JONGERENHUISVESTING OP CURAÇAO EN ARUBA: VIER PROJECTEN Een reisverslag van Marja Langenberg
Bij bezoeken aan de Nederlandse Antillen en Aruba in mei en in augustus 2003 heb ik gekeken naar projecten met (groeps)huisvesting van jongeren en jonge volwassenen, om te kunnen gebruiken als achtergrondinformatie voor de huisvesting van jonge Antillianen in het kader van Direkshon en voor inrichting en beheer van de Foyer in Dordrecht. Zelfstandige huisvesting in combinatie met begeleiding, vergelijkbaar in opzet met de Foyers of andere Direkshonprojecten in Nederland is daar niet te vinden. Uiteindelijk kwam ik uit bij de volgende vier projecten waar jongeren onder begeleiding wonen: 1. Kas Bruder Pius op Curaçao, opvanghuis voor zwangere meisjes en tienermoeders; 2. Fundashon Sonrisa op Curaçao, beschermd en begeleid wonen voor psychiatrische patiënten; 3. GOG op Curaçao, justitiële inrichting voor jongeren; 4. Cas pa Hubentud op Aruba, gezinsvervangend tehuis. In Kas Bruder Pius, GOG en Cas pa Hubentud wonen minderjarige jongeren tot 18 jaar op tijdelijke basis. Tot in 2002 was deze leeftijd 21 jaar. De verlaging van deze leeftijd heeft geen veranderingen gegeven in de huisvesting of in de aanpak van de begeleiding. De leeftijd in Sonrisa varieert van 18 jaar tot middelbare leeftijd. De bewoners wonen hier, afhankelijk van hun ontwikkeling, meestal langdurig. In grote lijnen zijn de regelgeving en de instellingen van jeugdzorg, gehandicaptenzorg, verslavingszorg en justitie vergelijkbaar met de Nederlandse situatie. Ook de opleidingseisen aan de begeleiders en de gehanteerde methodologie zijn hetzelfde als wat in Nederland gebruikelijk is. De middelen en daarmee de mogelijkheden voor iets extras of voor bijvoorbeeld methodeontwikkeling zijn wel beduidend minder ruim dan bij ons. De beschreven projecten zijn de enige in hun soort en hebben wachtlijsten. 1. Opvanghuis zwangere meisjes en tienermoeders Kas Bruder Pius op Curaçao Kas Bruder Pius bestaat 15 jaar en is opgericht voor de opvang van jonge moeders en hun kinderen. Het huis biedt tijdelijk onderdak en dagopvang (crisisopvang) voor zwangere meisjes en tienermoeders die in een kritische situatie verkeren, waarbij professionele begeleiding gewenst is. De meisjes komen binnen via centrale doorverwijzing. Kas Bruder Pius valt onder de Fundashon Guia, Eduka i Forma (Stichting Begeleiding, Opleiding en Vorming; een beheerorganisatie van internaten). Vanwege hun leeftijd (onder de 18) ontvangen de bewonsters geen eigen uitkering. Kas Bruder Pius wordt gesubsidieerd door de overheid en ontvangt daarnaast bijdragen van institutionele en particuliere donateurs. Elders in de stad wordt een complex van zeven leegstaande marinewoningen geschikt gemaakt voor bewoning door zes jonge moeders met hun kinderen en een begeleidster. Dit is bedoeld voor de doorstroom van meisjes uit Kas Bruder Pius die niet terug naar huis kunnen. De bewoners Tienermoederschap komt op het eiland algemeen voor. Zwangere meisjes met een problematische achtergrond kunnen terecht in Kas Bruder Pius. De verblijfsduur varieert en duurt gemiddeld een jaar. De maximale leeftijd voor de opvang was 21 en is nu 18 jaar. Kas Bruder Pius heeft plaats voor 18 meisjes en hun kinderen. Bij het bezoek in mei 2003 woonden er 12 tienermoeders en hun 13 baby’s. In de dagopvang kunnen maximaal 8 meisjes terecht.
Aanpak De meisjes worden intensief begeleid, 24 uur per dag. Er is een team van zeven directieleden en/of groepsleidsters op HBO- en MBO-niveau. Methodisch verschilt de aanpak niet veel van Nederland. De meisjes zijn verplicht om het programma te volgen. Zij gaan overdag naar school of volgen een programma om ze naar school of aan het werk te krijgen. De begeleiding bestaat uit uitgebreide doelgerichte groepsactiviteiten en een hulpverleningstraject. KBP werkt met het “5-fasentraject”: observatie, zwangerschap en bevalling, kraambed, school/werk en terugplaatsing/nazorg. Ook de ouders worden betrokken bij de begeleiding. Het einddoel is dat de tienermoeders voor zichzelf en voor hun kinderen kunnen zorgen. De maaltijden komen van één van de andere internaten van de stichting. In het weekend koken de dan aanwezige bewoonsters onder begeleiding van een begeleidster. Het schoonmaken en het tuinonderhoud gebeurt door derden. Ook werken er nog vrijwilligsters en stagiaires. Locatie, gebouwen en voorzieningen Het complex is in 1987 gebouwd voor bewoning door 24 meisjes. Het gebouw bestaat uit een grote gemeenschappelijke ruimte en centrale voorzieningen (keuken, wasruimte, opslag) en vier woonvleugels met elk 6 slaapkamers voor één moeder met kind en een douche- en toiletruimte. De centrale ruimte is groot en licht en alle groepsactiviteiten vinden hier plaats. De kamers zijn klein (ca. 5 m2) en staan boven in open verbinding met elkaar. Er is geen enkele vorm van geluidsisolatie, wat vooral met huilende baby’s problemen kan geven. Uit geldgebrek en ruimtegebrek zijn zes van de 24 kamers afgestoten en nu in gebruik als opslag en als slaapkamer voor een begeleidster. Naast het hoofdgebouw ligt een bijgebouw. Dit is gebouwd als woning voor een beheerder met gezin, maar nu in gebruik als kantoor- en vergaderruimte. De bewoonsters kunnen hier aan de computer werken en huiswerk maken. Kas Bruder Pius ligt midden in een woonwijk. Om het complex staat een groot hek, met prikkeldraad en een elektronisch bediend hek. Het doel hiervan is om vandalisme en ongewenst bezoek van jongeren uit de buurt tegen te houden. De contacten met de buurt zijn slecht. Het nieuwe complex wordt op dezelfde manier beveiligd. Daar zijn ook honden voor de beveiliging. Het is de bedoeling de woonvleugels om te bouwen van 6 naar 4 kamers elk. Het aantal plaatsen zal daardoor nog verder teruglopen. Het complex is gebouwd door en eigendom van de woningbouwvereniging Kas Fondashon Popular. Wie meer wil weten kan terecht op de informatieve website www.kasbruderpius.com. 2. Fundashon Sonrisa op Curaçao, beschermd en begeleid wonen voor psychiatrische patiënten Sonrisa is een instelling voor beschermd en begeleid wonen voor psychiatrische patiënten. Sonrisa is een stichting met een protestant christelijke achtergrond en wordt gefinancierd vanuit de AWBZ en particuliere giften. Het is de enige voorziening op het eiland voor de opvang van mensen die zijn ontslagen uit de intramurale voorziening (de Capriles Kliniek) en de ambulante geestelijke gezondheidszorg. De stichting Sonrisa bezit en beheert het hier beschreven beschermd wonen project met activiteitencentrum op Mon Repos en een tweede complex op Kanga met vier wooneenheden en een arbeidstrainingscentrum. Eigenlijk is er behoefte aan een groter
activiteitencentrum om meer mensen te kunnen opnemen en aan beschermd wonen voor psychiatrische patiënten met drugsproblemen (“double trouble”), maar daarvoor is geen financiering. De bewoners Op dit complex wonen 22 mensen, mannen en vrouwen door elkaar. De bewoners zijn van alle leeftijden, van jongvolwassen tot en met middelbare leeftijd. Godsdienstige achtergrond is niet meer relevant. De meeste bewoners zijn katholiek, zoals het merendeel van de Curaçaose bevolking. De bewoners zijn niet te zwak begaafd en niet lichamelijk gehandicapt en kunnen zichzelf goed redden. De bewoners zijn voor het merendeel alleen. Er zijn ook een paar stellen, met ieder een eigen woning. In het verleden hebben ook moeders met kinderen in de vrijstaande woningen gewoond, maar dat gaf teveel overlast en spanningen onder de bewoners. Moeders met kinderen worden nu gehuisvest op het complex Kanga. Wel kunnen kinderen ‘s nachts of in het weekend komen logeren. Aanpak Accepteren van de begeleiding is een voorwaarde om te worden toegelaten. De bewoners moeten zich houden aan de huisregels, met een verbod op drank en drugs als de belangrijkste, en meedraaien met het verplichte corvee. De bewoners en bezoekers helpen bij het koken, het schoonmaken en het verzorgen van de tuin. De bewoners zijn afkomstig van de Capriles of van huis. Er is een wachtlijst, een plaatsingscommissie wijst toe op basis van urgentie. Bij binnenkomst geldt een proeftijd van 3 tot 6 maanden. Als het niet gaat, wordt er veel extra inspanning verricht om het wel goed te laten lopen. Soms zijn bewoners te zelfstandig voor een plaats en hebben zij eigenlijk alleen een probleem om aan een huis te komen. In beide gevallen gaat de bewoner na de proeftijd weer terug naar waar hij vandaan komt. Als het goed gaat met de bewoners en zij kunnen doorstromen naar zelfstandig wonen zouden zij terecht moeten kunnen in een woning van de woningbouwvereniging, maar de mogelijkheden zijn zeer beperkt. Op beide complexen van Sonrisa werken 12 fte’s voor de begeleiding voor ruim 75 bewoners en bezoekers van de activiteitencentra. Het activiteitencentrum op het complex op Mon Repos wordt bezocht door 15 eigen bewoners en 40 bezoekers van buiten. Er is een rouleersysteem van 2 à 3 keer per bezoeker per week omdat de maximale capaciteit per dag 25 bedraagt. Op het complex is officieel 24 uur per dag toezicht met de mobiele telefoon, er is altijd een medewerker die dienst heeft en te bereiken is. De hekken gaan ’s avonds op slot en sleutel rouleert over de bewoners. Locatie, gebouwen en voorzieningen Het complex is gebouwd in 1986. Er staan 17 eenpersoonswoningen van 28 m2, vijf grotere losstaande woningen, en een aantal gemeenschappelijke ruimtes. De woningen hebben aan twee zijden ramen en deuren om goed te kunnen doorwaaien en hebben een standaardinrichting en eigen voorzieningen (w.c., douche, kookgelegenheid). De woningen zijn bij het ontwerp bewust klein gehouden om te voorkomen dat er familieleden intrekken. Het complex heeft de vorm van een carré, met de woningen aan elkaar geschakeld in vier rijtjes, met de gemeenschappelijke voorzieningen centraal. Als gemeenschappelijke voorzieningen zijn er een zitkamer
voor t.v. kijken en vergaderingen, een kantoor, een grote keuken en een paar leslokalen voor het arbeidstrainingscentrum. Het geheel is verbonden met open gangen en omringd door een gemeenschappelijke tuin met vogels en kippen en diverse zitjes waar intensief gebruik van wordt gemaakt. Om het geheel staat een hoog hek, bedoeld om inbrekers buiten te houden. Het gehele complex is ca. 2500 m2 groot. De vijf losstaande woningen waren bij de bouw bedoeld voor de doorstroom van de “beste” bewoners uit de geschakelde woningen. Daaraan is geen behoefte meer en deze woningen zullen als ze in de toekomst vrijkomen worden gebruikt als activiteitenruimte. Sonrisa is geen huisbaas. Het complex is gebouwd door en eigendom van de woningbouwvereniging Kas Fondashon Popular. 3. Justitiële inrichting voor jongeren GOG op Curaçao GOG is de afkorting van Gouvernement Opvoedings Gesticht. Het is een justitiële inrichting (strafrechtelijk en civielrechtelijk) voor de Nederlandse Antillen en Aruba met momenteel alleen een open afdeling voor jongens en meisjes vanaf 10 jaar. Het GOG is opgericht in 1949 en kampt met een oude locatie en een tekort aan middelen en aan mensen. De bewoners Eigenlijk is het GOG voor jongeren tot 21 jaar, feitelijk zitten er nu alleen jongeren tot 19 jaar. Het GOG is gebouwd voor 50 jongeren. Op dit moment (augustus 2003) wonen er 35, waarvan zeven meisjes. Er worden moeilijk opvoedbare kinderen geplaatst die een straf moeten uitzitten (TBR) en kinderen die geen ouders of ouderlijk huis meer hebben en onder toezicht zijn gesteld. De kinderen wonen in vier groepen met verschillende leeftijden, indicaties en achtergronden door elkaar. De meisjes en de jongens wonen gescheiden. Aanpak In principe is het GOG een heropvoedingsinstituut. In de praktijk is het niet mogelijk om dat goed in te vullen. Er is geen orthopedagoog en op Curaçao is geen jeugdpsychiatrie beschikbaar. Het GOG werkt samen met de Capriles Kliniek, de gesloten inrichting voor psychiatrische patiënten. Bij grote problemen moeten de jongeren naar Nederland worden gestuurd om behandeld te worden. Jongens met een drugsproblematiek worden vaak doorverwezen naar Brasami, een instelling die jongens en volwassen mannen met een drugsproblematiek huisvest en begeleidt. De begeleiding op het GOG is in shifts aanwezig van zes uur ’s morgens tot half tien ’s avonds. In de nacht is er bewaking en is de begeleiding mobiel bereikbaar. Overdag gaan de kinderen naar school. Locatie, gebouwen en voorzieningen Het GOG is zichtbaar meer dan 50 jaar oud. Het bestaat uit een aantal paviljoens voor tien bewoners. Sommige paviljoens zijn zwaar verwaarloosd, een aantal is recenter opgeknapt maar in Nederlandse ogen nog steeds verre van luxe. In gebruik zijn drie paviljoens voor de jongens en één paviljoen voor de meisjes, door een groot hek gescheiden van de rest. Het vijfde paviljoen is te slecht om nog te gebruiken. Het paviljoen voor de meisjes is in de beste staat. Ieder meisje heeft een eigen kamertje met toilet. Er is een
gemeenschappelijk wasruimte met 8 douches voor de 10 meisjes. De jongens slapen met 10 op een slaapzaal en delen alle sanitaire voorzieningen. In ieder paviljoen is voor de bewoners een gemeenschappelijke huiskamer en een keuken voor gebruik in het weekend. Voor de staf is er een kantoortje, een spreekkamer en een kamer voor de bewaking. Het GOG beslaat een groot terrein, maar dat ligt er voor een groot gedeelte ongebruikt bij. Als gemeenschappelijk voorzieningen zijn er sportvelden en ruimtes voor het maken van huiswerk en voor creativiteit, zoals naailes. Er is een grote eetzaal met keuken voor gezamenlijk gebruik maar die is al een paar jaar buiten gebruik, ook vanwege geldgebrek en achterstallig onderhoud. De maaltijden komen nu van buiten. 4. Gezinsvervangend tehuis Casa pa Hubentud op Aruba Het Cas pa Hubentud is een gezinsvervangend tehuis voor jongens en meisjes die problemen hebben om thuis te kunnen wonen, ofwel vanwege gedragsproblemen van de jongere zelf ofwel vanwege problemen van de ouders, zoals drugsgebruik of verwaarlozing. De meeste jongeren worden geplaatst door de Voogdijraad (beslissing van de rechter), een paar jongeren door Sociale Zaken (beslissing van de ouders, de minister accordeert). Op het eiland Aruba is het Cas pa Hubentud het eindstation, er zijn geen andere mogelijkheden voor het opvangen van deze jongeren. Er is een aantal jaren geleden gestart met een orthopedisch centrum, maar dat is niet doorgegaan door gebrek aan geld. Cas pa Hubentud heeft ook plannen voor begeleid kamer wonen van 17 en 18 jarigen, maar kan de financiering hiervoor niet rond krijgen. De bewoners Het Cas pa Hubentud is voor minderjarigen van 12 tot 18 jaar. Tot vorig jaar lag de meerderjarigheid en daarmee de leeftijdsgrens voor het tehuis nog op 21 jaar. Op dit moment (augustus 2003) wonen er 13 jongeren. Er is plaats voor 20 jongeren, maar van de zeven plaatsen in de groepsleiding zijn er maar vijf bezet en daardoor is er een opnamestop en een wachtlijst. De gewenste maximale verblijfsduur ligt op twee jaar, in die periode moet de jongere een duidelijke ontwikkeling door kunnen maken. Aanpak In huis heerst een strikt regime, de jongeren krijgen structuur en regels aangereikt. Het doel is dat ze leren zelfstandig te zijn, voor zichzelf te zorgen, hun geld te beheren en om te gaan met de rechten en plichten op de arbeidsmarkt en in de sociale voorzieningen. Er wordt veel gedaan aan sociale redzaamheid, de bewoners moeten de problemen in de groep kunnen oplossen. Twee keer per week zijn er groepsgesprekken over hoe het gaat in huis en over actuele en maatschappelijke thema’s. De jongeren gaan overdag naar school. Als ze hun opleiding afhebben is het de bedoeling dat ze werk zoeken. De jongeren krijgen een klein beetje zakgeld. Er is een puntensysteem voor goed gedrag, zo kan extra zakgeld of een extra avond vrij worden verdiend. De jongeren wassen hun eigen kleren en hebben corvee
voor het schoonhouden van het gebouw en in de keuken. De leiding kookt. De voorzieningen en de mogelijkheden om dingen met de jongeren te doen zijn sober. Huisvesting en salarissen worden bekostigd door de regering, verder leeft het Cas pa Hubentud van donaties. Van 11 AF (Arubaanse gulden) per bewoner per dag wordt alles bekostigd. Omgerekend betekent dat eten, schoolgaan, kleding, sport, recreatie en persoonlijke uitgaven van € 5,20 per dag. Er is geen vervolgopvang of nazorg. Sommige jongeren hebben na het Cas pa Hubentud op hun 18e jaar geen plek waar ze naartoe kunnen en staan dan weer op straat. Locatie, gebouwen en voorzieningen Sinds een jaar is het Cas pa Hubentud gevestigd in een leegstaand klooster. Het is nog niet bekend hoe lang het daar kan blijven. Het gebouw is royaal van maat, ligt op een groot eigen terrein en heeft een grote binnentuin. Erbij hoort een mooi opgeknapte kapel, die open staat voor de buurt. In het gebouw zijn niet alle ruimtes in gebruik. Een woonkamer en een huiswerkkamer zijn ingericht met giften van donoren. Twee woonvleugels zijn in gebruik, één voor de jongens en één voor de meisjes, allebei met een gemeenschappelijke was- en toiletruimte. Iedere bewoner heeft een oude kloostercel als eigen kamer. FMA Begeleid wonen Een interessant initiatief om nog te vermelden is het pilot-project “begeleid wonen” van de Fundashon pa Maneho di Adikshon (FMA, verslavingszorg). In het voorjaar van 2003 heeft de FMA een plan gemaakt voor de huisvesting van gerehabiliteerde cliënten, die elders geen woonruimte kunnen krijgen. Zij krijgen zo de gelegenheid om op eigen kracht een nieuw bestaan op te bouwen en bovendien bevordert het de doorstroom uit de rehabilitatiecentra. In een gerenoveerd pand op Otrabanda in Willemstad kunnen tien bewoners terecht. De FMA draagt de startkosten, voor het vervolg is het een harde voorwaarde dat de bewoner zelf zijn/haar bijdrage in de kosten levert. De FMA levert de projectleiding en een maatschappelijk werkende voor de begeleiding. De gemeenschappelijke ruimten en de individuele kamers zijn gemeubileerd en ingericht. Het project is (nog) niet daadwerkelijk van de grond gekomen omdat de potentiële bewoners er niet in slagen het benodigde vaste inkomen te verwerven. Conclusies Met Nederlandse ogen kijkend naar de situatie op Curaçao en op Aruba vallen een aantal zaken op, waarvan de belangrijkste zijn: Huisvesting en voorzieningen Kas Bruder Pius en Sonrisa zijn beide eind tachtiger jaren nieuw gebouwd en goed doordachte voorbeelden van de gewenste woonsituatie voor de doelgroep. Cas pa Hubentud is voor een periode van een paar jaar gehuisvest in een groot klooster en heeft alle ruimte voor de inrichting op maat. Het GOG is een met veel achterstallig onderhoud kampende justitiële inrichting en voldoet niet meer aan de wensen van deze tijd. Openbaar en privé Opvallend in alle projecten is de dominantie van het gemeenschappelijke domein over het privé domein. Het grootste deel van het leven speelt zich af in de gezamenlijke ruimten, vanwege gemeenschappelijke activiteiten en voor de gezelligheid. Gegeven het tropische klimaat zijn is daarvoor ook veel buiten- en halfbuitenruimte beschikbaar. De eigen kamers zijn klein en in het GOG slapen de jongens zelfs nog op slaapzalen. Privacy ontbreekt en geluidsoverlast wordt niet als probleem ervaren.
Veiligheid en de relatie met de omgeving Zowel Sonrisa als Kas Bruder Pius geven aan dat bescherming tegen ongewenste bezoekers noodzakelijk is. Sonrisa is omgeven door een hek dat overdag open staat en waarvan de bewoners ‘s nachts zelf over de sleutel kunnen beschikken. Kas Bruder Pius heeft zowel in de bestaande als in het toekomstige huisvesting een hoog hek met prikkeldraad, elektronische beveiliging en honden. De relatie met de buurt is verslechterd en daar gaat dan ook geen sociale controle van uit. Het GOG is als justitiële inrichting goed beveiligd. Cas pa Hubentud ligt verder weg van de overige bebouwing en daar speelt dit aspect minder. Als jongeren weglopen worden ze weer teruggehaald. Het FMA “begeleid wonen”-project is gevestigd in een woonhuis in een woonbuurt. In het plan zijn de nodige voorzieningen tegen inbraak voorzien. Geld, geldgebrek en donaties Het jeugdbeleid op de Nederlandse Antillen heeft veel aandacht. Sinds 2000 draait een Urgentie Preventie Programma Jeugd en Jongeren, wat wordt uitgevoerd door een eigen landelijke organisatie met 50 mensen die veel projecten uitvoert en ondersteunt. Maar het gebrek aan geld belemmert veel van de goede voornemens, zowel op beleidsniveau als in de projecten. Alle voorzieningen hebben een wachtlijst maar kunnen niet meer mensen opvangen of uitbreiden door gebrek aan middelen. Alle projecten zijn naast de reguliere financiering afhankelijk van sponsoring van derden. Kas Bruder Pius lijkt er goed in te slagen om voor zijn jonge moedertjes en hun baby’s de nodige aandacht en geld te verkrijgen. Het huis is ruim en relatief luxe ingericht, zowel in vergelijking met de andere projecten als met de woningen in de directe omgeving. Ook is er geld voor extra’s zoals reisjes, bijscholing van de medewerksters en een website. Het gebouwencomplex voor de uitbreiding is een schenking. Kas Bruder Pius en Sonrisa zijn beide onderdeel van onafhankelijke stichtingen en hebben daardoor meer bedrijfsmatige armslag dan het GOG dat als overheidsinstelling volop getroffen wordt door de financiële en andere problemen van de Antilliaanse overheid. Voor alle projecten geldt dat veel van de inventaris afkomstig is van donaties. Nieuwe computers en naaimachines, een auto en sportartikelen zijn afkomstig van bevriende bedrijven of van geldinzamelingen. Maar ook overtollig meubilair en gebruikte kleding van particulieren wordt dankbaar aangenomen. Door deze afhankelijkheid is het moeilijk om plannen voor de toekomst te ontwikkelen en soms ook om de gewone dagelijkse zorg te geven die men zou willen. Marja Langenberg is organisatieadviseur. Zij is betrokken bij de realisatie van de Foyer in Dordrecht. www.langenbergadvies.nl