JK-922 ELEKTRONISCH LESKEYBOARD MET 61 TOETSEN
;■
Voorzorgsmaatreg elen Lees de instructies aandachtig door voordat u het product in gebruik neemt
I. Bedieningselementen en aansluitingen
Gebruik uitsluitend de aangegeven voedingsadapter. Vervang de adapter bij tekenen van slijtage of defecten. Haal het instrument niet uit elkaar en breng geen wijzigingen in de onderdelen aan. Bij storingen staakt u het gebruik onmiddellijk en laat u het defect verhelpen door een bevoegde servicemedewerker. Bij aansluiting van het instrument op een versterker moeten beide apparaten eerst zijn uitgeschakeld. Gebruik het instrument niet langdurig op maximale of onaangenaam hoge volumeniveaus. Houd het instrument uit de buurt van warmtebronnen die schade aan de onderdelen kunnen veroorzaken. Zorg ervoor dat er geen stof, viezigheid en andere voorwerpen in het instrument kunnen vallen die mogelijk roestvorming of kortsluiting kunnen veroorzaken. Haal vóór reiniging van het instrument de stekker uit het stopcontact en zorg ervoor dat uw handen droog zijn voordat u de stekker in het stopcontact steekt of hieruit verwijdert. Gebruik een droge en zachte doek om het instrument te reinigen, en zorg ervoor dat zich hier geen resten van verf, alcohol of andere chemische oplosmiddelen op bevinden.
1. Luidspreker
Na gebruik en wanneer het instrument voor langere tijd niet wordt gebruikt, schakelt u het instrument uit en haalt u de stekker uit het stopcontact.
2. Aan/uit-knop
Waarschuwing! Zorg dat er een veilige afstand bestaat tussen uw oren en het keyboard om zo gehoorbeschadiging te voorkomen. Er mag geen kortsluiting met de aansluitingen ontstaan. U dient de verpakking te bewaren aangezien deze belangrijke informatie bevat.
Inhoud 1 2
I. Bedieningselementen en aansluitingen II. Voorbereiding voor bespelen
3. Hoofdvolume 4. Volumeondersteuning (Accom Volume) 5. Tempo 6. Transponeren (Transpose)
3 III. Basismethode voor bespelen 4
IV. Automatisch ritme
5
V. Automatische basakkoorden
7. Tunen 8 Akkoord met één vinger (Single) 9. Volledige akkoorden (Fingered)
10. Akkoordtoon (Chord Tone) 11. Akkoord uit (Chord Off) 12. Metronoom 13. One-Keyleerfunctie (One Key) 14. Volgen (Follow Me) 15. Begeleiding (Ensemble)
19. Toon (Tone)
28. Programmeren
20. Melodie
29. Doorlopende lus (Null Play) 30. Aanhouden (Sustain) 31. Vibrato
16. Demo Eén (Demo One) 17. Alle demonummers (Demo All) 18. LCDdisplay
25. Overgang (Fill-in) 26. Opnemen (Record)
21. Ritme 22. Cijfertoetsen 23. Sync
32. Splitsen (Split)
24. Starten/Stoppen
33. Keyboardpercussie (Keyboard Percussion) 34. Paneelpercussie (Panel Percussion) 35. Akkoordenkeyboard (Chord Keyboard)
27. Afspelen (Play-back)
6
VI. Regeling van effecten
7
VII. Opnemen en afspelen
8
VIII Programmeren en doorlopende lusleerfunctie; IX. Intelligente
9
36. OUT-AANSLUITING L/R 37. AANSLUITING HOOFDTELEFOON 38. DC 12V-INGANG
II. Voorbereiding voor bespelen • Gebruik van de AC/DC-voedingsadapter Gebruik uitsluitend een voor het instrument geschikte AC/DCvoedingsadapter. Sluit één uiteinde aan op de voedingsingang op het
achterpaneel, en het andere op het elektriciteitsnet (let op dat de ingangsspanning gelijk moet zijn aan die van het elektriciteitsnet). • Aansluiting hoofdtelefoon Sluit de hoofdtelefoon (niet meegeleverd) aan op de aansluiting van de hoofdtelefoon aan de achterkant van de behuizing, zodat de interne speaker automatisch kan worden uitgeschakeld en u kunt blijven spelen en zingen zonder dat anderen hier last van hebben. Let op: te hoge volumes via de hoofdtelefoon kunnen gehoorbeschadiging tot gevolg hebben. • Aansluiting op versterkers of akoestische luidsprekers Het instrument is uitgerust met een intern luidsprekersysteem en kan ook op andere versterkers of luidsprekers worden aangesloten. Hiertoe dient u eerst het instrument en de externe apparatuur uit te schakelen, vervolgens de stereokabel in de OUT-AANSLUITING L/R op het achterpaneel te steken, en het andere uiteinde in de LINE IN- of AUX IN-aansluiting van de externe apparatuur
III. Basismethode voor bespelen Druk op de knop [POWER] om de displayverlichting te activeren voor weergave in het LCD-display van informatie zoals huidige toon, tempo, enz. • Regeling van het hoofdvolume Druk op de knop [MASTER VOL +] of [MASTER VOL -] om het volume te verhogen of te verlagen. Druk beide knoppen tegelijkertijd in om het volume naar het vooraf ingestelde niveau van "12" te brengen. Met deze twee knoppen regelt u ook het begeleidingsvolume. • Toonselectie Het systeem bevat honderd verschillende tonen, variërend van "00" tot "99". Zodra het instrument wordt ingeschakeld, gaat het systeem automatisch over op de toonselectie en verschijnt het woord "TONE" in het LCD-display. Als dit woord niet verschijnt, kunt u de functie activeren door op de knop [TONE] te drukken.
De vooraf ingestelde toon is "00", oftewel pianogeluid. U kunt de gewenste toon selecteren door de cijfertoetsen of de [+/-] knoppen in te drukken. • Paneel- en keyboardpercussietoetsen Er zijn acht soorten paneel- en keyboardpercussiegeluiden. ♦Druk op de knop [PANEL PERCUSSIONS] voor weergave van het overeenkomstige percussiegeluid. ♦Druk op de knop [KEYBOARD PERCUSSIONS] en vervolgens op de zwarte of witte toets die aan een bepaald percussiegeluid is gekoppeld. Druk nogmaals op de knop om deze modus op te heffen. •Demonummers Er zijn tien demonummers op het systeem opgeslagen, variërend van "00" tot "09". ♦Druk op de knop [DEMO ONE] om het huidige demonummer herhaaldelijk af te spelen. Druk nogmaals op de knop om het huidige nummer te stoppen, en een derde keer om naar het volgende nummer te gaan. Naast de knop [SONG] kunt u ook de cijfertoetsen of [+/-] knoppen gebruiken om het nummer van uw keuze te selecteren. ♦Druk op de knop [DEMO ALL] om alle demonummers achter elkaar af te spelen. ♦Tijdens het afspelen van de demonummers kan de toon van de nummers worden aangepast.
IV. Automatisch ritme •Ritmeselectie Het systeem biedt honderd verschillende ritmes, variërend van "00" tot "99". Wanneer u op de knop [RHYTHM] drukt, verschijnt het woord "RHYTHM" in het LCD-display. U kunt het gewenste ritme selecteren door de cijfertoetsen of de [+/-] knoppen in te drukken.
• Ritmeregeling 1. Ritme starten Druk op de knop [START/STOP] om het begeleidende ritme te starten. Voordat u het ritme start, drukt u op de knop [SYNC], waarna het woord "SYN" in het LCD-display verschijnt. Iedere toetsaanslag op het akkoordenkeyboard (19 toetsen aan de linkerzijde van het keyboard) zorgt er vervolgens voor dat het begeleidende ritme tegelijk met de gekozen uitvoering begint. 2. Overgang Wanneer u tijdens het afspelen van het ritme op de knop [FILL IN] drukt, wordt de overgang automatisch ingezet. 3. Begeleiding stoppen Druk op de knop [START/STOP] om het begeleidende ritme onmiddellijk te stoppen.
• Automatische metronoom In het systeem zijn vier metronoomtempo's opgeslagen: 1/4-maat, 2/4maat, 3/4-maat, en 4/4-maat. Voor een 1/4-maat drukt u één keer op de knop [METRONOME], voor een 2/4-maat drukt u de knop twee keer in, voor een 3/4-maat drie keer en voor een 4/4-maat vier keer. Als u de knop een vijfde keer indrukt, wordt de functie uitgeschakeld. U kunt de functie ook opheffen door op de knop [START/STOP] te drukken. • Temporegeling Het vooraf ingestelde tempo is 120 slagen/min. Druk op de knop [TEMPO +] of [TEMPO -] om het tempo van het ritme te verhogen of te verlagen. Druk beide knoppen tegelijkertijd in om het tempo naar het vooraf ingestelde niveau te brengen. Regeling van het begeleidingsvolume
Het begeleidingsvolume wordt op dezelfde manier geregeld als het hoofdvolume.
V. Automatische basakkoorden • Akkoorden met één vinger Wanneer u tijdens het afspelen van het ritme op de knop [SINGLE] drukt, verschijnt het woord "SIN" in het LCD-display. Nu kunt u akkoorden met
één vinger uitvoeren op het akkoordenkeyboard met behulp van de akkoordkaart voor akkoorden met één vinger. (Akkoordkaart voor akkoorden met één vinger)
• Volledige akkoorden Wanneer u tijdens het afspelen van het ritme op de knop [FINGERED] drukt, verschijnt het woord "FIN" in het LCD-display. Nu kunt u
volledige akkoorden uitvoeren op het akkoordenkeyboard met behulp van de akkoordkaart voor volledige akkoorden.
(Akkoordkaart voor volledige akkoorden) Mineur (m)
Majeur septiem (m7)
Mineur Verminderd Vermeerderd septiem (dim) (aug) verminderde kwint (m75)
Septiem met Mineur 9 voorgehouden (m9) kwart (7 sus 4)
Septiem (7)
Mineur septiem (m7)
Majeur
Mineur majeur septiem (mM7)
Septiem verminderde kwint (7-5)
Verminderd septiem (dim7)
Drieklank met voorgehouden kwart (sus 4) None (9)
• Akkoord uit (Chord Off) Druk op de knop [CHORD OFF] om de akkoordmodus uit te schakelen. • Selectie van de akkoordtoon
In de modus akkoordbegeleiding kan de toon van het akkoord worden gewijzigd door de knop [CHORD TONE] in te drukken. U gaat terug naar de originele toon door nogmaals op de knop te drukken.
•Vibrato Wanneer u op de knop [VIBRATO] drukt, verschijnt het woord "VIB" in het display, waarna het geluid van de toetsaanslagen een vibrato-effect krijgt. Wanneer u nogmaals op de knop drukt, verdwijnt het woord "VIB" en wordt de functie uitgeschakeld. •Transponeren (Transpose) Druk op de knop [TRANSPOSE +] of [TRANSPOSE -] om de toonhoogte van de noten te transponeren. De transpositie kan worden afgestemd binnen het bereik "-6" en "+6". Druk beide knoppen tegelijkertijd in om de toonhoogte naar het vooraf ingestelde niveau van "0" te brengen. •Tunen Druk op de knop [Tune +] of [Tune -] om de toonhoogte nauwkeurig te corrigeren binnen het bereik "-99" en "+99". Druk beide knoppen
tegelijkertijd in om het keyboard in de standaardinstelling terug te zetten en de toonhoogte naar het vooringestelde niveau van "0".
•Dubbel keyboard Wanneer u op de knop [SPLIT] drukt, verschijnt het woord "SPLIT" in het display. Het keyboard is nu in twee delen gesplitst en bestaat uit een dubbel keyboard, met 24 toetsen links en de overige toetsen rechts. De toon van de twee delen kan verschillen. Het linkerdeel behoudt de originele tonen, maar aan het rechterdeel kunt u andere tonen toewijzen. De toonhoogte in het linkerdeel neemt tegelijkertijd met acht halve tonen toe, terwijl de toonhoogte in het rechterdeel met acht halve tonen afneemt. De toonhoogten van de twee delen komen dus met elkaar overeen. Druk nogmaals op de knop [SPLIT] om deze modus op te heffen. De functie wordt ook uitgeschakeld wanneer de modus automatische akkoorden wordt geactiveerd.
VII. Opnemen en afspelen VI. Regeling van effecten • Aanhouden (Sustain) Wanneer u op de knop [SUSTAIN] drukt, verschijnt het woord "SUS" in het display en wordt het geluid van de toetsaanslagen aangehouden. Wanneer u opnieuw op de knop drukt, verdwijnt het woord "SUS" en wordt de functie uitgeschakeld.
• Opnemen Wanneer u op de knop [RECORD] drukt, beginnen de automatische beats en verschijnt het woord "RECORD" in het display. In deze modus worden alle gespeelde noten opgenomen, samen met de automatische beats. Iedere keer dat deze functie of de programmeerfunctie wordt ingeschakeld, vervangt de nieuwe opname de oude opname.
• Stoppen Druk op de knop [REC] of [PLAYBACK] om het opnemen te stoppen. Ook wanneer het geheugen vol is, zal de opname automatisch stoppen en verdwijnt het woord "REC". • Afspelen Wanneer u op de knop [PLAYBACK] drukt, verschijnt het woord "PLAY" in het display en worden alle opgenomen noten afgespeeld. Als u de knop nog een keer indrukt, kunt u de noten een tweede keer beluisteren. Als u deze knop echter tijdens het afspelen indrukt, wordt het afspelen afgebroken.
VIII. Programmeren en doorlopende lus • Programmeren Wanneer u op de knop [PROG] drukt, verschijnt het woord "PROG" in het display, beginnen de automatische beats en wordt ook de functie keyboardpercussie geactiveerd. In deze modus kan een willekeurig deel van de paneel- of keyboardpercussie worden geselecteerd voor het wijzigen van het ritme. Zowel bij het kiezen van een nieuw programma als bij een vol geheugen, zal het programma stoppen. Het nieuw aangepaste ritme of de nieuwe opname vervangt het oude ritme c.q. de oude opname. • Doorlopende lus Wanneer u op de knop [NULL PLAY] drukt, verschijnt het woord "PLAY" in het display en kan het gewijzigde ritme vervolgens herhaaldelijk worden afgespeeld. Druk nogmaals op deze knop om het afspelen te beëindigen.
IX. Intelligente leerfunctie
• One-Key-leerfunctie Wanneer u op de knop [ONE KEY] drukt, verschijnt het woord "LEARN" in het display en is de One-Key-leerfunctie geactiveerd. Druk hierna op de knop [SONG] en kies een demonummer met behulp van de cijfertoetsen of de [+/-] knoppen. U kunt ook demonummers kiezen voordat u de One-Key-leerfunctie activeert.
Zodra u dit doet, kunt u het muziekstuk gaan oefenen op het keyboard. Bij iedere aanslag, zelfs van de verkeerde toets, wordt de melodie verder afgespeeld. Tijdens het oefenen verschijnen er knipperende markeringen in het display die de juiste noten op de notenbalk en het keyboard aangeven. Druk nogmaals op de knop [ONE KEY] om deze modus op te heffen. • Volgen U activeert deze functie op dezelfde manier als de functie [ONE KEY]. Door de knop [FOLLOW] in te drukken tijdens het afspelen van het demonummer, begeleiden de knipperende markeringen in het display de
leerling bij het aanslaan van de juiste toetsen. Als de leerling een fout maakt, speelt de melodie van het demonummer niet verder totdat de fout is gecorrigeerd. Druk nogmaals op de knop [FOLLOW] om deze modus op te heffen. • Begeleiding U activeert deze functie op dezelfde manier als de functie [ONE KEY]. Door de knop [ENSEMBLE] in te drukken, creëert de gebruiker in combinatie met het systeem een ensemble. De automatische begeleiding wordt gestart na iedere willekeurige toetsaanslag. Als er niet binnen vijf seconden een toets wordt aangeslagen, speelt het systeem de hele melodie automatisch af. Druk nogmaals op de knop [ENSEMBLE] om deze modus op te heffen.
De intelligente leerfunctie bestaat uit drie stappen waarmee beginners
stap voor stap leren hoe ze het instrument moeten bespelen. Ten eerste kunnen beginners oefenen en vertrouwd raken met de melodie en beats van een bepaald nummer door op de knop [ONE KEY] te drukken, vervolgens de uitvoering volgen met behulp van de knop [FOLLOW], en tot slot een ensemble creëren in combinatie met het systeem.