JEUGDBELEIDSPLAN A.S.C. SDW 2013
Afdeling Jeugdbestuur Documentnaam SDW Jeugdbeleidsplan.doc Versie 1.0 Classificatie Algemeen Samensteller(s) R.I. van Gom Neumann
© A.S.C. SDW
Laatste revisie datum 19 mei 2014
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
Revisies Versie 0.1 0.2 0.3 1.0
Datum wijziging 19-05-2014 15-03-2002 15-01-2010 06-06-2013
Laatste revisie: Opgeslagen door:
Wijziging
Aangebracht door
Eerste concept Commentaar verwerkt Na evaluatie Finale versie
R.I. van Gom Neumann R.I. van Gom Neumann R.I. van Gom Neumann R.I. van Gom Neumann
19 mei 2014 R.I. van Gom Neumann
Inleiding Dit document vormt onderdeel van de Prince2 methodiek voor het opzetten van planmatige projecten die 80 uur of meer aan capaciteit gaan gebruiken.
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 2 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
Samenvatting en aanbevelingen
Deze startnotitie is opgesteld naar aanleiding van een opdracht van het Hoofdbestuur van ASC SDW, om te onderzoeken wat een jeugdbeleidsplan voor de ontwikkeling van toenemende jeugdspelers bij SDW in de toekomst aan kwalitatieve en prestatieve verbeteringen kan betekenen. De notitie neemt als uitgangspunten de nabije rol van de jeugdleiding en de daarbij te veranderen organisatorische aspecten. Ter onderbouwing van een besluit hieromtrent worden de voornaamste zaken belicht en in het kader van de toekomst van de vereniging geplaatst.
De opdracht “SDW Jeugdbeleidsplan 2013”, nader te noemen Jeugdbeleidsplan, adviseert naar aanleiding van de groei bij de jeugdopleiding de nodige acties die hiervoor in gang moeten worden gezet. De veranderingen in het verenigingsleven zullen een stimulans moeten vinden door de continuïteit van de jeugd te waarborgen om zodoende de negatieve spiraal van doorgroei en ontwikkeling naar de senioren om te buigen naar een positieve omwenteling.
De opdracht “SDW Jeugdbeleidsplan 2013” adviseert tevens om gedurende de implementatie de groei van de jeugdafdeling volledig door te voeren. Door gelijksoortige werkzaamheden binnen de jeugdafdeling zodanig af te stemmen kunnen schaalvoordelen en synergie worden verkregen.
Na uitvoering van het Jeugdbeleidsplan en de organisatorische integratie, zal een meer stabiele situatie zijn bereikt, waardoor nieuwe investeringen in de jeugd opnieuw kunnen worden overwogen en met meer succes kunnen plaatsvinden.
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 3 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
INHOUDSOPGAVE 1.
DOCUMENTINFORMATIE .................................................. 6 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6.
GOEDKEURINGEN ...................................................... 6 BUDGETCODES ....................................................... 6 REVIEWERS ......................................................... 6 BRONNEN .......................................................... 6 DISTRIBUTIE LIJST ..................................................... 6 TERMINOLOGIE, AFKORTINGEN EN DEFINITIES ...................................... 6
2.
AANLEIDING .......................................................... 7
3.
UITGANGSPUNTEN EN DOELSTELLINGEN ....................................... 8 3.1. UITGANGSPUNTEN ..................................................... 8 3.1.1. Algemene uitgangspunten .......................................... 8 3.1.2. Uitgangspunten D-, E- en F-pupillen ................................... 8 3.1.3. Uitgangspunten A-, B- en C-junioren ................................... 9 3.2. DOELSTELLINGEN .................................................... 10 3.2.1. Algemene doelstelling ............................................ 10 3.2.2. Doelstellingen D-, E- en F-pupillen .................................... 11 3.2.3. Doelstellingen A-, B- en C- junioren ................................... 12
4.
JEUGDTRAINERS, JEUGDLEIDERS EN JEUGDSPELERS .............................. 13 4.1. TAKEN/VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE JEUGDTRAINERS EN LEIDERS ...................... 13 4.1.1. De jeugdtrainers ................................................ 13 4.1.2. De jeugdleiders ................................................ 14 4.1.3. Algemeen .................................................... 14 4.2. AFSPRAKEN MET DE JEUGDSPELERS .......................................... 14
5.
TECHNISCH BELEID .................................................... 17 5.1. STRUCTUUR VAN DE VERENIGING VANUIT VOETBALTECHNISCH OOGPUNT....................... 17 5.2. OVERLEG ......................................................... 18 5.3. TEAMINDELING ...................................................... 19 5.4. MATERIAAL VOOR DE JEUGDTEAMS ........................................... 19 5.4.1. De trainingen .................................................. 19 5.4.2. De wedstrijden ................................................. 20
6.
JEUGDTRAINING EN LEEFTIJDSKENMERKEN.................................... 20 6.1. JEUGDTRAINING ..................................................... 20 6.1.1. De inhoud en opbouw van een training ................................. 20 6.1.2. Het trainingsschema ............................................. 22 6.2. LEEFTIJDSKENMERKEN.................................................. 23
7.
KEEPERSTRAINING .................................................... 27 7.1. 7.2.
8.
WANNEER BEGINNEN WE MET DE KEEPERSTRAINING? ................................. 27 HET LEERPLAN VOOR DE JEUGDKEEPERSTRAINING ................................... 28
GEDRAGSREGELS VOOR SDW LEDEN ......................................... 32 8.1. INLEIDING: ........................................................ 32 8.2. REGELS: ......................................................... 32 8.2.1. Tijdens de training: .............................................. 32 8.2.2. Maatregelen: .................................................. 33 8.2.3. Voor, tijdens en na de wedstrijd: ..................................... 33
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 4 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
8.3. 9.
ALGEMENE REGELS: ................................................... 34
BEREIK ............................................................ 34
10.
RANDVOORWAARDEN & BEPERKINGEN ..................................... 34
11.
KWALITEITSVERWACHTINGEN ........................................... 34
12.
BEOOGD PERSONEEL.................................................. 35
13.
STAPPENPLAN ...................................................... 35
14.
DOELSTELLINGEN.................................................... 35
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 5 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
1. Documentinformatie 1.1. Goedkeuringen
OPGESTELD DOOR PROJECTLEIDER
GEACCEPTEERD DOOR HOOFDBESTUUR
GEACCEPTEERD DOOR JEUGDBESTUUR
GEACCEPTEERD DOOR ALGEMENE LEDENVERGADERING
Datum:
Datum:
Datum:
R.I. van Gom Neumann
Datum:
1.2. Budgetcodes Code XX000000 XX000001
Aantal Uren 143 143
Omschrijving Jeugdplan 2002 Jeugdbeleidsplan 2010
Geldig tot 31-12-2002 31-12-2010
1.3. Reviewers Versie 0.1 0.2 0.3 1.0
Reviewers C. Schut J. Krop Hoofdtrainer selectie en trainers jeugd Hoofdtrainer selectie en trainers jeugd SDW Bestuur 2012-2013
1.4. Bronnen Document Internet Informatie SDW-leden 1.5. Distributie lijst Naam J. Krop Leden Hoofdbestuur Leden Jeugdbestuur Leden Technische Staf Leden Technische Commissie
Rol Voorzitter SDW Bestuurslid Bestuurslid Technische leiding Technisch beleid
1.6. Terminologie, afkortingen en definities Afkorting SDW
Omschrijving Sterk Door Wilskracht
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 6 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
2. Aanleiding “Het voetbal is slechter geworden. Dat hebben we jaar in, jaar uit kunnen lezen en horen. Met die kreet doelt men niet zozeer op het betaalde voetbal, maar veel meer op het amateurvoetbal. Dat heeft de laatste jaren, volgens insiders, enorm aan kwaliteit moeten inleveren. En ik denk dat we het grotendeels met die mensen eens moeten zijn. Zowel technisch als tactisch is een dalende lijn in het niveau te zien. De oorzaak hiervan ligt in mijn ogen voor de hand: er is bijna geen straatvoetbal meer. Jeugdige spelers kiezen voor een andere sport of hebben andere bezigheden, zoals televisie kijken en computerspelletjes spelen. Urenlang voetballen op straat of een veldje in de buurt is er nog maar zelden bij. En minder oefenen betekent vanzelfsprekend minder kwaliteit! Wanneer we als voetbalvereniging de verslechtering willen tegengaan zullen we op die ontwikkeling in moeten spelen. Het betekent dat we de tijd die jeugdspelers bij de voetbalclub doorbrengen optimaal moeten benutten. Tijdens trainingen en wedstrijden zullen we de jeugdspelers nagenoeg alle facetten van het voetbal moeten bijbrengen. Planmatige en doelgerichte training en begeleiding zal daarbij onontbeerlijk zijn. Vandaar een jeugdopleidingsplan zoals dat hier voor U ligt. Het jeugdopleidingsplan is speciaal geschreven voor het technisch kader van SDW. Dit kader bestaat uit de technische commissie [moet nog worden samengesteld], de jeugdtrainers en jeugdleiders van SDW. Zij zijn het immers, die een paar keer in de week met de jeugdleden werken. Vooral op hen is het jeugdopleidingsplan afgestemd, zodat zij er in hun functioneren binnen de jeugdopleiding mee aan de slag kunnen. Indirect heeft het plan ook een, zij het meer informatieve, functie voor bestuursleden en commissieleden binnen de vereniging. De opzet van het jeugdopleidingsplan is zoveel mogelijk ontleend aan de praktijk. Verder zijn delen geschreven aan de hand van literatuur over jeugdvoetbal. Het jeugdopleidingsplan is verdeeld in zeven hoofdstukken die elk een onderdeel omvatten. In het derde hoofdstuk worden de uitgangspunten en doelstellingen, die voor onze vereniging gelden, omschreven. In hoofdstuk 4 wordt beschreven welke taken en verantwoordelijkheden SDW verwacht van de jeugdtrainers en jeugdleiders. Verder staan in dat hoofdstuk ook de afspraken die we aan het begin van het voetbalseizoen maken met de jeugdspelers. In het vijfde hoofdstuk staat geschreven hoe het technisch beleid binnen onze vereniging er uit ziet. De structuur en belangrijke afspraken binnen dit beleid komen daarbij aan bod. Hoofdstuk 6 is een informatief deel voor ons technisch kader. Het bevat de voornaamste wetenswaardigheden over jeugdtraining, jeugdwedstrijden en leeftijdskenmerken. In het zevende en laatste hoofdstuk komt tenslotte de keeperstraining aan de orde. Hierin wordt de leer- en ontwikkelingslijn van de doelman weergegeven. Het jeugdopleidingsplan is vooral bedoeld om het plezier van alle jeugdleden te vergroten door de kwaliteit van de jeugdopleiding te verbeteren. Hierdoor zullen alle jeugdspelers op eigen niveau zo goed mogelijk kunnen functioneren en zal een goede doorstroming naar alle geledingen van de seniorenafdeling kunnen worden bewerkstelligd. Hopelijk levert dit jeugdopleidingsplan een positieve bijdrage aan alles wat met de voetbaltechnische opleiding van onze jeugdspelers te maken heeft”.
Robbert van Gom Neumann, Amsterdam, februari 2002. Laatstelijk na evaluatie bijgewerkt juni 2013
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 7 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
3. Uitgangspunten en doelstellingen 3.1.
Uitgangspunten
3.1.1.
Algemene uitgangspunten
1. Binnen de jeugdopleiding zal de opleiding van jeugdspelers de boventoon moeten voeren en zullen de prestaties in en resultaten van wedstrijden in dienst moeten staan van die opleiding. 2. Binnen de jeugdopleiding zal er worden ingespeeld op individuele jeugdspelers, zodat een ieder zich ten alle tijde gesteund weet en op zijn/haar gemak zal voelen in zijn/haar ontwikkeling. 3. Binnen de jeugdopleiding staat het belang van de jeugdspeler boven het belang van de jeugdtrainer/jeugdleider. 4. Binnen de jeugdopleiding staan alle betrokkenen open en positief tegenover elkaar, eventuele kritiek is opbouwend van aard en wordt op het juiste moment, de juiste plaats en de juiste manier naar voren gebracht.
3.1.2.
Uitgangspunten D-, E- en F-pupillen
De training voor de D-, E- en F-pupillen staat in het teken van balgewenning en wedstrijdgewenning. Voor de allerkleinsten is de bal nog de grootste weerstand. Pas als een speler de bal redelijk beheerst, komen de volgende weerstanden aan de orde: de medespeler en tegenstander. De training moet deze weerstanden bevatten. Voor F-pupillen en eerstejaars E-pupillen betekent dat heel veel oefenvormen met de bal en vooral veel beweging. Deze groep leert vooral door kijken en doen, niet door luisteren. We zullen moeten kiezen voor veel spelvormen, waarin de pupillen spelenderwijs de technieken onder de knie krijgen. Het dribbelen, drijven, passen en trappen zijn de belangrijkste technieken voor deze leeftijd. Dit moet niet geoefend worden in strak voorgeschreven oefenvormen, maar juist in opdracht- en spelvormen. Op die manier kan de speler zijn fantasie en creativiteit ontwikkelen. De trainingsvorm moet in de belevingswereld van de speler liggen. Pas dan is er optimale beleving, een voorwaarde voor elke training. Bij tweedejaars E-pupillen en D-pupillen is er in het algemeen voldoende balbeheersing om in de training de weerstanden medespeler en tegenstander nadrukkelijker in te passen. In deze leeftijdsfase moet duidelijk worden dat het samenspelen de basis is voor het voetbalspel. De individuele kwaliteiten zullen in dienst moeten staan van dat samenspel. Deze bepalen mede het niveau van het samenspel. Veel oefenvormen met de bal blijven ook bij deze groep centraal staan. Daarnaast dient het grootste gedeelte van de training te worden gebruikt voor
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 8 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
positie- en partijspelen, waarbij aan het samenspel en het creëren van kansen nadrukkelijker gedacht moet worden. Het af en toe stil leggen van een spelsituatie om te laten zien wat er goed en fout gaat, kan bij deze groep beginnen. Goed leren samenspelen kan alleen geleerd worden in vormen waarbij er weerstanden zijn. Samenspel zonder tegenstander heeft nauwelijks zin. Het samenspelen in een 11 tegen 11 of 7 tegen 7 is voor veel spelers te onoverzichtelijk en dus te moeilijk. Daarom moeten we vereenvoudigen tot positiespelen 3 tegen 1, 4 tegen 2, 5 tegen 2 en partijspelen hooguit 5 tegen 5. Hierbij is het spel overzichtelijk voor de speler en wordt er sneller geleerd. Daarnaast is het hebben van veel wisselende balcontacten voorwaarde voor het leren voetballen. Dit lukt beter in kleine positie-/partijspelen dan in 11 tegen 11 of 7 tegen 7. De training van deze leeftijdsgroep hoeft ook niet steeds anders te zijn. Herhalen van veel dezelfde vormen is de basis voor beter leren voetballen. De wedstrijden zullen in het verlengde moeten liggen van de jeugdtraining. Dat wil zeggen, dat in wedstrijden vooral datgene centraal moet staan wat in de training aan de orde is geweest. Afhankelijk van de leeftijdsgroep moeten accenten worden gelegd. Tijdens wedstrijden moeten we heel gericht coachen. In wezen moeten we hetzelfde doel nastreven als de jeugdtrainer in zijn training doet. Als we van dat principe uitgaan zal het leren voor de spelers zelf ook herkenbaarder worden. Naast dit doelgericht coachen, mogen we niet voorbij gaan aan meer algemene dingen die een rol spelen bij wedstrijden, zoals de spelregels, gedragsregels en sportiviteit en bekende technische vaardigheden. 3.1.3.
Uitgangspunten A-, B- en C-junioren
Uitgangspunt voor training aan A-, B- en C-junioren is vooral de wedstrijd. Datgene wat fout gaat in de wedstrijd vormt de inhoud van de training daarna. Om te zien wat er goed en fout gaat in de wedstrijd, zal de trainer de wedstrijd moeten kunnen lezen. Daarbij moet hij vooral letten op de drie belangrijkste momenten: 1. BALBEZIT Hoe is het vrijlopen bij balbezit? Zijn alle individuele acties gerechtvaardigd? Hoe is de onderlinge coaching? Zijn de passes juist of onvoldoende? enz. enz. 2. BALBEZIT TEGENSTANDER Wat doet de speler die het dichtst bij de tegenstander met de bal is? Wat doen de andere spelers? Doet iedereen mee, of wordt het terugveroveren van de bal aan enkele spelers overgelaten? Hoe wordt er verdedigd (afwachtend of actief)? enz. enz.
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 9 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
3. MOMENT VAN BALWISSSELING Wat is de oorzaak van balverlies? Hoe reageren de spelers rondom de bal? Hoe is het vrijlopen op het moment van balverovering? Hoe verloopt de omschakeling in het algemeen? Wanneer de trainer deze analyse heeft gemaakt, zal hij een keuze moeten maken. Je kunt namelijk niet alles tegelijk in een training oefenen. De keuze voor de training moet ook duidelijk zijn voor de groep. Ook de spelers moeten inzien wat het probleem is en wat de trainer graag wil verbeteren. Het probleem dat de trainer tijdens de wedstrijd heeft gezien, zal het probleem van de spelers moeten worden. Vervolgens zal het probleem in vereenvoudigde vorm (in de wedstrijd 11 tegen 11 lukte het immers niet) op de training moeten worden aangeboden. Bijvoorbeeld als de trainer ontdekt heeft dat het samenspelen onder druk van de tegenstander slecht lukt, dan moet dit op de training worden geoefend in vereenvoudigde vorm. Dus met minder tegen-standers in een positiespel. Een probleem kan ook structureel zijn, zodat het goed is dit gedurende langere tijd op elke training te oefenen. Vooral bij C-junioren en eerstejaars B-junioren is dit vaak het geval. De trainingsvorm moet dan zo zijn, dat dit probleem verholpen wordt. Resultaten moeten vooral in deze groep niet te snel worden verwacht. Pas door herhaling en veel oefenen kan het spel verbeterd worden. De wedstrijden zullen in het teken moeten staan van hetgeen op de training aan de orde is geweest. We zullen als jeugdleider (coach) ons steeds moeten afvragen of er verbetering is waar te nemen tijdens wedstrijden. Is de wedstrijd uitgangspunt voor onze trainingen, zo is de training uitgangspunt voor de coaching bij wedstrijden. We zullen doelgericht moeten coachen n.a.v. datgene wat in trainingen geoefend is. We mogen ook hierbij niet voorbij gaan aan de drie hoofdmomenten van het voetbal: balbezit, balbezit tegenstander en de wisseling daarvan. Veel van onze coachmomenten moeten daarop terug te voeren zijn. Daarnaast mogen we als jeugdleider bij wedstrijden voor A-, B- en C-junioren niet voorbij gaan aan het coachen van technische en tactische vaardigheden die bekend zouden moeten zijn. Dit vooral om terugval in vorige voetbalproblemen te voorkomen. En tenslotte spelen ook algemene zaken als gedragsregels, voetbalafspraken en sportiviteit een belangrijke rol in de coaching. 3.2.
Doelstellingen
3.2.1.
Algemene doelstelling
Vergroten van het voetbalplezier van alle jeugdleden door het verbeteren van de kwaliteit van de jeugdopleiding, waardoor alle jeugdspelers op hun eigen Versiedatum 06-06-2013
Pagina 10 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
niveau optimaal kunnen presteren en een goede doorstroming naar alle geledingen van de seniorenafdeling kan worden bewerkstelligd. 3.2.2.
Doelstellingen D-, E- en F-pupillen
11- en 12-jarigen (D-jeugd): 1. Verbeteren van de technieken vanuit de E- en F-jeugd en deze uitbreiden (bv. andere vormen van passen/trappen) en extra oefenen in veel spel- en wedstrijdvormen; na het doorlopen van de D-jeugd, moeten de spelers in principe alle technische basisvaardigheden onder de knie hebben. 2. Uitbreiden van de tactische kennis rondom vrijlopen, samenspel en verdedigen. 3. Spelers aanleren hoe te handelen tijdens de drie hoofdmomenten van het voetbal: balbezit, balbezit tegenstander en wisseling daarvan (de bal veroveren/de bal kwijtraken). 4. Verbeteren van de voetbalconditie in spel- en wedstrijdvormen. 5. Spelers maken kennis met de posities binnen een 4-4-2 formatie; zij weten waar de posities zich op het veld bevinden en wat er op die posities van hen verwacht wordt, er wordt veel gerouleerd (deze doelstelling geldt voor het D-standaardteam dat 11 tegen 11 speelt in wedstrijden). 6. Na het doorlopen van de D-jeugd zijn de spelers op de hoogte van alle spelregels van het voetbal. 9- en 10-jarigen (E-jeugd): 1. Verder ontwikkelen van het balgevoel. 2. Verbeteren van de basistechnieken vanuit de F-jeugd (dribbelen/drijven en passen/trappen) en het aanleren van de basistechnieken verwerken van de bal en jongleren/koppen in speelse spel- en wedstrijdvormen. 3. Aanleren van eenvoudige tactische zaken als vrijlopen bij balbezit, overspelen (samenspel), de bal afpakken (verdedigen). 4. Strenger doorvoeren van de in de F-jeugd aangeleerde spelregels. 6- tot 8-jarigen (F-jeugd): 1. Ontwikkelen van balgevoel in alle mogelijke situaties (gooien, vangen, trappen enz.). 2. Aanleren van de basistechnieken dribbelen/drijven en passen/trappen in speelse oefenvormen. 3. Aanleren van de eenvoudigste spelregels: de inworp, de hoekschop, de vrije trap en de “doeltrap”.
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 11 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
3.2.3.
Doelstellingen A-, B- en C- junioren
17- en 18-jarigen (A-jeugd): 1. Optimale toepassing van alle technische vaardigheden en spelregels in veel spel- en wedstrijdvormen. 2. Streven naar optimale kennis en toepassing op gebied van techniek en tactiek; telkens verwijzen naar de drie hoofdmomenten van het voetbal: balbezit, balbezit tegenstander en de wisseling daarvan. 3. Optimaliseren van de voetbalconditie in spel- en wedstrijdvormen. 4. Spelers kennen de taken binnen een 4-4-2 formatie en kunnen hieraan goed invulling geven; elke speler heeft een min of meer vaste positie in deze formatie en kan daarnaast nog op een aantal andere posities uit de voeten. 15- en 16-jarigen (B-jeugd): 1. Verbeteren van technische vaardigheden en tactische kennis in veel spel- en wedstrijdvormen; telkens refereren naar de drie hoofdmomenten van het voetbal: balbezit, balbezit tegenstander en de wisseling daarvan. 2. Optimaliseren van de voetbalconditie in spel- en wedstrijdvormen. 3. Uitbreiden van de “tactische kennis” van spelregels. 4. Spelers kennen de taken binnen een 4-4-2 formatie en kunnen hieraan goed invulling geven; een aantal spelers heeft al een min of meer vaste positie in deze formatie (de sleutelposities op de lengte-as), andere spelers wisselen van positie. 13- en 14-jarigen (C-jeugd): 1. Verder verbeteren van alle technische vaardigheden door het spelen van veel spel- en wedstrijdvormen (bv. pass over lengte uitbreiden, wreeftrap). 2. Verbeteren van de tactische kennis van de spelers, betrekking hebbende op de drie hoofdmomenten van het voetbal: balbezit, balbezit tegenstander en de wisseling daarvan. 3. Verbeteren van de voetbalconditie in spel- en wedstrijdvormen. 4. Uitbreiden van kennis van alle spelregels en het toepassen (mogelijkheden) en uitvoeren ervan in wedstrijden. 5. Spelers kennen de taken binnen een 4-4-2 formatie en kunnen hieraan goed invulling geven; er wordt nog vaak gewisseld van veldpositie, zodat de spelers de verschillende posities leren kennen.
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 12 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
4.
Jeugdtrainers, jeugdleiders en jeugdspelers 4.1.
Taken/verantwoordelijkheden van de jeugdtrainers en leiders
Het spreekt voor zich dat voor het verkrijgen van een goede jeugdopleiding en een waterdicht overleg goede onderlinge afspraken moeten gelden tussen alle medewerkers binnen de jeugdafdeling. Alle jeugdcommissieleden, jeugdtrainers en jeugdleiders moeten zich daarvoor goed bewust zijn van de taken en verantwoordelijkheden, die zij op zich hebben genomen toen zij onze voetbaljeugd gingen begeleiden. In de afspraken die met de jeugdspelers gemaakt worden aan het begin van het voetbalseizoen (zie 2.2) vervullen alle kaderleden uiteraard een voorbeeldfunctie. Afspraken die je maakt met je jeugdspelers dienen hoe dan ook door de jeugdtrainer of jeugdleider zelf te worden nagekomen. Pas dan kan er van een correcte begeleiding sprake zijn. Verder is het belangrijk, mede vanuit onze uitgangspunten en doelstellingen gezien, dat alle kaderleden positief tegenover elkaar en tegenover hun jeugdspelers staan. Iedereen probeert zich voor honderd procent in te zetten voor onze jeugd en een stuk waardering daarvoor is op zijn plaats. Uit ervaring is gebleken dat een positieve houding naar elkaar toe uiteindelijk het beste resultaat oplevert. Natuurlijk valt er op een plaats waar veel mensen samen aan iets werken ook vaak het een en ander te bespreken. In alle gevallen, maar vooral in de gevallen waarin het personen betreft, zal dit moeten worden gedaan op het juiste moment, de juiste manier en de juiste plaats. Met andere woorden in een open gesprek met de betrokkene(n) zelf of in de eerstvolgende jeugdleiderbijeenkomst. Met het oog op het technische gedeelte van onze jeugdopleiding zijn er voor de jeugdtrainers en jeugdleiders vanzelfsprekend ook een aantal taken en verantwoordelijkheden weggelegd. 4.1.1.
De jeugdtrainers
De jeugdtrainer kiest de oefenstof voor zijn trainingen. Hij is verantwoordelijk voor een zeer plezierige voetbalopleiding en een goede vooruitgang van zijn jeugdspelers op voetbaltechnisch en voetbaltactisch gebied. Het is belangrijk de oefenstof dusdanig te kiezen dat de doelstellingen voor de betreffende leeftijds-groep in de loop van het voetbalseizoen bereikt kunnen worden (zie 1.2). Hierin is overleg met de technische commissie en andere jeugdtrainers natuurlijk vaak zeer verhelderend en handig.
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 13 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
Wanneer een jeugdtraining moet worden afgelast wordt het zeer op prijs gesteld als de trainer het initiatief neemt om de training op te schuiven naar een dag of een paar dagen later in dezelfde week. Op die manier komen de jeugdspelers allemaal aan de nodige trainingstijd toe en zal hun voetbalopleiding worden bevorderd. Zowel voor de spelers zelf als voor onze vereniging is dat dus erg gunstig. Ook wanneer een trainer een keertje verhinderd is, wordt de bovenstaande oplossing zeer gewaardeerd. Het verplaatsen van de training dient, om misverstanden te voorkomen, te worden doorgegeven aan de coördinator van de betreffende leeftijdsgroep. 4.1.2.
De jeugdleiders
De jeugdleiders zullen garant moeten staan voor een optimale begeleiding van de aan hen toevertrouwde jeugdspelers. Keuzen omtrent het maken van opstellingen, het maken van aanvullende afspraken, het vergeven van het aanvoerderschap in een team, het “lenen” van spelers enz. worden zeer bewust en in goed overleg gemaakt. Ervoor zorgen dat alle spelers het goed naar de zin hebben is een voorname taak van de jeugdleider. Zorgen voor een stijgend voetbaltechnisch en voetbaltactisch niveau bij alle jeugdspelers hangt daarmee samen. Na elke gespeelde wedstrijd van zijn jeugdteam levert één van de jeugdleiders het wedstrijdformulier in bij de coördinator van zijn leeftijdsgroep (technische commissie). 4.1.3.
Algemeen
Een aantal taken en verantwoordelijkheden gelden zowel voor jeugdtrainer als jeugdleider. Op de eerste plaats moeten we dan kijken naar de verkeersveiligheid. Met z’n allen dienen we er op te letten dat de jeugdspelers van een degelijke fiets gebruik maken, indien zij niet naar het sportpark worden gebracht. Verder kunnen we ook controle uitoefenen op de manier waarop onze jeugdspelers naar het sportpark en naar huis toe fietsen. Wij kunnen hen daarover adviezen geven en zelfs regels verplicht stellen. We kunnen wel zeggen: “buiten de poort vervalt onze verantwoordelijkheid”, maar eigenlijk schieten we dan erg tekort in de begeleiding van onze jeugdspelers. Verder is het erg belangrijk om als jeugdtrainer/jeugdleider na de training of wedstrijd bij de spelers in het kleedlokaal te blijven of in elk geval daarbij in de buurt. Daardoor kunnen vervelende dingen worden voorkomen en de sfeer binnen een team worden verbeterd. De jeugdtrainer/jeugdleider is verantwoordelijk voor het gedrag van zijn spelers. Het zal duidelijk zijn dat alleen in een goed samenspel tussen jeugdtrainers en jeugdleiders het bovenstaande optimaal kan worden uitgevoerd. Regelmatig overleg zal daarbij onontbeerlijk zijn. 4.2.
Afspraken met de jeugdspelers
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 14 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
Binnen de jeugdopleiding is het belangrijk om goede afspraken te maken met de jeugdspelers. Deze afspraken worden door de jeugdtrainer met de spelers besproken in een teamgesprek tijdens de eerste training waarop alle spelers van de groep aanwezig zijn. Bij het teamgesprek zijn behalve de trainer en zijn spelers ook de leiders van het team present. Voor het teamgesprek zal tamelijk veel tijd moeten worden uitgetrokken, zodat de afspraken goed en rustig kunnen worden doorgesproken. Belangrijk is ook de reacties en meningen van de spelers te laten gelden en hen in het gesprek actief te betrekken. Na afloop van het teamgesprek moeten de afspraken volledig duidelijk zijn, zodat in de begeleiding gedurende de rest van het seizoen steeds consequent naar hetgeen is afgesproken kan worden terugverwezen. Het gesprek is een belangrijk onderdeel in ons streven naar een optimale begeleiding van onze jeugdspelers. De afspraken hebben betrekking op een vijftal deelgebieden: 1. 2. 3. 4. 5.
Seizoensverwachting. Afspraken m.b.t. de trainingen. Afspraken m.b.t. de wedstrijden. Gedrag en omgang. Persoonlijke wensen van jeugdtrainer/jeugdleider.
Hieronder worden de afzonderlijke deelgebieden puntsgewijs toegelicht en uitgewerkt. 1. Seizoensverwachting
De trainer/leider geeft zijn/haar mening over verwachtingen t.a.v. prestatie en plaats op de ranglijst; de spelers worden niet opgezadeld met te hoge verwachtingen; Verwachtingen omtrent sfeer binnen het team, trainingsopkomst, inzet tijdens trainingen en wedstrijden, leerproces in een seizoen enz. worden kenbaar gemaakt.
2. Afspraken m.b.t. de jeugdtrainingen
Afmelden ruim van tevoren bij de trainer (één adres en telefoonnummer), uiteraard zo min mogelijk; Bij niet afmelden volgt na de eerste keer geen schorsing, maar wordt er met de speler op een correcte manier gepraat over het probleem; bij herhaaldelijk niet afmelden kan worden overgegaan tot een schorsing; afmelden is een fatsoenskwestie, want voetbal is een teamsport; Het trainingsmateriaal wordt door de trainer(s) klaargelegd en meegenomen naar het veld; er komen GEEN spelers in het materiaalhok of de keuken om materialen te halen; ballen gaan in een groot ballennet, zodat na afloop het aantal gemakkelijk kan worden gecontroleerd; Het trainingsmateriaal kan na afloop van de training door enkele spelers snel worden teruggelegd;
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 15 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
Alle spelers zijn minimaal een kwartier voor aanvang van de training aanwezig, zodat rustig kan worden omgekleed; de A-, B- en C-spelers blijven in het kleedlokaal wachten totdat de trainer hen komt halen om gezamenlijk naar het trainingsveld te gaan, de overige teams krijgen zodra zij klaar zijn en de eigen trainer aanwezig is een bal om alvast te gaan voetballen; Alle spelers zorgen voor degelijke en makkelijke sportkleding (geen bermudabroeken, of afgezakte “geitenwollensokken”); Bij twijfel over afgelasting van een training dienen de spelers of ouders bij SDW of de trainer / leider te informeren (het kan zo zijn, dat een trainer besluit om met zijn spelers af te spreken, dat zij allemaal een telefoontje krijgen in geval van afgelasting training!); Per training wordt er door de trainer een werkgroepje aangesteld, dat zorg draagt voor het correct achterlaten van de kleedlokalen; Spelers (en ouders) worden er op gewezen zorg te dragen voor een goede verzorging van zichzelf (of hun kinderen); hierbij gelden vooral als aandachtspunten het douchen na een training en het dragen van badslippers in het kleedlokaal.
3. Afspraken m.b.t. de wedstrijden
Afmelden voor wedstrijden moet tot de hoge uitzonderingen behoren, voetbal is een teamsport!; uiteraard geldt hierbij dat afmelden vervelender wordt naarmate je in een hoger team speelt; Afmelden dient te gebeuren bij de teamleider (1 adres en telefoonnummer); indien er verzuimd wordt af te melden voor een wedstrijd volgt een door de teamleider te bepalen schorsing, tenzij achteraf een geldig excuus gegeven kan worden; de teamleider geeft zijn beslissing door aan de jeugdcommissie en deze stelt de ouders van het gebeurde op de hoogte; Bij twijfel over afgelasting van een wedstrijd nemen de spelers of ouders zelf even een kontakt op met de leider van het elftal; Voor A-, B-, C-spelers geldt de regel om minimaal drie kwartier voor aanvang van een thuiswedstrijd aanwezig te zijn; D-spelers moeten een half uur voor de te spelen thuiswedstrijd aanwezig zijn en E- en F-spelertjes tenslotte verwachten we een kwartier voor aanvang van een thuiswedstrijd op het sportpark; Bij uitwedstrijden verwachten we alle spelers ruim voor vertrektijd bij het afspreekpunt (minimaal zestig minuten voor vertrek); De trainer/leider geeft het belang van een goede warming-up aan en stuurt en begeleidt deze warming-up waar nodig en naar eigen inzicht. Douchen na een wedstrijd is enorm belangrijk (denk aan badslippers)!!!
4. Gedrag en omgang
We benaderen elkaar ten alle tijde op een positieve manier; binnen een teamsport is dat zeer belangrijk (“goed gedaan” werkt honderd keer beter dan “slecht gedaan”);
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 16 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
Iedereen is open en eerlijk tegenover anderen: als een speler of trainer/leider iets niet bevalt moet hij/zij daar op het juiste moment en de juiste plaats met de juiste persoon over praten; alleen dan kan er naar elkaars mening worden geluisterd; Jeugdspelers spreken de trainer/leider aan met de voornaam; Grof taalgebruik, ruzie maken, vernielingen aanrichten aan andermans spullen e.d. hoort niet thuis op een sportpark en zal dan ook nooit worden getolereerd; het zal onmiddellijk op een juiste manier worden aangepakt door trainers /leiders en hopelijk ook door medespelers; Elke jeugdspeler zorgt voor een degelijke en complete fiets, indien hij/zij daarvan ten behoeve van de voetbalvereniging gebruik maakt.
5. Persoonlijke wensen van jeugdtrainer/jeugdleider
Hierbij gelden onder andere afspraken over bijvoorbeeld het schrijven van wedstrijdver-slagen in het SDW-clubblad, het aanvoerderschap binnen een team, het verzorgen van de voetbalschoenen enz. Dit gedeelte wordt door de jeugdtrainers en -leiders zelf ingevuld en doorgespeeld naar de spelers (en ouders).
5.
Technisch beleid 5.1.
Structuur van de vereniging vanuit voetbaltechnisch oogpunt
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 17 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
TECHNISCHE ORGANISATIESCHEMA SDW
HOOFDBESTUUR
JEUGDBESTUUR
TRAINER SELECTIE
TECHNISCHE COMMISSIE SAMENSTELLING
Jeugdbeleid
TRAINER A-, B- en CJUNIOREN
Opleidng
TRAINERS D-, E- en FPUPILLEN
3 LEDEN UIT: - Trainer selectie - Trainer A, B, C-junioren - Trainer D, E, F-pupillen
Jeugdtoernooi en / Oefenwedstrijd en Nevenactiviteit / jeugdsportkam pen
Trainer D-, E- en F-pupillen
De verantwoordelijkheid voor de jeugdopleiding ligt, gezien vanuit deze structuur, bij de technische commissie. Deze technische commissie heeft een sturende, adviserende en controlerende rol t.a.v. de jeugdtrainers en jeugdleiders. De trainers en leiders proberen samen met de technische commissie te komen tot een optimale scholing en begeleiding van de jeugdspelers. De technische commissie legt haar werkwijze en besluiten regelmatig voor aan de jeugdcommissie. De contactpersoon van de jeugdcommissie, die zitting heeft in het bestuur van de vereniging, speelt dit op zijn beurt weer door naar het hoofdbestuur. 5.2.
Overleg
Eén keer in de twee maanden wordt er een bijeenkomst georganiseerd, waarin telkens iets anders op het programma staat. Hierbij moet worden gedacht aan onderlinge wedstrijden (bv. tegen een lager elftal, of tegen de A-jeugd), gezamenlijke trainingen (bv. een demonstratietraining, zelf een jeugdtraining nabootsen), bekijken van videobanden, evaluatie voorgaande weken, maken van nieuwe afspraken, enz. enz. Deze bijeenkomsten zijn bedoeld om de jeugdopleiding te bewaken, door daarover samen te praten. Op deze manier kan het werk regelmatig worden geëvalueerd. Het is de bedoeling dat alle betrokkenen een actieve rol hierin vervullen.
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 18 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
De bijeenkomsten zijn ontspannen van karakter. Ze zullen vooral ook een positieve bijdrage moeten leveren aan de sfeer binnen de kadergroep (commissieleden, jeugdtrainers en jeugdleiders). Verder hebben de coördinatoren één keer per twee maanden een kort gesprek met de jeugdtrainers/jeugdleiders afzonderlijk. In dit gesprek wordt gekeken naar de vorderingen van het betreffende jeugdteam in de voorbije maanden en wordt een globale planning gemaakt voor de trainingen en wedstrijden in de volgende twee maanden. Als de trainer er behoefte aan heeft kan oefenstof door de coördinator worden aangedragen. Op die manier werken de trainer en leiders samen met de coördinator aan een plan voor hun spelersgroep. Indien er knelpunten zijn kunnen die ook in dit gesprek aan de orde worden gebracht.
5.3.
Teamindeling
De teamindeling binnen de jeugdopleiding berust op beperkte selectie in alle leeftijdscategorieën. Beperkt, omdat we niet voorbij willen gaan aan de mogelijkheid om jeugdspelers in een team zoveel mogelijk bijeen te houden gedurende lange tijd. In het verleden is gebleken dat een positieve uitwerking kan hebben op zowel het plezier in het spel als de kwaliteit van het voetbal. Vanuit opvoedkundig en voetbaltechnisch oogpunt moet dat dan wel verantwoord zijn. Een speler is er niet bij gebaat als hij/zij te laag of te hoog wordt ingedeeld. In overleg met de betrokken jeugdtrainers/-leiders zal ruim voor aanvang van elk nieuwe seizoen besproken worden hoe de nieuwe teamindeling er uit zal moeten komen te zien. Na dit overleg stelt de technische commissie de teams samen voor het volgende voetbalseizoen. 5.4.
Materiaal voor de jeugdteams
5.4.1.
De trainingen
Het materiaal dat beschikbaar is kan in principe door elke trainer gebruikt worden. In overleg met de andere trainers, die op dezelfde tijd trainen, kiest de trainer het materiaal dat hij nodig heeft voor zijn jeugdtraining. In de trainingsvoorbereiding dient de trainer hiermee rekening te houden. Over het gebruik van de trainingsballen bestaan wel een aantal vaste afspraken. Uitgaande van de richtlijnen en regels van de K.N.V.B. spreken we af dat elke jeugdtrainer de balmaat kiest, die bij de groep hoort die hij traint. In het volgende schema staat die balmaat aangegeven. Verder heeft elke groep in principe een eigen kleedlokaal en gedeelte van het trainingsveld.
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 19 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
E- en F-jeugd:
balmaat 4
kleedlokaal 3 en 4
veldgedeelte B en C
C- en D-jeugd:
balmaat 4
kleedlokaal 5 en 6
veldgedeelte BC en A
A- en B-jeugd:
balmaat 5
kleedlokaal 3 en 4
veldgedeelte A en BC
B-gedeelte
A-gedeelte C-gedeelte Trainingsveld
Het materiaal, dat gebruikt wordt tijdens de jeugdtrainingen, wordt na afloop van de training door spelers en jeugdtrainer opgeruimd. De spullen worden op de juiste plek teruggebracht. De jeugdtrainer is verantwoordelijk voor het opruimen van het trainingsmateriaal. 5.4.2.
De wedstrijden
De leiders van alle jeugdteams ontvangen aan het begin van het voetbalseizoen voor hun eigen team een wedstrijdbal. De leiders zorgen ervoor dat de bal goed bewaard blijft en beschikbaar is bij de thuiswedstrijden. Ook krijgen de teamleiders een waterzak met drinkfles, een scheidsrechtersfluit en een aanvoerdersband van de jeugdcommissie. Verder kunnen de jeugdleiders gebruik maken van de wisselshirts, indien de tegenpartij in het blauw speelt, en van een aantal trainingsballen t.b.v. de warming-up van hun team. De trainingsballen worden op aanvraag van de leider(s) uitgereikt door de op dat moment aanwezige terreinmeester. De jeugdleider zelf zorgt ervoor dat het materiaal na gebruik weer op de juiste plaats terugkomt. 6.
Jeugdtraining en leeftijdskenmerken 6.1.
Jeugdtraining
6.1.1.
De inhoud en opbouw van een training
De inhoud van de training wordt op grond van de te bereiken doelstellingen vastgesteld. De trainer dient van te voren te hebben uitgemaakt wat hij de spelers tijdens de eerstkomende training wil bijbrengen. Planning en
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 20 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
voorbereiding van de training zijn enorm belangrijk. We gaan uit van de volgende sleutelvragen: 1. 2. 3. 4.
Waar moet ik beginnen (beginsituatie)? Wat wil ik bereiken (doel)? Hoe kan ik de training geven (wat en hoe)? Met welk resultaat heb ik de training gegeven (evaluatie)?
Bij het maken van een training houdt de trainer verder rekening met de omstandigheden die van invloed kunnen zijn op het verloop van de training. Als het erg slecht weer is, zal de training er anders uitzien dan bij droog weer met een lekkere temperatuur. Andere factoren waarmee de trainer rekening moet houden zijn: de accommodatie (bijv. grootte en aard van het veld); het materiaal (ballen, pionnen, hesjes, doeltjes); aantal spelers dat komt trainen; beschikbare tijd; motivatie van de groep; de beginsituatie van de groep (zie sleutelvraag 1); de resultaten/stand in de competitie. De meest globale aanduiding van de opbouw van een training is: 1. Inleiding (warming-up): leuke spelvorm(en) om de spelers lichamelijk en geestelijk in de sfeer te brengen voor de rest van de training (ca. 10 - 20 minuten). 2. Kern I (leergedeelte): spel- of wedstrijdvorm(en), waarin de doelstelling(en) van de training duidelijk tot uiting komt (komen); afhankelijk van de doelstelling(en) worden accenten gelegd (ca. 20 - 30 minuten). 3. Kern II (toepassing): afrondende spel- of wedstrijdvorm waarin hetgeen er geleerd is in kern I wordt toegepast en herhaald (ca. 20 - 30 minuten).
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 21 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
6.1.2.
Het trainingsschema
Uitgaande van hetgeen er in de vorige paragraaf staat, kunnen we een schema samenstellen dat door de jeugdtrainer te gebruiken is om zijn trainingen voor te bereiden. Beginsituatie:
Om welk team gaat het? Waar moet ik beginnen, wat weten/kunnen de spelers al?
Hoofdaccent: Waar gaat de training over, b.v. passen en trappen, koppen op doel, vrijlopen van de verdedigers, positiespel van de aanvallers? Doelstelling:
Wat wil ik verbeteren? Wat moeten de spelers na mijn training weten/kunnen?
Trainingsvorm: Inleiding: Welke spelvorm kies ik? Kern I: Welke spelvorm of oefenvorm kies ik?
Organisatie: Welk materiaal gebruik ik? Hoe zet ik het materiaal neer? Welk materiaal gebruik ik? Hoe ziet het speelveld er uit?
Kern II: Partijspel: welk soort partijspel kies ik?
Welk materiaal heb ik nodig? Hoe is de veldopstelling?
Evaluatie:
Opmerkingen: Wat zeg ik tegen mijn spelers? Hoe zijn de spelregels? Hoe zijn de spelregels? Welke aanwijzingen geef ik mijn spelers? Wat wil ik bereiken, wat moeten de spelers leren? Hoe zijn de spelregels? Welke aanwijzingen geef ik mijn spelers?
Zijn de spelvormen die ik heb gekozen goed gelukt? Hebben mijn spelers plezier gehad? Hebben mijn spelers geleerd wat ik hen wilde leren? Waarmee ga ik de volgende keer verder?
Het is voor de jeugdtrainer belangrijk te weten wat hij met de training wil. Alleen als de jeugdtrainer weet wat hij in de training wil bereiken kan er doelgericht worden gewerkt. Dat doelgericht werken is belangrijk voor de opleiding van de jeugdspelers. De jeugdtrainer zal dan ook goed na moeten denken over zijn trainingsprogramma. Het verdient zelfs aanbeveling de trainingsvoorbereiding van tevoren op papier te zetten. Hiervoor stelt de technische commissie diverse bruikbare voorbereidingsschema’s beschikbaar, die zijn afgeleid van het schema hierboven. Na de training is het goed om na te denken over de gegeven training. Daarmee wordt eigenlijk het startschot gegeven voor de volgende training. Ook hierbij kan het heel goed zijn de belangrijkste dingen op te schrijven.
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 22 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
6.2.
Leeftijdskenmerken
6- tot 8-jarigen (F-jeugd): Algemeen: Snel afgeleid. Kan zich niet lang concentreren. Te speels om zodanig te voetballen als ouderen dat van hem/haar verlangen. Individueel gericht: geen gevoel om dingen samen te doen. Training en begeleiding: “Wennen door spelen”. Kinderen in de F-leeftijd moeten het voetballen nog helemaal leren spelen. Ze moeten wennen aan de dingen die typisch voetbaleigen zijn, zoals: de bal, medespelers, tegenstanders, scoren, regels, beperkte ruimte. De jongste voetballertjes helpen we om het “in het wilde weg” tegen de bal trappen, langzamerhand te veranderen in “doelgericht spelen”. We moeten ze daarvoor wel de tijd geven. De F-speler moet wennen aan het “gedrag van de bal” onder alle omstandigheden. Het verbeteren van de voetbalprestaties van F-spelers staat dan ook in het teken van de ontwikkeling van het gevoel voor de bal. De beste manier om dat balgevoel te ontwikkelen is “veel voetballen”: zo vaak mogelijk de bal raken onder steeds weer andere omstandigheden. Dus eigenlijk geldt: veel contact-en met de bal in voetbalsituaties. Dat betekent niet alleen maar partijtjes spelen. Dat zou de spelers op den duur gaan vervelen en het zou de trainer weinig gelegenheid bieden om de voetbalprestaties van de spelers positief te beïnvloeden. Wanneer we F-spelertjes enerzijds willen laten voetballen en dat anderzijds niet alleen met partijvormen willen doen, dan zullen we oefenvormen moeten vinden die passen bij de belevingswereld van kinderen van 6 t/m 8 jaar. Een beetje spannend, een beetje avontuurlijk, maar ook speels en vooral.......ruimte laten voor eigen ontdekkingen. Kenmerken van wedstrijden F-jeugd: Alle spelertjes op en om de bal. Een uitzondering vormen de keepers één of twee jochies die bij voortdurende herhaling worden gemaand achter te blijven. Van voetbal is nauwelijks sprake. De bal wordt soms half of helemaal niet geraakt. De bal wordt
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 23 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
door een rennende en schoppende horde voortbewogen. Een kluwen enthousiaste spelertjes achter een bal aan.
9- en 10-jarigen (E-jeugd): Algemeen: Al veel meer bereid deel uit te maken van het team. Ziet het verschil tussen wie goed en wie minder goed kan voetballen. Kan het opbrengen om wat langer eenzelfde oefening uit te voeren. Training en begeleiding: “Wennen door spelen”. Het gevoel voor de bal is in deze leeftijdsklasse al veel beter dan bij de F’jes. De balbehandeling houdt daarmee gelijke tred. Maar ook voor de E’tjes geldt dat ze zullen moeten voetballen om voetballen onder de knie te krijgen. In de wedstrijden kan dit het best met zeven tegen zeven. Evenals bij de F-pupillen is een half speelveld hiervoor het meest geschikt. Zoals gezegd blijft de bal ook voor de E’tjes de grootste problemen opleveren. Het parool luidt: laat ze wennen aan de bal via speelse spel- en wedstrijdvormen. Daarmee wordt de ontwikkeling technisch gezien bevorderd. Meer dan Fpupillen zijn E-spelers geneigd zelf op avontuur te gaan en zelf te ontdekken wat ze met de bal kunnen doen. Stel ze daartoe in de gelegenheid. Dit is een leeftijdsfase die zich er uitstekend toe leent dat jonge voetballers technische vaardigheid zelf onder de knie krijgen. De trainer dient hiermee tijdens de training rekening te houden. Kenmerken van wedstrijden E-jeugd: De eerste vormen van samenspel worden hier zichtbaar. De balbehandeling is gerichter. Niettemin beperkt het zich veelal tot aannemen, dribbelen, drijven en een schot op doel. 11- en 12-jarigen (D-jeugd): Algemeen: Meer geneigd zich te meten met anderen. Kan het aan om in teamverband een doel na te streven. Beheerst de eigen bewegingen en is bewust bezig zijn prestatie op te vijzelen. Training en begeleiding:
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 24 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
“Leren door spelen”. Een belangrijke periode in de ontwikkeling van het kind, dus de voetballer. De ideale leeftijd om het beheersen van de bal in de diverse voetbalsituaties onder de knie te krijgen. Het is in deze leeftijd vrij gemakkelijk voor de trainer om de relatie tussen het moment van de wedstrijd en de training aan te geven. Ze zijn leergierig, ze willen voetballen en ze zijn in staat om het uit te voeren. Vaak gaat dat gepaard met het zoeken naar een idool. Ze heten vooral in deze leeftijd tijdens het partijtje Patrick Kluivert en Ruud van Nistelrooij. Het verdient dan ook aanbeveling de naam van een topspeler in een voorbeeld te noemen. Deze jongens hebben ook veel meer begrip waarom er dient te worden vrijgelopen bij balbezit. Tijdens de momenten dat ze de bal niet in de ploeg hebben zijn ze vaak uit zichzelf bereid de tegenstander te dekken. Gedurende de training dient men hieraan aandacht te besteden. Kenmerken van wedstrijden D-jeugd: Een balbehandeling die erop begint te lijken. Samenspel in de vorm van de eerste echte combinaties. Een begin van faalangst is hier soms eveneens waarneembaar. De voornaamste weerstanden voor de D-pupil zijn het passeren van de tegenstander en het veroveren van de bal. 13- en 14 jarigen (C-jeugd): Algemeen: Vermogen tot beoordelen groeit en een eigen mening ontwikkelt zich. Geldingsdrang en de drang zich te vergelijken met anderen nemen toe. In deze leeftijd kan zich een groeispurt voordoen en kondigt zich het begin aan van de puberteit. Aan C-junioren kunnen met betrekking tot verdeling van taken binnen het team voorzichtig eisen worden gesteld. Training en begeleiding: “Benaderen van de wedstrijd”. Meer dan ooit kan hier de wedstrijd dienen als uitgangspunt voor de training. De trainer/coach doet er verstandig aan oog te hebben voor individuele tekortkomingen en de problemen die jongens en meisjes juist op deze leeftijd kunnen hebben. Groei in de lengte kan er toe leiden dat sommigen stakerig en slungelachtig overkomen. Ze kunnen hierdoor minder goed gaan voetballen. In de beoordeling dient hiermee rekening te worden gehouden. Het is van tijdelijke aard en opmerkingen dat de speler in kwestie niet kan voetballen moeten dan ook met een korreltje zout worden genomen. C-junioren zijn wisselvallig in hun prestaties. Stel daarom de verwachtingen niet te hoog. De doelstelling kan zijn een fijn sfeertje neer te zetten met oefeningen die erop gericht zijn vanuit momenten in de wedstrijd technische en tactische zaken nog
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 25 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
meer te verbeteren. Niet te gaan grijpen naar extra trainingen zoals krachttraining (“hij is te slap”) en looptraining (“hij loopt als een bonenstaak”). Geduld is vooral op dit moment een schone zaak. Kenmerken van wedstrijden C-jeugd: De C-speler is voornamelijk bezig met wat zich bij de pupillen begon te ontwikkelen: vrijlopen en samenspelen. De kopduels lijken serieuzer; er wordt minder gekopt met de ogen dicht. Men ziet hier ook in verdedigend opzicht verbetering. Het komt minder vaak voor dat een aantal spelers zich met één tegenstander bezig houdt. De taken die aan bepaalde posities kleven worden zichtbaar en worden geleidelijk opgepikt. 15- en 16-jarigen (B-jeugd): Algemeen: Groei in de lengte zet door. Minder controle over ledematen lijkt daarvan het gevolg. Maar ook alle kenmerken van de puberteit, zoals lusteloosheid, onredelijkheid en humeurigheid. Niettemin is winnen belangrijker dan ooit. Een soms te fanatieke houding heeft ermee te maken dat hij op zoek is naar de eigen grenzen. Training en begeleiding: “Presteren in de wedstrijd”. Ook bij B-junioren kan de jeugdtrainer nog worden geconfronteerd met problemen als gevolg van groeispurt. Toch leent deze categorie er zich goed voor juist het voetballen zelf te verbeteren. Voetballen dat tijdens de wedstrijd de volwassenheid begint te benaderen en in fysiek opzicht een heel stuk forser lijkt dan dat van de C’tjes. Ook hier geldt: trainen vanuit de wedstrijdsituatie. Daarbij is het mogelijk een beroep te doen op elftaltactiek (plaatsen in het elftal en bijbehorende taken). In deze leeftijd kunnen jongelui verantwoordelijkheid dragen. Buiten het veld blijkt dit op het gebied van de leefwijze, lichaamsverzorging en taalgebruik. Binnen de witte lijnen kunnen zij dit ook aan. Kenmerken van wedstrijden B-jeugd: De B-junior is in staat echte wedstrijdsport te beoefenen. Hij waagt zich aan acties die voor het team weinig rendement hebben. Zijn soms te laat ingezette sliding en de wijze waarop hij buitenkant-voet speelt hebben meer te maken met het feit dat hij zichzelf wil bewijzen. Het tempo is hoger, er wordt korter gedekt. Hij moet leren onder druk te spelen en dat gaat hem soms minder goed af. Zijn individuele mogelijkheden moeten meer rendement voor het team gaan opleveren. Hier moet hij in leren. 17- en 18-jarigen (A-jeugd): Versiedatum 06-06-2013
Pagina 26 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
Algemeen: Zowel lichamelijk als geestelijk op weg naar meer evenwicht. Een fysieke groei in de breedte en een zakelijkere benadering van de gebeurtenissen zijn kenmerkend. In deze leeftijdsfase wordt meestal de keus gemaakt voor prestatieve of voor gezelligheidssport. Training en begeleiding: “Streven naar optimale prestatie”. De fase van volwassenheid. Een meer bewuste en meer evenwichtige houding is kenmerkend in deze categorie. De speler streeft zichtbaar naar verbetering van zijn prestaties. Geldingsdrang en zucht naar erkenning zijn ook opvallend. Er kan veel aandacht worden besteed aan de taktiek van het elftal alsmede de taak van elke speler afzonderlijk. Hier is de relatie met de wedstrijd eigenlijk het meest voor de hand liggend. Kenmerken van wedstrijden A-jeugd: Beter bestand tegen de moeilijkheden die het met zich meebrengt in de kleine ruimte te spelen. Zonder te beweren dat een A-junior volleerd is kan worden gesteld dat het anderszins een kwestie is van rijpen. Het onrustige dat zo kenmerkend is voor de Bspeler maakt plaats voor een beheerster optreden. Er wordt ook door de spelers onderling gelet op het spel van elkaar. Er ontstaat een zekere eigen controle.
7.
Keeperstraining 7.1.
Wanneer beginnen we met de keeperstraining?
De meest geschikte leeftijd om met een specifieke keeperstraining te beginnen is rond het tiende levensjaar. En eerder alleen in zeer speciale gevallen. Het is echter beter om tussen 6 en 8 (F-jeugd) en toch ook tussen 9 en 10 jaar (E-jeugd) niet voor een vaste, maar roulerende doelverdediger te kiezen. Op die manier komt iedere speler een keer in het doel te staan. Dit rouleren heeft een aantal voordelen: 1. Iedereen krijgt enige ervaring met het keepen en een mogelijk talent wordt eerder opgemerkt. 2. Er wordt van een keeper tegenwoordig meer verwacht dan alleen maar ballen tegenhouden, hij moet ook de technische vaardigheden van het voetballen beheersen.
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 27 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
3. Mocht een keeper op latere leeftijd genoeg krijgen van het keepen, dan kan hij zonder al te veel problemen worden omgevormd tot voetballer. 4. Een speler kan op iets hogere leeftijd zelf een betere keuze maken of hij al dan niet in het doel wil staan. Het rouleren wordt geregeld door de jeugdtrainer en jeugdleiders van het betreffende team. Zij leiden eigenlijk alle spelers een beetje op tot keeper en geven hun ogen goed de kost om zodoende eventuele keeperstalenten op te sporen. In een enkel geval kunnen zij na enige tijd kiezen voor een vaste doelman. We beginnen met specifieke keeperstraining in de D-jeugd. Alleen in uitzonderlijke gevallen, b.v. een opmerkelijk keeperstalent in de jongere jeugd, starten we er al eerder mee. Vanaf dat moment zullen alle technische en tactische vaardigheden van het keepen volgens een bepaald plan worden aangeleerd. 7.2.
Het leerplan voor de jeugdkeeperstraining
Elke keeper krijgt minimaal één keer per week keeperstraining. De keeperstrainer spreekt aan het begin van het voetbalseizoen met de keepers de trainingsdag en tijd af. De specifieke keeperstraining vindt plaats op een ander tijdstip dan de groepstraining. Voor de training van de keepers hanteren we de volgende ontwikkelingslijn: Keeper D-pupillen: Techniek: Verdedigend zonder bal:
Uitgangshouding. Verplaatsen in en voor het doel d.m.v. snel voetenwerk (starten, lopen, sprinten, draaien en keren in alle richtingen).
Verdedigend met bal:
Oprapen. Onderhands vangen. Dit alles op het lichaam of links of rechts naast het lichaam.
Blokkeren met buik/borst. Bovenhands vangen. Vallen. Duiken. In de voeten werpen. Ballen wegtrappen.
Opbouwend/aanvallend:
Trap uit de handen: volley.
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 28 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
Werpen: rollen, slingerworp (zijwaarts). Doeltrap.
Tactiek: Verdedigend:
Opstellen en positiespel in het doel. Opstellen en positiespel voor het doel, vooral met het oog op onderscheppen van diepteballen (binnen en buiten het strafschopgebied). Duel 1 tegen 1.
Leiding geven:
Afspraken leren maken met de overige spelers, waarbij het doorgaans gaat om de volgende termen: “LOS” “JIJ”
---> deze bal is voor de keeper, de overige spelers moeten de bal laten gaan. ---> de keeper verplicht een speler de bal te spelen.
Keeper C-junioren: Techniek: Verdedigend:
Zie: keeper D-pupillen. En verder: Schijnbewegingen met het lichaam. Springen: één- en tweebenige afzet, omhoog, voorwaarts en achterwaarts, links en rechts zijwaarts vanuit stand of aanloop met meer passen.
Verdedigend met bal:
Zie: keeper D-pupillen. En verder: Oprapen, onderhands vangen en blokkeren met de buik/borst met ontwijken van inkomende tegenstander door zijwaarts weg te springen. Deze onderdelen uitvoeren op het lichaam of links en rechts naast het lichaam.
Bovenhands vangen onder weerstand van tegenstander. Zweven. Tippen (naast het doel) Wegkoppen van de bal.
Opbouwend/aanvallend:
Zie: keeper D-pupillen. En verder: Trap uit de handen: dropkick. Werpen: slingerworp (bovenhands)
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 29 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
Tactiek: Verdedigend:
Zie: keeper D-pupillen. En verder: Opstellen en positiespel voor het doel: flankballen. Verdedigend opstellen bij spelhervattingen: positiespel voor en in het doel bij hoekschop, vrije trap en strafschop.
Leiding geven:
Zie: keeper D-pupillen. En verder: Termen als: “HIER” ---> een speler moet de bal terugplaatsen naar de keeper. “WEG” ---> een speler die de bal heeft of gaat krijgen moet de bal wegtrappen en mag deze absoluut niet terugspelen.
Keeper B-junioren: Techniek: Verdedigend zonder bal:
Zie: keeper C-junioren.
Verdedigend met bal:
Zie: keeper C-junioren. En verder: Ontwijken van inkomende tegenstanders door zij- en voorwaarts weg te zweven. De bal op het lichaam of links of recht naast het lichaam plaatsen.
Bovenhands vangen met weerstand van meer tegenstanders en in samenwerking met medespelers. Tippen over het doel. Verlengen en veranderen van de richting van de bal bij flankballen. Stompen: met twee vuisten en tenslotte met weerstand van 1 of meer tegenstanders. In de voeten schuiven. Noodafweer. Sliding/tackle.
Opbouwend/aanvallend:
Zie: keeper C-junioren. En verder: Trekworp (zijwaarts en bovenhands), inworp (over head) en duwworp (vanaf de borst).
Tactiek:
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 30 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
Verdedigend:
Zie: keeper C-junioren. En verder: Verdedigend opstellen bij spelhervattingen: de aftrap, de vrije trap (direct en indirect), een scheidsrechtersbal.
Opbouwend/aanvallend:
Wanneer de bal in het spel brengen. Factoren als tijd, voorsprong of achterstand spelen dan een rol. Snelheid waarmee een en ander moet gebeuren. De uitvoering (werpen, trappen).
Leiding geven:
Zie: keeper C-junioren. En verder: Alles wat er in de wedstrijd aan de orde kan komen.
Keeper A-junioren: Techniek:
Automatiseren van alle technische vaardigheden. Training in het hoogste tempo en onder druk van tegenstanders. Tactiek:
Alle tactische principes vanuit de wedstrijdsituatie benaderen.
Leiding geven:
Automatiseren van de gemaakte afspraken (“LOS”, “JIJ”, “HIER”, “WEG”). Verdediging organiseren bij spelhervattingen, dus ook bij hoekschoppen, vrije trappen en evt. scheidsrechtersbal.
Het is onmogelijk alle facetten uit bovenstaand leerplan in de specifieke keeperstraining te behandelen. Behalve in de keeperstraining wordt de doelman natuurlijk ook geschoold tijdens de groepstrainingen en wedstrijden. De “eenling” van weleer wordt veel dichter bij het totale team betrokken. De trainer en leiders moeten zich ervan bewust zijn, dat de keeper één geheel vormt met de rest van de groep. Om gericht te kunnen coachen moeten de trainer en leiders op de hoogte zijn van de ontwikkelingslijn zoals hierboven omschreven. In spel- en wedstrijdvormen kan er veel aandacht worden besteed aan het positiespel van de keeper in relatie tot aanvallers en verdedigers en de taken van de doelman. Een korte opsomming van taken: Een doelverdediger:
1. Coacht zijn medespelers bij balbezit.
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 31 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
2. 3. 4. 5.
Coacht zijn medespelers bij balverlies. Is steeds bezig zich goed op te stellen, positie te kiezen. Moet steeds proberen de bal zo vroeg mogelijk te onderscheppen (veroveren). Handelt pas daarna vlakbij of op de doellijn.
De keeperstrainer en de trainer en leiders van het betreffende team zijn samen verantwoordelijk voor de opleiding van de doelverdediger. Zij overleggen regelmatig de vorderingen van hun keeper en passen het trainingsplan aan als dat nodig is. Verder vindt één keer per twee maanden een gesprek plaats tussen de technische commissie en de keeperstrainer over de vorderingen van de verschillende keepers.
8.
Gedragsregels voor SDW LEDEN
8.1.
Inleiding:
Daar voetballen een teamsport is, en het succes met name bepaald wordt door samenwerking binnen het team, is het houden aan regels geen overbodige luxe. Een ieder die denkt dat een voetbalteam alleen bestaat uit een groep spelers heeft een verkeerde indruk. Naast de groepspelers werken binnen een voetbalteam ook trainers, leiders, sponsors en andere verzorgers mee. Deze personen doen tijdens een wedstrijd direct en indirect mee, echter maken het mogelijk dat de spelers optimaal kunnen presteren. Omdat de trainers, leiders en de andere verzorgers hun werkzaamheden belangeloos en voor hun plezier doen zijn er enige regels opgesteld. Deze regels zijn opgesteld om er voor te zorgen dat de mensen de werkzaamheden met plezier blijven doen.
8.2.
Regels:
8.2.1.
Tijdens de training:
Er is altijd training! Indien de training niet door gaat, wordt dit pas bij de aanvang van de training besloten. Kom op tijd. Wanneer je niet kan trainen, bel dit dan door aan de trainer(s) of leider(s). Er wordt 2x in de week getraind. Komt een speler maar 1x, staat hij tijdens wedstrijden als wissel (dit geldt niet voor diegene die netjes afbelt). 2x niet komen trainen, zonder af te bellen betekend een schorsing voor 1 wedstrijd. Tijdens de training mogen de ouders aan de kant kijken, echter wel mondje dicht. Als de trainer aan woord is wordt er niet gepraat, alleen geluisterd.
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 32 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
Tijdens de training geen grote mond tegen de trainer(s). Tijdens de training wordt er niet geschreeuwd, gescholden en gevloekt. De trainer of leider bepaald de positie in het veld. En tenslotte is tijdens de training iedereen serieus bezig met voetbal.
8.2.2. Maatregelen: Na twee waarschuwingen voor met name schelden en/of vloeken, worden je ouders uitgenodigd voor een gesprek. Wie de boel loopt te verzieken, wordt na de tweede waarschuwing, van de training geweerd (weggestuurd). Ook is hij of zij de eerstvolgende training niet welkom. Na 2x wegsturen, staat de speler bij de eerstvolgende wedstrijd een helft als wissel.
NOTE : Punt 3 en 4 geldt in mindere mate voor de F teams. Dit ter beoordeling van trainer/leider van elk F-team.
Douchen na de training is goed voor je gezondheid en verfrissend!
8.2.3.
Voor, tijdens en na de wedstrijd:
Uitgezonderd voor de F teams, komen alleen de trainer(s) en/of de leider(s) en spelers in de kleedkamer. Ouders blijven buiten de kleedkamer. Spelers zijn minimaal 45 minuten voor de aanvang van de wedstrijd aanwezig. Voor de wedstrijd wordt minimaal 5 minuten door de spelers rek en strek oefeningen gedaan en/of wordt er warmgelopen. In de resterende tijd tussen de “warming-up” en de aanvang van de wedstrijd, wordt in groepjes van vier de bal rond getrapt en schiet de laatste man de keeper in. Alleen de trainer(s) en/of de leider(s) geven aanwijzingen tijdens de wedstrijd. Ouders onthouden zich van aanwijzingen aan de voetballers op het veld. Bij SDW (thuiswedstrijden) is het gebruikelijk dat er na de 1e helft een pauze wordt ingelast van 5 a 10 minuten voor het nuttigen van een kop thee of limonade. Op en aanmerkingen over de speelwijze worden rechtstreeks aan de trainer/leider geadresseerd. Na de wedstrijd geeft men de scheidrechter altijd een hand. Het is wel zo sportief om ook de tegenstander dan een hand te geven.
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 33 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
8.3.
Algemene regels:
Men gedraagt zich altijd, met name bij uitwedstrijden, op een sociale en menselijke manier. Men is te gast. Bij het aanrichten van schade (zowel materialistische als fysiek aan derden) wordt het bestuur van SDW hierover ingelicht. Eventuele sancties, door het bestuur, zijn niet uitgesloten. Het betreden van onze kantine met voetbalschoenen is verboden. Het reglement normen en waarden is de algemene leidraad voor het gedrag van de jeugdspeler.
De kantine, toiletten en kleedkamers zien er keurig netjes en schoon uit, houdt dit ook zo! 9. Bereik Dit document is ten doel gesteld voor ontwikkelingsmogelijkheden van de vereniging SDW waarbij de groei van de jeugd een zeer belangrijke rol inneemt. Dit zal als leidraad moeten fungeren voor de doelstellingen van het Hoofdbestuur, Jeugdbestuur en de Technische leiding w.o. trainers en leiders.
10. Randvoorwaarden & beperkingen Er zitten randvoorwaarden aan een jeugdbeleidsplan. Deze zijn: Budgetmogelijkheden Personele bezetting van de technische staf Het moet gedragen en gewaarborgd zijn binnen de vereniging Duidelijk doel stellen t.a.v. de implementatie en uitvoering Tijd en geduld! De beperkingen kunnen zijn: Veranderingen in de organisatie zal de vereniging ertoe dwingen om het plan eventueel naar de situatie van dat moment bij te stellen. Er moet een groei in de vereniging zijn wilt men met een jeugdbeleidsplan aan de slag. Voor een kleine vereniging zal de beperking dan ook in de financiële en personele sfeer liggen. 11. Kwaliteitsverwachtingen Wat moet een jeugdbeleidsplan en invoering daarvan voor SDW opleveren? Dat zijn:
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 34 van 35
SDW Jeugbeleidsdplan versie 1.0 Jeugdbestuur
Kwalitatieve veranderingen in het spel, de opleiding daarvan met als gevolg een toename van enthousiasme en aantrekkingskracht van jeugdigen naar de vereniging. Bestaansrecht
12. Beoogd personeel Het huidig trainerspersoneel is momenteel toereikend maar zal gezien de groei van de jeugd moeten worden aangevuld. Het streven is om er gediplomeerde trainers op de verschillende afdelingen te plaatsen aangezien men het verhogen van de kwaliteit van het voetballen als doel heeft gesteld. Men moet er vanuit gaan dat elke jeugdafdeling ook een gediplomeerde trainer moet hebben wat bij de vereniging uit zou komen op een aantal van 5. Dit aantal zal, vanwege de doorstroom volgend jaar van C-junioren naar de B op een aantal van 6 komen. 13. Stappenplan Het stappenplan om het doel, opstellen en functioneel gereedmaken van het Jeugdbeleidsplan bij SDW, te realiseren. Werkzaamheden Samenstellen van het Jeugdbeleidsplan Review van de inhoud van het Jeugdbeleidsplan Presentatie van het Jeugdbeleidsplan Samenstellen van ontbrekende elementen, zoals een Technische Commissie Overlegstructuur van Technische commissie opzetten Inventariseren van het huidig materieel [trainers, oefenmateriaal e.d.] Vastleggen van contracten met technisch personeel Evaluatie na de implementatie van de Technische Commissie Overdracht van het plan naar Hoofdbestuur Jeugdbestuur en Technische Commissie Rapportage t.a.v. de voortgang naar het Hoofd- en Jeugdbestuur Rapportage v.w.b. budgetmogelijkheden voor de uitvoering van het Jeugdbeleidsplan Waarborging op midden/lange termijn door zes maandelijkse, jaarlijkse meerjarenplanning Totaal geschatte tijdsduur
of
Tijdsduur 80 uur 4 uur 1 uur 12 uur 2 uur 12 uur 4 uur 12 uur 2 uur 4 uur 4 uur 8 uur
Status o/c Open Open Open Open Open Open Open Open Open Open Open Open
143uur
14. Doelstellingen Hieronder komen de gerealiseerde doelen van bovengenoemde werkzaamheden te staan. Er zal binnen deze werkzaamheden rekening moeten worden gehouden met eventuele sub-taken die gezamenlijk de volledige taak bevatten.
Versiedatum 06-06-2013
Pagina 35 van 35