BIJBELLEESROOSTER
VINGERAFDRUKKEN
WIE BEN IK? THEMAWEEK 2 13 – 20 SEPTEMBER 2009
1
Inleiding Het Bijbelleesrooster wil iedereen in de gemeente (gezin) voorbereiden op de themazondag. Voorbereiden wil zeggen, elke dag samen bidden, praten, nadenken en groeien naar elkaar en bovenal naar God. Het boekje is bedoeld voor iedereen: met gesprekspunten voor volwassenen/ ouders, tieners en doe-opdrachten voor jonge kinderen. Maar kijk niet te strak naar deze indeling, want ook in de vragen die niet direct bij jou horen staan interessante dingen. Er is gekozen voor de aanspreekvorm je/jij, maar we bedoelen daar ook ‘u’ mee voor ouderen. Mochten er woorden te moeilijk zijn voor de allerkleinsten dan hopen wij, dat ouders dit willen verduidelijken
Fingerprints Ieder mens heeft unieke vingerafdrukken en deze worden gebruikt als herkenningsteken. Op die manier is je identiteit (wie je bent) met zekerheid vast te stellen. Met dit jaarthema gaan we kijken naar je unieke afdruk. We dagen je uit, kijk in de spiegel naar wie je bent. Wat laat jij zien van Christus aan je vrienden, in je gemeente en in de digitale wereld.
Wie ben ik? We gaan echt in de spiegel kijken met dit deelthema. Wie ben ik en wie mag ik zijn? Er is ruimte voor zekerheden, vragen en twijfels en we gebruiken de Bijbel om onszelf te zien.
Groeitip:
Dit boekje kunt u voor of na de maaltijd gebruiken, bij het naar bed gaan of als stille tijd moment met het hele gezin! Geen gezin? Vorm zo mogelijk een ‘gezin’ met anderen of gebruik de vragen voor zelfstudie!
Toelichting: Doe-opdracht 10Z0Gezien Ouderonderzoeksvraag Gezinsvraag/opdracht
= voor kinderen = voor tieners = voor ouders/volwassenen = vraag/opdracht voor iedereen
Veel zegen en groei gewenst komende week! 2
Zondag: FF spiegelen! Wie ben ik?
Dat weet ik best …ja?
Gezinsopdracht: Neem de spiegel van de wand en neem wat gekleurde stiften. Iedereen schrijft twee positieve punten van zichzelf op de spiegel (met een sponsje en water is de inkt weer snel verdwenen). God houdt ons ook een spiegel voor in Zijn woord.
Lees samen: Genesis 1: 26 – 31. Kern: 26 God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’ 27 God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen. 28 Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, 31 God keek naar alles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was. Het werd avond en het werd morgen. De zesde dag. Dit lijkt vrij duidelijk, wat hier staat? Hoe vaak denk je hier over na? Leef je vanuit deze wetenschap?
Gezinsvragen:
Van wie ben je een afdruk volgens deze tekst? Wat vind je daarvan? Geloof je dat het waar is? Leg uit. Hoe zie je dat als je kijkt naar de positieve punten die je schreef op de spiegel? Bid dat God, door de Heilige Geest, iedereen in het gezin helpt om eerlijk te zijn naar jezelf en naar anderen
3
10Z0Gezien
Discussieer over deze stellingen:
Discussieer over deze vragen: Hoe denk jij dat God je ziet en wat doet dat met je? Doen deze uitspraken ook iets met je als je je rot voelt?
4
Maandag: (On)veranderd! Gedurende je leven veranderen er enorm veel dingen om je heen. Als je een peuter bent leer je kruipen en lopen, wanneer je kleuter bent leer je van krassen op papier netjes binnen de lijntjes te kleuren. Tijdens de pubertijd veranderd er ook een heleboel. Je gaat naar een andere school, je groeit, je hormonen gaan werken, je gaat anders over dingen denken. Ook bij ouders staat het leven niet stil, een andere baan, kinderen worden groter en soms verhuis je zelfs naar een andere omgeving. Veranderingen ..allemaal leuk, of is het meer spannend en onzeker? Gisteren hebben we gelezen dat we gemaakt zijn naar Gods beeld. We zijn gemaakt met een duidelijke opdracht: een relatie met God hebben en voor de aarde zorgen. Echter, na de schepping vindt er ook een GIGANTISCHE verandering plaats: de zondeval. Eva en Adam trappen in de leugen van de slang en begaan een fout die heel het leven op aarde voorgoed anders maakt.
Vandaag lezen we dat God hen opzoekt: Genesis 3: 8 – 13 + 20 – 24. In Vers 8 lezen we dat God door de tuin wandelt en op zoek is naar Adam. God zoekt contact, maar Adam en Eva verstoppen zich. Sinds de zondeval zijn wij, mensen, onzeker geworden en schamen we ons en is het leven een stuk lastiger en moeilijker geworden. Maar hoe reageert God in dit bijbelgedeelte? Lees vers 21. Daar zie je Gods Vaderhart! Hij belooft ons niet te laten zitten in de ellende en Hij bekleedt mensen met vellen, zodat ze zich niet hoeven te schamen.
Gezinsvragen:
Heb je wel eens het idee dat God niet trouw is en dat Hij je laat zitten? Wanneer? Wat betekent Gods zorg voor jou in de veranderingen die je doormaakt in het leven? Bid en dank God, Hij is onveranderlijk en laat ons niet in de steek, wat wij ook uitspoken. Hij zorgt voor jou net als voor Adam en Eva. God verandert nooit! 5
6
Dinsdag: Wie ben ik?
Wie mag ik zijn?
We hebben de afgelopen dagen gelezen dat de mens is gemaakt als een evenbeeld van God en God blijft trouw aan Adam en Eva, ook al hebben ze Hem pijn gedaan, gezondigd. Hoe gaat het nu verder in de Bijbel? Wie ben jij in Gods ogen? Verder lees je in Genesis dat God met Adam en Eva praat. Net als met Kaïn, Noach, Abram, Isaak, Jacob en Mozes. God wil graag een relatie met mensen. God kent ons, wil ons begeleiden en vormen bij het groeien in het leven naar Hem toe.
Lees Psalm 139 in het bijzonder vers 13-18. God kent ons helemaal, niet alleen als een groot toornig God, maar ook als een liefdevolle Vader die veel van zijn kinderen houdt. Zoveel dat Hij Jezus zond om al onze verkeerde dingen (zonden) te vergeven en weg te wassen. God is trots op ons! Hij heeft jou gewild en bedacht, met alles erop en er aan. Met talenten, gaven en typische trekjes waarin jij uniek bent! Uniek betekent niet persé dat je de mooiste, sterkste of slimste moet zijn om belangrijk te zijn. Uniek betekent dat God enorm van je geniet. Wie mag jij zijn? Een Koningskind, zoals God je bedoeld heeft. Jij bent bijzonder!
Gezinsopdracht:
Schrijf zoveel mogelijk positieve, mooie, opbouwende talenten op van iedereen in het gezin. Punten waarvan jij vindt dat God die speciaal aan die persoon gegeven heeft. Bespreek deze punten met elkaar.
Dank God dat Hij ons heeft gemaakt en dat wij door het offer van Jezus, ondanks alle verkeerde dingen die wij doen, een kind van Hem mogen zijn en dat wij bijzonder zijn in Zijn ogen.
7
Ouderonderzoeksvraag
Hoe denk je over jezelf ? Hoe we over onszelf denken zegt vaak ook iets over onze houding naar anderen. Hoe ga je om met anderen?
Wij zijn niet altijd geneigd anderen en onszelf als bijzonder te zien, als schepselen waar God een plan mee heeft dat Hij zal volbrengen. Wat betekent dit concreet voor je in het dagelijks leven en omgang met elkaar?
10Z0Gezien Het is makkelijk om onwaarheden over jezelf te bedenken. ‘Ik ben lelijk, want ik ben dikker dan de rest’ of ‘Ik zie er niet leuk uit, want ik heb raar haar’. Het is waar iedereen is anders. Kapsels verschillen en niet iedereen heeft maatje 38. Goed nieuws: jouw waarde staat vast! Stop met het bedenken van onwaarheden, dat je niet goed genoeg zou zijn. Eigen gedachten kunnen je gevangen houden in negatief denken. Breng deze gedachten bij Jezus. Hij is de Waarheid en vindt jou van waarde!
Doe-opdracht
Neem een gekleurd papier waar je nog doorheen kunt kijken (een snoeppapiertje bijvoorbeeld). Zet het voor je oog en kijk door het gekleurde papiertje. De hele wereld om je heen ziet er nu anders uit, rood, groen, blauw of nog anders! Eigenlijk is dat ook wat God doet. Als Hij met gewone ogen zou kijken dat zou God ons moeten straffen voor alle verkeerde dingen die we doen. Als je gelooft, kijkt God door Zijn Zoon Jezus naar jou en dan ziet Hij de verkeerde dingen heel anders, net als jij de wereld anders ziet door het gekleurde papier! 8
Woensdag: Fingerprints van het gezin. Vandaag willen we gaan kijken naar de print/afdruk die jullie als gezin laten zien door het wandelen met God.
Ouders hopen soms iets van zich zelf terug te zien in hun kinderen; wat we zien zijn niet onze woorden, maar onze daden!
In feite zijn we gemaakt om op God te lijken. Dat kunnen we alleen maar door de Here Jezus en met hulp van de Heilige Geest. We mogen groeien in het lijken op Jezus en wandelen zoals Hij deed. Lees Genesis 5: 21 – 24 en Hebreeën 11: 5. Henoch trok veel op met God en wandelde met Hem. Hoe zou Henoch er uit hebben gezien? Groot, klein, Arabisch of Afrikaans? Hoe zou zijn karakter zijn geweest? Hoe zou hij met zijn vrouw en kinderen om zijn gegaan? De Bijbel vertelt het ons niet. Henoch leefde heel dicht bij God en daar beleefde God vreugde aan. Zoveel dat hij niet dood hoeft te gaan, maar dat God hem direct naar de hemel haalde. Henoch heeft echt wat laten zien door zijn levenswandel! Zoals God van Henoch geniet, wil Hij ook genieten van onze wandel door samen Bijbel te lezen, te praten en te groeien, uit Hem te leven bij alles wat je doet!
Gezinsvragen:
Lijkt iemand in je omgeving op Henoch? Wandelt jullie gezin met God, zijn jullie een afdruk en waaruit blijkt dat? Waarin zouden jullie meer kunnen wandelen met God? Schrijf een aantal ideeën op en stel ze als doel in het gezin. Bid in een kringgebed allemaal voor de opgeschreven doelen waarin jullie willen groeien in je wandel met Jezus. Dank Hem voor Zijn hulp. 9
10Z0Gezien Nadenkertje
Wandelen met GOD? Ik loop graag alleen GELOOF ik………!?
Doe-opdracht Teken Henoch òf waarom jij graag met God wil wandelen?
10
Donderdag: Wie ben ik?
Volgzaam!?
Als je van wandelen houdt weet je dat lopen soms ook energie kost. Soms gaat het vanzelf, een andere keer denk je wat een steil en lastig pad is dit. Bij het volgen van Jezus pad is dat niet anders. Zelfs al gaat Hij voor, het volgen van Jezus’ leefregels is niet altijd makkelijk. Soms gaat het hopeloos mis.
Lees: Johannes 13: 36-38 Gezinsvraag: Noteer wat opvallend is in dit Bijbelgedeelte?
Lees nu: Lucas 22: 54-62 Gezinsvragen:
Vergelijk de gelezen Bijbelgedeelten en bepreek waarom het volgen bij Petrus misging? Is dit herkenbaar in jullie eigen leven? Geef voorbeelden. Bespreek de volgende stelling:
Discipel zijn staat: voor gedisciplineerd Jezus volgen!
Voorbeeld voor de kinderen: Mama vertelt Anoek dat ze geen koekjes meer mag voor het eten. Ze heeft er al twee op. Maar ze ruiken nog heerlijk, zo vers uit de oven. Trrrrrring, de telefoon. Mama gaat even de telefoon opnemen. Anoek kijkt naar de schaal, mama merkt het vast niet als ze nog een koekje neemt... Wat zou jij doen als je Anoek was? Wat heeft dit voorbeeld te maken met het wandelen en volgen van Jezus? Sluit dit gesprek af met gebed. Iedereen legt een voorwerp op tafel. Het voorwerp staat symbool voor iets waar je steeds tegenaan loopt. Vb. je wilt vroeg opstaan om stille tijd te nemen, maar je draait je toch om. Leg (de wekker) deze strijd letterlijk en figuurlijk voor God neer. Dank God, dat we altijd ook met ons falen bij Hem mogen komen en Hij toch verder wil wandelen met ons. 11
12
Vrijdag: Met Jezus sta je niet stil! Petrus was één van de discipelen die met Jezus mocht wandelen op aarde. Als je met Hem wandelt dan zie je groei, je staat niet stil. Tijdens het wandelen met Jezus leer je van Hem en krijg je meer inzicht in jezelf. Meer en meer kom je erachter dat je helemaal niet zonder Hem kunt wandelen en dat je struikelt als je weer eens alleen op pad bent geweest. De leerlingen van Jezus waren vissers, misschien wel net als die in Rotterdam, IJmuiden of Urk? Het zijn hele gewone mensen, net als jij.
Lees de volgende korte teksten waarin je een deel van de ontwikkeling ziet die Petrus doormaakt:
Mat 14:29 - Mar 8:33 - Joh 13:8 - Joh 13:37 - Joh 18:10 - Joh 18:27 - Joh 21:17 - Hand 2:14. Al deze teksten over Petrus geven een beeld van hoe hij veranderd in de tijd dat hij met Jezus optrekt. Zijn karakter veranderd, tijdens Pinksteren gebeuren er grote dingen, de Heilige Geest komt in Petrus. We lezen niet meer van Petrus dat hij vaak terugvalt in zijn oude gedrag, maar we zien dat hij een volwassen man is geworden en de gemeente voorgaat en de mensen toespreekt dat ze Jezus moeten leren kennen.
Gezinsvragen:
Wat vind je ervan dat Petrus zo veranderd is? Hoe vind je het idee dat jij ook meer en meer verandert naar mate de tijd dat je met Jezus wandelt?
Bid dat iedereen in het gezin mag groeien in zijn relatie met Jezus, en steeds meer leert wandelen met Hem, om zo door de Heilige Geest meer en meer op Hem te lijken.
13
Bijbelgedeelten - zie vrijdag – Mat 14:29 Hij zei: ‘Kom!’ Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe. Mar 8:33 Maar Hij draaide zich om, keek Zijn leerlingen aan en wees Petrus streng terecht met de woorden: ‘Ga terug, achter mij, Satan! Je denkt niet aan wat God wil, maar alleen aan wat de mensen willen.’ Joh 13:8 ‘O nee,’ zei Petrus, ‘míjn voeten zult u niet wassen, nooit!’ Maar toen Jezus zei: ‘Als ik ze niet mag wassen, kun je niet bij Mij horen,’ Joh 13:37 ‘Waarom kan ik u nu niet volgen, Heer? Ik wil mijn leven voor U geven!’ zei Petrus. Joh 18:10 Daarop trok Simon Petrus het zwaard dat hij bij zich had, haalde uit naar de slaaf van de hogepriester en sloeg hem zijn rechteroor af; Malchus heette die slaaf. Joh 18:27 Weer ontkende Petrus, en meteen kraaide er een haan. Joh 21:17 En voor de derde maal vroeg Hij hem: ‘Simon, zoon van Johannes, houd je van me?’ Petrus werd verdrietig, omdat Hij voor de derde keer vroeg of Hij van hem hield. Hij zei: ‘Heer, u weet alles, u weet toch dat ik van u houd.’ Jezus zei: ‘Weid mijn schapen. Hand 2:14 Daarop trad Petrus naar voren, samen met de elf andere apostelen, verhief zijn stem en sprak de menigte toe: ‘U, Joden en inwoners van Jeruzalem, luister naar mijn woorden en neem ze ter harte.
Doe-opdracht Zoek een kastanje in het park of bos. Doe de kastanje een paar dagen in de diepvries, dan ‘denkt’ de kastanje dat het winter is geweest. Zet de kastanje daarna in een pot met aarde op het balkon of in de tuin. Na een aantal maanden zie je een takje met al echte kastanjebladeren Na een aantal jaren heb je een echte boom en is hij groter dan jij! Die boom krijgt ook weer kastanjes en die kastanjes kunnen ook weer bomen worden, zo kan er een kastanjebos ontstaan! Net als de kastanje naar het licht groeit, zo groei jij ook als je dicht bij Jezus leeft. Hij is Het Licht voor jou! (Joh. 3:21) Hoe langer je met Jezus wandelt hoe meer vrucht je draagt en dat zien mensen aan je! 14
Zaterdag: Je spiegelbriefje als spiekbriefje! We hebben een hoop geleerd deze week. Wie ben ik? Wij zijn waardevol. Twijfels? Neem Genesis en Psalm 139 er opnieuw bij. God zoekt ons op ook als wij ontrouw zijn en voor Hem weglopen. God wil dat wij met Hem wandelen en op pad gaan, dat we groeien: worden als Hij. Vraag je je soms ook af, hoe het kan dat God mensen liefheeft? Dat is ook echt een raadsel. We zingen dat eigenlijk met kerst: ‘In de mensen een welbehagen!’ We zullen dat nooit kunnen begrijpen. Jezus heeft ons de Heilige Geest, ook wel de Trooster, gestuurd om ons daarbij te helpen. De mensen om ons heen willen ons laten geloven dat we niet waardevol zijn, dat waar we in geloven onzin is en dat wandelen met God belachelijk is. Daarom is het goed om je Gods waarheid te blijven herinneren: je bent Zijn oogappel. We zijn mooi en God houdt enorm veel van ons. Onze identiteit ligt in Jezus. Door het werk van Jezus zijn wij vergeven van al onze zonden en mogen we uit genade wandelen met God.
Gezinsopdracht: Maak een spiekbriefje waarop je schrijft dat je waardevol bent en dat je identiteit in Jezus is. Dit doet iedereen op zijn eigen manier, door een lied, een Bijbeltekst, of woorden (over) te schrijven). Hang het op een duidelijke plek of plak het in je Bijbel of agenda Bid voor morgen dat de preek over het thema ‘Wie ben ik?’ door God gezegend zal worden en dat iedereen in de gemeente zal groeien naar God toe. Dank voor alles wat jullie samen geleerd hebben deze week.
15
Walk by Faith
Vertaling
Chris Falson I walk by faith Each step by faith To live by faith I put my trust in You Every step I take Is a step of faith No weapon formed against me Shall prosper Every prayer I make Is a prayer of faith If my God is for me Who can be against me?
Ik loop in geloof Elke stap zet ik in geloof Ik leef in geloof Ik stel mijn vertrouwen op U Elke stap die ik zet Is een stap in geloof Geen wapen dat tegen mij wordt gezet Zal uitwerking hebben Elk gebed dat ik bid Is een gebed in geloof Als mijn God voor mij is Wie zal er tegen mij zijn?
Laat de vlam weer branden 1 Wij gaan op weg met een brandend hart, met een gebed bij elke stap. Het lied van hoop klinkt door de landen, zingend van de nieuwe dag.
Refrein: Laat de vlam weer branden, als een helder baken; als heraut van 't morgenuur. Laat het lied weer sprank'len, laat de liefde branden, als een vuur, als een vuur
2 Tweeduizend jaar - en dag en nacht brandt deze vlam, verlicht ons land. Mensen wachten, harten smachten naar een liefde die verwarmt.
3 De liefde roept, de waarheid spreekt; dat is de kracht waarmee wij gaan, om hen die vallen, hen die wank'len op te vangen in Uw naam
16