Kerk&Israël OnDeRweg nummer 2
december 2012
23E JAARGANG, NUMMER 4 • OKTOBER 2010
Jaargang 14
Bijbel lezen in de context van Israël en de Palestijnse gebieden
•
INTERVIEW MET JANNEKE STEGEMAN
• JAARTHEMA ONOPGEEFBAAR VERBONDEN – JEZUS EEN GEMEENSCHAPPELIJKE PROFEET?
Inhoud 03 Verlag van de boekpresentatie
17
‘Meervoudig verbonden'
Jaarthema: Onopgeefbaar verbonden – de Jood Jezus een gemeenschappelijke profeet?
Boek ‘Meervoudig verbonden’ gepresenteerd
Rubrieken
Jaarthema: Jezus in de Koran: Gods Woord en Geest
07 Onopgeefbaar verbonden - Meindert Dijkstra
21 Jezus als profeet
09 Lezersreacties Column Reinier Gosker
Wat is profetie?
10 Ga en Leer
14 Jaarthema:
11 Zo doen wij Kerk en Israël in ... Hardenberg
De Joodse wortels van het christendom
16
Jaarthema: Het begon met Jezus van Nazaret
18 Te doen onderweg 19 Synagogen in Nederland Leiden Een echo uit de synagoge 20 Boekbesprekingen 22 Lernen met LEV 24 Varia
04
08
Interview met Janneke Stegeman
De taal van conflict en dialoog
Theologe onderzocht de invloed van de context bij de interpretatie van een bijbeltekst
Hoe helpt taal om de spiraal van geweld in Israël te doorbreken?
>
Sabbat in het Muizenhuis Bespreking van een bijzonder boek, geschreven door Karina Schaapman
'Het wordt tijd dat we uit onze bunkers komen’, zei Eric Vink van Christenen voor Israël bij de presentatie van de bundel ‘Meervoudig verbonden’ tijdens een studiemiddag van de Protestantse Kerk begin november.
D
oel van deze bundel is het moeizame gesprek in de kerk over de relatie met Israël en Palestijnen een nieuwe impuls te geven. Zes auteurs bieden hun perspectief op deze relatie, vanuit bijbelse kernthema’s.
Waardering en kritiek Tijdens de presentatie in de Thomaskerk in Amsterdam-Zuid bogen kerkelijke vertegenwoordigers van organisaties met uitgesproken standpunten zich over het resultaat. Ondanks waardering was er ook kritiek op de inhoud van de bundel. Zo overstijgen volgens dr.ir. J. van der Graaf, vanuit de Gereformeerde Bond, de auteurs de polarisatie in toon en inhoud. Maar daardoor bestaat ook de neiging om wezenlijke verschillen in standpunten niet te noemen of deze te verzachten. Dr. Arjan Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk, verzet zich bijvoorbeeld terecht tegen de gedachte dat de rol van Israël in de heilsgeschiedenis is uitgespeeld en hij wijst daarmee ook de vervangingstheologie af. Maar vervolgens ‘verspiritualiseert en universaliseert’ hij Israël ineens, wanneer het over de landbelofte gaat. Alsof het niet, ook ná de tijd van het Oude Testament, over ‘een concreet volk in een concreet land’ gaat. Verder is de titel van de bundel verhullend. Die zou eerder moeten luiden ‘Ongelijksoortig verbonden’, aldus Van der Graaf. Ook ds. C. Lavooij van het Evangelisch Werkverband was blij met de verschillende visies naast elkaar. Volgens hem kan de christelijke gemeente ook alleen dán Jezus immers volledig verstaan, als zij eerst zicht krijgt op het Joodse volk.
teleurgesteld, cynisch >
20 >
Kerkelijke humor of nieuwe impuls?
23 >
Interview met Derk Blom De nieuwe voorzitter van de Protestantse Raad over zijn motivatie
Veel minder optimistisch was ds. J.W. Stam, tot voor kort voorzitter van de Vrienden van Sabeel. Hij is, bleek tijdens de studiemiddag, zo langzamerhand teleurgesteld, cynisch geworden. Volgens hem is in de vier jaar na de IP-nota1 het kerkelijk gesprek in de Protestantse Kerk over Israël en de Palestijnen ‘geen stap verder gekomen’. ‘Wat kan mij dat gesprek zoals het nu is nog schelen. Praten we óm te praten, of zijn we nu eindelijk eens solidair met allen die streven naar recht en vrede?’ Stam pleitte voor een theologie van het internationaal recht en miste geluiden zoals die van Kairos Palestina Nederland in de bundel. Ook de visie van Christenen voor Israël ontbreekt in het boek. ’Toch is mij gevraagd een positieve reactie te geven’, aldus Eric Vink van CvS. ’Kijk, dát
noem ik nou kerkelijke humor.’ En volgens goed Joods gebruik vertelde hij een verhaal: over een Joodse kinderarts die moest kiezen tussen het voortzetten van een telefonisch gesprek met een Palestijnse vader over zijn zieke zoon of vanwege raketaanvallen direct naar de schuilkelder gaan. Met gevaar voor eigen leven koos ze het eerste. Ze bleef in gesprek en trok zich niet terug in een bunker. ‘Ook Christenen voor Israël wil zich niet in een bunker verschuilen’, besloot Vink. ‘Ik nodig u uit om bij ons in Nijkerk een kopje koffie te komen drinken en elkaar eens diep in de ogen te kijken.’
winnie the pooh Dat diep in de ogen kijken draait vooral om de verschillende manieren van omgaan met de Schriften. Een groot deel van de problematiek en polarisatie in het gesprek is daaraan te wijten, aldus dr. K. Spronk, hoogleraar Oude Testament aan de Protestantse Theologische Universiteit Utrecht. Maar de Bijbel is een veelheid van geschriften, uit verschillende tijden, geschreven op verschillende plekken en in verschillende omstandigheden, zei hij. De vraag is: kan de Bijbel momenteel nog wel een rol spelen in het gesprek en zo ja, hoe dan? En moet dat eigenlijk (nog) wel? Scriba Plaisier beaamde dat de bundel een hoge pretentie heeft: het gesprek nieuw elan geven. Niet alle aanwezigen, zo bleek uit de emoties in de zaal, vonden deze poging even geslaagd. Is het dan toch waar, die scène uit Winnie the Pooh in de inleiding van ‘Meervoudig verbonden’, over Pooh en Knorretje die sporen van een onbekend monster volgen? Er komen steeds meer sporen bij en het verhaal wordt steeds ingewikkelder: wat treffen ze aan als ze dit spoor volgen? Ten slotte roept Janneman Robinson vanuit een boom tegen hen, dat ze al die tijd rondjes hebben gelopen. Ze hebben hun eigen sporen gevolgd, er is geen sprake van een onbekend monster. Hij vraagt zich af: ‘Silly old Bear, what are you doing?’ Beatrice L. Jongkind 'Meervoudig verbonden. Nieuwe perspectieven op vragen rond kerk, Israël en Palestijnen’. Arjan Plaisier en Klaas Spronk (redactie), Boekencentrum Zoetermeer 2012, 160 pagina’s, ISBN 978 90 239 2642 9. Ook te koop via www.pkn.nl > webwinkel. Prijs € 14,90. Lees de bijdragen van de sprekers op www.theoblogie.nl
1 Bedoeld wordt het synoderapport 'Het Israëlisch-Palestijns conflict in de context van de Arabische wereld van het Midden-Oosten'. Dit is te vinden op www.pkn.nl via > Ik zoek > Israelisch-Palestijns
2
Kerk & Israël Onderweg
| december 2012
Kerk & Israël Onderweg
| december 2012
3
interview
Interview met theologe Janneke Stegeman
Bijbel lezen in context De Amsterdamse theologe Janneke Stegeman onderzocht in het kader van haar promotie de invloed van context bij de interpretatie van een bijbeltekst. In Israël en de Palestijnse gebieden las ze Jeremia 32 met groepen vrouwen en studenten, en stimuleerde de gedachtewisseling hierover.
‘De tekst zelf is niet neutraal en de lezers zijn dat evenmin.'
Als hoofdvak van haar studie koos Janneke Oude Testament, omdat ze het zo’n spannende en diverse wereld van verhalen vond. Ze zag Jeremia als een ingewikkeld boek, tot de Amerikaanse oudtestamentica Carolyn Sharp een interessant perspectief bood. Die beschrijft het boek Jeremia als weerslag van discussies tussen verschillende groepen binnen de Judese samenleving rond de Babylonische overheersing. De diversiteit van stemmen geeft levendigheid en maakt verschillende lagen in de tekst zichtbaar. Jannekes vriendin, die Messias-belijdend Joods is, emigreerde naar Israël. Onder andere oudtestamentische teksten inspireerden haar daartoe. Janneke vertelt: ‘Ik vind zo’n omgang met bijbelteksten problematisch. Toen ik haar bezocht dacht ik: ik zou een tekst uit Jeremia willen lezen met mensen hier en kijken wat er dan gebeurt. Want Joden en Palestijnen in Jeruzalem vatten veel beter wat er gaande is in die tekst – dat het gaat om God, land en volk. Als je Jeremia leest met Nederlanders is het een tekst met een mooie belofte, maar die roept geen emotie op. Dat idee is mijn promotie-onderzoek geworden.’
Was zoiets nooit eerder gedaan?
Intercultureel bijbellezen gebeurde al veel. Hans de Wit is een van de initiatiefnemers van het wereldwijde project Through the Eyes of Another (Door de ogen van een ander). Dat houdt in dat je mensen bij elkaar brengt, ook via internet, en hen hun leeservaringen laat uitwisselen. Ik heb in eerste instantie met verschillende groepen apart gelezen: eerst een groep Palestijnse vrouwen en een groep Palestijnse studenten, daarna een groep Israëlisch-Joodse vrouwen en een groep Joodse studenten. Samen bijbellezen is niet binnen elke traditie vanzelfsprekend. In de protestantse traditie bijvoorbeeld is het heel gewoon, maar in de oosters-orthodoxe traditie niet. Daar heeft de Bijbel een liturgische functie en is de uitleg de taak van priesters. In de Joodse traditie vind je ‘lernen’ en gesprekken over de tekst. Het idee was dat de groepen de tekst lazen met zo min mogelijk sturing van mij. Ze lazen in het Hebreeuws of Arabisch of in Engelse vertaling eerst de hele tekst, en gingen vervolgens daarover in gesprek.
In het hoofdstuk klinken verschillende stemmen over de verhouding tussen God, land en volk, en dat debat is politiek geladen. Er waren verschillende groepen in de Judese samenleving van die tijd: degenen die achterbleven in het land, degenen die naar Babel werden gedeporteerd – van wie sommigen terugkeerden en anderen in Babel bleven – en weer anderen die naar Egypte gingen. De dominante stem is die van de teruggekeerde ballingen. Het frappante is dat die stem past bij de zionistische voorstelling van ‘een leeg land voor een volk zonder land’. In werkelijkheid waren er in beide gevallen andere mensen in het land, die er ook mee verbonden waren. In de ervaring van Palestijnen steunt het zionisme op het Oude Testament om hun hun land af te nemen. Voor Palestijnse lezers was die tekst een slag in het gezicht. In de tekst koopt Jeremia een stuk land van zijn neef – het aankoopdocument bewaart hij. Een van de Palestijnse lezers vertelde dat zijn vader het aankoopbewijs van het huis en de grond van hun familie nog heeft, maar dat ze dat huis en die grond niet terugkrijgen.
Voor Palestijnse lezers was de tekst een slag in het gezicht. Dan is het een heel wrange tekst. Maar deze lezers identificeerden zich soms ook met Jeremia die in een uitzichtloze situatie zit en vooruitkijkt. In eerste instantie waren sommigen ook een beetje wantrouwend: ‘Waarom kom jij hiermee? Wat is jouw agenda?’ Begrijpelijk, aangezien er veel christenen zijn die zionistische ideeën aanhangen. De Joodse vrouwen konden zich het meest met de tekst identificeren. Een van hen zei: ‘Dit is de geschiedenis van mijn familie. We kwamen hier naar het land en hier begon het leven weer.’ Maar er was ook een Joodse student die zei: ‘Aan deze tekst hebben we helemaal niets.
»
Janneke Stegeman: ‘Samen bijbellezen is niet binnen elke traditie vanzelfsprekend.’ • Foto’s: Rick Keus
4
Kerk & Israël Onderweg
| december 2012
Kerk & Israël Onderweg
| december 2012
5
interview
De Protestantse Kerk in Nederland kent een veelheid aan meningen. Zo wordt er in onze kerk ook verschillend gedacht over kerk en Israël. In deze rubriek brengt een kerkelijk betrokken persoon de onopgeefbare verbondenheid van kerk en Israël onder woorden.
‘Wees kritisch in de omgang met de bijbeltekst en met je eigen verhalen’
Onopgeefbaar verbonden, hoe zie je dat?
Op weg naar een Messiaanse toekomst
Door dit soort teksten zitten we nu in de problemen, want mensen denken dat ze zomaar land kunnen opeisen. We moeten hier vanaf.’
Toen ik in 1970 voor de eerste keer Israël en de pas bezette Palestijnse gebieden bezocht, wist ik nog niets van Palestijnen. Tien jaar later ontdekte ik de situatie van de Kopten en Joden in het islamitische Egypte. Wat leerden die ontmoetingen in het Midden-Oosten mij?
Zeg je dan: Je moet die teksten juist samen lezen?
Ik zou nooit zeggen: als Joden en Palestijnen samen teksten gaan lezen, komt het goed. Het is wel belangrijk om te ontdekken dat de tekst zelf niet neutraal is, niet onschuldig is. En de lezers van nu zijn dat evenmin. Sommige mensen zeggen: ‘Als we nu maar naar de profetische stem van het Oude Testament luisteren, komt alles goed’, maar dat is simplistisch. Je moet zowel in de omgang met die tekst als in de omgang met je eigen verhalen kritisch zijn.
I
Kun je niet beter eerst samen theedrinken?
Dialoog zonder dat je problemen benoemt werkt niet. Een bijbeltekst kan een goed uitgangspunt zijn om problemen boven water te krijgen. Lastig was dat er sprake was van machtsverschil en de tekst van Jeremia 32 versterkte dat. Bovendien: dialoog in een situatie waarin nog steeds land wordt afgepakt, is problematisch. Het onrecht moet eerst stoppen.
Wat gebeurde er toen de groepen elkaar ontmoetten?
Twee groepen ontmoetten elkaar op de Westoever, op een van de weinige plekken waar Israëliërs mogen komen en Palestijnen ook. Er zat natuurlijk een enorme spanning in deze ontmoeting. De Israëlische vrouwen hadden het idee iets goeds te doen door naar de ander te luisteren. Voor sommige Palestijnse vrouwen was het een kans om Israëliërs te ontmoeten die geen soldaten zijn. Zij wilden hun de waarheid zeggen over de bezetting.
Kwam er toenadering of zette het alleen de posities op scherp?
Het een noch het ander. Bij de vrouwengroepen bevestigde het in zekere zin de vooroordelen. De ontmoeting tussen de studenten verliep voorzichtiger, genuanceerder. Sowieso is één ontmoeting te weinig om voorbij die eerste fase te komen.
Wat zou de houding van de kerk moeten zijn?
We moeten bescheiden zijn. De erfenis van antisemitisme in de theologie hebben we nog steeds niet verwerkt. Ondertussen werkt ze wel door in schuldgevoel. Dat leidt tot een verkrampte houding tegenover het Jodendom. Besteed daar aandacht aan in opleidingen. Voed mensen op tot kritische denkers. En kijk niet alleen vanuit schuldgevoel naar Joden, maar vanuit oprechte waardering. Maak onderscheid tussen Jodendom – en zie de diversiteit daarbinnen – en de politiek van de staat Israël. 'Onopgeefbaar verbonden' vind ik een onhandige term, want die drukt verlegenheid uit in plaats van oprechte waardering.
Hoe zou jij het anders formuleren?
Wij komen voort uit het Jodendom, we zijn ondenkbaar zonder het Jodendom. Er is een gemeenschappelijke basis. Voor christenen speelt het Nieuwe Testament, en onze eigen geschiedenis. We zijn heel andere wegen gegaan. De politiek van de staat Israël is een heel ander verhaal. Ik vind dat de kerken op dat punt heel onkritisch zijn geweest. Volgens mij begint een rechtvaardige oplossing met het eindigen van de bezetting.
Mag je je niet een tekst toe-eigenen omdat je daar troost aan ontleent?
Natuurlijk kan een tekst je raken op een manier van ‘deze tekst is voor mij geschreven’, dat is een prachtige ervaring. Maar je ontleent niet altijd troost aan een tekst. Teksten kunnen op allerlei manieren functioneren. ‘Vervreemding’ is ook een manier en dat vind ik niet negatief. Er is altijd ruimte tussen jou en de tekst. Ik pleit voor kritisch lezen, waarmee ik bedoel dat je hart en hoofd zo afstemt dat je je ervan bewust bent dat een tekst die voor jou troostrijk is, bij anderen pijnlijke associaties kan oproepen. Greetje van der Harst Janneke Stegeman, ‘Struggling for Identity. Jeremiah 32: Reading an incongruous Text in a Context of Conflict’. Unpublished Master thesis VU University Amsterdam, 2006.
n 1970 verscheen de hervormde synodale handreiking ‘Israël, volk, land en staat’. Ik was in die tijd een gepokt en gemazeld Israëltheoloog en meende te weten wat ‘onopgeefbare verbondenheid’ met Israël was nog voor de Kerkorde het voorschreef. In 1980 ging ik naar dat andere land van de Bijbel, Egypte. Ik wist toen nog niets van Kopten. Waarom wist ik zoveel over Israël en eigenlijk niets over de andere gelovigen aan gene zijde van het ‘beloofde land’? Daar ontdekte ik hoe contextueel mijn Israëltheologie was, bijna een vorm van theologisch kolonialisme. Ik begreep toen pas de uitspraak dat het de tragedie is van de staat Israël dat ze werd ontworpen in een koloniaal Europa, maar verwezenlijkt moest worden in een Midden-Oosten dat het kolonialisme had verworpen.1 Het rapport ‘Israël, volk, land en staat’ bleek in de context van het Oosten zelf een theologisch bedrijfsongeval uit het Westen te zijn. Oude Kopten in Caïro vertelden me hoe ze samen met Joden in het getto woonden. Dat gold voor christenen elders in het Nabij Oosten ook. De geschiedenis van kerk en synagoge in de context van de Dar al-Islam (huis van de islam) bleek een hele andere te zijn dan die in Nederland en Europa.
Mythen De theologie van Israël en het land is gebaseerd op een aantal historische mythen. De mythe van het Beloofde Land, van het lege land, van de massale terugkeer, van Joden-gaan-niet-om-met-Samaritanen, en ga zo maar door. Elk volk heeft zijn mythen over oorsprong, etniciteit en identiteit. In tijden van crisis, bezetting en vervolging kunnen ze een belangrijke rol spelen om te overleven. Maar als instrument van de macht zijn ze verwerpelijk. Er gaat iets mis als men ‘geloofde geschiedenis’ in de verhalen van de Bijbel probeert terug te draaien tot ’waar gebeurde geschiedenis’ en de ‘Bijbel’ opvat als een soort eigendomsakte van het beloofde land. Een Israëltheologie, die dit verschil tussen de notie Israël en historisch Israël mystificeert, zoals onder andere gebeurde in ‘Israël, volk, land en staat’, ontaardt in theologie van de uitsluiting (zoals de uit Kroatië afkomstige hoogleraar systematische theologie Miroslav Volf betoogt). Dan kan het
land niet gedeeld worden met anderen, die er net zo geworteld zijn als hun olijfbomen. Veel van het mainstream-denken in de kerken wordt nog altijd door deze extreme visie beheerst.
Doorgeefluik Bestaat er dan niet zoiets als een ‘onopgeefbare verbondenheid
met Israël’? Zeker, in zoverre zowel kerk als synagoge, Jodendom als christendom geworteld zijn in Israël, en Israël zelf weer geworteld was in Kanaän en de wereld van het oude Nabije Oosten. In die zin heeft Israël ook gediend als een doorgeefluik van het beste dat het oud-oosterse denken en geloven had te bieden. Joden en christene n zijn in die zin tot elkaar veroordeeld in de geschiedenis door een blijvende, historische band en een missie van compassie, wederkerigheid en duurzaamheid. Deze verbondenheid is niet los verkrijgbaar van het lezen van de Schriften met het oog op het Koninkrijk Gods. Ze zijn ook onopgeefbaar verbonden door een gedeelde traditie, het lezen van de Tora en Profeten, zoals de Kerkorde aangeeft. De relatie kerk en synagoge is eveneens blijvend in die zin dat ze van karakter verandert door de geschiedenis heen. Het is dan ook goed als de kerk blijft oproepen om gestalte te geven aan die verbondenheid. Toch mag dat wat mij betreft nog meer wederkerig zijn. De dialoog tussen kerk en synagoge zou ook het samen lezen van het Evangelie moeten omvatten, als fundament en exponent van het andere Joodse geluid dat Jezus liet horen. In de kerk zelf zou ook sterker het bewustzijn moeten leven dat zij, net als haar Heer, niet uit het centrum van Jeruzalem kwam, maar uit de kritische marge: Jezus, de profeet uit Nazareth in Galilea. Want voor een Messiasbelijdende gemeente is het niet voldoende om te constateren dat Jezus ook een ‘zoon der Wet’ was. Fundamenteel blijft ook de vraag wat voor Jood hij wilde zijn. Meindert Dijkstra Meindert Dijkstra is predikant van de Protestantse Kerk, en gepensioneerd docent Oude Testament van de Universiteit Utrecht. Hij verbleef van 1980-1989 voor de Hervormde Raad voor de Zending in Egypte.
1 Uitspraak van de Joods-Franse islamoloog Maxime Rodinson
6
Kerk & Israël Onderweg
| december 2012
Kerk & Israël Onderweg
| december 2012
7
column
De taal van conflict en dialoog Hoe praat je over religie, geschiedenis, geografie en de actualiteit in Israël als elk woord besmet lijkt en de rivaliteit aanwakkert? Hoe helpt taal om de spiraal van geweld te doorbreken?
spel bijeenbrengt: ’We vallen elkaar niet lastig, maar we mixen ook niet.’ In Galilea, waar de bevolking ongeveer half Arabisch, half Joods is, lopen inmiddels honderden projecten. In vrouwengroepen, theaterproducties, kinderkampen en schooluitwisselingen wordt de basis gelegd voor wederzijds begrip. Voor veel organisaties is het christelijke Nes Ammim bij uitstek een veilige plek om te ontdekken dat de ander een mens is als jijzelf.
Praten ‘in een ander register’ Je kunt niet verwachten dat tijdens de eerste gesprekken meteen de hot issues aan bod komen. Maar het feit dat men elkaar in de ogen wil zien en met gemeenschappelijke activiteiten de wederzijdse achterdocht doorbreekt, is gewichtig genoeg. Pas vanuit een zeker vertrouwen wordt het mogelijk om te reflecteren op je eigen opvattingen en je interpretatieroutine bij te stellen, om door ‘metacommunicatie’ te leren ‘in een ander register’ te praten. Dan hoef je bepaalde taaluitingen niet langer als een aanval of bedreiging op te vatten. Dan kun je luisteren naar een andere versie van gebeurtenissen die zijn vastgeroest in het eigen gelijk. ’Wie is de machtigste held? Die van zijn vijand een vriend maakt’ (Avot de Rabbi Natan 23).
michael elias Dr. M.J.C. Elias is taalkundige en secretaris van Nes Ammim Nederland.
Lezersreacties Geen privilege
Ontmoetingen organiseren is essentieel, bijvoorbeeld om samen te sporten.
D
e term ‘nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever’ is voor sommige Joden taboe: zij spreken over de nieuwe steden in het bijbelse Judea en Samaria. Palestijnen? ’I don't know what you mean by that word. [… ] You mean the Arabs?’ zegt een kolonist tegen P.F. Thomése in zijn hilarische reisverslag ‘Grillroom Jerusalem’. Kritische opmerkingen worden afgedaan als Israël-bashing van antisemieten. Aan de andere kant noemen Palestijnen de verdrijving uit hun dorpen in 1948 soms ‘onze holocaust’ en spreken ze over Israël als ‘zionistische entiteit’. Tussen dergelijke extremen zit een heel scala van taalgebruiken, gestoeld op tradities, persoonlijke herinneringen, verhalen, propaganda, frustratie – en vaak onwetendheid. Een groot probleem is immers dat men elkaar vaak nauwelijks kent en zich laat leiden door angst.
toon, stijl, gezichtsuitdrukking en sociaal-culturele factoren te betrekken bij het interpreteren van wat iemand zegt. Dat geldt al voor een zin als ‘het raam staat open’. Daarmee kun je ook uitdrukken: ’ik heb het koud’, ’wil je het dichtdoen?’, ’trek een trui aan’, ’je weet toch dat het hier stikt van de muggen?’ en ’waarom denk je nooit eens aan mij?’
Pragmatiek
Gelukkig zijn er positieve ontwikkelingen, die laten zien dat Israël meer is dan conflicten. Ze halen weliswaar niet direct de pers en zorgen evenmin op korte termijn voor spectaculaire omwentelingen. Maar hopelijk zijn ze wel de voorboden van een klimaat waarin mensen serieus naar elkaar luisteren om in vrede samen te leven. Ontmoetingen organiseren is dan ook essentieel. Zoals het Nieuw Israëlietisch Weekblad (NIW) onlangs noteerde uit de mond van een deelnemer, naar aanleiding van een initiatief in Afula dat Joodse en Arabische Israëli’s met sport en
Is dat patroon te doorbreken? In de pragmatiek, een onderdeel van het vak taalkunde, staat de vraag centraal: wat kun je met taaluitingen in een bepaalde context doen? Een formulering waar in grammaticale zin niets mis mee is en die iemand als onschuldige mededeling bedoelt, kan een ander toch opvatten als verwijt, beschuldiging, belediging of zelfs bedreiging. Om daar zicht op te krijgen, is het essentieel om niet alleen de verhouding tussen gesprekspartners, maar ook
8
Kerk & Israël Onderweg
| december 2012
Positieve ontwikkelingen Sinds ik me vanuit Nes Ammim Nederland inzet voor dialoogprojecten tussen Joden en Palestijnen, besef ik beter hoe belangrijk taal daarbij is. Rabbijn Jonathan Sacks schreef daarover: ‘Het voornaamste tegengif voor geweld is conversatie: het uitspreken van je angsten, het luisteren naar die van anderen en in het delen van elkaars kwetsbaarheden een begin van hoop ontdekken.’
Het nieuwe jasje van Kerk & Israël Onderweg ziet er goed uit. Een prettige lay-out, goede foto’s en een keur aan artikelen. Het interview met Huub Oosterhuis spreekt me het meeste aan. Hij laat duidelijk blijken dat hij weet dat alle spreken over boven van beneden komt. Het beloofde land, volk van God, uitverkoren natie, het zijn allemaal door mensen bedachte kwalificaties. Veel landen vinden zich een uitverkoren volk. Het ’God bless America’ is er een duidelijk voorbeeld van. Je kunt dat wel vinden, maar het geeft je geen enkel privilege boven andere landen en volken. In Jezus zijn we onopgeefbaar verbonden met alle mensen in verdrukking. Honderd woorden is wel kort! Henk Rusch, Emmeloord
Reactie op Varia Hierbij reageer ik op het bericht in de rubriek Varia over EAPPI (pagina 20 van het septembernummer). Bezette gebieden? Zowel in 1948 alsook in 1967 is er sprake van bestandslijnen en worden geen grenzen genoemd. Tot aan de intifada waren er nauwelijks controleposten en konden Arabieren zich vrij door Israël bewegen. Invloed van ’kolonistengeweld’ op de bevolking is groot. Advies mijnerzijds: stuur de Ecumenical Accompaniers (EA’s) ook naar Sederot waar de bewoners tot op heden dagelijks voor hun leven naar de schuilkelders moeten rennen. Over grote invloed op bijvoorbeeld de kinderen gesproken! Kortom, als in een blad van de Protestantse Kerk over ‘Palestina en Israël’ wordt gesproken, behoort de andere kant van het verhaal ook aan de orde te komen. We zijn toch ‘onlosmakelijk met Israël verbonden?’
Een zure paradijsappel
W
e are living in a paradise!’, lieten Miri en Sjimi weten. Twee dagen eerder hadden we met de familie Grénot: moeder Miri, vader Sjimi en drie kinderen, onze woning geruild. Zij hier in Nederland, wij in het Israëlische dorpje Tal-El. Zij onze auto, wij die van hen. Vooral dat laatste was komisch. Wij zoefden twee weken in een Passat door Israël, terwijl zij in een Berlingo door Nederland hobbelden als was het een pretpark. We waren opgelucht toen we hoorden dat ze het naar hun zin hadden. Ze konden echter niet weten dat Nederland wel paradijselijke trekjes heeft, maar beslist géén pretpark is. Die ontnuchtering kwam pas toen ze weer Beeld van Adam en Eva op terugwaren in Tal-El. het dorpsplein van Tal-El. Tal-El is een Joods dorpje in Noord-Israël waar twee van onze kinderen wonen. Sinds half april zijn zij de verbaasde ouders van een prachtige dochter Ya’ará. Wij arriveerden vier dagen vóór Ya’ará’s geboorte en settelden in de woning van Miri en Sjimi. Alle dagen reden we door de heuvels van Galilea naar het ziekenhuis in Safed, waar moeder én dochter inmiddels verbleven. Op een van die dagen wandelden we door de binnenstad. Safed is een pittoresk stadje met kleurrijke straatjes en eeuwenoude synagogen. Na hun verdrijving uit Spanje (1492) kwamen veel religieuze Joden er wonen. Safed werd het centrum van de kabbala en rabbijn Jozef Karo (=1575) schreef er zijn ‘Sjoelchan Aroech’ (Gedekte tafel). Ergens op een plein stonden we oog in oog met Adam en Eva. Met de ruggen naar elkaar houden zij de schuldige appel in de achterwaarts gerichte handen. Ik keek naar het beeld toen mij de woorden van Miri en Sjimi te binnen schoten: ‘We are living in a paradise!’ Ik schrok, deed een schietgebedje en vergat gauw mijn sombere vermoedens. Maar toen drie weken later een blauwe envelop in onze brievenbus viel, wist ik het meteen. Een dikke bekeuring voor te snel rijden in de buurt van Giethoorn op 16 april. Anderhalve week eerder waren Miri en Sjimi uit het paradijselijke Nederland teruggekeerd naar Tal-El. Wederzijds was alles naar wens verlopen. Behalve dan die blauwe envelop. Het deed me pijn om als een cherub voorzien van een flikkerend zwaard dit zure appeltje alsnog met ze te moeten schillen. Reinier Gosker
A.W. de Ronde, Woudenberg
Kerk & Israël Onderweg
| september 2012
9
Ga en Leer
Zo doen wij Kerk en Israël in ...
Batja, dochter van God
Hardenberg
Mozes was van jongs af aan omgeven door reddende engelen. Twee van hen kennen we bij naam: Jochebed, zijn moeder (Exodus 6:20), en Mirjam, zijn zus (Numeri 26:59). Maar zijn derde reddende engel, de dochter van de Farao, lijkt een onbekend persoon te blijven. Of toch niet?
Een werkgroep houdt al jaren de zaken van Kerk en Israël in de classis Hardenberg levend. Vrijwel alle gemeenten die tot de classis behoren, zijn erin vertegenwoordigd, en dat is belangrijk voor de contacten.
H
et verhaal is bekend. In Egypte, een land met een uitgesproken geboortepolitiek, wordt Mozes als slavenkind clandestien geboren. Als zijn leven gevaar loopt, legt zijn moeder hem in een mand van papyrus tussen het riet langs de oever van de Nijl te vondeling. Zijn zus houdt de wacht.
Dochter van Abraham Dan komt de dochter van de Farao, met haar dienstmeisjes, op het toneel. Ze gaat, wellicht vanwege een uitzonderlijke hitte, in de Nijl een bad nemen. Een oud verhaal weet een diepere reden aan te voeren. Zij wil de afgodendienst van haar vader afzweren en zichzelf dopen en zo tot het Jodendom overgaan.¹ Als we deze legende volgen, gaat ze dus het mikwe (ritueel bad) in, een diepe ervaring, waar een nieuwe naam bij hoort. Ze wordt een bat Avraham, dochter van Abraham, haar geestelijke voorvader die uittrok uit een land waarin hij niet echt met God kon communiceren. Als een bat Avraham ontdekt de dochter van de Farao het mandje midden in het riet. Ze stuurt haar slavin om het te halen. Ze opent de mand en ziet daarin het kind. Het jongetje huilt. Ze krijgt medelijden met hem. ‘Dat moet een Hebreeuws kind zijn’, zegt ze. Hoe ziet ze dat het een kind is van het volk waarop haar vader het gemunt heeft? Ziet ze dat het besneden is? Of wordt ze getroffen door de goede zorg waarmee dit kind – ondanks alles – wordt omringd? Het kunstig gemaakte kistje van papyrus, van buiten van pek, van binnen van leem, het moet binnenin lekker ruiken. Dit is geen Egyptisch vondelingetje, dit is een Joods kind van wie de ouders zielsveel houden.
Dochter van God De dochter van de Farao heeft in de Bijbel geen naam. De traditie heeft haar wel een naam gegeven, ontleend aan vers 18 uit 1 Kronieken 4 waarin sprake is van Bitja, dochter van de Farao. De prinses uit het verhaal van de redding van Mozes krijgt dezelfde naam. Bitja of ook wel Batja, een naam met de betekenis ‘dochter van God’. Deze Batja geeft haar zoon een naam waarover veel te doen is. Is het een Egyptische naam? Een Hebreeuwse
10
Kerk & Israël Onderweg
| december 2012
De wandeling op de provinciale dag voerde onder andere naar de oude Joodse begraafplaats in Hardenberg.
Marc Chagall: The Story of the Exodus: Pharaoh's Daughter and Moses. © Marc Chagall, c/o Pictoright Amsterdam 2012 Chagall ®
naam? Ze noemt haar kind ‘Mosje’, Mozes. Moge hij een mosje, uittrekker, van zijn volk worden, iemand die zijn volk uit het water van de dood trekt. Weliswaar heb ik – zo zegt de prinses – hem uit het water getrokken, maar moge het daartoe gebeurd zijn dat hij een uittrekker wordt! Een tractor uit de sores. Als we ons proberen voor te stellen hoe het gegaan is, ligt het voor de hand te denken dat de prinses en de moeder van Mozes over de naam contact hebben gehad. ‘U weet dat ik hem uit het water heb gehaald. Hoe zeg ik dat in uw taal? Mien hamajiem mesjietiehoe? Ik zou hem graag een naam geven waarin doorklinkt dat hij eens zijn volk uit de nood wegleidt. Hoe zeg ik dat in uw taal? Mosje, uittrekker?’ Er is wel gezegd: niemand spreekt méér Hebreeuws, denkt méér Israëlitisch, kenschetst de grootste man van Israël op méér profetische wijze dan deze Egyptische. Ze spreekt de taal van het hart. Ze is een engel van menselijkheid. Een dochter van God.² Kees Schakel
1 Babylonische Talmoed Sota/Van ontrouw verdachte vrouw 12b. 2 Geïnspireerd op: Benno Jacob, ‘Das Buch Exodus’. Herausgegeben im Auftrag des Leo Baeck Instituts, Stuttgart 1997, 30-31.
Onze werkgroep vergadert eens in de twee maanden. Het moderamen stelt de agenda op en draagt een studie- of bezinningsonderwerp aan. Een van de werkgroepleden verblijft regelmatig in Israël, en kent de omstandigheden ter plaatse heel goed. Zij praat de werkgroep dikwijls bij over de mooie en moeilijke kanten van een leven daar. Verder biedt het blad Kerk & Israël Onderweg gespreksstof te over. Ieder jaar attenderen we de plaatselijke gemeenten op de Israëlzondag. We organiseren dan een speciale avonddienst voor de hele classis. Soms met een koor of muziekgroep met Joodse muziek, een andere keer met een kleine expositie van Joodse voorwerpen of bijzonderheden. Deze diensten worden goed bezocht.
Jaarlijkse excursie Daarnaast houden we studie- of thema-avonden voor belangstellenden uit onze regio. Zo vertelde Marianne van Praag, rabbijn van de Liberaal-Joodse Gemeente Den Haag, ons onlangs over het huidige Joodse leven in Nederland. Vorig jaar belegden we op verzoek en vol enthousiasme een Provinciale dag van Kerk en Israël. Op het programma stond onder meer een wandeling door Hardenberg; een gids vertelde over de Joodse historie van onze stad. Ook bezochten wij de oude Joodse begraafplaats en in de verte – over de Vecht – zagen wij het ‘Jodenbergje’, een nog veel oudere Joodse
begraafplaats. Jaarlijks wordt er ook een excursie voor geïnteresseerden georganiseerd. Dit jaar bezochten we stad en provincie Groningen. We werden rondgeleid door de synagoge aan de Folkingestraat, in de omgeving waarvan voor de oorlog de Joodse burgers van de stad woonden. Sommige plaatsen in de buurt herinneren daaraan. In Appingedam bezochten we de voormalige synagoge en de Joodse begraafplaats. Andere jaren reisden wij bijvoorbeeld naar Amersfoort, Amsterdam en Osnabrück. Zo brengen wij een flink aantal mensen in contact met het Joodse leven toen en nu. We proberen ook steeds de rol van de kerk erbij te betrekken.
Levendig en spannend De classis ondersteunt ons, zowel moreel als financieel. Soms wordt er wel heel verschillend gedacht wordt over zaken die (Kerk en) Israël aangaan. Dan moet je elkaar aanhoren en respecteren. Dat maakt het werk tegelijk levendig en spannend. Dat is prima. Ook dan is de sfeer in de werkgroep goed. We hopen nog lang door te gaan, we hebben er zin in en zijn bijna op volle sterkte. Zie ook de website
www.hardenberg.protestantsekerk.net DS. Pieter Noordmans Pieter Noordmans is voorzitter van de classicale werkgroep.
Kerk & Israël Onderweg
| december 2012
11
Er zijn sterren Er zijn sterren wier licht de aarde slechts bereikt lang nadat zij zelf zijn uiteengevallen. Er zijn mensen wier nagedachtenis licht geeft in deze wereld lang nadat zij van ons zijn heengegaan. Dit licht schijnt in de donkerste nacht op de weg die wij moeten gaan. Tekst: Channa Szenes (Hongaars-Israëlische dichteres, 1921-1944)| Foto: iStock
12
Kerk & Israël OnDeRweg
| DecemBeR 2012
13
jaarthema
Onopgeefbaar verbonden – de Jood Jezus een gemeenschappelijke profeet?
De Joodse wortels van het christendom Een dialoog tussen Jodendom en christendom kan natuurlijk nooit tot doel hebben de ander van het eigen gelijk te overtuigen; zo’n gesprek is beslist zinloos. Maar wat kunnen wij wel van elkaar leren?
D
e verbondenheid die veel christenen voelen met het Jodendom en met Israël, is uiteraard ontstaan uit het besef dat het christendom uit het Jodendom is voortgekomen. De eerste christenen waren Joden. Deze gemeenschappelijke oorsprong, die in het protestantse christendom wordt uitgedrukt met de welluidende term ’onopgeefbaar verbonden’, kan de basis vormen voor wederzijds respect en onderling begrip.
(Matteüs 5:18-19). Het uiteindelijke antwoord was dat dit niet hoefde; men wordt christen door het geloof, niet door het verrichten van de geboden. Met dit besluit zijn de beide godsdiensten definitief uit elkaar gegroeid. Het christendom is een eigen weg gegaan door de Joodse gedragsleer en daarmee de uitleg van de bijbelse wetten, de Mondelinge Tora, los te laten en een eigen traditie op te bouwen.
Mondelinge Tora
Nieuw licht op een bekend verhaal
Een belangrijk principe van het Jodendom is dat er naast de ‘Schriftelijke Tora’ – dat wat in het christendom ‘het Oude Testament’ wordt genoemd – ook een ‘Mondelinge Tora’ bestaat. Daarin wordt de inhoud van de Bijbel uitgelegd, toegepast en steeds diepgaander onderzocht. Deze Mondelinge Tora is uiteindelijk weer opgeschreven in een groot aantal boeken, waarvan de Talmoed het bekendste werk is. Voor de rabbijnse geleerden is het altijd belangrijk geweest dat zij de Bijbel niet zomaar lazen, maar dat zij de Schrift steeds in samenhang begrepen met deze mondelinge traditie, die voor de interpretatie van de Bijbel een richtinggevende leidraad vormt. Een ander centraal punt van het rabbijnse Jodendom is dat er behalve een geloofsleer ook een tot in detail uitgewerkte gedragsleer (halacha) is: een geheel van geboden die door God aan Mozes op de Sinaï zijn gegeven en die voor Joden toen en nu de basis van het dagelijks leven vormen. De bekendste van deze geboden zijn het houden van de sabbat als onderdeel van de Tien Geboden (Exodus 20:8-11) en de spijswetten (het kosjere eten; bijvoorbeeld Leviticus 11).
Wat hebben Jodendom en christendom elkaar in een interreligieuze dialoog te zeggen? Als rabbijn kan ik niet anders dan vertellen vanuit mijn eigen traditie. De literatuur die de Mondelinge Tora omvat, vertelt vele verhalen waarin een soort mythische symbolen worden gebruikt. Die werpen steeds weer een verrassend licht op de bijbeltekst. Een van die symbolen is ‘water’. In symbolische zin verwijst water naar het begrip ‘tijd’: water vloeit, net als onze tijd. Zoals onze wereld een vergankelijk karakter heeft, zo vloeit het water alsmaar verder, als een rivier. Het komt nooit meer op dezelfde plaats terug. Kortom, ons leven heeft iets tijdelijks en voorbijgaands, zoals de haast ontelbare meningen en visies die de mens zich vormt na verloop van tijd weer verdwijnen, om plaats te maken voor andere. Er zijn verhalen overgeleverd over hoe de mens vaak dreigt te verdrinken, omdat hij overspoeld wordt door enorme watermassa’s. Dat wil eigenlijk zeggen dat de mens ‘verdrinkt’ in de oneindige veelheid van verschijnselen die onze huidige wereld biedt aan meningen, visies, wetenschap, enzovoort. Kortom, de mens gaat onder in de tijd, en dat is hetzelfde als ondergaan in het water.
Gedragsleer losgelaten Maar als Jodendom en christendom een gemeenschappelijke wortel hebben, hoe zijn de wegen dan gescheiden geraakt? Nadat de eerste christenen in Jezus van Nazareth de langverwachte Messias hadden herkend, ontstond er onder hen een meningsverschil. Dat wordt beschreven in het Nieuwe Testament (Handelingen 15): moeten nieuwe christenen die geen Joodse achtergrond hebben, eerst Joods worden en de Joodse gedragsleer overnemen, of hoeft dat niet? Jezus had immers gezegd dat de geboden niet afgeschaft mochten worden
14
Kerk & Israël Onderweg
| december 2012
In het zondvloedverhaal van Noach (Genesis 6:5 - 9:29) is sprake van een ark die over het water vaart en een aantal mensen weer veilig aan land brengt. Nu is het opvallend dat in de Hebreeuwse grondtekst van de Bijbel het woord voor ‘ark’ teva luidt. Dit woord betekent echter ook ‘woord’. Dat werpt een nieuw licht op dit overbekende verhaal. Eigenlijk kunnen we dus zeggen dat de mensheid behouden blijft, doordat zij zich in het woord bevindt. Dit zelfde woord teva wordt gebruikt voor het biezen mandje waarin Mozes gelegd wordt bij zijn geboorte (Exodus 2:3).
’Water’ verwijst in symbolische zin naar het begrip ‘tijd’. Op de foto de Jordaan. • Foto: Ettje Kole
Ook Mozes wordt dus ‘in het woord’ gelegd en blijft daardoor behouden. Opnieuw is hier de betekenis dat de mens in onze wereld, met zijn alsmaar veranderende normen, waarden en meningen, daarnaast ook iets heeft dat eeuwig en onveranderlijk is en waarop hij kan vertrouwen. De symboliek van dit verhaal wil dus zeggen dat het woord iets is dat zich boven onze concrete wereld van tijd en ruimte (‘het water’) bevindt, iets dat daar bovenuit gaat.
Over de figuur van de Messias kunnen we in onze traditieliteratuur gemeenschappelijke ideeën vinden Water als symbool voor de tijd Het water als symbool voor de stromende tijd kan ook een verrassende betekenis geven aan een bekend verhaal uit het Nieuwe Testament. Het behoeft natuurlijk geen betoog dat op de vraag of Jezus van Nazareth de Messias is, Joden en christenen een heel ander antwoord geven, en dat mag rustig zo blijven. Maar als we nu eens niet zozeer op de verschillen letten, en vooral kijken naar wat ons bindt, zien we dat het nieuwtestamentische verhaal van Jezus die over het water loopt (Matteüs 14:25, Marcus 6:48) vanuit dezelfde symbolentaal is geschreven als die we in de Talmoed aantreffen. Met het lopen over het water
bedoelt het Nieuwe Testament te zeggen dat Jezus ‘boven de tijd staat, iets eeuwigs heeft, en niet onderhevig is aan de wetten van onze concrete wereld.’ Op grond van deze talmoedische symboliek begrijpen we dan ook plotseling waarom de apostelen eigenlijk vissers zijn. Wat doet een visser? Die haalt vissen boven water. Of met andere woorden: hij trekt de mensen tot een niveau dat boven de tijd ligt. Ook de uitdrukking ‘ik zal van jullie vissers van mensen maken’ (Matteüs 4:19, Marcus 1:17) komt daarmee in een ander daglicht te staan: dus vissers die mensen boven deze wereld van tijd en ruimte uittrekken. Aan de hand van dit concrete voorbeeld van het water zien we aldus dat de symboliek zoals die ten grondslag ligt aan het Oude Testament, en zoals die in de Joodse traditie, in het bijzonder de Joodse mystiek, verder is uitgewerkt, met verrassende resultaten kan worden toegepast op het Nieuwe Testament. De symbolentaal die in beide boeken wordt gesproken, blijkt dezelfde te zijn. Door de gebruikte symbolen in Oude en in Nieuwe Testament op de juiste wijze te verstaan, komen we, denk ik, wel degelijk op een gemeenschappelijke grond, op iets wat aan beide godsdiensten ten grondslag ligt. Joden en christenen kunnen dus gerust een verschillende mening hebben over de vraag of de Messias al gekomen is of niet, maar over de figuur van de Messias – wie dat ook moge zijn – kunnen we in onze traditieliteratuur wel degelijk gemeenschappelijke ideeën vinden. Dat besef kan een band scheppen, die mogelijk bijdraagt tot een dieper wederzijds begrip. Marianne van Praag Marianne van Praag is rabbijn van de Liberaal-Joodse Gemeente te Den Haag.
Kerk & Israël Onderweg
| december 2012
15
jaarthema
jaarthema
De flora en fauna van Israël helpen om Jezus te verstaan, zoals deze olijfbomen in Getsemane. • Foto: www.monumentaltrees.com
Onopgeefbaar verbonden de Jood Jezus een gemeenschappelijke profeet?
Het begon met Jezus van Nazaret
Jezus in de Koran: Gods Woord en Geest
De kerk heeft de laatste decennia Jezus herontdekt als Jood. De tijd dat Jezus gezien werd als eerste christen of de stichter van het christendom ligt gelukkig ver achter ons. Wat betekent het dat Jezus een Jood is? Die vraag wordt mij altijd gesteld wanneer ik met een groep gemeenteleden in Israël ben.
Wanneer ik over ‘mijn persoonlijke Jezus’ zou moeten schrijven, moet ik om te beginnen bekennen dat die bij elke lezing van zijn leven en woorden voor mij verandert. De profetologie van de Koran is vrij eenduidig en beschrijft de essentiële taken van de profeten.
H
D
et antwoord op die vraag ligt voor een deel in het land zelf. De geografie, samen met de flora en fauna, het landschap en het klimaat helpen om Jezus te verstaan, wanneer hij spreekt over de ‘wijnstok’ en de ’wijngaard’, de ’vijgenboom’, de ’bruiloft’ et cetera. Alles wat hem van de stal van Betlehem af tot aan Golgota overkwam, kan slechts verklaard en begrepen worden vanuit het feit dat hij een vrome, Tora-getrouwe Jood was. Niets van alles wat hij deed en zei, leerde en preekte, volbracht en naliet, heeft zin en betekenis buiten Israël. De evangeliën bevestigen dat deze Jezus in het geloof van Mozes geboren, besneden en opgevoed werd, dat Israël het adres van zijn boodschap was, dat hij zich
Al in Genesis 1 is duidelijk dat het deze God om alle volken gaat slechts tot de verloren schapen van het huis Israëls gezonden wist en zijn leerlingen waarschuwde: ‘Wijkt niet af op een weg naar heidenen’ (Matteüs 10:5). Jezus werkte heel zijn leven in Israël, te midden van hoeren, uitbuiters en afvalligen, mensen van wie Jezus niet één enkele wilde laten
16
Onopgeefbaar verbonden de Jood Jezus een gemeenschappelijke profeet?
Kerk & Israël Onderweg
| december 2012
schieten. Wanneer de evangelist Mattëus de ‘wording’ van Jezus Christus beschrijft, is het eerste dat hij vermeldt over Jezus dat hij ’de zoon van David’ is en de ’zoon van Abraham’ (Matteüs 1:1). We zijn ons bewust geworden van het Jood-zijn van Jezus. Dat is goed voor het beter verstaan van wie Jezus zelf wilde zijn, goed voor het beter verstaan van het Tweede Testament, en goed voor de verstandhouding tussen synagoge en kerk. Jezus wordt weer volledig als kind van het Joodse volk, van de Joodse cultuur en religie erkend. Jezus van Nazaret is zijn leven lang de Bijbel van zijn volk trouw gebleven – een feit dat hij zelf bij het begin van zijn Bergrede met nadruk onderstreept (Matteüs 5:18).
Via Israël De kerk is zich er bewust van geworden dat het verhaal van God met mensen niet met Jezus is begonnen. Het verhaal van Jezus is een verhaal in Israël. Voordat er een verhaal van Jezus verteld werd, was er al een verhaal van Israël. Dat verhaal wordt tot op de dag van vandaag verder verteld in de gemeenschap van het Joodse volk, naast het verhaal van Jezus in de gemeenschap van de kerk. Wij doen er goed aan om dicht in de buurt te blijven van de Jood Jezus van Nazaret, die de sabbat heiligde en vierde, die de mensen aanspoorde om te letten op de vogels van de hemel en de lelies op het veld. Welke consequenties heeft het als wij zeggen dicht in de buurt van de Jood Jezus te moeten blijven? Dat betekent huiswerk: kennisnemen van Judaïca; de vragen van Israël aan de kerk serieus nemen. De plek van Israël in de
Bijbel en in onze theologie doordenken, opdat wij Jezus’ boodschap begrijpen.
Het heil is uit de Joden In de vrome Jood Jezus heeft de mateloze liefde van God zich uitgestrekt tot nietJoodse volken. En de bekering van de westerse volken tot het monotheïsme is volbracht bij monde van Jezus. Het heil is uit de Joden, zei Jezus volgens Johannes (Johannes 4:22); het komt van Israël – om tot alle volken te gaan. Deze Jezus van Nazaret is geworden tot een brenger van heil aan de wereld van de heidenen, precies zoals de oude Simeon het in de tempel verkondigde (Lucas 2:2932): Jezus werd een ‘licht tot verlichting van de heidenen en tot heerlijkheid van het volk Israël’. Het is echter de vraag of je kunt stellen dat pas via Jezus (en dankzij Paulus) Gods liefde de volken deelachtig is geworden. Al in Genesis 1 is duidelijk dat het deze God om alle volken gaat en om de toekomst van de mensheid. Wanneer de gemeente zich bewust is van het feit dat zij in de Vader van Jezus Christus geen Ander belijdt dan de God van Israël, zal ook het besef gaandeweg dieper doordringen dat de gemeente van Christus onopgeefbaar verbonden is met het levende volk Israël. ds. Jolien Nak Jolien Nak is predikant van de protestantse gemeente in Bennebroek.
e levens van de profeten vormen een geweven tapijt aan ervaringen en ze krijgen elkaars woorden in de mond gelegd. De fasering in de profetenlevens is duidelijk. Van waarschuwen met compassie en wijsheid, maar ook met goddelijke vergelding en eindtijdbeschrijvingen, tot de Apocalyps die bij elk hoogmoedig, opstandig en gewaarschuwd volk plaatsvindt. Daarbij stelt de Koran dat er geen onderscheid gemaakt kan worden tussen de profeten: geloof in alle profeten is het ware geloof (2:285).
Jezus is veel meer dan een boodschapper Een aantal aspecten maakt Jezus tot het enige buitenbeentje. De Koran vindt het nodig Jezus vrij te pleiten van alles wat er over hem wordt beweerd. Daartegenover staan kwaliteiten die geen enkele profeet krijgt toegedicht. Hij is in de Koran Messias, ‘Woord van God’ en ‘Geest van God’ (4:171).
Bovennatuurlijke geboorte Voor de Koran is Jezus’ wederopstanding – universeel voor de mensheid – het belangrijkste en indringendste ‘goede nieuws’. Op tientallen plaatsen verkondigt de Koran
het nieuwe leven na de dood. ‘Hij brengt het levende uit het dode voort en Hij brengt het dode uit het levende voort; en Hij geeft de aarde leven na haar dood, en net zo zult u tevoorschijn worden gebracht’ (30:19). Voor de Koran is ook zijn wonderbaarlijke geboorte van grotere betekenis dan zijn lijdensgeschiedenis. De Koran pleit Maria daarbij vrij van de buitenechtelijke betrekkingen waarvan haar tijdgenoten haar beschuldigden, en kent aan Jezus een bovennatuurlijke geboorte toe. De Koran stelt hem aan ons voor in zowel zijn historische als zijn toekomstige en zijn huidige vredestaak. ‘Vrede is met mij op de dag dat ik werd geboren, op de dag dat ik sterf en op de dag dat ik weer tot leven word gewekt’ (19:33).
Van de wet of van het hart? In de Koran wordt Jezus vergeleken met Adam. God schiep hem uit stof. Vervolgens zei Hij: Word! en hij was (3:59). Ook Paulus noemt hem de nieuwe Adam (Romeinen 5:15; 1 Korintiërs 15:45; 2 Korintiërs 11: 3). Zeggen de evangeliën iets anders? Als moslim dien je je bescheiden op te stellen als je je in andermans heilige boek verdiept, maar in de vorm van dialoog die tegenwoordig nodig is dienen we ons onverdroten en onbekommerd op elkaars terrein te begeven. Nergens zegt Jezus: ‘Ik ben God.’ Hij is de zoon, helemaal in overgave levend tot God; overgave aan God is een van de mogelijke vertalingen van het woord islam. Hij is de gezondene van
Voor de Koran is Jezus' wederopstanding het belangrijkste 'goede nieuws'. • Foto: Wikipedia
God (Marcus 12:6 en Lukas 13). Volgens het evangelie van Johannes hebben de Joden hem beschuldigd van godslasterlijke identificatie met God om hem als godslasteraar te kunnen veroordelen. In de evangeliën trotseert Jezus voortdurend ‘de wet’. Hij geneest zieken op de sabbat, slaat geldwisselaars en handelaars de tempel uit en minacht openlijk de Joodse geestelijken die hem daarover kapittelen, en die hij ‘addergebroed’ noemt. Zijn geloof in God ging boven alles. Om tot elkaar te komen dienen we wat minder absoluut te zijn in het mensbeeld dat we van Jezus huldigen. Zoals Inayat Khan zei: ‘De boodschapper is een sluier over de boodschap en de boodschap is een sluier over God.’ ’We zien dan ook dat de Jezus van de Koran en de latere islamitische vroomheid – net als de Christus van het christelijk geloof en de christelijke hoop – veel meer is dan een louter menselijk wezen of eenvoudigweg een boodschapper die een boek brengt. Vaak spreekt de Christus van het evangelie door de eenvoudige menselijke Jezus van de islamitische vroomheid heen. Inderdaad: de vrije geesten van de islamitische mystiek hebben in de mens Jezus niet alleen het voorbeeld van vroomheid, liefde en wereldverzaking gevonden dat zij trachten na te volgen. Zij vonden ook de Christus die de tot vervulling gekomen menselijkheid belichaamt, een menselijkheid die door het licht van God wordt verlicht. Deze weerschijn van het goddelijk licht in het hart en in de ziel van de mens wordt in de taal van de islamitische mystiek tadjalli genoemd: de manifestatie van goddelijke schoonheid en majesteit in en door mensen. In dit begrip van de goddelijke manifestatie komen christelijke en islamitische Jezusbeelden op veel punten samen.’ 1
Abdulwahid van Bommel Abdulwahid van Bommel is docent geestelijke verzorging, schrijver en vertaler.
1 Mahmoud Ayoub: 'Redemptive Suffering in Islam. Towards an Islamic Christology: The Death of Jesus, Reality or Delusion'. Den Haag 1978.
Kerk & Israël Onderweg
| december 2012
17
SYnagOgen In neDeRLanD
Te doen onderweg
Volgende uitgave: maart 2013 Activiteiten vóór 4 januari opgeven bij de redactie. E-mail:
[email protected] Vermeld tevens datum, plaats en telefoonnummer.
activiteiten waaraan lezers kunnen deelnemen.
sneek. Zuiderkerk, Rienck Bockemakade 7. 4-12 Feike ter Velde: ‘Het toekomstige herstel van Israël’. 15-1 Ronny Naftaniel (directeur CIDI): ‘Vrede voor Israël?’ 19-2 Drs. J.M. Tanja: 'Een gouden eeuw? De geschiedenis van de Sefardische Joden in de Middeleeuwen en vroegmoderne tijd’. 19-3 Johan Feitsma: ‘Tijd voor vrede, door waarheid en verzoening’. Inlichtingen: (0515) 41 71 22.
in de provincie overiJssel zWolle. Zwolse synagoge aan de Samuel Hirschstraat. 9 en 23-1, 6 en 20-2, 20-3 Dr. S.P. van ’t Riet: ‘Zonder Tora leest niemand wel’. 15 en 29-1 Drs. J.J. Dekker: ‘Joodse leefwerelden in de film’. 26-2, 12 en 19-3 Drs. T.A. Fürstenberg (chazan): ‘Pesach: Feest van bevrijding’. 5 en 6-3 Prof.dr. I.E. Zwiep: ‘De verloren tuinen van Córdoba’. Inlichtingen:
[email protected]
in de provincie gelderland
in de provincie zuid-holland
aalten.
den haag.
Zuiderkerk, Ludgerstraat 64. 10-3 ‘De buit bedroeg ruim 46 miljoen …’ Elim, Landstraat 20, Aalten 18-4 Mw. Laman Trip: ‘Het leven van Etty Hillesum.‘ 25-5 Dagtocht naar Etty Hillesum Centrum in Deventer. Inlichtingen: (0543) 47 20 26 en/of www.kerkvenster.nl > Bezinning&Toerusting
Christus Triumfatorkerk, Juliana van Stolberglaan 154/hoek Laan van Nieuw Oost-Indië. Genootschap Nederland-Israël. 9-1 Rabbijn J.J.P. Boosman: ‘Een Joodse visie op de eindtijd’. 14-3 Drs. U. Hagaï: ‘Eliëzer ben Jehuda, die het Hebreeuws deed herleven’. 8-5 Vilde Katschke: ‘Viering van Jom Ha‘atsmaoet, Israël 65 jaar’. Muziek en voordracht. Inlichtingen: (070) 385 86 11 of (070) 360 42 94.
in de provincie utrecht utrecht.
voorhout.
Pastorie Antoniuskerk, Kanaalstraat 200. 15-1 Tirtzah Middleton (Liberaal-Joodse gemeente Utrecht): ‘Ruth.‘ 5-3 (idem) ‘Klaagliederen (Eecha).‘ Inlichtingen:
[email protected]
De Verdieping, A. Jacobslaan 1. Commissie Kerk & Israel te Voorhout. Kring Zoektocht, thema: ‘Jozef: dromer en doener. De kleurrijke Jozef’. 14-1 Prof. dr. Klaas Spronk: ‘De Jozefverhalen: een literair en theologisch meesterwerk’. 4-2 Rabbijn Tzvi Marx: ‘Jozef de rechtvaardige, maar waarom? Een Joodse uitleg’. 18-2 Ds. Ruben van Zwieten: ‘Jozef en zijn economie van het graan’. 4-3 Mw. Leny Ridderhof: ‘De familie van Jozef in de kunst’. Inlichtingen: (0252) 23 03 63.
in de provincie noord-holland aMsterdaM. Leerhuis Amsterdam Tenach en Evangelie. Cursussen op verschillende locaties. Zie www.leerhuisamsterdam.eu Inlichtingen:
[email protected]
Leiden R
Uitgebreide informatie staat op de website www.pkn.nl/kerkenisrael > Agenda
in de provincie groningendrenthe
een echo uit de synagoge
uim driehonderd jaar geleden kwam een groep Joodse vluchtelingen, voornamelijk uit Portugal, naar Leiden. De Joden konden hun geloof daar in vrijheid belijden. De godsdienstoefeningen werden aanvankelijk in een privé-huis gehouden. In 1723 (8 Sjevat 5483), kocht Aron van Praagh aan ’t Oude Levendaal een huis en erf dat hij inrichtte als gebedshuis. In hetzelfde jaar werden de statuten van de Joodse gemeente door de stadsraad Leiden goedgekeurd. In 1762, nu tweehonderdvijftig jaar geleden, werd binnen zes maanden niet ver daarvandaan een nieuwe synagoge gebouwd, met een consistoriekamer en ritueel bad. Het gebouw kreeg de gevelindeling zoals die tot op heden gebleven is, inclusief de gevelsteen met inscriptie in het Hebreeuws. De vertaling daarvan is: De heerlijkheid van dit laatste huis zal groter worden, dan van het eerste, zegt de HERE der heirscharen (Haggai 2:9).
Schriftlezingen op Sabbat en feest- en treurdagen in de synagoge JANUARI 2013 5 januari Sjemot - Namen. Exodus 1:1 - 6:1; Jesaja 27:6 - 28:13; 29:22-23 12 januari Waëra - Ik ben verschenen. Exodus 6:2 - 9:35; Numeri 28:9-15; Jesaja 66:1-24 19 januari Bo - Kom. Exodus 10:1 - 13:16; Jeremia 46:13-28 26 januari Besjalach - En hij had laten gaan. Exodus 13:17 - 17:16; Rechters 4:4 - 5:31
De ontploffing van het kruitschip aan de Steenschuur in 1807 – die 151 doden en ruim tweeduizend gewonden veroorzaakte – vernietigde het archief van de Joodse gemeente en de synagoge werd zwaar beschadigd. In 1858 bleek een grondige verbouwing noodzakelijk. Het gebouw werd met behoud van de gevelindeling vrijwel geheel vernieuwd.
FEBRUARI 2013
De synagoge aan het Levendaal werd in 1931 opnieuw gerestaureerd. Na de Tweede Wereldoorlog hervatten degenen die uit de onderduik terugkeerden het Joodse leven in Leiden. De synagoge, die zwaar beschadigd en leeggeroofd was, werd op 2 juni 1947 weer in gebruik genomen. Sindsdien vinden er in de synagoge nog altijd met regelmaat diensten plaats volgens de riten van het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap. Aan het Levendaal zijn naast de synagoge een studentenhuis en een Joods studiecentrum gevestigd.
16 februari Troema - Heffing. Exodus 25:1 - 27:19; 1 Koningen 5:26 - 6:13
2 februari Jitro - Jetro. Exodus 18:1 - 20:23; Jesaja 6:1 - 7:6; 9:5-6 9 februari Misjpatiem - Rechtsregels. Exodus 21:1 - 24:18; Exodus 30:11-16; 2 Koningen 12:1-17
23 februari Tetsavee - Je zult gebieden. Exodus 27:20 - 30:10; Deuteronomium 25:17-19; 1 Samuël 15:2-34 24 februari Poeriem - Lotenfeest. Exodus 17:8-16
MAART 2013
KO VAN WOUWE Dr. J.P van Wouwe is voorzitter van de Nederlands Israëlitische Gemeente Leiden
2 maart Ki Tisa - Wanneer je opneemt. Exodus 30:11 - 34:35; Numeri 19:1-22; Ezechiël 36:16-38 9 maart - Wajakheel - En hij liet samenkomen. Exodus 35:1 - 38:20; Pekoedee - De berekeningen. Exodus 38:21 - 40:38; Exodus 12:1-20; Ezechiël 45:16 - 46:18
Wassenaar. Oecumenische Commissie Kerk en Israël. 16 en 30-1 J. Wesseling: ‘Bijbelse poëzie’. Messiaskerk, Zijllaan 57 21-3 L. Adelaar: ‘Toe Bisjwat (Feest van de bomen)’. Aanbouw St. Jozefkerk, Parklaan. 17-4 B. Siertsema: ‘God en geloof in Joodse kampdagboeken’. Achterzaal NPB-gebouw, Lange Kerkdam 46. Inlichtingen: (070) 511 19 70.
16 maart Wajikra - En Hij riep. Leviticus 1:1 - 5:26; Jesaja 43:21 - 44:23 23 maart Tsav - Gebied. Leviticus 6:1 - 8:36; Jeremia 7:21 - 8:3; 9:22-23 26 maart Pesach eerste dag. Exodus 12:21-51; Numeri 28:19-25; Jozua 5:2 - 6:1 27 maart Pesach tweede dag. Leviticus 22:26 - 23:44; Numeri 28:19-25; 2 Koningen 23:1-9; 21-25
Woerden. Maranathakerk, Molenvlietbaan 10. 24-1 Prof.dr. Cees den Heyer: ‘Twee Testamenten’. 21-3 Ds. Hans Berkheij: ‘Archeologie in Israël’. Inlichtingen: (0348) 41 04 66.
30 maart Pesach vijfde dag. Exodus 33:12 - 34:26; Numeri 28:19-25 Sabbat tijdens Pesach. Ezechiël 36:37 - 37:14
'Het leven van Etty Hillesum'
18
KEES SCHAKEL • Foto's: nienke de zwart
Kerk & Israël OnDeRweg
| DecemBeR 2012
Kerk & Israël OnDeRweg
| DecemBeR 2012
19
boekbesprekingen
Bijbels-theologische bijdrage
Sabbat in het Muizenhuis
S
am en Julia wonen in het Muizenhuis. Julia heeft alleen haar moeder en Sam heeft een grote familie. Sam is verlegen en Julia durft alles. Samen gaan ze op avontuur. Het Muizenhuis bestaat echt en is bedacht en van karton, papier-maché en afvalmateriaal gebouwd door Karina Schaapman, voormalig PvdA-gemeenteraadslid in Amsterdam. De verhaaltjes spelen zich af in de verschillende ruimtes. Ze zijn gefotografeerd door Ton Bouwer en de afbeeldingen zijn een lust voor het oog. Maar wat je niet verwacht: na een reeks verhaaltjes over alledaagse thema’s zoals de was, verjaardag en waterpokken, is daar ineens een verhaaltje over een bezoek aan de tante van Sam op vrijdagavond:
Tehilim/ Psalmen Nederlands Kamerkoor
20
• Foto: Ton Brouwer
ze eten kippesoep, versgebakken brood, drinken een slokje wijn en steken kaarsjes aan. ‘Waarom is dat?’ vraagt Julia. ‘Omdat het vrijdagavond is’, zegt tante, ‘dan vieren wij sjabbat.’ ‘O’, zegt Julia, ‘dat doet mijn moeder nooit.’ Op de afbeelding zie je een gezellige eetkamer met een prachtig gedekte tafel, kaarsen en gebedenboekjes, muizen rond de tafel, en één muis met een keppeltje op … Greetje van der Harst. Karina Schaapman, 'Het muizenhuis, Sam & Julia’. Uitgeverij Rubinstein, Amsterdam 2011. € 14,95.
In hemelsnaam
Psalmuitvoeringen op Nederlandse cd’s zijn er in vele soorten en maten. Er zijn uitvoeringen van amateurkoren zoals het Urker Mannenkoor of het Dominicuskoor uit Amsterdam, meestal in een Nederlandse vertaling. Niet iedereen is zich ervan bewust dat door de eeuwen heen vele componisten zich door de psalmen hebben laten inspireren. Als een topkoor als het Nederlands Kamerkoor een psalmen-cd uitbrengt, wat kunnen we dan verwachten? Uiteraard geeft het koor verantwoorde vertolkingen van Rossi, Sweelinck en Mendelssohn, maar kan zich ook naadloos voegen in de Joodse manier van omgaan met de psalmen? Zes van de achttien psalmen of psalmfragmenten zijn vertalingen in het Latijn, Frans of Duits, de overige zijn de oorspronkelijke Hebreeuwse teksten. ‘Niet zo schreeuwen’, zei mijn kleinzoon van twee, toen hij de inzet van psalm 120 – vertaling: ‘Roep ik in mijn nood tot de HEER’ – van de Israëlische componist Tzvi Avni hoorde. Avni, geboren in 1927 in Saarbrücken, week in 1935, met zijn ouders, uit naar Israël. Hij ontkwam aan de naziterreur. Sim Gokkes (1897-1943) daarentegen, van wie vier korte composities voor de synagoge zijn opgenomen (Psalm 92 (2x), 93, 118), werd in Auschwitz vermoord. ‘Niet zo schreeuwen’ – gelukkig dat het Nederlands Kamerkoor, in de geest van de psalmen, dat juist wel doet!
De titel van het boekje ‘In hemelsnaam’klinkt als een kreet. Dat is het ook. In protestantse kringen is de tekst van het Onze Vader sinds 1637 (Statenvertaling) hoegenaamd ongewijzigd gebleven. Maar sinds De Nieuwe Bijbelvertaling (2004) staat ze op het spel. Wordt de tekst van De Nieuwe Bijbelvertaling straks regel? Ook in de eredienst? De Raad van Kerken was aanvankelijk van plan om de oecumenische versie van het Onze Vader te vervangen door die van De Nieuwe Bijbelvertaling, maar zag er vooralsnog vanaf. Aangezien de discussie hierover dus nog open is, heeft Rochus Zuurmond, emeritushoogleraar bijbelse theologie, een fundamentele bijdrage willen leveren. De schrijver wilde dat ook het niet-theologisch of literair geschoold gemeentelid op een verantwoorde wijze over de tekst en de vertaling van het Onze Vader zou kunnen meedenken en -praten. Daarom heeft hij dit alleszins leesbare boekje geschreven. Het gaat bij de vertaling van het Onze Vader niet alleen om taalkundige problemen, maar ook om culturele verschillen, verwachtingspatronen, vooronderstellingen, theologische en methodische uitgangspunten. Het is een informatief boekje geworden, dat inzicht geeft hoe in de loop der eeuwen het Onze Vader gebeden is door Grieken en Latijnen, Syriërs, Kopten, Friezen, Saksen en Anglicanen. Maar vooral de toelichtingen op de afzonderlijke beden van het Onze Vader zijn juweeltjes om te lezen. Bovendien pleit Zuurmond er herhaaldelijk voor om het Hebreeuwse karakter van het Onze Vader te handhaven, opdat het eigene van dit gebed niet verloren gaat. Wij bidden tot de Vader van de Jood Jezus van Nazareth.
Kees Schakel
Reinier Gosker
Tehilim. Psalms between Judaism and Christianity’. Uitgevoerd door het Nederlands Kamerkoor onder leiding van Klaas Stok. Uitgever: Globe (GLO 5247), Castricum 2011. Prijs: € 23,-. www.globerecords.nl
Rochus Zuurmond, ‘In hemelsnaam. Over vertaling en betekenis van het Onze Vader’. Uitgever Skandalon. Vught 2012,160 blz. ISBN 978 94 90708 40 5. Prijs: € 16,50.
Kerk & Israël Onderweg
| december 2012
Jezus als profeet Wat is profetie? Eenlingen waren zij vaak, Israëls profeten. Ze werden veelal gemarginaliseerd, deze mensen die de gang van zaken in Israël kritisch volgden.
D
e profeten van Israël lieten hun tijdgenoten in de spiegel kijken. Zij zijn allereerst mensen van de diagnose. Zij bezien de werkelijkheid van hun tijd en wijzen aan waar het daarin niet goed gaat. Met Gods leefregels in de hand onderzoeken zij de situatie. Zij benoemen in vaak niet mis te verstane woorden de tekortkomingen van hun werkelijkheid, in religieus, sociaal, ethisch en materieel opzicht.
Prognose Na het stellen van de diagnose komen deze sprekers-namens-God tot hun prognose. Nadat zij de tekortkomingen van hun werkelijkheid hebben benoemd roepen zij hun volksgenoten op om terug te keren naar Gods leefregels. Wanneer men terugkeert zal het goed gaan, dan komt er heil en zegen. Wanneer men niet terugkeert, dan hoeft men niet op een goede toekomst te rekenen. In dreigende taal wordt dan vaak de toekomst neergezet als een donkere tijd vol onheil.
verantwoordelijkheid Israëls profeten doen een beroep op de verantwoordelijkheid van hun hoorders. De toekomst is geen vast scenario, geen noodlot. Allerminst! Mensen hebben invloed op die toekomst. Zij kunnen daarin sturen. Door mensen in de spiegel te laten kijken hopen de profeten dat mensen hun verantwoordelijkheid zullen nemen. Telkens benadrukken Israëls profeten dat het aan Israëls God niet zal liggen. Hij heeft in zijn bijstand bij
de uittocht uit Egypte, de gang door de woestijn en de intocht in Kanaän zijn trouw aan het volk getoond. Zij schilderen hun God als een God die reageert op mensen.
Niet het einde Ook al dreigt er onheil, dan nog zullen Israëls profeten dat niet tekenen als het einde. Steeds zien zij heil na onheil, herstel na ondergang, een rest die ondergang overleeft. Israëls profeten zijn mensen van de hoop. Omdat zij een God verkondigen die macht heeft over de geschiedenis. Deze, door hen als Schepper en Bevrijder getekend, houdt het laatste woord in de geschiedenis. Steeds zal Hij naar wegen zoeken om de geschiedenis voort te doen gaan. Hoe confronterend zij ook kunnen zijn, uiteindelijk zijn Israëls profeten mensen die bemoedigen en opbeuren.
Weersproken Israëls profeten hebben steeds te maken gehad met tegenstemmen in hun eigen tijd. Jeremia bijvoorbeeld had te maken met Chananja (Jeremia 28). Beiden beroepen zich op het horen van Gods stem (‘Dit zegt de HEER’). Maar hun boodschap is totaal verschillend. Chananja met zijn boodschap: ‘Binnen twee jaren komt al het geroofde en weggevoerde vaatwerk naar de tempel terug’, slaat de menselijke rol in het gebeuren over. Hij slaat het lijden over. Jeremia daarentegen neemt de rol van de mens die onheil over zich heen haalt, zeer
De profeet Hosea bracht het thema van Gods liefde voor mensen in. • Beeld: Schilderij ‘Hosea’ van Duccio di Buoninsegna • Foto: Wikipedia
serieus. Zijn analyse van de situatie als een straf van God valt mensen zwaar, maar blijkt uiteindelijk een goede duiding van de werkelijkheid.
Wondertekens Van profeten als Elia en Elisa worden meerdere wondertekens verhaald. Dat onderstreepte hun verkondiging over de God die in staat is de geschiedenis heilzaam te doorbreken.
Jezus Met zijn boodschap over Gods Koningschap zet Jezus de verkondiging van de oudtestamentische profeten voort. Hij zet met name in bij de liefde van God voor mensen, een thema dat al door Hosea en Jeremia was ingebracht. Gods bereidheid tot herstel illustreert Jezus in zijn vele wonderen, signalen van een werkelijkheid die komt. Gaandeweg zie je Hem veranderen: van het confronterende ‘Bekeer u, want het Koningschap is nabij’ (Matteüs 4:17) wordt zijn boodschap over Gods Koningschap tot een hartelijk aanbod, een uitnodiging, ‘Het Koningschap is nabij gekomen’ in Matteüs 10:7. Desondanks wordt ook Jezus om zijn boodschap tot een lijdende gestalte. Adri van der Wal
Kerk & Israël Onderweg
| december 2012
21
Lernen met lev
Het werk gaat door In deze rubriek bespreken medewerkers van de Stichting LEV (Leren en Vernieuwen) gedeelten uit de Tora. Stichting LEV ontwikkelt onder andere studiemateriaal voor leerhuizen en ‘lerngroepen’. Woorden schieten te kort om zijn grootheid te schetsen: ‘Hij is de dienaar van de Eeuwige.’ ‘Hij is man Gods, profeet als geen ander.’ ‘Hij heeft de Eeuwige van aangezicht tot aangezicht gekend.’ Niet alleen de Bijbel zingt Mozes alle lof toe, ook in de Talmoed wordt zijn grootheid getekend door onder andere te wijzen op zijn nederigheid en zijn bescheidenheid.
Gedenkteken aan Mozes op de berg Nebo. Foto: Can Stock Photo Inc./ vvoennyy
I
n sidra 54, de wekelijkse afdeling weZot haBeracha (Deuteronomium 33:1 - 34:12), besteden we aandacht aan de dood van Mozes.
N.B. Met de 54e sidra is de cyclus van de Tora voltooid. Na 13 jaar komt er een einde aan deze rubriek.
OPdracht In Deuteronomium 34:6b staat: ‘... en niemand weet zijn (Mozes’) graf tot op de huidige dag.’ Waarom zouden – volgens u – de bijbelschrijvers deze zin er bij hebben gezet?
groot in nederigheid Over de doden niets dan goeds ... Dat blijkt ook uit alles wat er gezegd wordt over Mozes wanneer hij overleden is.
22
Kerk & Israël Onderweg
| december 2012
Rabbi Jehosjoe’a ben Levi zei: Toen Mozes afdaalde van de nabijheid van de Heilige Hij zij gezegend, kwam Satan en vroeg Hem: Heer der wereld, waar is de Tora? Hij antwoordde: Ik heb haar aan de aarde gegeven. Satan ging naar de aarde, maar vond haar niet. Hij keerde terug en zei: Heer der wereld, overal op aarde heb ik de Tora gezocht, maar ik heb haar niet gevonden. Hij zei hem: Ga naar de zoon van Amram. Satan ging naar Mozes en zei hem: Waar is de Tora die de Heilige Hij zij gezegend je gegeven heeft? Mozes antwoordde: Wie ben ik dat de Heilige Hij zij gezegend mij de Tora zou geven? De Heilige Hij zij gezegend zei tot Mozes: Mozes, ben jij een leugenaar? Mozes antwoordde: Heer der wereld, U hebt een verborgen schat waar U dagelijks van geniet. Durf ik te zeggen dat die van mij is? De Heilige Hij zij gezegend zei tot Mozes: Omdat je je zo klein hebt gemaakt, zal zij naar jou genoemd worden. Zoals er gezegd is (in Maleachi 3:22): ‘Gedenk de Tora van Mozes, Mijn dienaar.’ (Babylonische Talmoed, Sjabbat 89a)
Niet de werker, maar het werk Wanneer we over Mozes spreken stuiten we op een paradoxale houding. Aan de ene kant spreekt de Joodse traditie over Mozes als Mosje Rabbenoe – Mozes onze
leraar, bij uitstek een eretitel. En aan de andere kant wordt ervoor gewaakt Mozes haast goddelijk te maken; zie hiervoor onder andere Elie Wiesel (‘Bijbels eerbetoon: portretten en legenden’. Gooi en Sticht, 1977, p.142). Mozes is en blijft een feilbaar en sterfelijk mens. Een opmerkelijk voorbeeld hiervan is dat Mozes niet voorkomt in de Hagada. Dit is om ons duidelijk te maken dat niet hij het volk heeft uitgeleid uit Egypte, maar de Eeuwige zelf. De Joodse traditie lijkt hiermee te zeggen dat het niet om de werkers gaat, maar om het werk. Een gedachte die aansluit bij de Tenach zelf. Lezen we na het laatste vers in Deuteronomium nog even door in het boek Jozua, dan stuiten we op de woorden: ‘En de Eeuwige zei: Mijn dienaar Mozes is gestorven, welnu maak je gereed, het is aan jou om de Jordaan over te steken.’ Zelfs al is een groot leider overleden – het werk gaat door. Het is onze taak om verder te gaan. In dit kader wil ik graag besluiten met een chassidische vertelling: Toen Rabbi Soesja ging sterven, kwamen vrienden en leerlingen bij zijn bed. Zij vroegen hem: ‘Ben je bang, Soesja, nu je straks voor de troon van de Eeuwige zal verschijnen, dat Hij je zal vragen: ‘Waarom ben je niet geweest als Abraham ...’ Of dat de Eeuwige zegt: ‘Waarom was je niet als Mozes?’’ Rabbi Soesja antwoordde: ‘In de wereld-die-komt zal men aan mij niet vragen ‘waarom ben je geen Mozes geweest’, maar men zal vragen ‘ben je Soesja geweest?’’ (Martin Buber‚ ‘Werke‘. Dritter Band. Schriften zum Chassidismus. Heidelberg/München 1963, p. 372)
Opdracht Kunt u een voorbeeld geven van een situatie waarbij het wegvallen van ‘de’ leider een probleem opleverde? Als u hieraan terugdenkt, wat was, volgens u, de reden dat het mis ging? Niek de Wilde Voor informatie: tel. 06-40 22 89 23 of e-mail:
[email protected] / www.stichtinglev.nl
Aankondiging van een nieuwe rubriek
‘Weg met misverstanden’ 'Ik wil misverstanden ophelderen en pijn wegnemen', zegt Derk Blom, de nieuwe voorzitter van de Raad voor Kerk en Israël van de Protestantse Kerk. Derk Blom • Foto: Reinier Gosker
T
oen de Protestantse Kerk in Nederland in 2004 tot stand kwam, veranderden de structuur en de organisatie. De Kerk en Israël-organen verloren hun autonomie en werden, als onderafdeling van Kerk in Ontwikkeling, een adviesorgaan voor de Dienstenorganisatie. Dat proces ging niet vanzelf. Het leverde veel pijn en misverstanden op bij de vrijwilligers in het land.
Heb je enig idee hoe je de problemen wilt aanpakken en of dat iets opleveren zal?
Jazeker. We maken een rondgang langs alle provinciale werkgroepen. Afgelopen maart begonnen we. Dit najaar hebben we die afgerond. Ik denk dat het goodwill oplevert voor wat er in het Dienstencentrum gebeurt. De communicatie tussen ‘land’ en ’provincie’ moet beter.
Is dat het enige probleem?
Nee, daaronder ligt een veel ingewikkelder situatie. De hoogtijdagen van Kerk en Israël liggen in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Toen keek de wereld met bewondering toe hoe de staat Israël zich succesvol ontplooide. Ook wilde men verantwoordelijkheid nemen voor fouten in de theologie, die mede tot de Holocaust leidden. Die periode van bewustwording is voorbij. Er wordt nu veel kritischer naar Israël gekeken, vanwege het conflict met de Palestijnen. De ’onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël’, zoals die vastligt in onze Kerkorde, is vandaag niet langer vanzelfsprekend. Het conflict tussen Israël en de Palestijnen mag ons niet onberoerd laten. Dit neemt niet weg dat de oorspronkelijke theologische vragen betreffende de verhouding van Kerk en Israël nog net zo actueel zijn als na de Tweede Wereldoorlog.
Hoe wil je die weer op de agenda krijgen?
Als Protestantse Raad vragen wij er aandacht voor. Zowel bij de nascholing van predikanten als bij de opleiding van theologiestudenten aan de beide universiteiten. Hier is nog veel werk te verzetten. De Protestantse Raad zoekt naar bredere samenwerking met onder andere de Appèlgroep Kerk en Israël.
Je bent fulltime gemeentepredikant in GroedeSchoondijke-Waterlandkerkje in Zeeuws-Vlaanderen. Druk genoeg dus! Waarom ben je aan deze taak begonnen?
Ik ben in Utrecht geboren en woonde tegenover de Joodse slager Keizer. Ik was als kind nieuwsgierig naar hun sabbatmaaltijden op vrijdagavond. Ook zag ik hoe ze op zaterdag naar de synagoge gingen. Later, tijdens mijn theologiestudie in Brussel, werd ik geraakt door de colleges van de oudtestamenticus Henk Jagersma. Sindsdien intrigeert mij de vraag naar de Jood Jezus. Wie is hij? Na mijn studie werkte ik ruim vier jaar in Nes Ammim als bedrijfs- en personeelsmanager. Dat was een van de waardevolste periodes in mijn leven. Op mijn manier probeerde ik rekenschap te geven van onze geschiedenis: niet persoonlijk natuurlijk, maar twintig eeuwen christendom hebben de Joden veel onheil gebracht. Dat moet anders!
Twintig eeuwen christendom hebben de Joden veel onheil gebracht. Dat moet anders! De Protestantse Raad gaat een rubriek verzorgen in dit blad. Wordt die spannend?
Ik hoop te kunnen laten zien hoe wij als provinciale werkgroepen, Dienstenorganisatie, synode en Protestantse Raad samenwerken aan dezelfde zaak: de vernieuwing van een kerk die zich bewust is van haar wortels. Die niet schuwt haar theologie kritisch te bezien en waar nodig te herzien, en die strijdt tegen antisemitisme en anti-judaïsme. Reinier Gosker
Kerk & Israël Onderweg
| december 2012
23
varia Ojec-weeKenD
DOcTOR PIeTeR DROnKeRS
Van vrijdagmiddag 1 tot zondagmiddag 3 februari vindt in Elspeet het Leren&Vieren-weekend van het Overlegorgaan van Joden en Christenen (OJEC) plaats. Thema: ‘Dan zal het zijn alsof wij dromen … Over Psalm 126 en wat wij, Joden en christenen, (mogen) hopen’. Joden en christenen ontmoeten elkaar en zijn elkaars gast bij het vieren van sabbat en zondag. Plaats: ‘Mennorode’ in Elspeet. Aanmelding vóór 20 januari 2013 bij bureau OJEC, Golstraat 23, 7411 BN Deventer, tel. 06-53 99 84 00; e-mail:
[email protected]
Pieter Dronkers, directeur van het dialoogcentrum van Nes Ammim, is op donderdag 25 oktober gepromoveerd aan de vestiging van de Protestantse Theologische Universiteit in Groningen. Titel van zijn proefschrift is: ‘Faithful Citizens: Civic Allegiance and Religious Loyalty in a Globalised Society; A Dutch Case Study’. Het is het verslag van literatuuronderzoek onder politiek filosofen en politieke theologen naar burgertrouw en religieuze verbondenheid.
ONTMOETINGSDAG Dinsdag 26 maart 2013: Landelijke Ontmoetingsdag voor Kerk en Israël op het Landelijk Dienstencentrum te Utrecht. Met gastspreker Dick Boer over ‘Onopgeefbare verbondenheid in de praktijk. Voetangels en klemmen’. Meer informatie: www.pkn.nl/kerkenisrael
• Foto: Omke Oudeman
Meer informatie op www.pthu.nl
REACTIE OP OPGELAAID CONFLICT JERUZALEM-SEMINAR Van 9 juni tot 7 juli 2013 vindt in Jeruzalem het seminar ‘Dream and reality’ plaats. Dit wordt georganiseerd door Stichting CoME in samenwerking met het Swedish Theological Institute Jerusalem. Doelgroep: predikanten en andere theologisch geschoolden. Doel: inzicht en verdieping van de relatie taal en identiteit, toegespitst op de situatie van Jodendom, christendom en islam in Jeruzalem. Meer informatie bij Douwe van der Sluis, e-mail:
[email protected] en op www.stichting-come.nl/reizen/studie
Op de website van de Protestantse Kerk staan onder Actueel reacties op het opgelaaide conflict tussen Israël en Hamas in de Gazastrook, onder andere van Feije Duim van Kerk in Actie. Zie: www.pkn.nl > Actueel > Nieuws > Israël en Gaza
VOLGEND NUMMER • Jaarthema ‘Onopgeefbaar verbonden – vanwege de Sjoa • Interview met rabbijn Michael Schwartz • Katern InZicht: Christenzionisme
colofon Kerk & Israël Onderweg is een uitgave van de Protestantse Kerk in Nederland en verschijnt viermaal per jaar. Doelstelling van het blad is: de Joodse wortels van het christelijk geloof theologisch doordenken, en allen die geïnteresseerd zijn in of zich verantwoordelijk weten voor de verhouding van Kerk en Israël informeren, inspireren en meningen bieden. De basis hiervoor is artikel I van de Kerkorde:
24
1. De Protestantse Kerk in Nederland is overeenkomstig haar belijden gestalte van de ene heilige apostolische en katholieke of algemene christelijke Kerk die zich, delend in de aan Israël geschonken verwachting, uitstrekt naar de komst van het Koninkrijk van God. (…) 7. De kerk is geroepen gestalte te geven aan haar onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël.
Kerk & Israël OnDeRweg
Als Christus-belijdende geloofsgemeenschap zoekt zij het gesprek met Israël inzake het verstaan van de Heilige Schrift, in het bijzonder betreffende de komst van het Koninkrijk van God. Onder ‘Israël’ wordt verstaan: het Israël dat wij ontmoeten in de Bijbel en van daaruit in de geschiedenis tot op vandaag.
uITgeveR: Dienstenorganisatie Protestantse Kerk in Nederland Joseph Haydnlaan 2a, 3533 AE Utrecht Postbus 8504, 3503 RM Utrecht telefoon (030) 880 18 80 e-mailadres
[email protected] website www.pkn.nl/kerkenisrael
| DecemBeR 2012
hoofdredacteur: Floor Barnhoorn redactie: Reinier Gosker, Greetje van der Harst-de Leeuwe, Beatrice L. Jongkind, Fred Meijnhardt, Rijk Roelofse, Kees Schakel, Adri van der Wal. eindredacteur: Anja de Zeeuw
vORmgevIng en DRuK opmaak: Ladenius Communicatie, Houten ontwerp: Reprovinci, Schoonhoven druk: Drukkerij de Groot, Goudriaan
aBOnnemenTen Particulier abonnement € 9,- per jaar (vier nummers) Pakketabonnement € 4,- per jaar (vier nummers, vanaf 10 exemplaren) Vraag via het mailadres van de redactie een gratis proefnummer aan. Kerk & Israël Onderweg is voor (visueel)
gehandicapten ook verkrijgbaar in gesproken vorm op cd-rom (voor de daisyspeler). Nadere informatie hierover is te krijgen bij de Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden (CBB) te Ermelo, telefoon (0341) 56 54 99 Artikelen mogen met bronvermelding overgenomen worden in andere uitgaven. Neem voor een Wordbestand van de artikelen contact op met de redactie:
[email protected]. De redactie ontvangt graag een exemplaar van deze uitgaven. Het verpakkingsfolie is milieuvriendelijk en kan weggegooid worden in de biobak. ISSN 1566-9033