Kennis en het leerlandschap
Kennis en het leerlandschap Leren en de nieuwe middelen.
Dr. Harm Hofman Fontys Interactive
© Fontys Interactive Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Auteur: Dr Harm Hofman
Juni 2003
http://www.fontysinteractive.nl
1/23
Kennis en het leerlandschap
Kennis en het leerlandschap Vanaf 1998 is er in het Kenniscentrum Techniek en Organisatie van Technische Bedrijfskunde van Fontys gewerkt aan filosofieën over onderwijsvernieuwing. Dit in het kader van een onderwijsvernieuwingfonds. In 2000 werd in dit kader het boek “Scenario’s voor kennisomgevingen” gepubliceerd. Aanvullende ervaringen en inzichten uit recente literatuurstudies worden nu in drie artikelen weergegeven. Dit tweede artikel gaat over het leerlandschap. Het individu laat in de toekomst een goed gedocumenteerd portfolio zien om zijn competentie voor een functie aan te tonen. Een cijferlijst is onvoldoende. Dat is de strekking van een vorig artikel. Dit artikel gaat in op hoe die competenties zijn te verwerven. Daartoe wordt eerst een classificatiemodel ontwikkeld, waarin diverse vormen van kennis en leren aan de orde zijn. Vervolgens wordt met name aandacht besteed aan vormen van elektronisch leren waarover veel ervaring is bij Fontys Interactive. In aansluiting op die twee invalshoeken worden vormen van elektronisch leren ingevuld binnen het classificatiemodel en komen aspecten aan de orde die essentiële veranderingen bij leren aangeven.. Tot slot wordt ingegaan op de ontwikkelingen content- en servicemanagement. De centrale stelling is dat in de beginfase van e learning expliciete kennis makkelijk via multimedia is te verspreiden, maar dat de doorbraak voor de kennismaatschappij pas komt bij goed contentmanagement dat maatwerk levert, waarbij ook impliciete beroepskennis via communicatiemogelijkheden van nieuwe media worden gebruikt binnen virtuele communities. Classificatiemodel Een van de peilers bij de start van een onderwijsvernieuwingproject van het Kenniscentrum Techniek en Organisatie van Technische Bedrijfskunde was het nader onderzoeken van het begrip corporate curriculum, door Kessels gedefinieerd als een rijk leerlandschap dat mensen ondersteunt en stimuleert om kennis te ontwikkelen te delen en toe te passen. Dit omvat een uitgebreid repertoire aan werkvormen, waaronder niet alleen lessen maar ook intervisie, coachen, werken in projecten, het zoeken van leerpartners etc.. Doelstelling van het project was kijken naar de toegevoegde waarde van dit concept voor zowel onderwijsinstellingen, bedrijfsopleidingen en de lerende organisatie als geheel. Gezien de breedte van het concept leek het in eerste instantie verstandig wat piketpaaltjes aan te brengen in dit leerlandschap. Bij nader inzien bleken er al veel paaltjes in het landschap aanwezig en is er voor gekozen een classificatiemodel samen te stellen met verwijzing naar al bestaande piketpaaltjes. Dit leidde tot een classificatiemodel met twee ingangen, waarbij naast de hoofdindeling (hoofdpiketpalen)
Auteur: Dr Harm Hofman
Juni 2003
http://www.fontysinteractive.nl
2/23
Kennis en het leerlandschap
een aantal andere indelingen worden genoemd die uiteraard niet helmaal hetzelfde betekenen, maar wel verwantschap hebben. De hoofdindeling is : •
Interne en externe consistentie, ofwel de omgeving of visie op kennis.
•
Taak, probleem en situationeel leren, ofwel hetgeen waar de kennis op gericht is.
Hieronder worden de twee assen nader besproken en de aanpalende begrippen nader toegelicht. De interne en externe consistentie is de hoofdindeling op de horizontale as van tabel 1 (Kessels (1996). •
De interne consistentie is een systematische en logische benadering tussen de opleidingsnoodzaak, leerdoelen, evaluatiecriteria en instrumenten enerzijds en de definitieve vorm van de opleiding anderzijds.
•
Externe consistentie is een relationele benadering waarbij wordt gekeken naar de mate van overeenstemming van opvatting bij diverse betrokkenen over de aard van het probleem, de gekozen oplossing en de gewenste output van een opleidingsprogramma. Bij een goede externe consistentie wordt dan gesproken van “situaded” learning die uitgaat van: •
Een authentieke context die een weerspiegeling is van de dagelijkse praktijk waarin de leerstof zinvol is
•
Authentieke activiteiten die de lerenden tegenkomen in een baan of carrière
•
Toegang tot voorbeelden als ‘model’ gedrag en vaardigheden waarbij een expert gemodelleerd kan worden
•
Mogelijkheden voor de lerende om te reflecteren op zijn eigen leerproces
Leren met een goede externe consistentie vraagt leren in een netwerk met het beroepenveld waar ook de tacit kennis in praktijk wordt gebracht en zo wordt geleerd. De docent van HBO instellingen werkt vaak niet met deze relationele component omdat die onvoldoende in een team samenwerkt met de beroepspraktijk. Dus de tacit naar tacit kennisoverdracht over het beroep bedrijfskunde, dat alleen in de praktijk te oefenen is, vindt in het beroepsonderwijs niet plaats en is er minder sprake van competentieleren als het gaat om gedragscomponenten. Hier speelt dus de visie op leren en met name de invloed van de context een belangrijke rol (zie vorige artikel). Kennis kan gericht zijn op een taak, probleem of een situatie, hetgeen op de verticale as is aangegeven (tabel 1). •
Bij de taak is vaak bekend wat er moet worden gedaan. Daarbij is een analyse te maken van de handelingen en zijn er leermethoden om die aan te leren. Bij ASML werd
Auteur: Dr Harm Hofman
Juni 2003
http://www.fontysinteractive.nl
3/23
Kennis en het leerlandschap
hier de CRI methode toegepast, maar een andere bekende methode is die van Romiszowski, waarbij een systematische lesopbouw een van de belangrijkste aspecten is. Nadeel is dat dit type systemen vrij snel tot een te gedetailleerde en dus kostbare uitwerking leidt. Werken met mentoren die op basis van globale checklisten de begeleiding en toetsing doen is vaak economisch aantrekkelijker indien de mentor ook op de werkvloer wekt en het aantal cursisten beperkt is. Een uitgebreidere methode is nuttig indien praktijkleren niet kan of te lastig is en veel mensen gebruik maken van een module. Bij veel beroepen is praktijk leren veel effectiever, als daarvoor een goede invulling kan worden gevonden. Het oordeel van de werkvloer is dan essentieel en de opleiding vindt dan plaats in het netwerk van het beroep. Dat wil overigens niet zeggen dat geen enkele interne consistentie van de cursus mag worden gevraagd. Wel kan de mate van exactheid minder omdat het proces in de praktijk de systematiek van het lesprogramma bijstuurt als die niet goed is. Een intern inconsistente cursus zonder goede externe consistentie mislukt. Een interne inconsistente cursus wordt door goede externe consistentie bijgestuurd en kan toch nog lukken, zij het wellicht minder succesvol dan wanneer de interne consistentie wel zou zijn aangebracht. Taakgericht leren op intern consistent materiaal wordt hier lesmateriaal genoemd zijnde het bekende curriculumsysteem met lesboeken cases en opgaven die worden afgesloten door b.v. een schriftelijk tentamen. Is dit materiaal extern consistent en vindt de opleiding echt plaats met de werkvloer in een netwerk dan spreekt men van werkplekleren (tabel 1). •
De volgende stap is een probleem oplossen, waarbij moet worden gewerkt met concepten en modellen. Dit is intern consistent op te zetten, zoals vele wiskundeboeken demonstreren. Macro economische modellen kunnen op die manier worden doorgerekend, maar zijn vaak lastig in de praktijk te toetsen. Een breed logistiek probleem als laatste voorbeeld, is door middel van een concept op te lossen en vervolgens uit te voeren. Deze laatste, vaak multidisciplinaire problemen worden door een team opgelost, geïmplementeerd en geëvalueerd. Let wel, smalle logistieke problemen zijn op taakniveau uit te voeren, door een routinematig recept uit de boeken toe te passen.
•
Situationeel leren vraagt interactie met een omgeving. Terecht wijst de Leeuw op het belang van actieonderzoek en het actieleren in de bedrijfskunde. Actieleren is gericht op leren tijdens de uitvoering van reële taken en ontstaat door reflectie op het leerproces (dus niet per definitie door fouten). Een verschil met teamleren is dat niet alleen wordt gekeken naar de oplossing van een nauw omschreven probleem maar dat het leren zelf en de omgeving meer onderwerp is van de studie. De intern consistente
Auteur: Dr Harm Hofman
Juni 2003
http://www.fontysinteractive.nl
4/23
Kennis en het leerlandschap
evenknie is gaming die voorkomt bij b.v. vluchtsimulatie voor piloten. Maar ook een spel voor economie kan hier een onder worden genoemd, zodra er meer variabelen zijn die op het proces inspelen en de uitkomst niet eenduidig is vast te stellen door omgevingsfactoren. Tot slot dient te worden opgemerkt dat al deze vormen van leren van toepassing zijn op het HBO. Het verschil met de universiteit is dat de focus ligt op fundamenteel onderzoek. HBO instellingen stoppen vaak op taak en probleemniveau, omdat het situatieniveau nieuwe kennis zou opleveren. Dat zou het universitaire werkveld zijn. Daarmee degradeert het HBO zich tot MBO, zeker als het gaat om de bedrijfskunde. Daar is juist het leren van de praktijk de enigste mogelijkheid. Echt leren van en reflectie op die bestaande kennis is de kern van de bedrijfskundige discipline. Het verschil is dat onderzoek naar fundamentele kennis onderdeel is van de context bij de universiteit terwijl bij het HBO alleen de beroepspraktijk de context vormt.
Omgeving en visie op kennis
Intern
Extern consistent
consistent
Kennis gericht op
Eilandstructuur Netwerkstructuur Expliciete
Deels tacit kennis
kennis Opleide n
Situatie Problee
ITIL
Bedrijfskun
Managemen de
Collectief leren
t Change
Strategisch
Drieslag
Gaming
Actieleren
Problem
Tactisch
Dubbel
Simulaties
Teamleren
Incident
Operationee Enkel
Lesmateriaal
Werkplekleren
m Taak
l Tabel 1. Classificeren van kennis.
Auteur: Dr Harm Hofman
Juni 2003
http://www.fontysinteractive.nl
5/23
Kennis en het leerlandschap
De op kennis gerichte indeling kent een aantal analoge indelingen, die op zich iets minder direct gerelateerd zijn aan interne en externe consistentie. Ten eerste is er binnen de informatica in de serviceverleningen ITIL die een zelfde driedeling kent in incident, problem en changemanagement. Daarop wordt later in dit artikel terug gekomen. In de bedrijfskunde is er een tweede bekende indeling te weten operationeel, tactisch en strategisch. Deze indeling heeft grote verwantschap met de besturingskarakteristiek: •
Routinebesturing correspondeert dan (ongeveer) met operationele besturing
•
Adaptieve besturing correspondeert met tactische besturing
•
Doelsturing komt overeen met strategische beslissingen (De Leeuw 2000).
Hier wordt verwezen naar de systeemleer, die in principe de basis is van al deze indelingen. Voor wat betreft strategisch niveau kan dat uitkomen bij de chaostheorie (Foks et all 2000). Leren vanuit het gezichtspunt van de lerende organisatie is in te delen naar enkelslag, dubbelslag en drieslag leren, welke in tabel 2 is weergegeven en waarbij alle drie vormen van leren collectief leren is. Accentverschillen tussen een de bedrijfskundige indeling in relatie tot het begrip lerende organisatie komt in een volgend artikel aan de orde alsmede de dialoogvorm die soms hoort bij het strategisch niveau. Belangrijk is te herkennen dat alle indelingen op dezelfde wijze vanuit de systeemleer te benaderen zijn en dat het verschil zit in de vaststelling van de systeemgrens op basis van wat men wil onderzoeken.
Leerslag Enkelslag
Domein van leren Regels
Categorie van leren Moeten/ mogen
+ Dubbelslag
Inzichten
Weten/ begrijpen
Principes
Verbeteren
+
+ Drieslag
Resultaat van leren
Vernieuwen
+ Durven/ willen
Ontwikkeling
Tabel 2. Collectief leren (Swieringa en Wierdsma 1990)
Om de omgevingen of visie op kennis is te duiden worden twee modellen gegeven, te weten een model voor de eilandstructuur met veel intern consistentie en een model dat dit verder uitbreidt naar volledige wereldwijde kennissamenlevingen waarmee externe consistentie is te bereiken. Het online learning continuüm geeft aan welk proces men moet volgen om te zorgen dat mensen zich het meeste herinneren. Het is gericht op kennisoverdracht van een individu of lespakket naar een ander individu of beperkt aantal
Auteur: Dr Harm Hofman
Juni 2003
http://www.fontysinteractive.nl
6/23
Kennis en het leerlandschap
klasgenoten. Daarbij wordt onderkend dat zelf actief bezig zijn tot betere resultaten leidt, met name als het gaat over wat men zich herinnert. Dit vraagt steeds meer van het ontwerp van het instructiemateriaal (om interne consistentie te verkrijgen). Hier gaat het dus om intern consistent materiaal zonder dat er expliciet aandacht is voor het gebied
Online learning continuum Mensen herinneren zich
(Nick van Dam) Simulation Games
90% van wat ze DOEN
Live e-Class Interactive e-Course
70% van wat ze ZEGGEN/SCHRIJVEN 50% van wat ze HOREN en ZIEN
e-Course with audio/video Online self-study guide Video Powerpoint
30% van wat ze ZIEN
10% van e-mail wat ze e-documents LEZEN e-reading Laag
Niveau van instructional design
e-learning Hoog
waar de kennis op is gericht. Het tweede model is afgeleid van Papows van Lotus die Lotus Notes die tevens aanverwante elektronische leeromgevingen op de markt brengt. De basis is een enterprise solution framework, waarbij op individueel niveau wel aandacht is voor training, maar dan in de vorm van het beschikbaar zijn van informatie en expertise. Voor zover er sprake is van interne consistentie is dat op genomen in de workflow integretion en in het werk zelf. Ook verbeteringen van de workflow, re-engineering en wereld wijd het systeem toetsen aan de omgeving is in dit model opgenomen. De externe consistentie heeft hier de overhand. Men denkt hier niet zoals veel scholen vanuit een pedagogische provincie en ziet kennis als losse onderdeeltjes die in het daadwerkelijke werken worden samengevoegd tot een flow. Om dit te beheren ontstaat nu meer belangstelling voor content management. Hierop komt dit artikel later terug nadat eerst iets verder is ingegaan op de functionaliteit van elektronische leren. Onderwijsinstellingen blijven veel steken in het online learning continuüm dat is gerelateerd aan het geheugen van mensen voor expliciete kennis en vervreemden van de beroepsgroep in de vorm van een pedagogische provincie. De bredere beroepsomgeving is weer te geven door een model dat de gehele werk- een leefwereld van de beroepsgroep met de alle communicatie.
Auteur: Dr Harm Hofman
Juni 2003
http://www.fontysinteractive.nl
7/23
Kennis en het leerlandschap
4. Extended
Customeres and
Marketing
Ecosystem
Market facing
enterprise
suppliers
communications
development
systems
On line verkoop
Verbinding met
Werken met
Cyberspace als
en andere
stakeholders
allianties en
principiële
transacties
buiten de
interests groups
uitwisselings
transactions
ruimte op elk
organisatie
niveau (business) 3. Integrated
Enterprise data
Enterprise wide
Enterprise
Enterprice
enterprise
systems and
communication
knowledge
process
management
innovation
applications Bouwen van
Ondersteunen
Invloed van
Reenginering van
corporate
van cross
intellectuele
process
databases en
functionele
kapitaal en best
applicaties
communicatie
practices
(hoger niveau) 2. Automated
Workgroup data
Workgrooup
Workgroup
Workgroup
workgroup
systems and
communiation
collaboration
process
applications Bouwen van
1. Empowered indiviual
innovation Aanmoedigen
Aanmoedigen
Verbeteren
afdelingsdatabas van cross
collectief
voortgang en
es en applicaties functionele
ontdekken en
beheer van
communicatie
beslissen
workflow
Data Creation,
Information
Traning and
Workflow
access and
access and
education and
integration
ussage
authoring
expertise
Mogelijk maken
Mogelijk maken
Mogelijk maken
Borgen
van
van creëren,
van creëren,
integratie in
dataverzamelen, benaderen en
benaderen en
workflowsystem
toevoeging en
distribueren van
distribueren van
en
toegang geven
informatie
informatie
tot databases a. Data
b. Informatie
c. Kennis
d. Werk
Gestructureerd
Ongestructureer
Ongestructureer
Gestructureerd
d
d
Auteur: Dr Harm Hofman
Juni 2003
http://www.fontysinteractive.nl
8/23
Kennis en het leerlandschap
Content management systeem
Lerend systeem
Tabel 3. Model waarin opgenomen de werkruimte van individu tot wereldwijde interactie (hier als markt gedefinieerd) en de indeling van data tot dat het wordt gebruikt voor actie ofwel werk. Gearceerde deel is intranet; bovenste laag is extranet. De elektronische leeromgeving. Nieuw in het leerlandschap is de elektronische leeromgeving. Hoewel basisprincipes niet veranderen, bieden deze nieuwe mogelijkheden wel de ruimte om bepaalde principes beter uit te voeren. In tabel 4 zijn een aantal functies aangegeven met de mogelijkheden. Relatief eenvoudige hulpmiddelen kunnen goede communicatiediensten leveren voor externe consistentie. Externe consistentie vraagt n.l. veel communicatie die met e-mail en chatten kan worden uitgevoerd. Het probleem ligt in relatie tussen mensen en de manier waarop mensen zelf de middelen gebruiken waarbij attitude en het volhouden van het communicatieproces op afstand de aandacht vragen. Lesmateriaal zoals tekst, plaatjes en video op het net plaatsen is met de huidige techniek makkelijker dan het samenstellen van de vertrouwde reader. Elektronisch knippen en plakken gaat eenvoudig en het plaatsen in een leeromgeving van het resultaat is eenvoudig. Doorverwijzen via een lesrooster naar de betreffende inhoud is ook eenvoudig. Het wordt lastiger als er echt interactief materiaal moet komen waar de CD rom op alle mogelijke vragen en fouten van de student op een goede manier moet reageren. Het is dan moeilijk de goed interne consistentie te behouden. In tabel 4 zijn een aantal mogelijkheden van de nieuwe media aangegeven, met de functie, of het synchroon of asynchroon kan worden toegepast, hoe de relatie kan worden onderhouden met vervolgens een korte omschrijving. Anders uitvoeren van een basisprincipe verandert wel de leefwereld van mensen. Hier wordt kort ingegaan op: •
The medium is the message, hetgeen wil zeggen dat als het medium verandert er ook veranderingen plaatsvinden in status, beleving en context van hetgeen wordt toegeleverd. Dus de boodschap verandert en ook het leerproces.
•
Grenzen die vervagen en ook de beleving van het krijgen van informatie wordt anders.
•
Samenwerken dat door de computer dat constructivistisch leren bevordert, maar daarbij een discipline vraagt die wellicht met projectmatig werken het beste is te realiseren. Hier wordt kort op ingegaan.
Functie
A/S
Relati
Korte omschrijving
e E-mail
A
1>veel Elektronisch brieven versturen
Chatten
S
Kring
Auteur: Dr Harm Hofman
Telefoneren, maar dan met tekst op PC waar
Juni 2003
http://www.fontysinteractive.nl
9/23
Kennis en het leerlandschap
meer mensen naar kunnen kijken en meetypen Video
A
1>veel Videofilm of DVD met een college
Netmeeting
S
Kring
Vergaderen maar dan via PC internet waar iedereen op eigen plaats zit en via beelden de ander kan zien en kan praten via de lijn. Een soort chatten maar dan met beeld en geluid.
Whiteboarding
S
Kring
Een white board op de PC waar iedereen via internet tekst of tekeningen op kan zetten vanuit zijn eigen werkplek. Dus netmeeting met een whiteboard.
Discussieforum
A
Kring
Plaats op internet waar deelnemers tekst kunnen zetten en op elkaar tekst kunnen reageren. Het is asynchroon chatten en de tekst is meestal wat langer. Vaak is er ook een structuur aangebracht.
Bestandsuitwisse
A
Kring
Brieven op het net plaatsen
ling Multimediaal lesmateriaal •
Statisch
A
1>veel Boeken, plaatjes etc. op multimedia
•
Interactief
A
1>veel Materiaal op multimedia, met vraag en antwoordmogelijkheid
Simulaties
A
1>veel Interactief, maar met meerdere reactie afhankelijk van antwoorden van student.
Gaming
A
1>veel Spelvorm, waarbij reactie van student het programma nieuwe situaties oproept.
Tabel 4: Functies van de elektronische leeromgeving. Berichten versturen in de vorm van brieven (e mail)versturen, met bijlagen (bestandsuitwisseling) gebeurt al eeuwen met de post. Discussiëren en vergaderen met gebruik van een backboard is wellicht nog ouder. Wat opvalt is dat alles sneller en efficiënter kan. Daarnaast neemt de mogelijkheid van tijd en plaats onafhankelijk werken toe. Een discussie op internet is makkelijk en biedt meer mogelijkheden dan een discussie via ingezonden brieven in de (school) krant. Het verdringt ook bepaalde typen discussies waarbij mensen lijfelijk aanwezig zijn. Het nieuwe medium is makkelijk en hoort bij je status als moderne persoon. Dus worden oude communicatievormen vervangen. Maar the
Auteur: Dr Harm Hofman
Juni 2003
http://www.fontysinteractive.nl
10/23
Kennis en het leerlandschap
medium the message. De manier van communiceren verandert en daarmee de manier van werken en de status van mensen. De hoekman bij de beurs is vervangen door een computer. De stenengooiende student van de krakerbeweging in 1970 verstuurt nu zijn ongenoegen via de e-mail vanachter de kachel. Weg vormende werking op het sociale bewustzijn van de student binnen een life krakerbeweging. Communiceren met stenen vraagt andere vaardigheden dan communiceren met e mail en dus meestal ook andere mensen. Door de toename van gebruikersgemak voor de actievoerder neemt het aantal actievoerders makkelijker toe. De vraag is dan wat de betrokkenheid is van de nieuwe actievoerders. Zijn het de echte krakers die betogen of de e mail vaardige studenten die het voortouw nemen. Mensen in een vergaderzaal of een leslokaal gaan anders met elkaar om dan wanneer men met geschreven tekst hetzelfde communicatieproces doorloopt. In een gesprek corrigeert men makkelijker een minder goed geformuleerde zin, temeer daar door non-verbale communicatie snel duidelijk is dat de boodschap verkeerd overkomt. Een docent kan in de klas zien hoe de stemming is en daar op anticiperen. Bij afstand onderwijs is dat niet zo. Bij netmeeting waarbij men werkt met webcams, kan de student best buiten het oog van de webcam een heel ander boek lezen dan wat de docent bespreekt, wat niet zichtbaar is. In een bijeenkomst waar een chef of docent lijfelijk aanwezig is heeft non verbale communicatie een zwaarder accent dan bij internet contact. Er wordt gewerkt aan mogelijkheden (VU) waar de schermen groter en opnamefaciliteiten beter zijn zodat meer van de omgeving zichtbaar wordt. Non-verbale en omgevingscommunicatie krijgen dan weer hun functie. De vraag is of die functie altijd gewenst is voor een optimaal proces. Is de dominantie van een chef of docent altijd wel zo gewenst in een bijeenkomst? Verdwijnen door hun machtspositie niet een aantal goede ideeën of praat men niet veel te lang over de hobby van de “baas”? Voor 360 graden beoordeling van mensen kan het nieuw medium toegevoegde waarde hebben. Opschrijven wat je van iemand vindt vraagt meer aandacht dan iets roepen in bijzijn de persoon of in een groep. In gesprekken treedt vaak een vertekening op. (leugentje om bestwil). Aan de andere kant vraagt e mail schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid en een systematiek. De systematiek is belangrijk om te zorgen dat opmerkingen over en weer niet te oppervlakkig worden (b.v toepassen SMART criteria) Tot slot willen mensen, nu de middelen er zijn ze ook “goed” gebruiken, waarbij goed in ons denken vaak “veel” is. De docent wordt bedolven onder e-mail en studenten moeten elkaar steeds meer beoordelen. Door de toename van de mogelijkheden lijkt het informatievolume toe te nemen, waardoor de tijd om goed na te denken over de formulering afneemt. Deze inflatie van informatie, leidt tot een afwaardering van het middel. Dat wordt vaak niet onderkend. Kortom de nieuwe middelen bieden veel mogelijkheden anders te gaan werken in organisaties, of dat nu
Auteur: Dr Harm Hofman
Juni 2003
http://www.fontysinteractive.nl
11/23
Kennis en het leerlandschap
scholen of bedrijven zijn. Daarmee kan ook de waardering van de diverse werkvormen met bijbehorende status van functionarissen wijzigen. Bewust kiezen in dat nieuwe speelveld lijkt belangrijk. “Grenzen vervagen, behalve in het hoofd” weet de Volkskrant te melden. Hierdoor ontstaat een botsing van wereldbeelden en van waarden. Hoe kleiner de wereld wordt hoe groter het besef van de verschillen. Die verschillen zijn groter dan vaak wordt ingeschat. Internet en multimedia in het algemeen speelt daarbij een grote rol. De Volkskrant zinspeelt op grote cultuurverschillen en botsingen van wereldbeelden die leiden tot fundamentalisme. In de bedrijfskunde speelt dat ook. De manier waarop Japan op de industriële kaart terechtkwam is voor het Westen nog steeds en raadsel. Ondanks alle media is het verschil in wereldbeelden en beelden van organisaties nog steeds gigantisch en zijn Nederlanders nog steeds geen Japanners. Organisatievormen van bedrijven zijn divers en aangepast op de verschillende culturen en specifieke omstandigheden. Niet alleen wereldbeelden maar ook beelden over samenwerkingvormen kunnen botsen mede door het zeer direct contact dat de korte communicatielijnen met internet mogelijk maakt. Mensen zullen ongetwijfeld van elkaar leren door de media, maar dat gaat niet zonder spanningen. Technisch lijkt het westen redelijk superieur maar dat wil niet zeggen dat alle techniek ook in andere continenten bruikbaar of gewenst is, terwijl media dat vaak wel indringend propageren. En dat propageren kan met de nieuwe media. Met virtual reality en driedimensionale bewegende beelden op grote videomuren (zoals bij de VU) zijn ingewikkelde technische structuren zoals het westen die zien, voor studenten goed te visualiseren. Dit is met de media te communiceren naar alle delen van de wereld. Dus niet alleen grenzen van landen vervagen maar ook van organisaties en wereldbeelden zijn op nieuwe manieren uit te drukken. Wat er precies gebeurt met de grenzen in het hoofd, is lastig te zeggen maar het is wel duidelijk dat er zaken veranderen. Binnen organisaties kunnen die grenzen vervagen, maar aan de andere kant is niet uitgesloten dat in eerste instantie binnen bedrijfsculturen er verscherping optreedt indien bepaalde culturen zich door de media dominanter kunnen presenteren. Niet alleen de Europese eenwording gaat moeizaam; ook bedrijfsfusies is een van de moeilijkste onderwerpen binnen de organisatiekunde. Dit zal overigens voor een deel leiden tot een netwerkeconomie, waarbij units zelfstandig blijven, hun eigen cultuur bewaren en alleen op de raakvlakken inkoop verkoop de informatie uitwisselen. Naast deze beweging verandert er ook iets anders in het hoofd. Een kind dat eens per jaar een speelgoedauto als cadeau krijgt ziet die auto als iets van hem. Hij “maakt zich de auto eigen”. Krijgt een kind elke dag een cadeau, dan verschuift de belangstelling van het zich
Auteur: Dr Harm Hofman
Juni 2003
http://www.fontysinteractive.nl
12/23
Kennis en het leerlandschap
eigen maken van dat cadeau of object naar het krijgen van iets nieuws. Niet de auto is de focus maar het verwachtingpatroon dat hij iets nieuws krijgt wordt het basisprincipe. Zo worden mensen nu opgevoed, zeker als het gaat om het krijgen van informatie. Dat is deels terug te vinden in de politiek waar men zich geen ideologieën meer eigen maakt maar mensen volgt die iets nieuws op een prettige manier brengen. Men krijgt zoveel prikkels dat het krijgen van de prikkel de basis wordt en niet meer de inhoud. Men zit te kijken naar wat de politicus vanavond weer voor nieuws zegt op de TV en gaat niet een weekend zitten lezen in een partijprogramma om zich dat eigen te maken. Deze veranderingen in de wereldbeelden van mensen hebben vergaande gevolgen voor studenten in de bedrijfskunde. Niet alleen in hun hoedanigheid als studenten maar ook in hun hoedanigheid als toekomstige adviseur die organisaties met mensen moet veranderen. Computer supported collaborative learning (CSCL), waarbij wordt uitgegaan van de constructivistische leerbenadering biedt volgens studies mogelijkheden, maar men moet er geen wonderen van verwachten (Veldhuis- Diermanse 2002). Dat is deels waar, maar wellicht zijn de mogelijkheden uitgebreider indien de problematiek anders wordt benaderd. Die gevestigde benadering is vanuit het onderwijs met leermodellen van Vermunt. Aanbevelingen zijn goede organisatie van de cursus, het goed voorstructureren van taken, motivatie van de studenten etc.. Kortom de nadruk ligt op leren en de interne consistentie, maar communiceren en nieuwe informatie is de trend. Waar de docenten in sommige gevallen nog mondjesmaat de E mail thuis gebruik omdat de telefoonkosten niet worden vergoed, communiceren studenten continu met een mobiele telefoon met ingebouwde camera. Zij ontvangen continu beelden en verwerken die op een geheel eigen wijze (zie ook boven)
“Het constructivisme stelt niet de docent maar de studenten
centraal in het onderwijsleerproces.”; is het uitgangspunt van veel constructivisten. De beste leermeester is echter de praktijk. Studenten in een praktijksituaties brengen met docenten werkt wellicht beter dan structureren van lesmateriaal en leergesprekken met docenten. Los van de aanmerkelijke beter overdracht van tacit kennis in de praktijk is hier ook de attitude dat mensen meer gericht zijn op het steeds ontvangen van nieuwe beelden van verschillende culturen van belang. Mensen zien informatie niet als iets dat ze zich eigen moeten maken, maar als iets nieuws wat ze elk dag horen te krijgen. Dus waarom discussiëren of een papieren case uitwerken. Dat zijn in het wereldbeeld van studenten bedenksels van voor het internettijdperk van een docent Dat wordt anders als er een real life project moet worden afgerond, waar studenten ook op worden afgerekend. Positieve ervaringen zijn opgedaan met projecten uitgevoerd bij bedrijven waarbij mensen uit de praktijk ook betrokken zijn. Centraal wordt dan het bedrijfsproject met de opdrachtgever,
Auteur: Dr Harm Hofman
Juni 2003
http://www.fontysinteractive.nl
13/23
Kennis en het leerlandschap
waarbij de studenten samen met de docenten een belangrijke rol blijven spelen. De druk op het project, waar de opdrachtgever resultaat wil zien, is leidend en dwingt tot communicatie. Hier ontstaat een workfow principe waarbij het project leidend is. Contentmanagement systemen die hieronder aan de orde komen zorgen ervoor dat elke betrokkene de mogelijke informatie op tijd kan vinden met behulp van andere mensen die in het project werken, waaronder een docenten. De leermodellen van Vermunt komen niet ter sprake, maar wel de competenties van GITP, welke op veel punten overeenkomen met Vermunt, maar die af te stemmen zijn op de reële werksituatie van de studenten nu en na afstuderen (bedrijven gebruiken die ook). Deze ervaringen geven ook geen uitzicht op wonderen, maar mensen laten werken aan competenties die nuttig zijn in de praktijk werkt wellicht beter, dan werken voor competenties om cijfers voor abstracter discussiëren, mailen en verdiepen van stof te halen. Studies naar CSCL lijken een te negatief beeld te geven over constructivistisch leren door de eenzijdige benadering vanuit oude leermodellen. Overigens is het de vraag of constructivisme voor alle vormen van kennisverwerving het meest geschikt is. E learning in het classificatiemodel De elektronische mogelijkheden in het leerlandschap zijn optimaal te benutten indien ze bewust worden ingezet voor geclassificeerde typen kennis waarbij de omgeving en de visie op kennis van essentieel belang zijn. Dat wil dus zeggen dat in de classificatie van tabel 1 wordt ingevuld met de functies van de elektronische leeromgeving van tabel 3. Aanvullend volgen hieronder een paar aantekeningen.
Auteur: Dr Harm Hofman
Juni 2003
http://www.fontysinteractive.nl
14/23
Kennis en het leerlandschap
Intern consistent Situatie
Extern consistent
Gaming
Actieleren
Een voorbeeld is de vlucht simulator
Dit betreft handelend leren. Fontys
voor piloten. Belangrijk zijn
Interactive ontwikkelde hiervoor de
elementen die random in veel
community analyzer. E-mail, chatten,
verschillende scenario’s kunnen
netmeeting, whiteboarding,
voorkomen en die elkaar onderling
discussieforum en bestandsuitwisseling
beïnvloeden. Die moeten dan in een
zijn hier de middelen. Actieleren vindt
levensechte vormgeving worden
plaats tijdens de uitvoering van een
neerzet. Andere media, maar ook
reële taken en komt tot stand door de
herhalingen van de prestaties kunnen
reflectie op het eigen leren en dat van
als reflectiemedium onder studenten
anderen. Ervaring leert dat dit mede
dienst doen. Andere voorbeelden zijn
afhankelijk is van het type organisatie
managementgames, waarbij de reactie (volgende artikel) Ontwikkelingen met van de spelers en ad random
kennisonderhoudscontracten op basis
gebeurtenissen invloed hebben op het
van projecten in bedrijven HBO) en de
spel. Goede programma’s zijn duur.
competentiefilosofie worden opgepakt op basis van ervaringen binnen het kenniscentrum.
Problee m
Simulatie
Teamleren
Simulatie is een vorm van interactief
Bij teamleren worden teams om een
lesmateriaal waarbij een probleem
project en een leertraject gevormd
aan de orde komt dat kan worden
waarbij mensen voor het oplossen van
opgelost maar waarbij de oplossing
problemen gebruik maakt van chatten,
relatief eenduidig is. Het systeem kan
whiteboarding, bestanduitwisseling
antwoorden controleren en cursisten
mindmanagen etc. Communicatie en
aanwijzingen geven waarom het
archivering van die communicatie is dan
precies fout gaat. In die zin is het
de belangrijkste functionaliteit waarbij
probleem rechtlijnig, waarbij er wel
management van die informatie het
meerdere fout oorzaken kunnen zijn.
kritieke punt is.
Auteur: Dr Harm Hofman
Juni 2003
http://www.fontysinteractive.nl
15/23
Kennis en het leerlandschap
Taak
Lesmodule
Werkplekleren
Interactief lesmateriaal is hier te
Helpfunctie en uitwisselen van
gebruiken, met een e mail
informatie voor mensen die op de
mogelijkheid voor het stellen van
werkplek aanwezig zijn horen tot de
vragen. Dit type modules produceert
mogelijkheden maar ook adviseur
Fontys Interactive voor met name MBO gebruiken E-mail om snel van een niveau. Specifieke onderwerpen
collega aanvullende infomtie te
(meestal technisch) in bedrijven lenen ontvangen van collegae. Daarbij is zich er ook voor. Voor HBO
begeleiding in een opbouwend
bedrijfskunde is er aanbod vanuit de
leertraject mogelijk binnen een
VS waar boeken een CD rom
workflow die mensen opleidt.
meeleveren die aansluiten op een
Bestandsuitwisseling en statisch
netsite. Door het groter taalgebied
materiaal over een gebruiksaanwijzing
(Engels) verschijnen er regelmatiger
van een machine is een gebruikelijke
nieuwe drukken waarbij aanpassingen
werkwijze.
aan de CD rom rendabel te exploiteren zijn. Onderhoud van materiaal bij wijzigingen van inzicht is een bottleneck bij het zelf maken van materiaal, dat door gebruik van deze boeken is te ondervangen. Tabel 5 Taakgerichte kennis komt met name voor bij technisch uitvoerende en instrumentele activiteiten. Indien de inhoud van een database het juiste materiaal bevat is het bruikbaar voor zowel bedrijven als opleidingen. Het probleem is de selectie en presentatie van de informatie. Voor storingsmonteurs die alleen op pad zijn (moet plaats en tijd onafhankelijk), is informatie per te onderhouden apparaat op een PC nuttig. Het is dan gewenst dat de specifieke informatie snel te vinden is en de storingsmonteur ter plaatse niet door allerlei gegevens moet bladeren of lezen alvorens hij aan het werk kan. De monteur heeft een enorme kennis en zoekt iets specifieks. In een opleidingssituatie is de aanvangsituatie geheel anders en moet juist wel veel van de basiskennis in het programma worden opgenomen. Zelfs de methode van storingszoeken, die de storingsmonteur impliciet uitvoert zonder nadenken, moet worden aangeleerd bij beginnende technici. Veel
Auteur: Dr Harm Hofman
Juni 2003
http://www.fontysinteractive.nl
16/23
Kennis en het leerlandschap
basismateriaal vanuit bedrijven is universeel bruikbaar, maar de interne consistentie van de aangeboden informatie is mede afhankelijk van de doelgroep. Voor het opzetten van een leersysteem is een analyse noodzakelijk waarbij gebruik kan worden gemaakt van b.v. de CRI methode. (is onderzocht in kader van vernieuwingsfonds). Enerzijds kan men werken naar een on line kennissysteem dat zich steeds uitbreidt met de nieuwste inzichten. Anderzijds geeft men op basis van analyses gericht stapsgewijs toegang tot de informatie aan specifieke doelgroepen. Voor de storingsmonteur is het belangrijk dat de nieuwste informatie snel bereikbaar in de database zit. In onderwijssituaties moeten meer algemene begrippen en methoden worden ingevoerd voor de student. In de praktijk worden voor onderwijs veel cases uit praktijk bevroren en geschikt maakt voor studenten. Het gevolg is dat nieuwe ontwikkelingen moeilijker in het materiaal zijn op te nemen en de voorbeelden in de case snel verouderen. (techniek blijft zo een oubollig imago houden; student is gewend aan steeds nieuwe informatie). Een omgekeerde variant is dat hogere jaars studenten cases uitwerken voor de praktijk. Dit kan bij minder specifiek technische problematiek (wordt gedaan bij sociaal psychologische dienstverlening). Gevolg kan zijn dat het materiaal met een enorme didactische- en basiskennisballast wordt opgezet waardoor het materiaal in de praktijk voor de professional onbruikbaar wordt. De professional gebruikt de informatie dan niet en de terugkoppeling vanuit de praktijk valt weg. Toch is het zinvol om materiaal vanuit de praktijksituatie te gebruiken voor opleiding (met name Cisco levert materiaal). Nieuwe content management systemen kunnen hier een grote toegevoegde waarde hebben maar het blijft nodig dat degene die deze systemen gebruiken inzicht hebben in de interne consistentie van het aangeboden materiaal per doelgroep. Die functionaris is niet een traditionele docent die inzicht in de praktijkbehoefte mist, maar gezien de behoefte aan vraaggerichte opleidingen zou er wel een inhoudsdeskundige moeten zijn die gericht meewerkt in projecten en actuele content voor doelgroepen kan selecteren. Actieleren is met Communityweb van Fontys Interactive toegepast in een franchiseonderneming. De franchisegever is dan de systeembeheerder en moderator (soms trainer) die regels en kennis op het net kan zetten. De overdag drukt bezette franchisenemers, kunnen tijd en plaats onafhankelijk met elkaar communiceren. De manier waarop dit proces dient te verlopen moet nauwkeurig worden onderzocht en in de praktijk worden bijgesteld. Hiervoor is een communityanalyser ontwikkeld. Er wordt dus nu primair gekeken naar de community en niet naar de leerstof of de student. Het leren wordt dan een echt team leren, waarbij er binnen een franchiseonderneming verschillende teams kunnen zijn. Voor de elektrobranche kan er zich een team bezig houden met
Auteur: Dr Harm Hofman
Juni 2003
http://www.fontysinteractive.nl
17/23
Kennis en het leerlandschap
beveiligingsinstallaties, besturingsinstallaties lichtinstallaties etc.. Dit zij deelteams die samen leren vanuit verschillende franchisenemers in netwerkverband. Niet het lesrooster en de puntenlijst is het maatgevend (laatste zit er niet eens in) maar het prikbord, discussiemogelijkheden, bijhouden van rapporten en doorverwijzingen naar goede sites zijn de kern. Daarbij wordt een gezamenlijke werkwijze ontwikkeld. Dit is niet alleen met e learning te bereiken. Er wordt dan bewust door de moderator gewerkt met bijeenkomsten waar men elkaar persoonlijk leert kennen en informatie uitwisselt. Overigens is het heel goed mogelijk een cognitieve cursus over b.v. Word of een bepaald typen lampen op deze site te plaatsen. Het gaat om het goed faciliteren van de goede leerfilosofie waarbij te veel technische geavanceerdheid soms storend werkt. Mensen moeten er eenvoudig mee kunnen werken en er moet niet systeembeheerder nodig zijn om iets te kunnen doen. Belangrijk is dat de teams een goede samenstelling hebben omdat men anders niet tot resultaten komt. (Hofman Kokke; Belbin test is meegenomen in communityanalyzer) Tot slot kan worden gewerkt met structureringstools (Mindmanager ;mindmap op de computer). De ervaring met dit project komt in het volgende artikel verder aan de orde. Dan zal blijken dat de cultuur en bepaalde competenties van belang zijn voor slagen van actieleren. Discipline en volhouden zijn belangrijk bij ondernemers die elke dag worden geconfronteerd met operationele problemen. Wat wel goed lijkt te werken is in een post HBO cursus uitwerken van projecten in een team van cursisten, bedrijven en docenten in een actieleertraject (cursus Fontys Interactive). Hier is ook het project leidend, maar lijkt de tijdslimiet die de cursus stelt een goede randvoorwaarde voor de discipline in het traject. Verschil met de franchiseformule is het projectmatige (eindig) karakter van de werkwijze van de cursus. In het beroepsonderwijs wordt gewerkt aan elektronische leeromgevingen (ELO). Voor het slagen zijn de gebruikersmogelijkheden van belang en de aansluiting naar een lerende omgeving. Een lerende omgeving is die omgeving waar interactie met de beroepspraktijk mogelijk is (hier komt het volgende artikel op terug). Het is niet onwaarschijnlijk dat de ELO, als specifiek product, in de toekomst verdwijnt. Men tracht in dergelijke ELO’s een aantal functies ter verenigen, te weten: •
Competentiemanagement en portfolio gedachte die in de HRM modules van nagenoeg elk groot pakket zit (SAP, Baan, Peoplesoft). Bedrijven werken daar al lang mee en de vraag is wat de toegevoegde waarde in de toekomst is van een ELO voor deze zelfde functie. Het maakt niet zoveel uit of men de competenties van studenten of werknemers bijhoudt. Deze bedrijfssystemen zijn geavanceerder en beter uitgewerkt.
Auteur: Dr Harm Hofman
Juni 2003
http://www.fontysinteractive.nl
18/23
Kennis en het leerlandschap
•
Kennisdatabank, waarin data en informatie op een goede manier wordt opgeslagen en bijgehouden. Dit wordt met name gedaan bij bedrijven en uitgevers. Bedrijven kunnen hier enorme voordelen mee behalen en zullen dit verder uiterken. De toegevoegde waarde van een ELO is hier nauwelijks aanwezig.
•
Contentmanagementsysteem, dat is verwant aan de kennisdatabank maar voor de distributie kan zorg dragen. Daarin is dan ook nog een communicatiefunctionaliteit toe te voegen
Een differentiatie naar dit type systemen zal in de toekomst plaatsvinden waarbij standaardisatie gaat zorgen voor uitwisselbaarheid van data tussen die systemen zodat ze universeel toepasbaar zijn. Aan de andere kant zullen grotere systemen met een steeds geavanceerdere content management module op de markt komen. Zeker voor HBO bedrijfskunde zijn human development tools die daarbij horen geschikt voor het leerproces en sluiten tevens aan bij de werkelijke werkomgeving waar de studenten later in gaan werken. Technische vakgebieden en met name op MBO niveau lenen zich voor aparte taakgerichte modules, maar ook die kunnen door bedrijven worden geleverd vanuit hun kennisdatasysteem, zij het na een behandeling met het content management systeem dat het geschikt maakt voor dat type studenten.
Contentmanagement. Tot een paar jaar geleden waren er nog maar weinig software bedrijven en bedrijfskundigen die de term contentmanagement gebruikten. Tegenwoordig beweren tientallen software producten en dienstverleners contentmanagement te ondersteunen en grote organisaties doen enorme investeringen op dit gebied (Gartner en Forrester). Het gevolg is dat de commerciële sector een behoorlijke omvang begint te krijgen. Het interessante van content management is dat het tegelijkertijd reeds bekend is maar ook volledig nieuw is. De combinatie van veel ideeën maakt dat er een nieuwe manier van denken ontstaat over content en publiceren. Zo moet u om aan content management te doen uw doelgroepen kennen. Dat is niet nieuw, schrijvers, docenten, marketingmedewerkers en computerprogrammeurs gebruiken al heel lang doelgroep analyses, zij het op verschillende manieren. Door echter deze verschillende doelgroepanalyses te combineren en toe te passen op de specifieke eisen van personalisatie in een contentmanagementsysteem, ontstaat een benadering die veel verder gaat. Doorgaans proberen mensen hun oude methoden en inzichten te gebruiken om een nieuw probleem aan te pakken, maar in dit geval werkt dat niet. Er moet een benadering komen die duidelijk is afgeleid van oudere disciplines, maar die een nieuwe discipline
Auteur: Dr Harm Hofman
Juni 2003
http://www.fontysinteractive.nl
19/23
Kennis en het leerlandschap
vormt rond de behoeften die komen kijken bij het maken, beheren en publiceren van grote hoeveelheden informatie. Op die manier kan content management opvattingen over elearning e- business en etc. concretiseren en een tegengif zijn voor de huidige informatiemanie. Content management systemen maken en beheren brokjes informatie en koppelen daar alle informatie aan die eventueel nodig zijn om te bepalen wat ze waard zijn. Content is een compromis tussen de bruikbaarheid van data en de rijkdom van informatie en is dus uitgebreide informatie, ingepakt in eenvoudige data. De data rond de informatie (metadata) is de een vereenvoudigde versie van de context en de betekenis van de informatie. In een contentmanagementsysteem beheert de computer de informatie indirect met behulp van data. Het systeem is dan voor content verzamelen, beheren en publiceren, waarmee de publicatie van informatie makkelijk los te koppelen is van het maken ervan. De brokjes informatie kunnen kleiner zijn en individueel werken wordt steeds meer vervangen door grotere informatiewebben. Dat wil dus zeggen dat delen van informatie overal te krijgen zijn en per geval specifiek kunnen worden gepubliceerd. Zo zullen delen van informatie over al ter wereld in bedrijven en binnen onderzoeksprogramma’s beschikbaar komen die per individuele klant, student, kennisvrager etc. wordt gepubliceerd door een persoon die informatie kan interpreteren en de vraagarticulatie van de vrager kan ondersteunen. Voor eenvoudige zaken zal de klant zelf de informatie snel kunnen zoeken. In andere gevallen zal er steun worden gevraagd, die dan hoofdzakelijk specifiek is en van de aanbieder een extra stuk inleving in de context vraagt om dat deel dat het contentmanagementsysteem niet ondervangt, aan te vullen. Dit vraagt ook een groot stuk intrinsieke kennis van de problematiek waar de vrager mee bezig is. In termen van opleidingen vraagt dat niet een lineair leerproces maar een chaotisch proces waarbij degene die de lerende ondersteunt, en dat kan iedereen kan zijn (geen specifieke docent functie), zicht heeft op de omgeving van waaruit de vraagsteller vragen stelt. Die omgeving zal steeds meer een reële project- of werkomgeving zijn met specifieke vragen, in plaats van een vorm van een klas waar volgens een programma informatie wordt aangeboden volgens een gemiddelde vraag in het kader van een studieprogramma. Deze contentmanagementsystemen samen met de nieuw communicatiesystemen om een communities snel samen te stellen en te ontbinden geven een geheel nieuwe wijze van denken over leren en opleiden. Communinties komen en gaan en maken gebruik van contentmanagementsystemen. Er kan een soort moderator zijn, die heel goed de omgeving van de lerende kent en wellicht samen werkt met de lerende. Dat gaat in projecten waarbij senior projectleiders in een bepaald beroep de minder ervaren
Auteur: Dr Harm Hofman
Juni 2003
http://www.fontysinteractive.nl
20/23
Kennis en het leerlandschap
mensen begeleiden en zelf enige begeleiding krijgen van een contentmanager. Ook projectleiders kunnen, naast diverse andere projectmedewerkers, voor specifiek projecten met collegae een community vormen gedurende het project om over een aantal projecten met gelijke focus informatie uit te wisselen. Hoe dit er precies uit gaat zien is niet duidelijk. Wel zullen de algemene opleidingen geheel vervallen en ontstaan er nieuwe vormen van meten van competenties van mensen met daarbij bepaalde waarderingsnomen. Ook die zullen minder rigide zijn dan de huidige diplomastructuur of er ontstaat een differentiatie binnen die globale lijnen. De helpdeskfunctie werd hierboven al genoemd in het kader van ITIL. Vanuit het kenniscentrum is de vraag gesteld of dit model kan voldoen als ondersteuning van de docent in een elektronische leeromgeving. Zoals hierboven is aangegeven is de kennisontwikkeling ook binnen ITIL gericht op zowel taak, probleem als situatie gerichte vraagstukken. De vraag die echter relevant wordt is wat de systeemgrenzen zijn waarbinnen vraagstukken worden opgelost. ITIL is gericht op de ondersteuning, namelijk de informatiesystemen in brede zin, van een kernactiviteit van een onderneming. Zodra vragen gaan over content wordt de systeemgrens verlegd van databases en applicaties naar inhoudelijke metadata en het werken daarmee. De kernactiviteit, namelijk opleiding in een nieuwe omgeving is aan de orde. Modellen en visies over beroepsopleidingen kunnen niet overgelaten worden aan de informatieafdeling. Voor de service aan docenten of projectleiders kan dus niet worden volstaan met het opzetten van een ITIL model binnen een instelling, maar moet een verdere aanvulling plaats vinden als het om content gaat en leersystemen met andere didactische invullingen. Met name op het tactische en strategisch niveau kan niet worden volstaan met problemsolving en changemanagement, maar moet er een mechanisme in werking treden waarbij meer inhoudelijke invloed van de kernactiviteit mogelijk is en er buiten de systeemgrenzen van de informatiesystemen wordt gedacht. Dat wil dus zeggen dat het model van tabel 1 niet voor niets verschillende systemen voor diverse domeinen weergeeft op de gerichtheid van kennis. Ondergaat een domein verandering dan veranderen de systeemgrenzen en wordt het systeem opnieuw gedefinieerd. Een systeem wordt bepaald door de grenzen die de onderzoeker eer aangeeft. Als werkwijzen veranderen, veranderen ook de grenzen van onderzoek en betreden nieuwe elementen het toneel. Content management en ook met toename van workflowmanagement en werken met projecten stelt andere eisen aan systemen die meer betrekking hebben op de kernactiviteit dan op de ondersteunende systemen en derhalve zal er ruimte moeten komen voor die kernactiviteiten in de besluitvorming. Dat volstaat
Auteur: Dr Harm Hofman
Juni 2003
http://www.fontysinteractive.nl
21/23
Kennis en het leerlandschap
niet met een standaard ITIL model, zij het dat ITIL wel toegevoegde waarde heeft in een iets aangepaste vorm. Samenvatting. In de beginfase van e learning is expliciete kennis makkelijk via multimedia te verspreiden, maar de doorbraak voor de kennismaatschappij komt pas bij goed contentmanagement dat maatwerk levert en waarbij ook impliciete beroepskennis via de communicatiemogelijkheden van nieuwe media worden gebruikt binnen virtuele communities. Leren met een goede externe consistentie vraagt leren in een netwerk met het beroepenveld waar ook de tacit kennis in praktijk wordt gebracht en zo wordt geleerd. De indelingen naar de niveaus waar de kennis zich op richt komen uit de systeemleer waarbij de keuze van de systeemgrens verschilt afhankelijk van wat men wil onderzoeken. Die systeemgrenzen verschuiven door de nieuwe media. Onderwijsinstellingen verschuiven niet mee en blijven vaak steken in het online learning continuüm dat is gerelateerd aan het geheugen van mensen voor expliciete kennis en vervreemden van de beroepsgroep in de vorm van een pedagogische provincie. De bredere beroepsomgeving is weer te geven door een model waarin de gehele werk- een leefwereld van de beroepsgroep met de alle communicatie is opgenomen. De nieuwe middelen bieden veel mogelijkheden anders te gaan werken in organisaties, of dat nu scholen of bedrijven zijn. Daarmee kan ook de waardering van de diverse werkvormen met bijbehorende status van functionarissen wijzigen (Medium is the message). Bewust kiezen in dat nieuwe speelveld lijkt belangrijk. De communicatie geeft ook veranderingen in wereldbeelden van mensen die vergaande gevolgen hebben voor studenten in de bedrijfskunde. Niet alleen in hun hoedanigheid als studenten maar ook in hun hoedanigheid als toekomstige adviseurs, die organisaties met mensen moet veranderen. Studies naar CSCL lijken een te weinig optimistisch beeld te geven over constructivistisch leren door de eenzijdige benadering vanuit oude leermodellen. Constructivistisch leren willen mensen in een reëel leefsituatie met steeds nieuwe inzichten vanuit de praktijk en niet vanuit een statisch on linen learnig systeem dat is geënt op herinneren van kennis. Overigens is het de vraag of constructivisme voor alle vormen van kennisverwerving het meest geschikt is. Nieuwe content management systemen kunnen voor alle vormen van leren een grote toegevoegde waarde hebben maar het blijft nodig dat degene die deze systemen gebruiken inzicht hebben in de interne consistentie van het aangeboden materiaal per doelgroep. Die functionaris is niet een traditionele docent die inzicht in de praktijkbehoefte mist, maar gezien de behoefte aan vraaggerichte opleidingen zou er een inhoudsdeskundige moeten zijn die gericht meewerkt in projecten en actuele content voor doelgroepen kan selecteren. Projectmatig werken is
Auteur: Dr Harm Hofman
Juni 2003
http://www.fontysinteractive.nl
22/23
Kennis en het leerlandschap
werken met een tijdslimiet (project kent een einddatum als het goed is) hetgeen een goede randvoorwaarde lijkt voor de discipline in een leertraject. Human Resource Management systemen ontwikkelen ondersteunde software voor de persoonlijke ontwikkeling van individuen, die aansluiten bij de werkomgeving van studenten in de toekomst, maar die kunnen ook in de leerfase dienst doen. Inhoudelijke informatie voor het leren kan worden aangestuurd door een contentmanagementsysteem. De toegevoegde waarde van elektronische leeromgevingen die specifiek voor scholen worden ontwikkeld lijkt voor HBO dan ook laag. Er moet een nieuwe benadering komen die duidelijk is afgeleid van oudere disciplines, maar die een nieuwe discipline vormt rond de behoeften die komen kijken bij het maken, beheren en publiceren van grote hoeveelheden informatie. Op die manier kan contentmanagement opvattingen over e- learning ebusiness en etc. concretiseren en een tegengif zijn voor de huidige informatiemanie. Algemene opleidingen vervallen en er ontstaan er nieuwe vormen van meten van competenties van mensen met daarbij bepaalde waarderingsnormen. Ook die zullen minder rigide zijn dan de huidige diplomastructuur of er ontstaat een differentiatie binnen die globale lijnen.
Auteur: Dr Harm Hofman
Juni 2003
http://www.fontysinteractive.nl
23/23