Jezus
Port Betaald Port Payé Pays - Bas
de Vriend van Jong en Oud
* Vertrekken terwijl het nog kan!
ADRES ONTVANGER
* De lezende mens * De erfenis van de heiligen
48
2
REDACTIE - INHOUD Jezus de Vriend van Jong en Oud
De contrasten in het boek de Openbaring zijn in sommige delen zeer verbluffend zoals u in dit nummer van Jezus de Vriend van Jong en Oud zult kunnen lezen. Wij vinden er de beschrijving van de afvallige kerken in de eindtijd onder het symbool van een hoer op een beest. Zij draagt de naam van een stad op haar voorhoofd: Babylon. We lezen over de zekere ondergang en totale vernietiging van dat grote Babylon. God doet nu een dringend beroep op Zijn kinderen om uit Babylon te vertrekken. De laatste hoofdstukken van de Openbaring beschrijven de eeuwige woonplaats van Gods volk op de nieuwe aarde. De beloofde erfenis is een heerlijk land. De aantrekkelijkste en mooiste schildering die wij van de nieuwe aarde kunnen maken, valt in het niet bij de werkelijkheid. Wilt u ook delen in deze erfenis? Laat dit dan uw voornemen zijn: “Here, door Uw genade wil ik mij nu voorbereiden en mij door Uw Geest laten leiden om U straks in de eeuwigheid te kunnen ontmoeten.” Marian Pel en Wim Wiggers.
Van de redactie Voor u ligt een tijdschrift dat wordt uitgegeven door leken binnen de zevendedagsadventistengemeenschap, die zending bedrijven, boeken drukken en uitgeven. Dit tijdschrift komt vier keer per jaar uit. Elk nummer heeft een aantal rubrieken: * Het verlossingsplan * Leerstellingen * Profetie * Gezondheid (dit kan in een medische of een sociale context zijn) * Bijbel en Wetenschap * Kerkgeschiedenis * Het kinderhoekje Het doel is dat wij ons voorbereiden op de wederkomst van de Heer. Marian Pel Wim Wiggers Vrijwillige bijdragen zijn van harte welkom en kunt u storten op:
Inhoudsopgave
t.n.v. De Ellen G.White Stichting.
► Vertrekken terwijl het nog kan
3
► Godsdienst en de Staat
9
► Schepping of Evolutie - De lezende mens
12
► De Erfenis van de Heiligen
16
► Zetmeel - Superbrandstof voor het lichaam
20
► Kinderverhaal... Gods manier
22
IBAN NL31ABNA 053 3416 000 BIC- ABNANL2A zodat er meer verspreiding van dit blad mogelijk is. --De Ellen G.White Stichting. p/a Struikenlaan 34 4631 AN Hoogerheide Tel. 0164-616564 Namens de redactie
PROFETIE EN WERELDGEBEURTENISSEN - deel 15 -
3
Op 17 mei probeerden de ambtenaren nogmaals de oude man van de berg over te halen. Opnieuw weigerde hij te vertrekken. De volgende ochtend ontplofte Mount St. Helens met de kracht van een 23-megaton atoombom. Binnen enkele seconden werd de top van 400 meter van de bijna 3 kilometer hoge berg de lucht in geblazen, waarbij het huisje van Harry werd bedolven onder een metersdikke laag as en puin.
VERTREKKEN TERWIJL HET NOG Soms huilde de eenzame, 83 jaar oude man, tot hij in slaap viel. Vijf jaar eerder werd zijn leven verwoest toen zijn vrouw, met wie hij 30 jaar was getrouwd, stierf. Haar kalmte en ingetogenheid gaven tegenwicht aan zijn temperamentvol, soms humeurig karakter, en samen hadden ze veel gereisd in hun roze Cadillac uit 1957. Nu leefde de oude man met zijn 16 katten en een piano uit 1883 in een landelijk huisje aan de zuidkant van een meer dat aan de voet lag van een prachtige met sneeuw bedekte berg. Hij was een bekend figuur in die omgeving, een meeslepende verhalenverteller die toeristen kon boeien met zijn verhalen uit die streek. Maar in het voorjaar van 1980 kwamen rijksambtenaren bij hem langs en waarschuwden hem om onmiddellijk te vertrekken, want zij vreesden dat de eeuwenoude vulkanische berg op het punt stond om uit te barsten. Maar Harry Truman weigerde om zijn huisje aan de voet van Mount St. Helens te verlaten. Hij woonde daar al 54 jaar. “Die berg is deel van Harry, en Harry is deel van die berg”, zei hij. “Ik kom liggend naar beneden, of ik kom helemaal niet naar beneden.” Zijn rebelse houding werd al snel verspreid via de nationale media en Harry werd plotseling een beroemdheid.
Mensen hebben altijd de waarschuwing gehoord: “Vertrek nu! Vertrek nu het nog kan!” Bijna 2000 jaar voor Christus waarschuwde God Lot en zijn gezin om weg te vluchten uit Sodom voor het verwoest zou worden samen met de naburige stad GoKAN! morra. (Genesis 19). De Openbaring geeft een nog dringender boodschap van leven en dood. Net zoals God eerder met Sodom en Gomorra heeft gedaan, roept Hij opnieuw Zijn volgelingen op te vertrekken uit een verdorven en slechte stad. Een stad die degenen die daar in blijven zo verward dat zelfs haar naam beschouwd wordt als het woord voor verwarring: Babylon. Nu denk t u misschien: “Wat een opluchting, want ik weet dat ik me geen zorgen hoef te maken. Waar deze stad Babylon zich ook bevindt, ik weet zeker dat ik er niet ben.” Maar ik wil u aanraden om door te lezen en enkele verbazingwekkende feiten uit de Bijbel te ontdekken. Mogelijk ontdekt u dat er wel reden voor u is om bezorgd te zijn. Openbaring 14: 8 zegt: “En een andere engel volgde, die zei: Zij is gevallen, zij is gevallen, Babylon, de grote stad, omdat zij alle volken van de wijn van de toorn van haar hoererij heeft laten drinken.” De engel die hier wordt genoemd zegt dat de grote stad, genaamd Babylon, is gevallen. Vier hoofdstukken later in Openbaring 18: 4, 5 horen wij een dringende waarschuwing om het te verlaten: “En ik hoorde een andere stem uit de hemel zeggen: Ga uit haar weg, Mijn volk, opdat u geen deelhebt aan haar zonden, en opdat u niet van haar plagen zult ontvangen. Want haar zonden hebben zich opgestapeld tot aan de hemel, en God herinnerde Zich haar ongerechtigheden.”
4
PROFETIE EN WERELDGEBEURTENISSEN
Aan de hand van wat we zojuist hebben gelezen wordt duidelijk dat Babylon een veroordeelde stad is, en dat God Zijn volk oproept om het te verlaten. “Verlaat de stad nu!” Hij zegt: “Vertrek nu het nog kan, opdat u geen deelhebt aan de plagen die het zondige Babylon zullen straffen.” De oude stad Babylon werd door koning Nebukadnessar II herbouwd op de plaats van de Toren van Babel. Volgens Genesis 10: 10 was dit de plek waar Nimrod de eerste steden van Mesopotamië stichtte, waaronder Babylon, en waar hij regeerde. In de loop van de eeuwen breidde de stad Babylon zijn reikwijdte en macht uit tot een wereldrijk. Haar levenslot kende opgang en neergang, maar uiteindelijk kwam de stad en het wereldrijk onder de heerschappij van koning Nebukadnessar II. Hij is degene die trots opschepte: “Is dit niet het grote Babel, dat ik als een huis voor het koninkrijk gebouwd heb.” Daniël 4: 30. Nadat Nebukadnessar was gestorven, viel het wereldrijk Babylon in 539 voor Christus in handen van het Medo-Perzische Rijk. Wat er nu nog over is van het oude Babylon bevindt zich ongeveer een uur rijden ten noorden van Bagdad in Irak. Het is interessant dat de beruchte leider van Irak, Saddam Hoessein, zichzelf beschouwde als de reïncarnatie van Nebukadnessar. Gedurende zijn heerschappij besteedde hij meer dan 500 miljoen dollar in een poging om de oude stad te herbouwen. Hij heeft meer dan 60 miljoen stenen laten maken om in de muren van de stad te plaatsen, met op iedere steen het opschrift: “Voor koning Nebukadnessar gedurende de regering van Saddam Hoessein.” De geschiedenis van Babylon wordt in verband gebracht met valse godsdienst, met arrogantie en hoogmoed, en met verwarring. Wanneer we Babylon dus opnieuw zien verschijnen in de Openbaring, dan herkennen wij het als een symbool van juist die kenmerken. Maar de oude stad Babylon ligt nu in puin, en het wereldrijk Babylon bestaat allang niet meer. Wat is Babylon? Wat is dus dit Babylon in de Openbaring?
We hebben heel kort gekeken naar de beschrijving van Babylon in Openbaring 14 en 18. Daartussenin spreekt Johannes, de schrijver van de Openbaring, in hoofdstuk 17 over een slechte vrouw op een vreemd beest bij wie de verbintenis met Babylon op haar voorhoofd staat geschreven. De profeet schrijft: “En in de geest bracht hij mij weg naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest, dat vol van godslasterlijke namen was, met zeven koppen en tien horens. En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken, en getooid met goud, edelgesteente en parels, en zij had een gouden drinkbeker in haar hand, vol van gruwelen en van onreinheid van haar hoererij. En op haar voorhoofd stond een naam geschreven: GEHEIMENIS, HET GROTE BABYLON, DE MOEDER VAN DE HOEREN EN VAN DE GRUWELEN VAN DE AARDE.” Openbaring 17: 3-5 De Openbaring bevat veel profetische symbolen. Een ervan is die van een vrouw. En een grondige Bijbelstudie maakt duidelijk dat een vrouw in de Schrift een kerk voorstelt. (Zie Efeziërs 5: 23, 24; 2 Korintiërs 11: 2). De Bijbel stelt de kerk ook voor als de bruid van Christus. Wanneer zij trouw is aan haar HEERE, beschrijft de Bijbel haar als een reine vrouw. Maar wanneer zij afwijkt van haar HEERE tot afvalligheid, dan pleegt de kerk geestelijke hoererij. Echtbreuk en hoererij zijn woorden die de Bijbel gebruikt om niet
PROFETIE EN WERELDGEBEURTENISSEN alleen ontrouw in het huwelijk tussen man en vrouw te beschrijven, maar ook ontrouw bij Gods volk. Iedere keer wanneer de kerk haar ware man en geliefde, Jezus Christus, verlaat en wereldse praktijken aanneemt, bedrijft zij geestelijk overspel. De apostel Jakobus maakt het duidelijk door deze treffende woorden: “Overspelige mannen en vrouwen, weet u dan niet dat de vriendschap met de wereld vijandschap tegen God is?” Jakobus 4: 4. In tegenstelling hiermee stelt Openbaring 12 Gods kerk voor als een reine vrouw. De kerk is Zijn bruid, en Christus is haar man. Christus, het hoofd van de kerk, geeft leiding en richting aan Zijn bruid. De Bijbel beschrijft de ware kerk als volkomen trouw aan haar man, een vrouw die geen geestelijk overspel heeft gepleegd. De vrouw in Openbaring 17: 2 laat het tegenovergestelde beeld zien. Zij bedrijft hoererij met de “koningen van de wereld”. Dit is een duidelijk beeld van valse godsdienst. De met juwelen getooide vrouw deelt de wijn van haar valse leer uit, en de wereld wordt dronken. Nu is ze een hoer, ze heeft haar ware geliefde verlaten en ze is niet langer de ware kerk van Christus, maar de valse kerk. De Bijbel spreekt over twee grote religieuze systemen. De ene is gericht op Jezus, die Zichzelf in Johannes 14: 6 “de weg, de waarheid, en het leven” noemt. Deze kerk is stevig gebaseerd op de leer van de Bijbel. Dat is waarom Openbaring 12 de ware vrouw afschildert als een vrouw gekleed in het wit. Haar leer is zuiver, ze is trouw aan haar ware Meester en heeft geen compromis gesloten met dwaling. Waarheid en dwaling, net als water en olie, kunnen en zullen zich niet vermengen. Maar zoals we hebben gezien beschrijft de Bijbel naast de vrouw in het wit een vrouw in purper en scharlaken (de kleur van koningen, keizers en andere heersers) met een drinkbeker met wijn, een voorstelling van valse leer, in haar hand. Zij is de grote afvallige moederkerk, en vele kerken hebben van haar wijn gedronken. De Bijbel zegt dat zij op een scharlakenrood beest zit, en zoals we al gezien hebben, stelt een dier in de Bijbel een politiek systeem voor. Deze valse kerk, getooid in kostbare kleding, heeft haar ware geliefde, Jezus, verlaten, door naar politieke macht te streven en menselijke tradities en de
5
decreten van kerkvergaderingen boven het Woord van God te plaatsen. Zij is een overspelige in die zin dat ze de bijbelse onderwijzing verraden heeft en haar eerste trouw aan God heeft gecompromitteerd door politieke bondgenootschappen en verstrengelingen. De Bijbel beschrijft haar als de grote moederkerk en met haar zijn er andere kerken die ook de ware bijbelse leer hebben verlaten. Het beeld in de Openbaring van een vrouw op een scharlakenrood beest stelt een verbinding van kerk en staat voor. Maar hier ligt de nadruk op de overheersing van de kerk over de macht van de staat, de vrouw zit op het dier. De Bijbel voorspelde dat deze valse kerk door het laten rondgaan van de beker met haar wijn menigten zou laten drinken van haar valse leer en zo dwaalleer zou verkondigen in plaats van waarheid. Om achter de identiteit te komen van het geestelijke Babylon in het Nieuwe Testament, moeten wij teruggaan naar het letterlijke Babylon in het Oude Testament. Het oude Babylon in de Bijbel vertegenwoordigt bepaalde kenmerken die ook van toepassing zijn op het geestelijke Babylon in de Openbaring. Kenmerken van Babylon 1. Babylon: Een systeem dat gebaseerd is op menselijke kracht en inzichten in plaats van goddelijke onderwijzing. Het eerste kenmerk zien wij duidelijk in de opschepperij van Nebukadnessar in Daniël 4: 30: “Is dit niet
6
PROFETIE EN WERELDGEBEURTENISSEN
het grote Babel, dat ik als een huis voor het koninkrijk gebouwd heb, door mijn sterke macht en ter ere van mijn majesteit?” Dus een kenmerk van Babylon is dat het een religieus systeem is dat op de mens is gericht, dat naar macht streeft door menselijke bondgenootschappen en werkwijzen. De ware kerk van God wijst mannen en vrouwen op Jezus Christus als het enige Hoofd. Het valse systeem wijst mannen en vrouwen op menselijke religieuze leiders in plaats van alleen op Jezus. Kolossenzen 1: 18 spreekt over Jezus: “En Hij is het hoofd van het lichaam, namelijk van de gemeente, Hij, Die het begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn.” De ware kerk van God leidt mensen naar Jezus. Alleen Hij kan hun zonden vergeven en hen verlossen uit de slavernij van het kwaad. Het geestelijke Babylon uit de Openbaring is een aards religieus systeem dat voornamelijk gebaseerd is op menselijke traditie met een menselijke leider. Hierdoor wordt de focus verlegd van de goddelijke Verlosser naar de menselijke priester. De onderwijzingen van kerkvorsten, kerkvergaderingen en godsdienstige leerstellingen vervangen de duidelijke instructies in het Woord van God. In heel de geschiedenis werden degenen vervolgd die haar aanspraken niet aanvaardden (Openbaring 17: 6) en in alle eeuwen heeft het koningen en politieke leiders beïnvloed (vers 2). 2. Babylon: Een religieus systeem gebaseerd op de verkeerde leer van de onsterfelijkheid van de ziel. Nog een ander kenmerk van het oude Babylon dat van toepassing is op het geestelijke Babylon bevindt zich in Ezechiël 8: 13, 14: “Verder zei Hij tegen mij: U zult nog meer grote gruweldaden zien die zij doen. Toen bracht Hij mij bij de ingang van de poort van het huis van de HEERE die aan de noordkant is, en zie, daar zaten vrouwen die de Tammuz beweenden.” De naam Tammuz betekent “De Betreurde”. Deze Betreurde wordt op zulk een wijze beschreven dat wij hem kunnen vereenzelvigen met Nimrod. De Bijbel zegt over Nimrod: “Deze was de eerste machthebber op aarde. En het begin van zijn koninkrijk was Babel.” De Schrift vertelt ons niet hoe Nimrod stierf. Er bestond echter een oude overlevering die ons meedeelt dat hij een gewelddadig einde kende. Semiramis was de echtgenote van Nimrod. Hoewel de dood van haar man een harde klap was voor de macht van
Semiramis, betekende dit geen enkele belemmering voor haar vastberadenheid en haar onbeteugelde eerzucht. Integendeel, haar eerzucht werd nog groter. Gedurende zijn leven werd haar man vereerd als een held; nu hij dood was wilde zij hem aanbeden zien worden als een god. Het hele religieuze systeem van Babylon had tot doel een dode te verheerlijken. Wanneer dan eenmaal de aanbidding van één dode was gefundeerd, dan zou de aanbidding van vele anderen beslist volgen. Net zoals iedere heidense cultuur voor hen, aanvaardden de Babyloniërs de leugen over de onsterfelijke ziel en de verschillende soorten leven na de dood die daarmee verband hielden. En deze opvatting dreigde voortdurend binnen te sluipen bij Gods volk. De christelijke opvatting over de onsterfelijke ziel kwam niet vanuit de Bijbel. In plaats daarvan glipte het de kerk binnen vanuit heidense bronnen, in het bijzonder uit de Griekse filosofie. Vroegchristelijke voorstanders gebruikten neo-Platonische opvattingen om de heidense wereld om hen heen te bereiken. William E. Gladstone (1809-1898), vier maal ministerpresident van Groot Brittannië, die in zijn jeugd had overwogen om predikant te worden en heel zijn leven een diepe belangstelling had voor theologie, bemerkte dat “de leerstelling over natuurlijke, als verschillend van christelijke, onsterfelijkheid… als het ware door de achterdeur de kerk binnensloop.” (Studies Subsidiary to the Works of Bishop Butler, 1896 editie, blz. 195). De beroemde Britse staatsman had het bij het rechte eind. We hebben in eerdere artikelen in Jezus de Vriend van Jong en Oud, ontdekt dat de Schrift leert dat alleen God onsterfelijk is (1 Timoteüs 6: 16). Onsterfelijkheid is een geschenk dat Hij ons bij de wederkomst geeft. (1 Tessalonicenzen 4: 16, 17). We zien dat de Bijbel helder is over wat er met mensen gebeurt wanneer ze sterven. “Want het loon van de zonde is de dood, maar de genadegave van God is eeuwig leven, door Jezus Christus, onze Heere.” Romeinen 6: 23. “Gaat zijn adem uit, dan keert hij weder tot zijn aarde, te dien dage vergaan zijn plannen.” Psalm 146: 4 (NBG). “De doden zullen de HEERE niet prijzen, evenmin al wie in de stilte neergedaald zijn.” Psalm 115: 17. “Want de levenden weten dat zij sterven zullen, maar de doden weten helemaal niets. Zij hebben ook geen loon meer, maar hun nagedach-
PROFETIE EN WERELDGEBEURTENISSEN
7
tenis is vergeten.” Prediker 9: 5. De Babyloniërs geloofden, net als de meeste oude volken, dat bij het sterven een onsterfelijke ziel het lichaam verliet en verder leefde. Het merendeel van het christendom gaat door met deze valse leer en de leerstelling van de onsterfelijke ziel. Iedere kerk die de Bijbelse leer over het niet onsterfelijk zijn van de ziel verwaarloost, voorbijziet of afwijst, drinkt uit de wijnbeker met de valse leer van Babylon, of ze het nu wel of niet weten. 3. Babylon: Een vals systeem gekleurd door zonaanbidding. We komen nu bij het derde kenmerk van Babylon dat zelfs doordrong tot Gods volk in het Oude Testament. “Daarop bracht Hij mij naar de binnenste voorhof van het huis van de HEERE. En zie, bij de deur van de tempel van de HEERE, tussen de voorhal en het altaar, bevonden zich ongeveer vijfentwintig mannen, met hun rug naar de tempel van de HEERE en hun gezichten naar het oosten. Die bogen zich neer naar het oosten, voor de zon.” Ezechiël 8: 16. De profeet Ezechiël zag de mannen een wijdverbreid heidens gebruik volgen van zonaanbidding. Zij keerden hun gezichten naar het oosten en knielden neer en aanbaden de zonnegod terwijl de zon opkwam aan de hemel. Tegelijkertijd keerden zij hun rug naar de tempel, de plaats waar het symbool van de God van Israël op aarde woonde. De Babyloniërs aanbaden de zonnegod Shamash. Shamash, de god van het recht en rechter over alle andere goden, is in een reliëf gegraveerd bovenop de beroemde wetboeken, de code van Hammurabi. Het reliëf toont dat hij de scepter overhandigt aan koning Hammurabi. Het is opmerkelijk dat niet alleen de Egyptenaren en Babyloniërs, maar ook de Romeinen de zon aanbaden. Sir James G. Frazer merkte op: “De aanbidding van de zon was gebruikelijk onder de Romeinen sinds de oudheid.” (The Worship of Nature, vol 1, blz. 529). Constantijn, de heidense Romeinse keizer, aanbad de zon. Op de ene kant van de munt die hij liet maken stond zijn eigen beeld, en op de andere kant dat van de zonnegod – Sol Invictus, “De onoverwinnelijke zon.” Later, nadat hij een christen was geworden, sloeg hij munten met Christus afgebeeld op de ene kant en de zonnegod op de andere kant! Arthur P. Stanley schreef: “Zijn (Constantijns) munten droegen aan de
ene kant de letters van de naam van Christus en aan de andere kant de afbeelding van de zonnegod, alsof hij het niet kon verdragen om afstand te doen van de begunstiging van het schitterende hemellichaam.” (Lectures on the History of the Eastern Church, blz. 184). De gewoonten van heidense zonaanbidding bleven in de kerk hangen. Zelfs in het midden van de vijfde eeuw bestraft paus Leo I de aanbidders nog bij de Sint Petrus, omdat zij zich om bleven keren en neer bogen in de richting van de zon voordat ze de basiliek binnengingen. Rituelen en verbeelding in verband met de aanbidding van de zon slopen dus de christelijke kerk binnen gedurende de vroege eeuwen. De Openbaring beschrijft een kerk die de oude heidense beginselen van Babylon in zich zou opnemen en zou bestendigen. De hele wereld zou de wijn drinken van haar verontreinigde leer. Zonder het te weten bleven zij bij de denkbeelden en gewoonten die overgeleverd waren vanuit Babylon en Egypte. Zelfs de hervormende Protestantse kerken zouden er vele van overnemen. Lewis Brown schrijft dat “men eigenlijk niet kan verwijzen naar die oude culten van Babylon en Egypte en de rest als dode godsdiensten.” (The Believing World, blz. 112). Waarom? “Want de echo van hun eeuwenoude donder wordt nog steeds gehoord, weergalmend in bijna iedere vorm van geloof dat nu nog bestaat.” Eeuwenoude beeldenaanbidding, zonaanbidding en geloof in de onsterfelijkheid van de menselijke ziel
8
PROFETIE EN WERELDGEBEURTENISSEN
vormen nog steeds godsdienstig geloof. Ja, de echo van die donder wordt nog steeds gehoord in de kerken van vandaag. Gedurende de eerste eeuwen van de kerk was een van de dingen die werden gedaan door de leiders het vervangen van de christelijke Sabbat voor de heidense dag voor de zon. De Katholieke schrijver William L. Gildea schreef dat “de zon de belangrijkste god was in het heidendom… Er zijn nu nog aanbidders van de zon in Perzië en andere landen… Er is waarachtig iets koninklijks aan de zon, waardoor het een passend zinnebeeld is van Jezus, de Zon van het Recht. Dus de kerken in die landen lijken gezegd te hebben: ‘Hou die oude heidense naam (zondag). Het zal gewijd en geheiligd blijven.’ En zo werd de heidense zondag, toegewijd aan Balder, de christelijke zondag, heilig voor Jezus.” (The Catholic World, maart 1894, blz. 809). Arthus P. Stanley merkte op dat “het vasthouden aan de oude heidense naam Dies Solis voor zondag voor een groot deel te wijten is aan de vereniging van heidense en christelijke gevoelens waarmee de eerste dag van de week werd aanbevolen door Constantijn aan zijn onderdanen – heidenen zowel als christenen – als de eerbiedwaardige ‘dag van de zon’. (Lectures on the History of the Eastern Church, blz. 184). De zondag is de christelijke kerk binnengeslopen niet gebaseerd op een gebod van God, maar vanuit heidense bronnen. Verrassend genoeg hebben de meeste Protestantse kerken niet genoeg geprotesteerd. Zij
hebben een vervalste dag aangenomen “nagelaten als een heilige erfenis van Rome.” Bovendien brengen de meeste kerken de leer dat de ziel onsterfelijk is en zo vereren ze in de ker onbewust een heidens geloof en een heidense filosofie. De meest oude volkeren geloofden dat de geesten van de doden terug konden komen. Als je gelooft dat de ziel onsterfelijk is, wie kan dan zeggen dat hij niet met de levenden kan communiceren? Dan staat je geest open voor grote misleidingen in de eindtijd. De Openbaring leidt ons weg van de dwalingen van Babylon naar Gods waarheid in Zijn Woord. Ik wil geen dwalingen aanvaarden die in Babylon zijn begonnen en toen verspreid zijn naar het heidense Rome en de vroege kerk, en ik denk dat u dat ook niet wilt. Het symbool van de hoer is op iedere kerk van toepassing die zich openlijk verzet tegen de geboden van God. Vals christendom, gebaseerd op menselijke tradities en verdeeld in honderden denominaties, is werkelijk een Babylon van verwarring. De godsdienstige wereld is tegenwoordig heel erg verward, verward over de toestand van mensen die dood zijn, verward over de kwestie van de Sabbat, verward over of het hoofd van de kerk, of God in de hemel is of een menselijk wezen op aarde. Misschien worstelt u nu met sommige kwesties die in dit artikel ter sprake zijn gebracht. U gelooft dat de bijbelse Sabbat waar is, of dat mensen wanneer ze gestorven zijn slapen tot de opstandingsdag. Misschien vraagt u zich af of u met één been in uw kerk staat en met het andere been in de ware kerk van God. God roept de leden van Zijn onzichtbare, ware kerk op om, als zij veilig willen zijn, uit het gevallen Babylon te komen. Binnenkort is er geen tijd meer. Ieder levend wezen zal een uiteindelijke keuze moeten maken – voor Christus of voor traditie, voor waarheid of voor dwaling, voor de Bijbel of voor menselijke vervangers. Dit zou het moment van keuze voor u kunnen zijn. Wilt u niet tegen Jezus zeggen: “HEERE ik hoor Uw oproep – ‘Gevallen, gevallen is het grote Babylon!’… ‘Ga uit haar weg, Mijn volk’?”
GODSDIENST en de STAAT CHRISTUS het VOORBEELD Jezus Christus is in deze wereld gekomen om mensen de ware kennis van God bij te brengen, want “God was het namelijk Die in Christus de wereld met Zichzelf verzoende.” -2 Korintiërs 5: 19. Hij is gekomen om aan mensen het koninkrijk van God te openbaren – om de principes van dit koninkrijk te verkondigen, de geest van dit koninkrijk duidelijk te maken en om het karakter van dit koninkrijk zichtbaar te maken. Hij heeft hierover gezegd: “Mijn koninkrijk is niet van deze wereld.” -Johannes 18: 36. “Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het koninkrijk van God niet zien.” -Johannes 3: 3. En Zijn apostel schreef: “Het koninkrijk van God bestaat … uit gerechtigheid en vrede en blijdschap in de Heilige Geest.” -Romeinen 14: 17. “Mijn koninkrijk is niet van deze wereld.” Elk koninkrijk, elke staat, elke menselijke regering behoort volledig tot deze wereld en alleen tot deze wereld. Hoe kan iemand dan tot een aards koninkrijk of staat behoren en tegelijk tot het koninkrijk van God? Mensen die tot de gemeente behoren, horen bij het koninkrijk van God en niet bij deze wereld – want de gemeente bestaat uit mensen die “uit de wereld … uitverkoren zijn.” -Johannes 15: 19. Mensen die bij de staat horen zijn van deze wereld, want de staat behoort volledig en uitsluitend tot de wereld. En is het niet zo, dat “al de koninkrijken van de wereld … met hun heerlijkheid” aan Jezus werden aangeboden, helemaal voor Hem alleen? -Mattheüs 4: 8, 9. Waarom heeft Hij ze niet aangenomen om over hen te heersen, hen te bekeren en zo te verlossen? Dat kon Hij niet. Want als Hij ze had aangenomen, had Hij “de god van deze wereld,” door wie zij Hem werden aangeboden, erkend. -Lukas 4: 5-8. En zo is het altijd: het koninkrijk van deze wereld wordt steeds alleen door
9
Satan aangeboden. Iedereen die van Christus is, zal het weigeren, zoals ons Voorbeeld heeft gedaan – en zoals Mozes heeft gedaan, Zijn uitverkoren voorloper en voorafschaduwing. Christus was en is de belichaming van de gemeente en van het hele Christendom. Daarom wordt in het Woord van Christus de scheiding van kerk – het Christendom – en staat geleerd. Dat hoort tot de basisbeginselen van de christelijke beweging. Die scheiding is zo volledig en zo diep als de scheiding tussen het koninkrijk van God en de koninkrijken van deze wereld. En deze scheiding is ook zo volledig en zo diep als de scheiding tussen God en deze wereld.
Dat stemt overeen met wat Christus ergens anders zegt: “Geef dan aan de keizer wat van de keizer is, en aan God wat van God is.” -Mattheüs 22: 21. In die tijd was het hoofd van het Romeinse keizerrijk, de wereldse macht in eigen persoon, de keizer. In dat Romeinse wereldsysteem werd beweerd dat alles wat van de keizer was van God was; want voor alle mensen van dat wereldsysteem was de keizer god. Hij werd aan de mensen als een god voorgehouden; de mensen moesten hem als god aanbidden; er werd wierook aan zijn beeld geofferd als aan God. In dat systeem was de staat goddelijk, en de keizer was de staat. Daarom was dat systeem in wezen een eenheid van godsdienst en staat. Jezus zegt met het oog hierop: “Geef dan aan de kei-
10
GODSDIENST en de STAAT
zer wat van de keizer is, en aan God wat van God is.” Daarmee ontzegt Hij de keizer, en dus ook de staat, elke eigenschap of zelfs maar aanspraak op goddelijkheid. Hij liet zien dat Iemand anders dan de keizer God is. Hij maakte dus een volledige scheiding tussen de keizer en God. Hij maakte een volledige scheiding tussen wat de keizer toekomt en wat God toekomt. De dingen die de keizer toekomen, mogen niet aan God worden toegeschreven. De dingen die God toekomen, mogen niet aan de keizer worden toegeschreven. Het zijn twee verschillende rijken, twee verschillende personen en twee verschillende werkterreinen. Daarom leerde Jezus met deze woorden zo duidelijk als maar mogelijk is de volledige scheiding van godsdienst en staat. Geen enkele staat kan terecht aanspraak maken op wat God toekomt. En als de staat dat eist, mag men het haar niet geven. Nogmaals: Jezus is het Voorbeeld dat God als Gids heeft gegeven voor iedereen in deze wereld, voor elke stap die in de goede richting gedaan kan worden. Elke stap die door iemand wordt gedaan in een richting die de Here Jezus niet is gegaan, is een stap in de verkeerde richting. “Hij laat ons zo een voorbeeld na, opdat u Zijn voetsporen zou navolgen.” -1 Petrus 2: 21. “Wie zegt in Hem te blijven, moet ook zelf zo wandelen als Hij gewandeld heeft.”-1 Johannes 2:6. En Jezus heeft nooit, op geen enkele manier of in enige mate, ooit deel gehad aan politieke zaken of in aangelegenheden van de staat. Jezus was toen, en is voor eeuwig, de belichaming van de ware godsdienst. Daarom zien wij in het leven van Jezus een les voor de hele wereld, speciaal voor iedereen die in Hem gelooft: absolute scheiding van alle politiek en staatszaken. Het is de volledige scheiding van de christelijke godsdienst en haar aanhangers, van alles wat politiek is en met de staat te maken heeft. Hij heeft trouw aan dit principe vastgehouden. Iemand vroeg Hem alleen maar: “Zeg tegen mijn broer, dat hij de erfenis met mij moet delen.” Jezus weigerde met de woorden: “Mens, wie heeft Mij tot rechter of verdeler van een erfenis over u aangesteld?” Daarna zei Hij tegen iedereen: “Kijk uit en wees op uw hoede voor de hebzucht. Immers, al heeft iemand overvloed, zijn leven behoort niet tot zijn bezit.” -Lukas 12: 1315. Als iedereen die heeft beleden Zijn navolger te zijn, zich eens buiten alle politieke en staatszaken had gehouden, hoe totaal anders zou dan de geschiedenis van het tijdperk van het Christendom zijn verlopen!
Wat een zegen zou dat voor de wereld zijn geweest! Wat oneindig veel leed en ellende zouden de mensheid dan bespaard zijn gebleven! En waarom hield Jezus zich met zoveel volharding buiten alle politiek en staatszaken? Was het omdat alle politieke-, rechterlijke-, en regeringszaken zo volmaakt correct en overduidelijk rechtvaardig werden afgehandeld, dat er niets beters denkbaar was, dat er zelfs voor Hem geen aanleiding was om aanbevelingen ter verbetering te doen? – Helemaal niet. Nooit heeft er meer politieke corruptie, grotere verdraaiing van het recht en totale verdorvenheid van de overheid bestaan als in die tijd. Waarom riep Jezus dan niet op tot “bestuurlijke hervormingen”? Waarom richtte Hij geen “Beweging voor Recht en Orde” op? Waarom vermomde Hij zich dan niet en maakte Hij een rondgang langs de kroegen en gokhuizen om slachtoffers over te halen tot schending van de wet? En waarom maakte Hij geen gebruik van andere spionnen om hetzelfde te doen, zodat Hij tegen bestuurders bewijzen van slecht overheidsbeleid kon verzamelen? Dan had Hij hen kunnen aanklagen en hen kunnen dwingen om de wet te handhaven. Zo had Hij de stad kunnen hervormen, de maatschappij opnieuw kunnen opbouwen en de staat kunnen redden. Zo had Hij toch het koninkrijk van God kunnen vestigen? Waarom niet? De mensen stonden klaar om al dat soort dingen te doen, als die zouden zijn voorgesteld. Ze waren bereid om in al dat soort “hervormingswerk” met Hem mee te werken. Ja, de mensen liepen zelfs voorop, ze waren zo serieus met deze dingen bezig, dat ze Hem zelfs letterlijk met geweld hadden willen overmeesteren en Hem tot Koning hadden willen maken – had Hij zich niet uit hun midden teruggetrokken. -Johannes 6: 15. Waarom weigerde Hij dat dan? Het antwoord op al deze vragen is: omdat Hij de Christus is, de Verlosser van de wereld. Hij is gekomen om de mensen te helpen, niet om hen te onderdrukken. Hij is gekomen om mensen te verlossen, niet om hen te vernietigen. “De overheid waaronder Jezus leefde was corrupt en onderdrukte de mensen. Overal heerste schreeuwend onrecht – afpersing, onverdraagzaamheid en ten hemel schreiende wreedheid. Toch zette de Heiland zich niet in voor maatschappelijke hervormingen. Hij klaagde geen nationale misstanden aan. Hij veroordeelde ook niet de vijanden van het land. Hij bemoeide zich niet met het gezag of het
GODSDIENST en de STAAT bestuur van de mensen die aan de macht waren. Hij, ons Voorbeeld, hield zich afzijdig van aardse regeringen – niet omdat Hij onverschillig stond tegenover het leed van mensen, maar omdat de genezing niet lag in alleen maar menselijke of uiterlijke maatregelen. Om werkzaam te kunnen zijn, moest het geneesmiddel mensen persoonlijk bereiken en hun een nieuw hart geven. Niet door beslissingen van rechtbanken of commissies, of wetgevende vergaderingen – en ook niet door de bescherming van mensen die in de wereld groot zijn – wordt het koninkrijk van Christus gevestigd. Maar dit komt tot stand door het inplanten van de natuur van Christus in de mensheid, door de inwerking van de Heilige Geest. “Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn naam geloven; die niet uit bloed, niet uit de wil van vlees en ook niet uit de wil van een man, maar uit God geboren zijn.” -Johannes 1: 12-13. Dit is de enige macht die de verheffing van de mensheid kan bewerken. En het menselijke instrument om dit te bereiken is het leren en in de praktijk brengen van het Woord van God.” – De Wens der Eeuwen, hoofdstuk 55. Christus is nu het ware door God gestelde Voorbeeld, dat iedere ziel in deze wereld dient na te volgen. Het gedrag van Christus, dat is Christendom. Je voegen naar dat Voorbeeld is het gedrag van de individuele gelovige – dit en alleen dit is christen-zijn in deze wereld. Het gedrag van Christus, het Voorbeeld, was in alle dingen volledig afgezonderd van politiek en staatszaken. Daarom is Christendom de volledige afzondering van de persoon die in Christus gelooft van politiek en staatszaken. Het is de totale scheiding van godsdienst en staat in de individuele gelovige. Hiermee stemt overeen wat Jezus voor eeuwig tegen Zijn discipelen heeft gezegd: Jullie zijn niet van de wereld, maar Ik heb u uit de wereld uitverkoren (zie Johannes 15: 19). En tot Zijn Vader zei Hij voor eeuwig over Zijn discipelen: “Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben.” -Johannes 17: 16. Iedere christen moet daarom in de wereld zijn zoals Christus in de wereld was. “Zoals Hij in deze wereld is, zo zijn ook wij in deze wereld.” -1 Johannes 4: 17. “Het moet genoeg zijn voor de discipel, dat hij wordt zoals zijn Meester.” -Mattheüs 10: 25. De Meester zonderde zich steeds, in alle dingen en volgens vast
11
plan, volledig af van politiek en staatszaken. En het is voor eeuwig genoeg, dat een discipel wordt zoals zijn Meester. Het volgende gedeelte uit een preek van de overleden Thomas Hewlings biedt een oneindige diepte aan waarheid. Het is waard om voor eeuwig met lichtgevende letters en eeuwige heerlijkheid te zijn opgeschreven: “Er is één offer te groot geweest voor Christus om te brengen. Hij was bereid om de troon van het heelal te verlaten voor de kribbe in Bethlehem, bereid om op te groeien als de zoon van een arme timmerman, bereid om de vriend van tollenaars en zondaars genoemd te worden, bereid om met jaloerse blikken bekeken te worden en te worden belasterd door leugenachtige tongen, te worden gehaat door moordzuchtige harten en te worden verraden door de hand van vrienden, te worden verloochend door lippen die Hem trouw gezworen hadden, te worden afgewezen door afvallige priesters, een misleide bevolking en lafhartige vorsten. Hij was bereid om tot het kruis veroordeeld te worden, Zijn kruis te dragen, om aan het kruis genageld te worden en om te bloeden, te kreunen, dorst te hebben en te sterven aan dat kruis. Maar Hij was niet bereid om een aardse kroon of mantel te dragen, of een aardse scepter te zwaaien, of aardse macht uit te oefenen. Dat offer zou te groot zijn geweest. Jazeker, Hij heeft de doornenkroon verdragen, het afgedankte purperen kleed en de rieten staf. Hij heeft het verdragen dat ze riepen: “Wees gegroet, Koning van de Joden!” Maar dat was alleen maar omdat Hij liever de spot dan de werkelijkheid had. Daarmee overlaadde Hij deze aardse kroon met oneindige minachting. Niet alleen doordat Hij deze aan het begin van Zijn dienstwerk afwees, maar ook doordat Hij die andere kroon aan het einde van Zijn bediening aanvaardde.” Dit is het Christendom van Jezus Christus wat betreft het grote vraagstuk van godsdienst en staat. En in alle onderwijs van God, vanaf het begin van de schepping af, roept dit steeds om volledige scheiding van godsdienst en staat, in alle aangelegenheden en in alle mensen, zodat de christenen mogen genieten van oneindig hogere dingen. A.T. Jones
12
SCHEPPING of EVOLUTIE DE LEZENDE MENS
Oppervlakkig gezien lijkt de evolutietheorie voor veel mensen wel verdedigbaar. De prachtige kaarten en diagrammen die de ontwikkeling laten zien van een aapachtig schepsel tot Homo sapiens, de antropologische reconstructies van fossiele mensen, de voorstellingen door kunstenaars van tussenvormen, en de overtuigende beweringen over het ‘feit’ van evolutie in studieboeken, zorgen ervoor dat het erop lijkt dat evolutie een uitgemaakte zaak is. Maar de feiten om de evolutietheorie te ondersteunen zijn er eenvoudigweg niet. Dit is zeker zo op het gebied van de vaardigheden van de mens om te kunnen lezen. In plaats dat het vermogen om te lezen de evolutietheorie ondersteunt, wijst het op de wijsheid van een Intelligente Ontwerper. Lezen is een proces dat heel lang als vanzelfsprekend werd aangenomen, gewoon omdat het over het algemeen zo goed werkt. Albert Einstein zei: “Het is de meest ingewikkelde taak die de mens ooit voor zichzelf heeft verzonnen.” E.B. Huey, die jarenlang onderzoek heeft gedaan naar lezen, zegt het als volgt: “Om volledig te analyseren wat we doen wanneer we lezen, zou een beschrijving zijn van heel veel van de meest gecompliceerde werkingen van de menselijke geest, en bovendien zou het het ingewikkelde verhaal ontrafelen van de opmerkelijkste specifieke prestatie die de beschaving in heel haar geschiedenis heeft geleerd. Wat deze twee wetenschappers het meest verbaasde was niet eens het feit dat de mens kan lezen, maar in de eerste plaats dat hij ooit deze vaardigheid heeft ontwikkeld. Uitgaande vanuit evolutionaire veronderstellingen is het vrijwel onmogelijk om de geschiedenis van de ontwikkeling van het lezen te ontrafelen. Net zoals de Russische kosmonaut die uit zijn capsule stapte en God niet kon vinden, zoeken de evolutionisten op de verkeerde plaats. Men doorzoekt de evolutionistische studieboeken inderdaad tevergeefs voor een overtuigende verklaring over de oorsprong van het lezen. Waarom is de oorsprong van het lezen zo moeilijk te verklaren vanuit een evolutionair standpunt? Eenvoudig omdat men de ontwikkeling en het bestaan
van verschillende, unieke vaardigheden van de mens moet verklaren, die allemaal op hetzelfde moment moeten samenwerken. Als een van die vaardigheden ontbreekt, is het moeilijk, zo niet onmogelijk, om te lezen. Door deze vaardigheden nauwkeurig na te gaan krijgen wij een grotere waardering van wat lezen met zich meebrengt, en ook hoe het wijst op scheppend ontwerp in plaats van toeval en tijd. Lezen: een unieke vaardigheid Ten eerste gaat lezen uit van een verstand dat kan symboliseren, abstraheren en generaliseren. Het werk van mensen zoals Konrad Lorenz en B.F. Skinner heeft blijkbaar veel overeenkomsten aangetoond tussen het verstand van mensen en dieren. Maar feitelijk wijst hun werk op de enorme kloof die de mens van het dier scheidt. “Er moet iets unieks zijn met de mens,” schreef Jacob Bronowski, “anders zouden de eenden college geven over Konrad Lorenz, en de ratten zouden artikelen schrijven over B.F. Skinner.” De Psalmendichter beschreef de plaats van de mens in het universum op de beste manier toen hij schreef:
De Lezende Mens
13
“Wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt, en het mensenkind, dat U naar hem omziet? Toch hebt U hem weinig minder gemaakt dan de engelen en hem met eer en glorie gekroond.” De mens is het enige schepsel dat naar Gods beeld is gemaakt en ook het enige wezen dat nadenkt over denken. Er zijn inderdaad al duizenden boeken alleen al over dit onderwerp geschreven, zoals de afdeling filosofie van iedere goed bevoorrade bibliotheek laat zien. De mens kan zowel “zijn wegen overdenken” (Psalm 119: 59) en verstandelijk en geestelijk reageren naar een God, “Die aan de mens bekendmaakt wat zijn gedachten zijn.” (Amos 4: 13). “De mens is slechts een riet,” schreef de Franse wiskundige Pascal in zijn Pensees, “maar hij is een denkend riet.” De mens is zo geschapen dat symbolen op een gedrukt vel papier iets kunnen betekenen in zijn geest. Gesproken taal Ten tweede moet er gesproken taal zijn voordat lezen kan plaatsvinden. Er zijn beschavingen ontdekt waar een gesproken taal is, maar geen schrift. Maar er is nog nooit een beschaving ontdekt waar schrift bestaat zonder een gesproken taal. Onderzoekers op het gebied van lezen geloven dat een kind eerst een fundament moet hebben, gebaseerd op gesproken taal, voordat het kan leren lezen. Dit verschaft hem een woordenschat, spraakpatronen, en het vermogen om de leesleraar te begrijpen. Omdat taal moet worden geleerd – en als er geen leraar is dan is er geen leren – heeft zijn oorsprong de evolutionisten verbaasd doen staan. De antropoloog Alfred Kroeber schreef dat de oorsprong van taal “een van de meest duistere gebieden is op het vlak van menselijke kennis.” Uitgaande van verkeerde veronderstellingen, hebben de evolutionisten geen redelijke verklaring kunnen geven voor de oorsprong van taal. En het mysterie wordt nog groter als we bedenken dat over het algemeen, als een kind geen menselijke stem hoort tot het ongeveer 13 jaar oud is, het nooit zal leren spreken. Hoeveel eenvoudiger is het om te geloven dat God de mens het vermogen heeft gegeven om te spreken. Zoals Arthur Custance aangaf, suggereert het scheppingsverslag in Genesis dat Adam door God werd geleerd te spreken. Spraak is inderdaad “een zeldzaam
geschenk, dat alleen toebehoort aan de menselijke soort.” Begrip Samen met een hoog ontwikkeld verstand dat door middel van symbolen en spraak kan communiceren, moet ook het vermogen om een gecodeerde boodschap te begrijpen aanwezig zijn. Gewoonlijk vindt dit begrip plaats door het gezichtsvermogen. Hoewel het gezichtsvermogen veel meer bevat dan de ogen, geeft het overdenken van de rol van alleen het oog ons een idee over de ingewikkeldheid van het proces. Al lang een voorwerp van verbazing, scheen het oog voor William Paley bij nauwkeurig onderzoek een zeker geneesmiddel voor atheïsme. Zelfs Charles Darwin beweerde dat hij nooit over het oog kon nadenken zonder “koude rillingen” te krijgen. De rol van het oog bij het lezen is fascinerend. Om de gecodeerde boodschap door de hersenen op te laten vangen moeten de ogen eerst met nauwkeurigheid focussen op een voorwerp zodat alleen dat ene voorwerp wordt gezien in plaats van twee. Dit wordt binoculair zien genoemd – het vermogen om een enkel beeld te vormen van twee overlappende gezichtsvelden. De twee ogen moeten ook gelijktijdig focussen, anders zal het voorwerp wazig zijn.
De Lezende Mens
14
De spieren van het oog moeten dan samenwerken zodat de ogen korte vloeiende bewegingen en fixaties kan maken die nodig zijn om zin na zin te lezen. ( Men kan zich afvragen waarom de rest van het mensdom de leestechniek van de Hethieten niet heeft gebruikt, waarbij de ogen niet teruggaan naar de linkermarge maar eenvoudig de zinnen volgt terwijl die zich naar beneden slingeren op de tablet.) Concentratie De mens heeft ook het psychologische vermogen om gedurende uren te zitten en zijn ogen te gebruiken om te lezen. Dit is veelbetekenend, want ook al hebben apen, katten en roofvogels binoculair gezichtsvermogen, alleen de mens heeft de geestelijke capaciteit voor langdurige concentratie. Tenslotte, het feit dat zoveel dingen fout kunnen gaan met de ogen is een getuigenis voor hun complexiteit en ingewikkelde ontwerp. Maar net zoals de hoogst ontwikkelde machines van mensen ‘overontworpen’ zijn in geval er iets misgaat (dit geldt vooral bij ruimtesondes), zo heeft God op dezelfde wijze de leesuitrusting van de mens ontworpen. Als om een of andere reden deze vensters van de ziel zijn verduisterd, kan hij leren lezen door zijn voelzintuig, door braille. Dit alles wijst op de wijsheid van een intelligente Schepper – niet de toevallige gebeurtenissen van natuurlijke selectie. De mens is werkelijk geschapen als een wezen dat zijn ogen “naar omhoog” kan slaan, “en zien Wie deze dingen geschapen heeft.” Jesaja 40: 26. Het vermogen om te denken, te spreken en te zien – allemaal unieke menselijke vaardigheden – zijn alle volstrekt noodzakelijk om te lezen. Maar toch zijn zelfs deze vermogens niet voldoende, want het ver-
mogen om te lezen veronderstelt dat er iets te lezen is. Dus moet er de vaardigheid zijn om te schrijven. Schrijven en geheugen Evolutionisten geven toe dat weinig bekend is over de ontdekking van het schrijven. Het boek van het begin, Genesis, zegt niet veel over schrijven als zodanig, hoewel het bestaan wordt gesuggereerd (bijvoorbeeld: het boek van de afstammelingen, Genesis 5: 1). Hoe het ook zij, de levensduur van mannen zoals Adam (930 jaar), Seth (912 jaar), Methusalach (969 jaar) en andere patriarchen voor de zondvloed, voorzagen de eerste mensen van ‘levende geschiedenisboeken’. Bovendien kan de capaciteit om uit het hoofd te leren in het begin van het menselijke bestaan veel meer gebruikt zijn geweest dan vandaag de dag. Ook al is er een grens aan wat in het geheugen kan worden opgeslagen, toch kan er meer in de ‘bewaarder van de hersenen’ worden gedragen dan wij zouden kunnen denken. Van Russell Conwell, een Baptistenpredikant die de Tempel Universiteit in de Verenigde Staten stichtte, wordt gezegd dat hij in staat was William Blackstone’s vier delen van de Commentaries on the laws of England naar eigen goeddunken te citeren. De Joden hebben zich er steeds op beroemd dat als heel de Talmoed zou worden vernietigd, twaalf geleerde rabbi’s het zouden herschrijven vanuit hun geheugen. De vaardigheid om te schrijven is ook weer een van die unieke combinaties van vermogens die de mens apart zetten van de rest van de schepping. Hoewel verscheidene dieren zoals Egyptische gieren, chimpansees, wespen of zeeotters ‘gereedschap’ kunnen gebruiken, kan alleen de mens het indrukwekkendste gereedschap van allemaal hanteren: de pen. In het begin van de 19de eeuw schreef de Engelse theoloog William Paley welsprekend over het vermogen van de mens om te schrijven: “Of laat iemand slechts zijn hand observeren terwijl hij aan het schrijven is: het aantal spieren dat gericht is op de pen, hoe het gewricht en de aangepaste werking van verschillende pezen is betrokken bij iedere pennenstreek, maar dat toch vijfhonderd pennenstreken worden gemaakt in een minuut. Er kan geen letter worden gebogen zonder meer dan één, twee of drie samentrekkingen van de pezen, nauwkeurig wat betreft de keuze van de pees en de afstand waardoor de
De Lezende Mens samentrekking beweegt, maar toch hoe ogenblikkelijk gaat het werk door! En als we daarnaar kijken, hoe trouw zijn dan de spieren geweest in hun taak – hoe betrouwbaar aan de orde die inspanning en gewoonte hebben geleerd! Want denk eraan dat telkens wanneer het handschrift van een mens hetzelfde is, er een precisie van orde wordt bewaard, of hij nu goed of slecht schrijft.” Eerste boeken De krachten van menselijke concentratie in het schrijven zijn uitgebreid aangetoond in de geschiedenis. Middeleeuwse schrijvers kopieerden de Bijbel bijvoorbeeld gedurende zes uur per dag, maand na maand, heel vaak onder wat wij onacceptabele omstandigheden zouden noemen. De vroegere en middeleeuwse mensen waren echter afhankelijk van deze vaardigheid, aangezien het de enige manier was waarop boeken konden worden geproduceerd. Een middeleeuwse schrijver, Cassiodorus van Vivarium, vertolkte zijn toewijding toen hij in de zesde eeuw schreef: “Door het lezen van de goddelijke Schriften onderricht (de schrijver) zijn eigen geest heilzaam, en door het kopiëren van de voorschriften van de HEERE verspreidt hij ze wijd en zijd. Wat een gelukzalige bezigheid, wat een prijzenswaardige werkzaamheid, te prediken tot de mensen door middel van de hand, de tong los te maken door middel van de vingers, stille
15
verlossing te brengen bij stervelingen, en de subtiele misleidingen van de duivel te bestrijden met pen en inkt! Want ieder woord van de HEERE, geschreven door de schrijver, is een wond toegebracht aan Satan. En zodoende, hoewel zittend op één plaats, doorreist de schrijver verschillende landen door de verspreiding van wat hij heeft geschreven… … De mens vermenigvuldigt de hemelse woorden en op een bepaalde figuurlijke manier, als ik het zo mag zeggen, zijn drie vingers gemaakt om de uitspraken de Heilige Drie-eenheid te vertolken. Oh wat een heerlijk zicht voor degenen die het zorgvuldig overdenken! De snel bewegende riet-pen schrijft de heilige woorden op en wreekt zo de kwaadaardigheid van de Boze, die maakte dat een riet gebruikt werd om op het hoofd te slaan van onze HEERE tijdens Zijn lijden.” De aarde is buitengewoon toegerust voor lezen en schrijven. Jesaja zei dat God “haar niet geschapen heeft opdat zij woest zou zijn, maar Hij heeft haar geformeerd opdat men erop zou wonen” (Jesaja 45: 18), om bewoond te worden door wezens die kunnen lezen en schrijven. Om die reden zouden wij op aarde overvloedig materialen moeten vinden waarmee we en waarop we kunnen schrijven. En zo is het ook. Pennen en inkt worden overal op de wereld gevonden. Materialen waarop kan worden geschreven zijn overal te vinden. Zulke materialen zijn bijvoorbeeld kleitabletten, steen, bot, hout, leer, verschillende metalen, potscherven, papyrus, perkament, papier, zijde en bamboe. Het merendeel van deze materialen is goedkoop. Het is opvallend dat onze beste schrijfmaterialen in de geschiedenis van levende dingen zijn gekomen. Net zoals de baarmoeder die de foetus voorziet van alles wat het nodig heeft om te overleven, zo heeft God de aarde gemaakt voor de behoeften van de mens, inclusief zijn behoefte aan communicatie door het geschreven woord. De vermogens om te denken, te spreken, te zien, te begrijpen en te schrijven zijn allemaal noodzakelijk om lezen mogelijk te maken. De gecompliceerdheid van deze vaardigheden wijzen op een intelligente Ontwerper, de God van de Bijbel.
16
DE ERFENIS VAN DE HEILIGEN
De hemel, de woonplaats van God, moet prachtig zijn, want alles wat Hij gemaakt heeft, openbaart de hand van een kunstenaar. Onze oude aarde is vol littekens door de verwoesting van de zonde. Direct na de schepping was zij in elk opzicht prachtig. Ook zijn er nu nog plekken, die ons door hun schoonheid herinneren aan het paradijs. Hoe mooi moet ze echter geweest zijn! Toen de Schepper naar Zijn volmaakte werk keek, kon Hij met voldoening zeggen dat alles “zeer goed” was (Genesis 1: 31). De Bijbel begint met een nieuwe aarde, die volmaakt uit de hand van God kwam. De hof van Eden was schitterend van schoonheid. Fris, kristalhelder water gaf verkwikking aan mensen, planten en dieren. Het eerste mensenpaar leefde in reinheid en onschuld, en in volle harmonie met hun Schepper. Zij hadden toegang tot de boom des levens (Genesis 2: 9). Wat heeft de zonde van deze volmaakte schepping gemaakt? Toen de tijd verstreek, werd in de mens en op de aarde het dodelijke gevolg van de zonde duidelijk. Eeuw na eeuw ging de mens meer en meer achteruit, en eeuw na eeuw was dat ook zo met de aarde. Deze toestand van achteruitgang en ontreddering is gebleven, en zal blijven voortduren totdat onze wereld geheel te gronde zal gaan.
Toen de profeet zag welk onheil over de aarde zou komen, riep hij uit: “Sla uw ogen op naar de hemel en aanschouw de aarde beneden, want de hemel zal verdwijnen als rook, de aarde zal verslijten als een kleed, evenzo zullen haar bewoners sterven.” Jesaja 51: 6. De Bijbel eindigt echter met de aankondiging van een nieuwe aarde. “En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer. En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is. En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn.” Openbaring 21: 1-3. Johannes zag een smetteloze aarde, die door vuur gereinigd was, een aarde bevrijd van de zonde, het paradijs van God. Daar zal weer het kristalheldere water van de ‘rivier des levens’ ontspringen uit de troon van God (Openbaring 22: 1). Hij zag een nieuwe aarde, die bewoond zal zijn door verloste mensen, die in harmonie met God zullen leven. Ze zullen rein en onschuldig zijn, vrij van zonde, onsterfelijk en goddelijke heerlijkheid uitstralend. Voortdurend staan zij in verbinding met Christus. De toegang tot de boom des levens is weer open. Een heerlijk vooruitzicht! Het plan van God met het mensdom De bedoeling van God bij de schepping was, dat de aarde zou worden bewoond door goede mensen, die uit liefde God willen gehoorzamen. Zo zou de gehele aarde een paradijs geworden zijn. de Schrift zegt: “U bent gezegend door de HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft. De hemel, de he-
DE ERFENIS VAN DE HEILIGEN mel is van de HEERE,maar de aarde heeft Hij aan de mensenkinderen gegeven.” Psalm 115: 15, 16. “De ene generatie gaat en de andere generatie komt, maar de aarde blijft voor eeuwig staan.” Prediker 1: 4. Het plan van God zal slagen. De voltooiing kan een tijdlang worden uitgesteld, maar tenslotte zal God vastberaden doen wat Hij Zich heeft voorgenomen. Jezus bevestigde dit door de belofte: “Zalig zijn de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven.” Mattheüs 5: 5. Deze woorden spreken over de toekomst. Gods kinderen zullen eens bezit nemen van een aarde, waar niet, zoals nu, losbandigheid, macht en machtswellust heersen, maar waar mensen met een veredeld karakter, en een zachtmoedige en reine geest zullen samenwonen. Op die wijze zal Gods schepping, die eens volmaakt was, hersteld worden in haar oorspronkelijke schoonheid. Dit is in overeenstemming met de verzekering: “Maar wij verwachten, overeenkomstig Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.” 2 Petrus 3: 13. Dit is de verwachting van alle godsmannen geweest. Abraham, Izaäk en Jakob zagen uit naar deze nieuwe aarde. Aan hen was beloofd dat zij de wereld zouden erven (Romeinen 4: 13). Op deze aarde hadden zij geen land in eigendom. Zij zagen uit naar de nieuwe aarde en de stad Jeruzalem, waar God de Schepper en Bouwmeester van is. Hun verlangen naar de hemel was niet zo maar een gevoel. Zij waren ervan overtuigd, dat “de rechtvaardigen worden vergolden op aarde” (Spreuken 11: 31). Op de nieuwe aarde zal geen zonde en ongerechtigheid zijn, de zonde zal met wortel en tak worden uitgeroeid en nooit weer terugkomen om de nieuwe aarde te bedreigen. “Wat u ook bedenkt tegen de HEERE, Hij Zelf maakt er een vernietigend einde aan. Geen tweede keer zal de benauwdheid opkomen.” Nahum 1: 9. God heeft beloofd dat de rampen en de zonde niet zullen terugkeren. Ook zal met de boosdoeners volledig worden afgerekend. Hoe mooi dit nieuwe leven zal zijn, is met ons verstand niet te bevatten. De Bijbel, de openbaring van God, geeft ons beknopte beelden van het toekomstige leven, zodat wij er ons enigszins een voorstelling van kunnen maken.
17
Hoe zullen wij op de nieuwe aarde zijn? God beantwoordt deze vraag in Zijn woord door ons te wijzen op de verschijning van Jezus na Zijn opstanding. “Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is.” 1 Johannes 3: 2. Duidelijk en eenvoudig staat het daar: “Wij zullen Hem gelijk zijn” en “wij zullen Hem zien zoals Hij is.” Hoe was Jezus toen Hij uit het graf van Jozef van Arimathea te voorschijn kwam? “Daarna zei Hij tegen Thomas: Kom hier met uw vinger en bekijk Mijn handen, en kom hier met uw hand en steek die in Mijn zij; en wees niet ongelovig, maar gelovig.” Johannes 20: 27. “Zie Mijn handen en Mijn voeten, want Ik ben het Zelf. Raak Mij aan en zie, want een geest heeft geen vlees en beenderen, zoals u ziet dat Ik heb. En terwijl Hij dit zei, liet Hij hun de handen en de voeten zien. En toen zij het van blijdschap nog niet geloofden, en zich verwonderden, zei Hij tegen hen: Hebt u hier iets te eten? En zij gaven Hem een stuk van een gebakken vis en van een honingraat. En Hij nam het aan en at het voor hun ogen op.” Lucas 24: 39-43. De discipelen zagen Jezus als een stoffelijk wezen, een mens van deze wereld; zij hebben hem betast. Hij had een lichaam dat voedsel nodig had. Toch bezat Hij geestelijke vermogens, die de discipelen niet kenden. Zoals Zijn lichaam na de opstanding was, zullen onze lichamen worden. Op de dag van Zijn terugkeer naar deze aarde zullen wij aan Hem gelijk worden. Dit heeft Johannes gezegd. Om het zo duidelijk mogelijk te maken heeft de apostel Paulus in 1 Korintiërs 15 gewezen op het verschil tussen het vlees van mensen en dat van dieren, van vogels en vissen; ook hoe dit onderling nog verschilt. Hij sprak van de hemelse lichamen, zon maan en sterren en vertelde dat de bouwstoffen en glans van de hemelse lichamen anders zijn dan die van de aardse. Verder deelde hij iets mee over onze lichamen en de verandering die deze “in een ondeelbaar ogenblik” zullen ondergaan (1 Korintiërs 15: 37-52). Hij zei, dat ons “vergankelijk” lichaam veranderd zal worden in een “onvergankelijk” lichaam, wanneer wij opstaan en voor altijd van de zonde verlost zullen zijn. “Het wordt gezaaid in oneer, het wordt opgewekt in heerlijkheid. Het wordt gezaaid in zwakheid, het
18
DE ERFENIS VAN DE HEILIGEN
wordt opgewekt in kracht. Een natuurlijk lichaam wordt gezaaid, een geestelijk lichaam wordt opgewekt.” 1 Korintiërs 15: 43, 44. De dood zal er niet meer zijn voor de verloste kinderen van God. Zij hebben onsterfelijke lichamen ontvangen, gelijk het lichaam van Christus na zijn opstanding was. “Ons burgerschap is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus, Die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam, overeenkomstig de werking waardoor Hij ook alle dingen aan Zichzelf kan onderwerpen.” Filippenzen 3; 20, 21. Zullen wij in de eeuwigheid onze vrienden, die wij hier hebben liefgehad, herkennen? De vrienden van Jezus hebben Hem herkend toen zij Zijn verheerlijkt lichaam zagen. Ja, ook wij zullen elkaar herkennen op die grote dag van het weerzien, als de poorten van het nieuwe Jeruzalem opengaan voor hen die de nieuwe aarde als hun erfenis ontvangen. Wat een “zalige hoop” is er voor een christen! Onze geliefden, die gestorven waren zullen weer bij ons zijn. “Zo zegt de HEERE: Bedwing uw stem van geween, en uw ogen van tranen, want er is loon voor uw werk, spreekt de HEERE. Zij zullen uit het land van de vijand terugkomen.” Jeremia 31: 16. Wij zullen hen die we liefhebben terugzien; gezinnen zullen worden herenigd, vriendschapsbanden niet weer verbroken, treurigheid is voor altijd voorbij. Wat een heerlijke hoop hebben zij die geloven. Het geluk dat de verlosten wacht in de tegenwoordigheid van Jezus in het gezelschap van de heilige engelen, zal volmaakt zijn.
niet meer gedacht zal worden aan wat vroeger was (vers 17). Verder zegt hij: “Zij zullen huizen bouwen en erin wonen, zij zullen wijngaarden planten en van hun vrucht eten. In wat zij bouwen, zal geen ander wonen, van wat zij planten, zal geen ander eten. Want de dagen van Mijn volk zullen zijn als de dagen van een boom, en Mijn uitverkorenen zullen lang genieten van het werk van hun handen.” Jesaja 65: 21, 22. Let er wel op, dat hij hier over de nieuwe aarde spreekt. Deze nieuwe aarde is een werkelijke aarde, waar gebouwd en geplant wordt. De huizen zullen het eigendom van de bewoners zijn; niemand zal van zijn bezit worden beroofd. De mens zal ook niet meer werken om geld; ieder werkt voor zichzelf. Hij zal behoren tot een blij geslacht, dat leeft in een veilige maatschappij. “Men zal nergens kwaad doen of verderf aanrichten op heel Mijn heilige berg, want de aarde zal vol zijn van de kennis van de HEERE, zoals het water de bodem van de zee bedekt.” Jesaja 11: 9.
Zal de aarde werkelijk nieuw worden?
Hoe is dat mogelijk? Het antwoord is eenvoudig: Daar zullen immers geen onrechtvaardigen meer zijn! “Uw volk, zij allen zullen rechtvaardigen zijn, voor eeuwig zullen zij de aarde in bezit nemen. Zij zullen een stekje zijn, door Mij geplant, een werk van Mijn handen, opdat Ik verheerlijkt zal worden.” Jesaja 60: 21. Een volledige kennis van God zal in die prachtige wereld in de mensen zijn. Alle mensen zullen God aanbidden in volmaakte eenheid van geloof en geest.
De Bijbel maakt het heel duidelijk dat wij werkelijk stoffelijke wezens zullen zijn met een geestelijk karakter. Met tastbare lichamen zullen wij de nieuwe aarde bewonen. De profeet en evangelist van het Oude Testament Jesaja heeft het meest geschreven over de toekomst van de nieuwe aarde. Nadat hij in het 65ste hoofdstuk vertelt hoe “God een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zal scheppen”, voegt hij eraan toe dat
DE ERFENIS VAN DE HEILIGEN Wij lezen verder: “Dan zullen zij niet meer eenieder zijn naaste en eenieder zijn broeder onderwijzen door te zeggen: Ken de HEERE, want zij zullen Mij allen kennen, vanaf hun kleinste tot hun grootste toe, spreekt de HEERE. Want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en aan hun zonde niet meer denken.” Jeremia 31: 34. “Want zoals de nieuwe hemel en de nieuwe aarde die Ik ga maken, voor Mijn aangezicht zullen blijven staan, spreekt de HEERE, zo zullen ook uw nageslacht en uw naam blijven staan. En het zal geschieden dat van nieuwe maan tot nieuwe maan en van sabbat tot sabbat alle vlees zal komen om zich neer te buigen voor Mijn aangezicht, zegt de HEERE.” Jesaja 66: 22, 23. Van week tot week zullen wij de Vader en de Zoon loven en prijzen en om Gods troon verzameld hem aanbidden die ons zó liefhad, dat Hij “Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.” Johannes 3: 16. Wij zullen eten van de boom des levens aan de kristalheldere rivier, die ontspringt bij de troon van God in het midden van de prachtige stad, het Nieuwe Jeruzalem. Wij zijn dan voor altijd gasten in het huis van de Vader, waar veel woningen zijn. Het gebed gaat in vervulling, dat Jezus ons geleerd heeft: “Uw wil geschiede in de hemel, alzo ook op de aarde”. Zo zal het eeuwige leven in de stad van God zijn, een werkelijke stad, die de Schepper van het heelal voor Zijn kinderen heeft gebouwd. “Want hij verwachtte de stad die fundamenten heeft, waarvan God de Bouwer en Ontwerper is.” Hebreeën 11: 10. Misschien hebt u wel eens het bekende schilderij gezien van een kind, dat een leeuw aan de hand leidt, terwijl een kalf, een wolf en een lam het volgen. Deze lieflijke beschrijving werd geïnspireerd door de goddelijke belofte: “Een wolf zal bij een lam verblijven, een luipaard bij een geitenbok neerliggen, een kalf, een jonge leeuw en gemest vee zullen bij elkaar zijn, een kleine jongen zal ze drijven. Koe en berin zullen samen weiden, hun jongen zullen bij elkaar neerliggen. Een leeuw zal stro eten als het rund. Een zuigeling zal zich vermaken bij het hol van een adder, en in het nest van een gifslang zal een peuter zijn hand steken.” Jesaja 11: 6-8.
19
In deze wereld zetten wij wilde dieren in een kooi, maar in de eeuwigheid worden ze de onschuldige huisdieren van hen die de nieuwe aarde zullen erven. Elk spoor van zonde zal verwijderd worden: bloemen zullen bloeien waar eens dorre, onvruchtbare woestijnen waren. De tekenen in de natuur, doornen en distels, moeten dan plaatsmaken voor bomen en planten met een eeuwige sierlijkheid en pracht. “Daar zullen onsterfelijke wezens zich in eeuwige verrukking verdiepen in de wonderen van de scheppingskracht en in de verborgenheden van de verlossende liefde. Er zal geen wrede, misleidende vijand zijn om de mensen van God af te leiden. Elk talent zal worden ontwikkeld en verbeterd. Het verwerven van kennis zal de geest niet vermoeien, noch het verstand uitputten. Daar zullen de grootste ondernemingen tot een goed eind worden gebracht en de hoogste ambities werkelijkheid worden. Toch zal men steeds hogere toppen bereiken, en zich verbazen over nieuwe wonderen. Men zal nieuwe waarheden doorgronden en nieuwe onderwerpen ontdekken die de volledige inzet van geest, ziel en lichaam zullen vergen. De verlosten zullen alle schatten van het heelal kunnen bestuderen. Ze zijn onsterfelijk geworden en zweven in onvermoeibare vlucht naar verafgelegen werelden - naar werelden die bedroefd waren toen ze de ellende van de mensheid zagen en van blijdschap juichten wanneer een ziel uit de handen van Satan werd verlost. Met onuitsprekelijke vreugde delen de mensen nu in de blijdschap en wijsheid van wezens die nooit hebben gezondigd. Ze hebben ook toegang
20
DE ERFENIS VAN DE HEILIGEN
tot de schatten van kennis en inzicht die in de loop der eeuwen zijn verworven door de bestudering van Gods werken. Met een onsterfelijke blik zullen ze kunnen kijken naar de pracht van de schepping - naar zonnen, sterren en melkwegstelsels, die nauwkeurig hun baan rond de troon van God beschrijven. Op alles, van het kleinste tot het grootste, staat de naam van de Schepper geschreven en in alle dingen komt de rijkdom van zijn kracht tot uiting. In de loop van de eeuwigheid zullen ze God en Christus steeds beter leren kennen. Liefde, eerbied en geluk zullen net zoals de kennis steeds groter worden. Hoe beter de mensen God leren kennen, des te meer zullen ze zijn karakter bewonderen. Naarmate Jezus de verborgenheden van de verlossing en de hoogtepunten in de grote strijd tegen Satan voor hen ontsluiert, zullen de harten van de verlosten met nog meer toewijding worden vervuld; ze zullen de gouden ci-
ters met intensere vreugde bespelen. Duizendmaal duizenden en tienduizend maaltienduizenden zullen Gods lof zingen. „En alle schepsel in de hemel en op de aarde en onder de aarde en op de zee en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Hem, die op de troon gezeten is, en het Lam zij de lof en de eer en de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheden” (Openbaring 5:13). De grote strijd is dan ten einde. De zonde en de zondaren zijn er niet meer. Het ganse heelal is gereinigd. Overal in de schepping is er eendracht en blijdschap. Van Hem die alles geschapen heeft, komen stromen van leven, licht en vreugde, die alle delen van de oneindige ruimte bereiken. De kleinste atomen en de grootste werelden, alle levende wezens en alle levenloze voorwerpen verkondigen in hun oneindige schoonheid en volmaakte vreugde: God is liefde.” ( uit Het Grote Conflict, blz. 475 )
ZETMEEL - SUPERBRANDSTOF VOOR ONS LICHAAM Zetmeelproducten zijn, ondanks aanhangers van een koolhydraatarm dieet, de beste voedingsmiddelen die er zijn. De wetenschappelijke gemeenschap vertelt ons dat de weg naar een betere gezondheid geplaveid is met aardappels, volkoren pasta, bruine rijst, bonen en gezond brood. Maar hoe zit het dan met proteïne. Iedereen heeft toch proteïne nodig? Jazeker, maar niet zoveel. Al heel lang nemen we aan dat we veel proteïnen moeten binnenkrijgen om onze spierkracht te behouden, omdat onze spieren voornamelijk uit proteïnen bestaan. Maar ons lichaam is net een auto. Als de auto gemaakt is, zijn er maar weinig onderdelen die hier en daar onderhoud nodig hebben. Zo heeft een volwassene relatief weinig proteïne nodig voor dagelijks onderhoud – zo’n 44 tot 61 gram per dag. Dat is ongeveer 2 ons pure proteïne. Wat een auto regelmatig nodig heeft is goede, schone brandstof. En koolhydraten zijn de benzine voor het
lichaam, brandstof met een hoog octaangehalte, die de motor vloeiend laat bewegen. Vet is toch ook brandstof voor het lichaam? In het algemeen is vet opgeslagen brandstof, dat meegedragen wordt als bagage. Het is eigenlijk een reservetank. Als het lichaam koolhydraten tekort komt, kan het hieruit putten. Maar vet verbrandt niet zo schoon en geeft ook niet zoveel energie vergeleken met koolhydraten. Wat zijn koolhydraten? Koolhydraten zijn de suikers en zetmeel in voedsel. Veel mensen begrijpen het verband niet tussen suiker en zetmeel en de verwarring wordt alleen maar groter door begrippen zoals eenvoudige koolhydraten en complexe koolhydraten. Eenvoudige koolhydraten zijn meestal de suikers en complexe koolhydraten bestaan doorgaans uit zet-
21 te complexe koolhydraten oftewel zetmeel. Zetmeel heeft nogal complexe moleculen en zijn groter dan de suikermoleculen. Zetmeel doet er langer over om verteerd te worden en jagen de bloedsuikerspiegel niet zo snel omhoog. Het hoge vezelgehalte van onbewerkte zetmeelproducten is een bijkomend voordeel bij het stabiliseren van de spijsverteringssnelheid en de opname van voedingsstoffen. Maar word je van zetmeel juist niet dikker dan van ander voedsel?
meel. Alle koolhydraten, zowel suiker als zetmeel, worden afgebroken door het spijsverteringsstelsel en worden omgezet in glucose. Het bloed neemt deze glucose op uit de darmen en gebruikt het voor energie (brandstof). Koolhydraten worden meestal uitsluitend gevonden in plantaardig voedsel – in granen, fruit en groenten, en in de meeste producten die hiervan gemaakt worden, zoals brood, pasta, deegwaren en graanproducten. De suikers - eenvoudige koolhydraten – worden snel verteerd en, tenzij er vezels in zitten, binnen enkele minuten in de bloedbaan omgezet in glucose. Dit veroorzaakt een snelle stijging van de bloedsuikerspiegel, alsmede verhoging van energie. Maar bij een teveel aan suiker reageert de alvleesklier hier heftig op en geeft een flinke stoot insuline af, waardoor de bloedsuikerspiegel daalt en soms zelfs te veel. Het gevolg hiervan is een energiedip, vaak in combinatie met een onbestemd, beverig gevoel. Als reactie hierop neemt men meestal een tussendoortje of een frisdrank om het probleem op te lossen. Het werkt wel, nietwaar? Een betere oplossing is het eten van een appel. In hun oorspronkelijke vorm bevatten bijna alle koolhydraten een ruime hoeveelheid vezels. Hoewel vezels over het algemeen niet door het lichaam verteerd worden, absorberen zij wel water. Hierdoor ontstaat er een zachte massa in de darmen, waardoor de snelheid van suikeropname wordt vertraagd. Een andere oplossing is het eten van meer onbewerk-
Vet is het meest dikmakende voedsel. Eén gram vet bevat 9 calorieën, terwijl een gram koolhydraten maar vier calorieën bevat. Het meeste vet dat we binnenkrijgen gaat rechtstreeks naar de vetreserves in het lichaam. Verfijning en bewerking van koolhydraten veroorzaken de problemen. Het volume van voedsel neemt af terwijl de concentratie calorieën toeneemt. Dat maakt het zo eenvoudig om calorisch te ‘overeten’. Maar wanneer koolhydraten gegeten worden met de daarbij behorende vezels, raakt men sneller verzadigd met minder calorieën. Wat kan ik dan het beste eten? Aardappels en volkoren pasta’s, bonen, gerst en bruine rijst vullen de maag zonder het lichaam vol te stouwen met calorieën. Eet daarbij verschillende soorten fruit en groente, en dan is het bijna onmogelijk om zoveel te eten dat je er van aankomt. Maar dit gezonde voedsel afmaken met boter, jus, saus, saladedressing, zure room of kaas heeft als gevolg dat dit voedzaam, caloriearm eten een ‘ramp’ wordt wat het aantal calorieën betreft. Het eten van complexe koolhydraten in hun ‘oorspronkelijk staat’, samen met hun volledige aantal vezels zonder die vette toevoegingen, maakt het mogelijk dat je niet alleen in staat bent om grotere hoeveelheden te eten en af te vallen, maar zorgt ook voor een stabiel energieniveau en een verhoging van de weerstand. Deze manier van eten houden je aderen schoon en halveren je voedselrekeningen. Dat is nog eens een meevaller!
22
Kinderverhaal... GODS MANIER
Met alles wat Jezus aan de mensen vertelde, bedoelde Hij eigenlijk dit: “Ik weet een betere manier om te leven. En als je probeert te leven op Mijn manier – Gods manier – dan zul je veel gelukkiger zijn.” Zijn manier was natuurlijk de manier van de liefde. Luister maar hoe Hij het probeerde uit te leggen aan de mensen die naar Hem kwamen luisteren. Hij zei: “Gij hebt gehoord, dat tot de ouden gezegd is: Gij zult niet doodslaan; en wie doodslag pleegt, zal vervallen aan het gerecht. Maar Ik zeg u: Een ieder, die in toorn leeft tegen zijn broeder, zal vervallen aan de Hoge Raad.” Dat was iets nieuws voor hen. Het was niet alleen verkeerd om te doden, maar net zo verkeerd om boos te zijn. Jezus zei zelfs, dat je God al verdriet doet als je iemand een domoor noemt. En waarom? Omdat dat geen liefde is. Liefde is vriendelijk, zacht en beleefd. Liefde wil vergeven. Kinderen die liefde in hun hart hebben, zullen nooit gemene dingen zeggen of doen tegen andere kinderen, maar wel dingen die hen gelukkig maken. En Jezus ging verder: “Wederom hebt gij gehoord, dat tot de ouden gezegd is: Gij zult uw eed niet bre-
ken… Maar Ik zeg u, in het geheel niet te zweren: bij de hemel niet, omdat hij de troon van God is; bij de aarde niet, omdat zij de voetbank Zijner voeten is; bij Jeruzalem niet, omdat het de stad van de grote Koning is.” Dat was ook nieuw. De mensen wisten dat het slecht was om een valse eed te zweren, maar het was nooit in hen opgekomen dat God net zo’n hekel had aan gewoon zweren. Toch is het zo, zei Jezus, en de mensen die van Hem houden, zullen Zijn naam nooit op die manier gebruiken. Toen vertelde Jezus nog iets nieuws – iets heel vreemds. “Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Oog om oog en tand om tand. Maar Ik zeg u, de boze niet te weerstaan, doch wie u een slag geeft op de rechterwang, keer hem ook de andere toe; en wil iemand met u rechten en uw hemd nemen, laat hem ook uw mantel; en zal iemand u voor een mijl pressen, ga er twee met hem.” Dat was erg moeilijk. De meeste mensen dachten altijd: “Als ik die en die toch te pakken kan krijgen, zal ik het hem eens flink betaald zetten.” Maar nu wisten ze dat ze zo nooit meer mochten denken. God had een
Gods manier betere manier; dat was vergeven. Ze moesten ook de andere wang toekeren en ook hun mantel geven en twee mijlen meegaan. En Jezus ging nog verder. Hij zei: “gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult uw naaste liefhebben en uw vijand zult gij haten. Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen, opdat gij kinderen moogt zijn van uw Vader, die in de hemelen is.” “Wat?”, kan ik iemand horen vragen. “Bedoelt u, dat we de Romeinen moeten liefhebben? En de belastingambtenaren en alle mensen die ons kwaad willen doen en ons gemeen behandelen?” “Ja,” zei Jezus, “iedereen. Want Hij laat zijn zon opgaan over bozen en goeden en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen; zo moeten ook jullie liefde geven aan vrienden en vijanden.”
23
Sommigen dachten dat Jezus alle oude wetten waarover ze gehoord hadden in de synagoge, aan de kant wilde doen. “O, nee,” zei Hij, “meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen.” De wet was niet verkeerd, maar zij hielden hem verkeerd. Ze konden de wet alleen maar op de goede manier houden, als ze het uit liefde deden. Als hun hart vol liefde was, als ze heel veel van God hielden en als ze net zoveel van de andere mensen hielden als van zichzelf, dan zouden ze de wet vervullen. Die liefde is het belangrijkste voor God. Dat is Zijn manier. Alleen zo krijg je echt geluk, dat altijd zal blijven bestaan. Laten wij proberen om die manier te gebruiken.
Het meest indrukwekkende verhaal aller tijden. Dat is het verhaal van Jezus. De grootste liefde ooit is de liefde van Jezus. Het allerbelangrijkste in de hele wereld is Jezus te kennen. Jezus stierf voor jou. Nu waakt Hij over jou en Hij leidt je. Wat een voorrecht om Zijn vriend te mogen zijn! Dit boek laat je de geheimen zien van Zijn kinderjaren en Zijn overwinning over verzoeking, Zijn onderwijzing, Zijn veroordeling, Zijn dood en Zijn uiteindelijke overwinning. Vanuit de bladzijden van dit boek roept Jezus jou toe om je hart open te stellen voor Zijn liefdevolle geest, zodat Hij jouw leven kan laten opbloeien en rijke vruchten kan laten dragen die voor altijd zullen blijven. Dit mooi geïllustreerde kinderboek is nu voor € 6,50 te bestellen via de webwinkel van de Ellen White Stichting.
www.egwhitestichting.nl
24
BOEKENLIJSTEN
Boeken van de Ellen G.White Stichting
De Ellen G.White Stichting
te bestellen via de website - www.egwhitestichting.nl Patriarchen en Profeten, leergebonden Profeten en Koningen, leergebonden De Wens der Eeuwen, leergebonden De Wens der Eeuwen, pocket Van Jeruzalem tot Rome, leergebonden De Grote Strijd, leergebonden Het Grote Conflict geïllustreerd Lessen uit het leven van alledag ( geïllustreerd ) De Nieuwe Wereldorde..?(10 of meer, €0,80 p/st) De Weg tot Gezondheid (pocket) De Weg tot Gezondheid (leergebonden) De weg naar Christus (geïllustreerd) Het lijden van Christus Brieven aan verliefde jonge mensen Boodschappen voor jongen mensen
€ 16,00 € 16,00 € 16,00 € 4,60 € 16,00 € 16,00 € 5,10 € 5,50 € 0,90 € 6,70 € 9,90 € 2,40 € 1,40 € 4,00 € 10,00
Postbus 30 2957 ZG Nieuw - Lekkerland tel: 0184 - 681616 IBAN - NL31ABNA 053 3416 000 BIC - ABNANL2A E-mail
[email protected]
Boeken van de Stichting de Bazuin te Sion te bestellen via de website - www.bazuintesion.nl De zondag komt, G. Edward Reid Bijbelvertalingen: Zit daar zoveel verschil in Daniël en de Openbaring, A.de Ligne Uw gezondheid in eigen hand, Ludington - Diehl Het pad naar de troon van God, S.Peck Christus onze Hogepriester, A.T.Jones Christus en de Wet, E.J.Waggoner Pas op voor engelen, Roger J.Morneau Ongelooflijke antwoorden op gebed, R.J.Morneau Een reis in het bovennatuurlijke, R.J.Morneau De man die niet gedood kon worden, S.Maxwell Een nieuwe start, V.W.Foster Een sabbatreis van genesis / openbaring, Wijngaarde Misvattingen over de Eindtijd, Steve Wohlberg Het laatste geschenk van een moeder Het kleine mysterie en de schepping, Dennis Crews Van Rock en Roll tot Rots der eeuwen, Neuman Jezus Christus binnen de Godheid Dood en opstanding, hemel en hel, Martino Tomasi Christelijke Vaderlandsliefde, Alonzo Trévier Jones De waarheid telt, Walter J.Veith
Stichting De Bazuin te Sion € 8,30 € 3,00 € 11,20 € 5,80 € 7,90 € 4,40 € 4,40 € 6,50 € 3,90 € 3,80 € 7,00 € 7,50 € 4,00 € 7,80 € 3,90 € 5,50 € 3,60 € 3,30 € 3,60 € 4,90 € 14,00
Postbus 30 2957 ZG Nieuw-Lekkerland Tel. 0184-681616 IBAN - NL26ABNA 059 1860 724 BIC - ABNANL2A E-mail
[email protected] AFZENDER MARIAN en BEN PEL STRUIKENLAAN 34 4631 AN HOOGERHEIDE
Prijzen zijn inclusief verzend- en/of handelingskosten.