juni 2011
AARDEWERK
Bestuur AWN Flevoland - afdeling 21 Voorzitter: Jan Boes, Normandieplein 6, 8303 HA Emmeloord, tel.: 0527-699113, e-mail:
[email protected] Penningmeester: Jan Werschkull, Botter 34-28, 8243 KR Lelystad, tel.: 0320-256360, e-mail:
[email protected] Secretaris: vacant Bestuurslid Promotie en Educatie: vacant Bestuursleden algemeen: Ellen van Galen Last, Maanzaadpad 29, 1313 HV Almere, e-mail:
[email protected] Cees Groothoff, Jansmalaan 5, 8302 BL Emmeloord, tel.: 0527-612882, e-mail:
[email protected]
Veldcoördinatoren Dick Velthuizen, Provinciaal Depot voor Bodemvondsten, Oostvaardersdijk 01-13, 8242 PA Lelystad, tel.: 0320-225939, mobiel: 06-13243987, e-mail:
[email protected] Ellen van Galen Last, Maanzaadpad 29, 1313 HV Almere, e-mail:
[email protected]
Ondersteunende leden ( geen bestuurslid): Dick Velthuizen, archeologisch medewerker Nieuw Land Erfgoed (NLE), Provinciaal Depot voor Bodemvondsten, Oostvaardersdijk 01-13, 8242 PA Lelystad, tel.: 0320-225939, mobiel: 06-13243987, e-mail:
[email protected] Bank: ING, rekeningnummer 4481928 t.n.v. AWN Flevoland, p/a Botter 34-28, Lelystad E-mailadres: AWN Flevoland – afdeling 21:
[email protected] Website: www.awnflevoland.nl Aardewerk Aardewerk is het verenigingsorgaan van AWN Flevoland - afdeling 21. Mits de bron wordt vermeld, is overname van artikelen toegestaan. Een exemplaar van het betreffende medium gelieve dan aan de redactie te worden gestuurd. Ruilabonnementen kunnen schriftelijk worden aangevraagd bij de redactie. Kopij, reacties e.d. te zenden aan Henk van den Berg of Saskia Thijsse; bij voorkeur aanleveren via e-mail of per diskette of CD in Times New Roman 11. Sluitingsdatum kopij is 1 februari, 1 mei, 1 augustus en 1 november. Aardewerk wordt integraal gepubliceerd op de website www.awnflevoland.nl
Redactie Henk van den Berg, Koraal 32, 3893 EJ Zeewolde, tel.: 036-5222492, e-mail:
[email protected] Saskia Thijsse, Karveel 44-20, 8231 DW Lelystad, tel.: 0320-240120, e-mail:
[email protected] Dick Velthuizen, archeologisch medewerker NLE, Provinciaal Depot voor Bodemvondsten, Oostvaardersdijk 01-13, 8242 PA Lelystad, tel.: 0320-225939, mobiel: 06-13243987, e-mail:
[email protected].
___________________________________________________________________________ Regiocoördinator Landelijke Werkgroep Archeologie Onder Water (LWAOW) Hans Bruggeman, Roer 16, 8032 GG Zwolle, tel.: 038-4546192, e-mail:
[email protected]
_____________________________________________________________________ Foto omslag: Restanten scheepswrak ND86; werkmateriaal voor de Cursus Maritieme Archeologie. Foto: Saskia M.S.C. Thijsse
© Copyright AWN Flevoland
ISSN: 1570-582X
AARDEWERK juni 2011
Inhoudsopgave Van de redactie -------------------------------------------------------------------------------------------1 Algemene Leden Vergadering van AWN Flevoland, gehouden op 7 mei 2011--------------2 Saskia M.S.C. Thijsse Werkbezoek botmateriaal Urk------------------------------------------------------------------------3 Jan Boes In memoriam Dr. Dirk Tjasse Biewinga, 23 oktober 1937 - 1 mei 2011---------------------4 Cees C. Groothoff Opmerkelijke bodemvondsten ------------------------------------------------------------------------5 Dick E.P. Velthuizen Veldverkenning in Mander-----------------------------------------------------------------------------6 Alwina Meijboom Bijzondere vondst uit het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten, Flevoland ------------7 Dick E.P. Velthuizen Impressie veldverkenningen voorjaar 2011---------------------------------------------------------8 Cursus scheepsarcheologie voor beginners--------------------------------------------------------10 Saskia M.S.C. Thijsse Prehistorische waterloop aangetoond. Onderzoek door AWN Flevoland bij ‘Boer Frans’-----------------------------------------------------------------------------------------------------18 Cees C. Groothoff Tentoonstellingen / lezingen / symposia / wetenswaardigheden------------------------------21 Saskia M.S.C. Thijsse
ISSN: 1570-582X
AARDEWERK juni 2011
Van de redactie In het bedrijfsleven zijn veelal de laatste week van juni en de erop volgende weken van juli altijd een relatief rustige periode. Dan krijgt men de gelegenheid om naast de gewone werkzaamheden eindelijk eens andere, minder spoedeisende klussen te gaan doen. Voor amateurarcheologen ligt dit anders. En met name dit jaar voor de AWN Flevoland-leden. Juni en juli worden druk! Heel druk zelfs. Eerst is daar de te volgen Cursus Maritieme Archeologie. Dat wordt ‘hersenkraken’: veel nieuwe begrippen en kennis opdoen. Vervolgens komt er een opgraving van een scheepswrak op de lijst. In Zuidelijk Flevoland aan de Vogelweg ligt een zestiende eeuws wrak te wachten op nader onderzoek in het kader van de International Fieldschool Maritime Archaeology Flevoland (IFMAF). De verwachtingen zijn hoog gespannen; wordt dit een nieuw type scheepsbouw? Komen er curieuze vondsten tevoorschijn? Kan het schip in verband worden gebracht met de tachtigjarige oorlog tussen Geuzen en Spanjaarden? We weten het (nog) niet. Er zijn voorstellen om de term ‘amateur’archeoloog te gaan wijzigen in ‘vrijetijds’archeoloog. Maar is dat niet een tegenspraak? AWN’ers die werken aan opgravingen, onderzoek, herstel van vondsten en aan het opstellen van rapporten zijn juist keihard bezig. Ze zijn niet aan het luieren maar doen dié bezigheden waarvoor de professionele archeologen geen tijd kunnen en/of willen vrijmaken. AWN’ers hebben geen vrije tijd. Ze hebben liefde en aandacht voor het vak van de archeologie. Is ‘amateur’ niet afgeleid van Amore (liefde)? Het begrip vrijetijdsarcheoloog zou gauw wel eens kunnen worden gezien als “een persoon die lui vanuit een hangstoel chillend naar wat hoopjes zand staart”. Nog even en AWN’ers zijn tot ‘hang’ archeologen geworden in de volksmond. De term ‘niet beroepsmatige’ archeoloog is beter op zijn plaats voor de AWN’er. En over beroepsmatig gesproken. Kon men voorheen alleen via een universitaire opleiding tot archeoloog worden geschoold, nu is het ook mogelijk om een hbo opleiding in die richting te volgen. Vanaf het schooljaar 2011/2012 is de vierjarige hbo-bacheloropleiding archeologie te volgen. Studenten zullen worden opgeleid tot de ‘rechterhand van de master-archeoloog’. Het is een geaccrediteerde en door het Rijk bekostigde opleiding. Een artikel in dit nummer, geschreven door de twaalfjarige Alwina Meijboom, laat zien dat het niet alleen de ouderen zijn die interesse hebben in archeologie en daarover een goed verhaal kunnen schrijven. Ook de jongere generatie is ertoe in staat. Indien u tijdens de zomervakantie een interessant – aan de archeologie verwant – onderwerp tegenkomt, schroom dan niet om een paar woorden hierover op papier te zetten. Het liefst vergezeld van een of meerdere foto’s. De redactie en onze leden zullen er u dankbaar voor zijn.
Wij wensen u allen een fijne zomervakantie en veel leesplezier. Namens de redactie, Saskia Thijsse
AARDEWERK juni 2011 blz 1
Algemene Leden Vergadering van AWN Flevoland, gehouden op 7 mei 2011. Saskia M.S.C. Thijsse De vergadering, voorgezeten door onze voorzitter Jan Boes, werd snel en efficiënt afgehandeld. De leden die op deze dag niet aanwezig konden zijn, zullen te zijner tijd in de officiële notulen, opgemaakt door Cees Groothoff, de diverse behandelde punten kunnen nalezen. Wat ik bijzonder interessant vond was de mededeling dat er op verschillende plekken in Almere Romeins aardewerk is gevonden. Het Almeerse archeologisch team wil op deze plekken in de toekomst gaan opgraven. Wie weet komt er een Romeins fort(je) in de polder boven water! In de tweede helft van 2011 zal er een vervolg Workshop Visresten worden gegeven door de toekomstige opvolgster van Bob Beerenhout; waarschijnlijk zullen we dan ook meer informatie te horen krijgen over de bij J97 gevonden visresten.
De ALV in een ruimte van het Nieuw Land. Foto: Saskia M.S.C. Thijsse Na de ALV gaf Jan Boes een boeiend verslag van zijn bezoek aan een aantal Belgische grotten en de erbij behorende vondsten. Afgaande op de getoonde powerpoint presentatie zal een excursie van AWN Flevoland aan die plekken zeker gaan plaatsvinden.
Jan Boes in aktie. Foto: Saskia M.S.C. Thijsse
AARDEWERK juni 2011 blz 2
Werkbezoek botmateriaal Urk Jan Boes Op het archeologisch spreekuur in het Niew Land dat meestal eens in de maand op een vrijdag wordt gehouden, komen ook bezoekers met botmateriaal waarbij het vaak om Pleistocene (IJstijd) botten gaat. Veel botmateriaal dat uit de Noordzee opgevist wordt gaat naar Urk voor sortering en determinatie. De belangrijke stukken gaan naar musea en onderzoeksinstituten en de rest wordt verkocht om de kosten er uit te krijgen. Op zaterdag 14 mei 2011 hebben een aantal AWN’ers van onze afdeling die op de vrijdagmiddag in het Archeologisch Depot te Lelystad werkzaam zijn, een werkbezoek gebracht aan Urk. Om 10 uur ’s ochtends hebben we met onze gastheer Albert Hoekman afgesproken. Allereerst kregen we de binnengekomen vondsten van de voorgaande vrijdag te zien. Albert is die dag zelf ook wezen vissen naar botmateriaal en hij heeft daarbij een groot deel van een mammoetschedel opgevist. Albert heeft ook een werkruimte waar hij slagtanden van mammoeten en dergelijke polijst. Verder moeten er ook resten sediment van de botten verwijderd worden en de botten moeten worden geconserveerd. Hierna gaan ze naar de opslagruimte waar kisten vol mammoetkiezen staan. Op de stellages liggen tal van botten van mammoet, neushoorn, wisent en nog veel meer. Sommige botten zijn ongeveer ze groot als kinderen.
Foto: Douwe Meijboom
Foto: Jan Boes
Ook door ons zelf meegenomen botten werden nog snel even gedetermineerd. Makkelijk, zo’n vergelijkingscollectie! We hebben allemaal hiervan genoten en na afloop nog even lekker een visje naar binnen gewerkt. Foto’s van dit werkbezoek staan op onze website bij fotoboeken (alleen toegankelijk voor leden en relaties).
AARDEWERK juni 2011 blz 3
In memoriam Dr. Dirk Tjasse Biewinga, 23 oktober 1937 - 1 mei 2011 Cees C. Groothoff Het was op Schokland dat ‘Dik’ Biewinga in gesprek raakte met een AWN’er en vertelde over zijn werk als geofysicus. Dik gaf aan dat hij meetapparatuur gebruikte waarmee hij verschillende soorten structuren onder het maaiveld kon waarnemen. Dit resulteerde er in dat Dik Biewinga enthousiast zijn kennis ter beschikking wilde stellen van de AWN en bereid was medewerking te verlenen aan een proefproject van de AWN Flevoland, te weten het onderzoeken van een raadselachtige grascirkel (aanwijzing voor een oud kasteel?) nabij Vollenhove. Hetgeen gebeurde in 2001. Hij hield daarna, na afloop van de AWN Flevoland ledenvergadering, een lezing over de achtergronden van de geofysische meetapparatuur. In zijn woning aan de Prof. Brandsmaweg in de Noordoostpolder, waar hij als geofysisch consulent was neergestreken na zijn werk als universitair docent bij de Technische Universiteit Delft (hier promoveerde hij in 1979), gaf hij in 2003 en 2004 enkele malen een workshop voor een negental AWN-leden.
Dik Biewinga in rode jas, tweede van rechts. Foto: Cees C. Groothoff
Dik was erg gastvrij, zo nodigde hij de AWN uit op een barbecue bij hem thuis, erg gezellig. Tussen de bedrijven door hoorden wij ook verhalen over zijn vroegere werk, over het plezier dat hij had gehad in het bepalen van het bodemprofiel van de monding van de Oude Rijn onder het strand tussen de Wassenaarse Slag en Noordwijk, de middeleeuwse watertoevoer bij het Valkhof in Nijmegen, metingen in de woestijn in Noord-Afrika en doceren in Nigeria. In de Noordoostpolder was zijn geofysische inbreng de spil van enkele projecten zoals: opsporing van de fundamenten van de St. Michaelskerk op (oud) Emmeloord, het ‘Mennepad’ een terpschaduw oost van Middelbuurt op Schokland, en de kogge van Modderman. Bij het veldwerk baggerde Dik, vergezeld door zijn grote vriend, de hond Elvis, met plezier door de modder. Een aantal publicaties van de hand van D.T. Biewinga voor de AWN in Aardewerk en Westerheem (jubileumnummer 2008) belichtten en propageerden de mogelijkheden van geofysisch onderzoek voor de archeologie. Ook zo leverde hij een zeer gewaardeerde bijdrage aan onze vereniging. Verdrietig dat deze contacten nu voorbij zijn. Wij hebben zo veel goede herinneringen aan hem.
AARDEWERK juni 2011 blz 4
Opmerkelijke bodemvondsten. Dick E.P. Velthuizen Vanuit Nieuw Land worden samen met de amateurarcheologen van Flevoland jaarlijks een aantal veldverkenningen op landbouwkavels georganiseerd. De veldverkenningen zijn altijd weer spannend. Je weet immers nooit zeker wat het resultaat zal zijn. Een van de dit jaar bezochte percelen in de omgeving van Dronten leverde in het verleden zeer interessante vondsten uit de steentijd op. Er werden toen vuurstenen werktuigen, drie geweihamers en een groot aantal botten verzameld van ondermeer bruine beer, eland en paard. Dit voorjaar is de vindplaats na een pauze van tien jaar opnieuw bezocht. Op een prachtige zonnige zaterdag verzamelden de deelnemers zich vol goede moed bij het perceel. Na uitleg over de eerder gedane vondsten starten de elf deelnemers hun speurtocht. Aan het eind van de zoektocht werd duidelijk dat er bijzonder weinig archeologische vondsten waren opgeraapt. Om precies te zijn: één fragment van een verbrandde vuurstenen kling en een scherfje 17e eeuws aardewerk. Maar heel opmerkelijk was al het andere wat was opgeraapt! Veel plastic, kippenbotten, glasscherven, oude spijkers en nog veel meer. Het land bleek bemest te zijn met GFT (sic) compost.
Archeologie is van alle tijden Foto: Dick E.P. Velthuizen
AARDEWERK juni 2011 blz 5
Veldverkenning in Mander Alwina Meijboom (12 jaar) Toen Hans Oude Rengerink meer dan 30 jaar geleden over een akker bij de Drieschichtweg in Mander liep, vond hij een vuistbijl van een Neanderthaler. Mander ligt vlak bij de grens met Duitsland. Hierop volgden meerdere veldverkenningen door de archeoloog Dick Stapert, studenten en medewerkers van de Rijks Universiteit Groningen en amateurarcheologen van de AWN. Deze veldverkenningen leverden rond zeventig nieuwe artefacten op. Dit relatief kleine aantal vondsten maakt duidelijk dat het moeilijk is om zo iets bijzonders te vinden.
Akker in Mander; de gele lijn is de grens met Duitsland. Foto: Google earth.
Veldverkenning op de akker in Mander. Foto: D. Meijboom
Omdat deze bijzondere akker verkocht is en de nieuwe eigenaar er gras in gezaaid heeft, nodigde de historicus en voorzitter van de AWN afdeling Twente een aantal AWN afdelingen uit voor een laatste veldverkenning. Deze vond plaats op zondag 23 januari 2011. Ook leden van de AWN Flevoland zijn komen zoeken. Het zoeken ging, nadat men een uitleg had gekregen, van 10.30 uur tot 16.30 uur. ’s Middags was er een gezellige lunchpauze bij de Molen van Bels met open haard en pannekoek. Jos Langkamp, een AWN-lid van de afdeling Twente, vond de topvondst van de dag. Het is een pijlspits.
Foto: Jos Langkamp Inmiddels heeft dr. Dick Stapert de pijlpunt nader onderzocht en gedetermineerd. De spits is gemaakt door mensen van de Ahrensburgcultuur, een van de eerste jager-verzamelaarculturen. Deze leefden hier ruim 14.000 jaar geleden. Verder is bij de veldverkenning ook nog een afslag gevonden die, volgens dr. Dick Stapert, wél van de Neanderthalers afkomstig is. Naast de topvondst zijn er nog verschillende Neolithische afslagen gevonden.
AARDEWERK juni 2011 blz 6
Bijzondere vondst uit het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten, Flevoland. Dick E.P. Velthuizen In de archeologische collectie bevinden zich een aantal bodemvondsten die in het verleden buiten het hedendaagse Flevoland zijn verzameld door de archeologen van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. Tijdens het uitzoeken van deze vondsten stuitte de beheerder op iets bijzonders. Een prehistorisch werktuigje, een vuurstenen schrabbertje van mooi okerkleurig vuursteen. Op zich niet zo bijzonder; in de collectie bevinden zich namelijk vele honderden schrabbers. Maar deze is toch anders. Op de achterzijde van de schrabber is de afdruk van een fossiel schelpje zichtbaar. Je vraagt je dan gelijk af of de prehistorische eigenaar van de schrabber het schelpje ook opgemerkt heeft en besefte dat hij/zij een heel bijzonder schrabbertje in handen had.
Schrabbertje achterzijde. Foto: Dick E.P. Velthuizen
Schrabbertje voorzijde. Foto: Dick E.P. Velthuizen
AARDEWERK juni 2011 blz 7
Impressie veldverkenningen voorjaar 2011 Veldverkenning 22 januari 2011
Foto: Annegret Meijboom
Foto: Annegret Meijboom
AARDEWERK juni 2011 blz 8
Veldverkenning 12 maart 2011
Foto: Wil Gordijn Veldverkenning 26 maart 2011
Foto: Bron AWN Flevoland
Foto: Bron AWN Flevoland
AARDEWERK juni 2011 blz 9
Cursus scheepsarcheologie voor beginners Saskia M.S.C. Thijsse Anders dan in voorgaande jaren voert de Rijksuniversiteit Groningen in 2011 geen onderzoek uit in het Swifterbantgebied. Om de AWN Flevoland-leden toch de mogelijkheid te bieden zich te bekwamen in de techniek van het archeologisch onderzoek, is ons de mogelijkheid geboden om deel te nemen aan een cursus Scheepsarcheologie. Van 6 tot en met 10 juni 2011 heeft deze plaatsgevonden op het voorterrein van Nieuw Land in Lelystad onder leiding van hoogleraar Maritieme Archeologie, prof. dr. A.F.L. (André) van Holk met ondersteuning door Dick Velthuizen. Doel van de cursus was het verkrijgen van inzicht in de Scheepsarcheologie en het leren van de grondbeginselen voor een goede documentatie met aandacht voor het beschrijven, tekenen en fotograferen van scheepshout. Deze cursus is tevens bedoeld als voorbereiding van AWN Flevoland-leden op de IFMAF opgraving van een scheepswrak in de gemeente Lelystad die gaat duren van 20 juni tot 28 juli 2011. Een zevental AWN-leden heeft zich voor deze vijfdaagse cursus opgegeven. De cursus is uitermate boeiend en leerzaam geweest. Onderstaand volgt een overzicht van wat er elke dag gebeurde. Persoonlijk dagrapport Dag 1 – maandag 6 juni 2011 De cursisten zijn: Archie Ermans, Ellen van Galen Last, Cees Groothoff, Annegret Meijboom, Ton Romein, Saskia Thijsse, Jürgen van der Voorst. 09.00 uur ontvangst met koffie door Dick Velthuizen. Tot 10.30 uur wordt informatie gegeven door prof. dr. André van Holk over de inhoud van de kursus. Papieren met instructies over het tekenen van scheepsonderdelen worden uitgedeeld. Een korte uitleg wordt gegeven over de vindplaats van het wrak waarvan we brokken hout gaan tekenen, de benaming van diverse scheepsonderdelen, de aard van breeuwsel en dergelijke. Het wrak heeft als projectnaam De Nagel Urk, (voormalige kavel) ND86 met Archisnummer 406286 en de coördinaten 171394 – 519950
Uitleg door prof. dr. André van Holk (1e van rechts) Foto: Saskia M.S.C. Thijsse
AARDEWERK juni 2011 blz 10
Vervolgens gaan de cursisten vol goede moed naar het buitenterrein van het Nieuw Land waar de brokken hout/scheepsonderdelen op twee pallets liggen te wachten. Tekentafels, schragen met bladen, plastic bakken met benodigde tekenatributen, de ‘fotografie’doos alsmede een kruiwagen met allerlei benodigdheden worden meegesjouwd naar buiten.
Schoonborstelen op de sluisdeur en inspecteren van de op pallets gestapelde stukken hout Foto: Saskia M.S.C. Thijsse De cursisten gaan eerst aan de slag om met borstels en waar nodig met water de stukken hout schoon te borstelen. Als ondergrond gebruiken we twee oude houten sluisdeuren – die eerst ook nog vrijgemaakt dienen te worden van aarde, plantjes, zand, modder en dergelijke. Van enkele schoongemaakte stukken worden de kenmerken besproken; waterafvoergootjes (de zogenaamde losgangen), ijzeren spijkers, houten pluggen, naaf van het hout, indrukken op/in het hout, afschuining, zaagsnede et cetera. Grappig is om te zien dat op een loshout met de zaag de zijkant van een losgat is aangegeven, maar men bij het uitbeitelen stuitte op een keiharde knoest waardoor het laatste deel van het losgat minder diep moest worden. Vervolgens worden de eerste tekenpogingen gedaan. De cursisten worden in groepjes van twee aan het werk gezet om een ‘loshout’ (benaming voor een plank of een gebogen stuk hout waarvan men de juiste plek in het wrak nog niet kent) te tekenen. Jürgen van der Voorst wordt tot officiële fotograaf voor deze dag benoemd. Als op een gegeven moment de regen met bakken uit de hemel valt, worden eerst de tekentafels onder een afdak van zeilen op het buitenterrein gezet. Maar uiteindelijk wordt toch alles de binnenhal van het Nieuw Land ingesjouwd. En daar gaan de kursisten eerst maar eens de instructies doorlezen onder het genot van de meegebrachte broodjes. Want tijdens het (pogen tot) tekenen komen er heel wat vragen opzetten over het juiste teken dat moet worden gebruikt! Een van de opmerkingen van André en Dick is dat altijd de schaal (1: 10 – voorzien van een maatlijntje) op de tekening aangegeven dient te worden.
AARDEWERK juni 2011 blz 11
De Nederlandse handleiding met tekeninstructies is beschikbaar voor geïnteresseerde AWN Flevoland-leden en kan worden opgevraagd bij Dick Velthuizen.
Welk symbool is nodig? Foto: Saskia M.S.C. Thijsse Dag 2 – dinsdag 7 juni 2011 De cursisten zijn: Archie Ermans, Cees Groothoff, Annegret Meijboom (dagfotograaf), Ton Romein, Saskia Thijsse, Jürgen van der Voorst. Weer: droog, zonnig, 21 graden celcius. 09.00 uur ontvangst met koffie door Dick Velthuizen. Tot 10.00 uur wordt informatie gegeven door professor André van Holk die vervolgens andere verplichtingen heeft. Dick Velthuizen neemt de leiding over. Het tekenen gebeurt op het buitenterrein van Nieuw Land. Loshout nr 4 (LH-4) wordt getekend door Archie Ermans en Ton Romein LH-5 wordt getekend door Annegret Meijboom en Jürgen van der Voorst. LH-6 wordt getekend door Cees Groothoff en Saskia Thijsse. Dit stuk hout heeft vier ijzeren spijkers van 7 x 7 mm alsmede een met ijzer gevuld komvormige indruk van 30 x 20 mm. Er zit een dun, ijzeren, verroest plaatje op en vlak erbij iets wat twee krammetjes zouden kunnen zijn. Is dit misschien een door de scheepstimmerman aangebracht werkmerkje?? Het wordt zo warm met een brandende zon dat Cees Groothoff een vreemdeling-legioen-klep fabriceert. De plastic box met tekenspullen geeft aanleiding tot hilariteit; vreemde tangen (bestemd voor schedelmeting?) komen tevoorschijn. Om de stukken hout goed te kunnen fotograferen moet er zelfs op tentoongestelde landbouwmachines geklommen worden
AARDEWERK juni 2011 blz 12
LH-6 met metalen merkje?? Foto: Saskia M.S.C. Thijsse
Cees met improvisatiekleppet. Foto: Saskia M.S.C. Thijsse
Vreemde tangen en cirkels. Foto: Saskia M.S.C. Thijsse
AARDEWERK juni 2011 blz 13
Dag 3 – woensdag 8 juni 2011 De cursisten zijn: Archie Ermans, Annegret Meijboom (dagfotograaf), Ton Romein, Saskia Thijsse, Jürgen van der Voorst. Weer: ’s ochtends regen, ’s middags droog, zonnig, 18 graden celcius. 09.00 uur ontvangst met koffie door Dick Velthuizen. Sjouwend met spullen en kruiwagen op naar het buitenterrein waar onder de afdakzeilen wordt getekend. LH-8: tekenaars Archie Ermans en Ton Romein; een stuk met heel veel houten pennen en metalen spijkers in diverse diktes. LH-9: tekenaars Annegret Meijboom, Saskia Thijsse, Jürgen van der Voorst.
LH-8 wordt gemeten en getekend. Foto: Saskia M.S.C. Thijsse
LH-8 van diverse kanten getekend. Foto: Saskia M.S.C. Thijsse
AARDEWERK juni 2011 blz 14
LH-8 met losgang. Linksonder een ijzeren spijker. Foto: Saskia M.S.C. Thijsse Dag 4 – donderdag 9 juni 2011 De cursisten zijn: Archie Ermans, Ellen van Galen Last, Cees Groothoff, Annegret Meijboom (dagfotograaf), Ton Romein, Saskia Thijsse, Jürgen van der Voorst. Twee archeologiestudenten uit Groningen (Diana en Yftinus), beide vierdejaars studenten, zijn met André van Holk meegekomen om deze dag ook de kursus te volgen. Weer: afwisselend regenbuien en droog. 09.00 uur ontvangst met koffie door Dick Velthuizen. Vandaag wordt door Frank Dallmeijer de digitale tekenarm geïntroduceerd. Frank heeft als achtergrond zeevaartschool, is kapitein van oude schepen geweest, is momenteel onder andere onderzoeker/scheepsbouwer en scheepsmodelbouwer. Van 09.00 uur tot 09.30 uur krijgen we theorie van Frank. Naast uitleg over de digitale tekenarm benadrukt hij dat er op een tekening altijd een vierkant moet worden aangemaakt met daarin alle gegevens van het te tekenen object waaronder datum, objectnummer, schaal, schaalbalk, namen tekenaars. De digitale tekenarm draait onder Rinoceros met een Cad 8 programma. Er wordt altijd een 0-punt vastgesteld en 3 vaste punten in bereik van de tekenarm op het object bevestigd. In ons geval door middel van 3 schroefjes op minimaal 2 zijden die een driehoeksvlak met coördinaten voor plaatsbepaling genereren die de digitale tekenarm als referentiepunt gebruikt voor het meten. Hiermee wordt de X-, Y- en Z-as gecreëerd. Op metalen objecten wordt met behulp van magneetjes het driehoeksvlak vastgelegd. Na het aanzetten van de digitale arm dient die eerst over alle geledingen bewogen te worden. Hij dient als het ware ‘de spieren los’ te maken. Standaard worden alle metingen in mm vastgelegd. In de computer kunnen lagen benoemd worden (buitenlaag, onderlaag e.d.) elk met een eigen kleurcode, voor elk aandachtspunt zijn symbolen beschikbaar (diverse soorten spijkers, spijkergaten en dergelijke).
AARDEWERK juni 2011 blz 15
Uitleg van de digitale tekenarm door Frank Dallmeijer. Foto: Saskia M.S.C. Thijsse Om de beurt wordt door de cursisten op het buitenterrein geoefend met de digitale tekenarm voor het meten en vastleggen van LH-8 waarbij houding, vastlegging en het computerprogramma wordt gebruikt. Dat valt vooral in het begin soms niet mee. De Groninger studenten Diana en Yftinus worden ’s ochtends aan het werk gezet om LH-11 handmatig te tekenen. De lunch (met een broodje kroket) wordt van 12.30 uur tot 13.30 uur genoten. ’s Middags gaan Archie Ermans en Ton Romein LH-12 opmeten met de digitale tekenarm. Vervolgens gaan Diana en Yftinus digitaal aan het werk. LH-4 tekenaars Ellen van Galen Last en Cees Groothoff (handmatig) LH-7 tekenaars Saskia Thijsse en Jürgen van der Voort (handmatig) 3 vlakken; LH-7 tekenaars Ellen van Galen Last en Cees Groothoff (handmatig) 4e vlak Alle getekende loshouten worden gefotografeerd door Annegret Meijboom (dagfotograaf) Om 17.00 uur is alles weer opgeruimd en verlaten we de werkplek. Dag 5 – vrijdag 10 juni 2011 De cursisten zijn : Harry van Betuw, Archie Ermans, Ellen van Galen Last, Cees Groothoff, Annegret Meijboom (dagfotograaf), Ton Romein, Saskia Thijsse, Jürgen van der Voorst. Weer: droog, zonnig. 09.00 uur ontvangst met koffie door Dick Velthuizen. André van Holk geeft uitleg over de opgraving die van 20 juni tot 29 juli 2011 zal plaats vinden van het wrak OE-34. Ligging aan de Vogelweg in Zuidelijk Flevoland. Dit wrak is gedateerd op circa 1550AD en is de overgang van Middeleeuws naar ‘moderne’ stijl scheepsbouw. Van deze overgangsperiode is heel weinig bekend. Het hout is in slechte conditie. Een zijde van het schip is tot het boord bewaard. De bedoeling is om het schip (in delen) geheel te bergen. Het ligt op circa 1.20 m diepte op het pleistocene zand. Vondsten tot nu toe zijn een rapier en stenen netverzwaarders. Vanaf midden juli is AWN-mankracht nodig in verband met gebrek aan studenten in de laatste periode van de opgraving. Tekeningen worden vandaag handmatig gemaakt op het buitenterrein van Nieuw Land onder de zeilafdekking.
AARDEWERK juni 2011 blz 16
LH-7 tekenaar Jurgen van der Voort voor de laatste punten en het overtrekken op calque papier LH-13 tekenaars Harry van Betuw en Saskia Thijsse LH-14 tekenaars Archie Ermans, Cees Groothoff, Ton Romein, de stukken LH-14 A, LH-14 B en LH-14 C worden samengevoegd tot één tekening LH-15 tekenaars Harry van Betuw en Saskia Thijsse; een rondhout met houten pennen, ijzeren spijkers (diverse diktes en maten), en merktekens?? (er is een IX ingekrast). Drie zijden zijn getekend. In één houten pen is aan de zijkant een ijzeren spijker geslagen die aan de overliggende zijde in het hart van de houten pen uitkomt.
Harry in aktie met LH-13. Foto: Saskia M.S.C. Thijsse Tussentijds hebben Ellen van Galen Last, Cees Groothoff en Annegret Meijboom uitleg gehad van André van der Holk over de zogenaamde Cowtag (het beschrijvingsformulier van houten scheepsvondsten/onderdelen). Foto’s zijn gemaakt door Annegret Meijboom met assistentie van Ellen van Galen Last. Om 15.30 uur opruimen, getekende loshouten opgestapeld op de pallets, spullen naar binnen gebracht, mokken afwassen enz. Om 16.00 uur in het restaurant van Nieuw Land met zijn allen wat gedronken onder het genot van ‘moderne’ bitterballen. Waarbij André van Holk en Dick Velthuizen hartelijk bedankt werden voor de prettige, leerzame en boeiende cursus. We hebben veel geleerd en hopen onze ervaring nuttig te kunnen gebruiken bij de opgraving van het scheepswrak aan de Vogelweg in de periode juni / juli 2011.
Na hard werken is het goed uitrusten. Foto: Saskia M.S.C. Thijsse
AARDEWERK juni 2011 blz 17
Prehistorische waterloop aangetoond. Onderzoek door AWN Flevoland bij ‘Boer Frans’. Cees.C. Groothoff In de eerste decennia na de drooglegging van Oostelijk Flevoland werd naar aanleiding van de archeologische vondsten ten noorden van Swifterbant, de geologie in kaart gebracht van het prehistorische landschap in die buurt. Een aantal kaarten werd samengesteld van de geulen, de oeverwallen en de rivierduinen van het krekensysteem. Bij de veldcursussen van de AWN Flevoland die sinds 2004 in het Swifterbantgebied werden gehouden, onder leiding van het Groninger Instituut voor Archeologie (GIA) met medewerking van Dick Velthuizen, werd gebruik gemaakt van de kaart van Deckers, 1979. Was het onderzoek in de jaren 2004-2008 vooral gericht op de oeverwallen in het westelijke gedeelte (het hakakkertje van 2007!), in 2009 en 2010 werd de aandacht geconcentreerd op het duintje op kavel H 46, naast de Kamperhoekweg. Zie figuur 1, een uitsnede uit de kaart van Deckers; hierop wordt deze locatie S21-23 genoemd.
Hier waren in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw duizenden vondsten gedaan op vier locaties. Onder andere tientallen haardkuilen en dertien menselijke graven, te dateren over twee perioden van 6700-5000 v.Chr. respectivelijk 4600-4000 v.Chr. (literatuur 1) In 2008 is hier een boorcampagne uitgevoerd door AWN Flevoland en GIA om te onderzoeken of er, net als bij rivierduinen elders ( donken bij Maas en Rijn), afvallagen rondom het duin zouden worden aangetroffen (literatuur 2). In het najaar van 2008 werd ter plaatse nog een vervolgonderzoek uitgevoerd met mechanische boringen. Er werden echter geen afvallagen aangetroffen. Wel werd een indicatie gevonden voor een nieuwe tak van het Swifterbant kreeksysteem en misschien een soort landingsplaats aan het duin.
AARDEWERK juni 2011 blz 18
Aan de hand van deze onderzoekingen, van gegevens van oudere bronnen, het Actueel Hoogtebestand Nederland en luchtfoto's is in 2009 een nieuwe kaart opgesteld (figuur 2), een actualisering van de kaart van Deckers, uitgebreid beschreven in literatuur 3.
Op deze nieuwe kaart is te zien dat langs het betreffende duin, nu S25 genoemd, een stuk geul in Oost-Westrichting op de aanliggende kavel H45 heeft gelegen. Een paar honderd meter naar het Oosten is ook een stuk geul te zien, een aftakking van de hoofdkreek, ook Oost-West gericht. Zouden die twee stukken op elkaar aansluiten? Is het ontbrekende stuk aan te tonen? Eén aanwijzing voor die ontbrekende geul was het verschijnsel dat op sommige plaatsen in het akkerland lage stukken lagen, waar in een natte periode plassen water in de geultjes tussen de richels van het gewas op het veld goed zichtbaar waren. Dit was al geconstateerd in 2008: een foto van een modderende Jan Boes in een kletsnat trekkerspoor (zie literatuur 2, blz.35). Nadien werd in 2009 en 2010 verder speurend door het terrein gestruind door prof. dr. D.C.M. Raemaekers en de hr. D.E.P. (Dick) Velthuizen, in 2010 nog met een stel Groninger studenten die jalons pootten op de meest evidente geulplassen. De positie van deze jalons werd ingemeten. Na al deze ‘grondige’ voorbereidingen in het veld stelden prof. Raemakers en Dick Velthuizen voor om de volgende stap te zetten: “AWN ! Zoek de prehistorische waterloop!” Een goed onderwerp voor een gedegen veldonderzoek! In januari 2011 zijn, na toestemming van de kaveleigenaar ‘Boer Frans’ van der Stee, op drie zaterdagen ploegjes van de AWN Flevoland bezig geweest met het zetten van boringen op de plaats van het vermoede ontbrekende stuk geul, daarbij geholpen door de in 2010 ingemeten jalonlocaties. De ploegjes bestonden, in wisselende samenstelling, doch steeds onder begeleiding van Dick Velthuizen, uit: Jan Boes, Archie Ermans, Caroline Hoek, Ellen van Galen Last, Annegret Meijboom met echtgenoot Douwe en dochters Aldwina en Winanda, Rob Woering.
AARDEWERK juni 2011 blz 19
Er werd met de 50mm guts in totaal 21 boringen gezet over een lengte van 420 meter in 8 raaien. De coördinaten van het eerste boorpunt, raai 11, 't zuidelijke punt (A genoemd in figuur 3), waren: x = 172.213.92 y = 510.940.20 De posities van de boringen werden ook vastgelegd met behulp van het nieuwe, door AWN Flevoland aangeschafte, GPS meetinstrument. De boorkernen werden onderzocht en geanalyseerd, genoteerd en later uitgetekend in de boorstaten die zijn neergelegd in de tekening “Gezocht Stroomgeul”. Deze is getekend door Annegret Meijboom. In figuur 3 zijn in een uitsnede van de nieuwe kaart deze resultaten van de boorkernanalyse toegevoegd, die door Annegret in een Excel grafiek zijn weergegeven. Uit de aanwezigheid van een laag sediment op slappe klei of een laag verslagen veen in de bodem werd de aanwezigheid van een geul afgeleid. De oevers waren gekenschetst door gerijpte klei. De blauwe stippellijn die de ‘geulpunten’ verbindt, geeft inderdaad aan dat er een waterloop tussen de al bekende kreekuiteinden is geweest. Een stukje Prehistorische waterloop is aangetoond! Q.E.D.
Literatuur 1. Price, T.D., 1981. Swifterbant, Oost Flevoland, Netherlands: Excavations at the riverdune sites S21-S24, 1976. Final Reports on Swifterbant III. Palaeohistoria 23, 75-104. 2. Raemaekers, D.C.M. en Geuverink J., 2009. Boren bij Doug's duin.Op zoek naar vindplaatsen bij Swifterbant (Fl.). Paleo-aktueel nr 20, 2009, 32-37. 3. Drescher, S. en Raemaekers D.C.M., 2010. Oude geulen op nieuwe kaarten. Het krekensysteem bij Swifterbant (Fl.). Paleo-aktueel nr 21, 2010, 31-38.
AARDEWERK juni 2011 blz 20
Tentoonstellingen / lezingen / symposia / wetenswaardigheden Saskia M.S.C. Thijsse Tentoonstellingen Archeologietentoonstelling Eet Smakelijk! bij FlevoMeer Bibliotheek | Lelystad
Eten door de eeuwen heen De tentoonstelling ‘Eet Smakelijk! 10.000 jaar eten’ – vanaf juli 2011 - gaat over eten door de eeuwen heen. De tentoonstelling legt de link tussen het verre verleden van de Flevopolders en onze hedendaagse, multiculturele provincie. Eet Smakelijk! vertelt over de steentijd, waarin jagers en verzamelaars leefden (vanaf zo'n 10.000 jaar geleden) en over de Zuiderzeetijd, toen er schepen voeren over wat nu Flevoland is. Wat werd er gegeten, hoe kom je aan je maaltijd en hoe kun je eten bewaren? Wat hebben de archeologen daarvan terug gevonden in deze jonge provincie met een lang historisch verleden? De tentoonstelling Eet Smakelijk! is de derde expositie van Bureau Archeologie van de gemeente Almere die de bijzondere archeologie van de omgeving belicht. Om zo veel mogelijk mensen, jong en oud, in hun eigen omgeving kennis te laten maken met de geschiedenis van de polder, is gekozen voor een expositie in reizende vorm. In drie stellages met ‘kijkdozen’ is steeds een stukje van het verhaal te ontdekken. In het diorama krijg je een beeld van hoe het leven er uit zag en de spellen nemen je op creatieve wijze mee door de eeuwen heen. Een tentoonstelling voor jong en oud waar je dingen kunt doen en ontdekken! Bij de expositie is een kijkwijzer beschikbaar waarmee leerlingen van de bovenbouw van het basisonderwijs en hun leraar een zelfstandig bezoek kunnen brengen aan de expositie. Met de Kijkwijzer leren ze na te denken, hun mening te geven en goed te kijken naar de verschillende onderwerpen in de expositie. Aan een zelfstandig bezoek aan de expositie zijn geen kosten verbonden, wel dient de groep te zorgen voor voldoende begeleiding De kijkwijzer is beschikbaar in de bibliotheek. MAORI tot en met 18 september 2011 in het Museum Volkenkunde te Leiden De spannende gezinstentoonstelling MAORI waarin bezoekers alles over onze 'tegenvoeters' te weten komen, is wegens enorm succes tot en met 18 september 2011 verlengd. En wat is er nieuw? De Maori-kano, de Waka, vaart uit en het hele gezin kan mee! Of kom in de museumtuin de Haka meedansen Rijkdom en religie bij de Etrusken (werktitel) 15 oktober 2011 t/m 18 maart 2012 Rijksmuseum van Oudheden (RMO) Leiden + Allard Pierson Museum Amsterdam
AARDEWERK juni 2011 blz 21
Etruskisch votiefbeeldje van een zwijn (brons, ca. 500 v.Chr., hoogte 7,5 cm). Foto: Bron RMO. Topstukken uit de grote archeologische musea van Italië zijn de belangrijkste ingrediënten van deze tentoonstelling over 250 jaar rijkdom en religie bij de Etrusken. U ziet vondsten uit de periode 750500 voor Christus, afkomstig uit graven en tempels in o.a. Tarquinia, Cerveteri, Murlo, Verrucchio en Sant'Omobono. Ook de beelden van het beroemde ‘Portonaccio' heiligdom in Veii zijn te zien. De tentoonstelling is verdeeld over twee locaties: het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden en het Allard Pierson Museum in Amsterdam. Elke locatie heeft een eigen thema. In het Allard Pierson Museum is dat 'Prinsen en Priesters', in het Rijksmuseum van Oudheden is het thema 'Prinsessen en Godinnen'. Museumwandelingen/rondleidingen op 25 september 2011 om 14.00 uur, RMO Leiden De museumwandeling met conservator Luc Armkreutz (Nederland Prehistorie) of Annemarieke Willemsen (Nederland Middeleeuwen) leidt u langs de bijzondere objecten. Gratis bij bezoek aan het museum. Lezingen Zomerlezing – Sisi en Wilhelm II datum: dinsdag 16 augustus 2011 tijd: 14.00 – 15.00 uur locatie: filmzaal RMO te Leiden kosten: geen extra kosten (excl. entree museum, Museumjaarkaart geldig) kaarten: reserveren is niet mogelijk, kaarten uitsluitend verkrijgbaar aan de kassa van het museum op de dag van de lezing
Lezing door prof.dr. Ruurd Halbertsma, RMO-conservator collectie Klassieke Oudheid, in het kader van de tentoonstelling 'Sisi en Wilhelm II: keizers op Corfu' (13 april t/m 11 september 2011). De ongelukkige keizerin Sisi en de martiale Duitse keizer Wilhelm II zijn beiden bekende persoonlijkheden in de Europese geschiedenis. Minder bekend is dat ze allebei een speciale band met de klassieke oudheid en de archeologie hadden. Op het eiland Corfu komen hun
AARDEWERK juni 2011 blz 22
levens en belangstelling samen. Keizerin Elisabeth ('Sisi', 1837-1898) ontvluchtte het leven aan het Oostenrijkse hof en haar ongelukkige huwelijk in een droomwereld: de wereld van het oude Griekenland, van helden als Achilles, Hektor en Ajax. Zij nam lessen oud-Grieks om Homerus in het origineel te kunnen lezen en bouwde tussen 1889 en 1892 een droompaleis tussen de cipressen op het groene eiland Corfu. Zij noemde het paleis 'Achilleion', de Achilleshof. Het paleis werd ingericht in klassieke sfeer, met beelden van Apollo en de Muzen en wandschilderingen met de strijd rond Troje als thema. Lang heeft zij niet kunnen genieten van haar schepping: in 1898 werd zij in Genève vermoord door een anarchist. Sisi's dochter verkocht het Achilleion in 1907 aan keizer Wilhelm II. Elk voorjaar, in mei, bracht Wilhelm hier enkele weken door, met zijn hele hofhouding. Toen bij opgravingen op het eiland de fundamenten van een grote archaïsche tempel tevoorschijn kwamen, nam hij persoonlijk de leiding van de opgraving over. Duitse archeologen ontdekten hier reusachtige sculpturen, ondermeer van een rennende Gorgo. Keizer Wilhelm was meer dan enthousiast en legde de opgravingen op film en foto's vast. Symposia/beursen/evenementen Dag van de Archeologie in Almere Datum: 28 augustus 2011 Kleurhistorisch Platform Op 13 oktober 2011 te Amersfoort, RCE gebouw, Smallepad 5. Om kennisuitwisseling te bevorderen organiseert de Rijksdienst sinds 2005 drie maal per jaar een Kleurhistorisch Platform. Uiteenlopende onderwerpen op het gebied van restauratie en conservatie van schilderwerk in en op gebouwen komen aan bod. Website 13th International Symposium on Boat and Ships Archaeology gelanceerd Op vrijdag 15 april werd de website www.isbsa.org gelanceerd. Deze website geeft informatie over de komende 13th International Symposium on Boat and Ships Archaeology. ISBSA13 wordt gehouden van 8-12 oktober 2012 in het vernieuwde Scheepvaartmuseum /marinecomplex in Amsterdam. De Rijkdienst werkt in de organisatie samen met het Scheepvaartmuseum Amsterdam, Universiteit van Groningen, Erfgoed Nederland. Het programma commitee bestaat uit de volgende personen: Benno van Tilburg (Secretary ISBSA13, Netherlands Heritage Agency), Wilma Gijsbers (Netherlands Heritage Agency), Martijn Manders (Netherlands Heritage Agency), Jeroen van der Vliet (Rijksmuseum, Amsterdam), André van Holk (University of Groningen), Joost Schokkenbroek (Scheepvaartmuseum, Amsterdam), Marjolein Cremer (Netherlands Institute for Heritage), Bouchra Filali (Netherlands Institute for Heritage), Caroline van den Ende (Netherlands Institute for Heritage) Wetenswaardigheden Scheepswrakken Flevoland zichtbaar met smartphone Ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van de provincie is op 21 april 2011 de Flevolandse Landschapscampagne gelanceerd. De gedeputeerde Landschap en Natuur van de provincie Flevoland gaf het startsein. De campagne bestaat voor een belangrijk deel uit het toepassen van augmented reality. Daarmee worden onder andere onzichtbare scheepswrakken zichtbaar gemaakt.
AARDEWERK juni 2011 blz 23
Augmented reality is een vrij nieuwe technologie voor de mobiele telefoon, die in de praktijk eenvoudig werkt: je richt je telefoon met camera (bijvoorbeeld iPhone of android) op een plek waarover je meer informatie wilt. Op het scherm van je telefoon verschijnen iconen van plaatsen waar meer informatie over is. Deze informatie kan bestaan uit tekst, foto's en filmpjes: een laag (layer) met toegevoegde werkelijkheid (augmented reality). Ook kan direct worden doorgeklikt naar websites. De scheepswrakken in Flevoland worden zichtbaar met de Flevolayer, evenals informatie over de wrakken en een verwijzing naar de plek waar een aantal in het echt te bekijken is: de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Lelystad. De afdeling Scheepsarcheologie van de Rijksdienst heeft aan deze Flevolayer meegewerkt. Om de virtuele layer op het landschap te kunnen zien, moet je deze eerst downloaden en installeren. Die is te vinden op www.layar.com. Maak een account aan en zoek op ‘Flevolayer’. Voor wie geen smartphone bezit, is bij de VVV’s in de provincie een papieren kaart verkrijgbaar waarop bijvoorbeeld informatie over scheepswrakken, landschapskunst en natuurparken te vinden is. Tegelijkertijd is een en ander te bekijken op de website van de provincie www.flevoland.nl/schatkaart.
Limes genomineerd voor Werelderfgoedlijst De Romeinse rijksgrens Limes, die in ons land globaal van Katwijk naar de Duitse grens loopt, is door een speciale commissie op de zogenaamde Voorlopige Lijst gezet. Elf Nederlandse erfgoederen zijn zodanig uitzonderlijk en universeel van waarde, dat ze een plaats verdienen op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Dat heeft het kabinet in april 2011 bekend gemaakt. De lijst speelt een belangrijke rol in het Werelderfgoedbeleid in Nederland voor de komende tien jaar. In Leiden loopt de Limes door Roomburg. Daar werd in 1996 bij archeologische opgravingen het zogenaamde 'Gordon' masker gevonden. Het ruitermasker uit de Romeinse tijd kreeg die bijnaam vanwege de gelijkenis met de zanger.
‘Gordon’ masker. Foto: RMO
AARDEWERK juni 2011 blz 24
Het is nog niet helemaal zeker dat de overheid de Limes ook echt bij UNESCO voordraagt voor de Werelderfgoedlijst. Naast de Limes zijn nog tien andere Nederlandse erfgoederen op de voorlopige lijst gezet. Het gaat om het Bonaire Marine Park, het Eise Eisinga Planetarium in Franeker, de nederzettingen Veenhuizen, Frederiksoord en Wilhelminaoord van de Koloniën van Weldadigheid in Drenthe, de Nieuwe Hollandse Waterlinie, de Noordoostpolder, het Plantagesysteem West Curaçao, het Sanatorium Zonnestraal in Hilversum, het Teylers gebouw in Haarlem, de Van Nellefabriek in Rotterdam en het eiland Saba. De komende jaren worden als eerste drie de Van Nellefabriek, het Teylers Gebouw en het plantagesysteem West Curaçao voorgedragen. Tot nu toe staan er negen erfgoederen uit Nederland en Curaçao op de Werelderfgoedlijst. Als laatste zijn het natuurgebied de Waddenzee en de Amsterdamse grachtengordel opgenomen. Nieuwe website www.kijkeensomlaag.nl Een site over ijstijden, ijstijdgeologie en zwerfstenen. Harry Huisman, de zwerfstenendeskundige van Nederland, heeft het initiatief genomen om een website op het WorldWideWeb te zetten die gaat over ijstijden, ijstijdgeologie en zwerfstenen. Het is een mooie site die gaat over de vele grote en kleinere keien in ons landschap. Keien die lang geleden in de ijstijd uit Scandinavië naar ons land zijn vervoerd. De bodem van Noord-Nederland is er rijk aan, maar zo talrijk als in de provincie Drenthe zijn ze nergens. Geen dorp of plaats daar of je ziet wel keien liggen, in tuinen, langs opritten, in parken, op kruisingen en op boerenerven.
Ook buiten onze landsgrenzen kom je op veel plaatsen zwerfkeien tegen, in zandgroeves maar vooral ook langs de kusten van de Oostzee. Ze liggen daar bij duizenden en niet zelden zijn ze daar ook mooier en groter dan hier. Wie meer wil weten over zwerfkeien, groot en klein, kijk dan eens op de website www.Kijkeensomlaag.nl Internationale bibliotheek verbetert ouderdomsbepaling Europees erfgoed Een nieuwe digitale bibliotheek brengt de gegevens van jaarringen in hout van oude bomen uit 14 landen samen. Dit vergemakkelijkt het onderzoek in Europa naar de ouderdom van monumenten, archeologische opgravingen, landschappen en ander erfgoed aan de hand van het gebruikte hout. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, de Universiteit Utrecht en Data Archiving and Networked Services (DANS) hebben onder leiding van prof. dr. Esther Jansma de Digital Collaboratory for Cultural Dendrochronoloy (DCCD) ontwikkeld, die nationaal en internationaal bruikbaar is voor opslag, uitwisseling en raadpleging van dendrochronologische (jaarringenonderzoek) gegevens. Zie: www.dendrochronology.eu en http://dendro.dans.knaw.nl De bibliotheek wordt dit jaar gevuld met de jaarringgegevens en onderzoeksbeschrijvingen van duizenden houten objecten en begraven landschappen uit de afgelopen 8000 jaar. Dendrochronologen of boomtijdkundigen kunnen aan de hand van jaarringen bepalen wanneer bomen werden omgehakt en waar ze groeiden. Daardoor is dendrochronologie een belangrijk instrument om de ouderdom, materiaalherkomst en waarde van archeologische vondsten, scheepswrakken, monumenten, schilderijen en meubels te bepalen. In Europa hebben universiteiten, instituten, bedrijven en rijksoverheden hun eigen dataverzamelingen aangelegd van tien- tot soms wel honderdduizenden metingen van jaarringpatronen, vaak nog op papier. Tot op heden waren deze data niet eerder zichtbaar en uitwisselbaar gemaakt. Met de komst van de digitale bibliotheek nemen de gebruiksmogelijkheden voor onderzoek toe. Door meer gegevens wordt de datering van houten erfgoed nauwkeuriger, maar kan ook grootschalig onderzoek gedaan worden naar handelsrelaties en (Europese) economische of demografische ontwikkelingen. Zo laten gegevens van jaarringen zien dat de pestepidemie in het veertiende-eeuwse
AARDEWERK juni 2011 blz 25
Europa tot een afname van bouwactiviteiten en het herstel van de bossen leidde. Dit soort ontwikkelingen kunnen onderzoekers straks ook voor andere periodes in de geschiedenis vaststellen. Een andere toepassing is de reconstructie van vroegere klimaten en daarmee onderzoek naar klimaatverandering. “Archeologen of historisch geografen willen soms een overzicht van alle vroegmiddeleeuwse boerderijen. Met deze digitale bibliotheek kan dat nu. Of een historicus wil bijvoorbeeld een grafiek van menselijke bouwactiviteit per gebied. Die kunnen we ook leveren,” aldus Esther Jansma. “Deze data zaten voorheen in de computers van verschillende laboratoria en onderzoekers en bestonden ten dele alleen op papier. Dit is de eerste keer dat deze gegevens voor hergebruik, raadpleging, onderwijs en dergelijke gezamenlijk beschikbaar komen op een internationale schaal.” Het project wordt onder andere mogelijk gemaakt door een subsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO Geesteswetenschappen).
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed staat voor de bescherming van het roerende en onroerende erfgoed van nationaal belang. Met specialistische kennis stimuleert de dienst een goede zorg voor archeologie, monumenten, cultuurlandschap, beeldende kunst en kunstnijverheid. DANS biedt toegang tot databestanden voor wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast stimuleert DANS het gebruik van wetenschappelijke data en biedt het de mogelijkheid om deze duurzaam op te slaan. Kijk voor meer informatie en contactgegevens op www.dans.knaw.nl. DANS is een instituut van KNAW en NWO.
AARDEWERK juni 2011 blz 26
Mediamatic wint Best of the Web Award De website www.innl.nl heeft op de internationale conferentie Museums and the Web 2011 in Philadelphia een award gewonnen in de categorie Innovatie. De website is onderdeel van het Nederlandse verhalennetwerk INNL, dat werd opgezet door Mediamatic. Het netwerk bestaat uit een sociaal semantisch web van verschillende, op zichzelf staande, verhalensites. Naast het Nationaal Historisch Museum behoren onder andere de verhalensites Buurtwinkels, Nieuw Land Erfgoed, Community Joods Monument, ANP Historisch Archief en 4 en 5 mei Amsterdam tot het INNL netwerk. De website is ontwikkeld in samenwerking met Lava Graphic Design. Met het INNL netwerk kunnen Nederlanders een bijdrage leveren aan de collectieve beleving van de Nederlandse geschiedenis. De sites ondersteunen bijdragen in de vorm van verhalen, geluidsfragmenten, foto’s en film. Gebruikers kunnen geografische en chronologische informatie aan hun bijdrage toevoegen. Zo worden gebeurtenissen gekoppeld aan de plek waar ze zich hebben afgespeeld, en wordt de historische samenhang tussen gebeurtenissen weergegeven. Het INNL netwerk is een voorbeeld van een Web 3.0 toepassing. Web 3.0, ook wel semantisch web genoemd, verwijst naar de trend waarbij internettoepassingen op elkaar zijn afgestemd, kunnen samengaan of geïntegreerd kunnen worden. Het archeologisch bestel wordt doorgelicht In 2011 is het vier jaar geleden dat de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) door de Tweede Kamer werd aangenomen. De wet bevat de aankondiging dat de minister van OCW – uiterlijk vier jaar na invoering – de werking van de wet zal evalueren. Op de site http://www.rigo.nl/archeologie staat de vragenlijst bestemd voor professionals die werkzaam zijn in de archeologie (archeologen én niet-archeologen). hbo-opleiding Archeologie Bij Hogeschool Saxion in Deventer is vanaf volgend schooljaar de vierjarige hbo bacheloropleiding Archeologie te volgen. Het is de enige locatie in Nederland waar deze vierjarige studie te volgen is. Volgens de onderwijsinstelling is de opleiding geschikt voor iedereen met interesse in geschiedenis en cultuurhistorie die zowel binnen wil werken en studeren, als buiten bij een opgraving. Studenten zullen worden opgeleid tot de "rechterhand van de master-archeoloog". Na hun opleiding moeten ze in staat zijn alle technische, organisatorische en logistieke activiteiten rond een archeologisch onderzoek te regelen. Daarnaast kunnen ze dan zelf actief meewerken aan de voorbereiding en uitvoering van archeologische projecten. Saxion over de nieuwe opleiding: De universiteiten leiden academische onderzoekers op, vooral geschoold in het inhoudelijke, wetenschappelijke deel van archeologisch onderzoek. Maar de markt vraagt ook om onderzoekers die praktisch zijn geschoold in het proces- en projectmatig uitvoeren van archeologisch onderzoek, binnen de grenzen van tijd en geld. De nieuwe hbo opleiding Archeologie speelt daarop in. De hbo-studenten gaan straks jaarlijks op stage. Ze werken samen met professionele archeologen mee. De nieuwe opleiding was eerder ook al te volgen maar was toen een particuliere opleiding van Saxion Next. Vanaf september 2011 is het een geaccrediteerde en door het rijk bekostigde opleiding. Meer informatie over de nieuwe opleiding op www.saxion.nl/ar. In Nederland worden ieder jaar een groot aantal archeologische projecten uitgevoerd. Dit onder meer vanwege de Wet op de Archeologische Monumentenzorg die bepaalt dat bij dreigende aantasting van de bodem, bijvoorbeeld door bouwwerkzaamheden, eerst archeologisch onderzoek nodig is. Boot van farao Cheops wordt opgegraven Archeologen zijn in Egypte begonnen met de opgraving van een boot van farao Cheops. De boot is opgeslagen in een ondergrondse kamer aan de zuidzijde van de piramide van Cheops. Het vaartuig is volledig ontmanteld en bestaat op dit moment uit een verzameling planken en blokken hout. De opgraving is al in volle gang. De eerste planken zijn inmiddels uit de ondergrondse ruimte verwijderd, zo meldt Discovery News. “Dit is één van de belangrijkste archeologische projecten die op dit moment in de wereld plaatsvinden”, verklaart de Egyptische minister van Oudheden Zahi Hawass.
AARDEWERK juni 2011 blz 27
De archeologen hebben de boot eerst op afstand bestudeerd door een camera in de opslagkamer te laten zakken. Volgens hun berekeningen is de boot van farao Cheops ruim veertig meter lang als alle onderdelen worden samengevoegd. De verwachting is dat het gehele 'bouwpakket' over enkele maanden volledig is opgegraven. Het kan echter nog jaren duren voordat de boot in elkaar is gezet. In de piramide van Cheops werd al eerder een vergelijkbare boot aangetroffen. In 1954 werd dit vaartuig ook in de vorm van een bouwpakket opgegraven. Het duurde daarna nog dertien jaar voordat de boot op de juiste manier in elkaar was gezet. Cheops heeft waarschijnlijk nooit gevaren op de vaartuigen uit zijn piramide. De boten hadden volgens minister Hawass alleen een symbolische betekenis. De Egyptenaren geloofden dat hun koningen in zogenaamde zonneboten naar het hiernamaals werden vervoerd. “De tweede boot was bedoeld om de koning in het daglicht te vervoeren, de eerste boot was voor zijn reis door de nacht”, aldus Hawass. Bodem Markermeer telt veel wrakken Er moeten honderden scheepswrakken op de bodem van het Markermeer liggen. Dat stellen WestFriese archeologen. Zij vinden dat de wrakken en hun lading snel goed in kaart moeten worden gebracht, voordat toekomstige plannen voor het Markermeer onherstelbare schade aanrichten. Volgens archeoloog Michiel Bartels is er alle reden om aan te nemen dat het Markermeer vele interessante zaken herbergt. Bartels is één van de onderzoekers die een bijdrage hebben geleverd aan het boek ’Gezonken als een baksteen’ over het Markermeer en het onzichtbare maritieme erfgoed op de bodem van de voormalige Zuiderzee. Nieuw boek: Gezonken als een baksteen Het Hoornse Hop is in de Gouden Eeuw en de eeuwen hierna een van de drukst bevaren stukken van de Zuiderzee. Handelsschepen, oorlogsbodems, vrachtvaarders en vissers voeren duizenden malen per jaar naar of van Hoorn. Vele schepen vergingen in het ondiepe Hoornse Hop. In 2002 verrichtte een schip van Rijkswaterstaat een controlemeting. Op enige afstand van de oude haven van Hoorn werd het complete silhouet van een middelgroot schip zichtbaar op de meetapparatuur. Het bleek 18 m lang en redelijk gaaf in de zachte zeebodem vast te zitten. Duikende amateurarcheologen uit West-Friesland werd gevraagd het wrak nader te inspecteren. Het wrak bleek vol te liggen met gele baksteentjes, dakpannen, plavuizen en een groot aantal fraaie witte borden met de tekst ‘Makkum 1752’. Na een aantal succesvolle duiken en aanvullende studie, liep het onderzoek vast. Het schip bleef op de bodem van het Hoornse Hop liggen. In 2010 werd een belangrijk historisch document ontdekt dat alle puzzelstukken op zijn plaats liet vallen. Het vrachtschip was de tjalk van de Friese schipper Karsten Hoytes komend van Makkum. Het verging onder mysterieuze omstandigheden in de nacht van 2 op 3 november 1752 in het zicht van de Hoornse haven. Het verhaal ‘Gezonken als een baksteen’ is veelzijdig omdat het zowel de Fries-Westfriese maritieme handelsbetrekkingen als de productie en het gebruik van Fries aardewerk en bouwmateriaal illustreert. Tevens belicht het de functie van de tjalk als werkpaard van de Zuiderzee. Tenslotte wijst het op het nut van archeologisch onderzoek in de voormalige Zuiderzee en de risico’s waaraan het kwetsbare erfgoed op de zeebodem telkens blootstaat. Auteurs: Michiel Bartels, stadsarcheoloog Hoorn; Henk Dessens, Directeur Collecties Het Scheepvaartmuseum Amsterdam; Christiaan Schrickx, archeoloog en historicus; Dieuwertje Duijn, keramiek specialist; Martin Sluis duikend amateurarcheoloog, Timo Perger, RAAP-Friesland. Verschijningsdatum: 29 januari 2011 Winkelprijs € 17,50 (ex. verzendkosten) 96 pagina’s, hard back, fraai gebonden, zeer veel kleurrijke illustraties uit diverse museale collecties. ISBN: 978-90-816452-1-8 Te koop bij de lokale boekhandel of www.spa-uitgevers Met samenvattingen in het Fries, Engels en Duits
AARDEWERK juni 2011 blz 28