TIJDSCHRIFT UITGEGEVEN DOOR STICHTING L’ABRI - NEDERLAND jaargang 17 nr. 3 2013
In de Hebreeuwse Bijbel wordt een opmerkelijk woord gebruikt voor volwassen worden. Het zelfstandige naamwoord na’ar, meestal vertaald met ‘jonge man’ wordt gevormd uit een werkwoord dat betekent: je vrij schudden’1 Het is een beschrijving van het zesde stadium van de levensloop, de adolescentie. Je zou dat woord niet verwachten in die oude Bijbel. Een uitdrukking als ‘je vrij schudden’ verwacht je eerder van BNN of de VPRO. Wat dat betreft kan je
I I NN HH OO UU D D FAMILIEGESCHIEDENIS: BRON VAN PSYCHISCHE MOEITE? Henk Reitsema pagina 3
HET ZOMERPROGRAMMA pagina 6 DE ‘ZONDEN VAN DE VADERS’ EN HET ‘ONECHTE IK’ Robb Ludwick pagina 10
Je vrij schudden de BNN’ers naar de Bijbel verwijzen. Het verschil zit in de uitwerking van de woorden. Nergens wordt dit zo duidelijk geïllustreerd als in de geschiedenis van de aartsvader Jakob. Je zou heel zijn levensgeschiedenis kunnen beschrijven onder die ene typering: hoe God hem leerde volwassen te worden! In tien hoofdstukken in Genesis (27-36) wordt beschreven hoe Jakob zich ‘vrij schudde’.2 Door twee deskundigen wordt dit proces samengevat in vier stappen: kritiek aankunnen, afgoden afzweren, voor jezelf opkomen, en grenzen stellen.3 Het grootste probleem waar we vandaag mee kampen, zijn gebroken relaties.Van al degenen die de middelbare scholen bevolken, komt vijftig procent uit een gezin met gescheiden ouders. Hoe groei je daaruit weg? Hoe kun je je daaruit ‘vrij schudden’, zoals de Hebreeuwse Bijbel zegt? Jakob liet in het eerste deel van zijn leven een hele reeks van gebroken relaties achter zich.Tot God hem in de leerschool nam bij Laban en hem leerde wat het is om volwassen te worden!
Wij willen in de maand mei in Utrecht drie lezingen geven over dit onderwerp. Ook dit nummer is gewijd aan het doordenken van ‘gebroken relaties’. Er vloeit een grote zegen voort uit de goede omgang en verwerking van gebroken verhoudingen.Volwassen worden betekent je ervan vrij schudden. Dat gaat inderdaad langs die vier stappen van Cloud en Townsend en is niet eenvoudig.Wel alle moeite waard. In de basisverklaring van de doelstellingen van het l’Abri-werk staat: Wij geloven in ‘supernaturally restored relationships’. Dat was denk ik de meest gewaagde doelstelling die Francis Schaeffer voor zijn werk formuleerde! Wim Rietkerk 1
Het is een beschrijving van het zesde stadium van de levensloop, de adolescentie. Zie Edersheim, Sketches of Jewish Social Life, p.84. 2 Zie: De kunst van het loslaten, W.G.Rietkerk, p.101 e.v. 3 Grenzen, Cloud en Townsend, Uitgeverij Koinonia, Hoogblokland.
LIEVE VRIENDEN... In vergelijking met het najaar was onze wintertermijn minder druk wat langetermijngasten betreft; er was een kleine internationale groep met daaromheen vaak Nederlandse kortetermijngasten. De themaweekenden zaten vol.We hebben opmerkelijk veel echtparen te gast gehad, soms met baby’s. Joop en Liselot Zuur met hun dochtertje Amelie zullen in het paasweekend de eerste gasten zijn in de nieuwe kamers in de schuur. Dit alles was natuurlijk niet mogelijk geweest zonder onze helpers. Eunmi uit Korea kwam nu voor de tiende keer en heeft geholpen, samen met Katka uit Tsjechië. Onze ‘gewone’ weekenden waren vaak druk – daarom concentreren wij ons formele onderwijs rondom het weekend, ook in de niet-themaweekenden. Het geeft mensen die werken de mogelijkheid om iets meer van l’Abri mee te maken dan er mogelijk is bij een lezing in Utrecht. Een van de hoogtepunten van de termijn was het concert van Alana Levandoski. Zij is bijna een week bij ons geweest met medereiziger en muzikant Braden Gates. Voor hen was het een rustpunt in een Europese concerttour, voor ons en de andere gasten een blik
CC OO LL OO FF OO NN LEV WORDT UITGEGEVEN DOOR STICHTING L’ABRI – NEDERLAND. IEDEREEN DIE HET WIL KRIJGT LEV 3X PER JAAR TOEGESTUURD. GIFTEN VOOR LEV ZIJN WELKOM. STORTING DAARVAN KAN OP HET ONDERSTAANDE GIRO– OF BANKNUMMER, o.v.v. LEV. L’ ABRI IS EEN CHRISTELIJK STUDIECENTRUM, WAAR WE EEN PLEK GEVEN AAN IEDEREEN DIE MET DE KERNVRAGEN VAN HET LEVEN BEZIG WIL ZIJN. L’ABRI – ECK EN WIEL HUIZE KORTENHOEVE BURG.VERBRUGHWEG 40 4024 HR ECK EN WIEL TELEFOON: 0344 – 691914 L’ABRI – UTRECHT KROMME NIEUWEGRACHT 90 3512 HM UTRECHT TELEFOON: 030 – 2316933 INTERNET: WWW.LABRI.NL E–MAIL:
[email protected] ING: 2069742 (L’ABRI TE UTRECHT) RABO: 34.11.03.586 (L’ABRI TE ECK EN WIEL) TECHNISCHE REALISATIE: Scholma B.V. te Bedum
in de wereld van de professionele musici. Haar eerste openbare optreden als zangeres was jaren geleden in een muziekthemaweekend in Eck en Wiel, toen zij hier als langetermijngast verbleef. Het was mooi en bemoedigend om te zien hoe zij nu zelf als christen in haar vak staat en als lerares en mentor fungeert voor beginnende musici die zij meeneemt op toer. Het Timotheüs-
principe in praktijk gebracht! Het regende de hele dag tijdens de zaterdag van het werkweekend.Toch hebben we een aantal zeer nuttige buitenklussen geklaard dankzij onze dappere gasten. Het herbouwen van de omgevallen muur achter het huis in Utrecht is door de aannemer uitgesteld tot maart. Wij hebben de formele afwijzing van ons beroep bij de
MEER OVER L’ABRI L’Abri is het Franse woord voor ‘schuilplaats’. l’Abri is een plek waar mensen naar antwoorden kunnen zoeken op hun persoonlijke vragen over geloof en leven. Iedereen is welkom: zowel christenen als nietchristenen. Het Nederlandse werk begon in 1971. L’Abri zelf begon echter in 1955, toen Dr. Francis en Edith Schaeffer in het bergdorpje Huémoz (Zwitserland) hun huis openstelden voor een ieder die zocht naar eerlijke antwoorden op eerlijke vragen. L’Abri Eck en Wiel is qua opzet en karakter gelijk aan de l’Abri’s in de andere landen. Het is hier mogelijk om voor een weekend, week(en) of maand(en) te verblijven voor studie en gesprek. Ook zijn hier thema–weekenden. In Utrecht worden lezingen en filmavonden gehouden. Wim en Greta Rietkerk leiden het werk. In Eck en Wiel wonen Beryl Gibbins, Robb en Christa Ludwick, en Henk en Riana Reitsema. L’Abri biedt een vrije studievorm, waarin ieders eigen vragen centraal kunnen staan. Voor iedere gast wordt er onder begelei-
belastingdienst tegen het intrekken van onze ANBI-status ontvangen.Wij bereiden ons voor op een rechtszaak die zal gaan over het overschrijdende algemeen nut voor de maatschappij van christelijk werk boven het persoonlijke nut voor de ontvanger. De wetgeving laat het invullen van deze begrippen over aan de jurisprudentie. Wilt u hiervoor met ons mee bidden? Velen van jullie zijn met ons mee geweest op zondagochtend naar ICF Wageningen. ICF heeft recentelijk stappen gezet om een volwaardig gemeente te worden, wat wij toejuichen. Zowel de Reitsema’s als de Ludwick’s zijn de afgelopen jaren intensief bij dit proces betrokken geweest.Wim heeft ze gesteund door te preken en avondmaaldiensten te leiden. Ik ben zelf betrokken bij een startende ICF in Veenendaal. Net zoals jullie, verlangen wij naar het echte begin van de lente. Op het begin van Gods zichtbare overwinning op de dood hoeven we niet meer te wachten, dat vieren we volgende week met Pasen. Hopelijk zet het de moeiten van het leven voor jullie ook in een ander perspectief. Liefs, Beryl Gibbins
ding van één van de medewerkers een studieprogramma samengesteld. In elk van de l’Abri’s zul je niet alleen mensen in de studiekamer vinden, maar ook in discussie rondom de open haard, schilderend, onkruid wiedend of bezig met de afwas. Naast de gezamelijke maaltijden krijgt iedereen een dagdeel voor eigen studie en helpt een dagdeel met korvee. De sfeer in l’Abri is persoonlijk en informeel. Het zijn vaak 20-ers en 30-ers die komen, maar mensen van alle leeftijden zijn welkom.Vaak zijn er mensen van verschillende nationaliteit en levensbeschouwelijke achtergronden. MEER INFORMATIE? Bel voor meer informatie of aanmelding naar Eck en Wiel (0344–691914). De Nederlandse adressen staan in het colofon. Voor meer informatie over l’Abri in het buitenland zie de internationale website: http://www.labri.org. Hun contactinformatie en de data van hun termijnen staan daar vermeld.
Familiegeschiedenis: Bron van psychische moeite? Henk Reitsema Moeiten met eigenwaarde en identiteit lijken vaak voor een deel herleiden te zijn tot de gezinsituatie van vroeger. Het gaat daarbij dan vooral om vragen als: Ben ik een waardevol mens, kunnen mensen van mij houden? Waarom ben ik zo achterdochtig en lijken dezelfde negatieve patronen zich te herhalen? Had ik niet beter een ander geslacht kunnen hebben? Waarom ga ik altijd relaties aan met mensen die niet goed voor me zijn? Het zijn allemaal vragen waar wij ons weinig mee bezighouden op het moment dat het goed zit, wat al aangeeft dat de antwoorden heel erg diep moeten liggen. Idealiter zijn het vanzelfsprekendheden die op vroege leeftijd al wortel hebben geschoten: ‘Ik ben een waardevol mens, het kost geen moeite om van mij te houden.’ Helaas zijn deze vanzelfsprekendheden tegenwoordig een schaars goed. Reden dus om bij dit thema stil te staan. Verlies In het kader van een serie lezingen ben ik op zoek naar de diverse redenen dat de mensen met wie ik praat zo vaak worstelen met de hierboven genoemde identiteitsvragen. In deze zoektocht is al een verscheidenheid aan thema’s de revue gepasseerd – elk daarvan is van belang in het complexe samenspel van factoren. Zo speelt een verlies aan historisch besef en ook aan binding met de persoonlijke geschiedenis een rol, net als het minder geworteld zijn in een gemeenschap. Wat ook telt is de verminderde ruimte voor intieme vriendschap en een verscheidenheid aan waarden die onder druk zijn komen te staan, onder andere loyaliteit. En zo zou ik nog een paar van die factoren kunnen noemen. Het is goed om dit thema te benaderen uit het oogpunt van een serie waarbij het duidelijk is dat familieoorsprong niet de enige bron is, maar een puzzelstukje in het totaalplaatje van waarom wij doen wat we doen en ons voelen zoals wij ons voelen. Hieruit spreekt een waarschuwing – let op! Reduceer het antwoord op de vraag waarom ik ben zoals ik ben niet tot één
oorzaak en gevolg-relatie. De waarheid over de werkelijkheid is veel complexer. Als je je laat verleiden om het antwoord op de waaromvragen rondom hoe je bent en hoe je je voelt eenduidig te beantwoorden vanuit een psychologische analyse van de gezinssituatie van vroeger, zal dat leiden tot een verlies aan begrip en niet tot een toename ervan. Om dit punt duidelijker te maken is het nuttig om de aspectenleer van de reformatorische denker Herman Dooyeweerd erbij te betrekken. Hij identificeert vijftien aspecten van de werkelijkheid waarbinnen er oorzaak en gevolg-wetmatigheden te identificeren zijn die verklaren waarom dingen gebeuren zoals ze gaan. Zijn belangrijke bijdrage is onder meer het inzicht dat geen van deze aspecten verab-
voor deze bijdrage, lijken het gezin te funderen en kwalificeren op het psychologische aspect. Dit getuigt van tunnelvisie – een soort blindheid voor de veelzijdigheid van het menselijk bestaan. Kortom, verwacht geen ‘quick-fix’ in wat volgt. Voor een goed begrip moeten we bereid zijn om gelaagde antwoorden te aanvaarden. Wat nu volgt is wellicht één puzzelstukje in een groter geheel.
soluteerd mag worden maar dat alle tegelijk betrokken moeten worden om geen reductionistische antwoorden op de waaromvragen te krijgen. Zo identificeert hij in zijn analyse van de familie het biologische aspect als fundamenteel (grondleggend) en het ethische aspect als kwalificerend. Anders gezegd: de definitie van wat een gezin is, wordt vooral uitgedrukt in biologische termen, terwijl hoe een gezin idealiter zou moeten zijn vooral in ethische termen uitgedrukt kan worden – het gezin functioneert het beste als het een context van liefde is. Men moet zich er echter bewust van blijven dat in de dynamiek van een familie het psychische aspect een rol speelt, alsook het sociale aspect, het historisch aspect, enzovoort. Sommige van de boeken die ik raadpleegde
tegemoet mag treden is het besef dat het een zegen is. Deze houding is dan ook een waarmee de ouder het kind zich zegenrijk doet weten. Hierbij is het belangrijk om te noemen dat de zegen van de Heer in vele vormen komt, en dus is het niet-krijgenvan-een-kind niet een bewijs van niet-gezegend-zijn. De fouten die ouders maken waarmee ze hun kinderen belasten, komen vaak al voor op dit terrein van de fundamentele houding. In plaats van dankbaarheid voor de zegen dat een kind is, wordt zorg om de last die hij of zij is gecommuniceerd. Bekende ouderlijke fouten zijn: favoritisme, een kind het zwarte schaap laten zijn, onverwezenlijkte dromen door de kinde-
Fouten Bijbels gezien word een kind consequent als een zegen geduid. Al bij de eerste keer dat het woordje ‘zegen’ in de Bijbel voorkomt in Genesis 1:28 gaat het om de mogelijkheid om vruchtbaar te zijn en zich te vermenigvuldigen. De enige correcte houding waarmee een ouder zijn of haar kind
3
ren heen te leven (in plaats van hun dromen te koesteren en zien groeien), of perfectionisme (waardoor een kind zich vooral ontoereikend voelt). Verder: niet loslaten naarmate een kind groeit in zelfstandigheid, of het omgekeerde: niet genoeg vasthouden om een veilig gevoel te bieden. En dan alle vormen van agressie en misbruik die te maken hebben met onze zondige natuur – eigen belang boven die van het kind. Wij vragen ons soms af: waarom laat God dit toe? Vooral in de meer heftige gevallen: waarom lijkt God niks te doen voor kwetsbare kindertjes die voor het leven getekend raken? Als men de Bijbel gaat doorspitten met deze vraag, is het eerste dat opvalt, dat de Schepper geen manipulatie van wil of denken gebruikt om ons tot Hem te keren of elkaar te doen liefhebben.Wel roept hij ons ertoe op en grijpt Hij met enige regelmaat in op het vlak van de fysieke processen. Zo’n voorbeeld vinden wij in Genesis 29 in de geschiedenis van Jakob en zijn twee vrouwen Lea en Rachel. God belooft om te werken aan Zijn verlossingsplan door de familielijn van Abraham (Genesis12). Isaak wordt verwekt door het bijzondere ingrijpen van God met een zwangerschap voor Sarah op hoge leeftijd. In de volgende generatie probeert Jakob de zegen van God voor zichzelf te regelen door zijn vader en broer te bedriegen. Resultaat is dat hij naar zijn oom Laban moet vluchten, omdat zijn broer hem wil doden.Als Jakob aankomt bij het huis van zijn verwanten, wordt hij betoverd door de schoonheid van zijn nicht Rachel. Hij werkt zeven jaar om het recht te verwerven om met haar te trouwen. Op de nacht van zijn bruiloft echter, kleedt zijn schoonvader Laban de oudere dochter Lea (waarvan gezegd wordt dat ze fletse ogen had) in Rachels kleding en stuurt haar naar Jakob. Als Jakob ‘s morgens ziet wat die smeerlap van een schoonvader hem geflikt heeft, is hij woedend. Laban sleept er dan nog eens zeven jaar arbeid uit in ruil voor een huwelijk met Rachel. Dus veertien jaar arbeid – een misbruik van de energie van de liefde, en de basis voor een disfunctioneel gezin. Het gevolg is dat arme Lea in een huwelijk gevangen zit waar haar man haar niet liefheeft en ze moet opboksen tegen haar o zo schone zus. Lea leeft in een zeer onrechtvaardige, on-
4
houdbare situatie.Wat doet God? Nee, Hij drukt niet op knopjes in de psyche van Jakob om hem meer liefde te doen voelen voor Lea. Wat Hij wel doet, lezen we in vers. 31:‘Toen de Here zag dat Lea minder geliefd was, opende Hij haar baarmoeder; Rachel daarentegen was onvruchtbaar.‘ Ook Rachel krijgt later kinderen, maar niet voordat enkele dingen Lea duidelijk worden over Gods liefde voor haar. Daar komen we weer op terug aan het einde van dit stuk. Actie Het taboe drukt nergens zwaarder dan in zaken van familieaard. Dit betekent dat het bespreekbaar maken zeer waardevol is.Ten tweede biedt het herkennen van problematische patronen handvatten om er wat aan te doen. Leer de disfunctionele patronen opsporen om er tegen in het geweer te gaan. Hoewel het waar is dat de tijd
Het is al een goed begin om te constateren dat er iets mist veel dingen heelt, zijn gewoontes en patronen hardnekkig. Die blijven hangen en veranderen niet zonder bewust tegengas te bieden. De Here zelf is optimistisch over de ruimte voor groei in deze zaken, dat kunnen wij opmaken uit de lijn in de Bijbel die ervan uitgaat dat we er iets aan kunnen doen. De drie gevaarlijke leugens zijn: praat niet, vertrouw niet, voel niet. Deze drie regels zijn typerend voor de disfunctionele familie. In sommige gezinnen gelden zelfs alle drie de regels – dat levert een bijzonder giftige cocktail op. Het leidt ertoe dat mensen een rol gaan spelen om te overleven, wat verstorend werkt bij de relatie met zichzelf en met anderen. Onvermijdelijk is de impliciete boodschap: Ik ben niet aannemelijk zoals ik ben. Deze verstoorde relatie met zichzelf betekent dat men er haast als vanzelf ook de volgende generatie mee belast. Jezelf niet goed genoeg vinden, er vervolgens niet op kunnen vertrouwen dat een ander het goede met jou voor heeft, en als klap op de vuurpijl de negatieve emoties niet kunnen verwerken, omdat er niet over gesproken word, is een recept voor een ramp.
Wanneer dit de familieregels zijn waarmee men groot is geworden, worden het ook de intuïtieve regels voor het leven. Men gaat in toekomstige probleemsituaties vertrouwen op het rollenspel dat als overlevingsstrategie nodig was, terwijl juist het spelen van een rol de negatieve boodschap over jezelf versterkt. Dit is duidelijk een cyclus die zich in de tijd voortplant als er geen stokje voor gestoken wordt. Niet communiceren over dingen die een probleem zijn, zelfs niet communiceren over de goede dingen, is de bron van menig huwelijksprobleem. Niet tot vertrouwen kunnen komen is vergif voor elke soort relatie – van het huwelijk tot contact met collega’s. Geen relatie wil vlotten zonder vertrouwen, niet eens de meest eenvoudige vriendschap. Niet voelen wat je eigenlijk zou moeten voelen, is vaak het gevolg van het niet mogen uiten van specifieke emoties. Hetzij omdat jouw emotionele kwetsbaarheid tegen je gebruikt werd, of omdat je de boodschap kreeg dat je er anderen niet mee mocht belasten. Het probleem met het wegdrukken van specifieke emoties, al is het alleen de negatieve kant, is dat de tegenovergestelde emotie aan de andere kant van het spectrum daarmee ook gedimd wordt.Als een kind de pijnlijke emotionele kant moet wegdrukken en verbergen, verliest het ook, als vanzelf, het vermogen om intense vreugde te kunnen voelen en uiten. Emoties zijn een ‘package deal’ – met woede komt het vermogen om extase en de hitte van intimiteit te kunnen uiten; met verdriet komt het vermogen om vreugde en tederheid te kunnen uiten. Als men deze emoties onderdrukt komt er een moment dat ze gaan ‘bevriezen’. Ik herinner me een fase aan het begin van mijn jaren op de universiteit dat ik niet of nauwelijks meer huilde, niet eens wanneer het duidelijk nodig was. Met een beetje analyse kon ik vaststellen dat dit patroon ontstaan was tijdens de middelbareschooljaren op een kostschool waar ik een aantal dingen zag die mij verdriet deden, maar waar ‘echte mannen niet huilden’. Nu de hamvraag: hoe vind je een emotie terug die je bent kwijtgeraakt? Ten eerste is het al een goed begin om te constateren dat er iets mist. Hiervoor moet je goed om je heen kijken en misschien de opinie van een derde vragen. Ten tweede is het cruciaal om te beseffen dat het niet een kwestie is van op een mentaal knopje du(vervolg op pagina 9)
Meiprogramma Utrecht Gebroken verhoudingen Een nieuwe lente, een nieuw geluid… In de maand mei bouwen we voort op de materie van dit nummer van LEV met een serie over het herstel van gebroken relaties. Door gebroken relaties leren we vaak scheef kijken. Herstel heeft te maken met hoe ik naar God kijk, hoe ik naar mezelf kijk en hoe ik naar anderen kijk. Wat heb ik in een gebroken relatie geleerd? Hoe mag ik anders leren kijken? Wat mogen we verwachten en hoe ziet dat eruit?
14 mei
Hoe schud ik mezelf vrij? Wim Rietkerk Over volwassen worden, loslaten en grenzen stellen.
21 mei
‘De wond’ en ‘de onechte ik’ Robb Ludwick Over valse wetten en eden, en hoe we er vrij van mogen komen.
28 mei
Kwetsuren in de familiegeschiedenis Henk Reitsema Omgaan met de invloeden uit je jeugd op je psychische welzijn
Op dinsdagavond om 20.00 Kromme Nieuwegracht 90.
We gaan dit thema aanpakken met 3 lezingavonden.Alle avonden beginnen met koffie en thee en zijn gericht op het gesprek!
Vragen? Mail of bel gerust:
[email protected] 0344-691914 030-2316933
Appel Cake Eigenlijk is het geen appeltaart en geen cake, maar iets ertussen in. Ik weet dat het geen appelseizoen is, maar je hebt er maar 3 á 4 appels voor nodig! Het is een makkelijk recept van mijn moeder, Greta Rietkerk, die al jaren in haar familie gemaakt werd. En nog steeds is het bij ons in Eck en Wiel een zeer geliefd recept! 200 gram boter / margarine 200 gram suiker 3 eieren ¼ theelepel zout 1 theelepel bakpoeder 250 gram bloem 3 á 4 stevige appels 2-3 eetlepels abrikozen jam Klop de boter met de suiker romig.Voeg één voor één de eieren toe, tot ze goed ingemengd zijn. Voeg het zout, bakpoeder en bloem toe. Lepel het deeg in een springvorm (24-28 cm doorsnede). Schil de appels en snijd ze in 4 stukken. Snijd op de bolle kant 6-8 keer over de lengte van de appel in (zie foto).
Maak de jam een beetje warm en strijk het met een kwastje op de appels, direct als het uit de oven komt! Natuurlijk nog lekkerder met een toef slagroom!
Leg de appels, met de platte, ongesnede kant naar beneden, op het deeg. Bak op 170 graden Celsius voor ongeveer 45 minuten.
Eet smakelijk! Christa Ludwick-Rietkerk
Zomerprogramma Eck en Wiel HUIS L’ABRI STUDIEGEMEENSCHAP Open van 13 mei tot 5 augustus Temidden van de Betuwse fruitbomen ligt Huize Kortenhoeve. Hier wonen Henk & Riana Reitsema, Robb & Christa Ludwick en Beryl Gibbins. Mensen met levens- en geloofsvragen kunnen hier voor kortere of langere tijd meedraaien. Bezinning, verdieping en gesprek vullen de dag, die uiteenvalt in een halve dag begeleide studie en een halve dag meehelpen met korvee in en rond het huis. Voor meer informatie kijk op pag. 2 naar ‘Meer over l’Abri’ of naar onze website, www.labri.nl. Je kunt natuurlijk ook bellen (0344 - 691914) of emailen:
[email protected].
24 – 26 mei Spreekt de bijbel voor zich? Steeds minder mensen lezen de bijbel en steeds meer mensen hebben er twijfelvragen over.Wat zou de basis moeten zijn voor het vertrouwen dat de bijbel het woord van God is? Omdat het gewoon ‘uit de hemel gevallen is’? Of kunnen we er kritische vragen over stellen? Kom met ons meedenken over hermeneutische kwesties die direct praktische en existentiële gevolgen hebben. Gastspreker: Hoogleraar Drake Williams (M.Div. Gorden Conwell Seminary, Ph.D. Univ. Aberdeen) van Tyndale Seminary in Badhoeverdorp. vrijdag: zaterdag:
PROGRAMMA
BEYOND IDENTITY... Voor degenen die l’Abri al goed kennen is Beyond Identity een bekende titel: het boek van Dick Keyes is een van de meest gelezen in onze bibiotheek (ook in het Nederlands vertaald als Achter je identiteit komen).Van verschillende invalshoeken bekijkt Keyes hoe we vandaag vaak ons besef van onze identiteit kwijt zijn, maar ook hoe we het terug kunnen vinden in de bijbelse waarheden van beelddragerschap en verlossing. In deze zomertermijn gaan we ook verschillende aspecten van identiteitsvragen bekijken: van levensplanning,‘comfort-zones’ en persoonlijke ‘dieet’ tot kwesties van hoe we op Gods woord kunnen vertrouwen en hoe we onszelf erkennen in de populaire films van dit moment. Iedereen is welkom! En let op: in de zomer kunnen de weekenden snel vol geboekt worden!
zondag:
20.00 De Oudtestamentische achtergrond van het concept ‘canon’. Henk Reitsema 11.00 Why the Four Canonical Gospels? Drake Williams 15.30 Wat is er speciaal aan de bijbel? Wim Rietkerk 20.00 filmdiscussie 10.30 dienst olv Robb Ludwick
7 - 9 juni Filmweekend: Oscarwinnaars! Elk jaar leeft heel Hollywood in de ban van Oscars: de grootste prijsuitreiking van de filmindustrie. De winnende films krijgen veel aandacht en worden uitgebreid besproken. Ongetwijfeld zijn er verborgen – en niet zo verborgen – commerciële belangen, maar toch zegt het iets over de tijdsgeest.Waar zijn we naar op zoek? Wat boeit ons nu? En wat zien we hiervan terug in enkele Oscarwinnaars van het afgelopen jaar? Kom mee kijken! vrijdag: zaterdag:
zondag:
20.00 10.00 15.00 20.00 10.30
Verlangens en het verhaal. Robb Ludwick Life of Pi (A. Lee, 2012) Les Miserables (T. Hooper, 2012) Amour (M. Haneke, 2012) dienst olv Henk Reitsema
28 - 30 juni Levensplanning: heb ik het zelf voor het zeggen? In hoeverre plannen wij ons eigen leven? Laat je je begeleiden door een coach? Zoek je het zelf uit? Is het een zaak van experiment of moet er een bepaalde druk op komen? We zoeken in dit weekend naar de redenen waarom we de grip op onze levens kwijt zijn, waarom het vaak voelt alsof we geleefd worden. En we willen vooral de vraag stellen: welk licht werpt een bijbels mensbeeld op deze kwesties? vrijdag: zaterdag:
zondag:
20.00 Wat verwacht ik van Gods leiding? Over kerkelijke achtergrond. Beryl Gibbins 11.00 De uitholling van het zelf: vroeger vanzelfsprekend, nu zo onzeker. Henk Rietsema 15.30 Mag je meesturen op de weg van de wieg naar het graf? Wim Rietkerk 20.00 filmdiscussie 10.30 dienst olv Robb Ludwick
ROUTE Per trein: - naar NS station Tiel. Vandaar bus 44 (http://www.92920v.nl). Vanaf de halte ‘Muziektent’ in Eck en Wiel is het 5 minuten lopen naar Huize Kortenhoeve. Loop de Burg. Verbrughweg af en dan met een bocht naar rechts deze weg blijven volgen richting Ingen. Net voorbij de dorpsgrens de oprijlaan in aan de rechterkant. Anders kan men van Tiel met de regio-taxi komen. U moet minstens 1 uur van tevoren reserveren: tel. 0900 0276. Kosten voor de regio-taxi zijn € 7,50.
12 - 14 juli Je bent wat je eet! Oftewel: we zijn wat we tot ons nemen. Keuzes maken voor een gezond dieet – of dat nou over letterlijk voedsel gaat of over geestelijk voedsel – is tegelijk belangrijk en ook heel ingewikkeld. Zijn er ware lijnen te vinden? Hoe vertalen we Gods instructies voor sjalom tot concrete en dagelijkse gewoontes in het hier en nu? Kom met ons mee discussieren … en van onze heerlijke maaltijden genieten! Gastspreker: drs. Arjan Schoonhoven, vakdidacticus biologie en onderwijskundige op de Radboud Universiteit Nijmegen.
Per auto: - vanaf de A12: afslag Maarsbergen, richting Leersum. De veerpont bij Amerongen nemen richting Tiel (zie verder kaartje). - of vanaf de A 15: afslag Tiel, richting Maurik/ Amerongen. Bij de derde rotonde (vlak voor Eck en Wiel) rechtsaf (zie kaart).
NAJAAR 2013
20.00 De kunst van het vasten: stoppen en starten. Robb Ludwick 11.00 God in de supermarkt. Arjan Schoonhoven 15.30 Tussen duurzaam en zuinig: anders omgaan met beperkte middelen. Henk Reitsema 20.00 filmdiscussie 10.30 dienst olv Wim Rietkerk
We zullen in het najaar van 2013 open zijn in Eck en Wiel van 2 september - 9 december, met een break van 20 - 25 oktober. Je kunt dan weer voor kortere of langere tijd bij ons terecht. In de volgende LEV, die in augustus zal verschijnen, vind je meer informatie over het najaarsprogramma.
26 - 28 juli Wat is jouw comfort-zone? Ieder mens heeft een plek nodig waar hij of zij zich veilig voelt. Je familie, een vriendekring, je buurt of kerk … Maar een gemeenschap kan ook verstikkend werken en ‘anderen’ buitensluiten. Waar ligt de spanningsveld tussen persoonlijk vrijheid en gemeenschap? Hoeveel mogen we van onszelf en van elkaar verwachten? Wat willen we beschermen?
De kosten van de themaweekenden zijn: €50 (voor studenten en uitkeringsgerechtigden: €40). Door de week zijn de kosten per dag €20 bij een verblijf van 4 dagen of minder en €15 per dag bij een langer verblijf. Dit sluit logies, ontbijt, lunch en avondeten in. De kosten moeten echter geen belemmering vormen om te komen.Voor opgave: bel 0344-691914. Neem een slaapzak of lakens en een handdoek mee.
vrijdag: zaterdag:
zondag:
vrijdag: zaterdag:
zondag:
20.00 Wat is jouw comfort-zone? Christa Ludwick-Rietkerk 11.00 De ‘netwerk generatie’: een oude worsteling in een nieuwe jas. Robb Ludwick 15.30 De zin en onzin van een recht op privacy. Is het een Bijbels concept? Henk Reitsema 20.00 filmdiscussie 10.30 dienst olv Wim Rietkerk
INFO
ADRES Huize Kortenhoeve Burg. Verbrughweg 40 4024 HR Eck en Wiel Telefoon: 0344-691914 E-mail:
[email protected]
7
In de peiling ... HET VERHAAL... Zelfs voor ik ooit literatuur studeerde, vond ik het regelmatig irritant als iemand liever een verhaal wilde ‘uitleggen’ dan vertellen of horen. De vraag ‘maar wat betekent het?’ was een signaal dat iemand waarschijnlijk op het verkeerde spoor zat. Niet dat een zinnige uitleg of een gesprek erover onmogelijk was, en niet dat het verspilde tijd was om te gaan interpreteren of conclusies te trekken. Maar ik vond het idee misleidend dat de betekenis of de bedoeling – en zeker de ‘waarheid’ – van een verhaal achter of onder de versiering zit.Alsof alle verbeeldingskrachtige details maar de verpakking zijn of het voertuig van de rationele kern van waarheid. Zo’n scheiding of concurrentie tussen ‘verbeeldingskracht’ en waarheid is niet nodig. De waarheid mag ook door het verhaal als geheel ontvangen worden. De ontdekking dat de Bijbel waarheid ook zo beschrijft vond ik enorm bevrijdend. In de film Life of Pi staat het verhaal ook centraal.Als een westerse schrijver de volwassen Indiaanse man Pi bezoekt voor een interview over een grote gebeurtenis in zijn leven, is het snel duidelijk dat wat hier ‘overgedragen’ wordt niet alleen kennis of feiten zijn. Het is een verhaal van hoe iemand de dood in de ogen heeft gekeken, en hoe de dood toch niet het laatste woord kreeg. Feitelijk overleeft Pi als jonge man een lang en gevaarlijk avontuur na een schipbreuk op zee. Maar het verhaal gaat niet alleen om zijn overleven maar om zijn leven: dat schoonheid en creativiteit diepe bronnen van hoop kunnen zijn. Dit wordt niet alleen ‘verteld’, het straalt ook van het doek af. Hoewel 3D-films vermoeiend kunnen zijn, zal ik enkele mooie scènes van deze film nooit vergeten. Opvallend is, dat religie een belangrijk rol speelt in het verhaal – niet alleen als onderdeel van hoe Pi naar dingen kijkt, maar ook als algemeen kader. De vraag wordt bijna letterlijk gesteld: is religie niet ook een beetje hetzelfde als een verhaal? Terwijl we soms met het hoofd naar beneden alleen de ‘feiten’ willen bekijken – die vaak ook brutaal, lelijk en moeilijk zijn – wordt een erkenning van ons diepe verlangen naar meer een bron van hoop. Zoals Francis Schaeffer vaak schreef: we leven
in een ‘bovennatuurlijk universum’ waarvan de kaders veel groter zijn dan ons materiële bestaan van oorzaak en gevolg. Maar Schaeffer was ook voorzichtig; dit is geen romantische of platonische uitspraak. Een focus op feiten gaat alleen mis als het leven tot ‘alleen de feiten’ gereduceerd wordt. Maar een focus op het ‘bovennatuurlijke’ gaat mis als het te sterk tegenover het materiële gezet wordt. Ze hangen samen. Vandaag de dag horen we vaak dat een bredere, spirituele kijk op de wereld ons zal kunnen redden van een koud rationalisme. Dat is waar. Maar kijk uit voor onnodige spanningsvelden, alsof ‘het spirituele’ tegen de ratio in gaat in plaats van boven de ratio uitstijgt. Religieuze hoop in de christelijke zin is niet gewoon een mooie verpakking of alleen een ‘andere blik’ die het leven draaglijk maakt. Het is de diepere magie van de Schepper die ons begrip van het leven hier verrijkt en die ons steeds opnieuw wil vertellen: het kwaad krijgt niet het laatste woord. Een verhaal dat ons daaraan herinnert geeft hoop – maar alleen omdat Het Verhaal waar is. Robb Ludwick Life of Pi (A. Lee, 2012) ROOKMAAKER 2.0 Dr. E. John Walford was professor kunstgeschiedenis bij Wheaton College. Hij is recent met pension gegaan en deze bundel is geschreven onder anderen door een aantal van zijn studenten, als een ‘festschrift’ ter ere van zijn werk. Op zijn beurt was Walford een student van Hans Rookmaaker die kunsthistoricus was aan de VU en ook aan de bakermat stond van het Nederlandse l’Abri-werk. Zoals Marleen Hengelaar-Rookmaaker in haar voorwoord vertelt, heeft John Walford recent nog gezegd dat Hans Rookmaaker ‘the most significant man in my life’ was. Wat hij onder meer van Hans Rookmaaker
heeft meegekregen, is de nadruk op de natuurlijke wereld als het tweede boek van Gods openbaring. Dit inzicht betekent vervolgens dat perceptie zelf niet een neutrale zaak is maar door religieuze overtuiging en levensbeschouwing bepaald wordt. Hoe realistisch een schilderij ook is, het is nooit een zuivere kopie van de natuur en daarmee dus ook niet waardeneutraal. In de keuzes van hoe de kunstenaar iets in beeld brengt, wordt een bepaalde visie op de werkelijkheid weergegeven. Deze Rookmaakeriaanse aanpak van betekenisgeoriënteerd kijken, heeft Walford zijn studenten meegegeven. Dit is ook duidelijk te proeven uit de cohesie van de in deze bundel bij elkaar gebrachte essays. Alle essays gaan over werken die in Walfords eigen boek Great Themes in Art besproken zijn. Het is opmerkelijk dat westerse kunst, die zo vaak uit religieus motief geschilderd is, door kunsthistorici zo weinig op die religieuze invloeden onderzocht wordt. Dat betekent dat het ook vaak slecht begrepen wordt. Dit boek levert een prachtige bijdrage in het blootleggen van de religieuze en levensbeschouwelijke motieven die schuilgaan achter de besproken kunstwerken. Een voorbeeld hiervan, dat op zichzelf genomen het boek al het lezen waard maakt, is de bespreking van redacteur James Romaine van Vincent van Goghs Zaaier met ondergaande zon. Hij laat zien hoe Van Goghs jaren als theologiestudent en zendeling (tussen 1876 en 1879) als een echo door blijven klinken in zijn latere werk, terwijl zoveel van de kunstcritici een breuk met zijn geloof zien na 1879, waardoor ze zijn geloof helemaal niet meenemen in het begrijpen van zijn kunst. Romaine brengt met zijn bespreking Van Goghs Zaaier met ondergaande zon tot leven, als creatieve daad van geloof. Henk Reitsema Art as Spiritual Perception: Essays in Honor of E. John Walford Ed. James Romaine (Crossway, 2012)
(vervolg van pagina 4) wen. Het heeft tijd gekost om die emoties te onderdrukken, het gaat ook tijd kosten om ze terug te winnen. Ten derde moet men zelfs de schaduw of voorbode van die emotie verwelkomen en niet wegdrukken zoals de gewoonte is. In het geval van het niet bij je tranen kunnen komen is het bijvoorbeeld nuttig om bij het kijken naar een emotionerende film bewust de brok in je keel op te zoeken en die er te laten zijn, zelfs te koesteren. Het zijn misschien nog geen tranen maar als je je psyche de boodschap geeft dat het mag en dat het veilig is, komt met verloop van tijd van het ene het andere. Emoties zijn als een rivier die moet stromen, als ze eenmaal op gang komen dan nemen ze je ook mee. Ook bij vertrouwen en praten geldt, dat je het moet toelaten en doen om het te kunnen. Zelfs het knullige, onhandige begin is waardevol omdat het de deur opent tot meer. Het is waar dat niemand volledig te vertrouwen is, maar wij kunnen tot vertrouwen komen omdat onze medemens ons niet hoeft te redden. Dat belooft onze Heer te doen, Hij is de Verlosser en is ultiem te vertrouwen.Vertrouwen komt niet door te veel te verwachten van mensen, maar door te geven en nemen. Enerzijds geven wat je realistisch te geven hebt en anderzijds ontvangen wat je nodig hebt. Als we absolute toewijding van een vriendschap eisen om zo het bewijs te vinden dat we aannemelijk zijn, is dat een soort mes op tafel ten opzichte van de ander, die nooit vriendelijk genoeg is. Het zal altijd leiden tot het overvragen van de vriendschap. Alleen God is volledig consistent. Menselijke relaties vragen de inzet van vergeving en genade om gezond te blijven. Grenzen Familie is bij uitstek de plaats waar men het besef zou moeten ontwikkelen dat je erbij hoort.Tegelijkertijd is het ook de context waarbinnen het vertrouwen zou moeten groeien dat je als individu een bijdrage te leveren hebt. Dit zijn twee ogenschijnlijk tegenstrijdige zaken, waar het dus ook vaak misgaat. Ouders die hun kinderen vroeg zelfstandig willen maken, door ze veel verantwoordelijkheid voor zichzelf te laten dragen, moeten opletten dat ze niet onbedoeld communiceren:‘Je bent het niet waard om mijn tijd en aandacht te ontvangen’. Anderzijds is het moment dat een kind in
zijn of haar tweede jaar niet meer zoveel geknuffeld wil worden en een eigen willetje krijgt, niet een zaak die bestreden moet worden als zou het een slechte ontwikkeling zijn. Het zijn de noodzakelijke roeringen van een kind dat een zelfstandig ik aan het worden is, met een verkenning van grenzen. Dit geldt ook voor de veranderingen in de tienerleeftijd. Familie is de plaats waar men aangeraakt wordt, geknuffeld, gekoesterd en verzorgd. Het is de fysieke sensatie van het geliefd zijn, die zonder woorden de diepe boodschap meegeeft: ‘Je bent een aannemelijk mens’. Als je niet avonden hebt doorgebracht op iemands schoot terwijl ze een verhaaltje voorlazen of vertelden, als er nooit iemand met zijn of haar handen door je haar streelde of je kietelde, dan is de kans aanwezig dat je je gaat afvragen
Als God ervoor is, is het onvoorstelbare toch mogelijk waarom je je zo alleen op de wereld voelt, waarom je zo vaak voelt dat je niet welkom bent en waarom je zo snel de neiging hebt om te vluchten, terwijl je niet gelukkiger wordt van het alleen zijn. De symptomen van een familie met een hechtingsachterstand zijn meestal zichtbaar als men samen thuis is. Ieder besteedt zijn tijd in aparte kamers. Als men troost nodig heeft dan wendt men zich tot eten, hobby’s, of zelfs alcohol en drugs. Gesprek, als het er al is, gaat over wat mensen doen en niet over hoe het met ze gaat. Relaties buiten de thuisomgeving hebben al snel prioriteit boven die in het gezin. Dit leidt tot gevoelens van isolatie, zinloosheid, de-
pressie, obsessief werken, en dergelijke. Door een gebrek aan hechting en intimiteit, verliezen we aan een besef van zinnigheid van ons bestaan en zoeken we surrogaatmiddelen van een mindere waarde. Die kunnen zich uitstrekken van verslaving aan je werk tot pornografie. Men kan ook hier actief worden in het terugdringen van een hechtingsachterstand. De eerste stap is wederom de bewustwording dat je een interne weerstand tegen intimiteit hebt. Ten tweede is het meer dan gemiddeld belangrijk om een veilig, onkritisch contact te vinden. Bid hiervoor en word bereid om die twee kenmerken belangrijker te achten dan wat die persoon voor je aanzien bij anderen zal betekenen.Ten derde: neem risico’s als het gaat om emotionele zaken. Durf met een ander te delen wat je voelt (Jacobus 5:16), wat je eigenlijk niet durft. En in je relatie met God: bid op een persoonlijke en specifieke toon, niet in algemeenheden – met de ik-formuleringen centraal. Conclusie In het verhaal van Lea en Rachel en Jakob werd genoemd dat Lea kinderen kreeg terwijl Rachel daarop moest wachten. Lea kreeg vier zoons die ook de stamvaders van Israël zouden worden. Zelfs de voorvader van de Verlosser zou uit haar geslacht komen. Het is op te maken uit de namen die zij haar eerste drie zonen gaf (Genesis 29:31-35), dat zij hen wou inzetten om de liefde van haar man te winnen. Zo klinkt Levi als het Hebreeuws voor: verbonden(Yillaweh),‘mijn man zal verbonden zijn’. Het is pas als de vierde zoon geboren wordt dat zij omhoogkijkt en hem de naam Juda (Lof) geeft. De zoons van de twee moeders in Jakobs disfunctionele gezin zouden nog veel twist beleven, maar op het moment dat God ziet dat Lea gesnapt heeft dat ze haar kind als een zegen moet ontvangen en niet als pion om een ander doel te bereiken, heeft Hij zijn doel bereikt. Nu kan zij haar kinderen ten zegen zijn en zo zichzelf ook gezegend weten. Het herstel van de gebroken familierelaties is niet alleen de slotsom van het Oude Testament maar ook in het Nieuwe Testament in Lukas 1:17 wordt deze intentie opgepakt als een kerndoel van God met de inzet van Jezus om ‘het hart van de vaderen tot de kinderen te keren’. Er is dus hoop. Als God ervoor is, is het onvoorstelbare toch mogelijk.
9
De ‘zonden van de vaders’ en het ‘onechte ik’ Robb Ludwick In Ezechiël 18:20 lezen we dat ‘een zoon niet hoeft te boeten voor de schuld van zijn vader’, maar in de praktijk kan het anders voelen. Door hun gedrag, woorden en houdingen kunnen ouders het leven – en dus ook het geloof – van hun kinderen diep beschadigen.En toch ligt er een belangrijk inzicht in de woorden van Ezechiël: het hoeft niet. God houdt de kinderen niet verantwoordelijk voor de fouten van hun ouders. Sterker nog, God belooft dat deze kinderen kunnen leren vrijkomen van de wonden die ze thuis opgelopen hebben. Juist daarin ontdekken ze wat hun ware verantwoordelijkheid kan zijn. Een verloren zoon In het boek De terugkeer van de verloren zoon maakt Henri Nouwen een verassende opmerking over deze bekende gelijkenis. Soms herkennen we onszelf in het beeld van de jongere zoon, die na het weglopen ‘tot zichzelf’ komt en terugkeert naar de open armen van zijn vader. En soms herkennen we onszelf in de oudere zoon, die vanuit frustratie en jaloezie boos kijkt naar hoe de vader in zijn genade met zijn broer omgaat. De essentie van het verhaal, zegt Nouwen, gaat verder dan het feest van het slotscene. Het punt van het verhaal is dat de zonen nu zelf allebei mannen moeten worden. Door de genade en liefde die zij van hun vader hebben gekregen, mogen ze zelf nu ook genadevolle en liefdevolle volwassenen worden. Ze mogen in de voetsporen van de ware vader volgen. De jongere zoon mag opstaan en de oudere zoon mag binnenkomen, en ze mogen allebei in genadevolle verantwoordelijkheid de ander leren dienen en liefhebben als zichzelf. Dat is de les van het verhaal volgens Nouwen; dat Gods liefde voor ons niet alleen een warme omhelzing of een troostende uitnodiging is, die we ontvangen. Het is ook iets dat we mogen – en moeten – leren doorgeven. Ik zie daarin twee kanten aan de vrij-
10
heid voor beide zonen. Aan de ene kant de vrijheid van een waar kind-zijn in de omhelzing en troost van een ware vader. Maar aan de andere kant ook de vrijheid om zelf nu een ware volwassene te worden. Om echt voor het leven te kiezen. Ware vrijheid Het verlangen om voor het leven te kiezen is precies wat er speelt als we met pijn in onze harten terug kijken naar de manieren waarop onze ouders niet goed voor ons zijn geweest.Toen werd er in onze opvoeding niet voor het leven gekozen, bewust of onbewust. En dat mis ik nu als ik erop terugkijk, vandaar de pijn. Het is dus belangrijk om te horen dat God dit verlangen vanaf het begin erkent. In Deuteronomium zegt God dat we ‘voor het leven’ moeten kiezen door: Hem vast te houden, als onze echte vader, en Zijn woorden vast te houden, over hoe we gemaakt zijn. Daardoor ontdekken we niet alleen wat het betekent om een geliefd kind
te zijn en als een kind het koninkrijk te blijven ontvangen; we ontdekken tegelijk hoe we nu niet meer alleen als een kind hoeven denken en handelen.We leren kinderlijk te zijn en niet kinderachtig. Dat is geen tegenstrijdigheid. Zo groei ik als een hersteld kind in alles wat goed is van kind-zijn en als een herstelde volwassene in alles wat goed is van volwassenzijn, door een goddelijke Vader die mij gemaakt heeft, liefheeft en wil zien groeien. Zo komt er sjalom. De wond In de talloze boeken over de invloed van onze ouders op onze persoonlijke ontwik-
keling gaat het vaak over ‘de wond’ die we ergens, toentertijd, opgelopen hebben, en die ons voor het leven lijkt te tekenen. Velen van ons kunnen de tijd, de plek, de uitspraak of uitspraken, de aanranding of aanrandingen, noemen waarvan we kunnen zeggen: ja, daarmee ben ik gekwetst, bestookt, vernederd, gewond. Maar het punt in het erkennen van zo’n wond is dat we van deze ervaring vaak een valse boodschap meenemen: iets wat niet waar is, iets wat niet klopt. In en door de verwonding wordt ons iets ‘verteld’ over hoe de wereld in elkaar zit, of over hoe mensen en relaties in elkaar zitten. Maar de les klopt niet. Zij is niet waar en leidt tot een beperkt en misschien gebonden leven dat niet tot zijn recht kan komen. En totdat we hierachter komen en er iets mee doen, hoe pijnlijk dat ook kan zijn, zullen we vanuit deze valse boodschappen of valse waarden blijven leven. Helaas kan zo’n wond net zo goed van een bewuste fout van een ouder komen
als van een onbewuste fout. Een zoon heeft hard gewerkt aan een verhaal en wil dat aan zijn vader laten lezen, maar de vader legt het gewoon op zijn werkstapel voor later. Een dochter kiest ervoor om haar vader eens een keer niet met een kus te begroeten in de hoop dat hij haar een kus zal geven, maar hij hangt gewoon zijn jas op en begint de krant te lezen. Helaas vertalen deze wonden zich snel in een ‘les’ van hoe onveilig de wereld is: dat ik me nooit zo kwetsbaar had moeten maken, nooit iets van de ander had moeten verwachten, nooit zo’n idee van ‘liefde’ had moeten durven hebben. Dat wordt alleen maar afgestraft.
De eed Voor kinderen kan er grote verwarring volgen waarin boosheid en schaamte door elkaar worden gehaald als ze hun zekerheid en stabiliteit proberen hervinden. In het zeer nuttige boek Hoe mensen groeien naar volwassenheid schrijven psychologen Henry Cloud en John Townsend dat de verwarring vaak bij boosheid begint. Er is een diepe teleurstelling dat het ergens niet ging zoals het zou moeten gaan, maar er zijn helaas geen heldere kaders om de teleurstelling te plaatsen en soms te rechtvaardigen. Soms gaat het dus mis. ‘Boosheid heeft altijd een richting’, zeggen ze. Het is in ons geplaatst als een reactie tegen onrecht, om tegen onrecht gericht te worden. Maar als het niet duidelijk is wie onrechtvaardig handelt (want de ouder is toch altijd een gezagsfiguur voor het kind) is het mogelijk dat het kind uiteindelijk de boosheid tegen zichzelf richt. Zo kan een conclusie getrokken worden van ‘Als zo’n teleurstelling plaatsvindt, ben ik slecht.’ Zonder de ware kaders van wat eigenlijk wel mag of niet – als de ouder bewust misleidend is geweest of, helaas, onbewust – kampt het kind met een verwarrende boosheid. Ben ik nou boos op mijn vader, die mij negeerde? Die mij gekwetst heeft? Of … ben ik boos op mezelf, dat ik zoiets heb durven doen, durven willen, durven vragen? Wiens schuld is het? En juist in deze verwarring probeert het kind vaak stabiliteit terug te vinden in het formuleren van een eed. Onder de indruk van wat een ‘wet’ lijkt – dat als ik A doe, dan krijg ik B (straf, afwijzing) – maakt het kind bewust of onbewust een nieuw voornemen. Schrijfster Leanne Payne noemt het ‘een eed’: ‘Ik zal nooit meer liefhebben’,‘Ik zal nooit op hem lijken’, ‘Ik stel me nooit meer kwetsbaar op’,‘Ik laat niemand meer binnen’ (Crisis in mannelijkheid). De leugen De kern van het probleem zit in de ‘wet’ achter zo’n eed: de veronderstelling dat liefde gevaarlijk is, dat kwetsbaar zijn verkeerd is, dat gezond volwassen worden onmogelijk is. En hoewel het natuurlijk waar is dat dingen mis kunnen gaan in een gebroken wereld, voor een kind dat naar zekerheid zoekt, kan het snel heel zwart-wit worden. Zelfs bij kinderen die minder sterk overkomen, kan het van binnen een heel vast besluit zijn. De gevolgen hiervan kunnen diep en langdurig zijn, want de eed is niet alleen op de
relatie gericht waarin de wond opgelopen is. Hij is gericht op alle relaties die volgen. Iets waar het kind eigenlijk naar verlangt, wordt afgezworen. En in dit innerlijke gevecht ontdekken we dat we met een leugen te maken hebben. Wij zijn als mensen allemaal relationeel gemaakt naar het beeld van de Schepper. Een diep verlangen naar de sjalom van zegenend contact met elkaar is in ons ingebouwd. Dat is onze ware aard. Daarom doet het pijn als dit verlangen genegeerd of gekwetst wordt. Maar als gevolg van deze wond trekken we soms de conclusie – bewust of onbewust – dat relaties op zich gevaarlijk, ongezond of gewoon onhaalbaar zijn. En deze conclusie is niet alleen maar onhandig: het is een leugen. Helaas geven we ons leven vaak vanaf een vroeg stadium vorm volgens zo’n leugen. Het verschilt per persoon hoe dat gebeurt, maar we nemen het mee als onderdeel en voorwaarde in onze toekomstige interacties met vrienden en collega’s, leidinggevenden op het werk en in de kerk, zelfs in hoe we denken en voelen over God. De onechte ik Al heeft zijn visie over de bevrijding van mannen soms een behoorlijk romantische (en behoorlijk Amerikaanse) kleur – ik vind de inzichten van John Eldridge op dit punt heel nuttig: ‘Vanuit onze verwonding bou-
Vaak is het een onderdeel van de eed dat ik nooit meer kind zal zijn wen wij een onechte ‘ik’ op. We ontdekken een paar talenten, die het werk voor ons doen en we proberen daarvan te leven’ (De ongetemde man). De ‘onechte ik’ is dus een gereduceerde visie van wie we zijn en mogen worden. We snijden een aantal dingen weg, en we vergroten de sterke kanten onze persoonlijkheid uit tot wat hij noemt ‘een goddelijk niveau’. We zouden niet direct zeggen dat we god willen zijn, maar toch proberen we onze waarde niet te vinden in een beelddragerschap van de Schepper, maar in de beloning die we kunnen krijgen van deze beperkte lijst van bekwaamheden. En in plaats van verlossing in Gods werk te vinden, worden we zelf verantwoordelijk voor het vermijden van of het overwinnen van alle vormen van de dood in ons leven – pijn,
teleurstelling, frustratie en verlies. Mijn onechte ik is niet zozeer een bepaald persoonlijkheidsprofiel. Het is wat Eldridge ‘de bedrieger’ noemt, die in mijn oor fluistert: ‘Wees nooit meer jezelf, bedenk een nieuwe ik … als verdediging tegen de pijn, als een manier om jezelf te redden. De bedrieger is ons eigen reddingsplan.’ Alles behalve het echte evangelie. Theologisch gezien kan het niet werken, want we zijn geen goden. Maar in de praktijk komen we er ook snel achter. We zijn bekwaam genoeg om het een tijdje vol te houden. Beloningen van erkenning en prestatie, veiligheid en controle zijn vaak te krijgen door onze manoeuvres. Maar uiteindelijk vinden we onszelf nog altijd in een gevecht met onze eden. We zoeken toch liefde in en van de ander, soms met een diep verlangen naar erkenning, alsof onze waarde en identiteit op het spel staan. We willen toch mensen dichtbij laten komen, en voelen ons eenzaam en vervreemd als dat niet gebeurt. We kunnen helaas de ander niet wegvegen uit ons bestaan. En tot onze verbazing en schaamte, beginnen we soms zelfs te lijken op degene die ons verwond heeft. Cyclus Wat hier gebeurt, is dat het valse reddingsplan van de gereduceerde versie van mezelf tekort komt. Het leidt me echter tot een pijnlijk spanningsveld met mijn ware zelf. En hoe langer het doorgaat, hoe meer mijn leven getekend zal worden door ontkenning en verlamming. Ontkenning komt als ik mijn ogen dichtdoe voor het echte probleem en harder ga rennen, bruggen achter me ga verbranden en steeds opnieuw hetzelfde patroon ga herhalen. Dat kan slechts duren tot ik verlamd raak. Na zoveel prestaties, relaties, bezit, coaches, projecten, kinderen, banen, wat dan ook, kan het niet meer. Leven wordt overleven en mijn hoge idealen worden ingeruild voor soms extreem lage verwachtingen. Dat allemaal weer in een poging om de pijn te vermijden. En zo groeit de ‘boom’ van de onechte ik. Als de takken van ontkenning en verlamming, nieuwe wonden, zich in meer ontkenning en verlamming verspreiden, voelt het alsof die groter en groter wordt. Dat kan al onze relaties aantasten, zelfs ons beeld van een relatie met God. Maar het is juist op dit punt heel belangrijk om te horen wat de God van de Bijbel zegt.Want het woord van de ware Vader is precies wat ons kan bevrijden van de spagaat van onze eigen leugens, valse wetten en eden.
In het kort geeft God de Vader eerst de erkenning dat de wond pijn doet. Maar daarnaast wil God de Vader onze wrede en reducerende eden vervangen met een belofte van ware verlossing die onze diepe verlangens aanspreekt in plaats van tegenspreekt. De boom die van hieruit groeit, kent takken van uitdagingen in plaats van ontkenning, en van experimenten in plaats van verlamming. Erkenning Volgens een Bijbelse visie belooft God gerechtigheid, vooral voor degenen die misleid zijn als kinderen. Zelfs Jezus heeft het gezegd toen de kinderen voor een zegen bij Hem mochten komen: dat wie één van deze kleinen doet struikelen, het beter voor hem geweest zou zijn dat een molensteen aan zijn hals gehangen was en hij in de diepte van de zee gezonken was. (Mattheüs 18:6, Lukas 17:2). Ik neem aan dat de kinderen dit ook hoorden. Zouden ze schrikken? Oei, wie is deze enge, gewelddadige man? Of zouden ze zich juist getroost en beschermd voelen door het feit dat de hemelse Vader een antwoord – en een sterk antwoord – zal geven op alles wat mij van de goede weg haalt? Met andere woorden: als ik iets verkeerds leer, van wie dan ook, en als dit schade en pijn in mijn leven brengt, zal God eerst erkennen dat het pijn doet. Dat ik een moreel recht heb om het pijnlijk te noemen. Aan het eind van Psalm 139 vraagt koning David aan God: ‘Zie of ik op de weg van de goddeloze loop, en zet mij op de eeuwige weg’. Letterlijk in het Hebreeuws is ‘de weg van de goddeloze’ eigenlijk ‘de weg van pijn’ of ‘de weg van smart’, ‘de schadelijke weg’. God erkent dat misleidende valse wetten pijn doen. Het idee dat liefde niet bestaat en dat ik mijn verlangens om kwetsbaar te mogen zijn moet laten sterven, zijn leugens die mij op een schadelijke weg van smart zullen zetten. En God zorgt ook voor gerechtigheid. Als er iemand is die bewust mij zulke ‘wetten’ geleerd heeft, zal die persoon op deze misdaad een antwoord moeten geven. Of hij, of zij, of Jezus in hun plaats, zal een heftig boete moeten betalen voor wat ze gedaan hebben. Vanuit de visie van een morele God die rechtvaardig is, is mijn gevoel van teleurstelling en boosheid over mijn wond vaak gerechtvaardigd. Maar deze erkenning is ook belangrijk op een ander manier. Niet alleen is mijn pijn
12
erkend – nu mag ik hierin opnieuw door God ontdekken wat het is om kind te mogen zijn: om te horen van de Vader dat Hij mij liefheeft, dat Hij voor mij zal zorgen, dat hij mijn pijn erkent en er iets aan zal doen.Vaak is het een onderdeel van de eed dat ik nooit meer kind zal zijn. Nooit meer zwak, nooit meer kwetsbaar, nooit meer afhankelijk, nooit meer hulpeloos, terwijl het diep in ons zit om dat juist wel te willen. En bij God mag het. Vergeving De bijzondere belofte van de God die rechtvaardig is maar vol genade, is dat het kwaad, in welke vorm dan ook, niet het laatste woord hoeft te hebben. Hoe erg ook, hoe diep ook, het hoeft niet te bepalen wie ik ben, welke verlangens ik mag hebben, en hoe mijn geloof eruit ziet. Ik ben ten eerste Gods geliefd kind, als schepsel, als zijn beelddrager. En als ik het wil, mag ik ook zijn verloste zoon of dochter worden, die steeds meer van de weg van smart naar de weg van de eeuwigheid mag leren overstappen. Het is dus interessant dat de belofte van verlossing, het goede nieuws van het evangelie, dan met vergeving te maken heeft. Koning David durft in Psalm 139 te bidden: zie of ik op de weg van de goddeloze, de weg van smart, loop. Hij vraagt dus vergeving voor een verkeerde levenswandel. Hoe kunnen we zijn voorbeeld volgen? Laten we duidelijk zijn: dit is niet vergeving vragen voor de wond zelf. We hebben al gezien hoe God bij ons staat in het noemen van wat verkeerd was en ook in
Dan mag ik opstaan als ware volwassene die steeds meer op de Vader gaat lijken het verwachten dat ultieme gerechtigheid zal komen. Maar sinds die tijd, geldt iets anders. Misschien ben ik op een weg van smart gezet. Maar nu als volwassene heb ik een keus. Als mijn boom nu verder groeit volgens mijn reducerende eed, mijn onechte ik, mijn bedrieger, word ik er ook zelf verantwoordelijk voor. En daar mag ik nu vergeving voor vragen. In zijn boek Voor het leven getekend schrijft psycholoog Dan Allender dat slachtoffers van misbruik twee dingen nodig hebben:
inzicht krijgen en belijden. Eerst inzicht in wat er echt gebeurde en de vrijheid om te zeggen dat het niet jouw schuld was, dat het pijn deed en dat het verkeerd was. En als ik daardoor een valse wet heb geleerd en op basis daarvan een eed gemaakt met een onechte ik als mijn reddingsplan? Het belijden dat ik op basis van een leugen heb geleefd, en dat ik daardoor op een weg van smart gelopen heb, brengt ook vrijheid. Ik hoef niet meer te leven volgens die verkeerde levensles. Ik mag belijden dat ik volgens een leugen heb geleefd, en ik mag vergeving en genezing vragen, om opnieuw op de eeuwige weg geplaatst te worden. Genezing Vergeet niet dat we in Jezus geen hogepriester hebben die geen medelijden heeft met onze zwakheden, maar één die in alles op dezelfde wijzen als wij is verzocht, maar zonder zonde (Hebreeën 4). Hij snapt het, met andere woorden, van binnenuit: hij heeft gevoeld hoe ik als slachtoffer van een verkeerde ervaring de neiging zal hebben om verkeerde conclusies te trekken over mezelf, over andere mensen, en zelfs over God. De verzoeking om vanuit een onechte ik te gaan leven, kent Jezus. Laten wij dan ook altijd met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip (Hebreeën 4).Waarom? Omdat God zegt dat het moet? Omdat Hij ons anders gaat straffen? Omdat God me klein wil houden en schuldig wil laten voelen? Nee, dat zijn juist de valse boodschappen. De bedoeling is dat we ontdekken hoe we weer rechtop mogen staan, en vanuit ons echte ik vrij en volwassen mogen worden. We komen nu terug op het verhaal van de verloren zoon. Als een waar kind wordt ik door de ware Vader ontvangen. Ik leer een liefde kennen die mij vrij van de angst voor veroordeling maakt (I Joh. 4). Daardoor kan ik de uitdaging van Gods wet weer aan: ‘Zie nu of er bij mij een schadelijke weg is!’ Laat me zien waar ik nog leef vanuit een onechte ik, een bedrogen reddingsplan, en hoe ik dat in alle vrede mag belijden bij de troon van mijn medelijdende en genadevolle hogepriester. Maar dan mag ik ook weer opstaan als ware volwassene die steeds meer op de Vader gaat lijken. Ik ga experimenteren met wat het betekent om volgens Gods wet de ander te willen zegenen:‘Leid mij op de eeuwige weg’. In dagelijkse stapjes.Weer open en afhankelijk als Gods kinderen – kinderlijk maar niet kinderachtig.