Tatra-Club Owczarek Podhalanski Nieuwsbrief www.tatraclub.nl
20-5-2015
Animal Event
Djaika
Bewegen met pups
Een impressie van het Animal Event waarbij het Tatra ras gepresenteerd is
Onze kennismaking met de Tatra leidde tot een prachtige ‘herplaatser’
Wat kan wel en niet? Adviezen over bewegen met pups
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 5
Kampioensclubmatch 14 juni 2015 Op 14 juni organiseert de Tatra-Club haar jaarlijkse clubmatch. Komt u ook? De clubmatch wordt gehouden bij het Dogcenter aan de Jan Stuversdreef 4* in Kerkwijk. Het Dogcenter beschikt over een kantine en in deze hal zal ook de Kuvasz vereniging aanwezig zijn met hun clubmatch. Dit jaar zal mevrouw K. Jasica uit België onze Tatra’s gaan keuren. Mevrouw Jasica is een door de FCI erkend keurmeester voor onder andere de rassen, Leonberger, Bearded Collie, Australian Shepherd, Polski Owczarek Nizinny en Tatra. Naast het showen van uw Tatra, bieden wij ook de mogelijkheid voor het ECVO oogonderzoek en DNA afname. Wij hebben Dr. F.C. Stades, oogspecialist in Nederland en Europa hiervoor bereid gevonden. Een chipper van de Raad van Beheer zal aanwezig zijn om DNA af te nemen voor de afstammingscontrole. De clubmatch is een belangrijk evenement. Niet alleen kunt u de kampioen Tatra’s in hun klasse extra bewonderen, toch ook uw bewondering voor de eigen en eigenlijk leukste en liefste Tatra met anderen delen. Want daar gaat het om. Samen een dag optrekken met andere Tatra liefhebbers en elkaar verhalen vertellen over de opgedane ervaringen. En aan het einde van de keuring heeft u een verslag van uw liefste en mooiste Tatra. Via onze website kunt u het inschrijfformulier downloaden: http://www.tatraclub.nl/actueel/nieuws/tatra-club-kampioensclubmatch14-juni-2015-in-kerkwijk/ *http://dogcenter.nl/routebeschrijving/
Algemene Ledenvergadering Op 12 april 2015 heeft de Algemene Vergadering van de Tatra-Club plaatsgevonden. De leden van de Tatra-Club ontvangen het verslag van deze vergadering per e-mail.
Animal Event Het Animal Event vond plaats op 8, 9 en 10 mei 2015 op Event Center Beekse Bergen te Hilvarenbeek. De Tatraclub was ook met een standruimte aanwezig om het ras onder de aandacht te brengen bij het publiek. In deze drie dagen heeft Animal Event meer dan 30.000 bezoekers gehad. Velen van deze bezoekers zijn ook langs de stand van de Tatraclub gelopen en hebben kennis kunnen maken met onze prachtige witjes. Enkele opmerkingen: “Wat is die mooi wit!” “Moet je ‘m vaak wassen?” En natuurlijk, “mag ik hem aaien?” Elke dag tijdens het rassen defilé lieten onze Tatra’s zich natuurlijk weer van hun beste kant zien. Drops z Siedmiu Pagorkow (Bjor) werd op zaterdag ook nog even uitgeleend voor de demonstratie Ontspanningsmassage voor honden. Al met al drie zeer geslaagde dagen waarbij onze Tatra’s de verdiende aandacht kregen. Iedereen enorm bedankt voor jullie hulp tijdens deze drie dagen.
2
Onze kennismaking met de Tatra Mijn eerste kennismaking met de Tatra was ergens in de jaren 90 op de gezamenlijke clubmatch van de Tatraclub en de Nizinnyclub. Mijn ouders hadden een Nizinny en wilden wel eens weten of ze mooi genoeg was om mee te fokken. Ik heb niet veel van de clubmatch gezien omdat ik Tatra's aan het knuffelen was. Het laatste jaar zijn mijn vriendin en ik op zoek naar een hond gegaan. Omdat we op een oude boerderij wonen, ver van de bewoonde wereld, wilden we graag een grote, stoere hond die ongewenste bezoekers bang kan maken en goed is voor zijn baas. Afgelopen oktober is mijn vriendin met mijn vader naar de Hanzeshow in Zwolle geweest met de Nizinny's. Ze was nog geen 5 minuten op de show of ik kreeg het bericht "ik wil een Tatra!". Toen ze thuis was hebben we snel de Toepoels Hondenencyclopedie erbij gepakt en hebben we besloten dat de Tatra de perfecte hond voor ons is.
dagen later zijn we bij Guusta op visite geweest om kennis te maken met de honden en om te zien hoe een herplaatser zich gedraagt (Guusta heeft twee herplaatsers in huis). Nog steeds helemaal verliefd op het ras hebben we besloten om ons op de lijst te laten zetten voor een herplaatser. Iets meer dan een week later werden we door Guusta gebeld dat er een hond herplaatst moest worden omdat haar oude baasjes helaas niet meer voor haar konden zorgen. De volgende dag zijn we Djaika gaan ophalen en sindsdien hebben we een heerlijk, energieke en vooral slimme Tatra in/om het huis! Familie Valkema
Na een paar maanden overleg (en foto's en filmpjes kijken op internet) heb ik contact opgenomen met Guusta omdat we graag een herplaatser wilden hebben. Een hond die om wat voor reden dan ook niet meer bij zijn baasje mag zijn wilden wij graag een nieuw huis en een rustige omgeving bieden. Twee
Midzomeravond wandeling Op 21 juni 2015 wordt een midzomeravond wandeling georganiseerd. We gaan wandelen om 19.00 uur en we verzamelen om 18.45 uur op de parkeerplaats van het Erkermeerderstrand bij Zeewolde. Komt u ook?
3
Een pup opvoeden, wie doet wat? Tekst: Thera Kuper-Heij, Tinley gedragstherapeut en liefhebber van berghonden.
De opvoeding van een pup begint niet bij de nieuwe eigenaar, maar al veel eerder. Wetenschappers hebben veel onderzoek gedaan naar karakterontwikkeling. Het is een samenspel tussen aanleg en ervaring. Ras, reu en teef. Rasgebonden eigenschappen en de eigenschappen van de ouders worden uiteraard doorgegeven aan het nageslacht. Vaak wordt bij de keus voor teef en reu gelet op uiterlijke kenmerken en op gezondheid. Maar karaktereigenschappen vererven even sterk. In de baarmoeder Voor de geboorte heeft de omgeving al invloed op het gedrag van de pup. Als de moeder tijdens de zwangerschap angstig is, dan zijn de nakomelingen meer re-actief (laten hun gedrag meer afhangen van de omstandigheden), ze zijn emotioneel minder stabiel (meer en sneller pieken en dalen) en ze leren minder goed dan pups van een stabiele teef. De positie en de verhouding reutjes en teefjes in de baarmoeder heeft ook invloed, bijvoorbeeld op neiging tot agressie en markeren. De neonatale fase De eerste (ongeveer) 2 weken na de geboorte -de neonatale fase- zijn de pups doof en blind. Maar de reuk en tastzintuigen zijn al goed ontwikkeld. (Evenals het zenuwstelsel, zodat pijn gevoeld kan worden.) Met deze zintuigen kunnen ze de tepels/melk vinden, gaan soortgenoten herkennen (inprenting) en kunnen de pups dus ook mensengeur ruiken. In deze weken is het vasthouden van de pups door de fokker van belang, zodat mensengeur bekend voor ze wordt. Gevoelige periode Aan het einde van de eerste fase gaan de oortjes en oogjes open en komt er belangstelling voor de buitenwereld. Ze gaan de wereld om hen heen verkennen en ‘leren’ van ervaringen en effect van eigen gedrag vangt dan al aan! Dan breekt de gevoelige periode aan. Ook wel de eerste socialisatiefase genoemd. Deze periode is van ongeveer 3 week tot 12/14 weken. Ervaringen die in deze periode opgedaan worden hebben een diepgaander effect op het karakter dan ervaringen buiten deze periode. In deze periode is het heel belangrijk dat de pup blootgesteld wordt aan diverse situaties en prikkels, waar het mee leert omgaan. Dat is essentieel voor de vorming van een evenwichtig karakter. Want de ontwikkeling (de groei) van de hersenen staat onder invloed van de omgevingsprikkels. Tot ongeveer 7 weken vervult de moeder teef samen met de fokker en de nestgenoten hier een belangrijke rol in. De fokker zorgt voor een verrijkte omgeving, waarbij de pups dagelijks 1 of 2 nieuwe objecten en situaties aangereikt krijgen om te onderzoeken en te ervaren. Uiteraard moet er ook voldoende rust zijn om de situaties te kunnen verwerken. Moeder teef en de nestgenoten zorgen er voor dat de pups leren dat hard bijten pijn doet en straf van moeder of nestgenoten oplevert. Ook leren de pups met frustratie om te gaan, tijdens het proces van spenen. Moeder teef leert hen dat op heel natuurlijke wijze. Verder is moeder teef een belangrijke factor in het reduceren van stress. De rol van haar geruststellende aanwezigheid en dito feromonen geven vertrouwen en rust. Pups die te vroeg bij hun moeder weggegaan zijn, kunnen in hun latere leven vaak slecht omgaan met opwinding en frustratie. Ze kunnen druk zijn en weten niet van ophouden. Ook in het contact met soortgenoten gaan ze door totdat de ander het allang niet meer leuk vindt. Deze pups zijn niet of minder sociaal en ze worden daar uiteindelijk zelf de dupe van. Volgens de wet moeten pups tot minimaal 7 weken bij de moeder blijven. En dat is niet voor niets. Daarna neemt de nieuwe eigenaar het over….
Thera Kuper-Heij
[email protected]
4
Richtlijn voor de ontwikkeling van het bewegingsapparaat bij jonge honden Door: Dhr. M. Nijland, dierfysiotherapeut te Eindhoven Drs. S.W. Schukking, dierenarts verbonden aan dierenkliniek Kortenoord te Wageningen Dr. Luc A.A. Janssens, DMV, Ph.D., Dipl. ECVS, Specialist in orthopaedic- and neuro-surgery in companion animals. Cert.V. Acu.
Als dierenarts en dierfysiotherapeut worden we vaak geconfronteerd met onzekerheid bij hondenbezitters: hoe vaak, hoe veel en hoe actief mag ik met mijn jonge hond wandelen en spelen? Aan de ene kant constateren we regelmatig de ‘voorzichtigheidsreflex’ bij eigenaren waarbij men liever te weinig dan te veel met een pup doet. Aan de andere kant zien we de ‘wees maar flink’ attitude, waarbij men er vanuit gaat dat een jong lichaam flink wat aankan. Tot op heden is er ten aanzien van het bewegingsadvies voor pups aan eigenaren geen eenduidigheid. Om wijsheid en leidraad te geven aan alle goed bedoelende nieuwe hondenbezitters hebben wij een richtlijn opgesteld, een eerste aanzet tot een consensus op dit gebied. We hopen dat u er wat aan heeft. We hanteren in deze richtlijn de volgende uitgangspunten: • Een gelijkmatige en goed gedoseerde lichaamsbeweging kan bijdragen aan een gezonde ontwikkeling van de pup. Voor jonge pups geldt dat beweging in dienst staat van de spierontwikkeling, coördinatieontwikkeling en de ontwikkeling van sociaal gedrag. • Beweging en training hebben als doel het optimaal ontwikkelen van het lichaam en de bewegingscoördinatie van de jonge hond, niet het vroegtijdig verhogen van sportprestaties. • Bij deze beweging moet rekening worden gehouden met de sterke en de zwakke punten van de individuele hond en het ras. Hierin ligt een adviserende en sturende taak voor de dieren- arts, dierfysiotherapeut en instructeur. • Lichaamsbeweging met een hoge intensiteit en piekbelasting of te langdurige beweging moet bij jonge honden worden vermeden. De veelgehoorde regel ‘vijf minuten beweging per levensmaand’ is in de literatuur niet te achterhalen. De waarde van deze regel is onduidelijk en niet wetenschappelijk onderbouwd (Nijland, 2003). Veel jonge honden hebben behoefte aan meer beweging. In de praktijk blijkt een groot aantal pups meer te lopen (en aan te kunnen) dan deze regel voorschrijft. Daarentegen blijkt uit studies die al in de jaren ’90 zijn uitgevoerd (Kiviranta et al, 1992; Lammi et al, 1993), dat een gedoseerd bewegingsprogramma bijdraagt aan spierkracht, dikte en samenstelling van het gewrichtskraakbeen en peesdikte. Deze effecten zijn overigens ook bij paarden en mensen overtuigend aangetoond (Vrijens et al, 2001; Smith et al 1999; Kasashima et al, 2002). Jonge pups (vanaf twee tot en met acht maanden) Een jonge pup mag 4 á 5 maal daags wandelen. De duur van de wandeling mag 10 minuten per wandeling per maand leeftijd zijn. Dat betekent dat een pup van 3 maanden leeftijd tot 30 minuten per wandeling mag lopen. Indien de pup eerder uitingen geeft van vermoeidheid (verminderde alertheid, gaan zitten of liggen, stresssignalen, aangeven van pijn of mankheid, verlies van coördinatie) moet er eerder worden gestopt. Wanneer pups met elkaar stoeien is het van belang dat ze van ongeveer gelijke grootte en gewicht zijn. Het combineren van een erg grote pup met een erg kleine geeft soms aanleiding tot onhandigheids ongevallen waarbij kleine pups zelfs fracturen kunnen oplopen. Spelen en stoeien met andere pups gaat vaak erg wild. Dit overschrijdt de grenzen van de fysiologische belastbaarheid van veel pups. Stoeipartijen leiden soms tot kreupelheid. Het heeft onze voorkeur om pups met sociale, niet te drukke, volwassen honden te laten spelen. Dit draagt bij aan de ontwikkeling van normaal sociaal gedrag en vermindert de kans op blessures. Tevens moet worden gelet op de ondergrond waarop pups stoeien. Hiervoor is een zachte gras- of bosbodem zonder kuilen en obstakels de beste optie. In verband met het risico op verwondingen aan de keel moet het spelen met stokken worden afgeraden. Spelen met een bal kan worden gestimuleerd door de pup hiernaar te laten zoeken in bijvoorbeeld hoog gras. Het op hoge snelheid achter ballen aan rennen en plotseling remmen is te belastend voor de jonge hond.
5
Coördinatietraining betekent in eerste instantie dat pups moeten leren om onder wisselende omstandigheden te lopen in alle gangen (stap, draf, galop, telgang) en daarmee leren om zich aan te passen aan de omstandigheden. In dit kader geven we vooral aandacht aan werken bij draf of telgang (Fisher M.S. et al, 2011). Om deze reden adviseren we wandelingen op wisselend terrein, waaronder gebieden met hoog gras, bos of los zand. Het voordeel van deze terreinsoorten is dat de bewegingssnelheid noodgedwongen laag blijft. Daarmee wordt overbelasting voorkomen. Het geniet de voorkeur deze wandelingen individueel met de pup uit te voeren. Als richtlijn houden we aan dat zo’n wandeling tien minuten per levensmaand mag duren waarbij het wandelen over moeilijk terrein en vlak terrein afgewisseld dient te worden. Dergelijke wandelingen mogen maximaal viermaal per dag worden gemaakt. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen grote of kleine honden. Voor beide groepen geldt dat zij hun bewegingsapparaat moeten ontwikkelen. Het is belangrijk om de vermoeidheidsverschijnselen van de pup in de gaten te houden. Tekenen van vermoeidheid zijn: • Gaan liggen of zitten • Hijgen en gaan liggen of zitten • Achterblijven tijdens de wandeling • Verminderde alertheid, zoals het trager reageren op de naam en/of bekende commando’s Indien dit gebeurt tijdens de wandeling zal de duur van de wandeling moeten worden ingekort naar 5 minuten per levensmaand, waarna deze in de loop van de volgende twee weken weer voorzichtig kan worden opgebouwd. Daarnaast zijn ook wandelingen waarbij de pup los kan lopen noodzakelijk om wisselingen in gangwerk onder gedwongen omstandigheden te stimuleren. Deze worden tot de vier wandelingen per dag gerekend. Traplopen is geen bezwaar voor jonge honden mits dit rustig en aangelijnd gebeurd. Dit moet pups vooraf aangeleerd worden. Pups zijn in staat traptreden stappend (en dus niet springend!) te nemen als deze lager zijn dan de ellebooghoogte van de pup. Pups van kleine rassen kunnen gemakkelijk gedragen worden. Tevens kan er worden gestart met vormen van balanstraining. Hierbij moet worden uitgesloten dat pups ergens af kunnen springen en dus mogelijk vallen. Het heeft de voorkeur om dit aan te leren onder begeleiding van een goed geschoolde en ervaren instructeur.
6
Voorbeelden van balanstraining zijn: • De pup leren lopen over een balk van verschillende breedtes (20-30 cm.) • De pup leren om langzaam over een stokkenbaan te lopen • Balans op een grote oefentol of evenwichtsplank Deze balanstrainingen worden geleidelijk uitgebreid en kunnen een terugkerend onderdeel zijn van de reguliere puppytraining. De oudere pup (vanaf negen tot en met twaalf maanden). Op de leeftijd van tien maanden zijn de meeste groeilijnen gesloten en is de snelle groei van de pup achter de rug. De pup heeft dan ongeveer 80-85% van het volwassen gewicht bereikt. Vanaf deze leeftijd kan er worden gestart met een fietsprogramma waarin de hond het lopen naast de fiets kan leren. De eerste fietstrainingen bestaan uit het netjes meewandelen naast de fiets, waarbij de eigenaar zelf ook wandelt met de fiets aan de hand. Vervolgens kan het lopen vanaf enkele minuten worden opgebouwd naar ongeveer dertig minuten aan het eind van de twaalf maanden leeftijd. De aanvangssnelheid is een ontspannen draf die, afhankelijk van de grootte en lichaamsbouw van het ras, varieert van 8-14 km/u. Bij twijfel is het raadzaam een en ander in overleg met de dierenarts of dierfysiotherapeut te bespreken. Is de hond in goede gezondheid en conditie, dan kan na de leeftijd van één jaar worden gestart met sportactiviteiten. Samenvatting: 1. Tien minuten per keer lopen per maand leeftijd, maximaal 4 keer 2. Traplopen op treden lager dan ellebooghoogte 3. Spelen, maximaal 2-3 daags tien minuten met een rustige, volwassen hond of een pup van gelijke grootte 4. Niet spelen met stokken en ballen, eventueel wel zoekspelletjes met de bal in hoog gras en dergelijke 5. Coördinatietraining 6. Fietsen vanaf de leeftijd van negen maanden 7. Oneffen en zware ondergrond geen probleem 8. Sportactiviteiten vanaf de leeftijd van twaalf maanden
Tatra Club Gruttoberg 10 4708 GH Roosendaal Tel.: 0165-567678
7
Evenementenkalendar Tatraclub wat
wanneer
waar
Clubmatch
14 juni
Jan Stuversdreef 4* in Kerkwijk
Midzomeravond wandeling
21 juni
parkeerplaats Erkermeerderstrand, Zeewolde
Familiedag
13 september
Locatie nog niet bekend