Hoe een kip een vos vangt… Jezus en politici (luk. 13: 31-35) Hoe een kip een vos vangt Ik geef het toe, het is een rare titel voor een preek. Maar in de paar verzen die we gelezen hebben noemt Jezus deze twee dieren. En u vraagt zich misschien af hoe dit nu samen hangt met de ondertitel: Jezus en politici… In één van de laatste debatten voor de verkiezingen van afgelopen week nam een presentator tijdens een aankondiging het woord ‘politieke vossen’ in de mond. Ik weet niet of hij zich bewust was van het feit dat hij daarmee een woordvondst van Jezus gebruikte. Te midden van al het gedraai en gekonkel van de politiek vraag ik me wel eens af: wat zou Jezus bij zo’n debat te zeggen hebben. Zou hij ook zo lief kijken? Laten we samen deze morgen eens kijken naar hoe de Heer omging met politici uit zijn tijd. Misschien leren we dan samen een nieuw aspect van wie Jezus is, en wat dat voor ons als zijn discipelen betekent. Sommige mensen denken dat Jezus het alleen maar had over koninkrijk van de hemel. Met aards politiek gekonkel had hij niet veel van doen, toch? Maar dan is het alsof de Heer ons heeft leren bidden: uw koninkrijk kome alleen in de hemel… Jezus leerde ons bidden: Uw koninkrijk kome, uw wil geschiede, in de hemel èn op de aarde… We bidden niet, haal me uit deze wereld zodat ik daarboven kan zijn. Maar we bidden ten diepste: laat wat daar boven gebeurt hier op aarde gebeuren. En uiteindelijk zal die hemel op aarde komen, als het Nieuwe Jeruzalem zal neerdalen. God heeft deze aarde niet opgegeven, Hij wil haar radicaal vernieuwen, en met de komst van de messias is het koninkrijk definitief doorgebroken. En dan gebeuren er rare dingen. Dan gaan de rijken met de armen delen, gaan de machtigen dienen. Als Gods koninkrijk doorbreekt worden de verhoudingen van de koninkrijk van de wereld omgedraaid. Politieke context in Jezus’ tijd. Als we willen ontdekken hoe Jezus in debat ging met de machthebbers van zijn tijd, moeten we eerst wat meer over hen te weten komen. Ik wil vanochtend focussen op drie politici uit de tijd van Jezus. Herodes de Grote en twee van zijn zoons. Herodes de Grote Herodes de Grote, die regeerde bij de gratie van Rome, was de eerste politicus die geprobeerd heeft om Jezus om te brengen. Hij kreeg een paar buitenlandse royalty watchers op bezoek. Alleen al het gerucht dat er een nieuwe koning was geboren voor hem al genoeg aanleiding om zich bedreigd te voelen. U kent het verhaal van de kindermoord door Herodes. Herodes was een beetje paranoïde en deinsde er niet voor terug om zijn eigen vrouwen en kinderen te vermoorden als hij ze verdacht van complotten. Hij had er dan ook genoeg. 10 vrouwen en 43 kinderen.
1
Op een gegeven moment verdacht hij zijn favoriete vrouw. En ondanks dat hij van haar hield heeft hij haar toch omgebracht, samen met twee zonen die ze hem gebaard had en haar moeder. Vijf dagen voor Herodes stierf liet hij ook nog zijn oudste zoon vermoorden. Deze eerste politicus heet dus Herodes de grote… Toen Herodes de grote was gestorven stonden drie van zijn zonen te trappelen om de macht over te nemen. Maar ook zij waren afhankelijk van de macht van Rome. En alleen de keizer kon hun opvolgingsstrijd beslissen. Als ze hem bezoeken in Rome deelt Caesar het rijk in drieën (kaart projecteren). Archelaus kreeg Judea, het blauwe gedeelte. Herodes Antipas kreeg Galilea, het oranje gebied, en nog wat overjordaanse gebieden. Filippus kreeg het groene gedeelte, het Noordoosten. De roze gebieden behoorden bij Syrië. Jezus verplaatste zich vooral in de gebieden van Archelaüs en Herodes Antipas, en sprak daar niet alleen over geestelijke zaken, hij was soms gevaarlijk down-to-earth en actueel. Als je duikt in de context van zijn tijd blijkt dat Jezus af en toe scherp uithaalt naar bijvoorbeeld Archelaus en Herodes Antipas. Archalaüs Laten we beginnen bij Archelaüs. Hij was, net als zijn vader, geen lieverdje. Zo lezen we in bronnen over een oproer in Jeruzalem tijdens het pascha, Archelaus was op dat moment in Rome. Als reactie op de oproer liet hij 3000 joden in Jeruzalem ter dood brengen. Een visitekaartje van de nieuwe koning. Iedereen was bang voor hem, hij was zeer gehaat. De joden stuurden zelfs een delegatie van 50 mannen naar Rome. Ze zeiden tegen de keizer: ‘wij willen hem niet als koning, we willen nog liever onder Syrië vallen’. Dat hadden ze beter niet kunnen doen. Jeruzalem was in die tijd een gevaarlijke plek om over andere koninkrijken te praten. Archelaus heeft deze 50 mensen ook vermoord. Maar is Jezus bang voor de macht van Rome en voor de macht van Archelaus? In Lukas 19 vertelt Jezus een gelijkenis over een koning. In die gelijkenis zitten een paar opvallende elementen. 11 Aan de mensen die stonden te luisteren, vertelde hij nog een gelijkenis, aangezien hij nu dicht bij Jeruzalem was en zij dachten dat het koninkrijk van God nu spoedig zou aanbreken. 12 Hij zei: ‘Een man van voorname afkomst ging op reis naar een ver land om het koningschap in ontvangst te nemen en dan terug te keren. Vers 12 “een man ging naar een naar een ver land…” hmmm, waar hebben we dit eerder gehoord? Niet zo lang geleden. Het kan haast niet anders: alle toehoorders moesten direct denken aan Archelaus. We lezen verder in vers 14: 14 Maar zijn landgenoten haatten hem en stuurden afgevaardigden achter hem aan met de boodschap: “We willen niet dat die man koning over ons wordt!”
2
Ik kan me voorstellen dat de toehoorders van Jezus bij zichzelf dachten: Ok, Jezus, nu moet je ophouden. De hint is duidelijk maar je kan beter stoppen. Niemand praat zo als je wil blijven leven. Jezus vertelt even later over de koning in zijn verhaal: 27 En die vijanden van mij die niet wilden dat ik koning over hen werd, breng hen hier en dood ze voor mijn ogen.”’ Jezus schuwt de actualiteit in zijn gelijkenissen niet. Het zou veilig zijn als Jezus na deze woorden koest houdt en niet te dicht in de buurt van Jeruzalem, het gebied van Archelaus komt. Maar wat lezen in het volgende vers: 28 Na deze woorden trok Jezus verder, op weg naar Jeruzalem. Jezus is niet bang van Archelaus, ook al is Jeruzalem rond het pascha een gevaarlijke plaats en tijd voor mensen die over andere koninkrijken praten. Herodes Antipas Dan de derde politicus uit de tijd van Jezus, Herodes Antipas. Hoe ging Jezus om met Herodes Antipas, die ook koning was over zijn familie in Nazareth? Wat voor een man was deze Herodes Antipas? We kennen het verhaal van de ontmoeting tussen Jezus en Herodes, nadat Jezus was overgeleverd. Jezus weet dat zijn tijd gekomen en zwijgt. Maar dat wil niet zeggen dat hij eerder gezwegen heeft tegen deze Herodes Antipas. En Johannes de doper had zich ook niet stilgehouden. Johannes had koning Herodes berispt om zijn echtscheiding en nieuwe huwelijk. 19 Maar de tetrarch Herodes, die door Johannes was terechtgewezen in verband met Herodias, de vrouw van zijn broer, en vanwege al zijn andere wandaden, 20 voegde aan alle slechte dingen die hij had gedaan nog toe dat hij Johannes opsloot in de gevangenis. Hoe zat dat precies met dat huwelijk van Herodes? Zijn eerste huwelijk was politiek: hij trouwde met de dochter van de koning van Nabitea, zijn politieke rivaal. Hij werd echter verliefd op Herodias. Voor haar bouwde hij haar een groot paleis waar hij samen met haar in weelde wilde leven. Er waren echter een paar problemen. Herodes was al getrouwd, en Herodias ook. En om het nog ingewikkelder te maken, Herodias was getrouwd met zijn Herodes’ halfbroer Philippus. En Herodias was weer de dochter van een andere halfbroer. Toen Herodes met Herodias trouwde, was ze dus niet alleen zijn vrouw, maar ook zijn nichtje en zijn schoonzus… Nu begrijpen we dat Johannes dat aan de kaak stelde. Herodias wilde wel met Herodes trouwen, maar als voorwaarde stelde ze dat hij moest scheiden van zijn eerste vrouw. Dat deed hij. Maar het was niet zo diplomatiek om te scheiden van de dochter van een machtige politieke rivaal. Dat is vragen om oorlog en die kwam dan ook. We weten uit de bronnen dat Herodes met 10.000 man optrok, en zijn schoonvader met 20.000. De afloop laat zich raden: Herodes Antipas werd in de pan gehakt.
3
Herodes was ook geen lieverdje. Herodes had de kritiek van Johannes niet gewaardeerd en nam hem gevangen, uiteindelijk zou hij Johannes laten ombrengen. Mensen die het koninkrijk verkondigen kunnen maar beter bij Herodes uit de buurt blijven. Toch dacht Jezus daar blijkbaar anders over. Mat. 4:12 12 Toen Jezus hoorde dat Johannes gevangengenomen was, week hij uit naar Galilea. De nieuwe vertaling lijkt met de vertaling ‘uitwijken’ te impliceren dat Jezus de luwte op zoekt, maar niets is minder waar. Hij gaat naar het hol van de leeuw, of zoals hij hetzelf zou zeggen, naar het hol van de vos. Galilea was het gebied van Herodes… Het lijkt wel alsof Jezus een statement maakt: OK, Herodes, jij denkt dat je het koninkrijk kan stoppen? Try me… Jezus vermeed de gevaren niet. Weer zien we die koninkrijksmoed tegenover aardse machthebbers. Bovendien plaatste Jezus een paar gevaarlijke opmerkingen: Luk 14:28-30 28 Want wie van jullie die een toren wil bouwen gaat niet eerst de kosten berekenen, om te zien of hij wel genoeg heeft voor de bouw? 29 Als hij het fundament gelegd heeft maar de bouw niet kan voltooien, zal iedereen die dat ziet hem uitlachen 30 en zeggen: “Die man begon te bouwen, maar het karwei afmaken kon hij niet.” Jezus vergelijkt dit beeld aan de afweging die je moet maken als je hem wil volgen. Zijn voorbeeld is grappig. Het overschrijden van de geraamde bouwkosten is blijkbaar van alle tijden. Met het volgende grappige voorbeeld wordt het spannend: 31 En welke koning die erop uittrekt om met een andere koning oorlog te voeren, zal niet eerst bij zichzelf te rade gaan of hij wel met tienduizend man kan optrekken tegen iemand die met twintigduizend man tegen hem oprukt? 32 Als hij dat niet kan, stuurt hij eerst, wanneer de troepen nog ver van elkaar verwijderd zijn, een gezant om naar de voorwaarden voor vrede te vragen. Jezus zegt hier dus eigenlijk: nog zo’n dwaas. Wie trekt er nu met 10.000 man op tegen 20.000 ? hmmm… …gespannen stilte bij de mensen om Jezus heen… Iedereen weet precies waar Jezus op doelt. Iedereen denkt waarschijnlijk bij zichzelf: deze Jezus is zeker levensmoe… Jezus, als je zo doorgaat kom je in de problemen…. Er zijn nog meer dingen die Herodes Antipas ongetwijfeld ter ore kwamen, die een beetje gevoelig lagen… In Lukas 8 lezen we hoe Jezus van dorp naar dorp ging, terwijl hij het goede nieuws van het koninkrijk verkondigde. Daar staat dat ook vrouwen met de Jezus en zijn discipelen meereisden. Dat was bijzonder in een patriarchale samenleving. We lezen dat sommige bemiddelde vrouwen onder hen de beweging rond Jezus financieel ondersteunden.
4
In Luk. 8 wordt een van deze vrouwen genoemd: Johanna, de vrouw van Chusas wordt genoemd. Voor wie zou deze Chusas werken denkt u? 1 Kort daarop begon hij rond te trekken van stad tot stad en van dorp tot dorp om het goede nieuws over het koninkrijk van God te verkondigen. De twaalf vergezelden hem, 2 en ook enkele vrouwen die van boze geesten en ziekten genezen waren: Maria uit Magdala, bij wie zeven demonen waren uitgedreven, 3 Johanna, de vrouw van Chusas, de rentmeester van Herodes, en Susanna – en nog tal van anderen, die uit hun eigen middelen voor hen zorgden. Chusas was de rentmeester van Herodes! Dat was een goede baan in die tijd. En functie van haar man volgt Johanna Jezus. Iedereen kan het zien. Ze volgt hem niet alleen, ze ondersteunt hem ook financieel. Hier ontdekken we een glimpje goddelijke humor. In Gods koninkrijk wordt alles omgedraaid. Herodes, die Jezus waarschijnlijk liever kwijt dan rijk was, blijkt Jezus indirect te ondersteunen… Jezus is niet bang van Herodes. Zelfs de Farizeeën, ook niet zijn grootste vrienden zou je zeggen, komen Jezus vertellen dat hij gevaarlijk spel speelt. Nog één keer dat prachtige gedeelte. En let u op, we gaan richting de ontknoping over de kip en de vos. 31 Precies op dat ogenblik kwamen er enige Farizeeën die tegen hem zeiden: ‘Vertrek, ga weg van hier, want Herodes wil u doden!’ 32 Hij antwoordde: ‘Zeg tegen die vos: “Let op, ik drijf demonen uit en vandaag en morgen genees ik mensen, en op de derde dag bereik ik de voltooiing.” 33 Maar ik moet vandaag en morgen en de volgende dag op weg blijven, want het gaat niet aan dat een profeet omkomt buiten Jeruzalem 34 – Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt, en stenigt wie naar haar toe zijn gestuurd! Hoe vaak heb ik je kinderen niet bijeen willen brengen zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels hoedt, maar jullie hebben het niet gewild. 35 Jullie stad wordt aan haar lot overgelaten. Ik verzeker jullie: jullie zullen mij niet meer zien, tot de tijd komt dat je zult zeggen: “Gezegend hij die komt in de naam van de Heer!”’ Als u dat hoort, ‘die vos!’, aan wat voor persoon moet u dan denken? In die tijd dacht men dan aan een lafaard. Het beeld van de vos kwam vooral ter sprake in een vergelijking met de leeuw. Leeuwen doden hun prooi, en als zij klaar waren met eten kwamen de vossen te voorschijn om de restjes af te kluiven. De vos was dus een ‘lion wannabee’. Een rabbijns gezegde luidt: je kunt nog beter de staart van een leeuw zijn, dan de kop van een vos. De woorden van Jezus zijn ongetwijfeld Herodes ter ore gekomen. De bijtende beeldspraak was niet mis te verstaan. Herodes was immers een soort vos die zich verschanst had achter de spierkracht van de Romeinse leeuw. Herodes was de Caeasar wannabee. Jezus zegt eigenlijk dat Herodes op een verkeerde manier macht uitoefent en eigenlijk helemaal geen echte koning is.
5
Vertel die vos! Dit is geen zoetige Jezus, maar iemand die zegt waar het op staat, en harde woorden niet schuwt. Jezus zegt duidelijk: denk maar niet dat je het Koninkrijk kunt hinderen. Want op de derde dag zal ik opstaan. De derde dag is mijn dag, is de opstandingsdag. Hier leren we van Jezus dat oppositie geen teken van mislukking is. Hij is niet bang voor tegenstand. Hij roept het uit: ‘Zeg tegen die vos!’ De vossen zijn er nog steeds. Soms ver weg soms dicht. We kunnen van Jezus leren dat we onrecht en misstanden aan de kaak stellen. Durven wij ons net als Jezus uit te spreken wanneer dat nodig is? Ik hoop het wel. De kerk is immers niet bedoeld als suikerpot, maar als zoutvat. Laten we bidden om de juiste woorden op de juiste tijd, zeker in dit politieke landschap waarin minderheidsgroepen voor je het weet worden weggezet. Laten we bidden om de werking van Gods Geest in dit land, want niet door kracht of geweld zal deze wereld veranderen, maar door mijn Geest zegt de Heer. Die Geest zal ons ook woorden geven, ook als we met vossen worden geconfronteerd. Dan tenslotte het beeld van de kip. De vos, voor Herodes, dat kunnen we nu begrijpen. Maar Jezus, die zichzelf vergelijkt met een kip? Toch staat het er, een hen, een moederkip, die haar kuikens beschermt. Dit is eigenlijk een prachtig beeld met een diepere betekenis. Jezus noemt deze twee dieren. Wat gebeurt er als zij elkaar ontmoeten, bijvoorbeeld in een kippenhok. Als een vos een kippenhok binnendringt heeft de hen geen wapens. Geen klauwen, geen tanden. Wat kan ze doen om haar kinderen te beschermen? Precies, ze kan ze alleen beschermen door zichzelf te geven. De vos gaat er met de kip vandoor en de kuikens blijven leven. Ze kan alleen voor haar kinderen sterven. Jezus wist precies wat er zou gaan gebeuren in Jeruzalem. De koningen van de wereld weten hoe ze met zulke predikers moeten om gaan, zeker in Jeruzalem. Jeruzalem dat de profeten doodt. Toen Jezus over een ander koninkrijk begon te vertellen tekende hij eigenlijk zijn eigen doodvonnis. Rome en haar handlangers zouden reageren. Johannes was al gedood, Jezus zou het ook overkomen. Verbazingwekkend. Jezus wist dat Hij om zijn woorden zou worden gedood. Toch ging hij ermee door. Hij zei zelfs dat zijn vreugde daarin volmaakt was. Laten we dit eens op ons inwerken. Als we beseffen wat voor moedige Koning Jezus was die, niet kwam om gediend te worden, maar om te dienen, zelfs om zijn leven voor ons te geven, vervult het je dan niet met ontzag en vreugde om zo iemand te mogen volgen? Wij hebben deel aan de missie van Jezus, we delen in zijn lijden en in zijn opstanding. Jezus ging door tot het uiterste, want hij wist hoe een kip tóch een vos kon verslaan. Zoiets kan alleen in het koninkrijk van God. Zoiets kan alleen op de derde dag. En dat koninkrijk, is ons koninkrijk, en die dag is onze dag. Beste mede kuikens, de vossejacht is geopend!
Amen
6