2012
Ketenaanpak Mensenhandel Fryslân “Tegearre komme we fierder”
Ketenregie Mensenhandel Fryslân
M. de Boer, regiogemeente G. de Veen, regiogemeente B. Benedick, RIEC Noord H.R.T. Wierda, RIEC Noord
Oktober 2012
1
Inleiding ................................................................................................................................................... 5 1
2
Integrale ketenaanpak mensenhandel Fryslân ............................................................................... 6 1.1
Doelstelling ............................................................................................................................ 6
1.2
Definities / beschrijving ......................................................................................................... 7
1.3
Afbakening ........................................................................................................................... 12
1.4
Bronnen................................................................................................................................ 12
1.5
Leeswijzer............................................................................................................................. 12
Organisatie .................................................................................................................................... 13 2.1
Het Regionaal Informatie en Expertise Centrum Noord ...................................................... 13
2.2
Stuurgroep ketenaanpak mensenhandel............................................................................. 14
2.3
Ketenregieteam aanpak mensenhandel Fryslân.................................................................. 14
2.4
Casusoverleg ketenaanpak mensenhandel Fryslân ............................................................. 14
2.4.1 2.5 2.5.1 2.6 3
4
Ketenregisseur............................................................................................................. 15 Zorgoverleg ketenaanpak mensenhandel Fryslân ............................................................... 15 Zorgcoördinator .......................................................................................................... 16 Bewustwordingsbijeenkomsten........................................................................................... 16
Taken ............................................................................................................................................. 17 3.1
Regierol gemeenten ............................................................................................................. 17
3.2
Taken stuurgroep ................................................................................................................. 18
3.3
Taken ketenregieteam ......................................................................................................... 18
3.4
Taken RIEC- Noord ............................................................................................................... 18
3.5
Taken convenantpartners .................................................................................................... 19
3.6
Taken ketenregisseur ........................................................................................................... 19
3.7
Taken zorgcoördinator ......................................................................................................... 20
Processen ...................................................................................................................................... 22 4.1 4.1.1
Werkproces casusoverleg mensenhandel Fryslân ............................................................... 22 Aanleveren signaal mensenhandel ............................................................................. 22 2
5
6
7
4.1.2
Beoordelen signaal mensenhandel ............................................................................. 23
4.1.3
Casusoverleg ............................................................................................................... 24
4.1.4
Behandeling casus ....................................................................................................... 25
4.2
Werkproces zorgoverleg ...................................................................................................... 27
4.3
Werkproces RIEC Noord bij (mogelijk) georganiseerde criminaliteit .................................. 27
4.4
Gevolgen en producten integrale ketenaanpak mensenhandel ......................................... 28
Informatie ...................................................................................................................................... 29 5.1
Publiek- private samenwerking............................................................................................ 29
5.2
Informatie-uitwisseling ........................................................................................................ 29
5.3
Landelijk RIEC Convenant..................................................................................................... 30
5.4
Zorgconvenant(en)............................................................................................................... 31
5.5
Verwerken, opslaan en bewaren van gegevens .................................................................. 31
5.6
Informatiesysteem ............................................................................................................... 32
Financiën ....................................................................................................................................... 33 6.1
Ketenregisseur ..................................................................................................................... 33
6.2
Zorgcoördinator ................................................................................................................... 33
6.3
Bewustwordingsbijeenkomsten........................................................................................... 33
Communicatie ............................................................................................................................... 34 7.1
Externe communicatie ......................................................................................................... 34
Geraadpleegde documenten:............................................................................................................ 35
3
Bijlagen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Intentieverklaring 2012 Landelijk RIEC- convenant 2012 Lijst met verschillende zorgoverleggen in Fryslân Protocol Mensenhandel /Netwerk Mensenhandel Friesland 2008 Convenant Gegevensuitwisseling Advies- en Meldpunt Loverboys en Jeugdprostitutie Fryslân 2009 Signalenlijst mensenhandel (Overheid) / Bijlage 3 Aanwijzing Mensenhandel Format melden signaal mensenhandel Schema barrièremodel mensenhandel Schema organisatie ketenregie mensenhandel Fryslân 2012 Schema organisatie ketenregie mensenhandel RIEC- Noord Schema werkproces casusoverleg mensenhandel Fryslân Schema werkproces RIEC- Noord, A- casus Belangrijke artikelen Wet Bescherming Persoonsgegevens Artikel 273f Wetboek van Strafrecht: Mensenhandel Artikel 197a Wetboek van Strafrecht: Mensensmokkel
4
Inleiding Voor u ligt het plan van aanpak ‘Ketenaanpak Mensenhandel Fryslân’. Dit plan beschrijft de programmatische integrale ketenaanpak van mensenhandel in de provincie Fryslân. Het betreft een werkdocument. Dat wil zeggen dat het plan naar voortschrijdend inzicht aangevuld/gewijzigd kan worden. Het plan is tot stand gekomen in opdracht van de regionale beheersdriehoek van juli 2011. Ketenaanpak mensenhandel Fryslân is in informatieve zin aan de orde geweest in het Regionaal college van 10 november 2011. De afgelopen tien jaar is de (inter-)nationale aanpak en bestrijding van mensenhandel meer en nadrukkelijk in de schijnwerpers komen te staan. Spraakmakende opsporingsonderzoeken die breeduit worden besproken in de media, maar ook rapportages van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel dragen bij aan het bewustzijn dat mensenhandel nimmer geaccepteerd mag worden en effectief moet worden bestreden. Onderzoek heeft aan het licht gebracht dat uitbuiting van personen in georganiseerd verband onder andere plaatsvond in de seksindustrie, zelfs in de door de overheid vergunde prostitutiesector. Ook is duidelijk geworden dat jeugdprostitutie en loverboys een fors maatschappelijk probleem zijn. Vormen van moderne slavernij als uitbuiting van au-pairs of werknemers in de bouw, landbouw, tuinbouw laten zich minder snel zien, maar zijn zeker aanwezig. Al deze vormen van uitbuiting manifesteren zich ook in Fryslân waarbij gebruik gemaakt wordt van reguliere structuren zoals exploitatievergunningen, uitkeringsvoorzieningen en woonvoorzieningen. Om de bestrijding (en het voorkomen van slachtoffers) van mensenhandel te laten slagen is een ketenbrede aanpak nodig. Om dit te realiseren is er de afgelopen jaren veel ontwikkeld. Voorbeelden hiervan zijn: Het verdrag van Palermo, het Nationaal Actieplan, wijzigende wetgeving waaronder de opheffing van het bordeelverbod, aandacht voor slachtoffers (de B9-regeling), de Aanwijzing Mensenhandel, de Taskforce Mensenhandel, de Handreiking Ketenregie Mensenhandel, het Plan Bestuurlijke Aanpak Georganiseerde Misdaad, de Regionale Informatie en Expertise Centra (RIEC’s) en de ontwikkeling van een gemeentelijke infrastructuur rond de prostitutiesector. Ter uitvoering van de kabinetsprioriteit is door de Minister van Justitie het programma Versterking Aanpak Georganiseerde Misdaad opgesteld. Dit programma richt zich op het versterken van enerzijds de bestuurlijke en preventieve aanpak en anderzijds de strafrechtelijke/ repressieve aanpak en de internationale samenwerking van georganiseerde criminaliteit. Onderdeel van het versterkingsprogramma zijn de proeftuinen, innovatieve onderzoeksomgevingen waarbinnen hetzij programmatische aanpak, hetzij innovatie binnen de klassiek strafrechtelijke aanpak centraal staat. Conclusie van alle ontwikkelingen van de afgelopen jaren is dat de aanpak van mensenhandel het meeste effect heeft als meerdere instanties samenwerken in een keten. Of, zoals een Fries kort maar krachtig zegt:
“Tegearre komme we fierder”
5
1 Integrale ketenaanpak mensenhandel Fryslân Mensenhandel wordt niet vaak aan de oppervlakte ervaren in de vorm van verstoring van de openbare orde of overlast. Het is in dat opzicht een latente vorm van georganiseerde criminaliteit. Mensenhandel kan in elke gemeente voorkomen, zowel in grote als kleine gemeenten en wordt vaak pas “zichtbaar” als signalen worden herkend, gemeld en er overleg wordt gepleegd over (gezamenlijke) interventies oftewel; als er professioneel wordt samengewerkt. In opdracht van de Taskeforce Mensenhandel is de Handreiking Ketenregie Mensenhandel geschreven met daarin een ketenregiemodel om in de regio c.q. gemeente(n) tot de gewenste integrale samenwerking te komen. Op regionaal niveau zijn mede de uitkomsten van de proeftuin ‘Slaven van het systeem’ aanleiding geweest om de aandacht te richten op het integraal aanpakken van mensenhandel in Fryslân. Deze proeftuin is in 2010 in opdracht van de stuurgroep proeftuin ‘Slaven van het systeem’ en op initiatief en onder regie van het Openbaar Ministerie, arrondissementsparket Groningen en Friesland en politieregio’s Groningen en Friesland, tot stand gekomen. De proeftuin heeft zich gericht op Bulgaarse mensenhandel in de vergunde prostitutiesector in Groningen en Leeuwarden en kende de volgende vijf pijlers: criminologie, internationale samenwerking, preventie, financieel rechercheren en programmatische aanpak. De proeftuin heeft een aantal documenten opgeleverd waarin aanbevelingen worden gedaan ter verbetering van de aanpak van mensenhandel (in de prostitutiesector); Misstanden achter de ramen, een wetenschappelijk onderzoek naar in Groningen en Friesland opererende Bulgaarse vrouwenhandelnetwerken; Casus Olga, hulpverlening en preventie; Het bestuurlijk rapport proeftuin ‘Slaven van het systeem’ van april 2010. Conclusie van de proeftuin is eveneens dat de bestrijding van mensenhandel het meeste gebaat is bij een programmatische aanpak, waarbij het barrièremodel en de opmaak van bestuurlijke rapportage(s) onontbeerlijk zijn.
1.1 Doelstelling Doelstelling van de ketenaanpak mensenhandel Fryslân is: Het voorkomen en bestrijden van mensenhandel; Oog hebben en zorg dragen voor de slachtoffers van mensenhandel; Deskundigheidbevordering bij partners en externen Middelen om hiertoe te komen zijn: Het opwerpen van barrières, gebaseerd op het barrièremodel mensenhandel; Het signaleren en registreren van mensenhandel en daaraan gelieerde criminele activiteiten; Het uitvoeren van de aanpak van mensenhandel op basis van maatwerk. Wat inhoudt dat na afweging voor de meest gepaste bestuurlijke-, strafrechtelijke-, fiscale- en/of overige interventie wordt gekozen.
6
1.2 Definities / beschrijving B9- regeling 1: Met de term 'B9-regeling' wordt geduid op Hoofdstuk B9 uit de Vreemdelingencirculaire. In dit hoofdstuk wordt die procedure beschreven die is bedoeld voor slachtoffers en getuige-aangevers van mensenhandel. Het doel ervan is slachtoffers van mensenhandel in staat te stellen aangifte te doen en de dreiging met onmiddellijke uitzetting weg te nemen. De B9-regeling maakt onderdeel uit van een integrale aanpak om mensenhandel te bestrijden, een uitdrukkelijke prioriteit voor politie en justitie in Nederland. Mensenhandel is een grove schending van de rechten van de mens en een uiterst ernstig misdrijf. Het delict is strafbaar gesteld in artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht. Het is de verantwoordelijkheid van de Nederlandse staat om aan de slachtoffers ervan opvang en bescherming te bieden.
Barrièremodel mensenhandel2: Met dit model worden de barrières in kaart gebracht die de overheid kan opwerpen om te voorkomen dat criminele organisaties of personen misbruik maken van legale structuren. Bij de aanpak van mensenhandel zijn dit de barrières: Economie Rekrutering / Psychische binding Entree Identiteit Huisvesting Publiek private ruimte Arbeid Financieel Criminelen die misbruik maken van legale structuren (bv. vergunningen) zorgen voor een vermenging van de onder- en bovenwereld. Het barrièremodel mensenhandel is landelijk onderwerp van een vervolgstudie naar verbetering en betreft een concept in opbouw bij de Dienst Nationale Recherche. Bestuurlijke rapportage 3: Een bestuurlijke rapportage wordt door één van de convenantpartners opgesteld om een signaal, doorgaans een concreet feit, door te geven aan het openbaar bestuur. Het bestuur wordt zo in staat gesteld bestuurlijke maatregelen te treffen. De bestuurlijke rapportage kan gebaseerd zijn op vooral overlastgerelateerde situaties, maar kan ook opgesteld worden om (gezamenlijk) georganiseerde criminaliteit te bestrijden. Het verschil met bestuurlijke dossiers is dat rapportages altijd gaan over een concrete misstand of situatie, waar bestuurlijke dossiers een crimineel fenomeen blootleggen. Het doel van een bestuurlijke rapportage is: Het signaleren en benoemen van knelpunten en misstanden in de maatschappij die worden geconstateerd tijdens de uitvoering van de politietaak of bijzondere opsporingstaak. Het doen van aanbevelingen aan betrokken instanties om die ongewenste situatie te beëindigen of te voorkomen in de toekomst Informatie uit de rapportage wordt gebruikt voor inzet van bestuurlijke instrumenten, zoals het intrekken van vergunningen. Casusoverleg mensenhandel Fryslân: Staat beschreven in 2.4
1
Bron: http://www.b9-regeling.info/ Bron: Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel 3 Bron: Centrum Criminaliteitspreventie Veiligheid. Het barrièremodel is als bijlage bijgevoegd. 2
7
Convenant ten behoeven van Bestuurlijke en Geïntegreerde Aanpak Georganiseerde Criminaliteit, Bestrijding Handhavingsknelpunten en Bevordering Integriteitsbeoordelingen (kortweg: Landelijk RIEC convenant)4: In 2012 is dit landelijke convenant afgesloten tussen verschillende overheidsinstanties. Dit convenant vervangt het Regionaal Convenant ‘geïntegreerde decentrale aanpak georganiseerde misdaad regio Noord’ (het regionale RIEC convenant) uit 2009. Op basis van dit landelijke RIEC convenant mogen de daaraan deelnemende overheidspartners onderling gegevens uitwisselen. Belangrijk hierbij blijft wel dat iedere partner vanuit zijn/haar eigen instantie en daarbij behorende wetgeving verantwoordelijk is voor de aangeleverde gegevens. Gegevens dienen te worden aangeleverd vanuit dezelfde doelbinding, noodzaak, proportionaliteit en subsidiariteit. Convenantpartners: In 2012 hebben verschillende overheidsorganisaties het landelijk RIEC convenant ondertekend. De overheidsinstanties die het Landelijk RIEC convenant hebben getekend zijn:
Alle gemeenten in de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe Provincies Groningen, Fryslân en Drenthe Landelijk Parket Functioneel Parket Nationale politie Korps Landelijke politie Diensten (KLPD) Belastingdienst Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Inspectie SZW) Kenniscentrum Handhaving (RCF) Douane Koninklijke Marechaussee (KMAR)
In de toekomst zal het aantal convenantpartners worden uitgebreid. Zodra de nieuwe convenantpartners hebben getekend zullen/kunnen zij deel uitmaken van het casusoverleg. Doorlaatverbod5: Artikel 126ff Wetboek van Strafvordering: 1. De opsporingsambtenaar die handelt ter uitvoering van een bevel als omschreven in de titels IVa tot en met V en Vb, is verplicht van de hem in de wet verleende inbeslagnemingsbevoegdheden gebruik te maken, indien hij door de uitvoering van het bevel de vindplaats weet van voorwerpen waarvan het aanwezig hebben of voorhanden hebben ingevolge de wet verboden is vanwege hun schadelijkheid voor de volksgezondheid of hun gevaar voor de veiligheid. De inbeslagneming mag
4
Zie bijlage 2 LJN AD9915, Hoge Raad, 01704/01: Art. 126ff Sv strekt tot uitvoering van een door de Tweede Kamer aangenomen motie die luidt:Ten aanzien van het doorlaten van personen en van goederen die schadelijk of gevaarlijk kunnen zijn voor de veiligheid of de volksgezondheid geldt een algemeen verbod. Ten aanzien van genoemde goederen bestaat de mogelijkheid tot het verlenen van ontheffing van het verbod door het College van procureurs-generaal, dat de beslissing tot ontheffing onmiddellijk ter kennis brengt van de minister van justitie. Voor deze beslissing worden geen criteria geformuleerd op dat zich geen beleidsinstrument ontwikkelt en elke beslissing aan de hand van het concrete voorliggende geval kan worden beoordeeld. De Kamer wordt periodiek gerapporteerd over eventuele doorlating. (Kamerstukken II 1995-1996, 24 072, nr. 52) 5
8
slechts in het belang van het onderzoek worden uitgesteld met het oogmerk om op een later tijdstip daartoe over te gaan. 2. De verplichting tot inbeslagneming, bedoeld in het eerste lid, geldt niet in het geval de officier van justitie op grond van een zwaarwegend opsporingsbelang anders beveelt. 3. Een bevel als omschreven in het tweede lid is schriftelijk en vermeldt: a. de voorwerpen waar het betrekking op heeft, b. het zwaarwegend opsporingsbelang en c. het tijdstip waarop of de periode gedurende welke de verplichting tot inbeslagneming niet geldt. 4. Het eerste, tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing indien de opsporingsambtenaar of de officier van justitie door de toepassing van een bevoegdheid als omschreven in titel Va of titel Vc de vindplaats weet van voorwerpen als bedoeld in de eerste volzin van het eerste lid. Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel (EMM): Het landelijk Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel is onderdeel van de Dienst Nationale Recherche. Zij heeft de taak nationaal de signalen van mensenhandel en mensensmokkel te verzamelen. Het EMM krijgt de signalen, vanuit de ketenaanpak mensenhandel Fryslân, via de politie en visa versa. Het EMM bestaat uit diverse diensten als politie, Koninklijke Marechaussee (KMAR), Inspectie SZW, Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en Taakorganisaties Vreemdelingen. Externen: Dit zijn alle personen of instellingen en/of organisaties die (op dit moment) geen deel uitmaken van de zorgketen en ook niet van het casusoverleg Mensenhandel Fryslân. Hierbij valt te denken aan instellingen en/of organisaties als Kamer van Koophandel (KVK), Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), vakbonden, woningcorporaties etc. etc. Ondanks dat ze geen deel uitmaken van de keten, kunnen zij (via de ketenregisseur, politie of zorg) wel signalen inbrengen in de keten. Integrale aanpak 6: Voor de integrale aanpak van georganiseerde criminaliteit is een combinatie nodig van bestuurlijke, strafrechtelijke en fiscale instrumenten. Door onderlinge afstemming is het mogelijk om te komen tot effectieve interventiestrategieën. Strategieën die alleen succesvol kunnen zijn bij inzicht en doorzicht op alle beschikbare informatie, structurele samenwerking en informatie-uitwisseling. Keten 7: De aaneenschakeling/ordening van opeenvolgende activiteiten van verschillende organisaties/professionals, gericht op het gezamenlijk bereiken van een vastgesteld resultaat. Ketenaanpak 8: De ketenaanpak is een sluitende aanpak waarbij alle bevoegdheden en instrumenten van verschillende partners ingezet worden om naleving te bevorderen. Bij een ketenaanpak wordt rekening gehouden met alle levensfases van een persoon, object of proces. De ketenaanpak combineert: Preventie Signalering Hulpverlening Opsporing en vervolging 6 7 8
Bron: Regionaal Informatie en Expertise Centrum Bron: http://www.encyclo.nl/begrip/keten Bron: Wikipedia
9
Daarbij worden bestuursrechtelijke, strafrechtelijke, fiscale en/of overige instrumenten, als bv hulpverlening, ingezet. De verschillende instrumenten kunnen los van elkaar, achter elkaar maar ook tegelijkertijd worden ingezet. Er is sprake van regie op de keten door de ketenregisseur. Iedere partner blijft zelfstandig verantwoordelijk voor eigen taken en bevoegdheden. Ketenpartners9 : Dit zijn instellingen en/of organisaties die deel uitmaken van een keten. In het kader van de Ketenaanpak Mensenhandel Fryslân zijn dit de zorgpartners en de convenantpartners samen. Ketenregisseur: Staat beschreven in 2.4.1 en 3.6 Mensenhandel 10: Artikel 273f Wetboek van Strafrecht Het werven, vervoeren, overbrengen van en het bieden van onderdak aan of het opnemen van personen – door dreiging met of gebruik van geweld of andere vormen van dwang, van ontvoering, fraude, misleiding, machtsmisbruik of misbruik van een kwetsbare positie of het verstrekken of ontvangen van betalingen of voordelen teneinde de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap heeft over een andere persoon – met het oogmerk van uitbuiting. Uitbuiting omvat ten minste de uitbuiting van een ander in de prostitutie of andere vormen van seksuele uitbuiting, gedwongen arbeid of diensten, slavernij of praktijken die vergelijkbaar zijn met slavernij of dienstbaarheid of de verwijdering van organen. Mensensmokkel 11: Artikel 197a Wetboek van Strafrecht Mensenhandel moet niet worden verward met mensensmokkel. Mensensmokkel is het assisteren van mensen bij illegale binnenkomst, verblijf of doorreis. Mensensmokkel is gericht op illegale grensoverschrijding en niet op uitbuiting. Het komt voor dat een gesmokkelde aansluitend wordt uitgebuit, bijvoorbeeld om de reissom terug te betalen en dan alsnog slachtoffer van mensenhandel wordt, maar dit hoeft niet altijd het geval te zijn. Ondermijnende criminaliteit 12: Het uitvoeren van criminele activiteiten tot het verzwakken of misbruiken van de structuur van onze maatschappij. Financieel-economische en georganiseerde criminaliteit is een sluipende bedreiging voor de integriteit van het financieel-economische stelsel en omdat zij uiteindelijk het functioneren van de rechtsstaat kan ondermijnen, heeft de aanpak van deze criminaliteitsvormen hoge prioriteit. Signaal mensenhandel 13: Een signaal mensenhandel dat ingebracht wordt in de keten mensenhandel Fryslân voldoet aan het volgende: Het signaal voldoet aan één van de vijf hoofdcategorieën op de signalenlijst en voldoet tevens aan de doelbinding van het RIEC convenant en de intentieverklaring. De signalenlijst is de lijst met indicatoren /kenmerken van mensenhandel zoals ze zijn benoemd in Bijlage 3 van de Aanwijzing mensenhandel.
9
Bron: http://www.encyclo.nl/begrip/Ketenpartners
10 Zie bijlage 14 11
Zie bijlage 15 Bron: Tweede Kamer Kamerstuk 29911 nr. 45 13 Op 2 april 2012 heeft overleg plaatsgevonden tussen: Ketenregisseur mensenhandel Fryslân, Officier van Justitie mensenhandel Fryslân, Beleidsmedewerker regiogemeente Leeuwarden, Korpsexpert mensenhandel politie Fryslân, Programmamaneger mensenhandel/mensensmokkel RIEC Noord, jurist RIEC Noord waar dit is besproken en besloten. 12
10
Dit signaal wordt bij aanvang van de keten, dus bij het bespreken in het casusoverleg, ingevoerd in het systeem RIEC-IS. Zorgconvenanten14: Onder de vleugels van Fier Fryslân vinden op basis van verschillende convenanten meerdere overleggen plaats die een relatie hebben met prostitutie/mensenhandel. De overleggen vinden plaats onder de volgende convenanten: - Het protocol mensenhandel; protocol hulpverlening aan meerderjarige buitenlandse slachtoffers van mensenhandel Netwerk Mensenhandel Friesland d.d.mei 2008. - Het convenant Gegevensuitwisseling Advies- en Meldpunt Loverboys en Jeugdprostitutie Fryslân Zorgcoördinator: Staat beschreven in 2.5.1 en 3.7 Zorgoverleg: Staat beschreven in 2.5 en 4.2 Zorgpartners15 : Verschillende organisaties en instellingen die hulp verlenen aan slachtoffers van mensenhandel hebben zorgconvenanten getekend. Het protocol mensenhandel; protocol hulpverlening aan meerderjarige buitenlandse slachtoffers van mensenhandel Netwerk Mensenhandel Friesland d.d. mei 2008, is getekend door de volgende instanties en organisaties:
14 15
Coördinatiecentrum Mensenhandel (Comensha) ZIENN crisisopvang de Blijenhof LIMOR De Wending (Crisisopvang) Fier Fryslân REAX Arbeidsreïntegratie Gemeentelijke Gezondheidsdienst Fryslân (GGD) Gemeente Leeuwarden VluchtelingenWerk Nederland Advocatenkantoor Beek Advocaten Regiopolitie Fryslân Stichting Hulp en Welzijn Leeuwarden Stichting MEE Friesland Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) NIDOS Jeugdbescherming voor alleenstaande minderjarige vluchtelingen en asielzoekers Stichting RESPONS, Fries steunpunt voor mensen zonder verblijfvergunning Slachtofferhulp Nederland, regio Noord
Zie bijlage 4 en bijlage 5 Zie bijlage 3: lijst zorgoverleggen
11
Het convenant Gegevensuitwisseling Advies- en Meldpunt Loverboys en Jeugdprostitutie Fryslân 2009, is getekend door de volgende instanties en organisaties: Regiopolitie Fryslân Openbaar Ministerie Bureau Jeugdzorg Friesland Gemeentelijke Gezondheidsdienst Fryslân (GGD) Friesland Collega ROC Friese Poort Verslavingszorg Noord Nederland Stichting MEE Friesland ZIENN crisisopvang de Blijenhof Fier Fryslân In het kader van de ketenaanpak mensenhandel Fryslân zijn dit de partners die deel uitmaken van ‘het’ zorgoverleg.
1.3 Afbakening Binnen de keten wordt beoogd alle vormen van mensenhandel aan te pakken. Vanwege bestuurlijke inbedding is er voor gekozen om de ketenaanpak op de schaal van de provincie Fryslân vorm te geven. Omdat mensenhandel naar aard en verschijningsvorm een misdrijf is dat “grenzeloos” is, het houdt zich immers niet aan gemeente-, regio- of zelfs landgrenzen, wordt er nauw aangesloten bij initiatieven in de provincies Groningen, Drenthe en mogelijk in andere regio’s.
1.4 Bronnen Bij het opstellen van dit plan van aanpak is gebruik gemaakt van: • Interviews met respondenten, die tijdens hun werk in aanraking komen met mensenhandel. Respondenten zijn werkzaam bij de politie, het Openbaar Ministerie, verschillende gemeenten, Fier Fryslân, RIEC- Noord, Belastingdienst Noord Nederland, Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (inspectie SZW), Ministerie van defensie, Kamer van Koophandel (KVK), Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD), Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), Maatschappelijke Juridische Dienstverlening (MJD)en de Immigratie- en Naturalisatiedienst ( IND). • Open bronnen via het internet. Zie lijst geraadpleegde open bronnen. • Literatuurverkenning ( over de aanpak van) mensenhandel. Zie geraadpleegde documenten.
1.5 Leeswijzer In het eerste hoofdstuk van dit plan van aanpak staat beschreven wat de oorsprong is van de Ketenaanpak Mensenhandel Fryslân en de kaders. Ook worden definities beschreven die in het plan van aanpak aan de orde komen. Hoofdstuk 2 gaat in op de organisatie van de ketenaanpak. In hoofdstuk 3 worden de verschillende taken beschreven en in hoofdstuk 4 de bijbehorende processen. Omdat een succesvolle ketenaanpak valt of staat met een correcte informatieuitwisseling is hier een apart hoofdstuk aan gewijd, namelijk hoofdstuk 5. De gemeente Leeuwarden heeft als regiogemeente de regietaak voor deze ketenaanpak mensenhandel op zich genomen. Zo heeft zij een tijdelijke ketenregisseur mensenhandel aangesteld en heeft zij de organisatie van de bewustwordingsbijeenkomsten op zich genomen. In hoofdstuk 6 wordt beschreven hoe de regiogemeente dit financieel heeft geregeld. Tenslotte staat in hoofdstuk 7 hoe de communicatie vanuit de ketenaanpak mensenhandel plaats zal vinden. 12
2 Organisatie In dit hoofdstuk wordt de integrale ketenaanpak in Fryslân vanuit organisatorische16 invalshoek weergegeven.
2.1 Het Regionaal Informatie en Expertise Centrum Noord Het kabinet heeft voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit prioriteit gegeven aan ondermijnende criminaliteit. Hieronder valt ook de aanpak van mensenhandel en mensensmokkel. Om invulling te geven aan deze opdracht is er een Landelijk Informatie en Expertise Centrum (LIEC) en zijn er tien Regionale Informatie en Expertise Centra (RIEC) opgericht, waaronder het RIEC Noord. Het RIEC Noord heeft als werkgebied Friesland, Groningen en Drenthe. Het RIEC Noord heeft als doel op decentraal niveau gezamenlijk invulling te geven aan: a. een geïntegreerde aanpak van de georganiseerde criminaliteit, door naast het strafrechtelijk laten vervolgen van individuele daders en het ontmantelen van criminele samenwerkingsverbanden, ook bestuursrechtelijke interventies en fiscale handhaving aan te grijpen om factoren of gelegenheidsstructuren van georganiseerde criminaliteit te identificeren en aan te pakken; b. het voorkomen dat criminelen of criminele organisaties bewust of onbewust worden gefaciliteerd door de overheid en kunnen investeren in de reguliere economie. In het bijzonder wordt hierbij aandacht besteed aan: 1. verschijningsvormen van georganiseerde criminaliteit; 2. handhavingsknelpunten; Het RIEC- Noord doet dit o.a. door bestuurlijke ondersteuning, casusgerichte aanpak en programmatische aanpak op thema’s als hennep, vastgoed en mensenhandel/mensensmokkel. Deze doelbinding maakt dat het RIEC Noord deelneemt aan deze ketenaanpak mensenhandel. Op 13 maart 2012 heeft het Openbaar Ministerie Noord Nederland (i.o), het RIEC- Noord opdracht gegeven, een overkoepelend noordelijk ketenpartners mensenhandel overleg te organiseren. Deze opdracht is tijdens het partneroverleg goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de politie en gemeente Leeuwarden. Het betreft een overleg waarin de ketenpartners mensenhandel van Friesland, Groningen en Drenthe vertegenwoordigd zijn op ketenregie niveau en heeft als doel de (dan hopelijk drie) integrale ketens mensenhandel op elkaar af te stemmen. Dit overleg zal in het tweede halfjaar van 2012 worden opgestart. Tegelijkertijd met deze noordelijke ontwikkelingen zal de integrale ketenaanpak mensenhandel Fryslân verder worden ontwikkeld.
16 Zie bijlage 9: Schema organisatie ketenregie mensenhandel Fryslân 2012 en Bijlage 10: Schema organisatie ketenregie mensenhandel RIEC- Noord
13
2.2 Stuurgroep ketenaanpak mensenhandel Er komt een stuurgroep ketenaanpak mensenhandel Fryslân. Voorzitter van de stuurgroep is de burgemeester van Leeuwarden, op dit moment nog in zijn functie als korpsbeheerder. Daarnaast maken deel uit van deze stuurgroep: de korpschef van politie Fryslân, de hoofdofficier van het Openbaar Ministerie arrondissement Leeuwarden, de directeur van de Belastingdienst Noord, directeur FIOD (vertegenwoordigd door directeur van Belastingdienst Noord), inspecteur-generaal inspectie SZW, en de directeur van Fier Fryslân. Het RIEC-Noord gaat aan de slag met een A-casus in opdracht van een bestuurlijke driehoek (burgemeester, een districtschef van politie Fryslân en een Officier van Justitie) of vierhoek (inclusief Belastingdienst Noord). De stuurgroep zal in het kader van mensenhandel geïnformeerd worden over de verstrekte opdrachten aan het RIEC-Noord. De stuurgroep krijgt input van het ketenregieteam Ketenaanpak Mensenhandel Fryslân. De stuurgroep komt 2 keer per jaar bij elkaar.
2.3 Ketenregieteam aanpak mensenhandel Fryslân Onder de stuurgroep functioneert een ketenregieteam. Een beleidsadviseur openbare orde en veiligheid van de gemeente Leeuwarden is voorzitter van het ketenregieteam. Daarnaast nemen deel: de ketenregisseur mensenhandel, zorgcoördinator (Fier Fryslân), een beleidsadviseur van de gemeente Leeuwarden die het account van Fier Fryslân in portefeuille heeft, een beleidsadviseur veiligheid ( andere gemeente dan Leeuwarden), beleidsmedewerker of officier die mensenhandel in portefeuille heeft (Openbaar Ministerie), korpsexpert mensenhandel (politie), hoofd of adviseur mensenhandel/-smokkel (RIEC Noord), projectcoördinator (belastingdienst Noord) en de Sr. accountmanager (Inspectie SZW). Input voor het ketenregieteam komt ondermeer van de ketenregisseur en de zorgcoördinator. De zorgcoördinator levert input met betrekking tot gesignaleerde knelpunten in de zorg en de afstemming tussen zorg en repressie. Daarnaast draagt hij/zij oplossingsrichtingen aan. De ketenregisseur mensenhandel levert input met betrekking tot gesignaleerde knelpunten vanuit het casusoverleg ketenaanpak mensenhandel en draagt eveneens oplossingsrichtingen aan. Het Ketenregieteam ketenaanpak mensenhandel komt minimaal vier keer per jaar bij elkaar. In de ontwikkelfase ligt de frequentie op 6 keer per jaar.
2.4 Casusoverleg ketenaanpak mensenhandel Fryslân Er komt een casusoverleg ketenaanpak mensenhandel onder voorzitterschap van de ketenregisseur. In het casusoverleg zitten de partners die het RIEC convenant hebben ondertekend samen met RIEC Noord aan tafel. In het casusoverleg worden signalen van mensenhandel besproken, informatie gedeeld, gebundeld en onderling afgestemd. In verband met de ernst van het feit zal op sommige signalen, door één van de partners, direct actie moeten worden genomen. Bij minder urgente signalen kan er een (integraal) interventieadvies opgesteld. Dit interventieadvies kan worden opgemaakt door de ketenregisseur in overleg met de convenantpartners en door het RIEC noord. Als het casusoverleg meent dat de casus geschikt is voor een analyse door RIEC Noord gaat er een voorstel naar de lokale driehoek. Aan de hand van een opdracht van de lokale driehoek wordt de casus bij het RIEC- Noord in behandeling genomen. 14
In de interventieadviezen wordt niet alleen aandacht besteed aan de aanpak van de dader(s), maar ook aan de zorg rondom het slachtoffer. Er kan besloten worden tot een bestuursrechtelijke- , strafrechtelijke- , fiscale- of overige aanpak. Bij overige aanpak kan gedacht worden aan het verlenen van zorg aan het slachtoffer, maar ook aan het ‘kapot maken’ van een zaak ten gunste van het slachtoffer. Aan de hand van het advies neemt één of nemen meerdere partners de casus in behandeling. De convenantpartners geven zoveel als mogelijk uitvoering aan het (integrale) interventieadvies. De voortgang van alle ingebrachte casus(sen) wordt besproken in het casusoverleg. Het casusoverleg vindt in principe elke maand plaats. De frequentie van het casusoverleg is afhankelijk van de ingebrachte signalen en de casussen die spelen. Om praktische redenen zal er agenda technisch afstemming plaatsvinden tussen het casusoverleg mensenhandel van Friesland en het casusoverleg van Groningen. Ditzelfde zal t.z.t. ook gebeuren met het (toekomstige) casusoverleg van Drenthe.
2.4.1 Ketenregisseur De ketenregisseur mensenhandel is afkomstig van de gemeente en dient te functioneren als een ’spin in het web’ op casusniveau. De ketenregisseur is, samen met de zorg en politie, het punt waar signalen van mensenhandel gedeponeerd kunnen worden. De zorg en de politie zijn hiervoor 24 uur per dag bereikbaar. Ketensamenwerking vraagt om het verbinden van organisaties en professionals uit diverse disciplines. Dat is het werk van een ketenregisseur. Een ketenregisseur verbindt partijen met uiteenlopende belangen, zonder de beschikking te hebben over (formele) hiërarchische macht. Met gezag en slimme interventies stuurt hij/zij op resultaat17. Bij de ketenaanpak mensenhandel Fryslân is de ketenregisseur de koppeling tussen het casusoverleg en ‘het’ zorgoverleg.
2.5 Zorgoverleg ketenaanpak mensenhandel Fryslân Naast het casusoverleg ketenaanpak mensenhandel functioneert ‘het’ zorgoverleg mensenhandel. ‘Het’ zorgoverleg bestaat uit meerdere afzonderlijke overleggen18. Fier Fryslân is een expertise- en behandelcentrum op het terrein van geweld in afhankelijkheidsrelaties en heeft de coördinatie van ‘het’ zorgoverleg. In ‘het’ zorgoverleg zijn, naast Fier Fryslân, partners vertegenwoordigd die zorg bieden aan (potentiële) minder- en meerjarige slachtoffers van mensenhandel. Enkele zorgpartners zijn de Gemeentelijke Gezondheidsdienst, algemeen maatschappelijk werk, Stichting Nidos, COA en Stichting MEE. De zorgpartners zijn verantwoordelijk voor de bescherming van het slachtoffer van mensenhandel. Het belang van het slachtoffer staat centraal. Hierbij gaat het om het bieden van hulp, begeleiding, advies, opvang, ondersteuning en in meer algemene zin perspectief op de toekomst. Binnen ‘het’ zorgoverleg worden naast Friese zaken ook veel zaken besproken die spelen in een andere regio en waarbij andere korpsen zijn betrokken.
17 18
Bron: erasumus-academie/leergang- ketenregie-in-het-publiek-maatschappelijk-domein Zie bijlage 3: lijst verschillende zorgoverleggen
15
2.5.1 Zorgcoördinator Bij Fier Fryslân is een regionale zorgcoördinator mensenhandel werkzaam. Deze zorgcoördinator dient te functioneren als 'spin in het web' op zorgniveau. ‘Het’ zorgoverleg staat onder leiding van de zorgcoördinator van Fier Fryslân. Omdat er sprake is van meerdere overleggen, heeft in Friesland de zorgcoördinator kennis van de inhoud van de verschillende zorgoverleggen en kent de professionals uit diverse (zorg) disciplines. De zorgcoördinator is het eerste aanspreekpunt voor de ketenregisseur en de andere partners als het gaat om zorg.
2.6 Bewustwordingsbijeenkomsten In het bestuurlijk rapport 'Slaven van het systeem' wordt het volgende aangegeven(citaat): “Op verschillende terreinen/momenten kunnen signalen van mensenhandel naar voren komen. Deze signalen zijn op zich veelal onvoldoende voor constatering van mensenhandel of een verdenking in die richting. Ook hebben de signalerende instanties primair niet de taak mensenhandel te bestrijden. Aanbeveling is dat dergelijke instanties nauwer betrokken worden bij de bestrijding van mensenhandel". Om invulling te geven aan dit advies worden er bewustwordingsbijeenkomsten georganiseerd door de gemeente Leeuwarden en RIEC Noord. In maart 2012 wordt gestart met een voorlichting aan alle gemeenten in Fryslân. De voorlichting wordt gegeven aan diverse sectoren; de Dienst Openbare Orde en Veiligheid, Publiekszaken, de Dienst Sociale zaken en Werkgelegenheid, de Dienst Bouw- en Woningtoezicht en de Gemeentelijke Gezondheidsdienst. Belangrijkste doelstelling van deze bijeenkomsten is: het herkennen van signalen19 van mensenhandel en weten waar men met het signaal naartoe moet. Intern binnen de gemeente zal de ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid (OOV-er) worden aangewezen als eerste aanspreekpunt waar gemeenteambtenaren met hun signalen naartoe kunnen. Deze ambtenaar heeft niet alleen de taak om signalen door te geven aan de ketenregisseur, maar ook om aanvullende informatie op het gebied van mensenhandel binnen de gemeente te verzamelen en te bundelen. Het bekend maken van deze taak van de OOV-er en kennismaking met de ketenregisseur mensenhandel zijn tijdens de bewustwordings bijeenkomsten dan ook van wezenlijk belang. In de toekomst kunnen ook bewustwordingsbijeenkomsten worden georganiseerd voor andere partners of belangstellenden.
19 Zie bijlage 6: signalenlijst mensenhandel
16
3 Taken Bij het instellen van de integrale ketenaanpak Fryslân is een aantal succesfactoren van belang. Succesfactoren zijn:
Alle ketenpartners zijn bereid op een eenduidige manier (dus in de keten) te werken Tussen de ketenpartners is onderling vertrouwen Alle ketenpartners beschikken over voldoende expertise Alle ketenpartners kennen tijdens de uitvoering van hun taak hun eigen mogelijkheden en beperkingen. Dit geldt vooral bij het delen van informatie Alle ketenpartners beschikken over voldoende mandaat en doorzettingsmacht in eigen organisatie Partners van het casusoverleg werken onder het Landelijk RIEC Convenant 2012 Partners van het zorgoverleg werken onder meerdere convenanten (Protocol Mensenhandel / Netwerk Mensenhandel Friesland 2008 en Gegevensuitwisseling Advies- en Meldpunt Loverboys en Jeugdprostitutie Fryslân 2009
Naast deze succesfactoren hebben de ketenpartners ook taken te doen. Taken kunnen worden uitgevoerd op strategisch, tactisch en uitvoerend niveau. Hieronder worden (een aantal van) deze taken beschreven.
3.1 Regierol gemeenten Als uitgangspunt bij de inrichting van ketenregie geldt dat de regie in één hand gehouden zou moeten worden. De ketenregie ziet niet op enkel de strafrechtelijke, bestuursrechtelijke of fiscale aanpak, maar dient in bredere zin de veiligheid op het gebied van (het voorkomen en bestrijden van) mensenhandel. De gemeente heeft de regie op veiligheid. Sturing op die veiligheidsproblematiek dient niet enkel bestrijding en zorg, maar ook het voorkomen van misstanden. Gezien de brede taak van de gemeente, het daarbij behorende instrumentarium en de aansturing van de verschillende betrokken onderdelen van de gemeente door die gemeente, is het wenselijk de regie bij de gemeente te borgen. Daarnaast is de gemeente belangrijk legaal faciliteerder van bijvoorbeeld de prostitutie (vergund stelsel) waar traditioneel veel uitbuiting voor komt. Toezicht en handhaving zijn als sluitstuk van een ketenbrede aanpak belegd bij de gemeente en de burgemeester is aanspreekpunt op de veiligheid in gebied. De gemeenten hebben het volgende georganiseerd c.q. de volgende taken:
Aanstellen bestuurlijk trekker op het thema mensenhandel Regierol bij de aanpak van verschillende thema’s, waaronder mensenhandel Aanstellen ketenregisseur op het thema mensenhandel Organiseren van een lokaal team in elke gemeente. Lokaal team bestaat uit ambtenaren van verschillende loketten en wordt ingezet bij het vergaren van informatie (uit de diverse gemeentelijke systemen) Aanwijzen eerste aanspreekpunt (ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid) in elke gemeente. De OOV- er is eerste aanspreekpunt binnen de gemeente aangaande signalen van mensenhandel. Ook is deze OOV- er aanspreekpunt voor de ketenregisseur mensenhandel Regierol bij (het organiseren van) bewustwordingsbijeenkomsten Taken die elke andere convenantpartner heeft (zie 3.5). 17
3.2 Taken stuurgroep De stuurgroep heeft de volgende taken:
Is opdrachtgever voor het ketenregieteam ketenaanpak mensenhandel Fryslân Is verantwoordelijk voor de ketenaanpak mensenhandel Fryslân Neemt besluiten op bestuurlijk niveau over onderwerpen als prioriteitstelling, visie, koers, risico’s en inzet (waartoe het ketenregieteam niet bevoegd is) Hakt knopen door daar waar sprake is van tegengestelde belangen of conflicten Wordt geïnformeerd over de resultaten van de ketenaanpak mensenhandel Fryslân, beoordeelt deze resultaten en stuurt daar waar nodig bij. Geeft de ketenpartners van het casusoverleg opdracht tot uitvoering van (integrale) interventieadviezen20.
3.3 Taken ketenregieteam Het ketenregieteam heeft de volgende taken:
Op hoofdlijnen in beeld brengen van de ontwikkelingen in relatie tot de ketenaanpak mensenhandel; Beleidsontwikkeling in relatie tot de ketenaanpak van mensenhandel. Implementeren van de maatregelen/activiteiten in relatie tot de ketenaanpak mensenhandel. Afstemmen van de maatregelen/activiteiten die worden uitgevoerd in relatie tot de ketenaanpak mensenhandel. Waarborgen van de integraliteit. Tracking en tracing van de uitvoering van het beleid/activiteiten in relatie tot de ketenaanpak mensenhandel (evalueren/monitoren). Uitvoeren van evaluaties, de uitkomsten ‘beoordelen’ en indien nodig bijsturen (doorontwikkeling). Onder andere bespreken van de resultaten/knelpunten die voortkomen uit het casusoverleg ketenaanpak mensenhandel. Opstellen van jaarlijkse voortgangsrapportages ten behoeven van stuurgroep. Adviseren van de stuurgroep ten aanzien van te nemen besluiten op bestuurlijk niveau. Bespreken concept (integraal) interventieadvies afkomstig van RIEC Noord en deze daar waar nodig aanscherpen. 21
3.4 Taken RIEC- Noord De taken van het RIEC- Noord zijn adviserend, ondersteunend en faciliterend van aard. Verschillende functionaliteiten van RIEC Noord zijn betrokken bij de aanpak van mensenhandel. Het hoofd RIEC kan de stuurgroep adviseren en zal deel uitmaken van het ketenregieteam. In het casusoverleg (werkgroep) wordt het RIEC Noord vertegenwoordigd door de programmamanager mensenhandel/mensensmokkel. Een strategische analist en adviseurs met verschillende expertiseachtergronden zijn betrokken bij het opmaken van het integrale interventieadvies.
20 21
Dit is fase 11 van het werkproces RIEC Noord A-casus. Zie bijlage 12 Dit is fase10 van het werkproces RIEC Noord A-casus. Zie bijlage 12
18
Het RIEC faciliteert en ondersteunt de keten mensenhandel o.a. door:
Het vertegenwoordigen van gemeenten dan wel diens coördinatoren bestuurlijke aanpak en provincies Op te treden als liaison naar relevante partners als RIEC’s, Landelijk Informatie en Expertise Centrum, Landelijk Bureau Bibob, etc. Advisering bij (ontwikkeling van) bewustwordingsbijeenkomsten Advisering op het gebied van bestuurlijke-, strafrechtelijke- en/of fiscale aanpak Het opvragen en helpen ontsluiten van relevante informatie uit open, half open en gesloten bronnen Het uitvoeren van probleemveldanalyses In samenwerking met materiedeskundigen van betrokken partners: o Opstellen van (integrale) preweegdocumenten o Uitvoeren van analyses op casusniveau o Opstellen van integrale interventieadviezen o Opstellen van integrale projectvoorstellen o Opstellen van voortgangsrapportages Bieden van ondersteuning aan gemeenten en provincie bij de toepassing van het bestuursrechtelijke instrumentarium Coördinatie bestuurlijke rapportages Het ondersteunen bij het opstellen van (jaarlijkse) evaluatieverslagen Het formuleren van adviezen aan de stuurgroep m.b.t. actuele ontwikkelingen, fenomenen en thema’s in de regio Het beschikbaar stellen van het informatiesysteem RIEC-IS Ondersteunen bij verwerkingen in het informatiesysteem RIEC-IS.
3.5 Taken convenantpartners De convenantpartners hebben de volgende taken: -
Zitting hebben en actief deelnemen aan de afgesproken overleggen (stuurgroep, ketenregieteam, casusoverleg ketenaanpak mensenhandel Fryslân) Verzamelen signalen van mensenhandel en deze op de juiste manier aanleveren voor het casusoverleg Input leveren vanuit eigen systemen m.b.t een signaal en/of een casus Vanuit eigen vakgebied adviseren over de te volgen strategie m.b.t. de aanpak van de casus. Input leveren en ondersteuning bieden aan het opstellen van de analyse en het (integrale) interventieadvies. Input leveren vanuit eigen vakgebied voor de evaluaties en rapportages. Trends en nieuwe fenomenen op het gebied van mensenhandel herkennen en delen met de ketenpartners (zorgdragen voor) Een correcte verwerking van de gegevens in het systeem RIEC-IS
3.6 Taken ketenregisseur De taak van de ketenregisseur is regie hebben en eindverantwoordelijk zijn voor de interne processen van de ketensamenwerking mensenhandel. Het betreft het plannen en agenderen van het casusoverleg met de ketenpartners, het vastleggen van de besluitvorming, het verzorgen en aansturen van succesvolle informatiedeling met betrokken partners en eerste aanspreekpunten 19
(OOV- ers) binnen de gemeenten, afstemming met de zorgcoördinator, controleren van de voortgang ketensamenwerking mensenhandel en tot slot het verzamelen van beleidsinformatie en de verantwoording aan de ketenregiegroep en de stuurgroep. De ketenregisseur heeft de volgende taken: -
-
Verzamelen signalen van mensenhandel. Is hierbij eerste aanspreekpunt voor partners in de ketenaanpak mensenhandel Beoordelen van de signalen op urgentie Voorzitten en voorbereiden van het casusoverleg ketenaanpak mensenhandel Fryslân In algemene zin coördineren (en bewaken) van de processtappen die de ketenaanpak mensenhandel doorloopt. Dit zijn: detectie, dossiervorming, weging en kwalificatie, toewijzing interventie, uitvoering en interventie en evaluatie (Samen met adviseur van RIEC- Noord) opstellen van een (integraal) interventieadvies welke is ontstaan in overleg met de convenantpartners en de adviseur RIEC- Noord) (Samen met adviseur van RIEC- Noord) opstellen voordracht analyse door RIEC- Noord aan de driehoek Input leveren en ondersteuning bieden aan het opstellen van de analyse en het integrale interventieadvies van RIEC- Noord Trends en nieuwe fenomenen op het gebied van mensenhandel herkennen en delen met de ketenpartners Monitoort en volgt nieuwe ontwikkelingen (zorgdragen voor) Een correcte verwerking van de gegevens in het systeem RIEC-IS (zorgdragen voor) Terugkoppeling naar signaalbrenger.
De ketenregisseur levert periodiek het volgende product: Elk jaar samen met de zorgcoördinator en in overleg met het casusoverleg een voortgangsrapportage voor het ketenregieteam en de stuurcommissie. Met daarin: De stand van zaken: de gesignaleerde, lopende en afgehandelde casussen Nieuwe ontwikkelingen, trends en fenomenen In de gemeente aanwezige risicogroepen op dit onderwerp. De gesignaleerde knelpunten vanuit zowel het casusoverleg als het zorgoverleg en de daarbij mogelijke oplossingsrichtingen. Bij urgente signalen of bevindingen zal deze rapportage zo nodig vaker/eerder gebeuren. Ketenregieteam koppelt de reacties/aanbevelingen vanuit ketenregie en de stuurgroep terug aan ketenregisseur en aan de zorgcoördinator. De ketenregisseur koppelt het op zijn beurt terug naar het casusoverleg.
3.7 Taken zorgcoördinator De taak van de zorgcoördinator is regie hebben en eindverantwoordelijk zijn voor de interne processen van de ketensamenwerking mensenhandel. Het betreft het (zorgdragen voor het) plannen en agenderen van de zorgoverleggen met de zorgpartners, het vastleggen van de besluitvorming, het verzorgen en aansturen van succesvolle informatiedeling met betrokken zorgpartners en convenantpartners, afstemming met de ketenregisseur, controleren van de voortgang ketensamenwerking mensenhandel en tot slot het verzamelen van beleidsinformatie en de verantwoording aan de ketenregiegroep en de stuurgroep. 20
De zorgcoördinator heeft de volgende taken: -
-
-
-
Heeft de coördinatie voor wat betreft opvang, zorg en begeleiding van slachtoffers In algemene zin coördineren (en bewaken) van de processtappen die de ketenaanpak mensenhandel (vanuit de zorg) doorloopt. Dit zijn: detectie, dossiervorming, weging en kwalificatie, toewijzing interventie, uitvoering en interventie en evaluatie Verzamelen van signalen vanuit de zorg die mogelijk duiden op mensenhandel en deze aankaarten/inbrengen bij politie en/of het casusoverleg ketenaanpak mensenhandel Aanvullende informatie verzamelen ten aanzien van het binnengekomen signaal/de signalen bij de zorgpartners Deelnemen aan het gelaagde (1e deel) van het casusoverleg Verzamelde informatie van de zorg eenduidig te presenteren tijdens het (1e deel van het) casusoverleg Advies uitbrengen aan het casusoverleg uit het oogpunt van de zorg voor het slachtoffer. Dit gebeurt zowel tijdens het inbrengen van een signaal als tijdens het bespreken van een interventieadvies Op hoofdlijnen het interventieadvies vanuit het casusoverleg bespreken met het daarvoor bestemde zorgoverleg om zo in te spelen op de (toekomstige) situatie rondom het slachtoffer Coördineren van de in te zetten interventies op zorgniveau Vanuit het oogpunt van zorg voor het slachtoffer, een interventieadvies opstellen, dan wel input leveren voor het interventieadvies dat het casusoverleg ketenaanpak mensenhandel of het RIEC Noord opstelt Trends en nieuwe fenomenen op het gebied van mensenhandel herkennen en delen met de ketenpartners Monitoort en volgt nieuwe ontwikkelingen (zorgdragen voor) Een correcte verwerking van de gegevens vanuit de zorg in het systeem RIEC-IS (zorgdragen voor) Terugkoppeling naar signaalbrenger.
De zorgcoördinator levert periodiek het volgende product: Elk jaar samen met de ketenregisseur en in overleg met het zorgoverleg een voortgangsrapportage voor het ketenregieteam en de stuurcommissie. Met daarin:
De stand van zaken: de gesignaleerde, lopende en afgehandelde casussen Nieuwe ontwikkelingen, trends en fenomenen In de gemeente aanwezige risicogroepen op dit onderwerp. De gesignaleerde knelpunten vanuit zowel het casusoverleg als het zorgoverleg en de daarbij mogelijke oplossingsrichtingen. Bij urgente signalen of bevindingen zal deze rapportage zo nodig vaker/eerder gebeuren. Ketenregieteam koppelt de reacties/aanbevelingen vanuit ketenregie en de stuurgroep terug aan ketenregisseur en aan de zorgcoördinator. De zorgcoördinator koppelt het op haar beurt terug naar het zorgoverleg.
21
4 Processen De integrale ketenaanpak mensenhandel Fryslân doorloopt een aantal processtappen (bv. detectie, dossiervorming, weging en kwalificatie, toewijzing interventie en evaluatie) Hieronder worden deze verschillende processtappen beschreven.
4.1 Werkproces casusoverleg mensenhandel Fryslân22 Het hierna beschreven casusoverleg mensenhandel is een zogenaamd ‘gelaagd’ overleg. Dit houdt in dat het casusoverleg in twee delen plaatsvindt: -
het eerste deel bestaat uit de RIEC- convenantpartners en de zorgcoördinator. het tweede deel bestaat alleen uit de RIEC- convenantpartners.
Reden van deze gelaagdheid heeft te maken met de wettelijke beperkingen die er zijn bij het uitwisselen van informatie tussen publieke en private partijen23. Om diezelfde reden kent het gehele proces verschillende stappen en vooral ijkmomenten. Op die momenten kan namelijk worden bepaald in hoeverre ook wordt voldaan aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit als bedoeld in de verschillende van toepassing zijnde categorale wetgeving.
4.1.1 Aanleveren signaal mensenhandel Er is, zoals blijkt uit de definitie in paragraaf 1.1, sprake van een signaal van mensenhandel als het signaal voldoet aan één van de vijf hoofdcategorieën op de signalenlijst en tevens voldoet aan de doelbinding van het RIEC- convenant en de intentieverklaring. De signalenlijst is de lijst met indicatoren /kenmerken van mensenhandel zoals ze zijn benoemd in Bijlage 3 van de Aanwijzing mensenhandel. Ketenpartners (zorgpartners en convenantpartners) en externen (bv KVK) kunnen een signaal mensenhandel aanleveren. Signalen kunnen gemeld worden bij de ketenregisseur, de politie (24-uur per dag bereikbaar) en de zorg (24-uur per dag bereikbaar). De ketenpartners leveren het signaal mensenhandel (digitaal) aan op een format24 bij ketenregisseur. Politie zorgt voor melding signaal/aangifte bij EMM (en visa versa)
22 Zie bijlage 11: schema werkproces casusoverleg mensenhandel Fryslân 23 In hoofdstuk 5 Informatie wordt hier verdere uitleg over gegeven 24 Zie bijlage 7: format melden signaal mensenhandel
22
4.1.2 Beoordelen signaal mensenhandel 1. Primaire beoordeling signaal mensenhandel afkomstig van convenantpartners en externen: Beoordeling en toetsing signaal door ketenregisseur. De ketenregisseur overlegt met politie. Beoordeling en toetsing vinden plaats op basis van: o De signalenlijst25 en o De doelbinding van het Landelijk RIEC- convenant26 en o De intentieverklaring27 Beoordeling en toetsing kunnen leiden tot de conclusie dat er sprake is van: a. Een signaal is waar gezien de ernst van het feit direct actie op moet volgen; ketenregisseur speelt signaal direct door naar de (op dat moment meest) juiste partner. Partner neemt signaal direct in behandeling. Politie zorgt voor melding EMM (en visa versa) b. Signaal wordt ingebracht in het casusoverleg (zie aanvulling op b en 4.1.3); c. Signaal wordt niet ingebracht in casusoverleg; Ketenregisseur boekt eventueel het signaal af in RIEC-IS. Ketenregisseur zorgt voor terugkoppeling naar signaalbrenger Politie zorgt voor melding EMM (en visa versa) 2. Primaire beoordeling signaal mensenhandel afkomstig van zorgpartners en externen: Beoordeling en toetsing binnen zorgoverleg door zorgcoördinator; Beoordeling en toetsing vinden plaats op basis van: o De signalenlijst en o De doelbinding van Landelijk RIEC- convenant en o De intentieverklaring Beoordeling en toetsing kunnen leiden tot de conclusie dat sprake is van: a. Een signaal is waar gezien de ernst van het feit direct actie op moet volgen; zorgcoördinator speelt signaal direct door naar de politie (of naar de op dat moment meest juiste andere partner) Partner neemt signaal direct in behandeling Politie zorgt voor melding EMM (en visa versa) b. Signaal wordt ingebracht in het casusoverleg (zie aanvulling op b en 4.1.3); 25
Zie bijlage 6: signalenlijst mensenhandel / Bijlage 3 Aanwijzing Mensenhandel Zie bijlage 2: Landelijk RIEC Convenant 27 Zie bijlage 1: intentieverklaring 26
23
c. Signaal wordt niet ingebracht in casusoverleg. Zorgcoördinator wikkelt het signaal binnen eigen (zorg)omgeving en systemen af Zorgcoördinator zorgt voor terugkoppeling naar signaalbrenger Politie zorgt voor melding EMM (en visa versa) Aanvulling op b Indien de primaire beoordeling van een signaal als hiervoor onder 1b of 2b valt, leidt dit tot de conclusie dat deze in het casusoverleg wordt ingebracht. Er vinden dan de volgende acties plaats: Signaal mensenhandel wordt in casusoverleg gebracht: Ketenregisseur of partner voert signaal in in RIEC-IS; Ketenregisseur zorgt dat de juiste partners tijdens casusoverleg aanwezig zijn. Dit is inclusief de ambtenaar openbare orde en veiligheid (bij wie interne meldingen van mensenhandel gemeld worden) van de gemeente waar het signaal zich heeft voorgedaan/plaatsgevonden. Politie zorgt voor melding bij EMM (en visa versa)
4.1.3 Casusoverleg Zoals gezegd bestaat het casusoverleg uit twee onderdelen. Het eerste deel vindt plaats in bijzijn van de zorgcoördinator. In het tweede deel van het overleg is de zorgcoördinator afwezig.
4.1.3.1 Eerste deel casusoverleg (inclusief zorgcoördinator) Signaal kan rechtstreeks ingebracht worden door zorgcoördinator of door de ketenregisseur. Zorgcoördinator vraagt aandacht voor het slachtoffer en komt op voor diens belangen. Met toestemming van de informatie verstrekkende convenantpartner worden tussentijdse bevindingen in het belang van slachtoffer besproken met de zorgcoördinator. Dit overleg kan ook buiten het casusoverleg plaatsvinden tussen de ketenregisseur en de zorgcoördinator Met toestemming van de informatie verstrekkende convenantpartner wordt het (integrale) interventieadvies28 (zie 4.1.4) besproken met zorgcoördinator (zie uitleg hoofdstuk 5). Zorgcoördinator wijst de partners van het casusoverleg op de (mogelijke) gevolgen voor het slachtoffer en voorziet het casusoverleg van advies.
4.1.3.2 Tweede deel casusoverleg (exclusief zorgcoördinator) Beoordelen en toetsen van het signaal door convenantpartners. Beoordelen en toetsen kan leiden tot: a. In behandeling nemen van signaal (het wordt dan gekenmerkt als casus). In dat geval wordt afgesproken: - Welke partner(s) systeem raadpleegt/raadplegen m.b.t. ingebrachte signaal. - Welke partner(s) het signaal verder in behandeling neemt of nemen b. Niet in behandeling nemen van signaal. Ketenregisseur boekt eventueel het signaal af in RIEC-IS. Ketenregisseur zorgt voor terugkoppeling naar signaalbrenger 28
Opgemaakt door ketenregisseur of door RIEC Noord n.a.v. eerder ingebracht signaal.
24
Politie zorgt voor melding EMM (en visa versa) Indien het signaal leidt tot een casus (zie a) gelden de volgende uitgangspunten/ acties: Ketenregisseur heeft de regie op de casus. Ketenregisseur legt de gemaakte afspraken vast in RIEC-IS. Aanvullingen vanuit de systemen/het systeem van de (afgesproken) partner(s) worden door partner(s) vastgelegd in RIEC-IS. In RIEC-IS hebben de ketenregisseur en de adviseur van het RIEC- Noord gezamenlijk de regie. Ketenregisseur maakt een agenda voor het casusoverleg en zorgt voor verspreiding onder de convenantpartners.
4.1.3.3 Volgend casusoverleg Elk volgend casusoverleg bestaat uit de twee delen als hiervoor in de paragrafen 4.1.3.1 en 4.1.3.2 beschreven. De ketenregisseur bewaakt daarbij steeds de voortgang van de casussen. Daar waar nodig wordt er door hem op casusniveau bijgestuurd. Voorts geldt de hierna volgende aanvulling. Beoordeling en toetsing van de ingebrachte aanvulling(en) vanuit systeem(en) van convenantpartners. Beoordelen en toetsen kan leiden tot: a. Verder in behandeling nemen van de casus. Dit kan leiden tot de vraag / beslissing: - Welke partner(s) aanvullend hun systeem raadpleegt/raadplegen. - Welke partner(s) de casus (verder) in behandeling neemt of nemen - Uit het casusoverleg dragen de (of draagt één van de) partners de casus voor ter besluitvorming van de locale driehoek. Voorwaarde hierbij is dat uit de eerder geraadpleegde systemen (signalen van) georganiseerde criminaliteit /mensenhandel c.q. ondermijnende criminaliteit bevestigd wordt. Ketenregisseur maakt (eventueel samen met de adviseur RIEC- Noord) een voordracht aan de driehoek. Ketenregisseur legt voordracht vast in RIEC-IS. b. Niet in behandeling nemen van casus Ketenregisseur boekt het signaal (inclusief de reden) af in RIEC-IS. Ketenregisseur zorgt voor terugkoppeling naar signaalbrenger Politie zorgt voor melding EMM (en visa versa)
4.1.4 Behandeling casus Indien de casus verder in behandeling wordt genomen (paragraaf 4.1.3.3 a) bestaan de volgende mogelijkheden: a. De casus wordt toe bedeeld aan één of meerder partners voor verdere behandeling/ afhandeling: Ketenregisseur maakt (in overleg met de convenantpartners en de adviseur RIEC- Noord) een (integraal) interventieadvies. In het interventieadvies wordt vastgelegd welke aanpak vanuit de convenantpartners de voorkeur geniet en waarom. Dit kan een bestuursrechtelijke, fiscale- , en/of strafrechtelijke aanpak dan wel een overige aanpak zijn. Ook het effect van de maatregelen/acties voor het slachtoffer wordt benoemd. 25
Ketenregisseur legt het (integraal) interventieadvies van de convenantpartners vast in RIECIS. b. De casus wordt voorgedragen voor een analyse door RIEC- Noord. Beoordeling en toetsing van voordracht door driehoek. Dit kan leiden tot de volgende besluitvorming: I. Afwijzen voordracht. Casus wordt terug genomen in (eerst volgende) casusoverleg. Casus wordt toebedeeld aan één of meerdere partners voor verdere behandeling/ afhandeling. (zie paragraaf 4.1.4 a) II. Akkoord voordracht. Vanuit de driehoek gaat een opdracht naar het RIEC- Noord. RIEC- Noord heeft de regie op de casus. RIEC- Noord neemt de casus in behandeling als A- casus.29 Fase 10 van deze aanpak zal plaatsvinden in het ketenregieteam. Fase 2 en 11 van deze aanpak zullen plaatsvinden in de driehoek. RIEC- Noord maakt integraal interventieadvies. In het interventieadvies wordt vastgelegd welke aanpak de voorkeur geniet en waarom. Dit kan een bestuursrechtelijke- , fiscale-, en/of strafrechtelijke aanpak dan wel een overige strategie zijn. Ook het effect van de maatregelen/acties voor het slachtoffer wordt benoemd. RIEC- Noord legt het integrale interventieadvies vast in RIEC-IS. Na goedkeuring interventieadvies RIEC- Noord door driehoek komt het terug in het (eerstvolgende) casusoverleg ter verdere behandeling/afhandeling. Casus wordt terug genomen in (eerst volgende) casusoverleg. Casus wordt toebedeeld aan één of meerdere partners voor verdere behandeling/ afhandeling. (zie proces beschreven in paragraaf 4.1.4 a) Ketenregisseur heeft weer de regie op de casus. RIEC- Noord monitoort de casus. Ketenregisseur legt de gemaakte afspraken vast in RIEC-IS. Ketenregisseur zorgt voor een nieuwe datum voor het volgende casusoverleg. c. Afhandeling casus: Ketenregisseur boekt de casus af in RIEC-IS. Ketenregisseur zorgt voor terugkoppeling naar signaalbrenger Politie zorgt voor melding EMM (en visa versa)
29
Zie bijlage 12: schema werkproces RIEC Noord, A-casus
26
4.2 Werkproces zorgoverleg Onder de vleugels van Fier Fryslân vinden op dit moment op basis van verschillende convenanten meerdere overleggen30 plaats die een relatie hebben met prostitutie/mensenhandel. Deze overleggen blijven in stand. Gezien de verscheidenheid in overleggen kan ‘het’ proces zorgoverleg hier niet worden beschreven. De zorgcoördinator heeft de regie op ‘het’ zorgoverleg.
4.3 Werkproces RIEC Noord bij (mogelijk) georganiseerde criminaliteit In opdracht van de driehoek wordt de casus mensenhandel in behandeling genomen door het RIEC Noord. De opdracht kan voortkomen uit een besluit dat is genomen in het casusoverleg. Voorwaarden om de casus door het RIEC Noord te laten analyseren is dat er sprake is van (mogelijk) georganiseerde criminlaiteit / georganiseerde ondermijnende criminaliteit. De casus mensenhandel zal bij RIEC- Noord in behandeling worden genomen conform het door RIECNoord ontwikkelde werkproces bij een A-casus31. Dit werkproces bestaat uit 12 fases: Fase 1: Door een partner of de driehoek wordt een probleem gesignaleerd welke mogelijk een integraal interventieadvies van het RIEC- Noord vraagt. Door RIEC- Noord wordt een intakegesprek gehouden met de signalerende instantie. Aan de hand van dit gesprek wordt een beslissing genomen of dit wel of niet een A- casus wordt bij RIEC- Noord. (Ter informatie: Het kan ook een B- casus worden. Het advies is dan gericht op een bestuurlijke aanpak) Fase 2: Opdracht van de driehoek (gemeente, OM en politie), soms vierhoek (inclusief belastingdienst) aan het RIEC- Noord om het signaleerde probleem in behandeling te nemen en een integraal interventieadvies op te stellen. Fase 3: Door RIEC- Noord worden de open bronnen geraadpleegd. Fase 4: Door RIEC- Noord wordt een lokaal team samengesteld. Het lokale team bestaat uit gemeenteambtenaren van verschillende sectoren die mogelijk vanuit hun functie over informatie beschikken, dan wel over informatie kunnen gaan beschikken, die van belang is voor het onderbouwen van de casus. Van de informatie afkomstig uit (half open) systemen van verschillende loketten wordt een gemeentelijk dossier samengesteld. Fase 5: De informatie uit het gemeentelijk dossier wordt teruggekoppeld naar het lokaal team en daar waar nodig aangescherpt of verder uitgediept. Fase 6: Zodra ook uit dit gemeentelijk dossier blijkt dat er (mogelijk) sprake is van georganiseerde criminaliteit, worden de gesloten bronnen van de convenantpartners (Politie, Inspectie SZW) geraadpleegd, opgevraagd en gevoegd bij het gemeentelijk dossier; het RIEC- dossier. Fase 7: Fiscale informatie van de Belastingdienst Noord wordt geraadpleegd, opgevraagd en gevoegd bij het RIEC- dossier. Fase 8: De beschikbare gegevens (het RIEC- dossier) worden geanalyseerd. 30 31
Zie bijlage 3: verschillende zorgoverleggen in Fryslân. Zie bijlage 12: schema werkproces RIEC- Noord, A- casus
27
Fase 9: Op basis van de analyse wordt een integraal interventieadvies opgemaakt die eerst intern bij RIEC- Noord wordt besproken. Hierbij zijn aanwezig: de projectsecretaris, de strategisch analist en adviseurs (verschillende expertises). In het advies staat of er gekozen wordt voor een bestuursrechtelijke-, fiscale-, en/of strafrechtelijke aanpak. Ook het effect van de maatregelen/acties voor het slachtoffer wordt benoemd. Fase 10: Het (eventueel aangescherpte) integrale interventieadvies wordt vervolgens extern besproken. Voorstel is om dit voor te leggen aan het ketenregieteam. Fase 11: Het (eventueel aangescherpte) integrale interventieadvies wordt vervolgens voorgelegd aan de opdrachtgever. Na goedkeuring van de driehoek wordt het advies ingebracht in het casusoverleg mensenhandel en kunnen de ketenpartners er mee aan de slag. Fase 12: RIEC- Noord monitoort. Omdat de casus afkomstig is uit het casusoverleg mensenhandel, neem de ketenregisseur weer de regie op de casus.
4.4 Gevolgen en producten integrale ketenaanpak mensenhandel Gedurende het proces en bij het sluiten van een casus in de ketenaanpak mensenhandel zijn diverse gevolgen en eindproducten mogelijk. (Integraal) interventie advies: o Geen aanpak en/of o Zorgketen ontfermt zich over slachtoffer en/of o Bestuurlijke aanpak en/of o Strafrechtelijke aanpak en/of o Fiscale aanpak en/of o Overige aanpak: bv bewust ‘kapot maken’ van de zaak om (meerdere) slachtoffers te voorkomen, de zorgketen ontfermt zich over slachtoffer (Rest)informatie vastleggen in RIEC-IS Bestuurlijke rapportage
28
5 Informatie Ketensamenwerking houdt in dat er gegevens worden uitgewisseld tussen verschillende instanties. Bij deze uitwisseling moet elke partner zich er van bewust zijn dat zij zijn gehouden aan de wet- en regelgeving die voor hen van toepassing is (sectorale wetgeving). Hierbij dient steeds gezocht te worden naar een evenwicht tussen het belang van gegevensuitwisseling conform de doelbinding als bedoel in paragraaf 1.1 en het belang van betrokken(n) bij de bescherming van zijn of haar persoonlijke levenssfeer. Verschillende instanties zijn van belang bij de aanpak van mensenhandel. Gemeenten bijvoorbeeld, zijn waardevol en zelfs onmisbaar bij een effectieve bestrijding en voorkoming van mensenhandel. Zij heeft namelijk veel informatie die voor de (regionale) partners van belang is. Zo kan bijvoorbeeld informatie uit het GBA in combinatie met informatie van belastingdienst en uitkeringsinstanties waardevol zijn bij het opsporen van inkomens-, uitkerings- en identiteitsfraude.
5.1 Publiek- private samenwerking De totstandkoming van de ketenaanpak mensenhandel Fryslân gebeurt in samenwerking met alle in dit hoofdstuk genoemde ketenpartners. De ketenaanpak mensenhandel Fryslân 2012 is een publiekprivaat samenwerkingsverband. Dit houdt in dat twee verschillende soorten ketens samenwerken. Enerzijds is dit de dader gerichte keten: het casusoverleg. Hierbij moet gedacht worden aan afstemming over een bestuurlijke -, strafrechtelijke – en/of fiscale of overige aanpak van de dader(s). De dader gerichte keten wordt gevormd door vertegenwoordigers vanuit de overheid c.q. publiekrechtelijke rechtspersonen. De coördinatie van de dadergerichte keten is in handen van de ketenregisseur. Anderzijds is dit de zorgketen die zich richt op het slachtoffer. Hierbij moet gedacht worden aan preventie, hulp, advies, informatie en opvang van (potentiële) slachtoffers van mensenhandel. De zorgketen wordt gevormd door vertegenwoordigers van verschillende zorginstanties c.q. privaatrechtelijke rechtspersonen. De coördinatie van de zorgketen is in handen van de zorgcoördinator Beide ketens dienen elkaar (daar waar nodig) aan te vullen en te versterken. Ter bevestigen van deze samenwerking zal in mei 2012 door beide ketens op sturingsniveau één intentieverklaring32 worden ondertekend.
5.2 Informatie-uitwisseling Tijdens het inwinnen van informatie hebben we te maken met de sectorale wetgeving van de partners. Zodra die informatie onderdeel uitmaakt van de keten en daarin verder wordt verwerkt is vooral de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP)33 van belang. De signalen die in de keten worden gebracht zijn, zoals gezegd, afkomstig van verschillende instanties. Het signaal, oftewel het (persoons) gegeven, wordt alsdan verstrekt op basis van sectorale wetgeving. Hierbij valt, wat betreft de partijen die deel uitmaken van het casusoverleg, te denken 32 33
Zie bijlage 1: Intentieverklaring Zie bijlage 13: Belangrijke artikelen WBP
29
aan de Wet politiegegevens, de Algemene Wet op de Rijksbelastingen en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens. Ook partners die deel uitmaken van het zorgoverleg hebben hun eigen sectorale wetgeving. Uit het in hoofdstuk 4 beschreven werkproces casusoverleg mensenhandel Fryslân blijkt, dat gedurende het proces het signaal kan worden opgewaardeerd doordat er meer gegevens bekend worden die dat signaal versterken. Het kan zelfs leiden tot een te behandelen casus. Dit proces van opwaarderen van het signaal is ook voor de informatie-uitwisseling van belang. Zodra informatie (signaal) vanuit één van de partners in de keten wordt ingebracht, wordt die informatie vanaf dat moment beheerst door het regiem van de WBP en het Landelijk RIEC convenant. Door nu gedurende dat proces verschillende ijkpunten in te bouwen wordt namelijk ook voldaan aan de eisen van de WBP, meer in het bijzonder de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Bij elke stap in het proces kan dan namelijk worden vastgesteld welke minimale informatie nodig is om een signaal te kunnen opwaarderen. Op deze wijze menen de partners ook voldoende waarborgen te hebben georganiseerd om de belangen van degenen, van wie de informatie wordt verwerkt, te beschermen. Op dit moment is 70% van de signalen van mensenhandel afkomstig uit de zorgsector. Om er voor te zorgen dat signalen op de juiste manier worden verwoord in het casusoverleg zal de zorgcoördinator dit zelf doen. Op deze manier wordt niet alleen het kale signaal, maar ook de zorg die er om het slachtoffer is ingebracht. Gezien het aantal zorgoverleggen is het op dit moment praktisch niet in te vullen dat de ketenregisseur deel neemt aan 'het' zorgoverleg. Nadat de zorgcoördinator het signaal heeft ingebracht, zal het casusoverleg verdergaan zonder de aanwezigheid van de zorgcoördinator. In het casusoverleg kan dan inhoudelijk over de casus worden gesproken, waarbij gegevens uit de systemen van de verschillende overheden worden uitgewisseld. Op het moment dat het casusoverleg onder leiding van de ketenregisseur is gekomen tot een (integraal) interventieadvies zal de ketenregisseur dit geanonimiseerd bespreken met de zorgcoördinator. Tijdens dit overleg zullen die gegevens worden gedeeld die de zorg nodig heeft om haar taak te kunnen uitoefenen, bovendien kan de zorg de convenantpartners attenderen op de gevolgen voor het slachtoffer van dit advies. Deze doorverstrekking kan alleen plaatsvinden met toestemming van de informatie leverende partij. Op deze manier speelt niet alleen de aanpak van de dader(s) een rol in de keten, maar kan er ook rekening gehouden worden met (de zorg omtrent) het slachtoffer of de slachtoffers. In het kader van een op stapel staande wetswijziging van de WPG (artikel 22 lid 6)34 wordt het in de toekomst mogelijk om op een ruimere basis informatie te delen.
5.3 Landelijk RIEC Convenant Zoals in paragraaf 2.1 als is aangegeven is één van de doelen van het RIEC Noord de casusgerichte en thematische aanpak van thema’s als mensenhandel/mensensmokkel. Deze doelbinding, in samenhang met de waardering van het signaal van mensenhandel, maakt dat het landelijk RIEC convenant35 gebruikt kan worden voor informatie-uitwisseling als hiervoor geschetst. Op het moment dat een signaal van mensenhandel door de zorgcoördinator (afkomstig vanuit het zorgoverleg of externen) of door de ketenregisseur (afkomstig van een convenantpartner of externe) 34 Zie Definities/beschrijving 1.2 35 Zie Bijlage 2: Landelijk RIEC Convenant
30
wordt ingebracht in het casusoverleg vindt verdere verwerking van deze gegevens plaats onder het regiem van het landelijk RIEC- convenant. Het signaal van mensenhandel voldoet aan één van de vijf hoofdcategorieën op de signalenlijst36 die gebruikt wordt om een (ernstige) vorm van mensenhandel te duiden en voldoet daarmee tevens aan de doelbinding als omschreven in het landelijk RIEC- convenant.37 Voorts wordt daarmee voldaan aan artikel 7, artikel 8, artikel 9 en artikel 22 van de WBP38.
5.4 Zorgconvenant(en) Er zijn verschillende organisaties en instellingen die hulp verlenen aan slachtoffers van mensenhandel. Deze hulp bestaat uit advies geven, voor opvang en ondersteuning zorgen en in meer algemene zin perspectief op toekomst bieden. Deze verschillende overleggen vinden plaats onder de vleugels van Fier Fryslân, op basis van de convenanten: - Het protocol mensenhandel; protocol hulpverlening aan meerderjarige buitenlandse slachtoffers van mensenhandel Netwerk Mensenhandel Friesland d.d.mei 200839. - Het convenant Gegevensuitwisseling Advies- en Meldpunt Loverboys en Jeugdprostitutie Fryslân 200940. In het kader van de ketenaanpak mensenhandel Fryslân zijn de zorgpartners, die partners die deel uitmaken van verschillende zorgoverleggen op het gebied van mensenhandel. Fier Fryslân heeft de coördinatie op deze zorgoverleggen, die samen in de ketenaanpak mensenhandel Fryslân ‘het’ zorgoverleg wordt genoemd. Het verstrekken van signalen vanuit ‘het’ zorgoverleg aan het casusoverleg vindt plaats op basis van sectorale wetgeving. Fier Fryslân is bezig een Centrum Kinderhandel Mensenhandel op te zetten. Een centrum waar zorg en (nieuwe) kennis over dit onderwerp samenkomen. Het centrum biedt samenhangende en geïntegreerde hulp aan kinderen, jongeren en volwassenen die slachtoffer zijn van kinderhandel en mensenhandel. Het Centrum wordt ondergebracht in een nieuw gebouw: De Garaasje.
5.5 Verwerken, opslaan en bewaren van gegevens Het doorverstrekken van gegevens uit het casusoverleg naar ‘het’ zorgoverleg zorgcoördinator, zal gebeuren tijdens het eerste deel van het gelaagde casusoverleg. Ook zal er, indien nodig, tussentijds overleg plaatsvinden tussen de ketenregisseur en de zorgcoördinator. Tijdens het doorverstrekken zal rekening gehouden worden met de WPG. Dit houdt in, dat de informatie wordt verstrekt met toestemming van de verstrekkende convenantpartner. Bovendien zal tijdens het doorverstrekken rekening gehouden worden met de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Dit houdt in dat die gegevens worden vertrekt die de zorg nodig heeft om haar taak goed te kunnen uitvoeren. Dit alles afwegende en rekening mee houdende, zal het (integrale) interventieadvies met de zorgcoördinator worden besproken. Het verwerken, opslaan en bewaren van gegevens zal plaatsvinden conform de WBP in het digitale systeem RIEC-IS. Fryslân zal in Noord Nederland gelden als pilot.
36 Zie bijlage 6: signalenlijst mensenhandel 37 Zie bijlage 2: Landelijk RIEC Convenant 38 Zie bijlage 13: Belangrijke artikelen Wet Bescherming Persoonsgegevens 39 Zie bijlage 4: Protocol Mensenhandel/ netwerk Mensenhandel Friesland 2008 40 Zie bijlage 5: Convenant Gegevensuitwisseling Advies- en Meldpunt Loverboys en Jeugdprostitutie Fryslân 2009
31
5.6 Informatiesysteem Om te zorgen dat informatie digitaal kan worden ingebracht, verwerkt en gedeeld, wordt door RIEC Noord het informatiesysteem RIEC-IS geleverd. Vanaf juni 2012 kunnen alle ketenpartners in dit (gelaagde) systeem hun gegevens invoeren. Het informatie systeem biedt ondersteuning tijdens de gehele ketenaanpak. De ketenregisseur mensenhandel en de adviseur mensenhandel van het RIEC- Noord voeren samen de regie over dit systeem. De hosting van RIEC-IS is ondergebracht bij de politie en staat op 'de witte lijst' van de voorziening tot samenwerking Politie Nederland (vtsPN).
32
6 Financiën Gemeente Leeuwarden heeft als regiogemeente de regietaak op zich genomen bij het ontwikkelen van deze ketenaanpak mensenhandel Fryslân. Zo heeft zij een tijdelijke ketenregisseur aangesteld en heeft zij organisatie van de bewustwordingsbijeenkomsten op zich genomen.
6.1 Ketenregisseur Ter voorbereiding op de realisering van de ketenaanpak mensenhandel en in afwachting van de structurele inbedding hiervan vanaf 2013, heeft de regiogemeente tijdelijk een ketenregisseur aangesteld. Dit voor de periode van 1 juni 2011 tot 1 januari 2013. De financiële dekking voor een vaste ketenregisseur is nog niet geregeld. Dit wordt vanaf 2013 meegenomen in de totaalbegroting van het Veiligheidshuis Fryslân. Vanaf 2013 komt er een transitie van het Veiligheidshuis Fryslân van het Openbaar Ministerie naar de gemeenten. De voorbereiding hiervoor is in volle gang en de besluitvorming heeft nog niet plaatsgevonden. Naar verwachting is er medio 2012 meer duidelijkheid over de definitieve koers die wordt gevaren.
6.2 Zorgcoördinator De regionale zorgcoördinator die werkzaam is bij Fier Fryslân wordt betaald door alle gemeenten van Friesland.
6.3 Bewustwordingsbijeenkomsten Naast het aanstellen van een tijdelijke ketenregisseur heeft de regiogemeente samen met het RIEC Noord voor tijdelijke periode een externe ingehuurd. Deze externe heeft als taak het organiseren van de bewustwordingsbijeenkomsten in alle Friese gemeenten. In maart en april 2012 vinden deze bijeenkomsten plaats.
33
7 Communicatie 7.1 Externe communicatie De regiogemeente Leeuwarden is verantwoordelijk voor voorlichting en/of contacten met de pers over ketensamenwerking mensenhandel als geheel. Er vindt vooraf overleg plaats met persvoorlichters van de ketenpartners.
34
Geraadpleegde documenten:
Bestuurlijk akkoord Geïntegreerde Decentrale Aanpak Georganiseerde Misdaad, september 2008 Casus Olga, hulpverlening en preventie, 2010 Convenant “Ketensamenwerking aanpak Mensenhandel” Provincie Groningen, oktober 2010 Convenant ten behoeven van Bestuurlijke en geïntegreerde Aanpak Georganiseerde Criminaliteit, Bestrijding Handhavingsknelpunten en Bevordering Integriteitsbeoordelingen, 2012 Handreiking “Ketenregie en bestuurlijk toezicht in de vergunde prostitutiesector”Jan Hendriks en Mirjam Corsèl. Taske Force Mensenhandel 2009. Thieme Media Center, Rotterdam Misstanden achter de ramen, een wetenschappelijk onderzoek naar in Groningen en Friesland opererende Bulgaarse vrouwenhandelnetwerken, 2010 Programma Versterking Aanpak Georganiseerde Misdaad, Ministerie van Veiligheid en Justitie, juni 2008 Projectplan “Aanpak Mensenhandel/mensensmokkel in Noord Nederland”, H.R.T. Wierda en G. Lania RIEC- Noord, groeidocument 2012 Programmaplan RIEC ’s en LIEC 2012-2014 “Leidraad voor de werking en inrichting van de tien Regionale Informatie & Expertise Centra en het Landelijk Informatie & Expertise Centrum in onderlinge samenhang”, januari 2012 Regionaal Convenant “Geïntegreerde decentrale aanpak georganiseerde misdaad Regio Drenthe, Fryslân en Groningen, Leeuwarden november 2009 Strafrecht, Tekst & Commentaar, C.P.M. Cleiren en J.F. Nijboer, Deventer 2008 Strafvordering, Tekst & Commentaar, C.P.M. Cleiren en J.F. Nijboer, Deventer 2007 Taske Force Mensenhandel (II) Plan van Aanpak 2011-2014 “De integrale aanpak van mensenhandel verder versterken”, juli 2011 Uitvoeringsmap bestuurlijke aanpak Mensenhandel Rotterdam- Rijnmond, maart 2010 Bestuurlijk Rapport “Slaven van het systeem?” Bulgaarse mensenhandel in de vergunde prostitutiesector in Leeuwarden en Groningen, Openbaar Ministerie Groningen en Leeuwarden, april 2010 Wet bescherming persoonsgegevens, T.F.M. Hooghiemstra S.Nouwt, Sdu Uitgevers BV Den Haag 2011
Geraadpleegde open bronnen: • • • • • • • •
http://nl.wikipedia.org https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/32440/kst-29911-45.html http://wetten.overheid.nl http://www.encyclo.nl www. erasumus-academie/leergang- ketenregie-in-het-publiek-maatschappelijk-domein www.hetccv.nl www.riecnet.nl www.woorden-boek.nl
35