DEEL II: Management benaderingen DMA EC Managementbenadering en specifieke toelichting EC Economische prestaties
Wij rapporteren over het economisch klimaat in Nederland en over de samenwerking met Vattenfall, die kansen creëert om onze prestaties te verbeteren
Marktaanwezigheid Indirecte economische effecten
2-4
2-4 We rapporteren niet over managementoverwegingen t.a.v. lokale leveranciers noch over managementbenadering t.a.v. lokale werving. We zien dit als een integraal onderdeel van ons operationeel beleid en derhalve beschouwen wij een expliciete managementbenadering van deze aspecten niet noodzakelijk
95
9, 12, 13, 16-18, 65-67, 72, 73
Inhoudsopgave MVO Verslag 96 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
GRI-index G3-indicator
volledig
gedeeltelijk
niet
niet van toepassing
Toelichting
Paginanummer
Ons belangrijkste streven is om energie zo betrouwbaar, betaalbaar en schoon mogelijk te produceren, door te streven naar een gevarieerde portfolio, terwijl we de CO2-uitstoot zo veel mogelijk reduceren
3, 12, 13, 68-74
Beschikbaarheid en betrouwbaarheid EU6
Capaciteitsplanning gericht op korte en langetermijn beschikbaarheid en betrouwbaarheid elektriciteit
Demand-side management EU7
Demand-side managementprogramma's voor huishoudens, diensten en industrie
12, 16, 18, 65-67, 72, 73
Systeemefficiëntie Research en development EU8
Onderzoek en ontwikkeling
Nuon rapporteert over de productie van duurzame energie, schone fossiele brandstof en stadsverwarming en koude. Wij rapporteren over onderzoek, ontwikkeling en investeringen
14-16, 69-73
Ontmanteling van productiecentrales EU9
Voorzieningen voor ontmanteling nucleaire installaties
Nuon bezit en beheert geen nucleaire installaties
DMA EN Managementbenadering en specifieke toelichting EN Materialen
Profiel, Nuon in één oogopslag, 3
Energie
Wij rapporteren uitgebreid over de brandstofmix en technologiemix van onze energieproductieactiviteiten en over de energie-efficiency van de productieactiviteiten. We rapporteren geen gedetailleerde beschrijving van energiegebruik van onze niet-energieproducerende activiteiten, behalve details over onze CO2-voetafdruk. Ons indirecte energieverbruik is marginaal in vergelijking met het energieverbruik van onze eigen productieactiviteiten
Water
Nuon streeft naar het verminderen van het effect van waterlozing door de warmte te gebruiken voor industriële processen of stadswarmte
Biodiversiteit
Geen data beschikbaar
Luchtemissies, afvalwater en afvalstoffen
De managementstrategie t.a.v. afval komt niet specifiek aan de orde. In vergelijking met emissies is afvalbeheer een relatief klein onderdeel van Nuons activiteiten. Afvalinname en -beheer zijn bovendien uitbesteed, zodat geen intern beleid is bepaald
Producten en diensten
Indicator is niet van materieel belang aangezien Nuons primaire processen geen gebruikmaken van significante hoeveelheden verpakkingsmateriaal
Naleving Transport
79
6, 7, 10
47 Transportactiviteiten zijn een klein onderdeel van onze CO2-voetafdruk. Er zijn programma's om CO2-emissies van transport te reduceren; wij achten het niet noodzakelijk een expliciete directieverklaring over dit beleid te formuleren
Algemeen
Nuon in één oogopslag
DMA LA Managementbenadering en specifieke toelichting LA Werkgelegenheid
4, 30-32
EU14
Kennis- en competentiemanagement
Nuon rapporteert over het aantrekken van nieuw arbeidspotentieel, het verschaffen van trainingsprogramma’s voor potentiële werknemers en over het ontwikkelen van vakbekwaamheid
EU15
Percentage van de werknemers die in de komende 5 of 10 jaar met pensioen gaan
Het percentage medewerkers die de komende 5 jaar de pensioengerechtigde leeftijd bereiken, is 4,4%. Voor de komende 10 jaar is dat 14,6%
EU16
Beleid en vereisten met betrekking tot gezondheid en veiligheid van werknemers en van (onder)aannemers
Nuon rapporteert over veiligheidsvoorschriften en trainingen. Als onderdeel van het HSE-managementsysteem is Nuon in het proces om OHSAS 18001-accreditatie aan te vragen
Profiel, 16, 30, 87, 88
14, 30, 31, 47, 83, 84, 87
Verhouding tussen werkgever en werknemer Gezondheid en veiligheid
47
Opleiding en onderwijs Diversiteit en kansen
14 Nuon adresseert de managementbenadering t.a.v. diversiteit. De mananagementbenadering t.a.v. gelijkwaardige kansen komt niet specifiek aan de orde. Wij beschouwen deze als een integraal onderdeel van ons operationeel beleid en derhalve achten wij een expliciete managementbenadering t.a.v. deze aspecten niet noodzakelijk
31
Inhoudsopgave Maatschappelijk MVOVerslag Verslag G R I -in dex
GRI-index G3-indicator
volledig
gedeeltelijk
Toelichting
niet
Investerings- en inkoopbeleid
In de regio's waar Nuon actief is, is inbedding van de universele rechten van de mens in de bedrijfsvoering wettelijk verplicht
Verbod op discriminatie
In de landen waar Nuon actief is, is discriminatie bij wet verboden
Vrijheid van vereniging en collectieve arbeidsonderhandelingen
Recht op uitoefening van universele vrijheid van vereniging en cao worden door de wet gewaarborgd
Kinderarbeid
Indicator is niet van toepassing, want in de gebieden waar Nuon opereert, is kinderarbeid bij wet verboden
Gedwongen en verplichte arbeid
Indicator is niet van toepassing, want in de gebieden waar Nuon opereert, is gedwongen arbeid bij wet verboden
Veiligheidsbeleid Rechten van de inheemse bevolking
91 Indicator is niet van toepassing, want in de gebieden waar Nuon actief is, is er geen inheemse bevolking met eigen rechten naast de lokale wetgeving
DMA SO Managementbenadering en specifieke toelichting SO Gemeenschap
12-14
EU19
Participatieve besluitvorming en deelname van stakeholders en uitkomsten daarvan
De centrale ondernemingsraad (COR) heeft als werknemers vertegenwoordiging een wettelijke status in Nederland. De COR heeft advies- en instemmingsrecht. Bedrijfsregelingen die o.a. betrekking hebben op de arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden en (re)organisaties, worden aan de COR al dan niet ter instemming voorgelegd De COR draagt tevens 2 leden van de RvC voor
EU20
Regelingen voor onvrijwillige verhuizing, bedrijfsverplaatsing, onteigening
Niet geïnventariseerd; dit is slechts heel beperkt van toepassing op Nuons primaire bedrijfsprocessen, voornamelijk van toepassing op Alliander
Corruptie
Geen informatie; corruptiebepalingen zijn onderdeel van Nuons gedragscode
32, 39, 48, 49
Publiek beleid
89-91
Concurrentiebelemmerend gedrag
35, 36
Naleving
36
Rampen- en noodplannen EU21
Noodplannnen en herstel van schade
Voor onze Power, Heat & Services-locaties zijn noodplannen opgesteld die regelmatig worden getest
DMA PR Managementbenadering en specifieke toelichting PR Gezondheid en veiligheid van consumenten
Er zijn geen gezondheids- of veiligheidsrisico's voor onze klanten verbonden aan het verbruik van gas en elektriciteit
Etikettering van producten en diensten
De primaire producten van Nuon betreffen levering van elektriciteit en gas en voorzien in een primaire levensbehoefte. Daarbij wordt voldaan aan standaardveiligheidsvoorschriften en -wetgeving; voor Nuon is aanvullende beoordeling van gevolgen voor gezondheid en veiligheid niet van materieel belang. De arbogevolgen van ons product zijn derhalve niet specifiek vermeld
Marketingcommunicatie
Belangrijke campagnes worden door Nuon voorgelegd aan de Reclame Code Commissie, die de geldigheid controleert
Privacy van klanten
Privacy van klanten is ingebed in nationale regelgeving in de landen waar Nuon actief is
Naleving
De primaire producten van Nuon betreffen levering van elektriciteit en gas en voorzien in een primaire levensbehoefte. Daarbij wordt voldaan aan standaardveiligheidsvoorschriften en -wetgeving; voor Nuon is aanvullende beoordeling van de gevolgen voor gezondheid en veiligheid niet van materieel belang
Toegang EU23
Programma’s gericht op verbeteren en handhaven van toegang tot elektriciteit voor kwetsbare groepen
In samenwerking met verschillende partijen hanteert Nuon diverse betalingsopties om beëindiging van het energieleveringscontract te voorkomen. Daarnaast probeert Nuon klanten te ondersteunen om meer energiebewust te worden en energiebesparingen te realiseren, o.a. door online bewaking van verbruik, uitrol van energiedisplays en op maat gemaakte energiescans voor zakelijke klanten en gratis Step2Save-energieadvies
Beschikbaarheid van informatie EU24
Maatregelen ter ondersteuning van toegang tot en bevordering van veilig energiegebruik
Klanten ontvangen 4x per jaar een klantenmagazine thuis. Nuon geeft advies op haar internetsite
niet van toepassing
Paginanummer
DMA HR Managementbenadering en specifieke toelichting HR
67
97
Inhoudsopgave MVO Verslag 98 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
GRI-index G3-indicator
volledig
gedeeltelijk
Toelichting
niet
Paginanummer
STANDAARD INFORMATIEVOORZIENING DEEL III: Prestatie-indicatoren Economisch Economische prestaties EC1
Gegenereerde en gedistribueerde economische waarden
Kerncijfers
Kerncijfers
EC2
Financiële implicaties, risico's en mogelijkheden vanwege klimaatverandering
Wij streven ernaar om de CO2-uitstoot van onze portfolio zo laag mogelijk te houden. Nuon en grootaandeelhouder Vattenfall ambiëren een voortrekkersrol op het gebied van de ontwikkeling van duurzame energieoplossingen. Financiële details kunnen we niet verstrekken omdat dit concurrentiegevoelige informatie betreft
68
EC3
Dekkingsgraad van verplichtingen uitkeringenplan bij uitdiensttreding (ontslag, vroegpensioen, pensioen)
Medewerkers in dienst van Nuon Nederland en Nederlandse dochterbedrijven zijn op grond van Nederlandse wetgeving verplicht verzekerd voor pensioen en werkloosheid. In geval van reorganisatie geldt een sociaal plan dat is afgesloten met werknemersvertegenwoordigers. Looptijd: 2008-2011. Werknemers kunnen zich ook aansluiten bij een collectieve zorgverzekering
EC4
Ontvangen subsidies/overheidssteun
Nuon ontvangt van de Nederlandse overheid subsidies voor een aantal duurzame energieproductieactiviteiten. In 2010 hebben we ook subsidie ontvangen van ECN en van de lokale, regionale en nationale overheid voor de levering van zonnepanelen in diverse projecten
69, 73
Marktaanwezigheid EC5
Verhouding standaard aanvangssalaris en lokaal minimumloon
In 2008 lag Nuons loonlijn gemiddeld 5% boven de mediaan van de algemene Nederlandse markt. Voor 2010 waren er geen gegevens beschikbaar
EC6
Beleid, methoden en aandeel uitgaven bij lokaal gevestigde leveranciers
Niet van toepassing, gezien de gebieden waarin Nuon actief is. Binnen deze kernlanden houdt Nuon zich aan de geldende wet- en regelgeving, zoals aanbestedingsprocedures
EC7
Lokale personeelswerving en aandeel van topkader afkomstig uit de lokale gemeenschap
Het hoofdkantoor van Nuon is gevestigd in Amsterdam. Dit verklaart de concentratie van werkgelegenheid in Noord-Holland. In andere provincies is de concentratie van werkgelegenheid vooral te verklaren uit de aanwezigheid van een callcenter en energieproductiecentrales. Buiten Nederland opereert Nuon in België en Duitsland
85
Nuon stimuleert haar werknemers bij te dragen aan de maatschappij door hen te ondersteunen bij sociale initiatieven en vrijwilligers werk. De Nuon Foundation is een platform waar medewerkers elkaar kunnen vinden om te helpen bij sociale projecten
91
Indirecte economische effecten EC8
Bijdrage aan ontwikkeling en omvang van investeringen ten behoeve van de gemeenschap
EC9
Significante indirecte economische invloed
65-67, 72, 73
Beschikbaarheid en betrouwbaarheid EU10
Capaciteitsplanning elektriciteitsproductie in relatie tot toekomstige vraag
14, 15, 34, 72, 73
Systeemefficiënctie EU11
Gemiddelde opwekefficiency
Over de gemiddelde efficiency per brandstofsoort is geen registratie beschikbaar. Efficiencygegevens van installaties zijn niet gerapporteerd wegens vertrouwelijkheid
EU12
Efficiency van transport en distributie
Indicator is niet van toepassing op Nuon. Sinds de splitsing op 1 juli 2008 vallen deze activiteiten onder Alliander
niet van toepassing
Milieuaspecten Materialen EN1
Materiaalgebruik
Voor de primaire processen rapporteert Nuon de input van de elektriciteitsproductie aan de hand van de brandstofmix. Vanwege concurrentiegevoeligheid worden geen absolute gewichten of volumes grondstoffen gerapporteerd
68
EN2
Gebruik van gerecycled materiaal en afval afkomstig van derden
Voor de primaire processen gebruikt Nuon geen belangrijke hoeveelheid gerecycled materiaal en/of afval. Nuon probeert zo veel mogelijk afval te hergebruiken door grondstoffen voor andere industrieën te produceren
81, 82
Inhoudsopgave Maatschappelijk MVOVerslag Verslag G R I -in dex
GRI-index G3-indicator
volledig
gedeeltelijk
Toelichting
niet
niet van toepassing
Paginanummer
Energie EN3
Direct energieverbruik
15, 68, 73, 74
EN4
Indirect energieverbruik
15, 75, 82
EN5
Energiebesparing en -efficiencyverbeteringen
EN6
Initiatieven t.b.v. energie-efficiëntie of op duurzame energie gebaseerde producten en diensten
EN7
Initiatieven ter verlaging van het indirecte energiegebruik en reeds gerealiseerde verlaging
12, 13, 18, 65-67, 72, 73 In onze productiecentrales nemen we continu maatregelen om de efficiency te verbeteren. In 2010 is de bouw van Hemweg 9 gestart, een ultramoderne gascentrale die een van onze oudste centrales (Hemweg 7) zal vervangen
69-73
82
Water EN8
Totale wateronttrekking per bron
In 2010 is koelwaterinname door productiecentrales sterk gereduceerd t.o.v. 2009. Emmtec heeft een grootschalig waterbesparingsproject uitgevoerd
EN9
Waterbronnen waarvoor wateronttrekking significante gevolgen heeft
Indicator is niet van toepassing op de primaire processen van Nuon; Nuon betrekt alleen water voor koeling van centrales uit open (oppervlakte- en zee)water
EN10
Percentage en totaal volume van gereycled en hergebruikt water
Indicator is niet van toepassing op de primaire processen van Nuon; Nuon gebruikt geen gerecycled water (0%). Koelwater wordt uit oppervlaktewater en zeewater betrokken. We voeren op onze industrieparken tests uit om water te recyclen en de waterzuivering te verbeteren
79
Biodiversiteit EN11
Landgebruik in/nabij beschermde gebieden met hoge biodiversiteit
In 2008 rapporteerde Nuon over deze indicator t.a.v. de Nuon Magnum-centrale. Deze situatie is sindsdien niet gewijzigd. Voor andere locaties zijn hierover geen gegevens bekend
EN12
Gevolgen van bedrijfsvoering op gebieden met hoge biodiversiteit
In 2008 rapporteerde Nuon over deze indicator t.a.v. de Nuon Magnum-centrale. De situatie in 2010 is ongewijzigd ten opzichte van 2008. Voor andere locaties zijn hierover geen gegevens bekend
EU13
Biodiversiteit van herstelde habitats in vergelijking met de biodiversiteit in getroffen gebieden
Indicator is niet van toepassing aangezien Nuon niet actief is in gebieden waar biodiversiteit hersteld of actief beschermd moet worden
EN13
Beschermde of herstelde habitats
Indicator is niet van toepassing aangezien Nuon niet actief is in gebieden waar biodiversiteit hersteld of actief beschermd moet worden
EN14
Strategieën, maatregelen of plannen voor beheersen van de gevolgen voor biodiversiteit
Beheersing van de gevolgen voor de biodiversiteit is voor zover van toepassing onderdeel van specifieke projecten. In 2008 heeft Nuon alleen ten aanzien van de nieuw te bouwen Nuon Magnum-centrale hiermee te maken gehad; de situatie met betrekking tot deze energieproductiecentrale is in 2010 ongewijzigd. Een ander relevant aspect van biodiversiteit betreft de duurzaamheid van biomassa
EN15
Aantal soorten op rode lijst IUCN met habitats in gebieden binnen invloedssfeer van bedrijfsactiviteiten
Deze gegevens worden niet door Nuon verzameld; voor de ontwikkeling van nieuwe bedrijfsactiviteiten wordt voldaan aan de wettelijke procedures voor milieuvergunningverlening
Profiel, 70, 71, 81, 82
Luchtemissies, afvalwater en afvalstoffen EN16
Totale directe en indirecte emissie van broeikasgassen
13, 76, 77, 82
EN17
Andere relevante indirecte broeikasgasemissies
76-78
EN18
Initiatieven ter verlaging van emissie van broeikasgassen en gerealiseerde verlagingen
13, 76, 77, 82
EN19
Emissie van ozonafbrekende stoffen
EN20
NO, SO en andere significante luchtemissies
EN21
Totale waterafvoer
Voor de primaire bedrijfsprocessen van Nuon wordt water gebruikt voor koeling
79
EN22
Totale hoeveelheid afval
Wij rapporteren over industrie- en kantoorafval
80
EN23
Significante lozingen
Er zijn geen significante lozingen gerapporteerd
81, 82
EN24
Gewicht van getransporteerd, geïmporteerd, geëxporteerd of verwerkt gevaarlijk afval
Gerapporteerd wordt over de hoeveelheid afgevoerd gevaarlijk afval; onze interne afvalverwerkingsprocessen zijn ISO9001gecertificeerd
80
In Nuons primaire bedrijfsprocessen spelen ozonafbrekende stoffen geen rol 77, 78
99
Inhoudsopgave MVO Verslag 100 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
GRI-index
EN25
volledig
gedeeltelijk
niet
niet van toepassing
G3-indicator
Toelichting
Paginanummer
Wateren en gerelateerde habitats die significante gevolgen ondervinden van waterafvoer
Nuon maakt voor haar primaire processen gebruik van de inname van water voor koeling uit het Noordzeekanaal en nabijgelegen rivieren. Voor stadskoeling gebruiken we ook koelwater uit meren. De koelwatertemperatuur van centrales heeft onder extreme weersomstandigheden effect op de temperatuur van het Nederlandse oppervlaktewater. Nuon houdt zich daarbij aan lokale wet- en regelgeving, waarbij zo nodig beperkingen worden gesteld aan de lozingstemperatuur om grote gevolgen voor het oppervlaktewater te voorkomen
79
16-19
Producten en diensten EN26
Initiatieven ter compensatie van de milieugevolgen van producten en diensten
Sinds een aantal jaar bieden we Groenstroom en Natuurstroom; elektriciteit afkomstig van duurzame bronnen. In 2010 hebben we CO2 OK ontwikkeld. Huishoudens kunnen voor CO2-vrije elektriciteit en/of gas kiezen en hun CO2-uitstoot compenseren door investeringen in duurzame projecten
EN27
Gedeelte verkochte producten waarvan verpakking is ingezameld
Indicator is niet materieel, omdat voor de primaire bedrijfs processen van Nuon geen gebruikgemaakt wordt van een materiële hoeveelheid verpakte producten
Naleving EN28
Significante boetes en totaal aantal sancties wegens niet-naleving milieuwet- en -regelgeving
6 boetes en incidenten met een totale waarde van € 11.000 waren milieugerelateerd
81, 82, 91
Transport EN29
Significante milieu-effecten t.g.v. transport
82
Algemeen EN30
Totale uitgaven en investeringen milieubescherming
Nuon neemt milieuaspecten mee in beslissingen en investerings plannen. Investeringen specifiek gericht op bescherming van het milieu worden niet apart geregistreerd. Sommige milieu investeringen worden in het MVO-verslag vermeld
Sociaal: Arbeidsomstandigheden en indicatoren voor volwaardig werk Werkgelegenheid LA1
Profiel personeelsbestand
LA2
Werkgelegenheid en personeelsverloop
Nuon rapporteert over werkgelegenheid naar leeftijdsopbouw en diversiteit (M/V)
85-87
EU17
Gewerkte dagen door onderaannemers aan constructie-, operatie- & onderhoudsactiviteiten
Deze gegevens worden niet door Nuon verzameld
EU18
Percentage van de onderaannemers die een relevante gezondheids- en veiligheidstraining gevolgd hebben
LA3
Verschil in arbeidsvoorwaarden tussen voltijd- en deeltijdcontracten
30, 81, 82
87 Nuon maakt gebruik van standaardarbeidsvoorwaarden, die gelijk zijn voor voltijd- en deeltijdcontracten
Verhouding tussen werkgever en werknemer LA4
Gedeelte medewerkers onder cao
Vrijwel het gehele Nederlandse medewerkersbestand valt onder de cao voor de Nederlandse energiesector, met uitzondering van expats en leden van de Management Board. In België valt 48% onder de Belgische variant van de cao, de Nationale Arbeidsraad
LA5
Minimale opzegtermijnen bij reorganisatie
Nuon voldoet aan lokale wet- en regelgeving en sectorafspraken in de landen waar zij actief is. Voor Nuon-medewerkers is bovendien een sociaal plan vastgesteld, onderdeel van de cao, waarin opzegtermijnen opgenomen zijn. Bij tijdelijke contracten zijn de wettelijke termijnen leidend
32
Gezondheid en veiligheid LA6
Vertegenwoordiging personeelsbestand in formele gezamenlijke arbocommissies van werkgever en werknemers die bijdragen aan controle op en advies over arboprogramma's
Percentage niet geïnventariseerd. Nuon heeft een Group Working Counsel die verantwoordelijk is voor bewaken van en adviseren over gezondheids- en veiligheidsprogramma's. In 2010 introduceerde Nuon het ‘Hearts and Minds’-programma als onderdeel van het veiligheidsprogramma. Dit ziet op vergroting van vertrouwen en verantwoordingsplicht, en daarmee het stimuleren van veilig gedrag
LA7
Ziekteverzuim, ongevallen, beroepsziekten en werkgerelateerde sterfgevallen
LA8
Opleidings-, trainings-, advies-, preventie- en risicobeheersingsprogramma's t.b.v. personeel, hun families of omwonenden
Als onderdeel van het HSE-managementsysteem, heeft Nuon OHSAS 18001-accreditatie aangevraagd
LA9
Afspraken over arbeidsomstandigheden vastgelegd in formele overeenkomsten met vakbonden
Niet geïnventariseerd; de arbeidsomstandigheden van Nuon in Nederland zijn gebaseerd op de cao voor de energiesector. Deze bevat afspraken over arbeidsduur, arbeidstijden en lokale wetgeving
14, 30, 31, 83-85 14, 83-85
Inhoudsopgave Maatschappelijk MVOVerslag Verslag G R I -in dex
GRI-index G3-indicator
volledig
gedeeltelijk
Toelichting
niet
niet van toepassing
Paginanummer
Opleiding en onderwijs LA10
Gemiddeld aantal uren dat een werknemer besteedt aan opleidingen
Profiel, 30, 31, 87, 88
LA11
Programma's competentiemanagement en levenslang leren
31, 87, 88
LA12
Medewerkersinformatie over prestaties en loopbaanontwikkeling
87, 88
Diversiteit en kansen LA13
Diversiteit
Nuon rapporteert over diversiteit naar leeftijd en geslacht. Ingevolge discriminatiewet- en regelgeving is etnische afkomst alleen meetbaar op vrijwillige basis. Ons beleid is gericht op gelijke kansen en mogelijkheden voor iedereen en wij zijn daarom uit principe tegen het benadrukken van etnische verschillen door medewerkers hierop te bevragen
LA14
Verhouding basissalaris mannen en vrouwen
Nuon maakt gebruik van standaardfunctieschalen met bijbehorende salarisbandbreedte, die gelijk zijn voor mannen en vrouwen. Uit onderzoek in het kader van het vrouwennetwerk WINergy is gebleken dat salariëringsverschil tussen mannen en vrouwen niet als belangrijk aandachtspunt wordt ervaren en derhalve geen onderdeel is van beleid
31, 86, 87
Sociaal: Mensenrechten Investerings- en inkoopbeleid HR1
Investeringsovereenkomsten waarin clausules over mensenrechten zijn opgenomen of waarvan naleving van de mensenrechten is getoetst
Gerapporteerde waarde is 0. Nuon werkt aan inbedding van haar Gedragscode in investerings- en inkoopprocessen
HR2
Belangrijke leveranciers en aannemers die getoetst zijn op naleving van de mensenrechten en op getroffen maatregelen
Niet geïnventariseerd: Nuon neemt de lokale wet- en regelgeving omtrent mensenrechten in acht en werkt aan inbedding van haar Gedragscode in investerings- en inkoopprocessen
HR3
Borging universele mensenrechten in bedrijfsvoering
In de gebieden waar Nuon actief is, is de borging van universele mensenrechten in de bedrijfsvoering bij wet verplicht
Verbod op discriminatie HR4
Gevallen van discriminatie en maatregelen
Registratie van incidenten van discriminatie is illegaal
Vrijheid van vereniging en collectieve arbeidsonderhandelingen HR5
Activiteiten met risico voor recht op uitoefening universele vrijheid van vereniging en cao en maatregelen t.b.v. ondersteuning van deze rechten
Uitoefening universele vrijheid van vereniging en cao is wettelijk gewaarborgd in de regio’s waar Nuon actief is
Kinderarbeid HR6
Activiteiten met risico van kinderarbeid alsmede maatregelen gericht op uitbanning daarvan
Indicator is niet van toepassing, want in de gebieden waar Nuon opereert, is kinderarbeid bij wet verboden
Gedwongen en verplichte arbeid HR7
Activiteiten met risico van gedwongen arbeid alsmede maatregelen gericht op uitbanning daarvan
Indicator is niet van toepassing, want in de gebieden waar Nuon opereert is gedwongen arbeid bij wet verboden
Veiligheidsbeleid HR8
Training beveiligingspersoneel op relevante aspecten mensenrechten
Leveranciers van beveiligingspersoneel vallen onder de lokale, westerse wetgeving; Nuon werkt aan inbedding van haar Gedragscode in investerings- en inkoopprocessen
Rechten van de inheemse bevolking HR9
Rechten inheemse bevolking, naleving en maatregelen
Indicator is niet van toepassing, want in de gebieden waar Nuon opereert, is er geen inheemse bevolking met bijzondere rechten naast de lokale wetgeving
Sociaal: Maatschappij Gemeenschap SO1
Aard, reikwijdte en effectiviteit van alle programma’s en methoden die de effecten van de activiteiten op gemeenschappen bepalen en beheren, waaronder vestiging, activiteiten en vertrek
EU22
Aantal mensen betrokken bij onteigening/gedwongen verhuizing, per type project
90, 91
Gerapporteerde waarde is 0
Corruptie SO2
Gedeelte van bedrijfsunits dat analyse van corruptierisico’s uit heeft gevoerd
Corruptiebepalingen zijn opgenomen in de Gedragscode van Nuon; verder is ter zake de wetgeving van toepassing in de landen waar Nuon actief is. Bij de afdeling Inkoop bestaat voor medewerkers een aanvullende gedragscode t.a.v. corruptie
101
Inhoudsopgave MVO Verslag 102 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
GRI-index
volledig
gedeeltelijk
G3-indicator
Toelichting
SO3
Training medewerkers in anticorruptieprocedures en -beleid
Gezien de beperkte relevantie van corruptierisico’s voor de primaire bedrijfsactiviteiten in de gebieden waar Nuon opereert, organiseert Nuon geen trainingen in anticorruptieprocedures en -beleid
SO4
Maatregelen naar aanleiding van corruptiegevallen
In geval van ernstige overtreding van de Gedragscode, waarin ook corruptie en fraude zijn benoemd, worden deze geregistreerd, indien nodig bestraft en ter voorbeeldstelling (anoniem) bekendgemaakt aan de organisatie via een intern nieuwsbericht. In 2010 zijn geen corruptiegevallen bekend geworden
niet
niet van toepassing
Paginanummer
Publiek beleid SO5
Standpunten ten aanzien van publiekbeleid en deelname aan de ontwikkeling ervan alsmede lobby
SO6
Totale waarde van bijdragen aan politieke partijen, politici en gerelateerde instellingen
60, 61 De gerapporteerde waarde voor de bijdrage is 0
Concurrentiebelemmerend gedrag SO7
Totaal aantal rechtszaken in verband met markttoegang en uitkomst daarvan
De gerapporteerde waarde voor het aantal rechtszaken is 0
Naleving SO8
Boetes en sancties vanwege niet-naleving van weten regelgeving
Industriepark De Kleef heeft een boete gekregen voor inname van afvalwater. Nuon heeft een administratieve boete opgelegd gekregen door de Belgische Federale Inspectie Autoriteiten voor het niet respecteren van het annuleringsrecht van consumenten. De boetes bedroegen tezamen € 12.000
81, 82, 89
Social: Productverantwoordelijkheid Gezondheid en veiligheid van consumenten PR1
Beoordeling van gevolgen voor gezondheid en veiligheid van producten en diensten
De primaire producten van Nuon betreffen levering van elektriciteit en gas en voorzien in een primaire levensbehoefte. Daarbij wordt voldaan aan standaardveiligheidsvoorschriften en -wetgeving; voor Nuon is een aanvullende beoordeling van de gevolgen voor gezondheid en veiligheid niet van materieel belang
PR2
Gevallen van niet-naleving van regelgeving en codes ten aanzien van gevolgen voor gezondheid en veiligheid van producten en diensten
De primaire producten van Nuon betreffen levering van elektriciteit en gas en voorzien in een primaire levensbehoefte. Daarbij wordt voldaan aan standaardveiligheidsvoorschriften en -wetgeving. Nuon zijn geen gevallen van schending van codes en wet- en regelgeving ter kennis gekomen
EU25
Ongevallen en gezondheidsklachten van burgers in relatie tot bedrijfsmiddelen, inclusief rechtelijke uitspraken, schikkingen en rechtszaken in afwachting
81
Etikettering van producten en diensten PR3
Type informatie over producten en diensten dat verplicht is gesteld en gedeelte van producten en diensten dat hieraan moet voldoen
PR4
Niet-naleving van afspraken betreffende informatie en etikettering producten en diensten
PR5
Beleid ten aanzien van en resultaten op het gebied van klanttevredenheid
PR6
Programma’s voor de naleving van wetten, standaarden en codes met betrekking tot marketingcommunicatie
15, 17, 18, 75
Gerapporteerde waarde is 0 boetes of niet-monetaire sancties Kerncijfers, 12, 16, 17, 89, 90 Nuon legt grote campagnes voor aan de Reclame Code Commissie (RCC)
Marketingcommunicatie PR7
Niet-naleving van wetgeving en codes met betrekking tot marketingcommunicatie
In Nederland is een klacht ontvangen over deur-tot-deurverkoopactiviteiten. In België is een boete opgelegd wegens het niet respecteren van het annuleringsrecht van consumenten na totstandkoming contract
Privacy van klanten PR8
Gegronde klachten in verband met inbreuk privacy klant en klantgegevens
Gerapporteerde waarde is 0 klachten
Naleving PR9
Boetes wegens niet-naleven van wet- en regelgeving met betrekking tot de levering en het gebruik van producten en diensten
Gerapporteerde waarde is 0 boetes
Toegang EU26
Niet-aangesloten deel bevolking in concessiegebied netbeheerder
Indicator is niet van toepassing op de primaire processen van Nuon. Na de splitsing op 1 juli 2008 vallen deze activiteiten onder Alliander
Inhoudsopgave Maatschappelijk MVOVerslag Verslag G R I -in dex
GRI-index
volledig
gedeeltelijk
G3-indicator
Toelichting
EU27
Afsluitingen en duur afsluiting wegens wanbetaling
We ontvingen 8539 aanvragen voor afsluitingen in 2010. Verdere informatie is niet van toepassing. Na de splitsing op 1 juli 2008 vallen deze activiteiten onder Alliander
EU28
Frequentie stroomonderbreking
Indicator is niet van toepassing op de primaire processen van Nuon. Na de splitsing op 1 juli 2008 vallen deze activiteiten onder Alliander
EU29
Stroomonderbrekingsduur
Indicator is niet van toepassing op de primaire processen van Nuon. Na de splitsing op 1 juli 2008 vallen deze activiteiten onder Alliander
EU30
Beschikbaarheidsfactor stroomopwekfaciliteiten
Geen registratie beschikbaar; Nuon beschouwt dit als vertrouwelijke informatie
niet
103
niet van toepassing
Paginanummer
Inhoudsopgave Jaar verslag
Jaarrekening 2010
Geconsolideerde jaarrekening
106
Geconsolideerde balans Geconsolideerde winst- en verliesrekening Geconsolideerd overzicht van totaalresultaat Geconsolideerd kasstroomoverzicht Mutatieoverzicht van het geconsolideerde eigen vermogen
106 108 109 110 111
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
112
Algemene informatie 112 Samenvatting van de belangrijkste waarderingsgrondslagen 112 1 Materiële vaste activa 125 2 Immateriële vaste activa 128 3 Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures 129 4 Overige financiële activa 130 5 Derivaten 131 6 Voorraden 131 7 Handels- en overige vorderingen 132 8 Liquide middelen 132 9 Eigen vermogen 133 10 Rentedragende verplichtingen 134 11 Vooruitontvangen opbrengsten 135 12 Voorzieningen voor personeelsbeloningen 135 13 Overige voorzieningen 138 14 Latente belastingen 139 15 Handels- en overige schulden 141 16 Leases 141 17 Voorwaardelijke activa en verplichtingen 143 18 Opbrengsten uit hoofde van verkochte goederen en geleverde diensten 144 19 Overige bedrijfsopbrengsten 144 20 Kosten van inkoop van energie, grond- en hulpstoffen 144 21 Kosten van uitbesteed werk 145 22 Personeelskosten 145
23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen materiële vaste activa Amortisatie en bijzondere waardeverminderingen immateriële vaste activa Overige bedrijfskosten Accountantskosten Financiële baten Financiële lasten Belastingen Licenties Verbonden partijen Activa en verplichtingen van een groep aangehouden voor verkoop Informatie omtrent risico’s en financiële instrumenten
Enkelvoudige jaarrekening Enkelvoudige balans Enkelvoudige winst- en verliesrekening
Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening Samenvatting van de belangrijkste waarderingsgrondslagen 34 Materiële vaste activa 35 Investeringen in dochterondernemingen 36 Latente belastingvorderingen en overige financiële vorderingen 37 Derivaten 38 Liquide middelen 39 Eigen vermogen 40 Voorzieningen 41 Rentedragende verplichtingen 42 Voorwaardelijke activa en verplichtingen 43 Saldo overige baten en lasten na belastingen
147 147 148 148 149 149 149 150 150 152 153
168 168 169
170 170 171 172 173 173 173 173 174 174 175 175
Inhoudsopgave Jaarrekening 106 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Geconsolideerde jaarrekening Geconsolideerde balans Per 31 december € miljoen
Activa 2010
Noot
2009
Vaste activa Materiële vaste activa Immateriële vaste activa Investeringen in deelnemingen en joint ventures Overige financiële activa Derivaten Latente belastingvorderingen
3.407 301 111 37 625 8
2.747
1
403
2
110
3
27
4
774
5
19
14
4.489
4.080
Vlottende activa Voorraden Handels- en overige vorderingen Derivaten Belastingvorderingen Liquide middelen
Activa van een groep aangehouden voor verkoop
Totaal activa
213 1.837 925 17 1.204
6
104 1.500
7
848
5
–
7
1.250
8
4.196
3.702
–
34
8.685
7.816
32
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening G ec on s o l i de erde jaarre ken ing
107
Geconsolideerde balans Per 31 december € miljoen
Eigen vermogen en verplichtingen 2010
Noot
2009
Eigen vermogen Aandelenkapitaal Agioreserve Hedge-reserve Reserve translatieverschillen Overige reserves Resultaat boekjaar
684 2.797 233 1 -146 563
684 2.797 -38 1 -246 200
Totaal eigen vermogen toerekenbaar aan aandeelhouders Nuon Energy
4.132
3.398
Minderheidsbelangen Totaal eigen vermogen
2 4.134
3.400
9
2
Verplichtingen Langlopende verplichtingen Rentedragende verplichtingen Derivaten Verplichtingen uit hoofde van financiële leases Vooruitontvangen opbrengsten Latente belastingverplichtingen Voorziening voor personeelsbeloningen Overige voorzieningen
392 428 19 166 281 28 135
10
532 616
5
27
16
157
11
123
14
33
12
156
13
1.449
1.644
Kortlopende verplichtingen Handels- en overige schulden Belastingverplichtingen Rentedragende verplichtingen Derivaten Voorzieningen voor personeelsbeloningen
Verplichtingen van een groep aangehouden voor verkoop
Totaal verplichtingen Totaal eigen vermogen en verplichtingen
1.959 – 344 708 91
15
1.412 18
7
118
10
1.074
5
86
12
3.102
2.708
– 4.551
4.416
8.685
7.816
64
32
Inhoudsopgave Jaarrekening 108 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Geconsolideerde winst- en verliesrekening Voor het jaar eindigend 31 december € miljoen
2010 Opbrengsten uit hoofde van verkochte goederen en geleverde diensten Overige bedrijfsopbrengsten Kosten inkoop van energie, grond- en hulpstoffen Kosten uitbesteed werk Personeelskosten Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen materiële vaste activa Amortisatie en bijzondere waardeverminderingen immateriële vaste activa Bijzondere waardevermindering op activa van een groep aangehouden voor verkoop Overige bedrijfskosten
Noot
2009
5.458 64 3.589 90 425 376 7 – 355
5.112
18
101
19
20
3.731 122
21
447
22
247
23
17
24
24
32
471
25
Brutobedrijfskosten
4.842
5.059
Af: geactiveerde productie voor eigen gebruik
-41 4.801
5.017
Bedrijfsresultaat
721
196
Financiële baten
15 -20 2 14 732
Bedrijfskosten
Financiële lasten Aandeel in resultaat na belastingen geassocieerde deelnemingen Aandeel in resultaat na belastingen joint ventures
Resultaat voor belastingen Belastingen
Resultaat na belastingen
-42
35
27
-55
28
2
3
14
3
192
-169
8
563
200
563 –
200
Waarvan: - Resultaat na belastingen toerekenbaar aan aandeelhouders van Nuon Energy - Resultaat na belastingen toerekenbaar aan minderheidsbelangen
–
29
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening G ec on s o l i de erde jaarre ken ing
109
Geconsolideerd overzicht van totaalresultaat Voor het jaar eindigend 31 december € miljoen
2010 Resultaat na belastingen
Noot
2009
563
200
Overig totaalresultaat Reële-waardeveranderingen kasstroomafdekkingen Vrijval kasstroomafdekkingen naar het resultaat Valutaomrekeningsverschillen uit hoofde van buitenlandse operationele activiteiten Af: belastingen gerelateerd aan overig totaalresultaat
Totaal overig totaalresultaat na belastingen Totaalresultaat na belastingen
414 -52 – -91
-191
33
-300
33
3 14
125
271
-363
834
-163
834 –
-163
Waarvan: - Totaalresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Nuon Energy - Totaalresultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen
–
Inhoudsopgave Jaarrekening 110 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Geconsolideerd kasstroomoverzicht Voor het jaar eindigend 31 december € miljoen
2010 Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat na belastingen
Noot
2009
563
200
Aanpassingen voor:
5 169 -16 383
Financiële baten en lasten Belastingen Resultaat na belastingen geassocieerde deelnemingen en joint ventures Afschrijvingen, amortisatie en bijzondere waardeverminderingen
20 -8
29
-16 288
23 24
Veranderingen in werkkapitaal Voorraden Handels- en overige vorderingen Rekening-courantverhouding met voormalig aandeelhouder en haar dochters Rekening-courantverhouding met Vattenfall en haar dochters Handels- en overige schulden
-109 -404 – 42 492
Totaal veranderingen in werkkapitaal Mutaties belastinglatenties, voorzieningen, derivaten en overig
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Betaalde financiële lasten Ontvangen financiële baten Ontvangen dividend geassocieerde deelnemingen en joint ventures Betaalde vennootschapsbelasting
Kasstroom uit operationele activiteiten
6 7
1.467 – 15
243
21
1.319
-115 1.010
1.863
-20 15 24 -119
Totaal
-13 -378
60
-55 35 37 -225
-100
-208
910
1.655
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Acquisities, onder aftrek van aangekochte liquide middelen Investeringen in materiële vaste activa Bijdrage investeringen van derden Investeringen in immateriële vaste activa Opbrengst verkochte groepsmaatschappijen Desinvesteringen financiële vaste activa (geassocieerde deelnemingen en joint ventures)
-9 -948 23 -2 –
– 25 -24 121
2
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
1
-674
9
-934
-543
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuwe rentedragende verplichtingen Afgeloste rentedragende verplichtingen Mutaties in overige rentedragende schulden op lange termijn en korte termijn Terugstorting agioreserve Terugstorting agioreserve Nuon Deutschland GmbH Betaald dividend
4 -21 48 -405 – -211
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
-204
-585
Nettokasstroom
-228
527
- Liquide middelen per 1 januari - Nettokasstroom
1.250 -228
527
Liquide middelen per 31 december
1.0221
1.250
Bestaat voor € 1.204 miljoen uit liquide middelen en voor € 182 miljoen uit schulden aan kredietinstellingen.
1
9 -25 – – 13 -201
723
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening G ec on s o l i de erde jaarre ken ing
111
Mutatieoverzicht van het geconsolideerde eigen vermogen € miljoen
Aan aandeelhouders toerekenbaar eigen vermogen1
Aandelen kapitaal Per 1 januari 2009
Agioreserve
Reserve translatie verschillen2
Hedgereserve2
Overige reserves
Resultaat boekjaar3
Subtotaal
Minder heids belangen
Totaal
500
3.354
328
-2
-97
492
4.575
2
Resultaat na belastingen 2009
–
–
–
–
–
200
200
–
200
Overig totaalresultaat
–
–
-366
3
–
–
-363
–
-363
Totaalresultaat 2009
–
–
-366
3
–
200
-163
–
-163
Bestemming resultaat 2009: dividend
–
–
–
–
–
-211
-211
–
-211
Bestemming resultaat 2009: toevoeging aan overige reserves
–
–
–
–
281
-281
–
–
–
Terugstorting agioreserve
–
-405
–
–
–
–
-405
–
-405
Inbreng Duitse activiteiten
4.577
–
32
–
–
–
–
32
–
32
-500
–
–
–
–
–
-500
–
-500
684
-184
–
–
–
–
500
–
500
–
–
–
–
-430
–
-430
–
-430
684
2.797
-38
1
-246
200
3.398
2
3.400
Totaalresultaat 2010
– – –
– – –
– 271 271
– – –
– – –
563 – 563
563 271 834
– – –
563 271 834
Bestemming resultaat 2010: dividend
–
–
–
–
–
-100
-100
–
-100
Bestemming resultaat 2010: toevoeging aan overige reserves
–
–
–
–
100
-100
–
–
–
684
2.797
233
1
-146
563
4.132
2
4.134
Intrekking aandelenkapitaal Uitgifte van nieuw aandelenkapitaal Herrubricering preferente dividendschuld
Eigen vermogen per 31 december 2009 Resultaat na belastingen 2010 Overig totaalresultaat
Eigen vermogen per 31 december 2010 1 Voor
verdere informatie met betrekking tot het aan aandeelhouders toerekenbaar eigen vermogen, zie noot 9. hedge-reserve en de reserve translatieverschillen zijn niet voor dividenduitkering beschikbaar. Daarnaast is een deel van de agioreserve, ter grootte van de negatieve waarde van de overige reserves, niet uitkeerbaar. 3 Gedurende het jaar is voor een bedrag van € 100 miljoen aan dividend uitgekeerd aan aandeelhouders B. Het dividend per aandeel bedroeg € 1,49. 2 De
Inhoudsopgave Jaarrekening 112 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening Algemene informatie N.V. Nuon Energy is een naamloze vennootschap die statutair is gevestigd in Amsterdam. De belangrijkste activiteiten van Nuon Energy en haar dochterondernemingen omvatten de productie en levering van gas, elektriciteit, warmte en koude aan klanten in Nederland en België. Daarnaast biedt Nuon haar klanten een breed scala aan energiegerelateerde producten en diensten. Indien in deze jaarrekening wordt gesproken over ‘wij’, ‘Nuon’, ‘Nuon Energy’, ‘de onderneming’, ‘de Nuon Energy Groep’, ‘de Nuon Groep’ of vergelijkbare aanduidingen, dan wordt daarmee N.V. Nuon Energy – en haar dochterondernemingen – bedoeld. N.V. Nuon Energy is voort gekomen uit de opsplitsing van de voormalige moedermaatschappij n.v. Nuon in een productie- en leveringsbedrijf, N.V. Nuon Energy, en een netwerkbedrijf, Alliander N.V. Tot 30 juni 2009 waren de aandelen van beide ondernemingen en hun respectievelijke dochterondernemingen in handen van n.v. Nuon. De voormalige houdstermaatschappij n.v. Nuon, waarvan de naam na de afsplitsing werd gewijzigd in Alliander N.V., bleef eigenaar van het netwerkbedrijf. Om misverstanden te voorkomen, verwijzen in deze jaarrekening de termen ‘voormalige aandeelhouder’, ‘voormalige moedermaatschappij’, ‘Alliander’ en ‘de Alliander Groep’ steeds naar n.v. Nuon, Alliander N.V. en/of Liander N.V. en hun respectievelijke dochterondernemingen die gezamenlijk het netwerk bedrijf vormen. Op 30 juni 2009 werd de juridische eigendom van de aandelen Nuon Energy overgedragen aan de individuele aandeelhouders van n.v. Nuon. Op 1 juli 2009 verwierf het internationale energieconcern Vattenfall AB 49% van de aandelen N.V. Nuon Energy. De resterende 51% van de aandelen zal in tranches aan Vattenfall AB worden verkocht: op 1 juli 2011 (15%), op 1 juli 2013 (15%) en op 1 juli 2015 (21%). Omdat Vattenfall effectief de operationele zeggenschap over Nuon Energy heeft verworven, zijn de financiële gegevens van Nuon Energy sinds 1 juli 2009 geconsolideerd in de jaarrekening van Vattenfall. Deze jaarrekening 2010 is op 1 april 2011 goedgekeurd door de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen. Op 13 mei 2011 moet de jaarrekening worden vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Aangezien de winst- en verliesrekening voor 2010 van N.V. Nuon Energy is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening, is in overeenstemming met artikel 402, Boek 2, van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek een verkorte winst- en verliesrekening opgenomen in de enkelvoudige jaarrekening.
Samenvatting van de belangrijkste waarderingsgrondslagen Waarderingsgrondslagen De jaarrekening van Nuon Energy is opgesteld op basis van IFRSstandaarden zoals per 31 december 2010 van toepassing en door de EU goedgekeurd. IFRS omvat de IFRS-standaarden en de International Accounting Standards (‘IAS’), die door de International Accounting
Standards Board (‘IASB’) zijn uitgebracht, en de interpretaties van IFRS- en IAS-standaarden, uitgebracht door het International Financial Reporting Interpretations Committee (‘IFRIC’), respectievelijk het Standing Interpretations Committee (‘SIC’). De belangrijkste grondslagen voor waardering en resultaatbepaling die zijn gehanteerd bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening worden hierna beschreven. Het historische-kostenprincipe is gehanteerd. In afwijking hierop geldt dat bepaalde activa en verplichtingen, in het bijzonder de voor handelsdoeleinden aangehouden voorraden, derivaten en bepaalde energie commodity-contracten, tegen reële waarde worden gewaardeerd. Voorts zijn de niet voor handelsdoeleinden aangehouden voorraden gewaardeerd tegen kostprijs of, indien lager, netto realiseerbare waarde. Tenzij anders vermeld, zijn deze waarderingsgrondslagen consistent toegepast voor alle boekjaren die in deze jaarrekening zijn opgenomen. Tenzij anders vermeld, luiden alle in de jaarrekening opgenomen bedragen in miljoenen euro’s.
Het gebruik van beoordelingen, schattingen en veronderstellingen in de jaarrekening (kritische waarderingsgrondslagen) Bij het opstellen van de jaarrekening en de waardering van bepaalde posten in de jaarrekening maakt Nuon Energy gebruik van beoordelingen, schattingen en veronderstellingen. Deze zijn in belangrijke mate gebaseerd op ervaringen uit het verleden en op een zo betrouwbaar mogelijke schatting door het management van Nuon Energy van de specifieke omstandigheden die – naar de mening van het management – gegeven de situatie van toepassing zijn. Deze beoordelingen, schattingen en veronderstellingen zijn van invloed op de waardering en presentatie van de gerapporteerde activa en verplichtingen, op de niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen, alsmede op de gedurende het boekjaar gerapporteerde baten en lasten. Veelal betreffen de gehanteerde beoordelingen, schattingen en veronderstellingen in de jaarrekening verwachtingen omtrent toekomstige ontwikkelingen. De werkelijke ontwikkelingen kunnen afwijken van de gehanteerde beoordelingen, schattingen en veronderstellingen, waardoor de werkelijke uitkomst in belangrijke mate kan afwijken van de huidige waardering van een aantal posten in de jaarrekening. De gehanteerde beoordelingen, schattingen en veronderstellingen kunnen derhalve een significante invloed hebben op het eigen vermogen en het resultaat. In deze paragraaf wordt ingegaan op de belangrijkste gebieden waar de waardering van de desbetreffende posten in sterke mate wordt beïnvloed door de gehanteerde beoordelingen, schattingen en veronderstellingen. Energie commodity-contracten bestemd voor eigen gebruik Nuon Energy maakt voor de opwekking van elektriciteit en de levering aan haar klanten gebruik van energie commodity-contracten voor de fysieke aan- en verkoop van olie, gas, kolen, elektriciteit en emissierechten. Tot 30 juni 2009 paste Nuon Energy ‘accrual accounting’ toe voor een substantieel deel van haar voor eigen gebruik bestemde commodityderivaten, onder gebruikmaking van de uitzondering van IAS 39.6, terwijl
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
alle overige commodity-derivaten tegen reële waarde werden gewaardeerd. Vattenfall maakt een dergelijk onderscheid niet in de handelsen sourcing-activiteiten en -strategieën. Als gevolg daarvan heeft Nuon Energy haar hedge accounting-beleid aangepast en wordt niet langer een onderscheid gemaakt tussen commodity-derivaten voor eigen gebruik en reguliere commodity-derivaten. De meerderheid van deze contracten voor eigen gebruik, waarvoor IAS 39 kan worden toegepast, wordt thans aangemerkt als derivaat en gewaardeerd tegen reële waarde. Waar mogelijk wordt voor deze derivaten hedge accounting toegepast. Vanwege het feit dat voor deze contracten vóór 1 juli 2009 geen hedge accounting werd toegepast is de reële waarde van de portefeuille voor eigen gebruik verwerkt in het resultaat. De effectiviteit van de hedge wordt periodiek getoetst, waarbij gebruik wordt gemaakt van voorgedefineerde methoden, modellen en aannames. Reële waarden De reële waarde van financiële instrumenten of voorraden die niet in een actieve markt verhandeld worden, wordt bepaald door gebruik te maken van waarderingstechnieken. Nuon Energy selecteert naar eigen inzicht een verscheidenheid aan methoden en doet aannames die hoofdzakelijk gebaseerd zijn op de marktomstandigheden aan het einde van elke verslagperiode. De grootste onzekerheid bij het berekenen van kasstromen betreft het effect op kasstromen van onderliggende aannames met betrekking tot toekomstige grondstofprijzen, rentetarieven en valutakoersen. Voor een uitgebreide toelichting op de gebruikte methoden wordt verwezen naar noot [33] Informatie omtrent risico’s en financiële instrumenten. Levensduur en restwaarde van, en bijzondere waardeverminderingen op, materiële vaste activa Bij de bepaling van de boekwaarde van materiële vaste activa wordt gebruikgemaakt van schattingen van afschrijvingstermijnen die zijn afgeleid uit de verwachte technische en economische levensduur van het betrokken actief, van restwaarden en van in onze gasvelden besloten reserves. Als gevolg van technologische ontwikkelingen, ontwikkelingen in marktomstandigheden en veranderingen in het gebruik van het betrokken actief en in de geschatte reserves, kunnen de verwachte technische en economische levensduur en de geschatte restwaarde van het betrokken actief veranderen. Bovendien kunnen voornoemde factoren aanleiding geven tot bijzondere waardeverminderingen. Bij het bepalen van de omvang van bijzondere waardeverminderingen worden schattingen en berekeningen gemaakt van zowel de verkoopopbrengst, verminderd met de verkoopkosten, als de bedrijfswaarde. De verkoopopbrengst, verminderd met de verkoopkosten, wordt afgeleid van aannames ten aanzien van de mogelijke verkoopprijs van een bepaald actief. De werkelijke verkoopopbrengst en de daarmee samenhangende kosten in geval van een afstoting kunnen afwijken van de gehanteerde veronderstellingen. De bedrijfswaarde is gebaseerd op de gedisconteerde waarde van de verwachte, toekomstige kasstromen, die worden afgeleid uit de businessplannen voor de komende jaren die met het betrokken actief samenhangen. De bedragen en het moment van deze kasstromen zijn onzeker. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met negatieve ontwikkelingen bij klanten – zoals surseances van betaling en faillissementen – die mogelijk zouden kunnen leiden tot een bijzondere waardevermindering. Het is mogelijk dat Nuon Energy in de toekomst gedwongen is om, als gevolg van wijzigingen in (markt)omstandig
113
heden, additionele bijzondere waardeverminderingen te verantwoorden. Voor een uitgebreide toelichting op de gebruikte methoden wordt verwezen naar noot [1] Materiële vaste activa. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill Goodwill wordt jaarlijks getest op bijzondere waardeverminderingen en daarnaast wanneer er indicatoren zijn dat de immateriële vaste activa getest dienen te worden. Eerder verantwoorde bijzondere waarde verminderingsverliezen op goodwill kunnen in latere jaren niet meer worden teruggedraaid indien blijkt dat geen sprake meer is van een bijzondere waardevermindering (impairment testing). Bij het uitvoeren van een test naar bijzondere waardeverminderingen worden schattingen gemaakt van zowel de verkoopopbrengst, verminderd met de verkoopkosten, als de bedrijfswaarde. De schatting van de verkoopopbrengst, verminderd met de verkoopkosten, is gebaseerd op beschikbare informatie omtrent beurskoersen, marktprijzen, recente transacties van soort gelijke bedrijven en concreet ontvangen biedingen. De werkelijke opbrengsten en verkoopkosten in geval van een afstoting kunnen afwijken van de gehanteerde veronderstellingen. Wat betreft de schatting van de bedrijfswaarde geldt dat deze is gebaseerd op de gedisconteerde waarde van de verwachte, toekomstige kasstromen van de kasstroom genererende eenheden. De bedragen en het moment van deze kasstromen zijn onzeker. De werkelijke kasstromen kunnen afwijken van de geschatte kasstromen. Bovendien is de gehanteerde disconteringsvoet van invloed op de uiteindelijke bedrijfswaarde. Het is mogelijk dat Nuon Energy in de toekomst gedwongen is om, als gevolg van wijzigingen in (markt)omstandigheden, additionele bijzondere waardeverminderingen te verantwoorden. Voor een uitgebreide toelichting op de gebruikte methoden wordt verwezen naar noot [2] Immateriële vaste activa. Bijzondere waardeverminderingen op exploratieen evaluatieactiva Nuon Energy past de zogenaamde ‘successful efforts’-methode toe voor exploratie- en evaluatie-uitgaven. Er wordt een bijzondere waarde vermindering toegepast op de geactiveerde kosten wanneer een als actief opgenomen put niet geacht wordt technisch uitvoerbaar en economisch levensvatbaar te zijn. De veronderstellingen en schattingen die het management hanteert ten aanzien van de technische uitvoerbaarheid en economische levensvatbaarheid kunnen mogelijkerwijs mede zijn beïnvloed door meer recente ontdekkingen die voortvloeien uit de exploratie- en evaluatieactiviteiten en door wijzigingen in marktomstandigheden. Voor een uitgebreide toelichting op de gebruikte methoden wordt verwezen naar noot [2] Immateriële vaste activa. Overige voorzieningen Nuon Energy kent een aantal overige voorzieningen, waaronder voor zieningen voor milieuherstelkosten en voorzieningen voor verlieslatende contracten. Kenmerkend voor voorzieningen is dat het management per balansdatum schattingen en aannames moet maken omtrent de kans dat een bepaalde verplichting zich voordoet, het moment waarop een bepaalde verplichting zich zal voordoen en de omvang van het vermoedelijk te betalen bedrag. Bepaalde ontwikkelingen, bijvoorbeeld wijzigingen in marktomstandigheden, wetgeving, gerechtelijke uitspraken en gehanteerde veronderstellingen, kunnen ertoe leiden dat de daadwerkelijke verplichting afwijkt van de voorziening. Bovendien is Nuon Energy betrokken bij een aantal rechtsgedingen en procedures. Per individueel
Inhoudsopgave Jaarrekening 114 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
geval beoordeelt het management of een voorziening noodzakelijk is op grond van de feitelijke omstandigheden. Deze beoordeling omvat zowel een bepaling van de kans van slagen van een procedure als het vermoedelijk te betalen bedrag. Omzetverantwoording Het allocatieproces, dat deel uitmaakt van de energiebalans, is een proces waarbij door middel van ramingen de dagelijks geproduceerde en geleverde hoeveelheden elektriciteit en gas worden bepaald, met name daar waar gebruik is gemaakt van cijfers betreffende het standaardjaarverbruik in de consumenten- en zakelijke markt. Deze ramingen worden na verloop van tijd opnieuw bekeken en het aan verbruikers gealloceerde verbruik wordt gecorrigeerd voor de feitelijke hoeveelheden die via meteropname zijn verkregen (‘reconciliatie’). De wettelijke afspraken inzake reconciliatie schrijven een afhandeling voor binnen 17 maanden na het einde van de maand van levering. De verwachte resultaten uit reconciliatie zijn zo nauwkeurig mogelijk geraamd en in de jaarrekening verwerkt, maar de uiteindelijke vereffening kan leiden tot resultaat effecten in de toekomst. Belastingen Bij het opmaken van de jaarrekening besteedt Nuon Energy veel aandacht aan de beoordeling van alle significante fiscale risico’s. De actuele belastingpositie is naar beste inzicht in de jaarrekening verwerkt. Voortschrijdend inzicht, bijvoorbeeld als gevolg van definitieve aanslagen over eerdere jaren, kan leiden tot extra belastinglasten of -baten. Bovendien kunnen nieuwe belastingrisico’s ontstaan. Bij de waardering van latente belastingvorderingen, met name op het gebied van voorwaartse verliescompensatie en latenties verband houdende met de verschillen tussen fiscale boekwaarden en de boekwaarden in de jaarrekening van materiële vaste activa, worden aannames gemaakt omtrent de mate waarin en het moment waarop deze vorderingen kunnen worden gerealiseerd. Dit gebeurt onder meer op basis van businessplannen. Daarnaast worden bij het opstellen van de jaarrekening aannames gemaakt omtrent de tijdelijke en permanente verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waardering. De werkelijke situatie kan afwijken van de aannames die zijn gehanteerd bij de bepaling van latente belastingposities, onder meer als gevolg van verschillen van inzicht en veranderingen in fiscale wet- en regelgeving. Voorwaardelijke activa en verplichtingen Bij de bepaling van het voorwaardelijke karakter van voorwaardelijke activa en verplichtingen gaat het management uit van eigen oordeelsvorming, aannames en schattingen. Deze factoren zijn onderhevig aan veranderingen vanwege onder meer veranderende marktomstandig heden en specifieke gebeurtenissen.
Nieuwe en gewijzigde IFRS-standaarden die van toepassing zijn in 2010 De IASB en het IFRIC hebben nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties uitgebracht, die met ingang van boekjaar 2010 van toepassing zijn voor Nuon Energy. Deze standaarden en interpretaties kunnen alleen worden toegepast na goedkeuring door de Europese Commissie. Hieronder volgen de verslaggevingstandaarden die door de Europese Commissie zijn goedgekeurd en die van toepassing zijn op het boekjaar 2010.
IFRS 3 ‘Business combinations’ is herzien met als belangrijkste wijzigingen dat de kosten van acquisitie in de winst- en verliesrekening worden opgenomen in plaats van te worden geactiveerd als onderdeel van goodwill, en dat bij stapsgewijze overnames de totale goodwill wordt bepaald door het voorheen aangehouden aandelenbelang tegen reële waarde op overnamedatum te herwaarderen, in plaats van de goodwill per stap afzonderlijk te bepalen. Daarnaast mogen overnemende partijen minderheidsbelangen in een overgenomen partij waarderen, ofwel tegen het evenredige deel van het minderheidsbelang in de nettoactiva, ofwel tegen reële waarde. In dit kader is IAS 27 ‘Consolidated and separate financial statements’ gewijzigd met als belangrijkste aanpassing dat wijzigingen in het eigendomsbelang die niet tot verlies van zeggenschap leiden, worden verwerkt als eigen-vermogenstransacties. De herziene IFRS 3 en gewijzigde IAS 27 worden prospectief toegepast op bedrijfscombinaties waarvoor de overnamedatum valt op of na het begin van boekjaar 2010. De volgende wijzigingen, interpretaties of herzieningen zijn goedgekeurd door de Europese Commissie, maar hebben geen of geen materieel effect op Nuon Energy: ■■ Wijzigingen in IFRS 2: ‘Group cash-settled share-based payment transactions’; ■■ Wijzigingen in IAS 32: ‘Classification of right issues’; ■■ Wijzigingen in IAS 39: ‘Financial instruments: Recognition and measurement: Eligible hedged items’; ■■ Verbeteringen op IFRS (april 2009); ■■ Wijzigingen op IFRIC 9 en IAS 39: ‘Embedded derivatives’; ■■ IFRIC 12: ‘Service concession’; ■■ IFRIC 15: ‘Agreements for the construction of real estate’; ■■ IFRIC 16: ‘Hedges of a net investment in a foreign operation’; ■■ IFRIC 17: ‘Distribution of non-cash assets to owners’; ■■ IFRIC 18: ‘Transfers of assets from customers’; ■■ Wijzigingen in IFRS 1; ‘Limited exemption from comparative IFRS 7 disclosures for first-time adopters’; ■■ Wijzigingen in IFRS 1: ‘Additional exemptions for first-time adopters’.
Nog niet van toepassing zijnde en niet vervroegd toegepaste wijzigingen in waarderingsgrondslagen Naast bovengenoemde nieuwe en gewijzigde standaarden, hebben de IASB en het IFRIC tot en met 2010 nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties uitgebracht, die na het boekjaar 2010 van toepassing zullen zijn. Deze standaarden en interpretaties zullen pas van toepassing zijn nadat ze zijn goedgekeurd door de Europese Commissie. Nuon Energy is bezig de gevolgen hiervan voor de jaarrekening in kaart te brengen. De volgende nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties zijn goedgekeurd door de Europese Commissie, maar hebben geen of geen materieel effect op Nuon Energy: ■■ Wijzigingen in IFRIC 14: ‘Prepayments of a minimum funding requirement’; ■■ Herziening in IAS 24: ‘Related party disclosures’; ■■ IFRIC 19: ‘Extinguishing financial liabilities with equity instruments’.
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
De volgende nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties zijn na boekjaar 2011 van toepassing op Nuon Energy, maar worden alleen toegepast als zij worden goedgekeurd door de Europese Commissie: ■■ Wijziging in IFRS 7: ‘Financial instruments: disclosures’. Nuon Energy is op dit moment, voor zover van toepassing, de invloed van deze wijzigingen aan het analyseren; ■■ IFRS 9 ‘Financial instruments: recognition and measurement’. Deze standaard is onderdeel van de complete herziening van de huidige IAS 39 ‘Financial instruments: Recognition and measurement’. Deze standaard heeft betrekking op een reductie van het aantal categorieën van financiële activa en waarvan de belangrijkste categorieën aangehouden tot einde looptijd en reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening zijn. Voor bepaalde investeringen in eigen-vermogeninstrumenten, is het toegestaan om de mutatie in de reële waarde van deze instrumenten te verantwoorden in de post Overig totaalresultaat gedurende het jaar en welke niet via het resultaat loopt in geval van desinvestering. De regels rondom bijzondere waardevermindering, hedge-accounting en het niet langer opnemen zullen aan de standaarden worden toegevoegd. Aangezien nog niet alle onderdelen van de standaard afgerond zijn, heeft Nuon Energy de invloed van de nieuwe standaard nog niet beoordeeld; ■■ Verbeteringen op IFRS (mei 2010). Deze verbeteringen betreffen relatief geringe aanpassingen op de huidige standaarden en inter pretaties. Deze verbeteringen hebben geen effect op Nuon Energy.
Grondslagen voor consolidatie Dochterondernemingen De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van Nuon Energy en haar dochterondernemingen. Dochterondernemingen zijn ondernemingen waarop Nuon Energy, direct of indirect, beslissende invloed uitoefent over zowel het operationele als het financiële beleid teneinde daar voordelen uit te behalen. Om te bepalen of er sprake is van beslissende invloed van Nuon Energy worden de bestaande en potentiële stemrechten, die thans uitoefenbaar of converteerbaar zijn, in aanmerking genomen, alsmede het bestaan van andere overeenkomsten die Nuon Energy in staat stellen het operationele en financiële beleid te bepalen. De activa, verplichtingen en resultaten van dochterondernemingen worden integraal geconsolideerd. De resultaten van geconsolideerde dochterondernemingen die zijn verkregen gedurende het jaar worden meegenomen vanaf de datum waarop de beslissende zeggenschap over deze ondernemingen door Nuon Energy is verkregen. Deze ondernemingen worden gedeconsolideerd vanaf het moment waarop door Nuon Energy geen beslissende zeggenschap meer kan worden uitgeoefend. De belangen van derden in het Eigen vermogen en het Resultaat na belastingen worden separaat gepresenteerd als ‘Minderheidsbelangen’ respectievelijk ‘Resultaat na belastingen toerekenbaar aan minderheidsbelangen’. De post Minderheidsbelangen op de balans omvat het aandeel van minderheidsbelangen in de reële waarde van de geïdentificeerde bezittingen en verplichtingen van de dochterondernemingen op de datum van de acquisitie en het aandeel van de minderheidsbelangen in de wijzigingen in het Eigen vermogen vanaf deze datum. De zogeheten overnamemethode (of ‘acquisition method’) wordt toegepast bij de verwerking van overnames van dochterondernemingen door de Nuon Energy Groep. De kostprijs van een overname wordt bepaald door op de datum van
1 15
overname de reële waarde van de overgedragen activa, de uitgegeven eigen-vermogensinstrumenten en de aangegane of overgenomen schulden te bepalen. De identificeerbare activa en verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen die zijn overgenomen bij een acquisitie worden bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde op acquisitiedatum, onafhankelijk van de omvang van het aan minderheidsbelangen toe te rekenen deel (zie tevens de waarderingsgrondslagen betreffende goodwill). Intercompany-transacties, balansposten en ongerealiseerde winsten op transacties met en tussen dochterondernemingen worden geëlimineerd. Ongerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd, tenzij de transactie aanleiding geeft tot het verantwoorden van een bijzonder waardeverminderingsverlies. De waarderingsgrondslagen van dochterondernemingen zijn indien van toepassing aangepast om een consistente toepassing van waarderingsgrondslagen binnen de Nuon Energy Groep te waarborgen. Geassocieerde deelnemingen en joint ventures Geassocieerde deelnemingen zijn die entiteiten waarop Nuon Energy, direct of indirect, invloed van betekenis uitoefent op het financiële en operationele beleid, maar waarover Nuon Energy geen beslissende zeggenschap heeft. Over het algemeen is sprake van invloed van betekenis indien Nuon Energy tussen de 20% en 50% van de stemrechten kan uitoefenen. Joint ventures zijn overeenkomsten waarbij Nuon Energy, tezamen met één of meerdere partijen, activiteiten uitvoert waarbij alle partijen gezamenlijk de zeggenschap uitoefenen. Investeringen in geassocieerde deelnemingen en belangen in joint ventures worden gewaardeerd volgens de ‘equity method’. De waardering bij eerste opname vindt plaats tegen historische kostprijs. De boekwaarde van de geassocieerde deelneming of de joint venture omvat de goodwill (gecorrigeerd voor eventuele bijzondere waardeverminderingen die zich hebben voorgedaan) die bij de verwerving van de geassocieerde deelneming of het aangaan van de joint venture is betaald en het aandeel van Nuon Energy in de wijzigingen in het eigen vermogen van de geassocieerde deelneming respectievelijk de joint venture na het moment van verwerving respectievelijk het aangaan ervan. In het geval dat de (gecumuleerde) verliezen van de geassocieerde deelneming en/ of joint venture de boekwaarde overstijgen, worden deze verliezen niet meer verwerkt, tenzij Nuon Energy de verplichting heeft, of betalingen heeft gedaan, om deze verliezen aan te zuiveren. In dat geval wordt ten laste van het resultaat een voorziening getroffen. Ongerealiseerde winsten op transacties tussen de Nuon Energy Groep en haar geassocieerde deelnemingen of joint ventures worden geëlimineerd naar rato van het belang van de groep in de geassocieerde deelneming of de joint venture. Ongerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd, tenzij de transactie aanleiding geeft tot het verantwoorden van een bijzonder waardeverminderingsverlies. De waarderingsgrondslagen van geassocieerde deelnemingen en joint ventures worden indien nodig aangepast om een consistente toepassing van waarderingsgrondslagen binnen de Nuon Energy Groep te realiseren.
Inhoudsopgave Jaarrekening 116 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Reikwijdte van de consolidatie In deze jaarrekening is separaat een overzicht opgenomen van de belangrijkste dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en joint ventures. De lijst met gegevens betreffende de kapitaalbelangen, zoals bedoeld in de artikelen 379 en 414 van Boek 2 Titel 9 BW, is gedeponeerd ten kantore van het Handelsregister te Amsterdam. In februari 2010 werd overeenstemming bereikt over de verkoop van Nuon Deutschland GmbH door Nuon Energy aan het Duitse energie bedrijf ENERVIE AG (voorheen bekend als SEWAG). De aandelenoverdracht is definitief geworden op 18 maart 2010. De betreffende activa en verplichtingen zijn in de balans per 31 december 2009 verantwoord als activa en verplichtingen van een groep aangehouden voor verkoop. In 2010 heeft Nuon haar 50%-aandeel in het Vleemo windpark verkocht aan groene energieontwikkelaars Electrawinds en Aspiravi, in ruil voor het verkrijgen van de volledige eigendom van Nuon Wind Belgium S.A. (voorheen ‘Les Eoliennes de Perwez’), een windpark in Wallonië. Dit windpark heeft drie turbines en heeft een totaal geïnstalleerd vermogen van 4,5 MW.
Omrekening van vreemde valuta Functionele en presentatievaluta De posten in de jaarrekening van iedere entiteit die tot de Nuon Energy Groep behoort, worden geadministreerd in de valuta van de primaire economische omgeving waarin de betrokken entiteit opereert (‘de functionele valuta’). De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld in euro’s, de functionele en presentatievaluta van Nuon Energy. Omrekening van transacties en balansposten in vreemde valuta Transacties in vreemde valuta worden omgerekend naar de functionele valuta tegen de op dat moment geldende valutakoers. Monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per balansdatum. Valutaomrekeningsverschillen voortvloeiend uit de afwikkeling van in vreemde valuta luidende transacties, respectievelijk voortvloeiend uit de omrekening per balansdatum, worden in het resultaat verwerkt, tenzij deze worden verwerkt in het eigen vermogen als kasstroomafdekking of afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit. Omrekeningsverschillen op niet-monetaire activa, zoals geïnvesteerde activa die tegen reële waarde worden gewaardeerd met verwerking van de waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, worden verwerkt als onderdeel van de mutatie in de reële waarde van de desbetreffende post. Omrekeningsverschillen op de balans en resultaten van dochterondernemingen De activa en verplichtingen van dochterondernemingen waarvan de functionele valuta afwijkt van de euro worden omgerekend tegen de slotkoers per balansdatum, terwijl de resultaten worden omgerekend tegen de gemiddelde valutakoers over de periode. De daaruit voortvloeiende omrekeningsverschillen worden verantwoord in de post Overig totaalresultaat en opgenomen in het Eigen vermogen onder de post Reserve translatieverschillen. Omrekeningsverschillen die ontstaan bij de omrekening van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten, leningen en andere valuta-instrumenten die dienen als afdekking van netto-investeringen, worden verantwoord in
de post Overig totaalresultaat en opgenomen in het Eigen vermogen. Indien een buitenlandse entiteit wordt verkocht, worden de daarmee samenhangende omrekeningsverschillen in het resultaat verwerkt als onderdeel van het resultaat op de verkoop. Goodwill als gevolg van de overname van een buitenlandse entiteit wordt beschouwd als actiefpost van de buitenlandse entiteit en wordt omgerekend tegen de slotkoers.
Bijzondere waardeverminderingen Indien gebeurtenissen of veranderingen in omstandigheden hiertoe aanleiding geven, wordt vastgesteld of er sprake is van een bijzondere waardevermindering van materiële vaste activa, immateriële activa of andere niet tegen reële waarde gewaardeerde activa. Voor goodwill wordt jaarlijks vastgesteld of er sprake is van een bijzondere waardevermindering door de boekwaarde te vergelijken met de realiseerbare waarde. Een bijzonder waardeverminderingsverlies – het verschil tussen de boekwaarde en realiseerbare waarde – wordt verwerkt in de winst- en verliesrekening. Om bijzondere waardeverminderingen te bepalen, worden activa gegroepeerd op het laagste niveau waarop deze separaat identificeerbare kasstromen genereren. Deze groepering van activa wordt aangeduid als kasstroomgenererende eenheid. Voor goodwill geldt dat het niveau waarop groepering van activa plaatsvindt, overeenkomt met de wijze waarop intern de goodwill door het management wordt beoordeeld, echter niet op een hoger niveau dan de managementrapportage op basis van segmenten. Bijzondere waardeverminderingen van kasstroomgenererende eenheden worden in eerste instantie gealloceerd aan de goodwill van de kasstroomgenererende eenheid (of groep van kasstroomgenererende eenheden) en vervolgens pro rata aan de boekwaarde van de overige activa van de kasstroomgenererende eenheid. De realiseerbare waarde is de hoogste van de verkoopprijs, verminderd met de kosten om het actief te verkopen, en de bedrijfswaarde. Bij het bepalen van de bedrijfswaarde worden geschatte toekomstige kas stromen contant gemaakt tegen een disconteringsvoet vóór belastingen. Deze disconteringsvoet reflecteert de tijdswaarde van geld en de risico’s die specifiek met het betrokken actief verband houden. Indien dat actief niet zelfstandig kasstromen genereert, wordt de realiseerbare waarde bepaald voor de kasstroomgenererende eenheid waarvan het desbetreffende actief deel uitmaakt. Indien een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is opgehouden te bestaan, wordt dit slechts teruggedraaid ten gunste van het resultaat tot het bedrag van de oorspronkelijke boekwaarde, verminderd met reguliere afschrijvingen en amortisatie tot het moment van terugboeking van het verlies. Bijzondere waardeverminderingsverliezen op goodwill worden niet teruggedraaid.
Beëindigde bedrijfsactiviteiten, activa en/of groep aangehouden voor verkoop Vaste activa en activa die behoren tot afzonderlijk belangrijke activiteiten die worden aangehouden voor de verkoop, alsmede de verplichtingen die daaraan zijn toe te wijzen, worden separaat getoond op de balans. Als een groep activa en verplichtingen in een enkele transactie moet worden afgestoten, worden de activa en verplichtingen beschouwd als een groep voor verkoop aangehouden, waarvan de activa en ver-
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
plichtingen separaat op de balans worden getoond. Activa en/of groepen aangehouden voor verkoop worden als zodanig aangemerkt indien Nuon Energy zich heeft gecommitteerd het betrokken actief en/of de groepen te verkopen, het verkoopproces in gang is gezet en de vermoedelijke verkoop naar verwachting binnen één jaar zal plaatsvinden nadat het betrokken actief en/of de groep als aangehouden voor de verkoop wordt geclassificeerd. Op deze activa wordt niet meer afgeschreven, maar vindt afwaardering plaats naar de reële waarde, verminderd met de verwachte verkoopkosten indien deze waarde lager is dan de boekwaarde. Indien de verkoop niet binnen één jaar heeft plaatsgevonden, worden de activa alsmede de verplichtingen die daaraan zijn toe te wijzen niet langer separaat getoond op de balans, tenzij de overschrijding van de eenjaarsperiode het gevolg is van gebeurtenissen of omstandigheden waarover Nuon Energy geen controle heeft en Nuon Energy vasthoudt aan haar plan om het betrokken actief en/of de groep te verkopen. De activa en/of groepen die worden aangehouden voor verkoop en de daarbij behorende verplichtingen worden in de balans separaat verantwoord vanaf het moment dat deze als zodanig worden aangemerkt. De vergelijkende cijfers in de balans worden op dit punt niet aangepast, aangezien de post activa aangehouden voor verkoop en bijbehorende verplichtingen de activa, respectievelijk verplichtingen weergeeft die op balansdatum worden aangemerkt als aangehouden voor de verkoop. Een beëindigde bedrijfsactiviteit is een component van de bedrijfsactiviteiten die is of zal worden afgestoten of geclassificeerd wordt als aangehouden voor verkoop, een belangrijke productlijn of geografisch gebied vertegenwoordigt, onderdeel is van een plan om de productlijn af te stoten, of een dochteronderneming is die is verworven met wederverkoop als enig oogmerk. De resultaten uit beëindigde bedrijfsactiviteiten omvatten de resultaten over het gehele boekjaar tot aan het moment van afsluiting, onafhankelijk van het moment waarop de activiteiten als beëindigde bedrijfsactiviteiten zijn aangemerkt. De vergelijkende cijfers worden eveneens aangepast.
Materiële vaste activa De post Materiële vaste activa is onderverdeeld in de volgende categorieën: ■■ Terreinen en gebouwen; ■■ Elektriciteit genererende activa; ■■ Netwerken; ■■ Gasvelden en platforms; ■■ Overige vaste bedrijfsmiddelen; ■■ Activa in uitvoering. De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen historische kostprijs, verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De historische kostprijs omvat alle uitgaven die direct zijn toe te rekenen aan de aanschaf van de materiële vaste activa of de productie ervan voor eigen gebruik. De kostprijs van activa die intern zijn geproduceerd, bevatten de directe kosten van materialen, arbeid en andere directe productiekosten die aan de productie van het actief zijn toe te wijzen, respectievelijk de kosten die benodigd zijn om het actief in operationele staat te brengen. Kosten van leningen die verband houden met de aanschaf en/of vervaardiging van materiële vaste activa of met activa in uitvoering worden geactiveerd als het actief geïdentificeerd wordt als een kwalificerend actief in overeenstemming met IAS 23.
117
De kosten die worden gemaakt voor de vervaardiging of aanschaf van een materieel vast actief na het moment van ingebruikname worden slechts geactiveerd indien aannemelijk is dat deze kosten toekomstige economische voordelen zullen genereren en mits deze kosten betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. Afhankelijk van de situatie worden deze investeringen begrepen in de boekwaarde van de desbetreffende activa of worden deze separaat geactiveerd. Uitgaven voor onderhoud worden direct ten laste van het resultaat gebracht in het jaar dat deze worden gemaakt. De kostprijs bevat tevens de contante waarde van de geschatte kosten van ontmanteling en opruiming van het actief en de kosten die worden gemaakt om het terrein, indien van toepassing, terug te brengen in de oorspronkelijke staat, voor zover daartoe een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting bestaat. Deze kosten worden geactiveerd op het moment van aanschaf of op een later tijdstip bij het ontstaan van de verplichting. In beide gevallen worden de geactiveerde kosten afgeschreven over de verwachte resterende levensduur van het betrokken actief. Materiële vaste activa, met uitzondering van gasvelden en platforms, worden afgeschreven op basis van de lineaire methode, rekening houdend met de verwachte restwaarde, over de verwachte gebruiksduur van de verschillende componenten waaruit het betrokken actief bestaat. Gasvelden en platforms worden afgeschreven op basis van de ‘unit of production’-methode. De basis voor afschrijvingen is het verwachte resterende productievolume (de geschatte gasreserves) en wordt jaarlijks op basis van erkend industriegebruik bepaald. Nieuwe ontdekkingen tijdens winningactiviteiten kunnen het verwachte resterende productievolume ook tussentijds doen wijzigen. Het afschrijvingsbedrag per unit wordt zodoende voor de komende periode aangepast aan het nieuwe verwachte resterende productievolume. De gebruiksduren van de componenten waaruit de activacategorieën bestaan, zijn als volgt opgebouwd: ■■ Op terreinen wordt niet afgeschreven; ■■ Gebouwen: 20 tot 50 jaar; ■■ Elektriciteit genererende activa: 20 tot 35 jaar; ■■ Netwerken: 5 tot 60 jaar; ■■ Gasvelden en platforms: jaarlijks bepaald op basis van het verwachte resterende productievolume; ■■ Overige vaste bedrijfsmiddelen: 3 tot 63 jaar; ■■ Op activa in aanbouw wordt niet afgeschreven. De verwachte gebruiksduur, de restwaarde en afschrijvingsmethoden worden jaarlijks opnieuw geëvalueerd en indien nodig aangepast. Winsten of verliezen bij afstoting worden bepaald aan de hand van de opbrengsten en de op moment van afstoting geldende boekwaarde.
Immateriële vaste activa Goodwill Goodwill betreft het bedrag waarmee de overnameprijs de reële waarde van de identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de door Nuon Energy overgenomen dochteronder nemingen, joint ventures of geassocieerde deelnemingen overtreft. Goodwill betaald bij de overname van dochterondernemingen wordt verantwoord onder de post immateriële vaste activa. Goodwill betaald bij de overname van een geassocieerde deelneming of joint venture
Inhoudsopgave Jaarrekening 118 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
wordt begrepen in de verkrijgingsprijs van de betrokken geassocieerde deelnemingen of joint venture. Indien de overnameprijs lager is dan de reële waarde van de overgenomen identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen (negatieve goodwill), wordt dit verschil direct in het resultaat verwerkt. De boekwaarde van goodwill omvat de historische kostprijs verminderd met de cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. Jaarlijks wordt door middel van impairment tests vastgesteld of sprake is van een bijzondere waardevermindering van goodwill. Bij de bepaling van het resultaat op het afstoten van een entiteit of kasstroomgenererende eenheid wordt rekening gehouden met de goodwill. Exploratie- en evaluatieactiva Exploratie- en evaluatieactiva betreffen de geactiveerde kosten met betrekking tot de exploratie naar en evaluatie van gasreserves. Voorbeelden van kosten die in aanmerking kunnen komen voor activering zijn exploratierechten, geologische en andere studies, en exploratieboringen met betrekking tot ofwel vermoedelijke of mogelijke reserves onder evaluatie, ofwel vermoedelijke vindplaatsen. Kosten die niet in aan merking komen voor activering zijn kosten gemaakt voordat exploratie rechten zijn verworven en overige algemene kosten die niet gerelateerd zijn aan een specifieke exploratieput. Exploratie- en evaluatieactiva worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. Op exploratie- en evaluatieactiva wordt niet afgeschreven. Nuon Energy past de zogenaamde ‘successful efforts’-methode toe voor exploratie- en evaluatie-uitgaven. Dit houdt in dat wanneer een bepaalde put als technisch uitvoerbaar en economisch levensvatbaar wordt aangemerkt en een managementbesluit tot ontwikkeling is genomen of binnen een jaar genomen zal worden conform het meest recente businessplan, de geactiveerde kosten worden gereclassificeerd naar materiële vaste activa – activa in uitvoering. Een put die niet voldoet aan deze criteria wordt als niet-succesvol aangemerkt en de reeds geactiveerde kosten worden als bijzondere waardevermindering in het resultaat opgenomen. Concessies, vergunningen en licenties Concessies, vergunningen en licenties worden gewaardeerd tegen historische kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Afschrijving vindt plaats over de geschatte gebruiksduur van de activa, op basis van de lineaire methode. De duur van de concessies en licenties wordt gebruikt als gebruiksduur. Verwerking van emissierechten Nuon Energy maakt voor de verwerking van emissierechten onderscheid tussen de rechten die voor eigen gebruik zijn bestemd, die dienen om het benodigde aantal rechten voor de daadwerkelijke uitstoot te dekken, en de rechten die worden gehouden voor handelsdoeleinden. De rechten die voor eigen productie zijn bestemd, worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. Op het moment dat de werkelijke uitstoot de hoeveelheid beschikbare rechten overschrijdt, wordt voor het tekort een verplichting gevormd ten laste van het resultaat tegen marktprijzen. Deze verplichtingen worden vervolgens gewaardeerd tegen reële waarde (marktprijzen) totdat additionele emissierechten worden gekocht om het tekort te neutraliseren. Winsten of verliezen ten gevolge
van veranderingen in de reële waarde van deze tekorten worden in de resultatenrekening verantwoord onder Bedrijfskosten in de periode waarin zij ontstaan. De handelspositie in emissierechten wordt verwerkt tegen marktprijzen en wijzigingen hierin worden direct in het resultaat verwerkt. Bij de handelspositie in Certified Emission Reductions (CER’s) wordt rekening gehouden met de mogelijkheid om CER’s om te zetten in (Europese) emissierechten.
Investeringen en Onderzoek en ontwikkeling Uitgaven aan onderzoeksactiviteiten gericht op het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technische kennis en inzicht worden als last in de winst- en verliesrekening opgenomen op het moment dat zij worden gedaan. Ontwikkelingsactiviteiten behelzen een plan of ontwerp voor de productie van nieuwe of substantieel verbeterde producten en processen. Ontwikkelingskosten worden alleen geactiveerd als zij betrouwbaar kunnen worden vastgesteld, het product of proces technisch en economisch haalbaar is, toekomstige economische voordelen waarschijnlijk zijn en Nuon Energy het voornemen en voldoende middelen heeft om de ontwikkeling te voltooien en het actief in gebruik te nemen of te verkopen. Geactiveerde ontwikkelingskosten worden gewaardeerd op historische kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De historische kosten omvatten de kosten van materiaal, directe arbeid, algemene kosten die direct toerekenbaar zijn aan het gereedmaken van het actief voor het beoogde gebruik en, indien van toepassing, interestkosten. Alle overige ontwikkelingskosten worden als last in de winst- en verliesrekening opgenomen op het moment dat zij worden gedaan.
Financiële instrumenten Algemeen IFRS schrijft voor dat financiële activa, waaronder begrepen commodityderivatencontracten voor handelsdoeleinden, in een van de volgende categorieën worden gerubriceerd: tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, aangehouden tot einde looptijd, leningen en vorderingen, en beschikbaar voor verkoop. Nuon Energy kent alleen financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening en leningen en vorderingen. Financiële verplichtingen, waaronder begrepen commodity-derivatencontracten voor handelsdoeleinden, moeten in een van de volgende categorieën worden gerubriceerd: tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verlies rekening en overige financiële verplichtingen. De classificatie is afhankelijk van het doel waarvoor de financiële activa en verplichtingen werden verworven. Het management bepaalt hoe financiële activa en verplichtingen bij eerste opname worden geclassificeerd. Financiële activa worden niet langer op de balans opgenomen wanneer de rechten op kasstromen uit het actief zijn verlopen of overgedragen en Nuon Energy de risico’s en voordelen van het eigendom voor het merendeel heeft overgedragen. Financiële activa en verplichtingen worden gesaldeerd en het nettobedrag wordt opgevoerd in de balans als er een juridisch afdwingbaar recht bestaat om de opgenomen bedragen te salderen en het de intentie is om op nettobasis af te wikkelen dan wel het actief te verkopen en tegelijkertijd de verplichting af te wikkelen.
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
Financiële activa Financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening Financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening zijn financiële activa aange houden voor handelsdoeleinden. Een financieel actief wordt in deze categorie gerubriceerd als het in de eerste plaats is verworven om op korte termijn te worden verkocht. Derivaten worden gerubriceerd als aangehouden voor handelsdoeleinden. Tegen reële waarde met ver werking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening opgevoerde financiële activa worden bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij transactiekosten in de winst- en verlies rekening worden opgenomen. Financiële activa worden vervolgens verantwoord tegen reële waarde. Winsten of verliezen ten gevolge van veranderingen in de reële waarde van de categorie financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, worden in de periode waarin zij ontstaan in de winst- en verliesrekening gepresenteerd onder Netto-omzet uit de verkoop van goederen en levering van diensten of Financiële baten en lasten. De classificatie is afhankelijk van de aard van het derivatencontract (bijvoorbeeld commodity-, rente- of valutacontract). Leningen en vorderingen Leningen en vorderingen zijn financiële activa, niet zijnde derivaten, met vaste of fluctuerende ontvangsten die niet genoteerd zijn in een actieve markt. Zij worden opgenomen onder vlottende activa, met uitzondering van instrumenten met een looptijd van meer dan 12 maanden gerekend vanaf het einde van de verslagperiode. Deze laatste worden geclassificeerd als vaste activa. De leningen en vorderingen van Nuon Energy omvatten de balansposten Overige financiële activa, Handels- en overige vorderingen en Liquide middelen (noten [4], [7] en [8]). Leningen en vorderingen worden bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde, gecorrigeerd voor transactiekosten. Daarna worden de leningen en vorderingen opgevoerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode. Indien de reële waarde van deze financiële activa is afgedekt, wordt de geamortiseerde kostprijs gecorrigeerd voor de aan het afgedekte risico toerekenbare winst of verlies. Deze correcties worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Bijzondere waardevermindering van financiële activa opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs Nuon Energy beoordeelt aan het einde van elke verslagperiode of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardevermindering van een financieel actief of een groep financiële activa. Een financieel actief heeft een bijzondere waardevermindering ondergaan als er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen als gevolg van een of meer gebeurtenissen die een negatief effect hebben op de geschatte toekomstige kasstromen uit het financiële actief dat betrouwbaar kan worden geschat. Om te bepalen of er objectieve aanwijzingen zijn voor een bijzonder waardeverminderingsverlies maakt Nuon Energy gebruik van indicatoren van de kredietkwaliteit van de leningnemer. De omvang van het verlies wordt berekend als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de contante waarde van geschatte toekomstige kasstromen (exclusief toekomstige kredietverliezen die nog niet zijn geleden), verdisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve-rentevoet
1 19
van het financieel actief. Het verlies wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening. Eerder opgenomen bijzondere waardeverminderingen kunnen worden teruggedraaid op grond van gewijzigde omstandigheden en/of schattingen. Financiële verplichtingen Financiële verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening Financiële verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening zijn financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden. Een financiële verplichting wordt in deze categorie gerubriceerd als deze in de eerste plaats is verworven om op korte termijn te worden verkocht. Derivaten worden gerubriceerd als aangehouden voor handelsdoeleinden tenzij ze zijn aangemerkt als derivaat voor eigen gebruik of als afdekkingsinstrument. Overige financiële verplichtingen Deze categorie bevat rentedragende en niet-rentedragende financiële verplichtingen die niet voor handelsdoeleinden worden aangehouden. Deze worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Handels verplichtingen hebben een korte verwachte looptijd en worden daarom gewaardeerd tegen nominale waarde, die de geamortiseerde kostprijs benadert. Overige financiële verplichtingen zijn financiële verplichtingen, niet zijnde een derivaat, met vaste of bepaalbare betalingen die niet genoteerd zijn in een actieve markt. Zij worden opgenomen onder vlottende verplichtingen, met uitzondering van verplichtingen met een looptijd van meer dan 12 maanden gerekend vanaf het einde van de verslagperiode. Deze laatste worden geclassificeerd als langlopende verplichtingen. De overige financiële verplichtingen van Nuon Energy omvatten de balansposten Rentedragende verplichtingen en Handels- en overige schulden (noten [10] en [15]). Overige financiële verplichtingen worden bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde, gecorrigeerd voor transactiekosten. Na eerste opname worden overige financiële verplichtingen opgevoerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode. Derivaten en de administratieve verwerking van afdekkingstransacties Algemeen Nuon Energy maakt gebruik van diverse soorten derivaten (termijncontracten, futures en swaps) om diverse financiële risico’s, valutarisico’s, grondstofprijsrisico’s en interestrisico’s af te dekken. Derivaten met een positieve marktwaarde worden afzonderlijk gerapporteerd onder de balanspost Vaste activa of Vlottende activa, terwijl derivaten met een negatieve marktwaarde afzonderlijk worden gerapporteerd onder de balanspost Langlopende verplichtingen of Kortlopende verplichtingen. Derivaten worden in eerste instantie opgenomen tegen de reële waarde op contractdatum. Deze reële waarde wordt daarna steeds geactualiseerd. De reële waarden worden afgeleid van marktprijzen die staan genoteerd in actieve markten, of door gebruikmaking van recente vergelijkbare markt transacties of waarderingsmethoden, zoals discounted cash flow-modellen en optiewaarderingsmodellen indien er geen actieve markt bestaat.
Inhoudsopgave Jaarrekening 12 0 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
De volledige reële waarde van een ter afdekking gebruikt derivaat wordt gerubriceerd als een vast actief of langlopende verplichting als de resterende looptijd van de afgedekte post meer dan 12 maanden is, respectievelijk als een vlottend actief of kortlopende verplichting als de resterende looptijd van de afgedekte post minder dan 12 maanden is. Handelsderivaten worden afhankelijk van de resterende looptijd van het derivaat gerubriceerd als vlottend dan wel vast. Verwerking van mutaties in de reële waarde van derivaten De verwerking van mutaties in de reële waarde van derivaten is afhankelijk van het doel waarvoor het derivaat wordt aangehouden: voor handelsdoeleinden of als afdekkingsinstrument; en, indien het laatste het geval is, van het risico dat wordt afgedekt. In principe worden alle mutaties in de reële waarde van derivaten in het resultaat verwerkt en worden alle energie commodity-contracten (olie, gas, kolen, elektriciteit, emissierechten en de gerelateerde posities in vreemde valuta) die netto gesaldeerd kunnen worden als derivaat aangemerkt. Op het algemene principe dat alle reële-waardemutaties in het resultaat moeten worden verwerkt, bestaan twee uitzonderingen: ■■ Commodity-contracten bestemd voor eigen gebruik voor de periode van 1 januari 2009 tot 30 juni 2009; ■■ Derivaten waar hedge accounting wordt toegepast. Commodity-contracten bestemd voor eigen gebruik Nuon Energy maakt gebruik van energie commodity-contracten voor de fysieke inkoop en verkoop van olie, kolen, gas en elektriciteit ten behoeve van de productie, inkoop en verkoop van energie. Tot 1 juli 2009 werd voor deze contracten ‘accrual accounting’ toegepast en werden de transacties op het moment van levering tegen de dan van toepassing zijnde prijzen verwerkt. Bij het aangaan van commodity-contracten werden de contracten geclassificeerd als zijnde bestemd voor eigen gebruik (buiten de scope van IAS 39), als aangehouden voor handelsdoeleinden of als afdekkingstransactie. Vanaf 1 juli 2009 wordt de meerderheid van de contracten voor eigen gebruik gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Op deze contracten wordt indien mogelijk hedge accounting toegepast. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de sectie ‘Het gebruik van beoordelingen, schattingen en veronderstellingen’ in de jaarrekening (kritische waarderingsgrondslagen). Derivaten waar hedge accounting wordt toegepast Nuon Energy maakt gebruik van derivaten om valutarisico’s op activa en verplichtingen en reële-waarde en kasstroomrisico’s die voortvloeien uit energie commodity-contracten af te dekken. Deze afdekkingstransacties zijn onder te verdelen in de volgende drie categorieën: 1. Reële-waardeafdekking: dit zijn afdekkingstransacties die dienen ter afdekking van het risico op schommelingen in de reële waarde van activa en/of verplichtingen op de balans, of een deel daarvan, of van vaststaande toezeggingen, of een deel daarvan, die het resultaat kunnen beïnvloeden. Een vaststaande toezegging betreft een bindende overeenkomst tot ruil van een bepaalde hoeveelheid economische middelen tegen een bepaalde prijs op een bepaalde datum respectievelijk data in de toekomst. Wijzigingen in de reële waarde van derivaten die als reële-waardeafdekking worden aangemerkt, worden in het resultaat verantwoord, tezamen met de
wijzigingen in de reële waarde van de (groep van) activa of verplichtingen die zijn toe te wijzen aan het afgedekte risico; 2. Kasstroomafdekking: dit zijn transacties ter afdekking van het risico op schommelingen in (toekomstige) kasstromen die het resultaat kunnen beïnvloeden. De afdekkingen zijn toewijsbaar aan een specifiek risico dat is gerelateerd aan een balanspost of een toekomstige transactie die hoogstwaarschijnlijk is. Het effectieve deel van de wijzigingen in de reële waarde van de hedge wordt in het Overig totaalresultaat onder de hedge-reserve verwerkt. Het nieteffectieve deel wordt verwerkt in het resultaat. De cumulatieve bedragen die in het Overig totaalresultaat zijn verwerkt, worden overgeheveld naar het resultaat in dezelfde periode als die waarin de afgedekte transactie in het resultaat wordt verwerkt. Echter, indien een afgedekte verwachte toekomstige transactie leidt tot opname op de balans van een niet-financieel actief of een niet-financiële verplichting, worden de cumulatieve waardemutaties van de afdekkingen begrepen in de initiële waardering van het betrokken actief respectievelijk de betrokken verplichting. Als een afdekking vervalt of wordt verkocht, of indien het afdekkingsinstrument niet langer voldoet aan de criteria voor de administratieve verwerking van afdekkingstransacties (‘hedge accounting’), blijft het cumulatieve resultaat in het eigen vermogen tot het moment waarop de verwachte toekomstige transactie in het resultaat wordt begrepen. Indien niet meer wordt verwacht dat een voorziene toekomstige transactie doorgang zal vinden, wordt het cumulatieve resultaat dat in het overig totaalresultaat was verwerkt overgeheveld naar het resultaat; 3. Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit: dit zijn afdekkingstransacties die het risico op schommelingen in de waarde van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten – waarvan de functionele valuta afwijkt van de euro – als gevolg van valutakoerswijzigingen afdekken. Indien de afdekking effectief is, wordt de mutatie in de reële waarde van de afdekkingstransacties verantwoord in het Overig totaalresultaat en opgenomen in het Eigen vermogen onder de Reserve translatieverschillen. Indien dit niet het geval is, wordt de waardemutatie verwerkt in het resultaat. Bij afstoting van een buitenlandse entiteit worden de cumulatieve waardemutaties van de afdekkingstransacties die zijn begrepen in het Eigen vermogen overgeheveld naar het resultaat.
Leasing Leases waarbij Nuon Energy optreedt als lessor Financiële leases Nuon Energy is een aantal leases aangegaan voor energiegerelateerde installaties. Indien vrijwel alle risico’s en voordelen die verband houden met de eigendom van de betrokken installaties zijn overgedragen aan de lessee, worden deze aangemerkt als financiële lease. De contante waarde van de termijnen, eventueel vermeerderd met de restwaarde, wordt als boekwaarde in de balans opgenomen. Geschatte restwaarden die zijn gebruikt bij de bepaling van de bruto-investering door Nuon Energy maar niet door andere partijen dan de lessee zijn gegarandeerd, worden periodiek beoordeeld. Indien de restwaarde naar verwachting lager zal zijn, wordt de afname van de vorderingen uit hoofde van financiële leases direct ten laste van het resultaat gebracht. De ontvangen leasetermijnen worden behandeld als terugbetalingen van, respectievelijk interestopbrengsten op, de hoofdsom die door Nuon Energy is geïnvesteerd. De interestopbrengsten betreffen de effectieve interest op de door Nuon Energy gedane netto-investering. De boekwaarde van de
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
door Nuon Energy in financiële leases geïnvesteerde bedragen worden verantwoord onder Overige financiële activa. Operationele leases Naast financiële leases is Nuon Energy een aantal operationele leases aangegaan voor energiegerelateerde installaties. Operationele leases betreffen leases die niet als financiële leases worden aangemerkt, waarbij de risico’s en voordelen die samenhangen met de eigendom van de betrokken activa niet, of nagenoeg niet geheel, zijn overgedragen aan de lessee. De activa die ter beschikking zijn gesteld aan derden onder operationele leases worden verantwoord onder de post Materiële vaste activa. De opbrengsten uit operationele leases worden lineair over de looptijd in de winst- en verliesrekening verwerkt. Leases waarbij Nuon Energy optreedt als lessee Financiële leases Nuon Energy is een aantal leases aangegaan voor energiegerelateerde installaties. Indien vrijwel alle risico’s en voordelen die verband houden met de eigendom van de betrokken installaties zijn overgedragen aan Nuon Energy, is er sprake van een financiële lease. In dat geval wordt in de balans een actief respectievelijk een verplichting opgenomen ter grootte van de reële waarde of, indien lager, de contante waarde van de toekomstige leaseverplichtingen. Afschrijving van het actief vindt plaats over de gebruiksduur van het actief of, indien korter, de looptijd van het leasecontract. Derhalve worden de leasetermijnen behandeld als een terugbetaling van de hoofdsom en een interestvergoeding voor de tegenpartij (lessor). De interestlasten weerspiegelen de effectieve interest op de door de lessor gedane investering. De activa die Nuon Energy van de lessor ter beschikking heeft gekregen onder financiële leases zijn verantwoord onder de post Materiële vaste activa. De daarbij behorende leaseverplichtingen worden verantwoord onder Langlopende verplichtingen. Operationele leases Operationele leases betreffen leases die niet worden geclassificeerd als financiële leases, waarbij de risico’s en voordelen die samenhangen met de eigendom van de betrokken activa niet, of niet nagenoeg geheel, zijn overgedragen aan de lessee. De kosten van operationele leases worden ten laste van het resultaat gebracht.
Voorraden Voorraden, met uitzondering van de voorraden kolen, olie en gas, worden gewaardeerd tegen kostprijs of, indien lager, netto realiseerbare waarde. Deze voorraden bestaan uit grond- en hulpstoffen, voorraden in bewerking, gereed product en reserveonderdelen. De kostprijs van de voorraden wordt bepaald op basis van de FIFO-methode (first in, first out). De netto realiseerbare waarde wordt bepaald aan de hand van de geschatte verkoopprijs onder normale bedrijfsomstandigheden, verminderd met de geschatte verkoopkosten. In afwijking van het voorgaande worden de voorraden kolen, olie en gas tegen reële waarde verminderd met verkoopkosten gewaardeerd, aangezien deze voorraden deel uit maken van de handelspositie in deze soorten commodity. Wijzigingen in de reële waarde van de voorraden kolen, olie en gas worden in het resultaat verwerkt in de periode waarin de wijziging zich voordoet.
121
Onderhanden werk Nuon Energy hanteert de ‘percentage of completion’-methode ter bepaling van de kosten en opbrengsten die in een bepaalde periode in het resultaat worden verwerkt. Indien de uitkomsten van een project niet op betrouwbare wijze kunnen worden geschat, worden slechts opbrengsten verantwoord ter grootte van de tot en met balansdatum gemaakte kosten die naar verwachting zullen worden goedgemaakt. Onderhanden werk omvat de bedragen die Nuon Energy nog tegoed heeft van haar opdrachtgevers uit hoofde van onderhanden werk, indien en voor zover de gemaakte kosten en gerealiseerde winsten, verminderd met de verliezen, de termijnbetalingen overschrijden. Nog niet betaalde termijnbedragen en inhoudingen worden in de balans als vlottende activa verantwoord onder de post Handels- en overige vorderingen. Onder de verplichtingen worden de bedragen opgenomen die Nuon Energy per saldo nog verschuldigd is aan haar opdrachtgevers, bestaande uit de gemaakte kosten en gerealiseerde winsten, verminderd met de termijnbetalingen en de verantwoorde verliezen. Termijnbetalingen ontvangen voor projecten waarvoor nog geen werk is verricht, worden als kortlopende verplichtingen verantwoord onder de post Handels- en overige schulden. De voortgang van het project wordt bepaald aan de hand van de kosten van het project die tot en met balansdatum zijn gemaakt, rekening houdend met inefficiënties, in verhouding tot de totale geschatte kosten van het project. Projectkosten worden verantwoord op het moment dat deze worden gemaakt. Indien de uitkomsten van het project betrouwbaar kunnen worden geschat en het aannemelijk is dat het project winstgevend zal zijn, wordt de winst op het project verantwoord over de periode waarin de uitvoering plaatsvindt. Verliezen op projecten worden direct in het resultaat verwerkt.
Liquide middelen De post Liquide middelen omvat alle financiële instrumenten die liquide zijn en waarvan de looptijd bij het aangaan van het instrument minder dan drie maanden bedraagt. De post Liquide middelen bestaat uit kas gelden, banktegoeden, tegoeden bij banken via de cash pool van de Vattenfall Groep, kortlopende deposito’s die zijn uitgezet bij de Vattenfall Groep, callgelden en andere kortlopende deposito’s. Uitstaande debetsaldi bij banken worden slechts onder de liquide middelen opgenomen indien Nuon Energy het recht heeft om debet- en creditsaldi met elkaar te verrekenen, deze debet- en creditsaldi uitstaan bij dezelfde tegenpartij en Nuon Energy de intentie heeft van dit recht gebruik te maken en er in de praktijk ook daadwerkelijk gebruik van maakt. Schulden aan kredietinstellingen worden verantwoord onder de post Rentedragende verplichtingen.
Bijdragen in aanleg, overheidssubsidies, investeringspremies en exploitatiesubsidies Bijdragen in aanleg Bijdragen in de aanleg en betalingen ontvangen van klanten, vastgoedontwikkelaars en lokale en regionale overheidsinstanties voor de gemaakte kosten voor elektriciteits- en gasinfrastructuur van nieuwe woon- en industrielocaties worden opgenomen tegen reële waarde en vervolgens als vooruitontvangen opbrengsten op de balans verantwoord.
Inhoudsopgave Jaarrekening 122 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
De vooruitontvangen opbrengsten worden geamortiseerd over de verwachte levensduur van de betrokken activa. Overheidssubsidies, investeringspremies en exploitatiesubsidies Overheidssubsidies, investeringspremies en exploitatiesubsidies worden verantwoord tegen reële waarde indien redelijke zekerheid bestaat dat aan de condities voor het verkrijgen van de subsidies of premies wordt of zal worden voldaan en dat het bedrag zal worden ontvangen. Na eerste opname worden subsidies en premies ontvangen voor investeringen in materiële vaste activa als vooruitontvangen opbrengsten in de balans opgenomen en geamortiseerd over de verwachte levensduur van de betrokken activa. Overheidssubsidies en exploitatiesubsidies die geen verband houden met investeringen in materiële vaste activa of andere vaste activa worden in het resultaat verwerkt op het moment dat de daarbij behorende kosten worden gemaakt.
Belastingen Latente belastingvorderingen en -verplichtingen voortvloeiend uit tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde, zoals blijkt uit de jaarrekening, en de fiscale boekwaarde, worden bepaald op basis van de tarieven voor de vennootschapsbelasting die thans gelden, respectievelijk die op basis van de bestaande wetgeving naar verwachting van toepassing zullen zijn ten tijde van de afwikkeling van de latente belastingvordering of -verplichting. Latente belastingvorderingen, ontstaan als gevolg van bijvoorbeeld operationele verliezen, worden opgenomen als redelijkerwijs kan worden aangenomen dat verrekening kan plaatsvinden met toekomstige fiscale winsten. Saldering van latente belastingvorderingen en -verplichtingen vindt slechts plaats indien Nuon Energy een wettelijk recht heeft tot verrekening van niet-latente belastingvorderingen en -verplichtingen en de vorderingen en verplichtingen verband houden met belastingen die door een en dezelfde (overheids)instantie worden geheven. Latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. De belastingen over het resultaat worden berekend op basis van de geldende tarieven voor de vennootschapsbelasting en gewaardeerd tegen nominale (niet gedisconteerde) waarde. Het effectieve-belastingtarief wordt beïnvloed door permanente verschillen tussen het fiscale en het in de jaarrekening gepresenteerde resultaat en door de mogelijkheden van voorwaartse verliescompensatie, voor zover geen latente belastingvorderingen uit hoofde van operationele verliezen zijn opgenomen.
Voorzieningen voor uitgestelde personeelsbeloningen Collectieve regelingen waarbij meerdere werkgevers zijn aangesloten Nuon Energy heeft een aantal toegezegd-pensioenregelingen en toegezegde-bijdrageregelingen waarbij over het algemeen premies worden betaald aan een pensioenfonds of verzekeringsmaatschappij. De belangrijkste pensioenregelingen, die zijn ondergebracht bij het ABP en bij het Pensioenfonds Metaal en Techniek, betreffen collectieve regelingen waarbij meerdere werkgevers zijn aangesloten. Deze regelingen betreffen in wezen toegezegd-pensioenregelingen, aangezien Nuon Energy geen toegang heeft tot de benodigde informatie.
De in het boekjaar betaalde pensioenpremies worden als pensioenlasten verwerkt in de jaarrekening. Ten aanzien van regelingen waarbij meerdere werkgevers zijn aangesloten, geldt tevens dat ingeval een contractuele overeenkomst bestaat waarin wordt bepaald hoe een surplus zal worden uitgekeerd aan de deelnemers of hoe een tekort zal worden gefinancierd, én de regeling administratief wordt verwerkt als een toegezegde-bijdrageregeling, een vordering respectievelijk verplichting wordt opgenomen die uit de contractuele overeenkomst voortvloeit. De resulterende baten of lasten worden in de winst- en verliesrekening verwerkt. De pensioenen van de meerderheid van de werknemers van Nuon Energy zijn ondergebracht bij het ABP en bij het Pensioenfonds Metaal en Techniek. Deze regelingen kennen geen contractuele bepalingen als hiervoor bedoeld. Derhalve is geen vordering of verplichting uit dien hoofde op de balans opgenomen. Overige langetermijnpersoneelsbeloningen De overige langetermijnpersoneelsbeloningen omvatten de regelingen, anders dan pensioenregelingen, waarvan de uitbetaling niet plaatsvindt binnen 12 maanden na het einde van de periode van het verrichten van arbeid door de betrokken werknemers. Deze regelingen bestaan uit de uitkeringen bij ziekte, jubileumuitkeringen en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen aan voormalige werknemers, voorwaardelijke bonussen en extra vakantiedagen vanaf een bepaalde leeftijd. Deze regelingen zijn niet ondergebracht bij pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen. De verplichting voor de overige langetermijnpersoneelsbeloningen op de balans bestaat uit de contante waarde van de toegekende rechten. Indien van toepassing, worden schattingen gemaakt voor bijvoorbeeld toekomstige salarisstijgingen, personeelsverloop en soortgelijke factoren. Deze factoren komen tot uiting in de calculatie van de voorziening. Wijzigingen in de omvang van de verplichting als gevolg van een wijziging in actuariële veronderstellingen, respectievelijk wijzigingen in regelingen worden direct in het resultaat verwerkt. De aan het dienstjaar toe te rekenen kosten en de interestdotatie aan de voorziening worden in het resultaat verwerkt onder Personeelskosten. Ontslagvergoedingen Ontslagvergoedingen zijn vergoedingen als gevolg van hetzij het besluit van Nuon Energy om de arbeidsrelatie met een werknemer te beëindigen vóór de reguliere pensioneringsdatum, hetzij vanwege het besluit van een werknemer om op vrijwillige basis in te stemmen met beëindiging van de arbeidsrelatie. De aard en het bedrag van de ontslagvergoeding zijn vastgelegd in het Sociaal Plan, dat periodiek wordt heronderhandeld. Een voorziening wordt slechts getroffen indien Nuon Energy een gedetailleerd plan voor het ontslag heeft opgesteld, het plan is goedgekeurd en gecommuniceerd, en er geen realistische mogelijkheid is dat dit plan op een later tijdstip wordt ingetrokken. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting nodig zijn ter afwikkeling van de verplichting inzake ontslagvergoedingen, tenzij de tijdswaarde van geld significant is. In dat geval wordt de voorziening gewaardeerd tegen contante waarde.
Overige voorzieningen Voorzieningen worden gevormd indien: ■■ Per balansdatum een juridisch afdwingbare en/of feitelijke verplichting bestaat die voortvloeit uit gebeurtenissen voor de balansdatum;
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
■■
■■
Het aannemelijk is dat er een uitstroom van middelen zal plaatsvinden om de verplichting af te wikkelen; Een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van de verplichting.
Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting nodig zijn, tenzij het effect van de tijdswaarde van geld significant is. In dat geval worden de voorzieningen gewaardeerd tegen contante waarde.
Opbrengsten uit hoofde van verkochte goederen en geleverde diensten Deze opbrengsten bestaan uit de volgende componenten: ■■ Levering van goederen – elektriciteit, gas en warmte en koude; de verwerking van opbrengsten uit hoofde van de levering van elektriciteit, gas, warmte en koude en overige energiegerelateerde producten vindt plaats op het moment waarop levering plaatsvindt aan de klant, de verkoopprijs is overeengekomen en de ontvangst van de opbrengst redelijkerwijs kan worden verondersteld. Over de omzet geheven omzetbelasting (BTW) en regulerende energiebelasting (REB), kortingen en bonussen worden niet in de omzet begrepen. Daarnaast maakt Nuon Energy gebruik van derivaten waarmee financiële risico’s (met name prijsrisico’s) van verkoopcontracten worden afgedekt, zoals energie commodity-contracten, swaps en opties. De resultaten die verband houden met deze afdekkingstransacties zijn mede onder deze post begrepen; ■■ Levering van goederen – verwarmingsapparatuur en overige apparatuur; de verwerking van opbrengsten uit hoofde van de levering van verwarmings- en overige apparatuur vindt plaats op het moment dat levering of installatie plaatsvindt, waarbij vrijwel alle risico’s en voordelen met betrekking tot de eigendom worden overgedragen, de verkoopprijs is overeengekomen en de ontvangst van de opbrengst redelijkerwijs kan worden verondersteld; ■■ Onderhanden werk: dit betreft de opbrengsten gegenereerd door het uitvoeren van (constructie)werkzaamheden voor derden, waarbij de opbrengsten worden bepaald op basis van de ‘percentage of completion’-methode; ■■ Inkomsten uit hoofde van operationele leases; deze worden lineair over de duur van het contract ten gunste van het resultaat gebracht; ■■ Levering van diensten/onderhoudscontracten; de ontvangen bedragen voor onderhoudscontracten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben; ■■ Reële-waardeveranderingen van energie commodity-contracten. Deze post omvat de volgende categorieën reële-waardeveranderingen: ■■ Handelsactiviteiten; Nuon Energy handelt in olie-, gas-, kolen- en andere energie commodity-contracten, alsmede in opties en swaps, binnen door de Raad van Bestuur gestelde limieten en randvoorwaarden. De handelsportefeuille wordt tegen marktwaarde gewaardeerd en de mutaties in de reële waarde van de openstaande energie commodity-contracten worden in de winst- en verliesrekening verwerkt; ■■ Mutaties in de reële waarde van commodity-contracten die zijn bestemd voor eigen gebruik; Nuon Energy gebruikt energie commodity-contracten voor de fysieke aan- en verkoop van grondstoffen en energie. Deze contracten worden aangemerkt als contracten voor eigen gebruik. Gezien de onzekerheden met betrekking tot de toekomstige productie vindt optimalisatie plaats en deze leidt ertoe dat de verwachte en ingedekte inkoop, verkoop
■■
123
en productie afwijken van de werkelijke inkoop, verkoop en productie. Op grond hiervan werd tot 1 juli 2009 een deel van de commodity-contracten die bestemd zijn voor eigen gebruik gewaardeerd tegen reële waarde en werden deze mutaties in de winst- en verliesrekening verwerkt. Vanaf 1 juli 2009 wordt het merendeel van de contracten voor eigen gebruik gewaardeerd tegen reële waarde en wordt waar mogelijk hedge accounting toegepast; Het niet-effectieve deel van afdekkingsinstrumenten; Nuon Energy maakt gebruik van commodity-contracten om de (prijs)risico’s die voortvloeien uit de verwachte toekomstige verkopen van elektriciteit en gas en uit de inkopen ten behoeve van de elektriciteitsproductie c.q. de inkoop van elektriciteit van derden af te dekken. Deze contracten worden aangemerkt als kasstroomafdekkingen (cash flow hedges). Uit de periodieke effectiviteitsmeting kan blijken dat (een deel van) de afdekkingsinstrumenten niet als effectief kunnen worden aangemerkt. De mutaties in de reële waarde van het niet-effectieve deel van de afdekkingsinstrumenten worden dan in de winst- en verliesrekening verwerkt.
De omzet wordt verantwoord in de periode waarin de levering van goederen en diensten heeft plaatsgevonden tegen de reële waarde van de transactie. Daarnaast geldt dat omzet slechts wordt verantwoord indien risico’s en voordelen van de eigendom zijn overgedragen aan de koper, het waarschijnlijk is dat de economische voordelen naar Nuon Energy zullen toevloeien en de opbrengst betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Overige bedrijfsopbrengsten De overige bedrijfsopbrengsten bestaan onder meer uit de volgende posten: ■■ Amortisatie van bijdragen in aanleg, overheidssubsidies, investeringspremies en exploitatiesubsidies; verwezen wordt naar de waarderingsgrondslagen inzake dit onderwerp; ■■ Resultaat uit hoofde van het afstoten van activa (met inbegrip van dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen); dit betreft het saldo van de netto-opbrengst uit hoofde van verkopen en de boekwaarde van het afgestoten actief. Winsten en verliezen uit hoofde van de afstoting van activa worden gesaldeerd weergegeven; ■■ Diensten aan de voormalig aandeelhouder en haar dochtermaatschappijen en externe partijen, zoals activiteiten van het Customer Care Center.
Kosten van inkoop van energie, grond- en hulpstoffen Deze post omvat de kosten van gas en elektriciteit die van derden zijn ingekocht en de gebruikte grondstoffen voor de opwekking van elektriciteit ten behoeve van de levering aan de klanten van Nuon Energy. Nuon Energy maakt gebruik van derivaten voor het afdekken van financiële risico’s (hoofdzakelijk prijsrisico’s) op inkoopcontracten, zoals energie commodity-contracten, swaps en opties. De resultaten die verband houden met deze afdekkingsinstrumenten zijn mede in deze post begrepen. De kosten van grond- en hulpstoffen die zijn gebruikt bij de levering van goederen en diensten zijn eveneens in deze post begrepen.
Geactiveerde productie voor eigen gebruik Deze post omvat onder meer de kosten van het eigen personeel, gemaakt in het kader van investeringsprojecten.
Inhoudsopgave Jaarrekening 124 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Financiële baten De financiële baten bestaan uit interestbaten op financiële (rente dragende) activa, zijnde leningen, vorderingen, liquide middelen en de rekening-courantverhouding met onze voormalige aandeelhouder n.v. Nuon (tot 30 juni 2009), berekend op basis van de effectieveinterestmethode.
Financiële lasten De financiële lasten bestaan uit de volgende posten: ■■ Interestlasten; deze post omvat de interestlasten op de rentedragende verplichtingen, berekend op basis van de effectieve-interestmethode. Ook lasten die verband houden met de tijdswaarde van voorzieningen worden meegerekend. Daarnaast zijn hierin begrepen de overige kosten van financiering, zoals kosten van letters of credit, bereidstellingsprovisies, etc.; ■■ Beëindigingsvergoedingen cross border lease; deze post omvat de kosten verbonden aan het beëindigen van cross border leases; ■■ Valutaresultaten; deze post omvat valutaresultaten die voortvloeien uit de omrekening van transacties in vreemde valuta en van financiële activa en verplichtingen en derivaten die luiden in vreemde valuta, met uitzondering van resultaten uit hoofde van kasstroomafdekkingen en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten, die in eerste aanleg in het Eigen vermogen worden verwerkt;
■■
utaties in de reële waarde van rentederivaten; hiertoe worden ook M gerekend derivaten die worden gebruikt als reële-waardeafdekkingen. Bovendien worden onder deze post de daarmee corresponderende aanpassingen van de geamortiseerde kostprijs van financiële activa en verplichtingen voor het afgedekte risico begrepen.
Grondslagen voor het geconsolideerd kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode, waarbij voor de herleiding van de mutatie in de liquide middelen wordt uitgegaan van het resultaat na belastingen volgens de winst- en verliesrekening. Koers- en omrekeningsverschillen worden geëlimineerd voor zover deze niet tot een kasstroom hebben geleid. Daarnaast worden niet-contante transacties (zoals financiële leases) uitgesloten van de Kasstromen die worden aangewend voor/voortvloeien uit investeringsen/of financieringsactiviteiten. De financiële gevolgen van de verwerving dan wel afstoting van dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen komen afzonderlijk tot uiting in de Kasstroom uit investeringsactiviteiten. In verband hiermee komen de getoonde kasstromen niet overeen met de mutaties in de posten zoals die in de geconsolideerde balansen worden vermeld. De definitie van liquide middelen die gebruikt wordt in het kasstroomoverzicht, bevat ook de bankschulden die als kortlopende rentedragende verplichtingen zijn opgenomen.
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
1 25
Noot 1 Materiële vaste activa Materiële vaste activa € miljoen
Bedrijfs gebouwen en - terreinen
Elektriciteit genererende activa
Overige Gasvelden en vaste bedrijfs platforms middelen
Netwerken
Activa in uitvoering
Totaal
Stand per 1 januari 2009 Aanschafwaarde
68
1.373
389
342
756
810
3.738
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
-27
-646
-141
-57
-411
–
-1.282
41
727
248
285
345
810
2.456
674
Boekwaarde per 1 januari 2009 Mutaties 2009 Investeringen
–
7
24
56
67
520
Nieuwe consolidaties
8
2
4
–
14
4
32
Desinvesteringen
-1
–
-1
–
-8
-71
-81
Afschrijvingen
-3
-67
-13
-121
-64
–
-268
Bijzondere waardeverminderingen
–
–
-7
–
-4
–
-11
Terugname bijzondere waardeverminderingen
–
–
10
–
32
–
22
Herrubriceringen en overige mutaties
20
47
1
159
57
-371
-87
Totaal
24
11
8
94
72
82
291
117
1.461
424
556
885
892
4.335
-52
-723
-168
-177
-468
–
-1.588
65
738
256
379
417
892
2.747
Afschrijvingen
2 – – -3
1 – – -82
4 – – -18
12 – – -142
49 13 -3 -71
880 – -1 –
948 13 -4 -316
Bijzondere waardeverminderingen
-8
–
-29
–
-29
–
-66
Terugname bijzondere waardeverminderingen
–
–
6
–
–
–
6
1 -8
126 45
80 43
79 -51
60 19
-267 612
79 660
Aanschafwaarde
120
1.588
505
647
991
1.504
5.355
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
-63
-805
-206
-319
-555
–
-1.948
57
783
299
328
436
1.504
3.407
Stand per 31 december 2009 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
Boekwaarde per 31 december 2009 Mutaties 2010 Investeringen Nieuwe consolidaties Desinvesteringen
Herrubriceringen en overige mutaties
Totaal Stand per 31 december 2010
Boekwaarde per 31 december 2010
Inhoudsopgave Jaarrekening 126 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Financieringskosten De financieringskosten van Nuon Energy die zijn toe te wijzen aan de aanschaf, productie of bouw van gekwalificeerde activa bedroegen € 14 miljoen (2009: nihil) en zijn opgenomen in het bedrag aan investeringen.
Operationele leases In de post Materiële vaste activa is een bedrag van € 74 miljoen (2009: € 68 miljoen) opgenomen die verband houdt met activa waarvoor Nuon Energy operationele leasecontracten heeft afgesloten en waarbij Nuon Energy de lessor is.
Investeringen De investeringen in materiële vaste activa hebben voornamelijk betrekking op investeringen in de multi-fuel elektriciteitscentrale Nuon Magnum in Eemshaven, twee gasgestookte elektriciteitscentrales in Amsterdam en Diemen en onderhoud.
Nieuwe consolidaties De post Nieuwe consolidaties in 2010 heeft betrekking op Nuon Wind Belgium S.A. (voorheen ‘Les Eolliennes de Perwez’), een windpark in Wallonië.
Bijzondere waardeverminderingen en terugname van bijzondere waardeverminderingen In 2010 is een bedrag van € 60 miljoen (2009: € 21 miljoen baten) verantwoord aan bijzondere waardeverminderingen. Dit bedrag bestaat uit een bijzondere waardevermindering van € 66 miljoen (2009: € 11 miljoen) gesaldeerd voor terugname van bijzondere waarde verminderingen van € 6 miljoen (2009: € 32 miljoen). Teneinde de bijzondere waardeverminderingen respectievelijk de terugname ervan te kunnen bepalen, zijn voor de desbetreffende activa tests uitgevoerd om vast te stellen of er sprake is van bijzondere waarde vermindering (impairment tests). In vrijwel alle gevallen is de bedrijfswaarde van het betrokken actief gehanteerd voor de bepaling van de realiseerbare waarde. Bij de bepaling van de waarde hanteert Nuon Energy een disconteringsvoet voor belastingen van 8,6% (2009: 9,4%). De disconteringsvoet is onder andere gewijzigd door veranderingen in de marktrentes. Op basis van een gevoeligheidsanalyse is vastgesteld dat een toename van de disconteringsvoet voor belastingen met 0,5% slechts een gering effect zou hebben op de uitkomst van de impairment test. De belangrijkste veronderstellingen die het management heeft gehanteerd bij de bepaling van de ingeschatte toekomstige kasstromen van de elektriciteit genererende activa, zijn ontleend aan het businessplan voor de komende vijf jaar. Voor de periode na deze vijf jaar is een restwaarde
bepaald die is gebaseerd op de verwachte levensduur van de activa. De opbrengsten die worden gebruikt in de toekomstige kasstroomprognoses, zijn gebaseerd op langetermijnprijsprognoses. Voor de bepaling van langetermijnprijsprognoses zijn geen marktgegevens beschikbaar. Derhalve zijn deze door het management zelf bepaald. In de bepaling van de langetermijnprijsprognoses is met verschillende factoren rekening gehouden, zoals de verwachte toekomstige vraag naar elektriciteit en prijsprognoses, verwachtingen over toekomstige prijzen van brandstoffen en emissierechten, verwachtingen met betrekking tot de toekomstige productiecapaciteit in Noord-Europa – zowel duurzaam als de traditionele –, verwachte veranderingen op het gebied van politiek en wet- en regelgeving die een impact hebben op de samenstelling van de productieportfolio in macro-economische zin en verwachte veranderingen op het gebied van subsidies. De langetermijnprijsprognoses zijn centraal door houdstermaatschappij Vattenfall bepaald en zijn het resultaat van een grondig groepsbreed proces dat werd geleid door Group Strategy, en waarbij deskundigen vanuit de gehele organisatie zijn betrokken. Tot 2009 werd de bedrijfswaarde van de elektriciteit genererende activa – die werd gebruikt voor de toetsing op bijzondere waardevermindering – berekend op basis van geschatte toekomstige productie, prijzen, investeringen en operationele uitgaven, ofwel de intrinsieke waarde. Met ingang van 2010 wordt bij de waardering van elektriciteit genererende faciliteiten voor de uitvoering van zowel impairment tests als interne evaluaties (bijvoorbeeld investeringsbesluiten) ook rekening gehouden met de zogenaamde flexibiliteitswaarde. Hoewel dit waardeconcept altijd heeft bestaan, werd deze in het verleden niet meegenomen in de bepaling van prognoses van de toekomstige kasstromen van de elektriciteit genererende activa. Echter, het management is van mening dat het totaal van de intrinsieke waarde en de flexibiliteitswaarde een beter inzicht geeft in de werkelijke waarde van de elektriciteit genererende faciliteiten, voor zowel impairment tests, als voor interne evaluaties. Het concept van de flexibiliteitswaarde vloeit voort uit het feit dat de meeste elektriciteitscentrales een technische mate van flexibiliteit hebben die de eigenaar de mogelijkheid biedt om te reageren op de actuele marktprijsontwikkeling. In het geval van lage prijzen op de spotmarkt kan een centrale haar bezettingsgraad verlagen of zelfs stopzetten in de periode dat de productie van elektriciteit economisch niet verantwoord is. Aan de andere kant kan de elektriciteitscentrale worden aangezet of kan de bezettingsgraad worden verhoogd in het geval dat de spotprijzen mogelijkheid bieden tot positieve productiemarges. In de klassieke optietheorie leidt deze asymmetrie in potentieel te verdienen marges tot een extra waardecomponent, die de tijdswaarde van de optie wordt genoemd. Deze tijds- of flexibiliteitswaarde hangt voornamelijk af van twee bepalende elementen: enerzijds de volatiliteit van toekomstige energieprijzen, anderzijds de technische flexibiliteit van de elektriciteitscentrales. De technische flexibiliteit is de drijvende kracht achter beslissingen om een centrale in te zetten indien de spotmarkt daar
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
mogelijkheden toe biedt. Beide elementen zijn grondig geanalyseerd en gemodelleerd in een groepsbreed proces, waarbij deskundigen van de afdelingen Group Asset Management, Vattenfall Energy Trading, Group Risk Management en Energy Business Management zijn betrokken. De huidige marktprijssituatie, zoals vastgelegd in de langetermijnprijs projecties, leidt tot een lager dan verwachte bezettingsgraad – of: toekomstige productie – van de huidige portfolio van elektriciteitscentrales. Als gevolg hiervan wordt de flexibiliteitswaarde van deze centrales hoger, aangezien een lage bezettingsgraad mogelijkheden biedt tot het genereren van extra flexibiliteitswaarde in het geval dat de spotprijzen leiden tot positieve productiemarges. Een exploitant van een portfolio van elektriciteitscentrales bepaalt welke centrales het eerst worden aangewend: de merit order. Elektriciteitscentrales die lager op de merit order staan hebben in principe een hogere flexibiliteitswaarde, aangezien deze centrales capaciteit beschikbaar hebben om extra elektriciteit te produceren in geval van positieve ontwikkelingen op het gebied van de productiemarge. Een aantal van onze nieuwere centrales heeft een relatief hoge flexibiliteitswaarde, aangezien deze lager op de merit order staan als gevolg van de technische specificaties zoals de mogelijkheid om verschillende brandstoffen te gebruiken in Nuon Magnum. De flexibiliteitswaarde, gebaseerd op een disconteringsvoet van 8,6% voor belastingen, heeft € 1,3 miljard (na belasting) bijgedragen aan de totale bedrijfswaarde. De toepassing van flexibiliteitswaarde leidt tot een bedrijfswaarde die € 0,4 miljard hoger is dan de boekwaarde. Exclusief de flexibiliteitswaarde zou de bedrijfswaarde dus € 0,9 miljard lager zijn dan de boekwaarde van de elektriciteitscentrales. Een stijging of daling van de disconteringsvoet met 0,5% heeft een beperkte invloed op de flexibiliteitswaarde. Berekening van de flexibiliteitswaarde De flexibiliteitswaarde wordt gerealiseerd via de dagelijkse productie optimalisatie. Naast de modellering van de inzet van de elektriciteitscentrales, wordt de flexibiliteitswaarde bepaald door een veelheid van simulatiescenario’s voor toekomstige prijzen voor elektriciteit, brandstoffen en CO2-rechten te berekenen. De calibratie van deze scenario’s houdt rekening met de fundamentele dynamiek van de markt, met inbegrip van het historische alsook het verwachte toekomstige niveau van volatiliteit. De referentiewaarden voor de bepaling van de flexibiliteitswaarde voor de komende jaren zijn gebaseerd op spreadsimulaties in combinatie met algoritmen ten aanzien van de inzet van de indivi duele centrales. Bepaalde veronderstellingen zijn gehanteerd in het rekenmodel om bij te dragen aan een prudente waardering. De referentiewaarden voor de bepaling van de flexibiliteitswaarde zijn berekend voor 2011 en 2012. Voor de jaren na 2012 is verondersteld dat deze marges in potentie niet méér afwijken van de oorspronkelijke forward curve voor 2012 dan deze
127
in potentie zouden doen voor het jaar 2012. Dit leidt tot een conservatieve waardering, aangezien de toekomstvoorspellende kracht van verwachte prijzen (de forward curve) kleiner is voor perioden die meer in de toekomst liggen. De referentiewaarden voor 2011 en 2012 zijn aangepast om rekening te houden met de beschikbaarheid van de activa. Voor de huidige centrales zijn de beschikbaarheidschattingen gebaseerd op 2009, het laatste volledige productiejaar welke beschikbaar was ten tijde van de berekeningen. Voor nieuwe projecten is een gemiddelde beschikbaarheid van 90% verondersteld om de beschikbaarheid te corrigeren voor de gevolgen van revisies en ongeplande uitval. Om de intern berekende flexibiliteitswaarde te valideren, heeft Vattenfall de Universiteit van Duisburg-Essen (Duitsland) verzocht om een onafhankelijke berekening van de flexibiliteitswaarde uit te voeren voor een aantal vergelijkbare energiecentrales. De uitkomst van de door de Universiteit van Duisburg-Essen uitgevoerde berekeningen is geëvalueerd en heeft niet geleid tot significante verschillen tussen de twee berekeningen. Daarom zijn er geen aanpassingen gemaakt in het concept en de berekeningen van de flexibiliteitswaarde. Vattenfall en de universiteit zijn overeengekomen om de geringe verschillen tussen de resultaten te analyseren door follow-up activiteiten uit te voeren in de vorm van kwantitatieve gedetailleerde testen van spreadsimulaties. In aanvulling op de benchmark door de Universiteit van Duisburg-Essen, is de Universiteit van Bergen (Noorwegen) erbij betrokken om het concept van de flexibiliteitswaarde en de simulatiemodellen die zijn gebruikt te beoordelen. Op de datum van dit verslag was deze studie nog niet afgerond.
Waarde van activa aangehouden onder financiële leases De waarde van activa aangehouden onder financiële leases bedroeg aan het eind van 2010 € 18 miljoen (2009: € 22 miljoen) en is begrepen in de post Overige vaste bedrijfsmiddelen. Deze financiële leases hebben betrekking op materiële vaste activa ten behoeve van de productie van met name duurzame energie, zoals windparken en elektriciteit genererende activa op basis van zonne-energie en biomassa. De in een cross border lease ondergebrachte warmtenetten van Alliander N.V. waren medio 2008 onderverhuurd via een ‘sub-sublease’ aan N.V. Nuon Warmte, onderdeel van Nuon Energy. Dit heeft plaats gevonden in het kader van de uitvoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer en de voorbereiding van de splitsing van onze voormalige aandeelhouder n.v. Nuon. Het ‘striprisk’ (het gedeelte van de ‘termination value’ – dat wil zeggen de bij een voortijdig einde van de transactie mogelijk door Nuon aan N.V. Alliander te betalen vergoeding – dat niet uit de hiertoe aangehouden deposito’s en beleggingen kan worden voldaan) voor deze leases dat door Nuon Energy wordt gedragen, bedroeg aan het eind van 2009 $ 46 miljoen (2009: $ 71 miljoen). Aangezien deze ‘sub-subleases’ nog operationeel zijn, is voor dit ‘striprisk’ geen verplichting in de balans opgenomen.
Inhoudsopgave Jaarrekening 128 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Noot 2 Immateriële vaste activa Immateriële vaste activa € miljoen
Exploratie- en evaluatieactiva
Goodwill
Overige immateriële vaste activa
Totaal
Stand per 1 januari 2009 Aanschafwaarde
207
74
38
319
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
-27
–
-3
-30
Boekwaarde per 1 januari 2009
180
74
35
289
Mutaties 2009 Investeringen
–
8
16
24
Aankoop/verkoop emissierechten
–
–
30
30 -17
Bijzondere waardeverminderingen
-17
–
–
Herwaardering
–
–
-3
-3
Herrubricering en overige mutaties
4
76
–
80
-13
84
43
114
Aanschafwaarde
210
158
81
449
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
-43
–
-3
-46
Boekwaarde per 31 december 2009
167
158
78
403
– – – – 1 1
2 – -2 – -62 -62
2 -38 -5 1 -1 -41
4 -38 -7 1 -62 -102
211
98
45
354
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
-43
-2
-8
-53
Boekwaarde per 31 december 2010
168
96
37
301
Totaal Stand per 31 december 2009
Mutaties 2010 Investeringen Aankoop/verkoop emissierechten Bijzondere waardeverminderingen Herwaardering Herrubricering en overige mutaties
Totaal Stand per 31 december 2010 Aanschafwaarde
De post Overige immateriële vaste activa bestaat uit concessies, vergunningen en licenties, en CO2-emissierechten. Concessies, vergunningen en licenties worden afgeschreven op basis van de looptijd. Herrubricering en overige mutaties houden verband met de reclassificatie van bewezen reserves naar Materiële vaste activa.
Intern gegenereerde immateriële activa De post Overige immateriële vaste activa bevat € 2 miljoen aan intern gegenereerde immateriële activa.
Goodwill De goodwill heeft betrekking op de acquisitie van E&P NL (per 31 december 2010: € 121 miljoen) en overige groepsmaatschappijen (met name verkoopactiviteiten) die in het verleden zijn gekocht. Aan het eind van 2010 zijn tests op bijzondere waardeverminderingen uitgevoerd. Hierbij is de bedrijfswaarde als uitgangspunt genomen. De bedrijfswaarde is bepaald op basis van de meest recente businessplannen (inclusief langetermijnverwachtingen) uitgaande van een disconteringsvoet voor belastingen van 8,6% (2009: 9,4%) voor alle kasstroom genererende eenheden. Op basis van een gevoeligheidsanalyse is vastgesteld dat een toename van de disconteringsvoet voor belastingen
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
met 0,5% slechts een gering effect zou hebben op de uitkomst van de impairment test. De disconteringsvoet is aangepast op basis van veranderingen in de marktrentes. De belangrijkste uitgangspunten die in deze businessplannen en langetermijnverwachtingen zijn opgenomen, betreffen inschattingen ten aanzien van gasreserves, aantal aansluitingen, de meest recente inschattingen van de tarieven en inschattingen voor operationele kosten, andere kosten en investeringen. Voor een belangrijk deel zijn deze uitgangspunten gebaseerd op ervaringen uit het verleden. Het Strategisch
129
Plan beslaat een periode van vijf jaar en de terminal value wordt bepaald aan de hand van de verwachte kasstromen aan het einde van de businessplanperiode. Voor de jaren na het Strategische Plan is een gering groeipercentage gehanteerd. De bijzondere waardevermindering in Exploratie- en evaluatieactiva (€ 2 miljoen) heeft betrekking op een put die niet technisch uitvoerbaar en economisch levensvatbaar was. De bijzondere waardevermindering van € 5 miljoen in Overige immateriële vaste activa, is met name gerelateerd aan gekapitaliseerde onderzoeks- en ontwikkelingskosten.
Noot 3 Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures € miljoen
Geassocieerde deelnemingen 2010 2009 17 23
Boekwaarde per 1 januari
Joint ventures 2010 2009 93 105
Mutaties
Totaal
10 – 2 -1 – 11
Boekwaarde per 31 december
28
Investeringen Desinvesteringen Aandeel in resultaat Ontvangen dividend Valutaomrekeningsverschillen en overige mutaties
-6
– -2 15 -23 – -10
17
83
– – 2 -9 1
– – 14 -28 2 -12 93
In 2010 is € 24 miljoen (2009: € 37 miljoen) aan dividenden ontvangen van geassocieerde deelnemingen en joint ventures.
Financiële gegevens geassocieerde deelnemingen Per 31 december € miljoen
Activa
Verplichtingen
Winst/ (verlies)
Omzet
% belang
Boek waarde
2009 B.V. NEA, Nederland
68
–
3
4
23
14
Overig
3
Totaal
17
2010 Overig
14 14
Totaal
28
B.V. NEA, Nederland
68
–
3
4
23
Inhoudsopgave Jaarrekening 130 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Financiële gegevens joint ventures Per 31 december € miljoen
Vaste activa
Vlottende activa
Lang lopende verplichtingen
Kort lopende verplichtingen
13
29
1
Omzet
Kosten
% belang
Boek waarde
2009 NoordzeeWind C.V., Nederland
181
46
15
50
82
Overig
11
Totaal
93
2010 Overig
74 9
Totaal
83
NoordzeeWind C.V., Nederland
170
10
28
3
42
15
50
Noot 4 Overige financiële activa Overige financiële activa € miljoen
Leningen en vorderingen Effectief interestpercentage 2009
Vorderingen uit hoofde van financiële leases
Totaal
3%
-
5
4
Verstrekte leningen
5
–
5
Nieuwe consolidaties
21
–
21
Valutaomrekeningsverschillen en overige mutaties
-4
-4
-8
Totaal
22
-4
18
Boekwaarde per 31 december 2009
27
–
27
3%
-
Totaal
11 2 -3 10
– – – –
11 2 -3 10
Boekwaarde per 31 december 2010
37
–
37
Boekwaarde per 1 januari 2009
9
Mutaties 2009
Effectief interestpercentage 2010
Mutaties 2010 Verstrekte leningen Nieuwe consolidaties Valutaomrekeningsverschillen en overige mutaties
De boekwaarde van de post Overige financiële activa bestond aan het eind van 2010 uit vorderingen en leningen gedenomineerd in euro en vorderingen uit hoofde van financiële leases. Nieuwe consolidaties in 2009 hebben met name te maken met finalisering van de opsplitsing van voormalig aandeelhouder n.v. Nuon.
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
131
Noot 5 Derivaten Derivaten
Per 31 december € miljoen
Vlottende activa 2010 2009
Kortlopende verplichtingen 2010 2009
Vaste activa 2010 2009
Langlopende verplichtingen 2010 2009
Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden Commodity-contracten olie Commodity-contracten gas Commodity-contracten kolen Commodity-contracten energie Commodity-contracten overig Vreemdevalutacontracten Overige derivaten
Totaal
204 816 516 612 78 47 – 2.273
192 891 286 1.124 90 55 – 2.638
101 367 265 135 136 46 – 1.050
119 748 209 291 118 68 – 1.553
239 782 528 603 62 29 7 2.250
224 1.007 256 1.183 73 47 7 2.797
307 275 97 145 101 37 – 962
359 522 85 311 81 47 – 1.405
Kasstroomafdekkingen Commodity-contracten olie Commodity-contracten gas Commodity-contracten kolen Commodity-contracten energie Commodity-contracten overig Vreemdevalutacontracten
Totaal Effect netting-overeenkomsten
Totaal
4 155 37 26 – 21 243
119
25 87 16 14 – 22 164
-1.591
-1.909
925
848
Derivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde. Vanaf 1 juli 2009 wordt het merendeel van de commodity-derivaten voor eigen gebruik ook gewaardeerd tegen reële waarde. Hedge accounting wordt indien mogelijk toegepast. Het brutoderivatensaldo daalde ten opzichte van
6 72 1 16 – 24
132
9 – 1 42 1 4 57
-589
-911
625
774
42 82 4 4 – –
209
– 1 – 33 2 11 47
99
-1.599
-1.932
-581
-888
708
1.074
428
616
4 68 36 89 2 10
– 19 1 56 1 22
vorig jaar vanwege de daling in handelsvolumes in nagenoeg alle typen commodities, wat met name werd veroorzaakt door de lage volatiliteit in de marktprijzen.
Noot 6 Voorraden Voorraden
Per 31 december € miljoen
2010
2009
Gereed product
23 190
82
Totaal
213
104
Grond- en hulpstoffen
22
Inhoudsopgave Jaarrekening 132 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
De voorraad gereed product omvat tevens de handelsvoorraad kolen, gas en olie. Ultimo 2010 bedroeg de waarde van deze voorraad, die onderdeel vormt van de handelspositie en tegen reële waarde wordt gewaardeerd, € 187 miljoen (2009: € 78 miljoen). De toename heeft met name te maken met het vullen van de gasopslagfaciliteiten.
In 2010 heeft een afwaardering van de voorraad naar nettobedrijfswaarde plaatsgevonden van € 1 miljoen (2009: nihil). De cumulatieve afwaardering van de voorraden naar nettobedrijfswaarde, die in de boekwaarde per 31 december 2010 is opgenomen, bedraagt € 9 miljoen (2009: € 8 miljoen).
Noot 7 Handels- en overige vorderingen Handels- en overige vorderingen Per 31 december € miljoen
Debiteuren - reguliere verkopen Debiteuren - handelsactiviteiten Bijzondere waardeverminderingen van debiteuren
2010 554 250 -68
2009 573 162 -64
Nettohandelsvorderingen
736
671
Belastingen en premies sociale verzekeringen
15 704 382
456
1.837
1.500
Overige vorderingen Overlopende activa
Totaal
Het saldo van de debiteuren uit hoofde van reguliere verkopen betreft met name energiedebiteuren in de zakelijke en consumentenmarkt. De debiteuren uit handelsactiviteiten hebben een debiteurentermijn van maximaal een maand, aangezien deze veelal worden verrekend in de maand volgend op facturering. Ultimo boekjaar bedraagt de bijzondere
2 371
waardevermindering van het uitstaande debiteurensaldo € 68 miljoen (2009: € 64 miljoen). De last uit hoofde van bijzondere waardevermindering op debiteuren in de winst- en verliesrekening over 2010 bedraagt € 22 miljoen (2009: € 41 miljoen).
Kortlopende belastingvorderingen/(verplichtingen) Per 31 december € miljoen
2010
2009
Vennootschapsbelasting
17
-18
Totaal
17
-18
Noot 8 Liquide middelen Liquide middelen Per 31 december € miljoen
2010 Banktegoeden Vattenfall Groep cash pool Deposito's Vattenfall Groep deposito's
Totaal
2009
306 364 9 525
775
1.204
1.250
131 337 7
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
Het effectieve-interestpercentage op direct opvraagbare tegoeden en kortetermijndeposito’s varieert van 0,29% tot 0,81% (2009: 0,33% tot 0,54%). De daling wordt met name veroorzaakt door de daling van de tarieven op de rentemarkten. De liquide middelen worden nagenoeg geheel in euro’s aangehouden. Onder liquide middelen zijn liquide middelen en deposito’s opgenomen ter waarde van € 27 miljoen (2009: € 95 miljoen) waarover Nuon Energy niet vrijelijk kan beschikken. Dit bedrag houdt verband met liquide middelen die bij de bank worden aangehouden en als onderpand zijn verstrekt en gebruikt worden voor betalingen aan margin calls om transacties op commodity-beurzen af te dekken. Het bedrag aan liquide middelen is bruto gepresenteerd, het negatieve saldo aan liquide middelen van € 182 miljoen per jaareinde 2010 is verantwoord onder korte termijn rentedragende verplichtingen.
Noot 9 Eigen vermogen Maatschappelijk kapitaal Gedurende 2009 is het maatschappelijk kapitaal van Nuon Energy gewijzigd vanwege de opsplitsing van voormalig aandeelhouder n.v. Nuon en de overname van Nuon Energy door Vattenfall. Deze wijzigingen en gerelateerde gebeurtenissen zijn als volgt samen te vatten. Ten behoeve van de juridische splitsing van voormalige moedermaatschappij n.v. Nuon, is Zoo B.V., een 100%-dochteronderneming van n.v. Nuon, opgericht. De statuten van Nuon Energy zijn gewijzigd, waarbij de samenstelling van het maatschappelijk kapitaal van 10.000.000 gewone aandelen met een nominale waarde van € 100 is gewijzigd in 50.000.000 aandelen A en 150.000.000 aandelen B, beide met een nominale waarde van € 5 per aandeel. Als gevolg van deze aanpassing is het aandelenbelang van n.v. Nuon in N.V. Nuon Energy (bestaande uit 5.000.000 gewone aandelen) gewijzigd in 100.000.000 aandelen B. Op 30 juni 2009 is de juridische afsplitsing van Nuon Energy van n.v. Nuon geëffectueerd. Hierdoor verkreeg Zoo B.V. 100.000.000 aandelen B (100% van het geplaatste aandelenkapitaal) in Nuon Energy. Tegelijkertijd met deze afsplitsing verkregen de aandeelhouders van n.v. Nuon 100% van het aandelenkapitaal in Zoo B.V., in overeen stemming met hun proportionele belang in n.v. Nuon. Vervolgens is het maatschappelijk-aandelenkapitaal van Nuon Energy gewijzigd in € 1.500.000.000, bestaande uit 150.000.000 aandelen A en 150.000.000 aandelen B, beide met een nominale waarde van € 5 per aandeel. Tegelijkertijd vond een juridische fusie tussen Zoo B.V. en Nuon Energy plaats, met Zoo B.V. als de verdwijnende vennootschap. Vervolgens trok Nuon Energy de 100.000.000 uitgegeven aandelen B in en werden 136.794.964 aandelen A uitgegeven aan de aandeelhouders van n.v. Nuon. Hierdoor verkregen de aandeelhouders van n.v. Nuon 100% van het aandelenkapitaal van Nuon Energy, in overeenstemming met hun proportionele belang. Het uitgegeven en geplaatste kapitaal nam hiermee toe van € 500.000.000 naar € 683.974.820. Het verschil is ten laste van de agioreserve gebracht. Op 1 juli 2009 verkochten de aandeelhouders 67.029.537 aandelen A in Nuon Energy aan Vattenfall AB, zijnde 49% van het totale aantal uitstaande aandelen. De verkochte aandelen A zijn vervolgens geconverteerd in aandelen B, overeenkomstig de statuten.
133
Geplande aanpassingen in aandeelhouderschap In overeenstemming met de ‘share sale and purchase agreement’ tussen de houders van de aandelen A in Nuon Energy, Vattenfall AB en Nuon Energy, zullen de resterende aandelen A, vertegenwoordigend een belang van 51%, in tranches op 1 juli 2011 (15%), op 1 juli 2013 (15%) en op 1 juli 2015 (21%) worden verkocht aan Vattenfall AB. Na elke verkoop worden de aandelen A geconverteerd in aandelen B. De verkoopprijs van deze aandelen is vastgesteld op € 72,10 per aandeel.
Rechten en verplichtingen aandelen A en B Het totale aantal aandelen bedroeg op 31 december 2010 69.765.427 aandelen A en 67.029.537 aandelen B. Op deze aandelen is het ‘één aandeel, één stem’-principe van toepassing. Nadere informatie is te vinden in het hoofdstuk Corporate Governance in het jaarverslag op pagina 35. Vanaf 1 juli 2009 hebben de aandeelhouders A recht op een jaarlijks vast preferent dividend op de resterende aandelen A van 2% op de vooraf bepaalde uitstaande koopprijs van de uitstaande aandelen A. Dit dividend was voor het eerst over het financiële jaar 2009 betaalbaar. Aangezien deze betalingen, in overeenstemming met IAS 32, als een verplichting moeten worden aangemerkt in plaats van als eigen vermogen is per 1 juli 2009 een verplichting van € 430 miljoen gevormd ten laste van de Overige reserves. Dit bedrag betreft de netto contante waarde van de vaste dividenduitkeringen die te betalen zijn tot 1 juli 2015. De dividendverplichting wordt jaarlijks opgerent. Het dividend is jaarlijks betaalbaar rondom 30 juni van het volgende jaar, met de laatste betaling rondom 30 juni 2015. Als gevolg van de classificatie van dit toekomstige dividend als een verplichting is de toekomstige winstverdeling gedeeltelijk vooraf vastgelegd. Jaarlijks zal een bedrag gelijk aan 2% van het preferente dividend aan de Overige reserves worden toegevoegd. Indien onvoldoende winst beschikbaar is gedurende enig jaar, zal dit in toekomstige jaren aan de Overige reserves worden toegevoegd.
Agioreserve Agioreserve bestaat uit het additioneel betaalde bedrag aan, of de ingebrachte waarde in Nuon Energy. In 2009, in overeenstemming met het splitsingsplan, heeft de voormalige moedermaatschappij n.v. Nuon haar aandelen in Nuon Deutschland GmbH in Nuon Energy ingebracht als een storting op agio. Op het moment van overdracht bedroeg het eigen vermogen van deze dochteronderneming € 32 miljoen, dat aan de agioreserve is toegevoegd. Daarnaast is in 2009 in overeenstemming met de aanwijzingen van de Nederlandse minister van Economische Zaken, ten aanzien van de goedkeuring van de splitsing, een bedrag van € 405 miljoen betaald aan n.v. Nuon. Op 1 juli 2009 heeft er een juridische fusie plaatsgevonden tussen de tussenholding (Zoo B.V.) en Nuon Energy die heeft geleid tot een bedrag van € 184 miljoen ten laste van de agioreserve. De tussenholding is gebruikt om de splitsing van Nuon Energy van haar voormalige moedermaatschappij n.v. Nuon (Alliander) te faciliteren. Volgens de ‘share sale and purchase agreement’ kan er geen dividend uitkering vanuit de vrij uitkeerbare reserves, inclusief de agioreserve, plaatsvinden totdat alle aandelen A zijn verkocht aan Vattenfall AB.
Inhoudsopgave Jaarrekening 134 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Hedge-reserve en reserve translatieverschillen
Overige reserves
De veranderingen in de reële waarde van de derivaten na belastingen, die effectief zijn afgedekt voor het risico voor veranderingen in de toekomstige kasstromen, zijn onderdeel van de Hedge-reserve. Het valutakoersverschil als gevolg van omrekening van activa en verplichtingen van dochterondernemingen met een andere functionele valuta tegen jaareinde koers, terwijl de resultaten worden omgerekend tegen gemiddelde valutakoers, wordt verantwoord in de post Overig totaalresultaat en opgenomen onder de post Reserve translatieverschillen, onderdeel van het Eigen vermogen. Zowel de Hedge-reserve als de Reserve translatie verschillen zijn niet vrij uitkeerbare reserves.
De post Overige reserves bestaat met name uit ingehouden winst. Zoals hiervoor vermeld, is op 1 juli 2009 de verplichting voor de jaarlijkse preferente dividenduitkering van € 430 miljoen gevormd ten laste van de Overige reserves. Als gevolg hiervan is het saldo van de Overige reserves per jaareinde negatief. De Overige reserves zijn niet vrij uitkeerbaar totdat alle aandelen A zijn verkocht aan Vattenfall AB.
Noot 10 Rentedragende verplichtingen Rentedragende verplichtingen € miljoen
2010 Boekwaarde per 1 januari
2009
650
179
Mutaties
Totaal
235 3 – -61 -101 10 86
Boekwaarde per 31 december
736
Nieuwe leningen Nieuwe consolidaties Herrubricering van en naar voormalig aandeelhouder en haar dochters Aflossingen leningen Dividendschuld aan aandeelhouders A Overige mutaties
De post Herrubricering van en naar voormalig aandeelhouder en haar dochters in 2009 heeft betrekking op de overdracht van bepaalde groen leningen van onze voormalige aandeelhouder n.v. Nuon aan Nuon Energy.
4 – 49 -21 430 9 471 650
De post Nieuwe leningen in 2010 bevat een bedrag van € 182 miljoen aan negatieve bankstanden. De boekwaarde van de langlopende rentedragende verplichtingen, inclusief het kortlopende deel, is als volgt.
Kort- en langlopende rentedragende verplichtingen Per 31 december € miljoen
Groene leningen Banken Dividendschuld aan aandeelhouders A Overig
Totaal
Een aantal groenleningen heeft convenanten, waarbij de onderneming aan een aantal belangrijke indicatoren dient te voldoen. Nuon heeft aan deze vereisten voldaan. Ultimo 2010 is de boekwaarde van de rente dragende verplichtingen nagenoeg geheel in euro (2009: idem). De post
Effectiefinterestpercentage 2010 2009 3,5% 3,4% 4,8% 5,6% 2,0% 2,0% 4,8% 6,6%
Kortlopend deel 2010 2009 47 17 182 – 115 101 – – 344
118
Langlopend deel 2010 2009 150 190 3 1 234 337 5 4 392
532
Dividendschuld aan aandeelhouders A houdt voor € 156 miljoen verband met de provincie Gelderland, die aan te merken is als verbonden partij (2009: € 196 miljoen).
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
1 35
Looptijden rentedragende verplichtingen Per 31 december € miljoen
2010
2009
Meer dan 5 jaar
344 93 92 45 98 64
Totaal
736
Minder dan 1 jaar Tussen 1 en 2 jaar Tussen 2 en 3 jaar Tussen 3 en 4 jaar Tussen 4 en 5 jaar
De kortlopende rentedragende verplichtingen, ultimo 2010 per saldo € 344 miljoen (2009: € 118 miljoen), bestaan naast het kortlopende deel van de langlopende schulden uit schulden inzake personeels regelingen (met name depositoregelingen) en schulden in rekening-
118 164 92 92 45 139 650
courant met kredietinstellingen. Het bedrag aan liquide middelen is bruto gepresenteerd, het negatieve saldo aan liquide middelen van € 182 miljoen per jaareinde 2010 is verantwoord onder korte termijn rentedragende verplichtingen.
Noot 11 Vooruitontvangen opbrengsten Vooruitontvangen opbrengsten € miljoen
2010
2009
Boekwaarde per 1 januari
157
Nieuwe consolidaties
1 23 -7 -8
Ontvangen bijdragen Amortisatie ten gunste van de winst- en verliesrekening Herrubricering en overige mutaties
Boekwaarde per 31 december
Vooruitontvangen opbrengsten hebben betrekking op de bijdragen in aanleg, overheidssubsidies, investeringspremies en exploitatiesubsidies. Deze bedragen hebben met name betrekking op ‘groene’ investeringen.
139 – 25 -7 –
166
157
De amortisatietermijnen van de posten zijn gelijk aan de afschrijvingstermijnen van de betrokken activa die liggen tussen de 10 en 50 jaar.
Noot 12 Voorzieningen voor personeelsbeloningen Voorzieningen voor personeelsbeloningen Per 31 december € miljoen
Kortlopend deel 2010 2009
Langlopend deel 2010 2009
Langetermijnpersoneelsbeloningen 11 6
9
27 1
31
5
Kortetermijnpersoneelsbeloningen
74
72
–
–
Totaal
91
86
28
33
Overige langetermijnpersoneelsbeloningen Ontslagvergoedingen
2
Kortetermijnpersoneelsbeloningen
Inhoudsopgave Jaarrekening 136 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Nuon Energy kent een aantal verschillende pensioen- en pensioenachtige regelingen voor huidige en voormalige werknemers. Het merendeel van de pensioenverplichtingen van de werknemers is ondergebracht bij het ABP en het Pensioenfonds Metaal en Techniek. Naast deze twee hoofdregelingen bestaat er een aantal andere toegezegd-pensioen regelingen en een aantal toegezegde-bijdrageregelingen die qua omvang en belang niet significant zijn. Het ABP en het Pensioenfonds Metaal en Techniek zijn aan te merken als collectieve regelingen van meerdere werkgevers. De pensioenregelingen zijn aan te merken als toegezegdepensioenregelingen. Het evenredige deel van de brutoverplichting, fondsbeleggingen en kosten van uitvoering van de regeling zou derhalve in de jaarrekening van Nuon Energy moeten worden verwerkt. Echter, aangezien Nuon Energy geen toegang heeft tot informatie van de pensioenfondsen worden deze regelingen behandeld als toegezegde-bijdrageregelingen. Ten aanzien van collectieve regelingen van meerdere werkgevers geldt tevens dat ingeval een contractuele overeenkomst bestaat waarin wordt bepaald hoe een surplus zal worden uitgekeerd aan de deelnemers of hoe een tekort zal worden gefinancierd, én de regeling administratief wordt verwerkt als een toegezegde-bijdrageregeling, een vordering respectievelijk verplichting moet worden opgenomen die uit de contractuele overeenkomst voortvloeit. De resterende baten of lasten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen. De pensioenregelingen die zijn ondergebracht bij het ABP en het Pensioenfonds Metaal en Techniek kennen geen overeenkomsten als hiervoor bedoeld. Derhalve is geen vordering of verplichting opgenomen.
Overige langetermijnpersoneelsbeloningen Nuon Energy kent een aantal overige langetermijnpersoneelsbeloningen. De voorziening omvat de volgende soorten uitkeringen: ■■ Jubileumuitkeringen: de voorziening dekt de jubileumuitkeringen bij het bereiken van het 10-, 20-, 30- en 40-jarig dienstverband; ■■ Uitkeringen bij langdurig ziekteverzuim: deze voorziening dekt de verplichting om gedurende een periode van twee jaar de betrokken werknemer zijn of haar salaris geheel of gedeeltelijk door te betalen; ■■ Uitkering bij invaliditeit: Nuon Energy is eigenrisicodrager voor de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Deze voorziening dekt de verplichting voor werknemers van Nuon Energy die geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn geworden; ■■ Uitkering bij werkloosheid: Nuon Energy is eigenrisicodrager voor de Werkloosheidswet (WW). Indien een werknemer van Nuon Energy werkloos wordt, dan komt de uitkering ten laste van Nuon Energy voor een periode van 6 maanden tot maximaal 5 jaar, afhankelijk van het arbeidsverleden van de betrokken werknemer; ■■ Werktijdverkorting oudere werknemer: als gevolg van de wettelijke maatregelen rondom VUT en prepensioen is in de cao die in 2005 is afgesloten een overgangsregeling gecreëerd waarbij oudere werk nemers in de toekomst minder kunnen gaan werken. In onderstaande tabel is de samenstelling van de post O verige lange termijnpersoneelsbeloningen weergegeven.
Overige langetermijnpersoneelsbeloningen Per 31 december € miljoen
Jubileumuitkeringen Uitkeringen bij langdurig ziekteverzuim/invaliditeit Uitkeringen bij werkloosheid Werktijdverkorting Overig
Totaal
Ontslagvergoedingen Onder de voorziening voor ontslagvergoedingen worden de vergoedingen en/of aanvullingen op uitkeringen die worden betaald aan werknemers van wie de arbeidsrelatie is beëindigd, opgenomen. De uitkeringen en aanvullingen zijn gebaseerd op het Sociaal Plan van Nuon Energy en op individuele afspraken. Het Sociaal Plan wordt periodiek, bij de
Kortlopend deel 2010 2009 1 1 3 2 2 1 4 4 1 1 11
9
Langlopend deel 2010 2009 11 4 1 7 4 27
11 4 – 10 6 31
cao-onderhandelingen, opnieuw onderhandeld en vastgesteld. In 2010 is een bedrag van € 6 miljoen (2009: € 4 miljoen) toegevoegd aan de voorziening in verband met nieuwe reorganisatieprogramma’s. De voorziening voor ontslagvergoedingen bedroeg eind 2010 € 7 miljoen (2009: € 7 miljoen).
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
137
Mutatieoverzicht langetermijnpersoneelsbeloningen In de volgende tabel is het verloop van de overige langetermijn personeelsbeloningen en ontslagvergoedingen opgenomen.
Verloopoverzicht inzake personeelsbeloningen € miljoen
Overige langetermijn personeelsbeloningen Stand van de verplichtingen uit hoofde van de toegezegde rechten per 1 januari 2009 Herrubricering van en naar de voormalig aandeelhouder en haar dochters Vrijval
Ontslag vergoedingen
Totaal
35
11
46
5
–
5
-3
-1
-4 12
Dotatie
7
5
Interestkosten
2
–
2
Uitgekeerde bedragen
-4
-8
-12
Actuariële winsten en verliezen die onmiddellijk worden verwerkt
-2
–
-2
5
-4
1
40
7
47
Totaal
-3 7 1 -5 -2 -2
-2 8 – -6 – –
-5 15 1 -11 -2 -2
Stand van de verplichtingen uit hoofde van de toegezegde rechten per 31 december 2010
38
7
45
Totaal Stand van de verplichtingen uit hoofde van de toegezegde rechten per 31 december 2009 Vrijval Dotatie Interestkosten Uitgekeerde bedragen Actuariële winsten en verliezen die onmiddellijk worden verwerkt
In de volgende tabel zijn de belangrijkste veronderstellingen weergegeven die bij de bepaling van de voorziening zijn gehanteerd:
Veronderstellingen Per 31 december
Sterftetabellen Disconteringsvoet Verwachte toekomstige salarisstijging Verwachte stijging WAO/WIA-uitkering
Kortetermijnpersoneelsbeloningen De post Kortetermijnpersoneelsbeloningen bedroeg aan het eind van 2010 € 74 miljoen (2009: € 72 miljoen) en betreft alle verplichtingen aan het personeel – met uitzondering van ontslagvergoedingen – die naar ver-
2010 GBM/GBV 00-05 3,3% 2,5% 2,5%
2009 GBM/GBV 00-05 2,7% 2,5% 2,5%
wachting binnen 12 maanden na balansdatum zullen worden afgewikkeld. De post omvat nog te betalen salarissen, vakantiedagen, te betalen bonussen en overige nog te betalen posten.
Inhoudsopgave Jaarrekening 138 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Noot 13 Overige voorzieningen Overige voorzieningen € miljoen
Milieuherstel kosten Boekwaarde per 1 januari 2009
Verlieslatende contracten
Ontmanteling
Overige
Totaal
7
59
28
26
120
Dotaties
1
2
–
40
43
Nieuwe consolidaties
4
1
–
–
5
Onttrekkingen
-1
-1
-1
-5
-8
Vrijval in overige kosten
–
–
–
-5
-5
Rentedotatie
–
4
–
–
4
Overige mutaties
–
–
-5
2
-3
Totaal
4
6
-6
32
36
Boekwaarde per 31 december 2009
11
65
22
58
156
1 -1 -1 -2 – -3
11 – -1 2 – 12
3 -2 -13 – 8 -4
11 -9 -27 – -1 -26
26 -12 -42 – 7 -21
8
77
18
32
135
Mutaties 2009
Mutaties 2010 Dotaties Onttrekkingen Vrijval in overige kosten Rentedotatie Overige mutaties
Totaal Boekwaarde per 31 december 2010
De voorziening Milieuherstelkosten houdt verband met verwachte verplichtingen uit hoofde van grondverontreiniging.
van Noorse windparken en contracten betreffende de aanleg van warmtepompen.
De voorziening voor Ontmantelingkosten is gevormd voor de ontmanteling en opruiming van activa, waaronder gascavernes en boorplatforms, en de kosten die gemaakt moeten worden om de situatie terug te brengen in de oorspronkelijke staat.
Onder de post Overige is begrepen de voorziening in verband met diverse geschillen en procedures.
De voorziening voor Verlieslatende contracten heeft betrekking op verplichtingen met betrekking tot de aankoop van groencertificaten
De verwachte uitgaande kasstroom in 2011 voor de Overige voorzieningen bedraagt € 29 miljoen.
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
139
Noot 14 Latente belastingen De post Latente belastingvorderingen en -verplichtingen is als volgt opgebouwd.
Latente belastingvorderingen Per 31 december € miljoen
2010
2009
Overige verschillen
– – – – 8 – –
Totaal
8
Verschillen in waardering materiële vaste activa Verschillen in waardering immateriële vaste activa Niet-afgewikkelde derivaten Afgewikkelde derivaten Voorwaarts verrekenbare fiscale verliezen Verschil in waardering voorzieningen
16 -40 16 -3 12 10 8 19
Latente belastingverplichtingen Per 31 december € miljoen
2010
2009 80
Overige verschillen
140 48 115 2 – -16 -8
Totaal
281
123
Verschillen in waardering materiële vaste activa Verschillen in waardering immateriële vaste activa Niet-afgewikkelde derivaten Afgewikkelde derivaten Voorwaarts verrekenbare fiscale verliezen Verschil in waardering voorzieningen
39 – – – – 4
Inhoudsopgave Jaarrekening 140 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
De bruto-mutaties in de latente belastingvorderingen en -verplichtingen zijn in de volgende tabel weergegeven.
Brutomutatie in de latente belastingvorderingen/(verplichtingen) € miljoen
NietMateriële Immateriële afgewikkelde Afgewikkelde vaste activa vaste activa derivaten derivaten Boekwaarde per 1 januari 2009
-149
-32
-179
-24
Fiscale verliezen
Voor zieningen
Overig
Totaal
18
7
1
-358
Mutaties 2009 Nieuwe consolidaties
–
–
–
–
–
–
–
–
Ten laste van resultaat
38
–
91
–
-6
3
3
129 125
Ten laste van het overige totaalresultaat
–
–
104
21
–
–
–
Herrubricering en overige mutaties
47
-47
–
–
–
–
–
–
Totaal
85
-47
195
21
-6
3
3
254
-64
-79
16
-3
12
10
4
-104
-4 -72
– 31
– -39
– –
– -4
– 6
– 4
-4 -74
– -76
– 31
-92 -131
1 1
– -4
– 6
– 4
-91 -169
-140
-48
-115
-2
8
16
8
-273
Boekwaarde per 31 december 2009 Mutaties 2010 Nieuwe consolidaties Ten laste van resultaat Ten laste van het overige totaalresultaat
Totaal Boekwaarde per 31 december 2010
De latente belastingverplichtingen die verband houden met materiële vaste activa en immateriële vaste activa hebben voornamelijk betrekking op de verschillen tussen de boekwaarde in de jaarrekening en de fiscale boekwaarde van de activa van dochteronderneming Nuon E&P NL. Deze latente belastingverplichtingen worden bepaald uitgaande van een belastingtarief van 50%, betreffende het staatswinstaandeel in de resultaten van Nuon E&P NL. Daarnaast hebben de latente belastingverplichtingen die verband houden met materiële vaste activa betrekking op elektriciteitscentrales.
De latente belastingvorderingen en -verplichtingen die verband houden met derivaten, betreffen het tijdelijke verschil gewaardeerd tegen het geldende belastingtarief tussen de fiscale waardering en de waardering in de jaarrekening van derivaten. De post Afgewikkelde derivaten heeft betrekking op in geld verrekende derivaten, waarvan de reële-waardeaanpassingen nog niet zijn verantwoord in de winst- en verliesrekening, aangezien hedge accounting voor toekomstige kasstromen is toegepast. De latente belastingvordering die verband houdt met voorwaartse fiscale verliescompensatie heeft betrekking op buitenlandse activiteiten waar voldoende toekomstige winstcapaciteit aanwezig is om deze verliezen te absorberen.
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
141
Niet-gewaardeerde latente belastingvorderingen Niet-gewaardeerde latente belastingvorderingen hebben betrekking op tijdelijke verschillen in waardering van balansposten, evenals voorwaartse verliescompensatie. De volgende bedragen zijn niet in de balans verantwoord.
Niet-gewaardeerde latente belastingvorderingen Per 31 december € miljoen
2010
2009
Voorwaarts verrekenbare fiscale verliezen
10
7
Totaal
10
7
De voorwaarts verrekenbare fiscale verliezen betreffen fiscale verliezen van buitenlandse activiteiten. De hiermee verband houdende latente belastingvorderingen zijn niet gewaardeerd omdat het onzeker is of met
deze buitenlandse activiteiten in de toekomst voldoende belastbare winst kan worden behaald. Deze fiscale verliezen hebben geen expiratiedatum.
Noot 15 Handels- en overige schulden Handels- en overige schulden Per 31 december € miljoen
2010
2009
145 1.131 – 177 222 284
Handelsschulden Nog te ontvangen facturen energieleveringen en handelsactiviteiten Nog te betalen bedragen aan bouwcontractcliënten Ontvangen waarborgsommen Overige schulden Overige belastingen en sociale premies
Totaal
104 596 1 257 210 244
1.959
1.412
Noot 16 Leases Vorderingen uit hoofde van operationele leases De toekomstige minimale leaseontvangsten uit hoofde van niet-opzegbare operationele leases zijn als volgt.
Vorderingen uit hoofde van operationele leases Per 31 december € miljoen
2010 Binnen 1 jaar Tussen 1 en 5 jaar Meer dan 5 jaar
Totaal
2009
32 99 5
50
136
128
13 65
Inhoudsopgave Jaarrekening 142 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
De operationele leases hebben met name betrekking op de verhuur van schakel- en beveiligingsinstallaties aan zakelijke klanten en de verhuur van verwarmingsapparatuur aan consumenten.
Verplichtingen uit hoofde van financiële leases Verplichtingen uit hoofde van financiële leases Per 31 december € miljoen
Binnen 1 jaar
Tussen 1 en 5 jaar
Meer dan 5 jaar
Totaal
2009 Toekomstige minimale leaseverplichtingen
9
18
3
30
Toekomstige financieringslasten op financiële leases
–
-2
-1
-3
Contante waarde van verplichtingen uit hoofde van financiële leases
9
16
2
27
Toekomstige financieringslasten op financiële leases
8 –
12 -1
– –
20 -1
Contante waarde van verplichtingen uit hoofde van financiële leases
8
11
–
19
2010 Toekomstige minimale leaseverplichtingen
De verplichtingen uit hoofde van financiële leases hebben betrekking op materiële vaste activa ten behoeve van de productie van met name duurzame energie, zoals windparken, zonne-energiecentrales en biomassacentrales.
De totale, toekomstige, minimale leaseverplichtingen uit hoofde van operationele leases zijn als volgt.
Verplichtingen uit hoofde van operationele leases Per 31 december € miljoen
2010
2009 216
Meer dan 5 jaar
64 218 60
Totaal
342
337
Binnen 1 jaar Tussen 1 en 5 jaar
Nuon Energy heeft verplichtingen uit hoofde van operationele leases inzake warmtenetten, gebouwen, bedrijfsauto’s, computerapparatuur en gasopslagfaciliteiten. De warmtenetten en een groot deel van de gebouwen worden gehuurd van onze voormalige aandeelhouder en haar dochters.
30 91
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
Noot 17 Voorwaardelijke activa en verplichtingen Rechten en verplichtingen uit hoofde van operationele leases
143
Investerings- en overige inkoopverplichtingen De uitstaande investeringsverplichtingen en overige inkoopverplichtingen per jaareinde zijn als volgt:
Voor de rechten en verplichtingen uit hoofde van operationele leases wordt verwezen naar noot [16] Leases in de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening.
Investerings- en overige inkoopverplichtingen Per 31 december € miljoen
2010
2009 1.037
Overige inkoopverplichtingen
1.253 1
Totaal
1.254
1.053
Investeringsverplichtingen met betrekking tot materiële en immateriële vaste activa
Aan- en verkoopverplichtingen Nuon Energy is een aantal langetermijninkoopcontracten aangegaan met termijnen die variëren van 2011 tot 2016. Daarnaast heeft Nuon Energy langlopende verkoopcontracten afgesloten met variabele loop tijden en variërende contractvoorwaarden. Nuon Energy sluit energie commodity-contracten af voor de aan- en verkoop van elektriciteit, olie, gas, kolen en emissierechten. De energie commodity-contracten zijn voor handelsdoeleinden en de energie commodity-contracten die als afdekkingsinstrument worden gebruikt, worden opgenomen op de balans tegen reële waarde. Deze contracten worden over het algemeen niet door fysieke levering afgewikkeld, maar door het sluiten van tegengestelde transacties, waarbij de kasstromen die hieruit voortvloeien netto worden verrekend. De energie commodity-contracten die bestemd zijn voor eigen gebruik worden over het algemeen afgewikkeld door fysieke levering. Vanaf 1 juli 2009 wordt het merendeel van deze contracten gewaardeerd tegen reële waarde. Hedge accounting wordt waar mogelijk toegepast.
16
N.V. Nuon Energy heeft zich conform artikel 403 Boek 2 BW hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de uit de rechtshandelingen voortvloeiende schulden van een aantal dochterondernemingen. In noot [31] Verbonden partijen van de geconsolideerde jaarrekening, zijn de significante groepsmaatschappijen, waarvoor een verklaring van aansprakelijkheid is afgegeven, opgenomen. Als vennoot van een aantal vennootschappen onder firma zijn dochterondernemingen van Nuon Energy aansprakelijk voor verplichtingen die door deze vennootschappen zijn aangegaan. Het risico uit hoofde van deze aansprakelijkheid is als niet significant ingeschat. Nuon Energy vormt samen met haar dochterondernemingen sinds 1 januari 2009 een fiscale eenheid voor zowel de vennootschapsbelasting als de btw. Uit hoofde hiervan is iedere tot de fiscale eenheid behorende rechtspersoon hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschulden van de rechtspersonen die deel uitmaken van de fiscale eenheid.
Voorwaardelijke activa Voorwaardelijke verplichtingen Nuon Energy (inclusief haar dochters, geassocieerde deelnemingen en joint ventures) is per balansdatum betrokken bij een aantal rechtszaken en onderzoeken van fiscale autoriteiten. Voor zover noodzakelijk geacht zijn hiervoor voorzieningen getroffen. In opdracht van Nuon Energy is ultimo boekjaar voor € 22 miljoen (2009: € 55 miljoen) aan bankgaranties afgegeven en zijn letters of credit afgegeven voor een bedrag van € 8 miljoen (2009: € 6 miljoen).
Eind 2005 heeft Nuon Energy overeenstemming bereikt met Statkraft over de afkoop van de verplichtingen tot het afnemen van groencertificaten op geproduceerde stroom uit de windparken Smøla 1 en 2 en Hitra. Nuon Energy behoudt het recht op 50% van de winst op de mogelijke toekomstige verkoop van groencertificaten uit de drie windparken.
Inhoudsopgave Jaarrekening 144 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Noot 18 Opbrengsten uit hoofde van verkochte goederen en geleverde diensten Opbrengsten uit hoofde van verkochte goederen en geleverde diensten Voor het jaar eindigend 31 december € miljoen
2010 Elektriciteit Gas Warmte en overige producten
Totaal
De omzet is beïnvloed door de reële-waardemutaties van bepaalde derivaten. Deze reële-waardemutaties hebben betrekking op de verandering in de waarde van commodity-contracten die zijn afgesloten voor eigen gebruik. In de periode van 1 januari 2009 tot 30 juni 2009 is een deel van de reële-waardemutaties in de omzet verantwoord. Vanaf 1 juli 2009
2009
2.611 2.194 653
2.098
5.458
5.112
2.449 565
hebben we onze waarderingsgrondslagen in overeenstemming gebracht met die van Vattenfall. Dit resulteerde in een eenmalig verlies. De totale invloed van de reële-waardemutaties is € 346 miljoen positief in 2010 (2009: € 150 miljoen negatief).
Noot 19 Overige bedrijfsopbrengsten Overige bedrijfsopbrengsten Voor het jaar eindigend 31 december € miljoen
2010
2009
Overige bedrijfsopbrengsten
7 57
94
Totaal
64
101
Amortisatie bijdragen in aanleg
Onder Overige bedrijfsopbrengsten zijn met name de inkomsten van dienstverlening van het Customer Care Center (€ 34 miljoen) opgenomen. Eind 2009 heeft Nuon Energy haar 100%-aandeel in Zuidwending B.V. verkocht.Deze onderneming is actief in de ontwikkeling van gasopslag-
7
faciliteiten. Nuon Energy realiseerde een boekwinst van € 20 miljoen op de verkoop van deze investering, die is opgenomen onder Overige bedrijfsopbrengsten.
Noot 20 Kosten van inkoop van energie, grond- en hulpstoffen Kosten van inkoop van energie, grond- en hulpstoffen Voor het jaar eindigend 31 december € miljoen
2010 Elektriciteit Gas Warmte en overige producten
Totaal
2009
-1.633 -1.786
-1.805
-170
-187
-3.589
-3.731
-1.739
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
1 45
Noot 21 Kosten van uitbesteed werk Kosten uitbesteed werk
Voor het jaar eindigend 31 december € miljoen
2010
2009 -109
Overige kosten
-82 -8
Totaal
-90
-122
Inhuur van personeel
-13
Noot 22 Personeelskosten Personeelskosten
Voor het jaar eindigend 31 december € miljoen
2010
2009
-333 -33
Salarissen Sociale lasten
-352 -34
Pensioenlasten: -A fgedragen premies aan collectieve regelingen waarbij meerdere werkgevers zijn aangesloten die als toegezegde-bijdrageregeling worden behandeld
-34
-33
-34 Ontslagvergoedingen Lasten voor overige langetermijnpersoneelsbeloningen
Overige personeelskosten
Totaal
-6 -3
-33 -4 -4
-9
-8
-16
-20
-425
-447
Inhoudsopgave Jaarrekening 146 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
De personeelskosten inzake pensioenen, ontslagvergoedingen en overige langetermijnpersoneelsbeloningen zijn als volgt opgebouwd.
Personeelskosten inzake pensioenen, ontslagvergoedingen en overige langetermijnpersoneelsbeloningen Voor het jaar eindigend 31 december € miljoen
Premies collec tieve regelingen
Overige langeter mijnpersoneels beloningen
Ontslagver goedingen
Totaal
2009 Afgedragen premies aan collectieve regelingen van meerdere werkgevers
-33
–
–
-33
Dotatie voorziening
–
-5
-7
-12
Vrijval voorziening
–
1
3
4
Rentekosten
–
–
-2
-2
Actuariële winsten en verliezen
–
–
2
2
-33
-4
-4
-41
Actuariële winsten en verliezen
-34 – – – –
– -8 2 – –
– -7 3 -1 2
-34 -15 5 -1 2
Totaal
-34
-6
-3
-43
Totaal 2010 Afgedragen premies aan collectieve regelingen van meerdere werkgevers Dotatie voorziening Vrijval voorziening Rentekosten
De vergoedingen na uitdiensttreding bestaan voornamelijk uit de regeling betreffende ziektekostenverzekering van gepensioneerde medewerkers.
Het aantal werknemers in dienst, gebaseerd op een 38-urige werkweek (FTE’s), is in onderstaand overzicht opgenomen.
Werknemers in dienst (FTE’s) 2010
2009
Gemiddeld voor het jaar Werkzaam bij voortgezette bedrijfsactiviteiten
5.977
6.004
5.766
6.188
254
513
Per 31 december Werkzaam bij voortgezette bedrijfsactiviteiten Aantal werknemers buiten Nederland
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
147
Noot 23 Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen materiële vaste activa Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen materiële vaste activa Voor het jaar eindigend 31 december € miljoen
Bedrijfsgebouwen en -terreinen
Elektriciteit genererende faciliteiten
Gasvelden en platforms
Netwerken
Overige vaste bedrijfsmiddelen
Totaal
2009 Afschrijvingen
-3
-67
-13
-121
-64
-268
Bijzondere waardeverminderingen
–
–
-7
–
-4
-11
Terugname van eerder verantwoorde bijzondere waardeverminderingen
–
22
–
–
10
32
-3
-45
-20
-121
-58
-247
Afschrijvingen
-3
-82
-18
-142
-71
-316
Bijzondere waardeverminderingen
-8
–
-29
–
-29
-66
–
–
6
–
–
6
-11
-82
-41
-142
-100
-376
Totaal 2010
Terugname van eerder verantwoorde bijzondere waardeverminderingen
Totaal
Voor een toelichting op de (terugname van eerder verantwoorde) bijzondere waardeverminderingen wordt verwezen naar noot [1] Materiële vaste activa.
Noot 24 Amortisatie en bijzondere waardeverminderingen immateriële vaste activa Amortisatie en bijzondere waardeverminderingen immateriële vaste activa Voor het jaar eindigend 31 december € miljoen
2010
2009
Bijzondere waardeverminderingen goodwill
-7
-17
Totaal
-7
-17
Voor een toelichting op de bijzondere waardeverminderingen wordt verwezen naar noot [2] Immateriële vaste activa.
Inhoudsopgave Jaarrekening 148 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Noot 25 Overige bedrijfskosten Overige bedrijfskosten
Voor het jaar eindigend 31 december € miljoen
2010
2009
Overig
-5 -97 -52 – -15 -129 -27 -30
Totaal
-355
Dotaties voorzieningen Onderhoud Marketingkosten Doorbelaste kosten van voormalig aandeelhouder en haar dochters Doorbelaste kosten van Vattenfall en haar dochters Kantoor- en automatiseringskosten Reis- en verblijfskosten
Noot 26 Accountantskosten De vergoedingen voor geleverde diensten door PricewaterhouseCoopers (PwC) voor het jaar 2010 kunnen worden onderverdeeld naar: ■■ Vergoedingen voor controleopdrachten: hieronder zijn begrepen de vergoedingen voor het controleren van de statutaire en geconsolideerde jaarrekening(en) evenals halfjaarberichten en overige rapportages; ■■ Vergoedingen voor controlegerelateerde opdrachten: hieronder zijn begrepen vergoedingen voor werkzaamheden verricht in het kader
■■ ■■
-39 -102 -67 -45 – -117 -26 -75 -471
van prospectussen, vergoedingen voor bijzondere controles en advisering die geen verband houden met statutaire controles; Vergoedingen voor belastingadviezen; Overige niet-controlegerelateerde vergoedingen: dit betreft onder meer kosten van ondersteuning en advisering bij acquisities.
De accountantsvergoedingen zijn als volgt te specificeren.
Accountantskosten
Voor het jaar eindigend 31 december € miljoen
2010 PwC Accountants N.V.
2009
Overige PwCentiteiten
PwC Accountants N.V.
Totaal
Overige PwCentiteiten
Totaal
Aard van de werkzaamheden: Vergoedingen voor controleopdrachten Vergoedingen voor controlegerelateerde opdrachten Vergoedingen voor belastingadviezen Overige niet-controlegerelateerde vergoedingen
Totaal
1,0
0,1
1,1
1,4
0,4 –
– 0,2
0,4 0,2
0,7
–
0,7
–
0,3
0,3
–
0,1
0,1
–
0,3
0,3
1,4
0,4
1,8
2,1
0,8
2,9
0,2
1,6
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
1 49
Noot 27 Financiële baten Financiële baten
Voor het jaar eindigend 31 december € miljoen
2010
2009
Overige financiële baten
7 – 4 4
Totaal
15
Rente-inkomsten uit deposito's en callgelden Rente-inkomsten op rekening-courant voormalig aandeelhouder en haar dochters Rente-inkomsten op rekening-courant Vattenfall
11 23 – 1 35
De post Rente-inkomsten op rekening-courant voormalig aandeelhouder en haar dochters heeft betrekking op de interestvergoeding op de rekeningcourant met de voormalige aandeelhouder n.v. Nuon en haar dochters voor de periode 1 januari 2009 tot 30 juni 2009.
Noot 28 Financiële lasten Financiële lasten
Voor het jaar eindigend 31 december € miljoen
2010 Lening van derden Oprenting voorzieningen Overige financiële lasten Valutaomrekeningsverschillen
Totaal
2009
-12 –
-21
-6 -2
-33
-20
-55
-3 2
De post Overige financiële lasten werd in 2009 beïnvloed door kosten gerelateerd aan de beëindiging van cross border leases op onze productiegerelateerde activa (€ 18 miljoen). Ultimo 2009 zijn alle cross border leases op productiefaciliteiten beëindigd.
Noot 29 Belastingen Belastingen
Voor het jaar eindigend 31 december € miljoen
2010
2009 -121
Mutatie latente belastingen
-105 -64
Totaal
-169
8
Belastinglast
129
Inhoudsopgave Jaarrekening 150 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Onderstaande tabel geeft de reconciliatie tussen het tarief voor de vennootschapsbelasting in Nederland en de effectieve belastingdruk weer.
Reconciliatie effectieve belastingdruk Voor het jaar eindigend 31 december %
2010 Belastingtarief in Nederland
2009
25,5
25,5
– -0,5 1,5
-32,0
Effect van: - Waardering tijdelijke verschillen - Aanpassing voorgaande jaren - Niet-aftrekbare kosten - Gebruik van belastingverlagende, tijdelijke, voorheen niet-gewaardeerde verschillen of fiscaal compensabele verliezen
-0,5 7,8
- Overig
– -4,2 0,5 0,3 -0,1
-0,6
Effectieve belastingdruk
23,0
-4,2
- Niet-belastbaar inkomen - Niet-gewaardeerde fiscale verliezen - (Buitenlandse) tariefsverschillen
Het statutaire belastingtarief bedraagt 25,5%. Verschillen tussen het statutaire belastingtarief en overige (buitenlandse) belastingtarieven zijn separaat opgenomen in de tabel. Hierin is het verschil ten opzichte van het staatswinstaandeel (dat 50% bedraagt) begrepen. Een deel van de resultaten uit hoofde van exploratie en evaluatie is vrijgesteld van het staatswinstaandeel. Dit effect is in de reconciliatie verantwoord als ‘nietbelastbaar inkomen’. Vanaf 1 januari 2011 is het statutaire belasting tarief verlaagd van 25,5% naar 25,0%. Deze verandering van belastingtarief had een positief effect van € 1,5 miljoen op het eigen vermogen per jaareinde 2010 en een negatief effect van € 0,1 miljoen op het resultaat van dit jaar. Gedurende 2009 is de effectieve belastingdruk significant beïnvloed door een beter inzicht in de belastingpositie dat is ontstaan doordat de belastingaangiftes 2005 tot en met 2008 zijn ingediend (€ 70 miljoen).
Noot 30 Licenties Nuon Energy heeft een licentie voor het leveren van elektriciteit en gas en bezit licenties voor de aanleg van stadswarmtenetten.
– -11,7 2,7 4,6
Noot 31 Verbonden partijen Tot 30 juni 2009 was n.v. Nuon (thans Alliander N.V.) de enige aandeelhouder van Nuon Energy en is ze op basis hiervan tot deze datum aangemerkt als een verbonden partij. Met ingang van 1 juli 2009 is 49% van de Nuon Energy-aandelen in bezit van Vattenfall AB (aandelen B) en wordt de resterende 51% van de aandelen (aandelen A) gehouden door verschillende gemeentes en provincies in Nederland. De provincie Gelderland is momenteel houder van 22,8% van de aandelen in Nuon Energy en kan worden gezien als partij met invloed van betekenis op Nuon Energy. Zowel Vattenfall AB als de provincie Gelderland wordt als verbonden partij aangemerkt. De resterende aandelen werden ultimo 2010 gehouden door 57 aandeelhouders, die geen van allen invloed van betekenis hebben en derhalve geen van allen als verbonden partij zijn aangemerkt. Nuon Energy heeft belangen in diverse geassocieerde deelnemingen en joint ventures, waarin ze ofwel invloed van betekenis heeft, maar geen beslissende zeggenschap, ofwel gezamenlijke zeggenschap uitoefent in bedrijfsvoering en financieel beleid. Transacties met deze partijen, waarvan sommige significant zijn, worden uitgevoerd tegen marktcondities en prijzen die niet gunstiger zijn dan die welke bedongen zouden zijn met derde, onafhankelijke partijen. In de volgende lijst zijn de belangrijkste dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en joint ventures en het belang van Nuon Energy in deze ondernemingen opgenomen.
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
15 1
Belangrijke dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en joint ventures Per 31 december
Plaats
%
Dochterondernemingen N.V. Nuon Energy Sourcing1
Amsterdam
Nuon Power Generation B.V.1
Utrecht
Nuon Epe Gas Service B.V.1
Amsterdam
N.V. NUON Duurzame Energie1
Amsterdam
Nuon Wind Development B.V.1
Rhenen
Nuon International Renewables Projects B.V.1
Amsterdam
Nuon UK Ltd
Longrock, Penzance (Verenigd Koninkrijk)
Nuon Epe Gasspeicher GmbH
Heinsberg (Duitsland)
ENW Duurzame Energie B.V.1
Amsterdam
Nuon Power Projects I B.V.1
Amsterdam
Vattenfall Energy Trading Netherlands N.V.1
Amsterdam
Nuon Exploration & Production The Netherlands B.V.
Amsterdam
N.V. Nuon Warmte1
Arnhem
De Kleef B.V.1
Arnhem
Emmtec Services B.V.1
Emmen
N.V. Nuon Sales Nederland1
Amsterdam
Ingenieursbureau Ebatech B.V.1
Amsterdam
PGEM WK-II B.V.1
Arnhem
Yellow & Blue Clean Energy Investments B.V.
Amsterdam
N.V. Nuon Customer Care Center1
Arnhem
Nuon Belgium N.V.
Vilvoorde (België)
Nuon Energie und Service GmbH
Heinsberg (Duitsland)
Nuon Retail Beveiliging Service B.V.1
Didam
Feenstra Verwarming B.V.
Lelystad
Nuon Energie Advies B.V.
Amsterdam
Helianthos B.V.1
Arnhem
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 82,2 100 100 100 100 100 100 100
Amsterdam
22,5
Geassocieerde deelnemingen B.V. Nederlands Elektriciteit Administratiekantoor
Joint Ventures NoordzeeWind C.V. 1
’s-Gravenhage
50
Voor deze dochterondernemingen is door N.V. Nuon Energy een 403-verklaring afgegeven.
Een volledig overzicht van de dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en joint ventures, zoals bedoeld in de artikelen 379 en 414 van Boek 2 BW Titel 9, is ten kantore van het Handelsregister te Amsterdam gedeponeerd.
Inhoudsopgave Jaarrekening 152 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Met verbonden partijen zijn de volgende transacties gedaan uit hoofde van inkoop en verkoop van goederen en diensten (inclusief leases):
Transacties met verbonden partijen Voor het jaar eindigend 31 december € miljoen
2010
2009
Verkoop van goederen en diensten aan deelnemingen en joint ventures
1 597 – 12
Totaal
610
Verkoop van goederen en diensten aan aandeelhouders A Verkoop van goederen en diensten aan Vattenfall Verkoop van goederen en diensten aan voormalig aandeelhouder en haar dochters
Vanuit de normale bedrijfsactiviteiten heeft Nuon Energy uitstaande betalingen en vorderingen met Vattenfall groepsmaatschappijen (noot [8]) en met haar gelieerde ondernemingen en joint ventures (noot [3]). Daarnaast heeft Nuon Energy een beperkt aantal leningen met verbonden partijen. Indien van belang zijn deze transacties toegelicht in de jaarrekening. De posities en transacties met de provincie Gelderland hebben alleen betrekking op normale energiegerelateerde leveringen en de preferente dividendverplichting.
1 227 54 60 342
Noot 32 Activa en verplichtingen van een groep aangehouden voor verkoop Per 31 december 2010 heeft Nuon Energy geen activa en verplichtingen van een groep aangehouden voor verkoop. De activa en verplichtingen van een groep aangehouden voor verkoop per 31 december 2009 hebben betrekking op de Duitse verkoopactiviteiten van Nuon Energy. Deze activiteiten zijn gedurende 2010 verkocht. De volgende tabel geeft een overzicht van de activa en verplichtingen van Nuon Deutschland GmbH.
De leden van de Raad van Bestuur van Nuon Energy worden aangemerkt als verbonden partij. De remuneratie van deze bestuursleden is opgenomen in het remuneratierapport dat is te vinden op pagina 53 van het jaarverslag.
Activa en verplichtingen van een groep aangehouden voor verkoop Per 31 december € miljoen
Materiële vaste activa Immateriële vaste activa
2010 – –
2009 1 2
Totaal vaste activa
–
3
Vlottende activa Bijzondere waardevermindering op activa
– –
-24
Totaal activa
–
34
Totaal langlopende verplichtingen
–
10
Totaal kortlopende verplichtingen
–
54
Totaal verplichtingen
–
64
55
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
Noot 33 Informatie omtrent risico’s en financiële instrumenten Algemeen Met betrekking tot financiële instrumenten kunnen de volgende risico’s worden onderscheiden: marktrisico, kredietrisico en liquiditeitsrisico. Het marktrisico wordt gedefinieerd als het risico van een verlies als gevolg van een negatieve verandering van marktprijzen. Nuon Energy staat hoofdzakelijk bloot aan commodity-prijsrisico en daarnaast aan valuta- en interestrisico. Het kredietrisico is het risico dat voortkomt uit het in gebreke blijven van tegenpartijen, met inbegrip van leveranciers, beleggingen en tegenpartijen waarmee handels- en verkooptransacties worden aangegaan. Het liquiditeitsrisico is het risico dat de onder neming niet in staat zal zijn om te voldoen aan de verplichtingen die verband houden met financiële verplichtingen. Deze noot geeft informatie over bovengenoemde financiële risico’s waaraan Nuon Energy is blootgesteld, de doelstellingen en het beleid betreffende de beheersing van risico’s uit hoofde van financiële instrumenten, alsmede het beheer van kapitaal. Nadere kwantitatieve toelichtingen worden gegeven in de diverse voetnoten in de geconsolideerde jaarrekening.
Marktrisico Nuon Energy is blootgesteld aan de volgende potentiële marktrisico’s: ■■ Commodity-prijsrisico: het risico dat de waarde van een financieel instrument verandert als gevolg van de veranderingen in commodity-prijzen; ■■ Valutarisico: het risico dat de waarde van een financieel instrument verandert als gevolg van fluctuaties van valutakoersen; ■■ Interestrisico: het risico dat de waarde van een financieel instrument verandert als gevolg van veranderingen in marktrentes. Nuon Energy dekt marktrisico’s af door middel van de aan- en verkoop van derivaten. Nuon Energy probeert deze praktijk zoveel mogelijk te spiegelen in de boekhouding door het toepassen van hedge accounting. Alle transacties worden uitgevoerd binnen de richtlijnen zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur. Commodity-prijsrisico Nuon Energy is gevoelig voor het effect van marktfluctuaties in de prijzen van diverse energie commodities, waaronder: elektriciteit, steenkool, aardgas, olie en emissierechten. Deze risico’s vloeien voort uit de eigendom van fysieke activa (met name aardgas- en kolengestookte elektriciteitscentrales in Nederland, alsmede belangen in gasvelden in de Noordzee), verkoopposities in elektriciteit en gas voor levering aan zowel huishoudens als zakelijke klanten in de kernmarkten van Nuon Energy (Nederland en België) en de eigen posities die in deze markten voor energie commodities worden ingenomen.
15 3
Alle marktrisico’s die samenhangen met commodity-prijsrisico’s worden gemeten volgens de Value at Risk (VaR)-methode. Bij de VaR-berekening worden potentiële veranderingen in de waarde van commodity-posities als gevolg van marktprijsbewegingen gekwantificeerd. Nuon Energy is van mening dat alle commodity-prijsrisico’s op dezelfde wijze moeten worden gemonitord, ongeacht de herkomst, als gevolg van eigendom van activa, verkopen aan klanten, afdekkingstransacties of handel voor eigen rekening. De gegevens die voor de VaR-berekening worden gebruikt, zijn posities (openstaande volumes), actuele marktprijzen en de veranderlijkheid van prijzen (volatiliteit en correlaties). Al deze gegevens worden dagelijks bijgewerkt. Nuon Energy hanteert een betrouwbaarheidsniveau van 95% en een tijdshorizon van één dag. De VaR geeft derhalve het verlies op basis van marktwaarde aan dat ontstaat door een verandering die de marktprijzen, onder normale omstandigheden, op één dag ondergaan en dat naar verwachting slechts 5% van de tijd wordt overschreden (1 op de 20 dagen). Met ingang van 1 februari 2010 veranderde Nuon Energy haar strategie voor risicobeheer als gevolg van de verandering in de Vattenfall Energy Trading-organisatie. De veranderde organisatie wordt aangestuurd op basis van de feitelijke operationele structuur in plaats van de juridische structuur. Vanaf februari 2010 zijn alle commodity-posities uit hoofde van assets- en customerbook volledig afgedekt via Vattenfall Energy Trading Germany (VET Germany) en leiden als zodanig niet tot een positie op Nuon Energy-niveau. Nuon Energy behandelt eerdergenoemde contracten met VET Germany als derivaten die tegen reële waarde worden gewaardeerd op de balans. Indien mogelijk wordt hedge accounting toegepast. Het is het beleid van Vattenfall om haar posities centraal op groeps niveau in te dekken via verschillende Market Access Points. VET NL, dat juridisch gezien deel uitmaakt van Nuon Energy, is aangewezen als Market Access Point voor een aantal commodities voor de Vattenfall Groep en is daarnaast actief in handel voor eigen rekening. Hedgecontracten tussen VET Germany en VET NL alsmede hedge-contracten tussen VET NL en de markt worden verantwoord als derivaten en gewaardeerd tegen reële waarde in de balans. Derhalve wordt de positie van VET NL nauwlettend gevolgd met behulp van een VaR-methodologie en als zodanig is deze VAR de beste meting van het marktrisico voor Nuon Energy in zijn geheel. Tot 2009 werd de VaR berekend op Nuon Energy-niveau; als gevolg van de verandering in de strategie voor risicomanagement wordt deze VAR niet meer gebruikt in 2010. Aangezien de VaR op Nuon Energy-niveau de beste meting van het marktrisico was tot vorig jaar, is de 2009 VaR van Nuon Energy gepresenteerd als vergelijkend cijfer.
Handels-VaR-niveaus € miljoen
2010 Per 31 december Gemiddelde over het jaar
2009
6,6 3,3
2,9 3,1
Inhoudsopgave Jaarrekening 154 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
en average rate opties. Nuon Energy classificeert de average rate opties (termijncontracten) ter afdekking van verwachte transacties voor zover mogelijk als kasstroomafdekking, en waardeert ze tegen reële waarde, waarbij wijzigingen in de reële waarde worden verantwoord in het eigen vermogen totdat de afgedekte post in de winst- en verliesrekening wordt verwerkt. Op een deel van deze transacties en op de valutatermijncontracten wordt geen hedge accounting toegepast. Wijzigingen in de reële waarde van deze derivaten worden verantwoord in de winst- en verliesrekening. Overige monetaire activa en verplichtingen die in andere valuta dan de euro worden aangehouden, alsmede verwachte transacties in vreemde valuta die vrijwel zeker zullen plaatsvinden, worden doorgaans afgedekt met valutatermijncontracten. Onder de verwachte transacties in vreemde valuta valt de aankoop van onderdelen van de geplande elektriciteitscentrale en reserveonderdelen, ter hoogte van JPY 21 miljard (€ 173 miljoen) (2009: JPY 26 miljard/€ 198 miljoen). Daarnaast heeft Nuon Energy in 2009, gebruikmakend van valutaderivaten, een GBP-positie afgedekt op een verwachte acquisitie van gasvelden in de Noordzee. Na de balansdatum is gebleken dat deze acquisitie niet zal plaats vinden. Op basis daarvan is de GBP-positie niet meer in de balans
Valutarisico Algemeen Nuon Energy loopt valutarisico op inkopen, handelsactiviteiten, liquide middelen, opgenomen leningen en overige balansposities die luiden in een andere valuta dan de euro. Valutarisico’s ontstaan hoofdzakelijk uit hoofde van posities in USD en in beperktere mate uit hoofde van posities in JPY, CHF, GBP, PLN en CZK. Nuon Energy heeft een ‘exposure based’ valutabeleid. Nuon Energy onderkent drie soorten risico’s met betrekking tot vreemde valuta: ■■ Transactierisico’s betreffen risico’s ten aanzien van toekomstige kasstromen in vreemde valuta, alsmede ten aanzien van balansposities in vreemde valuta. Genoemde risico’s worden voor 100% afgedekt. Dochterondernemingen rapporteren valutaposities en -risico’s aan de Treasury-afdeling binnen Nuon Energy. Deze posities en risico’s worden voornamelijk ‘back-to-back’ ingedekt bij externe tegenpartijen door middel van average rate opties, cross currency renteswaps en spot- en valutatermijncontracten. De financiële afwikkeling van inkopen van commodities in vreemde valuta wordt, voor zover gecommitteerd, afgedekt door middel van valutatermijncontracten
Gevoeligheidsanalyse valutarisico’s Per 31 december € miljoen
Posities
Resultaat
Eigen vermogen
Daling van 10% Stijging van 10% Daling van 10% Stijging van 10% ten opzichte ten opzichte ten opzichte ten opzichte van de euro van de euro van de euro van de euro 2010 -338 337 -1
– -14 -14
1 16 17
13 -13 –
-16 16 –
-193 193 –
– – –
– – –
19 -19 –
-19 19 –
-44 44 –
– – –
– – –
4 -4 –
-4 4 –
23 -35 -12
-5 3 -2
5 -3 2
1 – 1
-1 – -1
-3 1 -2
– – –
– – –
– – –
– – –
Gevoeligheid kasstroom in CZK (netto)
1 -1 –
– – –
– – –
– – –
– – –
Totale risicopositie in vreemde valuta
-554
-5
6
37
-40
Totale afgedekte risico’s in vreemde valuta
539
-11
13
-36
39
Gevoeligheid kasstroom in vreemde valuta
-15
-16
19
1
-1
Risicopositie in USD Totaal afgedekte risico's in USD
Gevoeligheid kasstroom in USD (netto) Risicopositie in JPY Totaal afgedekte risico's in JPY
Gevoeligheid kasstroom in JPY (netto) Risicopositie in CHF Totaal afgedekte risico's in CHF
Gevoeligheid kasstroom in CHF (netto) Risicopositie in GBP Totaal afgedekte risico's in GBP
Gevoeligheid kasstroom in GBP (netto) Risicopositie in PLN Totaal afgedekte risico's in PLN
Gevoeligheid kasstroom in PLN (netto) Risicopositie in CZK Totaal afgedekte risico's in CZK
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
■■
■■
opgenomen per 31 december 2009 en is de hedge-relatie verbroken. De valutaderivaten zijn in 2010 afgewikkeld; Translatierisico’s betreffen risico’s ten aanzien van de omrekening van buitenlandse dochterondernemingen waarvan de functionele valuta anders is dan de euro. De risico’s die hieruit voortvloeien worden alleen afgedekt indien Nuon Energy verwacht de betreffende bedrijfsactiviteiten op termijn te beëindigen. De nettovermogenswaarde van de dochteronderneming kan dan worden afgedekt. Indien er geen besluit is de betreffende dochteronderneming af te stoten of te sluiten, dan worden de omrekeningsverschillen via de post Overig totaalresultaat in de reserve translatieverschillen in het Eigen vermogen verantwoord; Economische risico’s zijn gerelateerd aan een mogelijke verslechtering van de concurrentiepositie als gevolg van een verandering in de waarde van vreemde valuta. Deze risico’s worden over het algemeen niet afgedekt, maar worden van geval tot geval beoordeeld.
155
van de waarde van vreemde valuta ten opzichte van de euro, indien alle andere omstandigheden ongewijzigd blijven, voor een effect (voor belastingen) zou hebben op de financiële baten en lasten en op het vermogen van Nuon Energy. Hierbij is rekening gehouden met de ter afdekking van het valutarisico afgesloten derivaten. De effecten op vermogen en resultaat zijn berekend tegen balanskoers. De tabellen omvatten risicoposities uit hoofde van blootstellingen aan valutarisico’s, ongeacht of deze risico’s voortvloeien uit financiële instrumenten of anderszins. De effecten op de winst- en verliesrekening en het eigen vermogen houden slechts rekening met financiële instrumenten. De belangrijkste effecten in de tabellen ten aanzien van de blootstelling aan valutarisico’s in USD hangen samen met de average rate opties die worden afgesloten ter afdekking van het valutarisico op de inkoop van commodities. Voor deze average rate opties die niet worden aangewezen als kasstroomafdekking komen de effecten van de gevoeligheidsanalyse in de winst- en verliesrekening. Hiertegenover staan tegengestelde effecten ten tijde van de fysieke levering van de commodities. Deze effecten zijn niet gepresenteerd in de tabellen.
Blootstelling aan valutarisico’s en gevoeligheidsanalyse De mate waarin Nuon Energy aan valutarisico’s is blootgesteld, gebaseerd op nominale waarden, is opgenomen in de tabellen op deze en vorige pagina’s. Deze tabellen geven weer wat een mogelijke stijging of daling
Gevoeligheidsanalyse valutarisico’s (vervolg) Per 31 december € miljoen
Posities
Resultaat
Eigen vermogen
Daling van 10% Stijging van 10% Daling van 10% Stijging van 10% ten opzichte ten opzichte ten opzichte ten opzichte van de euro van de euro van de euro van de euro 2009 Risicopositie in USD
-516
-13
15
22
-26
Totaal afgedekte risico's in USD
512
-24
30
-22
26
Gevoeligheid kasstroom in USD (netto)
-4
-37
45
–
–
-198
–
–
20
-20
198
–
–
-20
20
–
–
–
–
–
-40
–
–
4
-4
40
–
–
-4
4
–
–
–
–
–
Risicopositie in GBP
70
-7
8
1
-1
Totaal afgedekte risico's in GBP
10
7
-8
-9
9
Gevoeligheid kasstroom in GBP (netto)
80
–
–
-8
8
Risicopositie in PLN
-2
–
–
–
–
–
–
–
–
–
-2
–
–
–
–
Risicopositie in CZK
–
–
–
–
–
Totaal afgedekte risico's in CZK
–
–
–
–
–
Gevoeligheid kasstroom in CZK (netto)
–
–
–
–
–
Totale risicopositie in vreemde valuta
-686
-20
23
47
-51
Totale afgedekte risico’s in vreemde valuta
760
-17
22
-55
59
Gevoeligheid kasstroom in vreemde valuta
74
-37
45
-8
8
Risicopositie in JPY Totaal afgedekte risico's in JPY
Gevoeligheid kasstroom in JPY (netto) Risicopositie in CHF Totaal afgedekte risico's in CHF
Gevoeligheid kasstroom in CHF (netto)
Totaal afgedekte risico's in PLN
Gevoeligheid kasstroom in PLN (netto)
Inhoudsopgave Jaarrekening 156 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
De belangrijkste wisselkoersen die zijn gehanteerd per balansdatum zijn hierna weergegeven.
Valutakoersen Per 31 december € 1
Spotkoers 2010
2009
1,32 0,85 1,24 107,87 3,97 25,33
USD GBP CHF JPY PLN CZK
Interestrisico Algemeen Nuon Energy maakt beperkt gebruik van derivaten zoals renteswaps om het interestrisico te beperken. Op 31 december 2010 had Nuon Energy posities in renteswaps met een nominale waarde van € 10 miljoen (2009: € 10 miljoen).
1,43 0,89 1,48 133,50 4,10 26,35
In onderstaande tabellen wordt inzicht gegeven in de mate waarin Nuon Energy is blootgesteld aan wijzigingen in de interestpercentages voor financiële instrumenten. Onderstaande tabellen tonen de effectieve rente per balansdatum, alsmede de vervaldatum of – indien eerder – de contractuele renteherzieningsdatum. Dit betekent dat een langlopende lening waarvan de renteherzieningsdatum in het komende jaar ligt, geclassificeerd is in de categorie ‘Minder dan 1 jaar’.
Eerdere van vervaldatum of contractuele renteherzieningsdatum Per 31 december € miljoen
Effectief rentepercentage
Variabel/ Vastrentend
Boekwaarden Minder dan 1 jaar
1 tot 5 jaar
Meer dan 5 jaar
Totaal
2010 Overige financiële activa – 10 677 1.204
– 5 – –
– 22 – –
– 37 677 1.204
1.891
5
22
1.918
Vast Variabel Vast
46 1 –
85 7 3
58 – –
189 8 3
2,0%
Variabel Vast Variabel
182 115 –
– 234 5
– – –
182 349 5
3,6%
Vast
8
11
–
19
352
345
58
755
Vorderingen uit hoofde van financiële leases Leningen en vorderingen
2,9%
Handels- en overige vorderingen Liquide middelen
Vast Variabel Variabel
Totaal activa Rentedragende verplichtingen Groenleningen
3,5%
Groenleningen Banken
4,8%
Banken Schuld aan aandeelhouders A Overig
Verplichtingen uit hoofde van financiële leases Totaal kort- en langlopende financiële verplichtingen Handels- en overige schulden
Variabel
177
–
–
177
Derivaten
Variabel
10
–
–
10
Derivaten
Vast
–
-10
–
-10
539
335
58
932
Totaal verplichtingen
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
15 7
Eerdere van vervaldatum of contractuele renteherzieningsdatum (vervolg) Per 31 december € miljoen
Effectief rentepercentage
Variabel/ Vastrentend
Boekwaarden Minder dan 1 jaar
Meer dan 5 jaar
1 tot 5 jaar
Totaal
2009 Overige financiële activa Vorderingen uit hoofde van financiële leases Leningen en vorderingen
2,5%
Handels- en overige vorderingen Liquide middelen
–
–
–
–
–
–
27
27
Variabel
419
–
–
419
Variabel
1.250
–
–
1.250
1.669
–
27
1.696
Vast
Totaal activa Rentedragende verplichtingen Groenleningen
3,6%
Groenleningen
Vast
16
91
90
197
Variabel
1
9
–
10
Banken
5,6%
Vast
–
1
–
1
Schuld aan aandeelhouders A
2,0%
Vast
101
288
49
438
Variabel
–
4
–
4
Vast
9
16
2
27
127
409
141
677
Overig
Verplichtingen uit hoofde van financiële leases
3,7%
Totaal kort- en langlopende financiële verplichtingen Handels- en overige schulden
Variabel
257
–
–
257
Derivaten
Variabel
10
–
–
10
Derivaten
Vast
–
–
-10
-10
394
409
131
934
Totaal verplichtingen
Gevoeligheidsanalyse met betrekking tot reële waarde voor vastrentende activa en verplichtingen Nuon Energy heeft geen vastrentende financiële activa en verplichtingen die tegen reële waarde via het resultaat worden verwerkt.
Gevoeligheidsanalyse met betrekking tot kasstromen voor variabel rentende activa en verplichtingen Een wijziging van 100 basispunten in de rentetarieven per 31 december 2010 zou, indien alle andere omstandigheden ongewijzigd blijven, een effect voor belasting hebben op het vermogen en op het resultaat op jaarbasis (financiële baten en lasten) van Nuon Energy zoals in de tabel op de volgende pagina weergegeven.
Inhoudsopgave Jaarrekening 158 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Gevoeligheidsanalyse interestrisico Per 31 december € miljoen
Posities
Resultaat
Eigen vermogen
Daling van 100 Stijging van 100 Daling van 100 Stijging van 100 basispunten basispunten basispunten basispunten 2010 Renteswaps
1.509 -10
-15 –
15 –
– n.v.t.
– n.v.t.
Gevoeligheid kasstroom (netto)
1.499
-15
15
–
–
1.398
-15
15
–
–
-10
–
–
–
–
1.388
-15
15
–
–
Variabel rentende instrumenten
2009 Variabel rentende instrumenten Renteswaps
Gevoeligheid kasstroom (netto)
Afdekkingstransacties Kasstroomafdekking De toekomstige kasstromen waarvan de prijsrisico’s worden afgedekt, hebben betrekking op inkoop van gas en kolen voor eigen gebruik, alsmede inkoop van gas voor directe levering aan onze afnemers. Hierbij wordt gebruikgemaakt van variabele prijscontracten, waarvan de gasprijs gerelateerd is aan de gemiddelde prijs van kolen of olie over een voorgaande periode. De prijsrisico’s die voortvloeien uit deze aankopen worden afgedekt met kolenswaps en olieswaps. Deze swaps worden normaal gesproken verhandeld in USD. Het valutarisico wordt vervolgens afgedekt door middel van average rate opties (ARO’s). De reële-waardeveranderingen van deze swaps en ARO’s die in de hedge-reserve in het eigen vermogen zijn opgenomen, vallen vervolgens vrij ten gunste van het resultaat op het moment dat de kasstromen uit het onderliggende gascontract plaatsvinden. In lijn met het bovengenoemde voorbeeld zal de kasstroomhedge-reserve geleidelijk vrijvallen over het eerste kwartaal wanneer het gas onder het gascontract wordt geleverd.
Op dat moment worden zowel de waardeveranderingen uit de swaps en ARO’s als de totale waarde van het gekochte en geleverde gas in het resultaat verantwoord. Voor de contracten die per 31 december 2010 zijn afgedekt, zullen alle kasstromen plaatsvinden binnen vier jaar na balansdatum. Tevens zullen deze in de winst- en verliesrekening tot uitdrukking komen in dezelfde periode (31 december 2009: binnen vijf jaar na balansdatum). Naast bovengenoemde kasstroomafdekkingen heeft Nuon Energy een aantal valutatermijncontracten gebruikt om toekomstige investeringen in de nieuwe Nuon Magnum elektriciteitscentrale, die in Japanse yen worden gedaan, af te dekken. De volgende tabel geeft het verloop weer van de hedge-reserve in het boekjaar voor belastingen. Per eind 2010 bedraagt de kasstroomhedge-reserve na aftrek van latente belastingen € 233 miljoen positief (2009: € 38 miljoen negatief).
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
159
Verloopoverzicht kasstroomhedge-reserve € miljoen
Hedge-reserve per 1 januari
Reëlewaardeveranderingen
– 1 1 – – –1 1
-32 186 –69 –3 –126 –21 –65
56 291 –14 –2 29 27 387
28 –115 –20 1 61 –10 –55
52 362 –103 –4 –36 –4 267
–
13
27
3
43
1
–52
414
–52
310
Kolenswaps
–
–58
20
6
–32
Gasswaps
–
311
–37
–88
186
Olieswaps
2
193
11
–273
–69
CO2-contracten
–
–
–3
–
–3
Elektriciteitscontracten
–
–
–125
–
–125
Valutacontracten
–
–59
–17
55
–21
Totaal hedges op brandstoffen
2
387
–151
–300
–64
–2
53
–40
–
13
–
440
–191
–300
–51
Hedgeineffectiviteit
Vrijval in het resultaat
Hedge-reserve per 31 december
2010 Brandstoffen Kolenswaps Gasswaps Olieswaps CO2-contracten Elektriciteitscontracten Valutacontracten
Totaal hedges op brandstoffen Valuta-contracten Forward contracts
Totaal 2009 Brandstoffen
Valuta-contracten Forward-contracten
Totaal
Kredietrisico Algemeen Kredietrisico ontstaat als gevolg van de activiteiten van de verkoopdivisies, business development-projecten en de handels- en overige activiteiten van Nuon Energy. Het kredietrisico is het risico van een verlies dat ontstaat doordat een tegenpartij niet bereid of niet in staat is zijn verplichtingen na te komen. Binnen de gehele organisatie worden krediet analyses en kredietbeheer op consistente wijze toegepast, waarbij de mate van beoordeling afhankelijk is van de omvang van het kredietrisico dat bij een transactie ontstaat. In het handelssegment wordt het kredietrisico berekend op basis van de afwikkelingskosten plus de vervangingskosten. Voor de berekening van het kredietrisico wordt gebruikgemaakt van marktwaarden die zijn berekend door de Risk Analysis & Reporting Group binnen Risk Management en die zijn getotaliseerd per tegenpartij. Wanneer er juridisch afdwingbare salderingsovereenkomsten zijn afgesloten wordt het risico bewaakt op nettobasis. In sommige gevallen is het kredietrisico ingedekt met behulp van credit default swaps. Deze instrumenten worden maandelijks gewaardeerd, maar er wordt niet actief in gehandeld.
Het kredietrisico wordt beheerst door middel van een gevestigd kredietbeleid, regelmatige monitoring van kredietposities en het toepassen van geschikte risicobeperkende instrumenten. Hoewel het kredietrisico ook op portefeuilleniveau wordt beheerst, zijn er beperkingen met betrekking tot de mate waarin spreiding kan worden bereikt doordat Nuon Energy onderhevig is aan een concentratierisico in de energiemarkten en in haar kernmarkten zakendoet met energie-intensieve industrieën. Kredietkwaliteit Treasury De liquide middelen worden voor een groot deel uitgezet binnen de Vattenfall Groep, onder andere gebruikmakend van een cash pool en deposito’s. Handel Doordat voor het kredietrisico hoge normen worden gehanteerd, heeft de handelsportefeuille zich de afgelopen jaren steeds gekenmerkt door een hoge en stabiele investment grade rating. Op de handelsportefeuille zijn geen afboekingen uit hoofde van kredietrisico gedaan in 2010 en 2009.
Inhoudsopgave Jaarrekening 160 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Verkoop Het verkoopsegment is onderhevig aan kredietrisico in het geval dat klanten niet betalen voor geleverde energie. Ook kan er verlies ontstaan op (her)verkoop van energie die voorheen voor een klant was gereserveerd tegen een vaste prijs. In het zakelijke segment worden de meeste kleine en middelgrote afnemers beoordeeld door Dun & Bradstreet en Moody’s KMV Riskcalc®. De opbouw qua ouderdom van de debiteurenportefeuille ontwikkelde zich negatief gedurende 2010 als gevolg van de voortzetting van de verslechterde economische situatie. Nuon Energy beschouwt de kredietkwaliteit van de debiteurenportefeuille als bevredigend. Instrumenten die in dit segment worden toegepast voor de beperking van het kredietrisico omvatten garanties van moedermaatschappijen, bankgaran-
ties, letters of credit en vooruitbetalingen. Onze debiteuren in de retailmarkt worden niet voorzien van een rating. Nuon Energy beschouwt haar portfolio als vergelijkbaar met de gemiddelde kredietkwaliteit van dit segment voor Nederland als geheel. In 2010 deden zich verliezen voor in de gehele portefeuille als gevolg van de verslechterde economische situatie. Maximumkredietrisico Het maximumkredietrisico is de balanswaarde van elk financieel actief, met inbegrip van derivaten, met uitzondering van de volgende instrumenten: debiteuren – handelsactiviteiten, commodity-derivaten, interestderivaten en valutaderivaten. De boekwaarde en het maximumkredietrisico van deze posten zijn als volgt.
Maximumkredietrisico Per 31 december € miljoen
2010
2009 1.483
Valuta- en rentederivaten (na saldering)
250 1.397 154
Totale boekwaarde
1.801
1.784
Werkelijke kredietrisico's na saldering (exclusief verkoop)
1.403 7
648
Debiteuren - handelsactiviteiten Commodity-derivaten (na saldering)
Maximaal verwachte verlies (gebaseerd op standaardverwachtingen en -risico's)
De boekwaarde voor deze derivaten en debiteuren – handelsactiviteiten is niet gelijk aan het maximumkredietrisico op deze posten, om de volgende twee redenen. Ten eerste is er een verschil tussen het gebruik van salderingsovereenkomsten door Nuon Energy en de salderingsregels overeenkomstig IFRS. Zo gebruikt Nuon Energy Master Netting Agreements (MNA’s) waar dat juridisch afdwingbaar is. Deze MNA’s staan saldering toe voor verschillende klassen en categorieën financiële activa en verplichtingen, alsook voor niet-financiële activa en verplichtingen die niet worden meegenomen onder IFRS. Daarnaast saldeert Nuon Energy posities bij het berekenen van kredietrisico (close out netting), ook al heeft Nuon Energy niet de intentie om in het kader van haar dagelijkse activiteiten op een nettobasis af te rekenen of als het praktisch niet mogelijk is om netto af te rekenen, bijvoorbeeld door tijdsverschillen. Ten tweede is er een verschil tussen de manier waarop Nuon Energy kredietrisico berekent (nettoafrekening per tegenpartij plus vervangings waarde) en de boekwaarde van de derivaten in de balans (reële waarde). Het kredietrisico wordt gemitigeerd door zekerheden zoals bankgaranties, letters of credit en liquide middelen. Daarnaast maakt Nuon Energy gebruik van bilaterale margining-overeenkomsten met de meeste grote tegenpartijen in het handelssegment. Dankzij deze overeenkomsten, maar ook door andere vormen van kredietondersteuning, heeft Nuon Energy per 31 december 2010 € 176 miljoen ontvangen in liquide middelen en € 1.405 miljoen aan overige zekerheden (inclusief garanties van moedermaatschappijen) (2009: respectievelijk € 273 miljoen en
162 139
7
€ 1.178 miljoen). De zekerheden zijn met inbegrip van credit default swaps die zijn aangekocht voor een nominaal bedrag van € 80 miljoen (2009: € 80 miljoen). Cross border lease In het kader van de uitvoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer en de voorbereiding van de splitsing van onze voormalige aandeelhouder n.v. Nuon, zijn de in een cross border lease ondergebrachte warmtenetten van Alliander N.V. medio 2008 via ‘sub-subleases’ onderverhuurd aan N.V. Nuon Warmte, onderdeel van Nuon Energy. Het ‘strip-risk’ (het gedeelte van de ‘termination value’ – dat wil zeggen de bij een voortijdig einde van de transactie mogelijk door Nuon aan Alliander N.V. te betalen vergoeding – dat niet uit de hiertoe aangehouden deposito’s en beleggingen kan worden voldaan) voor deze leases dat door Nuon Energy wordt gedragen, bedroeg aan het eind van 2010 $ 46 miljoen (2009: $ 71 miljoen). Aangezien deze ‘sub-subleases’ nog operationeel zijn, is voor dit ‘strip-risk’ geen verplichting in de balans opgenomen. Vervallen termijnen De vorderingen waarvan de betalingstermijn is verstreken, maar die niet voorzien zijn, betreffen alleen debiteuren uit reguliere verkopen. Ook de voorziening voor oninbaarheid ziet alleen toe op debiteuren uit reguliere verkopen. De ouderdom van debiteuren waarvan de betalings termijn is verstreken per balansdatum, is als volgt (brutobedragen).
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
161
Ouderdomsanalyse debiteuren Per 31 december € miljoen
2010
2009
% 498
>360 dagen
600 62 34 49 59
Totaal
804
735
Niet vervallen 0 tot 30 dagen 30 tot 90 dagen 90 tot 360 dagen
–
79
–
41
10%
70
25-50%
47
100%
Het verloop van de voorziening voor oninbaarheid met betrekking tot de debiteuren kan als volgt worden weergegeven.
Verloopstaat voorziening voor oninbaarheid € miljoen
2010 Balans per 1 januari Gebruik van de voorziening voor oninbaarheid (afboeking debiteuren) Dotatie aan voorziening via het resultaat
Balans per 31 december
Het grootste deel van de voorziening voor dubieuze debiteuren wordt gevormd op basis van een staffel die is gebaseerd op ervaringscijfers (€ 41 miljoen; 2009: € 39 miljoen). Het overige gedeelte is gevormd op basis van beoordeling van individuele debiteuren (€ 26 miljoen; 2009: € 25 miljoen). De reële waarde van de verkregen zekerheden die gerelateerd zijn aan reeds vervallen en afgeboekte debiteuren bedraagt nihil (2009: nihil).
Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico omvat het risico dat Nuon Energy niet in staat is om de benodigde financiële middelen te verkrijgen om tijdig aan haar verplichtingen te voldoen. Hiertoe beoordeelt Nuon Energy regelmatig de verwachte kasstromen over een periode van één jaar. Deze kasstromen omvatten onder meer operationele kasstromen, dividenden, betalingen van interest en aflossingen van schulden, vervangingsinvesteringen, de consequenties van wijzigingen in de kredietwaardigheid van Nuon Energy en ‘margin calls’ uit hoofde van de handelsactiviteiten. Met
2009
64
53
-25 28
-30
67
64
41
betrekking tot de margin calls maakt Nuon Energy gebruik van een ‘Margin-VaR’-model evenals van een ‘Margin Stress Test’-model. Met behulp van deze beide instrumenten kan Nuon Energy toekomstige margin calls inschatten gebaseerd op historische marktprijsontwikkelingen, stress tests en contractuele overeenkomsten, inclusief een kredietwaardigheidsdrempel op Nuon Energy en haar tegenpartijen. Het uiteindelijke doel is te allen tijde voldoende gecommitteerde krediet faciliteiten ter beschikking te hebben om de liquiditeitsbehoefte in het komende jaar zeker te stellen. Bij de planning van de vermogensbehoefte wordt uitgegaan van een horizon van vier jaar. Om een inzicht te verschaffen in het liquiditeitsrisico zijn in de volgende tabel de contractuele looptijden weergegeven van de financiële verplichtingen (omgerekend tegen balanskoers), inclusief interestbetalingen. De contractuele kasstromen van vaste activa alsmede vlottende activa gecombineerd met de backup-faciliteit dekken de huidige behoefte voor liquiditeit zoals weergegeven in de tabel op de volgende pagina’s.
Inhoudsopgave Jaarrekening 162 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Liquiditeitsrisico 2010 en 2009 Per 31 december € miljoen
Boekwaarde
Contractuele kasstromen Minder dan 1 jaar
1 tot 5 jaar
Meer dan 5 jaar
Totaal
2010 Rentedragende verplichtingen -197 – -331 -18
-45 -5 -109 -6
-91 -18 -222 -38
-58 -4 – –
-194 -27 -331 -44
-19
-8
-11
–
-19
Handelsschulden
-145
-145
–
–
-145
Overige schulden
-1.797
-1.797
–
–
-1.797
-64
-218
-60
-342
–
1
–
1
-35
-24
–
-59
-500 531
-324 349
-13 15
-837 895
-482 462 11
-235 225 15
– – 2
-717 687 28
3.013 -2.989 24
1.505 -1.488 17
– – –
4.518 -4.477 41
-8.564 3.222
-3.420 1.816
– –
-11.984 5.038
-3.335 7.539 -1.138
-1.982 2.623 -963
– – –
-5.317 10.162 -2.101
-3.317
-1.552
-120
-4.989
Groenleningen - hoofdsommen Groenleningen - interest Overige langlopende rentedragende verplichtingen - hoofdsommen Overige langlopende rentedragende verplichtingen - interest
Verplichtingen uit hoofde van financiële leases
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Verplichtingen uit hoofde van operationele leases
Renteswaps Valutaderivaten ARO’s
-63
Valutatermijncontracten1 Forward-vorderingen
62
Koop Verkoop Forward-verplichtingen
-31
Koop Verkoop
Totaal valutatermijncontracten Commodity-derivaten1 Swap-vorderingen Swap-verplichtingen
1.192 -1.149
Totaal swaps Forward-vorderingen
2.401
Koop Verkoop Forward-verplichtingen
-2.074
Koop Verkoop
Totaal forwards Totaal 1 Valutatermijncontracten
-2.169
worden bruto afgerekend met onze tegenpartijen. De betaling en ontvangst vinden telkens op hetzelfde moment plaats. Om beter inzicht te geven in het werkelijke liquiditeitsrisico, zijn van elk contract zowel de uitgaande als de inkomende kasstromen gepresenteerd. Ook voor commodity-contracten zijn zowel de uitgaande als de inkomende kasstromen opgenomen.
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
1 63
Liquiditeitsrisico 2010 en 2009 (vervolg) Per 31 december € miljoen
Boekwaarde
Contractuele kasstromen Minder dan 1 jaar
1 tot 5 jaar
Meer dan 5 jaar
Totaal
2009 Rentedragende verplichtingen Groenleningen - hoofdsommen
-207
-17
-99
-91
-7
-19
-6
-32
-435
-99
-287
-49
-435
-8
-2
-31
-13
-46
-27
-9
-18
-3
-30
Handelsschulden
-104
-104
–
–
-104
Overige schulden
-1.326
-1.326
–
–
-1.326
-30
-216
-91
-337
–
1
–
1
-33
-31
–
-64
-865
-336
-18
-1.219
914
354
18
1.286
-662
-522
–
-1.184
632
499
–
1.131
19
-5
–
14
Groenleningen - interest Overige langlopende rentedragende verplichtingen - hoofdsommen Overige langlopende rentedragende verplichtingen - interest
Verplichtingen uit hoofde van financiële leases
-207
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Verplichtingen uit hoofde van operationele leases
Renteswaps Valutaderivaten ARO’s
-63
Valutatermijncontracten1 Forward-vorderingen
67
Koop Verkoop Forward-verplichtingen
-48
Koop Verkoop
Totaal valutatermijncontracten Commodity-derivaten1 Swap-vorderingen
1.029
1.865
1.296
23
3.184
Swap-verplichtingen
-934
-1.788
-1.276
-29
-3.093
77
20
-6
91
Koop
-602
-1.097
-31
-1.730
Verkoop
7.693
3.451
–
11.144
-8.800
-4.019
–
-12.819
522
465
–
987
-1.187
-1.200
-31
-2.418
-2.718
-1.885
-290
-4.893
Totaal swaps Forward-vorderingen
Forward-verplichtingen
3.300
-3.488
Koop Verkoop
Totaal forwards Totaal 1 Valutatermijncontracten
-2.244
worden bruto afgerekend met onze tegenpartijen. De betaling en ontvangst vinden telkens op hetzelfde moment plaats. Om beter inzicht te geven in het werkelijke liquiditeitsrisico, zijn van elk contract zowel de uitgaande als de inkomende kasstromen gepresenteerd. Ook voor commodity-contracten zijn zowel de uitgaande als de inkomende kasstromen opgenomen.
Inhoudsopgave Jaarrekening 164 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Reële waarden Algemeen De financiële activa en verplichtingen van Nuon Energy zijn ofwel gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, ofwel tegen reële waarde. Onderstaande tabel geeft inzicht in de verschillende IAS 39-categorieën waarin Nuon Energy haar financiële activa en verplichtingen verant-
woordt, de gebruikte waarderingsgrondslag daarvoor en de reële waarde van deze financiële activa en verplichtingen. Daarnaast zijn de financiële instrumenten die tegen reële waarden zijn gewaardeerd, gecategoriseerd in één van de drie reële-waardeniveaus in overeen stemming met IFRS 7.
Reële waarde van financiële activa en verplichtingen 2010 en 2009 Per 31 december € miljoen
Boekwaarde IAS 39-categorieën Reële waarde via winsten verliesrekening/ Overige hedge Leningen en financiële accounting vorderingen verplichtingen 2010 Overige financiële activa Derivaten activa
37 1.550
Niveau
Totaal
Reële waarde 37
35
1.550
1.550
I
II
Noot
III 4
858
412
280
5
Handels- en overige vorderingen
1.837
1.837
1.837
7
Liquide middelen
1.204
1.204
1.204
8
-736
-759
10
-1.136
-1.136
-19 -1.959
-19 -1.959
16
27
26
4
1.622
1.622
Rentedragende verplichtingen Derivaten verplichtingen
-736 -1.136
Verplichtingen uit hoofde van financiële leases Handels- en overige schulden
-19 -1.959
2009 Overige financiële activa Derivaten activa
27 1.622
-573
-302
-261
5
15
1.063
315
244
5
Handels- en overige vorderingen
1.500
1.500
1.500
7
Liquide middelen
1.250
1.250
1.250
8
-650
-675
10
-1.690
-1.690
-27
-27
-27
16
-1.412
-1.412
-1.412
15
Rentedragende verplichtingen Derivaten verplichtingen
-650 -1.690
Verplichtingen uit hoofde van financiële leases Handels- en overige schulden
Financiële instrumenten tegen reële waarde via het resultaat/ hedge accounting De Groep heeft de aanpassingen in IFRS 7 toegepast voor financiële instrumenten die in de balans worden gewaardeerd tegen reële waarde. Deze aanpassingen vereisen toelichting op de waarderingsmethoden voor de reële waarde per niveau op basis van de volgende hiërarchie:
■■
■■
-1.181
-252
-257
5
Aan actieve markten genoteerde prijzen (onaangepast) voor identieke activa of verplichtingen (niveau I); Parameters, anders dan genoteerde prijzen zoals opgenomen in niveau I, die in een markt waarneembaar zijn voor het actief of de verplichting, ofwel direct (als prijzen) dan wel indirect (als afgeleide van prijzen) (niveau II);
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
■■
Parameters voor het actief of de verplichting die niet zijn gebaseerd op waarneembare marktinformatie (zodoende niet op een markt waarneembare parameters) (niveau III).
De reële waarde van financiële instrumenten die worden verhandeld in een actieve markt, is gebaseerd op de genoteerde marktprijzen per balansdatum. Een markt wordt als actieve markt aangemerkt indien de genoteerde prijzen direct en met enige regelmaat beschikbaar zijn op of bij een beurs, handelaar, makelaar, bedrijfstakvereniging, prijs-diensten of toezichthoudende instanties, en deze prijzen actuele en regelmatige markttransacties vertegenwoordigen die ‘at arm’s length’ hebben plaatsgevonden. De genoteerde marktprijzen die gebruikt zijn voor financiële activa gehouden door de groep zijn de huidige biedprijzen. Deze instrumenten zijn opgenomen in niveau I. Instrumenten die in niveau I zijn opgenomen, bestaan voornamelijk uit commodity-contracten die als Derivaten zijn geclassificeerd. De reële waarde van financiële instrumenten die niet in een actieve markt verhandeld worden (bijvoorbeeld over-the-counter derivaten) wordt bepaald door gebruik te maken van waarderingstechnieken. Deze waarderingstechnieken maximeren het gebruik van waarneembare marktinformatie die beschikbaar is en maken zo beperkt mogelijk gebruik van voor de onderneming specifieke schattingen. Als alle significante parameters die nodig zijn voor het bepalen van de reële waarde van een instrument waarneembaar zijn, wordt het instrument in niveau II opgenomen. Als een of meer van de significante parameters niet gebaseerd is of zijn op waarneembare marktinformatie, dan wordt het instrument in niveau III opgenomen. De reële waarde van financiële instrumenten wordt als volgt bepaald: ■■ Derivaten. Verwezen wordt naar de waarderingsgrondslagen en noot [5] Derivaten; ■■ Valutaderivaten en rentederivaten worden gewaardeerd op basis van de contante waarde van de toekomstige kasstromen, waarbij gebruik wordt gemaakt van de op rapporteringsdatum geldende interbancaire rentevoet (zoals Euribor, of Euroswap voor kasstromen langer dan een jaar) voor de resterende looptijd van de contracten. De contante waarde in vreemde valuta wordt omgerekend tegen de op rapporteringsdatum geldende contante koers. Deze financiële instrumenten zijn opgenomen in niveau II; ■■ Voor commodity-derivaten vormen betrouwbare marktnoteringen, voor zover deze beschikbaar zijn, de grondslag voor de waardering op basis van marktprijzen (niveau I). Voor bepaalde commodities, leveringstermijnen en marktinstrumenten is dergelijke informatie echter niet beschikbaar. In dergelijke gevallen worden posities modelmatig gewaardeerd. Voor sommige posities (bijvoorbeeld illiquide commodities, langlopende contracten) wordt de prijs van de commodity berekend met behulp van een waarderingsmodel en worden posities gewaardeerd op basis van deze prijs. In het geval van bepaalde gestructureerde derivaten, waarvoor geldt dat er geen soortgelijke instrumenten zijn die regelmatig op een markt worden verhandeld, wordt de waarde van het derivaat vastgesteld met behulp van een model dat is gebaseerd op marktprijzen in combinatie met de specifieke
■■
■■
■■
■■
165
voorwaarden van de overeenkomst. Dit houdt ook verband met de waardering van CERs van CDM projecten, die is afgeleid van zoge heten risk adjustment factors. Deze factoren worden bepaald met het point carbon waarderingsmodel ontwikkeld door Point Carbon om het risico te kwantificeren en de reële waarde te bepalen van CERprojecten of -contracten. Het model is gebaseerd op de waarderingsmethodologie van Point Carbon, dat is ontwikkeld door diverse ervaren marktpartijen. De waarderingsmethodologie is strikt empirisch en alle risicoparameters zijn ontleend aan de databases van Point Carbon voor CER-projectgegevens. Dit leidt tot een juiste waardering van contracten bij afwezigheid van marktnoteringen (niveau III); De belangrijkste positie die wordt gewaardeerd op basis van modelmatig vastgestelde prijzen, is het langlopende gedeelte van een groot gasleveringscontract. De duur van dit contract overstijgt de liquide handelshorizon in de gasmarkt. De waardering van het contract geschiedt tegen marktprijs, voor zover deze kan worden ontleend aan marktgegevens. Voor commodity-leveringen buiten de handelshorizon zijn langetermijnprijsverwachtingen (gemodelleerde prijzen) gebruikt voor de relevante commodities. Het grote gasleveringscontract wordt afgedekt met ‘over-the-counter’ of OTC-contracten voor de onderliggende producten. Deze transacties worden ook gewaardeerd tegen dezelfde markten en gemodelleerde prijzen. De langetermijnprijs verwachtingen worden vergeleken met betrouwbare financiële informatie verkregen van de onderneming Markit. Deze informatie wordt door verscheidene energiebedrijven gebruikt, waardoor een betrouwbare waardering van het deel van een groot gasleveringscontract, dat niet gewaardeerd kan worden tegen marktprijzen, verondersteld kan worden (niveau III); Nuon Energy heeft zich door middel van zogenaamde Virtual Power Plant-contracten verzekerd van de beschikbaarstelling van productiecapaciteit door elektriciteitsproducenten. In ruil voor een vaste vergoeding, die Nuon Energy maandelijks verschuldigd is, geven deze derivaten Nuon Energy het recht om van de tegenpartij de levering van elektriciteit aan Nuon Energy te verlangen, waarvoor Nuon Energy een overeengekomen bedrag aan brandstof- en overige bedrijfs kosten betaalt. Risk Management waardeert deze contracten op basis van een model voor de optimale levering van elektriciteit, rekening houdend met de prijzen voor elektriciteit en brandstof op de termijnmarkten, waarmee de kosten en baten van deze leveringen worden berekend (niveau III). Brandstoffen en energie worden afgedekt in de markt om Nuon Energy te beschermen tegen fluctuaties in de marktprijs. Zowel de Virtual Power Plant-contracten als de afdekkingsinstrumenten worden gewaardeerd op basis van termijnprijzen die vooral worden beïnvloed door veranderingen in de spark spread (relatieve prijsverandering voor elektriciteit, steenkool en emissierechten) (niveau III); Nuon Energy had een virtueel gasopslagcontract afgesloten, dat is beëindigd op 1 april 2009 (niveau III); De waardering van gekochte en verkochte credit default swaps geschiedt op basis van van derde partijen verkregen marktwaarden (niveau I).
Inhoudsopgave Jaarrekening 166 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Het verloop van de financiële instrumenten die in niveau III zijn opgenomen, kan als volgt worden weergegeven.
Niveau III Reële waarde van financiële activa en verplichtingen € miljoen
2010 Stand per 1 januari
2009
-13
200
Totaal
32 32
-213
Stand per 31 december
19
-13
Mutaties Verantwoord in de winst- en verliesrekening
Reële waarde van overige financiële instrumenten gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs De reële waarde van alle kortlopende financiële activa en verplichtingen is gelijk aan de boekwaarde. De reële waarde van financiële instrumenten die worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, wordt als volgt bepaald: ■■ Overige financiële activa zijn contant gemaakt tegen de geldende marktrente; ■■ Bij de bepaling van de reële waarden van financiële verplichtingen wordt gebruikgemaakt van marktnoteringen. Aangezien voor het merendeel van de leningen geen marktnoteringen beschikbaar zijn, wordt de reële waarde van de kortlopende en langlopende leningen bepaald door de toekomstige kasstromen contant te maken tegen de voor Nuon Energy van toepassing zijnde yieldcurve per 31 december. Deze yieldcurve is afgeleid van de zero coupon-rente, vermeerderd met de voor Nuon Energy van toepassing zijnde credit spread; ■■ Ultimo 2010 werd de volgende yieldcurve gehanteerd: 1-jaars 1,56% (2009: 1,61%) 5-jaars 3,10% (2009: 3,27%) 10-jaars 4,23% (2009: 4,23%) 20-jaars 5,00% (2009: 4,91%); ■■ Verplichtingen uit hoofde van financiële leases: de reële waarde wordt geschat op de contante waarde van de toekomstige kasstromen, gedisconteerd tegen de op balansdatum geldende rente voor vergelijkbare contracten; ■■ De reële waarde van de handelsvorderingen, handelsschulden en kortlopende belastingverplichtingen komt, gezien de korte looptijd, overeen met de boekwaarde; ■■ Liquide middelen worden tegen nominale waarde gewaardeerd, hetgeen gezien het kortlopende en risicoloze karakter overeenkomt met de reële waarde.
-213
Kapitaalmanagement Het financiële beleid van Nuon Energy, dat onderdeel is van het algemene beleid en de strategie, richt zich op het realiseren van een adequaat rendement voor aandeelhouders en het beschermen van de belangen van obligatiehouders en andere verschaffers van vreemd vermogen met behoud van de flexibiliteit om de activiteiten uit te breiden en hierin te investeren. In overeenstemming met de statuten zal Nuon Energy: ■■ Jaarlijks rond 30 juni van elk jaar, aan de houders van aandelen A, 2% dividend uitkeren over het gemiddelde aantal uitstaande aandelen A gewaardeerd op € 72,10 per aandeel. Deze uitkering zal plaatsvinden totdat alle aandelen A zijn verkocht aan Vattenfall AB of zijn ingetrokken door Nuon Energy. Dit dividend zal worden uitgekeerd uit beschikbare winst. Indien geen winst beschikbaar is in enig jaar, zal het bedrag worden uitgekeerd uit de vrij uitkeerbare reserves. In dit geval zullen deze bedragen uit toekomstige winst, gelijk aan de ten laste van uitkeerbare reserves gedane uitkeringen, worden toegevoegd aan de vrij uitkeerbare reserves; ■■ De resterende winst na belasting staat ter vrije beschikking van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, met dien verstande dat op de aandelen A verder geen dividend wordt uitgekeerd. De grootste aandeelhouder van Nuon Energy is Vattenfall AB, die 49% van de aandelen houdt. De grootste overige aandeelhouders van Nuon Energy zijn de provincies Gelderland en Noord-Holland, B.V. Houdstermaatschappij Falcon en de Gemeente Amsterdam. Deze partijen houden gezamenlijk circa 39% van de aandelen van Nuon Energy. De overige aandelen zijn in handen van 54 overige aandeelhouders.
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de gec on s o l i de erde jaarre ken ing
1 67
Financiële baten en lasten In onderstaande tabel is aangegeven welke baten en lasten uit hoofde van financiële instrumenten in de winst- en verliesrekening zijn verantwoord.
Invloed van financiële instrumenten op de winst- en verliesrekening Voor het jaar eindigend 31 december € miljoen
2010
2009
Nettoresultaat op financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde via winst- en verliesrekening
279 –
-568
- Waardewijzigingen en afwikkeling van overige derivaten
Opbrengsten uit hoofde van verkopen van goederen en diensten
279
-568
Nettowijziging in de reële waarde van kasstroomhedges overgebracht vanuit het vermogen
-52
-300
Kosten van inkoop van energie, grond- en hulpstoffen
-52
-300
Bijzondere waardevermindering op leningen en vorderingen
-28
-41
Overige bedrijfskosten
-28
-41
-2
2
-21
Ineffectieve deel van wijzigingen in de reële waarde van kasstroomhedges
11 -25 1
Netto financiële baten en lasten
-15
15
- Waardewijzigingen en afwikkeling van commodity-derivaten
–
Nettoresultaat op financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde via winst- en verliesrekening - Waardewijzigingen en afwikkeling van handelsderivaten: vreemdevaluta-instrumenten Nettoresultaat op financiële verplichtingen die tegen geamortiseerde kostprijs worden gewaardeerd - Rentebaten op financiële activa - Rentelasten op financiële verplichtingen
34 –
In onderstaande tabel is aangegeven welke baten en lasten uit hoofde van financiële instrumenten in het eigen vermogen zijn verantwoord.
Impact van financiële instrumenten op het vermogen Voor het jaar eindigend 31 december € miljoen
2010 Effectieve deel van wijzigingen in de reële waarde van kasstroomhedges Nettowijziging in de reële waarde van kasstroomhedges overgebracht naar de winst- en verliesrekening
Totaal verantwoord in kasstroomhedge-reserve
2009
414
-191
52
-300
466
-491
Inhoudsopgave Jaarrekening 168 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Enkelvoudige jaarrekening Enkelvoudige balans
Per 31 december, vóór winstbestemming € miljoen
Activa 2010
Noot
2009
Vaste activa Materiële vaste activa Investeringen in dochterondernemingen Derivaten Latente belastingvorderingen Vorderingen op groepsmaatschappijen Overige financiële activa
56 3.246 19 4 288 32
Totaal vaste activa
86
34
3.389
35
54
37
6
36
– 36
18
3.645
3.553
Vlottende activa Handels- en overige vorderingen Derivaten Vorderingen op groepsmaatschappijen Liquide middelen
55 135 440 917
51 37
85 –
38
704
Totaal vlottende activa
1.547
840
Totaal activa
5.192
4.393
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening En kel vo u dige jaarre ken ing
169
Enkelvoudige balans
Per 31 december, vóór winstbestemming € miljoen
Eigen vermogen en verplichtingen 2010
Noot
2009
Eigen vermogen Aandelenkapitaal Agioreserve Hedge-reserve Reserve translatieverschillen Wettelijke reserve Overige reserves Resultaat boekjaar
684 2.797 233 1 129 -275 563
Totaal eigen vermogen Voorzieningen
684 2.797 -38 1 20 -266 200
4.132
3.398
39
26
30
40
Langlopende verplichtingen Rentedragende verplichtingen Derivaten Vooruitontvangen opbrengsten
384 – –
Totaal langlopende verplichtingen
525
41
48
37
7
384
580
Kortlopende verplichtingen Handels- en overige schulden Rentedragende verplichtingen Derivaten
153 344 153
Totaal kortlopende verplichtingen Totaal eigen vermogen en verplichtingen
179 116
41
90
37
650
385
5.192
4.393
Enkelvoudige winst- en verliesrekening Voor het jaar eindigend 31 december € miljoen
2010
Noot
2009 -72
Resultaat dochterondernemingen na belastingen
-54 617
Resultaat na belastingen
563
200
Saldo overige baten en lasten na belastingen
272
43
Inhoudsopgave Jaarrekening 170 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening Samenvatting van de belangrijkste waarderingsgrondslagen
Wettelijke reserve ongerealiseerde waardemutaties financiële instrumenten
In de enkelvoudige jaarrekening heeft Nuon Energy gebruikgemaakt van de optie in Titel 9 Boek 2 BW om de enkelvoudige jaarrekening op te stellen volgens de IFRS-grondslagen die worden gehanteerd in de geconsolideerde jaarrekening. Op grond van artikel 402 Titel 9 Boek 2 BW is in de enkelvoudige jaarrekening een verkorte winst- en verliesrekening opgenomen. In aanvulling op de waarderingsgrondslagen voor de geconsolideerde jaarrekening zijn hieronder enkele waarderingsgrondslagen die specifiek gelden voor de enkelvoudige jaarrekening weergegeven.
Een wettelijke reserve in de vorm van een herwaarderingsreserve, wordt aangehouden voor ongerealiseerde waardestijgingen van financiële instrumenten die in het resultaat zijn verwerkt en waarvoor geen frequente marktnoteringen bestaan (niveau II en niveau III van financiële instrumenten). Bij Nuon Energy betreft dit de energie commoditycontracten in olie, gas, kolen en elektriciteit en emissierechten die niet via een officiële beurs (bijvoorbeeld APX, Endex) worden verhandeld, de zogeheten ‘over-the-counter’ of OTC-contracten. Voor de ongerealiseerde reële-waardemutaties van deze contracten van in totaal € 129 miljoen wordt een wettelijke reserve aangehouden (2009: € 20 miljoen).
Investeringen in dochterondernemingen Investeringen in dochterondernemingen worden gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde, die is bepaald op basis van de IFRS-grond slagen die worden gehanteerd in de geconsolideerde jaarrekening.
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de en kel vo u dige jaarre ken ing
17 1
Noot 34 Materiële vaste activa Materiële vaste activa € miljoen
BedrijfsOverige gebouwen vaste bedrijfsen -terreinen middelen
Activa in uitvoering
Totaal
Stand per 1 januari 2009 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
Boekwaarde per 1 januari 2009
1
79
23
103
–
-55
–
-55
1
24
23
48
50
Mutaties 2009 Investeringen
–
23
27
Desinvesteringen
–
-4
–
-4
Afschrijvingen
–
-22
–
-22
Interne overdracht
–
14
–
14
Herrubriceringen en overige mutaties
–
11
-11
–
Totaal
–
22
16
38
Stand per 31 december 2009 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
Boekwaarde per 31 december 2009
1
133
39
173
–
-87
–
-87
1
46
39
86
– – – – – –
2 -2 -24 -8 34 2
10 – – -8 -34 -32
12 -2 -24 -16 – -30
1 –
148 -100
7 –
156 -100
1
48
7
56
Mutaties 2010 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Interne overdracht Herrubricering en overige mutaties
Totaal Stand per 31 december 2010 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
Boekwaarde per 31 december 2010
Voor verdere toelichting wordt verwezen naar noot [1] Materiële vaste activa in de geconsolideerde jaarrekening.
Inhoudsopgave Jaarrekening 17 2 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Noot 35 Investeringen in dochterondernemingen Investeringen in dochterondernemingen € miljoen
Investeringen in dochterondernemingen Boekwaarde per 1 januari 2009
3.805
Mutaties 2009 Investeringen Nieuwe consolidaties Interne overdracht Resultaat boekjaar Mutatie hedge-reserve Valutaomrekeningsverschillen en overige mutaties
Totaal Boekwaarde per 31 december 2009
116 38 -479 272 -366 3 -416 3.389
Mutaties 2010 Investeringen Nieuwe consolidaties Deconsolidaties Terugstorting agio Resultaat boekjaar Mutatie hedge-reserve Valutaomrekeningsverschillen en overige mutaties
Totaal Boekwaarde per 31 december 2010
Een lijst van direct en indirect gehouden aandelenbelangen in dochterondernemingen is opgenomen in noot [31] Verbonden partijen van de geconsolideerde jaarrekening. De deconsolidaties hebben betrekking op de verkoop van Nuon Deutschland GmbH. De terugbetaalde agioreserve heeft betrekking op de terugbetaling van de agioreserve van één van onze dochtermaatschappijen.
6 3 -39 -1.000 617 271 -1 -143 3.246
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de en kel vo u dige jaarre ken ing
173
Noot 36 Latente belastingvorderingen en overige financiële vorderingen Latente belastingvorderingen en overige financiële vorderingen € miljoen
Latente belastingvorderingen Stand per 1 januari 2009
Overige financiële vorderingen
Totaal
2
4
6
Interne overdracht
–
13
13
Geactiveerde kosten
–
1
1
Realisatie tijdelijke verschillen via winst- en verliesrekening
4
–
4
Totaal
4
14
18
Stand per 31 december 2009
6
18
24
-1 – – -1 -2
– 16 -2 – 14
-1 16 -2 -1 12
4
32
36
Mutaties 2009
Mutaties 2010 Interne overdracht Verstrekte leningen Leningen en interestkosten Realisatie tijdelijke verschillen via winst- en verliesrekening
Totaal Stand per 31 december 2010
Noot 37 Derivaten Derivaten
Per 31 december € miljoen
Vlottende activa 2010 2009
Langlopende activa 2010 2009
Vlottende v erplichtingen 2010 2009
Langlopende v erplichtingen 2010 2009
Derivaten voor handelsdoeleinden 134 1
84
–
– –
48
–
153 –
90
1
19 –
54
Rente-instrumenten
Totaal
135
85
19
54
153
90
–
48
Vreemdevalutacontracten
–
Noot 38 Liquide middelen
Noot 39 Eigen vermogen
In het saldo liquide middelen ultimo 2010 is € 13 miljoen aan liquide middelen begrepen waarover Nuon Energy niet vrijelijk kan beschikken (2009: € 19 miljoen).
Voor het mutatieoverzicht van het eigen vermogen en de toelichting op dit overzicht, wordt verwezen naar de geconsolideerde jaarrekening. In aanvulling op dit geconsolideerde mutatieoverzicht van het Eigen vermogen is in de enkelvoudige jaarrekening een wettelijke reserve gevormd voor ongerealiseerde waardemutaties van OTC-contracten, ten bedrage van € 129 miljoen (2009: € 20 miljoen). Deze reserve is gevormd ten laste van de post Overige reserves. De hedge-reserve, wettelijke reserve en de reserve translatieverschillen zijn niet voor dividenduitkering beschikbaar.
Inhoudsopgave Jaarrekening 174 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Noot 40 Voorzieningen Voorzieningen € miljoen
Overige lan getermijnLatente be Ontslagpersoneels Overige lastingen vergoedingen beloningen voorzieningen Boekwaarde per 1 januari 2009
Totaal
1
2
26
3
32
Overdracht van en naar voormalig aandeelhouder en haar dochters
–
–
–
1
1
Dotaties
–
7
7
–
14
Vrijval
-1
-7
-8
-2
-18
Rentedotatie
–
–
1
–
1
Totaal
-1
–
–
-1
-2
Boekwaarde per 31 december 2009
–
2
26
2
30
Totaal
– – – – –
8 -8 – -1 -1
7 -9 1 -1 -2
– -1 – – -1
15 -18 1 -2 -4
Boekwaarde per 31 december 2010
–
1
24
1
26
Mutaties 2009
Mutaties 2010 Dotaties Vrijval Rentedotatie Onttrekking
Noot 41 Rentedragende verplichtingen Langlopende verplichtingen € miljoen
2010 Boekwaarde per 1 januari
2009
641
170
Mutaties
Totaal
235 -101 – -59 12 87
Boekwaarde per 31 december
728
Nieuwe leningen Dividendschuld aan aandeelhouders A Herrubricering van en naar voormalig aandeelhouder en haar dochters Aflossing leningen Valutaomrekeningsverschillen en overige mutaties
5 430 48 -19 7 471 641
Inhoudsopgave Jaarrekening Jaarrekening To el i chting o p de en kel vo u dige jaarre ken ing
175
De interestpercentages en boekwaarde van de rentedragende verplichtingen kan als volgt worden weergegeven.
Langlopende rentedragende verplichtingen inclusief kortlopend deel Per 31 december € miljoen
Groene leningen Banken Dividendverplichting aan aandeelhouders A
Effectief interestper centage 2010 2009 3,6% 3,6% 4,8% – 2,0% 2,0%
Kortlopend deel 2010 2009 47 15 182 – 115 101
Totaal
Noot 42 Voorwaardelijke activa en verplichtingen
344
116
Langlopend deel 2010 2009 150 188 – – 234 337 384
De remuneratie van de leden van de Raad van Bestuur zijn opgenomen in het Remuneratierapport op pagina 53 van het jaarverslag.
Verwezen wordt naar noot [17] Voorwaardelijke activa en verplichtingen.
Noot 43 Saldo overige baten en lasten na belastingen Het saldo van overige baten en lasten na belastingen is € 54 miljoen negatief (2009: € 72 miljoen negatief). In 2009 bestond overige baten en lasten na belastingen voornamelijk uit de lasten van concernbrede activiteiten op holdingniveau. De lasten in 2009 werden vooral veroorzaakt door de aan de splitsing van onze voormalig aandeelhouder n.v. Nuon verbonden kosten. Deze kosten kunnen niet worden door belast aan de dochterondernemingen van Nuon Energy, zoals vast gelegd in het splitsingsplan zoals goedgekeurd door de minister van Economische Zaken.
525
Amsterdam, 1 april 2011 Raad van Commissarissen Øystein Løseth, Voorzitter Torbjörn Wahlborg Tuomo Hatakka Tom de Waard Leni Boeren Pieter Bouw Derk Haank Jacques Schraven
Raad van Bestuur Huib Morelisse Peter Smink
Inhoudsopgave Jaar verslag 176 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Overig Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van N.V. Nuon Energy
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit Jaarverslag 2010 op pagina 105 tot en met 175 opgenomen jaarrekening 2010 van N.V. Nuon Energy te Amsterdam gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde en de enkelvoudige jaarrekening. De geconsolideerde jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde balans per 31 december 2010, de geconsolideerde winsten-verliesrekening, het geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, mutatieoverzicht eigen vermogen en kasstroomoverzicht over 2010 en de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. De enkelvoudige jaarrekening bestaat uit de enkelvoudige balans per 31 december 2010 en de enkelvoudige winst-enverliesrekening over 2010 en de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur De Raad van Bestuur van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. De Raad van Bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de vennootschap. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de Raad van Bestuur van de vennootschap gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de geconsolideerde jaarrekening Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van N.V. Nuon Energy per 31 december 2010 en van het resultaat en de kasstromen over 2010 in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 BW. Oordeel betreffende de enkelvoudige jaarrekening Naar ons oordeel geeft de enkelvoudige jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van N.V. Nuon Energy per 31 december 2010 en van het resultaat over 2010 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Amsterdam, 1 april 2011 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Origineel is getekend door Drs. R. Dekkers RA
Inhoudsopgave Jaar verslag Overig
Winstbestemming De winstbestemming is geregeld in artikel 34 van de statuten. De tekst daarvan luidt: ■■
Artikel 34: Winstuitkering ten laste van de reserves ■■
■■
■■
Jaarlijks stelt de Raad van Bestuur onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen vast welk deel van de uitkeerbare winst – het positieve saldo van de winst- en verliesrekening – zal worden gereserveerd, daarbij rekening houdend met het dividendbeleid dat zal worden besproken met de Algemene Vergadering; De na reservering resterende winst staat ter vrije beschikking van de Algemene Vergadering. Indien de Algemene Vergadering besluit tot winstuitkering, zal er voor zover mogelijk op de aandelen A een dividend worden uitgekeerd gelijk aan twee procent (2%) van de hierna te noemen berekeningsgrondslag. De berekeningsgrondslag van het dividend op aandelen A bedraagt tweeënzeventig komma één nul vier twee zes twee zes euro (€ 72,1042626) per aandeel A; Indien in enig boekjaar geen of geen volledige uitkering op aandelen A kan plaatsvinden omdat de winst na reservering daartoe niet toe reikend is, zal het tekort ten laste van de winst voor het volgend boekjaar worden uitgekeerd, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 34.6. In dergelijke gevallen wordt telkens voor zover mogelijk, het
■■
17 7
achterstallige dividend, vermeerderd met het dividend over het laatst verstreken boekjaar, in overeenstemming met artikel 34.2 uitgekeerd op de aandelen A; De resterende winst staat ter vrije beschikking van de Algemene Vergadering, met dien verstande dat op de aandelen A verder geen dividend wordt uitgekeerd; Uitkeringen op aandelen kunnen slechts plaatshebben tot ten hoogste het bedrag van het uitkeerbare eigen vermogen.
Voorstel winstbestemming In overeenstemming met de statuten en de aandeelhoudersovereenkomst stelt de Raad van Bestuur voor, na overleg met de Raad van Commissarissen, om het preferente dividend van € 115,4 miljoen (€ 1,65 per aandeel A) op 1 juli 2011 uit te keren aan aandeelhouders A. Omdat dit bedrag per balansdatum al is opgenomen als verplichting, wordt dit deel van de winst aan Overige reserves toegevoegd. Daarnaast stelt de Raad van Bestuur voor om een dividend van € 171 miljoen uit te keren aan Aandeelhouders B (€ 2,55 per aandeel B) en de resterende winst nettowinst van € 276,9 miljoen toe te voegen aan Overige reserves. Tezamen met de eerder genoemde € 115,4 miljoen wordt in totaal € 392,3 miljoen toegevoegd aan Overige reserves.
Voorstel winstbestemming € miljoen
2010 Dividend Preferent dividend aandeelhouders A Dividend aandeelhouders B
115,4 171,0
Totaal uit te keren
286,4
Nettowinst
563,3
Dividendvoorstel: uit te keren dividend Dividend uit te keren vanuit dividendverplichting
Toevoeging aan Overige reserves
-286,4 115,4 392,3
Inhoudsopgave Jaar verslag 178 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Kengetallen en begrippenlijst Kengetallen
Cross border lease
Rentedekking
Een cross border lease is een gestructureerde financiële transactie waarbij een
Het 12-maands resultaat na belastingen toerekenbaar aan aandeelhouders van
bedrijf de gebruiksrechten op bepaalde materiële vaste activa verkoopt of voor
Nuon – gecorrigeerd voor bijzondere posten en reële-waardemutaties – plus
lange tijd verhuurt aan een buitenlands bedrijf en daarna terughuurt.
afschrijvingen op materiële en immateriële vaste activa, plus netto financiële baten en lasten, gedeeld door de netto financiële baten en lasten.
Dark spread Het verschil tussen de marktprijs van grondstoffen voor de productie van energie
Return on Invested Capital (ROIC)
in onze kolengestookte energiecentrales en de marktprijs van elektriciteit. Zie ook
Het nettoresultaat gedeeld door het geïnvesteerde vermogen.
spark spread.
Vrije kasstroom
Emissievergunning/emissierecht
Kasstroom uit operationele activiteiten verminderd met acquisities, de netto-inves-
Een recht om gedurende een bepaalde periode een vastgestelde hoeveelheid
teringen in materiële vaste activa (bruto-investeringen in materiële vaste activa
CO2 te emitteren. Iedere organisatie die een of meer installaties exploiteert met
verminderd met de van derden ontvangen bijdragen, investeringspremies en subsi-
activiteiten die emissies van CO2 veroorzaken, is verplicht een emissievergunning
dies), investeringen in immateriële vaste activa en investeringen in deelnemingen
aan te vragen. Deze vergunning wordt verleend door de Nederlandse Emissie
en joint ventures.
autoriteit (NEa).
Begrippenlijst
Energiebelasting Belasting op energieverbruik. De energiebelasting (of ecotaks) wordt geheven op
BMC
milieuonvriendelijke energiebronnen: kernenergie en energie opgewekt uit fossiele
Biomassacentrale.
brandstoffen. Groene energie vervuilt niet en is daarom vrijgesteld van ecotaks.
Billion Cubic Meters (BCM)
Energiekamer
Een eenheid die de hoeveelheid gas in de evaluatie- en exploratieactiva en
De Energiekamer (voorheen: DTe) is als dienst binnen de Nederlandse
gasvelden uitdrukt.
Mededingingsautoriteit (NMa) belast met het toezicht op de naleving van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet.
Carbon Footprint De totale uitstoot van CO2.
FTE (Full Time Equivalent) Equivalent van het aantal medewerkers met een volledig dienstverband.
CCS Carbon Capture and Storage; afvang, transport en opslag van vrijgekomen CO2
Garanties van oorsprong
in bijvoorbeeld de industrie of bij de productie van elektriciteit.
Garanties van oorsprong zijn certificaten die de klant garanties geven over de manier waarop groene stroom is opgewekt; garanties van oorsprong zijn verhandelbaar.
CDM Clean Development Mechanism, projecten gericht op de reductie van broeikasgas
Geschillencommissie Energie en Water
die door de CDM-uitvoeringsraad zijn geregistreerd in landen buiten het Protocol
De Geschillencommissie Energie en Water is een onafhankelijk orgaan waaraan
van Kyoto.
klanten geschillen met energiebedrijven kunnen voorleggen.
CER
GJ
Certified Emission Reductions, een certificaat dat wordt gebruikt ter compensatie
Gigajoule, 1.000.000.000 Joule. 1 GJ komt overeen met circa 32 m3 gas of 278 kWh.
van CO2-emissies uit CDM-projecten.
Graaddagen CO2
De rekeneenheid waarmee het aantal fictieve dagen wordt aangegeven dat de
Koolstofdioxide, komt voornamelijk vrij bij de verbranding van fossiele brand-
gemiddelde etmaaltemperatuur (T) beneden de 18 °C (stookgrens) ligt. T is
stoffen zoals aardgas en steenkool.
ontleend aan 24-uurs waarnemingen (UT) van het KNMI. Elke graad gemiddelde etmaaltemperatuur onder de stookgrens telt hierbij als een graaddag. Indien T
CO2-equivalent
hoger is dan 18 °C, dan is er geen graaddag.
Omrekening van het effect van andere broeikasgassen dan CO2 naar CO2-waarden.
Grijze stroom Credit spread
Energie opgewekt uit kolen, gas of overige niet-duurzame bronnen.
De credit spread is het verschil tussen het rendement op een obligatie en het rendement op een door de markt gehanteerde benchmark (mid-swap). Dit verschil wordt
GW
veroorzaakt door het kredietprofiel van de organisatie die de obligatie uitgeeft.
Gigawatt, 1.000.000 kW.
Inhoudsopgave Jaar verslag Overig
GWh
MW
Gigawattuur, 1.000.000 kWh.
Megawatt, 1.000 kW.
HWC
MWh
Hulpwarmtecentrale.
Megawattuur, 1.000 kWh.
J
NEa (Nederlandse Emissieautoriteit)
Joule, eenheid voor energie.
Het bevoegde gezag voor de uitvoering van de wet op de handel in NOx- en
179
CO2-emissierechten. De werkzaamheden van de NEa vallen uiteen in vergunning-
Klokkenluidersregeling
verlening, registreren van de saldi van emissierechten en toezicht houden. NEa is
De procedure betreffende het omgaan met een vermoeden van een misstand. Het
toezichthouder op de emissiehandel en beheert onder meer de Registers CO2 en
gaat hierbij om misstanden als een ernstig strafbaar feit, het misleiden van justitie
NOx Emissiehandel, waarin alle saldi van emissierechten van Nederlandse reke-
of het in gevaar brengen van de volksgezondheid. Klokkenluiders die een misstand
ningen bijgehouden worden. Handelen via de NEa is dus niet mogelijk; dit doen
aan de orde stellen, mogen op geen enkele wijze nadeel ondervinden van hun
bedrijven onderling of via handelsplatforms.
actie. Deze regeling is van kracht sinds 1 januari 2001.
NGO Kolenvergassing
Niet-gouvernementele organisatie.
Een behandeling van steenkool, waarbij steenkool wordt omgezet in synthetisch gas (een mengsel van voornamelijk koolmonoxide en waterstof).
Nm3 Standaard meetcondities voor gasproductie en schattingen van gasreserves.
kW
Gebaseerd op een temperatuur van 0° C en 1 atmosfeer absolute druk.
Kilowatt, 1.000 Watt (kWe is een eenheid elektrisch vermogen, kWth is een eenheid thermisch vermogen).
NOx Stikstofoxiden, gassen die bij verbranding van brandstoffen ontstaan.
kWh Kilowattuur, eenheid voor elektriciteit.
OHSAS Operational Health and Safety Standard, internationale accreditatie voor veilig
LTIF
werken.
Lost Time Injury Frequency, aantal ongevallen leidend tot verzuim gedeeld door het totale aantal gewerkte uren in miljoenen.
PCB Polychloorbifenylen, chemische benaming voor chloorverbinding met sterke
m3 aardgas
warmteresistente eigenschappen.
Een standaard kubieke meter (1.000 liter).
SDE MEP
Stimulering Duurzame Energieproductie.
Milieukwaliteit elektriciteitsproductie.
SO2 Mid-swap
Zwaveldioxide, een gas dat ontstaat bij de verbranding van zwavel of stoffen die
Het mid-swap tarief kan worden gedefinieerd als het tarief (of de tarieven) dat
zwavel bevatten (bijvoorbeeld steenkool).
overeenkomt (c.q. die overeenkomen) met een reeks actuele, waarneembare en objectieve euro-renteswap middentarieven (tussen bied- en laatkoers; afgeleid
Spark spread
van de betreffende nulrentecurve) die betrekking hebben op de looptijd van de
Het verschil tussen de marktprijs van grondstoffen voor de productie van energie
toekomstige kasstromen uit hoofde van verplichtingen. Bij het bepalen van het
in onze gasgestookte energiecentrales en de marktprijs van elektriciteit. Zie ook
mid-swap tarief moeten verschillende nulrentediscontovoeten worden gebruikt
dark spread.
voor kasstromen met een verschillende resterende termijn. Indien dit niet praktisch uitvoerbaar is mag één discontovoet worden gebruikt, mits dit bij toepassing
Stadswarmte
voor alle kasstromen resulteert in een contante waarde die naar verwachting in
Een comfortabele én milieuvriendelijke energievoorziening waarbij gebruik wordt
belangrijke mate gelijk is aan de som van de contante waardes van de afzonderlijke
gemaakt van restwarmte. Bij het opwekken van elektriciteit of het verbranden van
kasstromen die worden verdisconteerd tegen een passend nulrentetarief.
afval of biomassa komt warmte vrij. Nuon gebruikt deze warmte om het stadswarmtenet te verwarmen. Door de centrale warmteopwekking wordt de uitstoot
MJ Megajoule, 1.000.000 Joule.
van schadelijke gassen, zoals CO2, sterk verminderd.
Inhoudsopgave Jaar verslag 18 0 Nuon Energ y Jaar verslag 2 0 1 0
Synthetisch gas Synthetisch gas, een mengsel van voornamelijk koolmonoxide (CO) en waterstof (H2).
TJ Tera Joule, 1 miljard kJ.
TWh Terawattuur, 1 miljard kWh.
VCA Veiligheid-, gezondheid- en milieuchecklist aannemers, Nederlandse richtlijn voor veilig werken.
VER Verified Emission Reductions, een certificaat dat wordt gebruikt ter compensatie van CO2-uitstoot. Het certificaat komt van CDM-projecten (zie aldaar) die niet door de CDM-uitvoeringsraad zijn geregistreerd.
Vergassing Een behandeling van steenkool, waarbij steenkool wordt omgezet in synthetisch gas (een mengsel van voornamelijk koolmonoxide en waterstof).
W Watt, eenheid van vermogen.
Warmteactiva De activa die gebruikt worden voor de productie van elektriciteit en warmte (zie ook Warmtekrachtkoppeling).
Warmtekrachtkoppeling Naast de klassieke levering van elektriciteit en warmte is het ook mogelijk om warmte en elektriciteit gelijktijdig lokaal te produceren: een motor drijft een generator aan voor de productie van elektriciteit; de vrijkomende warmte wordt gebruikt voor verwarming. We spreken dan van warmtekrachtkoppeling of WKK. Met een goed uitgevoerde WKK kan energiebesparing gerealiseerd worden.
WE Woningequivalent, een huishouden of 10 kWh aansluitvermogen van een grootverbruiker.
WKC Warmtekrachtcentrale/-installatie.
Colofon N.V. Nuon Energy Spaklerweg 20 1096 BA Amsterdam Postbus 41920 1009 DC Amsterdam E-mail:
[email protected] Internet: www.nuon.com Het jaarverslag is in pdf-formaat beschikbaar op onze website www.nuon.com Uitgave © N.V. Nuon Energy, 2011 Concept en realisatie Dart | Brand guidance & Design, Amsterdam Fotografie Cover: Joël Frijhoff Druk Stadsdrukkerij Amsterdam N.V. Papier Cover: Fastprint Gold 250 grs Binnenwerk: Fastprint Gold 120 grs
www.nuon.com
JV2010/N.V. Nuon Energy
Cert no. SCS-COC-001132