6 7
01_Cover_2011 20-06-12 16:48 Pagina 1
&
36e jaargang juni/juli 2012
V A K B L A D
V O O R
D E
S C H A P E N H O U D E R
FRANS NATUURSCHAAP IN HOLLANDSE POLDER Nieuw: Schaap met een Verhaal Actualiteit ziekte CL
VB-BASIS BROK
- Veilige brok naast weide gras Extra vitamines en mineralen - Hoge smakelijkheid
EN E M O NU ET VRAAG CTIE PAKK
2 2 3 3 4 527-2VIMI LIK-EMMsEiRs) TA
BUDGE
0O.A. GRATISePvReOntie van myia D!
RG (pr of CLIK T H U I S B ET 1Z4OAUG 2012 T I SKET GELDIG TO G RTA IEPAK AC
Tweedehands machine te koop? Of juist op zoek naar een gebruikte trekker? Kijk op www.boerenboelgoed.nl
www.boerenboelgoed.nl Dé gratis website voor vraag, aanbod en veiling van boerenboel
B o e re n b o e l g o e d . n l : m a a k h e t u w s t a r t p a g i n a
03_Inhoud_03 20-06-12 16:49 Pagina 3
inhoud
Keniaanse boerin Dorper-schapen Anne Gitau in Kenia schakelt van tuinbouw en melkvee over op schapen. Ze bouwt een koppel op met honderd Dorpers. Dit Zuid-Afrikaanse vleesras is zeer vruchtbaar en groeit goed op extensieve graslanden.
24 16
8
Schaap met een Verhaal In de nieuwe rubriek Schaap met een Verhaal vertelt Margré Baars over Roetje. Hij is een eigenwijze ram van ongeveer veertien jaar. Hij mag altijd vrij rondlopen. Hij bezoekt graag de composthoop van de buren op zoek naar wat lekkers.
Frans natuurras op extensief bedrijf
Dirco te Voortwis heeft een groot bedrijf met schapen, vleesvee, varkens en tuinbouw. Om arbeid te besparen houdt hij het Franse schapenras Tarasconnaise. Het ras past mooi in de extensieve en natuurlijke manier van werken op dit bedrijf in Baambrugge.
en verder
12
18
Wormeieren herkennen
Aanpak van CL-uitbraak
Vier dierenartsen leren schapenhouders mest te onderzoeken op wormeitjes. Doel is bewuster omgaan met wormmiddelen. De cursisten moeten nog flink oefenen om het verschil te zien tussen Nematodirus en Strongylus.
De besmettelijke bultenziekte CL werd twee jaar geleden vastgesteld bij stamboek-Suffolks. Het stamboek en de GD werkten nauw samen om de ziekte uit te bannen.
Nieuws Tips Middenplaat: Southdown Texelaar is groot genoeg Praktijk: gras beregenen Schapenfokker in jarige Beemster Rotkreupel voorkomen en aanpakken Suffolk- en Lleyn-fokker Jan van Ginderachter Gezondheid: urinestenen bij rammen Nieuws van de organisaties Boerencolumn van Jan-Willem Bakker Colofon
FOTO VOORPLAAT: HENK RISWICK
commentaar JACQUES ENGELEN
Grotere Texelaar
Opmerkelijk nieuws van de Texelaarstamboeken NTS en TSNH: ze stimuleren niet langer het fokken van extra grote Texelaars Wat de foktechnische commissies van beide stamboeken betreft, is het doel bereikt: de Texelaar is groter geworden. Deze stamboeken hebben in vrij korte tijd een razendknappe prestatie geleverd. Het is nog niet zo lang geleden dat menigeen de Texelaar verguisde, omdat het ras zo beknopt was dat het houden ervan niet gemakkelijk was geworden. Nou is hoogtemaat op zich een vrij relatief begrip. Als je schapen met lange poten gaat fokken, worden de dieren
ook steeds hoger, maar bereik je alleen maar dat er meer wind onder de schapen door kan. Gelukkig zal dat in de Texelaarfokkerij nooit gebeuren. De rasbeoordeling zorgt ervoor dat het dier evenredig en dus in verhouding moet zijn. Hoger bij de Texelaar betekent ook forser en langer. Wat dat laatste betreft, is er wellicht nog meer winst te halen. Kijk eens naar de Belgische dikbilrunderen. Als je die in de wei ziet lopen, valt op dat dit runderras de laatste jaren opmerkelijk langer is geworden. Lengte is belangrijk. Het is gewicht, dus meer opbrengst, en het levert meer koteletten op. JUNI/JULI 2012
HET SCHAAP
3
4 21 22 26 28 30 32 34 36 38 42 42
04-05_Nieuws_04-05 20-06-12 16:49 Pagina 4
‘We hebben de ideale hoogte nu bereikt’
nieuws
| Jacob Wijnker van het TSNH over de hoogtemaat van de Texelaar
FOTO: HENK RISWICK
Chlamydia probleem bij melkschapen
Melkschapen zijn gevoeliger voor Chlamydia dan vleesschapen. Bij Q-koorts was dat ook zo. De oorzaak van dat verschil is onduidelijk. Mogelijk komt het doordat melkschapen lang in productie zijn.
Op 63 procent van de melkschapenbedrijven komt de besmettelijke ziekteverwekker Chlamydia abortus voor. Bij vleesschapen is dat op acht procent van de bedrijven. Dat blijkt uit onderzoek van de Gezondheidsdienst voor Dieren op bloedmonsters van elf melkleverende schapenbedrijven en 454 vleesschapenbedrijven. Chlamydia abortus is ook besmettelijk voor mensen. Het onderzoek heeft om die reden plaatsgevonden. Zoönosen staan sterk in de belangstelling na de uitbraken van Q-koorts. Piet Vellema van de GD zegt de uitslag bij de vleesschapenbedrijven te hebben verwacht. Van de melkschapenbedrijven had hij geen vermoeden. Nico Verduin van LTO-Nederland, en zelf een van de circa
veertig schapenmelkers in ons land, vindt het percentage bij de melkschapenbedrijven erg hoog. Ook het aandeel bij de vleesschapenbedrijven beoordeelt hij als fors. “Dat is een op de twaalf bedrijven.” Begin juli is er een deskundigenberaad over de uitkomsten van het onderzoek. Daarna komt er een plan van aanpak. Vaccineren is een mogelijkheid, maar in Nederland is nog geen vaccin voor Chlamydia abortus beschikbaar. In het Verenigd Koninkrijk zijn volgens Verduin wisselende resultaten behaald met een vaccin. Een andere aanpak is besmette dieren opsporen en ruimen. De GD werkt aan een melktest voor Chlamydia abortus. De ziekte komt eveneens bij geiten voor, maar speelt daar minder.
Problemen met Haemonchus verwacht
Texelaar ver van inteelt
De kans is groot dat schapen in juli en augustus besmet raken met Haemonchus. Dat zegt de Gezondheidsdienst voor Dieren. De omstandigheden voor de rode lebmaagworm zijn de laatste maanden goed: hoge bodemvochtigheid en redelijke temperaturen. Haemonchus zorgt de laatste jaren voor groeiende problemen. Een besmetting valt veelal niet direct op, omdat de schapen geen diarree krijgen, wat bij andere wormproblemen wel speelt. Een schaap met Haemonchus krijgt bleke slijmvliezen door bloedarmoede. De GD adviseert goed op te letten. Te beginnen met het controleren van het weideschema en de eventuele behandelingen en dan de slijmvliezen van de ogen bekijken in combinatie met mestonderzoek.
De Texelaarpopulatie in Nederland is ver verwijderd van inteelt. Dat blijkt uit onderzoek van de Animal Sciences Group. De inteeltcoëfficiënt moet lager dan één zijn en blijkt bij de Texelaar uit te komen op 0,24. Lage inteelt is een voorwaarde voor erkenning van stamboeken door het Productschap Vee en Vlees. Het NTS heeft die voor vijf jaar gekregen.
Winnaars lezersactie
www.hetschaap.nl
STELLING:
PASSIE VOOR DE FOKDAG?
JA
NEUTRAAL
NEE
59%
22%
2O%
Reken maar! Ik ga er zeker naartoe.
Ik zie wel. Weet het nog niet.
Mooi niet! Wat heb ik er te zoeken?
Nieuwe poll: DE TEXELAAR IS NU GROOT GENOEG
4
HET SCHAAP
JUNI/JULI 2012
FOTO: KOMMER BIOPHARM
Uw mening op
poll
Henk Damkot uit Didam (rechts) ontvangt van Freek Drewel van Kommer Biopharm de Aesculap Econom scheermachine die hij won met de lezersactie van Het Schaap. De andere prijswinnaars zijn P.A. Andeweg uit Poortugal en Wim Riezebos uit Genemuiden.
04-05_Nieuws_04-05 20-06-12 16:49 Pagina 5
FOTO: FELIX BERENTSEN
Bezoekers zagen nieuwe Veno-producten
Het nieuwe pand van Veno. Zaterdag 2 juni hield het bedrijf een open dag.
Bezoekers van de open dag bij Veno in De Goorn kregen noviteiten van het bedrijf te zien. Nieuw is een flexibele voergang die het niveau van de mest in de stal volgt. Ook toonde Veno een drieweg-sorteerpoort die op twaalf volt werkt. Verder waren er praktische nieuwtjes op het gebied van scheren. Veno maakte tijdens de open dag bekend dat het bedrijf de officiële dealer is geworden van het weeg- en identificeerprogramma van Gallagher.
Deel schapenhouders krijgt voorgeschoten I&R-geld niet terug Een aantal schapenhouders die de centrale databank van de elektronische I&R voorfinancierden, krijgen hun geld niet terug. Ze hadden dat moeten aanvragen met de Gecombineerde Opgave, maar zijn dat vergeten. Het gaat om 412 schapenhouders die op het formulier van 2010 vergaten een kruisje te zetten en 290 die dezelfde fout bij de aanvraag van 2011 maakten. Zij lopen 650 respectievelijk 540 euro mis. Volgens Henk van der Velde van het ministerie van EL&I is er geprobeerd de schapenhouders te compenseren, maar staat de Europese Unie dit niet toe. Het zou dan om inkomenssteun gaan en dat mag niet. “We hebben alle mogelijkheden bekeken. Uiteindelijk heeft de staats-
Geen verbod rituele slacht
secretaris besloten dat het niet kan”, zegt Van der Velde. Erich Rhöse van de LWPS is er boos over. Hij vindt dat het ministerie alle schapenhouders die de databank hebben voorgefinancierd, hun geld moet terugbetalen. “Die databank functioneert toch niet.” Van der Velde en ook Nico Verduin van LTO zijn het niet eens met die bewering. Zij vinden dat de elektronische I&R indrukwekkend functioneert. Verduin zegt wel te hopen dat de schapenhouders die hun voorschot niet terugkrijgen, alsnog vergoed worden. Hij verwijst naar een recente uitspraak van de rechter in Leeuwarden. Die zei dat het vergeten van aanvinken op een formulier niet mag leiden tot het inhouden van vergoedingen.
Het onverdoofd ritueel slachten wordt niet verboden. In de Eerste Kamer is geen meerderheid voor een wetsvoorstel van de Partij voor de Dieren dat wel door de Tweede Kamer werd goedgekeurd. De Eerste Kamer ziet meer in een convenant dat staatssecretaris Henk Bleker heeft opgesteld met religieuze organisaties en slachterijen. In het convenant staat dat een onbedwelmd slachtdier binnen veertig seconden bewusteloos moet zijn en dat de halssnede in één keer moet worden uitgevoerd. Er zijn meer afspraken gemaakt over de slachtmethode, onder meer over het fixeren van de dieren, het toezicht en de opleiding voor degenen die de dieren slachten.
Coupeerverbod
Brabant op slot
Ryelands naar VSS
Rectificatie
De politie in Noord-Holland is in actie gekomen tegen zeven schapenfokkers die de staartjes van ooilammeren hadden gecoupeerd. Het gaat om onder meer enkele Texelaarfokkers. Een fokker in Winkel is al bekeurd. Couperen is alleen nog toegestaan bij Suffolk, Hampshire Down en Clun Forest.
De provincie Noord-Brabant heeft een bouwstop voor de schapenhouderij ingesteld. Die was er al voor melkschapen en melkgeiten, maar Gedeputeerde Staten leggen nu de hele schapenhouderij aan banden. Aanleiding is de Q-koorts. LTO wil de regeling van tafel zien te krijgen.
De Rasvereniging Ryeland wordt opgeheven. De ruim vijftig leden, onder wie achttien actieve fokkers, stappen over naar de VSS. Aanleiding is de krimp van het ledental en volgens voorzitter Henk-Jan Westhoff ziet het er niet naar uit dat dit er meer worden. De rasvereniging heeft negentien jaar bestaan.
In het artikel ‘Altijd op zoek naar land’ over schapenhouder Mark Teeuw (Het Schaap 2012/3) staat dat de voerkosten duizend euro per jaar bedragen. Dit zijn de krachtvoerkosten. Er staat ook dat hij geen dekrammen verkoopt. Dat doet hij wel. En de Engelse Texelaar is niet minder vruchtbaar dan de Hollandse.
JUNI/JULI 2012
HET SCHAAP
5
06-07_Nieuws_06-07 20-06-12 16:50 Pagina 6
3 vragen aan...
Gerard Aardema: ‘Rammen er in augustus bij’
Gerard Aardema uit Vries in Drenthe is stamboekfokker van Suffolks. Hij laat in augustus twintig ooien dekken. Zijn ras staat bekend om de vroege bronst en dus vroege lammerij. Is dat wel verstandig met het oog op Schmallenberg?
1
Hebben uw schapen afgelopen seizoen Schmallenberg gehad? “Dat denk ik niet. In het voorjaar zijn geen misvormde lammeren geboren. Andere signalen dat er iets niet klopte, waren er ook niet. Geen lammeren die te stom waren om te drinken of zo. Enkele ooien hadden aflamproblemen, ze persten niet goed. Je kon zien dat ze moesten werpen, maar dan gingen ze gewoon liggen. Die heb ik wat moeten helpen. Ik heb van niemand gehoord dat dit door Schmallenberg zou kunnen komen. Volgens de geruchten zijn in de omgeving wel afwijkende lammeren geboren.”
2
Gaan uw rammen dit jaar weer vroeg bij de ooien? “Ja. Tien augustus gaan ze er weer bij. Ik heb nergens het dringende advies gezien om dat niet te doen. Maar misschien maak ik wel een grote vergissing. Ooilammeren van dit voorjaar zouden extra risico lopen, omdat ze nog nooit een besmetting hebben meegemaakt. In mijn fokkerij is het gebruikelijk ooilammeren niet te laten dekken.”
3
Bent u niet bang voor een besmetting komend voorjaar? “Je bent altijd beducht. In 2001 hadden we mond- en klauwzeer, daarna blauwtong, vervolgens hadden we bij de Suffolks heel indringend met CL te maken en nu dus Schmallenberg. Ik neem zonder meer aan dat mijn schapen met het virus in contact zijn geweest, maar ze zijn er goed doorheen gerold. Ze hebben nu allemaal weerstand als het goed is.”
6
HET SCHAAP
JUNI/JULI 2012
Het NTS blijft hopen dat er komende maanden fokdagen kunnen plaatsvinden, waar Texelaars van zowel het NSFOzwoegerziekteprogramma als dat van de Gezondheidsdienst voor Dieren komen. NTS-voorzitter Jan van Rijnsbergen zei tijdens de algemene ledenvergadering vorige maand dat er een grote kans is dat de GD het NSFO-programma erkent, als de leden van het NTS dek- en huurverklaringen voortaan ook opgeven aan de landelijke I&R-databank en aan de GD. Die verklaringen blijken pas maanden na de dektijd alleen naar het stamboek te gaan. Dat is in strijd met de I&R-voorschriften. Het NTS-hoofdbestuur vroeg daarom tijdens de ledenvergadering aan de afdelingen of zij instemden met het doorsturen van die verklaringen. De afdelingen wilden eerst met de leden overleggen. Ze kregen er een week de tijd voor, maar
drie weken na die datum waren nog niet alle stemuitslagen bekend. “Enkele afdelingen hebben meer tijd nodig”, zegt secretaris Chris van Norel. Stemmen de leden voor het bestuursvoorstel, dan acht Van Rijnsbergen de kans groot dat er vanaf 1 juli weer gezamenlijke fokdagen kunnen plaatsvinden en dat er 1 september wederzijdse erkenning van de zwoegerprogramma’s zal zijn. De GD zegt dat er dit jaar geen erkenning van het NSFO-programma komt. Volgens Piet Vellema wist de NSFO dit al voor de NTS-vergadering. Vellema zegt ook dat het niet alleen om de dek- en huurverklaringen draait. “Het gaat ook om het kwaliteitshandboek en over de hele borging van het NSFO-programma.” Meer informatie over deze kwestie op www.hetschaap.nl.
Nood Gelderse herders blijft voorbeelden van een alternatief project geDe drie Gelderse herders die met een trekpresenteerd: één op Texel en één in Duitstocht door de provincie trokken om aanland. dacht te vragen voor hun penibele Vertegenwoordigers van het ministerie financiële situatie, blijven in geldnood. De van EL&I en LTO hopen dat het nieuwe provincie deed tijdens een afsluitend symEuropese landbouwbeleid van 2014 kanposium geen toezeggingen. sen biedt voor vergoedingen aan herders. De herders, Chris Grinwis, Philip Vaartjes en Roelof Kuipers, krijgen minder geld door bezuinigende natuurorganisaties. Bovendien wil Gelderland niet toezeggen dat de twaalf gescheperde kuddes in de provincie ook volgend jaar de gebruikelijke kuddesubsidie ontvangen. Gedeputeerde Jan Jacob van Dijk meldt dat de herders op zoek moeten naar alternatieven. Tijdens het sympoHerder Chris Grinwis bij een deel van zijn kudde. Hij zegt nog maar voor sium werden twee vier weken werk te hebben.
FOTO: HENK RISWICK
FOTO: FAMILIE AARDEMA
NTS houdt hoop op fokdagen
06-07_Nieuws_06-07 20-06-12 16:50 Pagina 7
noteringen
‘Dure’ markt kan weinig hebben 2011
Slachtschapen
2012
140
113
135
111
130
109
125
107
120
in euro’s per dier
105 103 101
2012
115 110 105
99
100
97
95 90
95 week
2011
18
19
20
21
22
23
24
Zuiglammeren zijn bijna vijftien procent duurder dan vorig jaar.
Relatief stabiele prijzen kenmerken de schapenmarkt. Vraag en aanbod zijn redelijk in balans, de handel is rustig. Zuiglammeren noteerden in week 24 € 110,36, luxe lammeren kwamen tot € 118,77. Die prijzen liggen fors hoger dan in dezelfde week een jaar eerder. Zuiglammeren waren toen dertien euro goedkoper.
GD op zoek naar gezonde bedrijven De Gezondheidsdienst voor Dieren zoekt honderd bedrijven waar afgelopen winter en voorjaar geen Schmallenberglammeren zijn geboren. Op de bedrijven moeten op zijn minst vijftig ooien hebben afgelammerd. Er wordt bloed getapt en de GD neemt een enquête af. De gegevens worden vergeleken met die van besmette bedrijven, waarvan de GD al voldoende adressen heeft. Deelname is anoniem en kosteloos. Opgave via www.hetschaap.nl of www.capraovis.nl. Meer informatie via e-mail:
[email protected] of telefoon: 0900-1770.
De oorzaak ligt in de krimpende schapenstapel. Hogere prijzen zijn een structurele tendens. De handel is dus flink aan de prijs, maar het evenwicht is wankel. Zowel vraag als aanbod is zeer klein. De aanvoer hoeft maar iets op te lopen en de prijzen gaan vijf tot tien euro onderuit. Die kans is gro-
Naar het nieuwe GLB
week
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
Slachtschapen leveren €12,18 meer op dan vorig jaar, maar dat verschil is veel groter geweest.
ter dan dat de prijzen gaan stijgen. De vakantieperiode staat immers voor de deur en er gaan nauwelijks schapen de grens over. Nederlandse dieren hebben zich uit de markt geprijsd. Handelaren geven aan dat de prijs per kilo geslacht gewicht in Nederland grofweg een euro hoger ligt dan in het buitenland. Het ge-
volg is dat er alleen mondjesmaat wat naar België en Frankrijk gaat. Slachtschapen stijgen intussen voorzichtig in prijs. De vraag is niet zozeer groot, het aanbod is vooral klein. De laatste weken kwam er € 8,77 bij de prijs op. Slachtschapen zijn nu twaalf euro duurder dan in 2011.
In 2014 gaat het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in. Nico Verduin, voorzitter van de LTO-vakgroep Schapenhouderij, volgt de discussies op weg daar naartoe en is erbij betrokken. Voor Het Schaap schrijft hij regelmatig over de ontwikkelingen.
‘Cioloş, een slimme man’ Een belangrijke persoon voor het vaststellen van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid is Dacian Cioloş, de EU-landbouwcommissaris. Voor het vernieuwen van het GLB heeft Cioloş een slimme basis gelegd. Zo is gelijk dertig procent van het budget gereserveerd voor de veelbesproken ‘vergroening.’ Dit betekent dat een belangrijk deel van het geld een nieuwe bestemming krijgt. Dat is voor nieuwe doelen en om draagvlak voor het GLB bij de bevolking te houden. Het GLB wordt steeds voor zeven jaar vastgesteld, nu voor de periode 2014 tot 2020. Er zijn nu drie doe-
len, namelijk een goed inkomen uit voedselproductie, milieu en klimaat verbeteren en tot slot de regionale economie verbeteren. Allemaal punten die onze schapensector ‘op het lijf geschreven’ zijn, zeker als je het bekijkt voor alle 27 landen van de Europese Unie. De aandachtspunten zijn: welke hectares gaan tellen voor de basispremie, komt er een bonus voor beweiden en is een nieuwe schapenpremie een oplossing? Staatssecretaris Bleker van EL&I heeft deze maand nog benadrukt dat voedselproductie een wezenlijk onderdeel moet blijven om GLB-geld te ontvangen. Voedsel voor een groeiende wereldbevolking.
FOTO: NIKKI NATZIJL
in euro’s per dier
Zuiglammeren 115
In de loop van 2012 worden veel besluiten genomen. Met deze column hoop ik de kansen van vernieuwing van het GLB onder uw aandacht te brengen. En goede ideeën te ontvangen. Nico Verduin twitter: @nicoverduin
JUNI/JULI 2012
HET SCHAAP
7
08-09-10_Prof rep_2011 20-06-12 16:51 Pagina 8
reportage
‘Ik houd van schapen die zichzelf redden’ Dirco te Voortwis heeft een groot bedrijf met schapen, vleesvee, varkens en tuinbouw. Hij heeft dus weinig tijd. Daarom houdt hij een Frans schapenras waarnaar hij amper hoeft om te kijken. Het past ook mooi in de extensieve en natuurlijke manier van werken op dit bedrijf. 8
HET SCHAAP
JUNI/JULI 2012
08-09-10_Prof rep_2011 20-06-12 16:51 Pagina 9
TEKST: JACQUES ENGELEN, FOTO’S: HENK RISWICK
JOËLLE EN DIRCO TE VOORTWIS WOONPLAATS: BAAMBRUGGE UTRECHT BEDRIJF: 75 HA, WAARVAN 10 HA TARWE VOOR EIGEN DIERVOER. DE REST IS GRASLAND MET HOGE NATUURWAARDES. 140 SCHAPEN, 260 GASCONNE VLEESRUNDEREN, 10 GASCONNE ZEUGEN EN 100 MESTVARKENS, OOK WAT GASCONNE KIPPEN. EEN HA FIJNE GROENTETEELT. BEDRIJF BIEDT WERKVER SCHAFFING AAN 14 MENSEN MET ACHTERSTAND OP DE ARBEIDSMARKT.
Ooien lammeren buiten af en gaan daarna niet in kraamhokjes. De natuur doet haar werk hier.
J
arenlang had Dirco te Voortwis Hollandse schapen. Een soort boeren-Texelaar. Hij stak er veel tijd in en verdiende er weinig aan. Nu houdt hij een Frans schapenras dat zichzelf prima redt. “Ik verdien er nog steeds niet veel aan, maar bespaar heel veel tijd.” In feite is dit de belangrijkste reden voor Te Voortwis om een jaar of vijf geleden zijn oude schapen op te ruimen en over te stappen op de Tarasconnaise, een sober maar toch groot schapenras uit de Franse Pyreneeën. Te Voorwis: “Het vlees ervan staat als Agneau des Pyrénées in Frankrijk goed bekend.” Dat laatste is belangrijk. Te Voortwis levert zijn lammeren jaarrond als zuiglam aan Lindenhoff, het bedrijf dat door zijn twee broers wordt gerund. Lindenhoff is verwerker en leverancier
van landbouwproducten en probeert zich te onderscheiden met authentieke smaak. De boerderij van Te Voortwis heet ook Lindenhoff. Ooit waren beide bedrijven in handen van zijn vader. Op de boerderij in Baambrugge is nog steeds een grote boerderijwinkel waar het af en aan loopt met klanten. Te Voortwis: “Het is hier een open boerderij. Klanten kunnen rondkijken. We hebben niets te verbergen. We zien onszelf als ambassadeurs van authentieke smaak. We voelen ons verantwoordelijk voor grond, dieren en mensen. Daarom gebruiken we geen kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Het draait hier niet alleen om het rendement.” Op de boerderij lopen niet alleen schapen. Het bedrijf kent ook 260 Gasconne vleesrunderen, tien Gasconne zeugen en honderd vleesvarkens, wat Gasconne kippen en een hectare fijne groenteteelt. Te Voortwis’ vrouw Joëlle doet de administratie en helpt op het erf. Daarnaast hebben veertien mensen als arbeidsproject werk op het bedrijf. “Ze hebben een grote afstand tot de arbeidsmarkt”, zegt Te Voortwis. Drie begeleiders sturen ze aan. BOVEN DE BOOMGRENS
Veel Frans vee dus. Dat komt doordat de ouders van Te Voortwis in het verleden ook een boerderij in Frankrijk hebben gehad. Daar hielden ze Gasconne runderen. “Mijn vader wilde vlees met garantie verkopen”, verklaart Te Voortwis. Zelf zag hij er de Tarasconnaise schapen. “Die leven boven de boomgrens in de Pyreneeën en redden zichzelf. Ik had te weinig tijd om steeds achter mijn schapen aan te lopen. Bij deze dieren is dat niet nodig. Vroeger moesten we twee keer per dag schapen tellen. Ik tel ze nu af en toe. De dieren zijn zeer sober, ze hebben weinig nodig. Dat is ook een kostenaspect. Ik geef geen biks aan de ooien. Ze lammeren gewoon in de groep af en ik hoef ze daarna niet in hokjes te zetten.” Te Voortwis zegt te >> JUNI/JULI 2012
HET SCHAAP
9
08-09-10_Prof rep_2011 20-06-12 16:52 Pagina 10
reportage
Kenmerkend voor dit bedrijf: bomen in de vleesveestal. Welke veehouder doet zoiets? De bomen geven de koeien schaduw. Volgens Te Voortwis zijn koeien van oorsprong bosdieren.
genieten van de zelfredzaamheid van dit Franse ras. “Het liefst maak ik mezelf overbodig. Het is zo mooi om te zien dat de lammeren zonder hulp worden geboren.” Maar hoe zit het met de vleeskwaliteit? Zijn broers zetten juist zo sterk in op kwaliteit. “Deze lammeren zijn een erg mooi product, zeker als zuiglam. Ik denk dat ik gemiddeld tien euro per lam onder de prijs van de Texelaar zit bij hetzelfde gewicht. De Texelaar heeft een betere vlees-beenverhouding.”
Dirco te Voortwis met vrouw en zoontje tussen een van de schapenkoppels. De dieren zijn van het Franse ras Tarasconnaise, een zelfredzaam schapenras uit de Pyreneeën.
NATUUR GAAT HAAR GANG
Elk lam gaat als zuiglam weg, recht onder de ooi vandaan. Te Voortwis levert het hele jaar door. Een van de grote voordelen van de Tarasconnaise is de jaarrond bronst. Nog sterker: drie weken na het aflammeren laat een ooi zich vaak alweer dekken. Daardoor kunnen de ooien dus twee keer per jaar aflammeren. "Voor mij hoeft dat niet", vertelt Te Voortwis. "Minimaal een keer per jaar wel. De natuur gaat grotendeels haar gang.” De rammen lopen dan ook het hele jaar bij de ooien. Grofweg heeft Te Voortwis drie koppels: één die recent heeft afgelammerd, één die onlangs is gespeend en één die op punt van aflammeren staat. Scherp is de scheiding niet. Er zijn ooien die heel snel na spenen alweer gaan aflammeren. Te Voortwis schuift daarom geregeld dieren heen en weer. Wel probeert hij rond november een groot aantal ooien te laten aflammeren. Hij kan dan in het voorjaar veel zuiglammeren leveren als daarnaar vraag is. Van de groep die in de zomer aflammert, houdt hij zelf wat ooitjes aan voor vervanging. Uit de bakermat Frankrijk laat hij af en toe nieuwe rammen komen. Voorlopig is dat nog niet vaak nodig. Zijn eerste ooien kwamen van verschillende bedrijven en de vijf rammen waarmee hij startte, kwamen van vijf fokkers. NIET VER RIJDEN
De afzet gaat het hele jaar door, met pieken rond kerst en Pasen. Te Voortwis selecteert zelf de slachtrijpe dieren uit het koppel en brengt ze naar het slachthuis. “Dat is een paar honderd meter verderop. Een groot voordeel, want als ik ver moet rijden voor drie of zes lammeren, kost het te veel tijd.” De lammeren wegen rond de dertig kilo levend. “Dan zit er een mooie rug in. Naar zulke goede lammeren is altijd vraag. << 10
HET SCHAAP
JUNI/JULI 2012
De winkel op de boerderij. Die is van Lindenhoff, een verwerkings- en distributiebedrijf van Dirco te Voortwis’ broers. Dirco levert lammeren aan dit bedrijf.
Productiegegevens Aantal ooien gemiddeld per jaar aanwezig: Totaal aantal worpen per jaar:
150 Gemiddeld drie keer in twee jaar. Sommige ooien lammeren twee keer per jaar Gemiddeld worpgrootte: 1,2 Aantal ooilammeren voor vervanging: 30 Aantal afgeleverde lammeren per jaar: 1,8 per jaar per ooi Gemiddelde leeftijd afgeleverde lammeren: 3,5 tot 5 maanden Gemiddeld gewicht afgeleverde lammeren: 30 kilo levend Gemiddelde opbrengstprijs afgeleverde lammeren: 110 euro* * in 2012. Vorig jaar was dat minder.
FOKKERS Uw fokblok hier?
Fokkerij G. van Wijncoop - Schipper Beekweg 14, 3881 LH Putten Tel. 0341-360262
[email protected]
Neem contact op met Yttje de Vries, Tel: 088 - 29 44 843
• Zwoegervrij • blindvrij • scrapieonverdacht • diverse lammeren van definitief premieram 1912063-1771
SUFFOLK STAMBOEK NEDERLAND De Suffolk is een ideaal schaap voor: • de professionele- en hobbyfokkerij • en als slachtlam vaderdier; allen ARR-ARR De lammeren hebben een hoge groeisnelheid en goede bespiering Voor advies en info over aanschaf van fokmateriaal: J.P.J. Boegheim tel: 0348- 55 18 62, www.suffolkstamboeknederland.nl
A 136
Een schaap om (van) te houden
Inlichtingen: 0314 - 62 14 89 0516 - 49 19 43 0346 - 24 13 06 0162 - 51 36 12 0115 - 43 24 86 Zie ook: www.nzs.nl
schapenFokbed r ifter Sw Herwijnen-van Do ijf v an
rd
Goede vruchtbaarheid, bespiering en beenwerk. Alles zwoeger en scrapievrij, ARR/ARR Te koop Ramlammeren Gekeurd en ongekeurd Prijsseweg 16 4105 LE Culemborg 06-54935263
[email protected] www.de-witteschuur.nl
Merino, het wolras van de wereld. De wol is de fijnste van alle rassen! Er zijn nog enkele dieren uit onze kudde te koop. (zwoegervrij gecertificeerd) Bezoek ons ambachtelijk weekend 18 en 19 augustus kom alles te weten over dit fascinerende ras en de mogelijkheden van wol!! Info: Wolboerderij Blij Bezuiden in Koewacht, onze website www.wolboerderij.nl of bel +31 (0)114 361402
PRESENTEER UW FOKPRODUCTEN!!!
GARLYX optimaliseert de productiviteit en gezondheid van uw schapen en lammeren, door de combinatie van CRYSTALYX met knoflook, deze combinatie is een succes formule, zowel als aanvullend diervoeder evenals vliegwerend produkt voor uw dieren. Vermindert het risico van infecties door insectenbeten. Vermindert stress en irritatie door vliegen.
Meer informatie bij: Exclusief importeur voor Nederland en Belgié Van Boer Tot Boer , Numansdorp 0186-575578 of 06-51193127 E-mail :
[email protected] Website:www.vanboertotboer.nl
__11_Fokblokken.indd 1
Vult voedingstekorten tijdens de weidegang uitstekend aan. Bevordert de penswerking en de opname van ruwvoer. Geeft extra weerstand en groei
20-06-12 17:07
12-13-14_Ontwormcursus_2012 20-06-12 12:32 Pagina 12
gezondheid
De cursisten kijken door hun microscopen naar mestmonsters van hun eigen schapen. Op geplastificeerde kaarten zien ze voorbeelden van wormeieren.
Cursus leert schapenhouders wormeitjes herkennen
Turen door de microscoop Het Productschap Vee en Vlees is begonnen met een opmerkelijk project: vier dierenartsen leren schapenhouders mest te onderzoeken op wormeitjes. Doel is bewuster omgaan met wormmiddelen. Dat is hard nodig door de sterk toenemende resistentie. Het Schaap bezocht een van de cursusavonden.
O
ndanks dat de meesten moeite hebben om de naam uit te spreken, roept de een na de ander toch “Nematodirus battus.” Turend door hun recent aangeschafte microscopen zien de schapenhouders ovale donkere stippen. Enthousiast zijn ze. Maar als dierenarts Reinard Everts ook door die microscopen heeft gekeken, blijkt het niet om Nematodirus battus te gaan, maar om Strongylus: eitjes van de Haemonchus, de Teladorsagia of de Trychostrongylus. 12
HET SCHAAP
JUNI/JULI 2012
Het enthousiasme wordt iets minder en maakt plaats voor vragende gezichten. Want hoe kun je nou het verschil tussen Nematodirus en Strongylus zien? Het blijkt in het formaat te zitten. De Nematodirus is veel en veel groter. Bovendien komt die veel minder vaak voor dan de groep Strongylus-eitjes. Het is de tweede cursusavond op het bedrijf van Texelaarfokkers Eddie en Riekie Kasperink in het Gelderse Oldebroek. Twaalf schapenhouders hebben voor het
eerst meegebrachte mest van hun schapen onderzocht volgens de zogeheten McMaster-methode. Vorige keer hebben ze de bezinkingsmethode geleerd, maar die toont alleen aan of er een wormbesmetting is. McMaster gaat verder en blijkt net zo handig. NIEUWE STELREGEL
De avond is begonnen met een rondje ervaringen van de afgelopen weken. De reacties variëren van “niks gedaan” tot
12-13-14_Ontwormcursus_2012 20-06-12 12:33 Pagina 13
TEKST EN FOTO’S: JACQUES ENGELEN
Vier gram mest nauwkeurig afwegen. Om een indruk te krijgen: twee keutels wegen ongeveer een gram.
“heel secuur gecontroleerd.” Vervolgens geeft Everts uitleg over het nieuwe ontwormen. Centraal staat omweiden als preventie, met de stelregel ‘twee tot drie weken en twee tot drie maanden’. ’s Zomers mogen de dieren maximaal twee weken in dezelfde wei blijven, in vooren najaar maximaal drie. En in voor- en najaar mogen de schapen niet eerder dan na twee maanden terugkomen op een perceel, ’s zomers niet eerder dan na drie maanden. Er zitten kleine mitsen en maren aan, maar het is een nieuwe gulden regel. Voor het ontwormen is nog maar één standaardmoment: in het voorjaar de ooien behandelen tegen Haemonchus twee tot drie dagen voor ze met hun lammeren van stal naar wei gaan. Verder zijn er geen vaste behandelmomenten meer, zo houdt Everts zijn gehoor voor. Na de theorie legt Everts uit hoe de McMaster-methode werkt en gaan de schapenhouders ermee aan de slag. Ze pakken hun plastic boxen erbij. Op tafel komen
microscopen, theezeefjes, weegschaaltjes, houten spatels, pipetjes, een 60ccspuit, plastic koffiebekertjes en een
belangrijk attribuut: het telkamertje. Het is een kunststof plaatje van pakweg 1,5 bij 7 centimeter met twee vakjes waarin uiteindelijk de wormeitjes worden geteld. KAART MET VOORBEELDEN
De ruimte vult zich met de geur van schapenmest als iedereen de meegebrachte zakjes opent. Met spatels wegen de cursisten exact vier gram mest af, mengen dat met 56 milliliter verzadigde zoutoplossing en gieten het mengsel over en weer van het ene bekertje naar het andere. Daarna zuigen ze met het pipet een druppel uit het mengsel en brengen dat in een van de twee vakjes van de telkamer. Vervolgens begint het grote turen en vergelijken met de geplastificeerde kaart met voorbeelden die iedere cursist heeft. Het valt ze niet mee om de wormeieren te herkennen. Dat is niet vreemd. Ze zien de eitjes voor het eerst. Everts adviseert daarom thuis vaak te oefenen. “Dan leer je het vanzelf.” Ze staan er niet alleen voor. Belangrijk onderdeel van deze cursus is dat de schapenhouders zes keer hun mestmonsters mogen laten screenen
Een druppel van het mengsel moet zonder luchtbelletjes in een kamer van het telraam. Dat gebeurt met een pipet. Daarna wordt de tweede gevuld. JUNI/JULI 2012
HET SCHAAP
13
<<
Het afmeten van precies 56 ml flotatievloeistof. Deze verzadigde zoutoplossing is makkelijk zelf te maken. Vier gram mest wordt erin opgelost.
12-13-14_Ontwormcursus_2012 20-06-12 12:33 Pagina 14
gezondheid
Bewust ontwormen g g
g
g
g
g g
g
g
g
In het begin valt het niet mee om de verschillende wormeieren te herkennen. De cursisten helpen elkaar daarmee.
Gebruik omweiden als basis van wormbestrijding. Een lichte besmetting is niet erg. De schapen bouwen er weerstand mee op. Een wei wormvrij maken door te maaien werkt alleen enigszins bij de eerste snede. Daarna amper meer. Altijd eerst mest onderzoeken en dan pas besluiten of er moet worden behandeld. Nooit ‘blind’ ontwormen. Baseer de dosering op het zwaarste dier van het koppel. Voorkom onderdosering. Reinig en controleer het drenchpistool regelmatig. Behandel niet alle ooien of lammeren; dat remt de resistentieontwikkeling bij wormen af. Kies twee tot vijf procent van het koppel uit en markeer die dieren met een stip. Ontworm daarna de rest van het koppel. Kies bewust voor fitte dieren die niet worden behandeld. Die kunnen een stootje hebben. Controleer met mestonderzoek twee weken na behandeling of het ontwormen effectief is geweest. Nieuw aangevoerde dieren minimaal een maand in quarantaine houden en ze in het begin behandelen met moxidectine (Cydectin) en levamisole (Endex, Levacide, Levacol of Levamisol). Van beide middelen de volledige dosering geven. Twee weken later mest onderzoeken. Zijn er dan nog wormeitjes, behandel dan met Zolvix. Mest van quarantainedieren een jaar lang apart houden en niet op het land brengen. Fokken op weerstand kan door foklijnen die altijd hoge EPG’s hebben, op te ruimen.
door de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht. Dan blijkt of hun analyse klopte. “Doe dat vooral”, benadrukt Everts. “Het kost je niks.” EITJES TELLEN
Als de deelnemers de wormeitjes hebben benoemd, moeten ze gaan tellen. Dat is een belangrijk onderdeel van de McMaster-methode. De kamers op het telraampje hebben rasters van smalle stroken. Binnen elke strook worden de eitjes geteld. Het totaal van beide kamers maal vijftig geeft het belangrijke EPG: eitjes per gram. Komt die voor de Strongylussoorten boven de vijfhonderd, dan moeten de schapen worden ontwormd. Voor de Nematodirus battus is dat al bij honderd EPG, als de schapen er ook echt ziek van zijn. Daarom valt het uiteindelijk mee dat de meeste cursisten die Strongylus aanzagen voor Nematodirus. << 14
HET SCHAAP
JUNI/JULI 2012
Dierenarts Reinard Everts controleert of de cursist het goed heeft gezien.
15_Lammetjes_lammetjes 20-06-12 17:17 Pagina 37
Fok – en gebruiksvee gevraagd Te koop gevraagd: Koppel kruislingooien Swifter / Texelaar zwoegervrij +/- 50 stuks. Tel. 06 - 13090975.
0613807862 pen.nl.
Te koop: ooi / ramlammeren Swifter Charloias geb. jan. 2012 ARR / ARR , scrapie brucella + zw – vrij. v. Riel 0411642638 / 06-21981201.
Te koop gevraagd: Slacht-/weide schapen en lammeren. Tegen contante betaling. Tel. 0546 - 643125 of 06 - 53490130. Te koop gevraagd: weide/slachtlammeren en of schapen. Liefst grote koppels vanaf +/- 30 -1000 stuks. Voor het laden geld op de bank. Tel: 06 - 14 03 56 59.
Fok – en gebruiksvee aangeboden Te koop: Swifter stamboek dekram. MM. Blindfactorvrij. Geb. Feb. 2007. VBI 180. BTH. 63. BSP 81. BNW. 87. ARR/ARR. Scrapie - en zwoegervrij. Brucella Melitensisvrij. Swifter stamboek dekram M. Blindfactorvrij. Geb. maart 2006. BSP.83. BNW.86. ARR/ARR. Scrapie – en zwoegervrij. Brucella Melitensisvrij. E. Hulzinga. Spanga. Tel 0561-481514. Te koop: 110 Swifter stamboek ooilammeren. Geb. febr. / begin maart 2012. ARR/ARR. Scrapie en zwoegervrij. Brucella melitensisvrij. E. Hulzinga. Spanga 0561-481514. T.K: 2 suffolk ramlammeren geb: dec 2011, zwoeger, scrapie, CL, brucellose vrij. Hoge index. ARR-ARR GD gecertificeerd. t: 0571-292318, Nijbroek. De Noordhollander, zeer vruchtbaar met weinig aflamproblemen, veel melk en goede moedereigenschappen voor info bel
www.noordhollanderscha-
Diversen Grandioze Actie bij Van Oort Schapenverzorging.11 Mineralenemmers ( 25 kg ) voor de prijs van 10 stuks Dectomax Ontworming 200 ml. Bij afname van 12 stuks of meer 42.50 Per Doosje. Kijk ook op Onze Website www.vanoortschapenverzorging.eu Tel : 0418-672611 of 0653-448213. Actie Clik Pouron 2,2 liter per 6 stuks a 87,50 per 3 stuks a 90,- per stuk 92,50 excl btw. Bestel nu op www.schapenadvies.nl of bel Sipke Posthuma 0623218425 of Johan Westerbeke 06-10105939. T.k.: gebr. koppelbare aflamhekjes, LxH 1.45x0.90 cm, weidehekken LxH 3x0.85 cm, hooiruif, voerbakken voor pony's en geiten. Omg. Overijssel. Tel. 06-27212934. Uitmesten van (schapen)stal of schuur zelfs door een normale deur. Door heel het land Cor Nap 0348 - 688671, 06 - 51332133, ook sloop van beton/graaf en rioleringswerk. Superaanbieding vit/mineralen emmers. 11 halen 10 betalen nu gratis thuis bezorgd in Nederland. 25 bestellen + 3 gratis bij bestelling 50 stuks + 7 gratis. Kijk op onze website www.schapenadvies.nl om te bestellen. Bellen kan ook
Heeft u schapen, apen of beren? Gerard kan ze voor u wassen en scheren! Tevens het adres voor klauwverzorging en wolhandel. Gerard van Dekken. 0511-401145, 0647806365.
met Sipke Posthuma 06-23218425 of Johan Westerbeke 06-10105939. Aktie schapengaas 80h. nu € 38,00 zw.kwal. € 60,00 super zwaar 80h. € 97,00 puntdraad 500m. € 55,00 div.soorten gaas, draad, palen, hekkens. A. de Greef bv 0488-441412.
Wolinname dagen Sipo/Wesa Schapenadvies kijk op onze website voor de juiste datum bij u in de buurt www.schapenadvies.nl Contante betaling en de koffie staat klaar. Noord-Oost Nederland 06-23218425 Zuid-West Nederland 06-10105939.
Te koop: Complete schapenstalinrichting voor 350 fokschapen incl. bakken en hooiruiven. Alles snel opgebouwd en afgebroken zonder in de vloer te boren. Compleet gegalvaniseerd. Slechts 2 seizoenen gebruikt. Liefst in 1 koop, Zeeland. Hans Moeleker tel: 06-12375159.
Lammetje plaatsen? Graag uw tekst uiterlijk 6 augustus via de mail of onderstaande bon aanleveren.
[email protected]
LAMMETJES OPGAVEBON HOE OPSTUREN: • De ingevulde bon moet uiterlijk 10 dagen voor het verschijnen van het nummer, waarin u plaatsing wenst, in ons bezit zijn. • Bon en enveloppe sturen naar Eisma Businessmedia, Advertentie –afdeling, antwoordnummer 470, 8900 VC Leeuwarden (geen postzegel plakken!) Tel. 088 – 29 44 843, fax 088 – 29 44 850
EENVOUDIGE ÉN VOORDELIGE BETALING • Vul op de bon uw eigen bankrekeningnummer in en plaats uw handtekening. Daarmee stelt u ons (éénmalig) in de gelegenheid om het bedrag te incasseren. Het uitschrijven (en opzenden) van een cheque of bankopdracht is dan niet meer nodig! • Ook kunt u een ingevulde en ondertekende girobetaalkaart, bankcheque of bankopdracht bij de bon opzenden (géén giro- overschrijvingskaarten!)
Ons bankrekeningnummer is: 29.80.05.298; ons gironummer is: 843271 • Advertenties onder nummer: € 5,00 extra • Bewijsnummers hiervan worden niet verzonden. Opdrachten uit België alleen met cheque.
TEKST: één letter of leesteken per hokje; tussen twee woorden een hokje overslaan; blokletters schrijven. Ondergetekende
€ 29,82
Naam:
......................................................................................
Adres:
.......................................................................................
Postcode/plaats:
..................................................................
verleent hierbij machtiging aan Eisma Businessmedia om het verschuldigde bedrag af te schrijven van zijn banknummer: € 34,37 € 39,82
Datum:
Handtekening:
€ 45,27 € 50,72 € 56,17 € 61,61 € 67,06 € 69,70
verzoekt ..... maal plaatsing van een rubrieksadvertentie in HET SCHAAP in de volgende rubriek: ❏ Fok- en gebruiksvee aangeboden ❏ Fok- en gebruiksvee gevraagd ❏ Diversen
16-17_schaap met verhaal_2012 20-06-12 13:32 Pagina 16
SCHAAP MET EEN VERHAAL Kent u ook een schaap met een verhaal? Mail ons:
[email protected]
Margré Baars houdt samen met haar man Theo en hun zoontje Roel tien ooien in het Gelderse Wehl.
16
HET SCHAAP
JUNI/JULI 2012
16-17_schaap met verhaal_2012 20-06-12 13:32 Pagina 17
Margré Baars en
ROETJE
‘OUWE GOEDZAK’ “Ik kreeg Roetje een jaar of vijf geleden. De dierenambulance had drie schapen opgehaald bij een oudere vrouw die er niet meer voor kon zorgen. Ze had ze al zeker acht jaar eerder gered bij een kennis van haar. Die wilde ze naar de slacht doen. Toen ik ze zag, was ik meteen verkocht. Zulke lieve schapen waren het. Het idee was ze tijdelijk op te vangen, maar ze bleven. De twee ooien zijn overleden. De gecastreerde ram is er nog. Dat is Roetje. Hij is nu misschien wel veertien jaar oud. Roetje is heel speciaal. Hij loopt altijd vrij rond. Hij kan overal naartoe. Soms loopt hij in de berm aan de overkant van de weg lekker te grazen. Hij loopt moeilijk. Dat deed hij al toen hij hier kwam. Ik gaf hem elke dag paracetamol, waardoor hij beter ging lopen. Dagelijks trok hij naar de berm, wat niet de bedoeling was. Nu krijgt hij om de dag paracetamol. Het kost hem dan meer moeite om naar de berm te lopen. Hij houdt er niet van opgesloten te zijn. We hebben hem een keer apart gezet, omdat er een dekram bij onze tien ooien ging. We dachten: als die dekram gaat stoten, overleeft Roetje het niet. Maar dat hok was een ramp voor Roetje. Hij wilde eruit: bij ons zijn en bij de andere schapen. Sindsdien loopt hij altijd los. Hij heeft een eigen plek in een open schuur waar stro ligt. ’s Winters zetten we hem ’s nachts bij de andere schapen in de schuur. Dat kan ik niet alleen, want hij wil niet. Dan helpt mijn man Theo. Roetje blijft de hele tijd bij het poortje staan tot hij er weer uit mag. ’s Morgens ga ik voeren en zo gauw hij me hoort, roept hij en loopt hij naar de schuur. Daar krijgt hij brokken. Voor Roetje staat daar altijd voer, de hele dag. Daarna loopt hij naar de composthoop van de buren om te kijken of daar wat eetbaars is gekomen. Appelschillen of zo. Hij vreet veel, maar is toch broodmager. Roetje dringt zich niet op. Ons zoontje van veertien maanden kan met hem doen wat hij wil. Het is echt een ouwe goedzak. Ik praat ook met hem. Met de andere schapen heb ik dat veel minder. Roetje is apart. Ik heb zelfs een boekje over hem geschreven. Het tweede deeltje is in de maak.” <<
‘Hij loopt altijd los’
TEKST: JACQUES ENGELEN, FOTO: HANS PRINSEN
JUNI/JULI 2012
HET SCHAAP
17
18-19-20_CL Suffolk_2012 20-06-12 13:48 Pagina 18
gezondheid
De aanpak van een CL-uitbraak
De besmettelijke bultenziekte CL werd twee jaar geleden vastgesteld bij stamboek-Suffolks. De ziekte had kans gezien zich te verspreiden naar meerdere bedrijven. Het PVV besloot subsidie te verstrekken, zodat de GD in samenwerking met het stamboek de ziekte kon aanpakken. Na drie onderzoeksrondes zijn vrijwel alle besmette dieren bij de deelnemers afgevoerd.
D
e aandoening Caseous lymfadenitis (CL) kwam voorheen in Nederland maar hoogst zelden voor bij schapen en elk geval was gerelateerd aan de import van dieren. Voorbeelden daarvan zijn importen van Solognotes uit Frankrijk, Charollais uit het Verenigd Koninkrijk, slachtschapen uit Spanje en schapen uit Duitsland. Al die incidenten werden tijdig ontdekt, waardoor de ziekte geen vaste voet aan de grond kreeg in de schapenhouderij. De uitbraken in de Nederlandse Suffolkpopulatie hebben eveneens een buitenlandse herkomst. Het eerste CL-besmette bedrijf importeerde vanaf 2004 regelmatig Britse fokdieren. In het Verenigd Koninkrijk is CL een fors probleem. De ziekte, die maandenlang verborgen kan blijven, heeft zich er de laatste tien jaar gestaag verspreid, vooral bij de rassen die slachtlamvaderdieren leveren. Vanwege de Britse CL-problematiek roept de Gezondheidsdienst voor Dieren fokkers al jaren op om alleen CL-vrije fokdieren te importeren en toevoegingonderzoek (zie kader Importeren) te laten verrichten voordat ze de nieuwe dieren aan hun eigen koppel toevoegen. INVENTARISATIE
Na de ontdekking van CL in het voorjaar van 2010 toonde een inventarisatie van de GD aan dat meerdere bedrijven fokmateriaal van het importerende bedrijf hadden aangekocht. De contactbedrijven en een tweede importerend fokbedrijf werden als risicobedrijf aangemerkt. De
Een flink abces door CL bij de lymfeklier aan de achterpoot.
18
HET SCHAAP
JUNI/JULI 2012
18-19-20_CL Suffolk_2012 20-06-12 13:48 Pagina 19
TEKST EN FOTO’S: DRS. RENÉ VAN DEN BROM GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN
Importeren
Schaap met CL-bult onder de kaaktak. Bij ongeschoren schapen kan een dergelijk abces gemakkelijk verborgen zijn onder de wol.
Bij de import van fokdieren is het belangrijk om eerst het hele koppel van herkomst grondig te inspecteren. Let goed op de aanwezigheid van bulten, maar ook op het voorkomen van andere aandoeningen, zoals jaagsiekte. Laat bloedonderzoek op CL verrichten en importeer de dieren pas na gunstige testuitslagen. Bij aankomst op het bedrijf in Nederland dienen de nieuwe dieren een half jaar in quarantaine te gaan. Als daarna opnieuw het bloedonderzoek op antistoffen gunstig is verlopen, kunnen ze bij het koppel.
len ziektekiemen vrij die koppelgenoten kunnen infecteren. Ze dringen via beschadigingen van de huid of de slijmvliezen binnen. Behandelen van CL is niet mogelijk. De veroorzaker, de bacterie Corynebacterium pseudotuberculosis, kapselt zich namelijk in de lymfeklieren in en wordt daardoor onbereikbaar voor antibiotica. Na verdenking kan bloedonderzoek op antistoffen of bacteriologisch onderzoek de diagnose bevestigen.
GD adviseerde vervolgens CL gericht te bestrijden. Vanwege het gevaar voor de Nederlandse schapenhouderij, namelijk de reële kans van verspreiding naar andere rassen en vleeslambedrijven, subsidieerde het Productschap Vee en Vlees (PVV) het bestrijdingsproject. Het doel van dit project was tweeledig. Allereerst een inventarisatie van de CLsituatie bij leden van het Suffolk Stamboek Nederland (SSN), bij afnemers van fokmateriaal van risicobedrijven alsook bij fokkers van andere organisaties die direct of indirect betrokken zijn geweest bij de import van besmette fokdieren. Daarnaast moest het project een eerste aanzet geven tot de bestrijding en monitoring van CL bij schapen in Nederland. In het project werkten SSN en GD nauw samen. Helaas werd al snel duidelijk dat de ziekte inmiddels versleept was naar andere bedrijven. CL is een lastige aandoening. Geïnfecteerde dieren ogen vaak
niet ziek. Ze krijgen wel bulten die pas twee tot zes maanden na de besmetting ontstaan. Veel bulten vallen niet op; de bulten kunnen inwendig zitten en oppervlakkige ontstoken lymfeknopen worden door de wol verborgen. Als de abcessen doorbreken, komen grote aantal-
ONDERZOEKSRONDES
De contactbedrijven binnen het SSN konden al hun dieren laten testen op CL. De contactbedrijven buiten het stamboek mochten hun aangekochte dieren laten onderzoeken. Verder konden leden van andere stamboeken deelnemen aan het project als ze mogelijk een probleem met CL hadden. De deelnemers werden verplicht om hun positieve dieren af te voeren.
Geiten vrijwel vrij van CL Naast schapen kunnen geiten, runderen en paarden CL krijgen. In de Nederlandse geitenhouderij waren er in het verleden veelvuldig uitbraken. De ziekte is bij geiten sneller herkenbaar, omdat de bulten beter zichtbaar zijn door het ontbreken van wol. De geitensector gebruikt tegenwoordig CL-vrije certificaten, waardoor minder dan een procent van de bedrijven nog wel eens met CL te maken krijgt. Heel soms treft CL ook mensen. In Nederland is dat nog nooit vastgesteld; de meeste beschrijvingen komen uit Australië, een enkele uit Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten. Vrijwel alle patiënten kwamen beroepsmatig veel in aanraking met vee: boeren, herders, scheerders en slachthuispersoneel. Van één consument is bekend dat die besmet raakte na het drinken van rauwe geitenmelk.
JUNI/JULI 2012
HET SCHAAP
19
<<
CL-abces in de hals van een schaap.
18-19-20_CL Suffolk_2012 20-06-12 13:49 Pagina 20
gezondheid
De meeste risicobedrijven hebben hun schapen laten onderzoeken. Op ruim twintig procent van de bedrijven toonde bloedonderzoek CL aan. Alle besmette schapen waren of rechtstreeks afkomstig van een van de twee bronbedrijven of geïmporteerd uit het Verenigd Koninkrijk. Na de eerste onderzoeksronde werd verder duidelijk dat het vinden van de bulten bij positieve schapen zeer lastig is. Een zorgvuldige controle lukt eigenlijk alleen als de schapen kort daarvoor zijn geschoren. In de tweede onderzoeksronde bleek dat de ziekte zich op een aantal contactbedrijven verspreid had naar koppelgenoten. Opmerkelijk genoeg testten sommige schapen positief, terwijl het laatste contact met een besmet dier eerder dan een half jaar ervoor was. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de incubatietijd langer duurde. Ook is het mogelijk dat de bacterie in de omgeving heeft overleefd en de schapen later heeft geïnfecteerd. Tot slot kan een dergelijk schaap in de eerste ronde onterecht negatief hebben getest. In de derde en laatste onderzoeksronde werden op één bedrijf nog twee besmette schapen gevonden, waarvan één schaap
Vaccinatie Tijdens het bestrijdingsproject kwamen geïmporteerde schapen aan het licht die positief reageerden in de test, terwijl ze geen uitwendige bulten hadden. Al deze schapen waren afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk. De dieren zijn mogelijk geënt tegen CL. In het VK is geen vaccin geregistreerd, maar besmette bedrijven kunnen ontheffing krijgen voor een Australisch vaccin. De bloedtest kan geen onderscheid maken tussen gevaccineerde en besmette dieren. Dit houdt een risico in bij importen. Ook gevaccineerde dieren houden een risico in, want een dergelijk dier is hoogstwaarschijnlijk afkomstig van een besmet bedrijf, anders zou er niet zijn geënt.
bulten had. Bacteriologisch onderzoek bevestigde de aanwezigheid van de CLbacterie. Bij slachtlamproducenten met Suffolk-rammen afkomstig van een van beide risicobedrijven en bij een Blue du Maine-fokker met verdachte bulten bij de dieren is geen CL aangetoond. SUCCESVOL
In drie onderzoeksrondes is het dus vrijwel gelukt om CL bij de deelnemers uit te bannen. Helaas hebben niet alle contactbedrijven de risicodieren laten onderzoeken. Ook werden er in de laatste onderzoeksronde op één bedrijf nog twee besmette schapen gevonden. De kans bestaat dus dat niet alle geïnfec-
teerde dieren zijn opgespoord. Bij het SSN zijn wel de vrije bedrijven bekend, waar afnemers veilig fokdieren kunnen aanschaffen. Om de kans op nieuwe insleep te beperken adviseert het SSN om bij aankopen de bloeduitslagen bij de verkoper op te vragen. Tijdens de ledenvergadering van het SSN is niet gekozen voor een certificeringsprogramma, zoals dat in de geitenhouderij goed functioneert en dat geschikt gemaakt kan worden voor de schapenhouderij. Dit zou meer zekerheid hebben gegeven. Wel heeft het SSN een importcontrole verplicht gesteld voordat dieren worden opgenomen in het stamboek. Dat is een goede maatregel. <<
TEKST: WIM HAVERSLAG SUFFOLK STAMBOEK NEDERLAND, FOTO: WIES HAVERSLAG
Wim Haverslag:
‘De schade is beperkt gebleven’
Hoofdinspecteur Wim Haverslag van Suffolk Stamboek Nederland
20
HET SCHAAP
Als inspecteur van het Suffolk Stamboek Nederland werd ik in het aflamseizoen 2010 verrast door een fokker van wie goede fokooien werden afgevoerd voor de dood. Twee dierenartsen van de Gezondheidsdienst voor Dieren stelden in maart 2010 CL vast op dit bedrijf. Na overleg met de GD en het Productschap Vee en Vlees is een onderzoeksproject opgestart dat volledig is gesubsidieerd door het PVV. Eerst werd een inventarisatie gemaakt van de risicobedrijven. Deze risicobedrijven konden hun dieren laten onderzoeken op CL. Hierdoor zijn weer nieuwe risicobedrijven opgespoord. Nu, twee jaar later, kan het SSN een moeilijke periode afsluiten. Sommige leden hebben veel dieren moeten opruimen vanwege CL en veel afzet van fokmateriaal buiten het stamboek is verloren gegaan. Maar uiteindelijk is de schade redelijk beperkt gebleven door het voortvarende optreden van het destijds zittende bestuur, de goede samenwerking met de GD en de medewerking van onze leden die de positieve dieren van hun bedrijf hebben afgevoerd. Het stamboek is tevreden over het verloop van dit traject en heeft vervolgmaatregelen genomen. Zo wordt er bij deelname aan keuringen geëist dat een risicobedrijf, waar positieve schapen zijn aangetroffen, na afvoer van deze dieren, met een tussentijd van zes maanden twee keer negatief is getest op CL. Importdieren worden pas opgenomen in het stamboek nadat ze twee keer een negatieve bloedtest op CL hebben met een tussentijd van zes maanden. Het SSN hoopt met deze maatregelen CL-insleep binnen het Suffolkstamboek in de toekomst te voorkomen.
JUNI/JULI 2012
21_Tips_tips 20-06-12 13:50 Pagina 21
Lam met dikke kop
Wormeieren tellen
Een lam van vijf weken oud heeft een dikke kop en de ogen half dicht. We hebben het dier uit de wei gehaald en in een donker hok geplaatst. Dat was zaterdagavond. ‘s Zondags kon het wel weer staan, maar niet eten. Maandag heeft de dierenarts penicilline gegeven. Dinsdag hebben we de moederooi uit het land gehaald en het lam begon gelukkig weer te drinken. Toen we goed keken, zagen we een open plekje in de nek van het lam. Waarom had het lam die dikke kop?
De resistentie van maag-darmwormen tegen de meeste wormmiddelen vormt een steeds groter probleem. Daarom is het een goed idee dat schapenhouders leren zelf wormeieren te tellen in verse lammerenmest. Zo kan tijdig de juiste behandeling worden ingezet. Maar met de eitellingen kan meer worden gedaan. Het ene lam heeft veel meer eitjes dan het andere en dat verschil is voor een flink deel van erfelijke aard. Er kan dus fokkerij mee bedreven worden, op dezelfde manier als met de gegevens van de vleeslamindex. De fokkerijorganisaties zouden de koppen bij elkaar moeten steken om dit probleem aan te pakken. Een koppel met betere erfelijke weerstand tegen maag-darmwormen leidt tot minder medicijngebruik en tot minder milieuvervuiling door residuen van de wormmiddelen.
Vermoedelijk is bij dit lam het wondje in de nek de primaire oorzaak geweest. Dit kan door prikkeldraad, een doorn of iets dergelijks veroorzaakt zijn. Vanuit het wondje is een ontsteking in het onderhuids bindweefsel ontstaan met als gevolg een dikke kop en dichte ogen. Waarschijnlijk heeft het lam goed gereageerd op de penicilline.
Koliek
FOTO: JACQUES ENGELEN
tips
Welke verschijnselen heeft een lam bij darmkoliek (kramp)?
HEEFT U OOK ZO’N PRAKTISCHE VRAAG? Stuur deze dan naar de redactie van Het Schaap. E-mail:
[email protected] Postadres: Postbus 361, 7000 AJ Doetinchem. Wij doen ons best een deskundig advies te geven.
Auteurs n
Armanda Boersma, ForFarmers (voeding)
n
Albert Visscher (fokkerij)
n
Frank Glorie, schapendokter.nl (gezondheid)
n
Gerard Veldt en Ton Noom, Veno (huisvesting)
n
Han de Leeuw (verzorging)
FOTO: HENK RISWICK
Voer- en drinkbakken verplaatsen In de zomer steekt rotkreupel makkelijk de kop op. De rotkreupelbacterie houdt namelijk van warmte en vocht. Vooral de lammeren zijn gevoelig voor een infectie. Dat komt door hun dunne tussenklauwhuid en matige afweer. Rond de voerbakken raakt de bodem zwaar besmet met rotkreupelbacteriën, doordat de lammeren er zich verdringen. Probeer natte en modderige plaatsen te voorkomen door creepfeeders en drinkbakken dagelijks te verplaatsen.
Vleeslammeren afmesten Een veilig rantsoen voor het afmesten van vleeslammeren voldoet aan de volgende eisen: g Onbeperkt vers drinkwater g Voldoende structuur g Voldoende mineralen en vitaminen g Veilige verhouding tussen calcium en fosfor g Juiste energie-eiwitverhouding voor pens en darm g Juiste verteringssnelheid, zodat onbeperkte opname voor maximale groei verantwoord is. Laat een rantsoen narekenen door een voedingsspecialist.
Hittestress Door hoge temperaturen en/of hoge luchtvochtigheid ontstaat hittestress. Met versnelde en oppervlakkige ademhaling geven schapen overtollige warmte aan de omgeving af. Vooral bij de vertering van ruwvoer in de pens komt veel warmte vrij; dieren proberen dit te reguleren door minder te eten. Hierdoor neemt ook de herkauwactiviteit af. De kwaliteit van het speeksel (buffermechanisme) is tijdens deze periode eveneens minder. Hierdoor ontstaat grote kans op pensverzuring. Zorg daarom voor onbeperkt vers drinkwater, daarnaast smakelijk ruwvoer (structuurbron) en geef extra natriumbicarbonaat (of een andere pensbuffer) om de pens gezond te houden. JUNI/JULI 2012
HET SCHAAP
21
FOTO: HENK RISWICK
Meestal staan deze lammeren met een gebogen rug. Ze lopen weinig. De eetlust is verdwenen. Soms is er een dikke buik te zien of wat loos persen op mest die niet komt.
22-23_Middenplaat_2012 20-06-12 13:57 Pagina 22
middenplaat TEKST: JACQUES ENGELEN, FOTO’S: HENK RISWICK
Southdown Als een blok. Zo ziet de Southdown eruit. Niet groot, het ras is eerder aan de kleine kant. Wel robuust, wat komt door de vierkante bouw en de stevige bespiering. De gesloten vacht rondom maakt ook van de Southdown een vrij massaal dier. De Southdown is belangrijk geweest. Het ras staat aan de basis van de Suffolk, Hampshire Down, Dorset en Oxford. Het is wereldwijd ingezet voor de kruislingfokkerij, waarbij de Southdown voor vlees, vroegrijpheid en soberheid zorgde. Het kruisen was zeer succesvol. De Suffolk en Hampshire Down bleken geweldige schapen met hun enorme groei en vroegrijpheid. De Southdown had zijn nut bewezen en raakte op de achtergrond. Het ras dreigde zelfs te verdwijnen. Zo’n 25 jaar geleden waren er krap 1500 ooien en belandde het op de lijst van zeldzame rassen. Daardoor zijn er organisaties die zich bekommeren om het voortbestaan van de Southdown en lijkt het ras voorlopig gered. In Nederland is er een handjevol fokkers. Ze zijn aangesloten bij de Vereniging van Speciale Schapenrassen. Speciaal is de Southdown zeker. Niet alleen vanwege zijn grote historische verdiensten, maar ook vanwege zijn rustige karakter.
STAMBOEK: Vereniging van Speciale Schapenrassen (VSS)
WEBSITE: www.vssschapen.nl Foto’s gemaakt bij Jan Molhuijsen, Tienhoven
22
HET SCHAAP
JUNI/JULI 2012
22-23_Middenplaat_2012 20-06-12 13:57 Pagina 23
24-25_Kenia_2012 20-06-12 13:52 Pagina 24
buitenland
Het onderkomen van de schapen is de voormalige varkensstal.
Keniaanse boerin schakelt over op schapen
Honderd Dorpers uit arren moede Met tuinbouw en melkvee is geen cent meer te verdienen, ondervindt Anne Gitau in Kenia. De afzet is het probleem niet, maar de productiekosten schieten omhoog. In Dorperschapen ziet ze een goed alternatief.
O
p de uitgestrekte savannes van Kenia grazen schapen tussen geiten en koeien in een grote kudde. In het droge noorden zelfs samen met kamelen. In en om de verstedelijkte gebieden zijn het de kleine boeren die een paar schapen en koeien laten grazen. Daarnaast houden ze veelal wat varkens en pluimvee. Dat gebeurt ook in Kikuyu, een paar kilometer ten noorden van Nairobi. Het dorp telt ruim 4000 inwoners die voornamelijk leven van de landbouw. Zo vlak bij de hoofdstad van het Oost-Afrikaanse land 24
HET SCHAAP
JUNI/JULI 2012
is er volop vraag naar melk, vlees, groente en mais. Tussen het groen rond de dorpskern ligt het huis van Anne Gitau. Gebouwd van steen en cement oogt de woning luxe. Vlak daarachter, heuvelafwaarts, liggen de weilandjes en akkerveldjes. Het totale perceel telt 2,4 hectare. In een stal staan negen melkkoeien en wat jongvee. Op een veldje lopen dertien schapen. Verder teelt Anne aardappelen, kool, bladgewassen en avocado’s voor de verkoop aan huis. Samen met haar man kon ze 25 jaar geleden dit stuk grond kopen na een erfenis.
Het terrein was toen onontgonnen; er stonden bomen, struikgewas, gras en onkruid. Anne runde de boerderij om bij te verdienen, haar man begon een bedrijf in bouwmaterialen. Sinds ze in 2008 weduwe werd, staat ze er alleen voor. Van haar vijf kinderen helpt alleen de jongste mee op het bedrijf, naast zijn studie op de universiteit. Maar hij bemoeit zich enkel met de bouwmarkt, die inmiddels is uitgebreid met een autowasserette en een paar huurhuizen op het erf. De boerderij is groots en professioneel opgezet voor Keniaanse begrippen. Al in 1984 werd een put geboord, een elektrische pomp geïnstalleerd en een sprinklerinstallatie aangelegd. De stroomrekening loopt echter te hoog op sinds in 2010 de energieprijzen explosief stegen. De pomp alleen al kost gemiddeld 160 euro per maand. Vorige maand betaalde ze
24-25_Kenia_2012 20-06-12 13:52 Pagina 25
TEKST EN FOTO’S: MARC VAN DER STERREN
Merino’s produceren te weinig vlees en hun wol levert te weinig op. Anne stapt daarom over op Dorper-schapen die makkelijker vlees aanzetten.
zelfs ruim 200 euro. De tuinbouw houdt Anne daarom voor gezien. Ze wil haar veldjes gaan benutten voor de productie van ruwvoer. HOGE VOERPRIJZEN
Anne heeft inmiddels een hoekje met gras opgekweekt dat ze binnenkort kan uitplanten. Verder heeft ze olifantsgras ingezaaid. Met deze hoge grassoort heeft ze ruime ervaring. In Limuru, vijftien kilometer verderop, hooit ze al jaren een perceel van twee hectare olifantsgras dat drie tot zeven meter hoog kan worden. Het ruwvoer is niet bestemd voor haar koeien. Ook die tak wil ze afbouwen, omdat de melkproductie drastisch is gedaald. “Voor 2010 molk ik tweehonderd liter per dag. Nu nog maar vijftig tot tachtig”, vertelt Anne. Oorzaak is de erbarmelijke kwaliteit van het krachtvoer dat ook nog eens flink duurder werd. Vanwege de hoge voerprijzen is ze ook al met haar pluimvee gestopt. In het land aan de oostkust van Afrika krijgt het vee voornamelijk de gewasresten van mais te vreten. Mais is volksvoedsel nummer één in Kenia, maar de gewasresten hebben nauwelijks voedingswaarde. “Eerder betaalde ik € 7,40 voor een zak van zestig kilo, nu twaalf”, zegt Anne. Dagelijks mengt ze drie zakken maisresten met een zak tarwekaf en wat koolzaadkoek. Daarbij komt nog een zak pluimveemest die ze zeeft met een koffiebonenzeef. Hier doorheen wordt melasse en vijf kilo zout gemengd. PRODUCTIEF RAS
Schapen zijn veel gemakkelijker dan koeien, verwacht Anne. “Ze hebben genoeg aan gras en hooi en halen voldoende voedingsstoffen uit maisresten.” Al lopen haar Merino’s er momenteel niet al te fit bij. “Nu gaat het beter, maar voor het regenseizoen wilden ze niet
eten.” Anne begrijpt het niet. “Het enige wat ze lustten, waren de bloemen uit mijn tuin.” Ze heeft acht Merino’s. Het waren de Engelse kolonisten die deze schapen meebrachten en in de wat hogere gebieden hielden. Anne houdt ze sinds 2005, maar het ras bleek geen goede keuze. “Ze geven te weinig vlees en de wol levert niks op.” Sinds kort heeft ze vijf Dorpers die ze voor 46 euro per stuk kocht. De Dorper is een klein maar sterk schaap dat is ontstaan in Zuid-Afrika. De lammeren groeien prima op arm grasland. Het is ook een vruchtbaar ras, de ooien werpen elke acht maanden twee lammeren. Het witte schaap met de zwarte kop wordt in grote aantallen gehouden in Nanyuki, tweehonderd kilometer naar het noorden, aan de andere kant van Mount Kenya. Binnenkort gaat Anne ernaartoe om fokdieren uit te zoeken. Ze vermoedt dat ze 55 tot 65 euro kwijt zal zijn voor goed fokmateriaal. Binnen een paar jaar wil ze uitbreiden naar honderd dieren. TROUWEN
“Als ik honderd Dorpers heb, kan ik elke maand twintig tot dertig lammeren verkopen”, hoopt Anne. Dan heeft ze een mooi inkomen. Een lam brengt 45 tot 65 euro op. “Een kilo lamsvlees kost € 3,70 bij de slagerij, rundvlees maar € 3,15.”
In Kenia is er altijd vraag naar lamsvlees. Wie een vrouw wil trouwen, moet een schaap (laten) slachten voor de familie. Voor belangrijk bezoek wordt ook vaak een schaap geslacht. “Dat is een grote eer”, legt Anne uit. En zo vlak bij de hoofdstad, waar ook nog eens een exportslachterij is gevestigd, is altijd wel een afzetmarkt te vinden. Anne heeft haar plannen helemaal uitgestippeld. Honderd schapen als vervanging van tuinbouw en melkproductie. Ze houdt drie koeien voor eigen gebruik en zet de groenteteelt op kleinere schaal voort, maar de beregeningsinstallatie gaat pas weer aan als de elektriciteitsrekening fiks lager uitvalt. Anne: “Wie weet wat de toekomst ons brengt.” << Volg de belevenissen van Anne Gitau de komende maanden in de rubriek Mail uit Kenia.
ANNE GITAU 56 WOONPLAATS: KIKUYU, KENIA BOERDERIJ: 8 MERINO’S EN 5 DOR PERS, 9 MELKKOEIEN EN JONGVEE. 2,4 HA TUINBOUW EN GRASLAND, 2 HA OLIFANTSGRAS OVERIG: BOUWMARKT, AUTOWASSERETTE EN HUURHUIZEN
Schapen in Kenia In Kenia lopen ongeveer tien miljoen schapen. Het nomadische volk de Masaï houden er ruim een miljoen. De meeste schapen zijn inheems en doen het goed in droge en dorre gebieden. De van oorsprong geïmporteerde rassen grazen vooral in de koelere en nattere hooglanden. De Keniaanse rassen zijn meestal varianten van de vetstaartschapen, zoals de Rode Maasai en de zwartkoppige Somalischapen. In sommige gebieden zijn kuddes verbeterd door het inkruisen van het Dorper-schaap.
JUNI/JULI 2012
HET SCHAAP
25
26-27_Texelaar_2011 20-06-12 13:58 Pagina 26
fokkerij
De Texelaar is groter geworden de afgelopen jaren. De stamboeken NTS en TSNH vinden dat het doel is bereikt. De Texelaar moet niet nog groter worden. Het is immers een middelgroot schaap.
‘Ideaal is aardig bereikt’ De Texelaar is de laatste jaren gegroeid. Het dier moest functioneler en gezonder worden. Hoge cijfers voor goed ontwikkelde Texelaars moesten de groei stimuleren. Daaraan komt nu een einde. “En dat is sneller dan verwacht”, aldus Jacob Wijnker van het TSNH.
J
arenlang is geroepen dat de Texelaar te klein was. Het ras moest ruimer en groter worden om gezondheidsproblemen te voorkomen, het aflammeren te versoepelen en meer kilo’s te krijgen. Maar ook aan die ontwikkeling lijkt een eind te komen. TSNH
“We hebben de ideale hoogte nu wel aardig bereikt”, meent Jacob Wijnker, voorzitter van de foktechnische commissie bij het TSNH. “En dat is sneller dan verwacht.” Het bereiken van de juiste hoogte is voor het TSNH reden om zich niet meer specifiek te richten op grotere schapen. Wijnker noemt de nieuw inge26
HET SCHAAP
JUNI/JULI 2012
slagen weg echter geen omslagpunt. “De ontwikkeling van de Texelaar is de laatste tien jaar sterk verbeterd. De hoogtemaat is nu goed, maar van ons mag het gemiddeld nog wel iets groter.” Een hoogte van 70 centimeter noemt hij mooi. Grotere Texelaars worden niet afgestraft, maar bovengemiddeld grote dieren worden niet meer extra gewaardeerd. Hij benadrukt dat de Texelaar een middelgroot schaap is en moet blijven. “Wanneer iemand grotere schapen wil, moet hij kiezen voor een Swifter.” Het TSNH wil zich meer toeleggen op de raseigenschappen, niet meer op de hoogte. “De verhoudingen moeten goed zijn. De borstdiepte en lengte blijven
vaak nog achter”, meent Wijnker. “Daarop moeten we goed letten.” Wijnker ziet in de praktijk dat fokkers de weg die het TSNH nu aangeeft, al inslaan. “Ik denk dat tachtig procent van de fokkers het met onze visie eens is.” NTS
De visie van het NTS komt overeen met die van het TSNH. “In ons fokdoel staat dat de Texelaar een middelgroot schaap is. Het streven is dus niet om een steeds groter schaap te krijgen”, stelt hoofdinspecteur Marjo van Bergen. “Vandaar dat nu zwart-op-wit is vastgesteld dat uitschieters geen extra punten meer krijgen voor ontwikkeling.” Rammen die op an-
26-27_Texelaar_2011 20-06-12 13:58 Pagina 27
TEKST: TESSA NEDERHOFF, FOTO’S: HENK RISWICK, FAMILIE VAN ARKEL
TES
2003
66,6 cm
2004
67 cm
2005
67 cm
2006
67,6 cm
2007
68 cm
2008
68,3 cm
2009
69 cm
2010
68 cm
2011
69 cm
Groei Texelaars
De Texelaar is de afgelopen jaren gemiddeld bijna drie centimeter hoger geworden.
derhalfjarige leeftijd hoger zijn dan 75 centimeter, krijgen nog maximaal 95 punten voor ontwikkeling. “Mits de verhoudingen kloppen”, waarschuwt Van Bergen. Gevaar is volgens haar namelijk dat de borstdiepte achterblijft bij de hoogte. Wanneer de borstdiepte en de lengte echter meegaan met de groei, mogen er ook
volgens het NTS gemiddeld nog wat centimeters bij. “De Texelaar mag zich nog steeds verder ontwikkelen, maar er is een grens. Het is een middelgroot vleesschaap. Op gegeven moment moet je je ook afvragen of het nog rendabel is verder de hoogte in te gaan. Grote schapen hebben meer onderhoudsvoer nodig en dat moet je wel kunnen terugverdienen.”
TES kijkt minder naar het aantal centimeters. “De raseigenschappen staan voorop. Wij willen een functioneel dier met ras en dan komt het niet aan op een paar centimeter”, aldus Tony de Zwart, lid van de pr-commissie. Met functioneel bedoelt hij goed groeiend en gezond. “Een kleiner dier is niet per se niet-functioneel.” Daarnaast moet het dier typerend zijn voor het ras. “Excellent bespierd, de belijning moet kloppen, de kop moet goed zijn, het dier moet goede verhoudingen hebben en daarmee dus een geheel vormen”, vindt De Zwart. Grote Texelaars hebben volgens hem vaak nog te weinig vleesopdruk doordat de ontwikkeling naar een groter dier te snel is gegaan. “Daardoor ontstaan foutjes. De dieren worden te smal, missen aansluiting, hebben onvoldoende vleesopdruk en missen de kenmerken die typerend zijn voor onze Texelaar.” Dat grote dieren makkelijker aflammeren en gezonder zijn, is volgens hem niet per definitie waar. “Het gaat om de inhoud en harmonie, niet om de hoogte.” <<
Martin en Derk van Arkel:
‘Er valt nog winst te halen’ “De Texelaar is niet gauw te groot”, menen Martin en Derk van Arkel. “Als het dier maar bespiering en raseigenschappen behoudt.” Hiermee bedoelen de Texelaarfokkers uit het Gelderse Kerk-Avelzaath dat het schaap in verhouding blijft, goed op de benen staat en een bruikbare kop heeft, die niet te extreem is. Derk en Martin vinden niet dat er een maximumhoogte aan de Texelaar moet worden gesteld. “Grotere dieren hebben over het algemeen een langere levensloop, meer ruimte voor hart en longen, kunnen beter tegen de warmte, lammeren makkelijker af en zijn dus gezonder.” Toch snappen ze waarom het stamboek bovengemiddeld grote schapen niet meer extra waardeert. “Nu worden er grote dieren gefokt waarbij niet meer te zien is dat het een Texelaar is. Ze missen vlees waar het moet zitten, staan slecht op de benen en hebben een kort kruis. Maar zolang het schaap in verhouding blijft en de vleesopdruk goed is, zie ik niet in waarom de Texelaar niet meer groter mag worden”, aldus vader en zoon. Dat een groter schaap meer eet en dus meer kost, beamen ze. “Maar als de bespiering wordt vastgehouden, verdient zich dat bij aflevering weer terug.” Een mooie stokmaat voor de ooien vinden ze 68 tot 70 centimeter. “Daar zitten we nu in Nederland gemiddeld genomen nog niet, er valt dus nog winst te halen.” Een geschikte ram vinden, is volgens hen wel een probleem. “Wanneer een groter schaap niet meer hoger wordt gewaardeerd, wordt dat nog lastiger. Je ziet dan aan de score niet meer wat voor een dier erachter zit. We zouden graag zien dat de scorebalk meer uit elkaar wordt getrokken.”
Texelaarfokkers Derk en Martin van Arkel gebruiken jaarlijks zes tot acht rammen voor hun tachtig ooien. Alle ooilammeren krijgen de kans om uit te groeien.
JUNI/JULI 2012
HET SCHAAP
27
28-29_Beregenen_28-29 20-06-12 17:09 Pagina 28
praktijk
TEKST EN FOTO’S: JACQUES ENGELEN
Eenvoudige installatie voor beregenen Voor hobbyist is grote installatie te duur Droge periodes zijn niet goed voor grasland. Goede grassoorten leggen het dan gauw af. Om droogte de baas te blijven, is beregenen nodig. Voor kleine oppervlaktes voldoet een eenvoudige installatie.
H
obbyschapenhouder Herman Nijmeijer in het Gelderse Zeddam heeft een eenvoudige beregeningsinstallatie. Hij gebruikt die veel, vooral voor de kleine percelen aan huis. Zijn installatie kan tot maximaal een hectare grasland beregenen. Voor de verderop gelegen percelen gebruikt Nijmeijer een grotere installatie die hij tweedehands kocht van een stoppende melkveehouder. Een beregeningsinstallatie begint met een puntstuk. Dat is een pvc-buis met aan het eind een filter die in de grond wordt geslagen, tot het niveau waar grondwater beschikbaar is. De pomp is het tweede deel. Die is er in allerlei soorten en maten, met bijbehorende capaciteit. Welke pomp geschikt is, hangt onder meer af van de diepte van het grondwater. Een eenvoudige pomp kan gewoon op het lichtnet van 220 volt. De pomp heeft een in- en uitgang. Aan de ingang komt een rubberen slang die in de pvc-buis tot in het grondwater zakt en aan de uitgang een slang die naar de sproeiers gaat. Aan een eenvoudige pomp passen niet veel sproeiers. Hoe meer sproeiers, zo beweert Nijmeijer, hoe minder krachtig de waterstraal per sproeier. De sproeier gaat helemaal rond. Er zijn ook zogeheten sectorsproeiers die een stuk over kunnen slaan. Daarmee is het aansturen van het bereik makkelijker. Herman Nijmeijer gebruikt zijn lichte beregeningsinstallatie het hele jaar door. Hij houdt zijn schapen op zandgrond en wil voorkomen dat de grond uitdroogt. << 28
HET SCHAAP
JUNI/JULI 2012
Voor schapenhouders met weinig schapen en een vrij klein perceel is een eenvoudige beregeningsinstallatie met een enkele sproeier voldoende.
28-29_Beregenen_28-29 20-06-12 17:09 Pagina 29
Verplaats de sproeier als de graszode verzadigd is.
Goed beregenen levert een mooie grasmat op.
Grotere oppervlaktes, vanaf een hectare, vereisen een grotere installatie met dit soort buizen. Daarvoor zijn ook een puntstuk met een fikse diameter en krachtstroom nodig.
Een eenvoudige pomp op lichtnet. De groene slang hangt in het puntstuk, de gele slang gaat naar de sproeier.
Tips voor beregenen
Leg de slang die naar de sproeiers gaat, zo vlak mogelijk. Ligt de slang over een hek, dan zakt de waterdruk in de sproeiers. Haal de pomp voor de winter naar binnen. Trek de slang uit het puntstuk. Houd de pomp op zijn kant, zodat het water eruit loopt. Laat er dan een halve liter zonnebloemof slaolie inlopen. Daardoor zal de pomp tijdens de winter niet vast gaan zitten. Zonnebloem- en slaolie zijn niet schadelijk voor het gras, als u de pomp in het voorjaar weer voor het eerst gebruikt.
Kijk of er aanbiedingen zijn. Ondanks dat het belangrijk is goed gras te houden, is een beregeningsinstallatie een forse investering. Check eerst hoe diep het grondwater zit, voordat u een puntstuk laat slaan. Sommige boeren slaan zelf een puntstuk met de giertank vol water en een slang eraan. Dat werkt niet als er oerbanken (grondlaag met hoge concentraties ijzer) in de bodem zitten. Sproei net zo lang tot de zode verzadigd is.
JUNI/JULI 2012
HET SCHAAP
29
30-31_Beemster_2012 20-06-12 14:00 Pagina 30
evenement
Co de Wildt met een deel van zijn schapen die hij op de dijk rond de Beemster weidt. Naast Blauwe Texelaars heeft hij ook witte Texelaars.
Co de Wildt
Schapenfokker in jarige Beemster
De Beemster bestaat vierhonderd jaar. Het jubileum wordt het hele jaar gevierd. Eind augustus en begin september staan de schapen volop in de belangstelling tijdens een grootse fair. De Beemster schapenfokker Co de Wildt is nauw betrokken bij de organisatie ervan.
E
en Beemster veehouder heeft schapen. Of dat alle vierhonderd jaar die de Noord-Hollandse polder dit jaar bestaat zo is geweest, is niet bekend. Maar pakweg de afgelopen honderd jaar heeft het wolvee er altijd gelopen. Voor melkveehouders waren 30
HET SCHAAP
JUNI/JULI 2012
schapen prima opknappers van het grasland. Ondanks toenemende regeldruk zijn er nog melkveehouders die schapen hebben, zeker met de goede prijzen van de laatste tijd. Maar in de Beemster houden vooral liefhebbers schapen. Ze weiden de
dieren onder meer op melkveebedrijven. Melkveehouders hebben er geen omkijken naar, hoeven de dieren niet vast te leggen in hun bedrijfsregister, hebben niks met extra regels te maken, maar blijven wel profiteren van het goede graasgedrag van de schapen.
30-31_Beemster_2012 20-06-12 14:00 Pagina 31
TEKST EN FOTO’S: JACQUES ENGELEN
Groot evenement Op vrijdag 31 augustus, zaterdag 1 september en zondag 2 september wordt het 400-jarig bestaan van de Beemster gevierd met een groot evenement: De Beemster Polderfair. Schapen spelen op vrijdag en zaterdag een belangrijke rol. Op vrijdag zijn er keuringen van witte Texelaars uit de Beemster en omgeving, Blauwe Texelaars uit heel Nederland, Hampshire Downs uit heel Nederland en waarschijnlijk ook Bleu du Maines. De jury geeft uitgebreid uitleg aan alle bezoekers. Verder is de Vereniging van Speciale Schapenrassen (VSS) die dag aanwezig met ongeveer 25 zwoegervrije schapenrassen. Inschrijven voor de keuringen kan nog tot 20 juli bij Jaap Oostwouder (0299-68 15 85) of Co de Wildt (029943 11 27, ook voor meer informatie over de keuringen). Op zaterdag krijgen schapenhouders uit de Beemster de kans om zich met bedrijfsgroepen te presenteren. De VSS is er dan met ruim twintig niet-zwoegervrije rassen. Op deze dag begint het praktijkkampioenschap schapen drijven met Border Collies. De finales daarvan zijn op zondag. Tijdens het evenement zijn er verschillende stands van toeleverende bedrijven en zijn er tal van presentaties van wol en vilt. Naast de schapen zijn er veel andere activiteiten op het gebied van akkerbouw, melkvee, paarden, bollenteelt, fruit, vleesvee, kleinvee, bijen, enzovoorts. De organisatie hoopt op 25.000 tot 30.000 bezoekers. Entree bedraagt tien euro, kinderen tot veertien jaar mogen gratis naar binnen. De Polderfair ‘400 jaar Beemster’ vindt plaats op een terrein van vijftien hectare in Middenbeemster, aan de Middenweg bij de kruising met de N244. Meer informatie: www.beemsterpolderfair.nl en www.400jaarbeemster.nl
Co de Wildt is zo’n liefhebber. Ruim veertig Texelaars heeft hij, witte en Blauwe door elkaar, met daarnaast een twintigtal enters, plus de lammeren van dit jaar. De Wildt is een enthousiaste fokker in de polder die exact vierhonderd jaar geleden werd drooggelegd. Hij weidt zijn dieren op dijkpercelen in de winter bij veehouders en als tegenprestatie houdt hij hun vee in de gaten. Aankomende maanden is De Wildt ook razenddruk met de organisatie van de Beemster Polderfair waar de schapen behoorlijk prominent aanwezig zullen zijn. GEWORTELD EN TROTS
De Wildt is van oorsprong geen Beemsterling. Hij komt uit een andere polder: de Purmer. Maar hij woont met zijn vrouw al bijna dertig jaar in het huis van haar opa. Hij is er geworteld en is trots op ‘zijn’ polder: “De Beemster heeft iets. Die dijk eromheen is een soort omarming van de gemeenschap. Alle mensen voelen dat hier. Kom niet aan de Beemster.
Als we op de terugreis van vakantie zijn, ga ik steeds harder rijden. Zodra ik de kerk van Middenbeemster zie, is het weer goed. ” LEUKE POSITIES
Texelaars horen hier, net als in de rest van de provincie Noord-Holland, vindt De Wildt. Elk jaar is er een winterkeuring waar een veiling van topdieren plaatsvindt. De Beemster heeft ook een eigen studieclub van schapenfokkers, al zijn er eveneens leden van buiten de polder aangesloten. Ze wisselen informatie uit en geregeld belicht een spreker een actueel technisch onderwerp. De Wildt noemt zichzelf geen topfokker. Hij doet graag mee aan keuringen, houdt ook van het organiseren daarvan, en behaalt er leuke posities. “Het gaat altijd wel redelijk goed. Een 1B of een 1C.” Vorig jaar werd zijn jonge Blauwe ram, gefokt door Jan der Kinderen uit Brabant, kampioen en zijn zelfgefokte ram reservekampioen. Een mooi resultaat, maar
De Wildt hoeft niet altijd aan de top te staan. “Als ik meedraai, ben ik tevreden.” Bij zijn witte Texelaars streeft hij naar een solide en goed ontwikkeld schaap met een goede kop. Extreem grote dieren wil de fokker niet. “Ik fok geen kamelen.” Schapen van 68 centimeter zijn best. Type, snit en kop vindt hij belangrijker dan formaat. Bij de Blauwe Texelaar houdt hij ook van solide dieren met mooie koppen. “Bij de Blauwe kijken ze minder naar de kop dan bij de witte Texelaars. Ik kijk er wel naar. Niet dat extreme van vroeger, hoor. Ik wil gewoon een mooie kop.” Vruchtbaarheid en groeisnelheid vindt De Wildt bij de Blauwe dieren eveneens belangrijk. “Daar staat de Blauwe om bekend. Dat moeten we er dan wel in houden. Net als de kleur. Ze worden de laatste tijd te donker.” Zeven jaar geleden moest hij opnieuw beginnen met zijn fokkerij. Er kwam zwoeger voor bij zijn dieren. “Ik kon twee dingen doen: gaan zitten janken of alles wegdoen en opnieuw beginnen. Dat laatste heb ik gedaan. Ik heb een paar rammen gekocht en nieuwe ooien. Ze sloten mooi op elkaar aan. Dat merk ik steeds meer.” Hij test elk jaar een jonge ram. Die mag dan een paar ooien dekken en als de lammeren goed bevallen, zet hij die ram het jaar erop breed in. “Ik ga altijd op mijn gevoel af. Dat gaat ook wel eens fout. Maar ach, uiteindelijk gaat het erom dat ik in het land tussen mijn schapen kan lopen en kan zeggen: ‘lekker, zo is het goed’.” << JUNI/JULI 2012
HET SCHAAP
31
32-33_Rotkreupel_2012 20-06-12 13:59 Pagina 32
gezondheid
Rotkreupel
Combinatie bepaalt ernst Rotkreupel. Schapenhouders kennen dit probleem maar al te goed. Uitbanning blijkt lastig. De klauwaandoening komt vrijwel altijd binnen door insleep. Risicofactoren als het weer en slechte hygiëne verhogen de infectiedruk. “Zorgvuldig handelen is cruciaal”, stelt dierenarts Van den Brom. TEKST: DURKJE HIETKAMP, FOTO’S: JACQUES ENGELEN, HENK RISWICK
R
otkreupel komt veel voor. Het pootprobleem is een van de langst bekende en zeer moeilijk te bestrijden ziekten in de schapenhouderij. “De eerste geschreven mededeling over rotkreupel dateert uit 1788”, vertelt drs. René van den Brom, dierenarts bij de Gezondheidsdienst voor Dieren. Rotkreupel treedt op wanneer schapen in aanraking komen met twee verschillende bacteriën: Fusobacterium necrophorum en Dichelobacter nododus. De laatste is de eigenlijke rotkreupelbacterie; die infecteert de tussenklauwhuid, waarna F . necrophorum voor het binnendringen zorgt. “De ontstane ontsteking leidt tot weefselversterf en erosie”, zegt Van den Brom. “De eerste bacterie is bijna overal en altijd aanwezig in de omgeving van het schaap. Ze komt in de darmflora voor en dus ook in de mest. D. nodosus is een bacterie die schapen bij zich kunnen dragen. Die bacterie komt binnen via insleep door bijvoorbeeld de aankoop van nieuwe dieren, via laarzen of vervoer.” Beide bacteriën versterken elkaar en dringen samen door de klauwhoorn heen. Risicofactoren zoals temperatuur en droogte bepalen de ernst. RISICOFACTOREN
Vooral in de lente en herfst, wanneer het warm en vochtig is, doemt rotkreupel op. De bacteriën houden van temperaturen boven de 10°C. Onregelmatige of verkeerde klauwverzorging, het gebruik van materiaal dat niet is gereinigd, zure bodems, vertrapte grond, nat strooisel en slechte hygiëne verhogen eveneens het risico.
Rotkreupel is zeer besmettelijk, de bacterie verspreidt zich makkelijk en snel binnen het koppel. Overdracht van schaap naar schaap kan via de weide, besmet strooisel of looppaden. “Maar ook tussen bedrijven kan de verspreiding snel gaan, bijvoorbeeld door het gezamenlijke gebruik van een veewagen of het aankopen van een dier. Zelfs schapen die zelf geen symptomen hebben, kunnen de rotkreupelbacterie meedragen en verspreiden”, vertelt Van den Brom. KENMERKEN
Het voornaamste kenmerk van rotkreupel is kreupelheid. Daarnaast grazen veel schapen op de voorknieën vanwege de pijnlijke klauwen. Bij inspectie valt in eerste instantie een ontsteking van de huid tussen de klauwen op. Vervolgens zie je ondermijning op de overgang naar de hoorngrens, waarna de ontsteking het balgebied bereikt. Pas daarna wordt de zool aangetast. Vaak is er een etterige ontsteking van de huid in de tussenklauw met een typische geur. De schade en het dierenleed kunnen fors zijn. “Rotkreupel veroorzaakt pijn en vermindert de beweeglijkheid en voeropname. De schapen liggen veel en vermageren. De conditie en weerstand dalen, waardoor bijvoorbeeld slepende melkziekte makkelijker ontstaat en de melkproductie daalt. Vanwege de pijnlijke klauwen kunnen rammen minder deklustig zijn. De wol gaat achteruit en lammeren groeien minder snel. Bovendien kan myiasis tussen de klauwen op de ontstoken plek op-
Nieuwe ontwikkelingen De eerste stappen zijn gezet om dieren te kunnen selecteren op rotkreupelgevoeligheid. Door schapen met de laagste weerstand niet te gebruiken in de fokkerij, neemt de gemiddelde afweer in een koppel toe en kan de klauwaandoening minder hard toeslaan. Een heel nieuwe ontwikkeling is de PCR-test die begin juni in Denemarken is gepresenteerd. Deze test kan de aanwezigheid van de rotkreupelbacterie Dichelobacter nodosus aantonen, maar is nog niet praktijkrijp.
32
HET SCHAAP
JUNI/JULI 2012
Grazend schaap met rotkreupel.
32-33_Rotkreupel_2012 20-06-12 13:59 Pagina 33
Om de pijnlijke klauwen te ontlasten staat dit schaap op zijn voorknieën.
treden”, somt Van den Brom op. Daarnaast gaan klauwproblemen gepaard met veel extra arbeid en behandelingskosten en het vervroegd afvoeren van dieren. MAATREGELEN
De aanpak van rotkreupel vereist aandacht en inzet. “Hoe sneller de ziekte wordt behandeld, hoe beter de situatie onder controle is te houden”, zegt Van den Brom. Eliminatie is echter niet eenvoudig. Wanneer rotkreupel toeslaat, raadt de dierenarts aan het koppel te splitsen in een groep met gezonde en een groep met aangetaste dieren. Het is belangrijk dat beide groepen op een schone weide komen na behandeling. Zet de gezonde dieren na het bekappen in een voetbad, bij voorkeur een stabad, en herhaal de behandeling na een week. Voor aangetaste dieren is het voetbad na het bekappen erg pijnlijk. Behandel ze daarom eerst met een antibioticaspray tot de infectie minder ernstig is voor ze in het bad gaan. Bij schapen met ernstige rotkreupel is het verstandig om bloedingen bij het bekappen te voorkomen. Die vertragen namelijk het herstel. “Gooi het weggesneden hoornmateriaal weg”, adviseert Van den Brom. “De rotkreupelbacterie, D. nodosus, kan namelijk kort, maximaal twee weken, in de omgeving overleven. In hoornmateriaal kan dat wat langer, circa zes weken.”
alle schapen regelmatig te bekappen om de ziekte buiten de deur te houden. “Snijd daarbij niet meer weg dan noodzakelijk.” Ook goede voeding, met voldoende mineralen die zorgen voor een harde klauw die weerstand biedt tegen de rotkreupelbacterie, werkt preventief. Daarnaast is er een vaccin dat rotkreupel kan voorkomen. <<
Rotkreupel beheersen g
g g g
g g
g g
g
PREVENTIE
Volgens Van den Brom is insleep voorkomen de belangrijkste preventiemaatregel. Zorgvuldig handelen met de aankoop van nieuwe dieren, is van cruciaal belang. Koop geen besmette dieren en plaats aangekochte dieren eerst minimaal vier weken in quarantaine. Daarbij dient ook extra aandacht te zijn voor de bestrijding van in- en uitwendige parasieten, zoals maag-darmwormen en schurft. Bekap de schapen en spray ze met antibiotica. Pas als zeker is dat ze vrij zijn, mogen ze bij het koppel”, adviseert Van den Brom. Een andere beruchte oorzaak van insleep is inbraak, bijvoorbeeld door de schapen van de buurman. “Vermijd direct contact, zorg voor een goede afrastering, gebruik schone laarzen en aanhangers en pas op met gezamenlijk gebruik van een veewagen.” Daarnaast raadt de dierenarts aan om de klauwen van
g
g
g
Houd nieuw aangekochte schapen minimaal vier weken in quarantaine. Voorkom insleep door goede afrastering en schone laarzen. Pas op met gezamenlijk gebruik van veewagens. Behandel besmette schapen en voer schapen waarbij de problemen elke keer weer terugkomen af. Scheid gezonde en besmette dieren. Zet de dieren regelmatig in een voetbad (zinksulfaat of eventueel formaline). Het beste is een stabad waarin de dieren een half uur staan. Vaccineer in een besmette omgeving. Snij bij het bekappen al het losse hoorn weg, ontsmet het gereedschap en verwijder de afsnijdsels. Spray de tussenklauwen twee keer met tetracycline en laat tussendoor opdrogen. Geef antibiotica-injecties. Laat de dierenarts een behandeling instellen op basis van het formularium Schaap van de KNMvD. Zet de schapen na behandeling in een schone wei waar twee weken geen schapen hebben gelopen. Verstrek een rantsoen met voldoende vitamines en mineralen voor een goede weerstand.
Een half uur in een voetbad helpt rotkreupel bestrijden.
JUNI/JULI 2012
HET SCHAAP
33
34-35_Van Ginderachter_2012 20-06-12 14:03 Pagina 34
reportage
“De Lleyn is vooral economisch interessant”, vindt Jan van Ginderachter.
‘Ik investeer in rammen’ Jan Van Ginderachter houdt sinds de jaren tachtig Suffolks. Daarmee sleept hij menig prijs in de wacht. Inmiddels is de veestapel aangevuld met het Lleyn-schaap. “Dit uit Wales afkomstige ‘easy care’-ras biedt economisch meer perspectief”, aldus Van Ginderachter.
J
an Van Ginderachter is hoofdnutritionist bij diervoederbedrijf Vanden Avenne in het Belgische Ooigem. Rust vindt hij bij zijn schapen, waarmee de hobbyhouder op een professionele manier omgaat. Van Ginderachter begon in 1982 met het houden van schapen. Dat jaar huurde hij een boerderijtje met wat land in Marke en kocht hij zijn eerste Suffolks. Vanaf het begin opteerde hij voor stamboekdieren. “Suffolk is in België een belangrijk ras. Het maakt twaalf procent van de Belgische schapenstapel uit”, vertelt de West-Vlaming. In 1988 zette hij zijn schapenhouderij voort op Hof ter Haeghen, een oude hoeve uit 1761. PAASLAMMEREN
De middelste twee Suffolk-rammen wonnen meerdere prijzen.
34
HET SCHAAP
JUNI/JULI 2012
Tijdens de stalperiode besteedt Van Ginderachter veel zorg en aandacht aan de
34-35_Van Ginderachter_2012 20-06-12 14:03 Pagina 35
TEKST EN FOTO’S: JEF VERHAEREN
Suffolks. De dieren vreten hooi, voordroogkuil, maiskuil en krachtvoer. Tot de slacht verorbert een lam 25 tot 30 kilo krachtvoer. De ooien krijgen krachtvoer voor de melkproductie. Ze lammeren in januari. In april worden de lammeren gespeend. De ooien gaan dan in de wei en een deel van de lammeren vertrekt als paaslam naar de slacht. Van Ginderachter houdt de andere jonge dieren tijdens de weideperiode dicht bij de stal. “Tot zo’n twintig jaar geleden was deze vorm van schapenhouderij rendabel”, vertelt hij. “Van Pasen tot juni werd een euro per kilo meer betaald voor een Suffolk-lam dan voor een Texelaarlam. Tegenwoordig is de prijs voor paaslammeren te laag en ook de wolprijs is gezakt, maar de kosten zijn gestegen.” De totale Belgische Suffolk-stapel is hierdoor behoorlijk uitgedund. “Weideschapen, zoals Texelaars, zijn meer grasschapen en komen met wat hooi en kuil voordelig door de winter. Dat lukt niet met Suffolks.” IMPORT EN EXPORT
Van Ginderachter bezoekt met zijn gezin een paar keer per jaar fokkers in het Ver-
JAN VAN GINDERACHTER PLAATS: ANZEGEMKASTER BELGIË BEROEP: HOOFDNUTRITIONIST BIJ VANDEN AVENNE SCHAPEN: 35 SUFFOLKOOIEN EN 5 SUFFOLKRAMMEN, 25 LLEYNOOIEN EN 1 LLEYNRAM
enigd Koninkrijk. “In Engeland en Schotland halen we de beste rammen om ons koppel te verbeteren. Af en toe kopen we ook drachtige ooien. Wij willen alleen de betere dieren, al kost dat wel wat geld.” Zijn streven naar verbetering vertaalt zich in resultaat op keuringen, zowel provinciale als nationale. De schapenhouder wint voortdurend prijzen met zijn Suffolks. Hoofddoel van Van Ginderachters eigen fokkerij is goede ramlammeren produceren voor de dekkerij. Suffolk-rammen worden volgens hem meer en meer gebruikt om mee te kruisen. Niet alleen in België, maar ook in het Verenigd Koninkrijk. “De helft van de Britse Suffolk-ram-
Deze tweejarige Lleyn-ram hoort bij de absolute top van zijn ras.
men wordt ingezet als slachtlamvaderdier”, vertelt hij. Jaarlijks exporteert Van Ginderachter jonge fokrammen naar Frankrijk, Nederland, Duitsland en Spanje. ECONOMISCH INTERESSANT
Het koppel van Van Ginderachter, zestig ooien en zes rammen, bestaat echter niet meer uitsluitend uit Suffolks. Van dit ras heeft hij 35 ooien en vijf rammen. Daarnaast heeft hij 25 ooien en een ram van het Lleyn-ras uit Wales. Dit weideschaap noemen de Britten een ‘easy care’schaap. “Voor de Lleyn bestaat nog geen Belgisch stamboek. Wij investeren in de beste rammen, allemaal Britse stamboekdieren. Wij kopen onder andere bij de bekende fokker Marcus Bullock”, vertelt de schapenhouder. “De Lleyn-rammen zijn zo goed dat ze zonder probleem zestig, zeventig ooien en meer voor hun rekening nemen.” De huidige Lleyn-ram van Van Ginderachter behoort met zijn indexen zowel voor moedereigenschappen als voor karkaskwaliteit tot de top van het ras. “Momenteel is dit weideras economisch het meest interessant”, stelt Van Ginderachter. “In het Verenigd Koninkrijk bestaan kuddes van duizend dieren die door slechts twee mensen worden gemanaged. Ze halen een jaarproductie van 800 kilo lamsvlees per hectare.” Van Ginderachter houdt nog met veel plezier Suffolks. “We hebben met dit ras ruim twintig jaar ervaring in selectie opgebouwd. Maar vanuit economisch oogpunt zien we vooral toekomst in de Lleyn. Dat ras is in Engeland in opmars en bovendien is de Lleyn voor ons interessant om te kruisen met de Suffolk.” << JUNI/JULI 2012
HET SCHAAP
35
36-37_gezondheid_2012 20-06-12 14:02 Pagina 36
gezondheid
Een bolle buik en gestrekte achterpoten duiden bij een mestram op verstopping van de urineweg.
Urinestenen bij rammen Regelmatig ziet dierenarts Herman Aa in zijn praktijk rammen met blaas- en urinestenen. Oorzaak is meestal het voeren van grote hoeveelheden verkeerd samengesteld krachtvoer in combinatie met te weinig ruwvoer. TEKST: DRS. HERMAN AA DIERENARTS IN DOESBURG, ILLUSTRATIE: ELS VAN DEN BERG
V
ooral mestrammen lopen het gevaar om urinestenen te krijgen. Dat komt omdat ze vaak veel krachtvoer krijgen om snel vlees aan te zetten. De dieren kunnen alleen veilig grote hoeveelheden vreten als het krachtvoer een ruime calcium-fosforverhouding van 2:1 heeft. Bevat het rantsoen veel fosforrijke producten, zoals granen en aardappelen, dan moet de schapenhouder extra erop toezien dat de dieren ook meer calcium binnenkrijgen. Ook fokrammen die hard gevoerd worden voor een keuring of verkoop kunnen gedeeltelijke of volledige blokkade van de urineleider (urolithiasis) krijgen. Deze manier van voeren heeft nog een groot nadeel. Hard gevoerde fokrammen hebben een slechtere vruchtbaarheid en gaan minder lang mee dan rustig gevoerde dieren die vooral ruwvoer gehad hebben. Vroege herkenning van het probleem en snel veterinair ingrijpen zijn essentieel om het euvel te verhelpen. Onomkeerbare schade aan de nieren ontstaat namelijk al snel door overmatige urinetegendruk. Een vroege diagnose is verder belangrijk om de schade bij koppelgenoten te beperken. De meest voorkomende oorzaak van urolithiasis is een kristal dat bestaat uit magnesium-ammonium-fosfaat hexahydraat (struviet) als gevolg van het voeren van een krachtvoerrantsoen met een te hoog fosfaatgehalte (meer dan 0,6 procent, meestal op basis van granenrantsoenen) en magnesiumgehalte (meer dan 0,2 procent, doorgaans te vinden in rantsoenen voor 36
HET SCHAAP
JUNI/JULI 2012
ooien). Gevaarlijk zijn vooral de zelf samengestelde rantsoenen die gemaakt zijn zonder kennis van zaken. Stenen en gruis kunnen in de urineleider vastlopen. Dat gebeurt meestal net boven de balzak/S-vormige bocht of in het wormvormig aanhangsel aan het uiteinde van de penis. De eerste tekenen van verstopping van de urinewegen zijn ongemak (buikpijn), tandenknarsen, afzonderen van de andere schapen in de groep. De dieren hebben vaak aandrang tot urineren en staan met een gekromde rug en harde buik. Soms komt er wat urine druppelsgewijs of helemaal niets. De schapenhouder denkt vaak dat het dier moeite met de vaste ontlasting heeft. Als er scheuren in de urineleiding en blaas ontstaan, zien we pijnlijke oedeemvorming onder de buik. Als de blaas scheurt, is de ram ten dode opgeschreven. Meestal is de overvolle blaas in de buik als een voetbal te voelen. Behandeling van de zieke dieren is alleen zinvol in het beginstadium. Zit de verstopping in het wormvormig aanhangsel, dan geeft verwijdering van het aanhangsel verlichting en kan de ram weer vrijuit plassen. Zit de obstructie hoger, dan kiezen we meestal uit welzijnsoverweging voor het laten inslapen van de ram. De andere dieren van het koppel moeten direct anders gevoerd worden. De basis is meer ruwvoer en flink veel schoon drinkwater. Door het herkauwen wordt veel fosfor via het speeksel afgevoerd. Ook calciumrijke producten als pulp en een lager eiwitgehalte in het voer kunnen verbetering brengen. <<
36-37_gezondheid_2012 20-06-12 14:02 Pagina 37
column GD
SASKIA LUTTIKHOLT
Antistoffen tegen Schmallenbergvirus Voorlopig lijkt het Schmallenbergprobleem achter de rug. De laatste weken melden slechts enkele veehouders nog geboortes van afwijkende lammeren. De schade is achteraf niet zo groot gebleken als in het begin werd gevreesd. In december en januari, maanden waarin op relatief weinig bedrijven lammeren worden geboren, zijn in verhouding de meeste afwijkende lammeren geboren. Onderzoek naar achtergronden van het Schmallenbergvirus is in volle gang. Daarvoor is inmiddels een test beschikbaar die antistoffen tegen dit virus aantoont. Met deze test worden ook monsters onderzocht die zijn ingestuurd voor de Brucella melitensis-monitoring. We krijgen zo meer inzicht in de periode van introductie en de spreiding van het Schmallenbergvirus in Nederland. In het kader van dit onderzoek bezoekt de GD 200 bedrijven. Daarbij worden bloedmonsters onderzocht en een enquête afgenomen. De vragen gaan over diergezondheid, voeding, vaccinaties en de dekperiode. De resultaten uit deze enquête geven meer inzicht in verschillen tussen bedrijven met en zonder afwijkende lammeren. Daarnaast krijgen we een beter beeld van de schade die Schmallenberg op bedrijven heeft veroorzaakt. Op basis van dit onderzoek hopen we een beter advies te kunnen geven om nieuwe problemen zo veel mogelijk te beperken. Schapenhouders die deelnemen aan dit onderzoek, krijgen inzicht in de situatie op het eigen bedrijf. Zij weten na dit onderzoek of hun dieren wel of niet met Schmallenberg zijn besmet. De dieren die een infectie hebben doorgemaakt en waar dus antistoffen kunnen worden aangetoond, zijn vermoedelijk beschermd, ongeacht of de ooien wel of niet afwijkende lammeren hebben gegeven. Bij dieren waar geen antistoffen kunnen worden aangetoond, is het mogelijk raadzaam om de dekperiode uit te stellen tot eventueel na november. Het Schmallenbergvirus wordt namelijk overgedragen door knutten en die zijn veel minder actief bij lage temperaturen. Hoewel de problemen met het Schmallenbergvirus achter de rug lijken, zal het bovenstaande onderzoek uitwijzen of dit ook werkelijk het geval is.
vragen aan... Dr. Norbert Steurbaut (dierenarts in Nederhasselt, België) Witte stukjes worm
Dikke balzak
Ik heb mijn lammeren goed en juist ontwormd met Cydectin oraal drench. In de mest zie ik toch nog witte stukjes worm liggen. Hoe kan dat?
Mijn beste ramlam van drie maanden heeft een opgezette linker scrotum. Ook plaatst de ram de linkerachterpoot wat naar buiten. Is er een behandeling mogelijk?
De lammeren hebben last van lintwormen. Cydectin behoort tot de ontwormingsgroep van de avermectines. Dit middel is niet werkzaam tegen lintwormen. De kleine witte stukjes worm zijn brede segmenten van de lintwormen. Ze zijn vooral aanwezig bij lammeren en enters en weinig schadelijk. De schapenhouder kan het beste zijn dieren ontwormen met een benzimidazolenmiddel.
Het lam heeft een aangeboren of erfelijke liesbreuk. Door de breuk kunnen organen uit de buik afdalen. Indien darmen door het lieskanaal in het scrotum komen, spreken we van een gevaarlijk beklemde liesbreuk. Een afsnoering van de darmen leidt al gauw tot sterfte. De beste behandeling is een operatie, waarbij de uitwendige liesring wordt gesloten en het dier eenzijdig wordt gecastreerd. Vanwege het erfelijke karakter is het raadzaam niet te fokken met dit ramlam.
JUNI/JULI 2012
HET SCHAAP
37
38-39-40_Organisaties_2012 20-06-12 16:53 Pagina 38
organisaties Nederlands Texels Schapenstamboek NTS
Texels Schapenstamboek Noord-Holland TSNH
tel. (0525) 63 10 80 | www.texelsheep.nl
tel. (0224) 53 32 60 | www.texelsheep.nl
NTS Algemene ledenvergadering De algemene ledenvergadering van het NTS was op 22 mei in Nijkerk. Voorzitter Jan van Rijnsbergen verwelkomde zestig aanwezigen, onder wie een aantal genodigden. De volgende besluiten zijn genomen: g De jaarrekening 2011 werd in orde bevonden en goedgekeurd. De penningmeester werd decharge verleend. g De contributie 2013 blijft ongewijzigd op 45 euro voor leden (eerste jaar gratis) en 25 euro voor donateurs. g Het voorstel van de afdeling Drenthe om weer rammen met een Q-allel tot de fokkerij toe te laten, werd met dertien stemmen tegen en één voor verworpen. NSFO-ONLINE
Hoofdinspecteur Marjo van Bergen presenteerde nieuwe mogelijkheden van NSFO-online. Steeds meer schapenhouders maken gebruik van dit systeem. Binnen het NTS ligt dat op circa tachtig procent. g Op de startpagina staan mededelingen en het is verstandig om daar goed op te letten. g Een meer gebruikersvriendelijk wachtwoord is te verkrijgen via het kantoor in Zaltbommel. g Nogmaals wordt de aandacht gevraagd voor het feit dat bij een verhandeling van een dier altijd twee handelingen moeten plaatsvinden: zowel aan- als afvoerder moet melden. Als beiden dit binnen zeven dagen doen, zoals wettelijk is voorgeschreven, gaat dit gemakkelijk. g De Helpfunctie biedt de mogelijkheid om een idee of klacht te melden. Hiervan wordt steeds meer gebruik gemaakt. g Via ‘stallijst ophalen’ kan eenvoudig de stallijst van NSFO worden vergeleken met die bij DR. g Elda heeft een nieuwe reader op de markt gebracht. Een aantal grotere schapenhouders werkt hier inmiddels met tevredenheid mee. g De administratieve bewaking van het zwoeger- en scrapieprogramma wordt getoond. DIERGEZONDHEIDSPROGRAMMA
Jan Zwagerman, vicevoorzitter van NSFO, schetste het ontstaan van NSFO en de ontwikkelingen die er vervolgens zijn geweest. Op verzoek
38
HET SCHAAP
JUNI/JULI 2012
van de achterban is er gekeken naar kostenbeheersing en daaruit is het diergezondheidsprogramma ontstaan. Daar is door met name voorzitter Jan van Rijnsbergen en dierenarts Reinard Everts, met ondersteuning van Marjo van Bergen, veel inspanning voor geleverd. De door velen niet verwachte ISO-certificering werd in heel korte tijd verkregen. Een compliment waard, aldus Zwagerman. Zwagerman gaf nadrukkelijk te kennen dat, in tegenstelling tot wat soms wordt gesuggereerd, de wederzijdse erkenning geen zaak is van twee personen, maar van twee diensten. NSFO doet haar uiterste best om uit de impasse te geraken.
Bij het laatste overleg van 18 mei is naar voren gekomen dat het gebruik van de huur- en dekverklaringen een punt is waarover onder meer opheldering moet komen. Aangezien dit een zaak is van de stamboeken, wordt aan de vergadering een voorstel gedaan om de afdelingen daarover in gesprek te laten gaan en binnen een week hun mening kenbaar te maken. Reinard Everts ging vervolgens meer specifiek in op een aantal technische vragen omtrent het diergezondheidsprogramma. FOKTECHNISCHE COMMISSIE
Henk Damkot gaf als scheidend voorzitter van de foktechnische commissie (FTC) een overzicht van de zaken die in de achterliggende jaren als rode draad van de werkzaamheden van de FTC genoemd kunnen worden. Functionaliteit of exterieur, wat is het belangrijkst? Het gaat om beide. Nu is het magische woord ‘duurzaamheid’ en ook dat verdient aandacht. Via de juryopleiding, inclusief terugkomdag, wordt geprobeerd om juryleden door dezelfde bril naar een schaap te laten kijken. De hoogte-, borstdiepte- en lengtemaat zijn weer onder de loep genomen. Het fokdoel van de Texelaar is een middelzwaar schaap en daarmee dient bij de beoordeling van de dieren rekening te worden gehouden. Ook maakt Damkot melding dat kortgeleden een ram postuum preferent is verklaard. Het gaat om een in 2000 bij Robrecht van den Broeck in Denderwindeke (België) gefokte ram die door drie Nederlandse fokkers is gebruikt. Vanwege mutaties binnen de FTC bedankt voor-
zitter Van Rijnsbergen de vertrekkende leden voor hun inbreng en betrokkenheid. WORMENBESTRIJDING
Dierenarts Frank Glorie verzorgde een boeiende inleiding over wormenbestrijding. Het PVE subsidieert op dit moment een pilot-cursus die op diverse plaatsen in het land door dierenartsen wordt gegeven. Deelnemers zijn stamboekfokkers, vermeerderaars, natuurbeheerders enzovoort met een diversiteit aan rassen. Gehoopt wordt dat deze pilot een sneeuwbaleffect teweegbrengt onder de schapenhouders en dat zodoende het middelengebruik op den duur wordt verminderd.
NTS en TSNH Gezamenlijk overleg foktechnische commissies De foktechnische commissies van NTS en TSNH hebben op 7 mei een gezamenlijk overleg gehad. g Ontwikkeling in ontwikkeling. Er is een overzicht gemaakt van de maten van 1,5-jarige rammen die op zes maanden leeftijd ook zijn gemeten. Dit in verband met een nieuw opgezet overzicht van maten en de punten die daarbij gaan horen voor ontwikkeling. In de vergelijking is op 1,5 jarige leeftijd 6,6 centimeter meer hoogte, 4,4 cm meer diepte en 8,3 cm meer lengte te zien dan op zes maanden leeftijd. De punten die aan de rammen worden gegeven volgens het nieuwe systeem, kloppen er goed bij. De hoogte bepaalt de eerste waardering die een ram krijgt, waarna gecorrigeerd wordt voor lengte en diepte. Zo krijgt een ram van 67 cm hoog 86 punten, deze score kan dalen als hij kort is. g Verder kwamen het sterftecijfer van lammeren tijdens de geboorte en de inteeltcoëfficiënt bij de Texelaar ter sprake. De inteelt zit ruim onder de toegestane één procent. Toch wil de FTC de leden adviseren om een ram nooit langer dan drie jaar in te zetten in een fokkerij. g Tijdens deze vergadering is afscheid genomen van H. Damkot (voorzitter), M. Dam, J. Brinke en J. Dijkstra. Alle vier hebben zich jarenlang ingezet voor de FTC, waarvoor veel dank. Nieuwe leden werden welkom geheten: O. Uineken, H. Blok en J. v.d. Velde.
38-39-40_Organisaties_2012 20-06-12 16:53 Pagina 39
Nederlandse Schapen- en Geitenfokkers NSFO tel. (0418) 56 17 12 | www.nsfo.nl
NTS Aanvulling jaarverslag In het jaarverslag van 2011 van NTS ontbreken enkele vermeldingen. Bij de bedrijven met de hoogste gemiddelde worpgrootte bij 1-jarige ooien had opgenomen
moeten worden: UBN 387022 van M.P. Dam, fokkersnummer 6374, in Strijen. Aantal ooien: 32. Levend geboren: 51. Doodgeboren: 3. % dood: 5,80. Gem. aant. geboren/worp: 1,59. Bij de bedrijven met meer dan 25 werpende ooien, min. 2 lammeren geworpen, max. 12% doodgeboren had vermeld moeten zijn: UBN
Rammen geboren in 2011, ingeschreven met 88 punten voor AV Ram Vader Moeder Fokker/eigenaar NL 1548-2348 3938-3780 1548-1765 E. ten Pierik NL 1548-2343 4030-4107 1548-1676 E. ten Pierik
FW1 106/51 99/46
Keuringsbalk 85-90-88-88-88-87-87-88 89-90-88-88-89-87-86-88
Maten (H, D, L) 64-32-76 64-31-75
Rammen, geboren in 2010 of eerder, met een FW voor worpgrootte hoger dan 110 Ram Vader Moeder Fokker/eigenaar Woonplaats FW1 NL 0799-53212 NL 1333-3270 NL 0799-0946 H. Hissink Wijster 119/39
Keuringsbalk 87-90-92-87-88-87-85-88
Maten (H, D, L) 73-39-89
NTS Jaarverslag 2011 bestellen Bij de bezorging van Het Schaap nummer 5 hebben de leden van het NTS het jaarverslag 2011 van het NTS ontvangen. Andere belangstellenden kunnen een exemplaar bij secretaris C. van Norel bestellen, e-mail: cvannorel@filternet.nl, telefoon: (0525) 63 10 80.
TSNH Aanvulling jaarverslag In het jaarverslag over 2011 van TSNH ontbreekt helaas een ram in de lijst rammen geboren in 2010 en definitief ingeschreven met 85 punten of meer voor algemeen voorkomen. Het gaat om 4210-82407, BE 88, AV 88, FW1 98-40%. Vader 4210-5207, moeder 4210-4760. De eigenaar is R. Bakker. Bij de lijst rammen geboren in 2011 en voorlopig ingeschreven met 87 punten of meer voor algemeen voorkomen ontbreekt ram 0261-41842, BE 86, AV 87, FW1 118-44%. Vader 5700-2622, moeder 0261-1552. De eigenaar is D. Reijne.
Woonplaats Diepenheim Diepenheim
387022 van M.P. Dam, fokkersnummer 6374, in Strijen. Aantal ooien: 76. Levend geboren: 172. Doodgeboren: 13. % dood: 7,5. Gem. aant. geboren/worp: 2,26. Ten slotte ontbreken enkele rammen in het jaarverslag van 2011. Ze staan in onderstaande tabel.
TSNH, SBT, HDN en Bleu du Maine Keuring in de Beemster Op vrijdag 31 augustus wordt er een keuring gehouden in de Beemster in verband met het 400-jarig bestaan van de polder. De keuring van de witte Texelaar wordt opengesteld voor leden van de schapenstudieclub Beemster en Omstreken. Er wordt geen inleggeld geheven. De dieren dienen ingeënt te zijn tegen Q-koorts. Dit moet minimaal vijf weken en twee weken voor de keuring plaatsvinden. Inlichtingen kunt u inwinnen bij J. Oostwouder, telefoon (0299) 68 15 85, e-mail
[email protected] of bij C. de Wildt, telefoon (0299) 43 11 27, e-mail
[email protected]. Tevens vinden er keuringen plaats van de Blauwe Texelaar, Hampshire Down en Bleu du Maine. Deze worden opengesteld voor inzenders uit heel Nederland. Mocht de impasse tussen GD en NSFO over erkenning nog niet zijn opgelost, dan kunnen alleen leden deelnemen die hun gezondheidsprogramma laten verrichten door de GD. Inlichtingen kunt u inwinnen bij C. de Wildt, telefoon (0299) 43 11 27, e-mail
[email protected], internetsite www. beemsterpolderfair.nl. Schapen op de dijk van de Beemsterpolder.
JUNI/JULI 2012
HET SCHAAP
39
38-39-40_Organisaties_2012 20-06-12 16:53 Pagina 40
organisaties NTS
TSNH
NSFO
tel. (0525) 63 10 80 | www.texelsheep.nl
tel. (0224) 53 32 60 | www.texelsheep.nl
tel. (0418) 56 17 12 | www.nsfo.nl
NSFO Vleeslamindex en weegprogramma 2012
Agenda Keuringen
Ook in 2012 is er de mogelijkheid om deel te nemen aan het scannen of aan het weegprogramma. Wanneer u scant, krijgen de dieren een fokwaardeschatting voor groei (in grammen per dag), voor bespiering (in millimeters) en voor vetbedekking (in mm). Deze drie meetwaarden worden omgezet in een index voor vleeslamkwaliteit. Op deze manier kunnen alle dieren ten opzichte van elkaar worden gerangschikt. De vleeslamindex wordt over de bedrijven heen berekend, dit wil zeggen dat op milieufactoren (voeding, grondsoort, enzovoort) wordt gecorrigeerd, waardoor de indexen op de verschillende bedrijven met elkaar mogen worden vergeleken. Het scannen vindt plaats tussen 9 juli en 15 augustus. De fokwaarden en indexen worden uiterlijk op 25 augustus geschat. U mag ervan uitgaan dat deze fokwaarden eind augustus beschikbaar zijn. Wanneer u alleen aan het weegprogramma wilt deelnemen, kan dat ook. U kunt, wanneer u een abonnement hebt op NSFO-online, zelf een weeglijst uitdraaien en de weegdatum, de zooggrootte en het 35-dagengewicht invullen. Alle lammeren moeten gelijktijdig worden gewogen of eventueel in twee groepen wanneer de geboortedata daartoe aanleiding geven. De weeggegevens dienen voor 10 augustus bij de NSFO te zijn, zodat ze kunnen worden meegenomen in de schatting van 22 augustus. Hebt u geen abonnement op NSFO-online, dan kunt u een lijst aanvragen op kantoor.
30 juni
Wat moet u doen indien u wilt meedoen aan scannen? g Als u vorig jaar ook al meedeed: dan hoeft u niets te doen. U staat al op de lijst van deelnemers. g Wilt u nu voor het eerst meedoen: geeft het door aan het NSFO-kantoor voor 27 juni 2012. g Mocht u in de scanperiode op vakantie zijn, laat het even weten, dan kan de NSFO er rekening mee houden in de planning. g Wilt u niet meer meedoen aan het scannen? Meld dit voor 27 juni. Deelnemers ontvangen tijdig bericht wanneer het scannen zal plaatsvinden.
8 juli 8 juli
8 juli
14 juli 21 juli 28 juli 4 augustus 4 augustus 4 augustus 6 augustus 6 augustus 11 augustus
De dieren dienen binnen te staan (of uit de zon vanwege de leesbaarheid van het scherm). Er moet stroom zijn, een tafel en minimaal twee mensen voor aanvoer en registratie van gegevens. Voor zowel het scannen als het wegen geldt dat de dieren niet lichter dan 25 kilo en niet zwaarder dan 50 kilo mogen zijn. Wilt u daar rekening mee houden? Voor meer informatie kunt u terecht op de website www.nsfo.nl > fokkerij > vleeslamindex of e-mail:
[email protected].
NSFO Behandelplan in online managementprogramma
NSFO Wegen in online managementprogramma
Om de schapenfokkers en houders steeds meer van dienst te zijn, ontwikkelt NSFO haar dieradministratieprogramma steeds verder als een managementprogramma. Op deze manier kunnen niet alleen stamboekfokkers, maar ook andere fokkers en houders gebruikmaken van het programma. Zo is er een mogelijkheid binnen het programma om dieren in groepen in te delen. Per groep kan een behandelplan worden vastgelegd. Per behandelplan kan medicijngebruik worden vastgelegd. Verder kunt u behandelingen plannen en uw medicijnvoorraad bijhouden.
Bij de dierkaart is een tabblad toegevoegd: Gewicht. Hierop kunnen fokkers zelf voor elk lam op elke datum de gewichten noteren. In een grafiek worden de gegevens getoond via een groeicurve. Deze grafiek toont ook de gemiddelde groei van de andere lammeren op het bedrijf (mits ook gewogen) en de gemiddelde groei van de gehele populatie (van alle andere rasgenoten, gewogen door de fokkers). Een prachtige manier om de groei van uw lammeren te controleren.
40
HET SCHAAP
JUNI/JULI 2012
11 augustus 18 augustus 18 augustus 19 augustus
31 augustus
1 september 3 september 8 september
9 september 13 september 15 september
Prijskamp voor Texelaars, Blauwe Texelaars, Bleu du Maines, Suffolks en Swifters in Torhout B Bleu du Mainekeuring in Odiliapeel Prijskamp voor Texelaars, Bleu du Maines, Zwartblessen, Suffolks en Hampshire Downs in Alden Biesen B Prijskamp voor Texelaars, Blauwe Texelaars, Bleu du Maines, Hampshire Downs, Swifters en Suffolks in Eeklo B Nationale Suffolkkeuring in Borger Prijskamp voor Texelaars, Bleu du Maines en Suffolks in Aalst B NTSkeuring in Blijham Hampshire Downkeuring tijdens DierenShow in Beilen Bleu du Mainekeuring tijdens DierenShow in Beilen Texelaarkeuring in Didam TSNHkeuring in Opmeer Bleu du Mainekeuring tijdens Landbouwtentoonstelling Opmeer Keuring van Texelaars, Blauwe Texelaars en DassenkopTexelaars in Apeldoorn NTSkeuring in Ermelo Nationale Bleu du Mainekeuring tijdens Landgoedfair Beesd Zwartbleskeuring in Bunschoten Prijskamp voor Texelaars, Blauwe Texelaars, Franse Texelaars, Bleu du Maines, Suffolks, Rouges de l’Ouest, Swifters en Hampshire Downs in BeverenLeie B Beemster Polder Fair met keuringen van Texelaar, Blauwe Texelaar, Bleu du Maine en Hampshire Down in Middenbeemster Prijskamp voor Texelaars in Grimbergen B TSNHkeuring in Den Burg, Texel Prijskamp voor Texelaars, Bleu du Maines en Suffolks in HeistopdenBerg B Prijskamp voor Texelaars in Vollezele B TSNHkeuring in Purmerend TESfokdag in Bathmen
WZiZgo^_cde]Zi\ZW^ZYkVcgroeisnelheid, spierdikte en vetbedekking kddgWZiVVaWVgZeg^_oZc >YZVVakddghaVX]iaVbegdYjXi^Z Combinatie Haccou- van Koelen %+"'-'%-'.&d[%+"''.%,-%+ D[`^_`delll#hj[[da`h#ca
ARR
hek
kleinvee
TE KOOP GEVRAAGD
SCHAPENWOL Wij bieden hoge prijzen. Wolhandel Douwe Rijpstra Burgum Tel. 06-1562 9006 Tel. 058-256 3256 Elke eerste zaterdag van de maand wolinname van 8.00 – 12.00 uur. bij schapenbedrijf Klaas van Veen, Kweldijk 2 te Zuilichem.
ARREST
kwerk
Arrest hekwerk van der Pijlweg 17 7691 CK Bergentheim tel: +31 523 231449
[email protected] www.arrest-hekwerk.nl
he
kleinveehekwerk
Voor een on lammertijd!
las- en montagewerk sierhekwerk draadwerk
Lammeren & Schapen Muesli •
NIEU
W
Met Sprayfo Lam kunt u vertrouwen op zeer smakelijke muesli met ontsloten granen, hoogwaardige een veilige en economische opfok van uw eiwitten en extra vezels snelle eerste opname, minder kans op pensverzuring lammeren. ruime gehalten aan vitaminen, mineralen en sporenelementen
• • • aangepaste Calcium-, Fosfor- en Magnesiumvoorziening: minder kans op melkziekte, kopziekte of urinestenen
Verkrijgbaar bij uw coöperatie en in
zonder koper
Vraag uw HAVENS-dealer
ens.nl of info@hav 8 638 238 7Boerenbond4 0 ) 1 3 de en Welkoopwinkel. + ( tel. oeders.nl www.schapenv
Schoffel 16, 1648 GG De Goorn Telefoon 0229-54 41 00 Telefax 0229-54 40 30 E-mail
[email protected]
De volgende editie van:
Comple et wee gen E.I.D . assort iment v an Gallag her!
Weegsysteem Quickweighkit 600
Mobile schapen hekkenkar compact model
Telefoon 0570 - 639 999 Email
[email protected] www.slotenbv.nl
verschijnt op 17 augustus
Doorloop ontsmettings set de luxe
De sluitdatum voor het aanleveren is donderdag 2 augustus Landhek met wandelpoort
Neem voor informatie over adverteren contact op met: Yttje de Vries: tel. +31 (0)88-2944843 of
[email protected] Felix Berentsen: tel. +31 (0)6-42759518 of
[email protected]
42_Boerencolumn_42 20-06-12 14:04 Pagina 42
boerencolumn
Colofon Het Schaap, vakblad voor de schapenhouder, is een uitgave van Eisma Businessmedia bv. In dit blad zijn de officiële mededelingen van het Nederlands Texels Schapenstamboek en van het Texels Schapenstamboek in Noord-Holland opgenomen. Het vakblad verschijnt tien keer per jaar. Abonnementen Eisma Mediagroep abonneeservice Postbus 2238 5600 CE Eindhoven telefoon: (088) 226 66 47 fax: (088) 226 66 75 e-mail:
[email protected]
FOTO: HENK RISWICK
Redactieadres Postbus 361, 7000 AJ Doetinchem telefoon: (088) 29 44 978 e-mail:
[email protected] internet: www.hetschaap.nl Redactie Jacqueline Wijbenga (hoofdredacteur) Jacques Engelen (adjunct-hoofdredacteur) Jacqueline van Onna (eindredacteur) Redactiesecretariaat Willy Prange Advertenties Felix Berentsen telefoon: 06 - 42 75 95 18 e-mail:
[email protected] Yttje de Vries telefoon: (088) 29 44 843 e-mail:
[email protected]
Belang(en)rijk
42
HET SCHAAP
JUNI/JULI 2012
Traffic ZeeDesign, Witmarsum telefoon: (0517) 53 16 72 fax: (0517) 53 18 10 e-mail:
[email protected] Vormgeving ZeeDesign, Witmarsum Marketing Seb van der Kaaden (manager) Marleen Jaarsma (marketeer) Uitgever Minne Hovenga
JAN-WILLEM BAKKER, SCHAPENHOUDER IN DEN BURG
In een wereld van regels, controles en vernieuwingen moet je goed wakker zijn om bij te blijven. Onze sector zit behoorlijk in de tang bij de overheid. Het voelt soms alsof je wordt behandeld als een klein kind. Als je stout bent, krijg je een tik op je vingers en kun je naar je beloofde snoepje fluiten. Bij tekortkomingen wordt naast het uitdelen van boetes immers gekort op de toeslagrechten. Steeds weer lopen we tegen voorstellen en regels aan die onze bewegingsvrijheid beperken. Om een vuist te kunnen maken en een stem te hebben in de besluitvorming is het nodig dat we onze krachten bundelen. De schapenhouderij is een kleine club, laten we ons dus met zijn allen sterk maken voor het algemene belang. De vakgroep Schapenhouderij van de LTO is de grootste belangenbehartiger binnen onze sector. Het zou gemeengoed moeten wezen om hier lid van te zijn. Vaak blijkt een beslissing die in het eigen belang niet gunstig heeft uitgepakt, de reden om geen lid te zijn of om af te haken. Behaalde successen worden dan snel vergeten. Maar het is toch onmogelijk om het voor iedereen altijd goed te doen? De LTO heeft door goed lobbywerk belangrijke zaken binnengehaald. Zonder deze lobby had in het nieuwe mestbeleid een intensieve schapenhouder nog maar de helft van zijn schapen op een hectare kunnen houden. Zoek er dan maar een baan naast, zou ik zeggen. Ook was het naweiden bij melkveehouders onmogelijk geworden. Verder hadden de elektronische oormerken het dubbele gekost en hadden alle vleesschapenhouders moeten vaccineren tegen Q-koorts. Toch gauw twee euro per dier. Na de Q-koortsuitbraak moest zelfs stevig gelobbyd worden om de ooien in het najaar überhaupt bij de ram te mogen doen. Doordat er steeds weer kundige mensen opstaan die de kar binnen de vakgroep willen trekken, wordt er veel bereikt. Schoppen tegen zaken die niet zijn bereikt, is goedkoop en een slecht excuus om geen lid te zijn. Kritisch zijn moet, maar daar zijn de ledenbijeenkomsten voor. De vakgroep inventariseert of er draagvlak is voor een bepaalde insteek. Ook wil ze input van leden. De kosten van belangenbehartiging zijn hoog, doordat dossiers ingewikkeld zijn en veel tijd roven om door te spitten om tot een juiste koers te komen. En leden betalen ook voor schapenhouders die geen lid zijn, maar wel meeprofiteren van successen. Alle schapenhouders hebben het belang dat we op een werkbare manier aan de gang kunnen blijven. Als je er alleen voor staat, bereik je vrijwel niets. Of je moet zo belangrijk zijn dat je boven aan de ladder komt te staan. Dan moet je in de schapensector goed kunnen dromen. Draag uw belangenvereniging dus een warm hart toe.
Directie Egbert van Hes, algemeen directeur Bouke Hoving, financieel directeur Gerbert Tiecken, uitgeefdirecteur Abonnementsprijs Abonnementsprijs is € 87,98 inclusief btw per jaar (10 edities) en bij vooruitbetaling verschuldigd. Voor andere landen op aanvraag. Voor kortingsregelingen: zie www.hetschaap.nl. Abonnementen kunnen op elk moment van het jaar ingaan en worden genoteerd tot wederopzegging. Opzegging dient schriftelijk en minimaal een maand voor het einde van de abonnementsperiode te geschieden; u ontvangt een schriftelijke bevestiging van uw opzegging. Bankrelatie: - voor Nederland: Friesland Bank: 29.80.05.298 - voor België: Postcheque Brussel 000-0007463-91 Leveringsvoorwaarden © Copyright 2012 Eisma Businessmedia bv, Leeuwarden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of overgenomen in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld, evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid en/of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie. Gebruikers van dit blad wordt met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controleren. Uitgeverij Eisma Businessmedia bv Postbus 340, 8901 BC Leeuwarden (Nederland)
Snel aanmelden? Gebruik de QR code!
Blijf op de hoogte van al het nieuws op het gebied van schapen en meld je nu aan voor de
Met een smartphone voorzien van een QR-codelezer kunt u zich direct aanmelden voor de digitale nieuwsbrief van Het Schaap. De QR-lezer zet de code razendsnel om in het bijbehorende internetadres.
Gratis
nieuwsbrief
op: hetschaap.nl/nieuwsbrief
nieuwsbrief
Voordeel voor abonnees van Het Schaap Een jaar lang PlattelandsPost voor slechts € 25,-* 01_Cover_01 14-05-12 13:38 Pagina 1
Jaargang 42 | Mei 2012 | nr. 5
Plattelands Post Vakblad voor de agri-sector
w w w. p l a t t e l a n d s p o s t . n l
12-13-14_Vroege 14-05-12 10:11 Pagina 20
12-13-14_Vroege 14-05-12 10:11 Pagina 21
Gemengd bedrijf familie Vroege in Dalen
Schaalvergroting van
Mestscheiding In de ligboxen op het bedrijf van de familie Vroege wordt de dikke, droge fractie van de mest gestrooid. “Een ideale boxvulling en lekker zacht voor de koeien”, aldus Wilco Vroege. Wel moet de boxvulling regelmatig worden aangevuld en vlakgemaakt. Mestscheiding gebeurt op het bedrijf zelf. Daarvoor is gekozen omdat de prijs van stro – voorheen de boxvulling – opliep en een mestrobot op de roostervloer moeilijker uit de voeten kan met stro. De familie Vroege verwacht volgend jaar ongeveer een kwart van de mest af te zetten via boerboer-transport in de buurt. De overige mest kunnen ze op eigen grond kwijt. Doel is uiteindelijk alle mest op eigen grond aan te wenden.
alle tijden Ondernemen |
Tekst en foto's: Hendrik Begeman
Schaalvergroting
Wat begon als een gemengd familiebedrijf van 13 hectare in de Betuwe, is inmiddels uitgegroeid tot een onderneming met 450 koeien en 325 hectare grond in Drenthe. De schaalvergroting vond geleidelijk plaats. “Schaalvergroting is van alle tijden”, aldus Aart Vroege.
“S
chaalvergroting is geen trend van deze tijd, het is van alle tijden. Onze familie heeft zich altijd beziggehouden met het optimaliseren van het bedrijf”, vertelt Aart Vroege. Hij is een van de vier zoons die dankzij de visie van zijn vader, boer kon worden. Vroege senior, boer op een gemengd Betuws bedrijf van 13 hectare, koos begin jaren zestig voor een toekomst in Drenthe. Daar zag hij mogelijkheden voor bedrijfsontwikkeling, waardoor eventueel meerdere van zijn vier zoons boer konden worden. Uiteindelijk werden alle vier zoons boer, allemaal op hetzelfde bedrijf, dat tegenwoordig bestaat uit 325 hectare grond, 450 melkkoeien en een loonbedrijf. Inmiddels doet ook de derde generatie Vroege zijn intrede.
Gemengd Vlak na de Tweede Wereldoorlog woonde de familie Vroege in Herwijnen, in de Betuwe. Ze hadden een bedrijf van 13 hectare, verdeeld over drie dorpen. Het bedrijf omvatte
Aarts zoon Wilco Vroege, Aart en zijn broer Wim (vlnr).
diverse soorten landbouw: melkvee, akkerbouw, kippen en varkens. Het bedrijf was te klein en vanuit ruilverkaveling TielerwaardWest was er druk op de grond om alle bedrijven in de regio te vergroten tot een standaardeenheid van 20 hectare. Vroege senior had vier zoons en voor het geval er één of meer ook boer wilden worden, moest hij actie ondernemen. Uit de briefwisselingen met familie in Amerika en Canada was hem duidelijk dat het daar niet beter was dan in Nederland. Daarmee viel emigratie als optie af. In diezelfde periode werden de eerste bedrijven in de Noordoostpolder uitgegeven. Vroege senior kwam daarvoor niet in aanmerking, maar kreeg wel de tip dat de overheid ook twee bedrijven in Zuidoost-Drenthe uitgaf. Eén daarvan werd hem toegekend. De zware klei werd ingeruild voor veenkoloniale grond: de familie Vroege trok naar Geeserveld. Hier bleven ze van 1960 tot 1966. Het landbouwbedrijf werd er op vrij-
wel dezelfde voet voortgezet als in Herwijnen, maar zonder kippen. In Geeserveld beschikte Vroege senior over 20 hectare grond. Toen bleek dat meerdere zoons interesse hadden boer te worden, besloot hij dat het geen kwaad kon verder uit te breiden. En zo kwam de familie op ‘De Bentehoek’, een boerderij van destijds 45 hectare. Hier werd afscheid genomen van de varkens. De familie legde zich toe op melkvee en akkerbouw. Toen bleek dat de buurman geen opvolgers had, werd in de loop der tijd ook dat bedrijf overgenomen.
Zomeractie
den destijds ‘Grond verkopen, quotum kopen’. Die stelling onderschrijven ze niet. “Onze grondaankopen zijn een goede investering.” Voor de familie Vroege was de quotuminvoering reden om zich meer toe te leggen op vleesvee. Ze kruisten met het Piemontese ras. Alle kalveren werden aangehouden en de stieren afgemest. “Tot 2000 beurden we meer van de slager dan voor de melk”, vertelt Wilco, zoon van Aart. In het jaar 2000 telde het bedrijf in totaal 1000 dieren. Het quotum bedroeg 800.000 kilogram melk. Vanaf toen maakte de familie plannen voor een nieuwe stal om weer meer koeien te gaan melken. Dit resulteerde in 2007 in een nieuwe stal met een capaciteit voor 550 melkkoeien, voorzien van een 50stands Westfalia-melkcarrousel (buitenmelker). Omdat het ontbrak aan financiële middelen, werd vee aangekocht in het goedkope segment. “Daar zaten zowel goede als minder goede koeien tussen, en ze waren van allerlei rassen en kleuren”, vertelt Wim, broer van Aart. Naar de afstamming werd niet gekeken, wel naar de gezondheid en vrucht- >> De verschillende boxen voor voer, waaronder soja. De meest rechtse box is voor de droge mest die wordt gebruikt als boxvulling.
Quotum Bij de invoering van het melkquotum in 1984, stelde de familie zich terughoudend op. “We dachten dat het wel zou overwaaien. We kochten wel grond bij, maar geen quotum.” Daarvan hebben de ondernemers achteraf wel spijt. “Als we het mochten overdoen, hadden we van meet af aan meer in quotum geïnvesteerd.” Banken adviseerPlattelandsPost | mei | nr.5
12
13
Vroege groeit geleidelijk Thema: Schaalvergroting Verdeelde meningen megastallen
5
01_Cover_2012 11-05-12 09:49 Pagina 1
36e jaargang mei 2012
V A K B L A D
V O O R
D E
S C H A P E N H O U D E R 37-38-39_Hoorns_2011 24-05-11 14:48 Pagina 37
37-38-39_Hoorns_2011 24-05-11 14:49 Pagina 38
TEKST: MARGREET WELINK, FOTO’S: HENK RISWICK
Macho met hoorns Hoorns zijn niet zomaar een paar hippe uitsteeksels, ze zijn zoveel meer dan dat. Soms fungeren ze als wapens, vaker als statussymbolen. Een ram met hoorns is een hele kerel. Ofwel: hoorns maken de ram. En soms de ooi. oorns zijn er in vele modellen, van rechte spiesjes tot schroevendraaiers en gekrulde modellen. Niet alle schapen hebben hoorns; soms zijn alleen de rammen voorzien, soms ook de ooien. Sommige rassen zijn hoornloos, zoals Coburger Fuchs, Bleu du Maine, Barbados Black Belly, Zwartbles en Texelaar. Gehoornde rassen zijn bijvoorbeeld Black Welsh Mountain, Castlemilk Moorit, Heidschnucke, Drents Heideschaap, Soay en natuurlijk de Racka met zijn opvallende hoorns in kurkentrekkermodel.
H
Richard leert knippen
Denk ook aan het dikhoornschaap. Zijn gekrulde hoorns kunnen wel 83 centimeter lang worden en per stuk vijftien kilo wegen. Dat verklaart meteen waarom dit ras zo’n stevige nek heeft: het vergt heel wat spierkracht om deze tooi te dragen. Alle zogenaamde oerschapen hebben hoorns. Voor Europa wordt de Moeflon als oerschaap gezien en ook dit ras heeft hoorns. Forse zelfs. Overigens zijn alleen de rammen ermee getooid, de ooien gaan meestal hoornloos door het leven.
Veel ongehoornde rassen zijn per toeval ontstaan. Een onbewuste mix van genen leidde tot een ‘kale kop’. Er is echter een erfelijk gen bekend dat zorgt voor hoornloosheid. Men kan dus bewust op hoornloosheid fokken en dat heeft de mens dan ook gedaan. HOORNLOOS FOKKEN
Een mooi voorbeeld is de Poll Dorset. Aan de basis van dit ras stond de Dorset Horn, een flinke jongen met sterk krullende hoorns die tegen de klok in langs de kop groeien. Halverwege de negentiende eeuw gingen wat Engelse exemplaren naar Australië, waar een schapenhouder een Dorset Horn-ram kruiste met een Corriedale-ooi en dat leverde onbedoeld een hoornloze ooi op. Nadat deze hoorn- >>
North Ronaldsay-ram met imposante hoorns. Alle schapenhoorns zijn van binnen hol. De buitenkant bestaat uit een keihard laagje onoplosbaar eiwit dat richting de punt uitgroeit. Dit laagje is ongevoelig, maar onder die harde laag zit juist veel gevoel.
hoorns loze nakomeling gedekt werd door opnieuw een Dorset Horn, kwam een hoornloze ram ter wereld. Dat was het begin van een hoornloze lijn Dorsets ofwel de Poll Dorset. Het Engelse woord ‘polled’ betekent hoornloos. Na decennialang selecteren op hoornloze nakomelingen was het nieuwe ras Poll Dorset een feit. KOPSTOOT
Waarom schapenhouders graag hoornloze dieren wilden, is niet helemaal duidelijk. Naast uiterlijk heeft de voorkeur mogelijk iets te maken met veiligheid. Een ram met flinke hoorns voelt zich heel wat en kan flinke kopstoten uitdelen. Of het nou een groot of klein ras betreft, dat maakt niet uit. Wie Ouessants heeft, weet daarvan mee te praten. Hoewel het een klein ras is, heeft menig eigenaar wel eens een bont en blauw dijbeen gehad na een onverwachte dreun van het gehoornde rammetje. In de rundveehouderij, waar zowel stieren als koeien hoorns hebben, worden de uitsteeksels vanwege veiligheid zoveel mogelijk weggehaald. Hetzij via wegbranden van de hoornpit vlak na de geboorte, hetzij via afzagen op latere leeftijd, en in toenemende mate ook via fokkerij. Koeien zonder hoorns houden minder onderlinge rangordegevechten en als er al gevochten wordt, richten hoornloze koppen minder schade aan dan gehoornde. In de schapenhouderij spelen deze argumenten niet op die manier. Maar een ram met hoorns is duidelijk wel een macho. Een dier met grote hoorns is baas over een dier met kleine hoorns en automatisch ook over hoornloze ooien. HOORN IS GEVOELIG
Een lam komt niet gehoornd en al ter wereld. Wel zijn meteen na de geboorte op de kop al kleine bobbeltjes te zien en te voelen. Deze hoornpitjes groeien later uit tot de hoorns. De pitjes zitten vaak ook bij hoornloze rassen, maar blijven daar harde bobbeltjes. De hoornpitjes, ook wel beenpitten genoemd, zijn feitelijk uitgroeisels van het voorhoofdsbot. Ze zijn bedekt met een heel dik stuk huid: de hoornhuid. Die bestaat uit verschillende lagen die over het botweefsel heen liggen: het beenvlies, de lederhuid en aan de buitenkant de opperhuid. De opperhuid vormt hoorn dat vooral richting de punt aangroeit. Hoorn bestaat uit een keiharde onoplosMEI 2011
De ambities van Jan Blom Thema: myiasis
HET SCHAAP
37
38
HET SCHAAP
bare laag eiwit, die keratine heet. Ook de buitenste laag van wol, haren en klauwen bestaat uit keratine. Menselijke nagels zijn er eveneens van gemaakt. Er lopen geen zenuwen en bloedvaten doorheen, keratine is pijnloos af te knippen of bij te vijlen. Dat geldt ook voor de hoornpunt, die zonder verdoving is af te vijlen. In de natuur schuren dieren ermee probleemloos langs rotswanden. Maar let op: het pijnloze geldt niet voor de hele hoorn! Los van de punt is een hoorn een uiterst gevoelig ding. Onder die harde toplaag van keratine zit namelijk de lederhuid en die zit bomvol zenuwen en bloedvaten. Zou je de hoorn zomaar halverwege afzagen, dan is dat een bijzonder pijnlijke en bloederige bedoening. Een ram die door een gevecht een hoorn tot aan het bot afbreekt, loopt als het ware op eieren om maar nergens tegenaan te stoten met het gehavende deel. In hoeverre de hoorn weer aangroeit, hangt van de mate van beschadiging af. Van binnen is de hoorn hol. Schapen behoren dan ook, net als geiten en koeien, tot de holhoornigen. Zou je de hoorn afzagen, dan kijk je het dier recht in zijn voorhoofdsholtes.
Ouessant
Racka
GROEIVERSCHILLEN
Een schaap wisselt niet van hoorn, zoals een hert. Bij een schaap begint de hoorn te groeien en houdt daar in principe niet meer mee op. De groei gaat niet altijd even hard. In tijden van voedselovervloed gaat de groei harder, bij voedselkrapte stagneert de groei juist. Bij zieke dieren groeien de hoorns niet of nauwelijks. Deze groeispurtverschillen zijn te zien; in de hoorns vormen zich groeiringen waarbij de insnoeringen staan voor gestagneerde groei. Bij gehoornde ooien is ook de dracht van invloed op de hoorngroei. De groei stokt aan het eind van de dracht, maar aan het eind van de zoogperiode gaan de hoorns weer verder met waar ze gebleven waren. Vanwege die steeds doorgaande groei zou je denken dat een schaap aan zijn eigen hoorns ten onder kan gaan. Toch is dat niet zo. Het dikhoornschaap bijvoorbeeld, bereikt pas op zijn tiende levensjaar de volledige krul. In theorie kunnen schapen vijftien tot twintig jaar oud worden, maar in de praktijk halen ze die leeftijd zelden. Meestal gaan ze dood of worden ze afgevoerd voordat hun hoorns hen voorbij groeien. <<
Black Welsh Mountain
Twee vakbladen ‘van de boer, voor de boer’, boordevol informatie en ontwikkelingen in de melk- en rundveehouderij, akkerbouw, varkenshouderij, pluimveehouderij, agrarische mechanisatie, handel & industrie én de schapenhouderij!
Skudde
MEI 2011
* Ga naar: www.plattelandspost.nl/acties voor de voorwaarden en om u aan te melden. Direct naar de actiepagina? Scan dan deze code met uw telefoon.