Maarten Janse Duikteam Zeeland 1* duik opleiding maart-oktober 2007
Inleiding: In dit verslag zal er ingegaan worden op de biologische kant van de duiken die ik tot nu toe heb gemaakt omdat er elke duik wel weer wat bijzonders was te zien. Eerst zal ik eens uit de doeken doen hoe ik tot het duiken ben gekomen. Mijn interesse werd gewekt door de verhalen van mijn zus, Saskia Janse, die al langere tijd dook. Vooral haar verhalen en foto’s van de duikvakantie naar de Rode Zee waren indrukwekkend. Niet lang daarna vloog ik weer terug naar m’n werkplaats: De m.s. Amsterdam, het vlaggenschip van de Holland America Line. Het mooie was dat het schip niet lang daarna richting de Cariben koers zou zetten en daar een aantal maanden blijven. Met een beetje vriendelijkheid valt een hoop te regelen aan boord: Na wat vragen was het dus mogelijk om op Aruba mee te gaan op een duik excursie voor mensen zonder duikervaring. Duik op Aruba: Eerst in het zwembad de basis leren: Hoe het materiaal allemaal werkt, hoe je oren te klaren, hoe jezelf uit te trimmen, hoe je automaat terug te vinden onder water en een aantal handsignalen. De wrakduik daarna was fantastisch: je hoeft je hoofd nog maar onder water te steken of er gaat een complete wereld onder je open. Het beeld zoals hieronder was eerder regel dan uitzondering.
Het zien van een zeeschildpad die op z’n gemakje voorbij komt zwemmen was wel het hoogtepunt.
Naast alle vissen waren er ook andere schitterende beestjes: Het koraal. In eerste instantie dacht ik dat de koraalvelden in z’n vele soorten en vormen allemaal plantensoorten waren. Na wat zoeken op het internet kom je er dan achter dat het koraal is opgebouwd uit talloze koraaldiertjes, koraalpoliepen genaamd. Ieder jaar rond dezelfde tijd laat het koraal tegelijkertijd duizenden eitjes en zaadjes los in zee. Dit bevordert de voortplantingskans. Roofvissen komen op dit voedselfestijn af om zich flink te goed te doen. Door de grote hoeveelheid eitjes en zaadjes vindt er toch een groot aantal bevruchtingen plaats. Dit proces heet ‘Coralspawning’. Koraal kan zichzelf ook ‘stekken’. Als poliepen zichzelf stekken blijven ze meestal met elkaar in verbinding. Zo ontstaan ware koraalkolonies. Voedsel wordt over de hele kolonie verdeeld en ook vijanden bestrijden ze samen. Koraalkolonies hebben een gemeenschappelijk skelet.
Het hersenkoraal:
Het geweikoraal:
Wat ik stiekem had gehoopt was dat ik het anemoonvisje tegen zou komen. Helaas is dat niet gebeurd.. Na wat zoekwerk kom je er achter waarom dat niet gelukt is: “Anemoonvissen behoren tot de rifbaarzen. Er zijn zo'n 27 verschillende soorten, die verspreid voorkomen in de Rode Zee, Indische en Stille Oceaan. In het Caribische gebied komen ze echter in het geheel niet voor.” Wie weet komt dat later ooit nog eens bij een mooie duikvakantie naar de Rode Zee. Het Zeeuwse onderwaterleven: Na thuiskomst was het dus een kleine stap om me op te geven voor de 1* duikopleiding bij Duikteam Zeeland. Elke woensdag met zus in de auto naar Middelburg voor een deel theorie met aansluitend de oefeningen in het zwembad. De theoretische toetsen werden allen met succes doorlopen en in het zwembad voelde ik me onderwater ook al wel vertrouwd met een fles op m’n rug. De vakantie zat er echter al weer op en ik was weer voor 4 maanden nodig op het schip. De reis ging naar Alaska, daar heb ik het niet in m’n hoofd gehaald om onder water te gaan kijken. Ik liep daar nog tot aan m’n knieën in de sneeuw op de heuvels. Halverwege augustus 2007 kwam ik weer thuis dus toen was er volop kans om het praktijkgedeelte van de opleiding af te ronden wat dan ook is gedaan. Tussen de oefeningen door zie je dan ook hoe mooi het dicht bij huis kan zijn. Er is dan ook best een duidelijk verschil tussen een dag- en een nachtduik. Zo zit de Europese zeekreeft overdag verscholen in z’n hol tussen de Japanse oesters en ’s nachts moet je oppassen waar je je handen neerzet want de kreeft kan overal rondlopen.
Overdag zullen ze zich gauw terugtrekken als je dichterbij komt maar ’s nachts zijn ze een stuk dapperder. Met de scharen omhoog en open staan ze je op te wachten. De buddylijn kunnen ze er echter niet mee doorknippen is uit onderzoek gebleken. Als je goed naar de scharen van een kreeft kijkt is te zien dat de ene groter is dan de ander. De ene is er dan ook voor om het voedsel of iets dergelijks vast te houden en de ander om er mee te knippen of breken. Van de krabsoorten ben ik tot dusver de Noordzeekrab, de hooiwagenkrab en de strandkrab tegengekomen. De Chinese wolhandkrab heb ik nog niet kunnen ontdekken.
Europese zeekreeft:
Noordzeekrab:
Net als de Japanse oester is de Chinese wolhandkrab ook iets dat eigenlijk niet hier thuis hoort. De Chinese wolhandkrab is voor het eerst in Europa in 1912 in de rivieren Elbe en Weser in Duitsland gesignaleerd. Waarschijnlijk zijn deze dieren meegelift als larve in de ballasttanks in schepen uit Azië. De larven zijn dan samen met het ballastwater in de Duitse rivieren geloosd. Hiervandaan heeft de soort zich over Europa verspreid. In Nederland wordt de soort nu aangetroffen langs alle grote wateren, zowel zoet, brak als zout water. Om dat tegenwoordig tegen te gaan moeten schepen die een oceaan oversteken halverwege de reis hun ballastwater lozen en zich weer opvullen met vers ballastwater om zodoende te voorkomen dat vreemde larven, bacteriën en andere beestjes losgelaten kunnen worden in andere wateren waar ze misschien geen natuurlijke vijand tegen zullen komen. Wat dus wel met de wolhandkrab en de Japanse oester is gebeurd. Voor een hoop beestjes onder water is de Japanse oester wel een mooie schuilplaats maar kloppen doet het niet dat hij er in grote getale aanwezig is. Zoals de naam al zegt komt deze oester oorspronkelijk niet hier vandaan. Deze is bewust ingevoerd in 1962 om de handel in oester weer te stimuleren na een uitbraak van de oesterziekte. Het aantal Japanse oesters is een enorme opmars omdat hij het 'zaad' van de mossel, de kokkel en de platte oester uit het water filtert en consumeert. Het gevolg hiervan zou kunnen zijn dat deze schelpdieren - die een belangrijke voedselbron voor vogels en eenden vormen - teruglopen met voedseltekort als gevolg. Ook zijn er hier in Nederland bijna geen natuurlijke vijanden van de oester om hem in toom te houden. Een experiment waarbij de oesters weggevist worden zal moeten uitwijzen of de oesters schade toebrengen aan de rest van het onderwater leven of dat ze er juist een steentje aan bijdragen. Rond de oesters kunnen een groot aantal andere soorten die tussen de scherpe schelpen leven bescherming vinden. Naast mossels zijn dat onder andere strandkrabben, alikruiken,
keverslakken, krabben en vissen. De krabben, mossels en vissen vormen weer een voedselbron voor vogels. Zodoende is de cirkel dan misschien toch weer rond.
Chinese wolhandkrab:
Japanse oester:
Hetgeen wij duikers er aan kunnen doen is denk ik gewoon de natuur laten zoals zij is en genieten van wat ze heeft te bieden. “Take nothing but pictures” “Leave nothing but bubbles behind” “Kill nothing but time”