magazine 05 Mr. Frank Visser: ‘Van mezelf ben ik behoorlijk driftig’ Waar schuift u aan? Kerst vieren bij het Leger des Heils Doneer slim! tot 52 % belastingvoordeel op uw gift
Leanna wilde
jong op sterven, straat Op de achterkant vertelt ze waarom
“Zonder vrijwilligers komt alles neer op de familie” Thirza Koster, unitmanager
“Gemiddeld overlijden mensen hier na 20 dagen”
InHOUD
Majoor Gerrie Kat, pastoraal medewerker
20 Mr. Frank Visser “Als kleuter had ik een obsessie met de Sint; ik heb een jaar lang elke dag dezelfde tekening van hem gemaakt.”
voor Heleen
13
Hospice Rozenheuvel in Rozendaal biedt palliatieve zorg aan mensen, met een levensverwachting korter dan drie maanden. Naast de 13 verpleegkundigen die om hen heen staan, zorgen een arts, een pastoraal medewerker, een nazorgmedewerker en het ondersteunend personeel voor een zo goed mogelijk leven tot aan hun sterven.
8
10
Waar schuift u aan? Word wandelmaatje
bedden voor patiënten in een terminale fase.
45
“Ik heb alles geregeld, nu ga ik voor het laatste stukje leven”
vrijwilligers bieden die extra aandacht aan de zieken die nodig is voor hun welbevinden.
Heleen Remijnse (53) ongeneeslijk ziek
3 Beeld Thijs Wolzak
medicatiepompen (gemiddeld) onderdrukken de ongemakken van een ongeneeslijke ziekte
41
jaar was de jongste patiënt die vorig jaar overleed
2
Feestdagen kunnen eenzaam zijn. Maar niet bij het Leger! Schuif aan bij een korps in uw buurt.
Via hulp van ‘de keet’ van het Leger verliet Helga de tippelzone in Eindhoven. Ze las als eerste de teksten van Kans en reageert. “Leuk verhaal: na zoveel jaren te worden herenigd met familie. Vanaf nul beginnen met je vader, fijn lijkt me dat (6). Ik heb niet zoveel met de kerk van het Leger des Heils, maar ik vind het wel knap hoe de nieuwe commissioners zich willen inzetten voor de organisatie. (14). Meester Frank Visser heeft de ogen van een trouwe hond (20). Ik mag hem wel. Wat goed dat het Leger zich ook inzet voor tienermoeders in Brazilië. (22) Ik zou die meiden ook wel willen helpen, als ik kon!
Hoe Helga op de tippelzone terecht kwam? Lees haar verhaal op pagina 16.
We willen best wat doen voor een ander, maar het moet wel bij ons passen. Vrijwilligers kiezen bewust. En u?
En verder: 4 M et een notariële akte ontvangt u tot 52 % belastingvoordeel op uw gift. 5 Dordtse cliënten voelen zich eindelijk weer nuttig in ompakbedrijf PackingPlus. 6 Helmut vond zijn familie terug via afdeling Vermiste Personen van het Leger des Heils. 12 Rianne van der Sluis wil met radio- programma’s Gods liefde doorgeven.
14 De nieuwe Nederlandse leiders van het Leger des Heils stellen zich aan u voor. 18 Waar blijft het geld van de Kerstpot?, wil donateur Nel Blotkamp graag weten. 22 Dubbel lucratief: wat wij leren van onze hulp aan tienermoeders in Brazilië. 23 Ruim 80 Kans-lezers hielpen mee de collecte van het Leger te organiseren.
Foto op de cover: Joshua Rood/visagie Yvon Moll
magazine van het Leger des Heils
november 2010
magazine van het Leger des Heils
november 2010
3
Hoe kunt u helpen? In deze advertentie laat het Leger des Heils u kennis maken met bijzondere manieren om ons te steunen.
Stickeren moet secuur Een kans op betaald werk bij ompakbedrijf PackingPlus laat Lorenzo’s ambitie groeien. ‘Ik hoop op een vast contract, dan ben ik weer helemaal zelfstandig.’ TEKST Sarah Leers Beeld Marcel van den Bergh
S
amenwerken. Op tijd komen, afspraken nakomen. Bij PackingPlus in Dordrecht voelen langdurig werklozen en cliënten van het Leger des Heils zich nuttig. Tegelijk leren ze hoe ze zich handhaven op de arbeidsmarkt. PackingPlus is een grote loods waar medewerkers allerlei goederen inpakken, partijen van juiste labels voorzien of verkeerd samengestelde pakketten herstellen. Doel: mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt een kans geven. Maar ook: winst ma-
ken. PackingPlus is immers geen reïntegratieproject, maar een heus bedrijf. Michiel van Vugt richtte in samenwerking met Startfoundation en het Leger des Heils de onderneming op. “Ik vind maatschappelijke betrokkenheid belangrijk. We hebben geïnvesteerd in het opleiden van de mensen. Onze productiviteit is nu drie keer zo hoog en de kwaliteit is verbeterd.” PackingPlus telt 38 werknemers, verdeeld in twee
groepen. Enerzijds de medewerker die vanuit de bijstand instroomt en bij PackingPlus een arbeidscontract krijgt. Anderzijds de cliënt van het Leger des Heils, die vaak een saneringstraject volgt en op het gebied van huisvesting steun krijgt. Hij ontvangt een vrijwilligersvergoeding, maar het is de bedoeling dat hij na zes maanden ook een vast contract ondertekent. Michiel: “Het geeft voldoening medewerkers te zien groeien. Na verloop van tijd ontdekken ze dat ze ergens goed in zijn.”
COLUMN Meneer H. was beul Ik ben bang, zo bang dat ik naar kantoor bel om te zeggen waar ik zit. Als ze me zoeken, zal dit mijn laatste levensteken zijn. Het is mijn eerste bezoek aan meneer H. Onmiddellijk weet ik dat het goed fout zit. Alle ramen dichtgeplakt met plastic zakken, amper elektrische verlichting. Kettingen aan de muren en in de hoek een altaar ter ere van een generaal uit de Tweede Wereldoorlog. Dit is het toevluchtsoord van iemand die reden heeft zichzelf van de buitenwereld af te sluiten. H. vocht aan het Oostfront als vrijwilliger bij de SS. Hij was een beul. Gretig vertelt hij wat hij beleefde. Hoe hij de soms levende lichamen van slachtoffers in een brandend Berlijn op de vrachtwagen smeet, om ze naar een massagraf te brengen. Elk verhaal dat volgt is gruwelijk. Ik stel vragen om hem uit die periode te halen, maar even later zitten we weer midden in afslachtingen en meedogenloos geweld. Berouw is een woord dat hier verkeerd valt. Wat zou ik voor deze man kunnen betekenen? Ik weet het niet. Zijn woning is niet alleen een toevlucht voor zijn zieke geest, langzaamaan wordt het zijn gevangenis.
4
magazine van het Leger des Heils
november 2010
Niet moeilijk foto Marcel van den Bergh
Illustratie Jeroen Klaver, Shamrocking
Jaren later. Ik loop in hetzelfde huis, voor de oplevering aan de woningbouwvereniging. De zon schijnt door schone ramen op mooi gewitte muren. Al het helse is verdwenen. Ik denk aan de nieuwe bewoners. En aan mijn eigen leven en vraag me af: hoe gemakkelijk en sluipend kunnen mijn toevluchten gevangenissen worden?
Lorenzo Bommel (52): “Ik doe allerhande werkzaamheden: stickeren, ompakken, vullen van dozen. Het is niet moeilijk; je moet secuur zijn. In 2007 ging ik failliet. Vanwege mijn leeftijd kon ik moeilijk een nieuwe baan vinden. Gelukkig kreeg ik via het Leger deze kans. Ik hoop op een vast contract. Dan ben ik weer zelfstandig.”
Ron Thomlinson kijkt terug op 10 jaar bij ‘nalatenschappen’ magazine van het Leger des Heils
november 2010
5
Helmut met zijn halfzussen Petra (l) en Edelgard (r)
Xxxxx Helmut Molsbeck en zijn vader Horst Rösgen TEKST Ellen Weber Beeld Ruben Timman
Ze belde.
Hij leeft! Jaren lang tast Helmut Molsbeck (61) in het duister over het bestaan van zijn vader. Maar dankzij de afdeling Vermiste Personen van het Leger des Heils komt hij in contact met ‘die andere helft’ van zijn familie. Tekst Marc Evers BEELD Eigen foto’s, bewerking Maters & Hermsen vormgeving
H
Xxxxen
vader van Helmut en diens vrouw Gisela
elmut is vijf als hij op een dag aan z’n moeder vraagt: ‘Waarom heet ik Molsbeck en jullie Rehberg? Wie is mijn vader?’ Moeder Liselotte wordt kwaad en kapt het gesprek af. Helmut blijft aandringen, vaker, met ruzies tot gevolg. “Ze wilde er echt niet over praten. In de loop der jaren heb ik het laten rusten.” Hij vertrekt in 1968 naar Budel, voor een verplichte dienst bij de legerplaats van de Duitse Bundeswehr. Budel bevalt hem, het leger voorlopig ook. Tijdens zijn studie werktuigbouwkunde ontmoet hij Riny, zijn huidige vrouw. Die ene vraag blijft zoemen: wie is mijn vader? In de officiële geboorteakte die Helmut traceert in Oberhausen is de naam van zijn vader met een zwarte stift doorgestreept. Ook na het overlijden van zijn moeder in 1997 vindt hij bij het opruimen van haar huis niets wat hem brengt bij zijn oorsprong. Na de begrafenis rijdt hij met Riny over de A40 richting Venlo. Ineens dringt tot hem door: dit was het dan. “Dat was best moeilijk.”
Verbouwereerd 26 juni 2008. Het wordt ijzig stil in huize Molsbeck. Op tafel ligt een brief. Wij zouden het op prijs stellen als u
contact zou opnemen met Majoor De Ruiter, Leger des Heils, afdeling Vermiste Personen. De wildste scenario’s spoken door Helmuts hoofd. Dit gaat over zijn vader! Het telefoongesprek met de Majoor geeft opheldering. ‘Bent u Helmut Molsbeck? Geboren in de Hansastraße 27, Oberhausen? Uw halfzus Petra zoekt u.’ Petra? Halfzus? Een paar dagen later belt Riny Helmut op zijn werk. Ze leest een ontroerende brief voor van Petra. “Daarin stond dat mijn vader ook nog leeft.” Horst Rösgen. De naam galmt na. “Ik ben apathisch naar buiten gelopen en heb een uur over het industrieterrein gedoold. Toen drong door: mijn vader leeft!”
Verkeersboete Het weerzien met Petra is even emotioneel als hartelijk. Eindelijk vallen puzzelstukjes op hun plek. De ouders van Horst en die van Liselotte zagen, ondanks de zwangerschap van Liselotte, een huwelijk tussen het jonge stel niet zitten. Hun relatie eindigde, ieder bouwde zijn leven op met de rug naar wat ze samen hadden. In tegenstelling tot Liselotte is Horst altijd open geweest naar zijn twee latere dochters. Grote broer Helmut was een levende op afstand. Contact opnemen met hem was er echter niet bij. Die ene keer dat Petra een brief schreef naar Helmuts moeder, kreeg ze een gepeperd antwoord terug. Helmut: “Mijn moeder was niet zo open en heeft de relatie waarschijnlijk verdrongen.” Via een bevriende agent komt Petra jaren later alsnog op het spoor van haar halfbroer. In het Duitse systeem duikt zijn naam op achter een onbenullige verkeersboete. De bon is naar Nederland gegaan, vertelt de agent. Petra schakelt de Duitse tak van het Leger des Heils in. Die zet in Nederland een verzoek uit, met de brief van 26 juni tot gevolg.
Rookmelder
Afdeling Vermiste Personen • Jaarlijks krijgt het internationale Leger des Heils ruim 65.000 verzoeken om een vermist persoon terug te vinden, met bijna 50% positief resultaat. In Nederland gaat het om zo’n 200 verzoeken met gemiddeld 73% positief resultaat. • De afdeling Vermiste Personen wordt gefinancierd uit niet-gesubsidieerde middelen van het Leger des Heils. • De opsporingsafdeling maakt gebruik van haar eigen registratiesysteem om dak- of thuislozen terug te vinden. Ze werkt ook samen met andere instanties, waaronder de politie. Gemiddeld duurt een opsporingszaak 3 tot 6 maanden. Kader • Degene die gezocht wordt moet toestemming geven voor een herstel van het contact. Doet hij dat niet? Dan volgt geen contact; het Leger probeert te bemiddelen. Er is pastorale begeleiding voor ‘zoekers’ en de afdeling onderhoudt Xxxxxxxxfamillieleden. contact met herenigde • De afdeling is opgericht met de gedachte dat God mensen met elkaar wil verzoenen; dat het goed is om mensen die elkaar uit het oog verloren zijn, weer met elkaar te herenigen. • Weten hoe u uw familie via het Leger des Heils kunt opsporen? Kijk dan op: www.legerdesheils.nl/vermiste-personen.
Helmut spreidt zijn armen, terwijl een radiozender op de achtergrond Duitse liedjes draait. “Zo stond mijn vader me op te wachten bij zijn appartement in Mülheim. Tranen natuurlijk. Ik zie in hem dingen van mezelf terug, grapjes, gezichtsuitdrukkingen. En: al hangen we samen een rookmelder op, dan nog genieten we.” magazine van het Leger des Heils
november 2010
7
EEN OMMETJE met Henk
Tekst Saskia Klaassen beeld Allard de Witte
Nederland heeft wereldwijd de meeste vrijwilligers
8
rijden van en naar het ziekenhuis helpen bij de administratie de krant voorlezen samen boodschappen doen een dagje naar het museum (zomaar) de tuin onderhouden de bingo begeleiden bardiensten draaien het hondje uitlaten Wandelmaatje zijn op de kinderen passen schoonmaken het avondeten koken koffie schenken de verzekeringen regelen kleding wassen (gewoon) thee drinken even buurten
magazine van het Leger des Heils
november 2010
Wij zoek en wandel : maatje s (M/V)
• U bent tr ouw in afspraken • U bent in staat een rolstoel te duwen • U heeft h et geduld om vaker hetzelfde verhaal aa n te horen • U bent in staat om goed te ob serveren en bijzond erheden door te ge ven aan een mede werker
O
oit was dé vrijwilliger een hoogopgeleide man. Die trend is omgeslagen: er zijn meer vrouwen en de verschillen in opleidingsniveau verdwijnen. ‘We’ veranderen, zegt René Bekkers, hoogleraar Filantropische Studies aan de VU. “Een ouder die verplicht meehelpt op de sportclub is een andere vrijwilliger dan iemand die onbetaald helpt in de daklozenopvang.” De traditionele vrijwilliger, de aanpakker die alles deed wat nodig was, verdwijnt. “We kiezen bewust voor iets wat bij ons past en waar we goed in zijn.” En: “Vrijwilligerswerk is iets van alle lagen van de bevolking.” In 2009 was 46 procent van de Nederlanders actief als vrijwilliger. Dat is meer dan in de ons omringende landen. Maar de ureninzet daalde de afgelopen jaren. We hebben het druk en zijn kieskeurig als het gaat om het soort onbetaalde klussen dat we willen doen.
Trots Dat merkt ook het Leger des Heils. Elke maand zoeken vijftienhonderd bezoekers van de site naar vrijwilligerswerk. Klaarblijkelijk vinden ze niet precies wat ze zochten, want het aantal aanmeldingen blijft gelijk. Sinds augustus kunnen mensen gerichter kijken naar functies op het vernieuwde www.werkenbijhetlegerdesheils.nl. Op de site, voor betaald en onbetaald werk, heeft de bezoeker de keus uit passende vrijwilligersbanen in de eigen regio. Een goede ontwikkeling, vindt René Bekkers. “Het wordt zelfs onder bestaande vrijwilligers meer gangbaar om vooraf te kijken wat het werk precies inhoudt.” Wat kan ik doen?, hoeveel tijd kost dat en vind ik het leuk? Dat lijkt kieskeurig, maar het heeft ook zijn voordelen.
Ook iets betekenen voor het Leger? Ga naar www.werkenbijhetlegerdesheils.nl en kijk naar een functie bij u in de buurt. Op de site kun je ook terecht voor vacatures van betaald werk. Belangstellenden krijgen eerst een intakegesprek. Sluiten verwachtingen van de vrijwilliger aan bij die van het Leger des Heils? Dan ondertekenen beide partijen een vrijwilligersovereenkomst. Goed om te weten: alle onbetaalde krachten kunnen meedoen aan de collectieve (ziektekosten)verzekering en krijgen een reiskostenvergoeding.
10
magazine van het Leger des Heils
november 2010
“Kiest iemand eenmaal voor een taak, dan is hij meer betrokken.” Vrijwilligers vertrekken eerder wanneer ze een beeld hadden van het vrijwilligerswerk dat niet overeenkomt met de praktijk. “Een goede internetsite kan ervoor zorgen dat mensen beter geïnformeerd aan vrijwilligerswerk beginnen en minder snel afhaken.” Ook de organisatie zelf kijkt kritisch of er een klik is, zegt vrijwilligerscoördinator Corrie van der Wolde van de werkeenheid Flevoland. “Met elke vrijwilliger heb ik een intakegesprek van een uur, om goed te kunnen bepalen welk vrijwilligerswerk het best bij iemand past.” Dat is logisch, want ook het Leger des Heils steekt tijd en geld in de paar duizend vrijwilligers die er werken. Ze krijgen een personeelsdossier, doen mee aan evaluatiegesprekken, kunnen meepraten in enquêtes en mogen aan scholing doen. Mede dankzij deze professionele aanpak is Flevoland een van de meest productieve regio’s. “Het afgelopen jaar maakten we minstens 12.500 uren met 112 mensen, en dan heeft nog niet eens iedereen zijn werkbriefjes ingevuld. Daar ben ik best trots op.” Goed kijken en luisteren naar de sollicitanten is volgens Corrie van der Wolde een eerste vereiste. “Ik krijg hier soms mensen binnen die willen koffieschenken in het zorgcentrum. Tijdens het intakegesprek merk ik dat ze meer zouden kunnen, bijvoorbeeld helpen in de de dagen nachtopvang voor (verslaafde) dak- en thuislozen. Daar is zeker niet iedereen geschikt voor. Soms weet ik iemand over te halen om toch een andere keuze te maken en levert dat een perfecte match op.”
Crisisvrijwillgers Veertig procent van de organisaties heeft moeite om voldoende vrijwilligers te vinden. Dat is vreemd, vindt René Bekkers, want tegelijkertijd zijn heel veel Nederlanders op zoek naar vrijwilligerswerk. “Door de crisis hebben mensen opeens vrije tijd en zoeken ze naar manieren om toch aan de slag te blijven. Waarschijnlijk is deze opleving tijdelijk, maar dat neemt niet weg dat deze vrijwilligers heel nuttig kunnen zijn voor een organisatie. Er zijn genoeg tijdelijke projecten die nu blijven liggen. Laat die door deze crisisvrijwilligers doen.” Een positieve ontwikkeling is volgens de onderzoeker de maatschappelijke stage. “Die zorgt ervoor dat het van jongs af aan gewoon wordt om vrijwilligerswerk te doen.” René Bekkers verwacht dat de samenleving daar straks de vruchten van zal plukken. Maar dan moeten organisaties nog wel een omslag maken. “Uit onderzoek blijkt dat scholieren na afloop van de stage best als vrijwilliger willen blijven. Alleen worden ze door de organisatie niet gevraagd. Een gemiste kans.”
‘Het hoort er gewoon bij’
Schrijver/journalist Bert Voskuil (66) leidt al zes jaar een schrijfgroep voor daklozen in Haarlem. “Hier zijn ze even uit hun sores.”
‘W
e hebben een vaste club van tien mensen, meestal komt de helft maar opdagen. Het programma laat ik een beetje afhangen van wat de mensen zelf aandragen. Ze hebben soms vreselijke problemen, dat moeten ze eerst kwijt. De schrijfclub haalt ze even uit hun sores. De verhalen en gedichten geven ze weer iets om trots op te zijn. Soms worden ze geplaatst in het Straatjournaal, als beloning krijgen ze een pakje shag. Met veel deelnemers gaat het door de schrijfclub een stuk beter. Het mooiste voorbeeld is StephanieJoy Eerhart, dubbel gehandicapt aan gehoor en been, borderline- en anorexiapatiënt en verslaafd aan de
cocaïne. Ze wilde altijd al een boek schrijven, ik heb haar geholpen om dat te doen in de periode dat ze afkickte. Inmiddels zijn er van Pappies kleine meid slaapt op straat negenduizend exemplaren verkocht, woont ze in haar eigen huisje en wil ze een HBO-studie beginnen. Waarom ik dit doe? Daar kan ik geen antwoord op geven. Ik heb altijd mensen geholpen. Als je het zelf goed hebt, hoort het er gewoon bij. Het verschil met een betaalde baan is, dat je elk moment kan stoppen. Tegelijkertijd kan dat ook weer niet, want dan laat je mensen zakken. Afgelopen jaar had ik een zware maagoperatie. Maar de schrijfclub pakte ik snel weer op. Bij mij thuis, dat wel.”
‘In de kledingwinkel leer ik Nederlands’ De Russische Galina Zeynalova werkt sinds zeven jaar in de kledingwinkel van het Leger des Heils in Utrecht. “De leukste dag? Vrijdag – dan ben ik hier het langst.”
‘I
k ben dertien jaar geleden vanuit Sint-Petersburg naar Nederland gekomen. Ik kwam hier met twee kinderen, een dochter van 11 en een zoon van 9. Via een buurthuis kwam ik terecht bij de kledingwinkel. Ik wilde beter Nederlands leren. Dat ik voor een goed doel werk, spreekt me aan. En de collega’s, met hen heb ik het heel gezellig. Ik sta achter de kassa of help in de uitzoekkamer. Ik selecteer ingezamelde
kleding: alleen dat wat netjes en heel is, mag naar de winkel. Door het contact met collega’s en klanten leer ik de taal steeds beter. Mijn kinderen studeren inmiddels. Ze spreken beter Nederlands dan Russisch. Of ik het jammer vind dat dit werk niet wordt betaald? Dat maakt niet uit, ik krijg een uitkering en doe dit werk zo graag. Meestal ben ik hier halve dagen, maar op vrijdag kom ik de hele dag. Voor mij is dat de fijnste dag van de week.”
magazine van het Leger des Heils
november 2010
11
stad en land
Wat beweegt mensen, wat zijn hun drijfveren? Vijf vragen aan Rianne.
‘Als ik de rust vind, komt de inspiratie vanzelf’
Ze is altijd op zoek naar mooie verhalen en bijpassende kinderliedjes. Iedere eerste zondag van de maand maakt communicatiemedewerker Rianne van der Sluis (39) het kinderprogramma ‘Hé moet je horen’ voor Radio Salvation, de regionale radiozender van het Leger des Heils. TEKST Hilde Duyx
12
magazine van het Leger des Heils
november 2010
het schoolplein, of de dood van een familielid. Dit breng ik uiteraard wel ‘luchtiger’ dan ik dat voor volwassenen zou doen en ik eindig altijd met een positieve boodschap.”
Wat is zo leuk aan radio- maken? “Ik ben graag creatief bezig, dat sowieso. Ik zing al sinds mijn vijftiende en maak graag theater. Maar de reden waarom ik júist radio wil maken is simpel: ik wil de liefde van onze Schepper aan zoveel mogelijk mensen doorgeven. Het geloof is niet stoffig en alleen voor ‘oude mensen’. En radio is een breed en interactief medium, waarmee we veel mensen kunnen bereiken. Vooral nu we ook wereldwijd via het internet zijn te beluisteren.”
Jij maakt het kinderprogramma. Is dat een bewuste keuze?
Door wat of wie laat jij je inspireren? “Ondermeer door mijn eigen twee kinderen van 8 en 10 jaar oud. Die komen met veel verhalen thuis. Zo vertelde mijn dochter laatst over een meisje dat dit jaar niet op vakantie kan gaan, omdat haar ouders dit niet kunnen betalen. Dan denk ik meteen: daar kan ik iets mee. Ik zoek er een verhaaltje en liedjes bij. Dat verhaal lees ik voor tijdens de uitzending. Ik schrijf het overigens niet zelf, dat laat ik aan de professionals over!”
Kost het je veel tijd?
Wat wil je ze meegeven?
“Valt mee. De voorbereiding speelt zich vooral af in mijn hoofd. Ik moet daar soms even de rust voor nemen. Ik denk dan altijd aan het liedje Neem eens even de tijd, van Herman Boon. Als ik dat doe, dan komt de inspiratie meestal vanzelf. En uitzendingen opnemen is heel erg leuk. ’t Geeft mij nieuwe energie. Ik werk met een fantastisch team mensen, allemaal even enthousiast. Ik zie het dus niet als werk, maar als een zeer fijne tijdsbesteding.”
“Dat iedereen goed genoeg is om een kind van God te zijn. Je hoeft niet perfect te zijn. Ik snijd soms ook zware onderwerpen aan. Pesten op
Meer weten, zelf luisteren of ook vrijwilliger worden? Kijk op www.radiosalvation.nl
“Ja en nee. Ik werk ook mee aan de programma’s voor volwassenen. Voor het kinderprogramma werd ik gevraagd. Maar ik hoefde er niet lang over na te denken. Mijn man en ik wilden in die tijd graag kinderen, dus het speelde in mijn leven. Bovendien zijn kinderen een fantastische doelgroep. Heel puur en direct.”
Waar schuift u aan?
illustratie Shootmedia
passie van Rianne
Feestdagen kunnen eenzaam zijn. Maar niet bij het Leger des Heils! Zetten we al met kerst onze kerk deuren open, op andere dagen dekken we de tafel. Kijk op www.legerdesheils.nl/wat-doet-u-met-kerst? of bel de speciale kerstlijn* 036- 539 7810 en kijk waar u rond de kerstdagen kunt aanschuiven,meezingen of binnenlopen. En doe gastvrij: neem iemand mee! * ma-vrij van 9:00 tot 19:00 uur magazine van het Leger des Heils
november 2010
13
Even voorstellen: commissioners Hans van Vliet en zijn vrouw Marja. Sinds juli zijn zij de nieuwe commandant van het Leger des Heils in Nederland. Zeg maar: de topbestuurders van de organisatie die beleid uitzetten. Twee bestuurders die heel gewoon blijven. Tekst Saskia Klaassen Beeld Marcel van den Bergh
Verandering
Commissioners Hans en Marja van Vliet
Mensen nóg beter helpen, dat is missie
14
magazine van het Leger des Heils
november 2010
Hans: “Marja en ik zijn allebei mensenmensen. We houden van mensen, zijn heel open. Dat heeft ongetwijfeld een rol gespeeld bij onze benoeming. Op de functie van commissioner kan je niet solliciteren, je wordt aangesteld door het hoofdkwartier in Londen. We hebben ons bewezen in zware bestuursfuncties, dienden de laatste twee jaar overzees in PapoeaNieuw-Guinea. En, niet onbelangrijk: we zijn onvoorwaardelijk heilsofficier en gaan waar onze leiders denken dat we nodig zijn.” Marja: “Wat een overgang was het van PapoeaNieuw-Guinea naar hier. Misschien komt het doordat ik vijf keer malaria heb gehad. Daar deed je door het klimaat vanzelf rustig aan. In Nederland staat overal zoveel druk op. Er is ook veel veranderd. Neem de OV-chipkaart: we moesten drie keer opladen voor we begrepen dat je de kaart eerst moet activeren.”
Ambitie Hans: “Het Leger des Heils is zowel een kerk genootschap als een professionele maatschappelijke organisatie die jaarlijks veertigduizend mensen helpt. Wat ons verbindt is onze grote betrokkenheid naar de buitenwereld. Ik wil naar binnen toe meer emotie stimuleren. Ik bedoel: elkaar ondersteunen en samen optrekken om mensen nóg beter te helpen. Dat is de kern van het Leger des Heils.” Marja: “Ik wil de vrouwenorganisatie nieuw leven inblazen. Op lokaal niveau komen nog steeds duizenden vrouwen samen bij het Leger des Heils. Ik wil hen ondersteunen; de vrouw is nog steeds de spil van het gezin en via haar profiteert de rest van de familie. Maar dan wel op een eigentijdse manier, met vragen van nu. Hoe combineer je werk en zorg nu mannen en vrouwen beiden moeten werken om een huis te betalen? Hoe voed je op in een tijd waarin consumeren een grote rol speelt?” Hans: “Ik wil de missie van het Leger des Heils beter neerzetten. We zijn meer dan de collectebus,
kledinginzameling en majoor Bosshardt. Veel mensen weten dat we goed doen, maar niet waarom. Terwijl het christen-zijn de bodem is in onze doos. Het is onze drive om dingen goed te doen. Daarnaast wil ik zorgen voor meer plaatsen van ontmoeting: open gebouwen met warmte en gezelligheid, waar iedereen terecht kan.”
Verschillen Hans: “In Papoea-Nieuw-Guinea groeit het Leger des Heils sterk, hier gaan steeds minder mensen naar de kerk. We hebben veel te maken met mensen die niet praktiserend christen zijn. Toch wil het Leger des Heils zichzelf blijven: vanuit een christelijke grondslag uitzien naar de samenleving en het individu daarin. Het is onze plus, het maakt ons niet beter maar wel anders.” Marja: “In Papoea-Nieuw-Guinea hebben de vrouwen nauwelijks rechten. Als ik vertelde over family planning, viel hun mond open van verbazing, Gelukkig is het hier anders met vrouwenrechten. Toch denk ik dat vrouwen hier meer aan elkaar kunnen hebben en ervaringen kunnen uitwisselen.”
Ontspanning Hans: “Hard werken moet je compenseren. Ik hou van gezelligheid en sfeer en nodig graag vrienden bij ons uit voor een etentje. Het beste ben ik in de Indonesische en Japanse keuken.” Marja: “Maar hij is ook goed met kliekjes uit de koelkast; van niets iets maken. Als ik kook, is het altijd wat minder bijzonder.” Hans: “Marja ontspant door te handwerken. Thuis op de bank, maar ook als we op reis zijn. En ze is dol op shoppen.” Marja: “Ik kan uren doorbrengen in een tuincentrum, kijken naar mooie serviesjes. Maar ik ben tevreden met wat ik heb. Ik drink er hooguit een kop koffie, dat is genoeg.”
magazine van het Leger des Heils
Hans & Marja • geboren in Rotterdam • vanaf 1973: dienend in diverse korpsen • vanaf 1986: directeur crisisopvangcentra Nieuw-Amsterdam, Zwolle en Dordrecht • vanaf 2002: veldsecretaris van het kerkgenootschap in Nederland en Tsjechië • vanaf 2007: uitzending PapoeaNieuw Guinea als chef-secretaris • Heden: commandant van het Leger des Heils in Nederland en Tsjechië Hans en Marja hebben drie dochters en zes kleinkinderen
november 2010
15
“L
Sinds november 2009 werkt Helga (43) niet meer op de tippelzone in Eindhoven. Onlangs kreeg ze de sleutel van haar eigen woning. “Dit is de eerste keer dat hulp voor mij nut heeft. Nu wil ik een gewoon leven; ik word oma.”
ang hoefde ik er nooit te staan, op de tippelzone. Even een sigaretje en ik had alweer de volgende klant. Ik zag er altijd verzorgd uit, met lang haar tot op mijn billen. Het was een goede tijd; ik had een paar vaste klanten. Jonge mannen, tussen de 22 en 30 jaar. De oudjes waren voor mijn collega’s. Om acht uur ’s avonds ging ik met de taxi naar de Achtsteweg Zuid, om twee uur ’s nachts ging ik vierhonderd euro rijker naar huis. Elke avond liep ik gevaar, op die weg parallel aan het spoor. Maar bang was ik nooit. In de keet van het Leger des Heils was het gezellig. Bakje koffie, even douchen, opmaken en nieuwe condooms pakken. Ook was er een dokter. Daar liet ik me testen op soa’s en hiv.”
Tekst Ellen Weber beeld Ruben Timman
Zuur
‘Tijdens mijn huwelijk werkte ik stiekem in een club’
“Ik ben opgegroeid bij mijn opa en oma, in een dorpje in Oost-Europa. Mijn ouders scheidden namelijk toen ik drie was, en mijn moeder moest werken. Er was genoeg te eten, en als mijn schoenen versleten waren, kreeg ik nieuwe. Maar breed hadden we het niet. Toen ik op mijn negentiende zelf moeder werd, wist ik dat ik mijn kind een beter leven wilde geven. Zeven jaar later kreeg ik mijn tweede dochter in Duitsland. Tijdens dat huwelijk werkte ik stiekem in een club. Toen mijn man dat ontdekte, wilde hij zuur in mijn gezicht gooien. Ik pakte mijn spullen. Via een uitzendbureau kwam ik in Eindhoven terecht. Mijn dochters zijn later naar Nederland gekomen.” “Als ik iemand kan helpen, dan doe ik dat. Ik ben warm en belangstellend. Maar als ik te veel zuip, beland ik in vechtpartijen. Ik raak opgefokt als mensen tegen mij tetteren. In een bui heb ik de schaar gepakt. Hop, mijn haar eraf. Toen ik Hilda Pellegrom ontmoette in de keet van het Leger des Heils, ging mijn bloeddruk omhoog. Weer zo’n bemoeial. Inmiddels kan ik me geen betere begeleider voorstellen; voor het eerst heeft hulp nut voor mij. Op 12 november 2009 stopte ik met tippelen. Hilda regelde een verblijfsvergunning en een uitkering. Ze ging zelfs mee naar de psychiater. Verslaafd aan alcohol ben ik nog steeds, ondanks een maand detox. In september heb ik de sleutel van mijn eigen woning gekregen. De eerste maanden zijn op proef. Als ik overlast veroorzaak, houdt het op.”
Nagelstyliste
Ook op verhaal komen achter deze mok? U kunt ‘m bestellen. Kijk daarvoor op de antwoordkaarten midden in dit blad.
16
magazine van het Leger des Heils
november 2010
“Het tippelen mis ik niet. Alleen het geld. Het is snel verdiend, snel uitgegeven. Aan alcohol, soms wat cocaïne. Of het woonhotel, als ik even geen relatie had. Alles wat ik nu wil, is alleen zijn. Ik dumpte mijn vriendje. Een klant, zoals al mijn relaties. Ik had hem alleen nodig voor onderdak. Nu wil ik nagelstyliste worden. Nepnagels plakken, ik weet wel hoe dat moet. Als je goed bent als hoer, komen de klanten terug. Zo werkt het in elk vak, dus het moet lukken. Ik wil een gewoon leven; in december word ik oma. Spijt heb ik nergens van. Ik had alleen vaker bij mijn kinderen willen zijn. Schuldgevoel kocht ik af met cadeautjes. Mijn dochters hadden meer gehad aan een mama die boterhammen smeert.” Helga is een schuilnaam
magazine van het Leger des Heils
november 2010
17
Wie bent u, als betrokken gever van het Leger des Heils? In deze rubriek geven we het woord aan de donateur. Zij vertelt, en o ja, ze heeft ook nog een vraag…
Kernwoorden van Nel en Rens:
avontuurlijk
Tekst Marc Evers BEELD Erik van der Burgt
D
e laatste grootschalige polio-epidemie in Nederland was begin 1930. Nel Blotkamp raakte verlamd aan haar been. Het ene is zeven centimeter korter en een stuk dunner dan het andere, vertelt ze. “Toch was ik een doorzetter. Zei ik ‘dat kan ik niet’, dan zei mijn moeder: ‘Kom op, eerst proberen!’ Daar word je flink van.” Nel Blotkamp is een positief ingestelde vrouw. De opvoeding hè, zegt de Rotterdamse stellig. Orde, duidelijkheid, die was er bij haar thuis. Haar moeder was streng, maar rechtvaardig. Koop pas iets als je het geld ervoor hebt, zei ze. Nel was enig kind. “Dan zijn alle ogen op je gericht. Toch lieten mijn ouders me mijn gang gaan.” Want ze was avontuurlijk ingesteld. Een typediploma had ze wel, maar een kantoorbaan zag ze niet zitten. Een advertentie waarin een kindermeisje werd gezocht voor rijke diplomaten in Luxemburg wel. “Eens in de veertien dagen was ik vrij. Ging ik erg graag terug naar huis.” Later ontmoette ze Fokke. “Een beste jongen, maar er zat niet veel bij. Hij gaf me geen tegengas.” Ze ging alleen verder, trouwde niet en kreeg geen kinderen.
sociaal
“Dat vind ik nog steeds erg jammer.” (Meteen er achteraan:) “Maar ik heb tijdens mijn werk wél twintig kinderen grootgebracht. Die bezoeken mij nog steeds. Voor hen ben ik ‘tante Nel’. ’s Nachts riepen zij niet om hun moeder, maar om mij.” Vroeger was de geboren Rotterdamse bedrijvig, tegenwoordig is ze door haar handicap aan huis gekluisterd. Ze schrijft veel. Bijvoorbeeld aan kleinkinderen van haar kennissen. “Een jarige krijgt een kaartje van me. Weet ik dat ‘ie ook nog een broertje van drie heeft, doe ik er voor hem ook iets kleins bij. Ze vergeten mij ook niet. Ik kreeg wel veertig kaarten met mijn verjaardag.” Toen ze nog veel buiten kwam, stopte ze in december altijd even op het Zuidplein. Waar het Leger des Heils met de kerstpot stond. “Ik ben nooit aan die bus voorbij gegaan. Een kennis van mijn ouders was vroeger al bij het Leger. ‘Tante Josje’ noemden we haar, ze was heilssoldaat. Het Leger deed veel goeds. Ik zou graag van het Leger willen weten waar dat geld uit die kerstpot nu aan besteed wordt.” “Als het aan mij ligt: voor kinderen die het moeilijk hebben. Armoede komt niet in mijn woordenboek voor, maar vroeger in Gouda belden arme kinderen van het kamp bij ons aan, op blote voeten. Mijn moeder smeerde dan een stapel boterhammen. Ik mopper nu weleens dat ik iets niet kan, maar ik mag best dankbaar zijn voor wat ik wel heb.”
‘Wat gebeurt er met de kerstpot?’ Dit is Nel Blotkamp
Zij is 82 jaar Woont in Rotterdam Is donateur van het Leger des Heils sinds 20 jaar
18
magazine van het Leger des Heils
november 2010
doorzetter
nostalgisch
R
ens Roos kan Nel Blotkamp een kort en krachtig antwoord geven: de opbrengst van de kerstpot gaat naar kerstvieringen en kerstacties voor eenzamen en mensen die leven op een sociaal minimum. Het is een aparte actie, want alle Leger des Heilsmedewerkers die ook maar enigszins tijd kunnen vrijmaken om de pot te ‘bemannen’, helpen een handje. “Zo sta ik ook elk jaar wel een paar uur te collecteren in Almere”, zegt de korpsofficier. Even na Sinterklaas – “niet te kort erop” – gaan de medewerkers de straat op. “We staan meestal zo’n twee weken bij de wat drukkere punten in een stad, een warenhuis of een supermarkt.” Bij de pot, een soort pan op drie poten, staat een bord met daarop een korte uitleg van de actie; waar het geld naartoe gaat, dat het om een kerstactie gaat. “Het is ook een sociale bezigheid”, vindt Rens. “Veel mensen die geven, maken een praatje.” Rens Roos ziet de actie als een manier om eenzaamheid op de kaart te zetten. En wat is dan een betere periode dan de weken vlak voor Kerst. “Ik denk dat we bijvoorbeeld met Pasen minder geld zouden ophalen. We staan niet meer zo vaak op straat als vroeger. Vooral bij oudere mensen roept onze aanwezigheid op straat nostalgische gevoelens op.” In eerste instantie wordt het geld gebruikt voor kersvieringen, waar het kerstverhaal wordt verteld en uitgelegd. Het is een viering om samen te praten, te zingen en te eten, bedoeld voor arme, eenzame stadsgenoten. Elk korps heeft wel een kerstviering. Dat was aanvankelijk het centrale en tevens ook enige doel; later zijn er andere bestedingen bij gekomen die ook met Kerst te maken hebben. “In Almere gebruiken we het geld vooral voor kerstpakketten voor ouderen, eenzame mensen, minder draagkrachtigen.” Het Leger des Heils krijgt via diverse instanties en praktijken (bijvoorbeeld huisartsen) adressen van mensen die het minder goed hebben. Die mensen krijgen een brief met een uitnodiging om een pakket te komen ophalen of met het tijdstip waarop het pakket wordt thuisbezorgd. Daar maken velen gebruik van, weet de korpsofficier. “Ik ben er meestal bij als de pakketten worden opgehaald. Als ik de tevreden, blije en dankbare gezichten van mensen zie, dan is mijn kerst meteen goed.” Het Leger des Heils in Almere begroot jaarlijks zo’n vijfduizend euro voor de kerstpot. “Die hopen we op te halen. Wat we eventueel meer ophalen, wordt voor dezelfde doelgroep op een later moment gebruikt.” Landelijk werd vorig jaar ongeveer 175.000 euro opgehaald.
‘Een viering en pakketten voor eenzamen’ Dit is Rens Roos
Hij is 46 jaar Werkt als Korpsofficier van het Leger des Heils in Almere magazine van het Leger des Heils
november 2010
19
‘Ik vind burenruzies niet onbenullig’ NCRV’s Rijdende Rechter mr. Frank Visser (59) begon zijn carrière in de jaren zeventig bij de reclassering van het Leger des Heils. Hij stelt vast dat de samenleving sindsdien onoverzichtelijker en ruwer is geworden. “Aardige huisvaders lopen met enge tatoeages rond.” Tekst Pjotr van Lenteren beeld Hans van den Heuvel
20
magazine van het Leger des Heils
Inspiratie
“I
k had als kleuter een obsessie met de Sint; ik heb een heel jaar lang elke dag precies dezelfde tekening van hem gemaakt. Ik bewonderde hem om zijn grotere betekenis: hij brengt evenwicht en steekt de ongelukkigen een helpende hand toe. De goedheiligman van Godfried Bomans. Of het me gelukt is om ook zo te worden? Dat moeten anderen maar beoordelen. Verder bestond mijn jeugd vooral uit verhuizen. Mijn vader, die accountant was, overleed in 1957; ik was toen 6 jaar oud. Ons grote gezin – we waren met zeven kinderen - moest van de ene op de andere dag van het keurige Utrechtse Tuindorp naar hartje Den Haag, waar mijn stiefvader een café kocht: ‘City West’ aan de Newtonstraat in het Valkenboskwartier.
november 2010
Het was niet leuk, maar wel leerzaam. Mijn moeder noemde het een ‘nette volksbuurt’, maar dat was het natuurlijk niet. Ik heb er met mensen van alle rangen en standen leren omgaan en dat heeft mij gemaakt tot de man die ik nu ben. Mijn menselijkheid is niet gespeeld. Na twee jaar verkochten mijn ouders de kroeg om weer ergens anders hun geluk te beproeven, maar de koper heeft nooit betaald. Een advocaat konden we niet betalen. Mijn ouders namen een rare snuiter in de arm die zichzelf jurist noemde en dat is ook niets geworden. Het is daarna wel goed gekomen, door hard werken. Mijn moeder is een toonbeeld van nooit opgeven.”
intiem “Elk land krijgt de televisierechter die het verdient, in Nederland is dat een schoolmeester. Dat las ik in een ingezonden
brief. Ik moest daar erg om lachen, want het is waar. Ik wil mensen iets bijbrengen. In Amerika zie je grote rechtbankdrama’s op tv, hier doen we ruzies over een heg, een boom of een geit. Ik zie eigenlijk geen verschillen tussen grote en kleine zaken. Landen sturen een leger, rijke mensen een advocaat en gewone mensen de Rijdende Rechter. Maar als je goed kijkt, zijn alle conflicten in de kern hetzelfde. Alleen de mensen zijn elke keer anders. Ik vind burenruzies niet onbenullig.Het leven is ingewikkeld geworden. Vroeger was een bank betrouwbaar, als iemand je een rekening of een aanmaning stuurde dan klopte die. Dus betaalde je. Tegenwoordig is alles schimmig. Ik heb zelf twee woekerpolissen met een wurgcontract. Je zou zeggen: dat doorziet een rechter wel. Niet dus. Je kunt er niet meer vanuit gaan dat hooggeplaatste mensen wel weten wat goed voor je is. Ik wil daarom graag zorgen dat zo veel mogelijk mensen iets meer van het recht begrijpen.”
Idealen “Ik hoor vaak heel intieme dingen van mensen in een zaak. Het is de kunst als rechter om betrokken te zijn en alles te weten, maar zelf een onbekende te blijven en niets van jezelf te laten zien. Dat is wel eens gek, maar ook het mooie van dit vak. Je speelt de rol van een rustige, wijze, oude rechter. Van mezelf ben ik behoorlijk driftig, maar dat merkt niemand. Als reclasseringsambtenaar schreef ik rapporten over mensen die terecht stonden. Wat is de achtergrond van deze persoon, hoe voorkomen we dat wat hij gedaan heeft weer gebeurt? Ik heb in die tijd geen onderscheid gemaakt tussen recht en maatschappelijk werk. Wij zaten boven een koffiehonk voor dak- en thuislozen en er kwam geregeld iemand naar boven stiefelen met een vraag. Al snel zat je dan in een gehuurd busje met stoelen van je oma
voor een man die uit huis was gezet en in zijn nieuwe onderkomen geen meubels had. Bij mensen over de vloer komen en iets voor ze kunnen betekenen vind ik het mooiste van het vak. Ik merk elke dag dat de samenleving verruwt. Mensen komen tegenwoordig vaak pas bij de rechter als ze al bijna niet meer te redden zijn. Je ziet het zelfs in het uiterlijk van de mensen: hele aardige huisvaders lopen met griezelige tatoeages rond, hullen zich in de verschijningsvormen van geteisem van de straat. Mij piepel je niet. Ik zie die verruwing, maar ik weet niet wat je eraan kunt doen. Het mij kenmerkende optimisme is maar een laagje. Het kan morgen over zijn. We weten niet wat de dag van morgen brengt, dus laten we genieten nu het nog kan.”
magazine van het Leger des Heils
november 2010
21
Zoek de verschillen
COLOFON Kans is een uitgave van Stichting Leger des Heils Fondsenwerving, bestemd voor donateurs en andere betrokken gevers. Onze activiteiten worden voor circa 90 procent bekostigd via overheidsregelingen. De gelden kunnen alleen worden besteed aan doelen die de overheid aanwijst. Verder betaalt een aantal cliënten een eigen bijdrage. Er zijn echter nog steeds mensen die buiten de boot vallen. Het Leger des Heils blijft daarom zoeken naar nieuwe vormen van hulpverlening, in aanvulling op het Nederlandse zorgstelsel. Omdat deze projecten (nog) niet binnen de subsidieregels vallen, zijn wij afhankelijk van donaties, giften en nalatenschappen. Dit magazine geeft donateurs en relaties die de organisatie steunen een gevarieerd, maatschappelijk relevant, hedendaags en zinvol beeld van het Leger des Heils. Het blad wil een relevante kennisbron zijn over maatschappelijke issues waarmee het Leger zich bezig houdt. Het laat ook zien dat het Leger zijn beloften inlost: er onvoorwaardelijk zijn voor mensen zonder vangnet, geïnspireerd door het christelijk geloof.
Leger des Heils Nederland wil kennis delen tussen diverse projecten. Daarom bezocht Irene den Hollander (27), unitleider bij tienermoederhuis Zy aan Zy Rotterdam, het Braziliaanse hulpverleningsproject voor moedermeisjes in São Paulo. Dankzij geld van donateurs kunnen Nederlandse professionals iets extra’s betekenen voor ontwikkelingswerk in het buitenland.
São Paulo Groot probleem: armoede, crack, lijm, harddrugs, 3e generatie op straat.
Wat kwam Irene tegen in São Paulo
Territoriaal Commandant
Geleerde les: “Huiselijkheid. Begeleiders eten samen met de meisjes en hun kids. Daarmee leren ze vaardigheden, in de sfeer van veiligheid.”
Hans van Vliet
Hoofdredactie Will van Heugten
Coördinatie /eindredactie Irene Belkum
Redactie Margreet Kramer-Schutte Harm van Teijlingen, Wim Kanis, Jurjen Sietsema
Concept /eindredactie
Rotterdam Groot probleem: blowen, alcohol; soms 3e generatie schuldhulp verlening.
Wat komt Irene tegen in Rotterdam
22
magazine van het Leger des Heils
november 2010
Geleerde les: “Meer structuur aanbrengen in hulpverlening verbetert het perspectief van de meisjes en doorbreekt de cirkel van ellende.”
Fotografie Marcel van den Bergh en AP/Reporters André Penner
Maters & Hermsen Journalistiek, Fred Hermsen, Galiëne Gerritsen
Teksten /vormgeving Maters & Hermsen Journalistiek, Maters & Hermsen Vormgeving
Lithografie /druk Mark Boon, Senefelder Misset Doetinchem
Reageren? Leger des Heils, t.a.v. redactie Kans postbus 3006, 1300 EH, Almere.
[email protected] www.legerdesheils.nl
Geef ook! Wilt u ons helpen? Stort uw gift op bankrekening 70.70.70.171 of word donateur. Kijk daarvoor op www.legerdesheils.nl onder het kopje ik wil helpen. Of bel: 036 53 98 134
Kopje koffie? Even buurten bij het Leger
Naast Haarlem, Utrecht, Papendrecht en Amsterdam kent ook Drachten sinds kort een Bij Bosshardt; een buurtsteunpunt van het Leger des Heils waar wijkbewoners kunnen binnenlopen voor een kop koffie, aanspraak en gezelligheid, of voor hulp bij allerhande vragen. Het Leger des Heils wil op een laagdrempelige manier mensen met elkaar in contact brengen. Inmiddels hebben negen steden een dergelijke voorziening. In 2011 wil het Leger de steunpunten verder uitbreiden.
‘goede morgen’
Aardig doen kost niks. Toch voelt één op de drie Nederlanders zich extreem alleen. Help mee om eenzaamheid te bestrijden. Hoe? Laat bloemen bezorgen bij iemand die altijd alleen is. Zeg ‘goede morgen’ tegen de straatkrantverkoper. Onlangs lanceerde het Leger des Heils een website met goede ideeën tegen eenzaamheid, om het thema nog nadrukkelijker op de maatschappelijk agenda te zetten. Wilt u ook iets doen? Of hebt u een goed anti-eenzaamheid-idee? Kijk op www.stopeenzaamheid.nu wat u kunt betekenen voor een ander.
Kerst zegen
Lodewijks uniform wordt laptoptas
Voor in de auto. Of thuis, met de feestdagen in zicht. De Amsterdam Staff Songsters hebben een nieuwe cd uitgebracht met zestien liederen, geënt op Kerst. A Christmas Blessing bevat klassieke carols en wat modernere songs, waarmee u de sfeer meteen in huis hebt.
Bestellen? Dat kan via de antwoordkaart middenin dit blad. De cd is ook te koop via de webshop www.legerdesheils.nl voor € 17, 50 (+ € 1,95 verzendkosten).
Afgedankte kleding vindt niet alleen zijn weg naar tweedehands kledingwinkels of het buitenland. Sinds kort helpt Leger des Heils ReShare mee aan de ontwikkeling van nieuwe technieken om textiel te vervezelen. In samenwerking met onder andere Texperium (een kenniscentrum voor innovatie) worden van bijvoorbeeld oude KLM-uniformen laptoptassen of kofferriemen gemaakt. Van alle reststoffen is textiel de grootste milieuvervuiler. Daarom helpt het Leger mee ‘schoon’ garen te spinnen voor goede producten. magazine van het Leger des Heils
80 Ruim
mensen reageerden op de oproep in Kans om als coördinator de landelijke collecte van het Leger des Heils te helpen organiseren. Deze maand lopen 1482 vrijwilligers met een bus langs de deuren, om extra geld voor projecten op te halen.
Wilt u volgend jaar ook meedoen? Vul dan de antwoordkaart in midden in dit blad.
november 2010
23
In elke Kans vertellen de mensen van de voorkant hier de achtergrond van hun verhaal.
‘naar school nam ik de whiskyfles mee’
Leanna met haar mentor Maaike Spek
Sinds haar twaalfde was Leanna Salomon (20) verslaafd. Wiet, pep, coke. Na zes jaar gebruik is ze nu clean, verliefd en aan het werk via Vast & Verder van het Leger des Heils. Toen haar moeder ziek werd, ging de knop om. Leanna stopte met drugs. “Mama ging dood; ik wilde dat ze trots op me was. Laten zien dat ik me wél redde.” Als kind werd Leanna, net als haar moeder, mishandeld door haar vader. Het eerste blowtje tijdens een feestje in groep 8 gaf haar een heerlijk gevoel. “Ik kon vergeten.” Op een nacht liep ze weg van huis. Op een bankje sprak een oudere man haar aan. “Ik zat met een joint, hij rookte er eentje mee.” Zo ontstond de vriendschap met Theo, die haar inwijdde in de Haarlemse drugsscene. Na schooltijd ging ze altijd naar het kraakpand waar haar junkievrienden woonden. Daar kreeg ze voor het eerst pep aangeboden. Leanna werd gabber; Lonsdale-kleding en hardcore-muziek. Ze gebruikte speed, pillen en partydrugs. “Ik snoof op m’n kamer. Naar school nam ik de whiskyfles mee.” Ze vond dit leven fijn, hoorde eindelijk ergens bij. “Ik werd gerespecteerd om wie ik was, na jaren van mishandeling.” Op een dag vond ze Theo. Dood. Verkeerde heroïne uit een vies land. “Het maakte mij emotieloos. Niets kon me meer schelen.” Ze wilde ook sterven. Op straat. Liever niet ouder worden dan dertig. “Toen werd mama ziek.” Via opvanghuis, jeugdgevangenis en gesloten inrichting kwam Leanna bij Vast & Verder. Eindelijk clean! “Je krijgt hulp met het leren van alles. Koken, schulden afbetalen, op gewicht komen.” Ze leerde huisgenoot Damian kennen en werd verliefd. “Door hem ging ik weer voelen, leven. Na acht maanden hier heb ik voor het eerst gehuild.” In januari gaat ze een zorg- en welzijnopleiding volgen. “Ik wil met jongeren werken die van de straat komen. Laten zien dat het kan lukken, als je maar wilt.”