Jules Schmalzigaug: Een dagboek in brieven? Valerie Verhack (Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België) Jules Schmalzigaug (1882-1917) was de enige Belgische schilder die betrokken was bij de ontwikkeling van het futurisme in de periode voor de Eerste Wereldoorlog. Door een gebrek aan autobiografische teksten, vormt de briefwisseling tussen Schmalzigaug en zijn familie het belangrijkste corpus egodocumenten voor de studie van zijn leven en werk. Zoals een reisdagboek illustreert Schmalzigaugs briefwisseling op gedetailleerde wijze zijn Europese « Grand Tour ». Bovendien onthullen de merkbare verschillen in toon in de brieven aan zijn belangrijkste correspondenten impliciet heel wat informatie over de evolutie van zijn artistieke aard en denken. Zo maakt de briefwisseling het mogelijk om na te gaan hoe Schmalzigaug als jonge academisch gevormde kunstenaar – ten tijde van de picturale avant-garde – zijn overgang van een traditionele naar een radicaal nieuwe kunst sociaal onderhandelde. Deze bijdrage werd opgesteld naar aanleiding van de tentoonstelling Jules Schmalzigaug die plaatsvindt in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België (KMSKB) van 29.10.2010 tot en met 06.02.2011. Jules Schmalzigaug (1882-1917) fut le seul peintre belge concerné par l’émergence du futurisme avant la Première Guerre mondiale. En l’absence d’autres textes autobiographiques, les lettres de Schmalzigaug à sa famille constituent les documents personnels les plus importants pour l’étude de sa vie et de son œuvre. Comme un journal de voyage, la correspondance de Schmalzigaug illustre de façon vivante et détaillée son « Grand Tour » européen. Les différences de ton perceptibles dans les lettres aux parents et aux frères fournissent de manière implicite de nombreuses informations. Elles permettent également d’envisager comment, à l’heure des avant-gardes picturales, de jeunes artistes formés de façon académique négocièrent socialement leur passage d’un art traditionnel à un art radicalement nouveau. Cette contribution est donnée à l’occasion de l’exposition Jules Schmalzigaug qui a lieu aux Musées royaux des Beaux-Arts de Belgique du 29.10.2010 au 06.02.2011.
Ruim vijftig jaar geleden bedacht de Hollandse historicus Jacques Presser het neologisme egodocumenten. Hiermee duidde hij bronnen aan zoals dagboeken, persoonlijke brieven, memoires en autobiografieën: anders gezegd documenten « waarin een ego zich opzettelijk of onopzettelijk onthult of verbergt ».1 Het belang van Pressers definitie ligt in de mogelijkheid om egodocumenten op verschillende manieren te lezen. Zo kan men zowel peilen naar de opzettelijke beweegredenen van de auteur (het onthullen) als naar de onbedoelde betekenislagen in zijn schrijfsels (het verbergen). Een tweeledige studie van de briefwisseling van Jules Schmalzigaug aan zijn familie – conform aan Pressers invulling van egodocumenten – maakt het mogelijk Schmalzigaugs persoonlijkheid, voorkeuren en artistieke ambities beter te begrijpen. Aangezien Jules Schmalzigaug geen dagboek bijhield en ook geen andere autobiografische teksten heeft neergeschreven, vormt zijn briefwisseling het belangrijkste corpus egodocumenten bij de studie van zijn leven en werk. De brieven documenteren ongeveer vijftien jaar van het korte leven van de kunstenaar: van 1898 tot 1916, met uitzondering van de jaren 1899, 1904, 1908 en 1917 waarvan geen enkel document bewaard is gebleven.2 De reden waarom Schmalzigaug behoorlijk wat brieven schreef aan zijn familie heeft te maken met het feit dat hij quasi voortdurend elders verbleef dan thuis. Vanaf zijn vijftiende leefde hij noodgedwongen in Duitsland omwille van gezondheidsproblemen en pas op zijn tweeëndertigste – bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog – keerde hij terug naar 1
BAGGERMAN Arianne en DEKKER Rudolf, « De gevaarlijkste van alle bronnen, Egodocumenten: nieuwe wegen en perspectieven », TSEG, Tijdschrift voor Sociale en Economische Geschiedenis, I, n° 4, 2004, pp. 7-8. 2 Zie de briefwisseling van Jules Schmalzigaug bewaard in privéverzamelingen alsook in verschillende publieke instellingen in Antwerpen (AMVC-Letterenhuis), Brussel (Archief voor Hedendaagse Kunst in België, KMSKB), Gent (Museum voor Schone Kunsten) en Los Angeles (Getty Research Institute, Research Library). 1
zijn familie. Tijdens deze zeventien jaar reisde Schmalzigaug onophoudelijk van Duitsland naar België, Nederland, Frankrijk en Italië. Zoals een reisdagboek illustreert Schmalzigaugs briefwisseling op gedetailleerde wijze zijn Europese « Grand Tour ». Naast de brieven vormen de aantekenboekjes die bewaard worden in verschillende privéverzamelingen de enige andere egodocumenten van Schmalzigaugs hand. Ze documenteren de observaties die de kunstenaar maakte, de citaten die hem raakten en de kleine schetsjes die hij terloops uittekende.3 De staat waarin deze aantekenboekjes bewaard worden is over het algemeen problematisch. Doorheen de jaren werden ze immers vaak uit elkaar gehaald om de pagina’s met tekeningen apart te kunnen verkopen voor interessantere bedragen. Bovendien is een precieze datering van deze documenten bijzonder moeilijk waardoor ze bepaalde gebeurtenissen of zijn artistieke reflectie amper kunnen documenteren. Het feit dat Jules Schmalzigaug vermoedelijk eigen geschriften vernietigd heeft, biedt een mogelijke verklaring voor het feit dat er zo weinig egodocumenten van Schmalzigaug bestaan. Zo liet hij in een brief aan de Italiaanse kunstenaar Umberto Boccioni (1882-1916) in 1914 doorschemeren dat hij bepaalde van zijn aantekeningen vernietigde indien hij er niet meer tevreden over was. Zo stelde hij dat zijn eigen geschriften achterhaald waren in vergelijking met Boccioni’s pas verschenen publicatie Dinamismo Plastico: C’est au point qu’à plusieurs pages je trouvai presque textuellement – mes propres idées traînant dans mes tiroirs depuis quelques mois et que je comptais condenser pour le public un jour. Comme vous venez de me les exprimer beaucoup mieux que je ne le faisais – je viens de grouper tous ces papiers et je les mis au feu.4
Jules Schmalzigaug werd geboren in Antwerpen als oudste zoon van een gegoede protestantse familie van Duitse afkomst die deel uitmaakte van de zogenaamde Duitse kolonie van Antwerpen.5 Hij werd opgevoed in het Frans en in het Duits wat zich ook weerspiegelde in zijn briefwisseling. De brieven aan zijn ouders schreef hij over het algemeen in het Frans. In de weinige gevallen waarbij hij zich in een brief afzonderlijk tot een van zijn ouders wendde, bij specifieke gebeurtenissen zoals verjaardagen of bij ziekte, deed hij dat in het Frans voor zijn moeder en in een feilloos Duits voor zijn vader.6 Het was eveneens per brief dat de zeventienjarige Schmalzigaug zijn ouders in november 1899 liet weten dat hij kunstenaar wilde worden: hij wilde zijn middelbare school in Duitsland opgeven om privélessen te volgen bij de traditionele landschapsschilder Paul Riess (1857-1933).7 De grote afstand tussen de ouders en hun jonge zoon dwongen hen ertoe slechts een bijkomstige rol te spelen bij de sleutelmomenten van zijn adolescentie zoals zijn ambities voor het kunstenaarschap en de keuze van zijn academie. Aangezien ze zelf kunstliefhebbers waren, informeerden ze hun zoon in Duitsland over het reilen en zeilen in de Antwerpse kunstscène 3
Aantekeningenboekje van Jules Schmalzigaug, s.d., Privéverzameling. Brief van Jules Schmalzigaug aan Umberto Boccioni vanuit Venetië, 20.02.1914, Umberto Boccioni Papers, Special Collections, Getty Research Institute, Los Angeles, acc. no. 880380. 5 In het verleden werd gespeculeerd over de mogelijke Joodse geloofsovertuiging van de familie Schmalzigaug (ROTHUIZEN William, « De herontdekking van een futurist », Haagse Post, 27.11.1982, pp. 92-93; SAERENS Lieven, Vreemdelingen in een wereldstad, Een geschiedenis van Antwerpen en zijn Joodse bevolking (18801944), Tielt, Lannoo, 2000, p. 13. Uit het Evangelische Kerkregister van de Duitse stad Heilbronn blijkt echter dat de familie Schmalzigaug in de 18de en 19de eeuw aangegeven stond als een protestantse familie. Zo wordt de naam van Schmalzigaugs vader vermeld in het Evangelische Familieboek van de stad Heilbronn (Registratie van de Schmalzigaugs in het Evangelische Familieboek te Heilbronn, 1836-1922, p. 408 [letter S], Heilbronn, Evangelische Kirchenregisteramt). 6 Zie bijvoorbeeld: Postkaart van Jules Schmalzigaug aan zijn moeder vanuit Rome, 08.01.1906, Privéverzameling of nog Fotokopie van een brief van Jules Schmalzigaug aan zijn vader vanuit Münster i/W, 14.06.1906, Brussel, KMSKB, AHKB, inv. 15.166. 7 Fotokopies van brieven van Emile en Mathilde Schmalzigaug-Mayer aan hun zoon vanuit Antwerpen, 08.11.1899, 15.11.1899, Brussel, KMSKB, AHKB, inv. 15.531, 15.532. 4
2
en over de tentoonstellingen die ze bezochten. Zo stuurden ze hun zoon per post kranten, kunstkritische artikels en tentoonstellingscatalogi die hun artistieke voorkeur en smaak uitdroegen.8 Ze hadden ook verschillende schilderijen in hun bezit zoals het portret van Jan Caers door Jakob Smits of Kleine Rus en Joods Meisje door Charles-Victor Hageman, twee schilders die betrokken waren bij de Antwerpse kunstkring Kunst van Heden. Uiteindelijk was het vermoedelijk op hun aanraden en aandringen dat Schmalzigaug vanaf 1908 als toegevoegd secretaris optrad voor Kunst van Heden.9 Tijdens zijn verblijf in Duitsland, Frankrijk en Italië, leefde Schmalzigaug op kosten van zijn ouders. Het mag dan ook niet verwonderlijk zijn dat dit financiële engagement de aard van de briefwisseling tussen Schmalzigaug en het thuisfront bepaalde. Zo hield hij zijn ouders op de hoogte van zijn bezigheden aan de hand van een brief per week. De inhoud hiervan beperkte zich echter vaak tot een beschrijving van zijn dagelijkse activiteiten, de personen waarmee hij kennismaakte, de boeken die hij las, … Hij besloot zijn brieven meestal met een overzicht van zijn uitgaven en een vraag om hem financieel te steunen voor specifieke aankopen.10 De algemene toon van dit wekelijkse « dagboek » was die van een zoon die zijn ouders erkentelijk was om de kans die ze hem boden zich enkel met zijn kunst te kunnen bezighouden. Hoogstwaarschijnlijk droeg de verplichting om wekelijks brieven aan zijn ouders te schrijven ertoe bij dat Schmalzigaug geen dagboek bijhield waarin hij de dagelijkse gebeurtenissen zou neerschrijven die hij elders al had opgetekend. De briefwisseling tussen Jules Schmalzigaug en zijn jongere broer Walter was minder regelmatig dan die met zijn ouders. Toch was ze daarom niet minder waardevol. De brieven van Schmalzigaug aan zijn broer Walter bevatten immers essentiële informatie om de ontwikkeling van zijn werk en zijn denken ten opzichte van de eigentijdse Europese artistieke context te begrijpen. De eerste brief die Schmalzigaug aan Walter schreef, dateert van 15 oktober 1905.11 Walter die op dat ogenblik rechten studeerde, was toen 19 jaar oud. Vanuit een gedeelde artistieke interesse, bezochten de broers samen tentoonstellingen. Ook in hun brieven zetten ze hun discussies over kunst verder, maar ze dialogeerden ook over Schmalzigaugs schilderijen en tekeningen. Hoezeer Schmalzigaug aan zijn broer Walter gehecht was, blijkt uit een brief aan zijn ouders van 1 september 1906 waarin hij zijn diepgaande teleurstelling uitte over het feit dat Walter niet mee naar Nederland kwam om verschillende tentoonstellingen te bezoeken: je tiens énormément à la compagnie de Walter […] Il serait si beau d’aller avec lui dans les galeries, échanger des impressions, il comprend si bien et a une appréciation si juste qu’il me manque énormément. […] [Les galeries] sont toutes des choses qui lui plairaient extraordinairement, dont j’ai souvent parlé avec lui, et qu’il comprend si bien. Quel plaisir ce serait, de voir tout cela ensemble.12
Gescheiden door de fysieke afstand, correspondeerden de broers aan een ritme van gemiddeld een brief per maand. De toon in Schmalzigaugs brieven is niet meer die van een systematisch verslag aan de ouders. Hij wachtte meestal een specifieke gebeurtenis af – zoals de kritiek van een van zijn artistieke mentoren of zijn bezoek aan een grote tentoonstelling – alvorens zijn broer te contacteren. Schmalzigaug uitte oprecht zijn verlangens en 8
Zie bijvoorbeeld Postkaart van Jules Schmalzigaug aan zijn ouders vanuit Venetië, 25.11.1905, Privéverzameling. 9 BROWAEYS Marc, « Chronologie van Kunst van Heden », in BUYCK Jean, TODTS Herwig et alii, In dienst van de kunst, Antwerps mecenaat rond Kunst van Heden 1905-1959, tent. cat. [Antwerpen, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, 17.02-21.04.1991], Brussel, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, 1991, p. 14. 10 Zie bijvoorbeeld Fotokopie van een brief van Jules Schmalzigaug aan zijn ouders vanuit Rome, 29.12.1905, Brussel, KMSKB, AHKB, inv. 15.138. 11 Fotokopie van een brief van Jules Schmalzigaug aan zijn broer Walter van Venetië, 15.10.1905, Brussel, KMSKB, AHKB, inv. 15.121. 12 Brief van Jules Schmalzigaug aan zijn ouders vanuit Den Haag, 01.09.1906, Privéverzameling. 3
verwachtingen en toonde zich in zijn brieven niet terughoudend maar eerder direct en zelfverzekerd. Hij beschouwde Walter als een intieme gesprekspartner die hem kon begrijpen en die hem hem kon steunen in zijn artistieke ambities. Walter werd bovendien een bondgenoot om de ouders ervan te overtuigen Schmalzigaug nieuwe geldsommen te storten waardoor hij nieuwe studiereizen kon maken in de grote Europese kunststeden. J’admets toutes les restrictions dans ton admiration [...] de l’art anglais lorsque tu lui opposes la mentalité artistique française. Au cours de ma dernière visite à l’exposition de Bruxelles j’ai été convaincu, de manière définitive, de la haute supériorité de la nation française en matière d’arts plastiques, à tel point, et ceci t’étonnera peut-être, que je me propose sérieusement d’aller achever mon éducation cet hiver à Paris. […] Voila donc mon projet ; à présent dis-moi ce que tu en penses. […] Si tu avais des objections à faire, dis-les. Sinon, je compte sur toi pour faire passer la chose, à ta rentrée, en séance de comité familial.13
Van 1899 tot 1912 bezocht Schmalzigaug het atelier van verschillende meesters. Hij ging onder meer in de leer bij de Duitse schilder Paul Riess en vervolgens bij de Fransen Emile René Ménard (1862-1930) en Lucien Simon (1861-1945).14 De jonge kunstenaar was op zoek naar zijn eigen identiteit : « visueel » in zijn werk maar ook via woorden in zijn schrijfsels. Het was op aansturen van Walter dat hij de praktijk van het schrijven aangreep als manier om zijn theoretische denken te ontwikkelen en te verdiepen. In 1906 raadde Walter hem aan nota’s te nemen van zijn indrukken, bedenkingen en ideeën : « J’ai fait mon possible pour prendre des notes, comme tu me le conseilles avec tant de raison ».15 Een andere brief van Schmalzigaug aan Walter die dateert van 1 december 1911 illustreert hoe de briefwisseling met zijn broer een nieuwe functie kreeg: Je t’écris tout chaud ce que m’a dit Simon ; je rentre de chez lui et je me sens tout heureux et content, car il m’a encouragé outre mesure, lui, d’ordinaire si froid et réservé. Pour commencer, je te dirai qu’il m’autorisa à faire transporter mes toiles chez lui, où je pus les présenter dans une excellente lumière. […] Je vais essayer de retracer ses dires, tant pour toi, puisque cela t’intéresse que pour ma direction propre ; tu me conserveras cette lettre que je voudrais relire plus tard.16
In zijn streven naar een artistieke identiteit, was Jules Schmalzigaug ook op zoek naar een plek waar hij zijn creativiteit zou kunnen ontwikkelen. Uit zijn brieven aan Walter blijken zijn reacties en zijn gevoeligheid voor de sfeer in de steden die hij (her)ontdekte tijdens zijn vele reizen. Zijn fundamentele interesse voor kleur bracht hem ertoe steden zoals Brugge of Venetië stimulerender dan andere te vinden. In februari 1910 schreef hij vanuit Brugge: « Bruges me fait l’effet d’une ville gaie, d’un tempérament heureux, comme Venise. [...] Ce goût de la couleur existe ici en tout, aussi dans les intérieurs. »17 In 1912 schreef Schmalzigaug aan Walter een unieke brief, wellicht een van de belangrijkste uit zijn gehele correspondentie aan zijn familie, die in fotokopies bewaard wordt
13
Fotokopie van een brief van Jules Schmalzigaug aan zijn broer Walter vanuit Brugge, 26.07.1910, Brussel, KMSKB, AHKB, inv. 15.182. Zie ook VERHACK Valerie, « Jules Schmalzigaug (1882-1917), een biografie », in DRAGUET Michel, LISTA Giovanni, VERHACK Valerie, e.a., Jules Schmalzigaug, Een Belgische futurist, tent. cat. [Brussel, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, 29.10.2010-06.02.2011] Gent-Kortrijk, Snoeck, 2010. 14 Fotokopie van een brief van JS aan zijn broer Walter vanuit Brugge, 26.07.1910, Brussel, KMSKB, AHKB, inv. 15.182. Zie ook VERHACK Valerie, « Jules Schmalzigaug (1882-1917), een biografie », in DRAGUET Michel, LISTA Giovanni, VERHACK Valerie et alii, Jules Schmalzigaug, Een Belgische futurist, tent. cat. [Brussel, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, 29.10.2010-06.02.2011], Gent-Kortrijk, Snoeck, 2010. 15 Brief van Jules Schmalzigaug aan zijn broer Walter vanuit Firenze, 19.04.1906, Brussel, KMSKB, AHKB, inv. 15.160bis. 16 Brief van Jules Schmalzigaug aan zijn broer Walter (s.d. - [Parijs]), 01.12.1911, Privéverzameling. 17 Fotokopie van een brief van Jules Schmalzigaug aan zijn broer Walter vanuit Brugge, 07.02.1910, Brussel, KMSKB, AHKB, inv. 15.178. 4
in het Archief voor Hedendaagse Kunst in België van de Koninklijke Musea. Hij vertaalt Schmalzigaugs bewondering voor de futuristische esthetiek: Le mauvais temps m’incite pour me mettre de bonne humeur, à imiter le système du philosophe Springolo qui, en avançant sa montre, vit à la fois dans le présent et dans l’avenir ; ainsi, grâce à une volonté de préfiguration, je m’imagine être déjà dans une atmosphère plus tiède. Or, en agissant ainsi – «je suis en fait « futuriste » et je m’exprime comme tel : lettre – évocation – ombres Tietz + Colysée = 10.000 effluves de lumi ère + 100.000 pesanteurs ténèbres. Rêverie = voyage + souvenirs « Monssiou – èt – voù – oubrié » = « Ik – ben – Titania » (trattoria Montin – pergola – colombes – scampi – chianti) = (De Kroon – bifsteek met een ei – curaçao – cigares – nieuwe pijp) : (Rembrandt) = (Véronèse) Belgique – Venise = « Oh, Madame » - voilette. Voyage = gares – fumée – wagon + couloir + boches + odeur antiseptiques [sic] W.C. + cigarettes éteintes – Rails – bruit – mélopée – berceuse – refrains Ton – Ki – Ki – Ton – Ki – Ki – ton – ton – noix – fu – ni – cu – li – li – li …18
In deze brief liet Schmalzigaug de traditionele schrijfstijl van zijn brieven achterwege om woorden en onomatopeeën vrij te associëren. Op die manier rukte hij zich los uit het juk van de syntaxis en beklemtoonde hij de welluidendheid van de gekozen uitdrukkingen. Door de opeenvolging van al dan niet onderlijnde woorden en van even onwaarschijnlijke als poëtische vergelijkingen, zou de brief makkelijk kunnen doorgaan als een pagina uit een notaboekje of een dagboek waarin de kunstenaar zijn verbeelding de vrije loop liet, zonder zich enigszins te bekommeren om een potentiële lezer. Als brief aan zijn broer, getuigt de brief van de ambities van deze jonge kunstenaar om de gelederen van de avant-garde te gaan vervoegen. Ironie of toeval, in diezelfde maand oktober 1912 schreef Herman, de jongste van de drie broers Schmalzigaug, naar zijn ouders een scherpe kritiek over het futurisme na zijn bezoek aan de Salon d’Automne in het Parijse Grand Palais : Ce salon est connu pour ces tendances modernes et modernistes. Cette fois l’effronterie dépasse les limites. Les cubistes et les futuristes s’y étalent durant des salles entières, crachant leurs ignominies en couleurs crapuleuses et criardes ; je ne parle pas de forme ou de dessin, cela n’existe plus. C’est l’anarchie des bouges et aussi grand partisan que je sois de la liberté entière, je ne puis qu’approuver ce député, qui à la rentrée des chambres interpellera sur l’usage que fait l’Etat de ses locaux officiels ; [...]. Pour me remettre, je suis entré au Louvre, voir les nouvelles salles. Heureusement d’ailleurs qu’il y a encore assez de belles expositions et de beaux peintres ici pour me dédommager des productions de la bande des écervelés, bande internationale d’ailleurs, tout comme les anarchistes cambrioleurs.19
Aangezien er slechts weinig brieven aan zijn broer Herman bewaard werden, is het moeilijk om de aard van de contacten tussen Jules en Herman te bepalen. Misschien speelde het leeftijdsverschil van zeven jaar een rol in de – al dan niet ogenschijnlijk – minder strakke banden met Herman dan met Walter ? Wat er ook van zij, Schmalzigaug wachtte tot 15 november 1913, dus meer dan een jaar, alvorens zijn ouders in te lichten over zijn nieuwe artistieke ambities : Je fais [...] des tableaux où, selon les données de la jeune école italienne amalgamées aux théories de lumière de Smits, je vise à traduire le sens du mouvement par la décomposition de la forme. Le problème est si neuf que tous les spectateurs d’aujourd’hui s’en trouveront désemparés et croiront à une sinistre fumisterie. La même chose arriva quand, il y a vingt ans, on commença à décomposer la couleur. […] – Je peux dire que je dépasse aujourd’hui dans mes intentions – tout ce que comprend l’école belge d’aujourd’hui et il se peut que je devienne en réalisant ce que je veux, un jour un chef de file.20
18
Fotokopie van een brief van Jules Schmalzigaug aan zijn broer Walter vanuit Venetië, 03.10.1912, Brussel, KMSKB, AHKB, inv. 15.187. 19 Brief van Herman Schmalzigaug aan zijn ouders vanuit Parijs, 20.10.1912, Privéverzameling. 20 Fotokopie van een brief van Jules Schmalzigaug aan zijn ouders vanuit Venetië, 15.11.1913, Brussel, KMSKB, AHKB, inv. 15.110. 5
Zelfs indien de term futurisme er niet onmiddellijk in voorkwam, sloeg het nieuws bij zijn ouders hard in. Schmalzigaug vernam dit onrechtstreeks, via een brief die zijn broer Herman schreef op 24 november van datzelfde jaar. Ontgoocheld richtte Schmalzigaug zich opnieuw tot Walter om hem over zijn gevoelens te schrijven : Je viens d’apprendre par une lettre d’Herman que ma dernière lettre aux Parents a produit, à mon grand étonnement, un effet opposé à celui que j’escomptais. Je croyais, en effet, leur faire plaisir, en leur apprenant que je me sens aujourd’hui sûr et maître de moi, regardant l’avenir avec confiance et la certitude de réussir, alors qu’ils m’ont toujours connu chancelant et tâtonnant. – Herman m’écrit que Papa m’appela « inconséquent » - et je ne comprends pas. – Inconséquent, en effet, avec la médiocrité qui caractérisait mes articles dans l’Art Fl. & Holl. ou la Fédération Artistique ; eût-il valu mieux que je me complète dans cette voie pour devenir un sage et passable critique d’art, comme il y en a tant?.21
Na dit voorval beschouwde Schmalzigaug enkel nog zijn broers Walter en Herman als zijn vertrouwelingen. Ten opzichte van zijn ouders werd hij steeds meer terughoudend om zijn artistieke vorderingen nog aan hen voor te leggen. De waarde van Schmalzigaugs briefwisseling aan zijn naaste familie ligt vervat in de levendige en gedetailleerde illustratie van zijn verschillende ervaringen. De merkbare verschillen in toon in de brieven aan zijn belangrijkste correspondenten bieden impliciet heel wat informatie over de evolutie van zijn artistieke aard en denken, dat een traditioneel dagboek wellicht nooit had mogelijk gemaakt. Zo kan men nagaan hoe een jonge academisch gevormde kunstenaar – ten tijde van de picturale avant-garde – zijn overgang van een traditionele naar een radicaal nieuwe kunst sociaal onderhandelde. Binnen de context van de studie van het futurisme illustreren de brieven het omzichtigere gedrag van een navolger zoals Jules Schmalzigaug ten opzichte van de resoluut polemische instelling van de stichters van de beweging.
21
Fotokopie van een brief van Jules Schmalzigaug aan zijn broer Walter vanuit Venetië, 24.11.1913, Brussel, KMSKB, AHKB, inv. 15.111. 6