PREEK 2 DECEMBER 2012 1e Advent - ds. Christien Crouwel
PGN NUENEN
Thema: Jouw pad is mijn pad Lezing: Ruth 1 Inleiding bij het thema We gaan deze weken tot aan kerst lezen uit het bijbelboek Ruth. Misschien lijkt die keuze wat vreemd op het eerste gezicht. Wat heeft Ruth met advent of kerst te maken? Dat hangt samen met de centrale plaats die Bethlehem inneemt in dit bijbelboek. Betlehem kennen we natuurlijk van de geboorte van Jezus. Maar het is niet toevallig dat Jezus juist daar geboren wordt. Het is alsof hij daar geboren mòest worden. Betlehem is namelijk ook de geboorteplaats van koning David, zo'n duizend jaar eerder. Jezus wordt zoon van David genoemd, en is zo verbonden met die koning die voor Israël zo belangrijke was. En David is weer een nakomeling van Ruth, de buitenlandse vrouw die vanuit Moab naar Betlehem kwam. Zo hopen we in de advent deze lijnen bij elkaar te krijgen. Om duidelijk te maken dat Jezus niet uit het niets kwam, maar zijn geboorte gevolg is van een geschiedenis die al veel eerder begon. Elke week willen we dat ook verbinden aan actuele vragen. Vandaag zal dat zijn: hoe ver kunnen en willen we gaan in onze zorg voor een ander? Wat zijn de grenzen aan onze solidariteit met anderen? 'Jouw pad is mijn pad', luidt het thema. Maar ik had er eigenlijk een vraagteken achter moeten zetten. Is jouw pad wel mijn pad? Inleiding bij de lezing Het boek Ruth, ook wel een bijbelse streekroman genoemd, volgt op het bijbelboek Rechters. Dat geeft ook direct het kader aan. Het is een commentaar op wantoestanden ten tijde van de Rechters waarin niet het recht, zoals je zou verwachten, maar juist het onrecht hoogtij viert. Een tijd van crisis en verval, waarin kwetsbare mensen hun leven niet zeker waren: Vrouwen, weduwen, wezen, vreemdelingen. Het refrein uit het boek Rechters was telkens: 'En ieder deed wat goed was in zijn ogen', in plaats van zich te houden aan de Tora. Het boek Ruth laat het begin van een ommekeer zien. Niet in het groot, het gaat hier niet om grote politieke omwentelingen, maar in het klein. Eigenlijk is het een klein wonder dat de novelle over Ruth in de bijbel gekomen is. Ten eerste omdat de meeste bijbelverhalen over mannen gaan. Natuurlijk: er zijn allerlei verhalen over vrouwen, maar die zijn toch duidelijk in de minderheid. En verder omdat het een behoorlijk seculier verhaal lijkt. Nergens gaat het over de synagoge, de tempel of de joodse rituelen. Zelfs het gebed speelt geen rol. Het gaat
niet over Gods leiding of over wonderen, maar over hele basaal en menselijke zaken: Over verdriet, afscheid, volharding, moed en creativiteit. En vooral ook om rechtvaardigheid. Maar zonder dat er op een of andere wijze gemoraliseerd wordt. Dat maakt dat het verhaal zo dichtbij komt. Ook in ons eigen dagelijks leven komt God niet vaak expliciet ter sprake. Misschien wel indirect. In hoe we spreken en hoe we handelen. Zo is het ook in Ruth, het verhaal over mensen zoals u en ik.
Preek 'Jouw pad is mijn pad'. Dat zal Stef Bos straks zingen in zijn lied over Ruth. Een lied in het Zuid-Afrikaans, omdat in dat land zijn hart ligt, met alle verscheurdheid van dien. 'Waar jij gaat, zal ik gaan. Waar jij slaapt, zal ik slapen.' Het zijn woorden die al vaak klonken in huwelijksdiensten en op andere momenten waarin trouw en solidariteit worden voorgenomen. Ruth is het toonbeeld van zorgzaamheid, over alle grenzen heen. En zo de menselijke vorm van de trouw van God, door alle nood en moeite heen. Zij is het rolmodel voor ieder die een ander niet in de steek wil laten. Maar de lat ligt wel hoog door haar. Is het niet realistischer ons met Orpa te identificeren? De schoondochter die terugkeerde en niet verder meeging? Hoe ver willen en kunnen we gaan in de zorg voor een ander? Eerst maar even terug naar het begin van het verhaal. Er is hongersnood in Israël. Toevallig of niet juist in de tijd van de Rechters. In de tijd dat ieder doet wat goed is in zijn ogen. Een actuele situatie: het is crisis en het land is politiek en sociaal gezien in woelig vaarwater gekomen. Om niet te zeggen: in materiële en morele nood. Daarom trekt een man, Elimelech, met zijn vrouw Naomi weg uit het Betlehem. Dat is een tamelijk ironisch begin. Want Elimelech betekent 'God is koning'. Maar daar is weinig van te zien in die chaotische tijden. Niet God is koning, maar hongersnood en willekeur. En in Betlehem, het Broodhuis, is dus alles, maar geen brood. De man trekt naar het buurland Moab in het huidige Jordanië om daar als vreemdeling te leven. Het land dat in de ogen van vrome Israëlieten vervloekt was. Met andere woorden: Hij wordt een economische vluchteling. In Moab krijgen zijn vrouw en hij twee zonen die het uitzichtloze van de situatie al in hun namen meedragen: Machlon en Chiljon, wat betekent Ziek en Zwak. Het duurt niet lang of Elimelech sterft en laat Naomi, de Lieflijke, achter met haar zoons. Nu is ze niet alleen vrouw en vreemdeling, maar ook nog eens weduwe. Wie zal er eigenlijk haar rechten en belangen behartigen? Wie zal er voor haar zorgen? Is er een sociaal vangnet dat haar opvangt? Hoe staat het gesteld met de rechten van mensen als zij? Of is ze overgeleverd aan willekeur? De jongens trouwen met twee Moabitische meisjes: Orpa en Ruth. De koppige en de Vriendin. Dan slaat het noodlot nog eens toe en sterven de zonen Ziek en Zwak. Hun naam bleek uiteindelijk hun bestemming. Voor hen is er geen toekomst in het land waar ze als kinderen van buitenlandse ouders geboren werden. Naomi doet het enige wat ze kan doen. Ze pakt haar boeltje op en gaat terug naar haar eigen land, naar Juda, begeleid door haar schoondochters. Want de hongersnood in Betlehem is voorbij en de gersteoogst staat voor de deur.
En dan vlak voor de grens met Juda komt die scène die zo bekend is: Naomi die aandringt op een afscheid: "Ga maar terug, meisjes, naar het huis van je moeder". We zijn aangeland bij het plaatje op de voorkant van deze orde van dienst. Orpa die afscheid neemt - je ziet haar weglopen in de verte - en Ruth die bij haar schoonmoeder blijft. Twee vrouwen, twee schoondochters - en ieder maakt een eigen keuze. We zijn al snel geneigd te denken: Ruth heeft het goede gekozen. Zij heeft alles over voor haar schoonmoeder en zo hoort het ook. Ook in de commentaren op dit bijbelboek en in de traditie is er vaak zo over Ruth en Orpa gesproken. Ruth die het beste deel kiest en Orpa het verkeerde. Ruth wordt de overgrootmoeder van koning David. Van Orpa wordt door in de rabbijnse traditie gezegd dat ze de voormoeder van de reus Goliath is. Ze komt er niet best van af. Gek is dat. Want feitelijk wordt er niets negatiefs over Orpa verteld. Ze loopt een eind op met haar schoonmoeder en dan keert zij om. Naomi zegt zelf: "Moge de Heer zo goed voor jullie zijn als jullie waren voor mij en mijn gestorven zonen." Niet alleen Ruth wordt door haar goed genoemd. Ook Orpa. Zo gaat dat. Keer op keer maken we bijbelverhalen moralistischer dan ze in feite zijn. We horen er bij voorbaat onze eigen normen en waarden al in. Wat we feitelijk lezen in dit verhaal, is dat zorg dragen voor een ander op verschillende manieren kan en dat de één daarin verder kan gaan dan de andere. Dat dat begrip en aandacht vereist, maar niet meteen afkeuring en afwijzing. Keuzes maken met betrekking tot solidariteit en zorg voor een ander is absoluut niet eenvoudig. Niet in het groot - dat zien we als het gaat om de wetgeving rond de zorgpremies. Welke schouders dragen welke lasten? - en niet in het klein, op persoonlijk niveau. Zorg dragen voor een ander gaat over grenzen. Hoe ver wil je en kun je gaan? Moet ik moeder iedere week een keer bezoeken, nu ze zo oud en hulpbehoevend is? Maar ze woont in een ander deel van het land... dat kost me dus iedere week bijna een hele dag. Mag het ook minder vaak? Of doe ik haar dan tekort? Mag ik ook nog tijd voor mezelf overhouden? Altijd spelen er die vragen en gevoelens, vaak ook schuldgevoelens: Wie doet het als ik het niet doe? Ik kan toch niet zo maar afhaken? Vader heeft altijd voor ons gezorgd, nu is het onze beurt voor hem te zorgen. Of: ik heb toch trouw beloofd aan mijn vrouw, in goede en in kwade dagen, dan stop ik haar nu toch niet in een verpleegtehuis? Nogmaals: Keuzes maken met betrekking tot solidariteit en zorg voor een ander is absoluut niet eenvoudig. Noch op politiek, noch op persoonlijk niveau. Want één ding is duidelijk: Deze zaken gaan veel verder dan nieuwe wetten opstellen of bezoekschema’s maken.. Zowel aan Ruth als aan Orpa zien we dat zorg in de eerste plaats te maken heeft met betrokkenheid en bewogenheid. Allebei huilen ze wanneer Naomi van hen afscheid wil nemen. Er is geen sprake berekening.
Zowel aan Ruth als aan Orpa zien we dat zorg, trouw en solidariteit hoe dan ook een proces is. Het is een weg die je gaat en waarvan je niet weet hoelang je die samen bewandelt of kunt bewandelen. Een weg die zich ook weer kan scheiden. Naomi en Orpa nemen afscheid. Niet boos, niet rancuneus, niet schuldig. Maar met woorden van dank. Ruth blijft. Zij zal haar weg met Naomi vervolgen. En daarmee ook de weg van de God van Israël, die niet haar God was. Daar houdt ze geen vrome praatjes over. We hebben hier geen bekeringsverhaal, maar heel eenvoudig en helder: uw volk is mijn volk en uw God is mijn God. Persoonlijke betrokkenheid bij een ander overstijgt de grenzen van etniciteit en religie. In het klein zien we hier wat in het groot mogelijk zou moeten zijn: dat we verder kijken dan de grenzen van ras en geloof. Dan weerspiegelen we iets van de grenzeloze solidariteit en barmhartigheid van God, die trouw houdt tot in eeuwigheid. Die ons niet loslaat maar met ons meegaat, ons hele levenspad. Amen