JOVD Politiek Commissariaat Integratie
Jongerenorganisatie Vrijheid en Democratie
Resolutie: Meerdere versus enkele nationaliteiten
Definitieve versie op het JOVD Najaarscongres van 20 en 21 november 2010 te Made Dominik Flikweert Politiek Commissaris Integratie
0
JOVD Politiek Commissariaat Integratie
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
1
Voorwoord
2
1. Nederlanderschap in een gemondialiseerde wereld
5
2. Zonder last
6
3. Ambtenarij
7
4. Internationale overweging
8
Voorgestelde stellingen
10
Geraadpleegde bronnen
11
Ad. 1: Huidige Nederlandse nationaliteitswetgeving
13
1
JOVD Politiek Commissariaat Integratie
Voorwoord Nog voordat het kabinet Balkenende-IV aan kon treden, kondigde de PVV aan een motie in te dienen tegen de staatssecretarissen Ahmed Aboutaleb (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en Nebahat Albayrak (Justitie), geboren in respectievelijk Marokko en Turkije. De PVV wilde de motie indienen vanwege het feit dat beide staatssecretarissen naast de Nederlandse nationaliteit ook de nationaliteit van hun geboorteland houden. Ook de loyaliteit van het Tweede Kamerlid Khadija Arib werd in twijfel getrokken, omdat zij lid was van de Conseil Consultatif des Droits de l'Homme, een in Marokko officiële adviesraad voor de mensenrechten. Hoewel er vanuit de media veel aandacht werd geschonken aan het onderwerp, werd er in de politiek weinig inhoudelijk gediscussieerd over het onderwerp. Dit terwijl de dubbele nationaliteit van volksvertegenwoordigers en leden van het openbaar bestuur al veel langer een issue is.1 Bovengenoemde politici zijn niet de enigen in Nederland met een dubbele nationaliteit. Op 1 januari 2009 telde Nederland 1,1 miljoen inwoners met meerdere nationaliteiten.2 Dat is bijna driemaal zoveel als in 1995. Ongeveer de helft van die groep bestaat uit MarokkaansNederlanders en Turks-Nederlanders (vrijwel geen Marokkaans-Nederlander of Turks-Nederlander heeft uitsluitend de Nederlandse nationaliteit). Eind jaren '90 van de vorige eeuw was de stijging van het aantal Nederlanders met meerdere nationaliteiten vooral toe te schrijven aan naturalisaties, terwijl sinds 2003 de toename vooral toe te schrijven is aan het aantal Nederlanders dat bij geboorte ook een andere nationaliteit verkrijgt.3 Dit is zeer merkwaardig, aangezien het sinds 1 oktober 1997 in Nederland niet toegestaan is om naast de Nederlandse ook een andere nationaliteit te hebben.4 Op die regel gelden echter vele uitzonderingen. De belangrijkste voorbeelden zijn: de genaturaliseerde bezit een nationaliteit waarvan wetgeving of rechtspraktijk niet toestaat dat afstand wordt gedaan van de nationaliteit (zoals in Marokko, Turkije, Tunesië, Syrië, Argentinië, Algerije of Griekenland; in totaal staan zeventien landen niet toe om de nationaliteit op te zeggen), de persoon is in het Koninkrijk der Nederlanden geboren en heeft bij geboorte een tweede nationaliteit verkregen op basis van wetgeving van het land dat de tweede nationaliteit heeft verstrekt, de persoon is minderjarig of de persoon is gehuwd met of de geregistreerde partner van een Nederlander (zie Ad. 1 voor een 1 Openbaar bestuur duidt in dit werk op het kabinet, de de Gedeputeerde Staten, de commissaris van de Koning en de burgemeesters en wethouders. 2 Dit kan gaan om personen die twee, drie of nog meer nationaliteiten houden. 3 Centraal Bureau voor de Statistiek, “Ruim 1,1 miljoen Nederlanders met meervoudige nationaliteit,” CBS www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/dossiers/allochtonen/publicaties/artikelen/archief/2009/2009-2997wm.htm (bezocht op 5 september 2010). 4 Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap tot beperking van meervoudige nationaliteit en tot invoering van het verlies van het Nederlanderschap wegens het toebrengen van ernstige schade aan de essentiële belangen van het Koninkrijk of van een of meer van zijn landen, Memorie van toelichting, nr. 3 (30 166 (R 1795)), 2005.
2
JOVD Politiek Commissariaat Integratie
uiteenzetting). Dat er uitzonderingen zijn op de regel betekent niet dat problematiek omtrent het onderwerp is weggenomen. Integendeel, enkele duizenden Nederlanders die emigreren kunnen en durven niet de nationaliteit van hun nieuwe thuisland aan te nemen uit angst voor het verliezen van hun eigen nationaliteit. Hetzelfde geldt voor individuen die graag Nederlander zouden willen worden, maar de nationaliteit van hun land van oorsprong niet willen opgeven. In beide gevallen belemmert het verbod op het houden van een dubbele nationaliteit een volwaardige deelname in de samenleving en integratie van de door het verbod getroffen individuen. Naast het bovengenoemde, kunnen ook veel praktische bezwaren gegeven worden tegen een algeheel verbod op een dubbele nationaliteit. Zo zijn de uitzonderingen in combinatie met de Wet Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens zo geformuleerd, dat Nederlandse ambtenaren in feite Marokkaanse wetgeving in Nederland zitten uit te voeren. Volgens artikel 6 van de Marokkaanse nationaliteitswet is met onbeperkt terugwerkende kracht iedereen die een ouder heeft met een Marokkaanse nationaliteit, ook automatisch Marokkaans. Als bekend is van een Nederlandse burger dat diegene naast de Nederlandse nationaliteit, ook een Marokkaanse nationaliteit heeft, worden de nakomelingen van diegene met zowel een Nederlandse als Marokkaanse nationaliteit geregistreerd als Marokkaans. Dit wordt vaak ook doorgegeven aan de Marokkaanse autoriteiten, waardoor diegene ook werkelijk de Marokkaanse nationaliteit verkrijgt en er niet meer van af komt. Maar ook al is een algemeen verbod op het houden van een dubbele nationaliteit onpraktisch en onwenselijk, voor een volksvertegenwoordiger of lid van een overheidsbestuur is een verbod op het houden van een dubbele nationaliteit zeer wenselijk, aangezien volksvertegenwoordigers moeten kunnen functioneren 'zonder last'.5 In dergelijke gevallen gaat het houden van meerdere nationaliteiten niet alleen het desbetreffende individu aan, maar heeft het implicaties voor de samenleving als geheel. Hetzelfde geldt voor het overheidsbestuur, aangezien verplichtingen die voortvloeien uit het houden van een nationaliteit die anders is dan de Nederlandse gevolgen kunnen hebben voor de uitvoering van de volgens Nederlands recht wettelijke taken van dat overheidsbestuur. In feite zou het in Nederland geldende verbod op het houden van een dubbele nationaliteit afgeschaft moeten worden. Het is aan iedere burger zelf om te bepalen welke nationaliteit diegene wil hebben. Een uitzondering zou gemaakt moeten worden voor functies in het openbaar bestuur waarbij het noodzakelijk is volgens wettelijke taken en afspraken te kunnen spreken en handelen. Als representant van volk en overheid is het onwenselijk om als volksvertegenwoordiger of als overheidsbestuursfunctionaris gebonden te zitten aan meerdere loyaliteitslijnen. In combinatie met voorgaande twee punten moet ook wettelijk geregeld worden dat Nederlandse ambtenaren 5 Art. 67 lid 3 Grondwet en art. 129 lid 6 Grondwet.
3
JOVD Politiek Commissariaat Integratie
Nederlandse wetgeving uitvoeren, zonder enige invloeden van buitenlandse wetgeving die een extensie hebben op hun werk. Om dit alles mogelijk te maken, moet de volgende internationale regelgeving genoemd worden. Hoewel Europese samenwerking en harmonisatie van regelgeving daar waar nodig zeker niet ontmoedigd dient te worden, kunnen beide verdragen van Straatsburg betreffende nationaliteit een belemmering vormen voor de eerdergenoemde voorstellen. Indien dat het geval is, zou Nederland zijn deelname aan het desbetreffende verdrag moeten heroverwegen. Een verdrag uit 1963 tussen lidstaten van de Raad van Europa is om bovenstaande redenen ook opgezegd door België, Portugal, Zweden, Finland, Groot-Brittannië, Ierland, Duitsland, Spanje en Oostenrijk.6, 7 Alleen zodoende kan de problematiek omtrent dubbele nationaliteiten uit zowel praktische als liberale overwegingen opgelost worden. Liberaal, omdat individuen zoveel mogelijk vrijheid wordt verleend, voor zover verantwoordelijkheid dat toelaat. Praktisch, omdat het voor grote groepen inwoners van Nederland mogelijk wordt gemaakt om volwaardig deel te kunnen nemen aan de Nederlandse samenleving. Hetzelfde geldt voor Nederlanders in het buitenland, die uit angst voor het verliezen van de Nederlandse nationaliteit niet dezelfde rechten en mogelijkheden bezitten als de burgers van het land waarin zij wonen. Volledig zullen de perikelen door de Nederlandse overheid echter nooit weggenomen kunnen worden, omdat daarvoor ook deels een afhankelijkheid bestaat van aparte nationaliteitswetgeving van diverse landen.
Dominik Flikweert Politiek Commissaris Integratie
6 Verdrag van Straatsburg betreffende gevallen van meervoudige nationaliteit en betreffende militaire verplichtingen in geval van dubbele nationaliteit (Straatsburg, 6 mei 1963). Op initiatief van de Raad van Europa opgesteld. 7 Het Europees Verdrag inzake nationaliteit (Straatsburg, 6 november 1997), welke op initiatief van de Raad van Europa is opgesteld en inwerking is getreden op 1 juli 2001 en het Verdrag van Straatsburg vervangt, omvat geen gevolgen omtrent verplichtingen en mogelijkheden van lidstaten om een dubbele nationaliteit tegen te gaan.
4
JOVD Politiek Commissariaat Integratie
1. Nederlanderschap in een gemondialiseerde wereld Al enige tijd wordt in het maatschappelijk debat gesteld dat het houden van een dubbele nationaliteit 'verboden zou moeten worden'. Daarbij wordt het hebben van een nationaliteit gelinkt aan integratie. De gedachte is dat personen met een uitsluitend Nederlandse nationaliteit beter geïntegreerd in de Nederlandse samenleving zouden zijn dan individuen met een dubbele of nietNederlandse nationaliteit. Die gedachte blijkt uit een gezamenlijk onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau en de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken onjuist te zijn.8 Mensen met een uitsluitend Nederlandse nationaliteit blijken net zo goed Nederlands te spreken en zijn net zo ingevloeid met de Nederlandse samenleving te zijn als individuen die naast een Nederlandse ook een niet-Nederlandse nationaliteit houden. In Nederland wordt verwacht dat een nieuwkomer zich volledig integreert in de Nederlandse samenleving. In die zin staat een paspoort symbool voor een contract dat iemand aangaat met het land waarin hij of zij woont. Dat kan heel goed samengaan met het hebben van een gevoelsmatige band met het land van oorsprong. Daartegen bestaat geen enkel bezwaar, en het is ook niet mogelijk om die gevoelsmatige band zomaar af te snijden. Als symbool voor het hebben van die emotionele band houden veel immigranten, indien daartoe de mogelijkheid bestaat, nog steeds de nationaliteit van hun land van oorsprong. Met het verbieden van het houden van een dubbele nationaliteit worden die emoties niet veranderd of afgekocht. Sterker nog, door het behouden van de oorspronkelijke nationaliteit toe te staan, wordt het voor immigranten gevoelsmatig makkelijker om een Nederlandse nationaliteit aan te nemen en om zich ook te binden aan Nederland en de Nederlandse samenleving. In combinatie met het bovenstaande kunnen bepaalde verplichtingen ontstaan die inherent kunnen zijn aan de nationaliteit van het land van oorsprong van de immigrant. Gedacht moet worden aan dienstplicht in het land van geboorte. Het behouden van en het handelen naar de verplichtingen die bij een nationaliteit horen is een individuele keuze, net als dat het aan de individuele burgers zelf is om hoe om te gaan met een nationaliteit waar zij niet vanaf kunnen komen. Vanuit vrijzinnig en liberaal oogpunt zouden burgers tot op een zekere hoogte (zie stelling 2) de vrijheid moeten hebben om zelf te bepalen waar hun loyaliteitslijnen liggen en welke verplichtingen zij aangaan en accepteren die bij een nationaliteit van een land horen. Dit pleit ervoor om mensen toe te staan twee, drie of meer nationaliteiten te houden. Niet alleen is het voor immigranten gevoelsmatig makkelijker om te integreren in de Nederlandse samenleving als zij de nationaliteit van hun land van geboorte mogen behouden, ook praktische ontwikkelingen leiden tot bedenkingen bij een verbod op het houden van meerdere 8 Jaco Dagevos, Dubbele nationaliteit en integratie (Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau en de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken, 2008), 26-30.
5
JOVD Politiek Commissariaat Integratie
nationaliteiten. In een gemondialiseerde wereld hebben individuele personen steeds verder groeiende mogelijkheden om te reizen en om te verhuizen. De flexibiliteit en mobiliteit is daarmee tot zulke hoogtes gestegen, dat kansen aanzienlijk zijn dat mensen ook weer terug gaan, om wat voor redenen dan ook. Om te voorkomen dat in het buitenland genaturaliseerde Nederlanders bij terugkomst een verblijfsvergunning aan moeten vragen, zou in feite gestopt moeten worden met het innemen van de Nederlandse nationaliteit als een andere nationaliteit wordt aangenomen. Ook de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken en de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid bepleiten een beëindiging van het verbod voor burgers voor het houden van meerdere nationaliteiten.
Stelling 1: het verbod op het houden van meerdere nationaliteiten moet in beginsel afgeschaft worden.
2. Zonder last Het houden van een dubbele nationaliteit is een individuele aangelegenheid met individuele gevolgen, waarbij het individu ook de vrijheid moet hebben om die gevolgen aan te nemen, onder ogen te zien en te accepteren. Dit verandert als de persoon een overheidsfunctie gaat bekleden waarbij het houden van meerdere nationaliteiten gevolgen heeft voor de samenleving als geheel, waardoor het houden van meerdere nationaliteiten geen individuele keuze is, in die zin dat de gevolgen van het hebben van meerdere nationaliteiten de samenleving als geheel raken en aangaan. Volksvertegenwoordiger en overheidsbestuursfunctionaris vallen onder deze functies. Personen die dergelijke functies bekleden en uitoefenen mogen niet vastzitten aan verplichtingen die het uitoefenen van hun functie beïnvloedt, en moeten altijd ter verantwoording geroepen kunnen worden aan Nederland en het Nederlandse volk. Daarom mogen er geen invloeden zijn van buitenlandse wetgeving die via de dubbele nationaliteit van het individu in functie een effect kunnen vormen voor de uitvoering van de functie. Het eerdergenoemde gezamenlijke onderzoek van het SCP en de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken heeft ook uitgewezen dat er een verband bestaat tussen de nationaliteit(en) die een individu bezit en de loyaliteitslijnen en mate van betrokkenheid met Nederland. Het hebben van enkel de Nederlandse nationaliteit stimuleert de mate van betrokkenheid en de loyaliteit aan Nederland ten opzichte van houders van een dubbele nationaliteit of houders van enkel een nietNederlandse nationaliteit.9 Ook vanuit dit oogpunt is het wezenlijk dat voor functionarissen die een representatieve functie hebben vanuit de Nederlandse overheid en, al dan niet gekozen, een 9 Jaco Dagevos, Dubbele nationaliteit en integratie (Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau en de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken, 2008), 26-30.
6
JOVD Politiek Commissariaat Integratie
functie hebben waarbij de samenleving als geheel gediend dient te worden, het van belang is om het houden van meerdere nationaliteiten voor personen die een functie bekleden waar volgens wettelijke taken en afspraken gehandeld en gesproken moet kunnen worden te verbieden. Bij de genoemde functies moet gedacht worden aan leden van het kabinet, leden van de Gedeputeerde Staten, de Commissarissen van de Koning en de burgemeesters en wethouders.
Stelling 2: voor leden van het kabinet, leden van de Gedeputeerde Staten, de Commissarissen van de Koning en de burgemeesters en wethouders dient het houden van meerdere nationaliteiten verboden te worden.
3. Ambtenarij Volgens art. 43, lid 1 van de Wet Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens zijn gemeenten verplicht de nationaliteit van een persoon correct op te nemen in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Dat geldt niet alleen voor de Turkse of Marokkaanse nationaliteit, maar voor alle nationaliteiten. Daarvoor wordt momenteel de desbetreffende nationaliteitswetgeving van het desbetreffende land gehanteerd. In het geval van kinderen waarvan in de GBA staat dat zij Marokkaans zouden zijn, wordt ook extra Marokkaanse wetgeving toegepast door de ouders een namenlijst voor te leggen. Hoewel de GBA momenteel alleen de nationaliteit mag registreren en niet door mag geven aan consulaten van de desbetreffende landen, zijn er meerdere gevallen bekend waarin pasgeboren een nationaliteit verkrijgen op basis van wetgeving van het land van afkomst van hun ouders, zonder dat de ouders erom gevraagd hebben.10, 11 Omdat dit probleem op te lossen is een aanpassing van nationale wetgeving noodzakelijk. Allereerst zouden ambtenaren bij pasgeborenen in de GBA geen andere nationaliteit dan de Nederlandse op mogen laten nemen, tenzij ouders er nadrukkelijk om vragen ook een andere nationaliteit te laten registreren. Ook mogen ouders bij het op laten nemen van gegevens in de GBA niet gehinderd worden door overige beperkingen die vastzitten aan de desbetreffende nationaliteit, zoals een namenlijst waarbuiten geen naam gekozen mag worden. Daarnaast moet steviger in de wet verankerd komen te liggen dat er geen gegevens uit de GBA zonder toestemming van de betreffende persoon worden verstrekt aan niet-Nederlandse autoriteiten, tenzij het een gegevenstransfer betreft die als noodzakelijk wordt geacht bij de bestrijding van criminaliteit en terrorisme. Immers, het betreft aangelegenheden van de betreffende persoon zelf 10 Betty de Hart, “Het probleem van dubbele nationaliteit. Politieke en mediadebatten na de moord op Theo van Gogh,” Migrantenstudies 21/4 (2005): 233-236. 11 Jessica van Geel, “Informatie mag niet naar Marokko,” VVD Paul de Krom, www.pauldekrom.vvd.nl/nieuws_9861/15797/ (bezocht op 5 september 2010).
7
JOVD Politiek Commissariaat Integratie
of, in geval van minderjarigheid van de persoon, van de ouders van de persoon. Vanzelfsprekend geldt dat bij naturalisatie wel de tweede nationaliteit van het desbetreffende individu wordt geregistreerd, voor zover het betreffende individu de nationaliteit van het land van oorsprong niet heeft opgegeven of kwijtraakt bij het aannemen van de Nederlandse nationaliteit. Indien een persoon bij naturalisatie zijn of haar oorspronkelijke nationaliteit niet opgeeft, wordt in feite impliciet aangegeven dat de gevolgen van het houden van een dubbele nationaliteit onder ogen worden gezien en worden geaccepteerd, zoals uiteengezet bij de eerste stelling. Bovendien is registratie in dergelijke gevallen noodzakelijk voor het in standhouden van de uitvoering van stelling 3.
Stelling 3: in de GBA wordt, buiten de naturalisatieprocedure om, een nationaliteit naast de Nederlandse nationaliteit alleen geregistreerd als de persoon, of in geval van minderjarigheid de ouder(s)/verzorger(s) van de persoon, nadrukkelijk aangeeft meerdere nationaliteiten te houden.
Stelling 4: bij het in het GBA op laten nemen van gegevens van een pasgeborene die bij geboorte meerdere nationaliteiten heeft verkregen, mogen ouders niet belemmerd worden door beperkingen ontstaan uit het feit dat de pasgeborene in kwestie meerdere nationaliteiten houdt.
Stelling 5: gegevens uit de GBA mogen niet doorgegeven worden aan niet-Nederlandse en niet-Europese autoriteiten zonder de uitdrukkelijke toestemming van het individu in kwestie, of in geval van minderjarigheid de ouders(s)/verzorger(s) van de persoon, tenzij de gegevenstransfer van belang is voor de bestrijding van terrorisme en wetsovertredingen. Stelling 6: Nederlandse ambtenaren voeren Nederlandse en Europese wetgeving uit, en geen enkel andere.
4. Internationale overweging Verscheidene internationale verdragen regelen nationaliteitswetgeving van en tussen staten die lid zijn van een dergelijk verdrag. De belangrijkste voor de Nederlandse nationaliteitswetgeving omtrent meervoudige nationaliteit is momenteel het Europees Verdrag inzake nationaliteit (Straatsburg, 6 november 1997). Deze is net als zijn voorganger voornamelijk gericht op het onder andere tegengaan van het houden van een dubbele nationaliteit. Binnen de Europese Unie zijn afspraken gemaakt omtrent de nationaliteitswetgeving, maar deze vormen momenteel een aanvulling op nationale nationaliteitswetten, niet een vervanging
8
JOVD Politiek Commissariaat Integratie
ervan. Net zoals geldt voor deel 3. Ambtenarij, moet ook hier benadrukt worden dat het in dit geval een Nederlandse aangelegenheid is welk individu de Nederlandse nationaliteit verkrijgt en welk individu niet. Wel zou harmonisatie van Europese regelgeving niet ontmoedigd mogen worden, om te voorkomen dat er een ontwikkeling plaatsvindt die aangemerkt kan worden als scheefgroei in het verkrijgen van nationaliteiten van staten die onderdeel zijn van de Europese ruimte waarin er sprake is van vrij verkeer van personen en vrijheid van vestiging. Beide verdragen van Straatsburg kunnen een belemmering vormen voor de verwezenlijking van de eerdergenoemde voorstellen. Daarom moet onderzocht worden in hoeverre binnen die verdragen de eerdergenoemde voorstellen bewerkstelligd kunnen worden, in hoeverre Nederland een opt-out kan verkrijgen op bepaalde artikelen van de verdragen, of zoals enkele andere landen ook hebben gedaan, in hoeverre Nederland haar deelname aan de verdragen moet opzeggen. Stelling 7: onderzocht moet worden in hoeverre binnen beide verdragen van Straatsburg betreffende nationaliteit de stellingen 1 tot en met 6 uitgevoerd kunnen worden, en of in dat licht Nederland zijn deelname aan beide verdragen dient te heroverwegen.
9
JOVD Politiek Commissariaat Integratie
Voorgestelde stellingen Stelling 1: het verbod op het houden van meerdere nationaliteiten moet in beginsel afgeschaft worden.
Stelling 2: voor leden van het kabinet, leden van de Gedeputeerde Staten, de Commissarissen van de Koning en de burgemeesters en wethouders dient het houden van meerdere nationaliteiten verboden te worden.
Stelling 3: in de GBA wordt, buiten de naturalisatieprocedure om, een nationaliteit naast de Nederlandse nationaliteit alleen geregistreerd als de persoon, of in geval van minderjarigheid de ouder(s)/verzorger(s) van de persoon, nadrukkelijk aangeeft meerdere nationaliteiten te houden.
Stelling 4: bij het in het GBA op laten nemen van gegevens van een pasgeborene die bij geboorte meerdere nationaliteiten heeft verkregen, mogen ouders niet belemmerd worden door beperkingen ontstaan uit het feit dat de pasgeborene in kwestie meerdere nationaliteiten houdt.
Stelling 5: gegevens uit de GBA mogen niet doorgegeven worden aan niet-Nederlandse en niet-Europese autoriteiten zonder de uitdrukkelijke toestemming van het individu in kwestie, of in geval van minderjarigheid de ouders(s)/verzorger(s) van de persoon, tenzij de gegevenstransfer van belang is voor de bestrijding van terrorisme en wetsovertredingen. Stelling 6: Nederlandse ambtenaren voeren Nederlandse en Europese wetgeving uit, en geen enkel andere. Stelling 7: onderzocht moet worden in hoeverre binnen beide verdragen van Straatsburg betreffende nationaliteit de stellingen 1 tot en met 6 uitgevoerd kunnen worden, en of in dat licht Nederland zijn deelname aan beide verdragen dient te heroverwegen.
10
JOVD Politiek Commissariaat Integratie
Geraadpleegde bronnen Banböck, Rainer en Sara Wallace Goodman. “Naturalisation.” EUDO CITIZENSHIP Policy Briefing No.2. European Union Democracy Observatory on Citizenship, 2010. Centraal Bureau voor de Statistiek. "Ruim 1,1 miljoen Nederlanders met meervoudige nationaliteit." CBS. www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/dossiers/allochtonen/publicaties/ artikelen/archief/2009/2009-2997-wm.htm (bezocht op 5 september 2010). Dagevos, Jaco. Dubbele nationaliteit en integratie. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau en de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken, 2008. De Waard, Peter. "Europa is verbaasd over discussie nationaliteiten." VK.nl. www.volkskrant.nl/binnenland/article401623.ece/Europa_is_verbaasd_over_ discussie_nationaliteiten (bezocht op 5 september 2010). Elzinga, D.J., R. de Lange e.a.. "Het Nederlanderschap." In Handboek van het Nederlandse staatsrecht, 227-236. 15e ed. Deventer: Kluwer, 2006. Europees Verdrag inzake nationaliteit. Straatsburg, 6 november 1997. Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden, 1983 (laatste wijziging). Hart, Betty de. “Het probleem van dubbele nationaliteit. Politieke en mediadebatten na de moord op Theo van Gogh.” Migrantenstudies 21/4 (2005): 224-238. Joris, Celine. "Dubbele nationaliteit." MO.be. www.mo.be/index.php?id=348&tx_uwnews_pi2 [art_id]=19442&cHash=a94e027917 (bezocht op 5 september 2010). Ministerie van Buitenlandse Zaken. "Nederlandse Nationaliteit." MinBuza.nl. www.minbuza.nl/nl/Producten_en_Diensten/Burgerzaken/Nederlandse_Nationaliteit (bezocht op 5 september 2010). Mooij, Susanne. "Hoe zit het nu met dubbele nationaliteit?." RNW. www.rnw.nl/nederlands/article/hoe-zit-het-nu-met-dubbele-nationaliteit (bezocht op 5 september 2010). Nicis Institute. "Dubbele nationaliteit heeft weinig invloed op integratie." KIEM (Kennisprogramma Integratie). www.kiemnet.nl/kiem/dossiers/Integratie/Integratiealgemeen/dubbelenationaliteit_1556.html (bezocht op 5 september 2010). Radio Nederland Wereldomroep. "Dubbele nationaliteit roept veel discussie op." RNW. static.rnw.nl/migratie/www.wereldexpat.nl/nl/wonen/contactmetNL/dubbelenationaliteit _reacties-redirected (bezocht op 5 september 2010). Rijkswet op het Nederlanderschap, 2005 (laatste wijziging).
11
JOVD Politiek Commissariaat Integratie
Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap tot beperking van meervoudige nationaliteit en tot invoering van het verlies van het Nederlanderschap wegens het toebrengen van ernstige schade aan de essentiële belangen van het Koninkrijk of van een of meer van zijn landen. Memorie van toelichting, nr. 3 (30 166 (R 1795)), 2005. Schuiling, Arjan. "Hirsch Ballin: Dubbele nationaliteit niet per se probleem." Wereldjournalisten. www.wereldjournalisten.nl/artikel/2010/01/22/hirsch_ballin_dubbele_nationaliteit_niet _zonder_m/ (bezocht op 5 september 2010). Ulijn, Rens. "Paspoort inleveren is pijnlijk." Nederlands Dagblad. www.nd.nl/artikelen/2007/oktober/26/paspoort-inleveren-is-pijnlijk (bezocht op 5 september 2010). Van Geel, Jessica. "Informatie mag niet naar Marokko." VVD Paul de Krom. www.pauldekrom.vvd.nl/nieuws_9861/15797/ (bezocht op 5 september 2010). Verdrag van Straatsburg betreffende gevallen van meervoudige nationaliteit en betreffende militaire verplichtingen in geval van dubbele nationaliteit. Straatsburg, 6 mei 1963. Vereniging van Nederlandse Gemeenten. "Gemeenten verplicht om juiste nationaliteit te registreren." VNG. www.vng.nl/eCache/DEF/86/580.html (bezocht op 5 september 2010). Wet Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens, 2009 (laatste wijziging).
12
JOVD Politiek Commissariaat Integratie
Ad. 1: Huidige Nederlandse nationaliteitswetgeving Wat betreft de dubbele nationaliteit zijn er veel uitzonderingen die toestaan de eigen nationaliteit te houden. De Nederlandse Rijkswet op het Nederlanderschap schrijft immers voor dat enkel één nationaliteit is toegestaan (in geval van de Nederlandse), met uitzondering van de in Rijkswet op het Nederlanderschap, art. 1 lid 2 onder b juncto art. 15 lid 2 onder c, met uitzondering van zoals voorzien door art. 15A onder a, 15A onder b en/of 16A vermelding. Dit geldt ook voor art. 15 lid 2 onder a of art. 15 lid 2 onder b, met uitzondering van zoals voorzien door art. 15A onder a, 15A onder b en/of 16A. Afstand van de Nederlandse nationaliteit hoeft niet gedaan te worden in de volgende gevallen:
Als door naturalisatie tot Nederlander automatisch de oorspronkelijke nationaliteit wordt opgezegd.
Als wetgeving van het land van herkomst verlies van de nationaliteit niet toestaat (dit zijn op dit moment 17 landen).
Als de persoon getrouwd is met of een geregistreerd partnerschap heeft met een Nederlander.
Als de persoon minderjarig is, dat wil zeggen jonger dan 18 jaar.
Als de persoon als vluchteling erkend is en een asielverblijfsvergunning heeft.
Als de persoon geboren is in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba, en hier nog steeds woont op het moment van aanvraag van de Nederlandse nationaliteit.
Als de persoon voordat hij of zij 18 jaar oud werd vijf jaar of langer onafgebroken in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba gewoond heeft.
Als van de persoon niet verlangd kan worden dat hij of zij contact opneemt met de autoriteiten van de staat waarvan de oorspronkelijke nationaliteit bezit wordt.
Als er bijzondere en objectief waardeerbare redenen zijn om geen afstand te doen van de oorspronkelijke nationaliteit.
Als de persoon de nationaliteit bezit van een staat die niet door Nederland erkend wordt.
Als een hoog bedrag betaald moet worden om afstand te kunnen doen van de huidige nationaliteit aan de autoriteiten van het desbetreffende land.
Als door afstand te doen van de oorspronkelijke nationaliteit bepaalde rechten verloren gaan, waardoor ernstige financiële schade geleden wordt. Denk aan erfrecht.
Als eerst militaire dienstplicht vervuld (of afgekocht) moet worden voordat afstand gedaan kan worden van de huidige nationaliteit.
13
JOVD Politiek Commissariaat Integratie
Voor de wet zijn er verschillende bronnen waarop het toekennen van een nationaliteit op gebaseerd is: geboorte, door erkenning, door optie of door naturalisatie. Bovenstaande geldt sinds 1 oktober 1997. Alles moet door de genaturaliseerde zelf geregeld worden. Als binnen drie maanden na naturalisatie niet bij de IND is doorgegeven dat een verzoek tot afstand van zijn of haar oorspronkelijke nationaliteit bij de autoriteiten van het land van herkomst is ingediend, dan kan de Nederlandse nationaliteit weer worden ingetrokken (art. 15 lid 1 onder d van de Rijkswet op het Nederlanderschap). Echter, door alle uitzonderingen kan bijna 80% van de genaturaliseerden na 1 oktober 1997 toch de oorspronkelijke nationaliteit behouden naast de Nederlandse nationaliteit. In beginsel verliest een Nederlander die een andere nationaliteit aanneemt zijn of haar Nederlanderschap. Maar in art. 15 lid 1 onder c van de Rijkswet op het Nederlanderschap staat ook dat het Nederlanderschap wordt ontnomen als men na zijn of haar meerderjarigheid minstens tien jaar onafgebroken buiten de Europese Unie, Aruba of de Nederlandse Antillen woont, tenzij het plaatsvond in Nederlands, Antilliaans of Arubaans dienstverband of dat van een internationaal orgaan waarin het Koninkrijk is vertegenwoordigd. Het Nederlanderschap wordt nooit ontnomen als dat resulteert in stateloosheid (art. 14 lid 14 van de Rijkswet op het Nederlanderschap).
14