(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht Lieke Vogelvang | Maaike Kempes
Bureau Wetenschap & Opleidingen Uitgave van Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie
Bureau Wetenschap & Opleidingen Uitgave van Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie 2014
Samenvatting
Samenvatting
Inleiding Adolescenten1 blijken verantwoordelijk voor een onevenredig groot aandeel van de
Inleiding Adolescenten1 blijken verantwoordelijk voor een onevenredig groot aandeel van de
criminaliteit in Nederland. Bovendien verschillen de risicofactoren op crimineel gedrag in deze
criminaliteit in Nederland. Bovendien verschillen de risicofactoren op crimineel gedrag in deze
levensfase van risicofactoren in andere levensfasen. Ook buiten de criminologie staat de transitie
levensfase van risicofactoren in andere levensfasen. Ook buiten de criminologie staat de transitie
naar volwassenheid volop in de belangstelling. Waar eerder mensen met hun 18e verjaardag
naar volwassenheid volop in de belangstelling. Waar eerder mensen met hun 18e verjaardag
volwassen werden beschouwd, wordt nu gesproken over een “emerging adulthood” of
volwassen werden beschouwd, wordt nu gesproken over een “emerging adulthood” of
“jongvolwassene” fase. Neurobiologisch onderzoek laat zien dat de rijping van de hersenen in veel
“jongvolwassene” fase. Neurobiologisch onderzoek laat zien dat de rijping van de hersenen in veel
gevallen nog doorloopt tot na het 18e jaar. Traditionele mijlpalen van volwassenheid worden op een
gevallen nog doorloopt tot na het 18e jaar. Traditionele mijlpalen van volwassenheid worden op een
steeds latere leeftijd behaald en jongvolwassenen ervaren de fase tussen de 18 en 23 jaar zelf ook als
steeds latere leeftijd behaald en jongvolwassenen ervaren de fase tussen de 18 en 23 jaar zelf ook als
een aparte levensfase. Binnen de wetenschap en de politiek is daarom de laatste jaren
een aparte levensfase. Binnen de wetenschap en de politiek is daarom de laatste jaren
gediscussieerd om adolescenten ook binnen het strafrecht anders te behandelen dan volwassenen.
gediscussieerd om adolescenten ook binnen het strafrecht anders te behandelen dan volwassenen.
Het kabinet heeft besloten per 1 april 2014 een aantal wetswijzigingen door te voeren die betrekking
Het kabinet heeft besloten per 1 april 2014 een aantal wetswijzigingen door te voeren die betrekking
hebben op de leeftijdsgroep tussen de 16 en 23 jaar. Deze wetswijziging staat bekend als “het
hebben op de leeftijdsgroep tussen de 16 en 23 jaar. Deze wetswijziging staat bekend als “het
adolescentenstrafrecht”. Een van de wijzigingen houdt in dat de grens voor toepassing van het
adolescentenstrafrecht”. Een van de wijzigingen houdt in dat de grens voor toepassing van het
jeugdstrafrecht bij meerderjarigen op grond van hun ontwikkelingsleeftijd wordt verhoogd van 21
jeugdstrafrecht bij meerderjarigen op grond van hun ontwikkelingsleeftijd wordt verhoogd van 21
naar 23 jaar. Uitgangspunt blijft echter dat jongvolwassenen tussen de 18 en 23 jaar oud volgens het
naar 23 jaar. Uitgangspunt blijft echter dat jongvolwassenen tussen de 18 en 23 jaar oud volgens het
volwassenen strafrecht worden berecht.
volwassenen strafrecht worden berecht.
Het openbaar ministerie en de rechterlijke macht kunnen in strafzaken advies inwinnen over het
Het openbaar ministerie en de rechterlijke macht kunnen in strafzaken advies inwinnen over het
functioneren en de ontwikkelingsleeftijd van de verdachte bij de reclassering en/of bij het NIFP. Het
functioneren en de ontwikkelingsleeftijd van de verdachte bij de reclassering en/of bij het NIFP. Het
NIFP wordt gevraagd te rapporteren bij verdachten waarvan het delict ernstig is en waarbij (een
NIFP wordt gevraagd te rapporteren bij verdachten waarvan het delict ernstig is en waarbij (een
vermoeden van) psychopathologie en/of een ontwikkelingsachterstand is. Afwijkingen van de
vermoeden van) psychopathologie en/of een ontwikkelingsachterstand is. Afwijkingen van de
reguliere vorm van strafrecht zullen waarschijnlijk vooral worden overwogen bij verdachten in
reguliere vorm van strafrecht zullen waarschijnlijk vooral worden overwogen bij verdachten in
dergelijke zaken. Om NIFP medewerkers en pro Justitia rapporteurs handvatten te geven bij het
dergelijke zaken. Om NIFP medewerkers en pro Justitia rapporteurs handvatten te geven bij het
geven hun advies over het toepassen van het jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen, is een onderzoek
geven hun advies over het toepassen van het jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen, is een onderzoek
uitgevoerd om een wegingslijst te ontwikkelen.
uitgevoerd om een wegingslijst te ontwikkelen.
Methode Er is een literatuurstudie uitgevoerd naar mogelijke criteria om een onderscheid te maken
Methode Er is een literatuurstudie uitgevoerd naar mogelijke criteria om een onderscheid te maken
tussen jongvolwassenen die onder het volwassenenstrafrecht berecht kunnen worden en
tussen jongvolwassenen die onder het volwassenenstrafrecht berecht kunnen worden en
jongvolwassenen die thuishoren in het jeugdstrafrecht. Daarnaast is onderzoek gedaan door middel
jongvolwassenen die thuishoren in het jeugdstrafrecht. Daarnaast is onderzoek gedaan door middel
van de concept mapping methode. Dit is een wetenschappelijke consensusmethode waarbij gebruik
van de concept mapping methode. Dit is een wetenschappelijke consensusmethode waarbij gebruik
gemaakt wordt van expertise van professionals uit het werkveld. In totaal zijn 21 professionals,
gemaakt wordt van expertise van professionals uit het werkveld. In totaal zijn 21 professionals,
1
1
In navolging van de memorie van toelichting behorende bij het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht wordt onder adolescenten “jeugdigen en jongvolwassenen in de leeftijd van 15 tot 23 jaar” verstaan (Kamerstukken, II 2012/2013, 33 498, nr 3, p. 1).
In navolging van de memorie van toelichting behorende bij het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht wordt onder adolescenten “jeugdigen en jongvolwassenen in de leeftijd van 15 tot 23 jaar” verstaan (Kamerstukken, II 2012/2013, 33 498, nr 3, p. 1).
1
1
bestaande uit psychologen en psychiaters van het NIFP, rechters, het OM, de (jeugd)reclassering,
bestaande uit psychologen en psychiaters van het NIFP, rechters, het OM, de (jeugd)reclassering,
Raad voor de Kinderbescherming en behandelaren forensische psychiatrie gevraagd naar
Raad voor de Kinderbescherming en behandelaren forensische psychiatrie gevraagd naar
indicatiecriteria en contra-indicaties voor het toepassen van het jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen.
indicatiecriteria en contra-indicaties voor het toepassen van het jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen.
De concrete uitspraken die uit de brainstormfase kwamen, zijn vervolgens geprioriteerd door 74
De concrete uitspraken die uit de brainstormfase kwamen, zijn vervolgens geprioriteerd door 74
professionals. Dit waren 11 Pro Justitia rapporteurs, 6 NIFP consulenten2, 10 rechters, 9 officieren
professionals. Dit waren 11 Pro Justitia rapporteurs, 6 NIFP consulenten2, 10 rechters, 9 officieren
van justitie, 4 strafrechtadvocaten, 10 reclasseringsmedewerkers, 8 gedragsdeskundigen Raad voor
van justitie, 4 strafrechtadvocaten, 10 reclasseringsmedewerkers, 8 gedragsdeskundigen Raad voor
de Kinderbescherming, 8 gedragsdeskundigen Justitiële Jeugdinrichting (JJI)/ Penitiaire Inrichting (PI)
de Kinderbescherming, 8 gedragsdeskundigen Justitiële Jeugdinrichting (JJI)/ Penitiaire Inrichting (PI)
en 8 behandelaren in de forensische psychiatrie. Deelnemers aan de prioriteringsfase van het
en 8 behandelaren in de forensische psychiatrie. Deelnemers aan de prioriteringsfase van het
onderzoek hebben alle uitspraken gewaardeerd met een cijfer tussen de 1 en de 5. Daarna hebben zij
onderzoek hebben alle uitspraken gewaardeerd met een cijfer tussen de 1 en de 5. Daarna hebben zij
de uitspraken geclusterd in voor hun relevante clusters. Over de resultaten zijn statistische analyses
de uitspraken geclusterd in voor hun relevante clusters. Over de resultaten zijn statistische analyses
uitgevoerd. In eerste instantie is bepaald welke indicatiecriteria en contra-indicaties de professionals
uitgevoerd. In eerste instantie is bepaald welke indicatiecriteria en contra-indicaties de professionals
gemiddeld genomen belangrijk vonden. Op basis van deze gemiddelde scores zijn uitspraken
gemiddeld genomen belangrijk vonden. Op basis van deze gemiddelde scores zijn uitspraken
verwijderd die de deelnemers aan het onderzoek minder relevant achten bij een advies over het
verwijderd die de deelnemers aan het onderzoek minder relevant achten bij een advies over het
toepassen van het jeugdstrafrecht. Vervolgens is via een hiërarchische clusteranalyse een clustering
toepassen van het jeugdstrafrecht. Vervolgens is via een hiërarchische clusteranalyse een clustering
van de overgebleven uitspraken tot stand gekomen.
van de overgebleven uitspraken tot stand gekomen.
Resultaten Uit de literatuurstudie blijkt dat er veel is geschreven over wat adolescenten als groep
Resultaten Uit de literatuurstudie blijkt dat er veel is geschreven over wat adolescenten als groep
doet afwijken van volwassenen. Echter er zijn op individueel niveau nauwelijks criteria te vinden
doet afwijken van volwassenen. Echter er zijn op individueel niveau nauwelijks criteria te vinden
waarom sommige jongeren onder het volwassenen strafrecht zouden moeten worden veroordeeld
waarom sommige jongeren onder het volwassenen strafrecht zouden moeten worden veroordeeld
en andere onder het jeugdstrafrecht. De belangrijkste bevindingen uit de interviews in de concept-
en andere onder het jeugdstrafrecht. De belangrijkste bevindingen uit de interviews in de concept-
mapping is dat professionals geneigd zijn om in abstracte concepten te spreken en concrete
mapping is dat professionals geneigd zijn om in abstracte concepten te spreken en concrete
uitspraken die hieraan aan ten grondslag liggen onbenoemd laten. Tevens bleken de professionals
uitspraken die hieraan aan ten grondslag liggen onbenoemd laten. Tevens bleken de professionals
deze abstracte concepten vanuit het perspectief van de eigen discipline te definiëren. Deze definities
deze abstracte concepten vanuit het perspectief van de eigen discipline te definiëren. Deze definities
komen n iet met elkaar overeen. Uiteindelijk bleef een lijst over van 25 concrete uitspraken voor het
komen n iet met elkaar overeen. Uiteindelijk bleef een lijst over van 25 concrete uitspraken voor het
toepassen van het jeugdstrafrecht en 27 contra-indicaties. Deze uitspraken werden geprioriteerd. Dit
toepassen van het jeugdstrafrecht en 27 contra-indicaties. Deze uitspraken werden geprioriteerd. Dit
leverde 2 clusters op met 11 indicatiecriteria voor het toepassen van het jeugdstrafrecht en 4
leverde 2 clusters op met 11 indicatiecriteria voor het toepassen van het jeugdstrafrecht en 4
clusters met 15 contra-indicaties. De clusters voor het toepassen van het jeugdstrafrecht zijn
clusters met 15 contra-indicaties. De clusters voor het toepassen van het jeugdstrafrecht zijn
“Handelingsvaardigheden” en “Pedagogische beïnvloeding”. De clusters met contra-indicaties zijn
“Handelingsvaardigheden” en “Pedagogische beïnvloeding”. De clusters met contra-indicaties zijn
“Justitiële voorgeschiedenis”, “Psychopathische trekken”, “Criminele levensstijl” en “Pedagogische
“Justitiële voorgeschiedenis”, “Psychopathische trekken”, “Criminele levensstijl” en “Pedagogische
onmogelijkheden”.
onmogelijkheden”.
De uiteindelijke clusters met uitspraken zijn gebaseerd op de informatie van alle deelnemers, maar
De uiteindelijke clusters met uitspraken zijn gebaseerd op de informatie van alle deelnemers, maar
er zijn ook analyses uitgevoerd per beroepsgroep. Hieruit blijkt dat de beroepsgroepen enigszins van
er zijn ook analyses uitgevoerd per beroepsgroep. Hieruit blijkt dat de beroepsgroepen enigszins van
elkaar afwijken in hun beoordeling over welke uitspraken van belang zijn. Ook in de clustering laten
elkaar afwijken in hun beoordeling over welke uitspraken van belang zijn. Ook in de clustering laten
de beroepsgroepen een andere voorkeur zien. Opvallend is dat er meer verschillen zijn tussen de
de beroepsgroepen een andere voorkeur zien. Opvallend is dat er meer verschillen zijn tussen de
2
2
Psychiaters en psychologen van het NIFP die voorgeleidings- en/of trajectconsulten doen
2
Psychiaters en psychologen van het NIFP die voorgeleidings- en/of trajectconsulten doen
2
beroepsgroepen over de contra-indicaties dan over de indicatiecriteria. De beroepsgroepen lijken op
beroepsgroepen over de contra-indicaties dan over de indicatiecriteria. De beroepsgroepen lijken op
basis van hun prioritering niet op elkaar.
basis van hun prioritering niet op elkaar.
Conclusie Er is voor gekozen om alle deelnemers mee te nemen bij de uiteindelijke clustering en
Conclusie Er is voor gekozen om alle deelnemers mee te nemen bij de uiteindelijke clustering en
prioritering omdat er geen opvallende patronen zichtbaar waren in de antwoorden per beroepsgroep
prioritering omdat er geen opvallende patronen zichtbaar waren in de antwoorden per beroepsgroep
en er op basis van de inhoud van de uitspraken geen reden toe was om hiervan af te wijken. Op basis
en er op basis van de inhoud van de uitspraken geen reden toe was om hiervan af te wijken. Op basis
van deze gegevens is in de laatste fase van het onderzoek een wegingslijst ontwikkeld. De
van deze gegevens is in de laatste fase van het onderzoek een wegingslijst ontwikkeld. De
wegingslijst heeft tot doel dat er gestructureerd indicaties en contra-indicaties nagegaan kunnen
wegingslijst heeft tot doel dat er gestructureerd indicaties en contra-indicaties nagegaan kunnen
worden. Tevens draagt het bij aan het inzichtelijk maken en onderbouwen van de overwegingen. Tot
worden. Tevens draagt het bij aan het inzichtelijk maken en onderbouwen van de overwegingen. Tot
slot is er een betere afstemming mogelijk tussen de verschillende beroepsgroepen doordat de
slot is er een betere afstemming mogelijk tussen de verschillende beroepsgroepen doordat de
wegingslijst op een concreet niveau is geformuleerd. De implementatie van de wegingslijst zal verder
wegingslijst op een concreet niveau is geformuleerd. De implementatie van de wegingslijst zal verder
worden onderzocht in 2014. Mogelijk worden er het komende jaar nog kleine aanpassingen aan de
worden onderzocht in 2014. Mogelijk worden er het komende jaar nog kleine aanpassingen aan de
wegingslijst gemaakt.
wegingslijst gemaakt.
3
3
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Samenvatting
p. 1
Samenvatting
p. 1
Inhoudsopgave
p. 4
Inhoudsopgave
p. 4
Inleiding Jongvolwassenen: een aparte groep? Adolescentenstrafrecht Positie NIFP Doel onderzoek Van Montfoort criteria en pilots Opbouw onderzoeksverslag
p. 5
Inleiding Jongvolwassenen: een aparte groep? Adolescentenstrafrecht Positie NIFP Doel onderzoek Van Montfoort criteria en pilots Opbouw onderzoeksverslag
p. 5
Methode Concept mapping Fase 1: Onderzoek voorbereiden Fase 2: Brainstormfase Fase 3: Prioriteringsfase Fase 4: Statische analyse Fase 5: Interpreteren “maps” Fase 6: Implementatie
p. 11
Methode Concept mapping Fase 1: Onderzoek voorbereiden Fase 2: Brainstormfase Fase 3: Prioriteringsfase Fase 4: Statische analyse Fase 5: Interpreteren “maps” Fase 6: Implementatie
p. 11
Resultaten Verzamelen van uitspraken Analyses Analyses per beroepsgroep Wegingslijst
p. 20
Resultaten Verzamelen van uitspraken Analyses Analyses per beroepsgroep Wegingslijst
p. 20
Discussie Voordelen huidige onderzoeksmethode Beperkingen Toekomstig onderzoek
p. 37
Discussie Voordelen huidige onderzoeksmethode Beperkingen Toekomstig onderzoek
p. 37
Literatuurlijst
p. 41
Literatuurlijst
p. 41
Bijlage 1 – De wegingslijst
p. 45
Bijlage 1 – De wegingslijst
p. 45
Bijlage 2 – Begeleidingscommissie onderzoek
p. 52
Bijlage 2 – Begeleidingscommissie onderzoek
p. 52
4
4
Inleiding
Inleiding
Adolescenten3 blijken verantwoordelijk voor een onevenredig groot aantal delicten in Nederland. In
Adolescenten3 blijken verantwoordelijk voor een onevenredig groot aantal delicten in Nederland. In
2007 was ruim een kwart van alle aangehouden verdachten tussen de 16 en 22 jaar oud (Eggen, &
2007 was ruim een kwart van alle aangehouden verdachten tussen de 16 en 22 jaar oud (Eggen, &
Goudriaan, 2010). Van der Laan, van der Laan, Hoeve, Blom en Lamet (2012) concluderen dat er
Goudriaan, 2010). Van der Laan, van der Laan, Hoeve, Blom en Lamet (2012) concluderen dat er
zowel relatief als absoluut door het OM en de rechtbank meer strafzaken worden afgedaan tegen
zowel relatief als absoluut door het OM en de rechtbank meer strafzaken worden afgedaan tegen
jongvolwassenen dan tegen andere leeftijdsgroepen. Adolescenten vertonen vaak leeftijdsspecifiek
jongvolwassenen dan tegen andere leeftijdsgroepen. Adolescenten vertonen vaak leeftijdsspecifiek
risicogedrag doordat hun neurobiologische en psychologische ontwikkeling nog niet is voltooid. Om
risicogedrag doordat hun neurobiologische en psychologische ontwikkeling nog niet is voltooid. Om
jongvolwassene in deze leeftijdscategorie goed bij te sturen en daarmee de kans op recidive te
jongvolwassene in deze leeftijdscategorie goed bij te sturen en daarmee de kans op recidive te
verminderen, is het belangrijk dat rekening wordt gehouden met hun ontwikkelingsleeftijd. Om deze
verminderen, is het belangrijk dat rekening wordt gehouden met hun ontwikkelingsleeftijd. Om deze
redenen heeft het kabinet besloten per 1 april 2014 een aantal wetswijzigingen door te voeren die
redenen heeft het kabinet besloten per 1 april 2014 een aantal wetswijzigingen door te voeren die
betrekking hebben op de leeftijdsgroep tussen de 16 en 23 jaar. Deze wetswijziging staat bekend als
betrekking hebben op de leeftijdsgroep tussen de 16 en 23 jaar. Deze wetswijziging staat bekend als
“het adolescentenstrafrecht” en zal in dit rapport ook zo genoemd worden. Een van de wijzigingen
“het adolescentenstrafrecht” en zal in dit rapport ook zo genoemd worden. Een van de wijzigingen
houdt onder andere in dat de grens voor toepassing van het jeugdstrafrecht bij meerderjarigen
houdt onder andere in dat de grens voor toepassing van het jeugdstrafrecht bij meerderjarigen
wordt verhoogd van 21 naar 23 jaar. Uitgangspunt blijft echter dat jongvolwassenen tussen de 18 en
wordt verhoogd van 21 naar 23 jaar. Uitgangspunt blijft echter dat jongvolwassenen tussen de 18 en
23 jaar oud volgens het volwassenen strafrecht worden berecht. Het NIFP wordt gevraagd te
23 jaar oud volgens het volwassenen strafrecht worden berecht. Het NIFP wordt gevraagd te
rapporteren bij verdachten waarvan het delict ernstig is en waarbij (een vermoeden van)
rapporteren bij verdachten waarvan het delict ernstig is en waarbij (een vermoeden van)
psychopathologie en/of een ontwikkelingsachterstand is. Afwijkingen van de reguliere vorm van
psychopathologie en/of een ontwikkelingsachterstand is. Afwijkingen van de reguliere vorm van
strafrecht zullen waarschijnlijk vooral worden overwogen bij verdachten in dergelijke zaken. De
strafrecht zullen waarschijnlijk vooral worden overwogen bij verdachten in dergelijke zaken. De
verwachting is dan ook dat het NIFP geregeld geraadpleegd zal worden. Het is daarom belangrijk dat
verwachting is dan ook dat het NIFP geregeld geraadpleegd zal worden. Het is daarom belangrijk dat
de NIFP medewerkers en Pro Justitia rapporteurs indicatiecriteria hebben die ze kunnen gebruiken in
de NIFP medewerkers en Pro Justitia rapporteurs indicatiecriteria hebben die ze kunnen gebruiken in
hun advies om het adolescentenstrafrecht al dan niet te overwegen. Eerder heeft Bureau van
hun advies om het adolescentenstrafrecht al dan niet te overwegen. Eerder heeft Bureau van
Montfoort criteria ontwikkeld (van de Braak, de Jong, Rutten, & Vogelvang, 2012) voor de afweging
Montfoort criteria ontwikkeld (van de Braak, de Jong, Rutten, & Vogelvang, 2012) voor de afweging
door de reclassering. Uit een pilot onderzoek bleek dat deze criteria moesten worden aangescherpt
door de reclassering. Uit een pilot onderzoek bleek dat deze criteria moesten worden aangescherpt
en niet goed bruikbaar waren voor NIFP medewerkers en Pro Justitia rapporteurs. In dit onderzoek,
en niet goed bruikbaar waren voor NIFP medewerkers en Pro Justitia rapporteurs. In dit onderzoek,
gefinancierd door het Ministerie van Veiligheid en Justitie, worden indicatiecriteria ontwikkeld om te
gefinancierd door het Ministerie van Veiligheid en Justitie, worden indicatiecriteria ontwikkeld om te
bepalen of en wanneer het jeugdstrafrecht van toepassing is voor jongvolwassenen (18-23 jarigen).
bepalen of en wanneer het jeugdstrafrecht van toepassing is voor jongvolwassenen (18-23 jarigen).
In het adolescentenstrafrecht blijft de mogelijkheid bestaan om 16 en 17 jarigen te veroordelen
In het adolescentenstrafrecht blijft de mogelijkheid bestaan om 16 en 17 jarigen te veroordelen
onder het volwassenen strafrecht. Echter omdat dit niet veel gebeurd en het jeugdstrafrecht in
onder het volwassenen strafrecht. Echter omdat dit niet veel gebeurd en het jeugdstrafrecht in
principe op deze groep van toepassing is, hebben wij alleen onderzoek gedaan naar toepassing van
principe op deze groep van toepassing is, hebben wij alleen onderzoek gedaan naar toepassing van
het jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen.
het jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen.
3
3
In navolging van de memorie van toelichting behorende bij het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht wordt onder adolescenten “jeugdigen en jongvolwassenen in de leeftijd van 15 tot 23 jaar” verstaan (Kamerstukken, II 2012/2013, 33 498, nr 3, p. 1).
In navolging van de memorie van toelichting behorende bij het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht wordt onder adolescenten “jeugdigen en jongvolwassenen in de leeftijd van 15 tot 23 jaar” verstaan (Kamerstukken, II 2012/2013, 33 498, nr 3, p. 1).
5
5
Jongvolwassenen: een aparte groep
Jongvolwassenen: een aparte groep
Uit wetenschappelijke hoek wordt een harde scheidslijn tussen de adolescentie en volwassenheid
Uit wetenschappelijke hoek wordt een harde scheidslijn tussen de adolescentie en volwassenheid
steeds meer bekritiseerd. Ten eerste toont neurobiologisch onderzoek aan dat rijping van de
steeds meer bekritiseerd. Ten eerste toont neurobiologisch onderzoek aan dat rijping van de
hersenen in ieder geval niet bij alle jongeren is voltooid als ze 18 jaar oud zijn geworden. Vaak wordt
hersenen in ieder geval niet bij alle jongeren is voltooid als ze 18 jaar oud zijn geworden. Vaak wordt
gesproken over een hersenrijping die in sommige gevallen doorgaat tot het vijfentwintigste
gesproken over een hersenrijping die in sommige gevallen doorgaat tot het vijfentwintigste
levensjaar, waarbij de prefrontale cortex als laatste uitgerijpt is (o.a. Gur, 2005; Crone, 2008). Deze
levensjaar, waarbij de prefrontale cortex als laatste uitgerijpt is (o.a. Gur, 2005; Crone, 2008). Deze
structuur is onder andere van belang bij het plannen van gedrag en impulsbeheersing. Dit zijn
structuur is onder andere van belang bij het plannen van gedrag en impulsbeheersing. Dit zijn
functies waar veel delinquenten problemen mee hebben. Ten tweede is bekend dat bij veel jongeren
functies waar veel delinquenten problemen mee hebben. Ten tweede is bekend dat bij veel jongeren
die (herhaaldelijk) in aanraking komen met het jeugdstrafrecht, sprake is van een
die (herhaaldelijk) in aanraking komen met het jeugdstrafrecht, sprake is van een
ontwikkelingsachterstand en/of psychopathologie (Weijers, 2011). Ten derde, hebben de laatste
ontwikkelingsachterstand en/of psychopathologie (Weijers, 2011). Ten derde, hebben de laatste
decennia grote maatschappelijke veranderingen plaatsgevonden. Hierdoor is de rol van
decennia grote maatschappelijke veranderingen plaatsgevonden. Hierdoor is de rol van
jongvolwassenen in de samenleving veranderd. Zo beginnen jongvolwassenen later met werken,
jongvolwassenen in de samenleving veranderd. Zo beginnen jongvolwassenen later met werken,
trouwen ze op latere leeftijd en krijgen ze later kinderen (Arnett, 2004). Dit zijn traditionele markers
trouwen ze op latere leeftijd en krijgen ze later kinderen (Arnett, 2004). Dit zijn traditionele markers
van volwassenheid. Uit zelfrapportage blijkt tevens dat de meeste jongvolwassenen weliswaar het
van volwassenheid. Uit zelfrapportage blijkt tevens dat de meeste jongvolwassenen weliswaar het
gevoel hebben dat ze geen adolescent meer zijn maar ook nog niet het gevoel hebben volwassenheid
gevoel hebben dat ze geen adolescent meer zijn maar ook nog niet het gevoel hebben volwassenheid
te hebben bereikt (Arnett, 2000). Deze jongvolwassenen merken op dat ze op sommige gebieden al
te hebben bereikt (Arnett, 2000). Deze jongvolwassenen merken op dat ze op sommige gebieden al
wel volwassen zijn en op anderen nog niet (Arnett, 2001). Om deze reden stelt Arnett de term
wel volwassen zijn en op anderen nog niet (Arnett, 2001). Om deze reden stelt Arnett de term
“Emerging adulthood” voor. In het Nederlands wordt dit geregeld vertaald als jongvolwassenen.
“Emerging adulthood” voor. In het Nederlands wordt dit geregeld vertaald als jongvolwassenen.
Ook binnen de criminologie staat deze leeftijdsgroep in de aandacht. Moffit (1993) maakt in haar
Ook binnen de criminologie staat deze leeftijdsgroep in de aandacht. Moffit (1993) maakt in haar
onderzoek onderscheidt tussen “life-course persistent” en “adolescence limited offenders”. Het zou
onderzoek onderscheidt tussen “life-course persistent” en “adolescence limited offenders”. Het zou
bij deze twee groepen om verschillende criminologische levenspaden waarbij de conclusie wordt
bij deze twee groepen om verschillende criminologische levenspaden waarbij de conclusie wordt
getrokken dat de twee groepen ook anders moeten worden aangepakt. Tot slot veronderstellen
getrokken dat de twee groepen ook anders moeten worden aangepakt. Tot slot veronderstellen
Loeber, Slot en Stouthamer-Loeber (2008) dat risicofactoren verschillen per ontwikkelingsfase. Zij
Loeber, Slot en Stouthamer-Loeber (2008) dat risicofactoren verschillen per ontwikkelingsfase. Zij
stellen dat deze risicofactoren op het vertonen van crimineel gedrag deels verschillen voor
stellen dat deze risicofactoren op het vertonen van crimineel gedrag deels verschillen voor
adolescenten en jongvolwassenen.
adolescenten en jongvolwassenen.
Adolescentenstrafrecht
Adolescentenstrafrecht
Om bovenstaande redenen is geregeld de discussie opgelaaid of adolescenten ook in strafrechtelijk
Om bovenstaande redenen is geregeld de discussie opgelaaid of adolescenten ook in strafrechtelijk
opzicht niet anders moeten worden behandeld dan volwassenen. Een wetenschapper als Dorelijers
opzicht niet anders moeten worden behandeld dan volwassenen. Een wetenschapper als Dorelijers
(Dorelijers, 2009; Dorelijers & Fokkens, 2010) is grote voorstander van een apart
(Dorelijers, 2009; Dorelijers & Fokkens, 2010) is grote voorstander van een apart
adolescentenstrafrecht. Door hem wordt gepleit voor een losstaand adolescentenstrafrecht met
adolescentenstrafrecht. Door hem wordt gepleit voor een losstaand adolescentenstrafrecht met
eigen maatregelen en straffen. Ook in de politiek is de discussie over de plaats van adolescenten in
eigen maatregelen en straffen. Ook in de politiek is de discussie over de plaats van adolescenten in
het strafrecht geregeld gevoerd. In de jaren 50 adviseerde de commissie-Overwater (1951) om, als er
het strafrecht geregeld gevoerd. In de jaren 50 adviseerde de commissie-Overwater (1951) om, als er
redenen gevonden worden in de persoonlijkheid van de dader, het minderjarigenstrafrecht toe te
redenen gevonden worden in de persoonlijkheid van de dader, het minderjarigenstrafrecht toe te
6
6
kunnen passen bij 18-plussers. Deze aanbeveling is overgenomen voor jongvolwassenen tussen de
kunnen passen bij 18-plussers. Deze aanbeveling is overgenomen voor jongvolwassenen tussen de
18- en 21 jaar oud. De commissie-Wiarda (1971) heeft aangestuurd op een apart
18- en 21 jaar oud. De commissie-Wiarda (1971) heeft aangestuurd op een apart
adolescentenstrafrecht. Zij stelde voor vooral gebruik te maken van sancties uit het jeugdstrafrecht.
adolescentenstrafrecht. Zij stelde voor vooral gebruik te maken van sancties uit het jeugdstrafrecht.
Vanwege het verlagen van de burgerlijke meerderjarigheidsgrens van 21 naar 18 jaar oud, werd de
Vanwege het verlagen van de burgerlijke meerderjarigheidsgrens van 21 naar 18 jaar oud, werd de
commissie-Anneveldt in 1979 aangesteld om het jeugdstrafrecht te herzien. De commissie stelde
commissie-Anneveldt in 1979 aangesteld om het jeugdstrafrecht te herzien. De commissie stelde
voor om het materiële jeugdgsanctierecht uit te breiden naar jongvolwassenen tot 24 jaar
voor om het materiële jeugdgsanctierecht uit te breiden naar jongvolwassenen tot 24 jaar
(Commisie-Anneveldt, 1982). Indien er redenen zijn in de persoonlijkheid van de dader of de ernst
(Commisie-Anneveldt, 1982). Indien er redenen zijn in de persoonlijkheid van de dader of de ernst
van het strafbare feit, kan als uitzondering ook het meerderjarigenstrafrecht worden toegepast op 16
van het strafbare feit, kan als uitzondering ook het meerderjarigenstrafrecht worden toegepast op 16
– 24 jarigen. Als reden hiervoor noemde de commissie dat volwassen worden een geleidelijk proces
– 24 jarigen. Als reden hiervoor noemde de commissie dat volwassen worden een geleidelijk proces
is. Tevens meldde zij dat het bij jongvolwassenen veelal om delict gedrag te gaan dat zich beperkt tot
is. Tevens meldde zij dat het bij jongvolwassenen veelal om delict gedrag te gaan dat zich beperkt tot
de adolescentiefase. Toen in 1995 het jeugdstrafrecht werd herzien, werden de meeste adviezen
de adolescentiefase. Toen in 1995 het jeugdstrafrecht werd herzien, werden de meeste adviezen
overgenomen, behalve het toepassen van sancties uit het jeugdstrafrecht bij 18 tot 24 jarigen.
overgenomen, behalve het toepassen van sancties uit het jeugdstrafrecht bij 18 tot 24 jarigen.
Inhoudelijk gezien was het toenmalige kabinet het er mee eens dat adolescenten een aparte groep
Inhoudelijk gezien was het toenmalige kabinet het er mee eens dat adolescenten een aparte groep
vormen. Echter, vanwege praktische en economische redenen en de druk die de jongvolwassenen op
vormen. Echter, vanwege praktische en economische redenen en de druk die de jongvolwassenen op
het bestaande systeem zouden leggen, is hiervan afgezien. Tevens was het kabinet van mening dat
het bestaande systeem zouden leggen, is hiervan afgezien. Tevens was het kabinet van mening dat
het ook mogelijk zou zijn om jongvolwassenen anders te benaderen binnen het commune strafrecht
het ook mogelijk zou zijn om jongvolwassenen anders te benaderen binnen het commune strafrecht
(Kamerstuk II, 21 372).
(Kamerstuk II, 21 372).
In het najaar van 2010 kondigde Rutte I aan een adolescentenstrafrecht in te willen voeren voor
In het najaar van 2010 kondigde Rutte I aan een adolescentenstrafrecht in te willen voeren voor
adolescenten tussen de 15 en 23 jaar. De wetgever heeft er voor gekozen om geen apart
adolescenten tussen de 15 en 23 jaar. De wetgever heeft er voor gekozen om geen apart
adolescentenstrafrecht in te voeren, maar om flexibeler om te gaan met de bestaande
adolescentenstrafrecht in te voeren, maar om flexibeler om te gaan met de bestaande
leeftijdsgrenzen. Zo blijft de mogelijkheid onder artikel 77b bestaan om 16- en 17-jarigen te
leeftijdsgrenzen. Zo blijft de mogelijkheid onder artikel 77b bestaan om 16- en 17-jarigen te
veroordelen onder het volwassenen strafrecht als de ernst van het feit, de omstandigheden van het
veroordelen onder het volwassenen strafrecht als de ernst van het feit, de omstandigheden van het
delict of de persoonlijkheid van de dader hierom vragen. Tevens wordt de leeftijd in artikel 77c
delict of de persoonlijkheid van de dader hierom vragen. Tevens wordt de leeftijd in artikel 77c
verhoogd van 21 jaar tot 23 jaar. Dit betekent dat jongvolwassen tussen de 18 en 23 jaar in sommige
verhoogd van 21 jaar tot 23 jaar. Dit betekent dat jongvolwassen tussen de 18 en 23 jaar in sommige
gevallen onder het jeugdstrafrecht kunnen worden veroordeeld. Hierdoor ontstaat de vraag op
gevallen onder het jeugdstrafrecht kunnen worden veroordeeld. Hierdoor ontstaat de vraag op
welke 18 tot 23 jarigen het jeugdstrafrecht zou moeten worden toegepast.
welke 18 tot 23 jarigen het jeugdstrafrecht zou moeten worden toegepast.
Positie NIFP
Positie NIFP
Het openbaar ministerie en de rechterlijke macht heeft een juridische achtergrond en moet,
Het openbaar ministerie en de rechterlijke macht heeft een juridische achtergrond en moet,
wanneer sprake is van ontwikkelingsachterstanden of problemen met de geestesvermogens (deels)
wanneer sprake is van ontwikkelingsachterstanden of problemen met de geestesvermogens (deels)
afgaan op de expertise van gedragsdeskundigen. Aangezien de redenen voor het toepassen van het
afgaan op de expertise van gedragsdeskundigen. Aangezien de redenen voor het toepassen van het
jeugdstrafrecht bij jongvolwassenen liggen in de ontwikkeling van de verdachte, is
jeugdstrafrecht bij jongvolwassenen liggen in de ontwikkeling van de verdachte, is
gedragsdeskundige advisering over de ontwikkeling en ontwikkelingsleeftijd van de verdachte in deze
gedragsdeskundige advisering over de ontwikkeling en ontwikkelingsleeftijd van de verdachte in deze
zaken erg belangrijk. Wanneer er sprake is van aanwijzingen van psychopathologie, wordt dit gedaan
zaken erg belangrijk. Wanneer er sprake is van aanwijzingen van psychopathologie, wordt dit gedaan
7
7
door het NIFP in de vorm van een consultatie of door Pro Justitia rapporteurs in de vorm van een Pro
door het NIFP in de vorm van een consultatie of door Pro Justitia rapporteurs in de vorm van een Pro
Justitia rapportage. In figuur 1 wordt de strafrechtketen van 18 – 23 jarigen beschreven. Hierin is te
Justitia rapportage. In figuur 1 wordt de strafrechtketen van 18 – 23 jarigen beschreven. Hierin is te
vinden hoe en op welke momenten advisering aan het openbaar ministerie en de rechterlijke macht
vinden hoe en op welke momenten advisering aan het openbaar ministerie en de rechterlijke macht
geregeld is.
geregeld is.
Figuur 1. Strafrechtketen 18 – 23 jarigen
Figuur 1. Strafrechtketen 18 – 23 jarigen
Na verhoor door de politie, maakt het Openbaar ministerie een eerste beoordeling. Als het delict
Na verhoor door de politie, maakt het Openbaar ministerie een eerste beoordeling. Als het delict
ernstig genoeg is, wordt de verdachte besproken in het ketenoverleg en wordt een eerste afweging
ernstig genoeg is, wordt de verdachte besproken in het ketenoverleg en wordt een eerste afweging
jeugd- of volwassenen strafrecht gemaakt. Vervolgens bepaalt de Rechter commissaris of voorlopige
jeugd- of volwassenen strafrecht gemaakt. Vervolgens bepaalt de Rechter commissaris of voorlopige
hechtenis noodzakelijk is. De reclassering kan in deze fase adviseren. Echter, als er sprake is van
hechtenis noodzakelijk is. De reclassering kan in deze fase adviseren. Echter, als er sprake is van
aanwijzingen van psychopathologie, is er een gedragsdeskundig oordeel nodig. Dit kan plaatsvinden
aanwijzingen van psychopathologie, is er een gedragsdeskundig oordeel nodig. Dit kan plaatsvinden
in de vorm van een voorgeleidings- of trajectconsult van het NIFP waarbij de vraag aan de orde komt
in de vorm van een voorgeleidings- of trajectconsult van het NIFP waarbij de vraag aan de orde komt
of een jongvolwassene in een justitiële jeugdinrichting (JJI) of een penitentiaire inrichting (PI) in
of een jongvolwassene in een justitiële jeugdinrichting (JJI) of een penitentiaire inrichting (PI) in
voorlopige hechtenis geplaatst moet worden. Het openbaar ministerie wil dit in een zo vroeg
voorlopige hechtenis geplaatst moet worden. Het openbaar ministerie wil dit in een zo vroeg
mogelijk stadium weten zodat eventuele latere verplaatsingen van jongvolwassenen kunnen worden
mogelijk stadium weten zodat eventuele latere verplaatsingen van jongvolwassenen kunnen worden
voorkomen. Een tweede moment waarop het openbaar ministerie advies kan inwinnen is voor een
voorkomen. Een tweede moment waarop het openbaar ministerie advies kan inwinnen is voor een
zitting. Is er geen sprake van psychopathologie, dan volstaat advisering door de reclassering. Is er
zitting. Is er geen sprake van psychopathologie, dan volstaat advisering door de reclassering. Is er
aanvullend gedragsdeskundig onderzoek nodig, dan kan het NIFP daarover adviseren. In het
aanvullend gedragsdeskundig onderzoek nodig, dan kan het NIFP daarover adviseren. In het
trajectconsult wordt geadviseerd over de Pro Justitia rapportage.
trajectconsult wordt geadviseerd over de Pro Justitia rapportage.
Samenvattend zijn er twee momenten in de strafrechtketen waarop advies kan worden ingewonnen:
Samenvattend zijn er twee momenten in de strafrechtketen waarop advies kan worden ingewonnen:
voor een beoordeling over de voorlopige hechtenis en voor een zitting. Bij deze adviezen zal ook de
voor een beoordeling over de voorlopige hechtenis en voor een zitting. Bij deze adviezen zal ook de
vraag gesteld worden of het jeugdstrafrecht van toepassing is bij 18 – 23 jarigen.
vraag gesteld worden of het jeugdstrafrecht van toepassing is bij 18 – 23 jarigen.
8
8
Doel onderzoek
Doel onderzoek
Professionals hebben handvatten nodig om de rechterlijke macht op deze momenten te kunnen
Professionals hebben handvatten nodig om de rechterlijke macht op deze momenten te kunnen
adviseren over het toepassen van jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen. Er bestonden nog geen helder
adviseren over het toepassen van jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen. Er bestonden nog geen helder
omschreven criteria die gedragsdeskundigen kunnen gebruiken. De kennis over ontwikkeling van
omschreven criteria die gedragsdeskundigen kunnen gebruiken. De kennis over ontwikkeling van
jongvolwassenen neemt snel toe. Doordat het veel NIFP medewerkers en Pro Justitia rapporteurs die
jongvolwassenen neemt snel toe. Doordat het veel NIFP medewerkers en Pro Justitia rapporteurs die
zullen rapporteren over de jongvolwassenen, in het volwassenen werkveld werken, zal kennis over
zullen rapporteren over de jongvolwassenen, in het volwassenen werkveld werken, zal kennis over
ontwikkeling van jongvolwassenen mogelijk ontbreken. Dat goede voorlichting over ontwikkeling van
ontwikkeling van jongvolwassenen mogelijk ontbreken. Dat goede voorlichting over ontwikkeling van
de jongvolwassenen wel van groot belang is, blijkt uit het feit dat de invloed van voorlichting en
de jongvolwassenen wel van groot belang is, blijkt uit het feit dat de invloed van voorlichting en
advisering door experts aan de rechterlijke macht groot is. Rechter R. v.d. Water vertelde op het
advisering door experts aan de rechterlijke macht groot is. Rechter R. v.d. Water vertelde op het
Medilex congres adolescentenstrafrecht van 19 juni 2013 dat de pedagogische en psychologische
Medilex congres adolescentenstrafrecht van 19 juni 2013 dat de pedagogische en psychologische
deskundigheid onder rechters (en het openbaar ministerie) minimaal is. Daaruit volgt logischerwijs
deskundigheid onder rechters (en het openbaar ministerie) minimaal is. Daaruit volgt logischerwijs
dat goede voorlichting over deze onderwerpen belangrijk is. Means, Heller en Janofsky (2012)
dat goede voorlichting over deze onderwerpen belangrijk is. Means, Heller en Janofsky (2012)
concluderen dat de beslissing die Amerikaanse rechters nemen over het toepassen van commune of
concluderen dat de beslissing die Amerikaanse rechters nemen over het toepassen van commune of
jeugdstrafrecht, het meeste wordt beïnvloedt door de mening van de forensische beoordelaar. In
jeugdstrafrecht, het meeste wordt beïnvloedt door de mening van de forensische beoordelaar. In
Nederland stelt Duits (2006) vast dat de rechtbank in het merendeel van de onderzochte
Nederland stelt Duits (2006) vast dat de rechtbank in het merendeel van de onderzochte
jeugdstrafrechtzaken het advies van Pro Justitia rapporteurs overneemt. Het is daarom van groot
jeugdstrafrechtzaken het advies van Pro Justitia rapporteurs overneemt. Het is daarom van groot
belang dat de adviezen over het toepassen van het adolescentenstrafrecht gedegen en op
belang dat de adviezen over het toepassen van het adolescentenstrafrecht gedegen en op
wetenschappelijke gronden tot stand komen. Dit bevordert de rechtsgelijkheid en maakt het niet
wetenschappelijke gronden tot stand komen. Dit bevordert de rechtsgelijkheid en maakt het niet
afhankelijk van de mening van individuele gedragsdeskundigen.
afhankelijk van de mening van individuele gedragsdeskundigen.
Van Montfoort criteria en pilots
Van Montfoort criteria en pilots
In 2012 heeft Bureau van Montfoort in opdracht van de drie reclasseringsorganisaties (3RO) criteria
In 2012 heeft Bureau van Montfoort in opdracht van de drie reclasseringsorganisaties (3RO) criteria
ontwikkeld die de reclassering kan gebruiken bij het adviseren over het adolescentenstrafrecht. In
ontwikkeld die de reclassering kan gebruiken bij het adviseren over het adolescentenstrafrecht. In
eerste instantie was een triagemodel ontwikkeld met een zestal criteria voor de keuze tussen het
eerste instantie was een triagemodel ontwikkeld met een zestal criteria voor de keuze tussen het
volwassenen strafrecht en het jeugdstrafrecht. Ook was een triagemodel voor de keuze tussen
volwassenen strafrecht en het jeugdstrafrecht. Ook was een triagemodel voor de keuze tussen
jeugdreclassering en volwassenen reclassering ontwikkeld, welke bestond uit een viertal criteria (van
jeugdreclassering en volwassenen reclassering ontwikkeld, welke bestond uit een viertal criteria (van
den Braak, de Jong, Rutten, & Vogelvang, 2012). Met behulp van de indicatiecriteria hebben tussen
den Braak, de Jong, Rutten, & Vogelvang, 2012). Met behulp van de indicatiecriteria hebben tussen
september 2012 en mei 2013 twee pilots gedraaid: één in Groningen en één in Almelo. In de
september 2012 en mei 2013 twee pilots gedraaid: één in Groningen en één in Almelo. In de
pilotregio’s werden adolescenten waarbij werd overwogen af te wijken van het reguliere strafrecht
pilotregio’s werden adolescenten waarbij werd overwogen af te wijken van het reguliere strafrecht
onderzocht door een cross-over duo, bestaande uit een medewerker van een van de drie
onderzocht door een cross-over duo, bestaande uit een medewerker van een van de drie
reclasseringsorganisaties en een medewerker van de Raad voor de Kinderbescherming.
reclasseringsorganisaties en een medewerker van de Raad voor de Kinderbescherming.
Eén van de conclusies uit de pilots betrof dat de Van Montfoort criteria aanscherping behoeven
Eén van de conclusies uit de pilots betrof dat de Van Montfoort criteria aanscherping behoeven
(Buysse, Hilhorst, Abraham, & Loef, 2013) en als zodanig niet bruikbaar waren voor het NIFP.
(Buysse, Hilhorst, Abraham, & Loef, 2013) en als zodanig niet bruikbaar waren voor het NIFP.
9
9
Probleemstelling
Probleemstelling
Om NIFP medewerkers en Pro Justitia rapporteurs een denkkader te bieden bij het adviseren over
Om NIFP medewerkers en Pro Justitia rapporteurs een denkkader te bieden bij het adviseren over
het toepassen van het jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen zijn in het huidige onderzoek
het toepassen van het jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen zijn in het huidige onderzoek
indicatiecriteria ontwikkeld. Deze criteria zijn verwerkt in een “wegingslijst adolescentenstrafrecht”.
indicatiecriteria ontwikkeld. Deze criteria zijn verwerkt in een “wegingslijst adolescentenstrafrecht”.
Deze wegingslijst zal voor NIFP medewerkers en Pro Justitia rapporteurs een denkkader bieden
Deze wegingslijst zal voor NIFP medewerkers en Pro Justitia rapporteurs een denkkader bieden
waarbinnen een advies over eventuele toepassing van het jeugdstrafrecht meer gestructureerd kan
waarbinnen een advies over eventuele toepassing van het jeugdstrafrecht meer gestructureerd kan
worden afgewogen en beter kan worden onderbouwd. Dit zal de deskundigheid, en daaruit
worden afgewogen en beter kan worden onderbouwd. Dit zal de deskundigheid, en daaruit
voortvloeiend de kwaliteit van de Pro Justitia rapportages en consulten ten goede komen. Het
voortvloeiend de kwaliteit van de Pro Justitia rapportages en consulten ten goede komen. Het
gestructureerd nagaan van indicaties en contra-indicaties bij een overweging advies toepassen
gestructureerd nagaan van indicaties en contra-indicaties bij een overweging advies toepassen
jeugdstrafrecht, voorkomt bovendien mogelijke tunnelvisie van de professional.
jeugdstrafrecht, voorkomt bovendien mogelijke tunnelvisie van de professional.
Daarnaast zal het NIFP met Bureau van Montfoort samenwerken om de criteria op elkaar te laten
Daarnaast zal het NIFP met Bureau van Montfoort samenwerken om de criteria op elkaar te laten
aansluiten. Aan de hand daarvan wordt een nieuw afwegingskader voor de reclassering door Bureau
aansluiten. Aan de hand daarvan wordt een nieuw afwegingskader voor de reclassering door Bureau
van Montfoort ontwikkeld dat in januari 2014 wordt getoetst in twee werkplaatsen. De richtlijnen
van Montfoort ontwikkeld dat in januari 2014 wordt getoetst in twee werkplaatsen. De richtlijnen
kunnen na de evaluatie verder worden aangescherpt.
kunnen na de evaluatie verder worden aangescherpt.
10
10
Methode
Methode
Procedure concept mapping
Procedure concept mapping
In dit onderzoek is gebruik gemaakt van concept mapping (Trochim, 1989). Dit is een
In dit onderzoek is gebruik gemaakt van concept mapping (Trochim, 1989). Dit is een
consensusmethode waarbij een diffuus begrip kan worden omschreven en inzichtelijk kan worden
consensusmethode waarbij een diffuus begrip kan worden omschreven en inzichtelijk kan worden
uitgewerkt op een gestandaardiseerde manier. De concept mapping methode maakte het mogelijk
uitgewerkt op een gestandaardiseerde manier. De concept mapping methode maakte het mogelijk
om op een objectieve manier vast te kunnen stellen wat verschillende belanghebbende partijen als
om op een objectieve manier vast te kunnen stellen wat verschillende belanghebbende partijen als
groep de meeste bepalende criteria achten voor de vraag of een jongvolwassene volgens het
groep de meeste bepalende criteria achten voor de vraag of een jongvolwassene volgens het
volwassen of jeugdstrafrecht moet worden berecht. De expertise van de diverse beroepsgroepen die
volwassen of jeugdstrafrecht moet worden berecht. De expertise van de diverse beroepsgroepen die
werkzaam (gaan) zijn binnen het adolescentenstrafrecht zijn meegenomen. Er wordt daarbij vanuit
werkzaam (gaan) zijn binnen het adolescentenstrafrecht zijn meegenomen. Er wordt daarbij vanuit
gegaan dat professionals dit goed kunnen inschatten. Als er echter sprake is van een kokervisie bij de
gegaan dat professionals dit goed kunnen inschatten. Als er echter sprake is van een kokervisie bij de
professionals, zullen niet alle mogelijke uitspraken worden genoemd in interviews met professionals.
professionals, zullen niet alle mogelijke uitspraken worden genoemd in interviews met professionals.
Vandaar dat aanvullend een literatuur onderzoek is gedaan. Er wordt geen gebruik gemaakt van een
Vandaar dat aanvullend een literatuur onderzoek is gedaan. Er wordt geen gebruik gemaakt van een
theoretisch kader. Gezien de grootte van de onderzoeksgroepen, is de verwachting dat hele
theoretisch kader. Gezien de grootte van de onderzoeksgroepen, is de verwachting dat hele
afwijkende meningen uitmiddelen. De concept mapping methode bestond uit zes fasen:
afwijkende meningen uitmiddelen. De concept mapping methode bestond uit zes fasen:
-
Onderzoek voorbereiden: vaststellen van de focus
-
Onderzoek voorbereiden: vaststellen van de focus
-
Brainstormfase door middel van interviews, telefonische interviews en literatuuronderzoek
-
Brainstormfase door middel van interviews, telefonische interviews en literatuuronderzoek
-
Prioriteringsfase: prioriteren en clusteren van uitspraken
-
Prioriteringsfase: prioriteren en clusteren van uitspraken
-
Statistische analyse: gemiddelden en hiërarchische factoranalyse
-
Statistische analyse: gemiddelden en hiërarchische factoranalyse
-
Interpreteren “maps”
-
Interpreteren “maps”
-
Implementatie: het ontwikkelen van een wegingslijst
-
Implementatie: het ontwikkelen van een wegingslijst
Hieronder staat per fase welke stappen er zijn genomen binnen dit onderzoek.
Hieronder staat per fase welke stappen er zijn genomen binnen dit onderzoek.
Fase 1: Onderzoek voorbereiden
Fase 1: Onderzoek voorbereiden
Bepalen focus
Bepalen focus
In de eerste fase van “concept mapping” werd de focus van het onderzoek bepaald. Er zijn
In de eerste fase van “concept mapping” werd de focus van het onderzoek bepaald. Er zijn
focuszinnen vastgesteld, er is een planning en er een taakverdeling gemaakt.
focuszinnen vastgesteld, er is een planning en er een taakverdeling gemaakt.
Focuszinnen
Focuszinnen
Bij “concept mapping” wordt gebruik gemaakt van focuszinnen. Focuszinnen kunnen gezien worden
Bij “concept mapping” wordt gebruik gemaakt van focuszinnen. Focuszinnen kunnen gezien worden
als de onderzoeksvragen van de concept mapping methode. In dit onderzoek zijn twee focuszinnen
als de onderzoeksvragen van de concept mapping methode. In dit onderzoek zijn twee focuszinnen
gebruikt:
gebruikt:
11
11
1. De meest bepalende indicatiecriteria om te adviseren over het toepassen van het
1. De meest bepalende indicatiecriteria om te adviseren over het toepassen van het
jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen zijn…?
jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen zijn…?
2. De meest bepalende indicatiecriteria om te adviseren over het toepassen van het volwassen strafrecht bij 18 – 23 jarigen zijn…?
2. De meest bepalende indicatiecriteria om te adviseren over het toepassen van het volwassen strafrecht bij 18 – 23 jarigen zijn…?
Er is gekozen om gebruik te maken van twee focuszinnen omdat de verwachting was dat er indicaties
Er is gekozen om gebruik te maken van twee focuszinnen omdat de verwachting was dat er indicaties
zijn om het jeugdstrafrecht toe te passen maar ook contra-indicaties om het jeugdstrafrecht juist niet
zijn om het jeugdstrafrecht toe te passen maar ook contra-indicaties om het jeugdstrafrecht juist niet
toe te passen. De verwachting was dat die contra-indicaties alleen achterhaald kunnen worden door
toe te passen. De verwachting was dat die contra-indicaties alleen achterhaald kunnen worden door
de tweede focusvraag te stellen. Overigens werd bij de tweede focuszin wel altijd opgemerkt dat het
de tweede focusvraag te stellen. Overigens werd bij de tweede focuszin wel altijd opgemerkt dat het
gaat om het achterhalen van contra-indicaties aangezien het volwassenen strafrecht standaard
gaat om het achterhalen van contra-indicaties aangezien het volwassenen strafrecht standaard
gehanteerd wordt.
gehanteerd wordt.
Overwogen is om een vraag te stellen naar de ontwikkelingsleeftijd van de verdachte in plaats van
Overwogen is om een vraag te stellen naar de ontwikkelingsleeftijd van de verdachte in plaats van
naar het toepassen van het jeugd- of volwassenen strafrecht. Echter, de verwachting bestond dat
naar het toepassen van het jeugd- of volwassenen strafrecht. Echter, de verwachting bestond dat
veel belangrijke aspecten voor een afweging gemist zouden worden. Immers, een keuze voor of
veel belangrijke aspecten voor een afweging gemist zouden worden. Immers, een keuze voor of
tegen het jeugdstrafrecht, is breder dan een vraag naar de ontwikkelingsleeftijd. Bovendien is
tegen het jeugdstrafrecht, is breder dan een vraag naar de ontwikkelingsleeftijd. Bovendien is
ontwikkelingsleeftijd een diffuus en niet-eenduidig begrip.
ontwikkelingsleeftijd een diffuus en niet-eenduidig begrip.
Fase 2: Brainstormfase
Fase 2: Brainstormfase
Het doel van de brainstormfase was om uitspraken te genereren die meewegen bij het geven van
Het doel van de brainstormfase was om uitspraken te genereren die meewegen bij het geven van
advies over het toepassen van het adolescentenstrafrecht.
advies over het toepassen van het adolescentenstrafrecht.
Deelnemers brainstormfase
Deelnemers brainstormfase
Er zijn zeven beroepsgroepen betrokken bij de brainstormfase die direct met het
Er zijn zeven beroepsgroepen betrokken bij de brainstormfase die direct met het
adolescentenstrafrecht te maken hebben of krijgen. In tabel 1 staan de beroepsgroepen, met het
adolescentenstrafrecht te maken hebben of krijgen. In tabel 1 staan de beroepsgroepen, met het
aantal deelnemers per beroepsgroep en de verdeling van de deelnemers over het jeugd- en
aantal deelnemers per beroepsgroep en de verdeling van de deelnemers over het jeugd- en
volwassenenveld.
volwassenenveld.
Tabel 1. Deelnemers brainstormfase naar beroepsgroep en aandachtsgebieden jeugd of volwassenzaken
Tabel 1. Deelnemers brainstormfase naar beroepsgroep en aandachtsgebieden jeugd of volwassenzaken
Beroepsgroep Psychologen NIFP Psychiaters NIFP Rechters Openbaar Ministerie Reclassering Raad voor de Kinderbescherming Behandelaren Totaal
Aantal
Aandachtsgebied Jeugd Volw. 1 0 1 2 1 0 2 1 1 2 3 n.v.t. 1 2 10 7
3 3 3 3 3 3 3 21 12
Beroepsgroep Beide 2 0 2 0 0 n.v.t. 0 4
Psychologen NIFP Psychiaters NIFP Rechters Openbaar Ministerie Reclassering Raad voor de Kinderbescherming Behandelaren Totaal
Aantal
Aandachtsgebied Jeugd Volw. 1 0 1 2 1 0 2 1 1 2 3 n.v.t. 1 2 10 7
3 3 3 3 3 3 3 21 12
Beide 2 0 2 0 0 n.v.t. 0 4
Er is gestreefd naar een gelijke verdeling over professionals die gespecialiseerd zijn in jeugdzaken en
Er is gestreefd naar een gelijke verdeling over professionals die gespecialiseerd zijn in jeugdzaken en
professionals die zich bezighouden met volwassenenzaken. Bovendien zijn zowel professionals
professionals die zich bezighouden met volwassenenzaken. Bovendien zijn zowel professionals
betrokken die zich al eerder in het adolescentenstrafrecht hebben verdiept, door bijvoorbeeld
betrokken die zich al eerder in het adolescentenstrafrecht hebben verdiept, door bijvoorbeeld
deelname aan de pilots met de van Montfoort criteria, als professionals die zich nog niet hebben
deelname aan de pilots met de van Montfoort criteria, als professionals die zich nog niet hebben
bezig gehouden met het adolescentenstrafrecht. Tot slot is er gestreefd naar een geografische
bezig gehouden met het adolescentenstrafrecht. Tot slot is er gestreefd naar een geografische
spreiding, waarbij in de gaten is gehouden dat er professionals uit de Randstad, van buiten de
spreiding, waarbij in de gaten is gehouden dat er professionals uit de Randstad, van buiten de
Randstad en professionals die werkzaam zijn in een klein arrondissement, zijn betrokken.
Randstad en professionals die werkzaam zijn in een klein arrondissement, zijn betrokken.
De deelnemers aan de werkgroep adolescentenstrafrecht (zie bijlage 2) hebben namen aangedragen
De deelnemers aan de werkgroep adolescentenstrafrecht (zie bijlage 2) hebben namen aangedragen
van potentiele deelnemers aan de brainstormfase. Er is gevraagd om professionals die ruime ervaring
van potentiele deelnemers aan de brainstormfase. Er is gevraagd om professionals die ruime ervaring
hebben binnen het forensische veld en van wie de mening als representatief gezien kan worden van
hebben binnen het forensische veld en van wie de mening als representatief gezien kan worden van
de beroepsgroep.
de beroepsgroep.
Opzet brainstormfase
Opzet brainstormfase
De brainstormfase bestond uit drie onderdelen:
De brainstormfase bestond uit drie onderdelen:
1. Ten eerste zijn er interviews gehouden met één professional uit elke beroepsgroep. De
1. Ten eerste zijn er interviews gehouden met één professional uit elke beroepsgroep. De
geïnterviewden werden gevraagd het interview voor te bereiden en kregen de focuszinnen
geïnterviewden werden gevraagd het interview voor te bereiden en kregen de focuszinnen
toegestuurd. Tevens kregen zij de mededeling dat in het interview gezocht wordt naar
toegestuurd. Tevens kregen zij de mededeling dat in het interview gezocht wordt naar
eenduidige, duidelijke uitspraken die positief geformuleerd zijn. Er werden 4 voorbeelden
eenduidige, duidelijke uitspraken die positief geformuleerd zijn. Er werden 4 voorbeelden
meegestuurd. Uit deze interviews zijn eenduidige, duidelijke uitspraken gehaald die volgens de
meegestuurd. Uit deze interviews zijn eenduidige, duidelijke uitspraken gehaald die volgens de
professionals meewegen in het advies adolescentenstrafrecht. Voordeel van de interviews is dat
professionals meewegen in het advies adolescentenstrafrecht. Voordeel van de interviews is dat
er doorgevraagd werd als antwoorden onduidelijk of niet specifiek waren. Op basis van de 7
er doorgevraagd werd als antwoorden onduidelijk of niet specifiek waren. Op basis van de 7
interviews volgde een uitsprakenlijst met criteria voor het toepassen van het jeugdstrafrecht en
interviews volgde een uitsprakenlijst met criteria voor het toepassen van het jeugdstrafrecht en
een uitsprakenlijst met uitspraken voor het toepassen van het volwassenen strafrecht.
een uitsprakenlijst met uitspraken voor het toepassen van het volwassenen strafrecht.
2. In de tweede stap van de brainstormfase werden de twee uitsprakenlijsten per e-mail naar 14
2. In de tweede stap van de brainstormfase werden de twee uitsprakenlijsten per e-mail naar 14
professionals gestuurd: 2 uit elke beroepsgroep. Hen werd gevraagd om de uitsprakenlijsten te
professionals gestuurd: 2 uit elke beroepsgroep. Hen werd gevraagd om de uitsprakenlijsten te
controleren op duidelijkheid, accuratesse en volledigheid. Nadat de professional de lijst van
controleren op duidelijkheid, accuratesse en volledigheid. Nadat de professional de lijst van
commentaar had voorzien en geretourneerd, vond er een telefonische afspraak plaats om de op-
commentaar had voorzien en geretourneerd, vond er een telefonische afspraak plaats om de op-
en aanmerkingen na te lopen. Dit om te controleren of de onderzoeker de op- en aanmerkingen
en aanmerkingen na te lopen. Dit om te controleren of de onderzoeker de op- en aanmerkingen
goed begreep.
goed begreep.
3. Parallel aan de eerste twee onderdelen vond een literatuurstudie plaats om te zoeken naar
3. Parallel aan de eerste twee onderdelen vond een literatuurstudie plaats om te zoeken naar
aanvullende uitspraken. Er zijn diverse zoekstrategieën gebruikt tijdens de literatuurstudie. Op
aanvullende uitspraken. Er zijn diverse zoekstrategieën gebruikt tijdens de literatuurstudie. Op
basis van de uitkomsten van eerdere zoekstrategieën en inhoud van de artikelen, zijn deze
basis van de uitkomsten van eerdere zoekstrategieën en inhoud van de artikelen, zijn deze
zoekstrategieën meerdere keren aangepast. Er is steeds op reviews vanaf het jaar 2000 gezocht in
zoekstrategieën meerdere keren aangepast. Er is steeds op reviews vanaf het jaar 2000 gezocht in
13
13
PsychInfo. Dit is een database voornamelijk bestaande uit gedragsdeskundige artikelen. Er is
PsychInfo. Dit is een database voornamelijk bestaande uit gedragsdeskundige artikelen. Er is
zowel in internationale als nationale artikelen gezocht; met Nederlandse en Engelstalige
zowel in internationale als nationale artikelen gezocht; met Nederlandse en Engelstalige
zoektermen. Er is gezocht op de volgende onderwerpen:
zoektermen. Er is gezocht op de volgende onderwerpen:
-
“Straf(recht) en leeftijd”
-
“Straf(recht) en leeftijd”
-
“Development” en “Crime” en “Age”
-
“Development” en “Crime” en “Age”
-
“Development” en “tasks” en “Adolescent” of “Juvenile delinquency”
-
“Development” en “tasks” en “Adolescent” of “Juvenile delinquency”
-
“Transition into adulthood”
-
“Transition into adulthood”
-
Instrument Arnett over meten van jongvolwassenheid
-
Instrument Arnett over meten van jongvolwassenheid
-
“Culpability” en “adolescents”
-
“Culpability” en “adolescents”
De volledige lijsten met uitspraken die zijn opgebouwd uit de interviews, de schriftelijke aanvullingen
De volledige lijsten met uitspraken die zijn opgebouwd uit de interviews, de schriftelijke aanvullingen
en de literatuurstudie, zijn besproken door de senior onderzoeker, hoofd bureau kwaliteit en junior
en de literatuurstudie, zijn besproken door de senior onderzoeker, hoofd bureau kwaliteit en junior
onderzoeker. Alle dubbele, onduidelijke of ambigue uitspraken zijn geschrapt en/of aangepast. Na
onderzoeker. Alle dubbele, onduidelijke of ambigue uitspraken zijn geschrapt en/of aangepast. Na
afloop bleven er twee uitsprakenlijsten over. De uitsprakenlijst jeugdstrafrecht bevatte 25 items; de
afloop bleven er twee uitsprakenlijsten over. De uitsprakenlijst jeugdstrafrecht bevatte 25 items; de
uitsprakenlijst volwassenen strafrecht 27 uitspraken.
uitsprakenlijst volwassenen strafrecht 27 uitspraken.
Fase 3: Prioriteringsfase
Fase 3: Prioriteringsfase
In de prioriteringsfase werden de uitspraken geprioriteerd die de brainstormfase heeft
In de prioriteringsfase werden de uitspraken geprioriteerd die de brainstormfase heeft
voortgebracht.
voortgebracht.
Deelnemers prioriteringsfase
Deelnemers prioriteringsfase
Voor de prioriteringsfase zijn 9 beroepsgroepen geïdentificeerd die met het adolescentenstrafrecht
Voor de prioriteringsfase zijn 9 beroepsgroepen geïdentificeerd die met het adolescentenstrafrecht
te maken hebben of zullen krijgen. Er is gestreefd naar 10 deelnemers per beroepsgroep. In tabel 2
te maken hebben of zullen krijgen. Er is gestreefd naar 10 deelnemers per beroepsgroep. In tabel 2
staan de beroepsgroepen, met het aantal deelnemers per beroepsgroep en de verdeling van de
staan de beroepsgroepen, met het aantal deelnemers per beroepsgroep en de verdeling van de
deelnemers over het jeugd- en volwassenenveld.
deelnemers over het jeugd- en volwassenenveld.
Tabel 4. Deelnemers prioriteringsfase naar beroepsgroep en aandachtsgebieden jeugd of volwassenzaken
Tabel 4. Deelnemers prioriteringsfase naar beroepsgroep en aandachtsgebieden jeugd of volwassenzaken
Beroepsgroep Rapporteurs Pro Justitia NIFP consulenten Rechters Openbaar Ministerie Strafrechtadvocaten Reclassering Raad voor de Kinderbescherming Behandelcoördinatoren
Aantal
Aandachtsgebied Jeugd Volw. 7 1 3 3 5 3 4 4 3 0 4 6 8 n.v.t. 5 3
11 6 10 9 4 10 8 8 14
Beroepsgroep Beide 3 0 2 1 1 0 n.v.t. 0
Rapporteurs Pro Justitia NIFP consulenten Rechters Openbaar Ministerie Strafrechtadvocaten Reclassering Raad voor de Kinderbescherming Behandelcoördinatoren
Aantal
Aandachtsgebied Jeugd Volw. 7 1 3 3 5 3 4 4 3 0 4 6 8 n.v.t. 5 3
11 6 10 9 4 10 8 8 14
Beide 3 0 2 1 1 0 n.v.t. 0
JJI/psychologen PI Behandelaren forensische psychiatrie Totaal
8
5
3
0
74
44
23
7
JJI/psychologen PI Behandelaren forensische psychiatrie Totaal
8
5
3
0
74
44
23
7
Net als bij de brainstormfase, is in de prioriteringsfase ook gelet op een spreiding over het jeugd- en
Net als bij de brainstormfase, is in de prioriteringsfase ook gelet op een spreiding over het jeugd- en
volwassen werkveld, deelnemers aan de pilots in Almelo en Groningen en professionals zonder die
volwassen werkveld, deelnemers aan de pilots in Almelo en Groningen en professionals zonder die
ervaring en een geografische spreiding (zie deelnemers brainstormfase). Uit tabel 4 is af te lezen dat
ervaring en een geografische spreiding (zie deelnemers brainstormfase). Uit tabel 4 is af te lezen dat
er meer deelnemers zijn die zich bezig houden met het jeugdveld dan het volwassenen werkveld.
er meer deelnemers zijn die zich bezig houden met het jeugdveld dan het volwassenen werkveld.
Professionals uit het volwassenen veld bleken zich minder bezig te houden met het aankomende
Professionals uit het volwassenen veld bleken zich minder bezig te houden met het aankomende
adolescentenstrafrecht. De deelnemers aan de werkgroep adolescentenstrafrecht (zie bijlage 2)
adolescentenstrafrecht. De deelnemers aan de werkgroep adolescentenstrafrecht (zie bijlage 2)
werd gevraagd om namen van potentiële deelnemers aan de prioriteringsfase. Tevens hebben
werd gevraagd om namen van potentiële deelnemers aan de prioriteringsfase. Tevens hebben
benaderde professionals namen doorgegeven van te benaderen collega’s. Bij de Raad voor de
benaderde professionals namen doorgegeven van te benaderen collega’s. Bij de Raad voor de
Kinderbescherming en de rechterlijke macht is de communicatie verlopen via respectievelijk het
Kinderbescherming en de rechterlijke macht is de communicatie verlopen via respectievelijk het
hoofdkantoor en de Raad voor de rechtspraak.
hoofdkantoor en de Raad voor de rechtspraak.
Opzet prioriteringsfase
Opzet prioriteringsfase
De prioriteringsfase vond plaats in een vergaderzaal in Amsterdam Zuidoost, op locatie bij de
De prioriteringsfase vond plaats in een vergaderzaal in Amsterdam Zuidoost, op locatie bij de
softwareontwikkelaar van het computerprogramma Ariadne dat gebruikt wordt. Er waren maximaal
softwareontwikkelaar van het computerprogramma Ariadne dat gebruikt wordt. Er waren maximaal
15 deelnemers per bijeenkomst. Deelnemers konden zich op basis van hun beschikbaarheid opgeven
15 deelnemers per bijeenkomst. Deelnemers konden zich op basis van hun beschikbaarheid opgeven
voor één van de zeven bijeenkomsten waardoor bij elke bijeenkomst deelnemers uit alle 9
voor één van de zeven bijeenkomsten waardoor bij elke bijeenkomst deelnemers uit alle 9
beroepsgroepen vertegenwoordigd waren.
beroepsgroepen vertegenwoordigd waren.
Tijdens de prioriteringsfase werden deelnemers gevraagd individueel de uitspraken uit beide
Tijdens de prioriteringsfase werden deelnemers gevraagd individueel de uitspraken uit beide
uitsprakenlijsten te waarderen en te clusteren via het computerprogramma Ariadne. Bij het
uitsprakenlijsten te waarderen en te clusteren via het computerprogramma Ariadne. Bij het
waarderen van de uitspraken werd het belang van de individuele uitspraken aangegeven door deze
waarderen van de uitspraken werd het belang van de individuele uitspraken aangegeven door deze
te verdelen over 5 vakken. Een score 5 werd gegeven aan uitspraken die het meest belangrijk zijn
te verdelen over 5 vakken. Een score 5 werd gegeven aan uitspraken die het meest belangrijk zijn
voor het adviseren van het betreffende strafrecht. De minst belangrijke uitspraken kregen een
voor het adviseren van het betreffende strafrecht. De minst belangrijke uitspraken kregen een
waarde 1. In figuur 1 is een voorbeeld te vinden van het computerprogramma waarvan gebruik
waarde 1. In figuur 1 is een voorbeeld te vinden van het computerprogramma waarvan gebruik
gemaakt werd tijdens het waarderen van de uitspraken.
gemaakt werd tijdens het waarderen van de uitspraken.
15
15
Figuur 1. Voorbeeldscherm van het computerprogramma Ariadne dat werd gebruikt tijdens het waarderen van de uitspraken
Figuur 1. Voorbeeldscherm van het computerprogramma Ariadne dat werd gebruikt tijdens het waarderen van de uitspraken
Bij het clusteren van de uitspraken hebben de deelnemers de uitspraken geclusterd op basis van hun
Bij het clusteren van de uitspraken hebben de deelnemers de uitspraken geclusterd op basis van hun
inhoud. Er konden maximaal 10 clusters gemaakt worden. Tot slot moesten de deelnemers de
inhoud. Er konden maximaal 10 clusters gemaakt worden. Tot slot moesten de deelnemers de
clusters nog een naam geven op basis van hetgeen de items in een cluster volgens hen
clusters nog een naam geven op basis van hetgeen de items in een cluster volgens hen
gemeenschappelijk hebben. In figuur 2 is een voorbeeld te vinden van het computerprogramma
gemeenschappelijk hebben. In figuur 2 is een voorbeeld te vinden van het computerprogramma
waarvan gebruik gemaakt is tijdens het clusteren van de uitspraken.
waarvan gebruik gemaakt is tijdens het clusteren van de uitspraken.
Figuur 2. Voorbeeldscherm van het computerprogramma Ariadne dat werd gebruikt tijdens het clusteren van de uitspraken
Figuur 2. Voorbeeldscherm van het computerprogramma Ariadne dat werd gebruikt tijdens het clusteren van de uitspraken
16
16
Eerst werden de uitspraken die van belang zijn bij het adviseren over het toepassen van het
Eerst werden de uitspraken die van belang zijn bij het adviseren over het toepassen van het
jeugdstrafrecht geprioriteerd. Vervolgens werden de uitspraken die van belang zijn om het
jeugdstrafrecht geprioriteerd. Vervolgens werden de uitspraken die van belang zijn om het
jeugdstrafrecht bij 18 – 23jarigen niet toe te passen, geprioriteerd. Deelnemers moesten opnieuw
jeugdstrafrecht bij 18 – 23jarigen niet toe te passen, geprioriteerd. Deelnemers moesten opnieuw
inloggen tussen de concept mapping voor jeugd- en volwassenstrafrecht, waardoor hen duidelijk was
inloggen tussen de concept mapping voor jeugd- en volwassenstrafrecht, waardoor hen duidelijk was
dat ze aan een nieuwe taak begonnen.
dat ze aan een nieuwe taak begonnen.
Voorafgaand aan het prioriteren kregen deelnemers een korte inleiding in het
Voorafgaand aan het prioriteren kregen deelnemers een korte inleiding in het
adolescentenstrafrecht en het onderzoek en werd een korte uitleg gegeven over het gebruik van het
adolescentenstrafrecht en het onderzoek en werd een korte uitleg gegeven over het gebruik van het
computerprogramma. Tevens werd een korte uitleg op papier uitgedeeld. Gedurende de prioritering
computerprogramma. Tevens werd een korte uitleg op papier uitgedeeld. Gedurende de prioritering
was de junior onderzoeker en een onderzoeksassistent (zie bijlage 2) aanwezig waardoor gedurende
was de junior onderzoeker en een onderzoeksassistent (zie bijlage 2) aanwezig waardoor gedurende
het onderzoek vragen gesteld konden worden.
het onderzoek vragen gesteld konden worden.
Fase 4: Statische analyse
Fase 4: Statische analyse
Prioritering items
Prioritering items
De statistische analyses werden uitgevoerd door het computerprogramma Ariadne over de
De statistische analyses werden uitgevoerd door het computerprogramma Ariadne over de
uitspraken van alle deelnemers. Er is gekozen om alle beroepsgroepen die zich bezig gaan houden
uitspraken van alle deelnemers. Er is gekozen om alle beroepsgroepen die zich bezig gaan houden
met het adolescentenstrafrecht te benaderen voor het onderzoek omdat het een multidisciplinair
met het adolescentenstrafrecht te benaderen voor het onderzoek omdat het een multidisciplinair
werkveld is waarbij de diverse invalshoeken elkaar complementeren. Als er voor gekozen zou zijn om
werkveld is waarbij de diverse invalshoeken elkaar complementeren. Als er voor gekozen zou zijn om
alleen NIFP medewerkers en Pro Justitia rapporteurs mee te laten doen aan het onderzoek, was er
alleen NIFP medewerkers en Pro Justitia rapporteurs mee te laten doen aan het onderzoek, was er
een erg eenzijdig beeld ontstaan. Ook was het dan zeer de vraag geweest of de wegingslijst in de
een erg eenzijdig beeld ontstaan. Ook was het dan zeer de vraag geweest of de wegingslijst in de
praktijk bruikbaar was geweest.
praktijk bruikbaar was geweest.
Eerst zijn de gemiddelden en standaard deviatie bepaald over de waardering die de deelnemers
Eerst zijn de gemiddelden en standaard deviatie bepaald over de waardering die de deelnemers
hebben gegeven aan de individuele uitspraken. Niet alle uitspraken die zijn geprioriteerd, hebben de
hebben gegeven aan de individuele uitspraken. Niet alle uitspraken die zijn geprioriteerd, hebben de
uiteindelijke wegingslijst gehaald. Er is gestreefd naar een hanteerbare lijst met een beperkt aantal
uiteindelijke wegingslijst gehaald. Er is gestreefd naar een hanteerbare lijst met een beperkt aantal
uitspraken waarvan alle deelnemers vonden dat deze belangrijk waren. Besloten is om een cut-off
uitspraken waarvan alle deelnemers vonden dat deze belangrijk waren. Besloten is om een cut-off
score van 3 te hanteren aangezien een score 3 staat voor een score tussen “minder belangrijk” en
score van 3 te hanteren aangezien een score 3 staat voor een score tussen “minder belangrijk” en
belangrijk” in. Aangezien deelnemers is gevraagd naar de meest belangrijke indicatiecriteria en om
belangrijk” in. Aangezien deelnemers is gevraagd naar de meest belangrijke indicatiecriteria en om
de uitspraken eerlijk te verdelen over de vijf groepen, wordt een gemiddelde score 3 belangrijk
de uitspraken eerlijk te verdelen over de vijf groepen, wordt een gemiddelde score 3 belangrijk
genoeg geacht om mee genomen te worden in de wegingslijst. Alle items die een gemiddelde score
genoeg geacht om mee genomen te worden in de wegingslijst. Alle items die een gemiddelde score
hebben lager dan 3, zullen niet worden meegenomen in verdere analyses. Immers, deze items
hebben lager dan 3, zullen niet worden meegenomen in verdere analyses. Immers, deze items
werden door de deelnemers als minder belangrijk ervaren. Onderstaande analyses werden met de
werden door de deelnemers als minder belangrijk ervaren. Onderstaande analyses werden met de
overgebleven items uitgevoerd.
overgebleven items uitgevoerd.
17
17
Hiërarchische factoranalyse
Hiërarchische factoranalyse
Het aantal keer dat items bij elkaar worden geclusterd, is omgebouwd tot een afstandenmatrix
Het aantal keer dat items bij elkaar worden geclusterd, is omgebouwd tot een afstandenmatrix
tussen de diverse items. Vervolgens is een correlatiematrix bepaald. Daarover is een singuliere
tussen de diverse items. Vervolgens is een correlatiematrix bepaald. Daarover is een singuliere
waarden decompositie (SVD) berekend. De SVD vormt een matrix met een grote dimensionaliteit,
waarden decompositie (SVD) berekend. De SVD vormt een matrix met een grote dimensionaliteit,
om tot een matrix met een kleinere dimensionaliteit. Na de SVD is een hiërarchische factoranalyse
om tot een matrix met een kleinere dimensionaliteit. Na de SVD is een hiërarchische factoranalyse
uitgevoerd.
uitgevoerd.
De hiërarchische factoranalyse leverde eigenvectors op. Het aantal eigenvectors die mee werden
De hiërarchische factoranalyse leverde eigenvectors op. Het aantal eigenvectors die mee werden
genomen in het vaststellen van de clusters en onderliggende uitspraken, was gebaseerd op de
genomen in het vaststellen van de clusters en onderliggende uitspraken, was gebaseerd op de
verklaarde variantie en de eigenvalues. De verklaarde variantie geeft aan hoeveel van de totale
verklaarde variantie en de eigenvalues. De verklaarde variantie geeft aan hoeveel van de totale
variantie door de eigenvector verklaard wordt. Als een nieuwe eigenvector niet veel extra variantie
variantie door de eigenvector verklaard wordt. Als een nieuwe eigenvector niet veel extra variantie
verklaarde ten opzichte van de eerdere eigenvector, is hij niet meer meegenomen in de verdere
verklaarde ten opzichte van de eerdere eigenvector, is hij niet meer meegenomen in de verdere
analyses. Deze uitspraak voegde immers niets toe. Daarnaast werden eigenvectors met een lading
analyses. Deze uitspraak voegde immers niets toe. Daarnaast werden eigenvectors met een lading
kleiner dan 1 verwijderd. Bij het overwegen of uitspraken verwijderd dienden te worden, is tevens
kleiner dan 1 verwijderd. Bij het overwegen of uitspraken verwijderd dienden te worden, is tevens
altijd een afweging gemaakt op basis van de inhoud van de uitspraken. Aan de hand van de lading
altijd een afweging gemaakt op basis van de inhoud van de uitspraken. Aan de hand van de lading
van een uitspraak op de eigenvectors is bepaald welke uitspraken samen clusteren. Er is
van een uitspraak op de eigenvectors is bepaald welke uitspraken samen clusteren. Er is
vastgehouden aan een factorlading tussen de 0.50 en 1 of tussen de -0.50 en -1. Een factorlading van
vastgehouden aan een factorlading tussen de 0.50 en 1 of tussen de -0.50 en -1. Een factorlading van
.50 betekent dat het item 25% van de factor waar het op laadt verklaard. Uitspraken die lager dan .50
.50 betekent dat het item 25% van de factor waar het op laadt verklaard. Uitspraken die lager dan .50
of hoger dan -.50 op de eigenvector laadden zijn verwijderd uit de lijst voor verdere analyses. Zij
of hoger dan -.50 op de eigenvector laadden zijn verwijderd uit de lijst voor verdere analyses. Zij
dragen weinig bij aan de eigenvector. Ook hierbij zijn de overwegingen om uitspraken te
dragen weinig bij aan de eigenvector. Ook hierbij zijn de overwegingen om uitspraken te
verwijderen, mede gemaakt op basis van de inhoud van de uitspraken. Hierna werden de definitieve
verwijderen, mede gemaakt op basis van de inhoud van de uitspraken. Hierna werden de definitieve
clusters met bijbehorende uitspraken vastgesteld. Dit werd visueel weergegeven in een “cluster
clusters met bijbehorende uitspraken vastgesteld. Dit werd visueel weergegeven in een “cluster
map”.
map”.
Fase 5: Interpreteren “maps”
Fase 5: Interpreteren “maps”
Nadat de clusters zijn vastgesteld, is een naam gegeven op basis van wat zij gemeenschappelijk
Nadat de clusters zijn vastgesteld, is een naam gegeven op basis van wat zij gemeenschappelijk
hebben. Deze interpretatie is uitgevoerd door de senior onderzoeker, hoofd bureau kwaliteit (zie
hebben. Deze interpretatie is uitgevoerd door de senior onderzoeker, hoofd bureau kwaliteit (zie
bijlage 2) en junior onderzoeker totdat er consensus bestond. De namen die de deelnemers hebben
bijlage 2) en junior onderzoeker totdat er consensus bestond. De namen die de deelnemers hebben
gegeven aan de door hun ontworpen clusters, dienden ter inspiratie.
gegeven aan de door hun ontworpen clusters, dienden ter inspiratie.
Fase 6: Implementatie
Fase 6: Implementatie
In de implementatiefase zijn de clusters met bijbehorende uitspraken, omgezet in een wegingslijst.
In de implementatiefase zijn de clusters met bijbehorende uitspraken, omgezet in een wegingslijst.
Het voorbeeld van de wegingslijst PIJ-maatregel (ten Berge, de Beurs, Duits, & van der Hoorn, 2009)
Het voorbeeld van de wegingslijst PIJ-maatregel (ten Berge, de Beurs, Duits, & van der Hoorn, 2009)
vormde de basis van de huidige wegingslijst. Kleine wijzigingen in de vorm van de wegingslijst zijn
vormde de basis van de huidige wegingslijst. Kleine wijzigingen in de vorm van de wegingslijst zijn
ingevoerd op basis van het doel van deze lijst. De wegingslijst biedt een denkkader bij de advisering
ingevoerd op basis van het doel van deze lijst. De wegingslijst biedt een denkkader bij de advisering
18
18
en beslissing over eventuele toepassing van het adolescentenstrafrecht, om dit meer gestructureerd
en beslissing over eventuele toepassing van het adolescentenstrafrecht, om dit meer gestructureerd
af te wegen, beter te onderbouwen en daarover beter te kunnen afstemmen.
af te wegen, beter te onderbouwen en daarover beter te kunnen afstemmen.
19
19
Resultaten
Resultaten
In dit hoofdstuk zijn de resultaten van het onderzoek te vinden. Begonnen wordt met de opvallende
In dit hoofdstuk zijn de resultaten van het onderzoek te vinden. Begonnen wordt met de opvallende
zaken tijdens het verzamelen van de uitspraken. Het gaat hier om de uitspraken die verzameld zijn
zaken tijdens het verzamelen van de uitspraken. Het gaat hier om de uitspraken die verzameld zijn
ten behoeve van de volgende stappen in het onderzoek. Vervolgens zullen de analyses over deze
ten behoeve van de volgende stappen in het onderzoek. Vervolgens zullen de analyses over deze
uitspraken besproken worden. Hieruit volgt een clustering van de uitspraken. Om te onderzoeken
uitspraken besproken worden. Hieruit volgt een clustering van de uitspraken. Om te onderzoeken
hoeveel beroepsgroepen ten opzichte van elkaar afwijken in de prioritering en clustering van criteria
hoeveel beroepsgroepen ten opzichte van elkaar afwijken in de prioritering en clustering van criteria
zijn analyses per beroepsgroep uitgevoerd. Tot slot wordt de uiteindelijke wegingslijst genoemd.
zijn analyses per beroepsgroep uitgevoerd. Tot slot wordt de uiteindelijke wegingslijst genoemd.
Deze is te vinden in bijlage 1.
Deze is te vinden in bijlage 1.
Verzamelen van uitspraken
Verzamelen van uitspraken
Tijdens het verzamelen van de uitspraken in de brainstormfase, waren er drie opvallende zaken: 1)
Tijdens het verzamelen van de uitspraken in de brainstormfase, waren er drie opvallende zaken: 1)
het vrijwel ontbreken van criteria in vakliteratuur, 2) de neiging van professionals om in abstracte
het vrijwel ontbreken van criteria in vakliteratuur, 2) de neiging van professionals om in abstracte
termen te spreken en 3) de verschillen in definities door de diverse beroepsgroepen.
termen te spreken en 3) de verschillen in definities door de diverse beroepsgroepen.
Literatuur
Literatuur
Tijdens de literatuurstudie bleek dat er in de Nederlandse literatuur nauwelijks concrete criteria te
Tijdens de literatuurstudie bleek dat er in de Nederlandse literatuur nauwelijks concrete criteria te
vinden zijn waarom sommige jongvolwassenen volgens het volwassenen strafrecht zouden moeten
vinden zijn waarom sommige jongvolwassenen volgens het volwassenen strafrecht zouden moeten
worden veroordeeld en andere onder het jeugdstrafrecht. Zoals in de inleiding ook te vinden is, zijn
worden veroordeeld en andere onder het jeugdstrafrecht. Zoals in de inleiding ook te vinden is, zijn
er vele artikelen over de volgroeiing van het brein dat niet stopt bij 18 jaar, over veranderende
er vele artikelen over de volgroeiing van het brein dat niet stopt bij 18 jaar, over veranderende
maatschappelijke rollen voor adolescenten en het ontstaan van een aparte levensfase, de
maatschappelijke rollen voor adolescenten en het ontstaan van een aparte levensfase, de
“jongvolwassenheid”. Ook wordt er geregeld gepubliceerd over het anders benaderen van
“jongvolwassenheid”. Ook wordt er geregeld gepubliceerd over het anders benaderen van
jongvolwassenen in het strafrecht. Echter, het gaat steeds over jongvolwassenen als groep. Oftewel
jongvolwassenen in het strafrecht. Echter, het gaat steeds over jongvolwassenen als groep. Oftewel
wat maakt alle jongvolwassenen anders dan volwassenen? Er is nauwelijks literatuur gevonden over
wat maakt alle jongvolwassenen anders dan volwassenen? Er is nauwelijks literatuur gevonden over
hoe je binnen de groep jongvolwassenen kunt discrimineren tussen hen die nog onder het
hoe je binnen de groep jongvolwassenen kunt discrimineren tussen hen die nog onder het
jeugdstrafrecht zouden moeten vallen en jongvolwassenen die volgens het volwassenen strafrecht
jeugdstrafrecht zouden moeten vallen en jongvolwassenen die volgens het volwassenen strafrecht
veroordeeld kunnen worden. Alleen Bakker (2006) heeft voor de Nederlandse situatie een vijftal
veroordeeld kunnen worden. Alleen Bakker (2006) heeft voor de Nederlandse situatie een vijftal
criteria opgesteld voor de rechtspraktijk die niet langer aanwezig moeten zijn bij minderjarigen, als
criteria opgesteld voor de rechtspraktijk die niet langer aanwezig moeten zijn bij minderjarigen, als
het meerderjarigenstrafrecht toegepast wordt. Als een minderjarige niet beschikt over zelfstandig
het meerderjarigenstrafrecht toegepast wordt. Als een minderjarige niet beschikt over zelfstandig
cognitief oordeelsvermogen; tijdens het delict duidelijk is beïnvloedt door anderen; de verdachte nog
cognitief oordeelsvermogen; tijdens het delict duidelijk is beïnvloedt door anderen; de verdachte nog
beïnvloedbaar is voor behandeling; het functioneren niet wijst op een behoorlijke mate van
beïnvloedbaar is voor behandeling; het functioneren niet wijst op een behoorlijke mate van
autonomie of de verwachting bestaat dat de verdachte aanzienlijke nadelige gevolgen zal
autonomie of de verwachting bestaat dat de verdachte aanzienlijke nadelige gevolgen zal
ondervinden van de tenuitvoerlegging onder het volwassenen strafrecht, dan zou de voorkeur
ondervinden van de tenuitvoerlegging onder het volwassenen strafrecht, dan zou de voorkeur
gegeven moeten worden aan het jeugdstrafrecht (Bakker, 2006, p. 195). Deze criteria zouden
gegeven moeten worden aan het jeugdstrafrecht (Bakker, 2006, p. 195). Deze criteria zouden
20
20
mogelijk ook gebruikt kunnen worden om te bepalen wanneer het jeugdstrafrecht toegepast dient te
mogelijk ook gebruikt kunnen worden om te bepalen wanneer het jeugdstrafrecht toegepast dient te
worden bij meerderjarigen.
worden bij meerderjarigen.
In de internationale literatuur is hetzelfde beeld te zien: er is veel geschreven over de vraag wat
In de internationale literatuur is hetzelfde beeld te zien: er is veel geschreven over de vraag wat
adolescenten of jongvolwassenen als groep doet afwijken van volwassenen. Zo worden in de
adolescenten of jongvolwassenen als groep doet afwijken van volwassenen. Zo worden in de
Verenigde Staten veel 16-jarigen onder het volwassenen strafrecht berecht en zijn wetenschappers
Verenigde Staten veel 16-jarigen onder het volwassenen strafrecht berecht en zijn wetenschappers
als Steinberg (2009) van mening dat deze jongeren onder het jeugdstrafrecht veroordeeld zouden
als Steinberg (2009) van mening dat deze jongeren onder het jeugdstrafrecht veroordeeld zouden
moeten worden. Ondanks dat de leeftijdsgrenzen van het toepassen van het jeugdstrafrecht in
moeten worden. Ondanks dat de leeftijdsgrenzen van het toepassen van het jeugdstrafrecht in
Nederland afwijken van de leeftijdsgrenzen van het jeugdstrafrecht in de Verenigde staten, is men
Nederland afwijken van de leeftijdsgrenzen van het jeugdstrafrecht in de Verenigde staten, is men
daar ook bezig met de vraag wat iemand minder- of meerderjarig maakt en wanneer verdachten
daar ook bezig met de vraag wat iemand minder- of meerderjarig maakt en wanneer verdachten
onder welk strafrecht dienen te vallen. Steinberg heeft dan ook geregeld over breinontwikkeling en
onder welk strafrecht dienen te vallen. Steinberg heeft dan ook geregeld over breinontwikkeling en
toerekeningsvatbaarheid van adolescenten geregeld (Steinberg, 2003; Cauffman, & Steinberg.,
toerekeningsvatbaarheid van adolescenten geregeld (Steinberg, 2003; Cauffman, & Steinberg.,
2000). Echter, ook Steinberg discrimineert niet binnen de groep adolescenten. Zijn argumenten over
2000). Echter, ook Steinberg discrimineert niet binnen de groep adolescenten. Zijn argumenten over
verminderde toerekeningsvatbaarheid gelden voor alle adolescenten als groep. In de Verenigde
verminderde toerekeningsvatbaarheid gelden voor alle adolescenten als groep. In de Verenigde
Staten geeft Ash (2012) een eerste aanzet tot het formuleren van criteria die betrokken moeten
Staten geeft Ash (2012) een eerste aanzet tot het formuleren van criteria die betrokken moeten
worden bij het bepalen van de toerekeningsvatbaarheid van adolescenten. Dit zijn (Ash, 2012, p. 30):
worden bij het bepalen van de toerekeningsvatbaarheid van adolescenten. Dit zijn (Ash, 2012, p. 30):
Inzien van fout gedrag
Inzien van fout gedrag
Mogelijkheid om zich te houden aan de wet
Mogelijkheid om zich te houden aan de wet
Ontwikkelingsverloop van agressiviteit en impulsiviteit
Ontwikkelingsverloop van agressiviteit en impulsiviteit
Onvolwassenheid: IQ, psychosociale volwassenheid waaronder tijdsbesef, ontvankelijk voor
Onvolwassenheid: IQ, psychosociale volwassenheid waaronder tijdsbesef, ontvankelijk voor
beïnvloeding door leeftijdsgenoten, risicovol gedrag, mogelijkheid tot empathie
beïnvloeding door leeftijdsgenoten, risicovol gedrag, mogelijkheid tot empathie
Gedrag niet passend bij het karakter
Gedrag niet passend bij het karakter
Omstandigheden van de omgeving
Omstandigheden van de omgeving
Normen binnen de vriendengroep
Normen binnen de vriendengroep
Incomplete persoonlijkheidsontwikkeling
Incomplete persoonlijkheidsontwikkeling
Psychologische aandoening
Psychologische aandoening
Reactieve attitude van derden ten aanzien van delict gedrag van adolescenten
Reactieve attitude van derden ten aanzien van delict gedrag van adolescenten
Interviews
Interviews
Uit de interviews bleek direct het belang van eenduidige, duidelijke uitspraken op een concreet
Uit de interviews bleek direct het belang van eenduidige, duidelijke uitspraken op een concreet
niveau. Als deelnemers gevraagd werd naar beide focuszinnen, werd in eerste instantie vaak
niveau. Als deelnemers gevraagd werd naar beide focuszinnen, werd in eerste instantie vaak
gesproken in abstracte concepten, zoals leerbaarheid, kwetsbaarheid en een achterlopende sociaal
gesproken in abstracte concepten, zoals leerbaarheid, kwetsbaarheid en een achterlopende sociaal
emotionele ontwikkeling. Na doorvragen bleken daar een heleboel aspecten onder te vallen (zie
emotionele ontwikkeling. Na doorvragen bleken daar een heleboel aspecten onder te vallen (zie
figuur 1).
figuur 1).
21
21
Figuur 1. Opbouw van abstracte begrippen naar eenduidige uitspraken
Figuur 1. Opbouw van abstracte begrippen naar eenduidige uitspraken
Impulscontrole
Achterlopende sociaal emotionele ontwikkeling
Impulscontrole
Achterlopende sociaal emotionele ontwikkeling
Emotieregulatie
Moeite om kritiek te accepteren
Sociale omgang
Moeite met het omgaan van autoriteit/gezag
Is gericht op waardering anderen
Beïnvloedbaarheid
Is meeloper in groepsdelict
Emotieregulatie
Moeite om kritiek te accepteren
Sociale omgang
Moeite met het omgaan van autoriteit/gezag
Is gericht op waardering anderen
Beïnvloedbaarheid
Is meeloper in groepsdelict
Kan geen nee zeggen
Kan geen nee zeggen
Ten tweede bleek dat de diverse professionals wel allemaal dezelfde soort abstracte begrippen
Ten tweede bleek dat de diverse professionals wel allemaal dezelfde soort abstracte begrippen
gebruiken als wordt gesproken wat van belang is bij het adviseren over het adolescentenstrafrecht.
gebruiken als wordt gesproken wat van belang is bij het adviseren over het adolescentenstrafrecht.
Echter, deze begrippen vulden zij net allemaal anders in, vanuit het kader dat hun discipline biedt (zie
Echter, deze begrippen vulden zij net allemaal anders in, vanuit het kader dat hun discipline biedt (zie
figuur 2).
figuur 2).
Figuur 2. Invulling diverse professionals van het begrip “verharding”
Figuur 2. Invulling diverse professionals van het begrip “verharding”
Verharding kan worden afgelezen aan de justitiële documentatie en aan een negatieve proceshouding. Als een jongere ontkent of zich beroept op het zwijgrecht, terwijl er ernstige bezwaren zijn, lijkt de verdachte ongemotiveerd iets te willen veranderen aan zijn gedrag. Rechter
Een jongere die verhard is raakt het niet meer dat hij vastzit. Hij wil niet veranderen en vindt dat zijn gedrag meer oplevert dan dat het kost. Dit zijn jongeren die ongevoelig zijn voor een pedagogische aanpak. Behandeldirecteur JJI
Een volledig gebrek in empathie is een indicatie voor verharding. Het gaat dan om gevestigd gedrag, dat niet het gevolg is van pedagogische tekorten. Psychiater
Verharding kan worden afgelezen aan de justitiële documentatie en aan een negatieve proceshouding. Als een jongere ontkent of zich beroept op het zwijgrecht, terwijl er ernstige bezwaren zijn, lijkt de verdachte ongemotiveerd iets te willen veranderen aan zijn gedrag. Rechter
Een jongere die verhard is raakt het niet meer dat hij vastzit. Hij wil niet veranderen en vindt dat zijn gedrag meer oplevert dan dat het kost. Dit zijn jongeren die ongevoelig zijn voor een pedagogische aanpak. Behandeldirecteur JJI
Een volledig gebrek in empathie is een indicatie voor verharding. Het gaat dan om gevestigd gedrag, dat niet het gevolg is van pedagogische tekorten. Psychiater
In het voorbeeld dat in figuur 2 wordt gegeven, lijken de drie professionals wel ongeveer hetzelfde te
In het voorbeeld dat in figuur 2 wordt gegeven, lijken de drie professionals wel ongeveer hetzelfde te
bedoelen met het begrip verharding. Echter, ze hanteerden toch andere definities en gaven een
bedoelen met het begrip verharding. Echter, ze hanteerden toch andere definities en gaven een
andere prioritering aan diverse aspecten die onder het begrip vallen. Om te zorgen dat alle
andere prioritering aan diverse aspecten die onder het begrip vallen. Om te zorgen dat alle
22
22
professionals die zich bezig houden met het adolescentenstrafrecht elkaar begrijpen, is het belangrijk
professionals die zich bezig houden met het adolescentenstrafrecht elkaar begrijpen, is het belangrijk
dat de diverse uitspraken eenduidig te begrijpen zijn door iedereen die ermee werkt. De
dat de diverse uitspraken eenduidig te begrijpen zijn door iedereen die ermee werkt. De
(professionele) achtergrond zouden niet moeten uitmaken. In de interviews is rekening gehouden
(professionele) achtergrond zouden niet moeten uitmaken. In de interviews is rekening gehouden
met deze twee aspecten door goed door te vragen. Dit leverde de volgende uitsprakenlijsten op. In
met deze twee aspecten door goed door te vragen. Dit leverde de volgende uitsprakenlijsten op. In
tabel 1 is de uitsprakenlijst te vinden met uitspraken die uiteindelijk zijn uitgekozen om mee te
tabel 1 is de uitsprakenlijst te vinden met uitspraken die uiteindelijk zijn uitgekozen om mee te
wegen bij het advies om het jeugdstrafrecht toe te passen. Tabel 2 bevat de uitspraken die
wegen bij het advies om het jeugdstrafrecht toe te passen. Tabel 2 bevat de uitspraken die
meewegen om het jeugdstrafrecht juist niet toe te passen.
meewegen om het jeugdstrafrecht juist niet toe te passen.
Tabel 1. Uitsprakenlijst jeugdstrafrecht
Tabel 1. Uitsprakenlijst jeugdstrafrecht
Uitsprakenlijst jeugdstrafrecht 1. Stemming wisselt snel 2. Neemt geen verantwoordelijkheid voor eigen gedrag 3. Heeft groepsgericht leefklimaat nodig 4. Opvoedkundige aanpak is noodzakelijk 5. Handelt zonder nadenken 6. Het ten laste gelegde was een impulsieve daad 7. Denkt niet na over ernst delict 8. Gezinsgerichte hulpverlening is nodig 9. Toont geen berouw 10. Houdt geen rekening met anderen 11. Toont weinig zelfreflectie 12. Kan risico’s eigen handelen nauwelijks inschatten 13. Legt schuld buiten zichzelf 14. Opvoedkundige aanpak is mogelijk 15. Kan eigen gedrag nauwelijks organiseren 16. Heeft hulp nodig om afspraken na te komen 17. Kan geen nee zeggen 18. Neemt actief deel aan gezin van herkomst 19. Oogt in contact jonger dan kalenderleeftijd 20. Is gericht op waardering van anderen 21. Continuering scholing noodzakelijk 22. Functioneert op verstandelijk beperkt niveau 23. Is een first offender 24. Is meeloper in een groepsdelict 25. Kan niet omgaan met frustratie Tabel 2. Uitsprakenlijst volwassenen strafrecht
Uitsprakenlijst jeugdstrafrecht 1. Stemming wisselt snel 2. Neemt geen verantwoordelijkheid voor eigen gedrag 3. Heeft groepsgericht leefklimaat nodig 4. Opvoedkundige aanpak is noodzakelijk 5. Handelt zonder nadenken 6. Het ten laste gelegde was een impulsieve daad 7. Denkt niet na over ernst delict 8. Gezinsgerichte hulpverlening is nodig 9. Toont geen berouw 10. Houdt geen rekening met anderen 11. Toont weinig zelfreflectie 12. Kan risico’s eigen handelen nauwelijks inschatten 13. Legt schuld buiten zichzelf 14. Opvoedkundige aanpak is mogelijk 15. Kan eigen gedrag nauwelijks organiseren 16. Heeft hulp nodig om afspraken na te komen 17. Kan geen nee zeggen 18. Neemt actief deel aan gezin van herkomst 19. Oogt in contact jonger dan kalenderleeftijd 20. Is gericht op waardering van anderen 21. Continuering scholing noodzakelijk 22. Functioneert op verstandelijk beperkt niveau 23. Is een first offender 24. Is meeloper in een groepsdelict 25. Kan niet omgaan met frustratie Tabel 2. Uitsprakenlijst volwassenen strafrecht
Uitsprakenlijst volwassenen strafrecht 1. Heeft jarenlange justitiële voorgeschiedenis 2. Stelt eigen belang boven dat van anderen 3. Heeft eerdere justitiële sancties laten mislukken 4. Toont geen berouw 5. Is leider bij een groepsdelict 6. Kiest voor het plegen van delict(en) 7. Heeft psychopathische trekken 8. Houdt criminele activiteiten verborgen voor omgeving 9. Is ingebed in crimineel milieu 23
Uitsprakenlijst volwassenen strafrecht 1. Heeft jarenlange justitiële voorgeschiedenis 2. Stelt eigen belang boven dat van anderen 3. Heeft eerdere justitiële sancties laten mislukken 4. Toont geen berouw 5. Is leider bij een groepsdelict 6. Kiest voor het plegen van delict(en) 7. Heeft psychopathische trekken 8. Houdt criminele activiteiten verborgen voor omgeving 9. Is ingebed in crimineel milieu 23
10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27.
Pedagogische aanpak is niet mogelijk Is niet onder de indruk van justitiële autoriteiten Overziet lange termijn gevolgen eigen handelen Pronkt met criminele activiteiten Woont zelfstandig Heeft eerder PIJ-maatregel gehad Er is een toename in ernst van delicten Is ongeschikt voor groepsgericht leefklimaat Langdurige beveiliging maatschappij is noodzakelijk Trekt zich niets aan van ouders Heeft een (langdurige) relatie Zorgt voor gezin Heeft betaald werk Gebruikt anderen voor eigen doeleinden Neemt geen verantwoordelijkheid voor eigen gedrag Heeft antisociale persoonlijkheidsproblematiek Houdt geen rekening met slachtoffers Zal andere jeugdige gedetineerden negatief beïnvloeden
10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27.
Pedagogische aanpak is niet mogelijk Is niet onder de indruk van justitiële autoriteiten Overziet lange termijn gevolgen eigen handelen Pronkt met criminele activiteiten Woont zelfstandig Heeft eerder PIJ-maatregel gehad Er is een toename in ernst van delicten Is ongeschikt voor groepsgericht leefklimaat Langdurige beveiliging maatschappij is noodzakelijk Trekt zich niets aan van ouders Heeft een (langdurige) relatie Zorgt voor gezin Heeft betaald werk Gebruikt anderen voor eigen doeleinden Neemt geen verantwoordelijkheid voor eigen gedrag Heeft antisociale persoonlijkheidsproblematiek Houdt geen rekening met slachtoffers Zal andere jeugdige gedetineerden negatief beïnvloeden
Analyses
Analyses
Niet alle uitspraken die in tabel 1 en 2 staan beschreven, hebben de uiteindelijke wegingslijst
Niet alle uitspraken die in tabel 1 en 2 staan beschreven, hebben de uiteindelijke wegingslijst
gehaald. Zoals verwacht bleek uit de prioriteringsfase dat de deelnemers vonden dat niet alle
gehaald. Zoals verwacht bleek uit de prioriteringsfase dat de deelnemers vonden dat niet alle
uitspraken die zijn verzameld even bepalend zijn in het discrimineren tussen het jeugd en
uitspraken die zijn verzameld even bepalend zijn in het discrimineren tussen het jeugd en
volwassenen strafrecht.
volwassenen strafrecht.
In eerste instantie is bekeken hoe bovenstaande uitspraken gewaardeerd zijn. Deelnemers gaven de
In eerste instantie is bekeken hoe bovenstaande uitspraken gewaardeerd zijn. Deelnemers gaven de
individuele uitspraken een cijfer tussen de 1 en de 5, waarbij 1 stond voor onbelangrijk en 5 voor
individuele uitspraken een cijfer tussen de 1 en de 5, waarbij 1 stond voor onbelangrijk en 5 voor
zeer belangrijk. De gemiddelde waarderingen en standaard deviatie van de uitspraken toepassen
zeer belangrijk. De gemiddelde waarderingen en standaard deviatie van de uitspraken toepassen
jeugdstrafrecht staan in tabel 3. De gemiddelde waarderingen en standaard deviatie van de
jeugdstrafrecht staan in tabel 3. De gemiddelde waarderingen en standaard deviatie van de
uitspraken toepassen volwassenenstrafrecht staan in tabel 4.
uitspraken toepassen volwassenenstrafrecht staan in tabel 4.
Tabel 3. Gemiddelde en standaard deviatie waarderingen uitspraken voor het toepassen van het jeugdstrafrecht. Uitspraken in het grijs hadden een gemiddelde score van lager dan 3
Tabel 3. Gemiddelde en standaard deviatie waarderingen uitspraken voor het toepassen van het jeugdstrafrecht. Uitspraken in het grijs hadden een gemiddelde score van lager dan 3
Item 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Item 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Namen items Opvoedkundige aanpak is noodzakelijk Functioneert op verstandelijk beperkt niveau Gezinsgerichte hulpverlening is noodzakelijk Kan risico's eigen handelen nauwelijks inschatten Kan eigen gedrag nauwelijks organiseren Opvoedkundige aanpak is mogelijk Continuering scholing noodzakelijk Heeft groepsgericht leefklimaat nodig Handelt zonder nadenken Oogt in contact jonger dan kalenderleeftijd Is meeloper in een groepsdelict Heeft hulp nodig om afspraken na te komen 24
Gemiddelde 4,810811 4,5540541 4,405405 4,27027 4,27027 4,135135 3,959459 3,716216 3,432432 3,391892 3,324324 3,162162
SD 0,487534 0,8132784 0,920377 0,832512 0,864795 0,896329 0,913209 1,188072 1,086418 1,402713 1,021791 1,110683
Namen items Opvoedkundige aanpak is noodzakelijk Functioneert op verstandelijk beperkt niveau Gezinsgerichte hulpverlening is noodzakelijk Kan risico's eigen handelen nauwelijks inschatten Kan eigen gedrag nauwelijks organiseren Opvoedkundige aanpak is mogelijk Continuering scholing noodzakelijk Heeft groepsgericht leefklimaat nodig Handelt zonder nadenken Oogt in contact jonger dan kalenderleeftijd Is meeloper in een groepsdelict Heeft hulp nodig om afspraken na te komen 24
Gemiddelde 4,810811 4,5540541 4,405405 4,27027 4,27027 4,135135 3,959459 3,716216 3,432432 3,391892 3,324324 3,162162
SD 0,487534 0,8132784 0,920377 0,832512 0,864795 0,896329 0,913209 1,188072 1,086418 1,402713 1,021791 1,110683
13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
Neemt actief deel aan gezin van herkomst Denkt niet na over ernst delict Toont weinig zelfreflectie Neemt geen verantwoordelijkheid voor eigen gedrag Het ten laste gelegde was een impulsieve daad Kan geen nee zeggen Is gericht op waardering anderen Houdt geen rekening met anderen Is een first offender Stemming wisselt snel Kan niet omgaan met frustratie Legt schuld buiten zichzelf Toont geen berouw
3,054054 2,864865 2,824324 2,72973 2,716216 2,73972 2,648649 2,28767 2,459459 2,405405 2,243243 2,162162 1,78082
1,49787 1,089481 0,955992 1,114012 1,12895 1,04119 0,971264 1,02034 1,315755 1,281255 1,044369 1,085736 0,97534
13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
Neemt actief deel aan gezin van herkomst Denkt niet na over ernst delict Toont weinig zelfreflectie Neemt geen verantwoordelijkheid voor eigen gedrag Het ten laste gelegde was een impulsieve daad Kan geen nee zeggen Is gericht op waardering anderen Houdt geen rekening met anderen Is een first offender Stemming wisselt snel Kan niet omgaan met frustratie Legt schuld buiten zichzelf Toont geen berouw
3,054054 2,864865 2,824324 2,72973 2,716216 2,73972 2,648649 2,28767 2,459459 2,405405 2,243243 2,162162 1,78082
1,49787 1,089481 0,955992 1,114012 1,12895 1,04119 0,971264 1,02034 1,315755 1,281255 1,044369 1,085736 0,97534
Tabel 4. Gemiddelde en standaard deviatie waarderingen uitspraken voor het niet toepassen van het jeugdstrafrecht. Uitspraken in het grijs hadden een gemiddelde score van lager dan 3
Tabel 4. Gemiddelde en standaard deviatie waarderingen uitspraken voor het niet toepassen van het jeugdstrafrecht. Uitspraken in het grijs hadden een gemiddelde score van lager dan 3
Item 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27
Item 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27
Namen items Langdurige beveiliging maatschappij is noodzakelijk Pedagogische aanpak is niet mogelijk Kiest voor het plegen van delict(en) Heeft eerder PIJ-maatregel gehad Heeft psychopathische trekken Heeft jarenlange justitiële voorgeschiedenis Is ingebed in crimineel milieu Zal andere jeugdige gedetineerden negatief beïnvloeden Heeft eerdere justitiële sancties laten mislukken Is niet onder de indruk van justitiële autoriteiten Gebruikt anderen voor eigen doeleinden Er is een toename in ernst van delicten Is leider bij een groepsdelict Is ongeschikt voor groepsgericht leefklimaat Heeft antisociale persoonlijkheidsproblematiek Overziet lange termijn gevolgen eigen handelen Pronkt met criminele activiteiten Zorgt voor gezin Woont zelfstandig Houdt geen rekening met slachtoffers Stelt eigen belang boven dat van anderen Toont geen berouw Trekt zich niets aan van ouders Neemt geen verantwoordelijkheid voor eigen gedrag Heeft betaald werk Houdt criminele activiteiten verborgen voor omgeving Heeft een (langdurige) relatie
Gemiddelde 4,465753 4,328767 4,232877 4,205479 4,055556 3,972602 3,726027 3,630137 3,547945 3,493151 3,465753 3,465753 3,444444 3,342465 3,328767 3,260274 3,082192 2,876712 2,808219 2,833333 2,684931 2,638889 2,520547 2,472222 2,369863 2,534247 2,041096
SD 0,914121 0,913704 0,993319 1,053551 1,173521 1,130051 1,096209 1,124313 1,118544 1,214762 1,167644 1,248134 1,046643 1,282566 1,167319 1,443639 1,24447 1,423466 1,350489 1,186782 1,012103 1,225384 1,179802 1,137977 1,296436 1,17948 1,171874
Namen items Langdurige beveiliging maatschappij is noodzakelijk Pedagogische aanpak is niet mogelijk Kiest voor het plegen van delict(en) Heeft eerder PIJ-maatregel gehad Heeft psychopathische trekken Heeft jarenlange justitiële voorgeschiedenis Is ingebed in crimineel milieu Zal andere jeugdige gedetineerden negatief beïnvloeden Heeft eerdere justitiële sancties laten mislukken Is niet onder de indruk van justitiële autoriteiten Gebruikt anderen voor eigen doeleinden Er is een toename in ernst van delicten Is leider bij een groepsdelict Is ongeschikt voor groepsgericht leefklimaat Heeft antisociale persoonlijkheidsproblematiek Overziet lange termijn gevolgen eigen handelen Pronkt met criminele activiteiten Zorgt voor gezin Woont zelfstandig Houdt geen rekening met slachtoffers Stelt eigen belang boven dat van anderen Toont geen berouw Trekt zich niets aan van ouders Neemt geen verantwoordelijkheid voor eigen gedrag Heeft betaald werk Houdt criminele activiteiten verborgen voor omgeving Heeft een (langdurige) relatie
Gemiddelde 4,465753 4,328767 4,232877 4,205479 4,055556 3,972602 3,726027 3,630137 3,547945 3,493151 3,465753 3,465753 3,444444 3,342465 3,328767 3,260274 3,082192 2,876712 2,808219 2,833333 2,684931 2,638889 2,520547 2,472222 2,369863 2,534247 2,041096
SD 0,914121 0,913704 0,993319 1,053551 1,173521 1,130051 1,096209 1,124313 1,118544 1,214762 1,167644 1,248134 1,046643 1,282566 1,167319 1,443639 1,24447 1,423466 1,350489 1,186782 1,012103 1,225384 1,179802 1,137977 1,296436 1,17948 1,171874
De uitspraken die grijs zijn gemarkeerd in tabel 3 en 4 hebben een gemiddelde score onder de 3
De uitspraken die grijs zijn gemarkeerd in tabel 3 en 4 hebben een gemiddelde score onder de 3
behaald en zijn om die reden verwijderd voor verdere analyses. De deelnemers waren van mening
behaald en zijn om die reden verwijderd voor verdere analyses. De deelnemers waren van mening
dat deze uitspraken onvoldoende meewegen in een advies over het toepassen van het
dat deze uitspraken onvoldoende meewegen in een advies over het toepassen van het
jeugdstrafrecht. Opvallend is dat alle uitspraken die vielen in een cluster “gewetensontwikkeling” op
jeugdstrafrecht. Opvallend is dat alle uitspraken die vielen in een cluster “gewetensontwikkeling” op
25
25
basis van de gemiddelde scores zijn verwijderd. Een voorbeeld van een uitspraak die hieronder viel, is
basis van de gemiddelde scores zijn verwijderd. Een voorbeeld van een uitspraak die hieronder viel, is
“Toont geen berouw”. Blijkbaar vonden de professionals dat gewetensontwikkeling onvoldoende
“Toont geen berouw”. Blijkbaar vonden de professionals dat gewetensontwikkeling onvoldoende
discrimineert tussen beiden strafrechten.
discrimineert tussen beiden strafrechten.
Van de overgebleven uitspraken is onderzocht hoe zij clusteren door middel van een hiërarchische
Van de overgebleven uitspraken is onderzocht hoe zij clusteren door middel van een hiërarchische
factoranalyse. Deze analyse levert eigenvectors op. De eigenvectors geven weer in hoeverre
factoranalyse. Deze analyse levert eigenvectors op. De eigenvectors geven weer in hoeverre
uitspraken vaak in combinatie met elkaar gekozen worden. In tabel 5 zijn de eigenvalues,
uitspraken vaak in combinatie met elkaar gekozen worden. In tabel 5 zijn de eigenvalues,
eigenvectors en verklaarde variantie te vinden van het toepassen van jeugdstrafrecht bij 18 – 23
eigenvectors en verklaarde variantie te vinden van het toepassen van jeugdstrafrecht bij 18 – 23
jarigen.
jarigen.
Tabel 5. Eigenvalues, variantie en eigenvectors van indicatiecriteria toepassen jeugdstrafrecht
Uitspraken Kan eigen gedrag nauwelijks organiseren Kan risico's eigen handelen nauwelijks inschatten Functioneert op verstandelijk beperkt niveau Oogt in contact jonger dan kalenderleeftijd Handelt zonder nadenken Opvoedkundige aanpak is mogelijk Opvoedkundige aanpak is noodzakelijk Heeft groepsgericht leefklimaat nodig Gezinsgerichte hulpverlening is noodzakelijk Neemt actief deel aan gezin van herkomst Continuering scholing noodzakelijk Heeft hulp nodig om afspraken na te komen Is meeloper in een groepsdelict Eigenvalues Variantie
Tabel 5. Eigenvalues, variantie en eigenvectors van indicatiecriteria toepassen jeugdstrafrecht
Eigenvectors1 -0,83565 -0,84674
Eigenvectors2 0,426109 0,334798
Eigenvectors3 -0,24736 -0,24262
-0,77994
0,413261
0,352158
-0,61646 -0,70963 0,971715 0,967103 0,964367 0,973732 0,91792 0,936357 -0,15682 -0,18921 8,444576 0,687371
0,186383 -0,04003 0,193869 0,206567 0,153665 0,183936 0,122604 0,190018 0,794336 -0,88277 2,099876 0,141586
0,689778 -0,602 -0,02702 -0,04305 -0,03602 -0,04201 0,05924 -0,04448 -0,02787 0,068925 1,098926 0,091447
Uitspraken Kan eigen gedrag nauwelijks organiseren Kan risico's eigen handelen nauwelijks inschatten Functioneert op verstandelijk beperkt niveau Oogt in contact jonger dan kalenderleeftijd Handelt zonder nadenken Opvoedkundige aanpak is mogelijk Opvoedkundige aanpak is noodzakelijk Heeft groepsgericht leefklimaat nodig Gezinsgerichte hulpverlening is noodzakelijk Neemt actief deel aan gezin van herkomst Continuering scholing noodzakelijk Heeft hulp nodig om afspraken na te komen Is meeloper in een groepsdelict Eigenvalues Variantie
Eigenvectors1 -0,83565 -0,84674
Eigenvectors2 0,426109 0,334798
Eigenvectors3 -0,24736 -0,24262
-0,77994
0,413261
0,352158
-0,61646 -0,70963 0,971715 0,967103 0,964367 0,973732 0,91792 0,936357 -0,15682 -0,18921 8,444576 0,687371
0,186383 -0,04003 0,193869 0,206567 0,153665 0,183936 0,122604 0,190018 0,794336 -0,88277 2,099876 0,141586
0,689778 -0,602 -0,02702 -0,04305 -0,03602 -0,04201 0,05924 -0,04448 -0,02787 0,068925 1,098926 0,091447
In tabel 5 zijn achter de individuele uitspraken de eigenvectors te vinden. Op eigenvectors1 zijn er 5
In tabel 5 zijn achter de individuele uitspraken de eigenvectors te vinden. Op eigenvectors1 zijn er 5
uitspraken die een score lager dan - 0,6 hebben behaald. Deze cijfers zijn donkerblauw gekleurd. Dat
uitspraken die een score lager dan - 0,6 hebben behaald. Deze cijfers zijn donkerblauw gekleurd. Dat
betekent dat deze uitspraken vaak in combinatie met elkaar gekozen zijn tijdens de prioriteringsfase
betekent dat deze uitspraken vaak in combinatie met elkaar gekozen zijn tijdens de prioriteringsfase
en ze samen een cluster vormen. Dit cluster is “Handelingsvaardigheden” genoemd. Op
en ze samen een cluster vormen. Dit cluster is “Handelingsvaardigheden” genoemd. Op
eigenvectors1 zijn er tevens 6 uitspraken die een score hoger dan 0.9 hebben behaald. Deze cijfers
eigenvectors1 zijn er tevens 6 uitspraken die een score hoger dan 0.9 hebben behaald. Deze cijfers
zijn lichtblauw gekleurd. Ook deze uitspraken zijn vaak in combinatie met elkaar gekozen tijdens de
zijn lichtblauw gekleurd. Ook deze uitspraken zijn vaak in combinatie met elkaar gekozen tijdens de
prioriteringsfase en vormen samen een cluster. Dit cluster is “Pedagogische beïnvloeding” genoemd.
prioriteringsfase en vormen samen een cluster. Dit cluster is “Pedagogische beïnvloeding” genoemd.
De uitspraken die laden op deze eigenvector hebben samen een variantie van 0,6874. Dit betekent
De uitspraken die laden op deze eigenvector hebben samen een variantie van 0,6874. Dit betekent
dat de uitspraken die laden op deze eigenvector samen 68,74% van de totale variantie verklaren.
dat de uitspraken die laden op deze eigenvector samen 68,74% van de totale variantie verklaren.
“Heeft hulp nodig om afspraken na te komen” en “Is meeloper in een groepsdelict” behaalden beide
“Heeft hulp nodig om afspraken na te komen” en “Is meeloper in een groepsdelict” behaalden beide
geen factorlading tussen de 0.50 en 1 of tussen de -0.50 en -1 op de eerste eigenvector. Dit betekent
geen factorlading tussen de 0.50 en 1 of tussen de -0.50 en -1 op de eerste eigenvector. Dit betekent
26
26
dat deze uitspraken niet clusteren met de overige uitspraken. Het lijkt erop dat deze uitspraken iets
dat deze uitspraken niet clusteren met de overige uitspraken. Het lijkt erop dat deze uitspraken iets
anders meten, dan de overige uitspraken. Op de tweede eigenvector hebben ze respectievelijk een
anders meten, dan de overige uitspraken. Op de tweede eigenvector hebben ze respectievelijk een
score van 0,79 en -0.88 behaald. De verklaarde variantie van de tweede eigenvector is 0,1416.
score van 0,79 en -0.88 behaald. De verklaarde variantie van de tweede eigenvector is 0,1416.
Oftewel 14,16% van de totale variantie wordt bepaald door deze eigenvector. De eigenwaarde van
Oftewel 14,16% van de totale variantie wordt bepaald door deze eigenvector. De eigenwaarde van
deze eigenvector is 2,1. Dit houdt in dat het niet veel toevoegt aan de verklaarde variantie die door
deze eigenvector is 2,1. Dit houdt in dat het niet veel toevoegt aan de verklaarde variantie die door
eigenvector1 wordt verklaard. Aangezien deze uitspraken niet clusteren met andere uitspraken en de
eigenvector1 wordt verklaard. Aangezien deze uitspraken niet clusteren met andere uitspraken en de
uitspraken niet veel meer variantie verklaren, wordt overwogen om de uitspraken te verwijderen uit
uitspraken niet veel meer variantie verklaren, wordt overwogen om de uitspraken te verwijderen uit
de clustering. De uitspraken “Heeft hulp nodig om afspraken na te komen” en “Is meeloper in een
de clustering. De uitspraken “Heeft hulp nodig om afspraken na te komen” en “Is meeloper in een
groepsdelict” hebben ook geen hoge gemiddelde scores behaald (respectievelijk 3,16 en 3,32). Als
groepsdelict” hebben ook geen hoge gemiddelde scores behaald (respectievelijk 3,16 en 3,32). Als
naar de inhoud van de uitspraken wordt gekeken, kan tevens worden geconcludeerd dat deze
naar de inhoud van de uitspraken wordt gekeken, kan tevens worden geconcludeerd dat deze
uitspraken niet samenhangen met de overige uitspraken en iets anders meten. Om deze redenen is
uitspraken niet samenhangen met de overige uitspraken en iets anders meten. Om deze redenen is
besloten deze uitspraken verder niet mee te nemen in de analyses.
besloten deze uitspraken verder niet mee te nemen in de analyses.
Tabel 6. Eigenvalues, variantie en eigenvectors van contra-indicaties toepassen jeugdstrafrecht
Uitspraken Heeft jarenlange justitiële voorgeschiedenis Heeft eerdere justitiële sancties laten mislukken Is niet onder de indruk van justitiële autoriteiten Heeft eerder PIJ-maatregel gehad Er is een toename in ernst van delicten Langdurige beveiliging maatschappij is noodzakelijk Gebruikt anderen voor eigen doeleinden Heeft psychopathische trekken Heeft antisociale persoonlijkheidsproblematiek Is leider bij een groepsdelict Overziet lange termijn gevolgen eigen handelen Zal andere jeugdige gedetineerden negatief beïnvloeden Pedagogische aanpak is niet mogelijk Is ongeschikt voor groepsgericht leefklimaat Kiest voor het plegen van delict(en) Is ingebed in crimineel milieu Pronkt met criminele activiteiten Eigenvalues Variantie
Tabel 6. Eigenvalues, variantie en eigenvectors van contra-indicaties toepassen jeugdstrafrecht
Eigenvectors1 0,95852 0,952724
Eigenvectors2 -0,03966 0,08624
Eigenvectors3 -0,15728 -0,12253
0,702987
-0,14623
0,145619
0,934247 0,877806 0,535391
0,185904 -0,1883 0,26023
-0,15894 -0,04193 -0,25451
-0,68201 -0,55631 -0,59204
-0,3575 -0,34472 -0,30612
-0,09792 -0,67224 -0,66827
-0,3881 -0,31801
-0,38754 -0,29825
0,399427 0,041266
-0,40283
0,734513
0,392562
-0,23072 -0,27801 0,155264 0,20664 -0,07131 5,992188 0,362544
0,876769 0,8542 -0,82862 -0,69694 -0,80167 4,600506 0,28035
0,277039 0,338282 0,340049 0,545691 0,435118 2,170101 0,13361
Uitspraken Heeft jarenlange justitiële voorgeschiedenis Heeft eerdere justitiële sancties laten mislukken Is niet onder de indruk van justitiële autoriteiten Heeft eerder PIJ-maatregel gehad Er is een toename in ernst van delicten Langdurige beveiliging maatschappij is noodzakelijk Gebruikt anderen voor eigen doeleinden Heeft psychopathische trekken Heeft antisociale persoonlijkheidsproblematiek Is leider bij een groepsdelict Overziet lange termijn gevolgen eigen handelen Zal andere jeugdige gedetineerden negatief beïnvloeden Pedagogische aanpak is niet mogelijk Is ongeschikt voor groepsgericht leefklimaat Kiest voor het plegen van delict(en) Is ingebed in crimineel milieu Pronkt met criminele activiteiten Eigenvalues Variantie
Eigenvectors1 0,95852 0,952724
Eigenvectors2 -0,03966 0,08624
Eigenvectors3 -0,15728 -0,12253
0,702987
-0,14623
0,145619
0,934247 0,877806 0,535391
0,185904 -0,1883 0,26023
-0,15894 -0,04193 -0,25451
-0,68201 -0,55631 -0,59204
-0,3575 -0,34472 -0,30612
-0,09792 -0,67224 -0,66827
-0,3881 -0,31801
-0,38754 -0,29825
0,399427 0,041266
-0,40283
0,734513
0,392562
-0,23072 -0,27801 0,155264 0,20664 -0,07131 5,992188 0,362544
0,876769 0,8542 -0,82862 -0,69694 -0,80167 4,600506 0,28035
0,277039 0,338282 0,340049 0,545691 0,435118 2,170101 0,13361
In tabel 6 is te zien dat er 6 uitspraken een score van hoger dan 0.53 hebben behaald op de
In tabel 6 is te zien dat er 6 uitspraken een score van hoger dan 0.53 hebben behaald op de
eigenvectors1. Deze cijfers zijn lichtblauw gekleurd. Deze uitspraken vormen samen een cluster dat
eigenvectors1. Deze cijfers zijn lichtblauw gekleurd. Deze uitspraken vormen samen een cluster dat
27
27
“Justitiële voorgeschiedenis” genoemd is. Tevens zijn er 3 uitspraken die een score tussen de -0.53
“Justitiële voorgeschiedenis” genoemd is. Tevens zijn er 3 uitspraken die een score tussen de -0.53
en -1 hebben behaald, in het donkerblauw gekleurd. Deze uitspraken vormen samen het cluster
en -1 hebben behaald, in het donkerblauw gekleurd. Deze uitspraken vormen samen het cluster
“Psychopathische trekken”. De uitspraken die op dit cluster laden, hebben samen een variantie van
“Psychopathische trekken”. De uitspraken die op dit cluster laden, hebben samen een variantie van
0,3625. Dit wil zeggen dat 36,25 van de variantie verklaard wordt door de uitspraken uit dit cluster.
0,3625. Dit wil zeggen dat 36,25 van de variantie verklaard wordt door de uitspraken uit dit cluster.
Bij eigenvector2 zijn er 3 uitspraken die een score hoger dan 0.53 hebben behaald. Deze uitspraken
Bij eigenvector2 zijn er 3 uitspraken die een score hoger dan 0.53 hebben behaald. Deze uitspraken
zijn lichtblauw gekleurd. Zij vormen samen het cluster “Pedagogische onmogelijkheden”. De drie
zijn lichtblauw gekleurd. Zij vormen samen het cluster “Pedagogische onmogelijkheden”. De drie
scores in het donkerblauw, zijn scores tussen de -0.53 en -1. Deze uitspraken vormen samen het
scores in het donkerblauw, zijn scores tussen de -0.53 en -1. Deze uitspraken vormen samen het
cluster “Criminele levensstijl”. De uitspraken die op dit cluster laden, hebben samen een variantie
cluster “Criminele levensstijl”. De uitspraken die op dit cluster laden, hebben samen een variantie
van 0,2804. Oftewel, 28,04% van de variantie wordt verklaard door de uitspraken uit dit cluster. Ook
van 0,2804. Oftewel, 28,04% van de variantie wordt verklaard door de uitspraken uit dit cluster. Ook
de eigenwaarde blijkt voldoende te zijn, namelijk 4,60. Dat betekent dat deze eigenvector een
de eigenwaarde blijkt voldoende te zijn, namelijk 4,60. Dat betekent dat deze eigenvector een
toevoeging is op de variantie verklaard door eigenvector1.
toevoeging is op de variantie verklaard door eigenvector1.
Tot slot waren er nog 2 uitspraken over: “Is leider bij een groepsdelict” en “Overziet lange termijn
Tot slot waren er nog 2 uitspraken over: “Is leider bij een groepsdelict” en “Overziet lange termijn
gevolgen handelen”. Beide uitspraken clusteren op alle drie de eigenvectors onvoldoende met de
gevolgen handelen”. Beide uitspraken clusteren op alle drie de eigenvectors onvoldoende met de
overige uitspraken. Tevens bleek dat deze uitspraken tijdens de prioritering geen hoge gemiddelde
overige uitspraken. Tevens bleek dat deze uitspraken tijdens de prioritering geen hoge gemiddelde
scores behaalden, namelijk respectievelijk 3,44 en 3,26. Ook inhoudelijk was er geen reden om deze
scores behaalden, namelijk respectievelijk 3,44 en 3,26. Ook inhoudelijk was er geen reden om deze
uitspraken te behouden. Om die redenen zijn deze uitspraken verwijderd voor verdere analyses.
uitspraken te behouden. Om die redenen zijn deze uitspraken verwijderd voor verdere analyses.
In tabel 5 en 6 is te zien hoe de clustering tot stand is gekomen. In tabel 7 is een overzicht te zien van
In tabel 5 en 6 is te zien hoe de clustering tot stand is gekomen. In tabel 7 is een overzicht te zien van
de clusters met de bijbehorende uitspraken.
de clusters met de bijbehorende uitspraken.
28
28
Tabel 7. Overzicht van de clusters en bijbehorende uitspraken
Indicatiecriteria
Tabel 7. Overzicht van de clusters en bijbehorende uitspraken
Contra-indicaties
Cluster 1 Handelingsvaardigheden Functioneert op verstandelijk beperkt niveau Kan risico's eigen handelen nauwelijks inschatten Kan eigen gedrag nauwelijks organiseren Handelt zonder nadenken Oogt in contact jonger dan kalenderleeftijd
Cluster 3 Justitiële voorgeschiedenis Langdurige beveiliging maatschappij is noodzakelijk Heeft eerder PIJ-maatregel gehad Heeft jarenlange justitiële voorgeschiedenis Heeft eerdere justitiële sancties laten mislukken Is niet onder de indruk van justitiële autoriteiten Er is een toename in ernst van delicten
Cluster 5 Criminele levensstijl
Cluster 2 Pedagogische beïnvloeding Opvoedkundige aanpak is noodzakelijk Gezinsgerichte hulpverlening is noodzakelijk Opvoedkundige aanpak is mogelijk Continuering scholing noodzakelijk Heeft groepsgericht leefklimaat nodig Neemt actief deel aan gezin van herkomst
Cluster 4 Psychopathische trekken Heeft psychopathische trekken Gebruikt anderen voor eigen doeleinden Heeft antisociale persoonlijkheidsproblematiek
Cluster 6 Pedagogische onmogelijkheden Pedagogische aanpak is niet mogelijk Zal andere jeugdige gedetineerden negatief beïnvloeden Is ongeschikt voor groepsgericht leefklimaat
Kiest voor het plegen van delict(en) Is ingebed in crimineel milieu Pronkt met criminele activiteiten
Indicatiecriteria
Contra-indicaties
Cluster 1 Handelingsvaardigheden Functioneert op verstandelijk beperkt niveau Kan risico's eigen handelen nauwelijks inschatten Kan eigen gedrag nauwelijks organiseren Handelt zonder nadenken Oogt in contact jonger dan kalenderleeftijd
Cluster 3 Justitiële voorgeschiedenis Langdurige beveiliging maatschappij is noodzakelijk Heeft eerder PIJ-maatregel gehad Heeft jarenlange justitiële voorgeschiedenis Heeft eerdere justitiële sancties laten mislukken Is niet onder de indruk van justitiële autoriteiten Er is een toename in ernst van delicten
Cluster 5 Criminele levensstijl
Cluster 2 Pedagogische beïnvloeding Opvoedkundige aanpak is noodzakelijk Gezinsgerichte hulpverlening is noodzakelijk Opvoedkundige aanpak is mogelijk Continuering scholing noodzakelijk Heeft groepsgericht leefklimaat nodig Neemt actief deel aan gezin van herkomst
Cluster 4 Psychopathische trekken Heeft psychopathische trekken Gebruikt anderen voor eigen doeleinden Heeft antisociale persoonlijkheidsproblematiek
Cluster 6 Pedagogische onmogelijkheden Pedagogische aanpak is niet mogelijk Zal andere jeugdige gedetineerden negatief beïnvloeden Is ongeschikt voor groepsgericht leefklimaat
Kiest voor het plegen van delict(en) Is ingebed in crimineel milieu Pronkt met criminele activiteiten
Analyses per beroepsgroep: indicatiecriteria
Analyses per beroepsgroep: indicatiecriteria
De verwachting bestond dat er mogelijk verschillen bestaan tussen de verschillende beroepsgroepen
De verwachting bestond dat er mogelijk verschillen bestaan tussen de verschillende beroepsgroepen
over wat zij de belangrijkste uitspraken achten. Er zijn analyses uitgevoerd op groepsniveau om deze
over wat zij de belangrijkste uitspraken achten. Er zijn analyses uitgevoerd op groepsniveau om deze
verwachting te testen. In deze paragraaf zijn de verschillen tussen de diverse beroepsgroepen ten
verwachting te testen. In deze paragraaf zijn de verschillen tussen de diverse beroepsgroepen ten
opzichte van de indicatiecriteria voor het toepassen van het jeugdstrafrecht te vinden. In tabel 8 is de
opzichte van de indicatiecriteria voor het toepassen van het jeugdstrafrecht te vinden. In tabel 8 is de
gemiddelde score per uitspraak voor het toepassen van het jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen te
gemiddelde score per uitspraak voor het toepassen van het jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen te
vinden, uitgesplitst naar de beroepsgroepen. In figuur 3 is de clustermap met indicatiecriteria
vinden, uitgesplitst naar de beroepsgroepen. In figuur 3 is de clustermap met indicatiecriteria
toepassen jeugdstrafrecht te vinden.
toepassen jeugdstrafrecht te vinden.
29
29
Consult 4,833 4,833 4,667 4,667 4,667 4,167 3,833 3,833 2,833 3,833 3,5 3,667 3,167 3 2,667 2,5 2,833 2,8 3,167 2,5 2,333 1,833 2 1,667 1,333
PJ-rap 4,727 4,455 4,545 4 4,091 4,273 3,727 3,455 3,727 3,455 3,545 3 3,545 2,545 3 3 3,182 2,455 2,545 2,5 3,182 2,182 1,727 2,364 2,4
30
Recl 5 4,6 4,5 4,4 3,9 4,3 3,7 3,1 3,6 3,8 3,4 3,3 3,1 2,9 2,7 2,7 2,8 3,3 3,1 2,1 2,1 2,4 2,3 1,9 1,5
RvdK 4,75 4,75 4,75 4,625 4,625 4 4,25 4,125 3,125 3,625 3,125 3,625 4,25 2,375 2,375 2,25 2,5 2,625 2,5 2 2,625 1,875 2,125 2 1,375
Uitspraken Opvoedkundige aanpak is noodzakelijk Functioneert op verstandelijk beperkt niveau Gezinsgerichte hulpverlening is noodzakelijk Kan risico's eigen handelen nauwelijks inschatten Kan eigen gedrag nauwelijks organiseren Opvoedkundige aanpak is mogelijk Continuering scholing noodzakelijk Heeft groepsgericht leefklimaat nodig Handelt zonder nadenken Oogt in contact jonger dan kalenderleeftijd Is meeloper in een groepsdelict Heeft hulp nodig om afspraken na te komen Neemt actief deel aan gezin van herkomst Denkt niet na over ernst delict Toont weinig zelfreflectie Neemt geen verantwoordelijkheid voor eigen gedrag Het ten laste gelegde was een impulsieve daad Kan geen nee zeggen Is gericht op waardering anderen Houdt geen rekening met anderen Is een first offender Stemming wisselt snel Kan niet omgaan met frustratie Legt schuld buiten zichzelf Toont geen berouw
Consult 4,833 4,833 4,667 4,667 4,667 4,167 3,833 3,833 2,833 3,833 3,5 3,667 3,167 3 2,667 2,5 2,833 2,8 3,167 2,5 2,333 1,833 2 1,667 1,333
PJ-rap 4,727 4,455 4,545 4 4,091 4,273 3,727 3,455 3,727 3,455 3,545 3 3,545 2,545 3 3 3,182 2,455 2,545 2,5 3,182 2,182 1,727 2,364 2,4
30
Recl 5 4,6 4,5 4,4 3,9 4,3 3,7 3,1 3,6 3,8 3,4 3,3 3,1 2,9 2,7 2,7 2,8 3,3 3,1 2,1 2,1 2,4 2,3 1,9 1,5
RvdK 4,75 4,75 4,75 4,625 4,625 4 4,25 4,125 3,125 3,625 3,125 3,625 4,25 2,375 2,375 2,25 2,5 2,625 2,5 2 2,625 1,875 2,125 2 1,375
Tabel 8. Gemiddelde score per beroepsgroep per uitspraak voor het toepassen van het jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen
Uitspraken Opvoedkundige aanpak is noodzakelijk Functioneert op verstandelijk beperkt niveau Gezinsgerichte hulpverlening is noodzakelijk Kan risico's eigen handelen nauwelijks inschatten Kan eigen gedrag nauwelijks organiseren Opvoedkundige aanpak is mogelijk Continuering scholing noodzakelijk Heeft groepsgericht leefklimaat nodig Handelt zonder nadenken Oogt in contact jonger dan kalenderleeftijd Is meeloper in een groepsdelict Heeft hulp nodig om afspraken na te komen Neemt actief deel aan gezin van herkomst Denkt niet na over ernst delict Toont weinig zelfreflectie Neemt geen verantwoordelijkheid voor eigen gedrag Het ten laste gelegde was een impulsieve daad Kan geen nee zeggen Is gericht op waardering anderen Houdt geen rekening met anderen Is een first offender Stemming wisselt snel Kan niet omgaan met frustratie Legt schuld buiten zichzelf Toont geen berouw
Tabel 8. Gemiddelde score per beroepsgroep per uitspraak voor het toepassen van het jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen
Advoc 4,75 5 3,5 4,25 4,25 3,5 4,25 3,75 3 4 3 3,5 2,5 3 2,5 2,75 3 2,5 2,25 2 1,75 3,75 1,5 2 2
Advoc 4,75 5 3,5 4,25 4,25 3,5 4,25 3,75 3 4 3 3,5 2,5 3 2,5 2,75 3 2,5 2,25 2 1,75 3,75 1,5 2 2
OM 4,778 4,111 3,667 4,333 4,111 3,556 3,333 3 3,778 3,222 2,667 3,333 1,778 3 3,444 3,222 2,556 3 2,444 2,667 1,778 2,556 2,556 2,667 1,556
OM 4,778 4,111 3,667 4,333 4,111 3,556 3,333 3 3,778 3,222 2,667 3,333 1,778 3 3,444 3,222 2,556 3 2,444 2,667 1,778 2,556 2,556 2,667 1,556
ZM 4,9 4,7 4,5 4,3 4,3 4,6 4,3 4,1 3,8 3 3,8 2,7 2 3,8 2,7 2,2 2,7 2,9 2,3 1,8 1,8 2,1 2 2,2 1,8
ZM 4,9 4,7 4,5 4,3 4,3 4,6 4,3 4,1 3,8 3 3,8 2,7 2 3,8 2,7 2,2 2,7 2,9 2,3 1,8 1,8 2,1 2 2,2 1,8
PI/JJI 4,75 4,625 4,5 4,125 4,375 4,5 4,125 4,25 3,125 2,625 3,625 3 3,5 3 2,75 3,125 2,25 2,75 2,5 2,625 3,375 2,5 2,75 2,375 2,125
PI/JJI 4,75 4,625 4,5 4,125 4,375 4,5 4,125 4,25 3,125 2,625 3,625 3 3,5 3 2,75 3,125 2,25 2,75 2,5 2,625 3,375 2,5 2,75 2,375 2,125
Behan 4,75 4,25 4,625 3,875 4,375 3,875 4,375 4,125 3,25 3,375 3 2,75 3,625 2,125 3 2,75 2,625 2,125 3 2,375 2,875 3,125 3 2 1,875
Behan 4,75 4,25 4,625 3,875 4,375 3,875 4,375 4,125 3,25 3,375 3 2,75 3,625 2,125 3 2,75 2,625 2,125 3 2,375 2,875 3,125 3 2 1,875
Waardering indicatiecriteria
Waardering indicatiecriteria
In de donkerblauw gemarkeerde vakken staan de uitspraken die door de deelnemers uit die
In de donkerblauw gemarkeerde vakken staan de uitspraken die door de deelnemers uit die
beroepsgroep gemiddeld het meest van belang geacht werden. In de blauw gemarkeerde vakken
beroepsgroep gemiddeld het meest van belang geacht werden. In de blauw gemarkeerde vakken
staan de gemiddelden van de uitspraken die ze daarna het meest van belang vonden. In de
staan de gemiddelden van de uitspraken die ze daarna het meest van belang vonden. In de
lichtblauw gemarkeerde vakken de uitspraken die gemiddeld als derde het meest van belang werden
lichtblauw gemarkeerde vakken de uitspraken die gemiddeld als derde het meest van belang werden
gevonden door de beroepsgroepen. De gemiddelden die dik en schuin gedrukt staan in het rode
gevonden door de beroepsgroepen. De gemiddelden die dik en schuin gedrukt staan in het rode
lettertype zijn gemiddelde scores die voor die specifieke beroepsgroep wel mee zouden moeten
lettertype zijn gemiddelde scores die voor die specifieke beroepsgroep wel mee zouden moeten
wegen in een advies toepassen jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen maar die op basis van de
wegen in een advies toepassen jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen maar die op basis van de
gemiddelde scores van alle beroepsgroepen de wegingslijst niet gehaald hebben.
gemiddelde scores van alle beroepsgroepen de wegingslijst niet gehaald hebben.
Opvallend is dat bijna iedere beroepsgroep het wel eens was over de belangrijkste uitspraak,
Opvallend is dat bijna iedere beroepsgroep het wel eens was over de belangrijkste uitspraak,
namelijk de uitspraak “Opvoedkundige aanpak is noodzakelijk”. Alleen de groep advocaten kozen
namelijk de uitspraak “Opvoedkundige aanpak is noodzakelijk”. Alleen de groep advocaten kozen
unaniem voor de uitspraak “Functioneert op verstandelijk beperkt niveau”. Er was al meer variatie te
unaniem voor de uitspraak “Functioneert op verstandelijk beperkt niveau”. Er was al meer variatie te
vinden bij de op een na belangrijkste uitspraak. Er ontstond flinke variatie tussen de beroepsgroepen
vinden bij de op een na belangrijkste uitspraak. Er ontstond flinke variatie tussen de beroepsgroepen
over wat de derde belangrijkste uitspraak is en die variatie wordt vervolgens steeds groter. Alleen de
over wat de derde belangrijkste uitspraak is en die variatie wordt vervolgens steeds groter. Alleen de
reclasseringsmedewerkers en de gedragsdeskundigen uit een PI/JJI hielden de volgorde aan die ook
reclasseringsmedewerkers en de gedragsdeskundigen uit een PI/JJI hielden de volgorde aan die ook
uit de gemiddelde scores van alle beroepsgroepen samen blijken. Als gekeken wordt naar de minst
uit de gemiddelde scores van alle beroepsgroepen samen blijken. Als gekeken wordt naar de minst
belangrijke uitspraken (de uitspraken die op basis van hun gemiddelde score zijn verwijderd) hadden
belangrijke uitspraken (de uitspraken die op basis van hun gemiddelde score zijn verwijderd) hadden
de meeste van deze uitspraken voor sommige beroepsgroepen niet verwijderd hoeven worden. De
de meeste van deze uitspraken voor sommige beroepsgroepen niet verwijderd hoeven worden. De
drie uitspraken die bij alle beroepsgroepen gemiddeld laag scoorden zijn de uitspraken “Houdt geen
drie uitspraken die bij alle beroepsgroepen gemiddeld laag scoorden zijn de uitspraken “Houdt geen
rekening met anderen”, “Legt schuld buiten zichzelf” en “Toont geen berouw”.
rekening met anderen”, “Legt schuld buiten zichzelf” en “Toont geen berouw”.
Tot slot kunnen de beroepsgroepen nog worden ingedeeld in groepen op basis van hun positie in de
Tot slot kunnen de beroepsgroepen nog worden ingedeeld in groepen op basis van hun positie in de
strafrechtketen. Zo adviseren NIFP-consulenten, Pro Justitia rapporteurs, Reclassering en de Raad
strafrechtketen. Zo adviseren NIFP-consulenten, Pro Justitia rapporteurs, Reclassering en de Raad
voor de Kinderbescherming allen het openbaar ministerie en de rechterlijke macht. Advocaten, het
voor de Kinderbescherming allen het openbaar ministerie en de rechterlijke macht. Advocaten, het
Openbaar Ministerie en de Rechterlijke Macht zouden samengevoegd kunnen worden als juridische
Openbaar Ministerie en de Rechterlijke Macht zouden samengevoegd kunnen worden als juridische
experts. Gedragsdeskundigen PI/JJI en Behandelaren forensische psychiatrie behandelen in
experts. Gedragsdeskundigen PI/JJI en Behandelaren forensische psychiatrie behandelen in
voorarrest en nadat er al een veroordeling ligt. Zij hebben indirecte invloed op het openbaar
voorarrest en nadat er al een veroordeling ligt. Zij hebben indirecte invloed op het openbaar
ministerie en de rechterlijke macht. Echter, op basis van de manier waarop zij de uitspraken hebben
ministerie en de rechterlijke macht. Echter, op basis van de manier waarop zij de uitspraken hebben
geprioriteerd, zijn zij niet als groepen te identificeren. Dit betekent dat zij niet overeen komen in hun
geprioriteerd, zijn zij niet als groepen te identificeren. Dit betekent dat zij niet overeen komen in hun
denkbeelden en de diverse beroepsgroepen hun eigen expertise en daarmee samenhangend, een
denkbeelden en de diverse beroepsgroepen hun eigen expertise en daarmee samenhangend, een
eigen visie hebben.
eigen visie hebben.
Clustering indicatiecriteria
Clustering indicatiecriteria
Visueel is in zogenaamde “clustermaps” te zien hoe de diverse beroepsgroepen oordelen over de
Visueel is in zogenaamde “clustermaps” te zien hoe de diverse beroepsgroepen oordelen over de
clustering van de uitspraken (zie figuur 3). In de clustermaps zijn ten eerste de individuele uitspraken
clustering van de uitspraken (zie figuur 3). In de clustermaps zijn ten eerste de individuele uitspraken
31
31
terug te vinden in de vorm van gekleurde taartpuntjes. De items maken onderdeel uit van een
terug te vinden in de vorm van gekleurde taartpuntjes. De items maken onderdeel uit van een
cluster.
cluster.
Figuur 3. “Clustermap” toepassen jeugdstrafrecht
Figuur 3. “Clustermap” toepassen jeugdstrafrecht
JJI/PI
OM
JJI/PI
OM
Behandelaren Advocaten
Raad voor de Kinderbescherming
NIFP consulenten
Behandelaren Advocaten
Raad voor de Kinderbescherming
NIFP consulenten
Het eerste cluster aan de linkerkant van figuur 3, is het cluster “Handelingsvaardigheden”. Het cluster
Het eerste cluster aan de linkerkant van figuur 3, is het cluster “Handelingsvaardigheden”. Het cluster
aan de rechterkant is het cluster “Pedagogische beïnvloeding”. Hier is visueel duidelijk te zien dat de
aan de rechterkant is het cluster “Pedagogische beïnvloeding”. Hier is visueel duidelijk te zien dat de
twee clusters tegenover elkaar liggen en beiden uiteinden vormen van hetzelfde continuüm. Zo kan
twee clusters tegenover elkaar liggen en beiden uiteinden vormen van hetzelfde continuüm. Zo kan
het cluster handelingsvaardigheden worden gezien als kenmerken van de jongvolwassene zelf en het
het cluster handelingsvaardigheden worden gezien als kenmerken van de jongvolwassene zelf en het
cluster pedagogische beïnvloeding kenmerken van de pedagogische aanpak binnen het
cluster pedagogische beïnvloeding kenmerken van de pedagogische aanpak binnen het
jeugdstrafrecht. Dit is ook terug te zien in tabel 5: daar scoorden beide clusters respectievelijk hoog
jeugdstrafrecht. Dit is ook terug te zien in tabel 5: daar scoorden beide clusters respectievelijk hoog
in de plus en hoog in de min op dezelfde eigenvector.
in de plus en hoog in de min op dezelfde eigenvector.
In figuur 3 lijkt het mogelijk dat de uitspraken binnen het cluster handelingsvaardigheden erg ver uit
In figuur 3 lijkt het mogelijk dat de uitspraken binnen het cluster handelingsvaardigheden erg ver uit
elkaar liggen. Echter, doordat er een gering aantal uitspraken in het plaatje over zijn gebleven, lijkt de
elkaar liggen. Echter, doordat er een gering aantal uitspraken in het plaatje over zijn gebleven, lijkt de
spreiding groter. Zoals hierboven met de lading op de eigenvectors is aangetoond, vallen deze
spreiding groter. Zoals hierboven met de lading op de eigenvectors is aangetoond, vallen deze
uitspraken statistisch gezien binnen dezelfde groep.
uitspraken statistisch gezien binnen dezelfde groep.
De rode streepjes in figuur 3 geven aan wat de voorkeur is van een bepaalde beroepsgroep. Het
De rode streepjes in figuur 3 geven aan wat de voorkeur is van een bepaalde beroepsgroep. Het
Openbaar ministerie, strafrechtadvocaten en NIFP consulenten denken bij indicaties voor het
Openbaar ministerie, strafrechtadvocaten en NIFP consulenten denken bij indicaties voor het
toepassen van jeugdstrafrecht het meeste aan handelingsvaardigheden. Gedragsdeskundigen JJI/PI,
toepassen van jeugdstrafrecht het meeste aan handelingsvaardigheden. Gedragsdeskundigen JJI/PI,
behandelaren forensische psychiatrie en gedragsdeskundigen Raad voor de Kinderbescherming
behandelaren forensische psychiatrie en gedragsdeskundigen Raad voor de Kinderbescherming
denken voornamelijk aan het cluster “Pedagogische beïnvloeding”. Van de beroepsgroepen rechters,
denken voornamelijk aan het cluster “Pedagogische beïnvloeding”. Van de beroepsgroepen rechters,
Pro Justitia rapporteurs en reclassering is in dit figuur niet te achterhalen bij welke clusters zij het
Pro Justitia rapporteurs en reclassering is in dit figuur niet te achterhalen bij welke clusters zij het
32
32
zwaartepunt leggen bij de beoordeling of jeugdstrafrecht van toepassing is omdat zij als groep geen
zwaartepunt leggen bij de beoordeling of jeugdstrafrecht van toepassing is omdat zij als groep geen
sterke voorkeur lijken te hebben voor een van de twee clusters.
sterke voorkeur lijken te hebben voor een van de twee clusters.
Analyses per beroepsgroep: contra-indicatiecriteria
Analyses per beroepsgroep: contra-indicatiecriteria
Waarderingen contra-indicaties
Waarderingen contra-indicaties
In deze paragraaf is te vinden wat de diverse beroepsgroepen vinden van de contra-indicaties voor
In deze paragraaf is te vinden wat de diverse beroepsgroepen vinden van de contra-indicaties voor
het toepassen van het jeugdstrafrecht. In tabel 9 zijn de gemiddelde score per beroepsgroep per
het toepassen van het jeugdstrafrecht. In tabel 9 zijn de gemiddelde score per beroepsgroep per
contra-indicatie toepassen jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen te vinden. In de donkerblauw
contra-indicatie toepassen jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen te vinden. In de donkerblauw
gemarkeerde vakken staan wederom de gemiddelden die de deelnemers uit die beroepsgroep het
gemarkeerde vakken staan wederom de gemiddelden die de deelnemers uit die beroepsgroep het
meest van belang achten. In de blauw gemarkeerde vakken de uitspraken die ze daarna het meest
meest van belang achten. In de blauw gemarkeerde vakken de uitspraken die ze daarna het meest
van belang vinden. In de lichtblauw gemarkeerde vakken de uitspraken die gemiddeld als derde het
van belang vinden. In de lichtblauw gemarkeerde vakken de uitspraken die gemiddeld als derde het
meest van belang worden gevonden door de beroepsgroepen. De gemiddelden in het dik en
meest van belang worden gevonden door de beroepsgroepen. De gemiddelden in het dik en
schuingedrukte rode lettertype zijn gemiddelde scores die voor de beroepsgroep wel als contra-
schuingedrukte rode lettertype zijn gemiddelde scores die voor de beroepsgroep wel als contra-
indicaties meewegen in een advies toepassen jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen maar die op basis
indicaties meewegen in een advies toepassen jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen maar die op basis
van de gemiddelde scores van alle beroepsgroepen de wegingslijst niet gehaald hebben.
van de gemiddelde scores van alle beroepsgroepen de wegingslijst niet gehaald hebben.
Wat direct opvalt, is dat er meer spreiding is tussen de beroepsgroepen bij de prioritering van de
Wat direct opvalt, is dat er meer spreiding is tussen de beroepsgroepen bij de prioritering van de
contra-indicaties toepassen jeugdstrafrecht dan bij de indicatiecriteria het geval is. Er lijkt meer
contra-indicaties toepassen jeugdstrafrecht dan bij de indicatiecriteria het geval is. Er lijkt meer
variatie te zijn tussen de beroepsgroepen over welke uitspraken er toe doen. Zo zijn er al grote
variatie te zijn tussen de beroepsgroepen over welke uitspraken er toe doen. Zo zijn er al grote
verschillen tussen de beroepsgroepen in de keuze voor de meest belangrijkste uitspraak. Het gebeurt
verschillen tussen de beroepsgroepen in de keuze voor de meest belangrijkste uitspraak. Het gebeurt
bijvoorbeeld dat de uitspraak “Houdt criminele activiteiten verborgen voor omgeving” op basis van
bijvoorbeeld dat de uitspraak “Houdt criminele activiteiten verborgen voor omgeving” op basis van
het gemiddelde van alle beroepsgroepen verwijderd is, terwijl de advocaten deze de op twee na
het gemiddelde van alle beroepsgroepen verwijderd is, terwijl de advocaten deze de op twee na
belangrijkste uitspraak vinden. Ook als we de beroepsgroepen indelen in een groep adviseurs, een
belangrijkste uitspraak vinden. Ook als we de beroepsgroepen indelen in een groep adviseurs, een
groep juridische experts en een groep behandelaren zoals in de paragraaf hierboven, zijn er geen
groep juridische experts en een groep behandelaren zoals in de paragraaf hierboven, zijn er geen
overeenkomsten te zien in belang dat gehecht wordt aan bepaalde uitspraken.
overeenkomsten te zien in belang dat gehecht wordt aan bepaalde uitspraken.
Als wordt gekeken naar de minst belangrijke uitspraken op basis van de gemiddelden van alle
Als wordt gekeken naar de minst belangrijke uitspraken op basis van de gemiddelden van alle
beroepsgroepen samen, zijn de meeste uitspraken voor minstens één beroepsgroep belangrijk
beroepsgroepen samen, zijn de meeste uitspraken voor minstens één beroepsgroep belangrijk
genoeg om niet te verwijderen. De twee uitspraken die bij alle beroepsgroepen gemiddeld laag
genoeg om niet te verwijderen. De twee uitspraken die bij alle beroepsgroepen gemiddeld laag
scoren zijn de uitspraken “Heeft betaald werk” en “Heeft een (langdurige) relatie”. Als de
scoren zijn de uitspraken “Heeft betaald werk” en “Heeft een (langdurige) relatie”. Als de
beroepsgroepen wederom worden ingedeeld in de groepen adviseurs, juridische experts en
beroepsgroepen wederom worden ingedeeld in de groepen adviseurs, juridische experts en
behandelaren, valt op dat de uitspraak “Toont geen berouw” door drie van de vier adviseurs als min
behandelaren, valt op dat de uitspraak “Toont geen berouw” door drie van de vier adviseurs als min
of meer belangrijk gevonden wordt en alle adviseurs dat vinden van de uitspraak “Zorgt voor gezin”.
of meer belangrijk gevonden wordt en alle adviseurs dat vinden van de uitspraak “Zorgt voor gezin”.
De uitspraak “Houdt geen rekening met slachtoffers” wordt door zowel adviseurs als behandelaren
De uitspraak “Houdt geen rekening met slachtoffers” wordt door zowel adviseurs als behandelaren
min of meer belangrijk gevonden, maar niet door de juridische experts.
min of meer belangrijk gevonden, maar niet door de juridische experts.
33
33
PJ-rap 4,727 4,091 4,455 4,818 4,727 4,455 3,636 3,545 3,727 3,818 3,364 3,455 3,5 2,909 3,909 3,182 3,182 3,273 2,909 3 2,636 3,182 2,545 2,636 2,636 2,818 2,091
Consult 4 4,667 4,833 3,5 4,667 3,833 4,333 4 3,833 2,833 3,333 3,333 3,5 3,333 4,333 3,667 3,333 3 3,167 2,833 3,167 3,167 3 2,333 2,5 2,333 1,833
34
2,333
2,778 2,556
3,778 3,333 3,778 4,222 3,111 2,667 3,222 4,333 3,111 3,222 3 3,111 2,222 1,889 2,222 2,333
Recl 4,667 4,556 4,667 3,556 3,444 4,444 3,667 3,333
Uitspraken Langdurige beveiliging maatschappij is noodzakelijk Pedagogische aanpak is niet mogelijk Kiest voor het plegen van delict(en) Heeft eerder PIJ-maatregel gehad Heeft psychopathische trekken Heeft jarenlange justitiële voorgeschiedenis Is ingebed in crimineel milieu Zal andere jeugdige gedetineerden negatief beïnvloeden Heeft eerdere justitiële sancties laten mislukken Is niet onder de indruk van justitiële autoriteiten Gebruikt anderen voor eigen doeleinden Er is een toename in ernst van delicten Is leider bij een groepsdelict Is ongeschikt voor groepsgericht leefklimaat Heeft antisociale persoonlijkheidsproblematiek Overziet lange termijn gevolgen eigen handelen Pronkt met criminele activiteiten Zorgt voor gezin Woont zelfstandig Houdt geen rekening met slachtoffers Stelt eigen belang boven dat van anderen Toont geen berouw Trekt zich niets aan van ouders Neemt geen verantwoordelijkheid voor eigen gedrag Heeft betaald werk Houdt criminele activiteiten verborgen voor omgeving Heeft een (langdurige) relatie
PJ-rap 4,727 4,091 4,455 4,818 4,727 4,455 3,636 3,545 3,727 3,818 3,364 3,455 3,5 2,909 3,909 3,182 3,182 3,273 2,909 3 2,636 3,182 2,545 2,636 2,636 2,818 2,091
Consult 4 4,667 4,833 3,5 4,667 3,833 4,333 4 3,833 2,833 3,333 3,333 3,5 3,333 4,333 3,667 3,333 3 3,167 2,833 3,167 3,167 3 2,333 2,5 2,333 1,833
34
2,333
2,778 2,556
3,778 3,333 3,778 4,222 3,111 2,667 3,222 4,333 3,111 3,222 3 3,111 2,222 1,889 2,222 2,333
Recl 4,667 4,556 4,667 3,556 3,444 4,444 3,667 3,333
Tabel 9. Gemiddelde score per beroepsgroep per contra-indicatie toepassen jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen
Uitspraken Langdurige beveiliging maatschappij is noodzakelijk Pedagogische aanpak is niet mogelijk Kiest voor het plegen van delict(en) Heeft eerder PIJ-maatregel gehad Heeft psychopathische trekken Heeft jarenlange justitiële voorgeschiedenis Is ingebed in crimineel milieu Zal andere jeugdige gedetineerden negatief beïnvloeden Heeft eerdere justitiële sancties laten mislukken Is niet onder de indruk van justitiële autoriteiten Gebruikt anderen voor eigen doeleinden Er is een toename in ernst van delicten Is leider bij een groepsdelict Is ongeschikt voor groepsgericht leefklimaat Heeft antisociale persoonlijkheidsproblematiek Overziet lange termijn gevolgen eigen handelen Pronkt met criminele activiteiten Zorgt voor gezin Woont zelfstandig Houdt geen rekening met slachtoffers Stelt eigen belang boven dat van anderen Toont geen berouw Trekt zich niets aan van ouders Neemt geen verantwoordelijkheid voor eigen gedrag Heeft betaald werk Houdt criminele activiteiten verborgen voor omgeving Heeft een (langdurige) relatie
Tabel 9. Gemiddelde score per beroepsgroep per contra-indicatie toepassen jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen
2,375
2,875 2,25
3,625 4,125 3,375 3,25 3,75 3,125 3 3,5 3,875 3 3,375 3,125 3,125 3,125 3,125 2,625
RvdK 3,5 4,375 4,25 4,75 4,125 3,625 4,25 4,5
2,375
2,875 2,25
3,625 4,125 3,375 3,25 3,75 3,125 3 3,5 3,875 3 3,375 3,125 3,125 3,125 3,125 2,625
RvdK 3,5 4,375 4,25 4,75 4,125 3,625 4,25 4,5
1,75
2 3,75
3,25 4 3,75 3,75 3,25 4,25 2 3 3,75 2 2 2,5 2,75 2,5 3,25 3
Advoc 5 5 5 3,75 1,75 3,25 3,5 3
1,75
2 3,75
3,25 4 3,75 3,75 3,25 4,25 2 3 3,75 2 2 2,5 2,75 2,5 3,25 3
Advoc 5 5 5 3,75 1,75 3,25 3,5 3
2,111
2,667 2,444
3,556 3 3,889 3,556 3,556 3,667 3 3,444 2,556 3,333 3 2,333 2,667 2 2,889 2,889
OM 4,889 4,111 4,222 4,333 4,222 4,111 4 3,667
2,111
2,667 2,444
3,556 3 3,889 3,556 3,556 3,667 3 3,444 2,556 3,333 3 2,333 2,667 2 2,889 2,889
OM 4,889 4,111 4,222 4,333 4,222 4,111 4 3,667
1,7
1,8 2,3
3,5 3,2 2,8 2,7 3,3 3,2 2,9 2,8 2,9 2,5 2,3 2,3 2 2,3 2,1 2
ZM 4,4 4,8 3,7 4,4 3,5 3,5 3,6 3,6
1,7
1,8 2,3
3,5 3,2 2,8 2,7 3,3 3,2 2,9 2,8 2,9 2,5 2,3 2,3 2 2,3 2,1 2
ZM 4,4 4,8 3,7 4,4 3,5 3,5 3,6 3,6
2,375
2 2,75
3,125 3,75 4,25 3,25 3,375 4,625 3,375 2,5 3,125 2,75 2,5 3,125 3,25 2,625 2,125 1,71429
PI/JJI 4,375 4,375 3,625 3,5 4,625 4,125 4 3,875
2,375
2 2,75
3,125 3,75 4,25 3,25 3,375 4,625 3,375 2,5 3,125 2,75 2,5 3,125 3,25 2,625 2,125 1,71429
PI/JJI 4,375 4,375 3,625 3,5 4,625 4,125 4 3,875
1,625
1,875 2,125
3,375 3,5 2,875 3,875 3,625 3 3,75 2,875 2,375 2,5 2,75 3,125 2,75 3,143 2 2,875
Behan 4,625 3,375 3,875 4,625 4,429 3,875 2,625 3
1,625
1,875 2,125
3,375 3,5 2,875 3,875 3,625 3 3,75 2,875 2,375 2,5 2,75 3,125 2,75 3,143 2 2,875
Behan 4,625 3,375 3,875 4,625 4,429 3,875 2,625 3
Clustering contra-indicaties
Clustering contra-indicaties
Figuur 4 “Clustermap” toepassen volwassenen strafrecht
Figuur 4 “Clustermap” toepassen volwassenen strafrecht
NIFP
NIFP
consulenten
consulenten PJ rap.
JJI/PI Rechters
OM
PJ rap.
JJI/PI
Reclassering Behandelaren
Rechters
OM
Advocaten
Reclassering Behandelaren Advocaten
Figuur 4 toont de “clustermap” voor het toepassen van het volwassenen strafrecht. Zoals ook in tabel
Figuur 4 toont de “clustermap” voor het toepassen van het volwassenen strafrecht. Zoals ook in tabel
6 te zien is, zijn er vier clusters voor contra-indicaties jeugdstrafrecht. Cluster 1 is rechts onderin te
6 te zien is, zijn er vier clusters voor contra-indicaties jeugdstrafrecht. Cluster 1 is rechts onderin te
vinden en heet “Justitiële voorgeschiedenis”. Dit cluster ligt recht tegenover cluster 2
vinden en heet “Justitiële voorgeschiedenis”. Dit cluster ligt recht tegenover cluster 2
“Psychopathische trekken”. Dit betekent dat deze twee clusters samen twee uiteinden vormen van
“Psychopathische trekken”. Dit betekent dat deze twee clusters samen twee uiteinden vormen van
hetzelfde continuüm. Hetzelfde geldt voor de overgebleven clusters, die liggen ook recht tegenover
hetzelfde continuüm. Hetzelfde geldt voor de overgebleven clusters, die liggen ook recht tegenover
elkaar. Cluster 3 is het cluster “Pedagogische onmogelijkheden”. Cluster 4 tenslotte heet “Criminele
elkaar. Cluster 3 is het cluster “Pedagogische onmogelijkheden”. Cluster 4 tenslotte heet “Criminele
levensstijl”.
levensstijl”.
Ook in deze figuur geven de rode streepjes aan wat de voorkeur is van een bepaalde beroepsgroep.
Ook in deze figuur geven de rode streepjes aan wat de voorkeur is van een bepaalde beroepsgroep.
NIFP consulenten dachten bij contra-indicaties voor het toepassen van het jeugdstrafrecht
NIFP consulenten dachten bij contra-indicaties voor het toepassen van het jeugdstrafrecht
voornamelijk aan het cluster “Psychopathische trekken”. De gedragsdeskundigen JJI/PI dachten
voornamelijk aan het cluster “Psychopathische trekken”. De gedragsdeskundigen JJI/PI dachten
zowel aan het cluster “Psychopathische trekken” als aan “Pedagogische onmogelijkheden”. De
zowel aan het cluster “Psychopathische trekken” als aan “Pedagogische onmogelijkheden”. De
rechters dachten bij contra-indicaties toepassen jeugdstrafrecht zowel aan “Pedagogische
rechters dachten bij contra-indicaties toepassen jeugdstrafrecht zowel aan “Pedagogische
onmogelijkheden” als aan de “Justitiële documentatie”. Strafrechtadvocaten, Openbaar ministerie,
onmogelijkheden” als aan de “Justitiële documentatie”. Strafrechtadvocaten, Openbaar ministerie,
behandelaren forensische psychiatrie en reclassering dachten allen aan de “Justitiële
behandelaren forensische psychiatrie en reclassering dachten allen aan de “Justitiële
voorgeschiedenis” als zij denken aan contra-indicaties jeugdstrafrecht. Pro Justitia rapporteurs
voorgeschiedenis” als zij denken aan contra-indicaties jeugdstrafrecht. Pro Justitia rapporteurs
tenslotte dachten zowel aan “Justitiële voorgeschiedenis” als aan een “Criminele levensstijl”. Van de
tenslotte dachten zowel aan “Justitiële voorgeschiedenis” als aan een “Criminele levensstijl”. Van de
Raad voor de Kinderbescherming is in dit figuur niet te achterhalen waar zij het zwaartepunt leggen
Raad voor de Kinderbescherming is in dit figuur niet te achterhalen waar zij het zwaartepunt leggen
bij de contra-indicaties jeugdstrafrecht.
bij de contra-indicaties jeugdstrafrecht.
35
35
Wegingslijst
Wegingslijst
De clusters en uitspraken vormen de basis van de wegingslijst. Deze wegingslijst is gebaseerd op de
De clusters en uitspraken vormen de basis van de wegingslijst. Deze wegingslijst is gebaseerd op de
clusters en bijbehorende uitspraken zoals te vinden in tabel 7. Dit betreft de clustering en prioritering
clusters en bijbehorende uitspraken zoals te vinden in tabel 7. Dit betreft de clustering en prioritering
op basis van de resultaten van alle deelnemers, uit alle beroepsgroepen. Aangezien er geen
op basis van de resultaten van alle deelnemers, uit alle beroepsgroepen. Aangezien er geen
opvallende patronen zichtbaar waren in de antwoorden per beroepsgroep en er op basis van de
opvallende patronen zichtbaar waren in de antwoorden per beroepsgroep en er op basis van de
inhoud van de uitspraken geen reden toe was, is er voor gekozen om alle deelnemers mee te nemen
inhoud van de uitspraken geen reden toe was, is er voor gekozen om alle deelnemers mee te nemen
bij de uiteindelijke clustering en prioritering waarop de wegingslijst is gebaseerd. Bovendien gaat het
bij de uiteindelijke clustering en prioritering waarop de wegingslijst is gebaseerd. Bovendien gaat het
niet om een weging voor één groep maar om een weging waar alle partijen wat aan hebben.
niet om een weging voor één groep maar om een weging waar alle partijen wat aan hebben.
De wegingslijst bevat eerst de clusters met indicatiecriteria voor het advies toepassen
De wegingslijst bevat eerst de clusters met indicatiecriteria voor het advies toepassen
jeugdstrafrecht. Mochten er indicatiecriteria zijn, dan moeten ook de contra-indicaties worden
jeugdstrafrecht. Mochten er indicatiecriteria zijn, dan moeten ook de contra-indicaties worden
gewogen. Zijn er geen indicaties om het jeugdstrafrecht toe te passen, dan hoeven de contra-
gewogen. Zijn er geen indicaties om het jeugdstrafrecht toe te passen, dan hoeven de contra-
indicaties ook niet te worden gewogen. Immers, dan geldt het volwassenen strafrecht. Het
indicaties ook niet te worden gewogen. Immers, dan geldt het volwassenen strafrecht. Het
eindoordeel waartoe gekomen kan worden met de wegingslijst is of het jeugdstrafrecht bij 18 – 23
eindoordeel waartoe gekomen kan worden met de wegingslijst is of het jeugdstrafrecht bij 18 – 23
jarigen al dan niet geadviseerd wordt. De wegingslijst biedt een denkkader waarbij een advies over
jarigen al dan niet geadviseerd wordt. De wegingslijst biedt een denkkader waarbij een advies over
eventuele toepassing van het jeugdstrafrecht meer gestructureerd kan worden afgewogen en beter
eventuele toepassing van het jeugdstrafrecht meer gestructureerd kan worden afgewogen en beter
onderbouwd kan worden. De wegingslijst en uitleg over het gebruik hiervan, zijn terug te vinden in
onderbouwd kan worden. De wegingslijst en uitleg over het gebruik hiervan, zijn terug te vinden in
bijlage 1.
bijlage 1.
36
36
Discussie
Discussie
In dit onderzoek zijn 2 clusters geïdentificeerd met 11 indicatiecriteria voor het toepassen van het
In dit onderzoek zijn 2 clusters geïdentificeerd met 11 indicatiecriteria voor het toepassen van het
jeugdstrafrecht en 4 clusters met 15 contra-indicaties. De clusters voor het toepassen van het
jeugdstrafrecht en 4 clusters met 15 contra-indicaties. De clusters voor het toepassen van het
jeugdstrafrecht zijn “Handelingsvaardigheden” en “Pedagogische beïnvloeding”. De clusters met
jeugdstrafrecht zijn “Handelingsvaardigheden” en “Pedagogische beïnvloeding”. De clusters met
contra-indicaties zijn “Justitiële voorgeschiedenis”, “Psychopathische trekken”, “Criminele levensstijl”
contra-indicaties zijn “Justitiële voorgeschiedenis”, “Psychopathische trekken”, “Criminele levensstijl”
en “Pedagogische onmogelijkheden”. Op basis van deze clusters en de onderliggende criteria is een
en “Pedagogische onmogelijkheden”. Op basis van deze clusters en de onderliggende criteria is een
wegingslijst ontwikkeld die NIFP medewerkers en Pro Justitia rapporteurs handvatten moet bieden in
wegingslijst ontwikkeld die NIFP medewerkers en Pro Justitia rapporteurs handvatten moet bieden in
het adviseren over het toepassen van jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen.
het adviseren over het toepassen van jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen.
Een belangrijke bevinding in het onderzoek was het belang van eenduidige uitspraken. Professionals
Een belangrijke bevinding in het onderzoek was het belang van eenduidige uitspraken. Professionals
blijken geneigd te zijn te praten in algemene begrippen waaronder een heleboel concrete uitspraken
blijken geneigd te zijn te praten in algemene begrippen waaronder een heleboel concrete uitspraken
schuilgaan. Zij denken allen hetzelfde te bedoelen met deze uitspraken. Bij doorvragen blijkt echter
schuilgaan. Zij denken allen hetzelfde te bedoelen met deze uitspraken. Bij doorvragen blijkt echter
dat zij toch echt een andere invulling geven aan sommige begrippen. Dit is mogelijk te begrijpen als
dat zij toch echt een andere invulling geven aan sommige begrippen. Dit is mogelijk te begrijpen als
we bedenken dat het forensische werkveld bij uitstek een multidisciplinair werkveld is waarin
we bedenken dat het forensische werkveld bij uitstek een multidisciplinair werkveld is waarin
iedereen een eigen taak heeft en op dit eigen terrein blijft. Het is daarom erg belangrijk dat het hele
iedereen een eigen taak heeft en op dit eigen terrein blijft. Het is daarom erg belangrijk dat het hele
werkveld op een eenduidige manier met elkaar communiceert zodat iedereen elkaar goed begrijpt.
werkveld op een eenduidige manier met elkaar communiceert zodat iedereen elkaar goed begrijpt.
Tevens blijkt dat er een aantal risicofactoren zijn voor recidive die ontbreken in de wegingslijst. Deze
Tevens blijkt dat er een aantal risicofactoren zijn voor recidive die ontbreken in de wegingslijst. Deze
zijn niet bepalend in de keuze welk strafrecht van toepassing zou moeten zijn. Het gaat er namelijk
zijn niet bepalend in de keuze welk strafrecht van toepassing zou moeten zijn. Het gaat er namelijk
niet om dat alle risicofactoren voor crimineel gedrag worden nagelopen maar de uitspraken moeten
niet om dat alle risicofactoren voor crimineel gedrag worden nagelopen maar de uitspraken moeten
helpen een onderscheid te maken tussen het jeugdstrafrecht en volwassenen strafrecht. Een
helpen een onderscheid te maken tussen het jeugdstrafrecht en volwassenen strafrecht. Een
voorbeeld hiervan zijn alle uitspraken die geclusterd zouden kunnen worden in een cluster
voorbeeld hiervan zijn alle uitspraken die geclusterd zouden kunnen worden in een cluster
“gewetensontwikkeling”. Deze zijn op basis van hun gemiddelde scores verwijderd voor verdere
“gewetensontwikkeling”. Deze zijn op basis van hun gemiddelde scores verwijderd voor verdere
interpretatie. Dit betekent dat de professionals vinden dat gewetensontwikkeling onvoldoende
interpretatie. Dit betekent dat de professionals vinden dat gewetensontwikkeling onvoldoende
discrimineert tussen beiden strafrechten. Echter, het kan natuurlijk wel heel belangrijk zijn om te
discrimineert tussen beiden strafrechten. Echter, het kan natuurlijk wel heel belangrijk zijn om te
rapporteren over de gewetensontwikkeling van de verdachte bij bijvoorbeeld het bepalen van de
rapporteren over de gewetensontwikkeling van de verdachte bij bijvoorbeeld het bepalen van de
toerekeningsvatbaarheid of het type interventie dat nodig is. Hetzelfde geldt voor een
toerekeningsvatbaarheid of het type interventie dat nodig is. Hetzelfde geldt voor een
gedragsstoornis of ontwikkelingsstoornis. Daar komt nog bij dat het niet bepalend is dat iemand een
gedragsstoornis of ontwikkelingsstoornis. Daar komt nog bij dat het niet bepalend is dat iemand een
bepaalde stoornis heeft, maar de invloed die dat heeft op het concrete en waarneembare gedrag van
bepaalde stoornis heeft, maar de invloed die dat heeft op het concrete en waarneembare gedrag van
die persoon. Zo is het te verwachten dat iemand met ADHD meer moeite heeft met het organiseren
die persoon. Zo is het te verwachten dat iemand met ADHD meer moeite heeft met het organiseren
van het eigen gedrag, risico’s eigen handelen nauwelijks kan inschatten en handelt zonder na te
van het eigen gedrag, risico’s eigen handelen nauwelijks kan inschatten en handelt zonder na te
denken. Dit zijn redenen om het jeugdstrafrecht toe te passen, niet de diagnose ADHD op zichzelf.
denken. Dit zijn redenen om het jeugdstrafrecht toe te passen, niet de diagnose ADHD op zichzelf.
37
37
Voordelen huidige onderzoeksmethode
Voordelen huidige onderzoeksmethode
Tijdens de literatuurstudie blijkt dat er zowel nationale als internationale literatuur te vinden over
Tijdens de literatuurstudie blijkt dat er zowel nationale als internationale literatuur te vinden over
wat jongvolwassenen doet afwijken van volwassenen en van jongeren. Echter, er is nauwelijks
wat jongvolwassenen doet afwijken van volwassenen en van jongeren. Echter, er is nauwelijks
literatuur te vinden over hoe binnen de groep jongvolwassenen gediscrimineerd kan worden tussen
literatuur te vinden over hoe binnen de groep jongvolwassenen gediscrimineerd kan worden tussen
de jongvolwassenen die nog onder het jeugdstrafrecht behoren te vallen en die jongvolwassenen die
de jongvolwassenen die nog onder het jeugdstrafrecht behoren te vallen en die jongvolwassenen die
onder het volwassenen strafrecht berecht kunnen worden. Mogelijk komt dit doordat het
onder het volwassenen strafrecht berecht kunnen worden. Mogelijk komt dit doordat het
onderscheid in twee groepen jongvolwassenen niet is ingegeven door de (wetenschappelijke)
onderscheid in twee groepen jongvolwassenen niet is ingegeven door de (wetenschappelijke)
literatuur maar door de politiek. Aangezien de criteria onvoldoende gevonden kunnen worden in de
literatuur maar door de politiek. Aangezien de criteria onvoldoende gevonden kunnen worden in de
literatuur, lijkt het bevragen van professionals een goed alternatief. Daarbij is het van belang dat de
literatuur, lijkt het bevragen van professionals een goed alternatief. Daarbij is het van belang dat de
resultaten niet beïnvloed worden door personen die het gesprek domineren. Concept mapping is een
resultaten niet beïnvloed worden door personen die het gesprek domineren. Concept mapping is een
consensus methode die op een gestandaardiseerde manier de meningen van professionals over het
consensus methode die op een gestandaardiseerde manier de meningen van professionals over het
toepassen van het jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen inzichtelijk kan maken (Trochim, 1989). Het
toepassen van het jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen inzichtelijk kan maken (Trochim, 1989). Het
voordeel boven andere methodes waarbij gebruik wordt gemaakt van de expertise van professionals,
voordeel boven andere methodes waarbij gebruik wordt gemaakt van de expertise van professionals,
is dat alle meningen even zwaar meewegen en de hardst roepende dus niet de meeste invloed heeft.
is dat alle meningen even zwaar meewegen en de hardst roepende dus niet de meeste invloed heeft.
Bovendien wordt er aangegeven welke criteria meer of minder belangrijk zijn in een advies
Bovendien wordt er aangegeven welke criteria meer of minder belangrijk zijn in een advies
toepassen jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen. Vanwege de combinatie van een literatuurstudie en
toepassen jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen. Vanwege de combinatie van een literatuurstudie en
interviews konden criteria die wel in de literatuur gevonden werden, meegenomen worden in het
interviews konden criteria die wel in de literatuur gevonden werden, meegenomen worden in het
onderzoek.
onderzoek.
Binnen de concept mapping is het interessant om eventuele verschillen in redenering tussen de
Binnen de concept mapping is het interessant om eventuele verschillen in redenering tussen de
verschillende beroepsgroepen vast te stellen. Nu blijken de diverse beroepsgroepen van elkaar af te
verschillende beroepsgroepen vast te stellen. Nu blijken de diverse beroepsgroepen van elkaar af te
wijken in hun prioritering en clustering van de uitspraken. Hierin lijkt geen patroon te vinden:
wijken in hun prioritering en clustering van de uitspraken. Hierin lijkt geen patroon te vinden:
beroepsgroepen die hun positie in de strafrechtketen of bepaalde expertise delen, komen niet meer
beroepsgroepen die hun positie in de strafrechtketen of bepaalde expertise delen, komen niet meer
met elkaar overeen in hun prioritering dan beroepsgroepen die een andere taak hebben. Opvallend
met elkaar overeen in hun prioritering dan beroepsgroepen die een andere taak hebben. Opvallend
is dat de beroepsgroepen het meer eens lijken te zijn over de prioritering van de indicatiecriteria dan
is dat de beroepsgroepen het meer eens lijken te zijn over de prioritering van de indicatiecriteria dan
van de contra-indicaties. Mogelijk heeft dit te maken met het feit dat de vraag naar contra-indicaties
van de contra-indicaties. Mogelijk heeft dit te maken met het feit dat de vraag naar contra-indicaties
negatief gesteld is, namelijk wat zijn redenen om het jeugdstrafrecht niet toe te passen. Deelnemers
negatief gesteld is, namelijk wat zijn redenen om het jeugdstrafrecht niet toe te passen. Deelnemers
hadden moeite met de negatief gestelde vragen en mogelijk heeft dit voor meer variatie gezorgd.
hadden moeite met de negatief gestelde vragen en mogelijk heeft dit voor meer variatie gezorgd.
Beperkingen onderzoek
Beperkingen onderzoek
De concept mapping methode biedt echter ook enkele beperkingen. Ten eerste wordt de consensus
De concept mapping methode biedt echter ook enkele beperkingen. Ten eerste wordt de consensus
tussen de verschillende professionals die zich bezig (gaan) houden met het adolescentenstrafrecht
tussen de verschillende professionals die zich bezig (gaan) houden met het adolescentenstrafrecht
gemeten. De criteria die hieruit voortkomen zijn om die reden niet objectief vastgesteld maar
gemeten. De criteria die hieruit voortkomen zijn om die reden niet objectief vastgesteld maar
intersubjectief. Daarom is het bij deze methode extra belangrijk welke deelnemers voor het
intersubjectief. Daarom is het bij deze methode extra belangrijk welke deelnemers voor het
onderzoek geselecteerd worden, immers zij bepalen voor een groot gedeelte de uitkomsten. Deels is
onderzoek geselecteerd worden, immers zij bepalen voor een groot gedeelte de uitkomsten. Deels is
38
38
dit opgelost door het doen van een literatuurstudie. Daarnaast is bij het selecteren van de
dit opgelost door het doen van een literatuurstudie. Daarnaast is bij het selecteren van de
deelnemers gestreefd naar een representatieve selectie van professionals die zich bezig (gaan)
deelnemers gestreefd naar een representatieve selectie van professionals die zich bezig (gaan)
houden met het adolescentenstrafrecht. Er is daarbij gelet op een spreiding van professionals die
houden met het adolescentenstrafrecht. Er is daarbij gelet op een spreiding van professionals die
zich werken in het volwassenen werkveld en in het jeugdveld, professionals met ervaring met het
zich werken in het volwassenen werkveld en in het jeugdveld, professionals met ervaring met het
adolescentenstrafrecht en zonder ervaring en een geografische spreiding. Er hebben echter
adolescentenstrafrecht en zonder ervaring en een geografische spreiding. Er hebben echter
substantieel meer mensen meegedaan die werkzaam zijn in het jeugdveld dan in het volwassenen
substantieel meer mensen meegedaan die werkzaam zijn in het jeugdveld dan in het volwassenen
werkveld. Het lijkt erop dat er meer aandacht en interesse bestaat voor het adolescentenstrafrecht
werkveld. Het lijkt erop dat er meer aandacht en interesse bestaat voor het adolescentenstrafrecht
in het jeugdveld. Dit is opvallend aangezien het adolescentenstrafrecht een wetswijziging is die de
in het jeugdveld. Dit is opvallend aangezien het adolescentenstrafrecht een wetswijziging is die de
grootste invloed kan hebben op de werkwijze in het volwassen werkveld. Het gebrek aan aandacht
grootste invloed kan hebben op de werkwijze in het volwassen werkveld. Het gebrek aan aandacht
voor het adolescentenstrafrecht in het volwassen werkveld zal mogelijk gevolgen hebben voor de
voor het adolescentenstrafrecht in het volwassen werkveld zal mogelijk gevolgen hebben voor de
implementatie van het adolescentenstrafrecht. Voor het huidige onderzoek betekent dit dat er
implementatie van het adolescentenstrafrecht. Voor het huidige onderzoek betekent dit dat er
wellicht een licht vertekend beeld is ontstaan in de prioriteringsfase. Ook kan er een vertekend beeld
wellicht een licht vertekend beeld is ontstaan in de prioriteringsfase. Ook kan er een vertekend beeld
zijn ontstaan omdat de deelnemers aan het onderzoek op zijn minst het belang van het onderzoek
zijn ontstaan omdat de deelnemers aan het onderzoek op zijn minst het belang van het onderzoek
naar het adolescentenstrafrecht zien.
naar het adolescentenstrafrecht zien.
Een tweede kanttekening betreft de formulering van de uitspraken. Voor de methode is het nodig
Een tweede kanttekening betreft de formulering van de uitspraken. Voor de methode is het nodig
dat de uitspraken zo eenduidig en eenvoudig mogelijk geformuleerd zijn (Trochim, 1989).
dat de uitspraken zo eenduidig en eenvoudig mogelijk geformuleerd zijn (Trochim, 1989).
Deelnemers aan het onderzoek ervaren het als lastig om met deze uitspraken te werken doordat in
Deelnemers aan het onderzoek ervaren het als lastig om met deze uitspraken te werken doordat in
de praktijk veel afhangt van de context en een advies “toepassen jeugdstrafrecht” nooit zal afhangen
de praktijk veel afhangt van de context en een advies “toepassen jeugdstrafrecht” nooit zal afhangen
van slechts één uitspraak. In het werken met de wegingslijst aan een individuele casus zal dit
van slechts één uitspraak. In het werken met de wegingslijst aan een individuele casus zal dit
mogelijk geen probleem vormen aangezien het gaat om een weging van meerdere uitspraken.
mogelijk geen probleem vormen aangezien het gaat om een weging van meerdere uitspraken.
Een andere beperking met betrekking tot de formulering van de uitspraken is dat er een aantal
Een andere beperking met betrekking tot de formulering van de uitspraken is dat er een aantal
uitspraken zijn die verdere duiding nodig hebben. Ze waren toch nog te algemeen gesteld. Deze
uitspraken zijn die verdere duiding nodig hebben. Ze waren toch nog te algemeen gesteld. Deze
duiding is aan het eind van het onderzoek gegeven door een professional uit elk werkveld naar de
duiding is aan het eind van het onderzoek gegeven door een professional uit elk werkveld naar de
betekenis te vragen. Aan de hand daarvan is een definitie onderlegger geschreven. Idealiter was de
betekenis te vragen. Aan de hand daarvan is een definitie onderlegger geschreven. Idealiter was de
onderlegger al voorafgaande aan de prioriteringsfase geschreven. Door uit elk werkveld een
onderlegger al voorafgaande aan de prioriteringsfase geschreven. Door uit elk werkveld een
professional om een betekenis te vragen, is wel getracht om het interdisciplinaire karakter van het
professional om een betekenis te vragen, is wel getracht om het interdisciplinaire karakter van het
onderzoek ook in deze fase te behouden.
onderzoek ook in deze fase te behouden.
Een vierde kanttekening bij het onderzoek is de tweede focuszin naar indicatiecriteria voor het
Een vierde kanttekening bij het onderzoek is de tweede focuszin naar indicatiecriteria voor het
toepassen van het volwassenenstrafrecht bij 18 – 23 jarigen. Het volwassenenstrafrecht is het
toepassen van het volwassenenstrafrecht bij 18 – 23 jarigen. Het volwassenenstrafrecht is het
uitgangspunt bij deze leeftijdsgroep. Vandaar dat de tweede focuszin erop is gericht om contra-
uitgangspunt bij deze leeftijdsgroep. Vandaar dat de tweede focuszin erop is gericht om contra-
indicaties bij het toepassen van het jeugdstrafrecht te identificeren. Oftewel, als gedacht wordt aan
indicaties bij het toepassen van het jeugdstrafrecht te identificeren. Oftewel, als gedacht wordt aan
het toepassen van het jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen, wat zijn dan redenen om hier alsnog vanaf
het toepassen van het jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen, wat zijn dan redenen om hier alsnog vanaf
te zien? Dit is deelnemers aan het onderzoek altijd uitvoerig uitgelegd. Echter, de formulering van de
te zien? Dit is deelnemers aan het onderzoek altijd uitvoerig uitgelegd. Echter, de formulering van de
vraagstelling van deze focuszin doet in eerste instantie mogelijk anders vermoeden. De verwachting
vraagstelling van deze focuszin doet in eerste instantie mogelijk anders vermoeden. De verwachting
39
39
is dat de invloed op het onderzoek beperkt is, gezien de uitleg die voorafgaande aan de diverse
is dat de invloed op het onderzoek beperkt is, gezien de uitleg die voorafgaande aan de diverse
onderdelen van het onderzoek.
onderdelen van het onderzoek.
Tot slot bestaat de vraag in hoeverre de wegingslijst bruikbaar is in de consultatiefase. Immers de
Tot slot bestaat de vraag in hoeverre de wegingslijst bruikbaar is in de consultatiefase. Immers de
wegingslijst is uitgebreid en de consultant heeft weinig tijd voor het uitvoeren van een
wegingslijst is uitgebreid en de consultant heeft weinig tijd voor het uitvoeren van een
voorgeleidingsconsult. Tevens ontbreekt vaak veel (relevante) informatie. Er is toch gekozen om de
voorgeleidingsconsult. Tevens ontbreekt vaak veel (relevante) informatie. Er is toch gekozen om de
volledige wegingslijst te laten gebruiken door consulenten omdat in iedere casus andere
volledige wegingslijst te laten gebruiken door consulenten omdat in iedere casus andere
(voor)informatie aanwezig zal zijn. Een ingekorte wegingslijst die in elke casus te gebruiken zou zijn,
(voor)informatie aanwezig zal zijn. Een ingekorte wegingslijst die in elke casus te gebruiken zou zijn,
is dus lastig te maken. Vanwege het karakter van de lijst, waarbij alleen gewogen kan worden
is dus lastig te maken. Vanwege het karakter van de lijst, waarbij alleen gewogen kan worden
waarover informatie beschikbaar is, is het mogelijk dat de wegingslijst alsnog een houvast kan bieden
waarover informatie beschikbaar is, is het mogelijk dat de wegingslijst alsnog een houvast kan bieden
bij een advies penitentiaire inrichting of justitiële jeugdinrichting. Bovendien zou de consultant de
bij een advies penitentiaire inrichting of justitiële jeugdinrichting. Bovendien zou de consultant de
wegingslijst voorafgaande aan het gesprek met de verdachte kunnen invullen en vragen naar
wegingslijst voorafgaande aan het gesprek met de verdachte kunnen invullen en vragen naar
ontbrekende informatie. Ook scheelt het tijd dat de contra-indicaties alleen hoeven te worden
ontbrekende informatie. Ook scheelt het tijd dat de contra-indicaties alleen hoeven te worden
nagegaan, als er indicatiecriteria aanwezig zijn. Het komende jaar zal uitwijzen of de wegingslijst
nagegaan, als er indicatiecriteria aanwezig zijn. Het komende jaar zal uitwijzen of de wegingslijst
voldoende houvast biedt bij het doen van consulten.
voldoende houvast biedt bij het doen van consulten.
Toekomstig onderzoek
Toekomstig onderzoek
De wegingslijst is met veel zorg en input van alle ketenpartners tot stand gekomen. Het is daarom
De wegingslijst is met veel zorg en input van alle ketenpartners tot stand gekomen. Het is daarom
belangrijk te achterhalen hoe deze in de praktijk werkt. Tevens is het belangrijk om vast te stellen of
belangrijk te achterhalen hoe deze in de praktijk werkt. Tevens is het belangrijk om vast te stellen of
beoogde veranderingen in de onderbouwing van het advies met de wegingslijst behaald wordt.
beoogde veranderingen in de onderbouwing van het advies met de wegingslijst behaald wordt.
Vandaar dat het van belang is dat de implementatie van de wegingslijst een jaar gevolgd wordt. Het
Vandaar dat het van belang is dat de implementatie van de wegingslijst een jaar gevolgd wordt. Het
volgen van de implementatie zal geschieden door middel van casussen, tevredenheidsonderzoek en
volgen van de implementatie zal geschieden door middel van casussen, tevredenheidsonderzoek en
het opzoeken van gegevens in Pro Justitia rapportages. Ondertussen is er een subsidieaanvraag bij
het opzoeken van gegevens in Pro Justitia rapportages. Ondertussen is er een subsidieaanvraag bij
het Ministerie van Veiligheid en Justitie goedgekeurd om de implementatie van de wegingslijst te
het Ministerie van Veiligheid en Justitie goedgekeurd om de implementatie van de wegingslijst te
volgen. Mocht het nodig zijn, dan kan de wegingslijst eventueel op basis van dit onderzoek worden
volgen. Mocht het nodig zijn, dan kan de wegingslijst eventueel op basis van dit onderzoek worden
aangepast om de wegingslijst te verbeteren naar de behoeftes van de praktijk. Ook kan op deze
aangepast om de wegingslijst te verbeteren naar de behoeftes van de praktijk. Ook kan op deze
manier goed toezicht gehouden worden op de bruikbaarheid van de wegingslijst tijdens consultaties.
manier goed toezicht gehouden worden op de bruikbaarheid van de wegingslijst tijdens consultaties.
Dit zou dus mogelijk nog invloed kunnen hebben op de wegingslijst. In bijlage 1 is dan ook de eerste
Dit zou dus mogelijk nog invloed kunnen hebben op de wegingslijst. In bijlage 1 is dan ook de eerste
versie te vinden.
versie te vinden.
Een tweede belangrijke lijn van onderzoek is het doen van een effectevaluatie van de invoering van
Een tweede belangrijke lijn van onderzoek is het doen van een effectevaluatie van de invoering van
het adolescentenstrafrecht. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft het Wetenschappelijk
het adolescentenstrafrecht. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft het Wetenschappelijk
Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) opdracht gegeven deze evaluatie uit te voeren. Het
Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) opdracht gegeven deze evaluatie uit te voeren. Het
volgen van de implementatie is een belangrijke voorwaarde om deze effectevaluatie uit te voeren.
volgen van de implementatie is een belangrijke voorwaarde om deze effectevaluatie uit te voeren.
Immers, eerst moet duidelijk zijn of de implementatie goed wordt uitgevoerd voordat kan worden
Immers, eerst moet duidelijk zijn of de implementatie goed wordt uitgevoerd voordat kan worden
onderzocht of de verandering ook effect heeft.
onderzocht of de verandering ook effect heeft. 40
40
Literatuurlijst
Literatuurlijst
Ash, P. (2012). But he knew it was wrong: Evaluating adolescent culpability. Journal of the American
Ash, P. (2012). But he knew it was wrong: Evaluating adolescent culpability. Journal of the American
Academy of Psychiatry and the Law, 40, (1), p. 21 – 32.
Academy of Psychiatry and the Law, 40, (1), p. 21 – 32.
Arnett, J.J. (2000). Emerging adulthood: A theory of development from the late teens through the
Arnett, J.J. (2000). Emerging adulthood: A theory of development from the late teens through the
twenties. American Psychologist, 55, (5), p. 569 – 480.
twenties. American Psychologist, 55, (5), p. 569 – 480.
Arnett, J.J. (2001). Conceptions of the transition to adulthood: Perspectives from adolescence
Arnett, J.J. (2001). Conceptions of the transition to adulthood: Perspectives from adolescence
through midlife. Journal of Adult Development, 8, (2), p. 133 – 143.
through midlife. Journal of Adult Development, 8, (2), p. 133 – 143.
Arnett, J.J. (2004). A longer road to adulthood. In: Arnett, J.J. Emerging adulthood: the winding road
Arnett, J.J. (2004). A longer road to adulthood. In: Arnett, J.J. Emerging adulthood: the winding road
from the late teens through the twenties. New York: Oxford University Press.
from the late teens through the twenties. New York: Oxford University Press.
Bakker, A. (2006). Straffen als jeugdige of als volwassene? Een checklist voor de rechtspraktijk.
Bakker, A. (2006). Straffen als jeugdige of als volwassene? Een checklist voor de rechtspraktijk.
PROCES, 5, p. 189 – 196.
PROCES, 5, p. 189 – 196.
Backer, H. (2004). Het advies toepassen meerderjarigenstrafrecht vanuit psychiatrisch perspectief.
Backer, H. (2004). Het advies toepassen meerderjarigenstrafrecht vanuit psychiatrisch perspectief.
Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, 11, p 154 – 159.
Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, 11, p 154 – 159.
Berge, M. ten, Beurs, E. de, Duits, N., & Hoorn, S.P. van der. (2009). Evaluatie indicatiestelling PIJ‐
Berge, M. ten, Beurs, E. de, Duits, N., & Hoorn, S.P. van der. (2009). Evaluatie indicatiestelling PIJ‐
maatregel. Amsterdam: NIFP jeugd.
maatregel. Amsterdam: NIFP jeugd.
Blokland, A., Palmen, H., & San van, M. (2012). Crimineel gedrag in de jongvolwassenheid. Tijdschrift
Blokland, A., Palmen, H., & San van, M. (2012). Crimineel gedrag in de jongvolwassenheid. Tijdschrift
voor Criminologie, 54, 2, p. 85 – 98.
voor Criminologie, 54, 2, p. 85 – 98.
Boeykens, D.H.J. (2004). Psychiatrische criteria voor toepassing van het minder- of
Boeykens, D.H.J. (2004). Psychiatrische criteria voor toepassing van het minder- of
meerderjarigenstrafrecht. PROCES, 3, p. 109 – 114.
meerderjarigenstrafrecht. PROCES, 3, p. 109 – 114.
Braak van de, J., Jong de, B., Rutten, E., & Vogelvang, B. (2012). Strafrecht en (jeugd)reclassering voor
Braak van de, J., Jong de, B., Rutten, E., & Vogelvang, B. (2012). Strafrecht en (jeugd)reclassering voor
adolescenten. Een analyse van de huidige aanpak en aanbevelingen voor de aanpak binnen het
adolescenten. Een analyse van de huidige aanpak en aanbevelingen voor de aanpak binnen het
adolescentenstrafrecht. Woerden: van Montfoort/Collegio.
adolescentenstrafrecht. Woerden: van Montfoort/Collegio.
Buysse, W., Hilhorst, N., Abraham, M., & Loef, L. (2013). Evaluatie pilot adolescentenstrafrecht.
Buysse, W., Hilhorst, N., Abraham, M., & Loef, L. (2013). Evaluatie pilot adolescentenstrafrecht.
Amsterdam: DSP-groep.
Amsterdam: DSP-groep. 41
41
Burke, A.S. (2011). Under construction: Brain formation, culpability, and the criminal justice system.
Burke, A.S. (2011). Under construction: Brain formation, culpability, and the criminal justice system.
International Journal of Law and Psychiatry, 34, 6, p. 381–385.
International Journal of Law and Psychiatry, 34, 6, p. 381–385.
Cauffman, E., & Steinberg, L. (2000). (Im)maturity of judgment in adolescence: Why adolescents may
Cauffman, E., & Steinberg, L. (2000). (Im)maturity of judgment in adolescence: Why adolescents may
be less culpable than adults. Behavioral Sciences and the Law, 18, 6, p. 741- 760.
be less culpable than adults. Behavioral Sciences and the Law, 18, 6, p. 741- 760.
Commisie-Anneveldt (1982). Sanctierecht voor jeugdigen. Rapport van de commissie herziening
Commisie-Anneveldt (1982). Sanctierecht voor jeugdigen. Rapport van de commissie herziening
strafrecht voor jeugdigen. Den Haag: Staatsuitgeverij.
strafrecht voor jeugdigen. Den Haag: Staatsuitgeverij.
Commissie-Overwater (1951). Rapport van de commissie ingesteld met het doel van advies te dienen
Commissie-Overwater (1951). Rapport van de commissie ingesteld met het doel van advies te dienen
over de vraag in welke richting het rijkstucht- en opvoedingswezen en in verband daarmee het
over de vraag in welke richting het rijkstucht- en opvoedingswezen en in verband daarmee het
kinderstrafrecht zich zullen moeten ontwikkelen. Den Haag: Staatsdrukkerij- en Uitgeverijbedrijf.
kinderstrafrecht zich zullen moeten ontwikkelen. Den Haag: Staatsdrukkerij- en Uitgeverijbedrijf.
Commissie-Wiarda (1971). Jeugdbeschermingsrecht. Rapport van de commissie voor de herziening
Commissie-Wiarda (1971). Jeugdbeschermingsrecht. Rapport van de commissie voor de herziening
van het Kinderbeschermingsrecht. Den Haag: Staatuitgeverij.
van het Kinderbeschermingsrecht. Den Haag: Staatuitgeverij.
Crone, E. (2008). Het puberende brein. Over de ontwikkeling van de hersenen in de unieke periode
Crone, E. (2008). Het puberende brein. Over de ontwikkeling van de hersenen in de unieke periode
van de adolescentie. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker.
van de adolescentie. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker.
Dorelijers, T. (2009). Te oud voor het servet, te jong voor het tafellaken. (Oratie). Leiden: Universiteit
Dorelijers, T. (2009). Te oud voor het servet, te jong voor het tafellaken. (Oratie). Leiden: Universiteit
Leiden.
Leiden.
Doreleijers, T., & Fokkens, J.W. (2010). Minderjarigen en jongvolwassenen: pleidooi voor een
Doreleijers, T., & Fokkens, J.W. (2010). Minderjarigen en jongvolwassenen: pleidooi voor een
evidence based strafrecht. Rechtstreeks, 2, p. 9 – 46.
evidence based strafrecht. Rechtstreeks, 2, p. 9 – 46.
Duits, N. (2006). Kwaliteit onderzoek pro Justitia van jongeren. Assen: van Gorcum.
Duits, N. (2006). Kwaliteit onderzoek pro Justitia van jongeren. Assen: van Gorcum.
Eggen, A.Th.J., & Goudriaan, H. (2010). Criminaliteit en opsporing. In: N.E. de Heer-de Lange, & S.N.
Eggen, A.Th.J., & Goudriaan, H. (2010). Criminaliteit en opsporing. In: N.E. de Heer-de Lange, & S.N.
Kalidien (Eds.) Criminaliteit en rechtshandhaving 2009. Ontwikkelingen en samenhangen. Den Haag
Kalidien (Eds.) Criminaliteit en rechtshandhaving 2009. Ontwikkelingen en samenhangen. Den Haag
Uitgever: Boom Juridische uitgevers, WODC, CBS, (p. 77 – 108).
Uitgever: Boom Juridische uitgevers, WODC, CBS, (p. 77 – 108).
Gur, R.C. (2005). Brain maturation and its relevance to understanding criminal culpability of juveniles.
Gur, R.C. (2005). Brain maturation and its relevance to understanding criminal culpability of juveniles.
Current Psychiatry Reports, 7, 4, p. 292–296
Current Psychiatry Reports, 7, 4, p. 292–296
Kamerstukken II 1989/1990, 21 327, nr 3, p. 1.
Kamerstukken II 1989/1990, 21 327, nr 3, p. 1.
42
42
Kamerstukken II 2012/2013, 33 498, nr 2, p. 1-13.
Kamerstukken II 2012/2013, 33 498, nr 2, p. 1-13.
Kamerstukken II 2012/2013, 33 498, nr 3, p. 1-56.
Kamerstukken II 2012/2013, 33 498, nr 3, p. 1-56.
Laan van de, P., Laan van der A., Hoeve, M., Blom, M., & Lamet, W. (2012). Jongvolwassen
Laan van de, P., Laan van der A., Hoeve, M., Blom, M., & Lamet, W. (2012). Jongvolwassen
delinquenten en justitiële reacties. Tijdschrift voor Criminologie, 54, 2, p. 99 – 117.
delinquenten en justitiële reacties. Tijdschrift voor Criminologie, 54, 2, p. 99 – 117.
Lindgren, E., Söderberg, S., & Skär, L. (2013). The gap in transition between child and adolescent
Lindgren, E., Söderberg, S., & Skär, L. (2013). The gap in transition between child and adolescent
psychiatry and general adult psychiatry. Journal of Child and Adolescent Psychiatric Nursing, 26,2, p.
psychiatry and general adult psychiatry. Journal of Child and Adolescent Psychiatric Nursing, 26,2, p.
103–109.
103–109.
Loeber, R., Slot, W.N., & Stouthamer-Loeber, M. (2008). A cumulative developmental model of risk
Loeber, R., Slot, W.N., & Stouthamer-Loeber, M. (2008). A cumulative developmental model of risk
and promotive factors. In: R. Loeber, N.W. Slot, P.H. van der Laan, & M. Hoeve (Eds.). Tomorrow’s
and promotive factors. In: R. Loeber, N.W. Slot, P.H. van der Laan, & M. Hoeve (Eds.). Tomorrow’s
criminals: the development of child delinquency and effective interventions. Hampshire: Ashgate
criminals: the development of child delinquency and effective interventions. Hampshire: Ashgate
Publishing Ltd, (p. 133 – 161).
Publishing Ltd, (p. 133 – 161).
Means, R.F., Heller, L.D., & Janofsky, J.S. (2012). Transferring juvenile defendants from adult to
Means, R.F., Heller, L.D., & Janofsky, J.S. (2012). Transferring juvenile defendants from adult to
juvenile court: How Maryland forensic evaluators and judges reach their decisions. Journal of the
juvenile court: How Maryland forensic evaluators and judges reach their decisions. Journal of the
American Academy of Psychiatry and the law, 40 (3), 333–40.
American Academy of Psychiatry and the law, 40 (3), 333–40.
Moffit, T.E. (1993). Adolescence-limited and life-course-persistent antisocial behavior: A
Moffit, T.E. (1993). Adolescence-limited and life-course-persistent antisocial behavior: A
bevelopmental taxonomy. Psychological Review, 100, (4), p. 674-701.
bevelopmental taxonomy. Psychological Review, 100, (4), p. 674-701.
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming. (2011). Het jeugdstrafproces:
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming. (2011). Het jeugdstrafproces:
toekomstbestendig! Advies 14 maart 2011, p. 1 -58.
toekomstbestendig! Advies 14 maart 2011, p. 1 -58.
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming. (2012). Wetsvoorstel adolescentenstrafrecht.
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming. (2012). Wetsvoorstel adolescentenstrafrecht.
Een gemiste kans. Advies 14 maart 2012, p. 1 – 36.
Een gemiste kans. Advies 14 maart 2012, p. 1 – 36.
Steinberg, L., & Scott, E.S. (2003). Less Guilty by Reason of Adolescence. Developmental Immaturity,
Steinberg, L., & Scott, E.S. (2003). Less Guilty by Reason of Adolescence. Developmental Immaturity,
Diminished Responsibility,and the Juvenile Death Penalty. American Psychologist, 58, 12, p. 1009–
Diminished Responsibility,and the Juvenile Death Penalty. American Psychologist, 58, 12, p. 1009–
1018.
1018.
43
43
Steinberg, L. (2009). Adolescent development and juvenile justice. Annual Review of Clinical
Steinberg, L. (2009). Adolescent development and juvenile justice. Annual Review of Clinical
Psychology, 5, p. 459–485.
Psychology, 5, p. 459–485.
Sirsch, U., Dreher, E., Mayr, E., & Willinger, U. (2009). What does it take to be an adult in Austria?
Sirsch, U., Dreher, E., Mayr, E., & Willinger, U. (2009). What does it take to be an adult in Austria?
Views of adulthood in Austrian adolescents, emerging adults, and adults. Journal of Adolescent
Views of adulthood in Austrian adolescents, emerging adults, and adults. Journal of Adolescent
Research, 24, 3, p. 275-292.
Research, 24, 3, p. 275-292.
Trochim, W.M.K. (1989). An introduction to concept mapping for planning and evaluation. Evaluation
Trochim, W.M.K. (1989). An introduction to concept mapping for planning and evaluation. Evaluation
and program planning, 12, (1), p. 1 – 16.
and program planning, 12, (1), p. 1 – 16.
Uit Beijerse, J., & Jansen, I. (2011). Overdag naar de eigen school en ’s nachts in detentie.
Uit Beijerse, J., & Jansen, I. (2011). Overdag naar de eigen school en ’s nachts in detentie.
Nachtdetentie als recht en niet beperkt tot de voorlopige hechtenis. PROCES, 4, p. 197 – 206.
Nachtdetentie als recht en niet beperkt tot de voorlopige hechtenis. PROCES, 4, p. 197 – 206.
Vogelvang, B., Rutten, E., Jong de, B., & Braak van den, J. (2012). Reclasseren met adolescenten en
Vogelvang, B., Rutten, E., Jong de, B., & Braak van den, J. (2012). Reclasseren met adolescenten en
jongvolwassenen. Een methodische handreiking voor de jeugdreclassering en reclassering. Woerden:
jongvolwassenen. Een methodische handreiking voor de jeugdreclassering en reclassering. Woerden:
van Montfoort/Collegio.
van Montfoort/Collegio.
Weijers, I. (2011). Leeftijdsgrenzen. In: I. Weijers,& F. Imkamp (Eds.). Jeugdstrafrecht in
Weijers, I. (2011). Leeftijdsgrenzen. In: I. Weijers,& F. Imkamp (Eds.). Jeugdstrafrecht in
internationaal perspectief. Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
internationaal perspectief. Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
44
44
Bijlage 1 – De wegingslijst
Bijlage 1 – De wegingslijst
Wegingslijst
Wegingslijst
adolescentenstrafrecht4
adolescentenstrafrecht4
Naam jongere Naam gebruiker Datum invullen Geboortedatum jongere Parketnummer
Naam jongere Naam gebruiker Datum invullen Geboortedatum jongere Parketnummer
Invulinstructies
Invulinstructies
1. Onder het kopje “Info” kunt u per uitspraak nagaan of er voldoende informatie aanwezig is om de uitspraak te kunnen wegen ( of ). Mocht er onvoldoende informatie zijn om de uitspraak te wegen, dan blijft de regel leeg en kunt u verder gaan met de volgende uitspraak. Mocht er voldoende informatie zijn om de uitspraak te wegen, dan kunt u doorgaan naar stap 2.
1. Onder het kopje “Info” kunt u per uitspraak nagaan of er voldoende informatie aanwezig is om de uitspraak te kunnen wegen ( of ). Mocht er onvoldoende informatie zijn om de uitspraak te wegen, dan blijft de regel leeg en kunt u verder gaan met de volgende uitspraak. Mocht er voldoende informatie zijn om de uitspraak te wegen, dan kunt u doorgaan naar stap 2.
2. Onder “Weegt mee” kunt u aankruisen of de uitspraak niet, enigszins of wel meeweegt. Het gaat hier expliciet om uw eigen, individuele weging op basis van uw professionele ervaring.
2. Onder “Weegt mee” kunt u aankruisen of de uitspraak niet, enigszins of wel meeweegt. Het gaat hier expliciet om uw eigen, individuele weging op basis van uw professionele ervaring.
3. Met de K van “Kritisch” kunt u benadrukken dat u een uitspraak bijzonder van belang acht en dat u hier extra gewicht aan geeft in de weging.
3. Met de K van “Kritisch” kunt u benadrukken dat u een uitspraak bijzonder van belang acht en dat u hier extra gewicht aan geeft in de weging.
4. Per domein kunt u achter “Ander” een uitspraak toevoegen die u mist in de wegingslijst maar voor een bepaalde jongvolwassene wel van belang acht.
4. Per domein kunt u achter “Ander” een uitspraak toevoegen die u mist in de wegingslijst maar voor een bepaalde jongvolwassene wel van belang acht.
5. Per domein gaat u na of er voldoende informatie is om hier een oordeel over te geven, of het cluster niet, enigszins of wel meeweegt en of het cluster kritisch is. Dit kunt u doen op dezelfde wijze waarop u dat bij de individuele uitspraken heeft gedaan.
5. Per domein gaat u na of er voldoende informatie is om hier een oordeel over te geven, of het cluster niet, enigszins of wel meeweegt en of het cluster kritisch is. Dit kunt u doen op dezelfde wijze waarop u dat bij de individuele uitspraken heeft gedaan.
6. In de tabel “Weging clusters” kunt u de weging van de clusters overnemen om overzicht te creëren. Als de indicaties voor het toepassen van het jeugdstrafrecht niet meewegen voor de jongvolwassene, hoeft u de contra-indicaties ook niet meer te bekijken. Immers, het volwassenen strafrecht blijft dan gewoon van toepassing. Als indicaties voor het toepassen van het jeugdstrafrecht enigszins of wel van toepassing zijn, moet u tevens bekijken of er ook contra-indicaties aanwezig zijn. Uiteindelijk vormt uw een eindoordeel: is het jeugdstrafrecht wel of niet van toepassing.
6. In de tabel “Weging clusters” kunt u de weging van de clusters overnemen om overzicht te creëren. Als de indicaties voor het toepassen van het jeugdstrafrecht niet meewegen voor de jongvolwassene, hoeft u de contra-indicaties ook niet meer te bekijken. Immers, het volwassenen strafrecht blijft dan gewoon van toepassing. Als indicaties voor het toepassen van het jeugdstrafrecht enigszins of wel van toepassing zijn, moet u tevens bekijken of er ook contra-indicaties aanwezig zijn. Uiteindelijk vormt uw een eindoordeel: is het jeugdstrafrecht wel of niet van toepassing.
4
4
Wegingslijst adolescentenstrafrecht NIFP, versie maart 2014. Er volgt in 2014 een implementatietraject aan de hand waarvan de wegingslijst mogelijk nog aangepast zullen worden. Op de website van het NIFP zal te allen tijde de laatste versie staan.
Wegingslijst adolescentenstrafrecht NIFP, versie maart 2014. Er volgt in 2014 een implementatietraject aan de hand waarvan de wegingslijst mogelijk nog aangepast zullen worden. Op de website van het NIFP zal te allen tijde de laatste versie staan.
45
45
Indicatiecriteria toepassen jeugdstrafrecht
Indicatiecriteria toepassen jeugdstrafrecht
Info Cluster 1 Handelingsvaardigheden
Weegt mee Niet
Enigszins
Kritisch Wel
K
Info Cluster 1 Handelingsvaardigheden
Functioneert op verstandelijk beperkt niveau
Functioneert op verstandelijk beperkt niveau
Kan risico's eigen handelen nauwelijks inschatten
Kan risico's eigen handelen nauwelijks inschatten
Kan eigen gedrag nauwelijks organiseren
Kan eigen gedrag nauwelijks organiseren
Handelt zonder nadenken
Handelt zonder nadenken
Komt in contact jonger over dan kalenderleeftijd
Komt in contact jonger over dan kalenderleeftijd
Ander:
Ander:
Ander:
Ander:
Weging cluster 1
Weging cluster 1
Cluster 2 Pedagogische beïnvloeding
Niet
Enigszins
Wel
K
Cluster 2 Pedagogische beïnvloeding
Pedagogische aanpak is noodzakelijk
Pedagogische aanpak is noodzakelijk
Pedagogische aanpak is mogelijk
Pedagogische aanpak is mogelijk
Gezinsgerichte hulpverlening is noodzakelijk
Gezinsgerichte hulpverlening is noodzakelijk
(Continuering) scholing noodzakelijk
(Continuering) scholing noodzakelijk
Heeft groepsgericht leefklimaat nodig
Heeft groepsgericht leefklimaat nodig
Neemt actief deel aan gezin van herkomst
Neemt actief deel aan gezin van herkomst
Ander:
Ander:
Ander:
Ander:
Weging cluster 2
Weging cluster 2
46
46
Weegt mee
Kritisch
Niet
Enigszins
Wel
K
Niet
Enigszins
Wel
K
Contra-indicaties toepassen jeugdstrafrecht
Contra-indicaties toepassen jeugdstrafrecht
Info Cluster 3 Justitiële voorgeschiedenis
Weegt mee Niet
Enigszins
Kritisch Wel
K
Info Cluster 3 Justitiële voorgeschiedenis
Langdurige beveiliging maatschappij is noodzakelijk
Langdurige beveiliging maatschappij is noodzakelijk
Heeft eerder PIJ-maatregel gehad
Heeft eerder PIJ-maatregel gehad
Heeft jarenlange justitiële voorgeschiedenis
Heeft jarenlange justitiële voorgeschiedenis
Heeft eerdere justitiële sancties laten mislukken
Heeft eerdere justitiële sancties laten mislukken
Is niet onder de indruk van justitiële autoriteiten
Is niet onder de indruk van justitiële autoriteiten
Er is een toename in ernst van delicten
Er is een toename in ernst van delicten
Ander:
Ander:
Ander:
Ander:
Weging cluster 3
Weging cluster 3
Niet
Cluster 4 Psychopathische trekken
Enigszins
Wel
K
Cluster 4 Psychopathische trekken
Heeft psychopathische trekken
Heeft psychopathische trekken
Gebruikt anderen voor eigen doeleinden
Gebruikt anderen voor eigen doeleinden
Heeft antisociale persoonlijkheidsproblematiek
Heeft antisociale persoonlijkheidsproblematiek
Ander:
Ander:
Ander:
Ander:
Weging cluster 4
Weging cluster 4
Niet
Cluster 5 Criminele levensstijl
Enigszins
Wel
K
Cluster 5 Criminele levensstijl
Kiest voor het plegen van delict(en)
Kiest voor het plegen van delict(en)
Is ingebed in crimineel milieu
Is ingebed in crimineel milieu
Pronkt met criminele activiteiten
Pronkt met criminele activiteiten
Ander:
Ander:
Ander:
Ander:
Weging cluster 5
Weging cluster 5
47
47
Weegt mee
Kritisch
Niet
Enigszins
Wel
K
Niet
Enigszins
Wel
K
Niet
Enigszins
Wel
K
Niet
Cluster 6 Pedagogische onmogelijkheden
Enigszins
Wel
K
Pedagogische aanpak is niet mogelijk
Pedagogische aanpak is niet mogelijk
Zal andere jeugdige gedetineerden negatief beïnvloeden
Zal andere jeugdige gedetineerden negatief beïnvloeden
Is ongeschikt voor groepsgericht leefklimaat
Is ongeschikt voor groepsgericht leefklimaat
Ander:
Ander:
Ander:
Ander:
Weging cluster 6
Weging cluster 6
Weging clusters
Weging clusters Info
Weegt mee Niet
Indicaties
Enigszins
Kritisch Wel
K
Info
1. Handelingsvaardigheden
2. Pedagogische beïnvloeding
2. Pedagogische beïnvloeding
Geen indicaties jeugdstrafrecht?
Wegen indicaties enigszins of wel mee?
Niet
Contra-indicaties
Volwassenen strafrecht
Oordeel
Wel
K
4. Psychopathische trekken
4. Psychopathische trekken
5. Criminele levensstijl
5. Criminele levensstijl
6. Pedagogische onmogelijkheden
6. Pedagogische onmogelijkheden
48
Niet
Contra-indicaties 3. Justitiële voorgeschiedenis
Jeugdstrafrecht is wel/niet van toepassing
Geen indicaties jeugdstrafrecht?
3. Justitiële voorgeschiedenis
Eindoordeel
Enigszins
Wegen indicaties enigszins of wel mee?
Contra-indicaties nagaan
Enigszins
Enigszins
Wel
Weegt mee Niet
Indicaties
1. Handelingsvaardigheden
Oordeel
Niet
Cluster 6 Pedagogische onmogelijkheden
K
Kritisch Wel
K
Volwassenen strafrecht Contra-indicaties nagaan
Enigszins
Wel
K
Jeugdstrafrecht is wel/niet van toepassing
Eindoordeel
48
Definitie onderlegger
Definitie onderlegger
De uitspraken in de wegingslijst behoren voor iedereen die ze leest, onafhankelijk van hun discipline, duidelijk te zijn. Er is echter een aantal uitspraken die wel verdere duiding behoeven. Hieronder staat een uitleg achter deze uitspraken.
De uitspraken in de wegingslijst behoren voor iedereen die ze leest, onafhankelijk van hun discipline, duidelijk te zijn. Er is echter een aantal uitspraken die wel verdere duiding behoeven. Hieronder staat een uitleg achter deze uitspraken.
Er is geen scoringsysteem te vinden bij de diverse uitspraken. De wegingslijst is namelijk geen instrument waar een score uitkomt. De wegingslijst is een hulpmiddel ter ondersteuning van de individuele weging van de professional. Om de diverse uitspraken te wegen, kan de bestaande werkwijze van de professional worden aangehouden. De professional is goed in staat om uitspraken in een bepaalde casus zelf af te wegen.
Er is geen scoringsysteem te vinden bij de diverse uitspraken. De wegingslijst is namelijk geen instrument waar een score uitkomt. De wegingslijst is een hulpmiddel ter ondersteuning van de individuele weging van de professional. Om de diverse uitspraken te wegen, kan de bestaande werkwijze van de professional worden aangehouden. De professional is goed in staat om uitspraken in een bepaalde casus zelf af te wegen.
“Functioneert op verstandelijk beperkt niveau”
“Functioneert op verstandelijk beperkt niveau”
Weeg het functioneren van betrokkene op diverse leefgebieden, ga niet alleen uit vanhet intelligentiecoëfficiënt zoals kan worden gemeten met een intelligentietest.
Weeg het functioneren van betrokkene op diverse leefgebieden, ga niet alleen uit vanhet intelligentiecoëfficiënt zoals kan worden gemeten met een intelligentietest.
“Kan risico’s eigen handelen nauwelijks inschatten”
“Kan risico’s eigen handelen nauwelijks inschatten”
Betrokkene overziet de gevolgen van zijn gedrag voor zichzelf en anderen minder goed in vergelijking met leeftijdsgenoten.
Betrokkene overziet de gevolgen van zijn gedrag voor zichzelf en anderen minder goed in vergelijking met leeftijdsgenoten.
‘Kan eigen gedrag nauwelijks organiseren”
‘Kan eigen gedrag nauwelijks organiseren”
Betrokkene heeft in vergelijking met leeftijdsgenoten gebrekkige plannings- en organisatievaardigheden, heeft moeite om zichzelf te sturen en is onvoldoende in staat om structuur aan te brengen.
Betrokkene heeft in vergelijking met leeftijdsgenoten gebrekkige plannings- en organisatievaardigheden, heeft moeite om zichzelf te sturen en is onvoldoende in staat om structuur aan te brengen.
“Komt in contact jonger over dan kalenderleeftijd”
“Komt in contact jonger over dan kalenderleeftijd”
Betrokkene maakt een jongere indruk dan leeftijdsgenoten, zowel vanwege de fysieke verschijning als de persoonlijke presentatie. Het gaat hier onder meer om de uitstraling, manier van reageren, manier van contact aangaan en mate van afhankelijkheid in het contact t.o.v. de professional.
Betrokkene maakt een jongere indruk dan leeftijdsgenoten, zowel vanwege de fysieke verschijning als de persoonlijke presentatie. Het gaat hier onder meer om de uitstraling, manier van reageren, manier van contact aangaan en mate van afhankelijkheid in het contact t.o.v. de professional.
Het verschil tussen de begrippen noodzakelijk en mogelijk. Bijvoorbeeld bij: “Pedagogische aanpak is noodzakelijk” en “Pedagogische aanpak is mogelijk”
Het verschil tussen de begrippen noodzakelijk en mogelijk. Bijvoorbeeld bij: “Pedagogische aanpak is noodzakelijk” en “Pedagogische aanpak is mogelijk”
Pedagogische aanpak is noodzakelijk: Het is (dringend) nodig in te zetten op een pedagogische aanpak om recidive te verminderen.
Pedagogische aanpak is noodzakelijk: Het is (dringend) nodig in te zetten op een pedagogische aanpak om recidive te verminderen.
Pedagogische aanpak is mogelijk: het is uitvoerbaar of haalbaar om in te zetten op een pedagogische aanpak. Betrokkene heeft mogelijkheden zich verder te ontwikkelen door een pedagogische aanpak.
Pedagogische aanpak is mogelijk: het is uitvoerbaar of haalbaar om in te zetten op een pedagogische aanpak. Betrokkene heeft mogelijkheden zich verder te ontwikkelen door een pedagogische aanpak.
Gezinsgerichte hulpverlening is noodzakelijk
Gezinsgerichte hulpverlening is noodzakelijk
Het is (dringend) nodig in te zetten op gezinsgerichte hulpverlening om recidive te verminderen.
Het is (dringend) nodig in te zetten op gezinsgerichte hulpverlening om recidive te verminderen.
49
49
“(Continuering) schoolgang noodzakelijk”
“(Continuering) schoolgang noodzakelijk”
Het is (dringend) nodig om de schoolgang van betrokkene te hervatten of te continueren om recidive te verminderen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan betrokkenen die nog geen startkwalificatie via een opleiding hebben behaald, die ver gevorderd zijn binnen een opleiding en/of gemotiveerd zijn om een opleiding te volgen.
Het is (dringend) nodig om de schoolgang van betrokkene te hervatten of te continueren om recidive te verminderen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan betrokkenen die nog geen startkwalificatie via een opleiding hebben behaald, die ver gevorderd zijn binnen een opleiding en/of gemotiveerd zijn om een opleiding te volgen.
“Neemt actief deel aan gezin van herkomst”
“Neemt actief deel aan gezin van herkomst”
Betrokkene neemt actief deel aan het gezin van herkomst. Er is sprake van een duidelijke afhankelijkheidsrelatie ten opzichte van ouders/opvoeders.
Betrokkene neemt actief deel aan het gezin van herkomst. Er is sprake van een duidelijke afhankelijkheidsrelatie ten opzichte van ouders/opvoeders.
“Langdurige beveiliging maatschappij is noodzakelijk”
“Langdurige beveiliging maatschappij is noodzakelijk”
Betrokkene heeft ernstige delicten gepleegd en het recidive risico is hoog. Om deze recidive te verlagen is langdurige beveiliging en/of begeleiding noodzakelijk. Precieze lengte van de periode per casus kan verschillen en door de professional zelf kan worden bepaald.
Betrokkene heeft ernstige delicten gepleegd en het recidive risico is hoog. Om deze recidive te verlagen is langdurige beveiliging en/of begeleiding noodzakelijk. Precieze lengte van de periode per casus kan verschillen en door de professional zelf kan worden bepaald.
“Heeft jarenlange justitiële voorgeschiedenis”
“Heeft jarenlange justitiële voorgeschiedenis”
Uit de justitiële documentatie van betrokkene blijkt dat hij/zij al jaren met de politie en justitie in aanraking is geweest en al meerdere keren is veroordeeld voor strafbare feiten. Het gaat om een uitgebreide justitiële voorgeschiedenis waarbij de inschatting over de precieze lengte van de periode per casus kan verschillen en door de professional zelf kan worden bepaald.
Uit de justitiële documentatie van betrokkene blijkt dat hij/zij al jaren met de politie en justitie in aanraking is geweest en al meerdere keren is veroordeeld voor strafbare feiten. Het gaat om een uitgebreide justitiële voorgeschiedenis waarbij de inschatting over de precieze lengte van de periode per casus kan verschillen en door de professional zelf kan worden bepaald.
“Heeft eerdere justitiële sancties laten mislukken”
“Heeft eerdere justitiële sancties laten mislukken”
Het gaat hier om eerder ingezette justitiële sancties die zijn mislukt en wat de betrokkene zelf aan te rekenen is.
Het gaat hier om eerder ingezette justitiële sancties die zijn mislukt en wat de betrokkene zelf aan te rekenen is.
“Heeft psychopathische trekken”
“Heeft psychopathische trekken”
De professional kan met of zonder de PCL-R, of vergelijkbare instrumenten, bepalen of er sprake is van psychopatische trekken.
De professional kan met of zonder de PCL-R, of vergelijkbare instrumenten, bepalen of er sprake is van psychopatische trekken.
“Kiest voor het plegen van delicten”
“Kiest voor het plegen van delicten”
Betrokkene maakt bewust de afweging om delict(en) te plegen.
Betrokkene maakt bewust de afweging om delict(en) te plegen.
“Is ingebed in crimineel milieu”
“Is ingebed in crimineel milieu”
50
50
Betrokkene heeft veel vrienden, familie en/of andere contacten in het crimineel circuit en weinig tot geen contacten daarbuiten. Hij/zij is niet of nauwelijks meer bezig met bij de leeftijd horende, reguliere activiteiten en structuren zoals school, het gezin, een bijbaantje, clubjes/vriendengroepen etc. Strafbare feiten worden ook vaak samen met deze criminele vrienden gepleegd.
Betrokkene heeft veel vrienden, familie en/of andere contacten in het crimineel circuit en weinig tot geen contacten daarbuiten. Hij/zij is niet of nauwelijks meer bezig met bij de leeftijd horende, reguliere activiteiten en structuren zoals school, het gezin, een bijbaantje, clubjes/vriendengroepen etc. Strafbare feiten worden ook vaak samen met deze criminele vrienden gepleegd.
“Pronkt met criminele activiteiten”
“Pronkt met criminele activiteiten”
Betrokkene schept bewust op over criminele activiteiten en mogelijk gewin van de criminele activiteiten.
Betrokkene schept bewust op over criminele activiteiten en mogelijk gewin van de criminele activiteiten.
“Zal andere jeugdige gedetineerden negatief beïnvloeden”
“Zal andere jeugdige gedetineerden negatief beïnvloeden”
Betrokkene zal opzettelijk en bewust andere jeugdige gedetineerden en/of het milieu in de instelling op een negatieve manier proberen te beïnvloeden.
Betrokkene zal opzettelijk en bewust andere jeugdige gedetineerden en/of het milieu in de instelling op een negatieve manier proberen te beïnvloeden.
“Is ongeschikt voor groepsgericht leefklimaat”
“Is ongeschikt voor groepsgericht leefklimaat”
Betrokkene kan onvoldoende profiteren van een groepsgericht leefklimaat in detentie. De behandeling kan beter op individueel niveau ingezet worden.
Betrokkene kan onvoldoende profiteren van een groepsgericht leefklimaat in detentie. De behandeling kan beter op individueel niveau ingezet worden.
51
51
Toelichting t.b.v. rapportage
Toelichting t.b.v. rapportage
In deze toelichting wordt beschreven hoe een advies dat tot stand is gekomen met de wegingslijst adolescentenstrafrecht, kan worden opgenomen in rapportage Consultatie Strafrechtspleging en Pro Justitia rapportage.
In deze toelichting wordt beschreven hoe een advies dat tot stand is gekomen met de wegingslijst adolescentenstrafrecht, kan worden opgenomen in rapportage Consultatie Strafrechtspleging en Pro Justitia rapportage.
Voorgeleidingsconsult
Voorgeleidingsconsult
In een voorgeleidingsconsult komt de vraag aan de orde of de verdachte tijdens de voorlopige hechtenis in een Justitiële Jeugdinrichting (JJI) of een Penitentiaire Inrichting (PI) geplaatst dient te worden. Bij het beantwoorden van deze vraag kan de overweging voor een JJI of PI worden onderbouwd. Er dient geen uitspraak te worden gedaan over het al dan niet toepassen van het jeugdstrafrecht. Immers kan die vraag alleen na uitgebreid onderzoek binnen een Pro Justitia rapportage worden beantwoord.
In een voorgeleidingsconsult komt de vraag aan de orde of de verdachte tijdens de voorlopige hechtenis in een Justitiële Jeugdinrichting (JJI) of een Penitentiaire Inrichting (PI) geplaatst dient te worden. Bij het beantwoorden van deze vraag kan de overweging voor een JJI of PI worden onderbouwd. Er dient geen uitspraak te worden gedaan over het al dan niet toepassen van het jeugdstrafrecht. Immers kan die vraag alleen na uitgebreid onderzoek binnen een Pro Justitia rapportage worden beantwoord.
Pro Justitia rapportage
Pro Justitia rapportage
In een Pro Justitia rapportage dient het advies over het al dan niet toepassen van het jeugdstrafrecht, beschreven te worden in de forensische beschouwing . De afweging van het advies kan worden opgeschreven onder “zorgprognose en beïnvloedingsmogelijkheden. Onder “interferenties- en condities” kan een link worden gelegd met specifieke voorzieningen die toepassing van het jeugdstrafrecht biedt. Tevens dient de vraag of het minderjarigenstrafrecht van toepassing is beantwoord te worden. Voor de exacte plek in de rapportage wordt u verwezen naar het herziende format straf volwassenen (2014).
In een Pro Justitia rapportage dient het advies over het al dan niet toepassen van het jeugdstrafrecht, beschreven te worden in de forensische beschouwing . De afweging van het advies kan worden opgeschreven onder “zorgprognose en beïnvloedingsmogelijkheden. Onder “interferenties- en condities” kan een link worden gelegd met specifieke voorzieningen die toepassing van het jeugdstrafrecht biedt. Tevens dient de vraag of het minderjarigenstrafrecht van toepassing is beantwoord te worden. Voor de exacte plek in de rapportage wordt u verwezen naar het herziende format straf volwassenen (2014).
Begin met het benoemen van het meest geschikte strafrecht. Daarna volgt de onderbouwing, mede op basis van de wegingslijst. Weeg ter onderbouwing alle voors en tegens voor het toepassen van het jeugdstrafrecht bij betrokkene af. Hierbij hoeft niet de hele wegingslijst te worden beschreven. Het draait om de eigen afweging.
Begin met het benoemen van het meest geschikte strafrecht. Daarna volgt de onderbouwing, mede op basis van de wegingslijst. Weeg ter onderbouwing alle voors en tegens voor het toepassen van het jeugdstrafrecht bij betrokkene af. Hierbij hoeft niet de hele wegingslijst te worden beschreven. Het draait om de eigen afweging.
Het is voor het openbaar ministerie en de rechterlijke macht overzichtelijk wanneer de diverse domeinen benoemd worden. Benoem ook de clusters met indicatiecriteria of contra-indicaties waarvan geen sprake is. Het openbaar ministerie en de rechterlijke macht zijn geïnformeerd over de wegingslijst. Wordt een bepaald cluster niet benoemd dan kunnen zij zich afvragen of deze niet van toepassing is of vergeten is deze mee te wegen. Belangrijk is dat de weging goed wordt uitgelegd en onderbouwd. Op deze manier wordt de weging en het advies inzichtelijk voor het openbaar ministerie, de rechterlijke macht en voor de betrokkene.
Het is voor het openbaar ministerie en de rechterlijke macht overzichtelijk wanneer de diverse domeinen benoemd worden. Benoem ook de clusters met indicatiecriteria of contra-indicaties waarvan geen sprake is. Het openbaar ministerie en de rechterlijke macht zijn geïnformeerd over de wegingslijst. Wordt een bepaald cluster niet benoemd dan kunnen zij zich afvragen of deze niet van toepassing is of vergeten is deze mee te wegen. Belangrijk is dat de weging goed wordt uitgelegd en onderbouwd. Op deze manier wordt de weging en het advies inzichtelijk voor het openbaar ministerie, de rechterlijke macht en voor de betrokkene.
De volgende zinsnede kan gebruikt worden om het gebruik van de wegingslijst ter ondersteuning bij een advies, toe te lichten : “Het advies omtrent toepassing van het jeugdstrafrecht, is tot stand gekomen met behulp van de wegingslijst1.” Daarbij kunt u de volgende tekst in de voetnoot noemen:
De volgende zinsnede kan gebruikt worden om het gebruik van de wegingslijst ter ondersteuning bij een advies, toe te lichten : “Het advies omtrent toepassing van het jeugdstrafrecht, is tot stand gekomen met behulp van de wegingslijst1.” Daarbij kunt u de volgende tekst in de voetnoot noemen:
‘’Op basis van wetenschappelijk onderzoek (Vogelvang & Kempes, 2014) is consensus gevonden tussen de relevante beroepsgroepen uit de jeugd- en volwassenenstrafrechtsketen over twee clusters met indicatiecriteria die het meest van belang geacht worden voor het toepassen van het jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen. De twee clusters zijn: Handelingsvaardigheden en Pedagogische beïnvloeding. Tevens onderscheiden de beroepsgroepen vier clusters met contra-indicaties, namelijk Justitiële voorgeschiedenis, Psychopathische trekken, Criminele levensstijl en Pedagogische onmogelijkheden.
‘’Op basis van wetenschappelijk onderzoek (Vogelvang & Kempes, 2014) is consensus gevonden tussen de relevante beroepsgroepen uit de jeugd- en volwassenenstrafrechtsketen over twee clusters met indicatiecriteria die het meest van belang geacht worden voor het toepassen van het jeugdstrafrecht bij 18 – 23 jarigen. De twee clusters zijn: Handelingsvaardigheden en Pedagogische beïnvloeding. Tevens onderscheiden de beroepsgroepen vier clusters met contra-indicaties, namelijk Justitiële voorgeschiedenis, Psychopathische trekken, Criminele levensstijl en Pedagogische onmogelijkheden.
52
52
Bijlage 2 – Betrokkenen onderzoek
Bijlage 2 – Betrokkenen onderzoek
Projectleider van het onderzoek is mw. dr. M. Kempes, senior onderzoeker bij het NIFP. Zij heeft een
Projectleider van het onderzoek is mw. dr. M. Kempes, senior onderzoeker bij het NIFP. Zij heeft een
coördinerende functie binnen het project en stuurt de junior onderzoeker aan. De junior
coördinerende functie binnen het project en stuurt de junior onderzoeker aan. De junior
onderzoeker, mw. L. Vogelvang, MSc, doet de dagelijkse uitvoering van het project.
onderzoeker, mw. L. Vogelvang, MSc, doet de dagelijkse uitvoering van het project.
De werkgroep adolescentenstrafrecht van het NIFP heeft tot doel om verschillende projecten binnen
De werkgroep adolescentenstrafrecht van het NIFP heeft tot doel om verschillende projecten binnen
de pilot adolescentenstrafrecht te ondersteunen en bij elkaar te brengen. De werkgroep fungeert als
de pilot adolescentenstrafrecht te ondersteunen en bij elkaar te brengen. De werkgroep fungeert als
een klankbordgroep. Belangrijke beslissingen in het project worden voorgelegd aan de werkgroep en
een klankbordgroep. Belangrijke beslissingen in het project worden voorgelegd aan de werkgroep en
deze heeft een adviserende rol in het onderzoek. Voorzitter van de werkgroep
deze heeft een adviserende rol in het onderzoek. Voorzitter van de werkgroep
adolescentenstrafrecht is mw. I. Troost, kinder- en jeugdpsychiater en portefeuillehouder jeugd.
adolescentenstrafrecht is mw. I. Troost, kinder- en jeugdpsychiater en portefeuillehouder jeugd.
Overige deelnemers aan de werkgroep zijn:
Overige deelnemers aan de werkgroep zijn:
Mw. M. van Berkel, psychiater NIFP Amsterdam
Mw. M. van Berkel, psychiater NIFP Amsterdam
Mw. H. Blankman, hoofd Wetenschap & Opleidingen
Mw. H. Blankman, hoofd Wetenschap & Opleidingen
Dhr. T. Driessen, GZ- psycholoog NIFP Oost-Almelo
Dhr. T. Driessen, GZ- psycholoog NIFP Oost-Almelo
Dhr. B. van Giessen, klinisch psycholoog, hoofd van dienst Midden-Nederland
Dhr. B. van Giessen, klinisch psycholoog, hoofd van dienst Midden-Nederland
Dhr. S. de Maat, coördinator Indicatiestelling Forensische Zorg
Dhr. S. de Maat, coördinator Indicatiestelling Forensische Zorg
Mw. E. Trossèl, jurist NIFP Midden-Nederland
Mw. E. Trossèl, jurist NIFP Midden-Nederland
Dr. N. Duits, kinder- en jeugdpsychiater en hoofd Bureau Kwaliteit heeft tevens een adviserende rol
Dr. N. Duits, kinder- en jeugdpsychiater en hoofd Bureau Kwaliteit heeft tevens een adviserende rol
in het project vanwege zijn eerdere ervaringen met de “concept mapping methode” en het
in het project vanwege zijn eerdere ervaringen met de “concept mapping methode” en het
ontwerpen van de PIJ-wegingslijst.
ontwerpen van de PIJ-wegingslijst.
Mw. drs. C. Schapers en mw. drs. H. Schönberger hebben op diverse momenten van het onderzoek
Mw. drs. C. Schapers en mw. drs. H. Schönberger hebben op diverse momenten van het onderzoek
als onderzoeksassistent ondersteuning geboden.
als onderzoeksassistent ondersteuning geboden.
53
53
(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht Lieke Vogelvang | Maaike Kempes
Bureau Wetenschap & Opleidingen Uitgave van Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie
Bureau Wetenschap & Opleidingen Uitgave van Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie 2014