Actueel
Kaderspel > Ton Duif
2 CAO-overleg stopt voordat het echt begonnen is 6 AVS Scholenportaal deze maand online
Thema Onderwijsarbeidsmarkt 8 Vacatures op de basisschool Trendschets afgelopen jaren via het AVS Scholenpanel.
10 Regioconvenanten Programmaleider Liesbeth Bloeme ziet een verschuiving in de aandacht van kwantiteit naar kwaliteit.
14 Opleiden in de School Ervaringen van directie, coach en leerkrachten met dit project.
18 Subsidie als katalysator Op initiatief van OCW voert een aantal scholen proefprojecten uit met Bekwaamheidsdossiers.
22 Talenten benutten Het Openbaar Primair Onderwijs Zaanstad (OPOZ) sloot kort voor de vakantie een kweekvijvertraject af dat gezamenlijk met de AVS was opgezet.
27 Beleidsagenda lerarenopleidingen Het ministerie van OCW heeft de contouren van het toekomstig beleid voor de opleidingen tot leerkracht op papier gezet.
Verder in dit nummer 28 Collegiale visitatie De collegiale visitatie die de afgelopen maanden in het kader van het Ziezo-project van Q*Primair op een aantal scholen heeft plaatsgevonden, is succesvol verlopen.
32 AVS Ledenraad in oprichting Zeggenschap AVS-leden vergroot en gewaarborgd met de benoeming van 18 kandidaten voor de Ledenraad in oprichting.
34 Arbo-aanpak Loyalis Om schoolorganisaties zo optimaal mogelijk te ondersteunen bij de veranderingen als gevolg van de nieuwe Arbo-wet, heeft de AVS samen met Loyalis Consult een programma ontwikkeld.
38 Excellente schoolleiders Een eerste groep schoolleiders volgde afgelopen half jaar een nieuw aanbod van de AVS School for Leadership: de minileergang ‘Op weg naar excellent schoolleiderschap’.
42 Voor- en vroegschoolse educatie Verslag laatste schoolleidersnetwerkbijeenkomst van vorig schooljaar in Bilthoven.
44 Onderzoek op school Stichting Suppport behandelt casus.
Iedere maand 7 50 52 64
Illustratie Jos Collignon Serviceberichten Column Frederique Bestellijst
Kabinet trekt geen lessen uit verleden Na een tot nu toe tegenvallende zomer in Nederland, lijkt het de komende herfst nog heet te worden, maar dan door de problemen die het kabinet heeft met de ontwikkeling van een marktconforme loonontwikkeling in de sectoren PO en VO. Wat is er precies aan de hand? In het najaarsakkoord van 2003 is afgesproken dat over 2004 de nullijn zou worden gehanteerd bij de loonontwikkeling, maar dat partijen voor 2005 een terughoudende loonontwikkeling zouden nastreven. De marktsector is dit inmiddels ook nagekomen. Welnu, vóór de zomervakantie was al duidelijk dat de minister van het kabinet geen geld zou krijgen om een marktconforme regeling mogelijk te maken. Inmiddels hebben ambtenaren verklaard dat ook het stukje incidenteel uit de eindejaarsuitkering (± 0.7 procent) niet meer zou worden uitgekeerd. Wel is het kabinet bereid te spreken over maatregelen die voorkomen dat de invoering van het nieuwe zorgstelsel per 1 januari 2006 voor veel onderwijsgevenden een verdere achteruitgang zou betekenen, al is de formulering ‘een ordelijke overstap’ voor veel interpretaties vatbaar. Ook pocht het kabinet met investeringen in het onderwijs van honderden miljoenen om nieuwe politieke wensen mogelijk te maken, waarbij het meeste geld echter gaat naar het hoger en universitaire onderwijs. Daar is inmiddels wel een loonsverbetering afgesproken. De komende jaren gaat de onderwijssector een zware tijd tegemoet door de grote tekorten aan personeel die worden voorspeld. We zullen dus moeten concurreren met andere sectoren om jong talent aan te trekken, zonder in discussies te verzeilen over de slechte loonontwikkeling in de sectoren PO en VO. Als het kabinet het op werkonderbrekingen en acties laat aankomen, ontstaat opnieuw een negatief beeld over de werksituatie in het onderwijs. De campagne die de minister inmiddels is gestart met als titel ‘Je groeit in het onderwijs’ komt daarmee in een vreemd daglicht te staan. In de jaren tachtig en begin jaren negentig hebben we een gelijksoortige situatie meegemaakt. De loonontwikkeling in de collectieve sector en vooral in het onderwijs bleef substantieel achter bij de marktsector. Het gevolg was een jarenlange discussie over opgelopen achterstanden, een negatieve sfeer in de docentenkamer en een teruglopende concurrentiepositie op de arbeidsmarkt. Begin 2000 heeft de commissie Van Rijn ons gelijk gegeven en is een begin gemaakt met het inlopen van deze achterstand. En daarbij is het gebleven. De AVS en haar leden zijn zeer bezorgd over deze ontwikkelingen, omdat we graag willen werken aan goed onderwijs, met aandacht voor verdere professionalisering en kwaliteitsverbetering. Daarbij kunnen we dit kortzichtige overheidsbeleid missen als kiespijn. We zullen u over verdere stappen informeren. <
Kader Primair > September 2005 > 1
Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel >
CAO-overleg gestaakt Inkomensachteruitgang onderwijspersoneel onacceptabel voor bonden Werknemers in het PO en VO gaan er in inkomen op achteruit, als het aan minister Van der Hoeven ligt. Dat blijkt uit het CAO-bod dat de minister op 30 augustus deed tijdens de eerste CAO-onderhandelingen. De werknemersorganisaties in het onderwijs, waaronder de AVS, zijn daarop uit het overleg gestapt.
Het overleg kende drie speerpunten: de hoogte van de eindejaarsuitkering, reparatie achteruitgang ziektekostenregelingen en structurele loonontwikkeling. Overkoepelend thema voor de bonden is het dreigende lerarentekort. Onderhandelaar Veringa van het ministerie gaf aan dat er te praten is over reparatie van de inkomensachteruitgang als gevolg van de nieuwe ziektekostenwet. De eindejaarsuitkering gaat echter in ieder geval omlaag en over salarisverhoging is sowieso niet te praten: het kabinet houdt vast aan de nullijn. Het netto resultaat is dus een inkomensachteruitgang.
Als er niets extra’s gedaan wordt om het werken in het onderwijs aantrekkelijker te maken, heeft Nederland over een paar jaar een groot onderwijsprobleem. De uitstroom overtreft de aanwas van personeel namelijk vele malen. Eén van de (belangrijkere) aspecten waarop beroepen in het onderwijs aan aantrekkingskracht kunnen winnen, is verbetering van de primaire arbeidsvoorwaarden: ten eerste moet het salaris omhoog, ten tweede moet het salaris concurrerend worden ten opzichte van het salaris in andere sectoren. En juist daar groeien de salarissen weer, zelfs in andere onderwijssectoren.
De eerste acties van de bonden zijn op 2 september gestart, de dag dat de minister in haar Hoftoren de nieuwe campagne presenteerde om onderwijspersoneel te werven. Voor meer informatie kunt u terecht bij de AVS, Carine Hulscher-Slot,
[email protected]. <
Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel >
Landelijke Beroepsgroep voor Intern Begeleiders Op bijna iedere basisschool werkt een intern begeleider. Anders dan groepsleerkrachten hebben zij lang niet altijd in de eigen school een collega met eenzelfde functie om ervaringen uit te wisselen, om vragen aan te kunnen stellen of om kennis mee te delen. Veel IB-ers ontmoeten af en toe collega’s op bijeenkomsten vanuit het Samenwerkingsverband WSNS, of komen elkaar tegen bij een opleiding. Sinds enkele maanden is er een platform voor IB-ers uit het hele land om met elkaar in contact te komen: de Landelijke Beroepsgroep voor Intern Begeleiders.
2 < September 2005 < Kader Primair
Uit alle windstreken van het land werkten IB-ers met elkaar samen om een eigen beroepsgroep op te bouwen. Steeds meer IB-ers sluiten zich aan en leveren een bijdrage aan de beroepsgroep door te helpen bij het organiseren van bijeenkomsten, een artikel te schrijven voor de digitale Nieuwsbrief, te wijzen op bijeenkomsten die voor IB-ers interessant kunnen zijn, te discus-
siëren met elkaar over groepshandelingsplannen, enzovoorts. Kijk op www.LBIB.nl voor meer informatie en aanmelden als lid van de Landelijke Beroepsgroep voor Intern Begeleiders. <
Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel >
Duurzame verandering Internationale conferentie System Thinkers in Action in oktober De dagelijkse praktijk van het onderwijs in 2005 vraagt heel wat body van onder andere leidinggevenden, bestuurders, opleiders, onderzoekers en de overheid. Dat vraagt om leiderschap door innovatieve leiders die duurzame ontwikkeling weten te bereiken door een schakel te zijn in het dynamische, sociale domein in en rond de school. De AVS, de Nederlandse Schoolleidersacademie (NSA) en het regionaal Pedagogisch Centrum Zeeland (RPCZ) organiseren op 6 en 7 oktober in Vlissingen de internationale conferentie System Thinkers in Action. De conferentie richt zich op de dagelijkse praktijkvragen van scholen en de wisselwerking met degenen die daarbij betrokken zijn. Leidinggevenden, bovenschools managers, werkgevers, onderzoekers, begeleiders en opleiders worden op 6 en 7 oktober met elkaar in contact gebracht en kunnen gezamenlijke oplossingen voor de toekomst dichterbij brengen.
Te gast is onder andere prof. Dr. Michael Fullan, voormalig decaan aan de universiteit van Toronto en een internationale autoriteit op het gebied van onderwijskundige hervormingen. Fullan geeft trainingen en consulten en is wereldwijd bekend als expert inzake veranderingsmanagement. Hij publiceerde onder andere Leadership and Sustainability: System Thinkers in Action, The Moral Imperative of School Leadership, Leading in a Culture of Change (in 2002 bekroond tot Boek van het Jaar) en The New Meaning of Educational Change. Fullan zal tijdens de conferentie ingaan op het thema Leadership en Sustainability.
Aan het eind van de conferentie worden op grond van de concrete inzet van de deelnemers aanbevelingen geformuleerd voor het toekomstig onderwijsbeleid, die indien mogelijk ter plekke worden overhandigd aan de minister van OCW. Laat u inspireren door gerenommeerde system thinkers, vakgenoten en beleidsontwikkelaars! Voor het voorlopige programma en om u in te schrijven kijkt u op: www.rpcz.nl/conferentie. Op www.avs.nl kunt u eveneens uw belangstelling kenbaar maken. U krijgt dan aanvullende informatie thuisgestuurd. <
Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel >
Pionieren met lumpsum De ‘Pioniers van Lumpsum’ is de toepasselijke naam van de managementgame die sinds januari 2005 ‘gespeeld’ kan worden door besturen, bovenschools management en directies. U kunt onder leiding van speciaal getrainde spelleiders kennismaken met praktijksituaties die vergelijkbaar zijn met situaties die kunnen ontstaan bij het werken met lumpsumfinanciering. Deze situaties hebben betrekking op verschillende rollen in het proces, de beslissingen die genomen moeten worden en de verschillende manieren van onderhandelen daarover. Uitgebreide
bekostigingsformules komen niet of nauwelijks aan de orde. Het spel richt zich op de samenwerking en de besluitvorming binnen de onderwijsorganisatie. Het spel duurt een dag. Daaraan voorafgaand vindt een uitgebreide intake plaats. Na afloop van het spel worden in een korte follow up-bijeenkomst de opbrengsten van het spelen vertaald in concrete acties voor uw organisatie. De AVS
beschikt over een flink aantal gecertificeerde trainers voor dit spel. Het ontwikkelen van dit spel is een gezamenlijk initiatief van de AVS, VOS/ABB en VBS in samenwerking met Artefaction. U kunt zich met minimaal tien en maximaal 18 personen opgeven voor het spel bij de AVS, Ad van der Staak,
[email protected]. <
Kader Primair > September 2005 > 3
Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel >
Activiteitenplan WSNS Plus 2005–2006 Het activiteitenplan WSNS Plus voor 2005/2006 is vastgesteld. Het bevat plannen voor het afrondingsjaar van het traject dat is gestart in 2002 en zich nog steeds richt op verbetering van de zorg in het primair onderwijs. Eén en ander betekent dat WSNS Plus niet allerlei nieuwe activiteiten zal opstarten, maar trajecten die in gang zijn gezet, wil implementeren en eventueel continueren. Van groot belang is de verbreding van allerlei resultaten en uitkomsten naar scholen en verbanden. In belangrijke mate richten activiteiten zich op de leraren in het primair onderwijs. De kennis en de ervaring die in het onderwijs is opgedaan, moeten immers in de praktijk van de klas gestalte krijgen. Op velerlei manieren worden de collega’s in
het onderwijs uitgedaagd en uitgenodigd deel te nemen aan processen van verbetering en verandering. Alle activiteiten die zijn en worden ondernomen, zijn gerangschikt onder een zestal herkenbare thema’s: • Zorg Saam, over integrale leerlingzorg • Lees Vaardig, over lezen en taal • Weg Wijzen, over sturen en besturen • Anders Meester, over ‘onderwijs anders’ • Samen Scholen, overgang po/vo • Buiten Gewoon, over het speciaal basisonderwijs
Meer informatie: Roel Weener, Projectmanager WSNS Plus, 0348-405280,
[email protected] Een overzicht van de WSNS Plus conferenties vindt u in de WSNS Nieuwsbrieven en via internet op www.platformwsns.nl en www.deelnameregistratie.nl. De doelgroep ontvangt per post een uitnodiging op het moment dat de inschrijving voor de betreffende conferentie wordt geopend. <
Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel >
Spaarloon opnemen vanaf 1 september 2005 Per 1 september 2005 kunnen werknemers het spaarloon dat zij hebben gespaard in de jaren 2001 tot en met 2004, zonder fiscale gevolgen opnemen. Met dit besluit voert minister Zalm (Financiën) een verzoek van de Tweede Kamer uit. Zalm heeft hiertoe een voorstel tot wijziging van de spaarloonregeling naar de Tweede Kamer gestuurd. Het streven is dat deze wetswijziging op 1 januari 2006 ingaat, met terugwerkende kracht tot 1 september 2005. Vooruitlopend op de nieuwe wet, heeft staatssecretaris Wijn (Financiën) alvast een goedkeuringsbesluit vastgesteld voor de periode 1 september 2005 tot en met 31 december 2005. Dit betekent dat werknemers in ieder geval in deze periode het spaarloon over 2001-2004 vrij kunnen opnemen.
4 < September 2005 < Kader Primair
De Tweede Kamer heeft het wijzigingvoorstel al goedgekeurd. Als de Eerste Kamer het wijzigingsvoorstel van minister Zalm ook goedkeurt, kunnen werknemers ook na 1 januari 2006 het spaarloon over 20012004 vrij opnemen. Als het parlement het voorstel afkeurt, eindigt de mogelijkheid tot vrije opname op 31 december 2005. De werknemer heeft een vrije keuze of hij/zij de spaarloonregeling laat doorlopen of dat deze wordt stopgezet en uitgekeerd. De AVS vindt dit een goede zaak. Iedereen krijgt nu zelf de mogelijkheid om deze gelden op een bepaalde manier weg te zetten of te gebruiken, die meer in het verlengde ligt van de eigen verantwoordelijkheid. <
> Lumpsum
Personeelsmutaties doorgeven Het meetjaar 2004-2005 is bepalend voor de bedragen in de lumpsumformules én voor de vaststelling van de eventuele overgangsregeling van ieder bestuur afzonderlijk. Daarom is het van groot belang én in uw belang dat alle personeelsmutaties van het schooljaar 2004-2005 vóór 1 oktober 2005 bij uw administratie liggen. Om u na de zomervakantie nog even een geheugensteuntje te geven, worden alle scholen in de tweede en derde week van september gebeld door Projectbureau lumpsum po met de vraag of alle mutaties doorgegeven zijn.
Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel >
AVS Netwerkbijeenkomsten De AVS neemt dit jaar extra initiatieven om in persoonlijk contact te komen met haar leden en te luisteren naar de ervaringen van schoolleiders. De AVS komt naar u toe. Zo gaat zij ook dit jaar onder andere verder met het organiseren van netwerkbijeenkomsten.
Doel van de netwerken Netwerken vervullen de volgende functies: • Informatieoverdracht, het inhoudelijke deel; • Leren van elkaar, intervisie; • Uitwisseling, het informele gedeelte. Alle AVS-leden kunnen deelnemen aan een regionaal netwerk. Bij de netwerkbijeenkomsten zijn (zoveel mogelijk) een bestuurslid en een vertegenwoordiger van de AVS aanwezig.
Naam Netwerk Achterhoek/Liemers
Frequentie: de netwerken komen in de regel drie keer per jaar bijeen. Deelname: kosten zijn 75 euro per jaar (lunch, huur en materiaal). NB: de kosten voor deelname aan het netwerk Bovenschools Management zijn 210 euro. Uitnodiging: de AVS roept haar leden op zich aan te melden bij een netwerk. U kunt dat schriftelijk doen bij de AVS, ter attentie van Monique Duparant. Mochten er nieuwe regio’s gevormd worden dan berichten wij u hierover.
Data bijeenkomst(en)
AVS vertegenwoordiger
5 oktober 2005
Candida van Verschuer
Netwerkbijeenkomsten
Wordt nog vastgesteld
Indien u (nog) geen lid bent van een netwerk is het nu mogelijk om eenmalig een bijeenkomst bij te wonen! Dat kan op 5 oktober bij het netwerk Achterhoek/Liemers. De kosten zijn in dit geval slechts 25 euro. <
25 januari 2006 19 april 2006 Amsterdam Bovenschools Management
Worden nog vastgesteld 4 november 2005 20 januari 2006
Carine Hulscher-Slot Anneke van der Linde
17 maart 2006 Brabant
17 november 2005
> Mededeling
1 juni 2006 Haarlem
Worden nog vastgesteld
Limburg
12 oktober 2005
Wordt nog vastgesteld
31 mei 2006 Jos Kooij
1 februari 2006 Overbetuwe
26 oktober 2005
AVS Ledenbijeenkomsten
Ad van der Staak
8 maart 2006
5 oktober 2005
> Mededeling
Ad van der Staak
9 maart 2006
Noord Nederland
Planning: de data en in sommige gevallen de inhoud van de netwerkbijeenkomsten voor het schooljaar 2005/2006 zijn inmiddels vastgelegd. De eerste bijeenkomst krijgt een thematische invulling: Pensioen en levensloop. Deze wordt verzorgd door een medewerker van ABP/Loyalis. <
Ook de data en eerste locaties van de AVS Ledenbijeenkomsten zijn bekend, zoals eerder vermeld in Kader Primair en Kadernieuws. Zie hiervoor ook www.avs.nl. Aanmelden is nog steeds mogelijk. <
Candida van Verschuer
Kader Primair > September 2005 > 5
Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel > Actueel >
AVS Scholenportaal deze maand in de lucht Deze maand nog gaat de vernieuwde www.avs.nl online: het AVS Scholenportaal. Hiermee gaat de AVS via de schoolleiding en het bovenschools management professionalisering en informatie-uitwisseling tussen scholen stimuleren en faciliteren. Het AVS Scholenportaal is mede mogelijk gemaakt door ABP-Loyalis, Microsoft en Nextstrategy.
Het AVS Scholenportaal kent drie hoofdpijlers, die overeenkomen met de dienstverlening van de AVS: Belangenbehartiging, Werkgeverszaken en Professionalisering. De onderdelen Nieuws, Agenda en Vereniging spreken voor zich. Vanaf de homepage navigeert u direct naar het dossier van uw keuze. Ook de alfabetische overzichten en vele interne links zijn een belangrijke meerwaarde van de vernieuwde www.avs.nl. Helemaal nieuw op het AVS Scholenportaal is het gebruik van internettechnologie voor het ondersteunen van projecten en het delen van informatie. De verschillende activiteiten die de AVS reeds voor u organiseert en waaraan u kunt deelnemen, kunt u nu rechtstreeks online volgen.
Zo zullen de diverse beleidscommissies, de regionale en bovenschoolse netwerken en onze trainingen en opleidingen van de AVS School for Leadership ondersteund worden door deze technologie. Zo bent u op elk tijdstip van de dag op de hoogte van de actuele stand van zaken van uw commissie, het cursusmateriaal en de data van trainingen waarvoor u zich opgegeven heeft, en de onderwerpen en discussies van de netwerken waarin u deelneemt. Kortom, via het AVS Scholenportaal kunt u in contact komen met andere schoolleiders en bovenschools managers, meningen delen, documenten, tools en links uitwisselen of nieuws plaatsen. Een optimale ondersteuning bij uw (dagelijkse) projecten en de uitoefening van uw vak.
Voor deze nieuwe mogelijkheden kunt u zich binnenkort aanmelden, zodat alleen AVS-leden en genodigden toegang hebben tot dit afgesloten gedeelte via een login. In de toekomst zullen andere onderdelen, zoals onze producten en diensten, ook alleen voor leden toegankelijk zijn. De AVS houdt zich van harte aanbevolen voor uw vragen of suggesties. U kunt deze mailen naar
[email protected]. <
Nieuw AVS Scholenportaal Verbeterde structuur, heldere navigatie en alfabetisch overzicht Bezoek vanaf half september de vernieuwde www.avs.nl, hét portaal voor schoolleiders en bovenschools managers.
6 < September 2005 < Kader Primair
> Illustratie Jos Collignon
Kader Primair > September 2005 > 7
> Thema Onderwijsarbeidsmarkt
> Tekst Anneke van der Linde
Vacatures in het basisonderwijs > Trendschets Het blijft een erg hot item, de vacatures in het onderwijs. Ook in de zomervakantie kopte dagblad Trouw ‘46000 docenten gezocht’. De AVS wil graag weten hoe de stand van zaken is op de scholen. Daarom vragen we u ieder jaar via het scholenpanel hoe het op uw school gesteld is met de vacatures. Dan doen we nu al zes jaar, en binnenkort voor de zevende keer.
We vinden het erg plezierig dat er steeds weer (bovenschoolse) directeuren te vinden zijn die even tijd vrij maken voor het invullen van de vragenlijst. Het geeft een goed beeld van de stand van zaken en trends door de jaren heen. Daarmee heeft u zicht op de situatie bij andere scholen in Nederland, en kan de AVS beleidsmakers informeren en beïnvloeden tot het nemen van nieuwe stappen.
Directievacatures Allereerst vragen we u naar de directievacatures: Is het gelukt om nieuwe directeuren te benoemen? Deze vraag wordt alleen voorgelegd aan de bovenschoolse directeuren.
Tabel 1 laat zien dat het beslist niet vanzelfsprekend is dat een vacature voor directeur op de geplande datum kan worden ingevuld. Het beeld is erg grillig. Een regelrecht probleemjaar, wordt gevolgd door een jaar waarin het weer wat beter gaat. Vorig jaar hoorden we steeds meer dat directievacatures op andere manieren worden ingevuld. Een vacature wordt bijvoorbeeld opgevuld door een directeur van een collega-school: de twee scholen delen nu hun directeur, die door deze combinatie wellicht volledig ambulant kan worden. Of men werkt met een clusterdirecteur en locatieleiders op de scholen.
Tabel 1 Percentage niet ingevulde directievacatures op geplande ingangsdatum in de afgelopen zes jaar
Directeur Adjunct Bovenschools directeur Locatieleider
8 < September 2005 < Kader Primair
2003/2004
2002/2003
2001/2002
2000/2001
1999/2000
1998/1999
30% 16% 0% 30%
69% 64% 86% 41%
32% 47% 13% 18%
83% 24% 0% 9%
33% 33% 0% 44%
44% 56% 21% 46%
Tabel 2 Mate van inspanning om leerkrachtvacatures in te vullen op geplande ingangsdatum in de afgelopen drie jaar
Geen moeite Zeer weinig moeite Weinig moeite Gemiddelde moeite Zeer veel moeite
2003/2004
2002/2003
2001/2002
39% 18% 23% 15% 6%
32% 28% 29% 12%
5% 28% 41% 25%
Leerkrachtvacatures
> Oproep
In de vragenlijst voor de directeuren vragen we jaarlijks of het gelukt is de vacatures voor leerkrachten in te vullen op de geplande ingangsdatum.
In de eerste week dat alle scholen weer
De cijfers in tabel 2 maken duidelijk dat het onze respondenten gemiddeld genomen steeds minder moeite kost om nieuwe mensen te vinden. Tot vorig jaar speelde het probleem van tekorten in elk geval nog nauwelijks op de scholen.
aan het werk zijn gegaan (de week van 5
Vervangen van leerkrachten
Mocht u deze ontvangen hebben, vult u de
Het vinden van geschikte vervangers is en blijft voor veel respondenten erg lastig. Vorig jaar zagen we een lichte verbetering op dit punt. Ook in de vragenlijst die binnenkort naar de scholen gaat, zal deze vraag aan de orde worden gesteld. Zie tabel 3 <
september) is het nieuwe scholenpanel naar vacatures per e-mail uitgezet.
vragenlijst dan (weer) voor ons in? Hoe groter het aantal respondenten, hoe groter de betrouwbaarheid van ons onderzoek. Indien u de vragenlijst niet ontvangen heeft, maar wel wilt invullen, kunt u een mailtje
Tabel 3 Mate van inspanning om vervangende leerkrachten te vinden in de afgelopen twee jaar 2003/2004
Geen moeite Zeer weinig moeite Weinig moeite Gemiddelde moeite Zeer veel moeite
6% 10% 18% 34% 31%
2002/2003
sturen aan
[email protected] met het verzoek de vragenlijst alsnog aan u toe te mailen. Ook kunt u de vragenlijst vinden
0% 9% 34% 45%
op onze website www.avs.nl. <
Kader Primair > September 2005 > 9
> Thema Onderwijsarbeidsmarkt
> Tekst Bert Nijveld
Preventief blussen > Regionale platforms onderwijsarbeidsmarkt Het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) startte drie jaar geleden met het stimuleren van regionale samenwerking tussen besturen en opleidingen. Het doel is beter in te spelen op knelpunten in de arbeidsmarkt. Programmaleider Liesbeth Bloeme ziet een verschuiving in de aandacht van kwantiteit naar kwaliteit.
Gisteren een tekort aan onderwijspersoneel, vandaag een overschot en morgen duizenden vacatures waarvoor bij ongewijzigd beleid niemand te vinden is. Het kan snel gaan op de arbeidsmarkt. Scholen lijken overgeleverd aan de onvermijdelijke eb- en vloedbewegingen van de conjunctuur. Juist om daar wat meer vat op te krijgen en vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen, is het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt drie jaar geleden gestart met het stimuleren van regionale samenwerking tussen schoolbesturen en opleidingen. Vanaf 2003 is die samenwerking geformaliseerd in de vorm van regionale convenanten. Het SBO had daarvoor het tij mee. Een nijpend tekort aan onderwijspersoneel maakte de geesten rijp voor meer samenwerking op het gebied van arbeidsmarktvraagstukken. Momenteel zijn meer dan dertig regionale convenanten gesloten in het primair- en voortgezet onderwijs, en evenzoveel regio’s gevormd waarin die samenwerking gestalte krijgt. Programmaleider Liesbeth Bloeme spreekt dan ook van een succes. Niet alleen vanwege het aantal regionale platforms dat is ontstaan, maar zeker ook vanwege de vele initiatieven die sindsdien van de grond zijn gekomen. Zij noemt onder andere de aandacht voor ‘opleiden in school’, leeftijdbewust personeelsbeleid en het opzetten van regionale vervangingspools en mobiliteitscentra. Bloeme: “Een heel belangrijk item is hoe je op het ene moment kunt dealen met de overschotten en op het andere moment met de tekorten. Hoe kun je je organisatie zo vormgeven dat je flexibel blijft en niet al te kwetsbaar bent voor schommelingen. De vervangingspools en mobiliteitscentra vind ik mooie voorbeelden van hoe je sterker kunt zijn als je elkaar opzoekt. Regionale overeen-
10 < September 2005 < Kader Primair
komsten zijn belangrijker dan de verschillen tussen de denominaties. Je vist allemaal uit dezelfde vijver. Het is boeiend om te zien hoe die samenwerking gestalte krijgt. Zo langzamerhand wordt de meerwaarde van samenwerking wel ervaren.”
Ervaringen uitwisselen De regionale platforms verkeren nu in een fase waarin good practices worden opgebouwd. Het SBO ziet het als haar taak makelaar te zijn in praktijkervaringen. “De eerste twee jaar lag het zwaartepunt op het bij elkaar brengen van partijen”, aldus Bloeme. “Het personeelstekort was een sterke aanjager, je zou verwachten dat de platforms daarom alleen met kwantitatieve aspecten bezig zijn. Toch is dat niet zo. Kwalitatieve aspecten als functiedifferentiatie, het anders organiseren van scholen en mobiliteit krijgen veel aandacht. Blijkbaar zijn er voldoende redenen om de samenwerking voort te zetten. Nog geen enkel platform is gestopt”, meldt Bloeme. “Wat wij nu vooral proberen is de samenwerking te verdiepen. We willen de platforms gebruiken om te kijken wat men van elkaar kan leren. Daarvoor organiseren wij onder andere rondetafelgesprekken rondom bepaalde thema’s. Platforms die met een onderwerp bezig zijn, kunnen met elkaar in discussie gaan en zo’n thema met een of twee deskundige inleiders heel gericht uitdiepen. Dit blijkt een hele prettige manier om ervaringen uit te wisselen. Ook stimuleren wij de regio’s om hun eigen good practices te gaan maken en hebben daar ook wat financiële middelen voor. Vernieuwende aanvragen kunnen we voor een deel honoreren. Het is zeer waardevol dat
Programmaleider bij het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) Liesbeth Bloeme: “Een heel belangrijk item is hoe je op het ene moment kunt dealen met de overschotten en op het andere moment met de tekorten. Hoe kun je je organisatie zo vormgeven dat je flexibel blijft en niet al te kwetsbaar bent voor schommelingen.”
er op nieuwe terreinen steeds meer vragen op ons afkomen en dat wij die via de platforms kunnen uitzetten. Zelf laten we onderzoeken uitvoeren waarover wij via de website publiceren. Wij kijken of we zaken op de agenda kunnen krijgen: leeftijdsbewust personeelsbeleid, meer allochtonen voor de klas, meer vrouwen in het management.”
Van overschot naar tekort De omslag van een tekort aan leerkrachten naar een overschot is het afgelopen jaar snel totstandgekomen. Het is moeilijk aan te geven in welke mate initiatieven binnen de nog jonge platforms daaraan hebben bijgedragen. Het zijn toch vooral externe factoren die een rol hebben gespeeld: de recessie waardoor mensen van elders, vanwege een wat zekerder arbeidspositie, terugkwamen naar het onderwijs en kabinetsmaatregelen die ertoe leidden dat het aantal arbeidsplaatsen afnam. Bloeme: “Het is heel erg snel gegaan. Aan het begin van het schooljaar waren er eerder scholen die stapels open sollicitaties in de la hadden liggen dan dat er tekorten waren. Je ziet dat sommige platforms initiatieven ontplooien om iets met die overschotten te doen, om mensen te behouden voor de sector en ervoor te zorgen dat ze nu niet een andere keuze maken. In platform De Kempen bijvoorbeeld, willen ze afgestudeerden waarvan ze veel verwachten een duale baan aanbieden. Voor een deel in het onderwijs als vervanger of in een vaste betrekking en voor een ander deel in sectoren als welzijn of kinderopvang, waarvoor ze dan een aanvullende opleiding krijgen. Momenteel loopt daar een haalbaarheidsonderzoek naar.”
Juist omdat de onderwijsarbeidsmarkt zo snel kan veranderen – de berichtgeving daarover deze zomer stemt opnieuw tot ongerustheid – is het nodig dat het veld zich goed voorbereid op fluctuaties. Bloeme maakt zich zorgen over de schijnbaar zorgeloze houding die het onderwijs aanneemt. “Als je kijkt naar de huidige situatie, met een enorme vergrijzing in de sector, dan kun je op je vingers natellen hoe de vlag er in zeg de regio Groningen over vier jaar bij hangt en dat het handig is om nu al iets te doen. De platforms zouden daar een middel in moeten zijn. Toch is het opvallend dat men zich nog niet zo erg voorbereidt op komende personeelstekorten. Wij zien dat er behoorlijk wat problemen te verwachten zijn en zijn daarom bezig het bewustzijn daarover in de platforms te vergroten. Het is verbazingwekkend, misschien wel zorgwekkend, dat er nog niet zoveel gebeurt.
“Blijkbaar zijn er voldoende redenen om de samenwerking voort te zetten. Nog geen enkel platform is gestopt.” Misschien is het nu nog te ver weg, of komt het omdat er al vaker van alles aan de hand is geweest, wat ook weer is opgelost. Waarom nu al blussen als er nog geen brand is, die houding zie je. Maar juist omdat alles zo snel kan veranderen, zoals we vorig jaar hebben gezien, is het echt een aanrader om nu al visie en beleid te formuleren. Omdat de arbeidsmarkt regionaal van karakter is, zeker in het primair onderwijs, >>
Kader Primair > September 2005 > 11
advertentie 12 < September 2005 < Kader Primair
Vervolg van pagina 11 is het ook wenselijk en zinvol zaken regionaal te blijven oppakken.” Regionale verschillen zijn onder andere te zien bij de toeloop naar de pabo’s, al is die over de hele linie te gering. Het gebrek aan interesse voor het vak van leerkracht speelt naast de vergrijzing een belangrijke rol bij het ontstaan van problemen op de arbeidsmarkt. Al eerder is geprobeerd met het ‘Paboys’-project meer mannen te interesseren voor aanmelding op de pabo. Een ander voorbeeld van good practice op dit vlak is de regio Kempen. Dit platform ontwikkelde een ‘meesterspel’ gericht op het warm maken voor het onderwijsvak bij middelbare scholieren.
Risicoregio’s Inmiddels wordt voor heel Nederland rekening gehouden met 70.000 vacatures in de periode 20072011. Op basis van onderzoeken is becijferd waar de grootste tekorten verwacht worden en zijn door het ministerie van OCW tien risicoregio’s aangewezen, vijf voor het voortgezet en vijf voor het primair onderwijs. De grootste problemen zijn te verwachten in de grote steden, waar men zich zal moeten voorbereiden op ernstige tekorten. Bloeme ziet hier overigens wel een duidelijk pluspunt: “In de grote steden kennen partijen elkaar beter, omdat ze dichter op elkaar zitten. Daardoor zijn ze beter in staat oplossingen te verzinnen. In gebieden waar afstanden groter zijn en partijen elkaar minder zien en meemaken, is er minder infrastructuur waarop partijen elkaar kunnen vinden.” De platforms binnen de risicoregio’s zijn in de gelegenheid gesteld plannen te maken en kunnen een beroep doen op een budget dat daarvoor door OCW is vrijgemaakt. “Wat ze doen is het ontwikkelen van initiatieven om tekorten voor te zijn”, aldus Bloeme. “Een groot deel van de aandacht gaat naar ‘opleiden in school’. Mobiliteitscentra en vervangingspools zijn
Regionale convenanten: nuttig en nodig In een aantal regio’s waar vanaf 2003 convenanten zijn gesloten, is nu sprake van een overschot aan personeel. Dat leidt soms tot de opmerking dat de regionale convenanten hun doel voorbij schieten. Dit is echter maar zeer de vraag. De samenwerking binnen de platforms was en is niet alleen bedoeld om tekorten aan personeel te voorkomen of op te vangen. De convenanten bevatten ook afspraken over onder andere personeelsbeleid in het algemeen, bevordering van mobiliteit, preventie van ziekteverzuim, de instroom van allochtone leerkrachten, het opzetten van kweekvijvers enzovoorts.
andere instrumenten. Hoe combineer je het één met het ander? Hoe kun je vervroegd uittreden benutten om aan de andere kant weer mensen aan te nemen? Door het één te stimuleren kun je aan de onderkant ruimte creëren. De hoop is dat vanaf september de plannen die gemaakt zijn ook in werking gezet worden. Belangrijk daarbij is om uit te wisselen: wat leveren die plannen op en wat kunnen wij daarvan leren?” Bloeme vervolgt: “Intussen hebben wij als Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt ook een verantwoordelijkheid. Als er problemen komen, wat ga je dan doen? Wat zouden wij voor oplossingen kunnen verzinnen? Eén van de lijnen die het kabinet voorstaat, is mensen langer te laten werken. In het onderwijs is een grote populatie van mensen die 55 jaar en ouder zijn. Misschien heb je ze nog tien jaar in huis, probeer ze gezond te houden. Wat kun je doen om ze gemotiveerd te houden en prettig te laten werken? Tegelijkertijd zul je toch zien dat uitstroom gaat plaatsvinden. Als arbeidsorganisatie moet je daar klaar voor zijn, nieuwe mensen weten te werven. Misschien wil je wel toe naar een andere arbeidsorganisatie, minder klassikaal met andere functies. Als je school op een andere manier georganiseerd is, heb je dus ook een ander type mensen nodig. Verder kun je denken aan het bewerkstelligen van een wat evenwichtiger organisatie qua leeftijdsopbouw, de verhouding manvrouw en allochtoon-autochtoon. Speciale aandacht verdient ook het tekort aan directeuren. Het zijn hier vooral de vrouwen die het laten afweten; het percentage vrouwen dat deelneemt aan kweekvijvers blijft achter. Het afgelopen jaar zijn wij betrokken bij de start van een netwerk van vrouwelijke schoolleiders. Wellicht levert dit aanknopingspunten op. “Nadenken over al dit soort zaken in platformverband is een groot item. Op zich biedt deze situatie weer kansen de organisatie wat breder te laten nadenken over dit soort vraagstukken. Dat zijn zaken waaraan wij als SBO graag een bijdrage willen leveren.” <
Bovendien baren de prognoses voor de komende jaren grote zorgen: vanaf 2007 dreigt een structureel tekort aan leerkrachten. Dit komt door de vergrijzing van het huidige leerkrachtenbestand en een teruglopend aantal instromers op de pabo’s. Mocht er dus al sprake zijn van een overschot aan personeel dan is dit slechts van tijdelijke aard. De AVS vindt dan ook dat de scholen in de gelegenheid moeten worden gesteld personeel dat overtollig dreigt te raken, tijdelijk bovenformatief in dienst te houden. Dit kan waar mogelijk worden geregeld binnen de regionale platforms. Dat hiervoor aanvullende middelen nodig zijn, is duidelijk. Maar, het gaat immers om het voorkomen van een ernstig toekomstig probleem. <
Kader Primair > September 2005 > 13
> Foto Gerard Helt
> Thema Onderwijsarbeidsmarkt
Opleiden in de School Met het project Opleiden in de School ontstaat er een leer-werkcultuur binnen onderwijsinstellingen, waarin de opleiding van nieuw en zittend onderwijspersoneel in gezamenlijke verantwoordelijkheid met de opleidingen voor onderwijspersoneel kan plaatsvinden. Welke ervaringen hebben scholen met Opleiden in de School? Wat kan de opleidingsfunctie van de school voor leerkrachten betekenen? Hoe is het om naast leerkracht ook begeleider of coach te zijn van aanstaande leraren? Kader Primair nam een kijkje op Obs Overvecht in Utrecht.
> Tekst Andrea Linschoten
14 < September 2005 < Kader Primair
Directeur Caroline Verhoeff noemt zichzelf autoritair. Binnen haar school is alles strak geregeld, maar iedereen weet dan ook precies waar hij of zij aan toe is. “Leerlingen en leerkrachten worden voortdurend uitgedaagd.”
“Heftige school met hoge eisen” Openbare basisschool Overvecht (OBO) bestaat uit vijf locaties, met zeshonderd leerlingen en 75 werknemers. Caroline Verhoeff zwaait er sinds acht jaar de scepter, samen met een collega-directeur. Studenten, nieuwe en zittende collega’s worden in haar school uitgebreid begeleid. Obs Overvecht heeft drie opleidingsleerkrachten: een voor nieuwe studenten en leerkrachten lichamelijke opvoeding, een voor zij-instromers en een voor startende en zittende collega’s. De laatste is peer-coach; ze heeft twee dagen een eigen klas en coacht daarnaast twee dagen. Voorwaarde voor een peer-coach is dat het zowel een goede leerkracht als een goede coach is. “Voordat Opleiden in de School begon, waren wij op verschillende fronten al met coaching bezig”, vertelt Verhoeff. “Omdat we een grote school zijn, heb je daarvoor meer mogelijkheden. Als je Opleiden in de School alleen ziet als een middel om extra banen in je school te krijgen, dan stopt dat zodra het project eindigt. Als je mensen werkelijk zelf wilt opleiden, vind je altijd wel een weg om het te betalen, zolang het met de doelen van de school overeenkomt.” Verhoeff wil niet alleen van subsidies afhankelijk zijn: “Door het wegvallen van de ID-banen bijvoorbeeld, word je gedwongen opnieuw kritisch te kijken naar allerlei regelingen en wat ze opleveren. Je maakt opnieuw keuzes.”
Strak schema De begeleiding bij obs Overvecht is niet alleen gericht op studenten en startende leerkrachten. Ook de zittende leerkrachten worden begeleid. “Wij zijn een heftige school en stellen hoge eisen aan het personeel”, stelt Verhoeff. “Alles ligt vast en is goed georganiseerd. Omdat we zo groot zijn, kunnen we niets aan het toeval overlaten. Zo maken we bijvoorbeeld afspraken over de invoering van vernieuwingen, zoals Woordenschat. Dat controleren we ook met een
vaste toetskalender. Daarvan krijg ik alle resultaten op mijn bureau. Als een groep achterblijft, spreek ik de leerkracht daarop aan. Niet dat je daarop wordt afgerekend, maar ik wil wel weten waarom de resultaten afwijken en wat iemand nodig heeft om het beter te doen. Ik neem dan geen genoegen met excuses als zwakke groep of moeilijke kinderen. Het is altijd ook de verantwoording van de leerkracht.” Nog een voorbeeld van strak-de-touwtjes-in-handen: “Neem de pauze. Kan toch best tien minuutjes langer? Maar als je dat elke dag doet, is dat veertig uur per jaar. Dat is meer dan twee weken les. In deze achterstandswijk kunnen we de tijd niet vermorsen.” Verhoeff geeft aan dat het op school niet alleen om dat strakke programma draait. “We zijn ook heel nadrukkelijk bezig met het vormen van een goed mens, werken vanuit de Vreedzame school. We beginnen en eindigen de dag altijd met een hand geven. Elke leerkracht moet zich aan het eind van de dag afvragen: ‘Heb ik al mijn leerlingen werkelijk gezien vandaag?’. En het antwoord moet altijd ‘ja’ zijn.”
Eigen mening Verhoeff vervolgt: “We leren de kinderen zelf verantwoording te dragen. Dat kan lastig zijn, want hoever ga je daarin? Is een kind brutaal of verkondigt het zijn eigen mening? Alles mag dan strak geregeld zijn en ik ben misschien autoritair, maar de leerkrachten en leerlingen worden wel voortdurend uitgedaagd. Ze mogen hun mening laten horen. Ze moeten niet zomaar iets zeggen of doen, ze moeten weten waar het over gaat.” Tot slot stelt Verhoeff: “Het is bijna een politieke keuze om bij ons op school te werken. We willen de kinderen niet alleen zo goed mogelijk leren lezen en schrijven, maar ze vooral leren hoe ze de wereld aankunnen. Als leerkrachten daar bewust voor kiezen, dan willen wij in ze investeren. Of ze nou student, zij-instromer, starter of zittende leerkracht zijn.” < >>
Kader Primair > September 2005 > 15
“Het doel van coaching is dat je steeds zelfstandiger wordt”
“Je kijkt eerst met de coach wat het probleem is. Dat moet helder zijn” Nelleke Brouwer, leerkracht in groep 7/8, volgde vorig jaar enige tijd een coachingstraject. “De coaching was gericht op het pedagogisch klimaat en klassenmanagement. Ik doe dingen nu echt anders: ik benoem veel meer het positieve gedrag van de kinderen. Als de kinderen stil aan het werk waren, wilde ik ze voorheen eigenlijk niet storen. Ze waren tenslotte eindelijk rustig aan het werk. Maar nu benoem ik dat dus wel. Aanleiding voor mijn coachvraag was dat ik een grote drukke klas had en steun nodig had om het beter neer te zetten. Dat ging ook over hele praktische zaken, zoals de inrichting van de klas. Oplossingen zitten dan in brede looppaden en structuur brengen in alles wat je ophangt in de klas.” Brouwer zou zo weer een hulpvraag indienen. “Kijk, het is niet zo dat je diep in de put zit en daaruit gehaald moet worden. Het is meer dat je ergens iets meer mee wilt. Dan kijk je samen met de coach wat het probleem is. Dat moet eerst helder zijn. Daarna bespreek je hoe het anders kan. Dat ga je vervolgens uitproberen. Het is een hele prettige manier om ergens aan te werken. Door de coaching zie ik nu bijvoorbeeld niet meer op tegen een moeilijke handvaardigheidles met veel kinderen. Het heeft me echt over een drempel geholpen.” <
Landelijk project In 2002 startte met OCW-middelen (de zogenaamde stimuleringsregelingen 1e tranche) het landelijk ontwikkelproject Opleiden in de School, waaraan 110 projecten voor primair onderwijs, 56 projecten voor voortgezet onderwijs en 7 projecten voor BVE meededen. In september 2004 is deze impuls voortgezet met de Regeling ‘Opleiden in de school voor primair, voortgezet onderwijs en beroeps- en volwasseneneducatie 2004-2006’ en zijn nog eens 267 schoolbesturen, van zowel PO als ook VO en BVE, met opleiden in de school van start zijn gegaan. In het Beleidsplan Onderwijspersoneel ‘Een goed werkende arbeidsmarkt’ (18 juni 2004) heeft het ministerie van OCW als doelstelling geformuleerd dat in 2007 iedere onderwijsinstelling voldoet aan de basiscondities voor Opleiden in de School:
16 < September 2005 < Kader Primair
Terwijl Monique Pondes in de avonduren de pabo volgde, werkte ze als zij-instroomster. Eerst in een duobaan, later met een eigen groep. “Ik heb veel aan de begeleiding door de opleidingsleerkracht gehad”, vertelt de voormalig manager uit de detailhandel. “In het bedrijfsleven is alles zo anders. In het begin hadden we wekelijks contact, zij was echt mijn steunpilaar. Ik kreeg praktische tips: hoe begin je een les, wat doe je als je klas er helemaal doorheen zit. Het was voor mij ook een moment van rust. Later gingen we meer met doelen werken, in het verlengde van bijscholingen die ik volgde. Bijvoorbeeld effectief instructie geven en omgaan met moeilijk opvoedbare kinderen. De coach observeerde in de klas en dan bespraken we wat er goed ging en wat nog beter kon. Daar kwam dan weer een volgend doel uit.” In september 2004 haalde Pondes haar diploma en sindsdien is ze aangesteld als leerkracht. Ze is blij met de coaching die ze tijdens het hele traject kreeg: “Ik vind niet dat coaching je afhankelijk maakt. Het doel is juist dat je steeds zelfstandiger wordt. Je krijgt handvatten om zelf verder te gaan.” <
• een infrastructuur voor opleiden en begeleiden in de school, als onderdeel van het integraal personeelsbeleid; • er zijn afspraken gemaakt met opleidingen voor onderwijspersoneel over taak- en verantwoordelijkheidsverdeling bij Opleiden in de School. Op www.ipb-onderwijs.nl vindt u basis- en praktijkinformatie en een overzicht van schoolbesturen die met Opleiden in de School van start zijn gegaan. De AVS School for Leadership biedt maatwerkoplossingen die aansluiten bij dit onderwerp onder de noemer ‘Opleiden in school, nieuw leren voor professionals’. Met concepten, modellen, creatieve oplossingen en uitvoering van interne opleidingen op maat. Voor meer informatie:
[email protected] (ter attentie van Trieneke van Manen).
Anneke van der Plaats heeft twee dagen per week haar eigen klas en werkt twee dagen als peer-coach. “Je bent nooit te dichtbij.”
“Mensen willen zich ontplooien” “Als peer-coach ben ik gelijkwaardig aan de leerkrachten die ik coach. Ik draai zelf ook een groep, deel dezelfde problemen. Mijn ervaring is niet dat je daardoor te dichtbij staat, je bent nooit te dichtbij”, vertelt Anneke van der Plaats. “Ik ben misschien iets deskundiger, maar dat is juist plezierig.” Tijdens een intakegesprek komt de leerkracht zelf met een hulpvraag, bijvoorbeeld over klassenmanagement. Dan start een traject van zeven tot acht weken. “Eerst moet de leerkracht de hulpvraag goed formuleren. Daarna bedenken we een plan om eraan te werken. Na vijf klassenbezoeken evalueren we en daaruit komen dan punten van aandacht voort. Net als bij de kinderen benadruk ik het positieve. Vanuit de sterke punten kan iemand weer iets nieuws beginnen. Ik draag oplossingen aan, geef ze een artikel te lezen. Omdat ik zelf een groep heb, kunnen leerkrachten ook bij mij komen kijken hoe ik in de praktijk iets aanpak.”
Naar zichzelf kijken Van der Plaats werkt veel met video-interactie begeleiding (VIB). “Eigenlijk werkt dat hetzelfde als bij een gewoon traject, maar door leerkrachten naar zichzelf te laten kijken, kan ik ze aan het denken zetten. Zo begeleidde ik een leerkracht die het gevoel had dat haar verhaal nooit goed overkwam. Op de video zag ze zelf dat ze weinig mimiek had en wist ze waar ze aan wilde werken. Als een leerkracht zelf ziet wat er gebeurt, dan beklijft het beter.” Van der Plaats vindt het een prachtig medium. Ondanks dat het soms confronterend is, heeft ze nog nooit meegemaakt dat iemand het echt vervelend vond. Sterker nog, de collega’s die ‘proefpersoon’ waren tijdens haar VIB-opleiding, zijn zo enthousiast dat ze teamle-
den aanraden om als ze de kans krijgen, een VIB-traject aan te vragen. “Tegenwoordig is het heel gewoon om begeleiding te vragen, mensen doen aan zelfreflectie, zien onder ogen wat ze nodig hebben. Ik begeleid trouwens niet alleen startende leerkrachten, maar ook collega’s die al 25 jaar in het vak zitten. Die vragen bijvoorbeeld steun om alle vernieuwingen bij te benen. Omdat begeleiding en coaching op onze school structureel is ingebed, is het niet meer raar om hulp te vragen. Het past ook in deze tijd dat mensen zich verder willen ontplooien. Dat is tekenend voor deze school: het werk is soms moeilijk, maar de directie stimuleert je altijd weer om je verder te ontwikkelen.”
Gesprekspartner Van der Plaats volgde voor het project Opleiden in de School de training voor opleidingsleerkracht, samen met nog twee collega’s. In het netwerk van opleidingsleerkrachten wisselen zo’n twintig collega’s ervaringen uit over het coachen van studenten, starters en zittende collega’s. Er is aandacht voor coachingsvaardigheden, collega’s brengen casussen in en het netwerk is gesprekspartner voor de Theo Thijssen pabo. Dat gaat soms over hele praktische zaken als hoe een beoordelingsformulier in elkaar moet zitten of welke competenties ze nog missen. “Ook zijn we een keer op de Theo Thijssen pabo gaan kijken”, vertelt Van der Plaats. Docenten gaven ons toen voorlichting over hoe de opleiding is opgebouwd, welke eisen er aan de studenten worden gesteld en hoe modules in elkaar zitten. Ik vind dat de samenwerking steeds beter wordt, je kunt merken dat ze de inbreng van het netwerk belangrijk vinden.” <
Kader Primair > September 2005 > 17
> Thema Onderwijsarbeidsmarkt
> Tekst Mariëtte Schrader
Subsidie als katalysator > Mytylschool Tilburg start met proefproject Bekwaamheidsdossiers Integraal personeelsbeleid is een actueel thema binnen het onderwijs. Opleiden in de school, personeelsbeleid op basis van meerjarenplanning en bekwaamheidseisen zijn hierbij belangrijke onderdelen. Bij de laatstgenoemde eisen speelt het zogeheten bekwaamheidsdossier een grote rol. In 2007 dient elke leerkracht hierover te beschikken. Op initiatief van OCW voert een aantal scholen proefprojecten uit die als praktijkvoorbeeld kunnen dienen. Eén daarvan is de Mytylschool Tilburg. “Wij zitten in de startfase”, zegt personeelsadviseur Paul Janssen.
Rolstoelen, ligbedden, loop- en starekken in allerlei soorten en maten staan bijeen in een grote ruimte naast de receptie. De extra brede elektrische deuren zwaaien slechts open voor de weinige medewerkers die het gebouw nog bevolken. “Komend najaar komt dit project in een stroomversnelling”, verklaart Janssen in zijn werkkamer, terwijl hij een stapel papieren van het proefproject Bekwaamheidsdossiers pakt.
Snijvlaks De Mytylschool in Tilburg is een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs (SO en VSO) en wordt bezocht door leerlingen uit Midden-Brabant. Zij zijn twee tot twintig jaar oud en hebben lichamelijke of functionele beperkingen. Elk schooljaar stroomt 15 tot 20 procent door naar het regulier onderwijs of naar een arbeidsplaats. Janssen: “Wij bewegen ons op het snijvlak van onderwijs en zorg. Ons streven is leerlingen zo zelfstandig mogelijk te maken.” Het schoolteam bestaat uit 140 medewerkers en heeft 450 leerlingen onder haar hoede. 280 leerlingen bezoeken dagelijks de Mytylschool in Tilburg; de overigen worden door leraren ambulant begeleid op reguliere scholen (BaO en VO) en andere scholen in de regio. Sinds 1999 is de Mytylschool gehuisvest in een kleurig complex aan de rand van de stad. De instelling deelt het gebouw met een revalidatiecentrum. Een ziekenhuis, het Ronald
18 < September 2005 < Kader Primair
McDonaldhuis en een speciale woonvorm voor jongeren liggen op loopafstand. Samen met de Mytylschool is dit een concentratie van kennis op het gebied van zorg en begeleiding.
Investeren “In april vroeg de KPC Groep ons of wij aan het proefproject van OCW wilden deelnemen”, vertelt Janssen. “Omdat het naadloos in onze eerder uitgestippelde strategie past – onze organisatie wil van een aanbodgerichte school in een vraaggerichte school veranderen – zijn wij op het verzoek ingegaan. Wij willen onze expertise meer zichtbaar maken, verder ontwikkelen, en ervoor zorgen dat die op de juiste plekken terecht komt, zowel intern als extern. Dat verstevigt de positie van de Mytylschool Tilburg in de markt. Belangrijk, want dankzij het zogenoemde rugzakje kunnen kinderen tegenwoordig overal voor onderwijs terecht.” Via ‘Investors in People’ (IiP), een internationale standaard die goed personeelsbeleid en goed werkgeverschap in de organisatie borgt, tracht de school deze doelen te bereiken. Janssen: “Het is een soort ISO-norm voor scholen. Functioneringsgesprekken, competentiemodellen, beoordelingsgesprekken en de persoonlijke ontwikkelingsplannen die er uit voortvloeien, spelen hierbij een belangrijke rol. Wij willen ons met recht een ‘Investor in People’
De Mytylschool Tilburg beweegt zich op het snijvlak van onderwijs en zorg > Foto Mytylschool Tilburg
gaan noemen. Onze medewerkers – zowel onderwijsgevenden als onderwijsondersteunenden – moeten heel goed kunnen zien maar vooral ervaren, dat de school in hun ontwikkeling investeert. Bekwaamheidsdossiers zijn een uitstekende manier om dat te realiseren. Dankzij het proefproject kunnen wij deze versneld individueel invoeren. In 2007 dienen al onze medewerkers erover te beschikken.”
Kennis delen Hoewel de Mytylschool Tilburg zowel de officiële toekenning als de subsidie van veertigduizend euro nog niet van OCW had ontvangen ten tijde van dit interview, ging zij op grond van de gedane toezeggingen onmiddellijk aan de slag. Allereerst werd het project ondergebracht bij de reeds bestaande werkgroep Integraal Personeelsbeleid. Deze voert het uit, bewaakt de voortgang en rapporteert aan de directie. Janssen fungeert als coördinator. Ook is het projectplan inmiddels klaar. Als onderdeel van het IiP-ontwikkeltraject vond eerder een nulmeting plaats waarvan de uitkomsten zijn vastgelegd in een rapport dat in maart is verschenen. “Medewerkers blijken vooral behoefte te hebben aan feedback, willen van elkaar leren en graag weten over welke talenten collega’s beschikken”, licht de personeelsadviseur toe. “Het is niet alleen handig te weten over welke vakkennis een col-
lega beschikt of wie je bijvoorbeeld kunt aanspreken op zijn ervaring met klassenmanagement, maar ook of een collega bepaalde talenten heeft. Misschien komt het van pas dat iemand over bijzondere computervaardigheden beschikt, prachtig piano speelt, bijen houdt of een bepaalde bestuursfunctie uitoefent. Vergelijk het met een tennisclub die de beroepen van
“Medewerkers blijken vooral behoefte te hebben aan feedback, willen van elkaar leren en graag weten over welke talenten collega’s beschikken.” haar leden wil achterhalen. Heeft de club plannen voor een nieuw paviljoen, dan komt het mooi uit als er een architect in het ledenbestand zit of iemand de weg bij de gemeente goed kent. Dit betekent dat we onze medewerkers zover moeten zien te krijgen dat zij hun ervaring, kennis en talenten met elkaar gaan delen. Daarvoor dienen we faciliteiten te scheppen. Elektronische bekwaamheidsdossiers zijn dan een goed instrument. Die brengen dat beter boven water dan toevallige gesprekken in de koffiekamer.”
Kader Primair > September 2005 > 19
voor de klas. Stel dat deze collega over vijf jaar vertrekt. Dan wordt haar plaats niet vanzelfsprekend door een nieuwe leerkracht opgevuld. Misschien hebben we liever een begeleider uit de gehandicaptenzorg. We constateren nu al dat er steeds meer differentiatie in het personeelsbestand komt. Die trend zet zich ongetwijfeld voort.”
Planning
“Hopelijk kunnen we als een nuttig voorbeeld voor andere scholen dienen”, aldus Paul Janssen, personeelsadviseur op de Mytylschool Tilburg > Foto Mariëtte Schrader
In kaart brengen De bekwaamheidsdossiers hebben alles te maken met strategisch personeelsbeleid en meerjarige personeelsplanning. Zo heeft de Mytylschool Tilburg een overzicht gemaakt van medewerkers die tussen 2005 en 2015 uit dienst zullen treden. Hun loopbaan is in kaart gebracht, evenals de kennis en vaardigheden die met hen ‘verdwijnen’. Of er dan automatisch een zelfde leerkracht terugkomt is niet zeker, want de onderwijsmarkt kan in de toekomst geheel andere eisen stellen. Janssen geeft een voorbeeld: “Op dit moment hebben onze MCG-groepen (Meervoudig Complex Gehandicapten) een leerkracht die leerlijnen uitzet en handelingsplannen maakt. Zij staat lang niet altijd
Bekwaamheidsdossiers In 2007 dienen schoolmedewerkers die functies uitoefenen waarvoor bekwaamheidseisen zijn vastgesteld, over een eigen bekwaamheidsdossier te beschikken. Dit heeft te maken met de Wet Beroepen in het Onderwijs (Wet BIO) die in 2004 werd uitgevoerd. Als eersten komen hiervoor leerkrachten in aanmerking. Het dossier geeft de school informatie waarmee zij de professionele ontwikkeling van medewerkers kan stimuleren in lijn met het organisatiebeleid. Bovendien kan de school met de bekwaamheidsdossiers aantonen dat zij de bekwaamheid van leraren waarborgt, leraren gelegenheid biedt zich verder te ontwikkelen en de daarvoor aangeboden mogelijkheden en middelen daadwerkelijk gebruikt.
20 < September 2005 < Kader Primair
Personeelsadviseur Janssen heeft al een opzet gemaakt voor een vragenlijst die als handvat kan dienen om kennis, ervaring en talenten van medewerkers vast te leggen in een bekwaamheidsdossier. De projectgroep zal deze uitgebreid bespreken. Het praktisch model dat hieruit rolt, vormt de basis voor een proef met de opbouw van een aantal individuele dossiers. Later dit jaar volgt de opzet voor een elektronisch dossier, dat medewerkers uiteindelijk via Intranet kunnen raadplegen. Het zal aansluiten op het bestaande ‘smoelenboek’. Volgens het tijdpad legt de projectgroep in 2006 het elektronische bekwaamheidsdossier aan het schoolteam voor. Een jaar later is de introductie dan een feit. Janssen: “We hebben dus ongeveer twee jaar de tijd voor kritische evaluaties en het uitvoeren van aanpassingen.” De Mytylschool Tilburg ziet het proefproject Bekwaamheidsdossiers wel zitten. “Alles staat nu sneller op de rails”, zegt Janssen. “Dankzij het geld kunnen we medewerkers vrijroosteren om het project vorm te geven. Zaken worden nu eerder aangezwengeld en uitgevoerd. Hopelijk kunnen we als een nuttig voorbeeld voor andere scholen dienen. Natuurlijk wil het ministerie binnen een bepaald tijdsbestek resultaten zien. Dat gaat lukken. Wij zien het proefproject als een katalysator. De rompslomp die het met zich meebrengt, nemen we op de koop toe.” <
Ook de leerkracht heeft baat bij het dossier. Het is een belangrijk instrument voor de eigen professionele ontwikkeling. Dit komt uiteindelijk de kwaliteit van het werk ten goede. Voor beide draagt de leerkracht zelf de verantwoordelijkheid. Het proefproject Bekwaamheidsdossiers wordt landelijk uitgevoerd door een projectgroep van de Landelijke Pedagogische Centra en begeleid door een commissie waarin onderwijsorganisaties vertegenwoordigd zijn. Deze commissie heeft een adviserende taak en zal na afloop van het project goede praktijkvoorbeelden van bekwaamheidsdossiers in het onderwijs verspreiden. Voor meer informatie Maaike Plomp:
[email protected]
Vooraankondiging
De school professionaliseert Conferentie over personeelsbeleid voor PO, VO en BVE Voor wie
Thema’s
De conferentie is bedoeld voor bestuurders, directeuren, leidinggevenden, P&O-managers en leraren(opleiders) uit het primair en voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs, voor lerarenopleidingen en voor gemeentes.
o.a. Strategische personeelsplanning, Bekwaamheidsdossiers en Opleiden in de School
Inschrijving
Waar De Jaarbeurs, Utrecht
Wanneer 7 november 2005
Deelnamekosten: t 70,–. Binnenkort worden folder en inschrijfformulieren verspreid. U kunt zich dan ook inschrijven via www.ipb-onderwijs.nl
Achtergrondinformatie en (voorlopig) programma
advertentie
www.ipb-onderwijs.nl , www.minocw.nl , www.lerarenweb.nl
Kader Primair > September 2005 > 21
> Thema Onderwijsarbeidsmarkt
> Tekst Bert Nijveld
Talenten benutten > Kweekvijver Kweekvijvers leveren een belangrijke bijdrage aan de doorstoom naar een functie als leidinggevende in het onderwijs. Het Openbaar Primair Onderwijs Zaanstad (OPOZ) sloot kort voor de vakantie een kweekvijvertraject af dat gezamenlijk met de AVS was opgezet. Algemeen directeur Van Leverink: “Het past in onze filosofie dat wij ons personeel perspectief willen bieden.”
De kweekvijverafgestudeerden genieten van de met persoonlijke observaties doorspekte toespraakjes van hun algemeen directeur Jaap van Leverink (OPOZ). > Foto Bert Nijveld
22 < September 2005 < Kader Primair
Terwijl voor vele collega’s in den lande de vakantie al was begonnen, gonsde het kantoor van het Openbaar Primair Onderwijs Zaanstad (OPOZ) nog van de activiteiten. Het vergaderzaaltje was half juli gevuld met kandidaat-kweekvijverafgestudeerden en hun studiebegeleiders. De afsluitende bijeenkomst, voorafgaande aan de uitreiking van de certificaten, stond in het teken van de bespreking van de gemaakte werkstukken. Het fraaie zomerweer, de naderende vakantie en bovenal het succesvol doorlopen kweekvijvertraject met achterliggende perspectieven, stemden tot vrolijkheid. Algemeen directeur Jaap van Leverink stond intussen de pers te woord. Daarna genoot het hele gezelschap van de met persoonlijke observaties doorspekte toespraakjes van hun algemeen directeur.
Masterclass Voor OPOZ als grote organisatie in opbouw was dit het eerste kweekvijvertraject. “We hebben ervoor gekozen in eerste instantie te mikken op mensen die al leiding geven en die potentie hebben een vervolgstap te zetten”, aldus Van Leverink over de deelnemers. “Twee van die mensen waren net directeur geworden binnen onze organisatie.” Hij spreekt dan ook liever van een masterclass in plaats van een kweekvijver. “Er zijn een paar bouwcoördinatoren bij, adjunct-directeuren en twee mensen die adjunct worden. Dit past bij onze visie op personeelsbeleid en bij onze filosofie dat wij onze mensen perspectieven willen bieden. Het is niet zo dat als je deze masterclass hebt gedaan, je automatisch kunt rekenen op een baan in het management, wel verruim je je perspectieven.”
“Het persoonlijke belang en het belang van de organisatie gaan hand in hand.” Het persoonlijke belang en het belang van de organisatie gaan hand in hand. OPOZ heeft de analyse gemaakt dat binnen vijf tot zes jaar zeker een derde van de directeuren zal afvloeien, nog afgezien van tussentijdse transfers. Van Leverink: “Wij willen daar proactief op reageren door te kijken welke talenten wij binnen onze organisatie kunnen begeleiden en ondersteunen om in de toekomst deze functies te gaan vervullen. De laatste jaren hebben wij een behoorlijk verloop gekend en wisselend succes gehad met het invullen van de vacatures. Soms hebben we met noodmaatregelen en de inzet van allerlei mensen de zaak draaiende moeten houden. Dat is niet goed voor de ontwikkeling van de scholen, dat mag duidelijk zijn. Maar we houden vast aan een zorgvuldige sollicitatieprocedure. Ik heb liever geen directeur, dan een directeur waarin we geen vertrouwen hebben.” Het verloop had onder andere te maken met
een flink aantal directeuren dat te kennen gaf liever geen vervolg te geven aan de directeursfunctie. “Een belangrijke rol daarbij speelt dat directeuren die in een vorige generatie zijn opgegroeid, moeite hebben mee te groeien in de competenties die het huidige directeurschap vraagt”, vertelt Van Leverink. “Van hoofd van de school naar manager met onderwijskennis is een stap die veel inspanning vraagt. Overigens is dat niet per se iets van de oudere garde; onder hen zijn er velen die barsten van de energie. En natuurlijk heb ik respect voor de mensen die door reflectie tot de conclusie komen dat ze niet de juiste persoon op de juiste plek zijn.” Voor het organiseren van de masterclass/kweekvijver ging OPOZ in zee met de AVS. In eendrachtige samenwerking werd een programma op maat samengesteld waarin opdrachtgever en AVS elk bepaalde onderdelen voor hun rekening zouden nemen. Van Leverink: “Onze vraag aan de AVS was om een aantal onderwerpen te selecteren die voor startende directeuren van belang zijn. Dit met als uitgangspunt dat vooral gedragsaspecten in het leiderschap belangrijke factoren zijn en dat het in elkaar zetten van een formatieplan een techniek is die in latere instantie nog wel eens aan bod kan komen. We hebben de masterclass opgezet in vier blokken van drie dagen, rond vier thema’s: de lerende school, werken met visie, de kwaliteit van het onderwijs en integraal personeelsbeleid. De deelnemers hebben een coach gehad en er is met elkaar intervisie georganiseerd. Ze hebben allemaal een afsluitende opdracht gemaakt die ook toepasbaar is en betekenis heeft binnen de eigen organisatie. Als ik die opdrachten lees, zie ik dat de deelnemers hebben gereflecteerd op hun eigen handelen, hun persoonlijk leiderschap, en wat dat betekent in relatie tot de teams waarin zij werken. Mijn indruk is dat de deelnemers dit traject als zeer positief hebben ervaren. Ze waren zeer betrokken en hebben als groep een flinke groei doorgemaakt.”
Reflecteren In alle drukte voorafgaande aan de uitreiking van de certificaten slaagde Kader Primair erin enkele deelnemers aan de kweekvijver te spreken. Onder hen Ineke Edes, werkzaam als adjunct-directeur. Wat was haar motivatie om aan dit traject deel te nemen en wat vond zij ervan? “Ik zocht bijscholing voor de werkplek die ik momenteel heb. Het jaar hiervoor had ik een cursus managementtechnieken gedaan en dat beviel zo goed dat ik verder wilde. Ik wilde meer weten over conflicthantering, omgaan met waardering en kritiek, gesprekstechnieken en kwaliteitszorg. Uiteindelijk was de inhoud iets anders dan ik in eerste instantie had gewild, maar toch heel passend. Vooral het reflecteren op mijn eigen gedrag en rol als leidinggevende binnen het team was voor mij een eye-opener. Ik ben mij bewuster geworden van mijn >>
Kader Primair > September 2005 > 23
advertentie 24 < September 2005 < Kader Primair
Vervolg pagina 23 eigen aandeel daarin. Mijn visie is helderder geworden, niet alleen onderwijskundig, maar ook op het gebied van leidinggeven. Ik denk dat ik daardoor doelgerichter kan werken.” Edes heeft inmiddels sollicitaties lopen naar de functie van directeur. “Ik voel me er klaar voor. Als het kan wil ik graag binnen OPOZ blijven werken, maar ik voel me niet verplicht. Dat is ook zo door de organisatie aangegeven. De functie moet wel beschikbaar zijn.” Dirk Brinkhuis debuteerde het afgelopen jaar als directeur en volgde de masterclass op aanraden van zijn bestuur. “Als beginnend directeur zijn er veel zaken waar je tegenaan loopt, maar de wet- en regelgeving aspecten kregen we juist niet aangeboden. Wel datgene wat binnen OPOZ als beleid is neergezet, dat vond ik nuttig. Ook mooi vond ik het onderdeel over het uitzetten van verantwoordelijkheden naar je team. Nu ik leiding geef, kom ik erachter dat het teamgebeuren zeer dynamisch is. Het is goed
“Het belangrijkste is dat ik nu van mezelf weet dat ik een leidinggevende functie wil.” suggesties te krijgen hoe je daarmee om kunt gaan. Met een leerkracht van 52 ga je anders om dan met iemand die net van de pabo komt, daar had ik nog niet zo bij stilgestaan.” Hij heeft ook kritiek: “Dit kweekvijvertraject is eigenlijk te zwaar voor startende directeuren. Er komt al zoveel op je af, dat je het er eigenlijk niet naast kunt doen.” Erna Veenis start dit nieuwe schooljaar als adjunct, voorheen was zij bouwcoördinator. “Ik had al eerder
Steeds vaker maken schoolbesturen gebruik van kweekvijvertrajecten om talenten binnen de eigen organisatie op te sporen en te ontwikkelen. Dit getuigt niet alleen van goed werkgeverschap, maar ook van visie naar de toekomst. Volgens AVS trainer/adviseur Jan Tolhuys kunnen veel leerkrachten wel een zetje in de rug gebruiken, voordat zij over de drempel van het directeurskamertje stappen. “Mensen die in het onderwijs werken, hebben ervoor gekozen leerkracht te worden; als ze naar de pabo gaan kiezen ze niet voor een managementfunctie. Toch loopt er onopgemerkt veel talent rond. Alleen moeten ze er vaak door anderen op gewezen worden dat ze talenten in die richting hebben. Maar met ambitie alleen ben je er nog niet. De stap van leerkracht naar leidinggevende is behoorlijk groot. Het is echt een heel ander vak.”
de middenmanagementopleiding gedaan en kon doorstromen naar de masterclass. Die gelegenheid heb ik met beide handen aangegrepen. Ik heb veel meer zelfvertrouwen gekregen, mede door de intervisie van mijn medecursisten. Het belangrijkste is dat ik nu van mezelf weet dat ik een leidinggevende functie wil, dat ik mezelf wil blijven ontwikkelen. Er is iets in gang gezet waar ik mee door wil gaan. Misschien heb ik genoeg aan het adjunctschap, misschien wil ik meer. Ik geniet van de weg, al zijn er stenen en valkuilen.”
Vruchten plukken Algemeen directeur Jaap van Leverink toont zich grotendeels tevreden met het traject dat is afgelegd. Begin volgend jaar denkt hij opnieuw een kweekvijver te kunnen opstarten, nu met een andere doelgroep. De acht afgestudeerden van nu blijft hij aandachtig volgen. “Bij de voorselectie is al duidelijk gemaakt dat deelname aan de masterclass niet automatisch betekent dat je directeur wordt. We gaan geen directeuren in een school droppen. Wel krijg je een aanzet om je verder te ontwikkelen. Bij sollicitatieprocedures heb je toch een houvast waarmee je zo’n procedure wat zekerder in kunt gaan. Al zullen mensen wellicht ook gaan ervaren dat ze in een procedure zitten waaruit een ander sterker naar voren komt. Ik hoop dat ze zich dan niet zullen laten ontmoedigen. Uiteraard zullen wij intussen de talenten van deze mensen benutten; het zou zonde zijn als directeuren op scholen geen gebruik zouden maken van de competenties die zij hebben ontwikkeld. Daar ligt een duidelijke verantwoordelijkheid van de scholen. Natuurlijk hoop ik dat wij als organisatie de vruchten gaan plukken van onze investering, gelukkig zijn daar ook al voorbeelden van. Maar ik wil daar ook nuchter in zijn. Als mensen elders een passende functie aangeboden krijgen, is het ook goed. Wij trekken ook mensen aan die elders zijn opgeleid.” <
Collega Magda Snijders – net als Tolhuys vanuit de AVS betrokken bij de kweekvijver van OPOZ – is optimistisch over de kwaliteiten van kweekvijverafgestudeerden. “Op zich kunnen deze mensen leiding geven, ze moeten alleen de mogelijkheid krijgen verantwoordelijkheden op te bouwen. De stap van bouwcoördinator naar integraal schoolleider is heel groot, ik adviseer de tussenstap naar adjunctdirecteur. Wat ik als opleider van belang vind, is dat je een verandering ziet optreden bij de cursisten zelf. Ze zijn zelfbewuster en ontwikkelen zich. Als trainer vind ik dat mooi om te zien.” Neem voor meer informatie over het kweekvijvertraject van de AVS School for Leadership contact op met de AVS, tel. 030 2361010 of kijk op www.avs.nl
Kader Primair > September 2005 > 25
advertentie 26 < September 2005 < Kader Primair
> Thema Onderwijsarbeidsmarkt
> Tekst Carine Hulscher-Slot
Beleidsagenda lerarenopleidingen besproken met onderwijsorganisaties Na overleg met de universiteiten en hogescholen heeft het ministerie van OCW de contouren van het toekomstig beleid voor de opleidingen tot leerkracht op papier gezet. Het ministerie stelt daarbij voorop dat het huidige stelsel in staat moet zijn om te voorzien in de vraag naar meer differentiatie, hoogwaardiger expertise, meer kwaliteit en rendement. Inmiddels is de conceptbeleidsagenda voor de jaren 2005 – 2008, een gezamenlijk werkstuk van OCW en de opleidingen, besproken met vertegenwoordigers van de onderwijsorganisaties. De bedoeling is dat tijdens een conferentie begin november duidelijk wordt of de beleidsagenda op draagvlak uit het veld kan rekenen. Daarna vindt de parlementaire behandeling van de beleidsagenda plaats.
Vernieuwingen nodig Om aan de veranderende vraag vanuit het veld te kunnen voldoen, is vernieuwing van het stelsel nodig. Het gaat dan bijvoorbeeld om: • Meer samenhang en evenwicht tussen vakinhoud, vakdidactiek en pedagogiek; • De behoeften van scholen moeten meer leidend zijn voor de inrichting van opleidingen; • Flexibele opleidingstrajecten en doorlopende leerlijnen voor verschillende doelgroepen. De doelstelling van de vernieuwing van het stelsel is naast maatwerk en flexibilisering een meer algemene kwaliteitsslag. Belangrijk hierbij is dat de lerarenopleidingen, zowel de HBO- als de WO-opleidingen, de komende jaren een essentiële bijdrage moeten leveren aan de het oplossen van de knelpunten op de onderwijsmarkt.
Opgave In de conceptbeleidsagenda is de opgave waar alle lerarenopleidingen voor staan als volgt samengevat. Lerarenopleidingen zorgen voor een aanbod van hoge kwaliteit dat: • (blijvend) toegankelijk is; • tegemoet komt aan kwalitatieve en kwantitatieve vragen van scholen en instellingen; • bijdraagt aan kennisproductie en -ontwikkeling en aan innovatie van het onderwijs; • bijdraagt aan doorlopende leerlijnen voor leerlingen én leerkrachten en ander onderwijspersoneel (leven lang leren); • past binnen een landelijk afgesproken kwalificatiestructuur; • en bedrijfseconomisch verantwoord is.
Wat vindt u ervan? Het bovenstaande is alleen een korte schets van de achtergronden en de uitgangspunten van de conceptbeleidsagenda lerarenopleidingen. Op www.avs.nl kunt u de complete tekst van de conceptbeleidsagenda downloaden. Voordat de AVS tijdens de conferentie van begin november deelneemt aan de discussie en de meningsvorming, vragen wij onze leden om hun opvatting over dit voor de komende jaren zo belangrijke onderwerp. De leden van de AVS die deelnemen aan het scholenpanel is daarom verzocht om enkele vragen over de inhoud van de conceptbeleidsagenda te beantwoorden. <
Kader Primair > September 2005 > 27
> Tekst Gerda Leeuw
Collegiale visitatie groot succes De collegiale visitatie, die de afgelopen maanden in het kader van het Ziezo-project van Q*Primair op een aantal scholen heeft plaatsgevonden, is succesvol verlopen. Na het afsluiten van de eerste fase van het project, de zelfevaluatie, was deze tweede fase aan de beurt. De zelfevaluatie had veel gevraagd van de deelnemende scholen, de collegiale visitatie zou wat minder theoretisch en meer praktisch gaan worden.
Een collegiale visitatie heeft tot doel het inzicht en de kennis van de eigen kwaliteit van een school te vergroten en inzichtelijk te maken wat de school concreet doet op het terrein van kwaliteitszorg. Daarbij let men op de thema’s die de school zelf belangrijk vindt. De externe collega’s geven vervolgens een oordeel over de toetsing van die kwaliteit.
“De visitatie kan alleen maar slagen als je heel helder weet wat je wilt vragen.” Een visitatie duurt in principe een hele dag en bestaat uit twee onderdelen: de presentatie door de school en de bespreking door de visitatiecommissie. De opbouw van de dag kan verschillen en is per visitatie vooraf ingevuld. Daarbij hebben gastsschool en commissie ruimte om zelf vorm en inhoud te geven aan de visitatie. Kader Primair sprak met directeur Marie José Duijsings en intern begeleider Inge Veugen, van de St. Martinusschool in Gronsveld: één van de deelnemende scholen aan het Ziezo-project. Zij kregen bezoek van collega-directeuren uit Born, Panningen en Huls-
28 < September 2005 < Kader Primair
berg en brachten deze directeuren ook een tegenbezoek. Bij één van deze bezoeken was als gast ook een inspecteur voor het primair onderwijs aanwezig.
Positieve ervaringen Voor Duijsings en Veugen was deze fase van het project bijzonder bevredigend. Het bezoek van de visitatiecommissie en het rapport dat daarna werd uitgebracht, bevestigde hun gevoel dat ze op de goede weg zijn. De aanbevelingen die door de commissie gedaan werden, liggen in het verlengde van hetgeen de school zich voorgenomen heeft: er wordt even pas op de plaats gemaakt. Komend schooljaar wordt gebruikt om wat meer rust te nemen, de vernieuwingen de kans te geven om te beklijven en te genieten van wat al bereikt is. Zowel directeur Duijsings als intern begeleider Veugen hebben het bezoek van de commissie als heel plezierig ervaren. De voorbereiding door de begeleidende organisaties was voldoende. Daarbij werd onder andere nadrukkelijk aangegeven dat alle deelnemers aan zo’n visitatie zich veilig moesten voelen, waaraan tijdens de voorbereiding dan ook de nodige aandacht is besteed. Ook de vraagstelling werd alvast voorbesproken. Wat vraag je aan de bezoekende collega’s? Duijsings: “Je kunt je daarbij het beste focussen op één onderwerp. De visitatie kan alleen maar slagen
Directeur Duijsings (rechts) en intern begeleider Veugen van de St. Martinusschool in Gronsveld: “Wil je optimaal kunnen functioneren tijdens een collegiale visitatie, dan moet je je eigen mentale model los kunnen laten.” > Foto AVS
als je heel helder weet wat je wilt vragen.” Wat Duijsings en Veugen betreft, zou er bij de voorbereiding nog wat meer nadruk mogen liggen op het ‘leegmaken van je hoofd’: “Wil je optimaal kunnen functioneren tijdens een collegiale visitatie, dan moet je je eigen mentale model los kunnen laten. Dat is niet altijd gemakkelijk.” Niet alleen voor directeur Duijsings maar ook voor het team was de collegiale visitatie een spannende aangelegenheid. “Er is door het team keihard gewerkt en iedereen was benieuwd of de gasten zouden (h)erkennen dat er sprake is van een duidelijke verbetering op de school. Het visitatierapport is dan ook met belangstelling gelezen en de positieve woorden zijn uitgebreid met het team gevierd.” Duijsings en Veugen benadrukken nog eens dat niet alleen het team, maar ook de ouders en het bestuur moeten weten waarom de school meedoet aan zo’n visitatie. “Je moet ze er daadwerkelijk bij betrekken.” Duijsings stelt verder dat het wat haar betreft van essentieel belang is om externen te betrekken bij het veranderingsproces. Ze heeft dan ook voor haar school een permanente vorm van ‘collegiale consultatie’ georganiseerd. Er is een commissie samengesteld die elke twee jaar wisselt van samenstelling. Aan die
commissie wordt steeds een lid toegevoegd dat deskundig is over het onderwerp dat op dat moment aan de orde is. Ook binnen de SKO Mergelland, de stichting waartoe de St. Martinusschool behoort, wordt de komende jaren uitvoerig aandacht besteed aan kwaliteitszorg en zal er gebruikt gemaakt gaan worden van zelfevaluatie en collegiale consultatie. Het bezoek aan de collega-scholen leverde voor de St. Martinusschool veel herkenning op. Veugen geeft aan: “Bij alle bezoeken blijkt dat hoe verschillend de scholen ook zijn, het altijd duidelijk één geheel is. Werken vanuit de eigen visie, de doelstelling vasthouden en van daaruit het onderwijs vormgeven. En voor alle scholen geldt: veranderen gaat in kleine stappen.”
Proportioneel toezicht Nu de fase van collegiale visitatie is afgesloten, breekt de laatste fase aan: het proportioneel toezicht. Daaruit moet blijken of alle inspanningen die de scholen geleverd hebben ook resulteren in een aangepast toezicht door de Onderwijsinspectie. De St. Martinusschool heeft daar alle vertrouwen in, omdat de inspectie van meet af aan bij het project betrokken is geweest. Duijsings: “Ik hoop dat de inspectie op een positieve en opbouwende manier naar het proces van >>
Kader Primair > September 2005 > 29
advertentie 30 < September 2005 < Kader Primair
Vervolg pagina 29
Collegiale visitatie
zelfevaluatie en collegiale consultatie zal kijken. Het is belangrijk dat eerst benoemd wordt wat goed is, zodat mensen beloond worden voor al hun inspanningen. Daarna kan aangegeven worden wat nog voor verbetering in aanmerking komt. Het bezoek van de inspectie moet motiveren en stimuleren om nog beter te gaan presteren.” Ook aan deze laatste fase zal Kader Primair aandacht besteden.
Bij collegiale visitatie komt een groep collega’s van een of meerdere scholen op een gestructureerde manier kijken naar de kwaliteit die wordt geboden op de te bezoeken school. Collegiale visitatie volgt op een fase van zelfevaluatie. Eerst beoordeelt de school zelf hoe het met de kwaliteit is gesteld. Het zelfevaluatierapport geeft richting aan de collegiale visitatie en de visitatiecommissie toetst de bevindingen uit het rapport. Collegiale visitatie dient een antwoord te geven op de vragen. ‘Vinden collega’s dat ons oordeel klopt? Vinden zij dat wij de goede dingen doen en dat we dat ook op een goede manier doen?’ Collega’s komen over de schouder meekijken naar de kwaliteit die de school biedt. Het zijn ‘critical friends’.
“Het visitatierapport is met belangstelling gelezen door het team en de positieve woorden zijn uitgebreid gevierd.”
Visitatieproces in vijf stappen: De AVS zal het komend jaar in overleg met Q*Primair en mogelijk andere organisaties het project herhalen. We houden u van onze plannen op de hoogte. Wilt u beschikken over het laatste nieuws en op de hoogte blijven van de actuele stand van zaken, dan kunt u zich aanmelden voor de nieuwsbrief van Q*Primair via www.qprimair.nl.<
Ziezo-project In januari 2004 is het project Ziezo (Zelfevaluatie: Investeren in Een Zichtbare Onderwijskwaliteit) van start gegaan. Hierin werken 29 scholen twee jaar aan een methodiek voor zelfevaluatie en collegiale visitatie, gekoppeld aan proportioneel toezicht door de Onderwijsinspectie.
Stap 1 Bepalen van de werkwijze. Aan de hand van de zelfevaluatie wordt gekeken waar de visitatie op gericht moet zijn. Verder is het nodig rollen en taken te verdelen en afspraken te maken over de communicatie en de schriftelijke informatie, die nodig is om de visitatie uit te voeren. Stap 2 Voorbereiden van de collegiale visitatie. Alle schriftelijke informatie moet worden verzameld, gelezen, geanalyseerd en besproken. De vragen die tijdens de visitatie aan de orde komen, moeten worden geformuleerd. Stap 3 Uitvoeren van de collegiale visitatie. Voeren van de gesprekken, onderling beraad en een voorlopig mondeling verslag. Stap 4 Opstellen van het visitatieverslag. Schrijven en bespreken van conceptverslag en het vaststellen van het definitieve verslag. Stap 5 Afronden van de collegiale visitatie. Het vaststellen van mogelijke verbeterpunten en het formuleren van een plan van aanpak om de verbeterpunten te realiseren. <
Kader Primair > September 2005 > 31
Ledenraad in oprichting > Zeggenschap AVS leden vergroot en gewaarborgd De benoeming van AVS leden voor de Ledenraad in oprichting is een feit. In totaal hebben 18 leden zich kandidaat gesteld voor de twintig vacatures. Zij zijn dus allen benoemd. Deze groep zal de definitieve Ledenraad inrichten en vormgeven en eveneens beslissen wat te doen met de – nog vacante – vacatures.
Bij de statutenwijziging in oktober 2004 heeft de ledenvergadering van de AVS ingestemd met de vorming van een Ledenraad. Deze Ledenraad zal in samenspraak met het Bestuur de belangen van AVSleden beter vertegenwoordigen en als sparringpartner een controlerende taak hebben. Op basis van belangrijke signalen uit het veld kan de Ledenraad de koers en visie van de AVS actueel houden. De Ledenraad benoemt het Bestuur, dat bestaat uit de voorzitter, de secretaris, de penningmeester en een gewoon lid. Dit Bestuur is de gesprekspartner
van de Ledenraad en heeft geen stemrecht binnen de Raad. De Ledenraad kiest haar eigen voorzitter en secretaris. De zittingsduur is drie jaar. Minimaal twee keer per jaar komt de Ledenraad bij elkaar om de begroting vast te stellen en het financiële jaarverslag goed te keuren. Ook ontvangt zij regelmatig rapportages om haar controlerende taak uit te voeren. De Ledenraad in oprichting komt op dinsdag 27 september voor het eerst bij elkaar in deze samenstelling. We wensen de Ledenraad veel succes toe met haar nieuwe werkzaamheden.
Samenstelling Ledenraad in oprichting Voormalige AB-leden
Overige leden
Peter van Eijk Bovenschools directeur PO Venlo (
[email protected]) Pauline Hermsen Directeur SO Nijmegen (
[email protected]) René Peeters Bovenschools directeur PO Amterdam/Zeeburg (
[email protected]) Rinus Voet Bovenschools directeur PO Goes (
[email protected]) Ger de Vos Bovenschools directeur PO Assen (
[email protected]) Albert Wilkens Directeur PO Emmen (
[email protected]) Ger Jan de Zwart Directeur PO Leiden (
[email protected])
Maarten Bauer Directeur PO Lochem (Gld) (
[email protected]) Wil Goossens Directeur PO Helmond (
[email protected]) Sido Silvius Directeur SO Wijk aan Zee (
[email protected]) Bram Krol Directeur SO Heeze (
[email protected]) Jan-Pieter van Bruchem Directeur SO Gouda (
[email protected]) Christiaan den Dekker Directeur PO Waalre (NB) (
[email protected]) Jos de Bruijn Algemeen Directeur Houten en regio (
[email protected])
32 < September 2005 < Kader Primair
Nick van Doeveren Directeur o.b.s. De Marskramer, Assen (
[email protected]) Titia Blankstein Directeur PO Venray (
[email protected]) Paulien Hagers Directeur PO Oirlo (
[email protected]) Henriette van der Voort Directeur PO Geldrop (
[email protected])
Maarten Bauer: “Het is belangrijk om je als lid van een vereniging actief op te stellen.”
Bram Krol: “Graag zou ik vanuit mijn ervaring en betrokkenheid onder andere de belangen van het speciaal basis onderwijs willen behartigen.”
Jos de Bruijn: “Ik vind het een eer om bij mijn eigen schoolleidersvereniging namens alle leden een steentje bij te kunnen dragen in de verdere (professionele) groei van de AVS.”
Paulien Hagers: “Ik ben verlangend naar de ervaring en competenties van collega-schoolleiders waarvan ik kan leren en met wie ik samen kan werken aan een betere toekomst voor het primair onderwijs in Nederland.”
Wim Goossens: “Ik wil het draagvlak bij directeuren voor het AVS-beleid uitdragen richting bestuur.”
“Ik wil input geven vanuit de praktijk van het dagelijks onderwijs en alles in het werk stellen om een goede werkgever te zijn en te blijven.”
Jan-Pieter van Bruchem:
Christiaan den Dekker:
“Ik vind het belangrijk om als AVS-lid niet alleen te profiteren, maar ook een bijdrage te kunnen leveren aan de opbouw en groei van onze vereniging.”
Nick van Doeveren: “Belangrijk voor een verdere ontwikkeling is dat het bestuur voldoende feedback en eventueel tegengas krijgt vanuit verschillende geledingen van de vereniging, zodat het contact met de werkvloer gewaarborgd blijft.”
Henriette van der Voort: “Deelname aan de Ledenraad biedt mij de mogelijkheid om te kijken naar beleidsvorming inzake het enthousiasmeren van vrouwen om een functie als schoolleider of bovenschools manager te vervullen.”
Pauline Hermsen:
René Peeters:
“Het geluid van het onderwijsveld komt beter tot zijn recht in een Ledenraad waarvan de vertegenwoordigers uit alle delen van het land komen, uit alle soorten van onderwijs en niet in de laatste plaats ben ik blij met meer vrouwen in het bestuur van de AVS.”
“Ik zal stimuleren dat de AVS alles doet om ervoor te zorgen dat de huidige schoolleiders trots zijn op hun beroep en dat het vak voor veel jonge mensen weer een uitdaging wordt!”
Ger de Vos: “Als bovenschools directeur onderwijs en personeel zal ik ook in de komende jaren het beleid van de AVS vanuit de Ledenraad kritisch blijven volgen. Belangrijk daarbij vind ik, dat de AVS oog blijft houden voor scholen op het platteland en in de regio.”
Sido Silvius:
Albert Wilkens: “Ik ben van mening dat het primair onderwijs nog sterk geprofessionaliseerd moet worden. Ook binnen de AVS zijn we volop in ontwikkeling, een proces waar ik graag een steentje aan bijdraag.”
“Met het instellen van een Ledenraad kunnen de belangen van leden beter worden verwoord, de controle op de organisatie wordt verbeterd en het bestuur heeft een platform om ontwikkelingen mee door te nemen.”
Titia Blankstein: “Ik heb me opgegeven voor de Ledenraad, om mee te kunnen denken over wat directeuren nodig hebben om goed te kunnen functioneren.”
Peter van Eijk: “Het is belangrijk dat de AVS blijft inspelen op veranderingen en ontwikkelingen. Het realiseren van adequaat beleid binnen een professionele AVS cultuur is daarbij essentieel.”
Rinus Voet: “De Ledenraad dient een evenwichtige vertegenwoordiging te zijn van de leden, zowel wat betreft de regionale spreiding als de verschillende functies die managers in het onderwijs bekleden.”
Ger Jan de Zwart: “Ik wil ervoor zorgen dat de Ledenraad uitgroeit tot een volwaardige gesprekspartner van het Bestuur. De Ledenraad zal niet moeten aarzelen het Bestuur van adviezen te voorzien. Adviezen die gevoed zullen worden door de praktijk.”
Kader Primair > September 2005 > 33
> Tekst Herman Berendsen
Nieuwe Arbo-wet biedt kansen > AVS en Loyalis ontwikkelen cursus Met ingang van 1 juli 2005 is de Arbo-wet gewijzigd. Naast de veranderingen op het terrein van FPU, levensloop, WAO en de zorgverzekeringswet, betekent dit weer nieuwe werkzaamheden op het bordje van het schoolmanagement. In dit artikel wijzen wij u op deze veranderingen en wat zij betekenen voor uw organisatie. De veranderingen leiden niet alleen tot extra werkbelasting, maar bieden ook kansen. Om schoolorganisaties hierbij zo optimaal mogelijk te ondersteunen, heeft de AVS samen met Loyalis Consult een programma ontwikkeld.
Uitbreiding preventietaken
beleid wordt nadrukkelijk als taak van de preventiemedewerker genoemd. Op deze wijze verwacht de wetgever dat in een vroeg stadium arbeidsrisico’s in een organisatie worden herkend en voorkomen. Overigens kan de werkgever de preventiemedewerker ook meer taken toebedelen dan hierboven genoemd. Verder is het mogelijk om de preventietaken op te splitsen en neer te leggen bij meerdere werknemers.
Teneur van de nieuwe Arbo-wet is de aandacht voor preventie, die nadrukkelijk niet door externen (lees: de Arbo-dienst) wordt ingevuld, maar door de schoolorganisatie zelf opgepakt moet worden. Elke school moet minimaal één werknemer aanwijzen die de preventietaken binnen de organisatie coördineert. Indien de schoolorganisatie minder dan 15 werknemers heeft, mag de preventietaak verricht worden door de leidinggevende. Bij preventietaken moet men denken aan het ondersteunen van medewerkers en leidinggevenden bij de zorg voor veiligheid en gezondheid. Zo zal de preventiemedewerker een rol moeten krijgen bij het opstellen en uitvoeren van de Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) en het uitvoeren van arbo-maatregelen. Hierbij onderhoudt de preventiemedewerker zelfstandig de relatie met de personeelsvertegenwoordiging. Ook het verbeteren van het arbeidsomstandigheden-
Om zijn/haar taken goed uit te kunnen voeren is het natuurlijk wel van belang dat de preventiemedewerker goed toegerust is. In de afgelopen periode hebben nogal wat commerciële aanbieders scholen benaderd met het aanbod om preventiemedewerkers te certificeren. Dit is niet nodig. Een preventiemedewerker heeft geen diploma of certificaat nodig. Het enige wat de wetgeving van de preventiemedewerker vereist, is dat deze is toegerust voor de functie. Dit betekent dat de medewerker arbeidsrisico’s binnen de school moet herkennen, initiatieven kan nemen om de geconstateerde knelpunten op te lossen en weet wanneer extra deskundigheid ingeschakeld moet worden. Binnen het primair onderwijs betekent dit in de meeste gevallen dat de preventiemedewerker enige deskundigheid moet hebben in het herkennen en voorkomen van psychische klachten, aangezien deze oor-
De veranderingen binnen de nieuwe Arbo-wet zijn in twee hoofdmoten te onderscheiden. Op de eerste plaats de extra aandacht voor preventietaken en daarnaast de ruimte die de nieuwe Arbo-wet biedt bij het inschakelen van expertise (bijvoorbeeld de bedrijfsarts).
34 < September 2005 < Kader Primair
zaak in de meeste gevallen leidt tot langdurige uitval in het primair onderwijs. Ook het aantal uren dat de preventiemedewerker actief moet zijn, wordt niet voorgeschreven maar hangt af van de grootte van de organisatie en de risico’s op de school. De invulling van de preventietaken is niet alleen een zaak van de directie. Ook de Medezeggenschapsraad dient betrokken te worden bij de totstandkoming van deze invulling. Het uiteindelijke resultaat moet vastgelegd worden in de Risico Inventarisatie en Evaluatie die uiterlijk op 1 januari 2006 aangepast moet worden. Indien dit niet gebeurt, bestaat de kans dat het schoolmanagement een sanctie opgelegd krijgt door de Arbeidsinspectie.
Keuze bij inschakelen Arbo-dienst Door de steeds grotere verantwoordelijkheid van werkgevers bij ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vond de wetgever het niet meer gepast werkgevers te binden aan contracten met gecertificeerde Arbo-diensten. Mede ook door de krachtigere invulling van de preventietaken hebben werkgevers vanaf 1 juli 2005 meer ruimte gekregen voor de invulling van hun arbo-beleid. Zo is een werkgever – onder voorwaarden - niet langer verplicht een contract af te sluiten met een Arbo-dienst, maar heeft deze ook de mogelijkheid zijn arbo-beleid zelf uit te voeren, of slechts onderdelen te contracteren van de zaken die hij voorheen verplicht was in te kopen bij een Arbodienst. Voor de verzuimbegeleiding is wel voorgeschreven dat de werknemer toegang heeft tot een bedrijfsarts en dat de werkgever voor de toetsing van de RI&E minimaal een van de vier in de Arbo-wet genoemde gecertificeerde deskundigen in huis heeft of een contract heeft gesloten met een van deze deskundigen (bedrijfsarts, Arbeid- en Organisatiedeskundige, veiligheidskundige of arbeidshygiënist). Indien een schoolbestuur voor deze zogenaamde maatwerkoptie kiest, zal in de regel een contract worden gesloten met een gecertificeerde bedrijfsarts, die waar nodig de andere deskundigen kan inschakelen.
Voordelen De wijzigingen betekenen natuurlijk extra werkzaamheden voor schoolorganisaties. Daarentegen zullen de preventietaken niet geheel nieuw zijn. In de organisatie is er nu vaak al een medewerker belast met coördinatie van arbo-zaken, waartoe ook preventietaken kunnen behoren. Hierbij moet opgemerkt worden dat aandacht voor preventie en arbeidsomstandigheden van groot belang zijn. Werkgevers die hier oog voor hebben kunnen op lagere verzuimpercentages bogen. Met name daar waar deze preventie van binnenuit wordt georganiseerd, blijkt dat dit zeer effectief is. Niet alleen voor verzuimcijfers en arbeidsomstandigheden, maar daardoor ook voor de kwaliteit van het onderwijs in het algemeen. Door >>
Cursusaanbod AVS en Loyalis AVS en Loyalis hebben een cursus van drie dagdelen ontwikkeld om eindverantwoordelijkheden van schoolorganisaties belast met Arbo-aangelegenheden te ondersteunen bij de veranderingen als gevolg van de nieuwe Arbo-wet. Niet alleen vanwege de verplichtingen op grond van de nieuwe wet, maar juist ook bij de keuzes die de school kan maken om een effectiever arbo- en verzuimbeleid te voeren. Er wordt een programma aangeboden van drie workshops. Elke workshop duurt één dagdeel. Tussen de workshops zit een periode van een aantal weken om het geleerde in de praktijk te brengen. Groepen bestaan uit minimaal 15 deelnemers en maximaal 18 deelnemers en worden begeleid door twee deskundigen. Opzet van de workshop is als volgt: in de eerste bijeenkomst vindt met name informatieoverdracht plaats over de wijzigingen in de Arbo-wet (verplichtingen en mogelijkheden) en tijdens de volgende bijeenkomsten gaan de deelnemers aan de slag met de implementatie van deze wijzigingen voor hun eigen organisatie. Thema’s die aan bod komen zijn: • Wat is een preventiemedewerker? • Over welke competenties moet de preventiemedewerker beschikken? • Wat zijn de taken van de preventiemedewerker? • Hoe organiseer ik de rol van preventiemedewerker het beste in mijn eigen organisatie? • Hoe efficiënt is ons eigen verzuimbeleid? • Aan welke eisen moet de RI&E voor 1 januari 2006 voldoen en hoe realiseer ik dat? • Hoe kan de RI&E het beste uitgevoerd worden? (indien het schoolbestuur kiest voor maatwerkregeling kan Loyalis de toetsing van de RI&E voor u uitvoeren, hetgeen tot kostenreductie zal leiden) • Wat is de beste keuze voor mijn organisatie: contractering van een Arbo-dienst of contractering van een gecertificeerde deskundigen? • Op welke wijze contracteer ik diensten? • Hoe zorg ik dat in te kopen diensten passen binnen mijn organisatie en beleid? Hierbij zal niet alleen aandacht zijn voor theoretische kennisoverdracht, maar met name voor de praktische invulling. Ervaring leert dat deelnemers ook goed gebruik kunnen maken van de inzichten en ervaringen van medecursisten. Na afsluiting van de scholing hebben deelnemers niet alleen theoretische kennis van de gewijzigde Arbo-wet, maar hebben ze ook de veranderingen van de Arbo-wet geïmplementeerd in hun eigen organisatie, waarbij niet alleen naar de verplichtingen wordt gekeken, maar bovenal naar de winstkansen. Kosten voor de totale workshopsessie (drie bijeenkomsten) bedraagt t 650 per deelnemer. De drie bijeenkomsten zullen – verspreid over vijf plaatsen in het land - worden georganiseerd in de periode van begin oktober tot half december 2005. Indien u interesse heeft in het bijwonen van deze bijeenkomsten kunt u dit kenbaar maken via een mailtje aan
[email protected] of een fax naar 030-2361036, onder vermelding van Cursus Arbo, uw naam, uw lidmaatschapsnummer en de regio waarin u woont.
Kader Primair > September 2005 > 35
advertentie 36 < September 2005 < Kader Primair
Vervolg pagina 35
Het niet langer inschakelen van een complete Arbodienst, maar de inkoop van gecertificeerde deskundigen vraagt natuurlijk nogal wat van het schoolmanagement, eigenlijk van een hele organisatie. Zo zal de regie van het verzuimbeleid stevig in handen moeten zijn van het schoolmanagement en zal iedereen in de organisatie zijn verantwoordelijkheid moeten nemen. Dit zal niet voor elk bevoegd gezag (onmiddellijk) zijn weggelegd. In dat geval kan men beter kiezen voor een Arbo-dienst, waarvan het bestuur en management maatwerk mogen verlangen en niet langer standaard dienstverlening. <
advertentie
een tijdige herkenning van knelpunten krijgen werknemers aandacht voor hun eigen omstandigheden, wat motiverend werkt. Naast de extra aandacht voor de preventietaken krijgt het schoolmanagement ook de mogelijkheid om alleen datgene in te kopen wat hij nodig heeft en op een zodanige wijze dat dit naadloos aansluit bij het eigen verzuimbeleid. Deze wijze van selectieve inkoop van deskundigheid biedt nu de mogelijkheid om de dienstverlening beter aan te laten sluiten op het eigen verzuimbeleid en datgene wat men zelf wil en kan doen. Behalve lagere verzuimpercentages en daardoor minder uitval van personeel zijn er ook directe kostenvoordelen te verwachten van de losse inkoop van diensten. Doordat men alleen de specifieke deskundigheid inkoopt, zijn de kosten voor deze deskundigheid direct te herleiden zonder dat rekening gehouden hoeft te worden met allerlei overheadkosten. Daarnaast kunnen door een maatwerkregeling ook de kosten voor administratieve processen van Arbo-diensten afnemen. Een voorbeeld van deze werkzaamheden is het versturen van ‘eigen verklaringen’ door de Arbo-dienst. Deze administratieve handeling kost bij de meeste Arbo-diensten meer dan tien euro per medewerker per jaar. De toegevoegde waarde van deze handeling is lang niet altijd even groot.
Kader Primair > September 2005 > 37
> Tekst Winnie Lafeber
Op weg naar excellent schoolleiderschap > Enthousiaste reacties van eerste groep deelnemers Een eerste groep schoolleiders volgde afgelopen half jaar een nieuw aanbod van de AVS School for Leadership: de minileergang ‘Op weg naar excellent schoolleiderschap’. Acht dagen van intensieve trainingen over acht verschillende onderwerpen en met elkaar in discussie gaan over het schoolleidersvak. Een half jaar waarin de batterij opgeladen kon worden. Na de laatste bijeenkomst blikken we terug op de minileergang. Wat waren de reacties van de deelnemers?
De eerste groep deelnemers aan de minileergang ‘Op weg naar excellent schoolleidersschap’. > Foto AVS
38 < September 2005 < Kader Primair
‘Voor het leven bevoegd, voor het leven bekwaam?’ Deze overweging is volgens Jan Tolhuijs, trainer en adviseur bij de AVS, uitgangspunt geweest bij de ontwikkeling van de nieuw opgezette minileergang. Veel directeuren hebben, soms jaren geleden, hun schoolleidersopleiding afgerond en vallen daarna gemakkelijk in een gat: voor schoolleiders zijn er niet veel mogelijkheden voor een breed vervolg op hun opleiding. De minileergang lijkt daarom in een grote behoefte te voorzien: de eerste onlangs afgesloten pilotgroep was zó enthousiast, dat men een vervolg wilde: ‘Op weg naar excellent Schoolleiderschap deel twee’ is in de maak. De achtdaagse training, waarbinnen twee tweedaagsen zitten, is opgezet om de mogelijkheid te bieden de uitvoering van het vak verder te professionaliseren. “Het is bedoeld voor ervaren schoolleiders die een volgende stap in hun leiderschap willen zetten en hierbij de uitdaging zoeken en bij wie het kriebelt om te gaan leren. Voor hen die hun professionele ontwikkeling zien als een aanpak, en niet als verplichte opdracht. De keuze, zich blijvend te professionaliseren en zich aan te melden voor de minileergang ligt dan voor de hand”, aldus Tolhuijs. Veel van de aanwezige schoolleiders hebben hun schoolleidersopleiding al een tijd terug afgerond. Dat speelde mee bij de motivatie deel te nemen aan de minileergang. Waarom gaven de deelnemers zich hiervoor op?
“Voor mij was het de batterij opladen en weer geïnspireerd raken”, verhaalt Berthy van Renselaar, directeur van PC basisschool De Berken in Hoogland. “Ik wilde me blijven ontwikkelen en contacten leggen met collega’s uit het hele land”, vertelt Martin Schouten, directeur van OBS De Meerkoet en De Torenven in Dirkshorn. Paul Stal, directeur van basisschool ’t Staepel’of en De Stove in Renesse: “Ik wilde mijn kennis en vaardigheden zo actueel mogelijk houden.” De uit Engeland afkomstige Jayne Pletser, directeur van de internationale afdeling van de Haagsche Schoolvereeniging, had een heel eigen motivatie deel te nemen. Pletser: “Ik wilde graag meer weten over het Nederlandse schoolmanagement. Hoe zit het met IPB en competentiemanagement in Nederland?” Voldeed de minileergang ook aan hun verwachtingen? Schouten: “Ik ben heel gedreven. De ene dag sloot beter bij mijn wensen aan dan de andere dag, maar ik heb veel geleerd. Ik vond het prettig met schoolleiders uit heel Nederland kennis te maken en ervaringen uit te wisselen. Je merkt dan dat je tegen dezelfde dingen aanloopt.” Pletser: “Ik ben hier met twee collega-directeuren van onze Schoolvereniging heen gegaan. Zo kon ik samen overleggen over bepaalde onderwerpen die aan bod kwamen, hoe we dat bij ons doen. In de groep zat veel expertise en heerste een goede sfeer.”
Martin Schouten
Jayne Pletser
directeur van OBS De Meerkoet en De Torenven in Dirkshorn:
directeur van de internationale afdeling van de Haagsche Schoolvereeniging in Den Haag:
“De training over presenteren van Van der Poel was een geweldige dag. Je leerde alles over houding, lichaamstaal, communicatie en presenteren. Dit was op de eerste dag, zodat de groep gelijk met elkaar geconfronteerd werd. Ook aan ‘Sturen met geld’ van Marcel Verbart heb ik veel gehad. Een heel complex onderwerp, heeft hij zo duidelijk gemaakt! Het onderdeel ‘Invoeren competentiemanagement’ was niet helemaal nieuw voor mij, maar nu heb ik het wel weer helderder in beeld. Aan het einde van de minileergang zie je de relaties tussen de verschillende onderdelen, zoals IPB, lumpsum en coachen. Ik heb ook geleerd dat je soms meer op je gevoel moet afgaan, dus minder rationeel moet zijn. En ik ben me meer bewust van mijn stijl van leidinggeven.” <
“Voor mij was het heel leerzaam. Ik heb meer zelfvertrouwen gekregen en aan zelfevaluatie gedaan. Waar zit ik nu en wat moet ik nog leren? Vooral aan de training van Cécile van der Poel ‘Effectief communiceren en presenteren’ heb ik veel gehad. Hoe sta je voor een grote groep? Hoe breng je je boodschap over? Ook ‘Fases in leiderschap’ van Trieneke van Manen was belangrijk voor mij. Ik ben in ieder geval goed op weg. Het onderdeel ‘Sturen met geld’ van Marcel Verbart was ook heel praktisch. Bij het opstellen van een meerjarenplan moet je weten hoe je je geld kan verdelen. Wat zijn de gevolgen van lumpsum voor je organisatie?” <
Kader Primair > September 2005 > 39
Biedt de minileergang genoeg houvast voor de dagelijkse praktijk? Tolhuijs: “We hadden voor ogen de deelnemers praktische informatie en actuele onderwerpen aan te bieden. Tegelijkertijd – en misschien wel het belangrijkste – gaat het over leiderschap en wat hierbij te leren. Bij het onderwerp ‘omgaan met verschillen in je team’ kwamen we er tijdens de training op uit dat het niet alleen gaat om het beheersen van verschillen, maar om het managen van mogelijkheden van mensen. Dit vraagt een andere, meer regisseursrol, van de schoolleider. Een andere visie op leidinggeven dus! Dat raakt de kern van onze mission statement: ‘goed onderwijs door goed (excellent) management’. Dit vindt de AVS belangrijk en dan moet je als organisatie er ook voor zorgen dat je dat biedt.”
“In de groep zat veel expertise en heerste een goede sfeer.” Het bijzondere van de minileergang is dat deze bestaat uit diverse trainingen met elk een ander onderwerp en een andere trainer. Elke trainer is specialist op zijn of haar deelgebied. Elke dag heeft de vorm van een training waarin groepsopdrachten en intervisie voorkomen. In groepen worden opdrachten
uitgevoerd en gepresenteerd. In deze minileergang zat ook twee keer een tweedaagse, dus met overnachting. Stal: “Het voordeel van zo’n tweedaagse is dat je meer ontspannen bent en losser staat van je dagelijkse werk. Je hoeft je ’s ochtends niet te haasten, omdat je daar overnacht en je kan de groep beter leren kennen. Je durft je daardoor ook kwetsbaarder op te stellen, doordat je meer vertrouwen in de groep krijgt.” Na afloop kregen alle deelnemers een certificaat uitgereikt. Dit certificaat kan gebruikt worden voor registratie bij de NSA. Deze eerste groep kan als pilotgroep gezien worden. Het bestaande programma wordt dit schooljaar weer aangeboden voor nieuwe deelnemers (zie kader). Maatwerk, waarbij de onderwerpen in onderling overleg worden vastgesteld of meerdere besturen meedoen, is ook mogelijk. Zien de vrouwelijke schoolleiders na afloop nog steeds de uitdaging in hun werk? Jayne Pletser: “Mijn uitdaging is een lerende organisatie te creëren waar kinderen graag naar school willen en gelijk met elkaar omgaan.” Berthy van Renselaar: “Ik geniet dagelijks van mijn werk. Ik zie de uitdaging in het in beweging brengen van leerkrachten en andere medewerkers zodat het meest optimale bereikt wordt ten behoeve van het kind. Het meest leuke is als je een kind ziet lachen en beseft dat het zich prettig voelt op school. Daar doe je het allemaal voor.” <
Paul Stal
Berthy van Renselaar
directeur van basisschool ’t Staepel’of en De Stove in Noordwelle:
directeur van pc-basisschool De Berken in Hoogland:
“De tweedaagse van Gerda Hamann over ‘Waardengericht coachen’ en ‘Omgaan met verschillen in je team’ van Jan Tolhuijs waren zeer interessant. Je moet als leidinggevende rekening houden met verschillen in mensen en daarop anticiperen. Je moet accepteren dat niet iedereen hetzelfde werkt. De een loopt harder, de ander heeft bepaalde zwakheden. Het is goed daarop voorbereid te zijn. Mijn kennis en vaardigheden zijn weer actueel nu. Het brede spectrum van mijn vak is tijdens deze bijeenkomsten onder de loep genomen. Ik heb een helicopterview gekregen: ik weet weer welke managementtools en boeken ik kan gebruiken en bepaalde thema’s heb ik weer helder in beeld. Ik heb weer bevestiging gekregen dat mijn werkwijze overeenkomt met de huidige opvatting.”
“Voor mij was de training ‘Sturen met geld’ heel waardevol. Tot nu toe begreep ik weinig van financiën en boekhouding. Ik kon een jaarverslag moeilijk lezen. Ik nam ons jaarverslag mee naar de training en Marcel Verbart heeft me uitgelegd wat alle termen betekenen. Volgend jaar kan ik veel gerichter naar het jaarverslag kijken. Ik heb geleerd assertiever te zijn in gesprekken met mijn bovenschools directeur. De tweedaagse over ‘Waardengericht coachen’ en ‘Omgaan met verschillen in je team’ was ook nuttig. Bij ons is de leeftijdsopbouw gevarieerd en dan is informatie over de ‘generatiekloof’ reuze interessant. Op de eerste dag over ‘presenteren’ heb ik veel tips gekregen, wat me bewust heeft gemaakt van mijn houding en mimiek tegenover andere mensen. De slotdag over competentiemanagement sloot precies aan bij waar ik nu op school mee bezig ben. Ik ga onze Stichting uiteindelijk een voorstel doen over competentieontwikkeling.”
40 < September 2005 < Kader Primair
Nieuw open aanbod 2005-2006
‘Op weg naar excellent schoolleiderschap’ Onderwerpen
Data
• Effectief communiceren en presenteren, hoe doe je dat? • In welke fase van mijn leiderschap zit ik? • Hoe implementeer ik ipb in mijn school? • Hoe verbeter ik mijn timemanagement? • Hoe kun je sturen met geld? • Hoe kan ik waardengericht coachen? • Omgaan met verschillen in je team, hoe doe je dat? • Hoe voer ik competentiemanagement in in mijn school?
16 november en 17 november 2005 (tweedaagse); 8 december 2005; 19 januari 2006; 14 februari en 15 februari 2006 (tweedaagse); 30 maart 2006 en 25 april 2006 (slotdag).
Projectleider Jan Tolhuijs
Uitvoerders Diverse trainers/adviseurs
Meer informatie
advertentie
www.avs.nl
Kader Primair > September 2005 > 41
> Tekst Gerda Leeuw
Onderwijsachterstandsscholen > Bijeenkomst schoolleidersnetwerk Voor- en vroegschoolse educatie, dat was het thema van de laatste schoolleidersnetwerkbijeenkomst van het vorig schooljaar, op 27 mei 2005 in Bilthoven. Een verslag.
Ondersteunings- en scholingsaanbod Als eerste spreker presenteerde Ans Schipper van de projectgroep WSNS-oab het VVE Ondersteunings- en scholingsaanbod WSNS Plus. Het ligt in de bedoeling om peuterleidsters en leerkrachten verder te professionaliseren in de opvang van jonge kinderen in risicosituaties. Hierbij worden de coördinator van het samenwerkingsverband, de bovenschools manager, de schoolleider, interne en externe begeleiders, onderbouwleraren, peuterleidsters, leidinggevenden van de peuterspeelzalen en beleidsmakers van de gemeente betrokken. De bedoeling is om handelingsgericht diagnosticeren en werken in de peuterperiode en in de onderbouw verder te implementeren. Door kennisnetwerken te vormen kan de expertise verder worden uitgebreid, vastgehouden en overgedragen.
Impressie van de workshops In de workshops deelden gemeenten en scholen hun ervaringen met VVE. In de voor- en vroegschoolse educatie moeten scholen samenwerken met instellingen voor peuterwerk. Hier blijken belangrijke knelpunten te liggen. Ondanks een centrale regierol van de gemeenten komt het voor dat instellingen niet mee willen werken aan voor- en vroegschoolse programma’s. Maar omgekeerd trekken scholen zich soms ook te weinig aan van wat er in de peuterspeelzaal is gebeurd, en verdwijnen overdrachtsdocumenten ongelezen in een la.
42 < September 2005 < Kader Primair
Er waren peuterzaalleidsters, beleidsmedewerkers van de gemeente en schooldirecteuren aanwezig die gezamenlijk workshops verzorgden. Ans Lips, beleidsmedewerker van de gemeente Arnhem, vertelde samen met Corinne Hennekens, medewerker van de Stichting Peuterspeelzalen, over een stadsbrede invoering van het programma Kaleidoscoop in Arnhem en de hobbels en bobbels die genomen moesten worden. Elly van der Storm, beleidsmedewerker van de gemeente Haarlemmermeer, maakte duidelijk hoe het beleid VVE in Haarlemmermeer tot stand is gekomen. Anneke Slegers, directeur van de kantoortijdenschool, ging in op de doorwerking in de praktijk.
“Voor- en vroegschoolse educatie is niet mogelijk zonder ouders in te schakelen.” Ton Claasens, directeur van basisschool Het Meesterwerk in Schiedam, en Paula Klarholz maken in een workshop duidelijk hoe zij een combinatie hebben gemaakt tussen VVE en de ‘ouderkamer’. Het is hun overtuiging dat VVE niet mogelijk is zonder ouders in te schakelen. Ouders krijgen middelen en materialen mee om het programma Piramide ook thuis te kunnen ondersteunen. Ingrid Zoër van basisschool De Panda, een Brede School in Utrecht, vertelde tot slot over de samenwerking met een voorschool en wat dat in de praktijk betekent.
Succesfactoren van voorscholen
Foto Will Geurds
Nieuw elan De teruglopende belangstelling voor de bijeenkomsten maakt een nieuwe opzet onvermijdelijk. De waardering voor de bijeenkomsten is onverminderd positief, maar gezien de geringe opkomst wordt er gezocht naar een andere manier om ontmoetingen tussen schoolleiders van scholen met veel achterstandsleerlingen te blijven organiseren. We zijn op zoek naar een ander concept dat beter aansluit bij de behoefte van de directeuren van onderwijsachterstandsscholen. Wij willen u graag ontmoeten en met u van gedachten wisselen over een nieuwe opzet op de voor dit najaar geplande conferentie Onderwijskansen Onderwijs Anders. Deze zal op 16 november gehouden worden in De Eenhoorn in Amersfoort. Heeft u ideeën of op- en aanmerkingen waar wij ons voordeel mee kunnen doen, dan horen wij dat graag. U kunt hiervoor contact opnemen met de AVS, Gerda Leeuw, tel. 030-2361010,
[email protected] <
Maartje van Daalen, onderzoeker van het SCO Kohnstamm Instituut in Amsterdam, presenteert tijdens de bijeenkomst haar onderzoek naar de succesfactoren van voorscholen in Amsterdam. Opvallende punten zijn: Randvoorwaarden – Voldoende draagvlak (de schoolleider staat achter de voorschool); – Scholing, meer dan alleen de kennis van VVEprogramma’s; – Dubbele bezetting. Dit laatste is vaak moeilijk, maar scholen zijn blijkens het onderzoek creatief in het vinden van oplossingen door bijvoorbeeld stagiaires of klassenassistenten in te zetten. Inbedding intern De verschillende culturen van peuterzalen en basisscholen en de doorgaande lijn peuterzaal-basisschool zijn een probleem, zeker als de peuterzaal niet in hetzelfde gebouw als de basisschool gevestigd is. Het aanstellen van een coördinator kan hier verbetering in brengen. Inbedding extern Vanwege taalproblemen zijn de ouders vaak lastig te betrekken bij het vve-programma. Ook werkende ouders vormen een probleem. Succesvolle (voor)scholen stellen zich hartelijk en uitnodigend op. ’s Morgens staat er altijd een teamlid bij de deur die ook makkelijk kan worden aangesproken, of er is een ouderkamer ingericht. Didactiek en inhoud Taal staat centraal. De leerkrachten worden geschoold in interactief taalonderwijs. Ook naast het VVE-programma is het aanbod rijk met woordwanden en lettermuren. <
Kader Primair > September 2005 > 43
> Tekst Elvira Lanting
Onderzoek op school > Stichting Support behandelt casus Het komt dikwijls voor dat een schoolbestuur opdracht geeft aan een externe deskundige om een onderzoek in de school te laten uitvoeren. De juristen van Support, Stichting Individuele Belangenbehartiging Schoolleiders krijgen regelmatig met dit soort onderzoeken te maken. Zij adviseren de leden van de AVS over de eventuele rechtspositionele gevolgen, waartoe de uitkomst van een onderzoek kan leiden. Hieronder volgt een (gefingeerde) casus over dit onderwerp.
Casus Jan de Vries is sinds drie jaar directeur van basisschool De Regenboog. Daarvoor is hij zes jaar als adjunct-directeur werkzaam geweest bij een ander schoolbestuur. Jan heeft de schoolleidersopleiding met goed gevolg afgerond. Het personeelsverloop is hoog. Jan heeft daar meerdere keren over gesproken met de voorzitter en de secretaris van het bestuur. Het terugdringen van het verloop is nog niet gelukt. Daarvoor zijn diverse oorzaken aan te wijzen. Aan het einde van het schooljaar blijkt dat ook dit jaar weer een aantal leerkrachten een andere baan zal aanvaarden en De Regenboog gaat verlaten. Vanuit dit groepje vertrekkende leerkrachten komen er kort voor de zomervakantie bijzonder negatieve geluiden over de school en met name over de leidinggevende rol van Jan naar buiten. Het bestuur gelast een onderzoek op de school. Het bestuur huurt hiervoor een bureau in. De onderzoeksopdracht wordt meteen de volgende dag geformuleerd. Ook het onderzoek wordt in ijltempo uitgevoerd in de laatste schoolweek. Daarbij worden alle teamleden geïnterviewd.
44 < September 2005 < Kader Primair
Tijdens de laatste week van de zomervakantie confronteert het bestuur Jan met de conclusie van het onderzoek: er zijn ernstige tekortkomingen geconstateerd met betrekking tot de stijl van leidinggeven van de directeur, als gevolg waarvan de communicatie verstoord is geraakt, zodanig dat deze niet meer te herstellen zou zijn. Het voltallige bestuur is van mening dat Jan de school met ingang van het nieuwe schooljaar niet meer moet leiden. Het bestuur wenst zo spoedig mogelijk over te gaan tot aanstelling van een interim-directeur. Jan vraagt zich af of dit allemaal zomaar kan. De redenen waarom een onderzoek op de school plaatsvindt in opdracht van het bestuur lopen uiteen. Vaak zijn er meerdere signalen in de schoolorganisatie tegelijk die tot de start van een onderzoek leiden. Organisatieadviseurs of andere deskundigen voeren dan een onderzoek en doen verslag over beleidsmatige en/of organisatorische vraagstukken binnen de schoolorganisatie. Het schoolbestuur (de opdrachtgever) bepaalt welke deskundigen ingeschakeld moeten worden.
Belangrijk Voorafgaande aan het onderzoek zijn er een aantal zaken die de aandacht verdienen, zoals de onafhankelijkheid van het in te schakelen bureau, de opdrachtformulering aan het bureau en de te maken procedureafspraken. Denkt u bij dat laatste punt aan afspraken over de routing van de rapportage, de afspraak dat de directeur inzage krijgt in de conceptrapportage en de mogelijkheid daarop commentaar te geven, voordat de rapportage definitief wordt vastgesteld. Bij dit commentaar gaat het met name om feitelijke onjuistheden en suggestieve formuleringen. Ook een afspraak over de vertrouwelijkheid van het rapport is ten zeerste aan te raden.
De keuze van een bureau dient dus niet te licht worden opgevat. Organisatieadviseurs hebben zich verenigd in brancheorganisaties. Dit kan enig houvast bieden bij de keuze van een bureau. Aangesloten bureaus werken volgens een gedragscode die een ondergrens vormt voor de kwaliteit en professionaliteit. De gedragscode bevat uitgangspunten met betrekking tot onafhankelijkheid, integriteit, geheimhouding, etcetera. Bovendien zijn de organisatieadviseurs, net als een aantal andere beroepsgroepen, aan het tuchtrecht onderworpen.
Aandachtspunten Onderzoeksrapporten kunnen een rol gaan spelen in een rechterlijke procedure, bijvoorbeeld een ontslagprocedure, waarbij het gaat om het ontslag van de directeur. De belangen die op het spel staan zijn groot. Let dan bijvoorbeeld op de volgende zaken: • Is er hoor en wederhoor toegepast? • Was de onderzoeker onafhankelijk? • Is de conclusie een antwoord op de gestelde onderzoeksvragen? • Is het duidelijk over welke onderliggende documenten de onderzoeker kon beschikken? • Is alle relevante informatie in het onderzoek meegenomen? • Zijn zaken goed in de context geplaatst? • Zijn de bevindingen concreet genoeg? • Wordt de begrenzing van de opdracht in acht genomen? • Was er voldoende tijd om het onderzoek uit te voeren? • Zijn de procedureafspraken in acht genomen? <
Mr. Elvira Lanting is verbonden aan Support, Stichting Individuele Belangenbehartiging Schoolleiders.
Kader Primair > September 2005 > 45
advertentie
46 < September 2005 < Kader Primair
advertentie
Kader Primair > September 2005 > 47
advertentie advertentie
48 < September 2005 < Kader Primair
ting t10 kor ning trai op elke ding!! i of ople 10 oktober
Cursusaanbod najaar 2005
School for Leadership
vóór hrijven eden bij insc r AVS-l o o v n é allé
Schrijf u nu in: de opleidingssubsidie voor startende directeuren is nog steeds van kracht! September Opleiding/training
Data
Stimulerend beoordelen, het systeem 15 en 16 september Gemotiveerde medewerkers door een goed beoordelingssysteem voor uw school.
Trainer/adviseur
Prijs leden/niet-leden
Trieneke van Manen
850/950 euro
Human dynamics deel 1 22 en 23 september Anita Burlet Trainingsconcept over verschillen tussen mensen in leren, informatie verwerken en communiceren.
950/1100 euro
Onderwijs en zorg 28 september Concrete, ‘ervaringsproof’ handreikingen voor het omgaan met rugzakleerlingen.
250/350 euro
Jos Hagens
Minileergang startende directeuren ** Trieneke van Manen De AVS biedt ondersteuning u in uw eerste of tweede jaar als ‘startende’ leidinggevende.
1100 1500 euro
** Minileergang op 29 september 2005, 3 november 2005, 8 december 2005, 19 januari 2006, 16 februari 2006. Oktober Opleiding/training
Data
Stimulerend beoordelen, het gesprek 5 en 6 oktober Gespreksvaardigheden voor beoordelingsgesprekken met medewerkers.
Trainer/adviseur
Prijs leden/niet-leden
Anita Burlet
950/1050 euro
Leidinggeven is afscheid nemen van het team 6 en 7 oktober Trieneke van Manen Mogelijkheid tot reflectie over valkuilen en effectiever werken voor leidinggevende vrouwen.
850 950 euro
Vrouwen in de schoolleiding 5, 6 en 7 oktober Magda Snijders Inzicht in de vooren nadelen van vrouwzijn in een leidinggevende functie in het onderwijs.
1050/1150 euro
Teamontwikkeling Hoe geeft u leiding aan een groep professionals?
250/350 euro
12 oktober
Magda Snijders
Ziekteverzuimbeleid 13 oktober Ad van der Staak Uw rol en verantwoordelijkheid bij verzuimbegeleiding in het licht van de Wet Verbetering Poortwachter.
250/350 euro
Managementstatuut 27 oktober Anneke van der Linde Samen actief discussiëren over de inhoud en werking van een managementstatuut.
250/350 euro
Aanbod op basis van offerte (data in overleg)
Oudercommunicatie Kennis en vaardigheden opdoen voor het omgaan met ‘moeilijke’ ouders.
Trainer/adviseur
Magda Snijders
Opleiden in school, nieuw leren voor professionals Trieneke van Manen Concepten, modellen, creatieve oplossingen en uitvoering van interne opleidingen op maat. Welbevinden en E-factor Magda Snijders Uw weg vinden in het onderwijsveld waarbij u uw persoonlijke ambitie afstemt op de doelen van de school. Minileergang Financieel Management in het lumpsumtijdperk Ondersteuning bij het hele lumpsumtraject.
Piet de Vries
Oriëntatie op management Loopbaanadvies over leidinggeven.
Jan Tolhuijs
Management kweekvijvers Ontwikkeling van leidinggevende talenten.
Trieneke van Manen
Gezamenlijk aanbod AVS en De Roo Management Advies
Leren veranderen diverse trainers Een training voor bovenschools leidinggevenden in het PO
vanaf december 2005
4450 euro
Vanaf januari 2006 start een vernieuwde cursus voor bovenschools managers en leidinggevenden aan complexe organisaties zoals brede scholen en speciaal onderwijs, ontworpen en uitgevoerd door AVS en Interstudie. In een volgende Kader Primair zal daar uitgebreid aandacht aan worden besteed. Voor meer informatie: AVS, Anita Burlet en Anneke van der Linden Meer informatie en inschrijven via tel. 030 2361010 of www.avs.nl. Kader Primair > September 2005 > 49
> Lespakket
> Congres
Veilig Internet
Veranderende positie IB-ers
Wat te doen tegen digitaal pesten? Wat is een virus, of spam? Hoe ga je om met websites en porno? Hoe (lang) kun je het best achter de computer zitten? Vanaf schooljaar 2005-2006 kunnen alle basisscholen in Nederland gebruik maken van het lespakket Veilig Internet. Het is gericht op kinderen in groep 5 tot en met 8.
De intern begeleider is een van de tastbare onderwijsvernieuwingen van de afgelopen jaren, voortgevloeid uit het WSNS-beleid. De positie van IB-ers ontwikkeld zich en veranderd. Op 7 oktober staat de Landelijke Beroepsgroep voor Intern Begeleiders (LBIB) stil bij de positie van de IB-er tijdens het congres ‘Verkenningen taak of functie voor de IB-er’ in Soesterberg. Meer informatie en aanmelden: www.lbib-congres.nl of www.lbib.nl
Meer informatie treft u op www.iksurfveilig.nl
> Schoolproject
Zo wil ik wonen! Jongeren stimuleren om zich in te zetten voor een gezonde en aangename woonomgeving. Dat is de bedoeling van het project Zo wil ik wonen, dat begin juli is gestart. Alle basisscholen in het basisonderwijs hebben hierover een brief ontvangen en kunnen zelf aangeven op welke wijze zij invulling geven aan het project: op het gebied van verkeersveiligheid, wonen en woonomgeving, sport- en spelvoorzieningen, etcetera.
> Seminar
Wat motiveert leraren? De opvattingen over leren en laten leren veranderen. De leerling staat steeds meer centraal. Tijdens het 3-daagse seminar ‘Bekwaamheid en Kwaliteit’ op 7 oktober, 7 november en 9 december in het landhuis van Kennislandgoed de Horst in Driebergen, stelt het NIVOZ zich de vraag waar het verzet tegen de nieuwe leerling vandaan komt en welke gevolgen de huidige ontwikkelingen hebben voor de praktijk van leraren.
Meer informatie: www.inop.nl en www.aedesnet.nl Zie www.nivoz.nl voor meer informatie en inschrijven
> Opvoedzuil
Informatiemiddel voor ouders Welke onderwerpen spelen bij het opvoeden van kinderen? Ouders kunnen deze informatie nu zelf opzoeken via de Opvoedzuil, een informatiezuil dat met een aanraakscherm wordt bediend. Bij de informatie kan een verwijskaartje met adresgegevens worden geprint van een organisatie die ouders verder op weg kan helpen. Scholen kunnen hun eigen informatie op de zuil laten plaatsen via internet. Alles over de Opvoedzuil vindt u op www.opvoedzuil.nl
> Netwerkbijeenkomst
Brede school en sport Sport en bewegen binnen de brede school? Op 12 oktober vindt de netwerkbijeenkomst ‘Op avontuur met partners in de brede school’ plaats. Wat kunnen samenwerkingspartners zoals de GGD, kinderopvang, welzijnsorganisaties en het onderwijs betekenen voor sport en bewegen? De bijeenkomst voor schooldirecties vindt plaats in Brede school Wonderwoud in Zwolle en wordt georganiseerd door het NISB in samenwerking met de gemeente Zwolle, Sportservice Zwolle, SLO, KVLO en de Sportraad Overijssel. Meer informatie: www.nisb.nl/bredeschool of via tel. 026-4833800
> Lumpsumwijzer
Probleemloze invoering Projectbureau lumpsum po heeft een middel ontwikkeld waarmee scholen via internet kunnen zien waar ze staan in de voorbereidingen tot de invoering van lumpsum: de lumpsumwijzer. Met informatie, concrete tips en handreikingen. Neem de proef op de lumpsum via www.lumpsumpo.nl
50 < September 2005 < Kader Primair
> Conferentie
> Conferentie
Veilig leren
Leraar met hart en ziel
Hoe creëer je een veilige school in een veilige omgeving? Leefstijl voor jongeren organiseert op 5 oktober in de Reehort in Ede de eerste landelijke conferentie ‘Veilig leren’. U maakt kennis met de onderwijspraktijk op het gebied van sociale competenties. Praktisch en ervaringsgerichte workshops leveren een bijdrage aan het veilige sociaal leerklimaat.
Als geen ander laat de leerkracht zichzelf dag in dag uit in zijn werk zien. Hierin zit zijn kracht en tegelijkertijd maakt dit hem kwetsbaar. Daarom is het belangrijk dat leerkrachten zich verdiepen in wie zij zijn. De conferentie ‘Leraar met hart en ziel’ op 14 september bij APS in Utrecht biedt inzicht in wie leerkrachten zijn, geïnspireerd op het boek The Courage to Teach van Parker J. Palmer.
Inschrijven kan nog tot 22 september via www.veiligleren.nl Meer informatie: www.aps.nl
> Lisette de Rooij
> Heike Sieber
> Nicole van Dartel
> Bertus Bos
> Nieuwe medewerkers Op 8 augustus is Lisette de Rooij bij de AVS begonnen als telefoniste/receptioniste. Daarvoor werkte Lisette in dezelfde functie bij onder andere de Fiod-ECD in Utrecht. Heike Sieber startte op 15 augustus bij de AVS als adviseur op het gebied van Onderwijs & Zorg. Na haar studie Heilpedagogie in Stuttgart en de dag-avondopleiding Leraar Basisonderwijs, werkte zij onder andere als leerkracht in het Speciaal Basisonderwijs en deed zij ervaring op in het bedrijfsleven als program manager bij Research en Development. AVS-adviseur Nicole van Dartel is eveneens op 15 augustus begonnen binnen het cluster Onderwijs & Zorg. Na de pabo, de opleiding orthopedagogiek in Leiden en een IB-opleiding, werkte zij aanvankelijk als intern begeleider op een basisschool en als beleidsonderzoeker bij een onderzoeksinstituut. Bertus Bos is vanaf april 1986 werkzaam geweest als senior administrateur financiële administratie bij Dyade Dienstverlening Onderwijs te Amersfoort. Zijn nieuwe functie bij de AVS per 1 september vervult hij deels als controller en deels als adviseur financiën.
> René van Eijk
> Aagje Voordouw
> Piet de Vries
Organisatieadvies en -ontwikkeling wordt het belangrijkste terrein binnen de AVS voor René van Eijk. Hij was directeur op verschillende basisscholen en senior adviseur bij een groot administratiekantoor, waar hij zich bezighield met organisatieveranderingen en fusietrajecten. Aagje Voordouw was vóór haar nieuwe functie als AVS-adviseur werkzaam als trainer/docent onderwijsontwikkeling bij een Agrarische Hogeschool en gaf individuele coaching en advies aan medewerkers in uiteenlopende sectoren. Haar specialisatie ligt op het vlak van Integraal Personeelsbeleid. Haar roots liggen in de reïntegratiemarkt. Na diverse scholingen en trainingen in de onderwijsdienstverlening werkte Piet de Vries als adviseur en manager. Hij was onder andere hoofd van de financiële afdeling binnen Dyade Dienstverlening Onderwijs in Amersfoort. Per 1 september is hij begonnen als adviseur financiën bij de AVS. De AVS wenst haar nieuwe medewerkers veel succes toe.
Vertrekkende medewerkers Aan het eind van het vorig schooljaar hebben we afscheid genomen van de AVS-adviseurs Hank Beermann, Ludo Wilbrink, Marcel Verbart en Harry Cox.
Kader Primair > September 2005 > 51
advertentie advertentie
52 < September 2005 < Kader Primair
Studenten Frederique is directeur van een middelgrote basisschool in een klein dorp in Noord-Groningen. Een school waar ze naast directeur af en toe nog een echte juf is. Iedere maand beschrijft ze een belevenis uit de alledaagse praktijk.
Nu de zomervakantie alweer een paar weken achter de rug is en de pabo’s ook weer van start zijn gegaan, komen binnenkort de studenten kennis maken. Aan mij de schone taak om hen in te lichten over de gang van zaken bij ons op school. Tegenwoordig hoort daar ook een heel reglement bij, getiteld: “Regels voor studenten.” Vroeger, toen ze nog geen studenten heetten, maar kwekeling of stagiaire, hadden we geen speciaal reglement. Ik vertelde de stagelopers drie dingen. Dat er niet gerookt mocht worden in de school, dat alles wat besproken werd over kinderen en ouders als vertrouwelijk beschouwd moest worden en dat de koffie en thee voor stagelopers gratis was. Nu hebben we dus een heus reglement, een zogenaamd ‘groeireglement’, want bijna elke student zorgt dat er een regeltje bij komt. Het begon een paar jaar geleden, toen Ingeborg bij ons stage kwam lopen. Ingeborg, een prachtig, mooie meid. Bij de kennismaking had ik nog niets in de gaten, want toen was het nogal frisjes en droeg ze een vestje. Maar op haar eerste stagedag was het mooi weer en Ingeborg verscheen op school gekleed in een heupbroek met daarop een kort truitje, dat een mooie bruine blote buik onthulde, met dito navel. En in die navel een piercing. Ik was geschokt, het was de eerste navelpiercing die ik van nabij zag en ik durfde er in eerste instantie niets van te zeggen. Eerst wilde ik weten wat mijn collega’s er van vonden. Misschien was ik wel ouderwets. Tenslotte had de dochter van een collega ook net een navelpiercing laten zetten en haar moeder vond het prachtig. Maar alle vrouwelijke collega’s (inclusief die van de dochter met de navelpiercing) waren evenzeer geschokt als ik en vonden dat zo iets voor de klas echt niet kon. “Stel je voor, dat een kleu-
ter er met zijn vingertje in blijft haken”, opperde een van de kleuterjuffen lacherig. De mannelijke collega’s waren wat milder. Zij vonden het een fenomeen dat bij deze tijd hoorde en we moesten er maar aan wennen. Omdat de mannen bij ons echter in de minderheid zijn, besloten wij vrouwen dat ik met Ingeborg zou praten. Het was een goed gesprek en hoewel Ingeborg wat verbaasd was (meer meisjes op de pabo hadden een navelpiercing), begreep ze mijn argumenten wel en beloofde haar piercing in het vervolg bedekt te houden. Zo kwam onze eerste regel voor studenten tot stand en die regel werd meteen uitgebreid met het verbieden van te diepe decolletés, te korte rokken, scheuren in spijkerbroeken en doorzichtige kleding, want als je toch bezig bent… Barbara en Monica zorgden voor de kauwgomregel. Ze presteerden het om de hele dag op kauwgom te kauwen. Bob at zijn boterhammen op wanneer hij honger had, al was dat onder de les. En Liesbeth had een oma naast onze school wonen en vond het gemakkelijker om een paadje door de stuiken te nemen om naar haar toe te gaan in plaats van – zoals de leerlingen geleerd was – via het schoolplein. Er kwamen steeds meer regels bij. Dit werden er nog meer toen Michael en Ellen stage kwamen lopen. Michael werd namelijk tijdens de instructie van zijn rekenles gebeld op zijn mobieltje door zijn vriendin en Ellen had nooit tijd om lessen na te bespreken of schriften na te kijken na schooltijd: ze moest de bus van half vier halen omdat ze een baantje bij MacDonalds had waar ze om half vijf moest beginnen. En zo werd ons studentenreglement steeds langer en wie weet wordt het dit jaar nog langer, want ze komen er weer aan, de studenten.
e u q i r e d e r F
Kader Primair > September 2005 > 53
advertentie advertentie
54 < September 2005 < Kader Primair
advertentie
Kader Primair > September 2005 > 55
advertentie 56 < September 2005 < Kader Primair
advertentie
Kader Primair > September 2005 > 57
advertentie 58 < September 2005 < Kader Primair
advertentie
Kader Primair > September 2005 > 59
advertentie 60 < September 2005 < Kader Primair
advertentie advertentie
Kader Primair > September 2005 > 61
advertentie 62 < September 2005 < Kader Primair
advertentie
Kader Primair > September 2005 > 63
> Bestellijst > Bestellijst > Bestellijst > Bestellijst > Bestellijst > Bestellijst > Bestellijst > Bestellijst > > Netwerken Ik geef mij op voor het netwerk: ____ (t 75 per jaar, alleen voor leden) Ik geef mij op voor het netwerk bovenschools management (t 210 per jaar, voor leden, t 420 voor anderen)
Persoonsgegevens AVS-lid ja / nee
Lidnr.
Naam en voorletters
> Scholing, begeleiding en maatwerk Neem contact met mij op over de mogelijkheid van een cursus/training/advisering op maat over:
Adres
Stuurt u mij: Informatie over de opleiding Bovenschools Management Informatie over een andere cursus:
Telefoon
m/v
Postcode en plaats Fax
Mobiel E-mail
Management* Werken aan leiderschap (boek Anita Burlet) (t 15 voor leden, t 20 voor anderen) Kwaliteitszorg is een werkwijze (boek Robbin Haaijer en Anneke van der Linde), (t 15 voor leden, t 20 voor anderen) Sturen met geld (boek Marcel Verbart) (t 15 voor leden, t 20 voor anderen) Bouwstenen voor een Managemenstatuut (AVS en VOSABB) (t 2 voor leden, t 4 voor anderen, of gratis downloaden van www.avs.nl)
>
> Personeelsbeleid* Het Talentenspel (t 21) Praktijkgids Nieuw Onderwijspersoneel (t 35) Het Generatiespel (boek Gerda Hamann) (t 15 voor leden, t 20 voor anderen) Slimme strategieën (boek Anita Burlet en Trieneke van Manen) (t 15 voor leden, t 20 voor anderen) Diskette Normjaartaak** (t 5 voor leden, t 12 voor anderen) Diskette Tijdregistratie** (t 5 voor leden, t 12 voor anderen) Diskette Formatieberekening basisonderwijs 2004-2005** (t 5 voor leden, t 12 voor anderen) Diskette Berekening personele budget bao sbo 2004-2005** (t 5 voor leden, t 12 voor anderen) Diskette Formatieberekening sbo 2004 – 2005** (t 5 voor leden, t 12 voor anderen)
Geboortedatum nieuw lid Functie nieuw lid Post naar:
school/organisatie
huisadres
School- en organisatiegegevens Soort onderwijs: Denominatie:
Regio:
Noord
BO SBO SO I SO II SO III SO IV VSO I VSO II VSO III VSO IV SVO LWOO Openb. Alg. bijz. RK PC Ref. Interconf. Islam. Hind. Vrije School Anders, nl. Oost
Zuid
Zuidwest
Noordwest
Midden
Aantal leerlingen: ______________________ Naam school / organisatie
Brin-/ Bestuurnr.
Postadres Postcode en plaats Telefoon
Fax
E-mail Nieuw AVS agenda 2005 – 2006 (t 15) Handtekening Lidmaatschap Aspirant lidmaatschap Volgt u een schoolleidersopleiding of neemt u deel aan een kweekvijver en bent u nog geen school- of locatieleider? Dan kunt u aspirant lid worden (voor een periode van maximaal 2 jaar). Kosten bedragen t 93 vanaf 1 augustus 2005. Ik word aspirant AVS-lid per 1 augustus 2005.
Datum
>
Lid worden per 1 augustus 2005 Ik ontvang twee acceptgiro’s, één van t 180 – 265 (afhankelijk van het aantal leerlingen) op naam van de school/organisatie en één van t 111 op mijn naam. Er is al een AVS-lid op mijn school. Ik ontvang een acceptgiro van t 111 op mijn naam. Losse abonnementen (alleen voor niet-directieleden) abonnement Kader Primair en Kadernieuws t 93 per schooljaar.
64 < September 2005 < Kader Primair
Stuur of fax naar de AVS Postbus 1003, 3500 BA Utrecht Fax 030-2361036 Bestellen kan ook via www.avs.nl
Kloppen uw gegevens nog?
* Op deze verzendingen wordt t 4 administratie- en portokosten in rekening gebracht. ** U kunt deze rekenprogramma’s ook gratis downloaden van www.avs.nl.
goed onderwijs door goed management