Omgaan met naalden en scherpe voorwerpen •
Je steekt nooit een gebruikte naald terug in haar beschermhuls.
•
Je laat nooit scherpe voorwerpen rondslingeren.
•
Je werpt nooit scherpe voorwerpen in een vuilnisbak of vuilniszak, wel in de hiertoe bestemde naaldcontainers.
•
Je vult een naaldcontainer nooit méér dan driekwart.
•
Je sluit volle naaldcontainers onmiddellijk en verwijdert deze via de dozen besmet afval.
•
Orde !! Nooit slordig omspringen met naalden of andere scherpe voorwerpen.
•
Wees steeds voorzichtig en alert bij het hanteren van naalden en andere scherpe voorwerpen.
Wat doen bij een prikongeval? Laat in eerste instantie het wondje flink bloeden, daarna goed wassen met water en zeep. Tenslotte het wondje goed ontsmetten. Meld je daarna onmiddellijk aan op spoedgevallen en vertel precies wat er is voorgevallen, zij weten wat ze in dat geval verder moeten doen. Contacteer ook onmiddellijk één van de begeleidingsverpleegkundigen (Thierry Claeys op campus St-Jozef of Jo Subbe op campus H.Hart) alsook je school.
8.3 Orde en netheid Veel kleine ongevallen zoals stoten of vallen zijn te wijten aan voorwerpen die niet op hun plaats staan of liggen. Veel prikongevallen zijn het gevolg van het feit dat de naald niet meteen na gebruik in de naaldcontainer geplaatst wordt. Bij het opruimen prikt men zich, bijvoorbeeld aan de naalden die zijn blijven liggen. Een gang vol bedden, toestellen en karren verhindert een vlotte evacuatie in geval van nood. Daarenboven hindert dit de patiënten en bezoekers en bemoeilijkt dit het intern transport. Het willekeurig plaatsen van zaken in de gang kan de toegang tot brandblusapparaten of haspels belemmeren of het automatisch sluiten van een branddeur blokkeren. Ook uitgangen, nooduitgangen en trappen kunnen moeilijk bereikbaar worden. Weet dan dat in geval van brand elke seconde telt ! 78
Daarom •
Moet alles op de dienst zijn plaats hebben.
•
Is orde een aandachtspunt voor iedereen op de dienst.
•
Moeten zaken, die in de gang gezet worden, allemaal aan dezelfde kant van de gang staan. Zo blijft er ruimte vrij voor iedereen, ook in noodgevallen.
•
Moeten brandblusapparaten en haspels ten allen tijde vlot bereikbaar zijn.
•
Moeten branddeuren in geval van nood vlot kunnen sluiten.
•
Moeten nooduitgangen vrij blijven: ze zijn aangegeven met groen-witte pictogrammen, die boven de deur hangen.
8.4 Stralingsrisico’s In een ziekenhuis geven sommige activiteiten aanleiding tot de aanwezigheid van straling, telkens met een specifiek risico. Straling kan je niet zintuiglijk waarnemen (niet horen, ruiken, smaken, voelen of zien). Ioniserende straling (radioactiviteit) tref je onder meer aan bij de diensten medische beeldvorming en nucleaire geneeskunde. Niet-ioniserende straling doet zich onder meer voor bij nucleaire magnetische resonantie, bij laserstraling (bv. in de chirurgie) of bij ultravioletstraling (bv. bij lassen). Daarom •
Worden zones met stralingsrisico met de nodige signalisatie aangegeven: - toegangsdeuren tot zones met ioniserende straling worden aangegeven met volgend pictogram:
- toegangsdeuren van lokalen met bepaalde laserapparatuur worden aangegeven met volgend pictogram:
•
Worden de nodige persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen voorzien.
•
Wordt specifieke opleiding georganiseerd.
•
Ontvangen alle medewerkers die in een zone met ioniserende straling werken een individuele dosismeter, die de opgelopen stralingsdosis registreert. Een wettelijk bepaalde dosislimiet mag hierbij niet overschreden worden. Maandelijks of driemaandelijks worden de resultaten aan het ziekenhuis overgemaakt. Indien de norm overschreden wordt, wordt de medewerker hiervan op de hoogte gebracht. Blijf als student steeds uit de aangegeven risicozones. Indien je daar in het kader van je stage aanwezig moet zijn, zullen de medewerkers je attent maken op de te volgen preventieve en beschermende maatregelen. Aarzel zelf ook niet om bijkomende info te vragen rond het stralingsrisico.
79
8.5 Brandpreventie Brandveiligheid in een ziekenhuis is uiterst belangrijk. Een kleine onachtzaamheid kan tot een ware catastrofe leiden. De voornaamste brandoorzaken in een ziekenhuis zijn: roken, elektriciteit (kortsluiting), kwaad opzet (brandstichting), technische installaties, gebruik van zuurstof en de aanwezigheid van brandbare producten. Daarom •
Worden er opleidingen georganiseerd: brandvoorkoming, brandmelding, brandwaarschuwing, het onderscheiden van verschillende soorten branden, aangepaste blusmiddelen kunnen gebruiken, de indeling van het gebouw kennen en respecteren, de evacuatieprincipes kennen en kunnen toepassen.
•
Zijn in het ziekenhuis de nodige hulpmiddelen aanwezig om in brandvoorkoming en brandbestrijding te voorzien.
Wees steeds alert rond brandpreventie. Indien je iets verdacht ruikt of opmerkt (het ruiken van rook of verbrande stoffen, het zien van rook of vlammen, het horen van alarmkreten, het voelen van abnormale temperatuur) die kan wijzen op een (beginnende) brand, verwittig dan snel de verpleegkundige of medewerker in je buurt. Indien je een brand detecteert, aarzel niet alarm te slaan door het brandglaasje in te drukken die je op de gang kunt vinden of het nummer 400 te bellen op elk telefoontoestel in het ziekenhuis.
400 bellen Alle ziekenhuismedewerkers krijgen opleidingen rond brandpreventie en weten welke handelingen en acties ze dienen uit te voeren. Vraag na welke ondersteunende rol je kan betekenen in deze situatie.
8.6 Beveiliging Een ziekenhuis is een vrij toegankelijk gebouw, waar zich naast patiënten, dokters, personeel en bezoekers nog andere personen in kunnen bevinden, dit met gewenst of ongewenst gedrag en bedoelingen. Ook kan een specifieke (crisis) situatie voor de patiënt en zijn directe omgeving (familie, vrienden, begeleiding, ...) een verhoogd risico tot agressie en geweldpleging inhouden. Daarom •
Wordt de toegang tot het ziekenhuis buiten de bezoekuren beperkt.
•
Is er op sommige plaatsen toegangscontrole.
•
Zijn er beveiligingssystemen.
•
Wordt van iedere werknemer de nodige individuele waakzaamheid verwacht, als bijdrage tot een verhoogde veiligheid in het ziekenhuis.
•
Is er een beveiligingsdienst aanwezig in het ziekenhuis tijdens de nachturen (stewards).
Indien je getuige bent van een diefstal of je merkt verdacht personen op in het ziekenhuis, signaleer dit dan steeds onmiddellijk aan de verpleegkundigen of medewerkers van de dienst.
80
9. Milieu en afvalverwerking
9.1 Milieu Binnen een ziekenhuis wordt er meer en meer belang gehecht aan het milieu. Energie en water vertegenwoordigen een belangrijke kost in een ziekenhuis. Door technische maatregelen proberen we die kost zo laag mogelijk te houden, zonder aan het comfort van de patiënt te raken. Ook de wetgever legt ons verplichtingen op in verband met het milieu. Alhoewel de technische installaties een belangrijke invloed hebben op het water- en energieverbruik, heeft ook het gedrag van ieder van ons hier zijn belang. Ook als student kun je een actieve rol spelen. Daarom •
Is het belangrijk dat je bewust omgaat met verwarming en verluchting.
•
Moet er geen licht branden waar dit niet nodig is.
•
Wordt waterverspilling vermeden.
•
Ga je spaarzaam om met elektriciteit.
•
Doof je de lichten in lokalen die niet gebruikt worden.
9.2 Afvalverwerking Ook afval is belangrijk in het ziekenhuis en wel om twee redenen. 1.
Het is een belangrijke kost. Het verpakken en selecteren van afval op de juiste manier betekent dat de kost minimaal gehouden blijft en dat het milieu minder wordt belast, dit binnen de wettelijk opgelegde eisen.
2.
Ziekenhuisafval kan echter ook gevaar opleveren. Het kan besmet zijn met ziektekiemen. Een ziekenhuis produceert ook afval dat op andere manieren gevaar kan opleveren: producten uit het labo, afval van nucleaire geneeskunde, verf en solventen van de technische dienst, enzovoort.
Rond ziekenhuisafval bestaat een strikte reglementering Daarom •
Zijn er voorschriften, waarin beschreven wordt op welke manier afval gescheiden en verpakt moet worden.
•
Zijn er speciale vaten en dozen om risicohoudend medisch afval af te voeren.
•
Gebruiken we blauwe vuilniszakken voor het niet-risicohoudend afval. Verwijder afval op de juiste manier: •
medisch niet-risicohoudend afval: blauwe vuilniszak.
•
medisch risicohoudend, vast afval: kartonnen doos met gele plastieken zak.
•
medisch risicohoudend, vloeibaar of pasteus en scherpe voorwerpen: geel, plastieken vaatje.
81
82