JUN
19 2015
P2 KUNST HET ORAKEL SPREEKT LEES MEER
1
P3 MEER OR DANKZIJ NIEUWE WET? LEES MEER
P3 PERSONEELSMONITOR GEMEENTEN 2014 LEES MEER
P4 IEDER1OR! BEZOEKT VEILIGHEIDSREGIO’S LEES MEER
P5 SANDER ZWANENBURG COR ZUID-HOLLAND ZUID LEES MEER
KUNST Je kent het wel. Die sessies waarin we elkaars competenties en kwaliteiten ontdekken en benoemen. Erg nuttig en een klap in het gezicht voor wie denkt in stereotypen. Ik mag er graag zijn. Blijkt ineens dat de saaie collega van de afdeling Financiën in zijn vrije tijd dance events voor veertigplussers organiseert en zelf een zeer verdienstelijk tangodanser is. En de joviale, zongebruinde, oppervlakkigheden uitstralende sportjongen ontpopt zich als kenner van de grote filosofen. Ik sport dus ik besta. Na zulke sessies heeft ongekend talent ineens een andere betekenis dan alleen enorm begaafd. Daar profiteren we weer van als gemeentelijke organisatie. Je blijkt veel meer aan boord te hebben en we kijken eens met andere ogen naar elkaar. ‘Ach, ik houd van bewegen,’ hoorde ik de systeembeheerder tijdens de lunch antwoorden nadat de collega van het Klant Contact Centrum vroeg hoe hij het voor elkaar kreeg de marathon van Rotterdam binnen 3 uur en 30 minuten te lopen. ‘Het is geen kunst hoor.’ De KCC-dame vond het weer geen kunst dat ze voor honderd euro de eerste druk van een klassiek Nederlandstalig boek – naam is me ontschoten, Grieks hé - op de kop tikte en het voor het tienvoudige weer verkocht. ‘Antiek en curiosa is mijn hobby.’ En daar sla ik aan als professioneel profeet. Hou eens op met dat Hollandse maaiveld. Want het is wel een kunst. Het is een kunst je te verdiepen in Kant, Descartes en Sartre, het is een kunst om logistieke handboeken te lezen en de finesses van een Latijnse dans onder de knie te krijgen. Het vergt bloed, zweet en tranen om een marathon te lopen. Het kost heel wat uurtjes je te specialiseren in antiek én, nu spreek ik jullie aan, het is een kunst om binnen je gemeente medezeggenschap stevig neer te zetten. Natuurlijk, het merendeel van de medezeggenschappers is van nature sociaal ingesteld en vindt het fijn om samen te werken. Bovendien gaat het organisatiebelang ze aan het hart. Maar dat maakt het niet minder knap. De kunst van de medezeggenschap. Kunnen ze daar niet eens een boek over maken? Kan de achterkleinzoon van onze stevige ambtenaar over honderd jaar weer een leuke eerste druk op de kop tikken. Fijne vakantie. En als je naar Delphi gaat, de ouzo staat klaar.
ORAKEL
J 2
MOGELIJK MEER OP HET BORDJE VAN DE OR DANKZIJ NIEUWE WET De verwachting is dat de Eerste Kamer dit najaar met de Wet normalisatie rechtspositie ambtenaren instemt. Op 1 januari 2018 treedt de wet dan in werking. Als deze wet ongewijzigd het Staatsblad haalt, heeft dat gevolgen voor het werk van de OR. Het Gemeenschappelijke Overleg (GO) in zijn huidige vorm komt dan te vervallen. Arbeidsvoorwaardelijke, rechtspositionele zaken die voorheen nog bij het GO terecht kwamen omdat ze niet centraal in de CAR/UWO geregeld waren en geen onderdeel zijn van een reorganisatieplan zullen dan door de bestuurder voor instemming aan de OR worden voorgelegd, zo is de verwachting van Paul du Bois namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De werknemersvertegenwoordigers hebben een andere mening. Bert de Haas van FNV Overheid zegt dat het klopt dat het overleg opnieuw moet worden geregeld, maar dat er meerdere mogelijkheden zijn om overleg te doen plaatsvinden. De wet op de CAO wordt dan van kracht, maar het is volgens hem geen automatisme dat arbeidsvoorwaardelijke zaken bij de OR of de Personeelsvertegenwoordiging terechtkomen. Zo kennen de universiteiten een overlegprotocol waarin ook per universiteit een lokaal overleg plaatsvindt met de vakbonden en het
PERSONEELSMONITOR GEMEENTEN 2014 De Personeelsmonitor Gemeenten 2014 (PM2014) is uit. Hierin staat ook voor OR-leden interessante informatie in. De belangrijkste trends blijven ontgroening en vergrijzing. GEMEENTE ZIET BIJNA ABRAHAM De gemiddelde leeftijd ligt inmiddels boven de 48 jaar en als deze ontwikkeling zich doorzet, ziet de gemeentelijke bezetting binnen vijf jaar Abraham. Er werkten in 2014 meer medewerkers van 60 jaar of ouder bij gemeenten dan medewerkers onder de 35 jaar. Als er gesproken wordt over de instroom van jongeren dan hebben we het feitelijk over de leeftijdscategorie 30-35 jarigen.
3
bestuur aan tafel. En waar een overeenstemmingsvereiste geldt. Het kan volgens hem nog alle kanten uit. Vakbonden en werkgevers moeten nieuwe afspraken maken over de regels van het arbeidsvoorwaardenoverleg, mocht de wet van kracht worden. De vakbonden willen in ieder geval dat de wet nog voorgelegd wordt ter goedkeuring aan de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB), maar minister Plasterk liet al eerder weten dit niet nodig te vinden en slechts in gesprek te gaan met de ROB, zonder een advies af te wachten. De bonden overwegen nog een kort geding over deze zaak te voeren tegen de minister, maar als dat verloren wordt of ze besluiten deze rechtsgang toch niet te gaan maken, dan zal volgens de werkgevers de medezeggenschap voortaan over zaken als reiskostenvergoeding, inconveniëntenregeling (ongemakkentoeslag) of garantietoelagen zijn oordeel moeten geven. Dat heeft gevolgen voor de kennis of deskundige ondersteuning van de OR. Wellicht is het raadzaam met het oog op de komende verkiezingen menskracht te mobiliseren met wat meer rechtspositionele kennis. Met in het achterhoofd dat de macht van de OR door het politieke primaat ook in de nieuwe wet niet te vergelijken is met die uit de private sector en dat de vakbonden altijd betrokken blijven bij overleg met de bestuurder. INFORMATIE We hebben een bladerbare versie en een printversie. Om te weten hoe A+O fonds Gemeenten de cijfers berekend hebben of om te weten wat wel en niet onder een definitie valt, is al deze informatie verzameld in het gegevenswoordenboek NIEUW: VERGELIJK UW KENGETALLEN MET DE GEMIDDELDEN VAN ALLE GEMEENTEN Benieuwd naar hoe uw kengetallen zich verhouden met de gemiddelden van alle gemeenten? Maak dan gebruik van de HR Databank. In de HR Databank zijn de benchmark gegevens van de afgelopen 5 jaar bewaard. De gegevens worden jaarlijks, bij het verschijnen van de Personeelsmonitor, bijgewerkt. Bekijk en vergelijk kengetallen zoals bezetting, instroom/doorstroom/uitstroom, ziekteverzuim en externe inhuur, opleiding en salaris. Ga naar de HR Databank.
IEDER1OR! BEZOEKT VEILIGHEIDSREGIO’S HELDER COMMUNICEREN SMAAKT NAAR MEER Hoe houd je 25 kikkers in een kruiwagen? Oftewel: hoe zet je met 25 ondernemingsraden een strategische lijn uit? Die vraag kreeg Ieder1OR! van het bestuur van het Landelijk Overlegplatform Ondernemingsraden Veiligheidsregio’s (Loov). Ieder1OR! begon bij het begin: helder communiceren. Iedereen schiet in de lach als workshopleider Ton Bennink de tekst van een OR-bericht letterlijk omzet naar een thuissituatie waarbij de oudste dochter het huis verlaat. De huiselijke anekdote leest ineens wel heel omslachtig en formeel. Iedereen begrijpt meteen dat je zo geen informatie overbrengt. “En toch communiceren jullie wel zo met je achterban”, legt Bennink terug in de groep. “Waarom toch?” De communicatieworkshop was onderdeel van het Ieder1OR!-bezoek, woensdag 15 april, aan de vergadering van het Landelijk Overlegplatform Ondernemingsraden Veiligheidsregio’s. In de brandweerkazerne in Amersfoort ging Ieder1OR! in op de vraag hoe je met vertegenwoordigers van verschillende ondernemingsraden toch als een OR een strategische lijn kunt uitzetten. Namens het A+O fonds Gemeenten vertelde Esther Loozen eerst wat het A+O fonds kan betekenen voor ondernemingsraden. Behalve het ondersteunen van de landelijke OR-verkiezingen gemeenten en het stimuleren van innovatieve medezeggenschap, wees zij op interessante subsidieregelingen, zoals de impulssubsidie. De vraag of het Loov als platform daarvoor ook in aanmerking kwam, ging in de tas mee naar Den Haag. Loozen: “Het aanvragen van subsidie is veel eenvoudiger geworden. Je moet wel aan de omschreven voorwaarden voldoen.”
4
In de communicatieworkshop ging het erom hoe je een boodschap helder overbrengt. Want je OR-berichten concurreren met een heleboel andere informatie, maakte Bennink duidelijk. Hij gaf tien aanknopingspunten om een boodschap aantrekkelijk te brengen voor de lezer. Bennink: “Maak er werk van. Zoek iemand die het leuk vindt om een bericht te schrijven. En houd het simpel: breng een heldere boodschap kort en bondig.” Marijke Meester sloot daar in haar workshop op aan. Want als je met een stem wilt spreken, is het wel goed om te weten met wie je om tafel zit. “Hoe goed kennen jullie elkaar eigenlijk”, vroeg ze de aanwezigen. “Kennen jullie elkaars kwaliteiten en talenten die je als overlegplatform zou kunnen benutten? Weten jullie wat je in huis hebt?” Dat viel tegen, werd schoorvoetend aangegeven. “Sommigen kennen elkaar, maar dit gezelschap kan wisselen”, gaf een Loov-vertegenwoordiger aan. In een ‘kennismakingsessie’ gingen de Loov-leden vervolgens in vier groepen aan de slag om zich te typeren als schepper, heerser, wereldverbeteraar, joker, denker en andere types. Het leidde tot levendige discussies. “Ik kan nogal vooruit stormen. Mijn collega is meer een denker en onderbouwt het vaak”, vertelde iemand in groep 1. In een andere groep: “Ik ben ietsje te veel een zorgdrager.” De joker blijkt op sommige momenten ook nuttig: “Een vergadering mag best leuk zijn, maar de lach moet niet de overhand krijgen. Maar soms lopen gemoederen hoog op en dan kan een grap de spanning breken.” Uit de terugkoppeling bleek dat het een nuttige sessie was geweest. “Niemand paste in een hokje, maar het was absoluut waardevol. Ik weet meer achtergronden”, concludeerde groep 2. Dat was ook de heldere boodschap: Ken elkaar en maak gebruik van elkaars talenten. Dan weet je ook waar je elkaar kunt versterken. De bijeenkomst smaakte voor de Loov-vergadering duidelijk naar meer.
NIEUW IN DE OR
NIEUW
!
SANDER ZWANENBURG, COR VEILIGHEIDSREGIO ZUID-HOLLAND ZUID In de politiek weten ze er alles van. Er is een verschil tussen woord en daad. Geldt dat ook voor de nieuwe oogst in de OR die aantrad na de verkiezingen? Hoe bevallen de wittebroodsmaanden? Ieder1OR onderzoekt. “Er was vorig jaar al geroezemoes over een grote verandering. Dan moet iemand opstaan om de belangen te behartigen van de afdeling. Ik voelde mij geroepen om dat te gaan doen.” Sander Zwanenburg (35) werkt als senior beleidsadviseur Opleiden, Trainen en Oefenen bij bureau GHOR van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. Nog wel, want het bureau GHOR (Geneeskundige HulpverleningsOrganisatie in de Regio) – “de witte kant van de Veiligheidsregio”, aldus Zwanenburg – gaat straks met andere afdelingen samen in een nieuwe afdeling crisisbeheersing. De geplande reorganisatie was voor Sander Zwanenburg reden om in de Centrale Ondernemingsraad te stappen, zegt hij. “Het vertrouwen kwam ook van de afdeling. Collega’s vonden het fijn als ik de afdeling in de COR zou vertegenwoordigen. Ik ben min of meer gevraagd door de afdeling.” Sinds vorig jaar oktober maakt Zwanenburg nu deel uit van de COR. Er stonden verkiezingen op de rol, maar omdat Zwanenburg de enige kandidaat was van de kiesgroep GHOR werd hij direct lid van de COR, zonder verkiezingen. Drie van de zeven COR-leden zijn nieuw. Zwanenburg had geen eerdere ervaring met de medezeggenschap, maar het bevalt hem goed, zegt hij. Zwanenburg: “Het is een leuke club. Je zit toch met een reden in de COR. Je probeert het met zijn allen goed te regelen voor de organisatie, maar zeker ook voor de mensen die werken binnen de organisatie. Ik merk dat het een enthousiaste club is met hart voor de zaak. We streven hetzelfde na. Dat zorgt voor een binding.”
5
Vanuit de COR is er volgens Zwanenburg oprechte interesse voor medewerkers binnen de hele organisatie. “De geplande samenvoeging van drie bureaus in de nieuwe afdeling bedrijfsvoering raakt de brandweer dit keer niet zo hard. Maar de voltallige COR, met vier brandweerlieden, schuift wel aan bij werkoverleggen van de betrokken afdelingen om te horen wat er speelt en leeft onder medewerkers. Dat wordt gewaardeerd”, merkt Zwanenburg. De nieuw samengestelde COR ging onlangs op tweedaagse cursus, onder meer om een lange termijnvisie vast te leggen. Zwanenburg weet wat hij daarin de komende jaren zelf wil betekenen. Zwanenburg: “Het gaat er mij vooral om dat de organisatie rechtvaardig omgaat met het personeel. Zeker met het oog op de reorganisatie en eventuele nieuwe bezuinigingen. Ik wil dat veranderingen voor medewerkers goed verlopen en management en beleidsmakers open communiceren richting de werkvloer. Zodat iedereen zo goed mogelijk in het proces betrokken is en er zowel voor organisatie als de medewerkers een goed plan uitkomt. Reorganisaties kunnen we niet tegenhouden. En is het duidelijk dat niet iedereen de gevolgen even leuk gaat vinden. Dat kun je niet voorkomen. Je kunt er wel op toezien dat het proces zo scherp mogelijk blijft.”