Jeugdzorg
op en vanuit school
OPENBARE VERSIE
Peelregio 2012-2013, pilot vo-scholen
Onderzoek en Statistiek
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
COLOFON Titel:
Jeugdzorg op en vanuit school: Peelregio 2012-2013, pilot vo-scholen, 2013
Opdrachtgever:
Gemeente Helmond (namens de Stuurgroep pilot Zorgteam+)
Opdrachtnemer:
Afdeling Onderzoek en Statistiek Gemeente Helmond Truus Ruijs
Projectleider pilot: Loes Roffelsen (tevens hoofdinterviewer) Stuurgroep pilot:
Bureau Jeugdzorg (Hannie Verkuijlen), Bijzonder Jeugdwerk Brabant (Jan Berkers), Samenwerkingsverband VO-VSO Helmond-Peelland (Marja van Leeuwen), Triade Ambulante Dienst Helmond (Janine Jansen), LEVgroep (Judith Kuipers), Provincie Noord-Brabant (Karim Ajouaou), Peelgemeenten Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek, Someren (Wido Bijlmakers en Jan Adams)
Datum:
Juli 2013
Preambule
Geachte lezer, De stuurgroep zorgteam+ heeft op 17 september kennis genomen van het definitieve evaluatierapport. De stuurgroep herkent zich in de rapportage, en ziet ook concrete mogelijkheden om vervolg te geven aan een aantal conclusies die u in dit rapport terug kunt lezen. In de verbinding tussen onderwijs en zorg is veel winst te halen. De diverse partners zullen de leerervaringen uit dit rapport betrekken bij de inrichting van een nieuwe toekomst waarin de samenwerking tussen onderwijs en zorg nog belangrijker wordt. De leden van de stuurgroep 17 september 2013
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Met de invoering van Transitie Jeugdzorg is het de bedoeling om jeugdzorg dichter bij de leefomgeving van het kind te brengen. Het doel is ook: afstemming met andere sectoren in het jeugddomein, zoals het (passend) onderwijs, de Wmo-zorg en de arbeidsmarkt. Zowel de voorzieningen als de ondersteuning die een kind vanuit verschillende sectoren ontvangt, moeten beter op elkaar worden afgestemd. Om ervaring op te doen met jeugdzorg op en vanuit scholen is schooljaar 2012-2013 in de Peelregio op vijf scholen voor voortgezet onderwijs geproefdraaid met zorgteams waaraan, naast schoolmaatschappelijk werk (SMW), jeugdzorgprofessionals zijn toegevoegd van Bijzonder Jeugdwerk Brabant, Bureau Jeugdzorg (BJZ) en de Ambulante Begeleiding voor jongeren met ernstige leer- of gedragsproblemen vanuit Triade Ambulante Dienst Helmond (voorheen REC Chiron). Deze constructie wordt in de Peelregio benoemd als ZorgteamPlus. De regio Helmond-Peelland start op 1 augustus 2013 versneld met de invoering van passend onderwijs. De ervaringen van de vijf pilotscholen gaan bijdragen aan de invulling van de zorgstructuur voor alle scholen in deze regio, in het bijzonder in het opstellen van de functieprofielen voor de nieuw te vormen zorgteams. Doel en aanpak van het onderzoek De hoofdvraag van het onderzoek is: Wat moet de zorgprofessional nieuwe stijl op school kunnen, kennen en doen? Wat moet de zorgcoördinator nieuwe stijl op school kunnen, kennen en doen? Om deze vraag te beantwoorden is informatie verzameld over de invulling van de taakstelling van de ZorgteamPlus op de vijf pilotscholen en de volgens hunzelf belangrijkste vaardigheden en eigenschappen om dit werk goed te kunnen doen. De informatie is verzameld door het houden van groepsinterviews, waarbij de groepen zijn samengesteld per partij/office in het ZorgteamPlus. In totaal is met 40 personen gesproken, verdeeld over 10 groepen. Hiermee zijn vrijwel alle leden van ZorgteamPlus in de evaluatie betrokken.
Resultaten Alle betrokkenen in de ZorgteamPlus zijn positief over het werken met zorg op en vanuit school, zij het niet op alle onderdelen. Naar hun mening draagt de aanwezigheid van zorgprofessionals op school ertoe bij dat •
School minder hoeft door te verwijzen naar zwaardere jeugdzorg.
•
Ouders gemakkelijker instemmen met ondersteuning van jeugdzorg
•
Docenten hun aansluiting bij de leerling professionaliseren
•
Jeugdzorgondersteuners hun analyse en interventie eerder kunnen inzetten
•
De werkbeleving een positieve ontwikkeling krijgt
Kunnen / Kennen / Doen Het uitgangspunt van de gemeenten is, dat de zorgprofessional op school lichte ondersteuning biedt en voor zwaardere zorg als zorgmakelaar optreedt. Uitvoerenden hechten er sterk aan, de zeer brede expertise over meerdere zorgprofessionals te verdelen die met kennis van de schoolomgeving aan de slag kunnen. Samen optrekken vanuit verschillende disciplines maakt dat niet een discipline overheerst (of de daarachter zittende organisatie), maar dat de leerling centraal staat. Zij hechten er ook aan de grens voor doorverwijzing niet te leggen tussen lichte en zware zorg, maar te laten afhangen van de mate van complexiteit in de gezinssituatie. Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
iii
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
Schoolmanagers (betrokken, maar geen onderdeel van de ZorgteamsPlus) hechten aan kostenbeheersing voor de school. Zij zien de Zorgteams bij voorkeur smaller en minder in de uitvoering, tenzij aanvullende middelen ter beschikking komen. De opmerkingen over de invulling van het functieprofiel van de opvoed- en opgroeispecialist zijn samengevoegd tot tien categorieën. De top 3 omvat 56% van de reacties van de ZorgteamPlus-leden en aanwezige leidinggevenden bestaat uit: 1. Breed in de analyse: 23% 2. Diep in de uitvoering: 17% 3. Stevig in de lijn met school: 16% Daarna volgen Gesprekstechniek (11%), Sterk in het netwerk (8%), Kritisch (7%); Neutraal in de driehoek (6%), Vasthoudend (5%), Empowerend (3%), Groot dienstverband (3%). De invulling van het functieprofiel van de zorgcoördinator is weinig aan bod gekomen in de interviews. Genoemde wensen zijn voor de hand liggend: controleren of alle leerlingen aan bod komen, overleg kunnen voeren wanneer het omslagpunt komt dat leerlingen doorverwezen moeten worden, de eigen schoolcultuur kennen, de leerlingen kennen, bij voorkeur ook zelf voor de klas staan. Het Netwerk Zorgcoördinatoren van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs HelmondPeelland heeft een eerste oriëntatie op haar taken en functies buiten de interviews om beschreven. Hun verslag is als bijlage toegevoegd aan dit rapport. Plenaire afsluiting In de plenaire bijeenkomst ter afsluiting van de gegevensverzameling is in werkgroepen schematisch weergegeven wat men belangrijk vindt in de zorgcoördinator en in de zorgprofessional. Hieruit komt naar voren dat de aanwezigen zich vooral druk maken om de invulling van het functieprofiel van de zorgprofessional, dit krijgt namelijk alle prioriteringsstickers. De hoogste prioriteit van de aanwezigen ligt bij het onderwerp Kennen, waarbij “Expertise (multi)’ 13 stickers krijgt en ‘Analytisch vermogen’ 2. De overige 7 stickers gaan naar het onderwerp Doen, waarbij alle stickers terecht komen bij het onderwerp “Kortdurende + Langdurende trajecten”.
Conclusie In de ogen van de zorgcoördinatoren en zorgprofessionals van de ZorgteamsPlus zijn er grote verschillen tussen hun opvattingen over het type generalist dat op en vanuit de scholen werkt, en die van de bestuurders bij gemeenten en scholen. Bestuurders geven de voorkeur aan het bieden van ondersteuning aan gezinnen vanuit een wijkgerichte aanpak, in het geval van complexe problematiek. Dit wekt bij ZorgteamsPlus de indruk dat het de bedoeling is dat deze vorm van ondersteuning gepaard gaat met overdracht aan een andere, niet vanuit school opererende zorgprofessional. Schoolmanagers, aanwezig bij de groepsinterviews maar geen deel uitmakend van de ZorgteamsPlus, erkennen de financiële en andere voordelen uit preventie op en vanuit school, zoals die in de ruimer ingevulde ZorgteamPlus tot stand zijn gekomen. Zolang zij als school geen extra middelen krijgen om deze brede invulling te bekostigen, blijven zij in meerderheid voorstander van smalle(re) frontoffices en beperkte ondersteuning in de gezinnen. De belangrijkste reden hiervoor is de kostenbeheersing voor de school. ZorgteamPlusleden in het voortgezet onderwijs zijn in overstelpende meerderheid van mening dat het frontoffice zorg breder ingevuld zou moeten worden dan de gemeenten in hun uitgangspunten voorafgaand aan de pilot, hebben vastgesteld. Hun belangrijkste reden hiervoor is, dat een brede analyse noodzakelijk is om het mandaatrecht een zinvolle invulling te geven. Met een bredere invulling van het frontoffice komt deze analyse sneller tot stand en heeft zij een betere kwaliteit. Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
iv
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
Verder geven zij ook in geval van zwaardere zorg de voorkeur aan uitvoering vanuit school, voorzover deze ondersteuning primair de leerling ten goede komt. Alleen waar de onderliggende analyse uitwijst dat de benodigde ondersteuning niet binnen de expertise van de aan school verbonden zorgprofessionals ligt, zoals bij GGZ-inzet, bij extreme multiproblem cases of waar meerdere scholen betrokken zijn, geven zij de voorkeur aan doorverwijzing. Hun belangrijkste reden hiervoor is, dat de snelheid van de interventie en de verbinding met school dan grotere kans maakt en kostenbesparend werkt. Het type generalist waar de uitvoerders in de ZorgteamsPlus aan denken, weet wanneer welke weg nodig is en dat kan van leerling tot leerling verschillen. De profielschets van de generalist krijgt bij de leden van de ZorgteamsPlus daarom een invulling, waarbij multi-expertise, uitvoering in gezinnen en binding met de school voorop staat. Profielschets opvoed- en opgroeispecialist, voorkeur ZorgteamsPlus Analyse Uitvoerend Aansluiten school Gesprekstechniek School
Netwerkverbinding
Zorg
Kri sch
Totaal
Neutraal Vasthoudend Empowerment Veel uren 0%
5%
10%
15%
20%
25%
In het ZorgteamPlus nemen de ambulante begeleiders van Triade een bijzondere plaats in. Hun bijdrage aan de professionalisering van het docententeam en de upgrading van het pedagogisch klimaat kan niet gemist worden, zeker niet met het Passend Onderwijs in het vooruitzicht. De ZorgteamsPlus verschillen hierbij onderling van mening of de ambulante begeleiding wel of niet deel zou moeten uitmaken van het frontoffice. Aanbeveling Gegeven de bevindingen in dit onderzoek en de resultaten uit de plenaire bijeenkomst verdient het aanbeveling dat de betrokken gemeenten en schoolmanagers de procesgang achter de goede resultaten van de pilot in hun beleid betrekken. Dit raakt met name twee aandachtspunten. Deze twee punten betreffen de meest wenselijke taakstelling en daarmee de samenstelling van het front office in het voortgezet onderwijs en expliciete aandacht voor ondersteuning van het docententeam. Een tweede aanbeveling betreft de kwantitatieve onderbouwing van de bevindingen. Zowel managers van scholen en backoffices als leden van ZorgteamPlus zijn van mening dat de zorg op en vanuit school aanzienlijk besparend heeft gewerkt. Als indicatoren voor een meer of minder geslaagde vorm van jeugdzorg, benadrukt iedereen de verlaagde aantallen doorverwijzingen naar zware zorg en men verwacht ook minder schoolverlaters. Cijfers over het totale schooljaar zijn pas later dit kalenderjaar bekend, maar sommige scholen kunnen ook nu al cijfermateriaal tonen in de vorm van periodieke voortgangsrapporten. Scholen, dan wel het Samenwerkingverband VO-VSOO zouden er goed aan doen deze resultaten te monitoren en met elkaar te delen. Met de positieve tot blije reacties die bij het merendeel van de geïnterviewde personen naar voren komen, zou de effectiviteit ook tot uiting moeten kunnen komen in een verlaging van uitstroom- en ziekteverzuimcijfers in de personele sfeer. Deze meetbare cijfers zouden dan ook aan de te meten indicatorenset moeten worden toegevoegd. Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
v
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Inhoud
Inhoud Samenvatting, conclusies en aanbevelingen .......................................................................................... iii 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding ........................................................................................................................................... 1 Aanleiding ................................................................................................................................... 1 Doelstelling ................................................................................................................................. 1 Aanpak ....................................................................................................................................... 2 Respons ..................................................................................................................................... 2 Leeswijzer ................................................................................................................................... 2
2.1 2.2 2.3
Achtergrondinformatie .................................................................................................................... 3 Toekomstperspectief................................................................................................................... 3 Opzet van de pilot....................................................................................................................... 3 Inventarisatie .............................................................................................................................. 4
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
Inbedding ZorgteamPlus ................................................................................................................. 5 Aanwezige zorg op school ......................................................................................................... 5 Algemene indruk ......................................................................................................................... 5 Meest positieve ervaring: snelheid ............................................................................................. 5 Regie bij de school ..................................................................................................................... 6 Gesprekstechniek ....................................................................................................................... 7 Voortschrijdend inzicht................................................................................................................ 7 Geen lineaire ontwikkeling ......................................................................................................... 8 Conclusie: Zorgteam passend bij school of afdeling .................................................................. 9
4.1 4.2 4.3
Profiel Opvoed- en Opgroeispecialist ............................................................................................11 Taakstelling zorgteam ................................................................................................................11 Profielschets ..............................................................................................................................11 De ene generalist is wel/niet de andere ................................................................................... 13
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8
W.v.t.t.k.......................................................................................................................................... 15 Zorgmelding buiten school om ................................................................................................. 15 Screenen zonder BJZ ............................................................................................................... 15 Regie op inkoopbeleid .............................................................................................................. 15 Geen scheiding tussen uitvoering en vindplek ......................................................................... 15 Zelfbeheersing bij ureninzet ..................................................................................................... 15 Twee voordeuren ...................................................................................................................... 15 Twee ortho’s ............................................................................................................................. 16 Geld .......................................................................................................................................... 16
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9
Plenaire afsluiting.......................................................................................................................... 17 Samenvatting ............................................................................................................................ 17 Visie van het SWV: school in principe geen zorgplek .............................................................. 17 Vraag en Antwoord ................................................................................................................... 18 Visie van de ZorgteamsPlus: school zo mogelijk ook zorgplek ................................................ 18 Discussie in Werkgroepen ........................................................................................................ 19 Plenaire terugkoppeling profielschetsen .................................................................................. 20 Vraag en Antwoord ................................................................................................................... 21 Het allerbelangrijkste profielelement ........................................................................................ 21 Afsluiting plenaire ..................................................................................................................... 22
2
3
4
5
6
Bijlage 1 Lijst van geïnterviewde personen ........................................................................................... 25 Bijlage 2 Interviewleidraad..................................................................................................................... 26 Bijlage 3 Deelnemers plenaire bijeenkomst .......................................................................................... 27 Bijlage 4 Plenaire bijeenkomst: diapresentatie SWV ............................................................................ 28 Bijlage 5 Plenaire bijeenkomst: diapresentatie Groepsinterviews......................................................... 30 Bijlage 6 Plenaire bijeenkomst: Profielkenmerken werkgroepsheets.................................................... 32 Bijlage 7 Zorgcoördinatoren: Profielkenmerken volgens zorgcoördinatoren, eerste oriëntatie ............ 35
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
vii
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Inleiding
1 Inleiding De aangekondigde invoering van de Wet passend onderwijs op de scholen (2014) en de transitie jeugdzorg naar de gemeenten (2015), zijn voorbodes van een andere opzet van de jeugdzorg. Ter voorbereiding hierop is bij wijze van proef (‘pilot’) op 5 scholen voor voortgezet onderwijs (VO) in de Peelregio een project uitgevoerd waarbij jeugdzorg in en vanuit de school plaatsvindt. De pilot maakt deel uit van de voorlopersaanpak van de ministeries van VWS en OCW. Doelstellingen van deze pilot zijn de volgende: a. Voorkomen van doorverwijzing naar zwaardere vormen van jeugdzorg. b. Verminderde doorverwijzing naar het voortgezet speciaal onderwijs. c.
Voorkomen van schooluitval.
d. Verbetering van de werkwijze/methodiek. Een vergelijkbare pilot loopt in Eindhoven, deze pilot heeft een langere doorlooptijd namelijk tot eind 2013. In principe is een gezamenlijke eindevaluatie gepland. Dit geldt in elk geval nog steeds voor wat betreft het kwantitatieve deel: de gegevens zijn pas later dit jaar bekend. Voor wat betreft het kwalitatieve deel wordt nog bezien in hoeverre dit nog in gezamenlijke vorm realiseerbaar is. De pilot in de Peelregio wordt nu in eerste instantie gebruikt ter voorbereiding op de invoering van passend onderwijs komend schooljaar.
1.1 Aanleiding De gemeenten hebben september 2012 hun uitgangspunten over de nieuwe vormgeving van de 1 jeugdzorg onderschreven. Voor de scholen komt de gemeentelijke visie, zeer in het kort , neer op een taakaanscherping van de huidige zorgprofessionals op school. Het is de bedoeling dat deze naast het oude takenpakket sterker dan voorheen gaat fungeren als zorgmakelaar om passende ondersteuning op school mogelijk te maken, en om een coördinator buiten school te benaderen waar de ondersteuning het bestek van de school te boven gaat, zoals bij complexe meervoudige problemen. De regio Helmond-Peelland start op 1 augustus 2013 met de invoering van passend onderwijs. Het Samenwerkingsverband passend onderwijs VO-VSO Helmond-Peelland (SWV) heeft op de korte termijn vooral behoefte aan informatie voor het opstellen van profielen voor de professionals die vanuit de scholen het frontoffice naar de zorg moeten gaan vormen en de professionals die vanuit de jeugdzorg het frontoffice naar de scholen moeten vormen. De ervaringen van de betrokken professionals in de pilot, worden geïnventariseerd aan het eind van schooljaar 2012-2013. Dit verslag vormt een samenvattende weergave van hun bevindingen.
1.2 Doelstelling Het belangrijkste doel van dit onderzoek is het verkrijgen van informatie voor de functieprofielen die horen bij de functies die in passend onderwijs vervuld moeten gaan worden bij het bieden van basisondersteuning aan leerlingen. De hoofdvraag die met dit onderzoek beantwoord moet worden is dan ook: Wat moet de zorgprofessional nieuwe stijl op school kunnen, kennen en doen? Wat moet de zorgcoördinator nieuwe stijl op school kunnen, kennen en doen? Om de antwoorden op deze vraag te onderbouwen, is met elk van de betrokken partijen uitvoerig gesproken over de positieve en negatieve ervaringen met deze werkwijze, de eigenschappen en vaardigheden die in hun ogen het meest hebben bijgedragen aan dit resultaat en de belangrijkste aanbeveling voor de vervolgstap.
1 Zie de notitie http://praktijkvoorbeelden.vng.nl/userpages/Unthemed/DownloadDocument.aspx?id=4024 Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
1
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Inleiding
1.3 Aanpak Om zo goed mogelijk de invalshoek van de verschillende betrokkenen te kunnen benaderen, is gekozen voor groepsinterviews. Elke school en elk van de vier ondersteuningssectoren die bij een ZorgteamPlus zijn betrokken, zijn geïnterviewd. Behalve met de scholen is dus gesproken met Bijzonder Jeugdwerk Brabant (BJB), Schoolmaatschappelijk werk vanuit de LEVgroep, Bureau Jeugdzorg (BJZ) en Ambulante begeleiders vanuit Triade Ambulante Dienst Helmond (voorheen REC Chiron). In de uitvoering van deze pilot zijn negen partijen betrokken: 5 scholen en 4 back-offices vanuit de jeugdzorgsector. Elke partij is uitgenodigd om met alle betrokken professionals aan het interview deel te nemen. De interviews zijn afgenomen in de laatste week van mei en de eerste week van juni. Hierbij is gebruik gemaakt van een interviewleidraad bestaande uit 7 vragen (zie bijlage). •
Er komt een verslag over het geheel van de pilot: er wordt niet gerapporteerd per partij. In de gesprekken is dan ook niet altijd even strak vastgehouden aan de vragenlijst.
•
Het verslag is gebaseerd op gesprekken met de zorgprofessionals (zie bijlage).
•
Er is niet gesproken met de betreffende leerlingen, hun ouders, hun docenten; hun reacties maken daarmee ook geen deel uit van dit verslag.
•
De pilot is uitgevoerd in scholen voor voortgezet onderwijs en de resultaten hebben dan ook alleen betrekking op jeugdzorg vanuit school aan jongeren van 12 jaar en ouder.
Halverwege juni is op verzoek van de regiogemeenten en het Samenwerkingsverband VO-VSO Helmond-Peelregio een plenaire bijeenkomst gehouden, met als doel informatie te verzamelen voor toekomstig beleid. Tijdens deze bijeenkomst zijn de resultaten uit de interviews voorgelegd aan de leden van ZorgteamPlus en andere betrokkenen (zie bijlage). De overzichten die tijdens deze bijeenkomst zijn opgesteld zijn toegevoegd aan dit onderzoeksrapport. Het rapport is voorafgaand aan de definitieve vaststelling voorgelegd aan de projectleider, zorgcoördinatoren van de scholen en de coördinatoren van de zorgaanbieders.
1.4 Respons We hebben in een tijdbestek van twee weken met alle partijen kunnen spreken. In totaal hebben we met 40 personen gesproken, dit zijn vrijwel alle betrokkenen aan ZorgteamPlus, zowel uitvoerenden als beleidsverantwoordelijken Zorg. Per school waren minimaal 2 en maximaal 5 personen aanwezig, per zorggroep minimaal 2 en maximaal 7 personen. De weerslag van de interviews is daarmee gebaseerd op praktisch de totale populatie aan betrokken zorgprofessionals.
1.5 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt in het kort de uitgangssituatie beschreven waarbinnen de pilot heeft plaatsgevonden. Hoofdstuk 3 geeft op grote lijnen weer, hoe de leden van de zorgteams het werken met jeugdzorg op en vanuit school hebben ervaren. De details zijn enorm veel bloemrijker, maar die kunnen helaas niet worden gepubliceerd. In hoofdstuk 4 wordt beschreven hoe de professionals zelf denken over de benodigde vaardigheden en eigenschappen die komend jaar van belang zijn. In hoofdstuk 5 volgen nog enkele punten die de professionals onder de aandacht hebben gebracht. Tot slot volgt in hoofdstuk 6 een korte weergave van de plenaire bijeenkomst waarin de professionals uit de ZorgteamPlus deze uitkomsten kregen voorgelegd en hun aanbevelingen aan de beleidsmakers hebben gebundeld. De bijlagen bevatten de schematische verantwoordingen, plus een eerste oriëntatie van zorgcoördinatoren op hun functieprofiel.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
2
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Achtergrondinformatie
2 Achtergrondinformatie Proefdraaien met het uitvoeren van jeugdzorgondersteuning laat zien dat ‘de’ schoolse context niet bestaat en dat elke school haar eigen vorm kiest voor de zorgstructuur.
2.1 Toekomstperspectief Op korte termijn staan twee grote veranderingen voor de deur die een belangrijk effect hebben op de zorg voor de jeugd. Deze veranderingen staan bekend als de invoering van Passend Onderwijs (2014) en Transitie Jeugdzorg (2015). Schoolmaatschappelijk werk, Bijzonder Jeugdwerk, Bureau Jeugdzorg, Ambulante begeleiding vanuit cluster 4 en de zorgcoördinatoren van de scholen hebben gedurende het schooljaar 2012-2013 ervaringen opgedaan met de samenwerking als ZorgteamPlus. Passend onderwijs en basisondersteuning
2
Met ingang van 2014 is het bieden van Passend Onderwijs een wettelijke verplichting. Scholen moeten dan binnen hun samenwerkingsverband afspraken hebben gemaakt tot welk niveau zij basisondersteuning bieden. In het ene samenwerkingsverband zullen scholen dat anders doen dan in het andere samenwerkingsverband. “In ieder samenwerkingsverband maken de scholen afspraken met elkaar over de manier waarop ze de ondersteuning verzorgen. Bijvoorbeeld voor leerlingen met dyslexie en dyscalculie. Of hoe ze lesgeven aan leerlingen met een lagere of juist hogere intelligentie dan gemiddeld. En hoe ze zorgen dat scholen toegankelijk zijn voor kinderen met een beperking. Ook maken de scholen binnen een samenwerkingsverband afspraken over veiligheid op school, eventuele medische handelingen in de klas en samenwerking met bijvoorbeeld gemeenten en jeugdzorg. Dit valt allemaal onder de basisondersteuning.” “Elke school geeft in het ondersteuningsprofiel aan wat zij bovenop het basisondersteuning kunnen bieden, bijvoorbeeld syntheseklassen etc. Mocht die ondersteuning nog niet passend zijn voor betreffende leerling kan een leerling in het geval van voortgezet onderwijs worden doorverwezen naar het voortgezet speciaal onderwijs. Daarvoor moet het samenwerkingsverband wel een toelaatbaarheidsverklaring afgeven. “Bron: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Implementatie passend onderwijs Transitie Jeugdzorg
3
Gemeenten worden bestuurlijk en financieel verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Onder de noemer jeugdhulp is zowel de laagdrempelige, lichte ondersteuning geschaard als de specialistische hulp: de jeugd met lichte verstandelijke beperking (jeugd-lvb), jeugd met psychische problemen en psychiatrische stoornissen (jeugd-ggz) en gesloten jeugdhulp. Het nieuwe stelsel van zorg voor jeugd dient een omslag te leveren naar meer preventie, vroegtijdiger ondersteuning, meer uitgaan van eigen kracht van jeugd en gezin en minder medicalisering. Door efficiëntere uitvoering beoogt deze operatie een besparing van rond de 15% van de huidige kosten van de jeugdzorg.
2.2 Opzet van de pilot Het afgelopen schooljaar zijn op 5 scholen voor voortgezet onderwijs zogeheten ‘ZorgteamPlus’ aan de slag gegaan. Globaal houdt deze werkwijze in, dat op elke school een zorgteam actief is
2 De info in deze sectie is ontleend aan http://www.passendonderwijs.nl/wp-content/uploads/2011/12/informatiegids_passendonderwijs_dec_2012.pdf
3 De info in deze sectie is ontleend aan http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-enpublicaties/rapporten/2013/05/13/arbeidsmarkteffectrapportage-transitie-jeugdzorg/arbeidsmarkteffectrapportage-transitie-jeugdzorg.pdf.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
3
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Achtergrondinformatie
bestaande uit de zorgcoördinator, het schoolmaatschappelijk werk, ambulante begeleiding en bureau jeugdzorg en bijzonder jeugdwerk. De bedoeling bij de start van de pilot is, dat dit team wekelijks of om de week bij elkaar komt om leerlingen te bespreken die op de school, of op de afdeling van de school, zijn opgevallen. Afgestemd wordt dan of er inderdaad (nog) ondersteuning nodig is voor de leerling en zo ja waaruit die ondersteuning zou moeten bestaan. Doel van de pilot is om de ervaringen te verzamelen die de professionals van het ZorgteamPlus hebben opgedaan. De bundeling van deze ervaringen draagt bij aan de beleidsvorming door de samenwerkende gemeenten en het Samenwerkingsverband VO-VSO Helmond-Peelland.
2.3 Inventarisatie 4
Het Samenwerkingsverband VO-VSO Helmond-Peelland (SWV) heeft zich aangemeld als Pionier en start op 1 augustus 2013 met de invoering van passend onderwijs. De gemeenten Asten, Boekel, Deurne, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze, Laarbeek, Helmond en Someren zijn hier nauw bij betrokken. Op 17 april voerden SWV en gemeenten hun eerste op overeenstemming gericht overleg (OOGO). De ondersteuningsplan-raad stemde op 22 april unaniem in met het ondersteuningsplan dat beschrijft hoe de regio passend onderwijs uitvoering gaat geven. Vrijwel alle betrokkenen bij de ZorgteamsPlus, vaak aangevuld met managers, hebben tijd kunnen vrijmaken om zich te laten interviewen. In totaal zijn 10 interviews gehouden met 40 personen. Groepsinterviews: aantal geïnterviewden per groep School/Zorg
Partij in de pilot
Scholen
OMO Scholengroep Helmond (Carolus Borromeus) OMO Scholengroep Helmond (Vakcollege) Jan van Brabant College Commanderij College Varendonck-College IVO-Deurne Bijzonder Jeugdwerk Brabant (BJB) Schoolmaatschappelijk werk (LEVgroep) Ambulante Begeleiding (Triade) Bureau Jeugdzorg (BJZ)
Zorg
TOTAAL
Aantal geïnterviewden 3 3 2 5 5 2 7 4 7 2 40
4 De info in deze sectie is ontleend aan http://www.passendonderwijs.nl/samenwerkingsverbanden/pioniers-in-passend-onderwijs/helmond/
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
4
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Inbedding ZorgteamPlus
3 Inbedding ZorgteamPlus Scholen hebben in de pilot een verschillende ontwikkeling doorgemaakt naar de vorm waarin hun ZorgteamPlus uiteindelijk is uitgekristalliseerd. Deze variaties geven goed de mogelijkheden en beperkingen van de respectieve constructies weer.
3.1 Aanwezige zorg op school Scholen beschikken voorafgaand aan de pilot ook al over enige vorm van zorg; dit varieert tussen scholen sterk in samenstelling van soorten expertise en beschikbare fte. In het kader van deze pilot is er soms dan ook sprake van schoolmaatschappelijk werk dat voor bijv. 8 uur is ingehuurd bij de LEVgroep, in combinatie met het ‘eigen’ schoolmaatschappelijk werk. Ook komt het bij sommige scholen voor dat zij al langer werken met een ‘eigen’ orthopedagoog; nu komt daar in het kader van de pilot extra ambulante begeleiding bij of een hulpverlener van bijzonder jeugdwerk, die eveneens een orthopedagogische achtergrond kan hebben.
3.2 Algemene indruk De algemene indruk van de samenwerking binnen een ZorgteamPlus is positief. Deze aanpak werkt, daar moeten we zeker mee doorgaan. a. Voor scholen gaat een wereld open, zij maken kennis met de effectiviteit van een aanpak zoals die onder zorgverleners gebruikelijk is. Dit varieert van praktische tips ter ondersteuning van de docent in de klas bij de aanpak van ‘moeilijke’ leerlingen, het pedagogisch klimaat, afkomstig van de Ambulant Begeleider in ZorgteamPlus tot een diametraal andere aanpak bij crisissituaties, afkomstig van de BJB-er. b. Voor de hulpverleners BJB gaat een wereld open, zij merken het positieve effect op de ouders en de leerlingen nu zij via school binnenkomen in plaats van via Bureau Jeugdzorg. Het is een prettiger manier van werken, heeft een vrijwillig karakter waardoor de samenwerking met het gezin vlotter verloopt.
3.3 Meest positieve ervaring: snelheid Snelheid voorkomt escalatie en daarmee vaak ook de noodzaak tot doorverwijzing naar zwaardere zorg. Dit is de mening van schoolfunctionarissen en zorgfunctionarissen die jaren, soms zelfs decennia, betrokken zijn geweest bij de begeleiding van jongeren. Zij zijn eensluidend in hun oordeel dat jeugdzorg op en vanuit de scholen een enorme besparing tot gevolg heeft. Definitieve cijfers over aantallen doorverwijzingen zijn pas dit najaar beschikbaar, maar voorlopig lijkt het erop dat het aantal doorverwijzingen naar zwaardere jeugdzorg gehalveerd is. Een voorbeeld uit de interviews, hoe deze snelheid tot stand komt: •
Kortere doorlooptijd: Bereikbaarheid van de betreffende/benodigde ondersteuner; in tegenstelling tot de oude situatie waar je gauw een week of langer kwijt bent alleen al voor het e 1 contact over de zaak. In de oude situatie gold: o Dat je eerst een tijd bezig bent om de ondersteuner te pakken te krijgen (is aan het werk / parttimer) en o Dat deze na het verkrijgen van het bericht tot verzoek om contact, tijd vrij moet maken en eraan moet denken om terug contact op te nemen met de school.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
5
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Inbedding ZorgteamPlus
•
Kortere bewerkingstijd (1); minder intern overleg nodig Geïnformeerdheid: o Als ondersteuner/hulpverlener weet je meteen waar het over gaat, ook info uit de wandelgangen van school, je kent de docent, je weet hoe school erover denkt; o Als ondersteuner/hulpverlener hoef je niet in aparte sessies met school hoor en wederhoor toe te passen over wat de leerling zegt, wat de ouders zeggen en is dat wel wat op school gebeurd was.
•
Kortere bewerkingstijd (2); efficiëntie; Samenwerking teamleden: o gezamenlijk het gesprek aangaan met de ouders of o de een die wat beter thuis is in een bepaald aspect van de materie kan dit uitpluizen voor de ander
•
Kortere bewerkingstijd (3); sneller méér info van de ouders: o Ouders nemen gemakkelijker contact op met de mentor (dan met de hulpverlener) als er iets gebeurd is en je krijgt dan het verhaal heet van de naald opgediend, daar zit dan al veel meer informatie in, dan als eerst een afspraak gemaakt moet worden met Bureau Jeugdzorg en na een week afkoeling het verhaal verteld gaat worden o Vertrouwdheid voor de ouders: ouders merken dat de hulpverlener de mentor ook kent, dat praat gemakkelijker o Constructieve samenwerking met de ouders: ouders, school en zorg op een lijn; het wordt eerder / gemakkelijker een gezamenlijk traject omdat je er als ondersteuner al in vroeg stadium bij kunt zijn en de thuissituatie kunt meenemen.
•
Regie op de inzet van ondersteuning: doordat je zicht hebt op de wachtlijst van de leerlingen van je school en de urgentie van de inzet, kun je meteen actie ondernemen als bij een bepaalde leerling iets escaleert (want je weet waar je kunt schuiven in de wachtlijst).
Een ander in het oog springend effect is • Commitment: doordat je met elkaar vanaf dag 1 betrokken bent bij het kind en de situatie, weet iedereen van de betreffende professionals wat er speelt, welke besluiten genomen worden/zijn en waarom. Dit voorkomt dat teamleden zich ‘overvallen’ voelen door een besluit en voorkomt daarmee ook onrust op school. Omdat je het zelf begrijpt kun je het ook uitleggen.
3.4 Regie bij de school Vanuit diverse invalshoeken wordt naar voren gebracht hoe belangrijk het is dat de schooldirectie de regie neemt bij de inbedding van zorgteams. Een zorgprofessional kan niet functioneren, als daarvoor geen draagvlak bestaat bij de directie en de lijn, of als die lijn niet wordt uitgedragen en ondersteund. De samenwerking binnen een zorgteam komt niet vanzelf tot stand. Nieuwe mensen worden toegevoegd voor taken die voorafgaand aan de pilot ook moesten worden uitgevoerd. Dit hoeft niet per se gepaard te gaan met wrijving over verschillen van inzichten, botsende karakters, strijd om positie in de school, maar het blijkt her en der toch wel een rol te spelen. School en Zorg zijn echt twee verschillende werelden, met een eigen taal en cultuur. Het is altijd een proces van afstemming, elkaars taal willen verstaan, openstaan voor elkaars inzichten, voordat het zorgteam in de nieuwe constellatie vorm krijgt. In vergelijkbare vorm komt dit naar voren in de samenwerking met vakdocenten en mentoren. In beide situaties is het van belang dat er duidelijkheid is, wat men wel en niet met het zorgteam wil kunnen. Gaandeweg het traject kunnen de inzichten veranderen hoe het functioneren van een zorgteam het beste aansluit bij de school, of de afdeling van de school, waarvoor het zorg draagt. Mits de school daarvoor openstaat en mits de (vernieuwde) inzichten ook worden uitgedragen aan het schoolteam. Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
6
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
I nbe dding Z orgte a mP lus
De school moet duidelijk aangeven hoe de lijnen en de verantwoordelijkheden liggen in de zorgstructuur. Een zorgcoördinator moet gehoor vinden bij de directie en ook bij het docententeam.
3.5 Gesprekstechniek Scholen vinden het moeilijker om probleemsituaties aan te kaarten en hier, op harmonieuze wijze, op door te pakken. Voor een zorgprofessional is dit aspect een normaal onderdeel van het werk. Deze vaardigheid in het voeren van moeilijke gesprekken wordt in de interviews vooral benoemd waar het gaat om gesprekken met de ouders van zorgleerlingen. Tussen neus en lippen door komt dit aspect ook naar voren bij de situering van zorginzet bij vakdocenten en mentoren: een afdelingsleider of zorgcoördinator vindt het soms moeilijk om die terug te fluiten als ze te lang in hun eentje de verantwoordelijkheid en/of zorg voor een leerling op zich nemen.
3.6 Voortschrijdend inzicht Al dan niet gesteund door ervaringen in het verleden, is ook in het korte tijdbestek van deze pilot op sommige scholen al verschuiving opgetreden in wat zij wel en niet in behandeling nemen binnen een zorgteam. Dit werkt door in keuze voor teams met brede dan wel smalle samenstelling. Zo zijn er scholen waar in het ZorgteamPlus alle zorgleerlingen besproken worden. En daar veel profijt van denken te hebben, met een positieve ondersteuning door alle betrokken ZorgteamPlusleden. Ook zijn er scholen met een breed samengesteld team, waar men er toe is overgegaan om eerst een voorselectie te maken uit de zorgleerlingen. De leerlingen waar alleen het schoolse /leren -element een rol speelt worden op een andere plek besproken. Het ZorgteamPlus wordt hier voorbehouden aan die leerlingen bij wie, volgens de selecteur, een zorgelement ook een relevante rol speelt. Schema: Soorten ZorgteamPlus in samenstelling en taakstelling
Impressies uit de Interviews met Zorgteamplusleden
1. SOORTEN ZORGTEAMS
‘zorg op
versus ‘zorg in zorgteamplus’: dilemma of gradueel
school’ verschil?
Multidisciplinair team; Alle leerlingen (met ondersteuningsbehoefte) Multidisciplinair team; Voorselectie Zorgleerlingen door SMW/ZoCo. Smal zorgteam dat regelmatig bijeenkomt. Casussenoverleg = inhoudelijke analyse; met op ad hoc basis ingevlogen zorg Smal zorgteam dat regelmatig bijeenkomt . Casussenoverleg = indien zorg: overdracht naar welke extern opererende ketenpartner
13 juni 2013
School = Vindplaats + Werkplaats (“rose”) •
Multidisciplinair team; Alle leerlingen (met probleemgedrag) worden besproken in een multidisciplinair team dat regelmatig bijeenkomt
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
7
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
•
Inbedding ZorgteamPlus
Multidisciplinair team; Voorselectie leerlingen door Schoolmaatschappelijk werk (SMW). Alleen leerlingen waar de zorgcomponent (mogelijk) een rol gaat spelen, anders is er voor de zorgmedewerkers ‘niets te halen’ of te brengen. Deze leerlingen worden besproken in een multidisciplinair zorgteam dat regelmatig bijeen komt.
School = Vindplaats ; Elders= Werkplaats (“paars”) •
Smal zorgteam dat regelmatig bijeenkomt. Casussenoverleg is inhoudelijk; de zorgmedewerkers worden uitgenodigd op ad hoc basis. Selectie door Schoolmaatschappelijk werk (SMW).
•
Smal zorgteam dat regelmatig bijeenkomt . Casussenoverleg = keuze of / welk type jeugdhulp aan wie wordt casus overgedragen.
3.6.1 Te smal team = Terug naar lange doorlooptijden De variant waarbij een voorselectie gemaakt wordt, welke cases besproken gaan worden in het ZorgteamPlus, is maar een kleine stap verwijderd van een situatie, waarbij de selecteur de enige zorgprofessional in het zorgteam is. Toch is dit, naast alle voorkomende combinaties in de samenstelling van een ZorgteamPlus, voor iedereen een brug te ver. Men noemt het zelfs een stap terug naar de situatie waar Bureau Jeugdzorg de indicatie behandelde, maar dan zonder de expertise van de professionals van Bureau Jeugdzorg.
3.6.2 Te smal team = Beperktere kennis door invliegprofessionals Een belangrijke meerwaarde van zorg op school is de kennis die zij hebben van de school en de leerlingen door hun regelmatige aanwezigheid. Bij in te vliegen professionals is de bijdrage aan de analyse beperkter, dan gaat het om functionele kennis met slechts sporadisch of geen bekendheid met het dagelijkse reilen en zeilen op de school.
3.7 Geen lineaire ontwikkeling De samenwerking binnen een zorgteam komt niet vanzelf tot stand. Scholen werkten ook voor deze pilot al met diverse vormen van zorgstructuren. Met de komst van het ZorgteamPlus worden nieuwe personen toegevoegd aan de zorgstructuur. En soms ook niet, waren deze personen al vanuit eerdere experimenten of stages bekend op de school en komen ze nu alleen onder een andere noemer binnen. Die nieuwe personen moeten een plek krijgen, of veroveren, binnen de bestaande structuur. Het is altijd een proces van afstemming, elkaars taal willen verstaan, openstaan voor elkaars inzichten, voordat het zorgteam in de nieuwe constellatie vorm krijgt. Het proces leidt tot verschillende uitkomsten, zo blijkt. Het is altijd “een kwestie van meer of minder tijd” voordat uiteindelijk een constellatie eruit rolt. Het is zeker niet zo dat het “een kwestie van meer of minder tijd” is voordat uiteindelijk dezelfde constellatie eruit rolt. Elke school heeft haar eigen teamplayers die elk met hun eigen bagage aan opleiding en ervaring mee vorm geven aan het nieuwe evenwicht. Een evenwicht dat past bij de school / afdeling en bij de mensen die er werken, waar het merendeel zich in elk geval in kan vinden of bij neerlegt.
3.7.1 Frisse wind versus in schoolsysteem geïntegreerde professional Scholen roemen de frisse wind die de nieuw toegevoegde spelers, of oude spelers in een nieuwe rol, toevoegen. De ambulante begeleiders van Triade, die een eye-opener vormen voor wat er aan mogelijkheden zijn ter versterking van het pedagogisch-didactische klimaat. De ondersteuners van Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
8
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Inbedding ZorgteamPlus
Bijzonder Jeugdwerk, die een eye-opener vormen met hun totaal andere insteek in het ondersteuningsproces voor de leerling. Of de ondersteuners die niets nieuws bijdragen omdat in de zorgstructuur die voorafgaand aan deze pilot actueel was, al voorzien werd in alles wat de zorgleerlingen van deze school / afdeling nodig hebben. En dan zijn zij eigenlijk alleen extra handen in de uitvoering, of worden als overcompleet beschouwd als er geen extra handen nodig zijn.
3.7.2 Hoe houd je de zorgprofessional fris Meerdere scholen benoemen het belang van de kritische blik op het schoolgebeuren. Om deze te behouden denken ze aan de volgende constructie: •
De zorgprofessional moet geen deel uitmaken van de school; dit wordt toegelicht als volgt: moet ook caseload buiten de betreffende school om hebben
•
De zorgprofessional moet terug kunnen vallen op haar organisatie
3.8 Conclusie: Zorgteam passend bij school of afdeling Het inzicht welke zorgteamconstructie het beste past bij een school of afdeling, is iets wat in de praktijk blijkt te groeien. In de ene school of afdeling is een andere zorgteamconstructie aan het groeien dan in de andere. De gegroeide constructie werkt ook door in de vaardigheden die men belangrijk vindt bij de zorgprofessionals in het zorgteam.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
9
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Inbedding ZorgteamPlus
10
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Profiel Opvoed- en Opgroeispecialist
4 Profiel Opvoed- en Opgroeispecialist De taken die de ZorgteamsPlus het afgelopen schooljaar op zich hebben genomen, hebben de inzichten over de taakstelling van het frontoffice zorg gewijzigd en daarmee de ideeën over de profielschets.
4.1 Taakstelling zorgteam Voorafgaand aan de pilot zijn scholen in het Samenwerkingsverband (SWV) samen met Bureau Jeugdzorg een basisvorm overeengekomen hoe een zorgteam er uit zou kunnen zien. Scholen hebben in het afgelopen jaar geëxperimenteerd welke vorm voor hen de meest optimale is.
4.1.1 Uitgangspositie: Theorie De scholen binnen SWV hebben zich gevonden in uitgangspunten waarbij het zorgteam bestaat uit een zorgcoördinator die de schoollijn voor zijn/haar rekening neemt en een opvoed- en opgroeispecialist (O&O'er) die de zorgaanpak voor zijn/haar rekening neemt. Hierbij is het de bedoeling dat de O&O'er uitvoerend is in de lichte zorg en zorg draagt voor de juiste doorverwijzing waar zwaardere zorg aan de orde is.
4.1.2 Uitwerking: Praktijk De scholen in de pilot hebben in de loop van het schooljaar elk een eigen vorm gevonden waarin het ZorgteamPlus voor hen de best passende was. Dit varieert tussen zeer breed samengestelde ZorgteamsPlus en smal samengestelde ZorgteamsPlus. Het verschil in samenstelling gaat gelijk op met een verschil in taakstelling en de plek waar de taak zich afspeelt.
4.2 Profielschets In totaal zijn er 158 opmerkingen genoteerd om aan te geven wat een O&O'er zou moeten kunnen, kennen en doen. De scholen hebben iets meer opmerkingen gemaakt dan de zorgprofessionals (54% vs 46%). De opmerkingen zijn in tien punten samen te vatten. School en Zorg zijn het in grote lijnen eens over de prioriteiten hierbinnen, met slechts kleine accentverschillen. Profielschets Opvoed- en Opgroeispecialist Analyse Uitvoerend Aansluiten school Gesprekstechniek School
Netwerkverbinding
Zorg
Kri sch
Totaal
Neutraal Vasthoudend Empowerment Veel uren 0%
5%
10%
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
15%
20%
25% 11
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Profiel Opvoed- en Opgroeispecialist
De kleine accentverschillen beslaan maximaal 5%-punt. Dit accentverschil betreft het aspect van de gewenste kritische opstelling. De zorgverleners zijn er sterker op gespitst dat de O&O‘er zich kritisch opstelt ten aanzien van het pedagogisch klimaat. De andere accentverschillen bedragen 3%-punt of minder.
4.2.1 Analysevaardigheid School en zorg zijn twee verschillende werelden, met een eigen taal en cultuur, een eigen referentiekader. Om te beginnen ligt de focus van school meer bij aanpak van het manifeste gedrag, terwijl de focus van zorg meer ligt bij de onderliggende laag. School wil meteen inzetten met actie, zorg wil meteen inzetten met analyse. ZorgteamPlusleden vinden het van het grootste belang dat de O&O'er breed onderlegd is: “er zijn veel leerlingen die allen een andere aanpak nodig hebben” (uit interview met school x). De O&O'er moet een screening kunnen uitvoeren, een risicotaxatie, een zorgroute kunnen uitzetten. De O&O'er moet ook door het probleemgedrag heen kunnen kijken naar de onderliggende laag, en de inbreng van de schoolsituatie en de thuissituatie bij de analyse kunnen betrekken waar dit gerelateerd is aan probleemgedrag. Of een leerling doorverwezen dient te worden, hangt af van het resultaat van de analyse, van de voorgestelde route. Het zou niet uitsluitend moeten afhangen van de zwaarte van de aan te bieden ondersteuning.
4.2.2 Uitvoerend, outreachend naar gezinnen In overeenstemming met de uitgangspunten die de gemeenten hebben geformuleerd, is in elk groepsinterview benadrukt dat de O&O'er uitvoerend moet zijn in de zorg. Niet iemand die alleen overleg voert met de zorgcoördinator en de administratie aanvult. In de uitvoering is het van belang dat de O&O'er ook de gezinnen thuis opzoekt, ook buiten kantoortijd beschikbaar is: flexibel in de werktijden. Verder zou de O&O'er zich niet moeten beperken tot alleen de lichte ondersteuning. Waar de hulpvraag uitwerking heeft in het schoolproces, zou de ondersteuning waar mogelijk van school uit vorm moeten krijgen. Ook indien dit zwaardere zorg betreft. Als met iets meer gesprekken dan de afgesproken vijf of soms drie, het doel van de ondersteuning bereikt kan worden, heeft dit de voorkeur boven doorverwijzing.
4.2.3 Aansluiten, feedback naar school De O&O'er moet zelfstandig werken, maar niet solitair. Het derde aandachtspunt in de profielschets is de terugkoppeling naar de school en in het bijzonder naar de docent van de leerling die de ondersteuning krijgt: “Werken vanuit 'samen': docent, kind, ouders, teambreed” (uit interview met school x).
4.2.4 Gesprekstechnieken beheersen De O&O'er moet uitstekend kunnen communiceren. Dit houdt onder meer in, dat de O&O'er de input van de leerling moet kunnen begrijpen binnen diens culturele context, ongeacht of die van het praktijkonderwijs of het gymnasium komt. En daarop dan zelf kunnen aansluiten. Hetzelfde geldt voor aansluiting met de ouders. Kunnen omgaan met weerstand bij ouders, als benoemd wordt wat niet goed gaat. “Communicatief heel sterk zijn: tussen ouders en kinderen; én school, én hulpverlening, communicatief naar de volgende zorgverlener” (uit interview met school x).
4.2.5 Verbinding extern netwerk De O&O'er moet korte lijnen hebben naar andere experts, voor kort overleg of snel inzetbare expertise. Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
12
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Profiel Opvoed- en Opgroeispecialist
4.2.6 Kritische blik ten aanzien van school Niet alle leerlingen zijn hetzelfde en zorgleerlingen al helemaal niet. Scholen hebben baat bij een kritische blik naar hun rol in de aanleiding tot probleemgedrag. Zeker met passend onderwijs in het vooruitzicht is aanvulling van het pedagogisch beleidsplan en professionalisering van docenten op dit punt zeer gewenst. Om deze kritische rol te kunnen blijven vervullen is het van belang dat de O&O'er geen onderdeel wordt van de schoolcultuur. De O&O'er moet wel de school en de docenten kennen en de leerling in de schoolomgeving kunnen plaatsen, maar bij voorkeur ook een caseload buiten de school hebben en kunnen overleggen met een eigen backoffice.
4.2.7 Neutraal in de driehoek, onafhankelijk De O&O'er moet in de gesprekken een neutrale opstelling innemen. Dus niet samen met school tegen de ouders, of samen met de ouders tegen de school. En heeft vooral ook een neutrale positie ten aanzien van de leerling: “je hoeft niets van het kind, kind hoeft bij jou geen goed cijfer te halen” (uit interview met zorg x).
4.2.8 Overig: Empowerment, vasthoudendheid en veel uren Als O&O'er moet je mensen kunnen helpen weerbaarder te worden, blijven motiveren om hun kansen te zien en te ontwikkelen en hierbij een lange adem hebben. “Als de aanpak waarvan je als hulpverlener denkt dat die goed is, niet direct aanslaat in gesprekken met de ouders (of ook: docenten en andere professionals) omdat ze nog niet zo ver zijn: toch volhouden; toch motiveren” (uit interview met zorg x). “Mensen in hun eigen deskundigheid laten groeien” (uit interview met school x). En “om alles te realiseren wat men van de O&O'er verwacht, heeft die veel uren nodig” (uit interview met school x).
4.3 De ene generalist is wel/niet de andere De discussie in de groepen benoemde telkens ook de vraag, in welke hoek de beoogde O&O’er gezocht moest worden. Per slot van rekening zijn er zorgprofessionals vanuit diverse specialisaties aanwezig op de scholen.
4.3.1 Bloedgroependiscussie Stuurgroepleden Vanuit een afstandje hebben alle betrokken zorgmedewerkers een vergelijkbare opleiding op hboniveau. Stuurgroepleden Jan Berkers (BJB) en Judith Kuijpers (LEVgroep) benoemen dat ook zo. Het is de toevalligheid van de werkplek die maakt dat de specifieke deskundigheden op de ene plek in het ondersteuningsproces sterker zijn, of op de andere plek.
4.3.2 Bloedgroependiscussie Schoolmanagers Bij de interviews op scholen is het geluid met een andere toonzetting wel gehoord: “de SMW’er is een generalist, de BJB’er is een generalist, de AB’er voelt zich ook al generalist” (uit interview met school x).
4.3.3 Bloedgroependiscussie ZorgteamPlusleden De uitvoerenden zelf zien wel verschillen, soms grote verschillen, tussen de diverse zorgprofessionals. En hoewel zij zelf van mening zijn dat ze nu een betere kijk hebben op de inbreng die zorgprofessionals kunnen bieden in de ondersteuning, blijkt hun ervaring met zorgprofessionals sterk gekleurd door de ervaring met de specifieke zorgprofessionals zoals zij die hebben meegemaakt. Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
13
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Profiel Opvoed- en Opgroeispecialist
De ene schoolmaatschappelijk werker is de andere niet, alleen al in ervaring en loopbaanhistorie zijn er grote verschillen. Daarnaast bepaalt de omvang van het dienstverband in grote mate welke taken een SMW’er op zich neemt en kan nemen. Verder heeft elke zorgprofessional haar eigen focus op een bepaald deel in het ondersteuningsproces, afhankelijk van het type organisatie van waaruit zij op de school werkzaam is. En daarmee ook een bijpassende specialisatie en taakuitvoering. Het is dan ook niet verwonderlijk dat juist zij grote verschillen zien tussen een SMW’er, een BJB’er, een AB’er en een BJZ’er.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
14
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
W.V.T.T.K.
5 W.v.t.t.k. In de groepsinterviews zijn een aantal aandachtspunten aan de orde gesteld die niet rechtstreeks betrekking hebben op de zorgprofielen. Om deze niet verloren te laten gaan, worden zij hier vermeld onder de rubriek “wat verder ter tafel komt”.
5.1 Zorgmelding buiten school om Vooruitlopend op de komende situatie verwijst Bureau Jeugdzorg zorgvragers nu al naar school om bij de zorgstructuur daar aan te kloppen. Het is echter niet zo dat alle ernstige problemen waar jeugd mee kan zitten, hun weerslag hebben op het schoolse domein. In zo’n situatie zou er ook buiten school om een hulpvraag moeten kunnen worden geplaatst en opgepakt.
5.2 Screenen zonder BJZ Het ZorgteamPlus in brede multidisciplinaire samenstelling kàn screenen: informatie van school wordt meteen meegenomen in de screening. In de afgeslankte versie van ‘zorgteam’ is er weer overdrachtsverlies plus doorlooptijdverlies, dan krijgen we eigenlijk de oude situatie weer terug, zonder de deskundigheid op het vlak van analyse.
5.3 Regie op inkoopbeleid Enkele scholen opperen de behoefte aan vrije keuze om zorg te kunnen inkopen. Bijvoorbeeld als in de vertrouwde doorverwijzingslijnen wachtlijsten bestaan, terwijl elders vrijgevestigde professionals meteen beschikbaar zijn.
5.4 Geen scheiding tussen uitvoering en vindplek Bij verschillende ZorgteamPlus circuleert het 80%-verhaal. “Tussen lichte ondersteuning en zware multiproblem zit 80% van de cases. Die 80% willen we op de school houden”. Soms zijn dan 10 gesprekken nodig, in plaats van de afspraak zoals die nu bestaat, om door te verwijzen als er meer dan 5 of soms 3 gesprekken thuis nodig zijn.
5.5 Zelfbeheersing bij ureninzet Ondersteuning in het gezin betekent niet dat de zorg vanuit school tot in het oneindige doorgezet wordt. Ook niet als de zorgprofessional zelfstandig kan uitmaken hoeveel uren ondersteuning waar wordt ingezet. Doordat goed gekeken wordt wat het kind nodig heeft, kan een goede inschatting gemaakt worden. “We hebben haar niet alle uren ingezet als zou kunnen.” (uit interview met school x).
5.6 Logboek / Magister Schriftelijke verslagvaardigheid is een vaardigheid die elke zorgprofessional zou moeten beheersen. Zorgprofessionals houden soms een eigen logboek bij, zodat ze ook aantekeningen kunnen opnemen die een sterk vertrouwelijk karakter hebben. Soms is op scholen een apart kwadrant in het informatiesysteem Magister ingericht voor aantekeningen.
5.7 Twee voordeuren Bij zorg aan de voordeur is het van belang om na te gaan over welke voordeur men het heeft. Er is de grote voordeur, te weten de bespreking van de instroom van leerlingen. En de kleine voordeur, te weten de zorgleerlingen die in de loop van het schooljaar aan het licht treden. Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
15
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
W.V.T.T.K..
Bij de grote voordeur zouden zorgprofessionals altijd aanwezig moeten zijn. Bij de kleine voordeur is hun aanwezigheid op school zeer gewenst, maar niet per se als lid van het zorgteam.
5.8 Twee ortho’s De expertise van orthopedagogen wordt in alle interviews geroemd. In de loop van de gesprekken blijkt dat bij deze beroepsgroep sprake is van twee soorten expertise, die niet per se binnen één persoon verenigd zijn. Bij de ene expertise gaat het om de leerproblematiek van de leerling, de “leerbaarheid”. Bij de andere expertise gaat het om analyse van de gezinsproblematiek, deskundigheid bij het duiden van dossiers, in het bijzonder ook voor wat tussen de regels door geschreven is. Bij de uitroep ‘mag het dan een ortho zijn” (uit interview met school x) is het dan wel van belang te specificeren welke orthopedagogische deskundigheid men op het oog heeft.
5.9 Geld Schoolmanagers (directeuren, afdelingsleiders) zijn geen lid van de ZorgteamsPlus, maar waren vaak wel aanwezig bij de groepsinterviews. Ook zij benadrukken dat er minder doorverwijzingen zijn sinds de preventieve aanpak door ondersteuning op en vanuit school aan te bieden. Schoolmanagers dringen in het algemeen wel, op basis van kostentechnische argumenten, aan op smallere samenstelling van het ZorgteamPlus. en een beperkte ureninzet in de gezinnen. •
•
Smal(ler) ZorgteamPlus: Dit kan zijn in de vorm van 2 personen: met naast de zorgcoördinator hooguit het schoolmaatschappelijk werk, of hooguit 3 personen: naast de zorgcoördinator en het schoolmaatschappelijk werk hooguit een extra zorgprofessional. Beperkte ureninzet: Langere ondersteuning aan de gezinnen kan misschien uiteindelijk wel goedkoper zijn, maar niet voor de school als die er de middelen voor moet opbrengen.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
16
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Plenaire afsluiting
6 Plenaire afsluiting Met gemeenten zijn afspraken gemaakt om de zware zorg vanuit de wijk te organiseren. Zorgprofessionals zien zich goed in staat om de meeste zware zorg ook vanuit de school te bieden. Scholen willen het belang van de leerling dienen, mits zij hiertoe de middelen krijgen.
6.1 Samenvatting Op verzoek van de regiogemeenten en het Samenwerkingsverband VO-VSO is medio juni een afsluitende bijeenkomst gehouden. Er waren 37 personen aanwezig, onder wie 8 die niet bij de groepsinterviews betrokken waren. De lijst van aanwezigen staat vermeld in bijlage 3. Na het welkomstwoord houden Wido Bijlmakers en Marja van Leeuwen een inleiding, waarin zij met ondersteuning van een diapresentatie de noodzaak van de transitie en de door de gemeenten overeengekomen uitgangspunten aangeven. Vervolgens is het woord aan Loes Roffelsen en Truus Ruijs, die met ondersteuning van een diapresentatie de hoofdlijnen aangeven van de resultaten uit de groepsinterviews. Daarna wordt in vier werkgroepen gediscussieerd over de vraag, welke de belangrijkste elementen zouden moeten zijn in de functieprofielen van de zorgcoördinator en de zorgprofessional, onder de nieuwe situatie van Passend Onderwijs met zorgondersteuning vanuit school. Tot slot worden deze bevindingen plenair gepresenteerd. De bijeenkomst wordt afgesloten met een inventarisatie van hartenkreten die los staan van de discussie rond profielkenmerken.
6.2 Visie SWV: school in principe geen zorgplek In de nieuwe aanpak komt op de scholen een frontoffice zorg. Het principe is: Voor zware zorg is in elke school 1 eerste aanspreekpunt (vgl. accountmanager) voor de zorg. Dit wordt georganiseerd parallel aan de leerplicht, scholen krijgen dus niet te maken met verschillende aanspreekpunten voor verschillende gemeenten. •
Dit aanspreekpunt heeft mandaat. Je hoeft geen indicatie op te halen bij BJZ.
•
Het gaat erom, dat het een vertrouwd gezicht op de school is, in dienst van de zorg.
•
Een kampioen in normaliseren en ontzorgen
•
Die ook zelf de handen uit de mouwen kan steken.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
17
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Plenaire afsluiting
Dia: Samenwerkingsmodel Integrale aanpak. • • •
Dat mensen elkaar weten te vinden, borgen in dit ‘gebouw’. Zware zorg blijft buiten dit ‘gebouw’. In principe is de school geen zorgplek
6.3 Vraag en Antwoord Een aantal mensen maakt gebruik van de gelegenheid om vragen te stellen. Vraag uit de zaal,[zorg]: Het SMW (schoolmaatschappelijk werk) in de school, werkt die ook in de gezinnen? Antwoord: SMW gaat niet op tournee en de gezinnen in. Als er iets gebeuren moet bij de gezinnen, dan neemt SMW contact op met backoffice en daar wordt dan bekeken wie tijd en ruimte heeft om te gaan. Dit kan per gemeente verschillen hoe dit ingevuld wordt, we werken hier niet alles uit. Vraag uit de zaal [school]: Deze ochtend, kan die ertoe leiden dat jullie plan [i.c. van de gemeenten] aangepast wordt? Antwoord: 1 januari 2015 gaat het in. Deze ochtend geeft nieuwe informatie en die nemen we mee. Voorop staat de autonomie van de gemeente, de autonomie van de school. De school gaat over de feitelijke invulling van wat een zorgcoördinator doet. Het verschilt ook tussen scholen: de ene school meer dit profiel en de ander meer dat profiel. Vraag uit de zaal [school]: Ik mis het kopje ‘Geld’. Wij hebben zelf al een SMW in dienst. Is er toch de mogelijkheid dat wij meedelen in de pot. Antwoord: Gemeenten hebben er veel belang bij dat op school de zorg goed geregeld is. Dat scheelt geld. Gemeente zal zich inzetten om geld naar onder in de piramide te brengen. [Dit betreft de piramide in dia 4 van de PowerPointpresentatie, zie bijlage] Elke gemeente maakt hier zijn eigen keuzes.
6.4 Visie van de ZorgteamsPlus: school zo mogelijk ook zorgplek Scholen willen een eigen invulling kunnen geven aan hoe breed of smal ze hun zorgteam opzetten. Mandaat is zinvol als je weet welke route voor de leerling van belang is en hiervoor is toch uitgebreide screening nodig, al gebeurt dit niet meer door BJZ. Bij een te smal team verdwijnt de snelheid uit deze invalshoek.
Impressies uit de Interviews met Zorgteamplusleden
7. Investering
versus
e ciëntie
SMAL TEAM
BREED TEAM
•
•
•
• • •
casusbespreking= naar welke zorgverlener moet leerling worden doorgeleid zorgteam treedt eerder op als doorverwijzer, bijscholing essentieel ‘zorgpersoon’ = o&o moet goede lijnen naar buiten hebben minder vergaderuren, minder overhead, meer overdracht langere doorlooptijd en overdrachtverlies
• • • • • •
versus
e ect
casusbespreking = gezamenlijk inhoudelijke analyse uitvoering in aansluiting op casusbespreking teamwerkvaardigheden en hulpverlenersvaardigheden zorgpersonen kennen de school als ze met de ouders gaan praten meer vergaderuren, meer overhead korte lijnen en laagdrempelig regiemogelijkheden school en zorg
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
18
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Plenaire afsluiting
Tot slot zijn de profielschetsen gepresenteerd. De beschrijving hiervan staat in hoofdstuk 4 van dit onderzoeksverslag en wordt hier niet herhaald.
6.5 Discussie in Werkgroepen De aanwezigen gaan verdeeld over vier werkgroepen discussiëren over de vraag wat een zorgprofessional en een zorgcoördinator moet kennen, kunnen en doen. Op A3-formaat wordt een schema ingevuld met trefwoorden. De overzichten met de trefwoorden staan in de bijlage.
6.5.1 Trefwoorden meer omschreven Omdat trefwoorden soms wat te kort zijn om de discussie te volgen, volgen hier de aantekeningen bij een discussie in één van de werkgroepen. Zorgcoördinator (ZoCo): • • • • • • • • • •
• •
Moet kennis van het onderwijsveld hebben en onderwijsachtergrond hebben, want dan blijft de ‘schoolkant’ behouden in het overleg. Verschil van mening in de groep: Hoeft niet per se onderwijsbevoegdheid te hebben vs moet zelf ook voor de klas staan Gevoeligheid hebben voor de zorgcomponent (tegenhanger bij zorgprofessional: gevoeligheid voor schoolcomponent) Zelf signalering Coördineren wat docenten signaleren Monitoren: bij kunnen houden of de basisondersteuning op school op orde is Status / Invloed in het managementteam: het management moet luisteren naar bevindingen van de zoco Goed in contacten met ouders Moet zorgsturend kunnen zijn, om de zorg schoolfähig te maken, om de zin te laten inzien van de zorg binnen school. Moet dwingend iets kunnen opleggen, docent kunnen terugfluiten als die te lang in zijn eentje doorgaat, moet kaders kunnen aangeven / problematiek kunnen scheiden / wat is voor de school en wat is voor de zorg; en vooral ook: zorg binnen de perken kunnen houden. Overtuigingskracht hebben, kunnen motiveren. Leiderschapskwaliteiten; opleiding hiervoor gevolgd hebben
Zorgprofessional: • • • • • •
De zorgprofessional moet kennis van het onderwijs hebben, moet de school kennen, moet weten welke docent kan wàt en welke ondersteuningsbehoefte heeft die docent nodig. Risicotaxatie; Screening kunnen uitvoeren: diagnostische vaardigheden; kennis van AMK Verschil van mening in de groep: Of die de zorg altijd zelf op zich moet nemen is vers 2, staat los van de diagnostische vaardigheden versus Moet ook zelf aan de slag kunnen in de gezinnen Screening en motiveren van ouders richting zorg Hbo-opleiding in de zorg; specialisatie in jeugdhulpverlening of maatschappelijk werk is minder van belang Weet hebben van de problematieken o Ontwikkelingspsychologie o Pathologie o Systeemkennis van kinderen waarmee iets aan de hand is o Pedagogiek ; toegelicht als: =de normale ontwikkeling; dit heb je nodig om te weten wat normaal is o Dyslexie en Gedragsmoeilijkheden kunnen diagnosticeren
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
19
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
o o o
o
Plenaire afsluiting
Generalist, met specialistische kennis op andere vlakken Ook kinderen die nog niet gediagnosticeerd zijn kunnen herkennen School denkt al gauw bij probleemgedrag: ‘hier is iets aan de hand’ dat hoeft niet zo te zijn kan ook bijv. verschil thuiscultuur – schoolcultuur zijn, docenten komen vaak uit ander type thuismilieu Eerst ‘aansluiten’
WIE IS VERANTWOORDELIJK VOOR WAT We zijn bang dat dit op de O&O-er geplakt wordt en dat willen we nu juist niet. Screening doe je met zijn allen en uitvoering doe je met zijn allen; tijdig constateren of externe specialist nodig is. Binnen het circuit moet je elkaar kennen Wachttijd is de doodsteek voor de zorg Je kunt met meer mensen beter afstemmen wie doet wat Sparren met backoffice / Intervisie: de deskundigheid moet gevoed worden; na 3 jaar ben je anders wel uitgespeeld met elkaar, dan krijg je geen nieuwe informatie meer. BREED TREKKEN Bedoeld wordt: Ambulante Begeleiding (AB) breed trekken richting docententeams. De AB maakt wel deel uit van de zorgstructuur, maar heeft heel andere taak. De AB heeft kennis van gedrag, binnen de klas, groep, school. Bij Passend Onderwijs speelt dit helemaal: eerst kijken wat er aan de hand is, niet meteen een etiketje plakken. Docenten komen uit een ander milieu dan deze leerlingen en etiketteren dit gedrag al snel als probleemgedrag. Normaliseren: dit moet je uitleggen, is een ‘kreet’ geworden. Normaliseren vraagt kennis en kunde. Normaliseren: moet gedragen worden door de instellingen dat je het mag terugleggen in het gezin.
6.6 Plenaire terugkoppeling profielschetsen Zes flaps: kennen; kunnen; doen per zoco en zopro. Elke tafel geeft het allerbelangrijkste element uit zijn minisheet. Zorgcoördinator: belangrijkste punten per werkgroep Wat
Wat
Kennis
Sterke positie in de school Basiskennis van de sociale kaart (=wat is in school, wat is buiten school te koop) Onderwijskundige achtergrond (=kennis van het reilen en zeilen van de school) Leiderschapsvaardigheid (opleiding hierin) Verbindingen leggen (= “verbinden”) Vergaderingen kunnen voorzitten Specialisten in hun kracht kunnen zetten en kunnen laten Profilering binnen de school en buiten de school Signaleren Coachen en coördineren Overzicht houden en coördineren Grenzen van de school bewaken (schoolse vs zorg) Delegeren Autoriteit/Gezag/Zeggenschap in de lijn, naar boven en naar beneden Eigen verslag van de zoco’s wel meenemen in eindverslag
Vaardig -heid
Doen
Alg
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
20
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Plenaire afsluiting
Zorgprofessional Wat
Wat
Kennis
Expertise van SMW, Ortho, AB, Jeugdzorg (samengevoegd tot multi expertise) die ene persoon moet dat allemaal kunnen en anders moeten het meer personen worden want al die expertise is nodig)
Vaardigheid
Goed netwerk in de regio Kunnen werken in de driehoek school - thuis - leerling Risicotaxatie, ihb veiligheid Analytisch vermogen Systeemgericht denken, breder kijken dan de leerling, leerling in zijn context Moet buiten schoolse tijden werken Uitvoerend vanuit de eigen expertise Screeningsvaardigheid, als BJZ wegvalt moet generalist de kennis hebben om die doorverwijzing te kunnen Diagnostische kennis En weten welke zorg bij deze diagnose nodig is Draaglast van het thuissysteem kunnen inschatten Zorg-Op-Maat. Inzetten eigen netwerk van de leerling. (dit zijn de algemene uitgangspunten. Maar blijft dat dit een vaardigheid is.) Goede kennis van gesprekstechnieken: met ouders, ook met mentoren. Betekent ook vergroting van de kennis van school, want de docenten krijgen dit ook mee.
Doen
Snel inzetten binnen de school. (dit voorkomt zwaardere problematiek) Uitvoeren wat in ZT+ besloten is Coachen + Ondersteunen mentoren, aansluiten bij casusoverleg preventief docenten. DOEN Kortdurende + Langdurende trajecten kunnen doen
6.7 Vraag en Antwoord Een aantal mensen maakt gebruik van de gelegenheid om vragen te stellen en opmerkingen te maken. Zo stelt iemand uit de zaal: “Behouden wat je hebt, dat werkt”. En een ander voegt toe: “de presentatie van Wido (gemeente Helmond) wekt de indruk dat dit teruggetrokken wordt, daar zien wij veel nadelen in. Wido: Dit [plan] is de minimumvariant die door gemeenten onderschreven wordt. Dit kunnen scholen en gemeenten verder uitwerken. En ja, ’t gaat ook om geld. Zaal: Behalve geld is het ook positioneel: zorg in de school, of zorg buiten de school.
6.8 Het allerbelangrijkste profielelement Iedere aanwezige, voorzover deelnemer in ZorgteamPlus, mag zijn/haar sticker op een van de zes flaps plakken. Er zijn blauwe stickers voor de ‘buitenstaanders’ zoals de organisatie maar ook leidinggevenden van school/afdeling of van backoffices hebben een blauwe sticker. Er zijn rode stickers voor de mensen van de zorg die deel uitmaken van een ZorgteamPlus en gele stickers voor de mensen in dienst van de school voorzover deel uitmakend van een ZorgteamPlus. Daarmee is dan ook meteen duidelijk vanuit welke hoek, welk element het sterkst benadrukt wordt. Resultaat Er zijn 22 stickers geplakt. Alleen degenen die deel uitmaken van ZorgteamsPlus mogen stickers plakken.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
21
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Plenaire afsluiting
School- en zorgaanwezigen zitten in de prioriteitenstelling op dezelfde lijn. Nagenoeg alle stickers zijn bij hetzelfde veld geplaatst. De hoogste prioriteit ligt bij de profielschets van de zorgprofessional. Het meestbestickerde punt is “Expertise (multi)’ met 13 stickers. Overzicht: Belangrijkste profielelementen volgens de plenaire, met prioriteit volgens Zt+ leden
Kennen (kennis,opleiding etc)
Kunnen (vaardigheden)
Doen (de taken)
Zoco/school
Zorgprof
Sterke positie in de school
Expertise (multi)
Basiskennis :
zorg + school Sociale kaart Kennis van onderwijs Leiderschap -> +
Netwerk in de regio Driehoek school – thuis – leerling Risicotaxatie Analytisch vermogen Systeemtheorie ≠ 09.00 / 17.00
Verbinden Specialisten in hun kracht zetten en laten Profilering, binnen en buiten school
Gericht op snelle uit voering Diagnostiek -> doorverwijzen Draaglast verhouding goed inschatten (gezin + school)
Signaleren
Zorg op maat Eigen netwerk betrekken Gesprekstechnieken
Coachen + coördineren (overzicht) Grenzen van de school bewaken Delegeren Autoriteit boven -> beneden (lijn)
kort + lang wat Zt+ besluit Ondersteuning mentoren (coaching) Aansluiten casusoverleg -> preventief
6.9 Afsluiting plenaire Hartenkreten Omdat niet ieder zijn/haar ei heeft kwijt gekund in de opdracht om de belangrijkste elementen voor de profielschetsen te benoemen, wordt ruimte ingeruimd dat ieder een hartenwens mag uiten. 1. [deelnemer zorg] In de sheets met de piramide (basiszorg – residentiele zorg) willen jullie graag dat er minder in de top van de piramide komt want dat is de duurdere zorg,. Maar dat mislukt omdat er geen geldstroom terug is. “Als wij aan de basis werken aan preventie, moet er ook geld naar de basis om dat te kunnen doen.” Je stimuleert de weg terug zo niet. 2. [deelnemer school] Jammer dat het stopt. Laat ons doorgaan met de pilot. 3. [deelnemer overig]. Zijn er inhoudelijke redenen geweest om dit concept af te bouwen? Anders dan geld? Reactie Samenwerkingsverband: de pilot was bedoeld om inzicht te geven. Dit zijn verwachtingen, het is altijd bedoeld geweest als tijdelijk. 4. [deelnemer overig]. Als het werkt, waarom stopt het dan? 5. [deelnemer zorg]. Wat komt er 1 augustus? Snel duidelijkheid geven.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
22
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Plenaire afsluiting
Afsluiting De pilot is bedoeld geweest om ervaringen op te doen met deze manier van werken en om onderling goede relaties te ontwikkelen. De informatie die deze ervaringen hebben opgeleverd, wordt gebundeld in een eindverslag en gedeeld met de besturen en beleidsmakers. De gemeenten zijn eerder al een basis overeengekomen waarin zorg vanuit school en zorg vanuit de wijk een plek gekregen heeft. Er is straks zeker ruimte om een eigen inkleuring te geven: de ene gemeente is de andere niet, de ene wijk is de andere niet, de ene school is de andere niet.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
23
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Plenaire afsluiting
24
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Bijlage 1
Bijlage 1 Lijst van geïnterviewde personen
De namen van de deelnemers zijn alleen vermeld in het interne rapport.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
25
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Bijlage 2
Bijlage 2 Interviewleidraad Gesprekspartners Naam, Functie en School/Scholen waar gesprekspartners bij ZT+ horen Naam
Functie
…………………………………..
………………………………………………………..
J v B
V a k
O M O
C V O D M C
I V O
Korte inleiding over het doel van deze bijeenkomst. De pilot ZT+ loopt eind dit schooljaar af en we willen graag vaststellen wat we van deze ervaringen willen meenemen naar de volgende fase en hoe we dit het beste kunnen aanpakken. 1. Algemene indruk: Wat is jullie algemene indruk van de samenwerking binnen ZT+, welk gevoel beklijft het meest? ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… 2. Wat zien jullie als de meest positieve ervaring met deze werkwijze? ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… 3. Welke van uw persoonlijke eigenschappen hebben het meest bijgedragen tot dit resultaat. Want wat kon u daardoor bewerkstelligen/ waar blijkt dit uit? ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… 4. Welke van uw persoonlijke vaardigheden hebben het meest bijgedragen tot dit resultaat. Want wat kon u daardoor bewerkstelligen/ waar blijkt dit uit? ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… 5. Wat zien jullie als de meest negatieve ervaring met deze werkwijze? ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… 6. Wat is uw belangrijkste aanbeveling voor de vervolgstap; waarom? ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… 7. Welk(e) argument(en) zouden naar uw mening, het college van B en W het meest overtuigen om gevolg te geven aan uw aanbeveling? ………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
26
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Bijlage 3
Bijlage 3 Deelnemers plenaire bijeenkomst
De namen van de deelnemers zijn alleen vermeld in het interne rapport.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
27
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Bijlage 4
Bijlage 4 Plenaire bijeenkomst: diapresentatie SWV
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
28
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Bijlage 4
29
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Bijlage 5
Bijlage 5 Plenaire bijeenkomst: diapresentatie Groepsinterviews Elk item berust op discussie-inbreng vanuit 1, 2 of meer zorgteamdeelnemers
Impressies uit de Interviews met Zorgteamplusleden
We bespreken het volgende: 0.
1. 2. 3. 4.
Preventie werkt niet voor niets Ja dubbele betekenis
5. 6. 7. 8.
Impressies uit de Interviews met Zorgteamplusleden
Impressies uit de Interviews met Zorgteamplusleden
1. SOORTEN ZORGTEAMS zorg‘ op
school’ versus ‘zorg in zorgteamplus’: dilemma of gradueel verschil?
Multidisciplinair team; Alle leerlingen (met ondersteuningsbehoefte
Verantwoording Soorten Zorgteams (smal – breed) Taalafstemming: Samen gaat niet vanzelf Voorbeeld: Ambulante Begeleiding ‘Zorg op school’ = ‘zorg in zorgteam’; wie niet in zorgteam is, is weg? Zorgteam+ is e ectiever Belangrijkste conclusie uit de interviews Investering versus e ciëntie versus e ect : Breed / Smal Pro elschets: Eigenschappen en Vaardigheden
2. Taalafstemming: Samen gaat niet vanzelf )
• Op hoeveel niveaus kun je elkaar misverstaan
Multidisciplinair team; Voorselectie Zorgleerlingen door SMW/ZoCo.
• Spannende exercitie Loes-Truus
Smal zorgteam dat regelmatig bijeenkomt. Casussenoverleg = inhoudelijke analyse; met op ad hoc basis ingevlogen zorg
• Tijd, Open mind, Lange adem
Smal zorgteam dat regelmatig bijeenkomt . Casussenoverleg = indien zorg: overdracht naar welke extern opererende ketenpartner
Impressies uit de Interviews met Zorgteamplusleden
3. Voorbeeld: Ambulante Begeleiding
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Impressies uit de Interviews met Zorgteamplusleden
4. ‘Zorg op school’ = ‘zorg in zorgteam’; wie niet in zorgteam is, is weg? •
Smal ZT, aangevuld met Mini-ZAT
•
Zorgteam+, Geen Mini-ZAT
•
Zorg niet in school, alleen basaal ondersteuning op het schoolse
30
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Bijlage 5
Impressies uit de Interviews met Zorgteamplusleden
Impressies uit de Interviews met Zorgteamplusleden
5. Zorgteam+ • • • •
iever: Hoe?
6. Uit interviews blijkt: sterke voorkeur voor zorg op en vanuit school
Breed palet aan deskundigheden op de vindplek AB-er onmisbaar voor handvatten aan docent Meer uren in de uitvoering Vindplek op school – Aanpak op/vanuit school
– – – – – –
– Ouders en leerling ervaren steun i.p.v. aanklacht – Verbetering toegang en bereik van de zorg
• Onderwijszorg en Jeugdzorg versterken elkaar
gebiedsgerichte aanpak alleen bij
– Invalshoek zorg relevant voor schoolse setting én voor ondersteuning thuis
-
• Zorgteam+ voelt goed: beide richtingen op
Impressies uit de Interviews met Zorgteamplusleden
7. Investering
versus
e ciëntie
versus
Ouders Docententeam School (Zorgmanagers + ZoCo’s) Hulpverleners ten aanzien van ouders Hulpverleners ten aanzien van school Professionalisering op alle fronten
Langdurige multiproblem begeleiding Meer scholen binnen 1 gezin betrokken
Impressies uit de Interviews met Zorgteamplusleden
e ect
8 Pro elschetsen
SMAL TEAM
BREED TEAM
EIGENSCHAPPEN
VAARDIGHEDEN
•
•
• Duidelijke expertise • Open staan voor invalshoeken andere experts • Kunnen omgaan met verschillende thuisculturen • Bereidheid om naar school te komen • Kritisch kunnen zijn • Openstaan voor leerprocessen over en weer
• Gesprekstechniek (details) • Verslagvaardigheid: schriftelijk / logboek bijhouden • Strategisch kunnen werken • Uitvoerend, hands-on • Kunnen motiveren • Vasthoudend zijn • Outreachend ( exibele werktijden; betrokken; uitvoerend)
•
• • •
casusbespreking= naar welke zorgverlener moet leerling worden doorgeleid zorgteam treedt eerder op als doorverwijzer, bijscholing essentieel ‘zorgpersoon’ = o&o moet goede lijnen naar buiten hebben minder vergaderuren, minder overhead, meer overdracht langere doorlooptijd en overdrachtverlies
• • • • • •
casusbespreking = gezamenlijk inhoudelijke analyse uitvoering in aansluiting op casusbespreking teamwerkvaardigheden en hulpverlenersvaardigheden zorgpersonen kennen de school als ze met de ouders gaan praten meer vergaderuren, meer overhead korte lijnen en laagdrempelig regiemogelijkheden school en zorg
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
31
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Bijlage 6
Bijlage 6 Plenaire bijeenkomst: Profielkenmerken werkgroepsheets Elke werkgroep heeft een sheet ingevuld waarop in trefwoorden vermeld staat wat een zorgcoordinator moet kennen, kunnen en doen, c.q. wat een zorgprofessional moet kennen, kunnen en doen. De informatie op deze sheets is door het secretariaat van de gemeentelijke beleidsafdeling samengevoegd in drie overzichten: 1. Kennen; 2. Kunnen; 3. Doen.
1. Kennen (kennis, opleidingsniveau, etc.) Zorgcoördinatoren / school Kennis van zowel de schoolse setting als hulpverleningstraject Kennis van problematieken Kennis van actuele ontwikkelingen zowel school als Screening, wat is er nodig? Mogelijkheden/grenzen van school en medewerkers Leiderschap Kennis van onderwijs Kennis van basisondersteuning
Zorgprofessionals Kennis van zowel de schoolse setting als hulpverleningstraject Kunnen werken in de driehoek van school-thuis-
Screening, wat is er nodig? Risico-taxatie / veiligheid !!! kennis van onderwijs en zorg hbo geschoold kennis van psychologie/pedagogiek/pathologie systeem gericht werken/contextueel Sociale kaart Mogelijkheden tot sparren / gezamenlijkheid
Kennis organisatie school Kennis onderwijs Kennis ->
O&O -> lijnen uitzetten (netwerken) of zelf aan de slag? Kan niet 1 persoon zijn Zorgteam moet multidisciplinair blijven Cultuur van school kennen Heldere analyse kunnen maken
Ervaring binnen school Basiskennis en kennis van de sociale kaart Goede positie binnen de school Netwerken (binnen en buiten school) Kennis van alle niveau's, rapporteren Vertaalslag kunnen maken
Expertise van:
kunnen / willen communiceren kennis van meest voorkomende onderwijsbelemmerende factoren bij kinderen
kunnen / willen communiceren
sociale kaart kennen
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
- SMW - Orthopedagoog - AB'er - Jeugdzorg ! - Mandaat (zorgteam + behouden) - Expertise screening
opleiding hulpverlener kennis systeemproblematiek methodiekkennis kennen collega hulpverleners in de regio
32
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Bijlage 5
2. Kunnen (vaardigheden) Zorgcoördinatoren / school
Zorgprofessionals
Communicatieve vaardigheden Flexibel zijn Open communicatie Laagdrempelig Kind voorop stellen Preventieve inschatting maken wat nodig is Zichtbaar maken binnen school
Flexibel zijn Dubbelrol: wel voor school? niet voor school! Inzetten eigen netwerk leerling Zorg op maat
Signaleren van problemen Taal van de zorg verstaan Afbakenen / begrenzen van taken/rollen van eenieder Leiderschap Overtuigingskracht Communicatief (ouders)
Profilering (naar buiten maar ook binnen school) Taal van school verstaan Communicatief (ouders, kind, docent) Analyseren van situatie Doorverwijzen/invliegen professional en weten Snelheid moet niet leidend zijn, goede analyse is Aansluiten bij milieus/school/docent + thuis
-----
Gesprekstechnieken + overdracht docenten Netwerken
Verbindingen leggen & relaties aangaan Coachingsvaardigheden Beleidsmatig adviseren, leiding geven, adviseren op diverse niveau's
Ziekenhuis metafoor 1 Ziekenhuis 1 Professional die "alle rollen moet vervullen" overstijgend (bestaat niet)
kan vergaderingen voorzitten gespreksvaardigheden verslaglegging afspraken bewaren specialisten in hun kracht zetten / laten empathisch vermogen
gespreksvaardigheden analytisch vermogen outreachend zijn draag-/lastverhouding kunnen inschatten
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
33
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Bijlage 6
3. Doen Zorgcoördinatoren / school
Zorgprofessionals
Verbindingsofficier binnen en buiten de school Overzicht houden, sturen, organiseren = regisseren
Krijgen en nemen van mandaat Coachen/ondersteunen/samenwerken met mentor/IB'er
Signaleren van wat er speelt op school en daarbuiten, bijvoorbeeld trends in problematiek
Aansluiten bij casusoverleggen om zoveel mogelijk preventief op te pakken
Grenzen van de school bewaken
Regie voeren begeleiding binnen gezin
Sturen van zorg binnen school, management -> team Verbinden van zorg en school Ondersteunen van docenten rondom problematieken Signaleren, monitoren van basisondersteuning
-----
Pedagogisch beleid maken, implementeren Coördineren Belangen behartigen, daadkracht, slagvaardig Vertegenwoordigers rol, "visite kaartje" Signaleren & actie ondernemen
Gezamenlijke screening met zorgteam + en uitvoeren; hulpverlening jongeren + in gezinnen Kortdurende en langdurige trajecten Meteen starten (op de vindplek) Ondersteunen van leerkrachten Ontzorgen / normaliseren IHV -> extra buiten werktijd + in vakanties In het zorgteam zitten -> meedenken + analyseren Uitvoerende, handjes aan het bed vanuit eigen expertise Screening (expertise)
Overzicht houden Coördineren van inzet 'zorg'
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
34
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Bijlage 7
Bijlage 7 Zorgcoördinatoren: Profielkenmerken volgens zoco’s, eerste oriëntatie (30 mei 2013) Deze bijlage bevat de resultaten van een eerste orientatie van zorgcoordinatoren op hun eigen rol/taken/verantwoordelijkheden ten aanzien van 1) leerlingen; 2) ouders en netwerk; 3) onderwijs en zorg en 4) management en directie Huidige situatie Inventarisatie van huidige werkzaamheden/rollen en verantwoordelijkheden Rol/Taken/verantwoordelijkheden zoco ten aanzien van leerlingen • Gesprekken ouders • Te lopen traject/niveau van leerling bepalen binnen school • Afhankelijk van informatie: o zelf achter info aangaan o goede overdracht: ouders en PO VO naar MBO VO naar VO binnen school Van onderbouw naar bovenbouw • Indicaties aanvragen • Zij-instroom via zoco • Nieuwe compensatiemaatregelen bepalen • Aanvragen trajecten voor nieuwe LWOO/PRO leerlingen • Netwerk PO opzetten, onderhouden en gesprekken voeren • Contactpersoon RVC, PCL,CVI • In kaart brengen van de hulpvraag o Voorwaarden stellen o M.b.v externe contacten o deelname aannamecommissies o Ondersteunen PO,SBO, REC in advisering • Bewaken van de intake • Verhelderen van dossiers in combinatie met ontbrekende stukken en kritisch kijken • Grenzen stellen • Samenstellen van groepen • Case manager zorgleerlingen en zij-instroom
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Nieuwe /gewenste situatie (in volgorde van aangegeven prioriteiten) • • • • • • • •
In kaart brengen van de hulpvraag Gesprekken ouders Casemanager zorgleerlingen Grenzen stellen Goede overdracht etc. Afhankelijk van informatie Netwerk opzetten, onderhouden en gesprekken voeren. Bewaken van de intake.
35
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Bijlage 7
Rol/Taken/verantwoordelijkheden zoco in relatie met ouders en netwerk Huidige situatie Inventarisatie van huidige werkzaamheden/rollen en verantwoordelijkheden • Zoco stelt het kind centraal en niet het onderwijs (cijfers enz.) en is hierdoor voor ouders een verademing • Case manager bij verstoring relatie ouders-school • Signaal zorg voor jeugd • Coachen teamleden (hele school, optimaliseren contact ouders) • Gezicht van de school • Bemiddelaar tussen ouders en het netwerk (ouders en hulpverleners/docenten) • Tipgever/verwijzer • Deelname multidisciplinair team • Vraagbaak • Ondersteuner • Spil in netwerk en onderwijsproces • Contact leggen/onderhouden (kost tijd !) • Informatievoorziening • SWV • Korte lijnen • Gesprekspartner • Bewaking processen
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Nieuwe /gewenste situatie (in volgorde van aangegeven prioriteiten) • • • • • • •
Zoco stelt het kind centraal en niet het onderwijs Deelname multidisciplinair team/ externe contacten onderhouden om indien nodig te raadplegen Spil in netwerk en onderwijsproces Coachen teamleden Gesprekspartner op vele terreinen Bewaking processen Bemiddelaar tussen ouders en het netwerk (ouders en hulpverleners/docenten)
36
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Bijlage 7
Inventarisatie rol/Taken/verantwoordelijkheden zoco ten aanzien van onderwijs en zorg Nieuwe /gewenste situatie (in volgorde van aangegeven Huidige situatie prioriteiten) •
•
• • • • •
• •
GROTE ROL o Korte lijnen o Spil o Vraagbaak o Bemiddelaar o Buffer o Initiator o Uitlaatklep (letterlijk en figuurlijk) o Luisterend oor o Band opbouwen o Serieus genomen worden o Grenzen stellen o Kritisch zijn o Evalueren o Deskundigheid waarborgen Fijne verbinding o Zorgteam+ (preventie, snel handelen, korte lijnen) o Financiën\ (o.a.gemeenten) Aansturen zorgteam Deelnemen aan leerling bespreking (doel: verbinden zorg en onderwijs) Team ondersteunen in groepsplannen/-overzichten Informatie v.v. procesbewaking Is verweven in elkaar, maar wordt binnen school nog vaak als 2 verschillende dingen beschouwd: o zorg→ zorgteam en onderwijs → slo (her) “opvoeden” ten aanzien van zorg mbt docentenrol en docenten taak (uitbreiden van tools), doceren is een vak. Zorg is ondersteunend naar de afdelingen.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
• • • • • •
Grote rol, oftewel spin in het web/ ondersteunend en adviserend naar afdelingen Aansturen zorgteam Zorg is ondersteunend naar de afdelingen Informatie vv procesbewaking Verbinding leggen tussen zorgteam en onderwijs (her) “opvoeden” ten aanzien van zorg mbt docentenrol en docenten taak (uitbreiden van tools), goed doceren is een vak.
37
Jeugdzorg op en vanuit school, pilot 2012-2013
Bijlage 7
Inventarisatie Rol/Taken/verantwoordelijkheden zoco ten opzichte van management en directie Huidige situatie • • • • • • • • • • • • •
Onduidelijk Monitoring processen en opbrengsten evalueren Maakt mede het beleid Samenwerking Geen buffer team en directie Informatie overdracht Zorg op de agenda ! Adviseren gevraagd en ongevraagd. Mede verantwoordelijk Rondom leerlingenzorg inhoudelijk bepalend Zoco is lid MT Verantwoordelijkheid voor zowel didactische als SEO-zorg! Onafhankelijke rol + eigen verantwoordelijkheden
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Nieuwe /gewenste situatie (in volgorde van aangegeven prioriteiten) • • • • • • • • •
Adviserend, gevraagd en ongevraagd Maakt mede het beleid Samenwerking, duidelijke communicatie Zorg op de agenda Signalerend Zoco is lid van het MT Rondom leerlingenzorg inhoudelijk bepalend Onafhankelijke rol + eigen verantwoordelijkheden Maakt mede het beleid
38