Journaal voor aandeelhouders – april 2015 – Editie 12
voor aandeelhouders – Maart 2011 – Editie 8
| Noodaanlanding ’t Horntje | Texelstroom op aardgas CNG |
Aangepast kruispunt moet opstoppingen verhelpen Nieuwe veerhaven in Den Helder | Automatische toegangspoorten noodzaak | Nieuwe boot zuinig ‘Havenontwikkeling voor de regio’en duurzaam | | Bestuursklas Texel | TESO-machinisten werkzaam in Spanje |
| Projectleider nieuwbouw Bert de Jonge |
Duurzame bijvangst De Texelstroom wordt een schip dat meer voertuigen kan vervoeren dan de Dokter Wagemaker. In totaal kunnen straks 340 personenautoequivalenten mee per afvaart. Dankzij deze capaciteitsuitbreiding zijn wij voorbereid op de door DTV tot 2040 geprognosticeerde vervoersgroei én kunnen we met ingang van volgend jaar een belangrijke stap zetten in het verder terugdringen van de momenten waarop zich wachttijden voordoen. De kans dat een automobilist dan nog te maken krijgt met wachttijden is kleiner dan 1 op 20. De Texelstroom gaat meer voertuigen overzetten en verbruikt daarbij minder brandstof dan onze huidige schepen. Want naast de betrouwbaarheid en continuïteit die we van ons nieuwe vlaggenschip verwachten, is een belangrijke doelstelling te komen tot een structurele verlaging van de operationele kosten. We willen dit doel bereiken door minder energie te verbruiken, zodat we geld besparen en daardoor de betaalbaarheid van de toekomstige overtochten kunnen bevorderen. Mede naar aanleiding van de ontwikkeling van de dieselprijs sedert 2008 heeft TESO besloten dat het gewenst is om de afhankelijkheid van zwavelarme diesel als brandstof te reduceren en dus uit te zien naar betaalbare alternatieven. Voor de Texelstroom heeft dit zich vertaald in de keuze voor twee dual fuel motoren, die geschikt zijn voor het gebruik van zowel CNG als van diesel. Daarnaast komen er batterijen aan boord die het rendement van de motoren helpen te verbeteren en gedurende de nacht kunnen worden aangevuld met walstroom, hetgeen zowel duurzamer als goedkoper is dan de stroom die aan boord wordt opgewekt. Een aantal jaren is gepasseerd sedert wij de eerste stappen hebben gezet om te komen tot het ontwerp van een zuinige veerboot. Recentelijk is
COLOFON
duidelijk geworden dat we met onze ontwerpfilosofie hebben bereikt dat de Texelstroom na haar introductie in 2016 niet alleen energiezuinig is, maar volgens onafhankelijke redacties van internationale vakbladen zelfs één van de meest duurzame veerboten ter wereld zal zijn. Wij hadden niet bij voorbaat voorzien dat ons streven naar kostenreductie deze duurzame ‘bijvangst’ zou opleveren, waarop we op Texel trots kunnen zijn! Want zelfs nog voordat de Texelstroom in de vaart is gebracht, lijken we met de toepassing van diverse duurzame technieken in het ontwerp van ons schip een voorbeeldrol te mogen vervullen in onze sector.
Over drie maanden vindt de tewaterlating van de Texelstroom plaats. Dit is een belangrijke mijlpaal tijdens de bouw van ons nieuwe schip. Op basis van de huidige stand van zaken verwachten wij dat de Texelstroom, mits de proefvaart in december succesvol verloopt, uiterlijk in januari voor de eerste keer zal afmeren in de veerhaven op Texel. Vervolgens zal het schip in het voorjaar als dienstboot in de vaart komen. Onze en ongetwijfeld ook uw verwachtingen zijn hooggespannen en we hopen u begin volgend jaar aan boord te mogen verwelkomen. Voordat het zo ver is, dient nog het nodige werk te worden verzet. Hierover leest u meer
Cees de Waal in gesprek met eurocommissaris Bulc. Mevrouw Violeta Bulc, Eurocommissaris van Transport, heeft recentelijk persoonlijk haar belangstelling getoond voor de Texelstroom. Zij is bijzonder geïnteresseerd in de wijze waarop wij gebruik gaan maken van de relatief schone brandstof CNG. Tijdens het jaarlijks Inland Waterway Event in Brussel werd door haar aan ons project gerefereerd als zijnde een ‘encouraging example’ voor de verduurzaming van de binnenvaart.
in deze editie van het TESO Journaal. Daarnaast informeren wij u over ons initiatief de Bestuursklas Texel en over de vorderingen ten aanzien van de beoogde noodaanlanding voor Texel. Dank voor uw interesse in Texels Eigen veerdienst. Cees de Waal, directeur
TESO Journaal is een uitgave van Koninklijke NV Texels Eigen Stoomboot Onderneming, Pontweg 1, 1797 SN Den Hoorn - Texel
PRODUCTIE Mediabureau Langeveld & de Rooy, Spinbaan 6, 1791 MC Den Burg, tel. 0222 362630, e-mail
[email protected] Joop Rommets, redactie | Cobie Daalder, coördinatie en vormgeving FOTOGRAFIE Stefan Krofft, TESO, Pieter de Vries, Joop Rommets Dit magazine is op de meest milieuvriendelijke wijze tot stand gekomen en wordt toegezonden aan aandeelhouders en medewerkers van TESO. Om milieu en kosten te besparen wordt per huisadres één TESO Journaal bezorgd, ook als op een adres meerdere aandeelhouders staan ingeschreven. Een extra exemplaar kunt u bij ons opvragen: tel. 0222 369600, e-mail
[email protected].
BESTUURSKLAS TEXEL
Oud-directeur Telegraaf mentor bestuursklas Texel ‘Probeer niet alleen de problemen van vandaag op te lossen, maar neem ook de tijd om over de toekomst na te denken. Ga rustig zitten, probeer de wereld van morgen te tekenen en beantwoord de vraag: pas ik zelf in die wereld, hoe vind ik daarin een plek?’ Het is een van de belangrijkste adviezen die Ad Swartjes, mentor van de bestuursklas Texel, meegeeft aan zijn Texelse pupillen. De 66-jarige Swartjes heeft een imposante carrière achter de rug. Ruim dertig jaar lang vervulde hij diverse functies bij de Telegraaf Media Groep. Twintig jaar lang was hij er directielid, waarvan dertien jaar als directeur van de holdingmaatschapij.‘Natuurlijk kom ik uit een heel ander bedrijf dan mijn pupillen. Beursgenoteerd, met een raad van commissarissen en met heel veel medewerkers. Maar ik vertel ze over mijn carrière, de belangrijke beslismomenten die ik heb meegemaakt. Dat geeft ze hopelijk zicht op wat zich in hun eigen leven kan voordoen.’ Swartjes vervult het mentorschap met enthousiasme. ‘Sinds 2011 ben ik met pensioen. Ik heb nog twee commissariaten, maar wil mijn vrije tijd niet helemaal dichtmetselen. Ik houd graag ruimte voor allerlei activiteiten. Maar toen Ria Kuip, commissaris bij TESO en een goede kennis, me voor deze functie vroeg, hoefde ik niet lang na te denken. Ik vond het een heel prikkelend idee. Om meerdere redenen. Voor een landrot als ik heeft Texel een bijzondere klank. De klank van avontuur, ver van huis, nog niet zo verstedelijkt zijn. Ik ben er veertig jaar geleden op huwelijksreis geweest. Na twee dagen moesten we de reis helaas afbreken wegens drukte op mijn werk. Maar de
belangrijkste reden dat ik dit wilde doen is dat het plezierig is met jonge ondernemers te praten. Ik heb zelf drie volwassen kinderen en we vinden het leuk om af en toe te brainstormen. Hoe je het ook wendt of keert, ik heb meer ervaring. Het delen ervan zou best nuttig kunnen zijn.’
AD SWARTJES
‘Jonge ondernemers zijn verder dan ik had gedacht’ Net als zijn medementoren kreeg Swartjes twee pupillen toegewezen: Peter Koorn van reclamebureau 53 Graden Noord en Marleen Keijser van kinderopvang Olmenhoeve. Hij is vol lof over hen. ‘Ze zijn verder dan ik had gedacht. Echte ondernemers, die heel goed weten waar ze mee bezig zijn. Jong, initiatiefrijk, alert. Het valt me op met hoeveel ondernemerszin, lol, durf en vertrouwen in eigen kunnen ze hun werk doen.’ Swartjes en zijn pupillen zien elkaar niet zo heel vaak. Er zijn tot nog toe twee bijeenkomsten van de klas geweest, beiden heeft hij anderhalf uur apart gesproken en één keer zijn ze met zijn drieën uit eten geweest. ‘Ik beantwoord hun vragen en we spar-
Mentoren Peter Hartman, vice-voorzitter Air France-KLM Inge Brakman, voorzitter Rode Kruis Nederland Siebe Riedstra, secretaris-generaal ministerie Infrastructuur en Milieu Peter Keur, voorzitter directie FGH Bank Hans Megens, lid van de raad van commissarissen Cosun Ronald Bleeker, directievoorzitter Rabobank West-Friesland Ad Swartjes, oud-directeur De Telegraaf
ren wat over vergadertechnieken, het opzetten van een businessplan en dat soort zaken. Vanaf het begin heb ik ze op het hart gedrukt: heb je vragen, mail me, bel me, anytime. De laatste keer heb ik ze wat huiswerk meegegeven. Het doel daarvan was vooral ze te stimuleren zich te bezinnen op hun eigen toekomst. Dat is af en toe nodig. Maar verder heb ik alleen maar complimenten.’
Deelnemers Jan-Willem Bakker, Lotte van de Belt, Peter Koorn, Morten Eschweiler, Marleen Keijser, Menno Timmer, Paulien Valk, Marianne Langeveld, Ineke Bremer, Stephan Hooijschuur, Dirk-Jan Saal, Pieter Langeveld, Femmy Saal en AnneGeertje Tjepkema. In het tweede jaar doen aan het gezamenlijk project mee: Valerie Jongeneel, Katrijn van der Vlerk, Monique Ravenstijn en Milena Hilstra.
TESO Journaal - 3
>
BESTUURSKLAS TEXEL
Liesbeth Halbertsma, coördinator Bestuursklas Texel Jong talent de kans geven zich te ontwikkelen en zo de bestuurlijke kwaliteit op Texel verhogen. Dat is het doel van Bestuursklas Texel, een initiatief van TESO, die in november van start is gegaan. Coördinator Liesbeth Halbertsma vertelt over het concept. ‘Als Texelse gemeenschap willen we grip houden op onze ontwikkeling en zélf onze toekomst kunnen bepalen. Om dat te realiseren is voldoende bestuurskracht van groot belang’, vertelde Dirk de Lugt, voorzitter van de Raad van Commissarissen van TESO, bij de introductie van het initiatief voor Bestuursklas Texel. De Lugt baseerde zijn visie niet alleen op eigen inzichten, maar ook op gesprekken met vertegenwoordigers van de ondernemersverenigingen op het eiland. Bij de vormgeving van de Bestuursklas konden deze verenigingen hun wensen indienen. Die liggen op een breed vlak, vertelt Halbertsma. ‘Het belangrijkste is professionalisering, dat deelnemers effectief leren besturen. Daar spelen goede vergadertechnieken een belangrijke rol in. Maar veel verenigingen vragen zich ook af hoe ze hun leden beter kunnen binden en hoe je interessante bijeenkomsten organiseert.’ Vierentwintig belangstellenden solliciteerden op een plaats in de Bestuursklas. ‘Uiteindelijk hebben we er veertien kunnen plaatsen’, vertelt Halbertsma. ‘Eis was dat de deelnemers tussen de twintig en veertig jaar oud zijn, lid van een bestuur en woonachtig en werkzaam op Texel. Bij de selectie hebben we er verder op gelet dat de verschillen niet te groot waren. Té veel of té weinig ervaring is niet goed. Dat komt het functioneren van zo’n groep niet ten goede. Vier mensen die graag aan één onderdeel willen meedoen, het gezamenlijke
LIESBETH HALBERTSMA
‘Belangrijkste is professionalisering, deelnemers effectief leren besturen’ 4 - TESO Journaal
project, gaan vanaf het tweede jaar met ons meedraaien.’ Evengoed is de klas behoorlijk gemêleerd, constateert Halbertsma. ‘Ze hebben allemaal een eigen bedrijf, maar komen uit diverse sectoren: landbouw, toerisme, recreatie, er zijn er met een eigen winkel. De ondernemersverenigingen JONT, LTO, AJT en TOV mochten elk twee bestuursleden afvaardigen. Daarnaast doen enkele mensen uit andere besturen mee. Het opleidingsniveau van de deelnemers verschilt ook nogal.’ De cursus duurt twee jaar. ‘In het eerste jaar hebben we vier bijeenkomsten en staat het verbeteren van vaardigheden centraal. Daarnaast hebben we zeven mentoren die langs de zijlijn meelopen.’ Het zijn zonder uitzondering mannen en vrouwen met hoge posities in de Nederlandse samenleving. Halbertsma is er blij mee. ‘Gesprekken met die mensen zijn uitdagend voor de deelnemers. Meer dan met vertegenwoordigers uit het Texelse bedrijfsleven. Die zijn in veel gevallen ook te eigen. Het is ook leuk te zien hoe de deelnemers met die hoge dames en heren omgaan.
Hoe zeg je het netjes als je vindt dat ze te veel aan het woord zijn? Dat is ook een vaardigheid die je moet ontwikkelen.’ In het tweede jaar gaat het meer dan in het eerste om ‘de buitenwereld’. ‘Hoe zet je bijvoorbeeld je bedrijf of vereniging beter op de kaart? Het is ook de bedoeling iets terug te doen voor TESO in de vorm van een gezamenlijk project. Iets waardoor Texel beter op de kaart komt. Dat kan van alles zijn: van een planologisch plan tot een festival. Ik bemoei me er bewust niet te veel mee, het moet bij de deelnemers vandaan komen. Het is spannend waar ze zelf mee komen. Ik ben ook benieuwd naar de kruisbestuiving onderling. Op welke manier stimuleren ze elkaar?’ Na elke bijeenkomst geeft Halbertsma huiswerk op. ‘Geen grote opdrachten, maar bijvoorbeeld het lezen van een artikel of het bekijken van een film op YouTube. Ik weet niet of ze dat doen. Ik controleer het ook niet. Ik ben geen schooljuf, de deelnemers zijn volwassen en wilden zelf meedoen. Maar ik heb de indruk dat ze ervan genieten. Ze zijn gretig en helpen elkaar.’
BESTUURSKLAS TEXEL
Schapenfokker Jan-Willem Bakker: netwerk opzetten
Hoewel Jan-Willem Bakker al een flink aantal bestuursfuncties bekleedt, beschouwt hij zichzelf als beginnend bestuurder. De kans om lid te worden van Bestuursklas Texel greep de schapenfokker dan ook met beide handen aan. ‘Ik kan nog heel veel leren.’ Enthousiasme, nieuwsgierigheid en betrokkenheid typeren schapenfokker Jan-Willem Bakker. Wanneer we hem half maart bezoeken op boerderij De Waddel, beleeft hij er een periode van topdrukte. In een paar weken tijd brengen zijn 450 schapen zo’n 850 lammeren ter wereld. Zelfs ‘s nachts is hij urenlang in touw om de bevallingen te begeleiden, de dieren van eten en drinken te voorzien en voortdurend in de gaten te houden of het wel goed gaat met het jonge leven. Maar ondanks alle drukte neemt Bakker ruim de tijd. Daarbij valt op dat zijn interesse verder gaat dan alleen de schapen. ‘Ik vind het gewoon leuk om dingen te organiseren. En om voor het algemeen belang op te komen. Voor de agrarische sector, maar ook voor Texel als
JAN-WILLEM BAKKER
‘Bij goede lobby al in vroeg stadium meepraten’
geheel. Ik wil graag een steentje bijdragen aan het aantrekkelijk houden van het eiland. Mensen zijn welkom op ons bedrijf en ik zorg er voor dat ik altijd een praatje klaar heb voor langs de weg. Dat wordt gelukkig ook gewaardeerd. Veel toeristen vinden het leuk zo’n schapenboer over zijn werk te horen vertellen.’ Bakker is bestuurslid van de Texelse afdeling van landbouworganisatie LTO, de PR-commissie van de landbouw en verder nauw betrokken bij de organisatie van de jaarlijkse schapenfokdag en de winterkeuring. Daarnaast is hij al jaren bestuurslid van sportvereniging ZDH in Den Hoorn. Ondanks al zijn bestuurlijke ervaring denkt Bakker als leerling van de bestuursklas nog veel te kunnen leren. ‘Ik heb wel eens het idee dat we bij LTO heel lang bezig zijn met sommige dossiers, terwijl het eigenlijk al een gelopen koers is. Ergens veel energie in stoppen en niks bereiken is heel frustrerend. Gelukkig bereiken we als afdelingsbestuur evengoed behoorlijke successen, maar het kan beter. Bij een goede lobby kun je al in een vroeg stadium meepraten. Ik zou daarom graag leren hoe ik een goed netwerk opzet, om zo meer te bereiken. Het gaat er als partij nou eenmaal om dat je belangrijk wordt gevonden.’ Ook zou Bakker graag de contacten met het Texels Ondernemers Platform verbeteren. ‘Veel agrariërs willen geen
lid worden. Dat is misschien wel begrijpelijk, want we hebben vaak tegengestelde belangen. Logiesverstrekkers willen het eiland het liefst een beetje kneuterig houden, want dat is leuk voor de toerist. Agrariërs willen juist de ruimte krijgen zich door te ontwikkelen. Dat botst wel eens. Maar ik vind dat je juist door met elkaar te praten verder komt. We moeten het samen doen.’ Na nog maar een paar bijeenkomsten weet Bakker al dat hij veel aan de bestuursklas heeft. Als mentor heeft hij Siebe Riedstra, secretaris-generaal van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, toegewezen gekregen. ‘Een aardige en enthousiaste kerel. Al bij ons eerste telefoongesprek nam hij alle tijd voor me. In mei komt hij naar de boerderij en later dit jaar ga ik samen met Pieter Langeveld (Riedstra’s andere pupil, red.) naar Den Haag. Ook Liesbeth Halbertsma, onze docent, is een topper. Ze heeft enorm veel kennis en laat iedereen in zijn waarde. Tijdens gesprekken durft iedereen in de klas zich bloot te geven. Sowieso is het leuk om mensen uit andere takken van sport te leren kennen en te horen wat hen bezighoudt. Het is waanzinnig dat je zo’n kans krijgt. Bovendien, we worden helemaal in de watten gelegd. We zijn met z’n allen al in hotel Opduin geweest. Wanneer kom je daar als boer nou?’ >
TESO Journaal - 5
BESTUURSKLAS TEXEL
Ondernemer Lotte van de Belt: niveau omhoog brengen
Lotte van de Belt zat midden in een chemokuur toen ze de advertentie voor Bestuursklas Texel las. ‘Het leek me eerst gekkigheid om te reageren, maar ik heb het toch gedaan. Om iets positiefs te doen en me met iets heel anders dan mijn ziekte bezig te houden.’ Als eigenaar van familiebedrijf JoJo Mode is Van de Belt sinds negen jaar zelfstandig ondernemer. Vóór die tijd werkte ze een kleine vier jaar als wijkverpleegkundige in Amsterdam. ‘Ik liep al eerder met het idee om de winkel van mijn ouders over te nemen. Om te ontdekken of het me aanstond, ben ik eerst ergens anders gaan werken. Ik vond het meteen leuk en ben naar Texel teruggekeerd.’ Ook maatschappelijk is Van de Belt actief. Zo zit ze in het bestuur van de sectie Detailhandel van TOP. Al te verheven doelen heeft ze niet. ‘Ik wil iets voor de maatschappij doen. Maar ik doe het vooral omdat ik het leuk vind. Voor ik meedoe, kijk ik altijd even of er een paar leuke mensen in zo’n bestuur zitten.’ Van de Belt solliciteerde niet alleen omdat ze in een moeilijke tijd aflei-
6 - TESO Journaal
ding zocht, maar ook om als bestuurder beter beslagen ten ijs te komen. ‘Ik wilde meer weten over effectief besturen. Hetzelfde halen uit minder tijd. Of méér uit dezelfde tijd. In ieder geval hoe ik het niveau omhoog kon krijgen.’ Ze werd niet teleurgesteld. Met veel interesse volgde ze een dag voor het interview een workshop over het organiseren van een algemene ledenvergadering. Geen al te ingewikkelde klus, zou je zeggen. ‘Maar als je het
LOTTE VAN DE BELT
‘Ik wil meer weten over effectief besturen’ goed doet, kun je veel bereiken. Vraag is: hoe richt je een algemene ledenvergadering in? Maar ook: wat wil je met de vergadering? Hoe zorg je dat er mensen komen? Wat is verstandig om te doen? Over het algemeen is het bijvoorbeeld nuttig in een kring te vergaderen. Dat kan niet altijd, maar als je met elkaar in gesprek wilt, dan moet je elkaar kunnen aankijken. Je moet oppassen dat je als bestuur niet alleen
aan het zenden bent. Dat lijkt een open deur, maar het is best ingewikkeld. Veel besturen zijn er op stuk gelopen.’ Ook over de andere bijeenkomsten is Van de Belt enthousiast. ‘Gisteren hadden we een teambuilding op het strand. We hebben gesprekken gehad met leden van het hoofdbestuur van TOP. En meestal hebben we wel één of twee gastsprekers. Een keer vertelde een spreker superinteressante dingen over groepspsychologie. Dat veel mensen volgzaam zijn en niet durven zeggen wat ze zelf vinden. Over struikelblokken en waarom je iets niet durft te zeggen. Op allerlei manieren worden manieren aangereikt om je te sterken.’ Met haar mentor, vice-voorzitter van Air France-KLM Peter Hartman, kreeg ze de gelegenheid te ‘sparren’ over bestuurlijke kwesties. ‘Ik vind het ontzettend leuk om met hem te spreken. Hij heeft zo veel ervaring en inzicht, dat hij met een helikopterview, met een heel brede blik op de wereld kijkt. Afgezien van of hij gelijk heeft of niet, vind ik zijn visie heel verfrissend.’
NOODAANLANDING TEXEL
Burgemeester blij met noodaanlanding bij ‘t Horntje ‘De bootverbinding is als een navelstreng: van levensbelang voor Texel. Die moet te allen tijde goed functioneren. Als de boot voor langere tijd niet zou kunnen varen, veroorzaakt dat een enorme economische schade. Nog afgezien van de gevolgen voor het ziekenvervoer, de afvoer van huisvuil en andere voor het eiland cruciale zaken.’ In een paar zinnen schetst burgemeester Francine Giskes de noodzaak van een noodaanlanding. Deze relatief eenvoudige voorziening zorgt ervoor dat TESO in geval van nood in ieder geval het benedendek van de boot kan gebruiken. Zo kan de verbinding intact blijven wanneer de brug buiten gebruik zou raken. Vorig jaar april werd in Den Helder een noodaanlanding aangelegd. Bij steiger 3 in de marinehaven, op steenworpafstand van de veerhaven, legde aannemer Van den Biggelaar op de kade een bruggenhoofd en in het water een hefinrichting aan. Dat gebeurde na een stevige en langdurige lobby, waarbij ook de burgemeester zelf zich niet onbetuigd liet. ‘Als gemeente zijn we zeer tevreden over de manier waarop TESO de bootverbinding organiseert. De aanleg van een voorziening als de noodaanlanding hebben ze niet in eigen hand, maar is een verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat. Omdat het algemeen belang is, is het logisch dat de gemeente haar verantwoordelijkheid neemt.’ Uiteindelijk kon de noodaanlanding worden gerealiseerd dankzij een gezamenlijke actie van gemeente en TESO. ‘Het werd betaalbaar doordat de aanleg kon worden meegenomen in een veel groter project, waarbij ook de lange fuik werd vervangen. De noodaanlanding kon in augustus al een keer worden gebruikt (de brug was toen door een incident een paar uur buiten gebruik, red.) en heeft haar nut dus al bewezen. Ik ben er best trots op dat het gelukt is. Dat mag je best weten.’ Voor nóg meer zekerheid over het altijd kunnen gebruiken van de boot moest ook op Texel nog een noodaanlanding komen. Dat vergde opnieuw heel wat gelobby en overleg. ‘Rijkswaterstaat ziet het nu eenmaal niet als een primaire taak.’ Lachend: ‘Ik heb moeten praten als Brugman. Letter-
lijk. Maar door de uitbreiding van het contract dat er al lag, kunnen we de noodaanlanding waarschijnlijk toch realiseren. Er moeten nog wat kleinere aanpassingen komen, zoals een reserveligplaats voor de Dokter Wagemaker en de vervanging van een paar palen.’
‘De bootverbinding is als een navelstreng voor Texel’ De aanleg wordt gefinancierd door de gemeente en TESO samen. ‘Het is niet handig over bedragen te praten, want de aanbesteding loopt nog. Maar het gaat om tonnen. Relatief blijft het goedkoop. Dat is ook doordat we als voordeel hebben dat de ligplaats, naast de aanlegfuik, er al is.’
De NIOZ-haven als alternatieve locatie was al eerder afgevallen. ‘We hebben die plek wel serieus overwogen. Maar om praktische en financiële redenen was de TESO-haven toch handiger. De NIOZ-haven moet in verband met wetenschappelijk onderzoek schoon blijven en ook de bodemberoering is niet wenselijk. Bovendien zouden we op die locatie een aparte aansluiting op de Pontweg moeten aanleggen.’ Als alles volgens planning verloopt, komt de noodaanlanding nog dit jaar gereed. ‘Een mooi moment, samen met de komst van de nieuwe boot. Ik heb begrepen dat het ook met het plan voor upgrading van de haven de goede kant opgaat. Daar ben ik blij mee. De haven is toch je visitekaartje, het eerste dat je ziet bij aankomst op Texel. Als ook dat project klaar is, zijn we weer helemaal op de toekomst voorbereid.’
TESO Journaal - 7
AARDGAS CNG NET
‘Op deze schaal met zo’n grote boot nooit eerder vertoond’ De Texelstroom gaat op aardgas varen. Zowel de brandstof zelf als de benodigde installatie op ’t Horntje wordt geleverd door CNG Net. Dit bedrijf exploiteert aardgas- en groengastankstations en heeft de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan met nieuwe vormen van schone brandstof. ‘We investeren in alternatieve brandstoffen en proberen Nederland zo beetje bij beetje schoner te laten rijden’, vertelt Jan Theo Hoefakker. Hij is projectleider bij CNG Net, dat vroeger eigendom van bouwconcern Ballast Nedam was. ‘We investeren in tankstations. We ontwerpen, bouwen en onderhouden ze zelf. De tankstations blijven ons eigendom. Door de technieken te verbeteren, vergroten we de klanttevredenheid. En uiteindelijk de klantenkring, want tevreden klanten praten hun ervaringen door en zijn de beste reclame.’ De afgelopen jaren heeft CNG Net enkele grote en aansprekende projecten uitgevoerd. De eerste was bij HTM, het openbaarvervoersbedrijf in Den Haag. ‘Den Haag heeft problemen met CO2 en fijnstof. Reden voor de gemeente om bij het sluiten van een nieuw contract met HTM te bedingen dat alle bussen op gas moesten gaan rijden. Op aardgas en groengas, gemaakt uit biogas. Samen met HTM hebben we een station ontwikkeld, waarmee elke dag 180 bussen worden volgetankt.’ In het streekvervoer rond Arnhem en Nijmegen rijden zelfs 220 bussen op gas. Een groot deel van dit gas wordt door afvalverwerker ARN opgewekt uit GFT-afval. Een tevreden klant van CNG Net is sinds enige tijd ook de BIOS-groep, dat vraagafhankelijk vervoer verzorgt en onder meer leerlingen en zieken vervoert. ‘We hebben een ringleiding ontworpen, waarmee ’s nachts veertig tot vijftig taxi’s tegelijk met gas kunnen worden gevuld. Dat gebeurt ’s nachts en op hun eigen terrein. Dat
8 - TESO Journaal
Jan Theo Hoefakker, projectleider CNG Net. scheelt dus in ieder geval een rit naar het tankstation.’ Terwijl het vervoer per as steeds meer op gas gebeurt, gaan de ontwikkelingen in de scheepvaart op dat gebied een stuk minder snel. De reden is vooral praktisch van aard. De afstanden die op gas kunnen worden afgelegd, zijn nog niet bijster groot, zodat schepen regelmatig zouden moeten bunkeren, zoals het tanken van gas wordt genoemd. Voor schepen die op korte trajecten worden gebruikt en regelmatig naar dezelfde plek terugkeren, zoals veer- en sleepboten, is dat niet zo’n probleem, maar zeeschepen zijn een stuk minder geschikt. Met de wens ‘groener’ te varen onderzocht TESO aanvankelijk de mogelijkheid van LNG, de vloeibare variant van aardgas. Onhaalbaar, luidde al snel de conclusie. LNG wordt per tankwagen vervoerd, wat zou betekenen dat er dagelijks één naar Texel zou moeten. Omdat dergelijke vrachtwagens als gevaarlijk vervoer gelden, zou dus ook meerdere keren per week een extra afvaart moeten worden verzorgd. ’s Nachts bunkeren in Den Helder is net zo min wenselijk, omdat TESO in verband met het ziekenvervoer de boot na de laatste reguliere afvaart bij ’t Horntje wil hebben liggen. CNG stuitte op andere bezwaren. Hoefakker: ‘CNG voer je aan per pijpleiding. De vraag was: is dat rendabel? Gelukkig zag netwerkbeheerder Liander het wel zitten. De leiding zou eigenlijk veertien kilometer lang moeten worden. Maar dat hebben we uiteindelijk terug weten te brengen naar zeven kilometer. Dat kan omdat er ’s nachts wordt ge-
bunkerd, op een moment dat het rustig is.’ Hoefakker complimenteert Liander voor het vinden van deze oplossing. ‘Ze hebben zeer constructief meegedacht.’ Op het moment van schrijven waren TESO, CNG Net en de gemeente nog in gesprek over de precieze locatie. ‘Er komt een compressorinstallatie en een koelingsysteem. Daarvoor bouwen we een huisje van ongeveer vijftig vierkante meter, tweeënhalve meter hoog. Dat is niet zo groot dus, maar alle partijen vinden het belangrijk dat het goed in het landschap wordt ingepast.’ Doel is de installatie klaar te hebben wanneer de nieuwe Texelstroom arriveert. ‘Maar omdat het schip ook op gasolie kan varen, is het geen onoverkomelijk probleem als het iets later wordt.’ Nog volop in aanbouw heeft het schip inmiddels wereldwijd de aandacht getrokken. Zelfs in de Verenigde Staten is al gepubliceerd over het Texelse veer dat op CNG gaat varen. Tot genoegen ook van Bert de Jonge, de projectleider van de nieuwbouw. ‘Iedereen is het erover eens dat dit een bijzondere oplossing is. Terwijl er eigenlijk niets nieuws onder de zon is. In Canada verzorgde tussen 1985 en 1996 een op aardgas varende ferry de verbinding tussen Vancouver en een paar eilanden. Toen kwam er een brug en ging dat schip uit de vaart. Ook de rondvaartboten in Amsterdam varen op gas. Maar op deze schaal, met zo’n grote veerboot als wij hebben, is het niet eerder vertoond. In dat opzicht zijn we uniek.’
Bert de Jonge (tweede van links) bij de werf in Spanje.
Bert de Jonge projectleider bij bouw Texelstroom Zijn hele leven staat in het teken van de scheepvaart en scheepsbouw. Hij werkte voor reders en bouwers en was directeur op twee kleine werven en bedrijfsleider op twee grote. Sinds drie jaar is Bert de Jonge projectleider voor TESO bij de bouw van de Texelstroom. Hij blijft dat tot ook tot de laatste administratieve zaken begin 2017 zijn afgerond. ‘Mijn werkzaamheden begonnen in februari 2012. De vraag toen was: wat wil TESO met de nieuwe boot? We hebben een plan van eisen gemaakt en een nieuwbouwcommissie gevormd om de wensen en eisen te inventariseren. Ook hebben we gesproken met belangenorganisaties als STIGT (voor gehandicapten, red.) en ANBO (voor ouderen, red.). En uiteraard moesten we voldoen aan nieuwe regelgeving. Na een maand of acht hebben we scheepsbouwkundig bureau C Job in de arm genomen om alle plannen uit te werken.’ Hoewel nog lang niet alles vaststond, viel op dat moment aan sommige uitgangspunten al niet meer te tornen. Zo moest het nieuwe schip wel extra auto’s kunnen meenemen, maar zonder dat grootschalige aanpassingen aan de haven nodig zijn. Een ander doel was het schip zo zuinig mogelijk te maken. Dat resulteerde in een ontwerp met motoren die op gas lopen, zonnepanelen, hergebruik van spoelwater en het nuttig gebruiken van de hitte uit koelwater. Het jaar 2013 werd gebruik voor het maken van het bestek en de tekeningen. Er werden twaalf werven geselecteerd. TESO onderhandelde met drie daarvan, waarna in het voorjaar van 2014 de keuze viel op La Naval in Spanje. Sinds de start van de werkzaamhe-
den is een bouwteam actief. Dat bestaat uit specialisten op divers gebied. ‘Maarten Foliant, die ook bij de bouw van de Dokter Wagemaker betrokken was, is deskundig op het gebied van elektronica. Verner de Bies, Wilbert Estenbar en Alvydas Pilibaitis weten alles op het gebied van staal, laswerk en verf. Verder zitten de machinisten die bij toerbeurt op de werf zijn in de bouwcommissie. En op ons verzoek ook Rint de Vries. Hij was eigenlijk al met pensioen, maar als projectleider bij de bouw van de Dokter Wagemaker weet hij als geen ander hoe de bouw van zo’n schip in zijn werk gaat. Rint werkt vooral vanaf Texel. Hij controleert onder meer de tekeningen en zorgt voor de interne communicatie.’
Duvelstoejager met helikopterview is intermediair tussen TESO en werf in Spanje De Jonge leidt het bouwteam met wat hij ‘een helikopterview’ noemt. ‘Ik coördineer het dagelijks werk, ga mee met inspecties en beleg wekelijks een overleg. Dat gaat over praktische zaken
waarover snel een beslissing moet worden genomen. Bijvoorbeeld over een pijp die beter op een andere plaats kan komen. Daarnaast hebben we geregeld overleg voor de langere termijn. Bijvoorbeeld over het bestellen van de raamkozijnen en het plaatsen van de stuurhut. Samengevat is mijn taak na te gaan of de bouwers het contract naleven, of de uitvoering conform de eisen van TESO gebeurt en of de werf de kwaliteit levert die we hebben afgesproken.’ Los daarvan beschouwt De Jonge zich als een soort duvelstoejager. ‘Van het bestellen van koffie als die op is tot het verplaatsen van een deur, het regelen van huisvesting, vervoer en de schema’s van aflossing en het boeken van vluchten, je kunt het zo gek niet bedenken of het behoort tot mijn taken.’ In de praktijk is De Jonge van elke drie weken er twee in Spanje en één op Texel. Ongeacht de locatie fungeert hij daarbij voortdurend als intermediair tussen de directie van TESO en de werf, een rol waarin dagelijks veelvuldig overleg wordt gevraagd. ‘Gelukkig hebben we e-mail’, constateert hij aan het eind van het gesprek. Om zijn uitspraak direct te relativeren: ‘Aan de andere kant werden vroeger ook schepen gebouwd. En dat ging ook meestal goed.’
TESO Journaal - 9
TEXELSTROOM
Machinisten houden werk op de werf nauwlettend in de gaten Het is een mooie vergelijking: het nieuwe schip van TESO als enorme legpuzzel, die op de werf van La Naval in Spanje stukje voor stukje in elkaar wordt gezet. Voor de veiligheid van de passagiers en de continuïteit van de veerdienst is het cruciaal dat daarbij geen fouten worden gemaakt. Als een soort waakhonden staan machinisten/werktuigkundigen Cor van der Knaap en Ronald Kuijper er bij toerbeurt met hun neus bovenop. Zij versterken het team dat onder leiding van projectleider Bert de Jonge actief is op de werf. ‘Ons werk bestaat uit controleren, controleren en controleren’, vertelt Cor van der Knaap. Hij doet zijn verhaal in de controlekamer van de Dokter Wagemaker, terwijl de boot van ’t Horntje naar Den Helder vaart. Van der Knaap is net een paar dagen terug uit Spanje. Nu is zijn collega Ronald Kuijper daar. Twee weken op, twee weken af, dat is hun ritme. Drie maanden lang. Daarna worden ze af-
10 - TESO Journaal
gelost door collega’s Marco Witte en Wim-Piet Eelman. ‘TESO heeft de wens altijd te kunnen varen. Een schip moet in de loop der jaren zo min mogelijk mankementen vertonen. Dan moet je dus zorgen dat je systemen in orde zijn. Goede kwaliteit vraagt nu eenmaal minder onderhoud dan slechte kwaliteit’, heeft Kuijper me een week eerder uitgelegd.
De bouw van de Texelstroom, die op 1 januari 2016 moet worden opgeleverd, is in september vorig jaar begonnen. De betrokkenheid van de machinisten dateert al van langer geleden. Kuijper: ‘Vanaf de dag dat de Dokter Wagemaker in de vaart kwam, hebben we onze wensen voor een nieuw schip in een mapje van de computer opgeslagen. Luxe wensen, maar ook dingen waar we tegenaan liepen.
TEXELSTROOM bouwd, legt Van der Knaap uit. Deze delen worden secties genoemd. Elke sectie is zo’n 30 meter lang, 20 meter breed (de breedte van het schip) en 5 meter hoog, afhankelijk van de plaats van het geheel. In totaal zijn er 42 secties. Is een sectie klaar, dan wordt deze op een dieplader gezet en met een kraan op het schip geplaatst. Letterlijk en figuurlijk een gewichtige zaak, aangezien de zwaarste sectie al snel 130 ton weegt.
Ronald Kuijper
Cor van der Knaap Een grote wens was bijvoorbeeld om onderdeks van de ene naar de andere machinekamer te kunnen. Nu moeten we bovenlangs en als het druk is met passagiers duurt dat vaak lang. Technisch is het geen enkel probleem zo’n doorgang te realiseren. Een deur ertussen en je bent klaar. Maar het mag wettelijk niet. Dat is bijzonder, want op bijna alle schepen mag het, maar wij moeten voldoen aan de regels voor de zoute veren op het gebied van compartimentering en die staan dit niet toe. Het is jammer, maar die wens heeft het dus niet gehaald.’ Tegen de realisering van andere wensen rees minder bezwaar. Kuijper: ‘Aan boord van de Dokter Wagemaker is geen knappe aparte plek om te kunnen lassen. Nu komt er in de werkplaats een aparte lashoek met extra afzuiging, zodat we kunnen lassen zonder dat het brandmeldsysteem aanslaat. Ook passen we op zoveel mogelijk plaatsen bewegingsmelders toe, zodat de verlichting niet onnodig blijft branden.’ De Texelstroom wordt in delen opge-
Op de werf werken zo’n honderd medewerkers aan het schip. ‘Het is eigenlijk lopendebandwerk. In zes hallen tegelijk wordt aan een sectie gewerkt. In hal 1 is de plaatsnijderij, in hal 2 worden de platen aan elkaar gelegd, in hal 3 worden de spanten die de constructie verstevigen eroverheen gelegd en wordt het pijpwerk aangebracht voor koelwater, smeerolie en brandstof, plus de goten waar de elektriciteitskabels later doorheen worden getrokken. In die andere drie hallen gebeurt weer iets anders. Voordat het werk naar een volgende hal doorschuift, controleren we het ter plaatse.’ Pas als het werk is goedgekeurd, mag het betreffende onderdeel naar de volgende hal en uiteindelijk naar de scheepshelling. Het is voor de controleurs zaak de tekeningen nauwkeurig te bestuderen en goed op te letten. Van der Knaap: ‘Er kan een fout zijn gemaakt bij het lezen van de tekening. Dat een pomp op 45 millimeter van de hoek staat, terwijl dit eigenlijk 45 centimeter moet zijn, bijvoorbeeld. Het is en blijft nu eenmaal mensenwerk.’ Wél is het meer dan een detail: ‘Als het goed is, gaat die pomp jaren mee. Maar als er een lager kapot gaat en je moet die vervangen, dan is het wel handig dat je er goed bij kunt.’ Kuijper constateerde bij een con-
Stukje voor stukje krijgt de nieuwe Texelstroom vorm trole dat bij de aanleg van de drench (sproei-installatie) op de dekken onderdelen onder de spanten vandaan staken. ‘Dat mag niet. Vastgelegd is dat alles achter de spanten moet blijven. De doorrijhoogte is erg belangrijk voor TESO. Je loopt bij hoge vrachtwagens anders de kans dat ze vastlopen. En schade aan schip of vracht wil je nu eenmaal niet.’ Ook kan het incidenteel voorkomen dat het werk wél conform de tekening is uitgevoerd, maar dat de tekening zelf mankementen vertoont. Kuijper: ‘In elke deksectie komen acht putten voor de afvoer van het regenwater. Dit wordt opgevangen en gefilterd, zodat het kan worden hergebruikt. Wij ontdekten dat een sectie maar één put had. Het bleek dat de tekenaar had vergeten de andere zeven aan te geven.’ Van der Knaap: ‘In het beste geval ontdek je een fout in de voorbereiding. Dan hoef je het werk niet stil te leggen. Maar als het echt nodig is, moet de tekening worden aangepast. Dat gaat over het algemeen zonder problemen. Maar het kan voorkomen dat het veel extra werk voor de werf met zich meebrengt. Als dat niet in het bestek staat en dus extra geld kost, moet er goed over worden gepraat. Dat hoeven Ronald en ik niet te doen. Dan komen onze directeur en die van de werf er aan te pas.’ Kuijper voelt soms dat de aanwezigheid van zijn collega en hem op weinig enthousiasme kan rekenen. ‘Wij worden als lastig ervaren. Dat
Koffie met koek Het was voor de TESO-medewerkers wel even wennen aan het ritme op de werf van La Naval. ‘Als wij in Nederland met ons werk beginnen, zetten we eerst een pot koffie. Maar de Spanjaarden beginnen ’s ochtends om zes uur en werken tot twee uur ’s middags door. Een andere ploeg werkt van twee uur tot in de avond. Min of meer continu. Je ziet ze af en toe wel eens wat uit een fles drinken, maar echt pauzeren doen ze niet’, concludeert Ronald Kuijper. ‘Rint de Vries heeft ze verteld dat Hollanders om tien uur koffie met koek willen. Ze keken er wel even vreemd van op, maar dat wordt nu geregeld.’ >
TESO Journaal - 11
TEXELSTROOM was ook het geval in Vlissingen, waar ik betrokken was bij de afbouw van de Dokter Wagemaker. Wij werden door het personeel van de werf daar de communisten genoemd. In onze rode overalls waren we ook goed herkenbaar.’ Het is Kuijper opgevallen dat de schepen van TESO elke werf verbazen. ‘Je bouwt eigenlijk twee schepen, want voor elk systeem is minimaal één reservesysteem. Er zitten zelfs vier motoren in een schip. Onder normale omstandigheden kun je al varen met één. Alleen bij harde wind of ziekenvervoer wordt een motor extra ingeschakeld. Maar als er één stuk gaat, kun je het schip nu eenmaal moeilijk rustig langs de kant leggen om de problemen te verhelpen. TESO investeert dus in de continuïteit van de verbinding.’ Overigens zijn de machinisten niet alleen in Spanje om te controleren of de werf het werk wel goed uitvoert. Kuijper: ‘Er zit zo veel techniek in een nieuw schip, dat je er het beste al zo vroeg mogelijk bij betrokken kunt zijn. Anders loopt het schip op 1 januari de haven binnen en moeten we
12 - TESO Journaal
er nog helemaal mee leren varen. Nu vergaren Cor en ik al vroeg kennis. Die delen we met onze collega’s. Bij TESO werken tien machinisten en vijf man voor het onderhoud. Die moeten allemaal met de technische systemen kunnen werken.’
De werkelijkheid op beeldscherm Samen met oud-collega Rint de Vries en collega John Takes is Ronald Kuijper naast zijn controlewerk op de werf druk met een andere bijzondere klus: de complexe systemen waarmee het schip wordt bediend ‘vertalen’ in mimics (plaatjes). ‘Elk plaatje is een vereenvoudigde versie van de werkelijkheid. De bedoeling is dat je straks op alle vierentwintig computerschermen waarmee het schip in de gaten wordt gehouden kunt aflezen hoe koelwatersystemen, de smeeroliesystemen en alle andere systemen functioneren. Dat is ons Alarm and Monitoring System. Er komen een kleine zeventig van deze mimics.’ De mimics worden gemaakt door gespecialiseerde medewerkers van het Spaanse bedrijf IngeTeam en beoordeeld door De Vries, Kuijper en Takes. De samenwerking verloopt uitstekend, prijst Kuijper. ‘De ontwerpers hebben een universitaire opleiding. Dan komen wij als eenvoudige werktuigkundigen vertellen waarom iets anders moet. Maar dat wordt gewaardeerd. Omdat ze merken dat we weten waar we het over hebben. En omdat we niet afkraken, maar een positieve inbreng hebben.’
bouw in aan oom uw xelstr rm bo De Te n eno it ee u is net estaat ten’ en t en b pakke egmen den ‘s honder ’. en ‘blokk
5 4 3
2015 O eind ES g zal van T chtin ip a h c w r s ve en ouden Naar uwe vlagg Wij h . d r ie e e het n van d gelev ogte n de en op de ho word uw va de bo t u elke ag op u gra ingen van l vind r r panee ie e ie H d t vor rma om’. lstro er info s! d n a ‘Texe d een nieuw maan t laatste van e ijden met h et sn van h rdigen van : d n vaa maa r Deze ot het ver aan elkaa e vele t n het een van d staal ten e t n o e t . m n seg kke rvan n daa uwblo lasse illende bo h versc
kter ms. Do rn a v d r aa an boo tiepaneel w d a r e t taa rma beel aand s w info ouw in b w Elke m ker een nieu u e i de n a Wagem ortgang van vo op de t. ebrach g t d r o w
zijn enten segm rste en ge blokk De ee s tot it el u d id en inm word elkaar deze last, r met ijk wee eindel d. el p p geko
O U W B W M N I E UEXELSTROO M.S. T
1 2 5 4 3
en e derdel in dez ige on en al Somm word lek ge ules) p d o te (m e de juis ze p et o fase s bij h k . Zoal in blo plaatst steem koelsy water 102.
januari
2015 O eind g zal n TES achtin nschip va en w r e v e oud h Naar uwe vlagg ij W ie erd. n de het n gelev e te va en op van d hoog word ouw p de b o e g d a u elke el t d u gra ingen van in e r ier v iepan vorde troom’. H rmat ls er info ‘Texe n and nieuws! e e d maan t laatste l e de kie met h t 14 is er 20 room’. He b m e 0 dec e ‘Texelst op dat d Op 3 t op de l d van word a blok geleg laats ruit z iste p erste allere t op de ju rd. Van hie uwd. o en ionee opgeb mom it s n o e p d ge or werf hip w ele sc het h
p blok o n een en. sing va ’ buit Plaat endek ss u ‘t een
2015
ilversch al er de uit sta ze t eerd Nada egmenten de s rden o w n lende e comesned eerd tot zijn g n. nsform getra ouwblokke b plete
mplete het co reed hangt , ge Hier k 101 ing. lo b w bou llegg de kie voor
Blok 101
sie preci kieliterste rste Met u et alleree racht; e b t h e rd g o w ositie eelte van d . p in l dee ged chip idden uwe s een m et nie van h romp
lete comp de eerste orden In het 01 w schip blok 1 w et u h o n b n va aar… re tb u ch conto and zi merh langza
1 2 5 4 3 l van LaNava de werf staal op onnen. een plaat cieel beg snijden van tember 2014 offi Met het sep 1 om op Texelstro
lstuk
puzze erste Het e plek. op zijn
w van de
, is de bou
in Spanje
O U W B W M N I E UEXELSTROO M.S. T
et l in h d vee te tij laats e d was TESO ! van s iding nieuw aanle kend met naar e d nder is get ompresse zo ie ij d b t e an C omst In he reenk erancier v door zal d e v o de lev Hier Net, opese NG). CNG as (C erste Eur G gaat ral G e e Natu op CN xploiteert om d o ie r d t Texels ot worden ouwt en e xel, b o op Te e veerb CNG Net ulstation schon v . n deze a varen het CNG v t s rboo k e a e r v t s e d. zeker mee d waar is ver e stof st urzam brand en du t toegepa e n o ord sch g, w n e n e e is de we jar l p G a o N ie r C e d nu stof vervo ie TESO brand penbaar sen. iek d t o techn at toepas in he ezen a g w e r b e wat een p het ook o
g rdigin nwoo aNaval rtege L Een ve SO en van E ndere van T deze bijzo zig op e ij was b enis aanw rt . panje gebeu rf in S de we
ri 2015
februa
rdt on wo l lstati xe NG vu en op Te Het C hav or er o ve rv . Daa g aan op de liseerd idin er. gerea gasle lomet t een ven ki word van ze d eg gel
op het sluiten rd aan te ge druk aa Door de ho geen an er ta bes k zijn en er ep w ch et of s naar gasn agens dstof tankw ie de bran , zoals d nodig nd brengen zou zijn. al la ei ev g et h lle G het de vo met LNet neemt uw en N g, bo CNG G eerin N in C g kt dige en ie van het en wer itat p zich explo et tion o samen m ta ls vu nauw e ge ij d rb t, , aa daa aterst en Liander Rijksw xel de gas te Te g van meen ing aanle reken die de voor haar leiding t. neem
het ’s van shelling p jn foto Dit zi p de schee ruari b o 12 fe schip p o kt gemaa . 2015
ligt
ng van de
Kielleggi
oom’ op
‘Texelstr
.
ber 2014
30 decem
TEXELSTROOM
Texelstroom: zuiniger en duurzamer dan alle voorgangers Varend op aardgas, met batterijen die de pieken in het motorvermogen opvangen en met 462 zonnepanelen op het topdek die het elektriciteitsnet aan boord voeden, wordt de Texelstroom niet alleen een uiterst veilig, maar ook een schip dat zuiniger, schoner en duurzamer is dan alle voorgangers. ‘De grootste noviteit is het varen op aardgas – CNG – in combinatie met batterijen. Het op deze manier toepassen van bestaande technieken is nooit eerder vertoond.’ Met zichtbaar genoegen vertelt Marc Bakker, hoofd technische dienst van TESO, over de bijzondere uitrusting van TESO’s nieuwe vlaggenschip. Voor de batterijen is vooral gekozen omdat ze het mogelijk maken de boot tachtig procent van de tijd op een motor minder te laten varen. ‘Met de Dokter Wagemaker varen we in principe op twee motoren. Onder normale omstandigheden volstaat één motor, maar bij het wegvaren en afmeren heb je heel even een extra piek in het vermogen en zijn die twee motoren nodig. Dat ze altijd draaien, is zonde. Het is niet alleen duur vanwege de lage efficiency, maar varen met zo sterk wisselende vermogens is ook minder goed voor de levensduur. Op de Texelstroom vangen batterijen de vermogenspieken op. Ze worden weer opgeladen tijdens de overtocht en tijdens het laden en
lossen, vooral als we in Den Helder aan de afmeerinstallatie vastzitten. Dat doet die ene motor, die goed en efficiënt wordt belast. In feite vormen de batterijen de andere motor.’ Net als z’n voorganger de Dokter Wagemaker krijgt de Texelstroom vier motoren. Twee zijn dieselgeneratorsets, die voor honderd procent op diesel lopen. De twee andere zijn zogeheten dual fuel sets, die zowel op gas als op diesel kunnen lopen. ‘Onder normale omstandigheden gaan we op gas varen, waarbij een kleine hoeveelheid diesel zorgt voor tijdige ontsteking van dat gas. Maar zo’n motor geeft de mogelijkheid bij een storing op diesel over te schakelen.’ ‘Dat we op gas gaan varen was overigens geen uitgemaakte zaak’, vertelt Bakker. ‘We wisten bij voorbaat dat we iets nieuws gingen doen, waarvoor nog geen standaardregels beschikbaar waren. Daarom zijn we al geruime tijd geleden met de overheid in gesprek gegaan. Bovendien hadden we goedkeuring nodig
Marc Bakker, hoofd technische dienst TESO.
14 - TESO Journaal
van klassebureau Lloyds Register of Shipping. Dat ziet tijdens de hele levensduur – van de bouw tot de sloop – toe op de veiligheid en betrouwbaarheid van schip en installaties. Als reder krijg je elk jaar controle en eens in de vijf jaar is een soort APK nodig en wordt het hele schip doorgelicht. Voor CNG-installaties – Compressed Natural Gas is de vorm van aardgas die wij wilden gebruiken – bestonden geen regels. De regel is dan dat je moet aantonen dat de gehele installatie onder alle denkbare omstandigheden veilig is. We zijn gaan brainstormen over de risico’s. Wat zou er bijvoorbeeld kunnen gebeuren bij een lekkage aan een leidingkoppeling bovenop de boot of in de machinekamer? Hoe groot is de kans dat er gas ontsnapt en hoe erg is dat? Hoe vluchtig is gas? Wanneer kan het nog wel ontvlammen en wanneer niet? Daar bestaan berekeningsmethoden voor. Inmiddels is duidelijk dat CNG een veilige techniek is, geschikt om toe te passen aan boord van een passagiersschip in ons vaargebied. Dat is fijn, omdat het speerpunt van TESO, naast continuïteit en veiligheid, nu eenmaal groen en duurzaam is.’ Een andere noviteit is dat de Texelstroom heet koelwater van de motoren niet overboord pompt, maar opslaat voor hergebruik. ‘Veertig procent van de brandstof wordt door de motoren nuttig gebruikt: voor de voortstuwing. De andere zestig procent wordt omgezet in warmte. Een groot deel van die warmte slaan we gedurende de dag aan boord op in een tank van negentig kubieke meter. Daarmee kunnen we ’s nachts de boot verwarmen én de motor op temperatuur houden. Op 55 tot 60 graden, zodat het schip ’s nachts bij een ziekenreis en ’s ochtends bij de
TEXELSTROOM
Doorsnede aanzicht achterste motorkamer met ABC dual fuel motoren.
Zijaanzicht achterste motorkamer met ABC dual fuel motor en afzuigkap.
Bovenaanzicht achterste motorkamer met beide ABC dual fuel motoren, afzuigkap en uitlaatleidingen.
MARC BAKKER
‘Speerpunt van TESO is groen en duurzaam’
Bovenaanzicht achterste motorkamer met beide ABC dual fuel motoren en afzuigkap.
eerste afvaart goed start en direct kan wegvaren, terwijl de temperatuur aan boord comfortabel is voor de passagiers.’ Op het topdek komen 462 zonnepanelen. Deze voorzien in vijfendertig procent van het boordnet, de elektriciteit die het schip gebruikt, exclusief de voortstuwing. ‘Gemiddeld wekken de panelen acht tot tien procent van het totale gebruik op. Dat lijkt niet veel, maar geeft op jaarbasis een besparing van €70.000,-. Daarmee verdienen we de investering ruimschoots terug. Stroom aan boord is relatief duur, ongeveer twee keer zo duur als aan land. Dat betekent dus dat ook
de terugverdientijd twee keer zo kort is. Berekend is dat we de kosten er in ongeveer vier jaar uit hebben. Terwijl we er vanuit mogen gaan dat de panelen jaren langer meegaan.’ De voorbereidingen op de komst van de Texelstroom zijn binnenkort al zichtbaar met een paar kleine maar essentiële aanpassingen aan de aanleginstallatie in de haven van ‘t Horntje. Die zijn nodig omdat het nieuwe schip ter hoogte van het bovenste autodek aan weerszijden tweeënhalve meter breder wordt. ‘Sommige collega’s spreken over de hamsterwangen van het nieuwe schip.
Daardoor kunnen er in de zijpaden van het bovendek twee auto’s naast elkaar staan. Er kunnen er maximaal 340 mee, dus zo’n 40 meer dan op de Dokter Wagemaker.’ Op Texel wordt een tijdelijke derde ligplaats gecreëerd. ‘Die is nodig omdat we de Schulpengat nog anderhalf jaar aanhouden. De Dokter Wagemaker gaat in januari en februari 2017 voor groot onderhoud en ook in die periode willen we een boot achter de hand houden. In principe zal het niet nodig zijn, maar we spelen bij TESO altijd op safe. De bereikbaarheid mag niet in het gedrang komen.’
TESO Journaal - 15
Gebruikt u de automatische toegangspoorten? Nooit meer in de rij voor het loket, maar snel en zonder wachten met uw auto door de automatische toegangspoorten. Bent u eigenaar van een voertuig met een maximumlengte van 6,50 meter, dan kunt u dit eenvoudig thuis vanachter uw computer regelen. Een aan uw kenteken gekoppeld ticket waardeert u op via www.mijnteso.nl. Dit kan zowel met een TESO-pas als met een e-ticket. Bij het loket herkent een scanner uw kenteken, waarna de slagboom binnen een paar tellen automatisch open gaat en de computer de overtocht registreert. Inmiddels maakt één op de zes automobilisten gebruik van dit systeem en dit aantal blijft nog stijgen. Het is nog een minderheid, maar steeds meer passagiers kopen en betalen hun vervoersbewijzen voor de boot via internet. Sinds de afgelopen drie jaar is hun aantal verdubbeld. 2011 2014 Contant 47% 38% Bank/creditcard 44% 45% Internet 8% 17% boot van halfzes of halfzeven terug en dan is het vaak best druk. Maar ik hoef bijna nooit meer te wachten.’
Als relatiemanager grootbedrijf voor ING maakt Niels Jimmink gemiddeld vijf dagen per week gebruik van de boot. ‘Ik heb 88 bedrijven in heel Noord-Holland in mijn portefeuille. De verste zit in Amsterdam-Buitenveldert, maar ik heb ook klanten op Texel.’ Hij bespreekt met hen zaken als de financiering, investeringsplannen en de betaalstructuur met het buitenland.
Al direct na de introductie koos Jimmink voor het betalingsysteem met e-tickets. ‘Ik heb mijn pasje gekregen bij een aandeelhoudersvergadering en gebruik het sindsdien heel bewust. Het systeem herkent mijn nummerbord, ik hoef mijn raampje niet omlaag te draaien, de slagboom gaat vanzelf open. Dat gaat veel sneller dan bij de bemande loketten. Ik heb meestal de
Via mijnteso.nl koopt Jimmink meestal zestig overtochten per keer. ‘Dan kan ik weer voor twaalf weken vooruit.’ Slechte ervaring heeft hij eigenlijk niet. ‘Een heel enkele keer wordt mijn kentekenplaat niet herkend. Dat gebeurt vooral als het heel hard regent. Dan haal ik mijn pasje voor de scanner langs en gaat de slagboom alsnog open. Ik merk wel eens dat niet iedereen ermee bekend is, maar ik kan iedereen het systeem aanbevelen.’