>> www.jekino.be/kauwboy
jekino stelt voor
Nederlandse speelfilm van Boudewijn Koole. 2012. 90’. Met o.a. Rick Lens (Jojo), Loek Peters (papa) en Susan Radder (Yenthe). Originele Nederlandstalige versie. Aanbevolen vanaf 9 jaar.
Met een afwezige moeder en een driftige vader heeft Jojo het niet makkelijk. Vader en zoon spartelen samen door het leven, maar het botert niet tussen hen. Jojo vindt troost bij een jonge kauw, die hij heeft gered na een val uit het nest. Vader houdt niet van huisdieren; hij mag de vogel in geen geval ontdekken. Maar Yenthe, het nieuwe buurmeisje, vindt zo’n beest super! Misschien kunnen deze nieuwe vrienden helpen om de muur tussen Jojo en zijn vader te slopen. KAUWBOY is een hartverscheurend mooie film. Zo mooi dat hij diep onder je huid kruipt en het uren kost om hem weer van je af te schudden. Zo mooi dat hij de adem afsnijdt.
4
Aan de oppervlakte dobbert een eenvoudige verhaallijn: over een landerige zomer en niets om handen hebben. Jojo slentert zich een weg doorheen de dag: hij schopt tegen een steentje, springt in een plas, kruipt in een boom,… De komst van de jonge kauw is een welkome afwisseling. Maar achter deze vlekkeloze zomeridylle gaat een groot verdriet schuil. De gapende kloof tussen Jojo en zijn vader is gevuld met stilte en onwennigheid. Vader is zodanig afwezig dat we pas halverwege de film zijn gezicht te zien krijgen. Het huishouden zonder moeder is troosteloos. In de keuken hoopt de vaat zich op, Jojo loopt er smoezelig en vies bij in z’n kapotte kleren en de spaghettislierten kleven aan de keukenvloer. Elke voorzichtige poging tot genegenheid wordt afgewezen. Dat levert memorabele scènes op zoals een uit de hand gelopen knuffelpartij op de sofa en het onvergetelijke ‘Happy Birthday’ dat Jojo zingt op mama’s verjaardag. We horen Jojo telefoongesprekjes voeren met zijn moeder… maar wie luistert er aan de andere kant van de lijn? In een schrijnende montage zien we zijn rooskleurige verhalen telkens in botsing komen met de werkelijkheid. Niet onterecht wordt KAUWBOY vaak vergeleken met Ken Loachs keiharde sociale drama KES. Veel is te danken aan de zinderende vertolking van Rick Lens. Onder zijn huid raast een ingehouden woede. Zijn gezicht borrelt en kookt terwijl hij de pijn van het zijn probeert te verbijten. generiek 111 3/2012 september
KAUWBOY werd zopas uitgekozen als Nederlandse vertegenwoordiger in de Oscar-race. De film oogt prachtig (groen niemandsland aan de rand van de bewoonde wereld) en de stem van Jojo’s moeder – een zangeres met een country-snik – verleent de gepaste soundtrack. Boudewijn Koole, een ervaren documentaire maker, gaf zijn jonge hoofdacteur veel ruimte. Hij groeit als het ware op het scherm, net zoals de jonge kauw. Uit het nest gevallen en moederloos wordt hij door Jojo mee naar huis genomen en liefdevol verzorgd. De vogel wijkt niet meer van zijn zijde en de band tussen kind en vogel (de manier waarop de kauw hem ’s morgens wakker pikt) is vertederend. Samen met het buurmeisje Yenthe, met haar onafscheidelijke blauwe kauwgum, zijn het lichtpuntjes in Ricks leven. Maar iedereen weet dat zulke vogels op eigen vleugels nooit ver vliegen. Met een minimum aan actie en dialoog beschrijft KAUWBOY het proces van afscheid nemen en de verschillende manieren waarop vader en zoon daarmee omgaan. “Wondermooie visuele momenten, een kleine zwarte vogel en blauwe kauwgum zijn de ingrediënten van dit hoogst originele verhaal over liefde en toenadering tussen een vader en zijn zoon,” vond de Berlinale jury. Want ondanks thema’s zoals verdriet, afscheid en verwaarlozing, vertelt KAUWBOY – wonderlijk genoeg – toch een hoopgevend verhaal. Gert Hermans
“Kia-Kia …” Boudewijn Koole studeerde ‘Industrieel Design’ alvorens zich als autodidact op de documentaire film te werpen. Sinds 1995 maakte hij meer dan 20 kortfilms en documentaires, die opvallend vaak over kinderen gaan…
INTERVIE W
GESPREK MET REGISSEUR BOUDEWIJN KOOLE & RICK LENS (KAUWBOY) 5
Boudewijn Koole: “… maar KAUWBOY is mijn speelfilmdebuut.” En meteen een schot in de roos. Op de Berlinale nam je dankzij twee prijzen (Grote Prijs in de Generation K-Plus en Beste Debuutfilm) zomaar eventjes € 57.000 mee naar huis. Koole: “De debuutprijs heb ik netjes gedeeld met de producent, maar er bleef nog een aardige som over. Die ga ik investeren in mijn twee volgende scenario’s. Daarvoor trok ik al enkele dagen naar Zweden met co-scenarist Jolein Laarman. In een goed scenario kruipt veel tijd en ik heb rust en concentratie nodig om te schrijven. Dankzij dat geld kan ik het mij permitteren om enkele opdrachten te weigeren, die ik nodig had om aan de kost te komen. generiek 111 3/2012 september
Hoe blij ben je met zoveel waardering? Koole: “De keuze van de Berlinale is het beste wat me kon overkomen. Ik was al erg blij met de reactie van duizend kinderen en hun ouders tijdens de festivalvertoningen. Ze lachten en huilden. Toen die golf door de zaal ging, voelde ik me door het publiek in de armen gesloten.” En toen? Koole: “Terug in Amsterdam kreeg ik een telefoontje van het festival. Of we weer naar Berlijn konden komen voor de prijsuitreiking. Ik sprong dansend door het huis, greep iedereen beet en huilde. Net een droom. Het betekende zoveel voor mij: erkenning voor de film, voor mezelf als schrijver en regisseur, voor de hele cast en crew die het aandurfde om mee te werken aan een veeleisende kinderfilm naar het model van een artistieke volwassenenfilm. Nog in de roes van de overwinning werden we weggeroepen voor de debuutprijs. Ik besefte nauwelijks dat we naar het Berlinale Palast werden gevoerd. Mijn vrouw droeg een korte jeansrok. Ze zag er fantastisch uit tussen al die avondjurken. Rick vond het heel grappig; hij voelde zich geweldig op die rode loper. En waarom zijn al die camera’s op ons gericht? Denk je echt dat we een kans maken om te winnen? Nee…! Ja! Ik kon en kan het nog steeds niet geloven.” In wat voor toestand ontwaakte je de volgende morgen? Koole: “Rick logeerde bij ons op de hotelkamer omdat zijn moeder was thuisgebleven. De ochtend na de prijsuitreiking was hij vroeg wakker. Een half uur lang hoorde ik hem onder de douche het liedje uit KAUWBOY zingen. Zijn mooie stem, zijn geïmproviseerde Engels, het stromende water, zijn ongeremde vreugde… dat was een extra prijs die we kregen. De volgende weken stond ons huis vol bloemen.”
6
Waar komt het verhaal van KAUWBOY vandaan? Koole: “Uit mijn herinneringen. Toen ik 10 jaar was, had ik een kraai. Op een dag kwam ze aan mijn venster gevlogen en drie maanden lang was ze mijn kameraad. Tot ze terecht kwam tussen de spaken van een fiets. Het verhaal van KAUWBOY is niet autobiografisch, maar wel volledig gebaseerd op herinneringen uit mijn kindertijd.” Kan je daar wat meer over vertellen? Koole: “Ik woonde aan de rand van een dorpje, net zoals Jojo. Achter onze straat lag de autoweg, daarachter begon de jungle. Daar speelde ik tussen de konijnen, vocht ik oorlogen uit, viel ik in slaap en heb ik voor het eerst gekust. Ik had er mijn eigen wereld.” Ondanks het harde realisme heeft KAUWBOY ook een zachte, dromerige kant. Koole: “Het boeit me hoe illusies en hersenspinsels het werkelijke leven beïnvloeden. Je moet in de realiteit staan om het leven te accepteren, maar soms heb je ook fantasie nodig. Film is illusie, liefde is illusie, net zoals verhalen, schilderijen, muziek,… Alles wat generiek 111 3/2012 september
ik mooi vind, is onherroepelijk verbonden met illusies. Mijn personages gebruiken hun fantasie om de rauwe werkelijkheid van het leven te verwerken.” In jouw verhalen blijft de moeder vaak afwezig. Heb je daarvoor een verklaring? Koole: “Mijn moeder was er altijd. Ik hou van haar. Maar in mijn films wordt de moederfiguur inderdaad vaak pijnlijk wordt gemist. Alsof ik zelf iets mis. Ook in mijn volgende film gaat een jongen op zoek naar zijn moeder.” Hoe heb je jouw hoofdacteurs gevonden? Koole: “Door een lang castingproces waarin ik meer dan 300 jongens zag. Toen Rick Lens binnenkwam en plaats nam voor de camera, weerklonk buiten net de schreeuw van een kraai. ‘Kia-Kia’. Was dat toeval?” Vertel eens wat me er hem? Koole: “Rick is een stoere jongen met een klein hartje. Zijn leven lijkt een grote worsteling. Op school kan hij zich moeilijk concentreren; hij zit aan een grote tafel met een koptelefoon op, om niet afgeleid te worden. Rick heeft een grote sociale intelligentie; na 2 dagen kende hij de hele crew, meer dan 40 mensen. Hij werd meteen verliefd op z’n tegenspeelster Susan Radder, wat heel mooi was om te zien. Maar hij had het moeilijk om zijn verdriet te tonen, dat altijd verscholen bleef achter woede en pijn. De ‘Happy Birthday’ scène is zo sterk geworden omdat je doorheen zijn woedende geschreeuw ook zijn pijn en tranen kan zien. Ricks ouders, allebei politieagenten, waren kort voor de opnames gescheiden.” Hoe heb je de scènes met de kauw gedraaid? Koole: “We hadden 6 jonge kauwen die tijdens de draaiperiode opgroeiden en uitvlogen. Alles werd live gedraaid, enkel voor de scène met de fiets gebruikten we computeranimatie. We moesten zuinig zijn, want ons totale budget bedroeg € 1 miljoen.” Wat was het fijnste en wat was het minst leuke aan de film? Koole: “Onprettige dingen schieten me niet te binnen. Het schrijven was fijn, de opnames en de montage ook. Ik geniet van het proces waarin het draaiboek tot leven komt op het witte doek. En ik geniet er van om het resultaat aan het publiek te tonen. Als je ziet dat toeschouwers aangegrepen worden, is dat jouw beloning. En ik ben heel dankbaar dat zoveel boeiende talenten met mij samen wilden werken aan een film waarin ze geloofden.” Uta Beth
In werkelijkheid is Rick Lens een heel beleefde jongen. “Ja, mijnheer. Dank u wel, mijnheer.” “Dat heeft hij helemaal van zichzelf,” beweert zijn vader. “Want van jou kan ik het niet geleerd hebben,” treitert Rick. In dit nette jongetje herken je nauwelijks de smoezelige Jojo, die in KAUWBOY de hele tijd loopt te kliederen in de keuken en in de velden. Rick Lens: “Ik vond nochtans niet dat ik vaak vies weer thuis kwam. En ik deed ook precies wat ze me vroegen. Ik spring normaal niet in plassen, maar nu wel, en ik vond het best leuk.”
INTERVIE W
Rick Lens: “Filmmakers kiezen wel vaker voor kinderen met ADHD” 7
Je ziet er ook zo smoezelig uit in de film, met je veel te grote trui of in je blote buik. Lens: “Ik slaap altijd in mijn vaders T-shirt, dus dat ben ik gewend. En we zijn 7 jaar lang naar een camping geweest en daar liep ik altijd in mijn blote buik. Maar thuis ben ik niet zo’n buitenjongen; daar speel ik liever met mijn playstation en playmobil.” In de film loop je meestal buiten wat te niksen: rondhangen en ‘niets doen’. Lens: “Vaak moest ik gewoon wat rondlopen en dan zei de regisseur wat ik moest doen, of ik bedacht zelf iets, zoals tegen een steen schoppen. Boudewijn vertelde stukjes van het verhaal, maar hij liet me geen tekst van buiten leren. Hij fluisterde de zinnen die ik heel precies moest generiek 111 3/2012 september
zeggen en de rest verzon ik zelf. Als ik me kon inleven, floepte het er vanzelf uit. Thuis lag er zo’n dik script, maar daar heb ik geen letter in gelezen.” In de film gaat het niet goed tussen jou en je vader. Hoe ging je met de acteur Loek Peters om op de set? Lens: “Loek en ik waren de beste vrienden. Ik mocht elke dag spelletjes spelen op zijn iPad en soms gingen we samen stoeien. Maar op de première heb ik wel met mijn vinger tegen z’n oor getikt, net zoals in de film.” Dat is een heel bijzondere scène. Begreep je wat daar precies aan de hand was? Lens: “In het begin is het om te lachen, maar dan wordt het steeds wilder. Zo heftig dat mijn vader me een harde klap geeft. Dat vindt niemand leuk! Al die klappen waren natuurlijk nep, maar soms deed het wel pijn. Ach ja… om te acteren, moet je soms pijn hebben!” Hoe verliepen de opnames met de kauw? Lens: “In het begin was hij nog helemaal kaal. Hij leek wel een naakte slak en hij stonk een beetje. Er waren zes kauwen en het werd steeds leuker om met hen te spelen. Op een keer zaten ze allemaal op mij: op mijn schouders, mijn handen, mijn hoofd en mijn knie. Susan Radder (die Yenthe speelt) en ik waren de enigen die aan de kauwtjes mochten zitten. Na een poosje kwamen ze zelf naar me toe om te knuffelen. Zoals in die scène waarin ik wakker word met zo’n kauwtje tegen me aangeduwd: dat deden ze uit zichzelf. Ik heb er zelfs eentje twee weken lang thuis mogen houden.” Deed hij bij het voederen echt zijn bekje open als je schreeuwde? Lens: “Ja, hij dacht dat ik zijn moeder was. We hebben het nest van kleins af gevolgd. Er was een vogeltrainer op de set die precies wist hoe je met vogels moet omgaan.” Kon je de 6 kauwen uit elkaar houden? Lens: “Ze zagen er allemaal hetzelfde uit, maar de ene was wat drukker en de andere was wat kleiner. Ik heb ook een dood konijn gevonden, maar dat hebben we niet gebruikt.”
8
Speelde je al ooit waterpolo? Lens: “Nee, maar ik doe wel aan sport: street dance en hip hop en ik heb ook op turnen en voetbal gezeten. Ik heb ADHD en dan is het goed om aan sport te doen om je energie kwijt te raken. Filmmakers kiezen wel vaker voor kinderen met ADHD: ze hebben veel energie, ze kunnen blijven doorgaan en omdat ze vaak in een fantasiewereld leven, kunnen ze zich makkelijk inleven. Maar mijn vader wordt soms gek van me. Onderweg hierheen zaten we 5 uur in de auto (het interview vond plaats in St Quentin, Frankrijk), en we hadden een teeveetje en een pot dipsaus meegenomen. Daarmee heb ik de hele auto gesloopt: toen ik het potje opendeed, vloog alle saus eruit. Het potje was leeg en de zetels, de vensters en het teeveetje zaten vol dipsaus. Toen miste papa de afrit en zat ik nog 60 kilometer in de auto met die troep op mijn schoot. Het zag er vreselijk uit.” Morgen ga je de film op school laten zien. Hoe zullen ze reageren? Lens: “Er zit een meisje op school dat altijd heel stoer doet. Maar ik weet zeker dat ze ook gaat huilen. Eerst geloofde niemand dat ik in een film speelde, tot ik er een spreekbeurt over hield. Misschien zullen ze om mij te pesten wel ooit zeggen dat ze de film stom vonden, maar dan denk ik: er zijn zoveel mensen die de film wel heel mooi vinden, dus is het niet erg dat iemand hem stom vindt.” Schoot je goed op met Susan Radder? Lens: “Ja, heel goed. We hadden zelfs even verkering en we gaan vaak bij elkaar logeren. Ze komt uit een echte filmfamilie: ze had veel ervaring en was niet zenuwachtig.”
generiek 111 3/2012 september
En ze kan heel goed kauwgumbellen blazen. Lens: “Daar ging ik van over mijn nek! Die kauwgom was afschuwelijk. Zelf moest ik bellen blazen onder water. Daar gaan je kaken van pijn doen.” Kom jij ook uit een filmfamilie? Lens: “Nee, maar mijn zus kan goed zingen. Drie jaar geleden stond ze in de finale van het Kinderen voor Kinderen Songfestival. Zo is het eerlijk verdeeld: toen kreeg zij alle aandacht en nu is het mijn beurt.” In de film zitten enkele onvergetelijke scènes. Van jouw ‘Happy Birthday’ krijgt iedereen kippenvel. Lens: “Dat was niet zo moeilijk. Ik moest elke keer een beetje harder en een beetje valser zingen en een beetje bozer kijken.” Dat vind ik het knapste aan jouw acteerprestatie: al die boosheid onder jouw huid. Lens: “Als ik thuis boos ben, heb ik ook zo’n blik. Mijn familie herkende dat meteen. Ze zeiden dat Rick in de film net is zoals ze hem kennen uit het echte leven.” KAUWBOY is niet bepaald een komedie. Is Boudewijn Koole ook een ernstig man? Lens: “Je kan met hem lachen en dollen en hij is vreselijk aardig. Toen ik met hem naar Berlijn moest, heeft hij supergoed voor me gezorgd. Als kind had hij ook een kauw. Zijn moeder liet de vogel los wanneer de school uit ging, en dan kwam hij op het dak van de school zitten en vloog op Boudewijns schouder.”
9
Hoe zagen jouw dagen op de set er uit? Lens: “Er werd de hele tijd voor me gezorgd. Ik logeerde met mijn vader of moeder in een Bed & Breakfast. Een begeleider kwam me ophalen in een campertje met zetels en een lap top en soms kaartten we of ging ik voetballen met de crew. En soms werkte ik voor school.” Lukte dat nog? Lens: “De opnames waren gepland in functie van mij en van de school. We draaiden van vrijdag tot en met maandag. Ik miste maar 10 schooldagen en kreeg huiswerk mee. Om tijd te sparen, had ik een stand-in om de belichting en het geluid in te stellen. Pas als er geacteerd moest worden, kwam ik te voorschijn. Een keer ging het fout toen ze een stand-in hadden voor de scènes op de fiets… maar hij kon niet fietsen.” Gert Hermans generiek 111 3/2012 september