KATHOLIEKE BIJBELSTICHTING
BIJBELLEESROOSTER 2015
Inleiding Voor u ligt het Bijbelleesrooster voor het jaar 2015 van de Katholieke Bijbelstichting (KBS). De KBS wil het lezen in de Bijbel stimuleren en de daarbij aanwezige drempels verlagen. Daarom bieden wij u, evenals andere jaren, een handreiking voor dagelijkse lezing uit de Bijbel. Dit jaar is gekozen voor het thema ‘lectio continuo van het Marcusevangelie’. In het Jaar B van het zondags leesrooster van de Kerk staat dit evangelie centraal. Als tweede thema hebben we voor de apostel Petrus gekozen. Later in het jaar vindt u dan ook teksten die op hem betrekking hebben. Ze zijn gekozen uit de vier evangeliën, als ook uit het boek Handelingen. In de maanden november en december treft u de brieven aan die staan op zijn naam, 1 en 2 Petrus. De teksten die uit de evangeliën aangeduid zijn, zijn vaak synoptische perikopen. Ik heb ervoor gekozen om steeds alle parallelteksten te vermelden. U kunt ze zelf naast elkaar lezen, zodat u zelf steeds de verschillen kan opmerken. Sommige teksten zijn eigen aan een bepaald evangelie, vooral het Johannesevangelie heeft eigen teksten over Petrus. Die zijn zelf weer gesorteerd. Bij elkaar leveren ze een mooie kijk op de apostel Petrus, en zo ook een eigen visie op de vertelwijze van de vier evangelisten. De verdere toelichting staat in de linker kolom, elke maand een eigen bijdrage. Er is nog een bijzonderheid in dit leesrooster. U zult steeds (bijna) wekelijks een verwijzing naar een tekst van de Kerkvaders aantreffen. Deze teksten staan in een bijlage bij dit rooster. Sommige dingen blijven. Op de zaterdagen wordt evenals voorgaande jaren steeds uit de Psalmen gelezen. Dit is een doorgaande lezing die in het Bijbelleesrooster 2014 eindigde met Psalm 88. Het leesrooster voor 2015 sluit daarop aan door te vervolgen met Psalm 89 en verder. Voor de lezingen op de zondagen, hoogfeesten en andere bijzondere dagen treft u de Evangelielezing aan volgens het Lectionarium, het leesrooster van de rooms-katholieke liturgie. Dat rooster volgt tot aan de Advent van 2015 het zogenoemde B-jaar. Daarin staat, zoals geschreven, het Evangelie volgens Marcus centraal. Op de eerste zondag van de Advent van 2015 begint het C-jaar, waarin de Evangelielezing vooral gekozen wordt uit het Marcusevangelie. In de meeste gevallen stellen wij een langere lezing voor dan het liturgische leesrooster aangeeft. De data en namen voor de zon- en (hoog)feestdagen in 2015 staan apart aangegeven. Evenals vorig jaar is het Bijbelleesrooster ook integraal te raadplegen op internet: www.bijbel.net. Op onze website kunt u de tekst van het leesrooster lezen in de Willibrordvertaling. Daar treft u tevens uitgebreide achtergrondinformatie aan over het Lectionarium van de rooms-katholieke Kerk en over de vertalingen. Ik wens u met dit Bijbelleesrooster weer een jaar lang een mooie studie van de Schrift toe! Vincent de Haas, medewerker KBS Als u ons werk wilt steunen, graag. Dat kan door een storting op rekeningnummer NL 32 INGB 0001 6606 66 ten name van de Stichting Vrienden van de Bijbel (ANBI gewaarmerkt)
Marcus Het Nieuwe Testament is een verzameling van 27 geschriften, afkomstig van meer dan tien auteurs, en geschreven in de tweede helft van de eerste eeuw na de geboorte van Jezus Christus. Ze verschillen in literaire vorm en inhoud, maar ze danken alle hun ontstaan aan een gemeenschappelijk bron: het geloof in Jezus van Nazaret als de beloofde Christus, de Zoon van God, de vervulling van Gods belofte. Vier van de geschriften zijn de evangeliën. Markus wordt over het algemeen gezien als de uitvinder van het literair genre ‘evangelie’. Het Griekse woord evangelie betekent Blijde Boodschap. Verkondigd werd dat Jezus de verrezen Heer, Zoon van God in wie voor alle mensen vergeving en verzoening aangeboden werd. Bekeert u, was in het kort de verkondiging. In de loop van de eerste eeuw werd deze mondelinge verkondiging op Schrift gesteld. Deze verkonding is op verschillende manieren opgeschreven. Daarom bestaan evangeliën volgens ‘Matteüs’, ‘Markus’, ‘Lukas’, ‘Johannes’. De namen gaan terug op twee apostelen en twee leerlingen van de apostelen. Zo is in de traditie de betrouwbaarheid van de evangeliën bevestigd. Duidelijk moge zijn dat de evangeliën geen biografieën zijn maar geloofsgetuigenissen.
JANUARI do
1 Lucas 2,1-21
geboorte van Jezus
2 Markus 1
het begin van het evangelie
za
3 Psalm 89
gelukkig het volk dat uw roem getuigt
zo
4 Matteüs 2,1-12
bezoek van de drie magiërs
5 Markus 1,1-8
begin van de goede boodschap
6 Markus 1,9-15
de doop in de Jordaan
7 Markus 1,16-20
roeping van enkele vissers
8 Markus 1,21-28
in Kafarnaüm
9 vadertekst za 10 Psalm 90
Dat wijsheid ons hart vervult
zo 11 Markus 1,7-11
doop van de Heer
12 Markus 1,29-34
Hij genas vele zieken
13 Markus 1,35-39
Hij bleef daar bidden
14 Markus 1,40-45
maak mij rein
15 vadertekst 16 vadertekst za 17 Psalm 91
U bent mijn toevlucht
zo 18 Johannes 1,35-42 19 Markus 2
toenemende tegenstand
20 Markus 2,1-12
de verlamde door het dak
21 Markus 2,13-17
volg Mij
22 Markus 2,18-22
zolang de bruidegom er is
23 Markus 2,23-28
aren plukken
za 24 Psalm 92
hoe peilloos zijn uw gedachten
zo 25 Markus 1,14-20
kom achter Mij aan
26 vadertekst 27 vadertekst 01 h. Maria, Moeder van God
28 Markus 3
de wil doen van God
05 Openbaring van de Heer (Driekoningen)
29 Markus 3,1-6
goed doen
11 Doop van de Heer 18-25 gebedsweek voor de eenheid 25 bekering van de h. Apostel Paulus
30 Markus 3,7-12 za 31 Psalm 93
men drong aan om Hem aan te raken Uw uitspraken zijn betrouwbaar
FEBRUARI ALGEMEEN De meest gehouden opvatting is dat het Markusevangelie het oudste evangelie is. En dat het werd benut door zowel Matteüs als Lukas. De grote lijnen van het Markusevangelie zijn terug te vinden in de beide andere evangeliën. Markus is geen ooggetuige van het leven en de verkondiging van Jezus. Hij is – zoals over het algemeen wordt aangenomen – een secretaris van de apostel Petrus. In de kerkgeschiedenis van Eusebius wordt verwezen naar een anonieme oudste. Deze sprak: ‘Markus, die tolk van Petrus was, schreef nauwkeurig op wat de Heer had gezegd en gedaan’. De traditie vertelt verder dat Petrus naar Rome is gegaan om het evangelie te verkondigen. En dat Markus het daar heeft gehoord. Het meest aannemelijke inzicht is dan ook dat het Markusevangelie in Rome op papier is gezet. In het Nieuwe Testament wordt vijf keer een Markus genoemd. Handelingen 12,12 vertelt dat Petrus onderdak vond bij Maria, de moeder van Johannes die ook Markus genoemd wordt. Handelingen 15,36-39 verhaalt van een Markus die met Paulus en Barnabas op missiereis gaat. In twee paulijnse brieven wordt verwezen naar Markus als medewerker van Paulus (Filemon 24; 2 Timoteüs 4,11). In 1 Petrus 5,13 staat een groet van mijn zoon Markus. We weten dus niet precies wie deze Markus is. We houden vast dat hij een leerling van Petrus is geweest.
zo
1 Markus 1,21-28
de heilige van God
ma
2 Markus 3,13-19
danstelling van de twaalf
3 vadertekst 4 Markus 3,20-29
maar wie lastert tegen de heilige Geest
5 Markus 3,31-35
de wil van God doen
6 vadertekst za
7 Psalm 94
kom tot inzicht
zo
8 Markus 1,29-39
laten we ergens anders heen gaan
9 Markus 4
de zaaier
10 Markus 4,1-9
de gelijkenis van de zaaier
11 Markus 4,10-12
jullie is het geheim toevertrouwd
12 Markus4,13-20
uitleg van de gelijkenis
13 vadertekst za 14 Psalm 95
luister vandaag naar zijn stem
zo 15 Markus 1,40-45
hij begon volop te verkondigen
16 Markus4,21-23
de lamp
17 Markus4,24-25
de maat
woe 18 Matteüs 6,1-6 + 16-18 19 Markus 4,26-29
als je barmhartig bent iemand die zaad heeft gestrooid
20 vadertekst za 21 Psalm 96
zeg aan de volken God is koning
zo 22 Markus 1,12-15
in gezelschap van wilde dieren
23 Markus 4,30-32
het mosterdzaad
24 Markus 4,33-34
zonder geelijkenis sprak Hij niet
25 Markus 4,35-41
wie is dat toch?
26 vadertekst 27 vadertekst 02 Opdracht van de Heer in de tempel (Maria Lichtmis) 18 Aswoensdag 22 Eerste zondag van de Veertigdagentijd
za 28 Psalm 97
Licht is uitgezaaid door de rechtvaardige
MAART OPENING Het begin van het Markusevangelie maakt onmiddellijk duidelijk over wie het evangelie gaat, wie de eigenaar vanhet evangelie is, en wie diegene is: Jezus Christus, Zoon van God. Deze opening refereert aan het einde van de ballingschap zoals Jesaja die laat opschrijven: hoe welkom zijn de voeten van de vreugdebode die meldt: uw God is koning. Dit begin roept om een bekering van ieder die het hoort en het leest. Zonder bekering wordt de diepte en de hoogte van het evangelie niet duidelijk. Ieder woord vraagt om bekering om zo de identiteit van Jezus te leren verstaan. Er is al veel gewezen op het keerpunt in het Markusevangelie, waar aan de leerlingen wordt gevraagd: en jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben? (Markus 8,29). Het antwoord van Petrus is ons bekend. De vraag wordt aan elke lezer opnieuw gesteld. Aan u de ruimte om het antwoord te geven. En ook wordt van de lezer verwacht dat hij/zij de consequenties ervan ontdekt en aanvaardt. Hoe lastig dat is, blijkt uit het evangelie zelf, waar veel wordt opgemerkt dat zijn leerlingen Hem niet begrepen. De vraag is ook voor ons: wat begrijpen wij van Jezus, en van het evangelie van Hem en over Hem?
zo
1 Markus 9,2-10
Jezus, Mozes, Elia
2 Markus 5
genezingen
3 Markus 5,1-20
mijn naam is Legio
4 Markus 5,21-24 + 35-43
het kind van Jaïrus
5 Markus 5,25-34
als ik zijn kleren maar aanraak
6 vadertekst za
7 Psalm 98
Zijn heilige arm heeft redding gebracht
zo
8 Johannes 2,13-25
de ijver voor uw huis zal Mij verteren
9 Markus 6
vertrouwen
10 Markus 6,1-6
gebrek aan vertrouwen
11 Markus 6,7-13
zending van de twaalf; herlees 1,16-20 en 3,13-19
12 Markus 6,14-29
de dood van Johannes de Doper
13 vadertekst za 14 Psalm 99
JHWH is koning
zo 15 Johannes 3,14-21
wie in Hem gelooft, wordt niet geoordeeld
16 Markus 6,30-44
Jezus geeft 5000 mensen te eten
17 Markus 6,45-52
herlees 4,35-41; want ze hadden van de broden niets begrepen
18 vadertekst do 19 Lukas 2,41-52 20 Markus 6,53-56
samenvatting van optreden van Jezus
za 21 Psalm 100
kom zijn poorten binnen met een loflied
zo 22 Johannes 12,20-33
Hij kondigde aan op welke manier Hij zou sterven
23 Markus 7
onrein
24 Markus 7,1-13
over het ontkrachten van het woord van God
woe 25 Lukas 1,26-38
de aankondiging van de geboorte van de Heer
26 vadertekst 19 H. Jozef, bruidegom van de h. Maagd Maria 25 Aankondiging van de Heer (Maria Boodschap) 29 Palmzondag
27 Markus 7,14-15
luister allemaal naar Mij
za 28 Psalm 101
ik zing over trouw en recht
zo 29 Markus 14,1 – 15,47
het lijdensverhaal
30 vadertekst 31 Markus 7,17-23
uitleg van dit beeld
APRIL DE ZAAIER Hoofdstuk 4 is een belangrijk hoofdstuk in het Markusevangelie. In dit hoofdstuk benadrukt Jezus dat Hij in parabels spreekt (zie 4,2 en 4,33-34). Parabels zijn korte verhalen. Het stelt de toehoorders in staat om te luisteren. Ze kunnen gemakkelijk zo het onderricht vernemen dat Jezus geeft. Maar – zo laat het hoofdstuk ook zien – zijn ze in staat het onderricht goed te begrijpen? Jezus geeft aan dat wie deze parabel begrijpt ook de andere zal kunnen begrijpen. Hij zet daarop scherp in door te vragen om te luisteren (4,3 en 4,9 en 4,23-24). Aan de lezers van nu mag zo duidelijk worden dat zij zelf nu de geheimen van het koninkrijk van God hebben verkregen. Ze hebben als het ware een sleutel in handen om heel het evangelie te kunnen begrijpen. Heel het evangelie is als een zaad dat de lezer ontvangt. Vier mogelijke reacties op het woord geeft Jezus aan. Het is aan de hoorder te evalueren wat er bij hem/haar van terecht is gekomen. Dat woord is ook het licht dat iemand kan gebruiken in zijn leven. En het is het voedsel dat het vertrouwen en het geloof kan doen groeien. De ultieme test daarvoor is de uitnodiging van Jezus om mee te gaan naar de overkant. Durf je, als lezer, als leerling mee met Jezus naar de wereld van Gods familie? En hoeveel vertrouwen heb je dan (al)?
1 vadertekst do
2 Johannes 13,1-15
de voetwassing
3 Johannes 18,1 – 19,42
het lijdensverhaal
za
4 Psalm 102
Alle volken zullen de naam van JHWH vrezen
zo
5 Johannes 20,1-9
bij het lege graf
vrij
6 vadertekst 7 Markus 7,24-30
Jezus en een Griekse vrouw; vergelijk met Matteüs 15,21-28
8 Markus 7,31-37
Effata
9 Markus 8
wie zeg jij dat Ik ben?
10 vadertekst za 11 Psalm 103
prijs mijn ziel JHWH
zo 12 Johannes 20,19-31
mijn Heer mijn God
13 Markus 8,1-10
Jezus geeft 4000 mensen te eten; herlees Markus 6,30-44
14 Markus 8,11-13
Jezus op de proef gesteld
15 Markus 8,14-21
onbegrip van de leerlingen; herlees Markus 6,51b52
16 Markus 8,22-26
hij zag alles weer helder
17 vadertekst za 18 Psalm 104
dat U voedsel geeft op de juiste tijd
zo 19 Lukas 24,35-48 20 Markus 8,27-33
wie zeggen jullie dat Ik ben?
21 Markus 8,34-9,1
wie mijn volgeling wil zijn …
22 Markus 9,2-13
op de berg
23 Markus 9,14-29
alles is mogelijk voor wie gelooft
24 vadertekst 02 Paastriduum:
Witte Donderdag
za 25 Psalm 105
Hij dacht aan zijn heilig woord
03
Goede Vrijdag
zo 26 Johannes 10,11-18
de goede Herder
04
Stille Zaterdag
27 Markus 9,30-37
wie is de belangrijkste
05 Hoogfeest van Pasen
28 Markus 9,38-41
wie jullie een beker water te drinken geeft …
12 Zondag van de goddelijke Barmhartigheid
29 Markus 9,42-50
iedereen moet met vuur gezouten worden
25 h. Marcus, evangelist
30 Markus 10
Op weg naar Jeruzalem
26 Zondag van de Goede Herder of Roepingenzondag
MEI VERDUBBELINGEN De storm op het meer, zoals het verteld wordt in Markus 4,355,1 is het begin van een verhaal waarin allerlei verhalen zich verdubbelen. Zijn de leerlingen nu met Jezus in de boot, in Markus 6,45-53 dwingt Jezus zijn leerlingen weer in de boot te stappen, en in 8,10 gaan ze nog eens scheep. Ging het in hoofdstuk 4 over zaaien. Nu gaat het over brood: 6,35-44 en 8,1-9. Jezus geeft grote aantallen te eten. De boottochten laten zien hoe het met de leerlingen is. Ze begrijpen er nog altijd niets van. De stormen op het meer stellen hen op de proef, en tonen hoeveel vertrouwen ze in Jezus hebben. Eerst vragen ze: wie is Hij toch, dat wind en water aan Hem gehoorzamen? (4,41) Dan constateren ze dat Hij een spook is(6,49). En tenslotte begrijpen ze nog altijd de verhalen over het breken van het brood niet (8,21). Die broodverhalen kunnen niet gelezen worden zonder het verhaal van de Griekse vrouw die een beroep doet op de kruimels die van tafel vallen (7,24-30). Jezus breekt het brood, en grijpt daarmee vooruit op de Pesachmaaltijd waarin Hij zegt: dit is mijn Lichaam. Pas na die maaltijd kan duidelijk worden wat zich hier afspeelt. Pas door de boottochten wordt duidelijk hoe zeer de leerlingen keer op keer op de proef gesteld worden.
1 vadertekst za
2 Psalm 106
Hij dacht weer aan zijn verbond met hen
zo
3 Johannes 15,1-8
de wijnstok
4 Markus 10,1-12
ze wilden Hem op de proef stellen
5 Markus 10,13-16
Hij zegende de kinderen
6 Markus 10,17-22
kom dan terug en volg Mij
7 Markus 10,23-31
wie kan er nog gered worden?
8 vadertekst za
9 Psalm 107
zo 10 Johannes 15,9-17
laten zij JHWH loven om zijn trouw blijf in liefde met Mij verbonden
11 Markus 10,32-34
de Mensenzoon wordt uitgeleverd
12 Markus 10,35-40
kun je de beker drinken?
13 Markus 10,41-45
de Mensenzoon is gekomen om te dienen
14 Markus 16,15-20
Hij nam plaats aan de rechterhand van God
15 vadertekst za 16 Psalm 108
ik wil zingen en spelen
zo 17 Johannes 17,11-19
bewaar hen in uw naam
18 Markus 10,46-52
een blinde genezen; herlees Markus 8,22-26
19 Markus 11
in Jeruzalem
20 Markus 11,1-11
intocht
21 Markus 11,12-14
de vijgenboom
22 vadertekst
14 Hemelvaart van de Heer
za 23 Psalm 109
bevrijd mij, help mij
zo 24 Johannes 20,19-23
zo zend Ik jullie
25 Markus 11,15-19
Mijn huis is een huis van gebed
26 Markus 11,20-24
heb vertrouwen in God
27 Markus 11,25
wanneer je bidt, vergeef dan ook
28 Markus 11,27-33
over de bevoegdheid
29 vadertekst
24 Hoogfeest van Pinksteren
za 30 Psalm 110
Jij bent priester voor eeuwig
31 H. Drie-eenheid
zo 31 Matteüs 28,16-20
tot aan de voleinding der aarde
JUNI NOG MEER VERDUBBELINGEN De leerlingen stelden aan het eind van de eerste boottocht de vraag: Wie is Hij toch? In 8,27-31 is het aan Jezus om hen de vraag te stellen wie Hij is volgens hen. Het is Petrus die namens allen de belijdenis uitspreekt. De vraag daarna is onmiddellijk of Petrus begrijpt wat hij zegt (zie 8,32-33). Voordat Hij zijn vraag stelt, geneest Jezus een blinde. Dat doet Hij opnieuw vlak voordat Hij Jeruzalem binnengaat. Midden in mogen de drie leerlingen de heerlijkheid van Jezus zien op de berg (9,2-8). En onderweg geeft Jezus tweemaal onderricht aan zijn leerlingen (9,30-50 en 10,32-45). Ging het in het vorige deel over in de boot zitten, nu gaat het over zien. Wat zie je als je Jezus ziet? Een spiritueel inzicht in zijn identiteit. En wie ziet, trekt zijn of haar conclusies en volgt Hem (zie 10,52). In dit deel vallen ook de drie lijdensvoorspellingen. En het zijn die voorspellingen die nog het meeste onbegrip oproepen. Een Messias die lijden moet en overgeleverd wordt, wat moeten ze daar nu mee? Zo laten de verdubbelingen zien dat er een hele weg te gaan is, en dat er veel herhalingen nodig zijn, om tot begrip te komen.
1 Markus 12
In de tempel
2 Markus 12,1-12
wat zal de eigenaar van de wijngaard doen?
3 Markus 12,13-17
beeld van wie?
4 Markus 12,18-27
kent u de Schriften?
5 vadertekst za
6 Psalm 111
Het begin van wijsheid is ontzag voor JHWH
zo
7 Markus 14,12-26
dit is mijn Lichaam; dit is mijn Bloed
8 Markus 12,28-34
Onze naaste liefhebben als onszelf
9 Markus 12,35-37
David noemt Hem Heer
10 Markus 12,38-40
pas op
11 Markus 12,41-44
alles geven wat je hebt
12 vadertekst za 13 Psalm 112
gelukkig de mens met ontzag voor JHWH
zo 14 Markus 4,26-34
vanzelf draagt de aarde vrucht
15 Markus 13
de komst van de Mensenzoon
16 Markus 13,1-2
alles zal worden afgebroken
17 Markus 13,3-13
wie standhoudt tot het einde
18 Markus 13,14-23
jullie moeten oppassen
19 vadertekst za 20 Psalm 119, 1-12
gelukkig wie de volmaakte weg gaan
zo 21 Markus 4,35-41
waarom zijn jullie bang?
22 Markus 13,24-27
men zal de Mensenzoon zien komen
23 Markus 13,28-32
leer van de vijgenboom
24 Markus 13,33-37
wees waakzaam
25 Markus 14
de maaltijd en de arrestatie
26 vadertekst 05 h. Bonifatius 07 Sacramentszondag 12 h. Hart van Jezus 24 H. Johannes de Doper 29 HH. Petrus en Paulus
za 27 Psalm 113
Hij verheft uit het stof wie berooid is
zo 28 Markus 5,21-43
ga in vrede
29 Markus 14,1-9
de kostbare balsem
30 Markus 14,10-11
hij zon op een mogelijkheid
JULI HET EINDE Men vermoedt dat Markus 16,8 het oorspronkelijk einde van het evangelie was, en dat de verzen 16,9-20 een latere toevoeging is. Deze zouden een samenvatting zijn van delen uit de andere evangeliën. Het einde ‘ze zeiden niemand iets, want ze waren bang’ is nogal abrupt. Er zijn waarschijnlijk oplossingen gezocht om deze abruptheid op te lossen. Dat zien we ook in Matteüs en Lukas en Johannes. Er bestaat nog een variant op het einde zoals we dat nu kennen, namelijk: En alle opdrachten meldden zij in het kort aan de kring van Petrus. Daarna verscheen Jezus zelf aan hen en liet via hen van het oosten tot in het westen de heilige en onvergankelijke boodschap van de eeuwige redding uitgaan. Amen. De opdracht die de vrouwen krijgen, maakt hen bang. Maar dat kennen we ook al eerder uit het evangelie. De leerlingen zijn bang als ze in de boot zijn. De synagogebestuurder is bang dat zijn dochter gestorven is. Beide keren zegt Jezus: wees niet bang. Dus ook als het evangelie met vers 16,8 zou eindigen, klinkt als vanzelf dit woord voor ieder die deze opdracht zich toe-eigent: wees niet bang, maar geloof. Dat is dus het antwoord dat de lezer zelf mag geven. Een bijzondere opgave.
1 Markus 14,12-16
een man met een kruik water
2 Markus 14,17-21
een die met Mij eet, zal Mij uitleveren
3 vadertekst za
4 Psalm 119,17-24
wees goed voor uw dienaar
zo
5 Markus 6,1-6
Hij was verbaasd
6 Markus 14,22-25
dit is mijn Lichaam; dit is mijn Bloed
7 Markus 14,26-31
vertrek naar de Olijfberg
8 Markus 14,32-42
waakt met Mij
9 Markus 14,43-51
de arrestatie
10 vadertekst za 11 Psalm 114
Hij verandert de rots in een bron
zo 12 Markus 6,7-13
zending van de twaalf
13 Markus 14,53-54
Jezus meegevoerd
14 Markus 14,55-65
bent U de Messias?; herlees Markus 8,27-33
15 Markus 14,66-72
Voordat de haan tweemaal heeft gekraaid; herlees Markus 14,30-31
16 Markus 15
Veroordeeld, gekruisigd, begraven
17 vadertekst za 18 Psalm 119,25-48
mijn ziel ligt neergedrukt
zo 19 Markus 6,30-34
Hij had zeer met hen te doen
20 Markus 15,1-15
Jezus voor Pilatus
21 Markus 15,16-20
Jezus bespot
22 Markus 15,21-32
Jezus gekruisigd en bespot
23 Markus 15,33-39
Jezus’ dood
24 vadertekst za 25 Psalm 115
Israël, vertrouw op JHWH
zo 26 Johannes 6,1-15
er is hier een jongen met vijf gerstebroden
27 Markus 15,40-47
de begrafenis van Jezus
28 Markus 16
bij het graf
29 Markus 16,1-8
Jezus is tot leven gewekt
09 hh. Martelaren van Gorkum 27 z. Titus Brandsma
30 Markus 16,9-20 31 vadertekst
verschijningen van Jezus
AUGUSTUS PETRUS In alle vier de evangeliën speelt Petrus een prominente rol. In drie van de vier is hij de eerste die Jezus roept. In het Johannesevangelie is het Andreas die als eerste ingaat op de roepstem van Jezus. Dit feit levert tot op vandaag gespreksstof op tussen de kerken van het westen en het oosten. In het Matteüsevangelie zegt Jezus dat Hij zijn kerk op Petrus bouwt. En dat hij de sleutels krijgt van het koninkrijk der hemelen. Ook deze tekst is onderwerp van een voortgaande discussie. Staat er niet dat ieder die belijdt dat Jezus de Messias is, de steenrots is waarop Jezus zijn kerk bouwt? Dan gaat het over elke christen. De Katholieke Kerk houdt vast dat het hier concreet en alleen om Petrus gaat. En daarom is de positie van de opvolger van Petrus ook zo belangrijk. Maar ieder die gelooft mag zich natuurlijk herkennen in de belijdenis van Petrus. Wie meegaat naar het graf van Petrus, zal daar ook de geloofsbelijdenis uitspreken. Zo laat ieder zien dat de Kerk bestaat uit levende mensen die samen een geestelijke tempel vormen (1 Petrus 2,5). Een tekst waar het Tweede Vaticaans Concilie sterk aan hechtte.
za
1 Psalm 119,49-72
denk aan het woord
zo
2 Johannes 6,24-35
het voedsel dat blijft
3 Markus 1,16-20
Hij zag Simon
4 Matteüs 4,18-22 5 Lukas 5,1-11 6 Johannes 1,35-42 7 vadertekst za
8 Psalm 116
JHWH beschermt de eenvoudigen
zo
9 Johannes 6,41-51
wie naar de Vader heeft geluisterd
10 Markus 1,29-31
de schoonmoeder van Simon
11 Matteüs 8,14-15 12 Lukas 4,38-39 13 vadertekst 14 vadertekst za 15 Psalm 119,73-96
Uw handen hebben mij gemaakt
zo 16 Johannes 6,51-58
die bezit eeuwig leven
17 Markus 3,13-19
Simon gaf Hij de bijnaam Petrus
18 Matteüs 10,1-4 19 Lukas 6,12-16 20 vadertekst 21 vadertekst za 22 Psalm 117
Zijn liefde is overstelpend
zo 23 Johannes 6,60-69
naar wie zouden wij gaan?
24 Markus 8,27-33
Petrus antwoordde Hem
25 Matteüs 16,13-20 26 Lukas 9,18-21 27 Johannes 6,67-70 28 vadertekst 06 Gedaanteverandering van de Heer
za 29 Psalm 119,97-120
hoe lief heb ik de wet
15 Maria Tenhemelopneming 28 h. Augustinus
zo 30 Markus 7,1-23 31 Markus 9,2-8
u laat het gebod van God los Petrus zei: het is goed hier te zijn
SEPTEMBER PETRUS - vervolg De evangeliën schetsen Petrus als een levensecht mens. Hij is moedig, dapper, en een echte leider. Maar hij is ook een twijfelaar. Hij is ook degene die Jezus verloochent. Dat is een reden om de betrouwbaarheid van het evangelie te aanvaarden. Het vertelt het leven zoals het is. Lezers van het evangelie kunnen zich zo helemaal met Petrus identificeren. Na de verrijzenis van Jezus verandert de positie van Petrus. Tijdens het aardse leven van Jezus neemt hij een vooraanstaande positie in. Na de verrijzenis neemt hij de centrale positie in. Hij geeft leiding aan de groep. In het Matteüsevangelie spreekt Jezus uitdrukkelijk uit dat Hij zijn kerk op hem zal bouwen (Matteüs 16,18) In het Johannesevangelie vraagt Jezus dat uitdrukkelijk aan hem: weid mijn schapen (Johannes 20,15 vv). In het boek Handelingen krijgt hij die opdracht niet. Het lijkt eerder een vanzelfsprekend uitvloeisel van de bede van Jezus: dat als Petrus tot inkeer gekomen zou zijn, hij op zijn beurt zijn broeders zou sterken (Lukas 22,32). Jezus heeft duidelijk de positie van Petrus bepaald. En wie zich aan Petrus spiegelt, spiegelt zich dus aan alles wat het evangelie kan oproepen bij een mens.
1 Matteüs 17,1-8 2 Lukas 9,28-36 3 2 Petrus 1,17-18 4 vadertekst za
5 Psalm 118
de steen die de bouwers afkeurden
zo
6 Markus 7,31-37
geweldig wat Hij heeft gedaan
7 Markus 10,28-31
Petrus zei: wij hebben alles achtergelaten
8 Matteüs 15,15-20 9 Matteüs 19,27-30 10 Lukas 18,28-30 11 vadertekst za 12 Psalm 119,121-144
ik heb gedaan wat recht en wettig is
zo 13 Markus 8,27-35
U bent de Messias
14 Markus 13,3-5
Petrus vroeg: zeg ons wanneer
15 Matteüs 24,3-4 16 Lukas 21,5-8 17 vadertekst 18 vadertekst za 19 Psalm 120
bevrijd mijn ziel
zo 20 Markus 9,30-37
waar ging dat meningsverschil over?
21 Markus 14,27-31
Petrus zei: ik zeker niet
22 Matteüs 26,31-35 23 Lukas 22,31-34 24 Johannes 13,36-38 25 vadertekst 08 Maria Geboorte 14 Kruisverheffing 15 Onze Lieve Vrouw van Smarten
za 26 Psalm 119,145-176
ik roep met heel mijn hart
zo 27 Markus 9,38-48
wie één van deze kleinen …
28 Markus 14,32-42 29 Matteüs 26,36-46
Simon, slaap je?
30 Lukas 22,39-46
OKTOBER 1 Petrus Twee van de zeven katholieke brieven staan op naam van Petrus. Men gaat er in het algemeen vanuit dat de brief niet van de hand van de apostel Petrus is, maar van een onbekende. De brief bevat veel doopkatechese. Men vermoedt dat deze katechese van de hand van Petrus kan zijn. daarmee is een parallel te trekken met het Markusevangelie. Markus heeft het onderwijs van Petrus opgeschreven. En zo heeft deze anonymus de doopkatechese van Petrus vastgelegd. Men vermoedt dat de brief zijn definitieve vorm heeft gekregen tegen het einde van de eerste eeuw. Waarschijnlijk spelen de vervolgingen van de keizers Dominitianus en Trajanus hierin een rol, maar ook algemene discriminatie en plagerijen. De brief heeft een belangrijke rol gekregen door het Tweede Vaticaans concilie. Belangrijke beelden als invoegen als levende stenen en opbouw tot een geestelijke tempel, en tot een heilig priesterschap hebben gediend om de nieuwe evangelisatie van de Kerk vorm te geven. Daar horen ook bij: u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, volk van God. De brief is meer dan de moeite waard om langzaam te lezen en tot u door te laten dringen
1 vadertekst 2 vadertekst za
3 Psalm 121
Hij waakt over je leven
zo
4 Markus 10,2-16
mag een man zijn vrouw verstoten?
5 Markus 14,54.66-72
Petrus herinnerde zich wat Jezus gezegd had
6 Matteüs 26,69-75 7 Lukas 22,54-62 8 Johannes 18,15-18.25-27 9 vadertekst za 10 Psalm 122
vrede zij in jou
zo 11 Markus 10,17-30
ga verkopen wat u hebt
12 Markus 16,1-8
ga tegen Petrus zeggen
13 Matteüs 28,1-8 14 Lukas 24,1-12 15 Johannes 20,1-10 16 vadertekst za 17 Psalm 123
naar U sla ik mijn ogen op
zo 18 Markus 10,35-45
de beker die Ik drink
19 Johannes 13,1-10
Petrus zei: Heer, gaat U mij de voeten wassen?
20 Johannes 13,21-26
Simon Petrus wenkte de geliefde leerling
21 Johannes 18,10-12
Simon Petrus trok het zwaard
22 Johannes 21,1-13
Simon Petrus zei: ik ga vissen
23 vadertekst
02 hh. Engelbewaarders 04 H. Franciscus van Assisi
za 24 Psalm 124
wij zijn ontkomen
zo 25 Markus 10,46-52
heb medelijden met mij
26 Johannes 21,15-19
Simon, heb jij Mij lief?
27 Johannes 21,20-23
Petrus vroeg; en hij dan?
28 Handelingen 1,15-26
Petrus stond temidden van de broeders
29 Handelingen 2,14-36
Petrus trad naar voren
30 vadertekst za 31 Psalm 125
wees goed voor wie goed is
NOVEMBER 2 Petrus De tweede brief van Petrus is van nog later datum. Men vermoedt het begin van de tweede eeuw. Ook deze brief is van een onbekende die het apostolisch gezag wil waarborgen. Hij keert zich tegen allerlei dwalingen. De apostolische traditie is een bolwerk tegen valse profeten. Hij schrijft vanuit het gegeven dat hij spoedig zal sterven (1,14), en dat hij graag bij zijn lezers in herinnering brengt dat zij moeten beantwoorden aan Gods roeping en uitverkiezing (1,10). Hij schrijft dat hij op het fundament staat van de verheerlijking op de berg. Een andere belangrijke drijfveer voor het schrijven van de brief is de verwachting van de nabije komst van de Heer levend houden. Er werd blijkbaar spottend gevraagd waar de Heer bleef (zie 3,4). De schrijver wil graag de hoop versterken daarop. Een beroemde zin (een variatie op vers 4 uit psalm 90) uit deze brief is: een dag is voor God als duizend jaar en duizend jaar als een dag. Daar voegt zich deze zin bij: het geduld van de Heer is onze redding (3,15). Hier vinden we ook een verwijzing naar de brieven van Paulus.
zo
1 Matteüs 5,1-16
laat je licht schijnen
2 Handelingen 2,37-40
Petrus zei: bekeer u
3 Handelingen 3,1-10
Petrus keer hem doordringend aan
4 Handelingen 3,11-26
Petrus zag dat en sprak
5 Handelingen 4,5-22
daarop werd Petrus vervuld van de heilige Geest
6 vadertekst za
7 Psalm 126
keer ook nu ons lot
zo
8 Markus 12,38-44
pas op voor schriftgeleerden
9 Handelingen 5,1-11
Petrus zei: Ananias
10 Handelingen 5,27-33
Petrus gaf ten antwoord: God moet men meer gehoorzamen
11 Handelingen 8,14-25
Petrus legde hen de handen op
12 Handelingen 9,32-42
Petrus reikte haar de hand
13 vadertekst za 14 Psalm 127
als JHWH het huis niet bouwt
zo 15 Markus 13,24-32
de Mensenzoon komt op de wolken
16 Handelingen 10
Petrus in Caesarea
17 Handelingen 11,1-18
Petrus verklaart zijn optreden
18 Handelingen 12,1-19
Petrus in de gevangenis
19 Handelingen 15,6-21
Petrus stond op en zei: broeders …
20 vadertekst za 21 Psalm 128
geluk en voorspoed vallen je toe
zo 22 Johannes 18,33-37
Ik ben koning
23 vadertekst 24 vadertekst 01 Allerheiligen
25 1 Petrus 1,1-3
geprezen zij God de Vader
02 Allerzielen
26 1 Petrus 1,4-12
verheug u
07 h. Willibrord
27 1 Petrus 1,13-21
laat uw geest paraat zijn
09 Kerkwijding van de Sint Jan van Lateranen
za 28 Psalm 129
gebroken hebben zij mij niet
23 Christus Koning
zo 29 Lukas 21,25-36
tekenen aan zon, maan en sterren
29 1e zondag van de Advent 30 h. Andreas
30 vadertekst
DECEMBER SLOT Elke week op zaterdag staat er een psalm op het rooster. Psalmen zijn de oudste liederen die we kennen. Ze geven de lezer het gevoel in de traditie van 3000 jaar te staan. Bijzonder is om te ondervinden dat wie psalmen bidt, ze meebidt met het Joodse volk. Bijzonder is ook te ervaren dat wie psalmen bidt, ze meebidt met Jezus. Ook Hij heeft ze alle 150 gebeden. Psalmen vormen de kern van de Bijbel. Ze zijn – zo zeg ik anderen na – het hart van de Schrift. Sommigen zeggen: ze zijn een samenvatting van heel de Bijbel. De kern zou dan te vinden zijn in psalm 118,8. Voor mij is elke psalm een kernstuk van de Schrift. Wie psalmen leest, zal ze langzaam lezen om te ontdekken waar de psalm de lezer mee naar toe neemt. Het onderstrepen van een vers of een woord geeft vaak al veel inzicht wat de psalm met de lezer doet. Dat delen met iemand anders kan vaak tot verder inzicht voeren. Het mooie van delen met een ander is dat je hardop hoort wat anders alleen maar gedacht wordt. En zo’n gesprek verrijkt, en is vaak zalf voor de ziel.
za zo
za zo
za zo
Moge de psalmlezing elke week, als het kan elke dag, voedsel voor de ziel zijn. 08 Maria Onbevlekte Ontvangenis 25 Kerstmis 26 H. Stefanus 27 h. Johannes, apostel en evangelist 28 H. Familie
vrij za zo
11 Petrus 1,22-25 21 Petrus 2,1-10 31 Petrus 2,11-17 41 Petrus 2,18-25 5Psalm 130 6Lukas 3,1-6 71 Petrus 3,1-7 81 Petrus 3,8-12 91 Petrus 3,13-17 101 Petrus 3, 18-22 111 Petrus 4,1-6 12Psalm 131 13 Lukas 3,10-18 141 Petrus 4,7-11 151 Petrus 4,12-19 161 Petrus 5,1-7 171 Petrus 5,8-11 181 Petrus 5,12-14 19Psalm 132 20Lukas 1,39-45 212 Petrus 1,1-11 222 Petrus 1,12-21 23vadertekst 24Lukas 2,1-21 25Johannes 1,1-18 26Psalm 133 27Lukas 2,41-52 282 Petrus 2 292 Petrus 3,1-9 302 Petrus 3,10-16 312 Petrus 3,17-18
heb onvoorwaardelijk lief wees een levende steen leid een goed leven treed in de voetsporen van Christus mijn ziel verlangt naar zijn woord een stem roept in de woestijn mannen en vrouwen wees eensgezind wees bereid u steeds te verantwoorden het water van de doop waardoor laat u zich leiden? mijn ziel is als een kind in mij wat moeten wij doen? heb elkaar vóór alles innig lief blijf het goede doen geef het goede voorbeeld wees waakzaam groet elkaar ik rust niet voordat ik een plaats vind voor JHWH gelukkig de vrouw die gelooft verrijk uw geloof met liefde houd uw oog gericht op de profeten Kind gewikkeld in doeken het Woord is vlees geworden leven voor altijd opdracht in de tempel valse profeten één dag is als duizend jaar de dag van de Heer groet
Colofon Samenstelling en redactie Vincent de Haas © 2014 Katholieke Bijbelstichting, Breda De thematische inleidingen zijn gebaseerd op de inleidingen in de Willibrordvertaling 1978 en 1995 Katholie ke Bijbelstichting Internet www.bijbel.net Postadres: Postbus 90189 4800 RN Breda Bezoekadres: Veemarktstraat 48 4811 ZH Breda T +31 (0)76 522 34 44 E
[email protected] Vlaamse Bijbelstichting Sint-Michielsstraat 6, bus 3101 3000 Leuven, België T +32 (0)16 32 38 63 E
[email protected]