Stichting Pensioenfonds Grontmij Juni 2014
Inhoud Nieuw in het bestuur: Niels & Marius 2 Pensioenen zijn verhoogd 2
Pensioenkrant
Verkort jaarverslag 2013 Kerncijfers Actueel Beleggingen 2013 Dekkingsgraad
3 4 4 5 5
Het verantwoordingsorgaan Verslag verantwoordingsorgaan Uitslag verkiezingen Reactie van het bestuur Personalia
6 7 7 7 8
Van de bestuurstafel
Verkort jaarverslag
Voor u een nieuwe pensioenkrant; een samenvatting van de belangrijkste feiten en cijfers uit het jaarverslag 2013. Namens het bestuur geef ik u de achtergrondinformatie over de belangrijkste pensioenonderwerpen. De ontwikkelingen op het gebied van pensioenen staan geen dag stil. Discussies zijn soms fel en meningen talrijk. Hoe gaat het bestuur hiermee om?
In deze krant vindt u een samenvatting van de belangrijkste cijfers en feiten uit het jaarverslag 2013 van Stichting Pensioenfonds Grontmij (hierna SPG). U kunt het volledige jaarverslag ook downloaden van onze website www.pensioenfonds.grontmij.nl
Het jaar 2013 begon met een te lage dekkingsgraad. Het fonds had op 1 januari 2013 geen ruimte voor indexatie voor pensioengerechtigden en premievrije pensioenen. (Indexatie heet in de pensioenwereld toeslagverlening). Pensioengerechtigden werden bovendien geconfronteerd met hogere belastingen, waardoor hun netto pensioen in januari daalde. Zo zijn we 2013 gestart. De dekkingsgraad was laag, terwijl het rendement over 2012 hoog te noemen was. Hoe kan het dan toch niet goed genoeg gaan met ons pensioenfonds? Om pensioen in de toekomst uit te kunnen keren, moet er nu al vermogen zijn. Maar nog niet alles, het geld moet groeien, renderen. Daarvoor wordt enerzijds belegd met risico. Maar anderzijds worden de pensioenen die in de toekomst uitgekeerd moeten worden, bepaald (gewaardeerd) op basis van de rentestand. De hoogte van de rente geeft aan in welke mate we verwachten dat het vermogen zal groeien tot het uit gekeerd wordt. Is die rentestand laag, dan moet er nu al meer vermogen zijn, dan wanneer de rentestand hoger is. Kort gezegd, we moeten er dan rekening mee houden dat het pensioengeld langzamer aangroeit. Of dat veel scheelt?
Jazeker: als de rente eind 2012 één procent hoger was geweest, was onze dekkingsgraad boven de 110% geweest. Hoe verliep 2013? Het rendement is in 2013 negatief. Het totale rendement op de beleggingen van het fonds was licht negatief, terwijl dit in 2012 hoog was. We behaalden een positief beleggings resultaat op de aandelen in 2013. Met obligaties worden de renteschokken gedempt en een positieve ontwikkeling op de aandelen daarbij maakte veel goed.
Wilt u liever een exemplaar bij ons opvragen? Stuur daarvoor een e-mail naar
[email protected] of bel (030) 220 77 41.
Hoe komt het nu dat de dekkingsgraad eind 2013 toch hoger is dan eind 2012? Dit komt door de rente. Omdat de rente hoger was eind 2013 is er minder vermogen nodig voor de toekomstige verplichtingen. Dus stijgt de verhouding van het vermogen ten opzichte van die verplichtingen. Zo ziet u hoe we met een robuust beleidskader streven naar een goede pensioenvoorziening nu en in de toekomst. Het bestuur was dan ook zeer verheugd op 1 januari 2014 wel weer een beperkte indexatie te kunnen vaststellen. Eep Visser Voorzitter SPG
Pensioenkrant
1
Nieuw in het bestuur: Niels & Marius
Marius Schoppink
Niels van Dalen
In 2013 zijn Marius Schoppink (49) en Niels van Dalen (32) toegetreden tot het bestuur van het pensioenfonds. Hier kort over hun taken. Wie beslist er over de pensioenen? Marius: “De politiek bepaalt de wettelijke en fiscale voorwaarden waaraan de pensioenregelingen moeten voldoen. Daarbinnen maken de Cao-partijen (werkgever en vakbonden) afspraken over de inhoud van de pensioenregelingen. Het pensioenfonds vertaalt de afspraken naar een nieuwe pensioenregeling. De Cao-tafel is dus belangrijk. Daar wordt de basis gelegd binnen de contouren zoals de politiek die heeft bepaald.” Hoe richten jullie je op de jongere generaties? Niels: “Jongeren zijn van de digitale media. Daar maken we nog te weinig gebruik van. Onze website is wel veel belangrijker geworden. Het aantal bezoekers stijgt ieder kwartaal. We zijn aan het onderzoeken of we nog meer aan e-communicatie kunnen gaan doen. Bijvoorbeeld door de pensioenover zichten digitaal beschikbaar te maken. Dat gaat dit jaar nog niet lukken. Misschien ook een vlot filmpje over de inhoud van het pensioen. Op dit moment is het moeilijk om jongeren te interesseren voor hun pensioen.
Terwijl het toch een heel belangrijke arbeidsvoorwaarde is. Pensioen lijkt ingewikkeld, maar ik vind juist dat je pensioen uit moeten kunnen leggen. Het kan allemaal transparant en helder, dat is in ieder geval mijn grote uitdaging. Ik vind het belangrijk om te weten wat er bij jongeren speelt. Daarmee moeten we generatiekloven overbruggen, niet scheppen. Essentieel hiervoor is dat alle generaties voldoende kennis hebben, zodat we elkaar kunnen begrijpen.” Wie vertegenwoordig je in het bestuur? Niels: “Marius en ik zijn gekozen door de werknemers van Grontmij, maar eenmaal op de stoel van bestuurder leer je direct over evenwichtige belangenbehartiging. In de pensioenwet is verankerd dat bij alle beslissingen van het bestuur gewogen moet worden of rekening gehouden is met alle belanghebbenden. Nu, in 2014 is er weer voor het eerst een halve procent geïndexeerd. Bij dit besluit van het bestuur is lang stilgestaan. Over alle belanghebbenden is gesproken. Natuurlijk maak ik me zorgen over de financiële positie van gepensioneerden. Als er niet of weinig geïndexeerd wordt, leveren zij direct koopkracht in. Dat merk je gelijk. Voor de jongeren spelen weer hele andere problemen. De redenering dat je hetzelfde pensioen opbouwt omdat je langer doorwerkt, gaat niet op. De arbeidsmarkt is veranderd, jongeren wisselen sneller van baan. Soms gewenst, soms ongewenst. In de leeftijdgroep daarna speelt de krappe arbeidsmarkt een nog grotere rol. Sommige veertigers en vijftigers zijn ZZP-er geworden en dat is niet altijd vrijwillig. Voor beide groepen ontstaan pensioengaten. Terwijl een middelloon in de meeste gevallen minder pensioen oplevert ten opzichte van de eindloon regeling waarmee de pensioengerechtigden van nu met pensioen zijn gegaan.”
Helder communiceren over pensioen, hoe doe je dat? Marius: “Het liefst persoonlijk, dat werkt bij zulke toch wel complexe materie het beste. Daarom komen wij, zoals dat heet, naar de mensen toe. Het pensioenbureau geeft pensioenvoorlichting aan doelgroepen. De belangstelling is nog te klein. Ook bij de pensioenvoorlichting in het land, in 2011 bleef 2/3-de van de Grontmij-ers weg. Daarom is er in 2013 voor gekozen om een pensioenkrant uit te brengen over de nieuwe regeling per 2014. Die viel bij iedereen op de deurmat.” Waar zal het de komende tijd over gaan in jullie communicatie? Marius: “Voorlichting over financiële planning voor het eigen huishouden wordt steeds belangrijker met alle onzekerheden van nu. Het diepste punt van de economische crisis is misschien voorbij. Maar we hebben vooral moeten leren dat niets zeker is. Zowel het dagelijks werk als de AOW van de overheid en het pensioen van Grontmij verandert voortdurend. Dus in je huishoudbudget moet je leren rekening houden met onzekerheden en de individuele gevolgen. Je moet privé flexibel plannen en je constant kunnen aanpassen. Dus sta ook open voor een nieuwe pensioen realiteit. We hebben bij Grontmij een lange traditie van pensioenzekerheid. Een gegarandeerd pensioen, maar dat is niet langer betaalbaar. Bij grote groepen collega’s moet dat besef nog door dringen. Daar ligt (mede) een verantwoordelijkheid van het pensioenfonds. Daarom geven we pensioenvoorlichting. Ook de financiële situatie bij ons fonds kent geen onbeperkte mogelijkheden. We zullen helder en eerlijk blijven communiceren over die financiële situatie en over de gevolgen voor je pensioen. Er is dus werk genoeg.”
2014: indexatie voor actieven, pensioengerechtigden en gewezen deelnemers Per 1 januari 2014 is er door het fonds geïndexeerd. De voorwaardelijke indexatie voor pensioengerechtigden en gewezen deelnemers is afhankelijk van de dekkingsgraad. Op 1 januari 2014 bedroeg de geschatte economische dekkingsgraad van ons fonds 108%. De consumentenprijs index voor alle huishoudens (afgeleid) bedroeg over de laatst verstreken meetperiode: 1,1%. Volgens het indexatiebeleid is een dekkingsgraad van 104,1% de ondergrens voor 2
Pensioenkrant
een eventuele indexatie; het bestuur heeft besloten 0,5% te indexeren op ingegane pensioenen en premievrije pensioenaanspraken. Voor actieven is er 1% geïndexeerd, gelijk aan de Caoverhoging in 2013. De helft uit de premie, de andere helft gelijk op met de pensioengerechtigden en gewezen deelnemers.
Verkort jaarverslag 2013
Op 12 juni is het jaarverslag 2013 van Stichting Pensioenfonds Grontmij door het bestuur vastgesteld. In dit Verkort jaarverslag bieden wij u de belangrijkste cijfers en feiten uit dat jaarverslag aan. Het volledige jaarverslag staat op onze website www.pensioenfonds.grontmij.nl. Het jaar 2013 was een spannend pensioenjaar. Nu de levensverwachting alsmaar toeneemt, is het onderwerp ‘pensioen’ alleen maar belangrijker geworden. De crisis heeft voor Nederland duidelijk gemaakt dat het oude systeem niet langer betaalbaar is. Met het Pensioenakkoord van 2010 is een nieuwe weg ingeslagen, maar de discussies daarover zijn zeker nog niet uitgewoed. Er zijn al wijzigingen doorgevoerd, kleine stapjes met grote gevolgen voor u. Voor het bestuur een reden om de laatste stand van zaken kort en bondig op een rij te zetten. Communicatie De complexiteit rond de organisatie van het pensioen lijkt toe te nemen, maar het bestuur heeft het voornemen juist naar vereenvoudiging en daarmee naar efficiëntie te zoeken. We willen als zelfstandig pensioenuitvoerder ook weten wat er leeft en speelt bij u. Het beleid is meer contact met u: de dialoog aangaan. Daarom zijn er voor drie doelgroepen informatiebijeenkomsten gehouden. Zo werd inzicht en overzicht gegeven in het eigen pensioen nu en in de toekomst. De opkomst is nog beperkt, de oorzaak daarvan wordt gezocht. Het bestuur beseft zich dat deel-
nemers heel verschillend zijn en eigen behoeften hebben. Dan kan de communicatie niet voor iedereen hetzelfde zijn. We zoeken nu naar een modus hoe we iedereen kunnen bereiken. Misschien toch meer via internet? Nieuw pensioenreglement 2014 Door het ouder worden is er een nieuwe pensioenleeftijd gekomen van 67. Het langer doorwerken is wel een feit. Dus een nieuw pensioenreglement per 2014. In 2013 is ook het besluit gevallen voor de hogere functiegroepen het Individueel DC (premieregeling bij Robeco) te stoppen. Vanaf 2014 worden er voor deze groep weer ‘ouderwets’ pensioenaanspraken opgebouwd bij het fonds. Geen individueel risico meer met een pensioenkapitaal. Voor het fonds een vereenvoudiging in de uitvoering, een efficiëntieslag. Het wezenpensioen is ook aangepast. Van een voorwaardelijke regeling naar een onvoorwaardelijke regeling voor alle wezen met een uit kering tot 23 jaar. Zo’n nieuwe regeling communiceren is een behoorlijke klus. De werknemers van Grontmij ontvingen over de nieuwe regeling een informatieve pensioenkrant.
Beleggen Beleggen, risico nemen en pensioen laten groeien zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Een mate van onzekerheid aangaan, hoort bij groei van het vermogen. Al in 2012 is er voor gekozen het belang in aandelen te verminderen van 30 naar 20%. De volatiliteit van aandelen is groter dan die van vast rentende obligaties, vandaar. Op de beurs is de volatiliteit de mate van beweeglijkheid van de koers van bijvoorbeeld een aandeel. Vastrentende obligatie (ook wel vastrentende waarde) is een type schuldbewijs met een vaste rentevoet. Het risicodeel is verminderd omdat de nieuwe pensioenregeling vanaf 2012 meer risico bij de deelnemers legde. Hier wilde het bestuur tegenwicht geven. In 2013 is het vastgoed deel met 3% verlaagd, het bestuur verwacht het risico op korte termijn in vastgoed iets hoger dan in aandelen. Dus dit risicodeel van 3% is toegevoegd aan de aandelenportefeuille. Die staat nu op 23%. Normen en waarden Het fonds moet 1 juli 2014 helemaal ingericht zijn op de Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen. Doel is dat pensioenfondsen beter omgaan met de onzekerheden op de financiële markten en demografische veranderingen. Daar zijn we in 2013 mee aan de slag gegaan. De bestuursvorm blijft hetzelfde: paritair. Dit betekent dat er vertegenwoordiging is van alle belanghebbenden. In het bestuur geeft de werkgever een zetel op; deze komt ten goede aan de pensioengerechtigden. In het verantwoordingsorgaan (de medezeggenschap) wordt een extra zetel ingevuld door de werknemers. Gelijktijdig is ook de Code Pensioenfondsen doorgevoerd. In de Code is de nadruk gelegd op het beïnvloeden van het gedrag van bestuurders, intern toezichthouders en belanghebbenden in de verantwoordings functie. Dat spreekt vanzelf als het gaat om integriteit, maar ook om transparantie ten aanzien van de processen en bij de beloning wordt hierop de nadruk gelegd. De Code formuleert dus normen voor ‘goed pensioenfonds- bestuur’ op basis van het principe ‘pas toe of leg uit’. Het bestuur heeft op die wijze de code overgenomen in haar nieuwe statuten (2014), maar natuurlijk vooral in het dagelijks handelen. We kijken constant in de spiegel. Pensioenkrant
3
Verkort jaarverslag 2013 Kerncijfers Bedragen in duizenden euro’s
2013
2012
2011
2010
2009
2008
1.960 1.420 2.845 6.225 31%
2.128 1.371 2.774 6.273 34%
2.322 1.281 2.698 6.301 37%
2.433 1.211 2.660 6.304 39%
2.708 1.140 2.475 6.323 43%
2.716 1.095 2.399 6.210 44%
761.653 698.494 68.421 2,75% 19.037 22.567
760.217 728.978 53.708 2,44% 20.560 21.470
679.177 671.452 29.106 2,74% 22.199 20.024
630.880 572.376 77.984 3,46% 21.188 18.577
562.280 504.241 76.677 3,85% 22.160 17.008
504.191 471.887 48.854 3,60% 21.526 16.200
9.696 -17.656 -7.960
4.854 80.330 85.184
5.390 43.824 49.214
1.059 65.292 66.351
8.027 48.690 56.717
12.015 -42.696 -30.681
Kostenratio’s Kosten per deelnemer (in euro’s)*** Vermogensbeheer**** Transactiekosten****
387 0,34% 0,09%
390 0,36% 0,10%
-
-
-
-
Rendement Totaal rendement op beleggingen
-0,8%
12,7%
8,0%
11,9%
11,7%
-5,5%
109,8% 108,0% 111,7% 104,1%
107,4% 102,5% 111,2% 104,1%
104,3% 112,2% 104,2%
113,6% 113,8% 104,2%
115,2% 114,6% 104,2%
110,4% 110,5% 105,0%
Aantal verzekerden en pensioengerechtigden Deelnemers Pensioengerechtigden Gewezen deelnemers met premievrije rechten Totaal % deelnemers Financiële gegevens Beleggingen voor risico fonds Technische voorzieningen voor risico fonds Reserves Gewogen gemiddelde rekenrente Premie-inkomsten (incl. DC) Uitkeringen Directe beleggingsopbrengsten voor risico fonds* Indirecte beleggingsopbrengsten voor risico fonds** Totale beleggingsopbrengsten voor risico fonds
Dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad Economische dekkingsgraad Vereiste dekkingsgraad Minimale dekkingsgraad * Directe beleggingsopbrengsten: dividend en rente
*** Deelnemers zijn actieven en pensioengerechtigden
** Indirecte beleggingsopbrengsten: verkoopresultaat en herwaardering
**** % van gemiddeld belegd vermogen
Actueel AOW-ingangsdatum en het vervallen partnertoeslag 2015 (het AOW-hiaat) Er wordt langer doorgewerkt dan 65 jaar, voordat de AOW-gerechtigde leeftijd is bereikt. Voor iedereen geboren voor 1956 lijkt de bepaalde AOW-datum veilig gesteld. Maar het kabinet wil dat de AOW-leeftijd nog sneller omhoog gaat: naar 66 jaar in 2018, en 67 jaar in 2021. Dit moet nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd. De partnertoeslag stopt in 2015 voor iedereen die in 2015 65 jaar wordt. Een AOW-er met een jongere partner, kreeg, tot het moment dat de partner AOW-er is, een partnertoeslag. De hoogte van de partnertoeslag 4
Pensioenkrant
was o.a. afhankelijk van de inkomsten van die partner. Vanaf 2015 geldt: heeft de partner zelf geen inkomen dan ontstaat het AOW-hiaat. Het hiaat verdwijnt op het moment dat de jongere partner zelf ook AOW krijgt. Nieuw fiscaal kader Er komt veel wetgeving op ons af die consequenties heeft voor uw pensioenopbouw. De fiscale wetgeving geeft nu ook beperkingen aan pensioenopbouw. Maar vanaf 2015 wordt het opbouw percentage voor onze regeling maximaal 1,875% terwijl dat nu 2,1% is. Voor de hogere salarissen kan er geen fiscaal vrije opbouw meer zijn boven het
inkomen van 100.000 euro. De nieuwe wet vraagt nog om veel studie en overleg om te komen tot een adequate pensioenuitvoering in 2015. Nieuw financieel toetsingskader De waardering van het vermogen en de verplichtingen van het pensioenfonds gebeurt onder strakke regelgeving. We noemen dit het financieel toetsingskader. Ook daarin wordt (in principe) per 2015 veel gewijzigd. Er is nog te weinig bekend om concreet te zijn, terwijl de eerste afspraken over veranderen al in 2010 zijn gemaakt.
Verkort jaarverslag 2013 Beleggingen 2013 Beleggingsportefeuille Net als andere jaren zijn alle beleggingen onder gebracht in niet-beursgenoteerde fondsen waarin alleen institutionele beleggers kunnen toetreden. Er is gekozen voor een beleggingsportefeuille met een spreidingsstructuur. Er wordt dus in verschillende categorieen belegd: vastrentende waarden, aandelen, vastgoed en commodities. Op deze wijze wordt risico gespreid om een optimaal rendement te halen. In het beleid houden we rekening met goede en minder goede jaren. Belegd vermogen Het belegd vermogen neemt toe in 2013 met € 1,4 miljoen (2012: € 81,0 miljoen) tot € 761,7 miljoen in 2013.
De samenstelling van de portefeuille was op 31 december 2013 als volgt: 2013 61,3% 28,5% 5,9% 4,3%
1. Vastrentende waarden 2. Aandelen 3. Vastgoed 4. Commodities
3
4
2 1
Rendement De resultaten over de afgelopen vijf jaar zijn als volgt: Jaar
Totaal Vermogen
Vastrentende waarden
Aandelen
Vastgoed
2009 2010 2011 2012 2013
11,7% 11,9% 8,0% 12,7% -0,8%
3,3% 9,3% 23,9% 12,8% -5,8%
38,3% 17,5% -13,9% 20,5% 12,8%
-4,9% 3,4% 3,6% -3,7% -1,5%
Verwachtingen 2014 Het komende jaar is de verwachting dat er wereldwijd een beperkte economische groei zal zijn. De groei zal vooral uit de Verenigde Staten en China moeten komen. De inflatieverwachtingen voor de komende jaren zijn laag. De zorgen over de euro zijn nog niet voorbij en
Commodities (Grondstoffen en energie) 26,6% 17,6% -12,3% -3,0% -10,3%
aanvullende steunpakketten voor zwakke landen blijven nodig. Ook zullen er nog miljarden nodig zijn om de buffers van de banken te versterkten. Overheden zullen alle moeite hebben om binnen de begrotingseisen van de Europese Unie te blijven.
SPG Dekkingsgraad De dekkingsgraad is de verhouding tussen het vermogen en de verplichtingen.
Gebeurtenissen na balansdatum De actuele dekkingsgraad (DNB) per 31 mei 2014 is 112,1% bij een vereiste dekkingsgraad van 111,6%%. Voor het publiceren van cijfers (aan o.a. DNB)
Economische dekkingsgraad %
AG-tafel
wordt de UFR en de driemaands gemiddelde rentestructuur gehanteerd. Maar het Bestuur wil prudenter handelen en gebruikt voor het nemen van
DEC - 13
NOV - 13
OKT - 13
SEP - 13
AUG - 13
JUL - 13
JUN - 13
MEI - 13
APR - 13
MRT - 13
FEB - 13
JAN - 13
DEC - 12
NOV - 12
OKT - 12
SEP - 12
2012 2,44%
Minimale dekkingsgraad %
100% AUG - 12
2013 2,75%
UFR
JUL - 12
Rekenrente
110%
JUN - 12
De renteafdekking is eind 2013 ongeveer 70%.
Vereiste dekkingsgraad %
120%
MEI 12
2012 € 782,7 € 729,0 107,4%
APR- 12
Vermogen Verplichtingen Dekkingsgraad
2013 € 766,9 € 698,5 109,8%
Nominale dekkingsgraad %
beslissingen de marktrente. Die marktrente is op 31 mei 2014 2,17%%. Als van deze rente wordt uitgegaan, dan zal de economische dekkingsgraad 105,8% zijn. Pensioenkrant
5
Verantwoordingsorgaan
Achter van links naar rechts: Richard Meijer, Henk Lubberts, Henk van Diggelen, Jan Bosman. Voor van links naar rechts: Atze Nijmeijer, Alfred Sengers.
De medezeggenschap binnen het pensioenfonds is vastgelegd in de wet en neergelegd bij het Verantwoordingsorgaan (hierna: VO). Pensioen en de medezeggenschap gaat ons allemaal aan. Het bestuur van een pensioenfonds is verplicht periodiek verantwoording af te leggen over het gevoerde beleid aan belanghebbenden. Daarom een kijkje in de taken en verantwoordelijkheden van het VO, want die zijn in 2014 uitgebreid.
een vergelijkbare wijze als de bescherming van de leden van een ondernemingsraad. De samenstelling is in beginsel 1/3 werk nemers, 1/3 gepensioneerden en 1/3 werkgever. Afwijkingen op deze norm zijn mogelijk. In ons fonds zijn meer werk nemers daarom is deze groep zwaarder vertegenwoordigd vanaf 1 juli (drie zetels).
Het VO heeft recht op overleg met het bestuur en met de externe accountant en externe actuaris. Het VO heeft bovendien het recht advies uit te brengen over een aantal zaken, onder meer over de vergoedingsregeling voor bestuursleden, het beleid met betrekking tot het VO en de inrichting van het intern toezicht.
Wijze van benoeming De leden van het VO worden gekozen uit de achterban, dan wel voorgedragen, dat noemen we de achterliggende geleding. Voor ons fonds de werkgever, de werk nemers en de pensioengerechtigden. Voorheen vaardigde de OR af namens de werknemers van Grontmij. De nieuwe wetgeving laat dat niet meer toe. Het bestuur heeft nu de keuze gemaakt voor verkiezingen. Het VO benoemt (en ontslaat) zelf haar leden.
Wie stelt het VO in? Het bestuur richt het VO in. De inrichting en de bevoegdheden van het VO zijn in de statuten opgenomen. Aandachtspunt is dat in de Pensioenwet de bescherming van de leden van het VO is geregeld op
Taken, rechten en bevoegdheden van het VO Het Verantwoordingorgaan beoordeelt het door het bestuur gevoerde beleid, de uitvoering van dat beleid, de beleidskeuzes voor de toekomst en de naleving
6
Pensioenkrant
van de principes van goed pensioenfondsbestuur. Verantwoording afleggen gaat om het afsluiten van een periode door bespreking van het jaarverslag en de jaarrekening en eventueel het verslag van het intern toezicht. Het is niet de taak van het VO om mee te (be)sturen. Er is ook intern toezicht op het bestuur van het pensioenfonds. Dit gebeurt door een visitatiecommissie. Een visitatiecommissie is een tijdelijke commissie van externe experts die in het kader van de kwaliteitsbewaking visitaties uitvoeren binnen het pensioenfonds. Het VO heeft ten aanzien van benoeming van de leden van het intern toezicht het recht op het doen van een bindende voordracht. Als het bestuur naar het oordeel van het VO niet naar behoren functioneert kan het VO uiteindelijk naar de Onder nemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam stappen met het verzoek een onderzoek in te stellen naar de gang van zaken bij het pensioenfonds of de Ondernemingskamer verzoeken het functioneren van het bestuur te toetsen.
Verslag verantwoordingsorgaan over het jaarverslag 2013 Het verantwoordingsorgaan heeft dit verslag gebaseerd op de jaarstukken van het bestuur en het certificeringsrapport c.q. actuarieel rapport van Towers Watson. In de vergadering van 10 oktober 2013 en 21 maart 2014 met de directie van het SPG zijn de laatste ontwikkelingen besproken. In het kader van bijscholing van het VO is er op 26 november 2013 een presen tatie gegeven door BlackRock, fonds beheerder van het SPG, waarin uitleg gegeven werd over allerlei aspecten van beleggingen. Op 23 mei 2014 is in een vergadering met het bestuur en de externe actuaris het jaarverslag 2013 besproken. Op basis van kritische vragen van het verant woordingsorgaan, heeft het bestuur van het SPG de vragen naar volle tevredenheid beantwoord. Het verantwoordingsorgaan constateert dat over 2013 het beleid van het bestuur actief is geweest en dat het bestuur goed anticipeert op de ontwikkelingen in de markt. Het bestuur heeft inzicht gegeven in de mogelijkheden om te kunnen anticiperen op nieuwe ont wikkelingen.
Het verantwoordingsorgaan heeft de volgende bevindingen: Wetgeving en reglementen De pensioenleeftijd in het pensioenfonds was in 2013 66 jaar. Vanaf 1 januari 2014 is de pensioenleeftijd verhoogd naar 67 jaar. Dit naar aanleiding van de Pensioenwet waarbij de leeftijd naar 67 jaar is gegaan. In 2013 zijn de laatste deelnemers op 64 jaar met het tijdelijk ouderdoms pensioen gegaan. Premie- en risicobeleid Het premiebeleid is op zorgvuldige wijze tot stand gekomen. Naast de ontvangen premie is er een bedrag uit het premie depot overgeheveld. Ook in 2013 is het aantal actieve deelnemers verder gedaald. Aangezien de dekkingsgraad op peil blijft, heeft deze tendens geen invloed op de degelijkheid van het SPG. Financiële positie van het SPG De financiële positie van het SPG is per ultimo 2013 t.o.v. 2012 verder verbeterd. De dekkingsgraad was hoger dan de minimaal vereiste dekkingsgraad. (109,8% versus 104,1%). Dit betekent dat er geen sprake is van een dekkingstekort t.o.v. de minimaal vereiste dekkingsgraad. Er is wel een reservetekort aangezien de werkelijke dekkingsgraad lager is dan het vereist eigen vermogen. (109,8% versus 111,2%) In het lange termijn herstelplan is aangegeven hoe we uit dit tekort willen komen. Per eind 2013 liggen we voor op dit herstelplan.
Beleggingsbeleid en beleggings resultaten Het verantwoordingsorgaan heeft kennis genomen van het beleggingsbeleid en de toepassing hiervan. Het beleid is op een zorgvuldige wijze tot stand gekomen. Hierbij wordt het rente risico voor 70% afgedekt. Jaarverslag Het jaarverslag geeft een helder beeld van de financiële positie van het pensioenfonds en het gevoerde beleid en is een gedegen en goed leesbaar document. Financiële ontwikkelingen Op dit moment liggen er nog diverse wetsvoorstellen in de 2e Kamer ter behandeling. Doelstelling van de Staatssecretaris is om deze dit jaar nog te behandelen en per 1 januari 2015 in werking te laten treden. Het betreft het Financieel Toetsing Kader, verlaging van de pensioenopbouw naar 1,875% (nu 2,1%) en de pensioencommunicatie. Door de relatief korte tijd tot 1 januari wordt getwijfeld aan de haalbaarheid van deze wetsvoorstellen. De Bilt, 2 juni 2014 H. Lubberts A.C.J Sengers Voorzitter Secretaris
Uitslag verkiezingen Reactie bestuur op het verantwoordingsorgaan
Op 6 juni zijn de uitgebrachte stemmen geteld. Voor de functie van bestuurslid zijn 1409 stembiljetten verzonden en 561 stemmen uitgebracht. Piet Koning is met 331 stemmen het nieuwe bestuurslid geworden namens de pensioen gerechtigden. Voor de functie lid verantwoordings orgaan zijn 1991 stembiljetten verzonden en 356 stemmen uitgebracht. Karst Jan van Esch heeft met 121 stemmen de verkiezing gewonnen. Karst Jan neemt zitting in het verantwoordingsorgaan namens de deelnemers van Stichting Pensioenfonds Grontmij.
Piet Koning
Karst Jan van Esch
Het bestuur bedankt het verantwoor dingsorgaan voor het commentaar op het gevoerde beleid in 2013. Het bestuur bedankt de leden van het Verantwoordingsorgaan voor hun inspanningen in 2013. ing. E.R. Visser drs. Ing. J.J. Reeskamp Voorzitter Secretaris Pensioenkrant
7
Bestuur
Personalia
Situatie op 31 december 2013
In 2013 zijn de volgende personen overleden:
Bestuursleden namens de aangesloten ondernemingen: ing. E.R. Visser Voorzitter H.W. Groenevelt Lid ir. H. Snoek Plv. Voorzitter M. van der Spek QC Lid Bestuursleden namens de deelnemers: drs. ing. J.J. Reeskamp Secretaris ir. N.J.M. van Dalen Lid drs. M.A.H. Schoppink Lid Bestuurslid namens de pensioen gerechtigden: ir. J.J. Betzema Plv. Secretaris
Verantwoordingsorgaan
Leeftijd Aktief Avezaat, G.A.N. Huls, A.
31 63
Pensioengerechtigden Bok, H.M. Bresser, D. Brouwer, J.J.M. de Bruins, B. Dongen, W.L.A. van Erkelens, J. Frei, P. Koeslag, G.J. Koetsier, D.J. Kolsteren, B.W. Maalderink, D.J. Martinus, A. Oomen, A.M.J.H. Oomen, P.C.C.M. Oort, H.T. van Oosterbaan, W.
90 73 68 77 69 74 84 79 78 85 76 97 78 70 73 66
Oosterveld, G.J. Pot, R.A. Sijbring, H. Smits, J.R. Stuijvenberg, W.J. Tabak, K.G. Vastenburg, G. Velde, G. van der Vent, B.J.H. de Versteegh, C.G. Wielsma, S. Wilde, H. de
Leeftijd 76 74 70 85 81 66 88 84 66 82 87 73
Nabestaanden Beringen-Jaspers, H.M.G. Bruin-Voermans, S. de Calsteren-Westland, Z. van Eerden-Scheffers, M.C.H. Geurse-van Gulik, T. Haasnoot-Potters, A.J. Kleppe-Kollis, A.M.
75 80 67 83 80 74 88
Leeftijd Kramer-van Kapel, N.J. 89 Lägers-Ballast, F.A. 88 Lindeman-de Groot, M.E.A. 85 Mansvelt Beck-van Bakergem, J.W.M. 99 Muskee-Koops, W.A. 94 Oosterveld-de Jong, A.J. 74 Plaat-Schelfhorst, K.G. 86 Rosier-Adriaanse, M. 82 Schaafsma-Oosterbaan, F.A.S. 88 Tap-Muilenburg, J. 85 Verkerk-Boot, H. 96 Visser-Burgers, C.L.M. 95 Wildeman-de Boer, M. 90 Premievrije polis Beerepoot, G.E. Hekker, H.W. Meijer, D. Schipper, P.J. Sengers, P. Stroeve, J.G.
Situatie op 31 december 2013
In 2013 gingen de volgende personen met (tijdelijk) ouderdomspensioen:
Leden namens de aangesloten ondernemingen: J.P. Bosman Lid H. Lubberts Voorzitter
Vanuit aktief dienstverband Belcher, I.G. Berg-Klarenbeek, A.J.W. van Bijl, D.J. de Bil, A. Blommendal, H.P.A.R. Bouw, J. Boxhoorn, S.A. Broeren, G.C, Dekker-van de Parel, L.C. den Duijzend, R.P. Geleijnse, A. Goosen, P.C. Hamersma, C.A.A. Hardeveld, H.L. van Hateren, R. van Heerdt, J. van Hennik, H.S. van Hesse, R.R. Jong, E.G. de Kieft, H. Kommer-Frey, R. van Kruizinga, S.W.H. Kuit, J. Lange, G.R. de Leenknegt, J.M. Maanen, H. van Mierlo, C.G. van Moerkerk, C.P.M. Monfrooij, E.J. Nagengast, C.M.L. Nagtegaal, C. Odijk, S.A. Oortwijn, P.J.A.
Leden namens de werknemers: A.C.J. Sengers Secretaris R. Meijer Lid Leden namens de pensioengerechtigden: A. Nijmeijer Plv. Voorzitter ir. H. van Diggelen Plv. Secretaris
Adres Stichting Pensioenfonds Grontmij De Holle Bilt 22 3732 HM De Bilt Postbus 203 3730 AE De Bilt T (030) 220 79 11 F (030) 220 77 41 E
[email protected] I www.pensioenfonds.grontmij.nl
8
Pensioenkrant
Pater, H. Ploeg, G.C. van der Pooter, S.C. de Prikken, L.J.J. Raedts, W.J.M. Rollingswier, H. Rombaut, A.J. Runia, P. Spruyt, M.A.J. Tjepkema, W.S. Veerhoek, C.M. Veld, W. van 't Verspuij, A.H.W. Visser, A.J. Vliet, G. van Vries, R.D. de Wellner, R. Weperen, J.R. van Wiel, A. van de Wijnen, J.B. Wildt, M.G. de Wingens, M.G.J. Zaal, J. Vanuit premievrije polissen Antonis, J.H. Bakker, M.T. Berg, B. van den Bergsma, L. Blaauw, J.E.H. Blaeser, H. Boer, T. de Comello, H.J. Dekker, J.
Dongen, E.E.P.C. van Donselaar, E.G. Dubbers, A.G. Engelsma-van Asch, E. Hattum, T.A.J. van Havenga, A.E. Hellinga, E. Hoebé, C. Horsten-van Santen, Y. Janssen, J.G.M. Kamminga, F.E. Klaaijsen, A.H. Koelman, J.M.J. Koiter-Luttmer, J. Kots, R. Kreuwels, J.A.J. Kriek-Jager, G.H. Luijten, A.M.J.C. Nimwegen, J.J.P. van Padmos, J.M. Pieterse, A.J. Pronk, J.W. Schotgerrits-Molenaar, H.C.A. Smedema, H. Smits, S. Thiescheffer, J.H. Triesman, M.L. Valk, G.J. Veen, L. van Vries, A.A. de Vries, J. de Weidijk, F. Wilschut, C. Zandijk, I.P.
50 54 58 56 33 63