Bijlage 1
KB 78 Art. 21 Niemand mag de verpleegkunde, zoals bedoeld in artikel 21 quinquies, uitoefenen indien hij niet erkend is als drager van hetzij de beroepstitel van verpleegkundige, hetzij de beroepstitel van gegradueerde van verpleegkundige, en bovendien niet beantwoordt aan de voorwaarden, gesteld in artikel 21 sexies (diplomavereisten).
Art. 21 quinquies.§ 1. Onder uitoefening van de verpleegkunde wordt verstaan het vervullen van de volgende activiteiten : A) het observeren, het herkennen en het vastleggen van de gezondheidsstatus zowel op psychisch, fysisch als sociaal vlak; -
het omschrijven van verpleegproblemen;
-
het bijdragen aan de medische diagnose door de arts en aan het uitvoeren van de voorgeschreven behandeling;
-
het voortdurend bijstaan, uitvoeren en helpen uitvoeren van handelingen, waardoor de verpleegkundige het behoud,de verbetering en het herstel van de gezondheid van gezonde en zieke personen en groepen beoogt;
-
het verlenen van stervensbegeleiding en begeleiding bij de verwerking van het rouwproces;
b) de technisch-verpleegkundige verstrekkingen waarvoor geen medisch voorschrift nodig is, alsook deze waarvoor wel een medisch voorschrift nodig is.
Artikel 21 octies Het is ieder beoefenaar van de verpleegkunde verboden, hoe dan ook, zijn medewerking of zijn bijstand te verlenen aan niet bevoegde derde, met het doel het hem mogelijk te maken de verpleegkunde te beoefenen.
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
Bijlage 2a
Draaiboek tuberculose Je hebt een vermoeden van tuberculose doordat de persoon enkele van de volgende symptomen vertoont: aanhoudende zware hoest vermoeidheid harde en verdikte klieren in de nek koorts bloederige fluimen (!) verminderde eetlust gewichtsverlies nachtelijk zweten 1. Meld je vermoeden aan de teamverantwoordelijke. 2. Breng de preventieadviseur op de hoogte. 3. Contacteer de VRGT (Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding) voor een onderzoek. 4. Wanneer je de persoon met de auto naar de arts brengt, hou dan de raampjes open. Zorg trouwens steeds voor voldoende verluchting, ook op koude(re) dagen. 5. Volg hun adviezen op.
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
Bijlage 2b
Contactgegevens VRGT CENTRAAL SECRETARIAAT VRGT Eendrachtstraat 56 1050 Brussel tel 02/510 60 90 - fax 02/511 46 14 - e-mail:
[email protected]
Openingsuren gezondheidscentra tuberculosebewaking (RX = longfoto - THT= tuberculinehuidtest) BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Van Gaverstraat 1 1000 Brussel tel. en fax (02)411 94 76 - e-mail:
[email protected] Prof. Dr. W. Schandevyl, Mevr. Veerle Vansand en Dhr. Steven Willems, Mevr. Joke Catrysse Maandag Woensdag Vrijdag
van 15u00 tot 18u00 van 10u00 tot 12u00 van 08u30 tot 10u00
RX grootbeeld + THT RX grootbeeld + THT (consultatie met arts) RX grootbeeld + THT
PROVINCIE ANTWERPEN Vredestraat 93 2600 Berchem tel. (03)287 80 10 - fax (03)287 80 11 - e-mail:
[email protected] Mevr. J. Blockx, Mevr. C. Joos, Mevr. L. Degroote maandag Maandag woensdag donderdag
van van van van
08u00 13u00 13u00 16u00
tot tot tot tot
12u00 16u15 16u15 18u15
RX RX RX RX
grootgrootgrootgroot-
en en en en
kleinbeeld kleinbeeld + THT kleinbeeld + THT kleinbeeld + THT
Graatakker 6 2300 Turnhout tel. (014)41 13 62 Mevr. J. Blockx Woensdag
van 18u30 tot 19u30
RX grootbeeld + THT
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
PROVINCIE LIMBURG Stadsomvaart 7 3500 Hasselt tel. en fax (011)22 10 33 - e-mail:
[email protected] Dhr. R. Thijs Maandag
van 08u00 tot 10u00
woensdag
van 15u00 tot 18u00
RX groot- en kleinbeeld + THT
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN Grauwpoort 9 9000 Gent tel. (09)225 22 58 - fax (09)224 27 97 - e-mail:
[email protected] Dhr. J. Van Pee Maandag Donderdag Vrijdag
van 08u00 tot 13u00 van 15u00 tot 18u00 van 08u00 tot 10u00
RX groot- en kleinbeeld + THT
PROVINCIE VLAAMS-BRABANT O.L.Vrouwstraat 42 3000 Leuven tel. (016)22 47 23 - fax (016)30 89 49 - e-mail:
[email protected] Dr. A. Van den Eeckhout, Mevr. M. Van Dijck elke dinsdag en vrijdag van 15u00 tot 18u00
RX groot- en kleinbeeld + THT
PROVINCIE WEST-VLAANDEREN Kasteelstraat 29 8500 Kortrijk tel. (056)20 12 25 - fax (056)24 09 90 - e-mail:
[email protected] Mevr. M. Demolder elke laatste vrijdag van de maand van 10u00 tot 12u00
RX kleinbeeld + THT
Kaïrostraat 84 (zone G) 8400 Oostende tel. (059)70 26 85 - e-mail:
[email protected] Mevr. M. Neels 2de van 4de van
woensdag van de maand 14u00 tot 17u00 woensdag van de maand 14u00 tot 17u00
RX kleinbeeld - 15u30 tot 17u00 THT RX kleinbeeld - 15u30 tot 17u00 THT
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
Rozendal 9 (= car parking supermarkt, te bereiken met bus 2) 8310 Brugge (Assebroek - Steenbrugge) Verpleegkundige: Mevr. A. Jacxsens tel. (0494)44 5013 elke laatste vrijdag van de maand van 13u30 tot 15u00
RX kleinbeeld + THT
Secretariaat mobiele dienst, radiologische groepsonderzoeken Mevr. L. Boeva Vredestraat 93 2600 Berchem tel. (03)287 80 10 - fax (03)287 80 11 - e-mail:
[email protected]
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
Bijlage 3
Draaiboek schurft Je hebt een vermoeden van schurft doordat de persoon in kwestie minstens een van de volgende symptomen vertoont: Veel jeuk (vooral ’s avonds en ’s nachts) Bultjes, blaasjes op de huid, vooral tussen de vingers, aan de voetrand, enkel en wreef, navel, oksel of geslachtsorganen ‘Gangetjes’ in de huid 1. Contacteer een arts die vertrouwd is met het fenomeen. Sommige artsen hebben geen ervaring met deze aandoening. 2. Wanneer de diagnose schurft wordt gesteld, breng dan in kaart wie er allemaal in contact is gekomen met de persoon in kwestie, tot 4 dagen voorafgaand. 3. Betrek deze mensen bij de behandeling. 4. Zorg er voor (in zoverre mogelijk) dat deze mensen zich niet verspreiden alvorens een behandeling werd opgestart. 5. Spreek af met de arts hoe de behandeling wordt opgevolgd. 6. Verzamel alle kledij en beddengoed waarmee de persoon in contact is gekomen (tot vier dagen voorafgaand). 7. Was alles op 60°C. 8. Of steek de kledij, beddengoed gedurende vier dagen in goed afgesloten plastic zakken zodat de mijten als het ware ‘stikken’. 9. Of in de diepvries gedurende 24 uren. 10. Zorg ervoor dat huisdieren met een vacht 4 dagen na elkaar in open lucht verblijven. 11. Poets het centrum op normale wijze. Er moet dus geen bijzonder product gebruikt worden.
Wanneer er verschillende mensen besmet zijn en er bijgevolg veel gewassen, verlucht moet worden kan het huren van een koelruimte of koelwagen een uitkomst bieden. Dat is praktischer dan naar de wasserij gaan of alles gedurende vier dagen in de buitenlucht zetten, als daar al de plaats voor is. Alles wat niet of moeilijk gewassen kan worden (zetels, portefeuilles, broeksriemen, knuffels, gordijnen,…) kan daarin en na 24 uren is het mijt-vrij.
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
Bijlage 4
De Vlaamse Luizenstandaard Alles over de luis HOE ZIET EEN LUIS ERUIT? De hoofdluis is een langwerpig, vleugelloos insect. Ze leeft in het haar van de mens. Ze heeft zes pootjes met op het uiteinde een klauwtje waarmee ze de haren vastgrijpt en zich snel kan verplaatsen. De hoofdluis heeft geen vleugels en kan niet vliegen of springen. Ze is enkel in staat om te lopen of kruipen. Ze is lichtgrijs tot bruin van kleur. Jonge luisjes zie je amper, een volwassen luis kan tot 3 à 4 mm lang worden. De mannelijke luizen zijn iets kleiner dan de vrouwelijke. Ze voedt zich zoals een mug, door bloed op te zuigen via kleine prikjes.
Hoofdluizen kunnen enkel overleven op de mens en dus niet op huisdieren, zetels, enz. VAN EITJE TOT VOLWASSEN LUIS • •
• • • • •
Na de bevruchting legt de vrouwelijke luis ongeveer 6 eitjes per dag, zo dicht mogelijk tegen de hoofdhuid. De luis produceert tegelijk met de eitjes een soort sneldrogende lijm die rond het eitje en het haar gesmeerd wordt. Als de lijm uitgedroogd is, ontstaat er een stevig omhulsel dat zowel rond het eitje als rond de haarschacht zit. Op die manier zitten de eitjes stevig vast. De omhulsels worden neten genoemd, of er nog een eitje in zit of niet. Je kan neten niet uit het haar schudden. Ze zijn aan het haar vastgekleefd en groeien mee, tenzij je ze verwijdert (vb. met nagels). Neten vind je vooral op de warmste plaatsen van het hoofd, achter de oren, onder de paardenstaart en in de nek, omdat de eitjes de lichaamswarmte van de mens nodig hebben om zich verder te ontwikkelen. Neten zijn eivormig (0,8 x 0,3mm). Een neet met een levende luis is geelwit tot parelmoerkleurig. Die neet vind je meestal op 0,5 cm à 1 cm van de hoofdhuid (maar kan ook verder verwijderd zijn). Een lege neet is helderwit en vind je op minstens 1 cm van de hoofdhuid. Een neet met een dode luis is zwart/bruin. Na zeven à tien dagen is de larve volgroeid en breekt ze uit. Gedurende de volgende zeven à tien dagen ontwikkelt ze zich tot volwassen luis (3 nimfenstadia).
HOE LANG LEEFT EEN LUIS, HOE OVERLEEFT EEN LUIS? • • •
Hoofdluizen voeden zich 5 tot 6 keer per dag met het bloed van de gastheer. Een luis kan niet langer dan 30 dagen na het uitkomen overleven. Zodra luizen om de één of andere reden niet meer op het hoofd zitten, zijn hun overlevingskansen beperkt. Ze sterven immers als ze zich niet regelmatig voeden met bloed. Ze overleven iets meer dan twee dagen zonder voeding. Luizen zijn ook gevoelig voor temperatuur en luchtvochtigheid. Ze sterven sneller bij heel lage of heel hoge temperaturen en lage luchtvochtigheid.
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
•
Ook neten hebben het hoofd nodig om te overleven. Na 6 dagen op kamertemperatuur komt slechts 10 % van de neten nog uit. Na 10 dagen op kamertemperatuur overleeft geen enkele neet.
Misverstanden en vooroordelen NIET IEDEREEN KAN LUIZEN KRIJGEN; LUIZEN KOMEN ENKEL VOOR BIJ KINDEREN MET VUILE HOOFDJES. • •
Fout. Iedereen kan luizen krijgen. Men denkt soms dat luizen enkel voorkomen bij kinderen die zich niet verzorgen en bij kinderen uit een minder gegoed milieu. Dat klopt niet.
LUIZEN KUNNEN SPRINGEN EN VLIEGEN. • •
Fout. Luizen kunnen enkel kruipen en lopen. Van persoon wisselen kan dus enkel door direct en nauw contact tussen twee hoofden. Dat gebeurt vooral bij intieme familiale omgang, tijdens het kleden, wassen of knuffelen, of wanneer kinderen met elkaar spelen. Je kunt ook besmet raken door een muts of sjaal te gebruiken die een persoon met luizen net aanhad.
KINDEREN MET KORT HAAR HEBBEN GEEN LUIZEN. •
Fout. Ook zij kunnen luizen hebben.
LUIZEN DRAGEN ZIEKTEN OVER OP DE MENS. •
Fout. Luizen dragen geen ziekten over op de mens.
LUIZEN GAAN DOOD IN WATER OF IN HET ZWEMBAD. •
Fout. Luizen gaan niet dood van een douche of een zwempartij. Komen luizen in contact met water, dan klampen ze zich vast aan het haar en sluiten ze de openingen waarlangs ze ademen.
LUIZEN BLIJVEN LEVEN ZONDER MENSENBLOED. •
Luizen leven maximum 24 tot 48 uur zonder bloed en verzwakken heel snel.
LUIZEN KUN JE KRIJGEN VAN JE HUISDIER. •
Fout. Hoofdluis komt enkel bij de mens voor. Bij dieren komen andere luisachtigen voor die de mens niet kunnen besmetten.
IN EEN GEZIN WAAR IEMAND LUIZEN HEEFT, MOET HET BEDDENGOED GEWASSEN WORDEN. •
Fout. Het nut hiervan is niet bewezen. Die maatregel moet dus niet gepromoot worden.
BIJ VERDENKING VAN BESMETTING MOET DE HELE FAMILIE BEHANDELD WORDEN.
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
•
Fout. Controleer de hele familie op een efficiënte manier. Behandel alleen de personen bij wie levende luizen gevonden zijn.
ALLE NETEN MOETEN VERWIJDERD WORDEN. • •
Fout. Dat heeft alleen een esthetische waarde. Het verwijderen van alle neten is moeilijk en onbetrouwbaar. Gebruik de nat-kam test en verbreek de levenscyclus van de luis.
DE KLEDIJ MOET GEDESINFECTEERD WORDEN. •
Fout.. Luizen verlaten niet vrijwillig een hoofd, tenzij bij contact met een ander hoofd. Er is dus weinig kans dat je besmet raakt via kledij.
GEWOON KAMMEN KAN EEN LUIS DODELIJK BESCHADIGEN. •
Fout. Luizen die gevangen worden in borstels, enz. zijn zelden beschadigd en kunnen nog terugkomen als je de borstels, enz. binnen de 24 uur opnieuw gebruikt. Deel dus geen kammen en borstels. Controleer ze voor je ze opnieuw gebruikt.
Welke maatregelen nemen? TRACHT BESMETTING TE VOORKOMEN MET VOLGENDE MAATREGELEN: • • • • • • • • •
Zijn er luizen gesignaleerd, gebruik dan niet elkaars muts, petje, sjaal, das, haarspeldjes, borstel en kam. Hang jassen en dergelijke (indien mogelijk) niet te dicht bij elkaar. Controleer de haren van kleine kinderen regelmatig met de nat-kam test of met een luizenkam (verkrijgbaar in de supermarkt, in de apotheek of bij de drogist). Spoor bij iedereen in huis hoofdluizen op en vergeet jezelf niet. Behandel iedereen die luizen of levensvatbare neten heeft tegelijkertijd met een hoofdluisbestrijdingsmiddel of met de nat-kam methode. Controleer het haar na behandeling gedurende 14 dagen. Herhaal de behandeling altijd en zeker nog een keer extra als de luizen terugkomen. Meld op het kinderdagverblijf, de peuterspeelzaal of school dat je kind hoofdluis heeft. Zo kunnen de andere ouders tijdig geïnformeerd worden. Het is niet bewezen dat het wassen van het beddengoed nuttig is. Dat hoeft dan ook niet te gebeuren. Lakens of kleren extra wassen is niet nodig. Meubels met een insecticidenspray behandelen is totaal overbodig. De luizen die je ziet op stoelen, hoofdkussens en hoeden zijn dode, zieke of overjarige exemplaren.
Hoe luizen voorkomen? Wat kun je doen om te voorkomen dat iemand opnieuw hoofdluizen krijgt? In allerlei bronnen vind je een resem raadgevingen, van ontsmetten van kammen tot volledig ontsmetten van alle huisraad. Niet al die raadgevingen kloppen. Weinig maatregelen zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek.
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
De belangrijkste preventieve maatregel: controleer alle gezinsleden en zorg ervoor dat iedereen met luizen tegelijk behandeld wordt. Als slechts één kind behandeld wordt, terwijl nog een broer, zus of ouder luizen heeft, zal het kind in een mum van tijd opnieuw positief zijn. Een nieuwe besmetting vanuit besmette voorwerpen (kammen, haaraccessoires, kledij, lakens…) komt veel minder voor, maar kan niet helemaal uitgesloten worden. Om dit risico uit te sluiten, volstaat het om kammen en haaraccessoires te reinigen (vb. neten en luizen met een tandenstoker uit de kammen verwijderen) en eventueel een halve minuut in water van 60°C te leggen. Een studie toont aan dat luizen die temperatuur niet overleven. Speciale ontsmettingsmiddelen of insecticiden zijn niet nodig.
Hoe luizen opsporen? Er zijn drie methoden om luizen op te sporen: De visuele inspectie Inspectie met een luizenkam De nat-kam test! DE VISUELE INSPECTIE Deze methode wordt al sinds de Middeleeuwen toegepast en is de meest bekende. Met de vingers worden de haren van elkaar gescheiden en systematisch doorzocht op de aanwezigheid van luizen. Met die methode zijn luizen heel moeilijk op te sporen omdat: • • •
de meeste kinderen slechts een beperkt aantal luizen hebben. (1 à 10 luizen per hoofd); de donkere luizen weinig opvallen in donker haar; luizen heel snel weglopen bij elke bedreiging (ze zijn lichtschuw).
Met de visuele inspectie zullen dus heel wat luizen onopgemerkt blijven. INSPECTIE MET EEN LUIZENKAM Met een luizenkam kun je de haren systematisch kammen, van de haarwortel tot de haarpunt. Eventuele luizen worden door de kam uit het haar geplukt. Met die methode vind je vier keer meer luizen dan met de visuele inspectie. DE NAT-KAM TEST Bij de nat-kam test wordt er naast een luizenkam ook nog eens gebruik gemaakt van water en conditioner. Die bijkomende middelen maken de nat-kam test veel efficiënter dan de visuele inspectie. Bij de visuele inspectie worden 30% van de gecontroleerde mensen positief beschouwd terwijl ze geen luizen hebben. 10% wordt niet gediagnosticeerd terwijl ze wel luizen hebben. Wat heb je nodig? Conditioner (= balsem, crèmespoeling) Handdoek Lauw water Wastafel of bad Doek om de ogen te beschermen
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
Gewone kam Luizenkam Keukenrol of witte papieren servetten Tandenstokers Ontsmettingsmiddel Hoe ga je te werk? Maak het haar zeer nat. Het kind zit eerst voorovergebogen. Breng zeer veel conditioner op het haar aan (gewoon instrijken, niet draaien) Kam met een gewone kam van achter naar voor tot er geen knopen meer in het haar zitten. Kam met een luizenkam van achter naar voor (dus van de nek naar het voorhoofd). Kam tegen de schedelhuid aan (richting: start aan het ene oor en schuif na elke kambeweging een stukje op tot je bij het andere oor komt) Veeg de kam na elke kambeweging af aan het keukenpapier en controleer op luizen. Je ziet ze mooi zitten tegen de witte achtergrond. Zitten er luizen in de kam, verwijder ze dan met een tandenstoker. Het kind gaat nu rechtop zitten. Spoel de conditioner uit het haar. Laat het haar zeer nat. Hoe natter hoe beter. Kam met een gewone kam van voor naar achter. Kam met een luizenkam van voor naar achter (dus van het voorhoofd naar de nek). Je kamt tegen de schedelhuid aan (richting: start aan het ene oor en schuif na elke kambeweging een stukje op tot je bij het andere oor komt). Veeg de kam na elke kambeweging af aan het keukenpapier en controleer op luizen. Leg de kam na behandeling minstens 30 minuten in ontsmettingsmiddel.
Hoe luizen behandelen? Het is belangrijk dat alle personen met luizen tegelijk behandeld worden. Blijkt binnen een gezin één persoon positief, dan moeten alle andere gezinsleden, ook de volwassenen, nagekeken worden. Wordt één persoon met hoofdluizen niet behandeld, dan bestaat de kans dat de behandelde personen snel weer besmet raken. Wie geen luizen heeft, moet niet behandeld worden. Behandelingsproducten De nat-kam methode BEHANDELINGSPRODUCTEN Het luizenproduct (lotion, shampoo, conditioner) doodt luizen met een insecticide. Zowel het soort insecticide, de concentratie, de vorm als de toepassingsduur zijn van belang. In België zijn volgende insecticiden op de markt: •
Malathion 0,5%
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
• •
Permethrine 1% Pyrethroïden (depallethrine 0,66% + piperonylbutoxide 2,64%)
De concentraties variëren van merk tot merk. Bovendien zijn er heel wat verschillende vormen beschikbaar, zoals shampoos, balsems, lotions en sprays. Het is niet makkelijk om uit het grote aanbod het juiste product te kiezen. Ook de wetenschappelijke literatuur is niet altijd duidelijk over de te verkiezen producten. Bepaalde bronnen spreken elkaar zelfs tegen. We proberen aan de hand van de beschikbare informatie een leidraad aan te bieden. Die is vooral gebaseerd op een grondige studie, uitgevoerd door de Universiteit Gent. DE NAT-KAM METHODE De term nat-kam test wordt gebruikt wanneer er éénmalig een nat-kambeurt wordt uitgevoerd voor het opsporen van luizen. Met de term nat-kam methode bedoelen we de reeks van 4 beurten op 14 dagen (dwz om de 3 à 4 dagen) die dienst doet als behandeling. Bij de nat-kam methode wordt enkel gebruik gemaakt van een goede luizenkam en een gewone conditioner of balsem die op nat haar wordt aangebracht. De luizen zijn door het vocht en de conditioner niet meer in staat om te bewegen. Ze blijven in het schuim kleven. Daardoor wordt het makkelijker om luizen uit te kammen met de luizenkam. Die methode is zeer geschikt wanneer contact met insecticiden liever vermeden wordt, zoals bij zwangere vrouwen, heel jonge kinderen, personen met allergie, enz. of wanneer resistentie tegen de behandelingsproducten wordt vermoed. Bovendien is de methode goedkoop (éénmalig aanschaffen van een goede luizenkam en conditioner volstaan) en milieuvriendelijk. Belangrijke aandachtspunten Veel luizenlotions bevatten alcohol. Ze mogen niet gebruikt worden bij een vuur of een open vlam (haardroger, een boiler in de badkamer, enz.) Patiënten met astma vermijden best die alcoholische lotions. Het verdampen van de alcohol kan de longen irriteren en een astma-aanval uitlokken.
Eventuele bijkomende maatregelen (maar niet noodzakelijk, wegens kleine kans op besmetting) Sommige experts raden aan een aantal bijkomende maatregelen te nemen om de risico’s te minimaliseren. Het beddengoed, pyjama's, knuffels, mutsen, sjaals, jassen en dergelijke wassen op minimaal 60°C. Het nut hiervan is echter niet bewezen. Moeilijk wasbare materialen één week opbergen in een afgesloten plastic zak. Kleine spullen in de diepvries stoppen. Kammen, borstels, speldjes, enz. schoonmaken in water van 60°C of een uur in een alcoholische oplossing leggen.
Wetenschappelijke info De tekst ‘de aanpak van hoofdluizen’, geschreven door Dr. H. Lapeere en Dr. R. Vander Stichele, is het resultaat van een samenwerking van de leden van het ‘Wetenschappelijk Adviescomité Luizen’.
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
We willen hierbij de interuniversitaire samenwerking benadrukken, waardoor we kunnen spreken van een ‘Vlaamse consensus’ met betrekking tot de aanpak van luizen. Wetenschappelijk Adviescomité: Dr. Hilde Lapeere (Universiteit Gent), Dr. Vander Stichele (Universiteit Gent), Prof. Jan De Maeseneer (Universiteit Gent), Prof. Vera Rogiers (Vrije Universiteit Brussel), Dr. Chris Stuyven (Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg), Dr. Sumio Yoshimi (Vrije Universiteit Brussel), Dr. Siegfried Segaert Katholieke Universiteit Leuven, Prof. Gert Laekeman Katholieke Universiteit Leuven, Cisca Vandereyken (Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie).
Materialen Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Welzijn en Volksgezondheid Folder ‘Luizenkriebel’ Departement Welzijn en Gezondheid Markiesstraat 1 1000 Brussel tel. (02)553 35 42
[email protected] www.wvc.vlaanderen.be/luizen Project ‘Luis-ze-erin’ Gent LUIZENKAM Te verkrijgen bij de apotheker of in warenhuizen. Het is aan te bevelen om een luizenkam met lichte kleur te gebruiken. Dat maakt het opsporen van luizen makkelijker. In het project is gebruik gemaakt van fluo gele kammetjes ‘Bug Buster Combs’ Voor meer info: Community Hygiene Concern, London. Bug Buster Help Line 0181 341 7167 CONDITIONER Om het even welk merk van conditioner is goed, zolang er maar geen 2 in 1 shampoo wordt gebruikt. Er bestaan in de wetenschappelijke literatuur geen expliciete vermeldingen over mogelijke allergische reacties op conditioner. Is uw kind zeer allergisch, controleer dan toch even de bestanddelen van de conditioner.
De Vlaamse luizenstandaard Contactgegevens: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Administratie Gezondheidszorg Markiesstraat 1 1000 Brussel Bruno Buytaert – tel. (02)422 49 42 –
[email protected] - www.vig.be Dr. Helga Lakiere – tel. (02)553 35 08 –
[email protected]
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
Bijlage 5
Professioneel omgaan met seropositieve personen1 HIV is exemplarisch Het is normaal en menselijk dat de confrontatie met seropositieve mensen meestal gepaard gaat met soms heftige emoties. We worden geconfronteerd met sterfelijkheid en de vrees voor een lijdensproces. Maar paniek en vooroordelen zijn slechte raadgevers. Tegelijkertijd wordt echter het basispotentieel van de hulpverlener aangesproken, nl. menselijkheid, goede zorg en beroepsethiek.
rechtstreeks
En het is een uitdrukkelijk appel op de noodzakelijke vaardigheden inzake het omgaan met mensen die ‘anders’ zijn. Luisterbereidheid en inlevingsvermogen evenals nietoordelend aanwezig staan centraal. Door het bewustzijn van je eigen gevoelens, oordelen en angsten vergroot het begrip voor jezelf en de ander.
Wie licht ik in over het feit dat een cliënt HIV heeft? Een cliënt is seropositief en ik weet het niet ! In eerste instantie lijkt het evident dat je als hulpverlener op de hoogte bent van de seropositieve status van je cliënt. Het is een begrijpelijke veiligheidsreflex maar ook niet meer dan dat. Vertrouwen valt echter niet af te dwingen en het besmettingsgevaar bij dagdagelijks contact en bij normale omgang, dit wil zeggen wanneer de elementaire hygiëneregels in acht worden genomen is nihil. Ga er vanuit dat de mogelijkheid bestaat dat je een cliënt met HIV-HP ontmoet zónder het vooraf te weten. Het is ook een begrijpelijke behoefte dergelijk nieuws met zoveel mogelijk mensen te willen delen (om in één moeite alle collega's of betrokkenen op de hoogte te brengen). Echter, hoe meer mensen op de hoogte zijn des te oncontroleerbaarder wordt de informatie. Zo ontstaat het risico dat de informatie terecht komt bij mensen die er niet in het voordeel van de cliënt mee omgaan. Hanteer de volgende vuistregels: Discretie en handelen in overleg met de persoon met HIV zijn een absolute noodzaak. Wanneer derden worden ingelicht, gebeurt dit steeds met medeweten en instemming van de persoon. Beperk je tot slechts één of een paar personen; de meest direct betrokken personen in de werking en de teamverantwoordelijke.
1
Bron: “Hygiënisch werken in de thuiszorg” Basishoudingen ethische aspecten – Vorming BOT/BWR 2004
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
De persoon met HIV deelt zijn serostatus enkel mee aan mensen die hem/haar kunnen helpen en er nut bij hebben het te weten (partner, huisarts, vrienden, familie).
Het HIV-besmettingsrisico is géén argument om ‘iedereen’ in te lichten WANT dit is bij dagdagelijks contact en normale omgang, dit wil zeggen wanneer de elementaire hygiëneregels in acht worden genomen NIHIL. Er over praten, hoe doe je dat ? Ook hier vallen we terug op de basics van de hulpverlening. Wanneer je op de hoogte bent, praat er dan over zonder al te veel omwegen en verbloemende benamingen want dat is precies taboe bevestigend. Professioneel handelen d.m.v. authentieke communicatie en invoelend reageren geeft een veilig houvast voor de persoon met HIV. Zorg wel voor -maar ook dat geldt voor elk hulpverleningsgesprek- een sfeer van vertrouwen en discretie. In concreto: zorg dat het gesprek plaats vindt in een ruimte waar anderen niet kunnen meeluisteren. Verzeker discretie d.w.z. spreek af dat je anderen niet zonder toestemming op de hoogte brengt. Het is menselijk dat je nieuwsgierig bent maar de vraag hoe hij/zij HIV heeft opgelopen is strikte privé informatie.
Hoe sta ik tegenover iemand met HIV ? Wees je ervan bewust dat het als seronegatieve persoon uiteindelijk onmogelijk is je te verplaatsen in de positie van een persoon met HIV. Alle empathische vermogens ten spijt, blijven er zaken die jij niet ten volle kan begrijpen. Bij geïnfecteerde mensen met een andere culturele achtergrond zijn er nog meer mogelijkheden tot onbegrip naast de voor de hand liggende mogelijke botsing tussen eigen waarden en overtuigingen en keuzes of de manier waarop seropositieve persoon het leven inricht. De confrontatie met de volgende situaties kunnen knap lastig zijn voor de betrokken hulpverlener(s): Een seropositieve vrouw kiest er bewust voor (nog) een kind te krijgen. Seropositieve ouders weigeren hun kind te laten testen; ze willen de testuitslag niet weten. Ouders stellen de mededeling aan hun kind(eren) van hun eigen hiv-diagnose of die van het kind zeer lang uit. Een vrouw wiens man seropositief is en condoomgebruik weigert, staat toch (onbeschermd) sexueel contact toe. Een HIV-positief persoon brengt de seronegatieve partner niet op de hoogte of vrijt niet consequent veilig.
Wat te doen bij dergelijke conflicten ? Neem even afstand van de situatie en oordeel niet onmiddellijk. De situatie kan voor jou onbekende aspecten hebben. Er kunnen heel goede redenen zijn voor de op het eerste zicht ‘onverantwoorde’ keuze. Ook als je ethisch bezwaar blijft bestaan, vermijd je een oordelende reactie. Een dergelijke aanvallende reactie kan het opgebouwde vertrouwen ernstig schenden.
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
En vergeten we niet dat: Je geen verantwoordelijkheid draagt voor de keuzes van anderen. Jouw verantwoordelijkheid eindigt bij het aantonen van keuzemogelijkheden en hun implicaties. Je niemand kan dwingen.
de
verschillende
Contactgegevens Sensoa Sensoa is het Vlaams expertise- en servicecentrum voor seksuele gezondheid en hiv. Sensoa beschikt over kantoren in Antwerpen en Gent en een contactpunt in Brussel. Antwerpen: Kipdorpvest 48a – 2000 Antwepren Tel. (03)238 68 68 – Fax (03)248 42 90 Gent: Meersstraat 138d – 9000 Gent Tel. (09)221 07 22 – Fax (09)220 84 06 Brussel: Grétrystraat 1 – 1000 Brussel Tel. (02)219 33 51 – Fax (02)219 40 00 Algemene vragen:
[email protected] De services van Sensoa zijn gespreid over de kantoren van Antwerpen en Gent Het Sensoa Documentatiecentrum en Sensoa Vorming zijn gevestigd in de kantoren van Sensoa Gent. De Sensoa Shop kan je zowel in Antwerpen als in Gent bezoeken. De services van Sensoa Positief voor mensen met hiv kan je contacteren via het telefoonnummer (078)151 100 (maandag – donderdag van 13.00 tot 16.00 uur). Veilig Vrijenlijn is een informatielijn voor hiv, soa en anticonceptie: (078)15 15 15. Voor een persoonlijk gesprek kan je bellen van maandag tot woensdag van 14.00 tot 20.00 uur en van donderdag tot zaterdag van 14.00 tot 17.00 uur.
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
Bijlage 6
Prikongevallen protocol & universele maatregelen2 Preventie Ga er van uit dat elke naald of scherp voorwerp een mogelijke besmettingsbron kan zijn Draag steeds wegwerphandschoenen bij het aanraken van spuiten/scherpe voorwerpen Oppassen wanneer je zelf een wonde hebt aan je handen “Recap” nooit een spuit ( hoesje over naald) Gebruik een naaldcontainer die aanwezig is in het centrum Gebruik bij het doorzoeken of uitladen van een (onbekende) tas/plastiek zak een tang! Eerste hulp na een prikongeval Wonde zoveel mogelijk laten uitbloeden, niet uitzuigen. Spoelen met heet, stromend water Wassen met water en zeep De huid drogen en ontsmetten Bij contact met slijmvliezen (vb.bloedrestjes in de ogen): ruim spoelen met water of fysiologische oplossing Breng steeds uw verantwoordelijke op de hoogte Gegevens prikongeval uitgebreid laten noteren NOOT: indien men de bron van besmetting kent, probeer te achterhalen of de persoon een besmettelijke aandoening heeft. Binnen 12 uur na ongeval Naar spoedafdeling/tropisch instituut (in Antwerpen),huisarts voor een vaststelling van een arts ( met papier!) en bloedname(Hep A,B,C,HIV, … ). Geef aan als een prikongeval, al dan niet als een arbeidsongeval. Nakijken van vaccinatiegraad tegen tetanus. Breng de preventieadviseur op de hoogte. Na 12 uur en later Arbeidsgeneesheer contacteren. Indien je niet immuun bent voor hepatitis B, onmiddellijk anti HBV serum vragen. Opstarten van medicatie tegen HIV (binnen de 48 uur !). Tot zolang het tegendeel bewezen is, ben je besmet. Dit impliceert dat veilig vrijen (met condoom) noodzakelijk is tot minstens 6 maanden na het incident. 2
Bron: Folder Prikongevallen, Studiedag” Gezondheid en thuisloosheid” Free Clinic
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
Nazorg Terug bloedname na 3,6,9 maanden en na 1 jaar.
PREVENTIESET MET HANDSCHOENEN,
TANG EN NAALDCONTAINER BIJ DE
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
EHBO-KOFFER.
Bijlage 7
Universele maatregelen Bloed en andere lichaamsvochten zijn altijd een mogelijk bron van infecties. Eigen wondjes altijd afplakken. Bij wondverzorging steeds latex wegwerphandschoenen dragen. Heb steeds latex wegwerphandschoenen bij je. Het doosje van een filmrolletje is een prima verpakking. Scherpe voorwerpen zijn mogelijk besmet. Bij onderzoek van kleding/onbekende draagtas = de knijptang gebruiken. Bescherm seksuele contacten met condoom. Wees extra voorzichtig bij SM, ruwe seks, anale spelletjes. Bloed opkuisen met handschoenen en Isopropanyl.
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
Bijlage 8
Wat zit er in de huisapotheek ? 3
Middelen voor inwendig gebruik Koortswerende en pijnstillende medicatie Bij voorkeur een product op basis van paracetamol wat minder lastig is voor de maag. Raadplaag de huisarts bij langdurig gebruik (2 à 3 dagen). Producten te gebruiken bij overmatig maagzuur of slechte vertering Antacida = zuurbindende middelen die de zuurtegraad van de maag neutraliseren. Zij verzachten de pijn slechts één of twee uren. Beperk het gebruik en raadpleeg apotheker of arts. Middelen tegen diarree Vooral blijven drinken en eten. Bij voorkeur water, thee, cola, rijstwater, soep, yoghurt,… Speciale zoutoplossingen énkel op doktersvoorschrift. Middelen tegen verstopping Dit is meestal het gevolg van onevenwichtige voeding en tekort aan vocht. Zorg eerst voor lichaamsbeweging, voldoende drinken (minstens 1,5 liter per dag) en aangepaste voeding (vezels, fruit, verse bladgroenten en granen). Vermijd laxeermiddelen. Raadpleeg een arts bij langdurige verstopping.
Middelen voor uitwendig gebruik Ontsmettingsmiddelen Een vloeibaar middel op waterbasis zoals chloorhexidine verbonden met cetrimide. Géén mercurochroom daar dit onderliggende ontstekingen kan verbergen. Producten te gebruiken bij insectenbeten Wespensteek : azijn aanbrengen op de steekplaats Bijensteek : angel verwijderen en deppen met verdunde ammoniak Teek : verwijderen met pincet zonder de teek vooraf te verdoven Bij problemen en verwikkelingen ga je naar de huisarts. Wees zuinig met producten met histaminicum.
3
Bron: Met dank aan Dr. T. Dooms Idewe Antwerpen. Gezondheidsfolder van de Christelijke mutualiteit.
Geïnspireerd door
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
de Geneesmiddelen en
Brandwonden Eerst water, de rest komt later. Hou het verbrande deel 10 à 15 onder koud stromend water. Nooit vette zalf of boter gebruiken. Oppervlakkige wonden (enkel een rode huid) laatje best in open lucht. Bij blaarvorming onmiddellijk de arts contacteren, na afkoeling met koud water. De blaar niet openen en indien ze vanzelf opent, afdekken met steriele kompressen. Flamazine zalf (in de ijskast bewaren en letten op de vervaldatum) Middelen tegen neusverstopping Verdwijnt meestal spontaan. Fysiologische oplossing.
Enkele raadgevingen Plaats de huisapotheek in een droge kamer (niet in badkamer of keuken) en buiten bereik van kinderen. Gebruik ontsmettingsalcohol om schaar, pincet en ander materiaal te ontsmetten. Meestal gaan klachten vanzelf over. Neem nooit langer dan enkele dagen medicatie maar raadplaag de huisarts als ze langer dan 2à drie dagen duren. Vraag de raad van de huisarts of apotheker bij de minste twijfel. Sommige geneesmiddelen zoals oogdruppels of agistrale bereidingen kan je slechts beperkte tijd bewaren. Vervallen geneesmiddelen kunnen gevaarlijk zijn. Ruim jaarlijks de huisapotheek op en verwijder oude producten en geef ze aan je apotheker.
De inhoud Pijnstillend en koortswerend middel op basis van paracetamol Ontsmettingsmiddel (chloorhexidrine verbonden met cetrimide) Azijn Verdunde ammoniak Flamazine brandzalf Isopropylalcohol Steriele kompressen in individuele verpakking Gaaswindels Hechtpleisters Elastische windels Watten Koortsthermometer Schaar Splinterpincet Roestvrije veiligheidsspelden
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
Bijlage 9
Spuitenruilprojecten Spuitenruil Vlaanderen
Tessa Windelinckx p/a Van Arteveldestraat 64 2060 Antwerpen tel. (03)201 12 60
[email protected] [email protected]
Spuitenruil provincie Antwerpen
Werner Bosschaerts, Tessa Windelinckx MSOC Antwerpen-Free Clinic Van Arteveldestraat 64 2060 Antwerpen tel. (03)201 12 60
[email protected] [email protected]
Spuitenruil provincie Limburg
Canan Ozdemir MSOC Limburg Weg naar As54/12 3600 Genk tel. (089)32 97 72
[email protected]
Spuitenruil provincie Oost-Vlaanderen
Cindy Meers MSOC Gent Gewad 13 9000 Gent tel. (09)223 46 44
[email protected]
Spuitenruil provincie Vlaams Brabant
Tim Schuurman MSOC Vlaams Brabant Leuvensestraat 7 1800 Vilvoorde tel. (02)251 94 49
[email protected]
Spuitenruil provincie West Vlaanderen
Melissa Herssens MSOC Oostende Perronstraat 1 8400 Oostende tel. (059)51 63 29
[email protected]
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen
Thuisloosheid en gezondheid – juli 2006 – Bijlagen