jssel
www.prv-overijssel.nl
Postadres Zie lijst
Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB ZwoLle
Telefoon 038 425 1523 Telefax 038 425 48 56
Uw kenmerk
Uw
brief
Ons kenmerk
Datum
PS12005126
01-05
Bijlagen
Doorkiesnummer
Inlichtingen bij
div.
038-425
hr.
15 23
A.E.W. Boukes
Onderwerp
Uitnodiging gedachtewisselingd.d. 2-2-05; partiºle streekplanherzieningen Rood voor Rood Wonen en Landgoederen.
U hebt indertijd gebruik gemaakt van de gelegenheid een bedenking van de partiºle herzieningenWonen, Rood voor rood en Nieuwe
in
te
dienen tegen de ontwerpen
landgoederen van
het Streekplan
Overijssel 2000+. het bepaalde in artikel 4a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening zijn Provinciale Staten gedachtewisseling te houden met diegenen, die tijdig een bedenking hebben ingediend. verplicht een U ontvangt daartoe de gelegenheid op woensdag 2 februari om 10.00 uur v.m., in het provinciehuis te Zwolle. De gedachtewisselingzal plaatsvinden met de statencommissieRuimte en groen. Mocht u gebruik willen maken van deze mogelijkheid, dan verzoek ik u dit te melden bij de secretarisvan de commissie Ruimte en groen, de heer A.E.W Boukes, Postbus 10078, 8000GB te Zwolle; e-mail adres is zulks uiterlijk vrijdag 28 januari 2005. Wilt u bij uw aanmelding aangeven ten aanzien van welke partiºle streekplanherziening u met de commissie van gedachten wilt
Op grond van
aew.bpukes(
;
wisselen? De bedoeling
is
de
commissie
zo goed
mogelijk
te
informeren
over uw
gelegenheid uw bedenking gedurende een vijftal minuten nader toe stellen aan de in de stellen over de door
commissie u
zitting
te
opvattingen. U bent dan lichten en daarover vragen
hebbende statenleden. Laatstgenoemden kunnen
u
Rabo Zwolle
3973.41.121 Bezoekadres
met stadsbus
lijn
1
richting Berkum, halte provinciehuis
Luttenbergstraat Zwolle
de
te
ook vragen
ingebrachte bedenking.
Het provinciehuis is vanaf het NS-station bereikbaar:
in
2
2
Gedeputeerde Staten hebben ons een voorstel gedaan inzake streekplanherzieningen, waarbij Tot het voorstel behoort wij u op
Ik
De
zij
de vaststellingvan
de
bedenkingen en diverse adviezen hebben betrokken. bedenkingen (in de vorm van een Reactienota).Hierbij doen
de ingebrachte
een reactie op de
deze reactienota toekomen. U kunt hierin zien op welke wijze Gedeputeerde Staten ons voorstellen
uw bedenking hoop
u
vo
te
reageren. U kunt dit voorstel betrekken
met het vorenstaande
van de
in
voldoende mate
ommissie Ruimte
en
Groen,
te
bij
de gedachtewisseling.
hebben ge nformeerd.
BIJLAGE
III
REACTIENOTA
Samenvatting en beantwoording van de bedenkingen die de ontwerpen van de partiele streekpianherzieningen: -
-
Wonen Rood voor Rood Nieuwe Landgoederen
Gedeputeerde
December
2004
Staten van Overijssel
zijn
ingediend tegen
BIJLAGE
III
REACTIENOTA
Samenvatting en beantwoording van de bedenkingen die de ontwerpen van de partiele streekpianherzieningen: -
-
Wonen Rood voor Rood Nieuwe Landgoederen
Gedeputeerde
December
Staten van Overijssel
2004
1
zijn
ingediend tegen
INLEIDING De
partiele
hebben van
streekpianherzieningen Wonen, Rood voor
rood
en
Nieuwe landgoederen
oktober tot en met 28 oktober 2004 ter inzage gelegen. Op de plannen ruim 30 reacties binnengekomen. Enkele hiervan behoeven niet als bedenking aangemerkt te worden, bijvoorbeeld omdat de reactie slechts een adhesiebetuiging inhoudt. 1
zijn
Buiten de wettelijke termijn is een reactie binnengekomen. Volgens de wet dient deze niet-ontvankelijk verklaard te worden. Overigens bevat deze bedenking uitsluitend een adhesiebetuiging. De overige reacties zijn alle ontvankelijk.
gemaakte reacties kort samengevat en voorzien van een antwoord tot aanpassing van de plannen op enigerlei wijze dan wordt de reactie gegrond geacht. Zo niet, wordt de reactie ongegrond verklaard. Dat wil lang niet altijd zeggen dat we het met de reactie oneens zijn. De term ongegrond is de juridische term waarmee we aangeven dat de reactie naar onze mening niet leidt tot aanpassing van de tekst. In
deze nota
zijn
beantwoording.
alle
Leidt het
De reacties zijn per partiºle herziening en per onderwerp samengevat. Sommige brieven gaan in op ØØn streekplanherzieningandere op meerdere. De bij de samenvattingen vermelde nummers zijn de volgnummers van de reacties. Daarbij wordt via de letters W, R en L aangegeven op welk van de drie herzieningen de bedenking betrekking heeft. Achterin de reactienota is een alfabetisch overzicht opgenomen van degenen, die een reactie hebben ingediend, met vermelding van de vindplaats van de provinciale reactie.
stadium van de procedure is de Reactienota een door Gedeputeerde Staten uitgebracht concept. De gegeven beantwoording zijn conceptvoorstellen van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten. De statencommissie zal de nota hanteren bij de te houden hoorzitting. Alle indieners van bedenkingen ontvangen deze nota. Aan de hand van de adviezen van de statencommissie zullen Gedeputeerde Staten de Reactienota vaststellen ten behoeve van de vaststelling van de plannen door Provinciale Staten op 16 maart 2005. In dit
2
HERZIENING WONEN
PARTIELE
ALGEMEEN Reactienummer 15W,R,L; 27 W,R,L,; 34W De gemeenten, Kampen en Sta phorst delen mee herzienin gen te hebben. herziening Wonen.
De gemeente
dat zij geen opmerkingen bij de drie Hof van Twente heeft geen opmerkingen bij de
Reactienummer 8W1, 22W1 De gemeenten woonbe/eid.
Haaksbergen
en
Raalte onderschnjven de omslag
in het
provinciale
Reactienummer
1 OW1 Twente spreekt waardering woningbouwbenadering.
De regio
Reactienummer
22
uit
voor de meer kwalitatieve
W5
De gemeente Raalte acht het woonbeleid een belangrijk instrument en dat beleid heeft binnen de gemeente hoogste prioriteit. De gemeente wil daarbij aansluiten bij de wensen van de inwoners en streeft daarbij naar een wisse/werking met de inwoners.
Beantwoording Wij onderschrijven
dit
van harte.
Reactienummer 3W1,2 De gemeente Zij
merkt
op
Bathmen dat
in
onderschrijft de doe/stelling van de streekplanherzieningWonen. gesproken wordt over p/attelandsgemeenten en niet
de herziening
van platte/andskernen. Dit om ook nadat Bathmen is samengevoegd met Deventer de mogelijkheden vanuit het nieuwe beleid voor Bathmen blijven gelden.
Beantwoording We onderschrijven
de
beleidslijn die
de
gemeente
schetst.
Bathmen
is
als
grote
plattelandskern in het streekplan aangegeven. Dit beleid wordt niet door deze partiele herziening gewijzigd. Dat betekent dat kernen als Bathmen mogelijkheden krijgen om te voorzien in de eigen woonbehoefte. Overigens geeft het huidige streekplan geen verstedelijkingstaakstelling aan Bathmen (o.a. tegengegaan door een rode lijn). Wij stemmen ook in met het vastgestelde woonplan van de gemeente Bathmen, waarin dit uitgangspunt is verwoord Conclusie Omdat deze bedenking niet tot aanpassing
Reactienummer
1
leidt:
ongegrond.
0W2
De gezamenlijke Twentse gemeenten wil/en een bijdrage leveren aan het oplossen van het woningtekort. Twentse gemeenten zul/en zich aanmelden voor de pilotprojecten die de provincie in het kader van ruimtelijke kwaliteit wil opzetten.
Beantwoording Deze
positieve benadering wordt erg op
VERHOUDING
gesteld.
prijs
STAD-PLATTELAND
Reactienummer 10W7 Volgens de regio Twente dienen kleine gemeenten te kunnen bouwen voor de eigen behoefte. Dit betekent dat zij meer aandacht kunnen besteden aan eigen starters, doorstromers en senioren. De steden zullen meer aandacht besteden aan de hogere
inkomensgroepen.
Beantwoording strookt perfect met het provinciale beleid. Wel menen wij dat voor doorstromers dan nieuwe woonmogelijkheden gecreºerd kunnen worden indien de kwaliteit duidelijk niet meer past bij de behoefte. Dit
alleen
Conclusie
3
Omdat
dit
niet tot
Reactienummer
22
aanpassing van
de
herziening: ongegrond
W7
De gemeente
Raalte merkt op dat zij een schakelfunctie heeft t. o. v. omliggende gemeenten waarbij zij omliggende steden ondersteuning kan bieden op het gebied bednjventerreinen, woningbouw, recreatie en voorzieningen.
van
Beantwoording partiele herziening heeft niet tot doel de functiedifferentiatiein kernen, zoals in het streekplan Overijssel 2000+ is opgenomen, te wijzigen. Dat betekent dat in eerste instantie Raalte geen complementaire functie heeft voor Zwolle of Deventer. Bij regionale overeenstemming kunnen hiervan afwijkende afspraken gemaakt worden. De
Conclusie Ongegrond
Reactienummer 22 W8 De concurrentie die Raalte voor de steden Zwolle en Deventer betekent komt voort uit het feit dat de steden kennelijk niet bieden wat gewenst is.
vooral
Beantwoording Uitgangspunt van ons beleid is dan ook dat de steden wervende, concurrerende woonmilieus moeten kunnen aanbieden. Wij willen hen daarbij ook steunen. Steun vanuit is ook gewenst. de omliggende gemeenten Conclusie Ongegrond
Reactienummer 4W5 Aedes geeft aan dat alleen door goed samen te werken de corporaties in Twente hun steentje kunnen bijdragen aan het voorkomen van ongewenste verhuisbewegin gen tussen stad en platteland.
Beantwoording Dit
onderschrijven
Conclusie Aangezien
dit
wij
niet tot
volledig.
aanpassing van
de
herziening
leidt:
ongegrond.
MIGRATIESALDO Reactienummer
22 W2/24 W4 De gemeenten Raalte en Tubbergen merken op dat migratiesaldo nul geen doel op zich is. De gemeente Tubbergen stelt voor op te nemen dat het migratiesaldo maximaal nul kan zijn.
Beantwoording Dit klopt. Het uitgangspunt is dat de landelijke gemeenten voor de onderscheiden doelgroepen bouwen. Dit behoeft geenszins samen te lopen met een migratiesaldo kunnen In veel gevallen zal met een negatief saldo voldoende in de eigen behoefte worden voorzien. Conclusie Ongegrond
nul.
Reactienummer
24 W1,2 De gemeente Tubbergen onderschnjft de omslag in het provinciale woonbeleid. Landelijke gemeenten zullen kunnen bouwen voor alle mensen met een sociaal en/of economische binding en dat ze de ruimte moeten knjgen om de aantallen woningen te bouwen, die op basis van woningmarktonderzoek nodig blijken
Beantwoording woonbeleid t.a.v. plattelandsgemeenten richt zich vooral op de doelgroepen starters ouderen. Economisch en/of sociaal gebondenen zullen in het algemeen een beroep kunnen doen op de bestaande voorraad. Uit de gemeentelijke woonplannen zal de noodzaak moeten blijken dat voor alle sociaal gebondenen nieuwe woningen nodig zullen
Ons en
4
zijn. die
Overigens hanteren
dit
vaak
heeft
wij
het begrip sociale
binding niet meer vanwege
de discussies
opgeleverd.
Conclusie Ongegrond
INHOUD WOONPLANNEN Reactienummer lijn
met
22 Wi 4
integrale beleid van de provincie wil de gemeente Raalte voor de kern Heino langs interactieve weg een integrale structuurvisie opstellen, die tevens in gaat op maatschappelijke aspecten. De gemeente wil graag met de provincie in nader overleg treden over een stimulerende en ondersteunende rol.
In
het kwalitatieve en
Beantwoording Wij staan
open voor dit overleg. We onze inhoudelijke inbreng leveren.
willen
desgevraagd ook graag
in
een vroeg
stadium
Conclusie Ongegrond
Reactienummer 22 Wi 5 Autonome ontwikkelingen en
ook het beschikbaar komen van de locatie Zwolse Poort vragen volgens Raalte om een snelle en passende oplossing. De gemeente verwacht van de provincie een positieve bijdrage/medewerking voor de realisatie van de woningbouwplannen in de nieuwe gemeentelijke nota Wonen in 2005. Op basis hieivan wil de gemeente een prestatieafspraak maken.
Beantwoording nieuwe gemeentelijke nota Wonen zien we met belangstelling tegemoet. We wijzen daarbij op dat we een goede regionale bestuurlijke afstemming van de woonplannen noodzakelijk achten. Na de vaststelling van de streekplanherzieningWonen willen wij met alle gemeenten ook met Raalte prestatieafspraken woningbouw afsluiten. De
er
Conclusie Ongegrond
Reactienummer
1
0W8
De Regio Twente merkt op dat regiogemeenten bij de invulling van het woonbeleid uitgaan van hun lokale woon visies. Gaarne ziet de Regio een onderschrijving van dit standpunt.
Beantwoording in de lijn van het provinciaal beleid dat de gemeente in beeld krijgt hoeveel nodig zijn om te voorzien in de eigen behoefte en welke woningen er nodig zijn om te voorzien in de eigen vraag. Op basis daarvan geeft de gemeente invulling aan het woonbeleid. Dit betekent niet zonder meer dat de provincie zich kan vinden in alle aspecten van de woonplannen zoals ze door de gemeenten zijn vastgesteld. In onze reactie op de woonplannen en de daarna te maken prestatie-afspraken zullen wij hierop afzonderlijk ingaan.
Het
is
geheel
woningen
er
Conclusie Ongegrond
WOONPLANNEN
AFSTEMMING Reactienummer De gemeente
16 Wi
Deventer
van de regionale afstemming van gemeentelijke voor de provincie als bewaker van het bundelingsbeleid. De provincie zou regionale afstemming kunnen organiseren door bijvoorbeeld het Platform Wonen weer te activeren. ziet ten aanzien
woon plannen nadrukkelijk ook een
rol
Beantwoording We zijn van mening dat de gemeenten afstemming van hun woonplannen. Dat
zelf zorg sluit aan
5
moeten dragen bij
voor de bovenlokale onze visie dat het woonbeleid
van onderop plaats moet vinden door de gemeenten. We zorgen als provincie voor een regionaal beleidskader, ondermeer door deze streekplan herziening Wonen. Mede vanuit dit regionale beleidskader beoordelen wij ook de gemeentelijke woonplannen. We zien voor ons wel een afstemmingsrol vastgelegd ten aanzien van de meer algemene vragen die rond het wonen spelen en willen nadrukkelijk ook een stimulerende rol vervullen, bijvoorbeeld waar het gaat om versnelling van de woningbouw. Voor de onderlinge uitwisseling van kennis en ervaring en afstemming van beleid kan ook het Platform Wonen voor de gemeenten in West-Overijssel geactiveerd worden. Overigens vindt er ook nadrukkelijk regionale afstemming plaats binnen de netwerkstad
Stedendriehoek. Conclusie Aangezien deze bedenking
niet tot
aanpassing van
de
herziening
leidt:
ongegrond
ROL REGIO TWENTE Reactienummer 24W7, 4W1, 10W3 De gemeente Tubbergen vraagt meer voor duidelijkheid over de rol van respectievelijk de provincie, de regio, de subregio en de gemeenten op het gebied van wonen. Ook Aedes vraagt welke rol de provincie ziet voor Regio Twente, mede gezien de WGR+discussie. De Regio Twente ziet graag dat de provincie onderschnjft dat de bovenregionale afstemming een taak is van de provincie en dat de binnenregionale
afstemming
binnen
de
in het
streekplan aangegeven
hoofdlijnen door de Regio kan
plaatsvinden.
Beantwoording Het zwaartepunt voor het vormgeven en uitvoeren van het woonbeleid ligt bij de gemeenten. Zij zijn het die primair de lokale kennis hebben, contacten met burgers, corporaties en ontwikkelaars en die eventueel gronden bezitten. Om dit woonbeleid goed vorm te geven, stelt de gemeente een woonplan op en voert dit uit. De provincie en de afzonderlijke gemeenten maken prestatie-afspraken over de uitvoering van de woonplannen. De gemeenten zelf zorgen voor de bovenlokale afstemming. Zie overigens ook onze reactie hiervoor bij nr. 16W1. De
subregio s, zoals die in eerdere versies van de provinciale woonvisie naar voren zijn spelen in het voorliggende ontwerp-streekplan geen rol van betekenis meer.
gekomen,
Met de Regio Twente wordt samengewerkt om tot een goede afstemming het provinciaal woonbeleid en een door betrokken partijen beoogd Twents
te
komen
van
woonprogramma. Uitgangspunt daarbij is dat het provinciaal beleid (o.a. het streekplan) kaderstellend is voor de gemeenten. Met de Regio Twente en met Netwerkstad Twente zijn afspraken gemaakt over de afstemming van kaderstellende onderwerpen.. De provincie beoordeelt en maakt afspraken met de individuele gemeenten over de gemeentelijke woonplannen de
uitvoering ervan.
taakverdeling tussen de Regio Twente, Netwerkstad Twente en bijdraagt aan het oplossen van bovenlokale, grootstedelijke problemen in Twente en recht doet aan de democratische gelegitimeerde, kaderstellende en toetsende rol van de provincie. Vanuit een oogpunt van democratische legitimiteit en inhoudelijke slagvaardigheid, ligt het primaat van de uitvoering van het woon beleid bij de gemeenten. Dat is dan ook de bestuurslaag waarmee de provincie afspraken maakt. Onze inzet provincie,
is
een
die
om aan te geven of en zo ja welke taken zij gezamenlijk met gemeenten willen uitvoeren. Aanvullend geeft de provincie aan over welke onderwerpen of projecten gemeenten afstemming of instemming moeten zoeken met andere gemeenten. Het
is
aan de gemeenten
de
andere
in andere netwerksteden Netwerkstad Twente dermate sterk
Zoals ook
is
de
dat
onderlinge relatie tussen de gemeenten in de provincie ten opzichte van de afspraken die de
de
6
gemeenten
Enschede, Hengelo, Almelo en Borne onderling maken terughoudend zal opstellen. Zoals voorheen maakt de provincie afspraken over de woningbouwopgave van de Netwerkstad. De onderlinge verdeling van deze woningbouwopgave zal voor de provincie het uitgangspunt individuele gemeenten.
zijn
voor het maken
van de prestatieafspraken
met
de
het beeld van de provincie heeft de Regio Twente binnen de beleidscyclus met name een meerwaarde bij het voorbereiden (b.v. woningmarktonderzoek), evalueren (b.v. monitoren) en het afstemmen van het woonbeleid van de afzonderlijke gemeenten. Daarbij vormen het provinciaal beleid het kader en het gemeentelijk beleid het uitgangspunt. Overigens is de Regio Twente budgethouder voor de BLS-subsidies en eerstelijns toezichthouder bij de huisvesting van statushouders (asielzoekers). De provincie heeft afspraken gemaakt met de Regio en de Netwerkstad over afstemming over een regionale woningbouwopgave. In
situatie geldt totdat er meer inzicht is in de ontwikkelingen rond Ruimtelijke Ordening en/of de Wijzigingswet WGR+. van de herziening zal hierop worden aangepast.
Bovenstaande Wet De
op
de
nieuwe
dit
binnen
de
tekst
Conclusie Gegrond. De streekplantekst
wordt
aangepast.
Zie
Aanpassingennota.
Reactienummer 8W2 De gemeente Haaksbergen geeft aan dat het bestuurlijk afsprakenkader, zoals de Regio Twente is opgesteld, richtinggevend is voor de uitvoering van de woon
visie.
Beantwoording positief tegenover deze boven lokale samenwerking. Wij beoordelen de uitwerking ervan aan de hand van de gemeentelijke woonplannen. Wij willen de uitvoering van de woonplannen stimuleren door het maken van (wederzijdse) prestatieafspraken afspraken tussen provincie en de afzonderlijke gemeenten. Wij staan
Conclusie Ongegrond
DOELGROEPEN/ZORG Reactienummer 1OW1O De regio Twente onderschrijft de grote vraag naar zorg gebonden woningen. De regio graag samen met de provincie en de verschillende Twentse woningbouwpartners het kwalitatieve pro fiel van de woningvoorraad in beeld brengen, zodat optimaal op deze vraag kan worden ingespeeld.
wil
Beantwoording Verwezen wordt naar hetgeen
bij 24W7 reeds over de afstemming tussen regio en wordt opgemerkt dat op initiatief van de provincie een transfercentrum wonen-zorg functioneert waarbij alle corporaties in Twente zijn aangesloten. In dit verband is een programma ontwikkeld met als doelstelling te komen tot een kwalitatief en kwantitatief goed gespreid en afgestemd aanbod van zorgwoningen in Twente.
provincie
is
Verder
gezegd.
Conclusie Ongegrond
Reactienummer 4W3 Aedes vraagt hoe de afstemming van wonen met welzijn middelen en subsidies de provincie beschikbaar stelt.
en zorg plaatsvindt en
welke
Beantwoording Die
afstemming
zal
deze samenwerking prestatieafspraken
vooral op gemeentelijk niveau moeten plaatsvinden. Wij stimuleren en deze afstemming zal ook onderdeel zijn van de woningbouw die wij met alle gemeenten gaan maken.
7
provincie stelt ook financiºle middelen(aanvullend 1,5 miljoen euro) beschikbaar om afstemming tussen wonen, zorg en welzijn te ondersteunen. Recent is een programma langer zelfstandig wonen voor ouderen, mensen met een handicap en ggz clienten
De de
vastgesteld. In dit het stimuleren van
programma wordt door de provincie geld woonzorgcomplexen en woonzorgzones,
beschikking gesteld voor domotica, woonzorgwelzijnsloketten, ondersteunen van mantelzorg en de inzet van vrijwilligers. ter
Conclusie Ongegrond
Reactienummer
24
W5
De gemeente Tubbergen merkt op dat zij vraag van bijzondere doelgroepen in deze.
blijft
streven naar het voldoen
aan de concrete
Beantwoording wil bouwen voor de concrete vraag van bijzondere er blij mee dat de gemeente doelgroepen. De ervaring leert dat het echter lastig is om de vraag van bijzondere doelgroepen concreet te krijgen. Bij statushouders is dat nog Vrij eenvoudig, bij
Wij zijn
woonwagenbewoners
is
dat
al
lastiger en
daken en thuislozen ligt dat nog
bij
gecompliceerder. Overigens merken wij op dat voor statushouders de verantwoordelijkheidligt bij de regio Twente. Wij streven naar een woonbeleid waarin ook de plattelandsgemeenten een fair deel van de sociaal maatschappelijke problematiek voor hun rekening nemen. In het kader van de prestatie-afspraken willen wij graag met u daaraan concreet invulling met de gemeenten geven.
Conclusie Aangezien
de
herziening geen
aanpassing behoeft: ongegrond
BEHOEFTERAMING/MONITORING Reactienummer
1
0W5
De regio Twente merkt op dat de in het streekplan gehanteerde termijnen beter zouden moeten aansluiten bij de termijnen, zoals die door gemeenten en Rijk zijn gehanteerd, zoals
b.
v.
bij de
woningafspraken.
Beantwoording De
cijfers die
behoefte
in
de
streekplanherzieningstaan betreffen
een exact woningbouwprogramma derhalve o.i. achterwege blijven
en niet van
aanpassing Conclusie Ongegrond
kan
een
weergave van aanvullende Gevraagde
per periode.
Reactienummer 4W5 Aedes wil de noodzaak tot onderzoek en ontwikkelingen op de woningmarkt
monitoring van demografische ontwikkelingen onder de aandacht brengen.
en
Beantwoording evenwicht tussen vraag en aanbod op de woningmarkt tot stand te brengen, is demografische, sociaal-economische ontwikkelingen en ontwikkelingen op de woningmarkt van groot belang. Deze ontwikkelingen vormen een onderdeel van een nader te ontwikkelen systeem van monitoring. Voor de ontwikkeling en de vulling van dit systeem zullen wij ook gebruik maken van de expertise en de gegevens die bij de verschillende partijen op de woningmarkt aanwezig zijn. Conclusie Ongegrond Om
een
inzicht
in
Reactienummer 10W4 De Regio
Twente bepleit
het
gebruik van eenduidige
definities.
Beantwoording Wij die
onderkennen het belang van het gebruik van gelijkluidende en eenduidige moeten gelden voor heel Overijssel. Wij onderschrijven dan ook
overigens
8
definities het
voorstel van de Regio om Inmiddels
is
tot
een
gezamenlijke afstemming van
hierover het overleg tussen
definities te
komen.
provincie en regio gestart.
Conclusie Ongegrond
Reactienummer
22 W4 De gemeente Raalte vindt de definitie van starter erg ruim. Graag ziet ze de definitie beperkt tot personen die momenteel niet over zelfstandige woonruimte beschikken.
Beantwoording Uit een vergelijking van gemeentelijke plannen is gebleken dat verschillende definities van het begrip starter worden gehanteerd. Dit verhindert een goed inzicht in (sub)regionale ontwikkelingen. Om die reden en vanwege de continu teit in het gebruik van het begrippenkader teneinde ontwikkelingen over een langere periode te kunnen volgen, is aansluiting gezocht bij de definitie zoals gebruikt in het landelijke woningbehoefteonderzoek (WBO). Voor een aantal gemeenten zal dit een verruiming van de het aantal onderscheiden type starters inhouden
Conclusie Ongegrond
Reactienummer
22 W9 Raalte wil graag
De gemeente
met
de provincie
overleggen over een nieuw
op
te
zetten
monitoringssysteem.
Beantwoording Dit
is
bekend.
ons
systeem, de
willen wij
mogelijkheid
Conclusie Aangezien
Gezien het gemeenschappelijke belang van een goed functionerend hierover graag met de gemeente van gedachten wisselen waarbij ook
van pilotgemeente aan de orde
dit niet tot
aanpassing van
zal
komen.
de herziening leidt:
ongegrond.
WONEN OVER
DE GRENS: Reactienummer 25W1 De gemeente Dinkelland kan niet instemmen met de in het ontwerp-streekplan Wonen geplaatste kanttekening dat, om te voorkomen dat er teveel woningen worden gebouwd ten koste van de concentratie in de steden, de plattelandskernen in hun woon plannen aandacht moeten besteden aan het wegtrekken van de bevolking naar de Duitse grensstreek.
Beantwoording het verrichte onderzoek (Wonen over de grens, 2003) blijkt dat de prijs van de woningen en de kavels de belangrijkste redenen zijn om te verhuizen naar Duitsland. Bovendien zijn de bouwkavels veel groter. Kortom: de prijs-kwaliteitverhouding is veel beter volgens degenen die naar Duitsland verhuizen. Uit
streekpianherzieningWonen stelt dat in de plattelandsgemeenten voldoende bouwmogelijkheden dienen te zijn om de eigen inwoners te huisvesten. Er dient vooral voor starters en ouderen gebouwd te worden. Dat geldt ook voor de Twentse plattelandsgemeenten. Hiervoor dient steeds voldoende planologische ruimte beschikbaar om dit kwalitatief optimaal in te vullen. Dat wil zeggen te zijn. Het is aan de gemeenten dat het bouwprogramma aansluit bij de wensen en mogelijkheden van de woningzoekenden. Dat betekent ook voldoende huurwoningen, goedkope koopwoningen en voldoende bouwkavels, aansluitend bij de manifeste vraag. De
Feitelijk
gegeven
van de factoren
is
die
echter op dit moment dat een deel van de woningvraag als gevolg hiervoor genoemd zijn - afvloeit naar Duitsland. We zijn van mening
(plattelands en stedelijk) in hun woonplannen de gevolgen van het verhuizen naar Duitsland dienen te betrekken. Er vindt momenteel een vervolgonderzoek plaats dat actuele informatie over het wonen over de grens zal opleveren. Een dat de
gemeenten
9
bevolkingsontwikkelingconform migratiesaldo=nul is geen doel op dat er voldoende ruimte is voor de vraag uit de eigen bevolking. Er
is
nu
geen
zich.
Uitgangspunt
is
aanleiding de streekplantekst aan te vullen of te wijzigen. Mogelijk kunnen het recente onderzoek nog worden verwerkt
de resultaten van
Conclusie Ongegrond
Reactienummer 24W3;
10W9
De gemeente Tubbergen meent dat de reden van de migratie naar Duitsland voortkomt uit de schaarste en dat dus niet het antwoord hierop zou moeten zijn het creºren van nog meer schaarste. Juist zou de ontwikkeling naar het bouwen voor de sociaal en/of economisch gebondenen gestimuleerd moeten worden. De regio Twente merkt op dat er een vervolgonderzoek loopt. Dit onderzoek zal antwoord moeten geven op hoe op de ontwikkeling ingespeeld dient te worden. Het is te vroeg nu al met het migratiesaldo rekening te houden.
Beantwoording Zie de
vorige reactie van de gemeente Dinkelland. zijn wij het met het tweede deel van de reactie van de gemeente
Overigens
Tubbergen
eens. de hoogte van het vervolgonderzoek (de provincie participeert daarin). uitkomsten kunnen meegenomen worden in de gemeentelijke woonplannen. Conclusie Ongegrond Wij zijn op
OVERIG Reactienummer
4
De
W2
Aedes merkt
op niets te
terugdringen
van
kunnen lezen omtrent
het
versnellen van procedures en het
regelgeving.
Beantwoording Deze
onderwerpen
hier verbetering de
in
provincie eveneens van groot belang. Diverse acties om dan ook door ons ondernomen. Op pagina 23/24 van hierop uitvoerig ingegaan.
zijn te
herziening wordt
van
de
brengen
zijn
Conclusie Ongegrond
Reactienummer 8W2 De gemeente
Haaksbergen meent dat ten onrechte in de herziening gesproken wordt Netwerkstad Twente als bedoeld is het kaderwetgebied Twente.
van
Beantwoording De geconstateerde onjuistheid wordt gecorrigeerd. Conclusie Gegrond.
Reactienummer
10
W6/24 W6
een verhouding gehanteerd voor inen en uitbreiding. De Regio merkt op dat in Twente een verhouding van 40-60 haalbaar is. De gemeente Tubbergen merkt op dat de omvang van inbreiding afhankelijk is van de situatie per gemeente. In
de
herziening wordt
Beantwoording De bedoelde passage heeft alleen tot strekking enige indicatie te geven over de toekomstige ruimtebehoefte voor wonen. Het gaat dus niet om een beleidsdoelstelling m.b.t. inbreiding. Dit betekent dus dat de Twentse doelstelling geenszins afwijkt van
provinciale doelstellingen.
Conclusie Ongegrond
Reactienummer
22 W4
10
De gemeente
gemeente
Raalte merkt op dat het meer ruimte biedt om snel
laten verval/en van de en
adequaat
op een
verplichte fasering de
veranderende woningmarkt
te
reageren.
Beantwoording willen nog wel verwijzen naar hetgeen in de partiele herziening staat omtrent het nut van faseren juist om in te spelen op veranderingen in de markt. Wij
Conclusie Omdat deze bedenking
niet leidt tot
aanpassing van
de
herziening: ongegrond
Reactienummer
22 W6 Raa/te merkt op dat goede woonmogelijkheden gezond economisch klimaat.
De gemeente
belangrijk
zijn
voor een
Beantwoording opmerking is volkomen juist en stemt overeen met hetgeen in het streekplan Overijssel 2000+ hieromtrent is verwoord. Conclusie Omdat deze bedenking niet leidt tot aanpassing van de herziening: ongegrond Deze
Reactienummer
24 W8
De gemeente
Tubbergen vraagt aandacht voor agrarische bednjfswoning te kunnen bouwen.
de
mogelijkheid om een tweede
Beantwoording Dit valt buiten het kader van de partiele herziening. Wel heeft o.a. deze reactie aanleiding gegeven dat gedeputeerde staten hebben besloten de handreiking en beleidsregels in bedoelde zin aan te passen.
Conclusie Ongegrond
Reactienummer 4W4 Aedes merkt op dat corporaties wel willen bouwen maar dat ze nauwelijks de kans krijgen bouwgrond te verwerven. Het opzetten van een regionaal, danwel provinciaal, grondbedrijf zou hierbij een belangrijke stimulerende rol kunnen vervullen.
Beantwoording De
provincie heeft thans
geen
(regionaal) grondbedrijf. Wij willen eerst
een beter
instrumentarium in het kader van de nieuwe WRO, de wet Voorkeursrecht, de grondexploitatiewet en de Onteigeningswet verkrijgen. In het Kaderwetgebied Twente is de regio bevoegd om grondbeleid te voeren. Daar is tot op heden geen inhoud aan gegeven. Wel hebben de gemeenten van de netwerkstad in 2004 een convenant gesloten waarmee de intentie tot een gezamenlijk grondbeleid wordt uitgesproken. Mogelijk kan dit een stimulerende rol vervullen. Conclusie Ongegrond
11
HERZIENING ROOD VOOR ROOD MET GESLOTEN BEURS
PARTIELE
Wijzigingen in het streekplan Overijssel 2000+ De meeste reacties hebben betrekking op het concept uitvoeringskader. Waar deze doorwerken op de concept streekplantekst, vindt u nieuwe tekstvoorstellen in de Aanpassingennota (onderdeel streekplan).
Concept-uitvoeringskader Rood voor Rood Aanpassingennota
met gesloten beurs
in
Overijssel
(A):
Naar aanleiding van de ingebrachte bedenkingen en de onderstaande beantwoording daarvan, is besloten om de redactie van het Uitvoeringskader te herzien. Om die reden zijn de bedenkingen alvast in lijn gebracht met de herziene redactie (vernieuwde opbouw paragraafindeling). /
Aanpassingennota
(A):
Uitvoeringskader zal onder 1. Inleiding tekst ingevoegd worden m.b.t. de volgende kwesties: voor wie het kader bestemd is, wat de status van dit kader is, welke relaties er met ander beleid liggen, welke afbakening gehanteerd wordt en hoe de opbouw van dit In
het
uitvoeringskader is (1. Inleiding, 2. Rood voor rood met gesloten beurs, 2.1 Inhoudelijk kader, 2.2 Procedureel kader en 2.3 Uitvoering en financiºn)
Reactienummers 5R1, 28R1, 16R1, liP, 12R1 De gemeenten Bathmen en Ommen spreken hun waardering uit voor de rol die gemeenten is toebedeeld, terwijl de gemeente Deventer zich kan vinden in de teksten. De gemeente Raalte is blij met de voortvarende aanpak van de provincie. De OPG is verheugd over de regeling. De GLTO vindt het positief dat de provincie met de Rood voor Rood regeling niet alleen het beºindigen, maar ook het verplaatsen van agrarische bedrijven wil stimuleren. De heer Menkveld spreekt waardering uit voor regeling die nieuw
elan
en activiteit brengt
en leefbaarheid
op platteland bevordert.
Beantwoording nemen Conclusie Wij
met genoegen
De
reacties geven
het
concept
1.
Inleiding
geen
kennis van de reacties.
aanleiding
tot
wijzigingen
uitvoeringskader en worden formeel
in
als
de
concept
streekplantekst en
/
of
ongegrond beschouwd.
Reactienummers: 13R1, i7Ri, 17R2, 17R3, 17R4, liR2 De gemeente Raalte adviseert om in de regeling niet te spreken van extra investeren ruimtelijke kwaliteit , maar over landschappelijke inpassing van een nieuw te bouwen woning De gemeente Hof van Twente meent dat de woonfunctie aan meer kan
in
bijdragen dan alleen aan verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. De regeling doet op dit punt naar het oordeel van de gemeente een stap terug t. o. v. de PS-Startnotitie. De gemeente Hof van Twente is van mening dat functies die een directere bijdrage leveren aan collectie ve goederen als landschap en/of economisch een toegevoegde waarde vertegenwoordigen, voorkeur moeten krijgen boven de woonfunctie. Zij stelt zich op het standpunt dat het gaat om een gepaste woonfunctie die maximaal bijdraagt aan de vitaliteit van het landelijk gebied. Bij voormalige bedrijfsgebouwen zal dan naar het oordeel van de gemeente eerst moeten worden bezien of een alternatieve economische vervolg functie haalbaar is. Zij is van mening dat de woonfunctie en daarmee de Rood voor Rood regeling een bijdrage moet kunnen leveren aan nieuwe economische activiteiten in het buitengebied, zoals kleinschalige nevenactiviteiten. Overijssels
12
Grondbezit vindt dat niet alleen investeringen in ruimtelijke kwaliteit, maar ook initiatieven die maatschappelijke meerwaarde opleveren, positief benaderd zouden moeten worden. De gemeente Hof van Twente vraagt of de regeling voldoende mogelijkheden biedt voor het ontwikkelen van een zogeheten knooperf Overigens zouden knooperven ook los moeten worden bezien van de Rood voor Rood-regeling. Particulier
Beantwoording Wij
menen
Rvr
meer gaat dan landschappelijke
mgb om
inpassing. Wij zien landschappelijke inpassing als onderdeel van investeren in ruimtelijke kwaliteit. Een goede landschappelijke inpassing is overigens vereist op grond van vigerend (gemeentelijk) beleid (bestemmingsplan, welstandsnota). Ook in het reconstructieplan dat
het
bij
is
hiervan sprake. Wij delen de stelling met de gemeente Hof van Twente dat de woonfunctie ook in brede zin bijdraagt aan leefbaarheid van het landelijk gebied. Die sluit direct aan op de insteek van de PS-Startnotitie. Gemeenten kunnen in haar beleid in gaan op de vraag Of en wanneer functies de voorkeur hebben vanwege de bijdrage aan collectieve goederen. Het economische hergebruik van een VAB is afhankelijk van initiatiefnemers / ondernemers. Met de gemeentelijke pilots VAB willen wij tot een actief beleid komen, gericht op hergebruik van VAB s. Overigens vormt ook wonen voor de leefbaarheid van het landelijk gebied een belangrijke vorm van hergebruik. Wanneer hergebruik niet aan de orde is, kan (wanneer het niet gaat om monumentale of karakteristieke gebouwen) RvR mgb toegepast worden. Een nevenactiviteit hoort bij een functionerend agrarisch bedrijf. Wij veronderstellen dat de gemeente Hof van Twente bedoelt dat RvR mgb kan bijdragen aan de woonfunctie en de bedrijvigheid en aan combinaties hiervan in het landelijk gebied. Wij zijn het daar mee eens. Wij onderschrijven de mening dat investeren in ruimtelijke kwaliteit en initiatieven met maatschappelijke meerwaarde belangrijk is. Om die reden wordt inderdaad gesproken over ruimtelijke kwaliteit en is het niet beperkt tot landschappelijke kwaliteit. De regeling biedt naar onze mening voldoende mogelijkheden om een bijdrage te kunnen leveren aan de ervenstructuur (waaronder knooperveri).
Conclusie De
reacties geven
het
concept
geen
aanleiding
uitvoeringskader
en
Reactienummer 8R1 en 21R2 Gemeenten Haaksbergen en Wierden gemeentelijke woon
wijzigingen
tot
worden formeel
in
als
de
concept
streekplantekst en
hoe de regeling zich verhoudt
vragen
/
of
ongegrond beschouwd.
tot
de
visies.
Beantwoording Bouwkavels RvR mgb zijn additioneel ten opzichte van de afspraken i.h.k.v. gemeentelijke woonplannen. In het gemeentelijk beleidskader RvR mgb dient ingegaan te worden op de relatie met het gemeentelijk woonplan. Ook hechten wij er aan dat na in maart 2005 in de gemeentelijke het vaststellen van de streekplanherziening wonen woonplannen zal worden ingegaan op RvR mgb. In het bijzonder wanneer op korte termijn relatief grote aantallen RvR bouwkavels zijn te voorzien. Conclusie Wij passen het concept uitvoeringskader hierop aan en beschouwen de reactie formeel als
gegrond.
Reactienummer 5R2 Gemeente Bathmen
en
11R6
vraagt naar de definitie van ruimtelijke kwaliteit Overijssels Particulier Grondbezit vraagt naar de definities van de begrippen karakteristiek en
beeldbepalend
Beantwoording kunnen geen eenduidige moet gebaseerd zijn op een
Het gemeentelijke beleidskader RvR mgb gewenste ontwikkeling van het landelijk gebied. Ten einde kwaliteitswinst te bereiken, moeten ten aanzien van RvR mgb initiatieven in het licht van deze visie afspraken gemaakt worden. Wij menen dat het onderzoeksmateriaal (ontwerp-experimenten / ruimtelijke randvoorwaarden VAB) van Het Oversticht (beschikbaar eind 2004) als illustratie kan dienen. Wij vragen gemeenten Wij
definities
visie op
geven.
de
13
om en
in hun beleidskader RvR mgb aan te geven hoe zij willen omgaan met karakteristieke beeldbepalende gebouwen. Overigens loopt er momenteel een politieke discussie over
de invulling
informeren
van het begrip ruimtelijke kwaliteit. Wij zullen onze partners over de tussenstand daarvan en hen erbij betrekken.
t.z.t.
uiteraard
Conclusie in het concept deels gegrond.
Wij zullen als
2.
Rood
voor rood
2.1.
Inhoudelijk
2.1.1
Relatie
sloop
uitvoeringskader
aanpassen
en
beschouwen
de
reactie
formeel
met gesloten beurs kader en
bouwkavel/
(bedrijfs)woning
Reactienummers:5R3 en 7R3, 12R2 Gemeente Bathmen meent dat een tweede, 1
extra compensatiewoning mogelijk moet zijn goede komt. En niet uitsluitend wanneer dit nodig is voor financiering van de sloopkosten. EØn compensatiewoning zal veelal geen stimulans zijn voor deelname aan Rood voor Rood-regeling. Er ontstaat rechtsongelijkheid als iemand met 850 m2 ØØn woning mag terugbouwen en iemand met 2700 m2 ook maar als
dit
de ruimtelijke kwaliteit ten
een.
Gemeente Hof van Twente is het oneens met de norm gebouwd dan nodig voor afbraak van stallen. Hiermee
dat
niet
mØØr mag
worden
wordt naar het oordeel van de gemeente aan de woonfunctie haar potentie tot bijdrage aan de vitaliteit van het landelijk gebied ontnomen. Indien, naar het oordeel van de gemeente, binnen nader te bepalen kaders een goed plan wordt in gediend dat mede het landschap of nieuwe economische functies dient, moet de provincie aan de gemeente de ruimte laten. De heer Menkveld meent dat regeling te rigide is. Gaat uit van mogelijkheid bouw extra woning als tegenprestatie voor sloop van minimaal 850 m2 stalruimte. Stel dat een legaal gesplitste voormalige boerderij van ruim 1000 m3 verkleind wordt tot 1 woning van ca. 700 m3, met daarnaast een vrijstaande woning, dan zou de eis van sloop van minimaal 850 m2 stalruimte teruggebracht moeten worden tot ca. de helft. Ook zou de eis om alle voormalige agrarische bebouwing te slopen niet meer redelijk zijn in verhouding tot de uit te wisselen prestaties.
Beantwoording hechten aan ons uitgangspunt dat de regeling zich primair richt op verbetering van ruimtelijke kwaliteit. Wij willen overigens niet meer de term compensatiewoning hanteren, maar zullen uitgaan van een bouwkavel voor een woning. Wij gaan er niet van uit dat een extra woning an sich de ruimtelijke kwaliteit verbeterd. Insteek is en blijft dat planologische meerwaarde van een bouwkavel voor een woning ruim volstaat ter dekking van de sloop van bedrijfsgebouwen en ter dekking van 30 % van de gecorrigeerde vervangingswaarde (zie bij paragraaf 2.1.3), maar wij blijven bij gebleken noodzaak ruimte bieden voor meer bouwkavels. Wij de
het uitvoeringskader is nog geen tekst gewijd aan de omvang van de (compensatie) bouwkavel. Wij zullen in het uitvoeringskader opnemen dat aanvrager en gemeente heldere afspraken moeten maken en vastleggen over de omvang van de (compensatie) bouwkavel. Wij zijn van mening dat het grootste deel van de oorspronkelijke bouwkavel (meestal 1 ha) een agrarische bestemming zonder bouwmogelijkheden moet krijgen, of een bestemming die samenhangt met de landschappelijke inpassing zoals natuur of bos . Een te grote oppervlakte (bebouwd) erf of tuin komt in het algemeen niet ten goede aan de ruimtelijke kwaliteit. Aanvrager en gemeente zullen daarbij afspraken moeten maken over de verdeling van verantwoordelijkheden tussen aanvrager en toekomstige eigenaar van de (compensatie)bouwkavel (bijvoorbeeld wanneer sprake is In
van aanleg van een poel
of
een houtwal).
14
een voormalige boerderijwoning van 1000 m3 of meer te splitsen in twee het verleden tot stand gekomen met als doel het (karakteristieke) als ØØn geheel te kunnen handhaven, en deze niet in een later stadium alsnog op te delen in afzonderlijke vrijstaande eenheden. De regeling Rood voor Rood heeft juist als doel ontsierende opstallen te slopen en een substantiºle bijdrage te leveren aan het terugdringen van de verstening. De minimale oppervlakte van 850 m2 moet in dat verband nadrukkelijk gezien worden als ondergrens. De
regeling om
woonheden bouwwerk
is
in
Conclusie Wij
zullen
het concept
beschouwen
de
reactie
streekplan en het concept uitvoeringskader formeel deels als gegrond.
aanpassen
en
Reactienummer:21 Pl, 11 R3 Gemeente Wierden is van oordeel dat in plaats van 1 grotere woning, 2 kleinere woningen zouden moeten kunnen worden terug gebouwd, om zodoende tegemoet te komen aan het doelgroepenbeleid, e.e.a. wel met restrictie v. w.b. het bouwvolume. OPG verzoekt in de regeling de mogelijkheid op te nemen om binnen het volume van 750 m3 en in ØØn pand ook twee woningen (wellicht zelfs drie) te realiseren. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan specifieke doelgroepen, zoals starters en ouderen.
Beantwoording constateren dat twee woningen binnen ØØn bouwmassa van 750 m3 als twee volwaardige woningen gelden. Die twee woningen kunnen op termijn elk doorgroeien naar een volume van 750 m3. Wij achten dit ongewenstf. Als algemene regel wordt dan ook vastgehouden aan ØØn woning. Hierop zijn twee uitzonderingen mogelijk. Het splitsen van de woning moet hierbij onderdeel vormen van een integraal plan: 1. een landgoedplan. Hierbij blijven de woningen in bezit van het landgoed en er kan maatwerk toegepast worden ( bijv. i.p.v. 1 woning 750 m3 kunnen er 2 3 woningen 250 m3 komen). De woningen komen indirect ten goede aan de kwaliteit van het hele landgoed; 2. een gemeentelijk plan. Gemeente maakt (bijvoorbeeld samen met woningbouwvereniging) een plan om met toepassing van rood voor rood woningen te realiseren voor senioren en/of starters. Wij vragen de gemeenten er op toe te zien dat deze woningen via bestemmingsplan of middels afspra ken met woningbouwcorporaties of anderszins, beschikbaar bi ijven voor deze doelgroepen. Conclusie Wij zullen het concept streekplan en het concept uitvoeringskader hierop aanpassen door ruimte te bieden voor de twee genoemde uitzonderingen en beschouwen de reactie deels Wij
als
gegrond.
Reactienummers:
1 7R3 en 21 R3 Hof van Twente beschouwt inhoudsnorm tegenover de oppervlaktenorm als louter een aardige richtlijn. Provincie moet de gemeenten de ruimte laten v.w.b. invulling van de inhoudsnorm. De normen moeten zodanig worden geformuleerd, dat de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid niet in het geding komt. De vaste relatie tussen oppervlakte en inhoud geeft de gemeente ruimte om in te spelen op de sociale behoefte van bijv. starters en senioren. Deze kunnen vaak met minder ruimte toe. Leg de drempel
Gemeente
ongewenst hoog voor lokale bewoners, zo waarschuwt gemeente Hof van Twente. De regeling kan juist voor hen van belang zijn. Gemeente Hof van Twente meent voorts dat het in sommige gevallen noodzakelijk kan zijn een grotere massa toe te staan met het oog op de gewenste massa-opbouw van een boerenerf (bijv. knooperven). Gemeente Wierden pleit voor een eenduidige regeling met betrekking tot burgerwonin gen in het buitengebied. In de Handreiking en beoordeling ruimtelijke plannen is opgenomen dat de gemeente beleidsvnjheid heeft ten aanzien van de uiteindelijke inhoud van de corn pensatiewonin gen. De gemeente wil daarom niet uitgaan van maximaal 750m3 inclusief erfbebouwing. niet
Beantwoording
15
dat RvR mgb gemeentelijk maatwerk en flexibele toepassing mogelijk maakt. Uitgangspunt is immers dat de gemeente het voortouw heeft bij de uitvoering van RvR mgb. De normen van maximaal 750m3 en minimaal 850m2 zijn echter harde uitgangspunten. Het hoeft uiteraard geen 750 m3 te worden. De bouwmassa is immers afhankelijk van locatie, omgeving en doel en dan kan kleiner voor de hand liggen. Wij vragen gemeenten hier in haar beleid op in te gaan. Er zijn nog andere uitzonderingen mogelijk. Bij de toepassing van RvR mgb kan namelijk op een locatie wel meer worden gebouwd dan voor de sloop van de stallen noodzakelijk is, mits op een andere locatie meer wordt gesloopt. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om knooperven. Met een projectmatige aanpak kan zo op de ene locatie de ruimtelijke kwaliteit worden vergroot door ontstening, terwijl op een andere plek het landschap wordt versterkt door bebouwing toe te voegen. Een en ander moet gebaseerd zijn op de gemeentelijke visie op de ontwikkeling van het buitengebied. Voorts zijn combinaties van Rood voor Rood met Rood voor Groen goed denkbaar. Wij vinden
meer bouwkavels worden gerealiseerd als de kosten voor de sloop van van 850 m2 bedrijfsgebouwen dat vereisen. De mogelijkheid bestaat in plaats daarvan 1 grotere woning terug te bouwen. Deze mogelijkheid moet dan wel in het gemeentelijke beleidskader zijn opgenomen. Tot slot geldt voor een nieuwe woning een maximum van 750 m3 met uitzondering van woningbouw in stadsen en dorpsgebied. Ook
kunnen
een
veelvoud
er
Overigens wordt
in het concept uitvoeringskader RvR mgb uitgegaan van een woning met inhoud van 750 m3 inclusief bijgebouwen. In de Handreiking en beoordeling ruimtelijke plannen is dit exclusief bijgebouwen. Wij zullen het uitvoeringskaderop dit punt in overeenstemming met de Handreiking brengen.
een
maximum
Conclusie Wij
zullen
het concept
uitvoeringskader aanpassen
en
beschouwen
de
reactie
deels
als
gegrond.
Reactienummers:2R6, 11R4 en 19R2 GLTO adviseert de ambachtelijke, dienstverlenende en niet-industriºle activiteiten qua prioriteit gelijk te schakelen aan wonen. De woorden in bijzondere gevallen impliceren uitzonderingsgevallenen zijn ongewenst. De SEACO adviseert deze woorden in bijzondere gevallen te schrappen. OPG stelt voor aan deze activiteiten het bouwen van verblijfsrecreatieve accommodatie toe te voegen in verband met de grote behoefte hieraan
in
Overijssel.
Beantwoording Wij stemmen in
met het advies van GLTO, maar onderstrepen dat een dergelijke RvR mgblocatielocatie altijd gecombineerd moet zijn met een woonfunctie. Het gaat immers om de leefbaarheid van het platteland. Wij onderkennen dat de woorden in bijzondere gevallen geen meerwaarde hebben. Wij stemmen in met het voorstel van OPG. activiteit op
die
Conclusie Wij
zullen
het concept
beschouwen
de
reactie
streekplan en concept uitvoeringskader hierop aanpassen en formeel als deels gegrond.
Reactienumme: 17R4 De gemeente Hof van Twente is van mening dat de Rood voor Rood regeling ook een instrument moet kunnen zijn voor ontmenging. Bij ontmenging en hervestiging van de intensieve tak elders moet rood voor rood een rol kunnen spelen.
Beantwoording dat de gewenste toepassing al mogelijk is in de regeling geldt in situaties waarbij er verplaatsing van een (gemengd) bedrijf met intensieve veehouderij in extensiveringsof of verwevingsgebied aan de orde is, waarvoor de provinciale Verplaatsingsregeling Intensieve Veehouderij (VIV) niet van toepassing is en waar een ruimtelijk probleem opgelost kan worden. Daarbij mag er Wij delen
concept
de
mening, maar constateren
tekst. De
maximaal
ØØn
extra
bouwkavel toegekend worden
16
t.o.v. de
bouwkavel
(of
bouwkavels)
nodig zijn voor de bekostiging van de sloopkosten. Het werkt dan zo: uit de waarde van de eerste bouwkavel (of zoveel meer als voor de sloop nodig zijn) dekt de deelnemer de sloopkosten af, terwijl de deelnemer (een deel van) de gecorrigeerde die
vervangingswaarde
voor de bedrijfsgebouwen en de waarde voor verbetering van de ruimtelijke kwaliteit voor de kosten van verplaatsing mag inzetten. Maar omdat verplaatsing meestal duur is, kan die bijdrage onvoldoende zijn om de zaak rond te krijgen. Wij bepalen daarom dat de waarde van maximaal ØØn extra bouwkavel - voor zover nodig - ook t.b.v. verplaatsingskosten ingezet kan worden. Daarbij mag de totale bijdrage aan de deelnemer het maximum dat volgens de VIV mogelijk zou zijn geweest, niet overschrijden. Een eventuele restwaarde uit die extra bouwkavel dient voor verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Zie ook onder paragraaf 2.1.3.
Conclusie De
reactie
2.1.2
geen
geeft
aanleiding
uitvoeringskaderen
concept
tot
Situering bouwkavel
wijzigingen
beschouwen
wij
en
de
in
de concept
streekplantekst
reactie formeel
als
en
/
of het
ongegrond.
gebiedsdifferentiatie
Reactienummers:21R5 en 26R1 Gemeente Wierden pleit voor beperking aarzeling ten aanzien duidelijkheid.
Boomkamp
Jan te
werken aan
gaan
tot gemeentegrenzen. De gemeente heeft van de praktische uitvoerbaarheid en verzoekt om meer
Groenbedrijven de
realisatie
uit
Borne
vraagt
van bouwkavels
als
in
dat
gemeenten bereid zijn mee meer dan ØØn gemeente moet
hoeverre in
plaatsvinden.
Beantwoording menen dat een intergemeentelijke benadering handzaam kan zijn. Het gaat dan om gevallen waarbij bijvoorbeeld gesloopt wordt in de ene gemeente en gebouwd in de andere. Er kunnen praktische argumenten zijn om slopen en bouwen tot binnen de eigen gemeentegrenzen te willen beperken. Maar uit oogpunt van ruimtelijke kwaliteit heeft het Wij
gemeentegrens te stoppen. Dit bevordert immers de rendement (ruimtelijke kwaliteit) van RvR mgb. Ook in bijvoorbeeld de reconstructie is dit een belangrijk uitgangspunt. Regionale samenwerking wordt dan ook gestimuleerd. Het kan dus gewenst zijn dat meer percelen bij een aanvraag betrokken kunnen worden. Gemeenten zullen in hun beleidskader moeten aangeven hoe zij hier mee willen omgaan. In zo n beleidskader kan bijvoorbeeld ook een ondergrens wordt gesteld aan de omvang van vierkante meters bedrijfsgebouwen die worden ingebracht om aan het de minimale 850 m2 sloopoppervlakte te komen. Conclusie Wij zullen het concept uitvoeringskader hierop aanpassen en beschouwen de reactie de
voorkeur om niet bij daarmee
flexibiliteit en
deels
als
de
het
gegrond.
Reactienummers: 2R2 en 2R3 GLTO meent dat het op ruimere schaal toestaan van wonen in het buitengebied de landbouwfunctie kan beperken. GLTO adviseert daarom een prioritering aan te geven: uitgangspunt is de bouw van een vervangende woning aan de rand van bestaande kernen, daarna kan herbouw op de kavel aan de orde zijn. Het moet hierbij nadrukkelijk gaan om ØØn woning, meerdere woningen behoren in beginsel altijd aan de rand van een kern te worden gebouwd. GLTO is van oordeel dat de gemeenten in hun beleidskaders moeten aangeven waar herbouw aan de kern en waar herbouw op de kavel aan de orde kan zijn. Nieuwe woningen in het landbouwontwikkelingsgebied moeten zonder meer worden uitgesloten.
Beantwoording Wij
menen
dat
het concept
uitvoeringskader
duidelijk aangeeft
dat
RvR
de
agrarische sector, en de ontwikkelingsmogelijkheden in de zin van verdere niet mag beperken. Wel zijn wij van mening dat aangegeven moet worden
17
aanwezige intensivering, dat een
(compensatie) bouwkavel
ter plekke in landbouwontwikkelingsgebied niet wenselijk is. uitzondering kan alleen worden gemaakt wanneer goed onderbouwd kan worden dat op een specifieke plek in landbouwontwikkelingsgebied geen afbreuk wordt gedaan aan de doelstellingen van het landbouwontwikkelingsgebied. Gemeenten zullen in hun beleidskader RvR mgb moeten aangeven in welke delen van het buitengebied bouw op de kavel mogelijk is en waar niet. Ook zullen zij, in het geval van compensatie elders, aangeven waar dat het beste kan plaatsvinden. Wij vragen gemeenten in hun beleidskader ook in te gaan op zonering / gebiedsdifferentiatie.
Een
Conclusie Wij
zullen
het concept
beschouwen
de
reactie
Reactienummers
Gemeente
streekplan en het concept deels als gegrond.
20R1,
uitvoeringskader hierop aanpassen
en
31R1
2R,
van de landbouwontwikkelingsgebieden, aandacht voor burgerwonin gen. Bij intensivering van de agrarische bednjvigheid binnen het gebied moet het mogelijk zijn om de belemmerende woningen te amoveren, waarbij nieuwbouw buiten het landbouwontwikkelingsgebied mogelijk wordt gemaakt. Dit levert tegelijkertijd een belangnjke bijdrage aan de ontvlechting van de miieuproblematiek in het buitengebied. GLTO is van mening dat het woord onevenredig voor veel ongewenste discussie zal zorgen. GLTO stelt voor om als voorwaarde op te nemen dat de compensatiewoning geen belemmering mag opleveren voor de ontwikkelingsmogelijkheden van de agrarische bedrijven in de omgeving. De heer Oude Lansink meent dat de bouw van extra woningen in landbouwontwikkelingsgebied ongewenst is en meent dat er nieuwe knelsituaties kunnen ontstaan. 0/st- Wijhe mist, juist ter versterking
Beantwoording onderkennen
aandacht voor burgerwoningen nodig is. In het reconstructieplan burgerwoningen te saneren. Wij menen dat er voor ongewenste burgerwoningen in landbouwontwikkelingsgebieden via een gebiedsgerichte aanpak of bij de ontwikkeling van een cluster van intensieve veehouderijen oplossingen gezocht kunnen worden. De voorwaarde van geen belemmering staat al in het concept uitvoeringskader, maar wij zullen aanvullend aangeven dat de huidige en ontwikkelingsmogelijkheden in zone-I en landbouwontwikkelingsgebieden (en bij sterlocaties) in de zin van verdere intensivering niet belemmerd mogen worden. Wij
staat ook
dat
de optie
er
om
toepassing van RvR punt drie mogelijkheden: Bij de
ondernemer sloopt wil blijven wonen;
a.
mgb in
de
in
landbouwontwikkelingsgebied (LOG)
zien
wij
op dit
landbouwontwikkelingsgebied (LOG) bedrijfsgebouwen (compensatie) bouwkavel wordt in principe elders
en
gesitueerd;
ondernemer idem, maar wil wel elders wonen. In voorkomende gevallen kan burgerwoning als bedrijfswoning bestemd worden (wellicht na aankoop door belanghebbenden). In dat geval is sanering niet nodig.
b.
de
bedrijfswoning naast de bedrijfsgebouwengesloopt gesloopt wordt, dan mag een extra bouwkavel komen (in ruil voor te saneren (bedrijfs)woning ØØn extra bouwkavel voor een woning boven de toe te kennen (benodigde) bouwkavel(s) vanuit RvR mgb). Dit kan ook aan de orde zijn in verwevingsgebied waar er sprake is van sterlocaties. Als ook de
c.
er elders
Conclusie Wij
passen
beschouwen
het concept de
reactie
Reactienummers:
NMO
streekplan en het concept formeel als gegrond.
uitvoeringskader
hierop aan en
23R4
van oordeel dat in beginsel moet worden teruggebouwd aan de kernranden, maar compensatie op de kavel is mogelijk als uit een integrale toets of plan blijkt dat dat de meest ruimtelijke en sociaal-economische kwaliteitswinst oplevert. Hier heeft de provinciale landschapsconsulent een rol. is
18
Beantwoording Compensatie kan op de kavel of elders (bij bestaande bebouwing). Wij vragen gemeenten hier in hun eigen beleidskaders nadere invulling aan te geven (gebiedsdifferentiatie). Daarbij gaan wij er van uit dat in concrete gevallen een advies voor landschappelijke inpassing gevraagd zal worden. Dit is destijds ook sterk bep eit door de reconstructiecommissie en door ons overgenomen. Op grond van de gebiedsdifferentiatie kan een gemeente in zijn beleidskader voor (een deel van) het
grondgebied van de gemeente aangeven dat compensatie op de kavel niet mogelijk is. De compenserende bouwkavels moeten dan elders (aansluitend bij bestaande bebouwing) gerealiseerd worden. Hier kan invulling aan gegeven worden doordat een aanvrager elders gronden heeft, door het ruilen van gronden of door een projectmatige aanpak waarbij meer aanvragen worden gecombineerd. Ook is het mogelijk dat de gemeente hierin de regie neemt en op een geschikte locatie speciaal voor dit doel bouwkavels realiseert. Wij gaan er in dit laatste geval van uit dat de aankoopkosten voor gronden beschouwd worden als kosten om invulling te geven aan ruimtelijke kwaliteit en kunnen worden gefinancierd. dat die uit de meerwaarde Conclusie Wij passen het concept streekplan en het concept uitvoeringskader aan en beschouwen de
reactie
deels
als
gegrond.
Reactienummer:
1 8R1 Het ministerie van Rijkswaterstaat, directie Oost-Nederland plaatst een kanttekening bij de limitatieve opsomming van de bijzondere waarden die in het gebied of op het perceel aanwezig zijn. Hierdoor zou in een aantal gevallen herbestemming naar woonfunctie in de uite,waarden mogelijk worden. Gelet op de strijdigheid hiervan met de beleidslijn Ruimte voor de Rivier, stelt zij voor om ook het gebied vallend onder deze beleids/ijn uit van bedrijven of realisatie van te sluiten van compensatie ter plekke. Hervestiging compensatiewonin gen mag geen belemmering vormen voor de binnendijkse gebieden die in het kader van de PKB Ruimte voor de Rivier een functie voor de hoogwaterveiligheid
kunnen
krijgen.
Beantwoording Wij menen dat Rijkswaterstaat hier op een terecht punt wijst en zullen dit aspect verwerken. Conclusie Wij beschouwen de reactie als gegrond en zullen het uitvoeringskader aanpassen door te nemen dat bij de toepassing van Rood voor rood mgb expliciet rekening met andere (wettelijke) kaders moet worden gehouden.
2.1.3 Tegenprestatie
/
op
compensatie
Reactienummer: 23R5 NMO is van mening dat verbetering van de ruimtelijke kwaliteit niet altijd het gevolg reductie van het bouwoppervlak hoeft te zijn, maar dat het ook kan gaan om de verschijningsvorm,de aansluiting op het omringende landschap, gebruik etc. van het gebouw.
van
Beantwoording met deze mening van NMO. Bij het bouwen op de (compensatie)bouwkavel moet met de beeldkwaliteit rekening gehouden worden. vormt al een uitgangspunt in het concept uitvoeringskader. Conclusie Wij zijn het eens
De
geeft geen aanleiding tot wijzigingen in de concept streekplantekst en uitvoeringskader en beschouwen de reactie formeel als ongegrond.
reactie
concept
Reactienummers: 2R5 en 13R2 GLTO en gemeente Raalte vragen zich af of bij aantoonbare inzet meerwaarde van de ondergrond (de bouwkave/) bedoeld wordt.
19
van
de
Dit
/
of het
meerwaarde
de
Beantwoording Ja,
wat feitelijk gebeurt
is
dat
planologisch een woningbouwkavel
wordt
gecreºerd
die
eerder niet mogelijk was. De feitelijke compensatie zit hem dus in het verschil in waarde van deze bouwkavel en de waarde die de grond voor de planologische medewerking had. Bij RvR mgb moet worden gesproken over de waarde van de compensatie(bouw)kavel in plaats van de compensatiewoning.
Conclusie Wij beschouwen of het
concept
de reactie formeel als gegrond uitvoeringskader aanpassen.
en
zullen
de concept
streekplantekst
en!
Reactienummers: 2R5, 13R2, 21R4 en 19R1, 2R4, 5R3, 7R1, 8R2 GLTO, Raalte, Wierden en SEACO adviseren om aan de benutting van de meerwaarde niet teveel voorwaarden te verbinden, teneinde onnodige bureaucratie te voorkomen. Ook gemeente Wierden vraagt zich af op welke wijze aantoonbare inzet van de meerwaarde voor bijvoorbeeld beeldkwaliteit precies moet gebeuren en moet worden berekend. Dit ook in verband met fiscale aspecten. GLTO meent dat verplaatsing een zodanig kostbare aangelegenheid is dat de meerwaarde van de compensatiewoning hiervoor nooit toereikend is. GLTO vindt dat stapeling van regelingen wel mogelijk moet zijn. De heer H.J. Eshuis vraagt wat wordt verstaan onder compensatie in redelijke en toetsbare verhouding tot de sloopkosten. Zijns inziens kan de interpretatie hiervan verschillen en
is
die vooraf niet duidelijk.
Gemeente Haaksbergen
vindt dat bij een redelijke en toetsbare verhouding ook rekening moet worden gehouden met de activiteiten die de ondernemer beºindigt. Gemeente Bathmen wil meer stimulans geven dan alleen bekostiging van de sloopkosten aan de laatste genoemden.
Beantwoording naar aanleiding van de bedenkingen dat de deelnemer uit de waarde van de de sloopkosten en de bijdrage voor de verbetering van ruimtelijke kwaliteit moet afdekken, terwijl de deelnemer 30% van de gecorrigeerde vervangingswaarde van de gesloopte bedrijfsgebouwen mag behouden. Voorts wijzen wij een er op dat er als gevolg van de sloop van de bedrijfsgebouwen meestal Wij bepalen
bouwkavel voor een woning
waardevermeerdering
optreedt van de (bedrijfs) woning,
ten
gunste
van de deelnemer.
hebben wij rekening gehouden met het feit dat RvR mgb niet marktverstorend moet werken naar andere boeren! partijen die bedrijfslocaties willen aankopen en met het feit dat de Rvr mgb geen saneringsregeling is. Gevolg van onze wijziging (m.b.t. gecorrigeerde vervangingswaarde) is dat er uit de waarde van de bouwkavel voor een woning een kleiner deel beschikbaar komt voor de In
onze afweging
concurrerend
verbetering
of
van de ruimtelijke kwaliteit.
bepaling van de gecorrigeerde vervangingswaarde wordt rekening gehouden met technische veroudering op grond van verwachte levensduur van de gebouwen en de residuwaarde aan het eind van de levensduur (Wet waardering onroerende zaken, art 17, lid 3). Wij hanteren de landelijke berekeningsmethode van de Dienst Landelijk Gebied zoals die ook in de eerdere Ruimte voor ruimte regeling (RBV) toegepast is en straks in de provinciale VIV regeling geldt. Bij de
de
Gemeenten kunnen
op basis van deze rekenmethode binnen het gemeentelijke beleid komen tot eigen aanpak / uitwerking voor projectmatige aanpak. Binnen dit gemeentelijke beleid kunnen zij ook aangeven of zij de keuzemogelijkheid willen opnemen voor compensatie (investeren van meerwaarde in ruimtelijke kwaliteit) op de of elders, en hoe plattelandsfonds).
kavel of
zij
dat willen doen
(bijv. door het
instellen
van een reconstructieof
hanteren voor de bepaling van de sloopkosten dezelfde systematiek als die landelijk toegepast wordt. Net als in de provinciale VIV regeling geldt er een standaard bedrag van Wij
20
23
euro per m2.
(in
de
maak
Zo
zijnde)
bijgesteld worden.
nodig zal de hoogte van dit bedrag n.a.v. landelijke evaluatie van de Verplaatsingsregeling Intensieve Veehouderij (VIV) periodiek De sloop wordt in eigen beheer van de ondernemer uitgevoerd.
bouwkavel voor een woning wordt getaxeerd en uit de financiºle waarde daarvan dekt deelnemer de sloopkosten en de bijdrage voor verbetering van de ruimtelijke kwaliteit af, terwijl de deelnemer 30 % van de gecorrigeerde vervangingswaarde van de bedrijfsgebouwen mag behouden. De bijdrage voor ruimtelijke kwaliteit moet worden De de
ge nvesteerd in o.a. verbetering van beeldkwaliteit, landschappelijke inpassing en nieuw groen. De deelnemer doet hiertoe in de aanvraag voorstellen, gebaseerd op het gemeentelijke beleidskader. In onderling overleg tussen deelnemer aan RvR mgb en de gemeente worden hierover afspraken gemaakt. Inzet van die bijdrage vindt in principe op de locatie plaats. Inzet kan ook elders. In het gemeentelijke beleidskader wordt in dat geval aangegeven hoe dit kan plaatsvinden. Hierbij kan gedacht worden aan het instellen van een gemeentelijk reconstructieofof plattelandsfonds waar die bijdrage geheel of gedeeltelijk in gestort wordt. Dit reconstructieofof plattelandsfonds kan binnen het reconstructiegebied bijdragen aan het realiseren van de reconstructiedoelen. Gemeenten kunnen overwegen met dit fonds sloopkosten voor VAB s af te dekken, bijvoorbeeld in die gevallen waar de aanvrager geen behoefte heeft aan een compenserende bouwkavel voor een woning.
realisatie
Wij nuanceren de tekst in het concept-uitvoeringskader waarin staat dat deelname aan Rood voor rood deelname aan VIV uitsluit. De regeling geldt in situaties waarbij er verplaatsing van een (gemengd) bedrijf met intensieve veehouderij in extensiveringsof of verwevingsgebied aan de orde is, waarvoor de provinciale Verplaatsingsregeling Intensieve Veehouderij (VIV) niet van toepassing is en waar een ruimtelijk probleem opgelost kan worden. Daarbij mag er maximaal ØØn extra bouwkavel toegekend worden t.o.v. de bouwkavel (of bouwkavels) die nodig zijn voor de bekostiging van de sloopkosten. Het werkt dan zo: uit de waarde van de eerste bouwkavel (of zoveel meer als voor de sloop nodig zijn) dekt de deelnemer de sloopkosten, terwijl de deelnemer (een deel van) de gecorrigeerde vervangingswaarde voor de bedrijfsgebouwen Øn de waarde voor verbetering van de ruimtelijke kwaliteit voor de verplaatsing mag inzetten. Maar omdat verplaatsing meestal duur is, kan die bijdrage onvoldoende zijn om de zaak rond te krijgen. Wij bepalen daarom dat de waarde van maximaal ØØn extra bouwkavel voor zover nodig - ook voor verplaatsing ingezet kan worden. Daarbij mag de totale bijdrage aan de deelnemer het maximum dat volgens de VIV mogelijk zou zijn geweest, niet overschrijden. Een eventuele restwaarde uit die extra bouwkavel dient voor verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.
menen
Wij -
dat dit onder
toepassing -
-
-
andere
aan de orde
is in
situaties waarbij:
extensiveringsgebied een (gemengd) veehouderijbedrijf naar een landbouwontwikkelingsgebied of een sterlocatie wil verplaatsen en een omvang heeft van meer dan 70 nge (nederlandse grootte eenheid) totaal, maar waarvan minder dan 40 nge intensieve veehouderij bedraagt (en derhalve buiten de in
van de provinciale VIV valt);
verwevingsgebied binnen een 250 meter Wav-zone (Wet ammoniak en veehouderij) waarbij een (gemengd) veehouderijbedrijf naar een landbouwontwikkelingsgebied of naar een sterlocatie wil verplaatsen en het heeft van meer dan 70 nge totaal, waarvan meer dan 40 nge een omvang in
intensieve veehouderij bedraagt; er sprake is van planmatige aanpak van een stankknelpunt; er een plan voor een maatwerkoplossing voor een ander ruimtelijk probleem gemaakt wordt.
houden geen rekening met de (eerdere) economische verdienmogelijkheid van stoppend activiteit, omdat de ondernemer zelf kiest of eerder gekozen heeft om te Wij
21
bedrijf
stoppen. Bedrijfsbeºindiging geen saneringsregeling.
is
immers
een
ondernemersbeslissing
en
de
RvR
Conclusie Wij beschouwen de reactie formeel als deels gegrond en zullen bovenstaande verwerken in het concept streekplan en het concept uitvoeringskader. Reactienummers: 13R2 De gemeente Raalte vraagt hoe de meerwaarde woning vastgesteld moet worden.
en
omvang
van
mgb
is
tekst
een bouwkavel
voor een
Beantwoording Initiatiefnemer moet bij een aanvraag in de richting van de gemeente aangeven wat de voorgestelde grootte en getaxeerde waarde van de betreffende kavel(s) is. Bij de beoordehng van de aanvraag beoordeelt de gemeente of de voorgestelde bouwkavel voor een woning (ligging, omvang, waarde) realistisch en gewenst is. Bij twijfel over de getaxeerde waarde in de aanvraag laat de gemeente een eigen taxatie uitvoeren.
Conclusie Wij beschouwen
de
uitvoeringskader
2.1.4
reactie
formeel
als
gegrond
zullen de
tekst voor het concept
Afbakening
Reactienummer:5R3 Gemeente Bathmen vraagt onderscheid en
en
aanpassen.
agrariºrs
aan
reconstructiegebieden die
in
brengen tussen reeds gestopte agrariºrs
te
willen stoppen.
Beantwoording RvR mgb geen
zien
van toepassing op reeds gestopte reden om onderscheid te maken.
en
is
stoppende agrarische bedrijven.
Wij
Conclusie De
reactie
concept
geeft
geen
aanleiding
uitvoeringskader en
wij
tot
wijzigingen
beschouwen
in
de
concept
die formeel
als
streekplantekst en
of het
/
ongegrond.
Reactienummer:
6R1 Zwolle stelt voor om voor kassen
Gemeente kan
zijn
expliciet
in
de regeling op
te
nemen
dat
deze ook bedoeld
Beantwoording geven op twee manieren antwoord op deze kwestie. Ten eerste zullen wij de term kassen opnemen in het rijtje zoals erfverhardingen ---- sleufsilo s waar het gaat om kassen die voor hobby of als nevenactiviteit in gebruik zijn (geweest). Voor kassen als hoofdactiviteit willen wij als uitgangspunt kiezen voor minimaal 4500 m2 in ruil voor een bouwkavel voor een woning. Wij volgen daarbij de lijn van het beleid zoals dat in de provincie Zuid Holland gehanteerd wordt, met dien verstande dat daar uitgegaan is van x 1000 m2 sloopoppervlakte en wij uitgaan van 5 x 850 m2, is afgerond 4500 m2. Wij
Conclusie Wij beschouwen concept
uitvoeri
de reactie formeel als gegrond en zullen het concept streekplan ngskader conform bovenstaand antwoord aanpassen.
en
Reactienummer: 6R2 De gemeente Zwolle gaat ervan
5
het
uit dat buiten het reconstructiegebiedgeldt dat alleen gehele agrarische bedrijfsbeºindiging sprake kan zijn van de rood voor rood-regeling.
bij
Beantwoording Dat
is
juist en
staat
ook
zo
in
de
concepttekst.
Gezien
de
reconstructiedoelen
kan
in
extensiveringsgebied Rvr mgb wel van toepassing zijn als ingeval van een gemengd bedrijf alleen de intensieve veehouderijtak stopt. Het rundveebedrijf kan voortgezet worden, omdat die sector juist gewenst is in extensiveringsgebied. Zie ook paragraaf Conclusie
22
2.2.
De
geeft geen aanleiding tot wijzigingen in de concept streekplantekst uitvoeringskader en wij beschouwen die formeel als ongegrond.
reactie
concept
en
/
of het
Reactienummer: 2R7 GLTO is het oneens met de bepaling dat bouwwerken zoals erf verharding, mestp/aten en sleufsio wel gesloopt moeten worden, maar niet meetellen bij de oppervlaktebepaling van de te slopen bebouwing. GLTO stelt voor om de sloop van deze objecten voor een bepaald percentage (bijv. voor 30%) mee te nemen in de oppeivlaktebepaling.
Beantwoording hebben aanvankelijk overwogen om uit te gaan van minimaal 1000 m2 sloop van bedrijfsgebouwen. Provinciale staten hebben dit verlaagd naar 850 m2, omdat dit beter past bij de Overijsselse (landbouw) situatie. Vanwege de doelstelling van ontstening vinden wij het niet wenselijk om de norm nog verder te verlagen door bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals erfverhardingen, kassen voor hobby en nevenactiviteiten, mestplaten en sleufsilo s mee te tellen bij de berekening van de sloopnormen. Conclusie Wij
De
geeft geen aanleiding tot wijzigingen in de concept streekplantekst uitvoeringskader en wij beschouwen die formeel als ongegrond.
reactie
concept
en
/
of het
Reactienummers:
1 9R3 Seaco geeft aan dat zij de tekst Het beleid voor voormalige agrarische bedrijfsgebouwen is van overeenkomstige toepassing op bebouwing van solitaire niet-agrarische bedrijven in het buitengebied, die hun activiteiten ter plaatse hebben beºindigd of zullen beºindigen onhelder vindt.
Beantwoording partiºle streekplanherzieningmaakt het mogelijk dat de Rood voor rood regeling in principe ook voor solitaire niet-agrarische gebouwen in het buitengebied van toepassing kan zijn. Wij willen aan de hand van zich voordoende incidentele gevallen nagaan of hiervoor nog nader beleid nodig is. De
Conclusie reactie geeft aanleiding tot wijzigingen in de concept streekplantekst en / of het concept uitvoeringskader en wij beschouwen die formeel als gegrond. Wij zullen de tekst van het concept streekplan en het concept uitvoeringskader hierop aanpassen. De
2.2.
Procedureel
kader
23R2, 23R3, 26R2, 23R6 Overijssels Particulier Grondbezit adviseert de provincie een convenant te sluiten met de gemeenten. Dit ten behoeve van de door OPG zeer gewenste eenduidigheid. Natuur en Milieu Overijssel (NMO) meent dat er kwaliteitseisen aan het gemeentelijke beleidskader moeten worden gesteld. NMO meent dat dit beleidskader ter goedkeuring aan de provincie moet worden voorgelegd (in verband met door provincie af te geven verklaring van geen bezwaar). NMO vraagt op welke wijze de resultaten van het ontwerpexperiment Vrijkomende Agrarische Bebouwing worden verwerkt in de partiºle
Reactienummers:11R5,
streekplanherzieningWonen. Voor Jan Boomkamp Groenbedrijven naleving van partijen
is
is
het
onduidelijk hoe de verantwoordelijkheidvoor
geregeld.
Beantwoording menen dat een convenant niet nodig is. De kaders worden immers in het streekplan gegeven. Wij zijn het eens over de kwaliteitseisen voor gemeentelijke beleidskaders en nemen die duidelijk in het uitvoeringskader op. Voorts geldt als vereiste dat gemeenten in hun beleidskader in ieder geval in moeten gaan op: de gemeentelijke visie op het werken met RvR mgb, zonering en gebiedsdifferentiatie, de bepaling van ruimtelijke kwaliteitswinst en de besteding van de meerwaarde, waarborgen voor sloop en herbestemming en de vereisten voor een aanvraag. Om de effectiviteit van RvR mgb te vergroten, willen wij graag werken met het afgeven van Algemene Verklaringen van Wij
23
Geen Bezwaar (ex artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening) voor gemeentelijke beleidskaders RvR mgb. Een dergelijke werkwijze draagt bij aan de snelheid van handelen in concrete gevallen, versterkt het vertrouwen tussen betrokken partijen en past in het streven naar deregulering. Wel brengt dit met zich mee dat gemeentelijk beleidskaders ter goedkeuring aan ons moeten worden voorgelegd. De resultaten van de ontwerpexperimenten VAB worden middels een handreiking verspreid en in gemeentelijke pilots VAB gebruikt.
voortouw bij de toepassing van RvR mgb ligt bij de gemeente, ook voor wat betreft naleving. Gewaarborgd moet zijn dat sloop daadwerkelijk plaatsvindt (publiekrechtelijk dan wel privaatrechtelijk), en verantwoord plaatsvindt. Geºist kan worden dat een woning pas gebouwd kan worden nadat de sloop gereed is. Het bestemmingsplan wordt aangepast. Hier dient een voorbereidingsbesluit voor te worden genomen. Milieuvergunningen worden ingetrokken. Het
de
Conclusie Wij beschouwen op aanpassen.
de
reactie
deels
als
gegrond
en
zullen
het concept
uitvoeringskader daar
Reactienummer: 8R3 Gemeente Haaksbergen constateert dat de regeling ook geldt voor gemengde bedrijven met beºindiging van de intensieve tak. De gemeente is echter van mening dat dit op een juridisch probleem stuit: ondanks de sloop van de gebouwen en de nieuwbouw van een compensatiewoning blijft er toch de mogelijkheid voor de rundveetak om uit te groeien groter dan voorzien. Het tot maximaal 1 ha. Hierdoor wordt de bebouwing bestemmingsplan geeft deze mogelijkheid echter wel.
Beantwoording bedoeling van RvR mgb dat de ontwikkeling van de rundveetak belemmerd de motie van CDA, PvdA en WD die is aangenomen bij de behandeling van de startnotitie Rood voor Rood, Rood voor Groen en Vrijkomende Agrarische Bedrijfsbebouwing in de vergadering van Provinciale Staten op 4 februari Het
is
niet de
wordt.
2004.
Dit
is
Daarin wordt
sloop
GS
verzocht
bij
nadere
uitwerking
van de Rood
voor Rood
regeling
extensiveringsgebieden de rundveehouderij kan voortbestaan, van stallen voor intensieve veehouderij met de daaraan verbonden
onderzoeken de
conform
of
in
woningbouwmogelijkheden niet
wordt
uitgesloten. Zie ook paragraaf
te
terwijl
2.1.4.
Conclusie De
geeft geen aanleiding tot wijzigingen in de concept streekplantekst en uitvoeringskader en wij beschouwen die formeel als ongegrond.
reactie
concept
Uitvoering
2.3.
Reactienummer:
1
en
zijn
van
of het
/
of het
financiºn
9R1
SEACO pleit voor Beantwoording De
Wij
/
mening
het soepel
dat de
RvR
omgaan mgb
met
particuliere initiatieven.
daar juist op gericht
is.
Conclusie De
geeft geen aanleiding tot wijzigingen in de concept streekplantekst uitvoeringskader en wij beschouwen die formeel als ongegrond.
reactie
concept
Reactienummer:
en
7R1 Eshuis vraagt wat wordt verstaan onder taxatie van sloopkosten Naar zijn mening gaat het hierbij om de kosten van de feitelijke sloop van schuren, de agrarische waarde van de schuren, de inkomstenderving van het agrarisch gedeelte van de bednjfsuitvoering en vooral het afrekenen met de fiscus. De taxatie van de te bouwen compensatiewoning kan verschillend zijn en is vaak niet bekend op het moment van indiening van het eerste voorstel bij de gemeente. Uitvoeringskosten van het slopen De heer
H.J.
24
staan
voor de heer Eshuis
los
van de taxaties.
Hij
prefereert een regeling waarbij de
vrijgekomen vierkante meters te slopen schuren worden aangewend voor de aanplanting van bomen op het ert De gemeente Hof van Twente pleit voorts voor een duidelijke definiºring van de opbrengstwaarde van de bouwkavel en/of de woning.
Beantwoording dat het bij sloopkosten alleen gaat om sloop van bedrijfsgebouwen. van vaste bedragen voor sloopkosten van de bedrijfsgebouwen. De deelnemer kan die uit de waarde van de bouwkavel afdekken. Daarnaast zal de deelnemer uit die waarde ook de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit kunnen afdekken, terwijl de deelnemer 30% van de gecorrigeerde vervangingswaarde van de bedrijfsgebouwen mag behouden. Voorts kiezen wij er voor om inkomensderving en afrekening met de fiscus buiten beschouwing te laten. Wij menen dat aanplant op het erf sec een te smalle invulling van het doel van de regeling is, namelijk verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. De meest optimale investering / aanwending van de meerwaarde is sterk afhankelijk van de locatie en vooral van de locatie in zijn omgeving. De aanwending moet dan ook gebaseerd zijn op een (gemeentelijke) visie op de ontwikkeling van het Wij zijn van Wij gaan
mening
uit
buitengebied.
waardering van
De
de
bouwkavel
vindt
plaats
door gebruikelijke taxatie.
Conclusie De
reactie
concept
geen
geeft
aanleiding
uitvoeringskaderen
wij
tot
wijzigingen
beschouwen
in
de concept
die formeel
als
streekplantekst en
/
of het
ongegrond.
Reactienummer: 11R2, 13R1, 17R3 Naar de mening van OPG wordt met de regeling een zware voorbereidingsprocedure ge ntroduceerd, met taxaties, accountantsrapporten en een moeilijke controle. Voorts oordeelt OPG dat de financiºle toetsing in de plan fase niet goed mogelijk is, in verband met de fiscale afhandeling die als grote kostenpost geldt en die pas vaak na jaren is vast te stellen. OPG adviseert geen regeling op te nemen ten aanzien van eventuele meeropbrengsten, omdat hiermee ten gevolge van de fiscale afhandeling een zware blokkade zal worden opgeworpen. Gemeente Raalte meent dat het rendement voor de agrariºr beperkt zal zijn, waardoor zijn interesse zal afnemen, ook als gevolg van het afrekenen door de fiscus. Gemeente Hof van Twente constateert dat geen rekening wordt gehouden met belastingtechnische consequenties en overige financiºle aspecten.
Beantwoording willen het RvR mgb instrumentarium zo eenvoudig mogelijk houden. Ook moet RvR mgb uitnodigen tot deelname. Toch zullen een aantal kwesties wel geregeld moeten worden in het uitvoeringskader. Wij schatten in dat het noodzakelijke papierwerk niet opweegt tegen de vele voordelen van de regeling om oplossingen op maat mogelijk te maken. Voorts kiezen wij er voor om inkomensderving en afrekening met de fiscus buiten beschouwing te laten. Deelname aan RvR mgb begint pas nadat bedrijfsbeºindiging heeft plaatsgevonden. RvR mgb staat daarom ook los van afrekening met de fiscus in dat kader. Overigens is bekend hoe de verrekening met de fiscus verloopt en welke belasting Wij
van toepassing
is.
Conclusie De
reacties
het concept
geven geen aanleiding tot wijzigingen in de concept streekplantekst en uitvoeringskader en wij beschouwen die formeel als ongegrond.
25
/
of
NIEUWE LANDGOEDEREN ALGEMEEN Reactienummer Li, 8L1, 15 Li, 16 Li, 19L1 Gemeenten Haaksbergen, Deventer en Het Overijssels 1
Particulier Grondbezit stemmen in herziening nieuwe landgoederen. Binnen de GLTO bestaat geen draagvlak voor het voorgenomen landgoederenbeleid van de provincie.
met
de partiele
Beantwoording nemen Conclusie Ongegrond Wij
kennis van de reacties.
Reactienummer De GLTO
binnengekomen Beantwoording Bij het
1L1
roept de provincie op
samenvatten van
de
vervolg zorgvuldiger
met
bedenkingennota Conclusie Ongegrond
komen
de
Reactienummer De GLTO
het
in
vervolg zorgvuldig
te zijn
in
weergeven
het
van
de
reacties.
het
reacties verdwijnt de nuance. Wij zullen ons best doen in het weergeven van de binnengekomen reacties om te gaan. In uw bedenkingen explicieter en uitgebreider aan de orde.
1L2 voorzichtigheid
stelt dat
bij het
experiment nieuwe landgoederen nodig
trekken is.
Er
is
van conclusies op basis
van het
immers nog geen praktijkervaring
in
Overijssel.
Beantwoording Voorzichtigheid is inderdaad op zijn plaats. De ervaring planfase. Dat is ook bij de herijking van het experiment
Conclusie Omdat deze bedenking
RUIMTELIJK KADER Reactienummer 1L3
niet leidt tot
(WAAR WEL,
aanpassing van
WAAR
NIET,
De omslag om
de
in
Overijssel
is
beperkt
tot
de
meegewogen. herziening: ongegrond
RELATIE MET ZONERING)
meer ruimte te geven voor nieuwe landgoederen wordt streekpianherzieningniet beargumenteerd.
in de
Beantwoording reacties op het voorontwerp (blz 26 van de ontwerp-herziening) is ingegaan. Daar staat aangegeven dat dit niet zozeer te maken heeft met de uitkomsten van het experiment als wel met: de beperkte markt (vraagkant) voor nieuwe landgoederen in Overijssel; meer interesse uit landbouwkring (aanbodkant) dan verwacht; verandering in provinciaal beleid tav buiten bouwen. Bij
de ambtelijke
hierop wel
Conclusie Ongegrond
Reactienummer GLTO
1
L4,
1L5,
1L6,
6L1,
9L1,
9L2
meer sturing gegeven moet worden aan nieuwe landgoederenbeleid door bijvoorbeeld zone 1 uit te sluiten en in zone 2 iets minder terughoudend te zijn tav nieuwe landgoederen. GLTO is blij met de randvoorwaarde dat nieuwe landgoederen geen belemmering mogen opleveren voor de landbouw, maar wil deze uitbreiden met de toevoeging dat ze niet mogen leiden tot aantasting van de landbouwkundige structuur en tot beperking in de ontwikkelingsmogelijkheden voor de omliggende agrarische bednjven. vindt dat er
Gemeente Zwolle geeft aan dat niet in weidevogelen en ganzengebieden en niet grootschalig landschap in sommige gevallen te veel beperkingen oplegt.
26
in
open
De heer Jonkers stelt dat er onvoldoende garanties zijn voor het vnjwaren van zone IV, weidevogelen en ganzen gebieden en grootschalig open gebied, omdat de Zone IVgebieden gebaseerd zijn op gegevens uit 1997, die geen volledig beeld geven en omdat de begrenzing van grootschalig open landschap te veel interpretatieruimte laat. De heer Jonkers plaatst kanttekening bij de in de toelichting genoemde punten. In een open buitengebied doet een nieuw landgoed juist afbreuk aan de landschappelijke waarde. Bos op zich is geen verrijking voor ieder landschap. De ecologische structuur wordt alleen versterkt waar het gewenst is bosgebieden met elkaar te verbinden. De natuuiwaarden worden niet noodzakelijk vergroot. Het behoud van de biodiversiteit zou centraal moeten staan.
Nieuwe landgoederen moeten passen binnen vastgestelde integrale gebiedspiannen. De GLTO vindt dat de provincie voor het provinciale niveau een toetsingskader moet ontwikkelen en de gemeenten - bij voorkeur bovengemeentelijk voor hun eigen grondgebied.
Beantwoording Vanwege
het landbouwbelang in zone-I en 11-gebied in de provincie, geldt het ja-mitsprincipe. Met andere woorden nieuwe landgoederen mogen mits ze geen belemmering opleveren voor de landbouw. Hieraan kan nog toegevoegd worden dat de landbouw inclusief de ontwikkelingsmogelijkheden in de zin van verdere intensivering niet belemmerd mag worden. Voor de recent in het Reconstructieplan Salland-Twente aangewezen landbouwontwikkelingsgebieden willen we een uitzondering maken. Hier geldt een nee-tenzij-principe, Nee, tenzij er sprake is van een grote ruimtelijke winst en past in een integraal plan voor het landgoed en zijn omgeving. We het nieuwe landgoed passen het uitvoeringskader in die zin aan. Volgens ons is het landbouwbelang hiermee op een evenwichtige manier gewaarborgd. principe.
van de grote steden kunnen nieuwe landgoederen een belangrijke vervullen als recreatief uitloopgebied. Stadsrandgebieden nemen daarmee en speciale positie in. Hier staat tegenover dat Nederland een speciale verantwoordelijkheid heeft voor haar weidevogels. Vandaar dat weidevogelgebieden in principe gevrijwaard worden van nieuwe landgoederen. Daar geldt het nee-tenzij-principe. Nee, tenzij er sprake is van een grote ruimtelijke winst en het nieuwe landgoed past in een integraal plan voor de stadsrand. We passen het uitvoeringskader in die zin aan. In
de stadsrand
functie
indelingen op provinciaal niveau hebben altijd een zekere tijdgebondenheid. Bij nieuwe landgoederen gaat het om een heel scala van aspecten en niet alleen ecologie of biodiversiteit. De toegevoegde waarde van nieuw bos inderdaad beperkt of zelfs ongewenst zijn, zoals in open gebied kan in bepaalde gebieden en natuurontwikkelingsgebied met een heeJ ander natuurdoel dan bos. Wij delen uw visie en hebben daarom open grootschalig landschap uitgesloten van nieuwe landgoederen.Bos op zich is geen verrijking voor ieder landschap. In de streekplantekst is al ingespeeld op de komende wijziging van de Natuurschoonwet waarbij het naast bos ook kan gaan om een ander natuurdoeltype als basis voor de rangschikking onder deze De
zonering en andere
globaliteit en
wet.
met u van mening dat een nieuw landgoed een duidelijke landschappelijke en ecologische meerwaarde moet hebben. Het is niet gewenst dat bestaand bos of natuurgebied ingebracht wordt voor het ontwikkelen van een nieuw landgoed. We voegen daarom aan de streekplantekst toe: Bij nieuwe landgoederen wordt als startsituatie uitgegaan van minimaallO ha landbouwgrond, die nog niet onder de Natuurschoonwet is gerangschikt . Wij zijn
Nieuwe landgoederen kunnen bijdragen aan
het realiseren van de EHS. Voorwaarde dan wel dat natuur ontwikkeld wordt volgens het natuurdoeltype van het natuurgebiedsplan. Dus hier een vorm van ja, mits . Deze voorwaarde wordt toegevoegd aan het uitvoeringskader.
27
is
zijn van mening dat met de nieuwe uitvoeringskader nieuwe landgoederen
Wij
streekplantekst, de toelichting en het een toereikend kader op provinciaal niveau
er
is.
Gemeenten kunnen, eventueel in opstellen. Gemeenten kunnen het
onderlinge samenwerking, een eigen uitvoeringskader provinciale kader aanscherpen voor hun eigen grondgebied. Dat betekent bijvoorbeeld een nadere zonering, waar wel / waar niet, onder welke voorwaarden en afstemming met ander (gemeentelijk) beleid. Zo n gemeentlijk beleidskader kan onderdeel zijn van ander beleid (bijvoorbeeld een
landschapsontwikkelingsplan). Conclusie Ten dele gegrond, overigens ongegrond. Aan de streekplantekst wordt het volgende toegevoegd: Bij nieuwe landgoederen wordt als startsituatie uitgegaan van minimaal 10 ha landbouwgrond .
RANDVOORWAARDEN Reactienummer 14 De heer Boomkamp
Li
bepleit de oppervlaktenorm van 10 naar 5 ha terug te brengen en bij de landelijke norm. Het is gebleken dat het kleinschalige coullssen landschap van Noordoost-Twente zich niet leent om aan de 10 ha norm te kunnen voldoen.
daarmee
aan
te sluiten
Beantwoording landelijke norm van 5 ha die in de Bosnota staat, betreft 5 ha bos. In Overijssel hanteren we de norm van een minimum oppervlakte van 10 ha, daarvan is minimaal 3 ha nieuw bos. De minimale oppervlakte bos is dus juist minder dan de landelijke norm. Hiervoor is gekozen om beter aan te kunnen sluiten bij het landschap van Overijssel. De
Conclusie Ongegrond
Reactienummer
19
L2
De Seaco merkt op dat bij de opsomming van de aspecten die van belang zijn voor de bepaling van de maatschappelijke meerwaarde moet aangegeven worden dat niet aan de aspecten voldaan hoeft te worden.
al
Beantwoording delen uw mening. In het uitvoeringskader nieuwe landgoederen wordt het bij het punt van de randvoorwaarden ingevoegd: De maatschappelijke meerwaarde van de Nieuwe landgoederen dient tot uiting te komen in een of meerdere van de aspecten: natuur, landschap, recreatie, water en milieu . Wij
4
Conclusie Gegrond.
BETER MET BOS Reactienummer 6L2 Gemeente Zwolle
voor om de voorgenomen streekpianherziening te benutten voor het het huidige streekplan in zake de realisatiemo gelijkheid van de buitenplaatsenin het project Beter Met Bos en Recreatie. herstel van
stelt
de omissie
in
Beantwoording Het als
project een
Beter met
bos
is
in
het
aanvaardbare ontwikkeling,
geldende streekplan Overijssel 2000+ afwijkingsprocedure is dit jaar voor
de
omschreven meest
het
actuele deel van het project gevoerd. Aan het ontwikkelen van woonen en werkgebieden van beperkte omvang met een zeer aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven en woningen voor het topsegment van de markt in combinatie met versterken van het groen in de stadsrand van de grote steden zal aandacht besteed worden in het plan van aanpak rood voor groen.
Conclusie Ongegrond.
28
REGISTER register is een overzicht opgenomen van alle instanties en personen die op de drie streekplanherzieningenhebben gereageerd. Daarbij is aangegeven op welke herziening de ingediende bedenking betrekking heeft en op welke pagina van deze reactienota de samenvatting van de bedenking en de provinciale reactie erop te vinden zijn. W= partiele herziening Wonen In dit
R=
partiele
L=
partiele herziening
herziening Rood
voor Rood
Nieuwe Landgoederen
Naam GLTO
Briefnr.
Streekplanherziening
nr.
herziening W,
1,
2
L,
Pagina R,
L
26
R
(L)
17,
16,
18,
19, 20, 22
(R)
Gemeente
Bathmen
3,
W
5
en
R
3
(W)
12, 13,
14, 20
en
22
(R)
Aedes (ver, van woningcorporaties)
Gemeente
De
heer
Zwolle
H.J.
Eshuis
te
4
W
4,
6
R, L
22
(R)
26,
28
6,
7, 8,
10,
11
(L)
24
7
R
8
R, L
Wierden Gemeente
Haaksbergen
De
heer
Jonkers
De
L
26
Regio Twente
10
W
3,
Overijssels Particulier Grond bezit
11
R
12,
12
R
14
te
(R)
(L)
9
B.
20, 24
13,
26
Kri m
De
heer Daarle
R.
Gemeente
Men kveld
te
Raalte
13,
22
R,
W
6, 7, 8,
5,
12,
13,
19
3, 4,
Jan
Boomkamp
14,
Groenbedrijven
te
26
L,
R
Borne
5,
28
(L),
17,
23
10
15, 16,
23, 25
(R) 9
en
10 (W)
(R)
Gemeente
Kampen
15
W,
R,
L
3
Gemeente
Deventer
16
W,
R,
L
5
(W),
12
(R), 26
Gemeente
Hof
W,
R
3
(W),
12
(R)
van Twente
34,
17
29
(L)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, directie Oost-
18
R
19
R,
19
Nederland SEACO
16, 20,
L
26, 28
23
Gemeente
Olst-Wijhe
20
R
18
Gemeente
Wierden
21
R
13,
15, 17,
Natuur
Milieu Overijssel
23
R
18,
19,
en
(R)
(L)
20
23
(mede
namens Landschap Overijssel, Staatsbosbeheer regio Oost
en
de Vereniging
Natuurmonumenten
regio
Overijssel en Flevoland)
Gemeente
Tubbergen
24
W
4,
Gemeente
Dinkelland
25
W
9
Gemeente
Staphorst
27
W,
Gemeente
Ommen
28
R
12
31
R
18
heer Oude Lansink Geesteren
De
te
R,
30
L
3
6, 8,
10
en
11
Bedenkingen tegen de partiele herzieningen Rood voor rood mgb (R), Nieuwe Landgoederen (L) ; en Wonen (W). Volgnr.
RWB nr.
Naam
t.a.v.
Ad res
Woonplaats
Herziening W,L,R
1.
RWB/2004/3762
GLTO Belang^nbehartiging
Dhr. P, Jager
Postbus 126
7400 AC
L
DEVENTER 2
RWB/2004/3765
GLTO Belangenbehartiging
Dhr. P. Jager
Postbus 126
7400 AC
L/R
DEVENTER 3
RWB/2004/3792
Burgemeester en wethouders
Postbus 100
7437 ZJ BATHMEN
Dhr. A.L Toering
Postbus 611
W
van Bathmen 4
RWB/2004/3793
AEDES Vereniging van
RWB/2004/3841
Burgemeester en wethouders
W
HILVERSUM
woningcorporraties 5
1200 AP
Postbus 100
7437 ZJ BATHMEN
R
Postbus 10007
8000 GA ZWOLLE
R/L
van Bathmen 6
RWB/2004/3878
Burgemeester en wethouders van ZwoIIe
7
RWB/2004/3880
HJ. Eshuis
Heerdinksschotweg la
7641 RN WIERDEN
R
8
RWB/2004/3886
Burgemeeste^ en wethouders
Postbus 102
7480 AC HAAKSBERGEN
W / L/ R
van Haaksbergen 9
RWB/2004/3887
Dr. H.A, Jonkers
Dommerswijk 10
7782 PA DE KRIM
L
10
RWB/2004/3888
Dagelijks bes^uur van de
Postbus 1400
7500 BK ENSCHEDE
W
Postbus 126
7400 AC DEVENTER
R/L
Regio Twente 11
RWB/2004/3894
Overijssels Particulier Grondbezit
j
12
RWB/2004/3919
Dhr. R. Menkyeld
Hellendoornseweg 2a
7688 PD DAARLE
R
13
RWB/2004/3920
Burgemeester en wethouders
Postbus 140
8100 AC RAALTE
R
Postbus 188
7620 AD BORNE
L
Postbus 5009
8260 GA KAMPEN
van Raalte 14
RWB/2004/3921
Jan Boomkamp Groenbedrijven
15
RWB/2004/3912
Burgemeester en wethouders
bedenkingen
van Kampen 16
RWB/2004/3914
Geen
Burgemeester en wethouders
Postbus 5000
7400 GC DEVENTER
W/R/L
Postbus 48
7490 AA DELDEN
R
Postbus 9070
6800 ED ARNHEM
R
van Deventer 17
RWB/2004/3916
Burgemeester en wethouders van Hof van Jwente
18
RWB/2004/3925
Rijkswaterstajat, directie Oost Nederland
;
19
RWB/2004/3926
SEACO
Postbus 10078
8000 GB ZWOLLE
R/L
20
RWB/2004/3927
Burgemeester en wethouders
Postbus 16
8120 AA OLST
R
Postbus 43
7640 AA WIERDEN
R
Postbus 140
8100 AC RAALTE
W
Stationsweg 3
8011 CZ ZWOLLE
R
van Olst-WijHe 21
RWB/2004/3935
Burgemeestei" en wethouders van Wierden
22
RWB/2004/3938
Burgemeester en wethouders van Raalte
23
RWB/2004/3941
Natuur en Milieu Overijssel, mede namen^ Landschap Overtjssel, Staatsbosbeheer regio Oost, Vereniging
Natuurmonunnenten regio Overijssel emFIevoland 24
RWB/2004/3949
Burgemeester en wethouders
Postbus 30
7650 AA TUBBERGEN
W
Postbus 11
7590 AA DENEKAMP
W
van Tubbergen 25
RWB/2004/3968
Burgemeester en wethouders van Dinkellanjd
26
RWB/2004/3950
Jan Boomkanpp
Zie nr. 14
Groenbedrijven 27
RWB/2004/3952
Burgemeester en wethouders
Postbus 2
7950 AA STAPHORST
bedenkingen
van Staphors^: 28
29
RWB/2004/3956
RWB/2004/3966
Geen
Burgemeester en wethouders I van Ommen
Postbus 100
Burgemeester en wethouders
Zie nr. 24
7730 AC OMMEN
Geen
W/R/ L
bedenkingen R/L
van Tubbergen 30
RWB/2004/3972
Burgmeester en wethouders
Zie nr. 21
van Wierden 31
RWB/2004/3973
Den Hollander Advocaten
Namens dhr. R.B.M.
t.a.v. J. van ^roningen
Oude Lansink te Geesteren
32
RWB/2004/3984
Burgemeester en wethouders
Zie nr. 20
van Olst-Wijhe 33
RWB/2004/3999
Natuur en Milieu Overijssel
Zie nr. 23
34
RWB/2004/4028
Burgemeester en wethouders
Zie nr. 10
van Hof van Twente
Postbus 50
3240 AB MIDDELHARNIS
R
35
RWB/2004/4117
Rijkswaterstaat, directie Oost
Zie nr. 18
Nederland 36
RWB/2004/4138
Burgemeester en wethouders
Zie nr 21
van Wierden 37
38
RWB/2004/4091
Burgemeester en wethouders
Zie nr. 25
RWB/2004/4128
van DinkeUarjd i Burgemeeste^- en wethouders
Zie nr. 20
van Rijssen-Hlolten 39
RWB/2004/4202
Provincie Flevoland
Postbus 55
8200 AB LELYSTAD
Geen bedenkingen