'Je bent een heks, oma. Papa heeft het gezegd' Bijlage “DS Weekblad”,
- 21 Feb. 2015
Pagina 20
Eén op de tien kinderen van gescheiden ouders heeft nooit contact met de grootouders aan vaderskant. Jaarlijks stappen enkele tientallen grootouders naar de rechter om hun omgangsrecht af te dwingen. 'Iedereen raadt het af, maar soms kun je niet anders, je staat aan de zijlijn.' Filip Rogiers, illustraties Pascale Pettersson 'Iedere keer als ik in de krant over een familiedrama lees, slaat mijn hart een tel over', zegt Maria* (67). Ze streelt met haar hand over de foto van haar twee lachende kleinkinderen, een jongen en een meisje. 'Ik hoop, nee, ik bid dat ik nooit zo in de krant moet komen.' Alles in Maria's huis ademt de aanwezigheid van de kleinkinderen die er niet zijn. Maria legt drie handgeschreven dagboeken op tafel. Ze bevatten verslagjes van de uren die ze met de kleinkinderen doorbrengt. Dat blijft beperkt tot acht uur per maand, vastgelegd door de jeugdrechter. 'Ik kijk naar die uurtjes uit als een kind naar Sinterklaas.' Jarenlang waren de kinderen vaak bij Maria. Ze deed wat zovele oma's doen: zorgen voor opvang, hen op woensdag van en naar de voetbaltraining, zwem- en dansles voeren, ze verwennen met pannenkoeken. Op haar 60ste ging ze bewust met pensioen om nog meer de zorgtaak op zich te nemen. Ze heeft dat twee jaar kunnen doen. Toen liep het huwelijk van haar zoon op de klippen. Zijn vrouw verliet het huis, ze nam de kinderen mee. Er kwam een vechtscheiding van. 'In enkele maanden kantelde alles', zegt Maria. 'Iedereen wordt erin meegesleurd. Niet alleen de vader, ook de grootouders, de hele familie. Zelfs vrienden, kennissen, buren.' Maria heeft het juridische gevecht tussen haar zoon en zijn ex over het omgangsrecht een jaar machteloos zitten aankijken. 'Je kunt niet anders als grootouder, je staat aan de zijlijn. Je aarzelt om naar de rechtbank te stappen om erger te voorkomen in het belang van de kinderen. Je weet dat de kans groot is dat je ex-schoondochter nog minder geneigd zal zijn om je de kinderen te laten zien. Maar in een vechtscheiding bestaan er geen goede keuzes meer.' De procedure voor het omgangsrecht van Maria met haar kleinkinderen heeft anderhalf jaar geduurd. 'Na de eerste zitting besloot de rechter om het vonnis een halfjaar te verdagen omdat er "te veel spanning in de familie" was. Toen kwam er weer een halfjaar bij. Pas na de derde zitting kreeg ik die 7 uur per maand toegewezen.' Boze schoonmoeder, lieve oma 'Ik kan begrijpen dat de mama haar ex-schoonmoeder niet meer in de armen sluit', zegt Maria. 'Maar ze zou in mij ook de grootmoeder van haar kinderen moeten kunnen blijven zien. Ik ben zelf, zacht uitgedrukt, niet zo blij meer met mijn ex-schoondochter, maar ik zal tegen de kinderen nooit een kwaad woord vertellen over hun mama. Wij praten heel zelden over wat er geschiedt tijdens hun verblijf bij mama. Er is een muur tussen die twee leefwerelden.' De kinderen komen terecht in een web van botsende krachten en open zenuwen. 'Je tracht ze zoveel mogelijk te sparen', zegt Maria. 'Je voelt dat ze niet op hun gemak zijn. Dus vragen we de kinderen ook niet uit. We trachten hen de situatie zo eenvoudig mogelijk uit te leggen. We zeggen dat papa hen meer wil zien, dat oma en opa hen meer willen zien, maar dat papa en mama daar ruzie over maken en dat de rechter dus moet beslissen. In die kinderhoofdjes is de rechter een magische figuur.' Voor de hel vijf jaar geleden losbarstte, zag Maria nooit een rechtbank van binnen. Daarna werd ze meegezogen in wat ze een vuile oorlog noemt. 'Er is geen woord, geen gebaar, geen actie die niet verkeerd kan en zal worden uitgelegd in zo'n gevecht. Cromwell wist het al, hij zei: geef mij een wijs en vredelievend man, laat hem vijf woorden zeggen en ik veroordeel hem.' Haar omgangsrecht heeft aan een zijden draadje gehangen omdat ze zelf op een gegeven ogenblik werd beschuldigd van stalking. 'Ik hield een blog bij waarin ik schreef over mijn verdriet en de mooie tijd samen met de kinderen. Geen kwaad of beschuldigend woord. Alles, werkelijk álles, kwam terecht in het dossier en werd een wapen. Mijn manier om het verdriet te verwerken werd laster en eerroof.' Maria's hart is vervuld van machteloosheid jegens het gerechtelijk apparaat. 'De rechter is een kind van zijn tijd. De arme, alleenstaande mama met de kindjes wint het pleit. Ik vraag u, meneer, waar zijn de vaders? De rechter mag dan nog zijn uiterste best doen om het dossier uit te pluizen, krijgt hij een echt beeld van de situatie, van wat de kinderen zelf willen? ' Surrogaatouder In Vlaanderen heeft gemiddeld tien procent van de kinderen met gescheiden ouders geen enkel contact meer met de grootouders van vaderskant. Aan moederskant is dat vijf procent. Dat blijkt uit onderzoek van Maaike Jappens (VUB), die doctoreert over de relatie tussen grootouders en kleinkinderen in het geval van een scheiding van de kinderen. 'Alle aandacht gaat naar de scheidende ouders, de grootouders zijn collaterale schade', zegt Jappens. 'Ze blijven vaak zitten met hun vragen, voelen zich volstrekt machteloos. Voor velen van die generatie is de scheiding van hun kind zelf al een taboe. Als er dan al bemiddeling tussen de ouders komt, zou de grootouder daar een rol kunnen in krijgen. Maar in de praktijk gebeurt het zelden. Waarom
Copyright © 2015 gopress. Alle rechten voorbehouden
niet? Omdat het aan bewustzijn ontbreekt, maar ook omdat er zoveel andere zaken te bespreken zijn. Je mag al blij zijn dat die ouders onderling iets overeenkomen.' Het plaatje is evenwel niet eenduidig. 'Soms betekent een scheiding juist meer in plaats van minder contact tussen grootouder en kleinkind', zegt Jappens. 'Vooral de grootouders langs de kant van de ouder bij wie de kinderen meestal verblijven, gaan ze net vaker zien. Bij co-ouderschap zien we dat kinderen hun grootouders van vaderskant vaker zien omdat die niet zelden inspringen voor hun zoon in "zijn" week. Sommigen worden surrogaatouder. Grootouders kunnen een zeer positieve rol spelen bij scheidingen: vaak zijn ze voor het kind dan de enige stabiele factor in een verbrokkelende thuisomgeving.' Maar grootouders kunnen bij een scheiding ook al dan niet moedwillig een nefaste rol spelen. Ze mogen dan nog proberen om het belang van het kleinkind voor ogen te houden, geen partij kiezen is bijna onmogelijk. En ook als een grootouder dat niet zou doen, wordt dat daarom door de ex-schoondochter of -zoon nog niet zo gepercipieerd. Ouders kunnen vele redenen hebben om zich te kanten tegen contact tussen hun kinderen en grootouders. Ze kunnen manipulatie vrezen, of erger: soms zijn ze bang voor de veiligheid van hun kind als ze dat in de familie van hun ex moeten achterlaten. Krek hetzelfde kunnen natuurlijk ook de grootouders vrezen als ze de kinderen van hun zoon of dochter bij zijn of haar ex weten. 'Grootouders die geen contact meer hebben met hun kleinkinderen', zegt Jappens, 'wordt in de meeste gevallen afgeraden om naar de rechtbank te stappen. Vaak wakkert zo'n stap de conflicten nog verder aan.' Oude etterbuilen 'Grootouders hebben recht op een persoonlijk contact met hun kleinkinderen. Absoluut', weet de Gentse jeugdrechter Bruno Stockman. 'Dat staat zo in één zinnetje in ons burgerlijk wetboek. Maar de rechter zal dit recht altijd afwegen tegenover het belang van het kind. Dat staat niet zo in de wet, het is wel een doorslaggevend argument in onze afweging.' Preciezere handvatten biedt het recht niet. En dat is volgens Stockman ook niet onlogisch. 'Ik zie niet zozeer het aantal zaken toenemen als wel de problematieken complexer en zwaarder worden. Standaardantwoorden volstaan niet meer.' Stockman ziet jaarlijks een dertigtal grootouders naar de rechtbank stappen om hun recht op persoonlijk contact met de kleinkinderen af te dwingen. 'Dat gebeurt niet enkel bij scheidingen van de ouders. Vaak zien we dat de relatie tussen de grootouders en de ouders dermate vertroebeld is, dat die eersten via de rechter contact proberen te krijgen met hun kleinkinderen.' Un drame peut en cacher un autre. 'Soms barsten er oude etterbuilen open, komen er nooit verwerkte zaken naar boven. Ruzies over erfenissen, onvrede over een keuze die een kind in zijn leven heeft gemaakt, klachten van een kind dat zich door zijn ouders nooit geliefd heeft geweten. En je hebt de extreme gevallen: misbruik. Kinderen die schijnbaar heel lang een "normale" relatie met hun ouders hebben gehad, gooien plots alles op tafel.' Aartsmoeilijk is het om in zo'n kluwen de rechten en belangen van alle betrokkenen tegen elkaar af te wegen. A fortiori die van de zwakste partij, het kleinkind. 'Sommige ouders zijn zo kwaad op hun ouders dat ze letterlijk kapot gaan aan de gedachte dat hun eigen kinderen bij die mensen op bezoek zouden moeten. "Ik ben bang dat ze hetzelfde gaan meemaken als wat ik heb meegemaakt", hoor ik hier vaak.' Toch zal Stockman ook in zo'n geval proberen om het recht op persoonlijk contact van de grootouders te vrijwaren. 'Je tracht dan aan die ouders uit te leggen dat een ouder-kindrelatie iets heel anders is dan een grootouder-kleinkindrelatie. Dat is natuurlijk een moeilijke boodschap en sowieso blijft het een erg delicate afweging. Kun je het maken om een kind te verplichten om bij de grootouders te gaan, als je weet dat de spanning tussen de grootouders en hun kind dermate groot is, dat het alles zal blokkeren? Bij een kind van 14 jaar kun je nog veronderstellen dat die dat wel een plaats zal geven. Maar een kind van 3?' En dan wordt, tot afgrijzen van de grootouder, vaak een contactverbod opgelegd. 'Dan ontzeg je die grootouders inderdaad een van hun fundamentele rechten omdat het in botsing komt met het even fundamentele recht van een kind om niet in zo'n ondraaglijke spanning te hoeven zitten.' 'Eigenlijk kom je in zulke dossiers vaak tot de conclusie dat er geen oplossing is', zegt Stockman. 'De enige oplossing zou erin bestaan dat er bemiddeld wordt tussen grootouders en ouders. En als dat goed komt, kun je dan weer praten over het recht op persoonlijk contact met de kleinkinderen. Maar vaak zit de etter bij grootouders en ouders zo diep dat die niets willen of kunnen uitpraten.' In het gros van de zaken is de vraag niet: wie heeft gelijk, maar: wie heeft er meer gelijk? Daar komt ook het fenomeen van de 'stalkende' grootouder in beeld. Het kan een grond zijn om contact te weigeren, maar het is nooit de enige. 'Ik ken ze', zegt Stockman, 'de oma's die geschokt zijn als ze dat voor de voeten geworpen krijgen. Vechten voor hun kleinkind is voor hen ook een manier om om te gaan met hun gemis. Maar ze kunnen daar te ver in gaan. Het kan en zal ook wel zo zijn dat ze daarin geprovoceerd zijn door de andere partij, maar ik moet op z'n minst voelen dat ze tot het inzicht zijn gekomen dat ook zij een grens hebben overschreden.' Kind wordt (groot)ouder Als ouders en/of grootouders op geen enkele manier in staat zijn gebleken om op eigen houtje een 'normaal' contact te regelen, kan de jeugd- en/of familierechter doorverwijzen naar een bezoekruimte van de Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW). In Vlaanderen zijn er elf van die ruimtes waar ouders hun kind voor een uurtje, een namiddag, soms zelfs een dag kunnen zien op neutraal terrein.
Copyright © 2015 gopress. Alle rechten voorbehouden
Ook grootouders kloppen hier aan of worden door de rechter aangemeld. 'Dat is een minderheid', zegt Els Vandecasteele van de bezoekruimte in Brugge. 'Niet meer dan drie of vier keer per jaar krijgen we de expliciete vraag van grootouders om hun kleinkinderen hier te kunnen zien. Dat kan zonder dat de ouders erbij aanwezig zijn, maar die moeten wel hun toestemming geven. Zij brengen het kind naar ons, wij brengen het kind naar de grootouders die elders in het gebouw wachten, en na het bezoek brengen we het kind terug naar de ouder.' De bezoekruimte wordt verondersteld een tussenstation te zijn. 'Onze missie is om te werken aan herstel van de relatie, tussen ouder en kind, grootouder en kleinkind. Zolang we zien dat er groei mogelijk is, doen we verder. Zit dat er na zes maanden nog niet in, dan houdt het hier ook op.' In twee op drie dossiers wordt vooruitgang geboekt. 'Dat kán zijn dat de ouders erin slagen om zelfstandig te praten over de kinderen en bijvoorbeeld overeenkomen dat die tweewekelijks een dag naar de andere ouder mogen. Maar "gelukt" kan voor ons ook willen zeggen dat een grootouder of een ouder zelf tot de conclusie komt dat het in het belang van het kind is om niet langer contact te zoeken.' De jongste jaren groeit inderdaad het inzicht, dat contact koste wat het kost niet het ultieme doel kan zijn. 'We kunnen nog zo hard ons best doen om het voor een kind hier anderhalf uur of een namiddag oké te maken,' zegt Els Vandecasteele, 'als de ouders onderling of de ouders en de grootouders er daarbuiten niet op een of andere manier in slagen om een brug te bouwen, primeren machteloosheid en wanhoop.' Dan kan eerder de context rond dan het contact zelf een onverantwoord zware last worden voor het kind. 'Je kunt niet van een kind verwachten dat hij of zij de brug slaat tussen en in de plaats van ouders en/of grootouders', weet Vandecasteele. 'En precies dat zie je hier gebeuren.' 'Soms wordt de ouder hier kind en het kind ouder of grootouder. De last om contact te herstellen komt de facto op die kinderschouders te liggen. Onlangs zei een kind ons letterlijk: "Nu stop ik met een oplossing te zoeken, nu moeten ze het zelf doen". Dat kind was net 8 jaar geworden.' Pesterijen en dilemma's Marlène* (69) heeft nu meer dan anderhalf jaar haar kleinkinderen niet meer gezien of zelfs maar gehoord. De mama van de kinderen is overleden. De vechtscheiding waar Marlènes dochter jaren geleden in belandde, heeft zich na diens dood verder gezet tussen grootouders en ex-schoonzoon. 'Toen mijn dochter nog in leven was, was er een week-weekregeling. Ook toen al ging dat gepaard met pesterijen. De jongens weghouden bij de mama als die naar het ziekenhuis moest, boekentasjes niet meegeven. In zo'n situatie is elk detail een bommetje. Zo zegt de jongen op een dag: "Oma, jij bent een heks. Papa heeft het gezegd." Ik heb een bezemsteel genomen, ben erop gaan zitten en heb hem gevraagd om de toverformule uit te spreken.' Marlène glimlacht weemoedig. 'De jongen gaf me een knuffel: "Oma, jij bent toch geen heks." Maar daarna moeten ze terug naar de andere kant waar het gestook herbegint.' Na het overlijden van haar dochter kreeg Marlène de kinderen één weekend om de drie weken te zien. Ze moest ze op vrijdagavond aan de schoolpoort afhalen. Maar dat liep al snel fout. Op een dag, bij het begin van 'haar' weekend, staat ze aan de schoolpoort en blijken de kinderen 's middags al van school gehaald door de nieuwe vriendin van de ex-schoonzoon. Een andere keer krijgt Marlène het bericht dat de kinderen vruchteloos aan de schoolpoort hebben staan wachten op háár terwijl het 'zijn' weekend was. 'De kinderen vreselijk teleurgesteld, een nietsvermoedende moeder die was ingeschakeld om ze op te halen, geschokt. Dan stokt uw adem, want leg het maar eens uit dat hun papa zich vergist heeft.' Drie keer herhaalt zich dit scenario. 'Telkens moet je dat laten vaststellen door een deurwaarder en een klacht indienen bij de politie. Na de derde keer worden we opgeroepen voor een verzoeningscommissie. De papa houdt vol dat hij zich "gewoon" van weekend had vergist. De procureur heeft hem toen de oren gewassen. Hij stelde een papier op waarin we moesten verklaren het vonnis vanaf dan correct na te leven.' De spanning luwt niet. Integendeel, de pesterijen verergeren, de kinderen raken steeds verder verscheurd. Het eindigt voor Marlène met de schok van haar leven. Eerst moet ze op bezoek bij Jongerenwelzijn waar ze het hele verhaal nog eens uit de doeken doet, zes weken later wordt ze ontboden bij de jeugdrechter. Het vonnis? 'Ik mocht de kinderen niet meer zien. Níét.' Ze krijgt te horen dat ze het leven van haar ex-schoonzoon onmogelijk maakt. Naar eigen zeggen zonder mogelijkheid om zich te verweren en zonder dat het gedrag van haar ex-schoonzoon op z'n minst grondig wordt onderzocht, wordt het contact opgeschort. 'Ik ben mijn dochter kwijt én haar kinderen. Elke dag moet ik nu verder met de wetenschap dat ze in slechte handen zijn en hoeveel meer ze moeten missen. Onze dochter is bij leven niet voor niets vertrokken bij haar man: ze vreesde dat er ongelukken zouden gebeuren. Kunt u zich de machteloosheid voorstellen?' Behalve met rauw verdriet blijft Marlène zitten met een grenzeloos onrechtvaardigheidsgevoel. 'Iedereen heeft mij achteraf verteld dat ik het ongeluk had om juist bij die ene jeugdrechter terecht te komen. Omgangsrecht voor grootouders wijst hij per definitie af. Hij heeft ons geïntimideerd om niet in beroep te gaan. We hebben het geprobeerd, maar we krijgen niet eens inzage in het dossier.'
Copyright © 2015 gopress. Alle rechten voorbehouden
'Er is mij gezegd dat de rechter gewoon de wet heeft gevolgd. Maar welke wet? Vroeger, als de langst levende ouder bezwaar maakte tegen contact met de familie van de overleden ouder, had je de familieraad en de voogd. Dat is afgeschaft, maar er kwam niets voor in de plaats.' Na het verdriet en de boosheid komen ook schuldgevoelens opzetten. 'Had ik harder moeten vechten? Ik wou dat wel, maar ik ben bang, zo bang dat ik daar de kinderen pijn mee doe. Dat is het eeuwige dilemma. En daar profiteert hij schaamteloos van. Ik wil het allemaal verdragen, mochten de kinderen er beter van worden.' Maatwerk en willekeur 'Er zijn geen vaste regels rond dossiers waarbij een ouder overleden is', erkent jeugdrechter Bruno Stockman. 'Het recht van de grootouder op persoonlijk contact blijft onveranderd bij een overlijden van de ouder, maar het belang van het kleinkind zal beslissend zijn in de afweging. Dat kan voor de grootouder in kwestie op het eerste gezicht een erg onrechtvaardige beslissing zijn. Het is aan de rechter om dit te proberen te motiveren.' Dat lukt niet altijd. In de Kamercommissie Justitie wees Goede Uyttersprot (N-VA) recent op 'verschillen tussen de gerechtelijke arrondissementen'. 'Sommigen wijzen het(het persoonlijk contact van de grootouders, red.) bijna standaard af, anderen kennen het bijna altijd onmiddellijk toe. Zo gebeurt het enerzijds dat ouders die destijds uit het ouderlijk gezag ontzet werden voor hun eigen kinderen, later wel omgangsrecht met de kleinkinderen krijgen. Anderzijds gebeurt het ook dat grootouders die dag en nacht voor hun kleinkinderen hebben ingestaan na een ruzie of een overlijden, geen contact toegekend krijgen.' Bruno Stockman begrijpt dat er een indruk van willekeur kan ontstaan. 'Maar het is een indruk', benadrukt hij. 'Ik kan u geen twee zaken noemen die gelijkaardig zijn. Elk geval moet en kan niet anders dan persoonlijk bekeken worden. Als je de dossiers in een statistiek giet, kun je het gevoel van willekeur krijgen, maar dat is omdat het maatwerk is.' Toch ziet Stockman ruimte voor verbetering. Sinds 1 september 2014 is er een eengemaakte familie- en jeugdrechtbank. 'Tot nu toe kon het gebeuren dat het dossier van de scheidende ouders in Gent zat, dat van de grootouders in Dendermonde. Eén elektronisch familiedossier dat in heel het land raadpleegbaar is, zou een en ander moeten vereenvoudigen. Maar zover is het nog niet.' Waar volgens Stockman vooral meer moet worden op ingezet, is bemiddeling. 'We kunnen dat nu al opleggen, maar het heeft geen zin als er bij de partijen niet de minste wil is om mee te werken. En toch zouden we dat harder moeten kunnen doordrukken. Je zou binnen die bemiddeling ook specifiek een module voor grootouders kunnen aanbieden.' Soms lukt niets meer. 'Ik heb het over dossiers waarin álles geprobeerd is: bemiddeling, maatschappelijk onderzoek, therapie. Soms zien we die mensen twee jaar later terug en voel je dat er niets veranderd is. Dan moet ik zeggen: "Het spijt mij, grootouders, u hebt het recht om uw kleinkind te zien, maar een vaste regeling is niet in het belang van het kind." Als je vaststelt dat er geen toekomst in zit, moet je het omgangsrecht categoriek kunnen afwijzen.' Afscheidsbrief Ook in de bezoekruimte kennen ze dat ultieme dilemma. Soms zijn de uurtjes daar voor een kind een oase en kan juist dat de toestand voor de tijd en ruimte daarbuiten ondraaglijker maken. 'Hier kan het tussen ouder of grootouder en kind fantastisch zijn,' zegt Els Vandecasteele, 'maar wat als het kind dat uurtje bekoopt in de weken die erop volgen? Een kind kan zodanig verscheurd worden door het moment hier en de twee weken thuis, dat het soms beter is om het contact gewoonweg stop te zetten.' Het is een aartsmoeilijke beslissing, beseft Vandecasteele. Je vraagt onmogelijk veel begrip van de ouder of grootouder die het contact verbroken ziet. 'Het kan', zegt Vandecasteele. 'We hadden hier een oma die een hele mooie afscheidsbrief aan haar kleinkinderen heeft geschreven. Ze had jaar na jaar veel voor die kinderen betekend, maar er was een vechtscheiding op gevolgd en van de papa mocht ze de kinderen niet meer zien. Hier bij ons wel, maar iedere keer als een mogelijke uitbreiding van het contact ter sprake kwam, blokkeerde alles van voren af aan.' 'Die oma heeft toen zelf afscheid genomen. "Weet dat ik elke dag aan jullie denk", schreef ze, "dat mijn deur open blijft, maar hier laat ik jullie los". Hartverscheurend voor de kinderen en de oma, maar we weten dat er voor de kinderen een druk van hun schouders valt. Ze hoeven niet langer te kiezen, het hoofd te kwellen over wat ze tegen wie zeggen, wie liegt, wie niet. Vechtscheiding is een vorm van kindermishandeling. De ontwikkeling van een kind stremt als de ouders en/of grootouders vechten. Het gaat slecht op school, ze beginnen weer te bedplassen. Het vechten stoppen weegt in zo'n geval zwaarder dan het verbreken van het contact.' Er is in zulke gevallen maar één schamele troost voor diegene die afscheid moet nemen. 'Soms laat je juist door het contact hier en nu stop te zetten, de deur op een kier voor de toekomst. Het gebeurt dat het kind uiteindelijk later zelf wel weer de stap zet naar die ene ouder of grootouder. Later, ongedwongen.' Een 'geluk' voor die ene ouder die zijn of haar kind weggerukt zag worden uit zijn of haar leven. Maar voor grootouders is er, gezien de leeftijd, niet zoveel 'later' meer. Maria heeft in haar testament laten opnemen dat haar dagboeken naar de kleinkinderen gaan, als ze meerderjarig zijn. 'Ik zal het niet meer meemaken, maar ik wil dat ze weten hoe erg ik hen gemist heb en dat ik voor hen gevochten heb. Dat het beter is om het contact te stoppen? Ik kan het niet geloven. Opvoeden is ook weerbaar maken. Elke dag zonder contact is voorgoed verloren. Ik zit minder met mezelf in dan met de kinderen. Hoe moeten zij het verwerken?'
Copyright © 2015 gopress. Alle rechten voorbehouden
(*) De namen zijn gewijzigd om redenen van privacy. Wie met vragen zit, kan terecht bij Tele-Onthaal (106) of bij de Centra voor Algemeen Welzijnswerk (alle adressen vindt u op www.caw.be).
Filip Rogiers Copyright © 2015 Corelio. Alle rechten voorbehouden
Copyright © 2015 gopress. Alle rechten voorbehouden