Turnsport Vlaanderen
Recreatief Toestelturnen D/E, uitgave juni 06
Recreatief Toestelturnen E-NIVEAU
SPRONG
Meisjes / Jongens Oefeningen 1, 2, 3
Turnsport Vlaanderen
Recreatief Toestelturnen D/E, uitgave juni 06
SPECIFIEKE RICHTLIJNEN SPRONG E-niveau (meisjes/jongens): Algemeen: De E-sprongen worden uitgevoerd over plinten in de breedte van 6 delen (110cm hoog, 50cm breed, 150cm lang)* + valmat en met behulp van 1 of 2 springplanken van elk 21cm, naargelang de leeftijdscategorie: ? ?Voor de categorieën 7-9j en 10-12j is er vrije keuze om 1 of 2 springplanken van elk 21cm te gebruiken. Bij gebruik van 2 planken dienen deze in dezelfde richting op elkaar gelegd te worden, zodanig dat de bovenste plank nog contact heeft met de mat. ? ?Voor de categorie +13jaar wordt er slechts 1 springplank van 21cm toegelaten. Bij gebruik van 2 planken vervalt de waarde van de uitgevoerde sprong. ? ?De derde sprong wordt zonder plint uitgevoerd. - De sprongopstellingen worden apart opgesteld, d.w.z. 1 plintopstelling + aparte opstelling zonder plint; er is telkens 8-10m aanloopzone voorzien bij elke sprong. Achter de plint is 1 valmat (30cm) voorzien, aangevuld met kleine matten. De gymnast mag na elke sprong (terug)stappen naar de startplaats van de volgende sprong, maar dient slechts 1x te groeten naar de jury, nl. vóór de 1e sprong; na de laatste sprong wordt dan afgegroet naar de jury. De tekst is steeds bepalend voor een correcte uitvoering en vormt het uitgangspunt voor jurering; de tekeningen gelden enkel ter illustratie! De oefeningen komen uit het oefenprogramma 'Basisgym', of zijn ervan afgeleid. * Het is ook mogelijk dat een plint met minder of meer delen gebruikt wordt, zolang de afmetingen van het bovenvlak maar correct zijn. De vorm van de plint kan recht of schuin aflopend zijn. Er wordt een afwijking van ? 5cm op de hoogte , en van ? 10cm op de lengte toegestaan.
Keuze oefening, sa menstelling en inhoud: De gymnast mag kiezen oefening1 (startwaarde 8p), oefening 2 (startwaarde 9p) of oefening 3 (startwaarde 10p). De keuze is onafhankelijk van het geturnde niveau aan de overige toestellen. Het is een gymnast niet toegestaan een oefening uit niv. D te turnen (oef. 4 of oef. 5) ; indien deze dit wel doet, volgt een nulscore voor die oefening ? ?De gekozen sprongenserie wordt vooraf aan de jury gemeld! Indien de vermelde oefening niet strookt met de geturnde oefening, dan geldt een aftrek van 1,0p op de startwaarde. -
De samenstelling van de oefening is volledig opgelegd, d.w.z.: Er zijn 3 voorgeschreven sprongen, die allemaal moeten geturnd worden. Indien een gymnast één of meerdere sprongen weglaat, dan zal de startwaarde als volgt zijn: ?? Voor 2 sprongen geldt een startwaarden van 5,00p (ongeacht de oorspronkelijke startwaarde). Hiervan wordt ook nog de aftrek voor fouten afgetrokken. ?? Voor 1 sprong geldt een startwaarde van 3,00p (ongeacht de oorspronkelijke startwaarde). Hiervan wordt ook nog de aftrek voor fouten afgetrokken. ?? Voor 0 sprongen is er een 0,00p score ? ?De volgorde van deze 3 voorgeschreven sprongen is vastgelegd. De gymnast mag deze volgorde niet veranderen; in geval van wijziging volgt een aftrek van 0,5p per keer ?? Er zijn géén bonuselementen in niveau E van toepassing. De startwaarde kan niet verhoogd worden door toevoeging van extra sprongen.
2
Turnsport Vlaanderen
Recreatief Toestelturnen D/E, uitgave juni 06
Sprong E-niveau: oefening 1 (startwaarde 8p.) Opgelegde combinatie van 3 aparte voorgeschreven sprongen: (vaste volgorde, alle sprongen moeten geturnd worden, géén bonuselement)
1
2
3
3
Turnsport Vlaanderen
Recreatief Toestelturnen D/E, uitgave juni 06
Beschrijving van de elementen, sprong E-niveau, oefening 1:
Bewegingsbeschrijving: Aanloop en afstoten met 2 voeten op springplank; handen op plint plaatsen, bekken heffen, benen buigen en voeten op de plint (hurkstand); rechtstaan op plint en streksprong tot op valmat maken Vereisten: Afstoten met 2 voeten op de plank Knieën mogen niet geplaatst worden op de plint De handen worden plat op de plint geplaatst met de vingers naar voor gericht Eindigen in hurkstand met gestrekte armen en in evenwicht Er mag een korte stop gemaakt worden tussen hurkstand en streksprong Beheerst van de plint springen
1. gehurkt tot op de plint - streksprong af
Bewegingsbeschrijving: Aanloop en afstoten met 2 voeten op springplank; handen op plint plaatsen, bekken heffen, benen spreiden en met gestrekte benen komen tot spreidstand op de plint; rechtstaan op plint, benen sluiten en streksprong tot op valmat maken
2. gespreid tot op de plint - streksprong af
Vereisten: Afstoten met 2 voeten op de plank Benen blijven gestrekt, knieën mogen niet geplaatst worden op de plint De handen worden plat op de plint geplaatst met de vingers naar voor gericht Eindigen in spreidstand met gestrekte armen en benen en in evenwicht Er mag een korte stop gemaakt worden tussen spreidstand en streksprong Beheerst van de plint springen
4
Turnsport Vlaanderen
Recreatief Toestelturnen D/E, uitgave juni 06
Bewegingsbeschrijving: Aanloop en afstoten met 2 voeten op springplank met de armen afwaarts en lichtjes rugwaarts; hoog opspringen met gestrekt lichaam en de armen gelijktijdig krachtig opwaarts zwaaien; landen in evenwicht Vereisten: Afstoten met 2 voeten op de plank Correcte armzwaai van laag naar hoog Volledig gestrekt en gespannen lichaam Hoge vlucht maken Landen in evenwicht
3. aanloop streksprong met correcte armzwaai
5
Turnsport Vlaanderen
Recreatief Toestelturnen D/E, uitgave juni 06
Sprong E-niveau: oefening 2 (startwaarde 9p.) Opgelegde combinatie van 3 aparte voorgeschreven sprongen: (vaste volgorde, alle sprongen moeten geturnd worden, géén bonuselement)
1
2
3
6
Turnsport Vlaanderen
Recreatief Toestelturnen D/E, uitgave juni 06
Beschrijving van de elementen, sprong E-niveau, oefening 2:
Bewegingsbeschrijving: Aanloop en afstoten met 2 voeten op springplank; handen op plint plaatsen, bekken heffen, benen buigen en knieën kort bij lichaam brengen; krachtig afduwen van de handen, met gebogen benen de plint overschrijden en komen tot buigstand achter de plint
1. tussensteun over de plint
Vereisten: Afstoten op 2 voeten op plank Voeten mogen niet geplaatst worden op de plint De benen worden gebogen met de knieën kort bij het lichaam De handen worden plat op de plint geplaatst De handen maken slechts kortstondig contact met de plint Krachtig afduwen van de handen zodat er een vluchtfase te zien is in het tweede deel van de beweging Eindigen in buigstand en de armen voorwaarts en in evenwicht
Bewegingsbeschrijving: Aanloop en afstoten met 2 voeten op springplank; handen ¼ ingedraaid op plint plaatsen; bekken heffen, lichaam ¼ indraaien en met gebogen benen de plint overschrijden; ¼ verder doordraaien met het lichaam, afduwen van de handen en neerkomen aan de andere kant van de plint in buigstand met aangezicht naar de plint gericht
2. wendsprong over de plint
Vereisten: Handen ¼ gedraaid op de plint plaatsen (in de richting van de plint) Afstoten en neerkomen met 2 voeten tegelijk De voeten mogen de plint niet raken ½ draai gemaakt hebben gedurende de beweging krachtig afduwen van de handen de benen worden volledig gebogen met de hielen dicht bij het zitvlak Eindigen met het aangezicht naar de plint gericht en in evenwicht
7
Turnsport Vlaanderen
Recreatief Toestelturnen D/E, uitgave juni 06
Bewegingsbeschrijving: Aanloop en afstoten met 2 voeten op springplank met de armen afwaarts en lichtjes rugwaarts; hoog opspringen met gestrekt lichaam ("strek") en de armen gelijktijdig krachtig opwaarts zwaaien; tijdens de vlucht de benen buigen tot gehurkte houding ("buig") met handen aan de knieën; daarna de benen weer uitstrekken ("strek"); landen in evenwicht op de valmat.
3. aanloop hurksprong met "strek-buig-strek"-actie van de benen
Vereisten: Afstoten met 2 voeten op de plank Correcte armzwaai van laag naar hoog Hoge vlucht maken De 3 fases "stek-buig-strek" moeten duidelijk te zien zijn tijdens de vluchtfase: eerste streksprong, dan hurken, dan terug uitstrekken Landen in evenwicht op de valmat
8
Turnsport Vlaanderen
Recreatief Toestelturnen D/E, uitgave juni 06
Sprong E-niveau: oefening 3 (startwaarde 10p.) Opgelegde combinatie van 3 aparte voorgeschreven sprongen: (vaste volgorde, alle sprongen moeten geturnd worden, géén bonuselement)
1
2
3
9
Turnsport Vlaanderen
Recreatief Toestelturnen D/E, uitgave juni 06
Beschrijving van de elementen, sprong E-niveau, oefening 3: Bewegingsbeschrijving: Aanloop en afstoten met 2 voeten op springplank; handen op plint plaatsen, bekken heffen en benen spreiden; krachtig afduwen van de handen, met gespreide benen de plint overschrijden en komen tot buigstand achter de plint
1. gespreid over de plint
Vereisten: Afstoten met 2 voeten op de plank Voeten mogen niet geplaatst worden op de plint De benen zijn de hele oefening gestrekt De handen worden plat op de plint geplaatst en maken slechts kortstondig contact met de plint Krachtig afduwen van de handen zodat er een vluchtfase te zien is in het tweede deel van de beweging Eindigen in buigstand met de voeten toe en de armen voorwaarts en in evenwicht
Bewegingsbeschrijving: Aanloop en afstoten met 2 voeten op springplank; handen ¼ ingedraaid op plint plaatsen; bekken heffen hoog heffen tot boven de schouders zodat de rug vertikaal is, lichaam ¼ indraaien en met gebogen benen de plint overschrijden; ¼ verder doordraaien met het lichaam, afduwen van de handen en neerkomen aan de andere kant van de plint in buigstand met aangezicht naar de plint gericht
2. wendsprong met bekken hoog over de plint
Vereisten: Handen ¼ gedraaid op de plint plaatsen Afstoten en neerkomen met 2 voeten tegelijk Het bekken wordt geheven tot boven de schouders, rug vertikaal De schouders bevinden zich boven de handen (handen-schoudersbekken vormen 1 lijn) ½ draai gemaakt hebben gedurende de beweging krachtig afduwen van de handen Eindigen met het aangezicht naar de plint gericht en in evenwicht
10
Turnsport Vlaanderen
Recreatief Toestelturnen D/E, uitgave juni 06
Bewegingsbeschrijving : Actief opzwaaien tot handstand met de handen achteraan op de springplank (dikste gedeelte) voor de valmat op de vloer; evenwichtsverlies naar voor (rugzijde) en in vormspanning overvallen tot ruglig op de valmat
3. Vanuit handstand op springplank doorvallen tot ruglig
Vereisten: Er is een duidelijke handstandfase alvorens over te vallen tot ruglig De oefening wordt volledig uitgevoerd in vormspanning: benen gestrekt en rug recht; ook de armen worden niet gebogen bij het overvallen De rug blijft recht na de handstand: geen hoek of overstekking maken Bij het vallen op de mat is het lichaam als een plank (geen rolbeweging en geen holle rug) of lichtjes in schelp
11