Keelamandelen verwijderen bij grote kinderen Deze uitleg geeft u inzicht in het hoe en waarom van het verwijderen van keelamandelen bij kinderen zwaarder dan 25 kg. U kunt voor deze operatie een afspraak maken via de polikliniek KNO. De wachttijd voor deze afspraak en de operatie is kort.
Wat zijn amandelen? Amandelen zijn lymfeklieren. leder mens heeft twee keelamandelen, één tongamandel en één neusamandel. Keelamandelen De keelamandelen zitten tussen het zachte gehemelte en de plooien van de keel, naast de tong. Tongamandel De tongamandel zit achter op de tong en geeft zelden klachten. Neusamandel De neusamandel zit aan de neusachterwand, achter het zachte gehemelte (huig) en verdwijnt vrijwel altijd in de puberteit. Amandelen kunnen allerlei door mond en neus binnenkomende ziektekiemen (bacteriën en virussen) bestrijden en hebben zodoende, als zij goed functioneren, een nuttige afweerfunctie.
Wanneer amandelen verwijderen? Soms worden de ziektekiemen onvoldoende vernietigd en gaan deze zich ophopen. De keelamandelen zijn dan, soms zelfs voortdurend, ontstoken (angina) en veelal opgezwollen. Vaak zijn er ook klieren in de hals voelbaar. De keelamandelen zijn nu zelf de oorzaak van ontstekingen geworden en vervullen geen nuttige afweerfunctie meer. De gevolgen van zieke keelamandelen kunnen zijn: regelmatig terugkerende perioden van keelpijn en/of slikpijn, koorts, algehele malaise, vieze smaak in de mond, moeheid, snurken en een slechte adem. Een doorgemaakt keelabces is altijd een reden voor operatie. Samenvattend kan gesteld worden, dat, wanneer de keelamandelen meer kwaad dan goed doen, de KNO-arts vaak voorstelt de ziekmakende keelamandelen eruit te halen.
Voorbereidingen Je verlaat de polikliniek keel-, neus- en oorheelkunde (KNO) met een principeafspraak voor de operatiedatum. Je maakt daarna direct een afspraak voor de polikliniek anesthesiologie (route 32), waarna je je bij het patiënten service bureau (PSB - route 25) meldt om een gecombineerde afspraak voor PSB en anesthesioloog te maken. Bij die afspraken heb je een gesprek met een medewerker van het PSB (verpleegkundige) en de 1
anesthesioloog. Op deze manier worden alle benodigde gegevens - van belang voor je operatie - binnen en buiten het ziekenhuis verzameld. Dit kost soms tijd. Op de polikliniek anesthesiologie beoordeelt de anesthesioloog aan de hand van een vragenlijst en het lichamelijk onderzoek of je gezond genoeg bent om veilig de narcose te kunnen ondergaan. De anesthesioloog beoordeelt ook of aanvullend onderzoek (bloedonderzoek, röntgenfoto van de borstkas, elektrocardiogram (hartfilmpje) of longfunctietest) nodig is. Eventuele vragen over de narcose en je medicijnen kun je bij de polikliniek anesthesiologie stellen.
Voorbereiding door de ouders/verzorgers thuis Een operatie is voor iedereen een ingrijpende gebeurtenis, voor het kind nog het meest. Een kind verwerkt een opname in een ziekenhuis beter wanneer het vooraf weet wat er gaat gebeuren. Daarom is het belangrijk dat uw kind weet waarom het naar het ziekenhuis moet, wat daar gaat gebeuren en wat de gevolgen zijn. Vertel wat ze zullen zien, voelen, ruiken en zeg in ieder geval dat ze mogen huilen. De informatie die u geeft moet eerlijk zijn. Angst kan niet volledig worden weggenomen en dat hoeft en kan ook niet. Een kind wil meestal nauwkeurig horen wat er allemaal gaat gebeuren. Als u uw kind voldoende informatie geeft, dan geeft u het ook de mogelijkheid om over zijn angsten en onzekerheden te praten. Om u te helpen, hebben wij een viertal tips: Maak gebruik van boekjes die bij de bibliotheek en boekhandel verkrijgbaar zijn; Koop speelmateriaal over het ziekenhuis bij de speelgoedwinkel; Neem contact op met de Landelijke Vereniging Kind en Ziekenhuis, die tot doel heeft: het bevorderen van het welzijn van het kind vóór, tijdens en na een ziekenhuisopname. Hier kunt u informatie krijgen over verschillende soorten informatiemateriaal; Maak een kennismakingsbezoek aan de kinderafdeling. U kunt hiervoor een afspraak maken via de receptie van de kinderafdeling. Een pedagogisch medewerker of verpleegkundige zal u en uw kind de gang van zaken rond de operatie en de kinderafdeling vertellen.
Belangrijk Als je rookt, moet je ten minste één dag voor de operatie stoppen met roken. Je moet de KNO-arts en anesthesist melden als er in je familie aangeboren bloedstollingstoornissen voorkomen. Tien dagen voorafgaande aan de operatie mag je geen ASPIRINE-bevattende medicijnen, zoals Aspro, Sinaspril, Ascal en APC en bloedverdunners, zoals Sintrom en Marcoumar gebruiken. Deze medicijnen hebben invloed op de bloedstolling. Op de dag van de operatie dien je nuchter te zijn. Dit betekent, dat je vanaf middernacht voor de operatie niets meer mag eten; vanaf 2 uur voor de operatie mag je niets meer drinken.
Je neemt mee naar het ziekenhuis Nachtkleding, kamerjas en pantoffels en eventueel een favoriete knuffel Gebruik je medicijnen, dan moet je deze op de afdeling afgeven (voldoende voor de gehele opnameperiode) Het afsprakenkaartje Kostbare zaken, zoals sieraden en dergelijke kun je beter thuis laten.
2
Ziekenhuisverblijf voor de operatie Melden Je moet je, op de door de opname-afdeling afgesproken tijd, nuchter op de kinderafdeling (begane grond rechts van hoofdingang) melden. Verpleegkundige opname Een verpleegkundige maakt je wegwijs op de afdeling, wijst je een bed, heeft nog enkele vragen, de lichaamstemperatuur wordt gemeten en controleert of je nuchter bent. Je krijgt een naambandje voor om je pols en een operatiejasje om aan te trekken. Je krijgt indien afgesproken: premedicatie en eventuele pijnstilling. Pedagogisch medewerker De pedagogisch medewerker (begeleidster) zal een fotoboek over de narcose en/of een narcosekapje laten zien.
Operatie Je gaat vlak voor de operatie met één van je ouders (verzorger), een verpleegkundige en de pedagogisch medewerker naar de voorbereidingskamer bij de operatiekamer. De anesthesist bespreekt met je hoe je het veiligst onder narcose kan worden gebracht; je ademt in een kapje waarmee je onder algehele narcose wordt gebracht; als je slaapt, krijg je een infuus. Met het infuus word je verder onder narcose gebracht. Je moet beademd worden door een beademingsbuisje dat in de luchtpijp wordt gebracht. Je vader of moeder mag bij je blijven totdat je onder narcose bent gebracht. Daarna gaat je vader of moeder terug naar de kinderafdeling of de wachtkamer bij de operatiekamer. Aan het einde van de operatie krijg je een zetpil tegen de pijn die na de operatie ontstaat. Keelamandelen verwijderen heet in het Latijn tonsillectomie ('het uitsnijden van de amandel'). Bij grote kinderen worden de amandelen stapsgewijs losgemaakt, ook wel pellen genoemd. Dit gebeurt omdat de keelamandelen vaster zitten aan de onderliggende weefsellaag. Dit kost meer tijd, zodat de operatie niet meer op de ‘kleine kindermanier’ kan. De operatie duurt ongeveer 20 minuten.
Ziekenhuisverblijf na de operatie Uitslaapkamer Direct na de operatie word je wakker op de uitslaapkamer, die vlak bij de operatiekamer is. Eén ouder/verzorger kan hiernaar toe komen. Als je weer goed wakker bent, word je met je ouder/verzorger van de uitslaapkamer naar de kinderafdeling gebracht. Daar gaan de controles, zoals pols tellen en lichaamstemperatuur meten door. De kinderafdeling Terug op de afdeling zorgt de verpleegkundige ook weer voor controles, zoals pols tellen en lichaamstemperatuur meten. Bloed Meestal komt er de eerste 3-6 uren na de operatie wat vers (helder rood) bloed uit de keel. Ook kan donker bloed worden gebraakt; dit is oud bloed dat tijdens de operatie in de maag terecht is gekomen. De verpleegkundige weet welke hoeveelheden nog normaal zijn. Bedrust Als je je goed voelt, hoef je op de operatiedag geen bedrust te houden. 3
Infuus Het infuus wordt een paar uur na de operatie verwijderd, als je geplast en gedronken hebt. Pijn Uiteraard heb je na de operatie keelpijn, maar ook (uitstralende) pijn in de oren (je oor zit immers vlak bij de wond). Veelvuldig drinken van ijswater (hoe pijnlijk ook) vermindert uiteindelijk toch de pijn. De pijn is maximaal aanwezig op de operatiedag en de tweede dag na de operatie. Volgens een vast schema krijg je pijnstillers. Eten en drinken Tijdens het ziekenhuisverblijf mag je niet alles eten en drinken. Je mag de dag van de operatie alleen maar ijswater/limonade drinken. Je moet regelmatig kleine slokjes drinken, zodat je de keel 'in beweging' houdt. Ook het kauwen van kauwgom geeft deze beweging. Dit houdt de wonden in je keel goed schoon en voorkomt een nabloeding. Drink liever ieder kwartier een klein slokje dan ieder uur één grote slok. Douchen Het nemen van een korte lauwe douche is toegestaan. Je mag je haren vanaf 24 uur na de operatie weer wassen. Slapen Als je blijft overnachten (bij een 24-uurs opname) mag één ouder/verzorger bij je op de kamer blijven slapen.
Ontslag Bij een dagverplegingverblijf op de kinderafdeling is het afhankelijk van hoe laat je ‘geholpen’ wordt, wanneer je weer naar huis toe mag. Dit wordt wel vooraf met je besproken. Als je een nacht in het ziekenhuis moest blijven mag je de dag na de operatie om 9.00 uur naar huis.
Nazorg Dieet Vanaf de eerste dag na de operatie mag je: waterijs, koude vloeibare voeding (yoghurt en vla), ijswater, koude limonade (géén rode), appelsap en gepureerde voeding. De dagen hierna mag je het dieet langzaam uitbreiden tot het normale. Het is verstandig als je in deze week nog geen hard en scherp voedsel (patates frites, vis, gebakken aardappelen, broodkorsten) of scherpe stoffen (specerijen, koolzuurhoudende dranken, alcohol, tabak) gebruikt. Rode drank/ijs is niet verstandig, omdat dit op bloed lijkt. Pijn Voor de keelpijn krijg je van het ziekenhuis een advies mee voor het gebruik van de paracetamol en dicolfenac.Ter bestrijding van de keelpijn kun je bij drogist of apotheek paracetamol kopen, die je een uur voor de maaltijd moet innemen. Als je geen keelpijn meer hebt (meestal na 10 dagen), moet je geen pijnmedicatie meer gebruiken.
4
Wond De twee wonden in de mond genezen met een korst die langzaam in 7-10 dagen (uiterlijk 14 dagen) vanzelf oplost of losraakt (een geringe bloeding mag daarbij optreden). Een korst die nat wordt (speeksel), is grijs-wit, zodat je in de keel aan weerszijden een grijs-witte korst ziet. Deze kan ook vies ruiken (rottende lucht); dit is normaal. Er bestaat ook vaak een metaalachtige smaak. Koorts Bij een lichaamstemperatuur boven de 38,5ºC moet je contact opnemen met het ziekenhuis. Hoesten/schrapen Door te krachtig hoesten of schrapen kun je een nabloeding krijgen, omdat dan de wondkorst te snel kan losraken. Sporten De eerste 3 weken na de operatie mag je niet sporten/gymmen.
Controle Na ontslag uit het ziekenhuis word je zes weken na de operatie ter controle op de polikliniek van de KNO-arts terugverwacht. De verpleegkundige maakt deze afspraak voor je.
Complicaties Complicaties komen gelukkig zelden voor. Toch is het belangrijk hier wel iets over te zeggen. Nabloeding Bij iedere operatie, ook bij het operatief verwijderen van keelamandelen, is er sprake van enig risico. In dit geval is het voornaamste risico een nabloeding. Een normale bloedstolling tijdens en na de operatie is van groot belang, daarom mag je voorafgaand aan deze ingreep geen bloed verdunnende middelen gebruiken. Deze middelen zorgen ervoor dat het bloed minder goed of in het geheel niet stolt. Eveneens moet je vermelden of er in je familie aangeboren bloedstollingstoornissen voorkomen. De kans op een nabloeding is de eerste 6 uur na de ingreep het grootst. Na ontslag is het risico van een nabloeding zeer klein. Bij een nabloeding is de korst te vroeg losgelaten (bijvoorbeeld door schrapen) en is een bloedvaatje weer gaan bloeden. Dit bloed is altijd helder rood. Er ontstaat dan soms een slecht nieuw stolsel, dat voorkomt dat het bloedende bloedvaatje zich kan terugtrekken en afsluiten, zodat er afwisselend wel en geen bloeding optreedt. Je moet daar altijd melding van doen. Het is vaak voldoende om (soms onder plaatselijke verdoving) het niet goed afsluitende stolsel te verwijderen, zodat een nieuw en beter stolsel kan ontstaan. Soms, in minder dan 1,5 procent (meting in 2012) van de amandeloperaties, is het nodig om de nabloeding onder narcose te behandelen. Bij een nabloeding thuis word je verzocht contact op te nemen met het ziekenhuis.
Herstel In de eerste week na de operatie mag je bij goed weer naar buiten. Je moet wel veel rusten en vroeg naar bed. Na deze week mag je weer naar school (of naar je werk) gaan. Vaak blijft je nog geruime tijd af en toe keelpijn hebben. 5
Heb je nog vragen? Heb je na het lezen van deze informatie nog vragen, neem dan contact op met de polikliniek KNO.
WGBO (Wet Geneeskundige BehandelingsOvereenkomst) De wet schrijft voor, dat een arts voor een behandeling of een onderzoek de toestemming van de ouders nodig heeft. Daaruit vloeit voort, dat ouders recht hebben op alle informatie die nodig is om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen. Kinderen hebben eveneens recht op informatie, los van het gegeven hoe oud ze zijn. Naar gelang de leeftijd van het kind of naarmate een kind meer heeft meegemaakt, doen ouders en hulpverleners er goed aan ook naar de mening van het kind zelf te luisteren (tekst Vereniging Kind en Ziekenhuis). Voor kinderen van 12 tot 16 jaar geldt, dat een arts voor een behandeling of onderzoek toestemming nodig heeft van het kind zelf en van de ouders.
Bent u verhinderd? Heeft u een belangrijke reden waarom u niet kunt komen op uw afspraak? Neem contact op met de polikliniek. Gaat het om een opname? Bel dan het patiënten service bureau. Bel zo snel mogelijk, maar uiterlijk 24 uur voor uw afspraak. Anders brengen wij u helaas een wegblijftarief in rekening. Kijk op bovenij.nl voor het actuele tarief.
Telefoonnummers BovenIJ ziekenhuis Hoofdreceptie Receptie kinderafdeling Polikliniek KNO (tijdens kantooruren) Spoedeisende hulp (buiten kantooruren) Landelijke Vereniging Kind en Ziekenhuis
020 - 634 6346 020 - 634 6117 020 - 634 6212 020 - 634 6200 078 - 614 6361
Bezoekadres Statenjachtstraat 1 1034 CS Amsterdam
© BovenIJ ziekenhuis 10-2013-169876
Adres BovenIJ ziekenhuis Postadres Postbus 37610 1030 BD Amsterdam
6