Ketenaanpak uitbuiting door pooierboys
Ontwikkeld voor en door de regio Noord-Holland Noord maart 2011
Ketenaanpak uitbuiting door pooierboys
1. Inleiding Op 27 juni 2008 hebben de gemeenten Alkmaar en den Helder, het Openbaar Ministerie, Politie Noord-Holland Noord en GGD het convenant ‘Handhaving Regelgeving Prostitutiebedrijven Regio Noord-Holland Noord’ ondertekend. De partners van het Arrondissementaal Justitieel Beraad (het AJB omvat alle justitiële organisaties binnen de regio) hebben het onderwerp als prioriteit aangewezen. In April 2010 hebben politie, OM en gemeente Alkmaar een gezamenlijke presentatie over mensenhandel gegeven in het AJB en het Regionaal College om het belang van een integrale aanpak nader toe te lichten. Eind 2010 hebben vrijwel alle gemeenten in de politieregio Noord-Holland Noord het convenant ondertekend, waardoor inmiddels effectief sprake is van een regionale aanpak op prostitutieproblematiek. In het convenant is afgesproken dat een plan van aanpak wordt opgesteld met betrekking tot Loverboyproblematiek (inmiddels zijn de meeste partners van de term ‘Loverboy’ overgestapt op ‘Pooierboy’).
Doelstelling Het Plan van Aanpak heeft tot doel lokale partners een handvat te bieden voor bestrijding van de pooierboyproblematiek door preventie, signalering, hulpverlening, opsporing en vervolging. Dit met het oog op het voorkomen en bestrijden van seksuele uitbuiting van jongeren en jongvolwassenen
Bij het opstellen van bovengenoemd plan van aanpak zijn de volgende partners betrokken: Openbaar Ministerie, Politie Noord-Holland Noord, Gemeente Alkmaar, GGD Hollands Noorden, CoMensha, Bureau Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming. Coördinatie en ondersteuning wordt geleverd door het Veiligheidshuis regio Alkmaar. De werkgroep heeft tot doel een regionaal kader op te leveren waarmee de lokale aanpak kan worden vormgegeven en waarmee met name de lokale partners een plaats gegeven kan worden binnen de integrale aanpak. In de praktijk blijkt dat veel partijen activiteiten uitvoeren in de brede aanpak op deze problematiek. Zo vindt bijvoorbeeld goede voorlichting plaats op scholen, vindt strafrechtelijk onderzoek plaats en worden slachtoffers opgevangen en naar specialisten doorverwezen. Er blijkt echter onvoldoende sprake te zijn van samenwerking en synergie. Door de verschillende activiteiten te verbinden in een integrale aanpak wordt geambieerd het effect te vergroten. Daarnaast kan zichtbaar gemaakt worden welke aanvullende activiteiten nodig zijn.
Begrippenkader/relevante artikelen strafrecht Prostitutie op zichzelf is niet strafbaar, maar jongeren die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt mogen niet in de prostitutie werken. Bij het fenomeen pooierboy kan sprake zijn van een vorm van mensenhandel. Deze vorm van mensenhandel is strafbaar gesteld in artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht. Een dader kan daaraan schuldig worden bevonden als hij een ander persoon er toe dwingt/beweegt zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling, teneinde daar zelf van te profiteren. Het slachtoffer wordt tot het verrichten van deze seksuele handelingen gebracht door (dreiging met) geweld, misbruik van overwicht of misleiding. De maximale gevangenisstraf is 8 jaar, of 12 jaar als er meerdere daders zijn. Bij minderjarige slachtoffers hoeft naar de letter van de wet geen sprake te zijn van dreiging met geweld of een andere vorm van misbruik van overwicht of misleiding. Vaak zal dit echter wel het geval zijn.
Pettemerstraat 14, 1823 CW Alkmaar | T 072-514 76 76 | E
[email protected] | www.veiligheidshuisalkmaar.nl
2
Ketenaanpak uitbuiting door pooierboys
Ook kunnen pooierboys strafbaar zijn onder artikel 248a Sr (verleiding). Verschil met mensenhandel is dat bij verleiding geen sprake hoeft te zijn van het verkrijgen van voordeel. Voorts kunnen prostituanten die tegen betaling seks hebben met personen tussen de van 16 tot 18 jaar oud zich schuldig maken aan art. 248bWvSr (jeugdprostitutie). Omvang van het probleem Helaas blijkt het in de praktijk lastig om scherp te krijgen hoe vaak we in onze regio te maken hebben met uitbuiting door pooierboys. Als indicatie van de omvang van het probleem kunnen we kijken naar de door politie Noord-Holland Noord bijgehouden signalen waarin mogelijk sprake is van pooierboyproblematiek. Nadrukkelijk dient hierbij opgemerkt te worden dat het om signalen gaat waarvan het waarheidsgehalte nog moet worden getoetst. In 2009 ontving de politie 132 meldingen, in 2010 (januari t/m juni) waren dat er 87. Doelgroep Het plan van aanpak is primair toegesneden op minderjarige slachtoffers van loverboypraktijken alsmede de daders zelf. Volwassenen (personen vanaf 18 jaar) worden in de regel meegenomen in de bredere aanpak mensenhandel, waaronder het daartoe ingestelde Casusoverleg Mensenhandel. In voorkomende situaties kunnen voor jongvolwassenen (18-23 jaar) interventiemogelijkheden relevant zijn uit onderhavige aanpak pooierboys. 1.1. Methode: wat een loverboy onderscheidt van andere mensenhandaren is het feit dat de loverboy door het aangaan van een liefdesrelatie met het slachtoffer deze doelbewust emotioneel van hem afhankelijk maakt. Dit gaat via een rekruteringsproces (‘grooming’). Het doel van de daders is om de slachtoffers in de prostitutie te laten werken en zich de inkomsten toe te eigenen. Het proces verloopt geleidelijk, via het geven van aandacht en cadeautjes, het losmaken uit het vertrouwde zorgkader van familie en vrienden en uiteindelijk brengen in de sfeer van prostitutie. De start van het contact is vaak aardig en zorgzaam maar het doel is onmiskenbaar de uitbuiting en de aantasting van de persoonlijke integriteit en vrijheid van het slachtoffer. De overgang vindt plaats door emotionele druk, compromittering, bedreiging en mishandeling. Belangrijk is de kanteling die de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden mbt de locatie van werving. In toenemende mate worden slachtoffers via internetfora gerekruteerd. Daders kunnen daarmee veel meer meisjes tegelijkertijd benaderen en groomen. Qua effectiviteit doet deze manier van werven niet onder voor fysieke benadering op bijvoorbeeld het schoolplein en het is aanzienlijk lastiger te constateren en verstoren, onder andere doordat veelal onvoldoende toezicht door ouders plaatsvindt op internetactiviteiten. Met name in Rotterdam is veel onderzoek gedaan naar deze methode om slachtoffers te benaderen. Uit recent onderzoek door bureau Jeugdzorg Twente is gebleken dat door het toenemend gebruik van sociale netwerksites op het internet sprake is van een explosieve stijging van loverboyslachtoffers. De pooierboy-methode wordt ook toegepast om slachtoffers in andere werkvelden in te zetten, waarbij te denken valt aan drugshandel, het afsluiten van leningen e.d. Omdat deze nota voortvloeit uit de afspraken in het convenant ‘Handhaving Regelgeving Prostitutiebedrijven Regio Noord-Holland Noord’ heeft de werkgroep zich beperkt tot uitbuiting in de prostitutie. 1.2. Daders: Uit diverse en landelijke onderzoeken is naar voren gekomen dat loverboys/pooierboys getypeerd worden als jongemannen in de leeftijd 20 tot 30 jaar. Dit neemt niet weg dat ook regelmatig minderjarige daders in beeld komen. Zij zijn vaak bekend bij de politie ter zake gewelds- en vermogensdelicten. Zij hebben weinig respect voor vrouwen, zijn sociaal vaardig, uit op macht en kennen weinig schuldgevoelens. Uit onderzoek naar loverboys die werven via het internet blijkt voorts dat zij doorgaans in groepsverband werken. Zij kennen elkaar uit de buurt of via via. Er blijkt vaak binnen de groep sprake van een duidelijke taakverdeling. Jongere mannen worden soms ingezet voor de grooming. Als dat proces is geslaagd wordt zij overgedragen aan het kopstuk van de groep voor exploitatie. 1 1
Analyse loverboys op internet, politie Rotterdam-Rijnmond, Zanetti en Kanters, 12 oktober 2009
Pettemerstraat 14, 1823 CW Alkmaar | T 072-514 76 76 | E
[email protected] | www.veiligheidshuisalkmaar.nl
3
Ketenaanpak uitbuiting door pooierboys
1.3. Slachtoffers: een duidelijk profiel van een pooierboyslachtoffer is er niet. Wel zijn er bepaalde risicogroepen vastgesteld Het gaat dan om meisjes die verkeren in een kwetsbare positie. Het zijn nog onvolwassen mensen (veelal jonge tieners), komen vaak uit gebroken gezinnen, hebben een laag zelfbeeld, vaak een laag opleidingsniveau en hebben de drang om grenzen te verkennen. Psychisch- en fysieke druk wordt door de dader op het slachtoffer uitgeoefend. Zij heeft vaak te laat door wat er gebeurt, wil niet erkennen dat zij slachtoffer is, is voorgehouden dat haar gedrag ‘normaal’ is en schaamt zich over misbruik. In 2009 ontving de politie 132 meldingen, in 2010 (januari t/m juni) waren dat er 87. De registraties in onze regio betreffen vrouwelijke slachtoffers. Landelijk is echter zichtbaar dat de meerderheid van de slachtoffers weliswaar meisjes betreft, maar dat ook jongens ten prooi vallen aan pooierboys.
Pettemerstraat 14, 1823 CW Alkmaar | T 072-514 76 76 | E
[email protected] | www.veiligheidshuisalkmaar.nl
4
Ketenaanpak uitbuiting door pooierboys
2. Ketenaanpak Een effectieve en duurzame aanpak van het probleem is nodig, waarbij op integrale wijze interventies worden gepleegd binnen het spectrum van preventie tot nazorg. In een vroegtijdig stadium kan wellicht voorkomen worden dat een potentieel slachtoffer een daadwerkelijk slachtoffer wordt. Ook is in Den Helder zichtbaar geworden dat preventieve inzet op risicojongeren kan voorkomen dat jongeren zich tot daders ontplooien. Strafrechtelijke onderzoeken naar mensenhandel en de opsporing van deze misdrijven verlopen vaak moeizaam. Slachtoffers en getuigen zijn niet altijd bereid een verklaring af te leggen of aangifte te doen en vaak bieden andere signalen onvoldoende basis voor strafrechtelijk onderzoek. Daarom is alertheid op deze signalen en op het verzamelen van informatie van groot belang, is informatie-uitwisseling tussen ketenpartners noodzakelijk en moet gekeken worden naar interventies buiten het strafrecht. De aanpak op dit thema zal primair gericht moeten zijn op doelgroepgerichte preventie. Daarnaast natuurlijk ook op een gerichte daderaanpak. 2.1. (beoogde) Ketenpartners: Onderstaande partners participeren in de ontwikkeling van de ketenaanpak. Mogelijk worden andere partijen via hen betrokken; dit kan lokaal variëren doordat bijvoorbeeld voorlichting (primair op scholen) niet altijd door de zelfde ketenpartner wordt uitgevoerd. Veiligheidshuis regio Alkmaar Openbaar Ministerie Alkmaar Gemeente Alkmaar Regiopolitie Noord-Holland Noord GGD Hollands Noorden Bureau Jeugdzorg CoMensha 2.2. Opzet ketenbenadering: Van een goede ketenaanpak maken preventie, interventie, repressie en nazorg deel uit. Uitwisseling van gegevens en afstemming in aanpak zijn daarbij noodzakelijk. Goed resultaat komt alleen tot stand in een samenwerkingsverband met heldere afspraken tussen deelnemende partijen. Casusoverleg en regie op de aanpak zijn daarbij essentieel. Opgemerkt dient te worden dat ouders van slachtoffers binnen de integrale aanpak als slachtoffers en als partners betrokken kunnen zijn/worden. In de tabel onder 3 alsook in bijlage 2 wordt ingegaan op de rol van individuele ketenpartners. De gezamenlijke activiteiten zijn gericht op het 1 Voorkomen dat meisjes slachtoffer worden van pooierboys 2 Voorkomen dat jongens pooierboys worden 3 Uit het circuit halen van slachtoffers van pooierboys 4 Opsporen van verdachten 5 Vervolgen van verdachten 6 Verlenen van nazorg Ad 1. Voorkomen dat meisjes slachtoffer worden van pooierboys Sommige meisjes lopen meer risico dan anderen om slachtoffer te worden van een pooierboy. Voorlichting over de werkwijze van deze jongens moet voorkomen dat meisjes ’er in trappen’. De preventie richt zich op professionals en ouders en op potentiële slachtoffers. In Alkmaar verzorgt de GGD de voorlichtingsactiviteiten op het voortgezet onderwijs met het project ’Lang Leve de Liefde’. Elders binnen de regio wordt voorlichting aan jongeren verzorgd door Bureau Jeugdzorg (BJZ). Docenten krijgen een training zodat zij er in de klas aandacht aan kunnen geven.
Pettemerstraat 14, 1823 CW Alkmaar | T 072-514 76 76 | E
[email protected] | www.veiligheidshuisalkmaar.nl
5
Ketenaanpak uitbuiting door pooierboys
Het aanbod van preventieactiviteiten in het onderwijs loopt zo veel mogelijk via de gemeente. Praktijkscholen en ZMOK scholen hebben voorrang. Ook de jeugd in inrichtingen vormt een belangrijke voor te lichten groep. Het jongerenwerk legt zich toe op specifiekere vormen van voorlichting. Activiteiten cq interventies Voorlichting, deskundigheidsbevordering op scholen, bijvoorbeeld via programma Lang leve de Liefde (BJZ, GGD, Jeugdplichtambtenaar) Op scholen participeren in Zorg Advies Teams (BJZ, Jeugdplichtambtenaar, GGD, Politie) adviserende docenten / zorgcoördinatoren over hun rol (BJZ, GGD) Signaleren tijdens standaard contactmoment 2e klas Voortgezet Onderwijs (GGD) Signalering tijdens prenatale zorg, tijdens pre- en postnatale voorlichting (GGD) Bespreken signalen met betrokkenen (BJZ, GGD, Politie) Individuele preventie/zorg Begeleiding kwetsbare jonge (alleenstaande) moeders op consultatiebureau (GGD) Empowerment kwetsbare jonge aanstaande moeders door middel van programma VoorZorg (GGD) Begeleiding en empowerment van jeugdigen waarbij risico’s gesignaleerd zijn (GGD) Verwijzen naar ketenpartners JGZ, evt. advies of melding bij Advies en Meldpunt Kindermishandeling (alle partners met direct contact) Monitoren ingezette zorg (GGD) Controleren van danwel registreren in: Verwijsindex Noord Holland (alle partners)
Ad 2. Voorkomen dat jongens pooierboys worden Ondanks interventies, trajecten en projecten blijft er een bepaalde groep jongeren die balanceren op het randje van de criminaliteit. Zonder ingrijpen kunnen deze jongens de toekomstige pooierboys worden. Hier is behoefte aan een jongerenwerker die jongeren actief benadert en ze kan begeleiden naar een hulpverlenende of andere instantie. Problemen op het gebied van opleiding, zorg, werk, woning en uitkering kunnen op deze manier zoveel mogelijk worden opgelost. De GGD en Bureau Jeugdzorg richten zich op onderwijs (rolverdeling varieert binnen de regio), het welzijnswerk op tiener- en jongerenwerk. Potentiële daders worden binnen onze regio momenteel alleen besproken in het Casusoverleg Risicojongeren van het Veiligheidshuis Den Helder. Het verdient aanbeveling om op meer locaties in de regio een vergelijkbaar casusoverleg te initiëren, bijvoorbeeld in Alkmaar en Hoorn. Activiteiten cq interventies Voorlichting, bijvoorbeeld via programma Lang leve de Liefde (BJZ, GGD, Jeugdplichtambtenaar) Deskundigheidsbevordering op scholen (BJZ, Jeugdplichtambtenaar, GGD, Politie) Op scholen participeren in Zorg Advies Teams (BJZ, Jeugdplichtambtenaar, GGD) Bespreken signalen met betrokkenen (BJZ, GGD, Politie) Begeleiding en empowerment van jeugdigen waarbij risico’s gesignaleerd zijn (GGD) Monitoren ingezette zorg (GGD) Controleren van danwel registreren in: Verwijsindex Noord Holland (alle partners) Onderzoek naar eventuele problemen in de gezinssituatie (alle partners met direct contact) Individuele preventie/zorg Ad 3. Uit het circuit halen van slachtoffers van pooierboys Signalen van pooierboyproblematiek of seksuele uitbuiting komen ter kennis van (potentiële) ketenpartners. Ook worden door strafrechtelijk onderzoek daders en slachtoffers (fysiek) van elkaar gescheiden. Mogelijkheden dienen geschapen e/o benut te worden om signalen cq casuïstiek in ketenoverleg te brengen waarbij, afhankelijk van het stadium, de strategie bepaald wordt. Hierbij dient aandacht te zijn voor opvang alsook voor begeleiding van zowel het slachtoffer als de mensen daar omheen.
Pettemerstraat 14, 1823 CW Alkmaar | T 072-514 76 76 | E
[email protected] | www.veiligheidshuisalkmaar.nl
6
Ketenaanpak uitbuiting door pooierboys
Activiteiten cq interventies Onderzoek via Advies Meldpunt Kindermishandeling (BJZ) Informatie verzamelen van leerplicht- kwalificatieplichtambtenaren binnen en buiten de regio (Jeugdplichtambtenaar) Verzoek tot (voorlopige) Onder toezichtstelling via de Raad voor de Kinderbescherming (BJZ) Screening van gezin door middel van intakegesprek/screening (BJZ, GGD, Politie) Op vrijwillige basis indicatie realiseren voor veilige plaats voor slachtoffer, al dan niet in de eigen regio (BJZ, GGD, Politie) Crisisopvang regelen (BJZ, GGD, Politie) Informeren, adviseren en doorverwijzen voor ouders en instanties in het voorveld Signaleren slachtoffers middels EMOVO2, vragenlijst 2e en 4e klas Voortgezet Onderwijs. Hierin worden vragen gesteld over ongevraagde seksuele ervaringen (GGD)
Ad 4 Opsporen van verdachten Politie beschikt over de faciliteiten en expertise voor gerichte registratie en analyse (beoordeling van signalen). Tevens kan zij haar automatiseringssystemen scannen op pooier(lover)boy getinte meldingen en voorvallen. Samen met de signalen van andere partners is het zaak deze verzamelde gegevens in te brengen in ketenoverleg en te melden aan het Expertisecentrum Mensenhandel Mensensmokkel (E.M.M.). In de opsporingsstrategie kunnen verschillende activiteiten ontplooid worden, waaronder ‘hinderlijk’ volgen en onderhoud ten parkette. De regionale politie beschikt over (gecertificeerde) rechercheurs voor het doen van onderzoeken naar zedenzaken en mensenhandel. Indien signalen leiden tot een verdenking, kan tot opsporing worden overgegaan. Het OM kan successievelijk tot strafrechtelijke vervolging overgaan. Activiteiten cq interventies Uitvoeren strafrechtelijk onderzoek (Politie) Melden van (mogelijk) slachtoffer bij CoMensHa (Politie) Tegenhouden Hinderlijk volgen Ad 5. Vervolgen van verdachten Pooierboycriminaliteit moet niet alleen door middel van preventie en voorlichting worden bestreden, maar juist in gezamenlijkheid met alle relevante partijen. Ook bij het OM heeft deze problematiek een hoge prioriteit. Het OM heeft een officier van justitie benoemd als portefeuillehouder mensenhandel. Daarnaast is er een beleidsmedewerker voor beleidsondersteuning op dit terrein. Waar vervolging en berechting van pooierboys kans van slagen heeft, zal hiertoe worden overgegaan. Tevens biedt het strafrecht onder omstandigheden mogelijkheid om de door misdrijf verkregen verdiensten af te nemen en kan het slachtoffer via de OvJ een verzoek doen tot vergoeding door de verdachte van geleden schade. Activiteiten cq interventies Strafrechtelijke vervolging (OM) Afnemen verkregen verdiensten (ontnemen) (OM) Slachtoffer ondersteunen met verzoek om vergoeding voor geleden schade (OM) Verlenging maatregel (Onder Toezicht Stelling) (OM) Uithuisplaatsingen (OM) Gesloten plaatsingen (OM) Rapportage op verzoek (diverse partners ter ondersteuning van de vervolging)
2
EMOVO is een digitale vragenlijst: de afkorting staat voor: elektronische monitoren en voorlichting
Pettemerstraat 14, 1823 CW Alkmaar | T 072-514 76 76 | E
[email protected] | www.veiligheidshuisalkmaar.nl
7
Ketenaanpak uitbuiting door pooierboys
Ad 6. Nazorg Onder ad 3 is aangegeven dat de nadruk ligt op het bieden van veiligheid. Slachtoffers van pooierboys moeten veelal langdurig ondersteund worden bij het vormgeven van hun leven na beëindiging van de uitbuiting. Deze nazorg omvat bijvoorbeeld het stimuleren van zelfstandigheid en assertiviteit en het begeleiden naar ander werk. Bij nazorg dient niet alleen te worden gedachte aan het slachtoffer maar ook aan nazorg aan daders. Ook deze behoeft adequate begeleiding, bv. om te voorkomen dat deze recidiveert. Hiertoe is de Reclassering goed gepositioneerd. Activiteiten cq interventies Individuele verwijzing Tot stand brengen multidisciplinaire aanpak op maat Casemanagement, toezien op uitvoering indicatie (JeugdHulpVerlening) (BJZ) Uitvoeren van beschermingsmaatregelen (Jeugdbescherming) (BJZ) Uitvoeren van strafrechtelijke maatregelen (Jeugdreclassering) (BJZ) Inzet bemoeizorg (GGD)
Pettemerstraat 14, 1823 CW Alkmaar | T 072-514 76 76 | E
[email protected] | www.veiligheidshuisalkmaar.nl
8
Ketenaanpak uitbuiting door pooierboys
3. Organisatie / taakverdeling Het plan van aanpak sluit zoveel mogelijk aan bij al bestaande initiatieven. Betrokken partners dragen vanuit eigen verantwoordelijkheden en kerntaken bij aan het oplossen van de problemen, waar mogelijk ook samen. In onderstaand schema worden taken weergegeven. De inhoud is op hoofdlijnen en bij wijze van indicatie. In hoofdstuk 2 zijn, gekoppeld aan de fase binnen de ketenaanpak, concrete activiteiten en interventies benoemd. Ketenpartners dienen er lokaal nader invulling aan te geven en rollen te verdelen. Tevens wordt geadviseerd daarbij aan te sluiten bij de partners zoals die betrokken zijn bij (lokale uitwerking van) het convenant Veilige School. Met name kan van daaruit een groot beroep gedaan worden op partners binnen (jeugd)zorg en welzijn. Organisatie
Rol
Activiteiten
Gemeente
Regie
Opdrachtverstrekking aan uitvoerende partijen Borgen samenhang in beleid
Veiligheidshuis regio Alkmaar
Regie op casuïstiek
Facilitairen casusoverleg
Informatiepositie verbreden, individueel interventieplan
GGD
Preventie/voorlichting
Geven van voorlichting
Docenten, interne begeleiders en vertrouwenspersonen voorlichten en opmerkzaam maken.
Welzijnswerk
Preventie/voorlichting
Geven van voorlichting
Het informeren van risicogroep
BJZ (o.a. in zorgteam op school)
Hulpverlening, signalering en opvang
Meldpunt: geven van info, advies en opvang slachtoffers
Slachtoffer en eventueel ouders helpen om uit
slachtoffers
door consultatie of melding RvK geven van individuele hulpverlening, gezinsbegeleiding
pooierboy-problemen te komen.
Opsporing
Info verzamelen, beheren, analyseren en delen. Opnemen verklaringen en/of aangiften. Intake gesprekken,
Verbetering registratie en analyse. Reageren op signalen pooierboy: opsporen van
aanmelden AMK. Instellen opsporingsonderzoek en nazorg
verdachten/aanbrengen bij justitie. Hulpverlening /doorwijzen slachtoffers.
Kinderbeschermingsmaatregel (VOTS) aanvragen. Signalering: bij het ondervragen van jongere vast
Veiligheid slachtoffer
Politie
Raad voor de Kinderbescherming
Onderzoek, signalering.
Doel
Vroegtijdige signalering van dader en slachtoffer.
onderdeel van het onderzoek: slachtoffer/dader pooierboy Openbaar Ministerie
Vervolging
Prioritering bij keuze voor te
Dader gerichte
starten onderzoeken, verzoeken voorlopige hechtenis, vervolgen verdachten, informeren slachtoffers,
strafrechtelijke interventies
ontnemen verkregen voordeel.
Pettemerstraat 14, 1823 CW Alkmaar | T 072-514 76 76 | E
[email protected] | www.veiligheidshuisalkmaar.nl
9
Ketenaanpak uitbuiting door pooierboys
CoMensha
Registratie slachtoffers en coördinatie van opvang
Coördinatie opvang en begeleiding van slachtoffers Genereren van sturingscijfers
Verbetering van zorg voor en begeleiding van slachtoffers van mensenhandel
4. Algemene aandachtspunten bij aanpak pooierboyproblematiek Voorlichting ook uitdrukkelijk richten op ouders; zij blijken namelijk behoefte te hebben aan informatie. Maar ook bij de signalering en hulpverlening spelen ze een belangrijke rol. Samenwerken met de ouders staat centraal net als de relatie tussen het meisje en haar ouders. Het is belangrijk hierin te investeren. De hulpverlening moet outreachend, flexibel en laagdrempelig zijn, het gaat om een moeilijk bereikbare doelgroep. Van belang zijn de personen in de samenwerkingsverbanden: het gaat om draagkracht en daadkracht. Het is belangrijk dat vaste deskundigen bij de ketenpartners aanwezig en aanspreekbaar zijn. Adequate samenwerking bevordert effectieve door verwijzing. In de ketenaanpak is regie van belang. In een casusoverleg pooierboyproblematiek en een casusoverleg risicojongeren kunnen de benodigde regie en samenwerking geborgd worden. De thematiek pooierboys is eigenlijk een onderdeel van het grotere verschijnsel: misbruik en uitbuiting in relaties. Het thema heeft overlappingen met huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbruik. Zoek samenwerkingsverbanden in de regio die deze problemen behandelen en breng pooierboyproblematiek onder de aandacht. Belangrijke interventie- en samenwerkingsmogelijkheden ten aanzien van met name (potentiële) slachtoffers zijn geborgd in het regionale convenant Veilige School. Aansluiting zoeken bij het netwerk waarin aan dit convenant uitvoering gegeven wordt versterkt in grote mate de ketenaanpak pooierboy-problematiek. Deze aansluiting kan goed geborgd worden door een leerplicht-ambtenaar als schakel te laten fungeren tussen casusoverleg pooierboys en het zorgoverleg binnen scholen.
5. Casusoverleg In het Veiligheidshuis regio Alkmaar wordt sinds de zomer van 2010 maandelijks het casusoverleg pooierboyproblematiek gehouden. Waar het casusoverleg in oorsprong Alkmaarse casuïstiek behandelt komen er steeds meer meldingen van/uit andere gemeente uit Noord-Holland Noord. In dit casusoverleg wordt op persoonsniveau overlegd over mogelijke slachtoffers maar ook over mogelijke daders. Alle deelnemende partijen kunnen casussen aandragen. In het casusoverleg participeren GGZ, GGD (Vangnet & Advies), CoMensha, Bureau Jeugdzorg, Politie, Openbaar Ministerie, gemeente Alkmaar (Leerplicht + Openbare Orde en Veiligheid) en gemeente Heerhugowaard (Leerplicht). Via deze deelnemers is een groot aantal andere partijen beschikbaar die op casusniveau kunnen worden ingeschakeld. Zie bijlage 2 voor een overzicht (niet uitputtend). Vanuit het streven om zoveel mogelijk preventief op te treden gaat het bij de evaluatie van casuïstiek om een inschatting van het risico dat de relatie zich ontwikkelt tot een seksuele uitbuitingsrelatie. Informatie van de partners wordt gebundeld om de situatie zo goed mogelijk te kunnen beoordelen. Doordat in toenemende mate binnen de zorgketen gebruik gemaakt wordt van de verwijsindex is van belang deze te raadplegen en daarnaast liefst door het veiligheidshuis een registratie uit te laten voeren. Indien nodig worden nadere afspraken gemaakt om de informatiepositie te versterken. Belangrijk hierbij is, dat door de afgestemde aanpak voorkomen kan worden dat bijvoorbeeld ouders van slachtoffers opeenvolgend door 3 verschillende instanties benaderd worden met de zelfde vraagstellingen.
Pettemerstraat 14, 1823 CW Alkmaar | T 072-514 76 76 | E
[email protected] | www.veiligheidshuisalkmaar.nl
10
Ketenaanpak uitbuiting door pooierboys
Op basis van beschikbare informatie wordt besloten welke interventie plaats moet vinden en wie daarbij betrokken moet worden. Hierbij kunnen partijen betrokken worden die via de overlegpartners beschikbaar zijn. Waar nodig zullen voorbereidingen getroffen worden voor de veiligheid van het slachtoffer. Als alle signalen op afdoende wijze worden verklaard door andere oorzaken dan pooierboyproblematiek of seksuele uitbuiting, kunnen ouders en/of de jongere indien nodig, verwezen worden naar hulpverlening of (opvoedings-) ondersteuning. Bijlage 1: Samenstelling werkgroep Marco van Sprang (voorzitter) Simone Bosland / Clemy Bosselaar Hans Booij / Willem van Wassenberg Annemiek Edeler Klaas Homsma Odette ten Have Judith Keller Marijke Schrier / Kees Molenkamp
Veiligheidshuis regio Alkmaar / Gemeente Alkmaar Openbaar Ministerie Politie Noord-Holland Noord Gemeente Alkmaar Bureau Jeugdzorg Noord-Holland Raad voor de Kinderbescherming CoMensha GGD Hollands Noorden
Pettemerstraat 14, 1823 CW Alkmaar | T 072-514 76 76 | E
[email protected] | www.veiligheidshuisalkmaar.nl
11
Ketenaanpak uitbuiting door pooierboys
Bijlage 2: Partners die via de deelnemers van het casusoverleg betrokken (kunnen) worden Jongerenwerkers buurthuizen Advies Meldpunt Kindermishandeling, voor overleg, advies en onderzoek naar eventuele problemen in de gezinssituatie Raad voor de Kinderbescherming, uitvoeren beschermingsonderzoek na melding BJZ en bespreking in Beter beschermd (overlegvorm RvdK/BJZ) Steunpunt Huiselijk Geweld CoMensha Centra voor Jeugd en Gezin Maatschappelijk werk Huisartsen Verloskundigen Voogdij-instellingen Hulpverlenende instellingen Openbaar Ministerie Jeugdreclassering
Pettemerstraat 14, 1823 CW Alkmaar | T 072-514 76 76 | E
[email protected] | www.veiligheidshuisalkmaar.nl
12