Keten- en netwerksamenwerking inrichten Handreiking voor ambtelijke professionals
Voorwoord Deze handreiking is een eindresultaat van het werkprogramma Subsidie zonder Moeite 2012-2013 dat Partners+Pröpper, Denkers en doeners voor de publieke zaak, heeft uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Zo’n 95 deelnemende gemeenten hebben hun kennis en ervaring gedeeld rond vier verdiepingsthema’s: –
Sturen op maatschappelijke effecten
–
Keten- en netwerksamenwerking inrichten
–
LEAN-inrichting en digitalisering
–
Subsidiëren of inkopen?
Deze handreiking is mede tot stand gekomen dankzij de bijdragen en energie die de deelnemers hebben ingebracht in verschillende werkbijeenkomsten en conferenties. We willen hen daarvoor hartelijk bedanken! We wensen u veel inspiratie en succes toe bij het toepassen van deze handreiking en gaan graag in op eventuele vragen. Igno Pröpper, directeur Partners+Pröpper Jurgen de Jong, senior adviseur Partners+Pröpper Contact:
[email protected] December 2013
Relatie met de andere handreikingen Het werkprogramma Subsidie zonder Moeite 2012-2013 heeft vier handreikingen opgeleverd. De handreiking Sturen op maatschappelijke effecten vormt de basis en gaat vooraf aan Keten- en netwerksamenwerking inrichten en Subsidiëren of inkopen? De Verkenner verbetering subsidieproces gaat over de interne organisatie van het subsidieproces en staat los van deze handreiking.
Inhoudsopgave
Keten- en netwerksamenwerking inrichten ........................................................ 1 Waarom deze handreiking? .................................................................................................... 1 Legenda bij de zes basismodellen ........................................................................................... 1 Zes basismodellen en drie kernvragen .................................................................................... 2
Keten- en netwerksamenwerking inrichten Waarom deze handreiking? Alle gemeenten zijn onderdeel van meerdere ketens of netwerken met verschillende partners. Veel gemeenten hebben aan het begin van het werkprogramma Subsidie zonder Moeite 2012-20113 de vraag gesteld of het mogelijk is in één keer een hele keten of een heel netwerk van organisaties te financieren, in plaats van één op één met hen financiële relaties te onderhouden. We zijn in het kader van het programma op zoek gegaan naar voorbeelden, maar hebben geen concrete kunnen vinden. Voor zinvolle lessen hebben we gekeken naar het organiseren en financieren van sociale wijkteams, een volop actuele ontwikkeling waarmee veel gemeenten experimenteren. Gerrit Visser van de gemeente Bergen en Sander Otto van De Inkooppraktijk hebben hier tijdens de werkbijeenkomst van november 2013 in Nieuwegein hun licht op geworpen. In deze handreiking hebben we ervoor gekozen zes basismodellen weer te geven die gemeenten kunnen benutten om een keten of netwerk van organisaties in te richten die gezamenlijk aan een maatschappelijk gewenste situatie gaan werken. Een keten of netwerk inrichten is uiteraard maatwerk en iets waar je samen met partners aan bouwt. De zes basismodellen en de vier kernvragen die je daarbij kunt stellen, vormen hiervoor een uitgangspunt.
Legenda bij de zes basismodellen = financiële relatie = samenwerkingsrelatie
P
= partner
1
Zes basismodellen en drie kernvragen 1
Wat is het motief voor het inrichten van een keten of netwerk? Wat wil je bereiken? Denk aan: –
Kwaliteit van dienstverlening verbeteren
–
Flexibel kunnen inspelen op vragen uit de samenleving
–
organisatiekosten en regeldruk –
–
Innovatie van werkwijzen en producten
–
Continuïteit van dienstverlening aan
Samenwerking tussen aanbieders versterken
De bijdrage van alle partners in de
–
samenwerking transparant maken
Slagvaardig optreden, kunnen doen wat nodig is in de samenleving/ voor burgers
–
Democratische sturing mogelijk maken
–
Concurrentie tussen aanbieders
mogelijk maken (bv. één gezin, één plan,
stimuleren
één regisseur)
–
Kostenbesparing: efficiëntere inzet van middelen voor beleidsuitvoering
2
De regie op het afnemen van diensten en producten bij de eindgebruiker leggen
–
burgers –
Kostenbesparing: lagere
–
–
Een integrale aanpak van problematiek
Opgaven realiseren die je als gemeente niet alleen aan kunt
Hoe organiseer je het? Welk basismodel neem je als uitgangspunt? –
Waar in de keten of het netwerk komt de ‘motor voor samenhang’ te liggen?
–
Met en tussen welke partners bestaat er een samenwerkingsrelatie?
–
Met en tussen welke partners bestaat er een financiële relatie?
MODEL 1: INDIVIDUELE SUBSIDIERELATIES MET PARTNERS MET STURING OP SAMENWERKING VIA PRESTATIEAFSPRAKEN De gemeente financiert individuele partners en verplicht hen via prestatieafspraken om samen met anderen een samenhangend pakket aan producten en diensten te leveren. De onderlinge samenwerkingsrelatie of –vorm is vrij.
P
Gemeente
P
Motor voor samenhang: Gezamenlijke partners Voorbeeld: Een gemeente die als voor subsidieverlening aan sport- en culturele verenigingen als
P
voorwaarde opneemt dat projecten in samenwerkingen tussen tenminste twee verenigingen tot stand moeten komen.
2
MODEL 2: INDIVIDUELE SUBSIDIERELATIES MET PARTNERS MET VERPLICHTING OM DEEL TE NEMEN AAN EEN SAMENWERKINGSVERBAND
De gemeente financiert individuele partners en stuurt hen aan op het vormen van een samenwerkingsverband voor wie zij eigen mensen, capaciteit en expertise beschikbaar stellen. Ook partijen die zelfstandig functioneren ten opzichte van de gemeente kunnen meedoen aan het samenwerkingsverband (bijvoorbeeld de politie of een woningcorporatie) en zetten middelen in. De gemeente kan ook het samenwerkingsverband als zodanig financieren (bv. voor organisatie en logistiek).
P
P Gemeente
P
SV
P
Motor voor samenhang: Samenwerkingsverband (SV) Voorbeeld: Centrum voor Jeugd en Gezin Veiligheidshuis
P
MODEL 3: INDIVIDUELE SUBSIDIERELATIES MET PARTNERS MET VERPLICHTING OM EEN SPECIFIEKE ROL EN AANDEEL TE VERVULLEN IN EEN KETEN
De gemeente voert de regie over een keten waarin producten of diensten tot stand komen. Met individuele partners worden afspraken gemaakt over hun aandeel in de keten, inclusief het ‘tussenproduct’ dat zij ontvangen van partners eerder in de keten en het ‘tussenproduct’ dat zij leveren aan de volgende partner in de keten.
P
P
Gemeente
Motor voor samenhang: Gemeente Voorbeeld:
P
P
Basis- en voortgezet onderwijs
3
MODEL 4: INDIVIDUELE SUBSIDIERELATIES MET PARTNERS MET OOG OP HET CREËREN VAN AANBOD DAT BURGERS NAAR EIGEN INZICHT KUNNEN AFNEMEN
De gemeente vraagt verschillende aanbieders specifieke diensten en producten ter beschikking te bestellen. Burgers hebben zelf de regie: zij nemen naar eigen inzicht producten en diensten af en krijgen hiertoe budget. Motor voor samenhang:
P Gemeente
Eindgebruikers
Eindgebruikers
P
Voorbeeld: PGB, hulp bij het huishouden
P persoonlijk budget
MODEL 5: SUBSIDIERELATIE MET ÉÉN PARTNER DIE DE KETEN- OF NETWERKSAMENWERKING ORGANISEERT Hulp bij het huishouden De gemeente vraagt één hoofdpartner om een keten of netwerk te vormen samen met andere partners en ook de regie te voeren over de samenwerking. De hoofdpartner legt namens alle partners in de keten/het netwerk verantwoording af aan de gemeente. Alle geldstromen naar de partners lopen via de hoofdpartner. Motor voor samenhang:
P Gemeente
P
Hoofdpartner
P
Voorbeeld: Een welzijnsorganisatie die als hoofdaannemer
P
van de gemeente fungeert en voor specifieke taken onderaannemers inhuurt.
MODEL 6: INDIVIDUELE SUBSIDIERELATIES MET PARTNERS, MET EEN MAKELAAR DIE HET AANBOD VAN DE VERSCHILLENDE PARTNERS OP ELKAAR AFSTEMT
De gemeente stelt een makelaar aan die als voorportaal of frontoffice functioneert en producten en diensten die alle partners leveren op elkaar afstemt. De gemeente stelt de partners met individuele subsidies in staat om hun diensten te leveren. Motor voor samenhang:
P Gemeente
P
Voorbeeld:
P P
Makelaar
Sociale wijkteams
P
Achter de voordeur aanpak
4
3
Welke prikkels wil je in de samenwerking inbouwen? –
Sturen op maatschappelijke effecten
–
Sturen op uitvoeringsprestaties/ activiteiten
–
Sturen op werkwijzen en procedures
–
Financiering op behaalde resultaten (bv. 80% basisfinanciering, 20% voor prestaties)
–
Visionair leiderschap – een visie neerleggen die partners stimuleert aan de slag te gaan
–
Goede informatiehuishouding
–
Inzicht creëren in het aandeel van iedere partij
–
Klanttevredenheid / klantevaluaties laten meetellen in beoordeling en financiering
–
Sturen op de inzet van vrijwilligers – afrekenen op het vermogen zaken met vrijwilligers te realiseren
–
Openbare verantwoordingsplicht – naar analogie ziekenhuizen
–
Leiders / personen met charisma
–
Onderlinge samenwerking in plaats van concurrentie tussen partners bevorderen
5