KASTEEL EDELHOF (Deel I) Voorgeschiedenis Wij kunnen er niet naast kijken, midden in het centrum van Munsterbilzen, tussen de Molenbeek en de Oude beek, de mooie en unieke gebouwen nl. het Edelhof, Remise en ’t Stift. Ze vormen samen de opvallende en beeldbepalende gebouwen van ons dorp en gemeente. Hoewel Edelhof en Remise beide dateren van na het Ancien regime is de voorgeschiedenis hiervan nauw verbonden met het Stift, dat zich aan de overkant van deze gebouwen bevindt. Een gedeelte van ’t Edelhof en de Remise is nog te vinden op het oude en primitieve Kadasterplan (rond 1842) en de atlas van de buurtwegen. Toen bevond er zich reeds een gebouw op deze plaats maar dit had een andere structuur en vorm. Het oude materiaal van Kasteel Edelhof is waarschijnlijk afkomstig van de afbraak van één van de vleugels van de Munsterse abdij. De bakstenen van
het gebouw zijn uitgekalkt en de lijstgevels voorzien van houten kroonlijsten op klossen. Typisch aan de N-kant (die naar het park is gericht) is dat deze voorzien is van een vrij diep portaal (nu ingang bibliotheek) met een rechthoekig balkon erboven, gedragen door twee zuilen (dringend toe aan renovatie). De muuropeningen zijn gemaakt uit hergebruikte kalkstenen, en zijn gebouwd in Lodewijk XV-stijl (1750-1760). De hoge vensters in een rechthoekige omlijsting zijn gemaakt met speciale sluitsteen.
Aan de Z-gevel bevindt zich een getoogde deur in een mooie, fraai geprofileerde rechthoekige omlijsting met een verticaal staafvormig constructiedeel (stijl). Hierop steunt een horizontaal stenen constructiedeel. Aan de W zijgevel (Leroy - plein kant) bevindt zich een rechthoekige hoge deur in een vlakke kalkstenen omlijsting, met rococo houtwerk, paneel opkadering en bovenlicht, en een luchtige en elegante afwerking. N.B.: de oorsprong van de rococostijl ligt in Frankrijk, waar het aanvankelijk als “goût pittoresque” bekend was, maar daarna “style royale” werd genoemd. Het Franse rococo valt vrijwel samen met de Louis XV-stijl (die dateerde rond ca 1730-1770 en soms ook de Pompadourstijl wordt genoemd). Tijdens de Franse revolutie werden bovenvermelde eigendommen van het stift verkocht en kwam deze nogal opmerkelijk grote oppervlakte (o.a. het park, de vijver, en de fruitweiden) in het bezit van de familie De Mathys. Wat toch zeker mag vermeld worden is dat in de linker- en rechterleun van het bruggetje over de
Boven : kinderen Georges en Melanie Beneden : Mr. en mevr. Joseph Thijsen : in overleg
vijver de letters “LM” zijn aangebracht. Die letters waren tot voor kort ook nog te zien in een windvaan boven de remise. Deze heer bouwde in 1852 een riante villa (kasteel). En of dat niet genoeg was, kreeg hij ook nog de mogelijkheid om de vele percelen achter het kasteel aan te kopen, wat hem toch een groot domein opleverde, dat het park werd genoemd. Zoals ook bij andere kastelen gebeurde, werd omstreeks 1860 een poortgebouw opgetrokken, met aan de twee zijden paardenstallen, een koets- en bakhuis en de Remise. Het kasteel van Munsterbilzen (zoals het in de volksmond werd genoemd) is in twee fasen gebouwd en is opgetrokken in de Maaslandse Renaissancestijl. In de 19e eeuw was bijna heel de gemeente Minster (ongeveer 452 ha.) eigendom van wijlen de familie Leon De Matthijs, die ook zeer nauw samenwerkten en verbonden waren met de abdij.
De Remise : restauratie 2004
De laatste bewoners Joseph Thijsen, gehuwd met Anne Gertrude Moresi, en kinderen Melanie, Georges, Alice, Paul+, Leo en Marie-Joseé, hebben als zelfstandige enkele beroepen uitgevoerd. In Zwartberg leidde hij geruime tijd als kleermaker een bloeiend bedrijfje met enkele personeelsleden. Toch bleek dit niet voldoende, en ging hij als opzichter in de mijn van Zwartberg werken. Tijdens deze werkzaamheden in de mijn, werd dhr. Joseph
troffen in het aangezicht, waarvoor de verzorging drie jaren duurde. Door dit voorval werden de families ThijsenBollen fel getroffen door smart, zowel financieel als materieel. Eind 1959 werd het kasteel, samen met de remise, koetshuis en paardenstallen aangekocht door de C.O.O. voor de prijs van 560.000 BEF = 14000 Euro. Fons Jackmaer “Het Edelhof” als café- restaurant- hotel, postkaart uit de jaren 1950.
geïnformeerd over een kasteel in Munsterbilzen.De familie J. Thijsen-Moresi en kinderen besloot om naar Munsterbilzen te verhuizen, en opende daar op 1 mei 1950 Hotel-Restaurant Edelhof, en dit duurde tot 1959. Volgens dochter Melanie was dat een mooie tijd, maar het was hard werken (lange dagen). Kerstdag 1950, het was een koude winterdag, tijdens het “schambrikkenjdens” en de jacht op bosduiven gebeurde er iets ernstig. Bij één van deze speelse momenten ging op onverklaarbare wijze een karabijn af. Zoon Leo werd ernstig ge-
Het brugje aan de vijvers van de speeltijn.. Aan Léon De Matthys herinneren nog de initialen aangebracht in de metalen leuningen.
KASTEEL EDELHOF (Deel II) In ons vorige nummer (Tesi Samanunga nr.12) hebben we een bondig maar toch veelzeggend overzicht gegeven van de voorgeschiedenis, de laatste bewoners en de uitbaters van hotel-restaurant ‘Edelhof’: de familie Joseph Thysen-Moresi. In dit artikel zullen we het vooral hebben over de familie en graaf Gerard le Grelle. In de volksmond werd in de meeste gevallen “de Grelle” gezegd, maar dit was onjuist.
Het gezin Gerard le Grelle - Paul 5 kinderen - Charles 3 kinderen (overleden) - Emanuel geen kinderen - Ferdinand 3 kinderen - Bernadette overleden op 15/06/1940 in Munsterbilzen (5 jaar) - Xavier 3 kinderen - *Mathilde ongetrouwd (overleden) - *Elisabeth 2 kinderen - *Margriet 8 kinderen (*kinderen uit het 2de huwelijk) Bezoek
Foto genomen vanaf de vijver in 1948
Gerard le Grelle was afkomstig uit Antwerpen (Ekeren) en was eerst getrouwd met Mevr. Anna Lent, en later een tweede maal getrouwd met Mevr. Elisabeth de Bernard de Fauconval (1923Kortessem). Graaf Gerard le Grelle bracht zijn jeugd door in Holland. Van 1935 tot en met 1938 woonde hij in Sprimont. Daarna verhuisde hij naar Munsterbilzen. Maar waarom naar Munster? Zou het toch zo zijn dat de familie zich niet echt thuis voelde in Sprimont (gelegen boven Luik) en dat mevrouw Elisabeth Marie de Bernard de Fauconval, afkomstig van Kortessem, zich meer thuis voelde in onze streek? Graaf Gerard le Grelle had een grote steenbakkerij in Arhnem (Nederland). Deze steenbakkerij bestaat vandaag nog, maar is nu onder beheer van een Kortrijkse firma.
Graaf Gerard le Grelle
Enkele maanden geleden, op een mooie zondagnamiddag hadden wij het genoegen Graaf Manu le Grelle en echtgenote Françoise de Borman te mogen ontvangen.
Graaf Manu le Grelle & Françoise de Borman
Met enkele minuten vertraging stopte de wagen van dhr. Manu voor het kasteel Edelhof. Graaf Manu le Grelle stapt uit, kijkt bewonderend om zich heen naar “zijn kasteel Edelhof”, naar de Remise (waar de restauratiewerken volop bezig zijn), de kerk en het park. Het is stil en toch verschijnt er een brede glimlach, er moet wel iets door hem heen gaan. Het Minster van toen en Munsterbilzen vandaag. Na deze lach zegt hij spontaan: ‘Ik ben blij hier nog eens binnen te kunnen, dank U!’. In het Edelhof brengen we een bezoek aan de verschillende
ruimtes, waarop hij plots zegt: ‘hier heb ik geslapen’. ‘Deze ruimte was van mijn vader en daar in die hoek werkte mijn moeder’. Na de binnenruimte van het Edelhof doorlopen te hebben, begon het eigenlijke doel van onze samenkomst. De grote sportzak van graaf Manu le Grelle werd door mevrouw Françoise de Borman geopend. Dankzij haar werden alle documenten van “le Grelle” bijgehouden en in een hoog tempo gedocumenteerd en besproken.
Werkbezoek
Onder leiding van Frans Wijnen, bestuurslid en oud-burgemeester, brachten we een bezoek aan onze kerkschatten en aan het nieuwe klooster. Als we Manu lieten vertellen over zijn jeugd in Munster, dan hadden we enkele bladzijden meer nodig in dit tijdschrift. Maar een kleine kopie in dit hoofdstuk geeft al een idee wie onze graaf Manu is. Tenslotte nog enkele woorden van Manu:
“ach, ik ben geen ijdel man, als graaf zal ik blijven zoals voorheen, een gewone man; en mij blijven inzetten voor de armen in en rond Brussel: ‘De voedselbank’. Een belangrijke familie in Munsterbilzen tijdens de jaren 1800 moet zeker vermeld worden. Zoals al in vorige artikels gemeld, was toch een groot gedeelte van ons dorp uiteindelijk in handen van de familie de Mathys. Samen met de families Hechtermans, de Bellefroid en de Montagne, speelde deze familie in het Munsterbilzen van het Ancien Régime een zeer belangrijke rol. Wat kenmerkend en typisch was aan deze familie, was dat verschillende van haar leden door het ‘stift’ met speciale hogere functies belast waren, zoals dat van Kanunnik. Deze informatie kan men terugvinden uit een belastingskohier uit de Hollandse periode, en uit een kohier daterend uit 1851. In de 19de eeuw bekleedde de familie de Mathys, ‘de rijkste’ van Munsterbilzen, vanaf 1836 tot 1906 het burgemeesterambt. Er was weliswaar een onderbreking van 1867 en 1872, toen notaris H. Hechtermans de burgemeester was. (Huis Bartels, nadien gemeentehuis, dan de “Kapucyn” en tegenwoordig een chirolokaal tot… en dan!!!!! ‘jeugdhuis’). Tijdens de volgende jaren verwierf de familie de Mathys ook nog de omliggende gronden, wat resulteerde in een groot domein. Omstreeks 1855 bouwde burgemeester Leon de Mathys een groot herenhuis, dat later kasteel Edelhof werd genoemd. Enige tijd later liet hij naast de ‘grote baan’ dienstgebouwen en stallen (REMISE) optrekken. Op het poortgebouw ‘hoogste gedeelte van de remise’ zien we vanboven de windvaan, gekenmerkt met de initialen L&M (Leon de Mathys). Na het overlijden van deze burgemeester in 1907, werd het kasteel bewoond door de families de Wauthier, Leroy-Lenaerts, LeroyDuvivier, Gerard le Grelle, en de familie J. Thysen-Moresi.
Fons Jackmaer Foto en doodsprentje van Bernadette Le Grelle, comtesse, overleden te Munsterbilzen. Zij werd net geen zes jaar.
KASTEEL EDELHOF (Deel III) Tussen de Molenbeek en de Oude Beek stonden er vanaf de 14de eeuw twee gebouwen van het adellijk damesstift: het Broederhuis en het Gasthuis. In het Broederhuis werden vreemde geestelijken (“broeders”) ondergebracht. Meestal ging het hier om priesters die in de Stiftskerk kwamen prediken of de biecht horen. Omdat het oude Broederhuis niet langer aan de verwachtingen voldeed, liet de abdis in 1720 een geheel nieuw gebouw optrekken in mergel- en baksteen. Het bestond uit een keuken en drie logeerkamers. Achter het Broederhuis lag een paardenstal en een houten tuinhuis. Het Sint-Amorgasthuis was een huis voorzien voor de noden van de armen, pelgrims, zwervers, enz.. Volgens archieven uit de 16de eeuw bestond het gasthuis uit “eyn voerhuys, eyn spinden (bewaarkelder), eyn coecken (keuken), twee caemers ende eyn solder.” Van de twee kamers was er één voorzien voor de vrouwelijke, en één voor de mannelijke gasten. Zowel op het “plan Titeux”, als op de kadasterkaart uit 1842 en op een kaart van de Atlas der Buurtwegen (1861) zijn beide gebouwen nog te zien. Op ongeveer dezelfde plaats als het Broederhuis lag, ligt nu het kasteel Edelhof. Als de tekening van Remacle Le Loup inderdaad getekend werd vanaf de positie Rietveld-Meershoven, zoals algemeen wordt aangenomen, dan vallen de gebouwen uiterst links op de tekening te identificeren als het Broederhuis en Gasthuis. De enige band tussen dit kasteel en het adellijke damesstift, is dat het Edelhof gebouwd werd op grond die eens eigendom was geweest van het Stift.
Woning de Matthys. De eerste persoon die op het Edelhof woonde was de bouwheer Leon de Matthys. In een eerste fase werd het poortgebouw of “de remise” afgewerkt. Dat gebeurde in 1860. De houten poorten zijn afgewerkt met een varenmotief. Oorspronkelijk werd het zadeldak met natuurleien afgedekt. Tegenwoordig zijn dit kunstleien. Omdat het poortgebouw te kort langs de rijksweg lag en voor vele schoolkinderen en voetgangers een gevaar vormde, werd dit gedeelte van het gebouw een aantal jaren geleden ondertunneld. In 1862 werd begonnen met de bouw van de stallen en koetshuizen. Net als het poortgebouw zijn deze dienstgebouwen gelegen rond de trapezoïdale kasteelkoer die volledig opgetrokken is in baksteen. De kalkstenen, o.a. terug te vinden in de bogen van de poorten, zijn vermoedelijk resten van het oude stiftsgebouw. Het kleine losstaande dienstgebouw
Het dienstgebouw (hondenhok) rechts op de foto
dat tot voor kort met de remise was verbonden met een authentiek hek, deed dienst als hondenhok. In de loop van de 19de eeuw wist de familie de Matthys later in de onmiddellijke omgeving van het kasteel, steeds meer en meer gronden op te kopen, zodat het een echt park werd. Van sommige unieke bomen in dit park, o.a. 2 zeldzame varianten van de zomereik, Links een detail van een kadasterkaart uit ong. 1842 en rechts een zogenaamde Vlaamse detail van het “plan Titeux” uit 1798. Het gasthuis en broedershuis of de restanten ervan zijn zwart ingekleurd.
Kampioenen, wordt de leeftijd op ongeveer 150 jaar geschat.
Andere bestemmingen.
het Leroyplein, bevindt zich het monument van de gesneuvelden uit beide wereldoorlogen. Langs de remise bevindt zich het keramieken H. Hartbeeld uit 1963 van de Genkse kunstenaar Raf Mailleux.
Nadat het gebouw na 1959 niet langer dienst deed als hotel-restaurant, verkocht de familie Duvivier het aan de C.O.O. (tegenwoordig O.C.M.W.) van Munsterbilzen. Deze commissie was oorspronkelijk van plan er een bejaardentehuis in onder te brengen, hetgeen echter nooit werd gerealiseerd. Enige tijd heeft het Wit-Gele-Kruis, afdeling Bilzen, hier haar burelen in ondergebracht. Tegenwoordig is het gebouw toegewezen aan de fotoclub “Candid”, de gemeentelijke opvangdienst “Domino” en de heemkring “Landrada”.
De site “De Landschapsruyter”. Het kasteel en het park zijn inmiddels beschermd als landschap. Aan de voorkant van het kasteel, op
Het Edelhof in de jaren 70
Het Edelhof als hotel restaurant gezien vanuit de speeltuin
Van de directie van de Gemeentelijke Basisschool ontvingen we een doos met dia’s uit het schoolverleden alsook een oud melkkannetje van “hotel Edelhof”. Namens de heemkring, hartelijk dank.