Steunpunt Liturgie
- Wegwijzers Bijbelleesrooster Advent 2009
H
ij zal ons onderrichten, ons de weg wijzen, en wij zullen in
zijn paden bewandelen
(Micha 4:2b)
Wegwijzers
Advent: onderweg naar het kerstfeest, kerstfeest onderweg naar het Koninkrijk. Jaar na jaar leggen we de route van Advent af, van de eerste zondag van Advent tot en met de vierde, vierde en dan Kerst. Ondertussen zijn we dagelijks onderweg naar het Koninkrijk van God, in gemeenschap met de kerk van alle tijden n en plaats – de heiligen die ons wereldwijd voorgingen en de kerk van nu, tussen Noord- en Zuidpool, van west tot oost. Dit leesrooster voor Advent 2009 gaat over de wegwijzers die ons gegeven zijn. We starten in de woestijn tussen Egypte en het Beloofde Beloofde Land en kijken naar Wegwijzers in de woestijn: Mozes en de vele aanwijzingen voor de weg ten leven. Week 2 gaat over Wegwijzers tegen wil en dank. dank Als eerste Bileam – een wegwijzer in de woestijn – die alleen maar woorden van zegen uit zijn mond kreeg en n niet de zo gewenste vloek. Vervolgens ook Jeremia eremia die bijna bezweek onder zijn zware profetische taak. Week 3 blijft bij de profeten, collega’s van Jeremia, en kijkt naar een rode draad in de woorden van de profetieën: De profetische route. route Die rode draad ad kwam in week1 overigens ook al even in beeld. Die rode draad komt terug bij wegwijzers rond Jezus’ geboorte en eerste werkzaamheden: de priester Zacharias en zijn zoon Johannes, Johannes bijgenaamd de Doper. Zij wijzen op de enige Ware,, de wegwijzer die zelf de weg is. De rode draad uit week 3 komt ook bij Hem terug. De wegwijzers in de woestijn, de wegwijzers wegwijzer tegen wil en dank, de profeten met hun profetische route, de wegwijzers rond Jezus’ geboorte en eerste optreden zijn nog altijd wegwijzers, ze wijzen en verwijzen naar Hem die zelf de weg is. Zo wijzen ze nog altijd de weg naar het Koninkrijk. Het leesrooster sluit af op zondag 27 december, der zondag na kerst.
W
egwijzers in de woestijn
I Advent: zondag 29 november : Exodus 2:23-3:11 Dit leesrooster start bij Pesach, bevrijding uit het slavenhuis. Het ging daarbij niet om een bevrijding in één klap, er ging heel wat tijd overheen eer de bevrijden een nieuw land konden intrekken, een eigen huis bouwen en een eigen lapje grond in beheer nemen. Er ging een lange tocht aan vooraf, veertig jaar vol stilstand en omwegen, het koste heel wat voetstappen, mensenlevens en mentaliteitsverandering. Meteen aan het begin gaf God een wegwijzer mee, Mozes. Als je het vervolg van Exodus 3 leest, valt gelijk op dat Mozes bepaald niet staat te springen om die functie te aanvaarden. Hij zal het einddoel uiteindelijk zelf niet eens bereiken. Toch zal er later over hem geschreven worden: ‘Nooit meer heeft Israël een profeet gekend als Mozes, met wie de HEER zo vertrouwelijk omging. Door zijn toedoen heeft de HEER in Egypte tekenen en wonderen laten zien aan de farao en zijn onderdanen, aan heel zijn land. Van alles wat Mozes’ krachtige hand verrichtte en van de daden waarmee hij alom ontzag inboezemde, is heel Israël getuige geweest’ (Deut. 34:10-12). Lied:Psalm 1:1, 2 en 3
Maandag 30 november: Deuteronomium 10:12-19 De boeken Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium staan vol van de geschiedenis van Israël in de woestijn. Ze staan ook vol van wetten en richtlijnen die Israël via Mozes van God ontving. Daarbij ging het niet zozeer om ‘wetten en regeltjes’ maar om voorschriften ten goede, met de Tien Woorden, uit het voorgaande stuk in Deuteronomium 10, als kern. ‘Bedenk dus dat de HEER, uw God, niets anders van u vraagt dan dat u ontzag voor hem toont, dat u de weg volgt die hij u wijst, dat u hem liefheeft, hem met hart en ziel dient en zijn geboden en wetten naleeft; dan zal het u goed gaan’ (vers 12). Lied: Psalm 119:1, 2 en 3
Dinsdag 1 december: Deuteronomium 10:17-11:9 Een kleine overlap met de lezing van gisteren: vs. 17-20. Hier gaat het om: de hoogste God en Heer. Hij handelt zonder aanziens des persoons, laat zich niet omkopen, verschaft mensen zonder status recht, beschermt ze en zorgt voor hun levensonderhoud. Zing dus zijn lof (vs. 21), vertel het je kinderen door (vs. 2-5), onderhoud zijn geboden (vs. 8), dan zult u lang leven in het land dat de HEER onder ede heeft beloofd (vs. 9) Lied: Psalm 119:4, 5 en 6
Woensdag 2 december: Deuteronomium 11:10-21 Leven met God is een alledaagse werkelijkheid. Hier komen opeens (nou ja, opeens) de geografische verschillen tussen Egypte met zijn Nijl en het beloofde land met zijn bergen en dalen in beeld. Het land van melk en honing is een land waar God veel zorg aan besteedt (vs. 12). Maar laat je niet verleiden tot dwaalsporen, want dan gaat het mis (vs. 16-17). En dus: ‘Houd mijn woorden in gedachten, maak ze u eigen, draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad. Dan zullen u en uw kinderen lang mogen wonen in het land dat de HEER uw voorouders onder ede heeft beloofd, zolang de hemel boven de aarde staat’ (vs. 18-21). Wegwijzers zijn er niet voor niets. Lied:Psalm 119:7, 8 en 9
Donderdag 3 december: Deuteronomium 11:22-32 Wegwijzers zijn er niet voor niets: ‘Besef goed, vandaag stel ik u voor de keuze tussen zegen en vloek. Zegen, als u gehoorzaam bent aan de geboden van de HEER, uw God, vloek, als u zijn geboden niet gehoorzaamt en afwijkt van de weg die ik u vandaag wijs’ (vs. 26-28b). Lied:Psalm 119:10, 11 en 12
Vrijdag 4 december: Deuteronomium 27:11-26 In de lezing van gisteren, Deuteronomium 11:29, kwam de opdracht naar voren: ‘Wanneer u straks door zijn toedoen in het land aankomt dat u in bezit zult nemen, moet u op de Gerizim de zegen uitspreken en op de Ebal de vloek’. In Deuteronomium 27 wordt dat verder uitgewerkt. Stel het je voor: twee bergen, op de een de ene helft van Israël, op de ander de andere helft, in het midden de Levieten die vloek aankondigen en heel Israël die instemt met de woorden ‘Amen’. Zet je zelf in gedachten tussen de mensen en doe mee aan de spreekkoren: vervloekt ieder die afgoden aanbidt AMEN vervloekt ieder die geen eerbied heeft voor zijn ouders AMEN vervloekt ieder die land van de buren inpikt AMEN vervloekt ieder die geen oog heeft voor zwakken en rechtelozen AMEN vervloekt ieder die seks misbruikt AMEN vervloekt ieder die moordt
AMEN vervloekt ieder die zijn eigen gang gaat AMEN
Lied:Psalm 85:3 en 4
Zaterdag 5 december: Deuteronomium 28:1-19 Als je tijd hebt, lees dan door tot en met vers 69. Samenvatting: Volg je de door God uitgezette weg niet, dan ben je uiteindelijk definitief terug bij af (vs. 68). Lied: Liedboek 8:1 en 2
W
egwijzers tegen wil en dank
II Advent: zondag 6 december: Numeri 22:2-14 Balak haalt Bileam van stal. De koning wil dat de waarzegger Israël vervloekt, het volk dat nu nog Moabs landsgrenzen overtrekt, maar dan zonder meer tot niets zal verschrompelen. Vanaf het begin is er naast Balak en Bileam een derde in het spel. Want Bileam wil eerst een nacht over het verzoek slapen en horen wat God erover te zeggen heeft, ‘de HEER’ zegt hij, en daarmee gebruikt hij de naam waar God zichzelf mee bekend heeft gemaakt, ‘IK ZAL ER ZIJN’ (zie Exodus 3:15). Bij vers 14 lijkt het verhaal afgelopen. God wil niet dat Bileam gaat en het moabitische gezantschap keert onverrichter zake terug. Lied:Psalm 119: 13, 14 en 15
Maandag 7 december: Numeri 22:15-35 Balak start de onderhandelingen. Afgezanten met meer status (vs. 15) en meer beloning (vs. 17). Bileam gaat nu wel, omdat de HEER dat zegt. En dan ontvouwt zich dat verhaal waar generaties kinderen met open mond naar hebben geluisterd. Bileam op de ezel, de ezel die een engel ziet, de koppig als een ezel blijft staan waar ‘ie staat en Bileam bijna platdrukt, Bileam die er kwaad op los slaat, de ezel die kan praten, Bileam die uiteindelijk de engel kan zien, de engel van de HEER. Wat gebeurt hier eigenlijk, vraag je je af. Eerst mag Bileam niet naar Balak (vs. 12), dan wel (vs. 20), dan weer niet (vs. 32) en uiteindelijk toch wel (vs. 35). Eén ding is wel duidelijk: Bileam mag alleen zeggen wat God hem opdraagt (vs. 20 en 35). Lied:Psalm 119: 16, 17 en 18
Dinsdag 8 december : Numeri 24:10-17 Driemaal heeft Bileam een ‘orakelspreuk’ aangeheven. Vanaf het begin teleurstellend voor Balak, want Bileam vervloekt niet maar zegent. Tweekeer geeft Balak hem een herkansing, maar de intensiteit van Bileams woorden neemt alleen maar toe. Na de derde keer is het voor Balak over: verdwijn, ga terug, naar je beloning kun je fluiten. En dan neemt Bileam nog een keer het woord, ditmaal op eigen initiatief. Voor Moab niets goeds, maar wel voor Israël: in de toekomst zal een ster opkomen uit Jacob, en een scepter uit Israël. Het messiaanse koningschap gloort. En daartoe krijgt Israël vrij baan, want zo is Gods weg. Lied:Psalm 119:19,20 en 21 Woensdag 9 december: Jeremia 6:16-21
Bij Jeremia is het scenario grondig veranderd. Bileam was in feite nog een wegwijzer in de woestijn, maar ten tijde van Jeremia staat Israël dicht bij de ballingschap. Wat Jeremia hier zegt is eigenlijk de kern van het probleem: ‘Kijk naar de oude wegen. Welke weg leidt naar het goede? Sla die in, en vindt rust. Maar zij zeggen: ‘Dat doen wij niet’. Ik stel wachters over jullie aan, let op het geluid van hun ramshoorn. Zij zeggen: ‘Dat doen wij niet’. Waar zal het negeren van de van God gegeven wegwijzers toe leiden? Lied: GK 22:1 en 2
Donderdag 10 december: Jeremia 15:1-9 Zo gaat het als je de van God gegeven wegwijzers negeert: wie bestemd is voor de pest – naar de pest, wie bestemd is voor het zwaard – naar het zwaard, wie bestemd is voor de honger – naar de honger, wie bestemd is voor het ballingsoord – naar het ballingsoord. Als zweepslagen komen de woorden van Jeremia neer, God is zijn mededogen moe (vs. 6). Lied: GK 22:4
Vrijdag 11 december: Jeremia 20:1-18 Is het leuk om mensen de waarheid te zeggen? In het dagelijks leven heeft het daar veel van weg. Maar hier niet, Jeremia heeft het uiterst zwaar met zijn taak en de reacties van de mensen daarop, hoon, mishandeling, gevangenschap. Soms zakt hij in, komt al zijn persoonlijk worstelen naar buiten. Hier bijvoorbeeld. Ik ben bezweken voor Gods overtuigingskracht, zegt hij (vs. 1), maar wat brengt me dat? Zijn worsteling loopt uit op de wanhoopskreet: ‘was ik er maar nooit geweest’ (vs. 14). Lied: Psalm 88:1 en 2
Zaterdag 12 december: Jeremia 31:7-9, 21-22 Jeremia, een wegwijzer tegen wil en dank. Maar als hij dan verlossing mag profeteren dan breekt de zon ook glorieus door. De ballingen zullen terugkeren, over geëffende wegen zodat zij niet zullen struikelen (vs. 9). Mijlpalen en bakens richten de aandacht op de weg terug, de HEER zal iets nieuws op aarde scheppen: een vrouw maakt een man het hof. Dat laatste was voor de cultuur van toen iets volstrekt onvoorstelbaars en onoorbaars. Lied: Psalm 119:22, 23 en 24
D
e profetische route
III Advent: zondag 13 december: Amos 2:6-3:11 Amos, schapenfokker en vijgenteler van beroep, leeft ten tijde van Uzzia en Jerobeam. In hoofdstuk 1 en 2 is de blik naar buiten gericht, over de landsgrenzen van Israël heen. Aan het slot van hoofdstuk 2 is Israël aan de beurt. Het gaat bij Amos vaak over oorzaak en gevolg. Hoofdstuk 1 en 2 zijn opgebouwd rond de tekstformule ‘Misdaad op misdaad heeft x begaan, daarom zal ik mijn vonnis niet herroepen’. Hoofdstuk 3 gaat verder met een reeks beelden van oorzaak en gevolg en mondt dan uit in de bekende woorden ‘ Zo doet God, de HEER, niets zonder dat hij zijn plan heeft onthuld aan zijn dienaren, de profeten. Een leeuw heeft gebruld – wie zou er niet vrezen? God, de HEER, heeft gesproken – wie zou er niet profeteren?’. Ook hier: oorzaak en gevolg. Lied: LvK 102:1
Maandag 14 december: Amos 5:1-14 Wat is het grote verwijt in Amos? ‘Jullie verachten hen die in de poort het recht verdedigen, jullie verafschuwen hen die de waarheid spreken. Jullie vertrappen de zwakken en eisen een deel van hun graag op. ’ (vs. 10-11), ‘jullie keren je tegen de onschuldigen, jullie ontvangen steekpenningen, jullie ontnemen de armen in de poort hun recht’ (vs. 12). Gister kwamen we het oog al tegen: ‘Ze verkopen de rechtvaardigen voor zilver en de armen voor een paar sandalen. Ze zijn eropuit de zwakken in het stof te laten kruipen, en de machtelozen dringen ze opzij’ (2:6-7), ‘Tot rechtvaardigheid zijn ze daar niet in staat – spreekt de heer -, zij die hun burchten vullen met onderdrukking en geweld’ (2:10). Een fragment uit de lezing van Deuteronomium 10 uit de eerste week van Advent: ‘De HEER, uw God, handelt zonder aanzien des persoons en is onomkoopbaar; hij verschaft weduwen en wezen recht, neemt vreemdelingen in bescherming en voorziet hen van voedsel en kleding. Ook u moet vreemdelingen met liefde behandelen, want u bent zelf vreemdelingen geweest in Egypte ’ (vs. 1719). Lied: LvK 102:2
Dinsdag 15 december: Amos 8:1-14 Egoïsme, hedonisme, uitbuiting, de boel vernachelen, ikke ikke ikke en de rest kan stikken. Lees nogmaals Deuteronomium 10: ‘De HEER, uw God, handelt zonder aanzien des persoons en is onomkoopbaar; hij verschaft weduwen en wezen recht, neemt vreemdelingen in bescherming en voorziet hen van voedsel en kleding.’ Leven in Gods spoor is een praktisch alledaags gebeuren. Amos is een wegwijzer die de goede richting aangeeft door messcherp aan te wijzen hoe het niet moet. Lied: GK 9:1, 2 en 3
Woensdag 16 december: Micha 2:1-5, 3:1-4 en 9-12 Sociale gerechtigheid is geen stokpaardje van Amos. Het is een rode draad bij profeten van het Oude Testament, een profetische routebeschrijving, ook al is de routebeschrijving vaak zo geformuleerd dat ‘ie verteld wat je achterwege moet laten. Lied: Psalm 119:22, 23 en 24
Donderdag 17 december: Micha 4:1-5 Na alle profetische zweepslagen eerder deze week een prachtig visioen. Zie het voor je: een hoogverheven berg, volken die samenstromen en zich de weg willen laten wijzen, oorlogstuig dat tot landbouwmaterieel wordt omgevormd, geen oorlog meer, zelfs geen besef van oorlog. En: ieder zal zitten onder zijn vijgenboom en zijn wijnrank. Let wel: ieder, en: zijn vijgenboom en wijnrank, dus niet alleen zij die al een vijgenboom en wijnstok hadden staan, en ook niet de boom bij de buren of de struik op het dorpsplein. Dit is het waar de profetische route toe leidt: het goede der aarde voor iedereen, een leven vol vrede en recht. Lijkt het misschien iets te aards? Of is ons beeld van Gods Koninkrijk misschien te onaards? Lied: Psalm 119: 25, 26 en 27
Vrijdag 18 december: Micha 5:1-4a (r. 1) Micha 5-1 wordt eeuwen later als hele concrete wegwijzer herkend. In Jeruzalem zit koning Herodus met de onaangename vraag waar ‘de pasgeboren koning van de joden te vinden is’. In Bethlehem, is het antwoord, want zo staat het geschreven bij de profeet (Matteüs 2:5-6). De profeet is Micha en de geciteerde wegwijzer is Micha 5:1 – generaties scholieren leerden dit vers daarom uit hun hoofd. De ‘koning van de joden’, zeggen de wijzen, een benaming die Herodus de stuipen op het lijf jaagt (Matteüs 2:3) en die enkele decennia later tot spotnaam wordt (Matteüs 27:29 en 37). Micha omschrijft de koning zo: ‘Hij zal hen als een herder weiden, bekleed met de macht van de HEER, zijn God, met de majesteit van diens verheven naam. Zij zullen veilig wonen, want hij zal heersen tot aan de einden der aarde’ Lied: Psalm 72:1 en 2
Zaterdag december: Jesaja 11:1-5 Nog zo’n tekst die door generaties scholieren uit het hoofd is geleerd: ‘Maar uit de stronk van Isaï schiet een telg op…’, ‘want er zal een Rijsje voortkomen uit den afgehouwen tronk van Isaï…’. Jesaja is de profeet van Advent, en dat is ook geen wonder. Lees deze verzen nog eens, laat elke zin eerst echoën in je hoofd voor je verder gaat, stel je alles voor. Hoor je wat er wordt gezegd? Zie je wat voor wereld hier ontstaat? Zie je de wegwijzer? Lied: Psalm 72:3 en 4
D
e enige ware
IV Advent: zondag 20 december : Lucas 1:5-24 Lucas 1 vertelt over het moment in de tijd waarop de hele geschiedenis gaat kantelen. Het begin is een korte situatieschets: ‘Toen Herodes koning van Judea was, leefde er een priester die Zacharias heette en tot de priesterafdeling Abia behoorde. Zijn vrouw, Elisabet, stamde af van Aäron. Beiden waren vrome en gelovige mensen [..]. Ze hadden geen kinderen, want Elisabet was onvruchtbaar, en beiden waren al op leeftijd. […] Toen de afdeling van Zacharias eens aan de beurt was om priesterdienst te vervullen […] werd Zacharias door het lot aangewezen om het reukoffer op te dragen’. Tijdsbepaling, hoofdpersonen, context. In vers 10 begint vervolgens de actie: Zacharias vervult zijn priestertaak. Buiten wachten mensen en binnen wordt Zacharias met stomheid geslagen. De engel Gabriël kondigt de komst van een wegwijzer aan. ‘Als bode zal hij voor God uitgaan’ (vs. 27), hij zal het volk gereedmaken voor de Heer (vs. 17). Lied: LvK 121:1
Maandag 21 december: Lucas 1:57-66, 80 Ruim negen maanden later: geboorte van de zoon van Elisabeth en Zacharias, Johannes is zijn naam. Latere bijnaam: Johannes de doper. Johannes de doper, de voorloper van Jezus van Nazareth, wegwijzer bij uitstek. Maar in het gelezen gedeelte blijkt dat hij niet de enige wegwijzer is, zijn ouders zijn dat eveneens. Want stel je voor: een kinderloos echtpaar op leeftijd dat, hoewel het onmogelijk is, toch in blijde verwachting raakt – dat is een signaal. Een oude vrouw die tegen alle verwachtingen haar zwangerschap uitdraagt en een gezond kind ter wereld brengt – dat is een signaal. Een moeder die tegen alle verwachtingen in haar pasgeborene niet naar zijn vader noemt – dat is een signaal. Een vader die tegen alle verwachtingen in de naam bevestigd die zijn vrouw noemt – dat is een signaal. Een oude man wiens lippen maandenlang gesloten waren en nu weer kan spreken – dat is een signaal. De aanwezigen hebben het in de gaten: ‘Ieder die het hoorde bleef erover nadenken, en vroeg zich af: hoe zal het vergaan met dit kind? Want de machtige hand van de Heer beschermde hen’. Vs. 80 geeft op die vraag een voorlopig antwoord: ‘Het kind groeide op en werd gesterkt door de Geest. Johannes leefde in de woestijn tot de dag aanbrak waarop hij zich kenbaar maakte aan het volk van Israël’. Lied: LvK 121:2
Dinsdag 22 december: Lucas 1:68-79 Terwijl het aangekondigde nieuwe leven groeide en vorm kreeg, was Zacharias tot zwijgen veroordeeld. Negen maanden lang kreeg hij geen woord over z’n lippen krijgt, terwijl de zoon steeds
duidelijker in beeld kwam. Na al die maanden stilte komt er bij Zacharias nu een complete nieuwe psalm uit. Een psalm als een wegwijzer: ‘En jij, kind, jij zult genoemd worden: profeet van de Allerhoogste, want voor de Heer zul je uitgaan om de weg voor hem gereed te maken, en om zijn volk bekend te maken met hun redding. Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God zal het stralende licht uit de hemel over ons opgaan […] zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede’. Lied: LvK 1:3 en 4
Woensdag 23 december: Lucas 3:1-14 Johannes de doper aan het woord: ‘Adderengebroed!’ ‘Breng vruchten voort die een nieuw leven waardig zijn!’ ‘De bijl ligt al aan de wortel van de boom: iedere boom die geen goede vruchten draag wordt omgehakt’. De mensen voelen zich aangesproken en vragen wat ze moeten doen. Hoe breng je goede vruchten voort? Het antwoord is glashelder: kleding en voedsel delen met have-nots. Geen geld afromen, geen afpersing, geen steekpenningen, tevreden zijn met wat je hebt. Lied: LvK 126:1
Donderdag 24 december: Lucas 3:15-22 Zou Johannes de Messias zijn? Het is makkelijk om achteraf die vraag van de hand te wijzen. Want heeft hij er inderdaad niet van weg? Nee, zegt Johannes, ik ben het niet, maar hij komt er wel aan. En opnieuw is zijn taal scherp en duidelijk: ‘de Messias houdt de wan in zijn hand om de dorsvloer te reinigen, het graan zal hij binnenbrengen in zijn schuur en het kaf in onblusbaar vuur verbranden.’ Lied: LvK 126:2 en 3
Vrijdag 25 december: Jesaja 9:5-6 Vandaag is Christus geboren! Groot is zijn heerschappij, aan de vrede zal geen einde komen, Davids troon en rijk zijn erop gebouwd, ze staan vast in recht en gerechtheid. Proef de drie kernwoorden: Vrede. Recht. Gerechtigheid. Lied: LvK 150:1, 2, 3, 4 en 5
Zaterdag 26 december: Matteüs 11:2-6 En hoe weet je nu dat Jezus werkelijk de Messias is? Dat is óók een vraag voor mensen van na Pinksteren, als was het maar om te voorkomen dat je in een eenzijdig Jezusbeeld blijft hangen. Luister naar het antwoord dat Jezus aan Johannes geeft: blinden kunnen weer zien, verlamden weer
lopen, huidvraat verdwijnt, doven kunnen weer horen, doden worden opgewerkt en aan armen wordt het goede nieuws bekend gemaakt. Het kan niet anders dat Johannes de profetie van Jesaja herkende: ‘Dan worden blinden de ogen geopend, de oren van doven worden ontsloten. Verlamden zullen springen als herten, de mond van stommen zal jubelen’ ( Jes. 35:5-6). Ja, hij is de Messias, de tekenen zijn onweerlegbaar. Lied: Psalm 146:5, 6, 7 en 8
Zondag 27 december: Matteüs 25:31-46 Jezus zegt van zichzelf: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven, niemand kan tot de Vader komen dan door mij’ (Joh. 14:6). Wat hij hier in Matteüs 25 zegt gaat over de praktijk van het volgen van de enige ware weg: ‘Alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan’ - ‘Alles wat jullie voor een van deze onaanzienlijken niet gedaan hebben, hebben jullie ook voor mij niet gedaan’ (vs. 40 en 45). Vergelijk dit met de tekst uit Deuteronomium 10 uit week 1: ‘De HEER, uw God, handelt zonder aanzien des persoons en is onomkoopbaar; hij verschaft weduwen en wezen recht, neemt vreemdelingen in bescherming en voorziet hen van voedsel en kleding. Ook u moet vreemdelingen met liefde behandelen, want u bent zelf vreemdelingen geweest in Egypte ’ (vs. 17-19). De weg is duidelijk. Volg de route, handel dienovereenkomstig, zo ben je zelf wegwijzer naar het Koninkrijk Gods. Lied: Psalm 119:37, 38 en 39
Steunpunt Liturgie Anje de Heer-de Jong Meerdonk 16 3823 AM Amersfoort t. 033-4569892 (dinsdagavond 19.00-20.00 uur; uitgezonderd schoolvakanties Midden-Nederland) e.
[email protected] i. www.gkv.nl (via ‘start hier’ naar ‘liturgie’)