Jaarverslaglegging 2013
Inhoud 1.
UITGANGSPUNTEN VOOR DE JAARVERSLAGGEVING
3
2.
PROFIEL VAN DE ORGANISATIE
4
2.1. 2.2. 2.3.
ALGEMENE IDENTIFICATIEGEGEVENS STRUCTUUR VAN DE ORGANISATIE KERNGEGEVENS 2.3.1. Kernactiviteiten en nadere typering 2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten 2.3.3 Werkgebied 2.4. SAMENWERKINGSRELATIES 3. 3.1. 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 4.
BESTUUR, TOEZICHT, BEDRIJFSVOERING EN MEDEZEGGENSCHAP NORMEN VOOR GOED BESTUUR RAAD VAN BESTUUR RAAD VAN TOEZICHT BEDRIJFSVOERING CLIËNTENRAAD ONDERNEMINGSRAAD
4 4 6 6 6 6 7 10 10 10 10 13 13 15
BELEID, INSPANNINGEN EN PRESTATIES
17
HERIJKING MEERJARENBELEID BELEIDSTHEMA’S IN 2013 4.2.1 Versterking basiszorg 4.2.2 Vergroten decentrale regelruimte 4.2.3 Verdieping doelgroepenbeleid 4.2.4 Transities langdurige zorg 4.2.5 Huisvestingsbeleid en plaatsingsbeleid 4.3 KWALITEITSBELEID 4.3.1 Kwaliteitssysteem Cello 4.3.2 Kwaliteitskader gehandicaptenzorg 4.3.3 Preventieve en corrigerende maatregelen 4.3.4 Kwaliteitszorg, bijzondere onderwerpen 4.4. PERSONEEL EN OPLEIDINGEN 4.4.1 Personeelsbeleid 4.4.2 Opleidingsbeleid 4.5. FINANCIEEL BELEID
17 18 18 19 20 22 24 25 25 26 27 31 33 33 36 38
5.
41
4.1 4.2.
JAARREKENING
pagina 2
1.
Uitgangspunten voor de jaarverslaggeving
De jaarverantwoording vormt het fundamentele sluitstuk van de planning & control-cyclus. Bij het afleggen van verantwoording beperkt Cello zich niet alleen tot het verstrekken van de wettelijk verplichte gegevens, zoals de jaarrekening, de kwaliteitsgegevens en de kwantitatieve informatie over productie en personeel. Als maatschappelijke organisatie wordt ook de toegevoegde waarde van het jaarverslag onderkend. Hierin wordt verantwoording afgelegd over het in het verslagjaar gevoerde beleid en de wijze waarop dat beleid bijdraagt aan de door Cello geformuleerde uitgangspunten. De jaarrekening – als onderdeel van de jaarverslaggeving 2013- is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi (Wet toelating Zorginstellingen) en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. De gegevens die voortvloeien uit de invoering van de WNT (Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector) zijn opgenomen volgens de ten tijde van publicatie van toepassing zijnde wettelijke beleidsregels. Het jaarverslag is samengesteld met de bedoeling dit verenigbaar te laten zijn met de jaarrekening. Zowel op financieel als niet financieel vlak worden de prestaties benoemd die geleverd zijn om gestelde doelen te realiseren. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan toekomstige ontwikkelingen. Er is rekening gehouden met de verplichtingen vanuit wet- en regelgeving. Naast de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving is ook een relatie gelegd met andere op zorginstellingen van toepassing zijnde wetten, zoals Kwaliteitswet zorginstellingen, Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen en Wet klachtrecht cliënten zorginstellingen. Daarnaast onderschrijft Cello de in de Zorgbrede Governancecode vastgelegde richtlijnen en criteria voor zorgvuldig bestuur en de borging daarvan. De in deze code genoemde zaken die relevant zijn voor het jaarverslag zijn eveneens meegenomen. Met deze jaarverslaggeving wordt getracht alle belanghebbenden zo volledig te informeren over de kwaliteit van de door Cello geboden zorgverlening en de financiering hiervan.
pagina 3
2.
Profiel van de organisatie
2.1.
Algemene identificatiegegevens
Naam verslagleggende rechtspersoon Rechtsvorm Adres Postcode Plaats Telefoonnummer Identificatienummer Kamer van Koophandel E-mailadres Internetpagina 2.2.
Cello Stichting De Ring 14 5261 LM Vught 088-3451000 17141865
[email protected] www.cello-zorg.nl
Structuur van de organisatie
Het bestuur van de stichting ligt statutair bij de Raad van Bestuur, terwijl de Raad van Toezicht belast is met het toezicht op het bestuur. In de besturingsfilosofie hanteert Cello integraal management als uitgangspunt. Integrale managers dragen op het eigen niveau en voor de eigen eenheid, met inachtneming van vooraf afgesproken doelen en kaders, verantwoordelijkheid voor kwaliteit van zorg, productie, personele en financiële zaken en huisvesting en middelen. De beide bestuurders zijn alleen zelfstandig bevoegd. Door volledige waarneming van elkaar kan de continuïteit intern en extern eenvoudig worden geregeld. Organisatorisch is Cello ingedeeld in vijf sectoren, waarvan er drie primair woonbegeleiding bieden en twee sectoren die zich richten op dagbesteding, werk, vrije tijd en kinderzorg. Het bestuur, de sectoren en enkele stafdiensten worden ondersteund door de diensten Personeel en Opleiding, Facilitair Bedrijf, de Economisch Administratieve Dienst en Huisvesting. De dienst Inhoudelijke Ondersteuning en Expertise heeft een ondersteunende functie, maar kent ook een eigen (behandel)aanbod. De primaire processen worden aangestuurd door vijf sectormanagers en een manager van de Dienst Inhoudelijke Ondersteuning en Expertise (DIO/E), waarin de specialistische expertise is gebundeld. De sectoren kennen een functionele ordening in combinatie met een geografische verdeling. Cello kent een platte organisatie met korte lijnen; feitelijk zijn er twee niveaus van sturing. De sturing van de uitvoering ligt primair bij de clustermanagers, terwijl een strategische en tactische bestuurslaag gevormd wordt door de bestuurders en de overige leden van het managementteam.
pagina 4
pagina 5
2.3.
Kerngegevens 2.3.1. Kernactiviteiten en nadere typering
Cello is een zorgorganisatie die zorg en begeleiding biedt aan mensen met een verstandelijke beperking. Op basis van het Besluit zorgaanspraken AWBZ is Stichting Cello toegelaten voor de functies persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding, behandeling en verblijf. Met uitzondering van forensische zorg staat Cello open voor cliënten met elke vraag naar zorg en ondersteuning, ongeacht de leeftijd en bijkomende problematiek. Elke cliënt moet – binnen de doelstellingen van Cello – kunnen rekenen op een passend antwoord op zijn vraag. Cello richt zich in haar ondersteuning op alle levensdomeinen: wonen, dagbesteding en werk, behandeling en vrije tijd. 2.3.2
Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten
Kerngegevens per 31 december 2013 2013 Aantal toegelaten plaatsen Aantal zzp-cliënten met zorg en verblijf Aantal extramurale cliënten Aantal dagen met zorg en verblijf in verslagjaar Aantal dagdelen dagactiviteiten in verslagjaar Aantal uren extramurale productie in verslagjaar Personeelsleden in loondienst Gemiddeld aantal personeelsleden fulltime-eenheden Totale bedrijfsopbrengsten in euro’s Waarvan wettelijk budget voor AWBZ in euro's Waarvan overige bedrijfsopbrengsten in euro’s
1.181 1.143 845 426.096 107.998 110.922 2.601 1.641 112.048.600 104.304.690 7.743.410
2012 1.181 1.150 832 414.573 102.609 109.570 2.678 1.629 109.889.117 103.171.640 6.717.477
De in de kerngegevens genoemde aantallen en bedragen worden –voor zover van belang- onder de verschillende van toepassing zijnde paragrafen van het jaarverslag en in de jaarrekening nader toegelicht.
2.3.3
Werkgebied
Cello kiest voor beperking van het werkgebied, omdat overzicht en nabijheid belangrijke elementen vormen in de beleving van gemeenschappelijkheid en betrokkenheid. Het werkgebied van Cello concentreert zich op de stad ’s-Hertogenbosch en de omliggende gemeenten in het noordoosten van Noord-Brabant en zuidwesten van Gelderland (Bommelerwaard). Cello valt onder de zorgkantoorregio Noordoost Brabant, waar de functie van zorgkantoor wordt uitgevoerd door Zorgverzekeraar VGZ. Voor 14 plaatsen (Molenstraat te Best) wordt in de zorgkantoorregio Zuidoost Brabant een productieafspraak gemaakt met Zorgverzekeraar CZ.
pagina 6
2.4.
Samenwerkingsrelaties
Cello wil in goede samenwerking met andere regionale partners meerwaarde bieden aan vragen van cliënten en inspelen op maatschappelijke behoeften. Daarbij heeft men te maken met andere zorgaanbieders en organisaties die betrokken zijn bij de cliënten van Cello en onderdelen van het totale zorgarrangement leveren. Daar waar het de kwaliteit van de zorg en de keuzemogelijkheden van cliënten ten goede komt, wordt op diverse beleidsterreinen samenwerking gezocht met andere partijen. Met de uitbouw van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) is de samenwerking met andere partijen geïntensiveerd. In 2013 leidde dit tot ondertekening van het Manifest Zorgzaam ’s-Hertogenbosch door een 15-tal woningcorporaties, welzijns- en zorgorganisaties. Deze organisaties doen in 2014 een gezamenlijk aanbod aan de gemeente om de WMO taken in het kader van de transitie AWBZ in de diverse wijken van de stad gezamenlijk uit te voeren. Strategische samenwerkingsvormen zullen in de toekomst aan belang toenemen. Hieraan zijn niet alleen kansen verbonden, maar ook voorwaarden en verplichtingen. Contracten met samenwerkingspartners zijn centraal vastgelegd om zodoende op efficiënte wijze naleving van afspraken en verplichtingen te kunnen bewaken. Verdeeld naar de verschillende taakgebieden kan de volgende opsomming worden gemaakt. Zorg Ambitie: samenwerking met ORO, SWZ en Lunet zorg op het gebied van arbeidsintegratie voor mensen met een beperking. Autisme regio Noordoost-Brabant: intersectorale- en regionale samenwerking ten behoeve van zorg voor mensen met een aandoening in het spectrum van autistische stoornissen. Bartiméus: Inzet van specifieke kennis en deskundigheid voor mensen met een visuele en/of auditieve handicap. Uitvoeren van screenings. Integrale Vroeghulp regio ’s-Hertogenbosch en Noordoost Brabant: samenwerkingsverband voor advies en ondersteuning aan ouders van kinderen met een ontwikkelingsachterstand of ontwikkelingsstoornis. Juvans-Mee-Cello: samenwerkingsafspraken inzake de hulp- en dienstverlening aan MultiProbleem-Huishoudens Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ): overeenkomst met betrekking tot AVG-poli tussen Zelfstandig Behandelcentrum JBZ, Koninklijke Kentalis en Cello Tolbrug Specialistische Revalidatie (JBZ): samenwerkingsverband met Cello Kindercentrum de Elzengaard Liliane Fonds en Colourful Children: samenwerking t.b.v. kinderen met een beperking in Zuidoost India. MFC: van Reinier van Arkel groep, Cello en Koraal groep werken samen in het MultiFunctioneel Centrum, gericht op de (poli)klinische behandeling van kinderen / jongeren met een lichte verstandelijke beperking en psychiatrische problemen. NAH Noordoost Brabant: een samenwerkingsverband tussen Brabant Zorg, Cello, Zorggroep Elde, GGZ Oost Brabant, JBz, Mee, Pantein, RvA, Tolbrug, Van Neynselgroep, Vivent, SWZ, Visio, Zorggroep Dorus, Professionals in NAH, Zorgbelang Brabant voor de ontwikkeling van een gezamenlijk zorgprogramma voor mensen met Niet-Aangeboren Hersenletsel.
pagina 7
Novadic Kentron: convenant met betrekking tot de gezamenlijke ontwikkeling van een preventie- en zorgaanbod voor mensen met een (licht) verstandelijke beperking en (risico op) problematisch gebruik van middelen. William Schrikker Stichting Pleegzorg: samenwerking in het begeleiden van pleegouders. Gehandicaptensport Nederland: bewegingsstimulering voor mensen met een verstandelijke handicap vanuit dag- en woonvoorzieningen. Stichting Huifbed de Meierij: intentieovereenkomst om te komen tot bevordering van de bestaande faciliteiten voor ruitersportactiviteiten. Platform EMG: deelname aan activiteiten op gebied van informatieverstrekking, ontmoeting & uitwisseling en inhoudelijke verdieping
Onderwijs Ato, Signum: organisaties voor primair onderwijs en kinderopvang, opererend in de regio ‘s-Hertogenbosch Educatienetwerk: kwaliteitsverbetering en afstemming van vraag en aanbod in het educatieaanbod voor mensen met een beperking. Kinderexpertisecentrum Atlent waarin mytylschool Gabriël: school voor leerlingen met lichamelijke of meervoudige handicap. ROC’s Koning Willem I en de Leijgraaf. Cello–Kleur-ZML Noordoost Brabant: ontwikkelen en aanbieden van onderwijs-zorgarrangementen voor kinderen en jongeren met complexe problematiek waarvoor zowel extra inzet vanuit zorg als onderwijs nodig is. Overige ketenpartners Met diverse zorgaanbieders en organisaties wordt verder op verschillende niveaus samengewerkt, zonder dat de samenwerking geformaliseerd is in een overeenkomst. Het betreft onder andere Dichterbij, Prisma, Kempenhaege, Bureau Jeugdzorg en Humanitas, Stichting Maatschappelijke Opvang ’s-Hertogenbosch e.o., Koninklijke Kentalis en Koninklijke Visio. Daarnaast liggen er goede contacten met de belangrijkste gemeenten in het werkgebied van Cello. Verder onderhoudt Cello bijzondere relaties met enkele stichtingen en verenigingen. Het betreft hier veelal aan Cello gelieerde rechtspersonen. De belangrijkste zijn: Stichting Gemeenschapshuis De Meent en In de Roos: exploitatie van een lunchcafé en zalenverhuur. In de Roos is bestuurlijk gelieerd aan Cello; de voorzitter van de raad van bestuur van Cello is voorzitter van het bestuur. Stichting 2 Live: “Kamers voor Kansen-project” te ’s-Hertogenbosch: een woonvorm waarbij jongeren op maat worden ondersteund in wonen en werken. Lid raad van bestuur van Cello is voorzitter van de raad van aangeslotenen. Stichting Beheer Brede School de Waluwe: de gemeente Zaltbommel, Kinderopvang Catalpa en Cello zijn vertegenwoordigd in het bestuur. Een groep van KC de Elzengaard is gevestigd in de brede school. Stichting Beheer Bewonersgelden Cello (SBBC): biedt administratieve dienstverlening aan ten behoeve van cliënten van Cello. De Economisch Administratieve Dienst van Cello heeft een dienstverleningsovereenkomst met de stichting. Stichting Onderbewindstelling Gelden Cliënten Cello (SOGCC): deze rechtspersoon wordt ontbonden, omdat men niet kan voldoen aan de gewijzigde wettelijke regels (Nieuwe Wet
pagina 8
Wijziging Beschermingsbewind, Curatele en Mentorschap). Kantongerecht heeft Saam Thuisbegeleiding benoemd tot bewindvoerder. Stichting Vrienden van Cello: deze stichting stelt zich ten doel financiële steun te verlenen aan projecten en activiteiten die het leven van cliënten veraangenamen. De stichting richt zich daarbij op zaken die niet uit de reguliere middelen gefinancierd kunnen worden of waarvoor deze middelen ontoereikend zijn. Lid van de raad van bestuur van Cello heeft zitting in het bestuur. Federatie Godshuizen; Federatief samenwerkingsverband voor gezondheidszorg, ouderenzorg en welzijnszorg. De federatie bestaat uit de volgende aangesloten instellingen: Jeroen Bosch Ziekenhuis, Cello, Zorggroep Elde,, Van Neynselgroep, Oosterpoort, Reinier van Arkel Groep en Vivent. Ziekenhuisapotheek Noordoost-Brabant (Zanob): Zanob is een samenwerkingsverband op het terrein van de geneesmiddelenvoorziening van instellingen voor gezondheidszorg in de regio Noordoost-Brabant. GHOR Brabant-Noord: samenwerkingsafspraken over zorgcontinuïteit bij crises.
Ouder- en wooninitiatieven Samenwerkingsovereenkomsten zijn er ook gesloten met ouder- en wooninitiatieven, waarbij ouders of andere betrokkenen zelf het initiatief nemen om voor hun gehandicapte kind tot oprichting van een geschikte woonvorm te komen. Voor professionele ondersteuning op het gebied van de zorgverlening is door onderstaande rechtspersonen samenwerking gezocht met Cello. Stichting ‘t Bomanshuis: in woningen aan de Willem Elsschotstraat in Rosmalen wordt huisvesting geboden aan 11 mensen met een verstandelijke beperking. Stichting Van Zessen Klaar: groepswoning voor 6 personen met een ernstig meervoudige beperking aan de van Hoftenstraat in ’s-Hertogenbosch. The Mansion: 12 appartementen met een inloopruimte op basis van scheiden van wonen en zorg. Locatie: wijk Deuteren te ‘s-Hertogenbosch. Doelgroep: mensen met een licht verstandelijke beperking. Stichting B-complex: grondgebonden woningen met een inloopruimte op basis van scheiden van wonen en zorg aan de Johannes Brahmsstraat te ’s-Hertogenbosch. Hier wordt zorg geboden aan 16 zelfstandig wonende mensen met schizofrenie. Vereniging de Loopplank.13 appartementen met een inloopruimte op basis van scheiden van wonen en zorg aan de Eerste Donk te ‘s-Hertogenbosch. Doelgroep: normaal begaafden met autisme. Stichting Buiten Gewoon: 10 woningen met een inloopruimte op basis van scheiden van wonen en zorg. Doelgroep: 2 meervoudig beperkten en 8 matig verstandelijk beperkten. Locatie: Beekstraat, Berlicum. Stichting Salemanders: 9 appartementen met een inloopruimte op basis van verblijf. Doelgroep: licht tot matig verstandelijk beperkten. Locatie: Schoolstraat, Berlicum. Stichting Molenhuis: 14 appartementen met inloopruimte in Best. Doelgroep: mensen met een lichte tot matige verstandelijke beperking.
pagina 9
3.
Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap
3.1.
Normen voor goed bestuur
Cello onderschrijft de in de Zorgbrede Governancecode vastgelegde richtlijnen en criteria voor zorgvuldig bestuur en de borging daarvan. Bestuur en toezicht zijn zich ervan bewust dat naleving van de Governancecode niet alleen handelt om regels, maar ook om de intentie dienstbaar te zijn aan de maatschappelijke doelstelling van Cello. Bij het afleggen van openbare verantwoording over haar beleid en activiteiten wijkt Cello niet af van de hieraan in de Zorgbrede Governancecode gestelde normen. Het betrekken van belanghebbenden bij het beleid gebeurt door bestuur en toezichthouders vanuit een open en actieve relatie. Naast raadpleging van belanghebbenden of hun vertegenwoordigers speelt hierbij ook adequate informatieverstrekking een belangrijke rol. Jaarlijks wordt aan alle rechthebbenden en belangstellenden verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid en over de in dat jaar geleverde prestaties. 3.2
Raad van Bestuur
Samenstelling Raad van Bestuur per 31 december 2013 Naam Bestuursfunctie M/V F.H.J.M. van Beers Voorzitter raad van M bestuur
Nevenfuncties Voorzitter Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum Overloon Voorzitter Stichting Historisch Materieel NOVM Overloon Voorzitter Brabants Kennisnetwerk Zoönosen A.J.H.A. van der Pol Lid raad van bestuur M Lid AB HEADvereniging Voorzitter sectorbestuur HEAD Docent AdCare De bestuurders genieten op geen enkele wijze, rechtstreeks of zijdelings, persoonlijk voordeel uit leveringen van derden aan Cello. Er wordt ten minste eenmaal per jaar een functioneringsgesprek met (een delegatie van) de Raad van Toezicht gehouden, waarbij men inzicht geeft in nevenfuncties. Vanaf 1 januari 2013 is de Wet WNT (Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector) van kracht. Hierin is o.a. geregeld dat inkomens van topfunctionarissen in de gezondheidszorg zijn gemaximeerd op € 228.000--. Bij Cello worden de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht aangemerkt als topfunctionaris in de zin van de WNT. De bezoldiging van bestuurders en toezichthouders past binnen het wettelijk kader. 3.3 Raad van Toezicht De Raad van Toezicht kwam in het verslagjaar vijf keer bij elkaar om te vergaderen met de Raad van Bestuur. Deze Raad van Toezicht vergaderingen werden voorbereid door de voorzitter en vicevoorzitter van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur. Daarnaast werden vergaderingen bijgewoond met de Cliëntenraad en de Ondernemingsraad. Ook werd in de maand december een bijeenkomst bijgewoond met het managementteam en
pagina 10
afvaardigingen van de OR en de CCR. In de vergadering waarin de jaarrekening werd vastgesteld was ook de accountant van de stichting aanwezig. Ook bezochten delegaties uit de Raad van Toezicht diverse bedrijfsonderdelen en gaven zij acte de préséance bij diverse feestelijke gebeurtenissen. Gedurende het verslagjaar traden geen wijzigingen op binnen de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur. De Raad werkt volgens de uitgangspunten van de Zorgbrede Governancecode. In de uitoefening van de toezichthoudende rol heeft de Raad van Toezicht van Cello dan ook nadrukkelijk aandacht besteed aan de uitgangspunten die in de Zorgbrede Governancecode zijn geformuleerd over goed bestuur en toezicht. Regelingen, procedures en normen gericht op verantwoording en transparantie zijn in nauw overleg met het bestuur aangescherpt, verduidelijkt en met de belanghebbenden gecommuniceerd. Conform de governancecode evalueert de Raad jaarlijks zijn werkwijze. Dit jaar heeft die evaluatie in een meer uitgebreide vorm plaatsgevonden met externe begeleiding. Voor alle leden van het toezichthoudend orgaan geldt dat er geen directe belangen zijn bij de instelling. In het kader van deskundigheidsbevordering wordt door leden van de Raad van Toezicht deelgenomen aan relevante congressen en symposia. Voor deze deskundigheidsbevordering is binnen Cello ook een bescheiden budget vrijgemaakt. Voor de honorering van de toezichthouders van Cello is de afspraak gemaakt uit te gaan van maximaal 90% van de norm die gehanteerd wordt in de adviesregeling “honorering van raden van toezicht van zorginstellingen” van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders. De bezoldiging van de toezichthouders wordt openbaar gemaakt in de jaarrekening van Cello. De Raad van Toezicht kent drie commissies: de auditcommissie, die vanuit de raad speciaal is belast met het toezicht op de financiën en het vastgoed; de commissie kwaliteit en veiligheid en de remuneratiecommissie. De auditcommissie kwam in het verslagjaar twee maal bij elkaar, eenmaal in bijzijn van de accountant. De commissie kwaliteit en veiligheid vergaderde drie keer. De remuneratiecommissie heeft in het verslagjaar twee maal vergaderd. Thema’s die in dit verslagjaar extra aandacht kregen in de Raad van Toezicht vergaderingen waren: de herijking van het Meerjarenbeleid als gevolg van de voorgenomen veranderingen in de WMO; het beleid met betrekking tot cliënten LVG+; beleid met betrekking tot huisvesting en extramuralisering. Belangrijke besluiten die door de raad zijn genomen betreffen: het vaststellen van het nieuwe reglement Raad van Bestuur in januari; het goedkeuren van de voorgenomen verkoop van Haarendael; het goedkeuren van de Jaarrekening 2013 in mei 2014; instemming met de grondruil tussen Cello en de Herman Broerenschool; vaststellen van de regeling studiefaciliteiten; vaststellen van het nieuwe reglement Raad van Toezicht; het goedkeuren van de Begroting 2014. De Raad van Toezicht dankt alle medewerkers en vrijwilligers van Cello voor hun grote inzet in het vorige jaar en hoopt ook in de toekomst op hen te mogen rekenen.
pagina 11
Samenstelling Raad van Toezicht per 31 december 2013 Naam Functie M/V Hoofd- en nevenfuncties drs. J.Th.H.M. Blox Eerste benoeming: 2008 Lopende termijn: tot 01-01-2016
voorzitter
M
ing. M.F.F.M. van der Linden
vice-voorzitter
M
Eerste benoeming: 2011 Lopende termijn: 01-01-2015
G.P. van den Anker Eerste benoeming: 2008 Lopende termijn: 01-01-2015
lid
M
M
A.S.M. Deutekom, MBA Eerste benoeming: 2008 Lopende termijn: 01-01-2016
lid
drs. Y.J.M. ten Brummelhuis MSM Eerste benoeming: 2011 Lopende termijn: 01-01-2015
lid
V
M.M. Hanssen-Ruyten Eerste benoeming 2012 Lopende termijn: 01-01-2016
lid
V
Directeur Blox Consultancy Lid Raad van Toezicht GGZ–Oost Brabant Lid Bestuur Antonius Stichting Helmond Lid Raad van Toezicht Maasstad Ziekenhuis Rotterdam 1-9-2013 tot heden Voorzitter Raad van Bestuur Sint Maartenskliniek Nijmegen 1-3-2013tot 1-3-2014 Lid Raad van Toezicht Thomas Bouw Stichting en Thomas Stichting voor Jongeren Lid Raad van Commissarissen woningcorporatie Vieya Dongen Bestuurslid Stichting Beschermers Nationaal Museum Kamp Vught Lid Commissie Ruimtelijke Zaken Gemeente Bernheze Gemeenteraadslid van de gemeente Maasdriel Lid Raad van Commissarissen OFHverzekeringen Voorzitter woningbouwvereniging De Goede Woning Neerijnen Voorzitter klachtencommissie woningcorporatie Brabant Wonen Lid van de Raad van Toezicht van de Stichting Maasveren Directeur/bestuurder woningstichting GoedeStede in Almere Lid van het bestuur van de VMCA Lid van het Algemeen Bestuur van Aedes Lid raad van toezicht Bureau Jeugdzorg Flevoland Lid van het bestuur van de Stichting Han Lammers Leerstoel Eigenaar YtB-Consultancy Lid Raad van Toezicht Stichting Heide Lid Raad van Toezicht Prokino / Meander Voorzitter bestuur Marikenhuis Lid Raad van Toezicht Stichting reumazorg zuid west Nederland Voorzitter begeleidingscommissie uitvoering WMO Breda Voorzitter Platform Wooninitiatieven ZuidNederland Voorzitter Platform VG West-Brabant Lid regionale (BOPZ)klachtencommissie Zorginstellingen West-Brabant
pagina 12
Samenstelling commissies Raad van Toezicht per 31 december 2013 Auditcommissie Commissie Kwaliteit & Veiligheid Remuneratiecommissie
3.4
De heer A.S.M. Deutekom, MBA, voorzitter De heer ing. M.F.F.M. van der Linden, lid Mevrouw drs. Y.J.M. ten Brummelhuis MSM, voorzitter Mevrouw M.M. Hanssen-Ruyten, lid De heer drs. J.Th.H.M. Blox, voorzitter De heer G.P. van den Anker, lid
Bedrijfsvoering
De beleidscyclus is een continu proces van voorbereiding, besluitvorming, uitvoering, evaluatie, en verantwoording van het beleid dat binnen Cello gevoerd wordt om aan de doelstelling te voldoen. Om besluitvorming snel te reconstrueren en beoordelen, dient over adequate documentatie beschikt te worden. Vanuit de planning en control cyclus zijn de kaderbrief van het bestuur, de beleidsplannen, de begroting, de managementinformatie en de jaarrekening belangrijke documenten ter ondersteuning van de bedrijfsvoering. De toekomstige transities van zorgtaken en daarmee samenhangende bezuinigingen vragen om verdere investeringen in de kwaliteit van onze bedrijfsvoering en de onderdelen van de planning-en-controlcyclus. Zo is in 2013 de scheiding tussen de afdelingen Planning & Control en Administratieve Dienst gerealiseerd. Om bestuur en management te voorzien van adequate stuurinformatie en tegemoet te komen aan de veranderende behoefte aan informatie (niet alleen verklarend achteraf, maar vooral proactief sturend) is geïnvesteerd in een Business Intelligence Tool. Deze BI-tool dient een oplossing te bieden om informatie uit meerdere bronsystemen te combineren, eenduidig te rapporteren en op eenvoudige wijze aan te kunnen bieden aan de eindgebruikers. Met behulp van de BI-tool dient er daadwerkelijk te kunnen worden (bij)gestuurd op basis van actuele informatie. Daarnaast komen meerjaren-prognoses voor exploitatie, liquiditeiten en balansposities beschikbaar. Om te anticiperen op krimpscenario’s waarmee Cello te maken krijgt, werd de begrotingssystematiek gewijzigd. Daar waar eerder historische cijfers mede bepalend waren voor het financieel kader werd voor het nieuwe begrotingsjaar 2014 de met het zorgkantoor afgesproken productie leidend. Om verzekerd te blijven van een gezonde bedrijfsvoering worden opbrengsten gemaximeerd en dient actief beleid gevoerd te worden op kostenreductie. Van het management zullen extra inspanningen gevraagd worden om ervoor te zorgen dat de financiële huishouding op orde blijft. Een sluitende exploitatie is van essentieel belang om de organisatie stuurbaar te houden. 3.5
Cliëntenraad
Vormgeving medezeggenschap Cello heeft de formele medezeggenschap van cliënten neergelegd op twee niveaus binnen de organisatie: lokaal (locatie, cluster of combinaties van clusters) en centraal voor Cello als geheel. De lokale cliëntenraden bestaan uit een deelraad cliënten en een deelraad vertegenwoordigers. Clusters met cliënten met (zeer) ernstige beperkingen hebben een cliëntenraad met alleen vertegenwoordigers. Cello kent geen medezeggenschapstructuur op sectorniveau. Wanneer er binnen een sector sprake is van clusteroverstijgende onderwerpen die voor advies in aanmerking komen, kan een tijdelijke
pagina 13
adviesgroep cliëntenraden worden ingesteld, waarbij de sectormanager het aanspreekpunt is. Dat is bijvoorbeeld het geval bij omvangrijke nieuwbouwprojecten. Binnen de sector Kind & Gezin zijn de afzonderlijke cliëntenraden van de onderdelen, die ondersteuning bieden aan kinderen jonger dan 18 jaar, in 2013 samengegaan in één cliëntenraad om beter te kunnen adviseren met betrekking tot het veranderende beleid vanuit de jeugdzorg en de WMO. Ook de bestaande cliëntenraden op locatie De Wijngaert in Haaren hebben zich verenigd in één raad. Ondersteuning cliëntenraden Het functioneren van de cliëntenraden wordt ondersteund door een medewerker cliëntenparticipatie voor 12 uur per week. De deelraden die bestaan uit cliënten worden in hun werkzaamheden ondersteund door coaches, die hiervoor vier uur per vergadering beschikbaar hebben. Er is een helpdesk ingericht bij het cursuscentrum Eigenwijze van Cello voor praktische handreikingen en hulpmiddelen. Dit cursuscentrum voor cliënten biedt ook cursussen medezeggenschap aan voor cliënten. Alle cliëntenraden beschikken over een eigen budget om hun reguliere activiteiten te bekostigen en voor tegemoetkoming in de onkosten van de leden. De centrale cliëntenraad beschikt daarnaast over een budget voor het organiseren van grotere / bijzondere activiteiten. Elke lokale cliëntenraad kan daar een beroep op doen. Centrale cliëntenraad De samenstelling van de CCR is in 2013 gewijzigd. Er zijn twee nieuwe leden tot de CCR toegetreden. Na een kennismakingsperiode zijn zij formeel benoemd. Elk lid van de CCR fungeert als contactpersoon voor de lokale cliëntenraden van bepaalde clusters. Themabijeenkomsten Ook dit jaar werden voor alle vertegenwoordigers themabijeenkomsten gehouden. Deze gingen over de zorgprogramma’s binnen Cello en over de ontwikkelingen m.b.t. eigen bijdrage AWBZ. Voor de leden van de deelraden vertegenwoordigers is er een studiemorgen geweest over basiszorg en de rol van de cliëntenraden daarbij. Voor de leden van de deelraden cliënten was het thema veiligheid. De CCR heeft een studiedag gehouden met de CCR van Amarant. Tijdens deze dag is de werkwijze van de beide raden met elkaar vergeleken. Veel zaken bleken sterk overeen te komen; maar er zijn ook duidelijke verschillen. Kenmerkend voor de werkwijze bij Cello is de meer informele manier van bespreken van zaken met de CCR. De opgedane inzichten zijn begin 2014 meegenomen bij een evaluatie. Toen heeft de CCR besloten om te gaan werken met een aantal commissies, zodat de leden zich meer op bepaalde beleidsterreinen kunnen concentreren. Behandelde onderwerpen en adviezen In 2013 heeft de CCR negen keer vergaderd. In vergelijking met voorafgaande jaren zijn er minder onderwerpen besproken. Regelmatig terugkerende onderwerpen waren het vervoer en de voorbereidingen op WMO en andere transities. Dit blijken onderwerpen die pas na lange tijd tot definitieve besluitvorming komen. Hierdoor is het moeilijk om de echte inspraakmomenten te markeren. In de CCR is afgesproken om belangrijke beleidsthema’s voortaan meer te evalueren op de behaalde resultaten. Voorbeelden hiervan zijn domotica en het huisvestingsbeleid met de woningprofielen. Ook het ouderenbeleid blijft onder de aandacht.
pagina 14
Overzicht van de belangrijkste onderwerpen van 2013 Begroting en Jaarstukken Er is positief advies gegeven over begroting en jaarstukken. WMO/ AWBZ De CCR is elke vergadering geïnformeerd over de ontwikkelingen in de transitie WMO en het beleid van Cello. Binnen Cello zullen enkele proefprojecten (pilots) worden opgestart (o.a. in Boxtel en ‘s-Hertogenbosch), waarin ervaring wordt opgedaan met het regelen van de zorg door de gemeenten en hoe Cello met minder budget de benodigde zorg aan cliënten kan blijven bieden. Er is Cello veel aan gelegen om de veranderingen voor de cliënten goed te begeleiden; het moet een ‘zachte landing’ worden. Veiligheid De CCR heeft vragen gesteld over veiligheid voor cliënten en medewerkers. Vooral omdat er een toename is van LVG+ cliënten en het feit dat door de kleinschaligheid medewerkers vaker alleen werken met een groep cliënten. Vervoerskosten Cello heeft ervoor gekozen om op een geleidelijke manier haar vervoersbeleid om te buigen en de opgelegde korting op de vervoerskosten te realiseren. Wie betaalt wat/financiën - De CCR heeft haar zorgen uitgesproken over de toenemende kosten voor de cliënten. - De CCR is akkoord gegaan met het voorstel m.b.t. het uurtarief voor begeleiding bij uitstapjes en vakanties. - De CCR is akkoord gegaan met het tarief voor een eigen TV aansluiting, onder voorwaarde dat het TV signaal aan de huidige standaarden voldoet. - Er is overleg geweest over aanpassing facturering vanuit Cello en de SBBC. - Afgesproken is dat voor elke incasso door Cello een machtiging moet staan. Hierover ontvangen de cliëntvertegenwoordigers een brief. Diverse onderwerpen - Wifi in Cello woningen: met de komst van de SMART Phone wordt WIFI een basisvoorziening. Cello komt met afspraken over de aanleg en het gebruik hiervan. - Invoering Familienet: Cello en de CCR ondersteunen de invoering van Familienet - Geestelijke verzorging: kennis werd genomen van de afspraken m.b.t. geestelijke verzorging. 3.6
Ondernemingsraad
De ondernemingsraad heeft acht overlegvergaderingen gevoerd met de raad van bestuur. In juni is er een overlegvergadering gewijd aan de algemene gang van zaken waarbij ook twee leden van de raad van toezicht aanwezig waren. In deze vergadering werd teruggekeken op het beleid van het afgelopen half jaar en vooruitgeblikt op beleidsveranderingen.. Tevens zijn de volgende onderwerpen aan de orde gekomen: het jaardocument 2013, de WMO, verzuim en ‘werken is gezond’, administratieve lastendruk, de jaarrekening, te verwachten krimp van de organisatie Cello en de samenwerking tussen ondernemingsraad en raad van bestuur.
pagina 15
In december is er één overlegvergadering gewijd aan de begroting voor 2014. Hierbij heeft de ondernemingsraad vragen gesteld over de inhoud van deze begroting van Cello. Onderwerpen waren onder andere: personele inzet, concernkosten, de kaderbrief en de verkoop van Haarendael. Daarnaast was er in december de jaarlijkse geledingenbijeenkomst, waarbij de raad van bestuur, raad van toezicht, centrale cliëntenraad, managementteam en ondernemingsraad aanwezig waren. Jaarplanbesprekingen De ondernemingsraad heeft met sectormanagers en diensthoofden de jaarplannen van 2013 besproken. Het geeft de ondernemingsraad meer duidelijkheid over de plannen en de ontwikkelingen binnen sectoren. Door minstens eenmaal per jaar elke (sector)manager te spreken, kunnen de lijnen kort worden gehouden en blijft de OR op de hoogte van actuele zaken. Advies- en instemmingaanvragen Aan de ondernemingsraad werd door de bestuurder in 2013 over de volgende onderwerpen advies gevraagd: Voorgenomen besluit wijziging EAD/onderscheid basisadministratie en planning en control Voorgenomen besluit tot wijzigingen in de organisatie betreffende de onderdelen Vastgoed en Vastgoedontwikkeling Jaarstukken 2012 Begroting Cello 2014 Voor al deze zaken geldt dat de ondernemingsraad een positief advies heeft gegeven. Een verzoek tot instemming werd voorgelegd ten aanzien van de volgende onderwerpen: Beleid Preventie Seksueel Misbruik en de Verklaring Omtrent Gedrag De doorwerkgever Afwijken CAO: het niet meer aanbieden van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd Verlengen van het aflopende sociaal statuut tot er nieuw beleid is vastgesteld Voor bovenstaande zaken geldt dat de ondernemingsraad zijn instemming heeft verleend aan de aangeboden instemmingsverzoeken. Op onderstaande notities werd ook instemming gevraagd maar niet verleend: Werktijdenregeling Wonen, Dagbesteding & Werk, Kind, Gezin & Vrije Tijd: de ondernemingsraad heeft gevraagd om argumenten voor de noodzaak tot het wijzigen van huidig beleid. De raad van bestuur heeft deze argumenten niet voldoende geformuleerd, waarop de ondernemingsraad geen reden zag tot instemming met de voorgelegde werktijdenregeling. Arbeidsovereenkomsten binnen Cello: de ondernemingsraad ontving deze notitie ter instemming, maar vond het document uit drie losse onderdelen bestaan. Na overleg met de manager P&O en de raad van bestuur is het verzoek tot instemming gestopt. Overzicht van andere onderwerpen Naast voornoemde advies- en instemmingsaanvragen ging de aandacht ook uit naar: projectplan veiligheid LVG+, Vastgoedontwikkeling en Vastgoedbeheer, locatieonafhankelijk werken, huismeesterschap, jaargesprekken, personeels- en salarisinformatiesysteem, contacten vakbonden, contacten achterban, participatie en communicatie.
pagina 16
4.
Beleid, inspanningen en prestaties
4.1
Herijking meerjarenbeleid
Cello heeft het meerjarenbeleid 2012-2015 vastgelegd in de beleidsnota “Vanuit de basis vernieuwen”. Met het aantreden van het kabinet Rutte II eind 2012 werd de contouren van de stelselherziening in de langdurige zorg duidelijker. Er was sprake van diverse samenhangende transities met ingrijpende gevolgen voor de gehandicaptenzorg: invoering van WMO, Jeugdwet, Participatiewet en de omvorming van AWBZ naar WLZ. Mede door de omvang van de aangekondigde bezuinigingen vormde dat begin 2013 de aanleiding om de doelstellingen uit ons meerjarenbeleid te herijken. Dat leidde tot de volgende conclusies:
Cello houdt vast aan de bestaande missie als brede ondersteuningsorganisatie voor mensen met een (verstandelijke) beperking. Cello kiest niet voor de insteek om zich als gespecialiseerde zorgaanbieder terug te trekken op de intensieve zorg in de WLZ (de nieuwe kern-AWBZ). Op basis van onze langdurige relatie met cliënten willen we samen met hen de overgang maken naar de nieuwe situatie. In dialoog met cliënten en in samenwerking met andere lokale organisaties willen we zoeken naar nieuwe (en goedkopere) manieren om de vereiste ondersteuning vorm te geven. De bescheiden groeidoelstelling uit het meerjarenbeleid zal niet kunnen worden gerealiseerd. De omvang van de bezuinigingen is zodanig dat er de komende jaren sprake zal zijn van krimpend budget en personeelsformatie. Dat stelt andere eisen aan de financiële sturing en het strategisch personeelsbeleid. De beleidsdoelstelling van versterking van onze lokale verankering blijft onverkort van kracht. Cello wil in de kerngemeenten waar Cello werkzaam is een voorkeurspartner zijn voor de gemeente bij de vormgeving en invulling van het aanbod aan maatschappelijke ondersteuning voor mensen met een (verstandelijke) beperking. Gezien ons brede en kwalitatief goede aanbod zijn we daartoe goed gepositioneerd. We zoeken daarbij de samenwerking met lokale partners. Het versterken van de basiszorg zal in het licht van de aangekondigde bezuinigingen de aandacht blijven vragen. We moeten extra kritisch zijn op de interne bureaucratie en de administratieve taken voor begeleiders. De productiviteitsratio, met als belangrijke graadmeter het aandeel directe cliëntgebonden tijd, zal waar mogelijk moeten worden verbeterd. Daarnaast zal nog meer een beroep moeten worden gedaan op mantelzorgers en vrijwilligers bij allerlei activiteiten die de kwaliteit van leven voor cliënten vergroten. Het blijft van groot belang om verder uitwerking te geven aan het doelgroepenbeleid: zorginhoudelijk (versterking professionele kwaliteit) en vanuit verschillen in de klantwaarde (cliëntperspectief). Bijzondere aandacht vraagt de verdere uitbouw van een samenhangend zorgcircuit voor de doelgroep LVG-plus. De vraag vanuit deze doelgroep blijft sterk groeien. De versnelling en verbreding bij extramuralisering (scheiden wonen en zorg) vraagt om aanscherping van het strategisch huisvestingsbeleid en mogelijk nieuwe keuzes t.a.v. ombouw naar interne corporatie. De lange termijn capaciteitsplanning moet worden geactualiseerd. Vraag en aanbod moeten meer op Cello-niveau worden afgestemd.
pagina 17
Het flexibel inspelen op de lokale (gemeentelijke) beleidsomgeving en de veranderende vragen van cliënten vragen om vergroting van de wendbaarheid van de organisatie, beginnend op teamniveau. Dat vraagt om het versterken van het maatschappelijk ondernemerschap op cluster- en sectorniveau.
4.2. Beleidsthema’s in 2013 In de kaderbrief voor 2013 zijn de hoofdthema’s aangegeven die in de jaarplannen van de sectoren en ondersteunende diensten verder zijn opgepakt. De jaren 2013 en 2014 zijn overgangsjaren die worden gebruikt om de organisatie voor te bereiden op de veranderingen door de fundamentele stelselherziening in de langdurige zorg. 4.2.1 Versterking basiszorg Met de titel van het meerjarenbeleid - ‘Vanuit de basis vernieuwen’ - wordt aangegeven dat Cello in een veranderende omgeving nieuwe wegen wil inslaan, maar dat wil doen op basis van het stevige fundament dat in de afgelopen jaren is gelegd. In de titel zit ook de aandacht die aan de kwaliteit van de dagelijkse zorg gegeven moet blijven worden. Het jaarthema voor 2013 was daarom evenals in 2012 “Versterking basiszorg”. In alle jaarplannen van de clusters kwam het thema basiszorg terug. Per cluster of per locatie is daar op heel verschillende manieren invulling aan gegeven, afhankelijk van de doelgroep en nadrukkelijk in samenspraak met cliënten en vertegenwoordigers. Daarbij gaat het niet alleen om iets als persoonlijke verzorging. Binnen de clusters in de sector Kind & Gezin is bijvoorbeeld veel aandacht besteed aan de verankering van het pedagogisch klimaat in de dagelijkse zorg. Ook de resultaten vanuit het cliënttevredenheidsonderzoek van 2012 zijn meegenomen bij de verbeterplannen rond basiszorg. De aandachtspunten zijn met de cliëntenraden besproken. In 2012 en 2013 kon door de inzet van de intensiveringsgelden extra formatie worden ingezet in groepen waar door de overgang naar kleinschaliger werken het rooster te kwetsbaar was geworden en de basiszorg in het geding dreigde te komen. Door het wegvallen van de intensiveringsgelden moeten deze knelpunten nu opgevangen worden door groepsvergroting of een beroep op interne solidariteit (substitutie van ZZP-inkomsten). Co-creatie Bij de aanpak van de verbeterpunten was de insteek om dit zoveel mogelijk in de vorm van cocreatie met cliënten en vertegenwoordigers te doen. Niet alleen in de WMO, maar ook in de langdurige zorg wordt de betrokkenheid van het sociale netwerk steeds belangrijker om de kwaliteit van leven te kunnen blijven waarborgen. Uit de projecten rond basiszorg leren we dat we minder zelf de oplossing al moeten invullen, maar beter de problemen kunnen delen en samen met de betrokkenen naar haalbare oplossingen zoeken. Het open bespreken van verwachtingen en mogelijkheden voorkomt ook teleurstelling.
Cello is gebruik gaan maken van de web-applicatie Familienet om de dagelijkse communicatie met het sociale netwerk te ondersteunen en te stimuleren. In alle woningen worden de technische voorwaarden gecreëerd om daar flexibel gebruik van te kunnen maken.
pagina 18
Een belangrijke mijlpaal in maart 2013 was het verwelkomen van de 1000e vrijwilliger bij Cello. Samen met de mantelzorgers zijn zij van onschatbare waarde voor de kwaliteit van leven voor mensen met een beperking. 4.2.2 Vergroten decentrale regelruimte In de besturingsvisie wil Cello meer ruimte maken voor het maatschappelijk ondernemerschap tot op het laagste niveau. Het flexibel inspelen op de vragen van cliënten en op de lokale situatie vraagt om meer eigen regelruimte op lokaal niveau. Innovatieplatform In 2011 en 2012 is hier aan gewerkt in diverse pilots binnen het project VIZ, met ondersteuning vanuit het landelijke stimuleringsfonds “In voor zorg”. Dit heeft in 2013 een vervolg gekregen in de vorm van het Innovatieplatform. Er is een oproep gedaan voor projectvoorstellen. Daarvan er zijn vijf geselecteerd die extra zijn ondersteund o.a. door een externe coach. De projecten waren gericht op: versterking van de samenwerking in de wijk (2x) gebruik van tablets in de zorg (ook door cliënten), stimuleren van een gezonde leefstijl, nieuwe vorm van dagbesteding voor ouderen Rondom deze projecten zijn klankbordgroepen geformeerd om de opgedane ervaringen breder te delen. Deze projecten zijn begin 2014 afgerond. Het innovatieplatform heeft in 2014 een vervolg gekregen in pilots gericht op de invoering van WMO en Jeugdwet, waarbij nadrukkelijk een beroep wordt gedaan op creatieve ideeën vanuit de werkvloer.
Interne bureaucratie Naar aanleiding van signalen uit de organisatie is door de bestuurders de discussie aangezwengeld over de interne bureaucratie binnen Cello. In enkele werksessies met clustermanagers en later breed in het ‘Inhoudelijk Overleg’ met alle leidinggevenden zijn de grootste knelpunten en ergernissen geïnventariseerd. Een belangrijke conclusie was dat administratieve processen en systemen nog te sterk vanuit de afzonderlijke ondersteunende diensten worden ontwikkeld en geïmplementeerd. Het gebruikersperspectief van met name clustermanagers wordt onvoldoende bij de inrichting van systemen meegenomen. De beleving is dat de administratieve last naar hen wordt doorgeschoven. Ook uitvoerend medewerkers krijgen te maken met een stapeling van losse systemen. In het bijzonder vraagt het ondersteuningsplan de aandacht. Dat is in de loop der jaren te uitgebreid en onoverzichtelijk geworden, waardoor het te bewerkelijk is en de kern ervan uit beeld dreigt te raken. Deze discussie heeft ertoe geleid dat enkele werkprocessen worden herzien. De digitale afhandeling van formulieren met behulp van het nieuwe pakket Youforce wordt opnieuw ingericht om managers te ontlasten. Er is een single-sign-on gekomen voor de interne softwarepakketten die de ergernis over alle verschillende wachtwoorden wegneemt. Er vindt een herbezinning plaats op het ondersteuningsplan: welke onderdelen vormen de kern, waar moet het gesprek met de cliënt en/of vertegenwoordiger echt over gaan en wat is wel relevant, maar als achtergrondinformatie?
pagina 19
Cello stapt in 2014 in een ontwikkeltraject met de leverancier van het ECD (Care4) om te komen tot een nieuwe opzet die het proces van het opstellen van het ondersteuningsplan veel beter ondersteunt en de kerninformatie afhankelijk van de gebruiker beter toegankelijk maakt. Door het vereenvoudigen en beter ondersteunen van het primaire proces kan productiviteitswinst worden behaald en hoeft er minder tijd besteed te worden aan administratie en indirecte zorg. Managementinformatie Goede en toegankelijke sturings- en verantwoordingsinformatie tot op het laagste niveau is essentieel om regelruimte te kunnen bieden. De toenemende complexiteit van de verschillende informatiesystemen en de behoefte aan meer samenhangende managementinformatie hebben geleid tot de beslissing om een BI-tool aan te schaffen. De eigen instrumenten konden onvoldoende aan de vragen tegemoet komen. In het laatste kwartaal van 2013 is gestart met de implementatie van de BI-tool van Infent. In het eerste kwartaal van 2014 zijn het financiële pakket (Bomas), het pakket voor productieregistratie (Care4) en het personeelsinformatiesysteem (Beaufort) ontsloten m.b.v. de BI-tool. In het tweede kwartaal van 2014 volgen het roosterpakket (SPExpert) en het kwaliteitsinformatiesysteem (Infoland). Decentralisatie facilitair bedrijf Binnen het facilitair bedrijf is een proces ingezet van decentralisatie van de dienstverlening. De wasvoorziening, voeding, schoonmaak en klein onderhoud (huismeester) wordt steeds meer op locatie / woningniveau georganiseerd. Hiervoor zijn diverse pilots uitgevoerd. De financiering wordt waar mogelijk gebaseerd op het principe ‘de gebruiker betaalt en bepaalt’. Dat is gebaseerd op de reële beïnvloedingsmogelijkheden van de lokale managers. De budgetten worden in dat geval gedecentraliseerd waardoor de concernkosten dalen. Voor de organisatie van het facilitair bedrijf en de medewerkers heeft dit ingrijpende gevolgen. Het decentralisatieproces wordt zorgvuldig en stapsgewijs doorlopen. Herijking functie clustermanager De clustermanagers vervullen een spilfunctie binnen de organisatie. Cello wil, inspelend op de transities en nieuwe ontwikkelingen, de clustermanagers in positie brengen om hun rol daarin goed vorm te kunnen geven. Het doel is de effectiviteit van hun handelen te vergroten, zowel in hun relatie met medewerkers/teams als in hun afstemming: intern (in de lijn, met ondersteuners en intercollegiaal) en extern met ketenpartners in de wijk. Daarvoor zijn gemotiveerde clustermanagers nodig die weten wat van hen verwacht wordt en over de vaardigheden beschikken om die verwachtingen vorm te geven. Behalve om de effectiviteit van hun gedrag gaat het daarbij ook om de condities die de organisatie biedt om teams en managers goed te laten functioneren. Dit proces van herijking is eind 2013 gestart en loopt door in 2014. De clustermanagers zijn zelf actief bij dit proces betrokken. 4.2.3 Verdieping doelgroepenbeleid Professionalisering zorg voor LVB-plus Er is verder uitvoering gegeven aan het beleidsplan om een samenhangend aanbod voor LVB-plus cliënten te realiseren als onderdeel van de sector Rosmalen. Belangrijke aandachtspunten in dat plan waren de versterking en betere borging van de professionele kwaliteit van de gespecialiseerde LVB-zorg. Dat beleid is begin 2012 ingezet. Na twee jaar zijn de resultaten van
pagina 20
het ingezette beleid geëvalueerd en met de diverse gremia besproken. Er is veel voortgang geboekt op gebied van zorginhoudelijk beleid en deskundigheidsbevordering. De bijzondere risico’s en de vereiste maatregelen zijn beter in beeld gekomen. Belangrijkste aandachtspunt is het borgen van deze resultaten in de dynamische context van de LVB-zorg. Methodiekkeuze en scholing Er is een keuze gemaakt voor het model van Bruininks om het behandelklimaat vorm en inhoud te geven. In 2013 is dat model in de helft van de betreffende teams ingevoerd. In 2014 volgt de rest van de teams. Alle medewerkers die werken in de teams gericht op de doelgroep LVB-plus hebben in 2012 of 2013 de ‘leergang LVG+’ gevolgd. Door de modulaire opbouw van die leergang kon de scholing goed worden afgestemd op al de aanwezige competenties van het team. Als leidende methodiek bij deze doelgroep is het ‘Competentiegericht werken’ in alle teams ingevoerd. Er is sprake van een sterke groei in de ambulante begeleiding aan LVB-plus cliënten. Er is een specifiek team geformeerd gericht op complexe ambulante begeleiding. In twee jaar tijd is het aantal cliënten van dit team verdrievoudigd. In doelgroep is er steeds meer sprake van overlap met GGZ en maatschappelijk werk. Door de bundeling in een specifiek team kan beter worden ingezet op versterking van het methodische, multidisciplinaire werken, dat vereist is bij deze doelgroep. Veiligheidsbeleid Bij de doelgroep LVB-plus is vaak sprake van grensoverschrijdend gedrag en agressie. Het veiligheidsaspect vraagt bij deze cliënten extra aandacht. Afgesproken is dat er in de eerste helft van 2014 per eenheid een risico-inventarisatie plaatsvindt als basis voor een eigen veiligheidsplan. Daarvoor is in 2013 door een werkgroep een stramien ontwikkeld. Deze werkgroep heeft ook een inventarisatie gemaakt van alle beleidsinstrumenten en maatregelen met betrekking tot agressie en veiligheid binnen Cello. Op basis van die inventarisatie zijn de lacunes in kaart gebracht en zijn verbetermaatregelen voorgesteld. Ketensamenwerking Omdat LVB-plus een grensoverschrijdende doelgroep is, is ketenzorg van groot belang. De samenwerking met de GGZ (Reinier van Arkel) is verstevigd en begin 2014 is daarvoor een raamovereenkomst afgesloten. De samenwerking in het MFC vormt een aangrijpingspunt om psychiatrische expertise in te kunnen schakelen. Er wordt met Reinier samengewerkt bij de opleiding van Cello-medewerkers gericht op vergroting van de psychiatrische expertise (GZpsycholoog en SPV-ers). Samen met de organisaties voor speciaal onderwijs in de regio zijn ‘Onderwijs-zorgarrangementen’ ontwikkeld om kinderen / jongeren met ernstige gedragsproblemen binnen het onderwijs te kunnen handhaven. Er wordt intensiever samengewerkt met de verslavingszorg (Novadic-Kentron), met de organisatie voor maatschappelijke opvang (SMO ) en maatschappelijk werk (Juvans). Cello is gaan deelnemen in het Centrum voor Trajectbegeleiding (CvTb) in de regio gericht op ‘bemoeizorg’ bij moeilijk begeleidbare cliënten. Met SMO zijn de mogelijkheden onderzocht om samen een woonproject te realiseren in een vrijkomende woning van Cello. Dat is echter niet gelukt. Cello is in 2013 gaan deelnemen in het regionale ‘Veiligheidshuis’, waarin hulpverleningsinstellingen en politie/justitie samenwerken.
pagina 21
Ouderenbeleid In 2013 is het ouderenbeleid van Cello geactualiseerd. Door de stuurgroep ouderenbeleid zijn de belangrijkste beleidsvragen in kaart gebracht. Rondom twee thema’s zijn werkgroepen ingesteld, met participatie vanuit de CCR die er sterk op heeft aangedrongen om het ouderenbeleid op te pakken. Eén werkgroep heeft zich gericht op de invulling van de veranderende vraag naar dagbesteding voor ouderen. Er zijn verschillende varianten voor uitgewerkt en een wegingskader als hulpmiddel om te komen tot keuzes t.a.v. de geschikte dagbesteding. De grootse uitdaging ligt in het flexibel organiseren van dagactiviteiten in of in nabijheid van de woning. Daar zijn al diverse voorbeeldprojecten van gestart, zoals De Misse in Rosmalen. Voor cliënten die in de wijk wonen, zal dit ook in WMO-verband lokaal een invulling gaan krijgen. Door een tweede werkgroep is het toekomstige plaatsingsbeleid uitgewerkt en de gewenste / vereiste mate van differentiatie in het aanbod. Door een verbeterde vastlegging van zorginhoudelijke informatie over cliënten konden betrouwbaardere en meer specifieke prognoses (bijvoorbeeld m.b.t. cliënten met Down syndroom) worden gemaakt voor de populatieopbouw en de toekomstige capaciteitsbehoefte. De prognoses voor de vraagontwikkeling zijn afgezet tegen de beschikbare huisvestingscapaciteit. Een belangrijke conclusie was dat door de vernieuwde huisvesting van Cello - ook bij een toenemende zorgbehoefte door vergrijzing- voldoende woningen geschikt zijn voor cliënten met een (licht) verzorgingsprofiel. Er zal wel een (geleidelijke) verschuiving plaatsvinden in het bewonersprofiel van de woningen. Voor de individuele afwegingen in het plaatsingsbeleid is een wegingskader opgesteld, dat als hulpmiddel kan dienen voor het gesprek tussen alle betrokkenen. Zorgprogramma’s Cello heeft rond een aantal specifieke doelgroepen zorgprogramma’s ontwikkeld, die worden gevoed en onderhouden door kennisteams. Er is een keuze gemaakt voor leidende methodieken, waardoor het zorgprogramma voor begeleiders een concrete invulling kan krijgen. In 2013 is veel geïnvesteerd in scholing van de betreffende medewerkers in die methodieken. Daarvoor zijn in 2013 de resterende intensiveringsgelden van 2012 ingezet, op basis waarvan het Opleidingscentrum in 2013 274 dagdelen cursussen heeft aangeboden. Vanuit de zorgprogramma’s is in 2013 gewerkt aan een goede inbedding van de methodieken. Er is informatiemateriaal ontwikkeld (brochure ‘Ervaar het maar’, DVD over de TEACCH-methode voor cliënten met autisme) en er zijn themabijeenkomsten gehouden, ook voor ouders en andere betrokkenen. Er zijn aanvullende instructies opgesteld om de specifieke benadering vanuit de zorgprogramma’s beter te verankeren in het individuele ondersteuningsplan. Bij de HKZ-audit begin 2014 kwam naar voren dat de leidende methodieken goed doorwerken in de dagelijkse praktijk. Vanuit de zorgprogramma’s dementie en EMB wordt veel aandacht gegeven aan de kwaliteitsverbetering van de belevingsgerichte zorg. Een voorbeeld daarvan is het project Mimakkus. In 2013 hebben twee medewerkers deze opleiding afgerond en zij kunnen op afroep worden ingezet om belevingsgerichte zorg te stimuleren. 4.2.4 Transities langdurige zorg Om Cello voor te bereiden op de komende veranderingen in de langdurige zorg is in 2012 een projectorganisatie WMO opgezet, waarin inmiddels ook de andere transities (Jeugdwet, WLZ, Participatiewet) worden opgepakt. Begin 2013 is een projectmedewerker aangesteld die als
pagina 22
wegbereider moet fungeren voor het verandertraject en om uitvoering te geven aan voorbereidende werkzaamheden. Door middel van speciale nieuwsbrieven en bijeenkomsten wordt de organisatie voorbereid op de komende veranderingen. Herpositionering van het aanbod Voor de diverse vormen van ondersteuningsaanbod dat wordt overgeheveld naar het gemeenten is een analyse gemaakt hoe dat aanbod is gepositioneerd in de nieuwe ‘marktomstandigheden’. Voor alle dagbestedingslocaties voor volwassenen is gekeken naar hun ‘houdbaarheid’: specifieke karakter van het aanbod, de herkomst van de cliënten, omvang en begeleidersratio. Dat heeft in 2013 al geleid tot herordening van activiteiten en keuze om bepaalde locaties (op termijn) te verlaten. Een vergelijkbare exercitie is uitgevoerd voor de vormen van ambulante begeleiding. Door de sector dagbesteding is gewerkt aan profilering van het aanbod door introductie van het productlabel ‘Zelf’ en door de campagne “Dagbesteding werkt”. Op het gebied van begeleid werken (‘Ambitie’) is een samenwerking aangegaan met collega-zorginstellingen: Lunet-Zorg, ORO en SWZ. Vervoer De keuzes met betrekking tot de dagbestedingslocaties worden deels ook ingegeven door bezuinigingen op het vervoer, die vooruitlopend op de WMO al met ingang van 2013 zijn doorgevoerd. Cello heeft er een jaar voor uitgetrokken om deze bezuiniging verantwoord en zoveel mogelijk in samenspraak met cliënten/vertegenwoordigers te realiseren. In de loop van 2013 moesten de vervoerskosten met ruim 50% worden teruggebracht. Dat vraagt ook om pijnlijke maatregelen. Daarbij is voor (thuiswonende) kinderen en voor volwassenen een verschillende aanpak gekozen. Begin 2014 zijn alle vervoersmaatregelen feitelijk doorgevoerd. Het beeld is dat de beoogde besparingen grotendeels gehaald gaan worden. Door de ruime voorbereidingstijd en uitgebreide communicatie over noodzaak en aanpak hebben zich geen grote problemen voorgedaan. Voor kinderzorg is het halen van de taakstelling lastiger gezien de regionale functie van het kindercentrum en de relatief grote vervoersafstanden. Herordening ambulante teams Ter voorbereiding op de WMO zijn de ambulante teams die woonbegeleiding bieden opnieuw ingedeeld. Daarbij is aangesloten bij de indeling van gemeenten / wijken. Naast de zes teams met een lokale oriëntatie blijven er twee specialistische teams die zich meer (sub)regionaal richten op een bijzondere doelgroep. Netwerkorganisatie Om meer wijkgericht te kunnen samenwerken is in kaart gebracht welke netwerkcontacten voor Cello van belang zijn en wie binnen Cello daarvoor als aanspreekpunt fungeren. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen de contacten op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Het is van belang dat Cello lokaal een duidelijker gezicht krijgt en zich presenteert. Er is ook steeds meer sprake van lokale samenwerkingsverbanden. Cello participeert daar actief in. Voorbeelden daarvan zijn ‘Zorgzaam Den Bosch’, ‘Wijkontwikkeling Oost’, rond dagbesteding in Boxtel-oost, in Best en in Maliskamp.
pagina 23
Pilots Transitie De veranderingen in de langdurige zorg zijn meer dan een herverdeling van verantwoordelijkheden (decentralisatie) en bezuiniging. Het gaat om een meer fundamentele verandering van onze visie op de ondersteuning van mensen met een beperking binnen de samenleving, waarbij nadrukkelijker een beroep wordt gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt en op het sociale netwerk. De uitdaging voor ons als ondersteuningsorganisatie is om samen met cliënten te zoeken naar nieuwe vormen om de benodigde ondersteuning te kunnen blijven bieden, met minder mogelijkheden voor professionele inzet. Dat vraagt om creativiteit en individueel / lokaal maatwerk. Om dit te stimuleren is eind 2013 een oproep gedaan om te starten met pilots. Er is veel enthousiasme om hier mee aan de slag te gaan. Tegelijk roept de bezuinigingsdoelstelling bij medewerkers ook onzekerheid op. 4.2.5 Huisvestingsbeleid en plaatsingsbeleid Afronding bouwprojecten In 2013 is de periode van de grote nieuwbouwprojecten afgesloten. De tweede fase van de nieuwbouw en herinrichting van De Binckhorst is gerealiseerd. In november zijn 56 cliënten naar de nieuwe woningen verhuisd. Die verhuizing ging gepaard met een herindeling en verkleining van de groepen. De teams zijn opnieuw ingedeeld en met behulp van scholing en coaching voorbereid op het kleinschaliger werken. Herinrichting afdeling vastgoed Na de afronding van de grote bouwprojecten komt de afdeling vastgoed in een nieuwe fase. De organisatie is daar op aangepast. De afdelingen Vastgoedontwikkeling en Vastgoedbeheer zijn per 1 maart 2014 samengevoegd in één afdeling Huisvesting, die als een interne corporatie gaat opereren en zich gaat richten op de ‘eigenaarsverantwoordelijkheden’ voor de huisvesting. De ‘huurdersverantwoordelijkheden’ inclusief het klein onderhoud en de bijbehorende financiële middelen zijn decentraal neergelegd op clusterniveau. De werkzaamheden van de huismeesters worden voortaan door de clustermanagers gestuurd. Extramuralisering In 2013 werd het ingezette beleid met betrekking tot extramuralisering concreter. De gefaseerde afbouw van verblijf voor de ZZP’s 1, 2 en deel 3 kreeg zijn vertaling in een beperking van de contracteerruimte van het zorgkantoor. Voor de gehandicaptenzorg wordt de afbouw door het zorgkantoor uitgesmeerd over een periode van 10 jaar. Vertaald naar Cello gaat dat oplopen tot een capaciteitsreductie van 200 intramurale plaatsen in 10 jaar. Dat heeft ingrijpende gevolgen voor het vastgoedbeheer en het ‘strategisch voorraadplan huisvesting’. Door het zorgakkoord van maart 2014 wordt dit beleid wat afgezwakt: ZZP VG3 blijft toch geheel binnen de WLZ. Deze beleidswijziging moet nog worden verdisconteerd in de capaciteitsplanning en in de contracteerruimte van het zorgkantoor. Om voor de korte termijn de taakstelling qua capaciteitsreductie te kunnen realiseren zijn in 2013 al twee woningen gesloten. Dat betrof woningen met een minder courante huisvesting en die qua zorgkosten moeilijk kostendekkend konden worden gemaakt. Alle cliënten kon op korte termijn een geschikte, alternatieve woonplek worden aangeboden. Ook de medewerkers konden elders binnen Cello aan het werk blijven. Zo ’n noodgedwongen verhuizing is erg ingrijpende voor
pagina 24
cliënten, vertegenwoordigers en medewerkers. Het ingezette beleid van extramuralisering betekent dat Cello daar de komende jaren meer mee wordt geconfronteerd. Voor de middellange termijn is een nieuwe capaciteitsplanning gemaakt op basis van de extramuraliseringstaakstelling en een geactualiseerde prognose van de vraagontwikkeling, uitgesplitst naar doelgroepen. Die herziene capaciteitsplanning heeft ertoe geleid dat de plannen voor nieuwbouw van de Klinkerbuurt (onderdeel terrein Binckhorst) moesten worden ingetrokken. Ook dat is pijnlijk omdat daar al verwachtingen leefden bij de betrokken ouders / vertegenwoordigers. De cliënten van deze woningen zullen gefaseerd onderdak gaan vinden binnen bestaande woningen van Cello. Er is ook een inventarisatie gemaakt van woningen die in aanmerking komen voor scheiden van wonen en zorg. Ook zijn de kostenplaatjes van de woon-zorg arrangementen nader uitgewerkt. Waar zich kansen aandienen, bijvoorbeeld door verhuizing van cliënten uit geclusterde appartementen, zal extramuralisering plaats vinden. Grote bottleneck in deze beweging is de beperkte financiële draagkracht van cliënten, die de komende jaren verder onder druk staat. Nachtzorg en zorgcentrale In een aantal woningen in de wijk is een pilot gestart met het inzetten van een ambulante nachtzorg in combinatie met het gebruik van de zorgcentrale, waardoor het aantal slaapwachten kan worden teruggebracht. Daarbij is gekeken naar de lokale situatie: samenwerking tussen locaties of met nabijgelegen andere zorginstellingen. Het vraagt om een goede communicatie met cliënten en vertegenwoordigers. De inzet is behalen van efficiencywinst met behoud van kwaliteit en veiligheid in de nachtzorg. De eerste ervaringen zijn positief. Evaluatie en mogelijke verdere uitrol vindt plaats in 2014. 4.3
Kwaliteitsbeleid 4.3.1 Kwaliteitssysteem Cello
HKZ-certificering Cello is vanaf 2008 HKZ gecertificeerd. Het certificaat geldt steeds voor een periode van drie jaar en loopt nu tot 7 mei 2014. In april 2013 vond de tweede periodieke audit plaats van deze cyclus. Er werden 6 locaties bezocht en 18 interviews gehouden met uitvoerend medewerkers, clustermanagers, sectormanager en leidinggevenden van ondersteunende diensten. Er werden geen ernstige afwijkingen van de norm geconstateerd (‘non-conformities, categorie 1). Naast de nodige positieve feedback werden wel vijf verbeterpunten (categorie 2) gemeld: 1. De monitoring van verbeteracties vanuit de interne audit op organisatieniveau. 2. De klachtenregistratie als bron voor mogelijke verbetermaatregelen. 3. De afstemming en communicatie in de interne keten (wonen-dagbesteding-DIO-etc.). 4. Documentbeheer: waarborgen van de actualiteit van kritische procedures. 5. Het werken volgens HACCP-richtlijnen is onvoldoende aantoonbaar op locatie. Voor deze punten zijn verbeterplannen opgesteld en uitgevoerd. Directiebeoordeling Belangrijk instrument bij het onderhouden van het kwaliteitsmanagementsysteem is de jaarlijkse ‘systeembeoordeling’ (directiebeoordeling). Die heeft plaats gevonden in het MT van 6 juni 2013. Een belangrijke conclusie uit de directiebeoordeling was om vooralsnog door te gaan met (HKZ-)
pagina 25
certificering. De discussie is gevoerd over de meerwaarde voor de organisatie. De kosten en baten zijn heroverwogen en afgezet tegen andere opties, zoals het certificaat ISO voor de zorg. Ook is gekeken naar de keuze van certificerende instelling. Besloten is om vanaf 2014 in elk geval voor één cyclus van drie jaar door te gaan het HKZ-certificaat en met DNV als certificerende instelling. De langdurige zorg staat voor grote veranderingen. Delen ervan gaan over naar het gemeentelijke domein (WMO, Jeugdzorg). De kwaliteitseisen vanuit deze nieuwe wettelijke kaders en gemeenten zijn nog niet duidelijk. De verwachting is dat gemeenten certificering in elk geval als een soort minimumeis zullen gaan hanteren. Interne audits De opzet van de interne audits is toe aan herijking. Tot nu toe werd gewerkt met een brede audit, waarin meerdere onderwerpen / auditdoelen werden gecombineerd in één audit, die binnen een beperkt tijdsbestek werden uitgevoerd. De opbrengst (verbeterinformatie) van deze vorm van audits werd minder. Besloten werd om vanaf 2014 over te gaan naar een thematische opzet van de audits, waarbij steeds gericht op één bepaald onderwerp wordt ingezoomd. De werkwijze en de samenstelling van het auditteam kunnen dan specifiek op het onderwerp worden gericht, zodat er meer diepgang kan worden verkregen bij de toetsing. 4.3.2 Kwaliteitskader gehandicaptenzorg Het landelijke kwaliteitskader als bron voor kwaliteitsinformatie kent drie ‘pijlers’: 1 Kerngegevens kwaliteit op organisatieniveau 2.a Kerngegevens kwaliteit op cliëntniveau 2.b Cliëntervaringsgegevens 3 Gegevens m.b.t. relatie cliënt-professional Voor de onderdelen 1 en 2a heeft Cello in 2013 voor de tweede keer de gegevens aangeleverd. De cliëntgegevens voor Pijler 2a hebben alleen betrekking op de cliënten met een ZZP-indicatie of met de indicatie Behandeling Groep. De kwaliteitsgegevens over 2012 zijn door de zorgkantoren voor het eerst echt gebruikt in hun inkoopbeleid voor 2014. De resultaten worden hiertoe vergeleken met het gemiddelde voor de branche. Een beneden gemiddelde score op bepaalde onderdelen kan leiden tot een korting op de tarieven. Voor Cello was van korting geen sprake. Vanuit de branche was de nodige kritiek op het gebruik van de kwaliteitsinformatie door de zorgkantoren omdat het kwaliteitskader primair gericht is op het genereren van verbeterinformatie en niet op vergelijkingsinformatie. Pijler 2b: cliëntervaringsonderzoek (CEO) Door de VGN is een ‘Waaier’ van geschikte instrumenten opgesteld die kunnen worden ingezet om het cliëntervaringsonderzoek uit te voeren. In oktober 2013 zijn de definitieve waaier en de gebruikersinformatie gepubliceerd. Cello is verplicht om in 2014 een CEO uit voeren met gebruikmaking van een van de geselecteerde instrumenten. In samenwerking met de CCR is in het najaar van 2013 een werkgroep ingesteld om tot de keuze van een instrument te komen en om de implementatie te begeleiden. In het MT zijn de uitgangspunten voor de instrumentkeuze geformuleerd. De voorkeur ging daarbij uit naar een instrument dat organisch kan worden ingebouwd in de cyclus van het ondersteuningsplan (OP). Dat leidde tot een shortlist van drie instrumenten (van de 10) die nader zijn onderzocht. Conclusie
pagina 26
van die oriëntatie was dat de beschikbare instrumenten onvoldoende aansluiten bij onze huidige werkwijze van het OP. Het zou te grote inspanningen vragen om onze OP-methodiek, die stevig verankerd is in het primaire proces, te laten sporen met de werkwijze van het CEO. De werkgroep heeft daarop het MT geadviseerd het uitgangspunt los te laten om het CEO in de OP-cyclus in te bouwen. Voorgesteld is om te kiezen voor een periodieke meting die bruikbare verbeterinformatie oplevert op de verschillende niveaus en die weinig belastend is qua uitvoering voor de organisatie. Op basis van nieuwe criteria is de waaier opnieuw bekeken en inmiddels is gekozen voor het CEO van Effectory. Effectory voert ook al het medewerkerstevredenheidsonderzoek bij Cello uit en dit biedt de mogelijkheid om de informatie uit beide onderzoeken te combineren. De uitvoering van het CEO zal in juni 2014 plaatsvinden. Pijler 3 Gegevens m.b.t. relatie cliënt-professional Organisaties moeten in het kader van Pijler 3 laten zien dat zij aantoonbaar werken aan de kwaliteit van de relatie cliënt-professional. Er gebeurt binnen Cello al heel veel op dat vlak (scholing, intervisie en coaching), maar we dienen dat beter in kaart te brengen en hier gerichter op te sturen. 4.3.3 Preventieve en corrigerende maatregelen Klachtopvang Bij Cello zijn er verschillende mogelijkheden om een klacht op te pakken. Dat is vastgelegd in de klachtenregeling. 1. ‘Klagen in de lijn’: ter plekke bespreken en oplossen van de klacht met de direct betrokken medewerkers en/of leidinggevenden. Deze route heeft vanzelfsprekend de voorkeur. Wanneer de direct betrokkenen de klacht niet tot een oplossing kunnen brengen, kan de aanpak worden ‘geëscaleerd’ in de lijn. 2. Cliëntvertrouwenspersonen: De klager kan een beroep doen op een van de drie cliëntvertrouwenspersonen van Cello voor advies en bemiddeling bij klachten. 3. Klachtopvang algemeen: De kwaliteitsfunctionarissen van Cello fungeren als (plaatsvervangend) secretaris van de klachtencommissie en verzorgen de eerste opvang van binnengekomen klachten. Wanneer een klacht binnen komt, nemen zij contact op met de klager om verduidelijking te krijgen over de aard van de klacht, wat de klager ermee beoogt en om de verschillende manieren van klachtbehandeling te bespreken. Vaak leidt dit op verzoek van de klager tot een vorm van klachtbemiddeling. 4. Behandeling klacht door de klachtencommissie ‘Formele klacht’ die schriftelijk wordt ingediend en volgens de procedure afgehandeld door de klachtencommissie. De informatie over de klachtopvang binnen Cello staat op de website en in een brochure die is opgenomen in de informatiemap die alle cliënten(vertegenwoordigers) ontvangen bij de start van de dienstverlening. Er heeft een oriëntatie plaatsgevonden naar de mogelijke consequenties van het wetsvoorstel Kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg (Wkkgz) voor de bestaande klachtopvang en – behandeling bij Cello. De Wkkgz verplicht de zorgaanbieder om een schriftelijke regeling te hebben voor een effectieve en laagdrempelige opvang en afhandeling van klachten. Ook dient de zorgaanbieder een onafhankelijke klachtenfunctionaris aan te stellen. Voor de invoering wordt gesproken over 2015, maar er is nog geen invoeringsdatum bekend. Vooralsnog zal de
pagina 27
klachtencommissie in de huidige vorm blijven bestaan. De kracht van de huidige klachtoplossing ligt in het snelle en serieuze reageren naar klager, al dan niet in samenspraak met betreffende clustermanager, sectormanager en cliëntvertrouwenspersonen. Daaraan voorafgaand is het signaleren van onvrede bij het primaire proces (dus daar waar de klachten meestal ontstaan), en het bespreekbaar maken ervan, essentieel voor tevreden cliënten en hun vertegenwoordiger(s). Klachtencommissie In 2013 zijn er vijf klachten binnengekomen bij de klachtencommissie. Geen van deze klachten heeft geleid tot een hoorzitting. Ook zijn er geen klachten afgehandeld op basis van de schriftelijke stukken. Alle binnengekomen klachten zijn opgelost in een of meerdere gesprekken met direct betrokkenen, al dan niet met behulp van bemiddeling. Klachtencommissie Cello Aantal binnengekomen klachten, waarvan: Beoordeeld in hoorzitting Behandeld aan de hand van schriftelijke stukken Niet ontvankelijk verklaard Opgelost door klachtopvang (in de lijn) en/of bemiddeling
2013 5 0 0 0 5
2012 18 3 3 2 10
2011 10 0 1 0 9
2010 7 0 1 0 6
Incidenten Het melden van incidenten en risicovolle situaties (MIRS) met als doel te leren van fouten en onveilige situaties, is binnen Cello gemeengoed. Er is sprake van een laagdrempelige en open meldcultuur. Het belangrijkste doel van de MIRS-systematiek is om kort-cyclisch tot verbeteracties te komen. De melding komt rechtstreeks binnen bij de leidinggevende. Die beoordeelt of er direct actie ondernomen moet worden en ook zorgt dat de meldingen periodiek besproken worden binnen de teams. Daarnaast is er een MIRS-commissie ingesteld met als opdracht het analyseren van (trends in) de gemelde incidenten en risicovolle situaties en het geven van beleidsadviezen, gevraagd en ongevraagd (signalering). Een specifieke taak van de commissie betreft het uitvoeren van onderzoek ten behoeve van de melding van ernstige incidenten / calamiteiten aan de Inspectie Gezondheidszorg en maakt hierbij, onder andere, gebruik van de PRISMA-analyse. Aantal meldingen per incidentcategorie, periode 2009-2013 2013 2012 Alle meldingen Cello aantal % aantal Medicatievergissingen Agressie-incident Ongeval Bijna-ongeval/onveilige sit. Verslikking/verstikking Eten niet eetbaar voorwerp Weglopen/vermissing cliënt Vermissing eigendommen Brand/brandgevaar Totaal
1826 15,0 8361 68,6 735 6,0 747 6,2 63 0,5 32 0,3 320 2,6 42 0,3 52 0,4 12178 100
2011 %
1565 14,0 7184 64,9 751 5,9 1219 11,0 70 0,6 41 0,4 241 2,2 36 0,3 52 0,5 11159 100,0
aantal
2010 %
1596 14,7 7107 65,6 579 5,3 1124 10,4 50 0,5 38 0,4 271 2,5 24 0,2 40 0,4 10829 100
aantal
2009 %
1595 16,5 5964 61,9 587 6,1 1090 11,3 40 0,4 45 0,5 241 2,5 33 0,3 47 0,5 9642 100
aantal
%
1499 17,0 5126 59,0 549 6,3 1164 13,2 38 0,4 33 0,4 218 2,5 29 0,3 55 0,6 8707 100
pagina 28
Het totale aantal meldingen is in 2013 sterk gestegen ten opzichte van 2012 (+9,1 %) , terwijl het aantal cliënten maar met 1,1 % toenam. De stijging komt grotendeels voor rekening van het toenemend aantal agressie-incidenten, maar ook het aantal medicatievergissingen is sterk gestegen. Aard melding Totaal Medicatievergissingen Agressie-incident Ongeval Bijna-ongeval/onveilige sit. Verslikking/verstikking Eten niet eetbaar voorwerp Weglopen/vermissing cliënt Vermissing eigendommen Brand/brandgevaar
Verschuiving t.o.v. 2012 + 9,1 % + 16,7 % + 16,4 % - 2,3 % - 43,6 % - 10,0 % - 22,0 % + 18,2 % + 16,6 % + 0,0 %
De blijvende stijging van het aantal MIRS-meldingen vraagt om een kritische beschouwing op de doelstellingen en effecten van de meldingsprocedure. Leidt de signalering voldoende tot gerichte en effectieve verbetermaatregelen? Dit zal een belangrijk aandachtspunt vormen in de ‘directiebeoordeling’ van het kwaliteitsmanagementsysteem. Na enkele jaren van stabilisatie van het aantal medicatievergissingen is weer sprake van een stijging. De commissie medicatieveiligheid doet hier nader onderzoek naar. Na slechts een lichte stijging in 2012 is de toename van agressie-incidenten in 2013 weer fors geweest. Het aantal cliënten uit de doelgroep LVB-plus neemt in verhouding toe. Inmiddels bestaat het grootste deel van de nieuwe aanmeldingen uit deze doelgroep. Bij deze cliënten is relatief vaak sprake van grensoverschrijdend gedrag en vormen van agressie. Zoals aangegeven in paragraaf 4.2.3 is in het afgelopen jaar veel aandacht besteed aan veiligheidsbeleid rond deze doelgroep. Ook wordt het nodige geïnvesteerd in preventieve maatregel: hoe door de juiste bejegening en begeleidingsstijl agressie kan worden voorkomen. Voor cliënten met vaak voorkomende agressie is eind 2013 een ‘melddrempel’ in het meldingssysteem ingebouwd. Melding van al die incidenten in het MIRS-systeem levert geen meerwaarde op: het gedrag van de cliënt en de benaderingswijze zijn bekend. Wel worden de gedragingen dan op een andere wijze gerapporteerd in het kader van het OP / Behandelplan. Het aantal valincidenten is na de sterke stijging in 2012 nu iets teruggelopen. Wellicht het effect van de afronding van alle bouwwerkzaamheden met alle ontregeling die daar mee gepaard gaat. Ook de sterke daling in het aantal meldingen van onveilige situaties heeft daar mogelijk mee van doen. In 2013 zijn de afspraken over valpreventie herzien. Nu wordt bij elke melding van een valincident de melder gevraagd naar mogelijk preventieve vervolgstappen, bijvoorbeeld door contact op te nemen met de arts of fysiotherapeut. Onaangekondigd inspectiebezoek Op 23 mei 2013 heeft de Inspectie Gezondheidszorg voor de eerste keer een onaangekondigd ‘Quick scan bezoek’ gebracht aan een locatie van Cello in Den Bosch. Tijdens zo ’n onaangekondigd bezoek kijkt de inspectie naar de aanwezigheid van mogelijke risico’s op vier domeinen die betrekking hebben op de randvoorwaarden voor het bieden van veilige en verantwoorde zorg: veiligheid, ondersteuningsplan, vrijheidsbeperkingen en kwaliteit van
pagina 29
personeel en organisatie. Op basis van hun bevindingen concludeerde de Inspectie dat de zorg op de onderzochte locatie voldoet aan de getoetste normen. Omdat de inspectie aangeeft dat vaker te gaan doen hebben we de organisatie breder geïnformeerd over hoe te handelen in geval van een onaangekondigd inspectiebezoek. Inspectiebezoek dwangbehandeling BOPZ Op 5 november heeft een inspectiebezoek plaatsgevonden naar de toepassing van dwangbehandelingen op basis van de BOPZ. Doel is om te onderzoeken of de beslissing om tot dwangbehandeling over te gaan zorgvuldig is genomen en of de uitvoering zorgvuldig gebeurt. Er is een bezoek gebracht aan twee locatie met een BOPZ-aanmerking: Binckhorst en Groote Cingels. Bij drie cliënten bij wie sprake is van dwangbehandeling heeft een uitgebreide toetsing plaatsgevonden in de vorm van dossieronderzoek, bezoek aan de woning en gesprekken met cliënten en/of vertegenwoordiger, het behandelende team en de manager. De inspectie hanteert bij deze toetsingen een normkader dat op onderdelen al vooruitloopt op de nieuwe Wet Zorg en Dwang. Op 3 januari 2014 ontving Cello de rapportbrief naar aanleiding van dit inspectiebezoek. Op enkele punten voldoet de zorg niet aan de eisen vanuit het normkader. Dat betreft in het bijzonder het uitvoeren van een second opinion door een niet bij de behandeling betrokken behandelaar bij de beslissing om tot een vorm van dwangbehandeling over te gaan of voort te zetten. In het werkproces van Cello rond de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen is dat nog niet structureel ingebouwd. Daarnaast was sprake van enkele individuele verbeterpunten. Op grond van deze bevindingen heeft de inspectie besloten op dit onderwerp het toezicht te intensiveren. Cello heeft in april 2014 een plan van aanpak ingediend, waarin de opzet en aanpak van de second opinion is uitgewerkt. Seksueel misbruik, meldcode huiselijk geweld Vanaf juli 2013 geldt de wettelijke verplichting om de ‘meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ in te voeren. Cello heeft die meldcode ingebouwd in de bestaande procedure ‘Melding misbruik / mishandeling cliënten’. Om de signalering en eerste intercollegiale weging van mogelijk misbruik / mishandeling te verbeteren, zijn in 2013 alle clustermanagers en gedragskundigen geschoold in het gebruik van het ‘vlaggensysteem’. Dat is een praktische methode uit de jeugdhulpverlening om signalen en vermoedens van misbruik meer systematisch te wegen. Binnengekomen meldingen bij meldingscommissie Cello 2006 2007 Seksueel misbruik 28 27 Mishandeling of verwaarlozing Totaal misbruik / mishandeling 28 27
2008 26 2 28
2009 24 4 28
2010 17 4 21
2011 24 1 25
2012 2013 21 23 5 8 26 31
Het aantal meldingen van seksueel misbruik blijft over de jaren vrij stabiel. Het aantal meldingen van mishandeling / verwaarlozing neemt wel toe. Dat doet zich vooral voor in het cluster dat is gericht op multi-problem huishoudens, waarvan ook het aantal cliënten groeit. Cello doet vanaf 2012 mee in het regionale signaleringssysteem ‘Zorg voor jeugd’, waarmee eerder signalen vanuit verschillende hoeken kunnen worden gecombineerd om te kunnen komen tot vroegtijdig ingrijpen.
pagina 30
Opvallend is ook dat de casuspositie verschuift. Tot 2012 betroffen de meldingen grotendeels situaties tussen cliënten onderling. In 2013 betrof het aandeel (vermeende) plegers echter in 32% een gezinslid en 16 % een andere bekende. Rondom de meldingen zijn vaker externe instanties betrokken. In 25 gevallen was sprake van contact met politie of AMK. 4.3.4 Kwaliteitszorg, bijzondere onderwerpen Ondersteuningsplan en ECD Begin 2013 is een aantal veranderingen doorgevoerd in het ondersteuningsplan: opzet van het OP en de werkwijze. Naast de inhoudelijke aanpassingen is een aantal veranderingen doorgevoerd in het elektronisch cliënten dossier (Care4) van Cello. Daarom werd ook wel gesproken van OP2.0. De veranderingen zijn geïmplementeerd via een train de trainer insteek. De coördinerend begeleiders zijn geïnstrueerd in het gebruik van de nieuwe onderdelen en functionaliteit in Care4. Zij hebben vervolgens gezorgd voor het informeren en instrueren van de teamleden. Bij de interne audits in 2013 is gekeken of de veranderingen goed zijn gezet. Daaruit bleek dat dat niet overal het geval is. Dat geeft leerpunten voor volgende implementatietrajecten. Een breed gedragen constatering was ook dat het ondersteuningsplan te uitgebreid en onoverzichtelijk is geworden. De kern van het OP dreigt voor cliënten en begeleiders ondergesneeuwd te raken. Het ondersteuningsplan bevat te veel onderliggende informatie die wel van belang is voor de professionals om hun werk goed te kunnen doen, maar waar het gesprek met cliënt en vertegenwoordigers niet over hoeft te gaan. Dat dient vooral te gaan over het bevorderen van de kwaliteit van leven. De wijze waarop het ondersteuningsplan zich binnen Cello heeft ontwikkeld vraagt om een fundamentele herbezinning: Het werkproces dient te worden vereenvoudigd en beter vanuit het ECD te worden gefaciliteerd en ondersteund. Er moet meer ruimte komen voor maatwerk. Waar het kan met ‘light’-versies, met een versneld werkproces en een beknopt OP. (In theorie heeft men die ruimte nu ook, maar dat wordt nog niet zo ervaren.) Het cliëntperspectief van het OP moet worden versterkt. Dit wordt in 2014 opgepakt. Behandelplan Bij een deel van de cliënten is sprake van specifieke vraagstellingen die intensieve, multidisciplinaire zorg en behandeling vragen. Dat betreft in het bijzonder cliënten met ernstige, complexe gedragsproblemen, maar het kan ook gaan om complexe zorg met een meer medische achtergrond. Het ondersteuningsplan krijgt dan het karakter van een behandelplan. Dat vraagt om een aangepast instrumentarium en een andere verantwoordelijkheidsverdeling, waarbij de rol van de behandelaar(s) duidelijk is omschreven.
Het merendeel van de cliënten met een behandelplan doet een beroep op Meerzorg. Ook vanuit de regeling Meerzorg worden specifieke eisen gesteld aan de opzet van een behandelplan en de verantwoording van de inzet van extra middelen: resultaatbeschrijving en doelrealisatie. Er is in 2013 een nieuwe procedure en een format voor het Behandelplan opgesteld. Dat nieuwe
pagina 31
behandelplan is in het najaar in een pilot getest en wordt in 2014 voor bepaalde cliëntgroepen ingevoerd. Het afbouwplan voor vrijheidsbeperkende maatregelen met bijbehorende evaluaties is in het nieuwe behandelplan opgenomen. Bij cliënten met een behandelplan wordt voortaan specifiek op doelen gerapporteerd. Daarvoor is een nieuwe functionaliteit beschikbaar gesteld in Care4. Die maakt het ook mogelijk om de mate van doelrealisatie te visualiseren. Terugdringen vrijheidsbeperkingen In 2013 is gekozen voor een nieuwe opzet van de M&M-commissie. De bestaande M&Mcommissie en de projectgroep terugdringen vrijheidsbeperkingen zijn samengevoegd in een nieuwe vaste commissie ‘Terugdringen Onvrijwillige Zorg’. Gezien het kritische karakter van dit beleidsonderwerp, heeft deze commissie een stevige verankering in het MT gekregen. De commissie heeft zich in eerste instantie bezig gehouden met de herziening / actualisatie van het Cellobeleid, zoals vastgelegd in de nota M&M / BOPZ, met de bijbehorende richtlijnen. Dat vraagt om bezinning op onze visie op de toepassing van vrijheidsbeperkingen en op de wettelijke kaders. Ook is kritisch gekeken naar de rolverdeling binnen Cello van de betrokken functies / disciplines, waaronder der rol van BOPZ-arts / eerste geneeskundige. Al enkele jaren wordt binnen Cello extra aandacht besteed aan de afbouw van vrijheidsbeperkende maatregelen. In voorgaande jaren lag daarbij de focus sterk op het terugdringen van het gebruik van onrustbanden. Daarbij zijn goede resultaten bereikt, al is het in 2013 niet gelukt om het aantal onrustbanden verder terug te dringen. Er zijn in 2013 wel banden afgebouwd, maar aan de andere kant moest bij enkele cliënten weer gebruik worden gemaakt van een bratexband omdat het alternatief onvoldoende bescherming bood. Ook zijn er in 2013 enkele nieuwe cliënten met een onrustband binnengekomen bij wie de insteek is om de band zo snel mogelijk af te bouwen. Helaas is dat nog niet overal succesvol gebleken. Bij cliënten met ernstige vormen van automutilatie is het moeilijk om alternatieven te vinden. Ook zijn wettelijk vertegenwoordigers gezien de ervaringen in het verleden erg huiverig voor het afbouwen van de fixatie. Aantal cliënten met onrustbanden Bratexband Zweedse Band Totaal onrustbanden
31-12-2008 78 43 121
31-12-2010 39 13 52
31-12-2011 17 5 22
31-12-2012 11 2 13
31-12-2013 13 0 13
In 2013 is de aandacht meer gericht op het gebruik van afzondering en ‘onder controle’. Het aangrijpingspunt daarvoor ligt vooral in begeleidingsstijl, visie en competenties van begeleiders. Dat vraagt om een intensief en langdurig traject. In november is een themabijeenkomst over vrijheidsbeperkingen gehouden voor alle leidinggevenden van Cello. Toen is indringend gesproken over het belang om tijd en aandacht te blijven investeren in de verdere afbouw van vrijheidsbeperkingen én over de morele dilemma’s die er mee samenhangen. Ook is stilgestaan bij de ‘dagelijkse, kleine vrijheidsbeperkingen’. Daar dienen begeleiders zich meer bewust van te zijn. Afgesproken is dat alle clusters in hun jaarplan voor 2014 een afbouwplan voor vrijheidsbeperkingen uitwerken, afgestemd op aard van de vrijheidsbeperkingen die binnen dat cluster aan de orde zijn.
pagina 32
Ook uit de cijfers vanuit het kwaliteitskader blijkt dat Cello op het terrein van terugdringen vrijheidsbeperkingen nog een slag te maken heeft. Toepassing vrijheidsbeperkingen i.v.m. branchegemiddelde
Toepassing in 2013 Afzondering (in afzonderingsruimte) Afzondering bij cliënten ZZP7 Separeren Fixatie Fixatie bij cliënten ZZP7 Gedwongen medicatie
% cliënten Cello 2,6 % 12,2 % 0,8 % 11,4 % 45,3 % 0,0 %
% Gemiddeld VGN 2,4 % 9,0 % 0,3 % 6,4 % 26,0 % 0,4 %
Cello scoort vergeleken met andere instellingen hoog op het aantal Fixaties. Dit komt niet zozeer voort uit het gebruik van mechanische fixatiemiddelen (onrustbanden, polsbanden, ed.), maar met name door de toepassingen van ‘Onder Controle-technieken’. Mede door de scholing hierin is men er zich meer van bewust dat in formele zin sprake is van toepassing van fixatie in het kader van BOPZ. Tegelijk kan de scholing een drempelverlagend effect hebben op de toepassing van de maatregel. 4.4.
Personeel en opleidingen 4.4.1
Personeelsbeleid
Naast de in eerdere jaren in gang gezette uitvoering van beleidsonderwerpen stonden voor de Dienst Personeel en Opleiding twee onderwerpen centraal: de herinrichting van de dienst en de strategische personeelsplanning. Het onderzoek naar de herinrichting van de dienst werd in het begin van 2013 gestart met ondersteuning door een extern adviesbureau. Onderzocht wordt op welke manier Cello de HRfunctie in de toekomst zo optimaal en efficiënt mogelijk in kan richten en positioneren. Op basis van een eerste afgegeven advies is later in het jaar besloten een kwartiermaker te benoemen met de concrete opdracht een organisatie- en formatieplaatsenplan te ontwikkelen. De op handen zijnde veranderingen - zowel binnen de eigen dienst als binnen de gehele organisatie - werden doorkruist door het vertrek van de manager P&O. De functie werd ingevuld met een interimmanager uit eigen gelederen. In dat opzicht was het goed vast te mogen stellen dat de reguliere processen zonder veel kwaliteitsverlies doorliepen en de strategische onderwerpen met de nodige aandacht en betrokkenheid werden opgepakt Strategische personeelsplanning Met het duidelijk worden van de financiële gevolgen van de overheidsmaatregelen, is vast komen te staan hoeveel formatieplaatsen Cello in de toekomst zal moeten afbouwen op basis van de te verwachten inkomsten. Tot 2018 zou dit een krimp betekenen van 190 fte ten opzichte van 2013. Aan de hand van een strategische personeelsplanning hebben we kunnen vaststellen dat het mogelijk moet zijn om dit doel te bereiken zonder gedwongen ontslagen. Cello realiseert zich dat dit in houdt dat we ons de komende jaren zeer gedisciplineerd zullen moeten gedragen als het gaat over het begroten en inzetten van medewerkers. Anderzijds verwacht Cello ook veel van haar
pagina 33
medewerkers in de komende jaren. Om het baanbehoud voor zichzelf en zoveel mogelijk collega’s te realiseren, zal van iedereen meer flexibiliteit van inzet gevraagd worden. De vaste werkplek zal voor velen komen te vervallen; met name in de directe zorg zal het bewustzijn van de onderlinge uitwisselbaarheid en daarmee de mobiliteit van medewerkers vergroot moeten worden. Om dit doel te bereiken is een start gemaakt met het ontwikkelen van mobiliteitsbeleid. Duurzame inzetbaarheid Daarnaast blijft het onderwerp duurzame inzetbaarheid nadrukkelijk op de agenda. De gevolgen van het overheidsbeleid zullen naast de kwantitatieve gevolgen ook een verschuiving tot gevolg hebben in de benodigde competenties van medewerkers. Van ‘zorgen voor naar zorgen dat’ zal van medewerkers verlangen dat zij bewust zijn van de toegevoegde waarde dat het netwerk van familie, verwanten en vrijwilligers heeft bij de zorg voor cliënten en dat zij dit netwerk op een juiste manier betrokken kan maken en houden. De visie op zorg moet de komende tijd worden bijgesteld waarna ook het nieuwe medewerkersprofiel gestalte zal krijgen. Het eind 2013, op basis van het scenariomodel strategische personeelsplanning, vastgestelde scenario voor de kwantitatieve bemensing in de uitvoerende zorg, is op dit moment leidend voor de ontwikkelingen. Implementatie personeels- en salarisinformatiesysteem Bij de verbetering van efficiëntie en effectiviteit van de administratieve processen gaan medewerkers en managers zelf een steeds belangrijkere -maar vooral ook directere- rol vervullen onder de noemer van ‘HR-Selfservice’. Hierbij wordt gebruik gemaakt van Youforce HR-software, waarbij door zelf in te loggen medewerkers de loonstrook en jaaropgaaf kunnen raadplegen en digitaal declaraties en mutaties in de persoonlijke gegevens in kunnen dienen. Managers kunnen zelf nieuwe medewerkers invoeren en wijzigingen op bestaande dienstverbanden aanbrengen Het proces van de implementatie hiervan verliep niet vlekkeloos en de resultaten hiervan zijn niet in overeenstemming met de wensen en verwachtingen. Nu het systeem er staat is de beleving bij managers dat er veel taken zijn verschoven van P&O naar managers. Taken waarvoor bij managers de kennis ontbreekt. Aangezien het geen routinematige werkzaamheden betreffen, wordt deskundigheidsbevordering op dit onderdeel niet zinvol geacht. In 2014 wordt Youforce verder geëvalueerd, waarbij naar aller waarschijnlijkheid aanpassingen in de processen worden doorgevoerd. Verzuim In 2013 is het verzuimpercentage gedaald ten opzichte van het verzuimpercentage in 2012. Volgens de cijfers van het peilstation Vernet (dat een vergelijking mogelijk maakt tussen Cello, de branche regionaal en de branche landelijk), heeft Cello een verzuimpercentage van 4,92 % (vergelijk branche regionaal: 5,31 %; en branche landelijk: 4,89 In 2013 is een geautomatiseerd systeem geïmplementeerd waarmee het verzuim van medewerkers adequaat en effectief kan worden gemanaged, geheel volgens de wettelijke richtlijnen en verplichtingen die hiermee samen hangen. Ziekteverzuim Cello Ziekteverzuim exclusief zwangerschap Vernetcijfers:
2013 5,10% 4,92%
2012 5,68 % 5,52 %
2011 5,49% 5,16%
pagina 34
Arbeidsomstandigheden In 2013 is een vervolg gegeven aan de update van de RI&E. In de sectoren Wonen Vught, Wonen Haaren, Kind Gezin en Vrije Tijd en Dagbesteding en Werk is het merendeel van de deel-RI&E’s gestart. Voor de sectoren wonen Rosmalen en Directie staf en overige diensten ligt het accent voor de uitvoering in 2014. Op de plaatsen waar de RI&E is afgerond werkt de leidinggevende samen met de teamleden aan het realiseren van de acties uit het plan van aanpak. In het kader van duurzame inzetbaarheid is in het project “Werken is gezond” bij de sector Kind, Gezin en Vrije tijd gewerkt aan de uitvoering en afronding van de plannen van aanpak in de teams. In de sector Wonen Haaren is gestart met een verzuimanalyse en een analyse van de werkwijze en visie van de clustermanager aangaande verzuim met behulp van checklists. De analyse gaf de clustermanagers zicht op concrete verbeterpunten. In 2013 is e-learning geïntroduceerd voor het theoretisch deel van de Brand, Ontruiming en eenvoudige EHBO (BOE)-training. In het praktijkdeel van de BOE-training op de eigen werkplek ligt het accent op voorlichting over de aanwezige voorzieningen op de eigen werkplek en het praktisch oefenen met ontruimen. In 2013 zijn totaal 59 BOE-trainingen verzorgd waaraan totaal 593 medewerkers hebben deelgenomen. Daarnaast zijn 7 trainingen voor aandachtsfunctionarissen BHV verzorgd en totaal 13 BHV-scholingen voor medewerkers van Nachtzorg, BHV-ploeg Groote Cingels en dagbestedingscentra. In 2013 is een enquête gehouden onder ergocoaches en hun managers over de bevindingen en ervaringen met ergocoaches. Het blijkt dat ergocoaches vooral bijdragen in het (vroegtijdig) signaleren van knelpunten in fysieke belasting en adviseren van collega’s over werktechnieken en hulpmiddelen. De managers waarderen deze inbreng. Ergocoaches geven aan dat er niet altijd tijd voor coaching en bespreken van thema’s in het teamoverleg is. Dit heeft onder andere te maken met de veranderingen in de manier van werken (kleinschalig/alleen werken) en de druk op beschikbare tijd voor teamoverleg. De resultaten van de enquête worden meegenomen in verdere beleidsontwikkeling en waren input voor de invulling van de themabijeenkomsten voor ergocoaches in 2013. In de afgelopen jaren is een toenemende vraag ontstaan naar begeleiding van relatief nieuwe doelgroepen met complexe en vaak meervoudige problematiek (o.a. LVB+). Bestaande afspraken en protocollen t.a.v. agressie en veiligheid zijn niet altijd passend voor deze doelgroep of sluiten niet aan bij het juridisch kader. Door de handelingsverlegenheid die dat geeft kunnen onveilige situaties ontstaan voor cliënten en medewerkers. In het project veiligheid is de visie op veiligheid en de visie op agressie geherformuleerd en getoetst aan het landelijk kader (Actieplan “Veilig werken in de Zorg” van het ministerie VWS, “Handreiking agressie en geweld” van het programma Veilige Publieke Taak). Beschikbare instrumenten binnen Cello zijn aan de hand van de veiligheidsketen (pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg) in beeld gebracht. Er zijn leemtes in het beleid rondom agressie geconstateerd en er is er een format gemaakt waarmee teams hun eigen veiligheidsplan kunnen uitwerken op basis van het geschetste kader in de beleidsnotitie. In 2014 krijgt dit project een vervolg om de leemtes nader invulling te geven en om de praktische vertaling van de visie op veiligheid en agressie te verwerken in veiligheidsplannen per werkeenheid.
pagina 35
De aard van het werk brengt met zich mee dat medewerkers kunnen worden geconfronteerd met ingrijpende gebeurtenissen, zoals onverwachte hevige agressie of ernstige bedreigingen door cliënten of hun familie. Indien zij last blijven houden van incidenten kunnen zij gebruik maken van het nazorgteam. Het nazorgteam is 32 keer ingeschakeld in 2013. De nazorgmedewerkers zien een trend dat de aard van incidenten heftiger wordt (in de vorm van meer dreiging en fysiek geweld) en dat er meer medewerkers zijn die door een veranderde situatie op de groep (veranderende doelgroep die meer agressie heeft of complexere problematiek) en het alleen werken in geval van een heftig voorval vastlopen in het werk. Zorgcontinuïteit In 2013 is op het gebied van zorgcontinuïteit gewerkt aan een aantal thema’s. De rol van communicatie onder crisisomstandigheden is uitgewerkt in een eerste versie van een communicatieplan. Een belangrijke wijziging daarin is dat een medewerker van de afdeling communicatie nu standaard onderdeel uitmaakt van het crisisteam en dat het belang van adequate en tijdige berichtgeving meer aansluit bij het huidige mediatijdperk en de verwachtingen die de maatschappij, organisatie, medewerkers, cliënten en hun vertegenwoordigers daarvan hebben. Naar aanleiding van de risicoanalyse stroomuitval is in 2013 gerealiseerd dat de overcapaciteit van het noodstroomaggregaat van de Zorgcentrale in noodgevallen ingezet kan worden voor verlichting en verwarming van de boerderij op Groote Cingels. Er is een voorstel uitgewerkt om vergelijkbare steunpunten te gaan realiseren in de Wijngaert (aanleg van een inkoppelpunt voor een noodstroomaggregaat) en de Binckhorst (plaatsen van een noodstroomaggregaat) voor de opvang van de meest kwetsbare cliënten bij langdurige stroomuitval. Er is door de veiligheidsfunctionaris in het kader van zorgcontinuïteit deelgenomen aan de regionale bijeenkomsten van de GHOR. 4.4.2
Opleidingsbeleid
Effectiever en efficiënter leren heeft veel aandacht gekregen. Het advies en de ondersteuning vanuit het opleidingscentrum is er steeds meer op gericht om het leren in de praktijk te versterken. Bij deze ontwikkeling, waarin het faciliteren van leren centraal staat, hoort ook de ontwikkeling van e-learning als onderdeel van blended leertrajecten. Er zijn e-learning modules ontwikkeld en geïmplementeerd. Ook de verdere implementatie van het digitale leerportaal heeft nog veel aandacht gevraagd. Uiteindelijk is eind 2013 ervoor gekozen om te stoppen met het huidige leerportaal omdat deze oplossing niet aan de verwachtingen voldeed en ook de kosten hoger waren dan verwacht. Er is gestart met de selectie van een alternatief dat medio 2014 in werking moet zijn. Met onze e-learning voor beroepskrachten zitten we landelijk in de ‘kopgroep’ en krijgen we veel waardering voor de ontwikkelde modules. Vernieuwender nog is de e-learning voor cliënten die onder de naam Mpower wordt gepresenteerd. Modules zoals ‘de was doen, ‘schoonmaken’ en ‘koken’ ondersteunen bij het zelfstandig wonen. De intensiveringsgelden hebben het mogelijk gemaakt om een extra impuls te geven aan het scholen van medewerkers. Met name op de kennisgebieden LVB+, EMB, autisme, seksualiteit, en ouder worden en dementie. Ook is er ingezet op het versterken van de vaardigheden van de coördinerend begeleiders en een opleiding voor gezinscoaches.
pagina 36
Open inschrijving Medewerkers van Cello kunnen zich na overleg met hun leidinggevende voor een cursus inschrijven in het aanbod bij- en nascholing. Zo kan aan een individuele scholingsvraag worden voldaan en geeft de cursus de gelegenheid collega’s te ontmoeten uit andere delen van de organisatie. Een bijzondere vorm van open inschrijving is het ‘open aanbod’. Dit aanbod heeft tot doel medewerkers, ouders/vertegenwoordigers en vrijwilligers die verbonden zijn aan Cello te prikkelen om zich te ontwikkelen door cursussen en trainingen die leerzaam, leuk en zorggerelateerd zijn. Onder andere op het gebied van ontspanning, persoonlijke ontwikkeling en computervaardigheden. Training op maat Mede door de inzet van de intensiveringsgelden voor de langdurige zorg is het mogelijk geweest een kwaliteitsslag te maken op het gebied van (maatwerk)scholing. Het maatwerk bestaat uit advies, ontwikkeling en uitvoering van scholing. De opleidingsadviseur is steeds meer ondersteuner bij veranderprocessen in een cluster of team. Maatwerktrainingen die veel hebben plaatsgevonden zijn teamtrainingen op basis van EQi of competentiemeter. Daarnaast zijn er verschillende trajecten ondersteund in de verandering van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. Externe dienstverlening en symposia Jaarlijks organiseert Opleidingscentrum Cello symposia en workshops voor beroepskrachten in de gehandicaptenzorg. Er hebben in 2013 een drietal symposia en meerdere workshops plaats gevonden. De symposia hadden als thema Agressie en probleemgedrag bij mensen met autisme, Autisme en stressmanagement, Emancipatorisch werken met mensen met autisme en een verstandelijke beperking.. Op maat hebben er verschillende trainingen plaatsgevonden voor andere organisaties. Deze externe dienstverlening heeft onder andere bestaan uit trainingen op het gebied van verpleegtechnisch handelen, EQi, LVG+ en Professioneel handelen bij (dreigende) agressie. Management- en talentontwikkeling Op het gebied van managementontwikkeling heeft er een verandering plaatsgevonden. Waar er eerst vooral een trainingsaanbod was, wordt de ontwikkeling nu vooral gekoppeld aan de praktijk. In 2013 heeft daartoe een innovatieplatform vorm gekregen. Een vijftal projecten met elk een eigen klankbordgroep werkte met externe ondersteuning naar hun projectdoelen toe. Een andere vorm van talentontwikkeling is de scholing voor coördinerend begeleiders. Naast een basisscholing is er sinds 2012 een vorm gekozen waarin deze begeleiders zich structureel kunnen ontwikkelen. In leergroepen die zijn samengesteld rondom het type cliënten waar ze mee werken, bepalen ze zelf de inhoud van een viertal bijeenkomsten. In 2013 konden we het eerste jaar evalueren en vaststellen dat de groepen actief aan de slag zijn geweest en veel eigen verantwoordelijkheid aan de dag hebben gelegd om tot een zinvolle invulling te komen. EQi De EQi is een wetenschappelijke test die de emotionele intelligentie meet. Binnen Cello wordt het toegepast om de voorwaardenscheppende competenties van medewerkers in beeld te krijgen. De
pagina 37
dienstverlening op dit gebied is onder te verdelen in selectie-assessments, persoonlijke ontwikkeling en teamontwikkeling/-training. In 2013 zijn er veel gesprekken geweest als onderdeel van de leergang LVB+. Cliëntenscholing In de visie van Cello op mensen met een verstandelijke beperking staat dat zij gewoon burgers van deze samenleving zijn. ‘Gewoon’ betekent onder andere dat men zich kan ontplooien en vaardigheden kan ontwikkelen. Waar dit niet binnen de reguliere educatieve voorzieningen kan, biedt Cello deze mogelijkheid met het cursuscentrum EigenWijze. Naast het verzorgen van scholing wordt door het cursuscentrum steeds meer tijd besteed aan advies en ontwikkeling. Ook het project Mpower, e-learning voor mensen met een verstandelijke beperking om hun zelfstandigheid te vergroten, heeft veel aandacht gevraagd. Er is een e-learning ‘de was doen’ ontwikkeld en getest in een pilot. Op basis van de positieve resultaten zijn de modules ‘koken’ en ‘schoonmaken’ verder uitgewerkt. Hier volgt een greep uit de activiteiten in 2013: Individuele en groepstrainingen hebben plaats gevonden op uiteenlopende gebieden, onder andere: fietsen, geld pinnen, vriendschap en seksualiteit, veiligheid, koken, weerbaarheid, tillen op het werk, klantgerichtheid en computervaardigheid. Verhuizingen zijn ondersteund met o.a. verhuismappen en –boxen met als doel de veranderingen voor de cliënt inzichtelijk te maken. Cursussen in de vrije tijd: In de regio ’s-Hertogenbosch wordt samengewerkt met reguliere onderwijsinstellingen in het Educatie Netwerk. Jaarlijks wordt er een cursusaanbod gedaan op het gebied van vrije tijd voor mensen met een verstandelijke beperking. Sinds 2012 kan dit gepresenteerd worden op de nieuwe website van het Educatie Netwerk. 4.5. Financieel beleid Belangrijke uitgangspunten binnen het financieel economisch beleid van Cello zijn het op orde houden van de jaarlijkse exploitatie en reserves op een aanvaardbaar niveau te houden om risico’s het hoofd te kunnen bieden. Op basis van de jaarcijfers 2013 mag vastgesteld worden dat Cello een financieel gezonde organisatie is. Ook nu in de zorg -na jaren van groei- de krimpscenario’s hun intrede doen, is het van groot belang de goede financiële positie vast te houden. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is om bij het leveren van kwalitatief goede zorg het juiste evenwicht te bewaren tussen inkomsten en uitgaven. Vanuit de beschreven onderwerpen in deze financiële paragraaf dient een relatie gelegd te worden met de jaarrekening 2013. Specifiek wordt ingegaan op met het resultaat samenhangende onderdelen, de liquiditeitspositie en de ontwikkeling van het eigen vermogen. Bestemmingsreserves en voorzieningen zijn vooral toegelicht in de jaarrekening zelf. Resultaat Bij het opstellen van de begroting 2013 diende een door de rijksoverheid opgelegde korting op het cliëntenvervoer te worden doorgevoerd; voor Cello betekende dit 1,1 euro minder inkomsten. In het belang van de cliënten werd ervoor gekozen via de geleidelijke weg de vervoerskosten om te buigen. Om die reden werd een negatief exploitatieresultaat van € 797.000 begroot. Het exploitatieresultaat over 2013 laat een negatief saldo zien van € 746.591.
pagina 38
Naast de verdisconteerde vervoerskosten, is het negatieve resultaat door de volgende posten nadelig beïnvloed: Afwaardering vastgoed: € 950.000 Toevoeging aan PBL-voorziening: € 2,3 miljoen Na correctie van voornoemde posten wordt het resultaat 2,6 miljoen positief. Ontwikkeling productie 2013 De productieafspraak voor het reguliere verblijf (inclusief kort verblijf en crisisopvang) bedroeg 426.221 dagen, waarvan er 426.096 werden gerealiseerd. Nagenoeg 100% bezetting dus op ZZP intramuraal. Daar waar het volume gedurende het jaar gelijke tred hield, was er vanwege verzwaring van de zorgzwaartepakketten in financieel opzicht wel een verschil vast te stellen. In de herschikkingsronde werd de zorgzwaartemix door het zorgkantoor gehonoreerd met een bedrag van € 1,8 miljoen. In navolging van voorgaande jaren was er ook sprake van overproductie voor de extramurale prestaties in uren en dagdelen. Deze niet door het zorgkantoor vergoede overproductie van € 1,5 miljoen werd gefinancierd uit in eerdere jaren gevormde reserves. In 2013 bedraagt de totaal gerealiseerde productie € 90,4 miljoen (2012: € 87,1). De stijging van het totaal aantal gerealiseerde zzp-verblijfdagen van 414.573 in 2012 naar 426.096 in 2013 houdt verband met aan het eind van 2012 in gebruik genomen woonvoorzieningen waarvan de capaciteit in 2013 volledig benut werd. Het betrof: Schoolstraat te Berlicum (18 plaatsen) Molenstraat te Best (14 plaatsen) Groote Wielenlaan Rosmalen: 8 plaatsen capaciteitsuitbreiding LVG. Liquiditeitspositie Door de vlottende activa te delen door de vlottende passiva wordt een kengetal verkregen om de mate van liquiditeit uit te drukken. Het verloop van deze grootheden is als volgt:
1,0 0,9 0,8 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 Cello Sector
2010 0,7
2011 0,3
2012 0,2
2013 1,5
0,5
0,6
0,7
-
In 2013 laat het werkkapitaal een scherpe stijging zien, met name als gevolg van het aantrekken van drie nieuwe langlopende leningen voor een totaalbedrag van € 50 miljoen. Met deze gelden
pagina 39
zijn de kortlopende financieringen voor de bouwprojecten Groote Cingels, Binckhorst en Wijngaert omgezet in langlopend vreemd vermogen. De liquiditeitspositie is in 2013 voorts gestegen door positieve operationele kasstromen; de inkomende kasstroom uit operationele bedrijfsvoering bedraagt circa € 10 miljoen. Deze positieve kasstroom is groter dan de jaarlijkse aflossing- en renteverplichtingen van Cello (2014: circa € 6,1 miljoen). Alhoewel de kasstroom uit operationele bedrijfsvoering van Cello ten opzichte van 2012 (€ 10,7 miljoen) enigszins lager ligt, is deze kasstroom toereikend om de aflossings- en renteverplichtingen te kunnen voldoen. Bedrijfswaardeberekening Vastgoed In 2013 is het strategisch vastgoedbeleidsplan verder uitgewerkt waarbij de door de overheid aangekondigde bezuinigingsmaatregelen zijn betrokken. De meest recente actualisatie van de berekening van de bedrijfswaarde is gemaakt naar aanleiding van het in april 2014 gesloten Zorgakkoord. Daar waar eerder 50% van een verminderde opbrengst voor ZZP-VG3 werd meegenomen, werd in de laatste berekening de verwerking van extramuralisatie van VG3 helemaal achterwege gelaten. Naast de verwachte omzetkrimp werd ook de afboeking van enkele vrijgekomen panden in de waardevermindering verdisconteerd. In de jaarrekening 2013 is een bedrag voor waardevermindering vastgoed verwerkt van circa € 950.000,-In 2012 was reeds een bijzondere waardevermindering op het vastgoed van circa € 1,6 miljoen verwerkt. De totale afwaardering van het vastgoed komt hiermee uit op circa € 2,6 miljoen (circa 3% van de historische aanschafwaarde van het vastgoed). Eigen vermogen Het percentage weerstandsvermogen wordt berekend door het totale eigen vermogen te delen door de som van de bedrijfsopbrengsten. 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
Cello Sector
2010 27,6% 17,1%
2011 26,9% 18,6%
2012 25,3% 19,7%
2013 24,1% -
De daling van het percentage weerstandsvermogen (24,1% in 2013 ten opzichte van 25,3% in 2012) wordt veroorzaakt door een afname van het eigen vermogen als gevolg van het negatieve exploitatieresultaat in combinatie met een stijging van de totale bedrijfsopbrengsten.
pagina 40
Tegen de achtergrond van de vele ontwikkelingen en onzekerheden over de overheidsbezuinigingen en de daarmee samenhangende financiële risico’s blijft het van belang over een solide eigen vermogen te beschikken. Negatieve exploitatieresultaten dienen voorkomen te worden en dus blijft een strakke bijsturing en monitoring van de exploitatie noodzaak. Als deelnemer van het Waarborgfonds voor de Zorgsector legt Cello jaarlijks ook verantwoording af over de ontwikkeling van de vermogenspositie en het verloop van de exploitatie. Het WFZ staat borg voor de door Cello aangetrokken langlopende leningen. Bij de jaarlijkse herbeoordeling zal met een percentage weerstandsvermogen van 24,1% ruimschoots voldaan worden aan de normen die het WFZ (tussen 10 en 15%) hieraan stelt. Bestemmingsreserve intra-/extramurale productie Van het exploitatieresultaat 2013 ten bedrage van circa € 0,7 miljoen negatief is € 1 miljoen ten laste van de bestemmingsreserve extramurale kapitaallasten gebracht. Deze onttrekking betreft een belangrijk deel van de overproductie die Cello in 2013 op de extramurale zorg heeft gerealiseerd. Na deze verwerking resteert een bedrag van € 600.000. Met het zorgkantoor zijn afspraken gemaakt over het reserveren van dit bedrag voor tegenvallende AWBZ-zorginkomsten in 2014. Vanwege de gewijzigde doelstelling is de naam van de bestemmingsreserve “extramurale kapitaallasten” gewijzigd in “intra-/extramurale productie”. Voorziening Persoonlijk Budget Levensfase (PBL) In mindere mate dan verwacht, oefenen medewerkers hun PBL-rechten uit. Als gevolg hiervan heeft Cello de geldwaarde van 63.000 in 2013 bijgekomen openstaande PBL-uren gedoteerd aan de voorziening. Per saldo muteert de voorziening met € 2,3 miljoen en wordt de stand per 31 december 2013 € 5 miljoen. Rondom de vaststelling van de PBL-voorziening is de blijfkans van medewerkers met 5% naar boven bijgesteld tot 90%. Bij het inschatten van de vertrekkans van 10% is rekening gehouden met de stagnatie op de arbeidsmarkt in de zorgsector. Krimpscenario’s en door zorgaanbieders gehanteerde vacaturestops zijn bepaald niet bevorderlijk voor de mobiliteit van zorgmedewerkers. Met betrekking tot de tot stand gebrachte voorziening kan verder worden opgemerkt dat in de nieuwe cao Gehandicaptenzorg is afgesproken dat het PBL jaarlijks kan worden uitbetaald en na vijf jaren moet worden uitbetaald, tenzij andere afspraken worden gemaakt. Rekening dient te worden gehouden met het beslag dat dit soort omvangrijke voorzieningenmutaties legt op de liquiditeitspositie.
5.
Jaarrekening
pagina 41
Jaarrekening 2013
Stichting Cello
14-5-2014
1
Stichting Cello, jaarrekening 2013
INHOUDSOPGAVE 5.1
Pagina
Jaarrekening 2013 5.1.1
Balans per 31 december 2013
4
5.1.2
Resultatenrekening over 2013
5
5.1.3
Kasstroomoverzicht over 2013
6
5.1.4
Grondslagen van waardering en resultaatbepaling
7
5.1.5
Toelichting op de balans per 31 december 2013
11
5.1.6
Mutatieoverzicht materiële vaste activa
18
5.1.7
Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereed gekomen projecten
22
5.1.8
Overzicht langlopende schulden ultimo 2013
23
5.1.9
Toelichting op de resultatenrekening over 2013
24
5.1.10 Ondertekening door bestuurder en toezichthouders 5.2
31
5.2.1
Overige gegevens Vaststelling en goedkeuring van de jaarrekening
33
5.2.2
Statutaire regeling resultaatbestemming
33
5.2.3
Resultaatbestemming
33
5.2.4
Gebeurtenissen na balansdatum
33
5.2.5
Controleverklaring
34
14-5-2014
2
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1 JAARREKENING 2013
14-5-2014
3
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1
JAARREKENING 2013
5.1.1 BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (NA RESULTAATBESTEMMING) ACTIVA
Ref.
31-12-2013 €
31-12-2012 €
1. 2.
87.772.909 426.905
89.353.591 460.738
88.199.814
89.814.329
1 1.976.647 2.765.886 18.555.917
1 2.741.328 4.991.743 4.244.158
23.298.451
11.977.230
111.498.265
101.791.559
Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Vorderingen en overlopende activa Vorderingen uit hoofde van financieringstekort Liquide middelen
3. 4.
5. 6.
Totaal vlottende activa Totaal activa
PASSIVA Eigen vermogen Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
Ref.
31-12-2013 €
31-12-2012 €
7.
140.341 25.712.696 1.153.384
140.341 26.492.881 1.119.790
27.006.421
27.753.012
Totaal eigen vermogen Voorzieningen
8.
6.726.052
4.435.469
Langlopende schulden
9.
61.836.031
15.606.514
10.
15.929.761
53.996.564
15.929.761
53.996.564
111.498.265
101.791.559
Kortlopende schulden Kortlopende schulden en overlopende passiva Totaal kortlopende schulden Totaal passiva
14-5-2014
4
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1.2 RESULTATENREKENING OVER 2013
Ref.
2013 €
2012 €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten (uit AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies)
11.
104.304.690
103.171.640
Niet-gebudgetteerde zorgprestaties
12.
5.485.290
4.131.889
Subsidies
13.
438.640
623.362
Overige bedrijfsopbrengsten
14.
1.819.480
1.962.226
112.048.100
109.889.117
Som der bedrijfsopbrengsten
BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten
15.
78.349.964
76.262.158
Afschrijvingen op materiele vaste activa
16.
7.334.333
7.640.034
Bijzondere waardevermindering van vaste activa
17.
948.534
1.586.999
Overige bedrijfskosten
18.
23.850.977
22.446.948
110.483.808
107.936.139
1.564.292
1.952.978
2.310.883-
1.221.755-
Som der bedrijfslasten BEDRIJFSRESULTAAT Financiële baten en lasten
19.
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING
746.591-
731.223
RESULTAAT BOEKJAAR (verlies)
746.591-
731.223
Het resultaat is als volgt verdeeld: Reserve aanvaardbare kosten Bestemmingsreserve inventarissen Bestemmingsreserve intramurale-/extramurale productie Bestemmingsreserve NHC Algemene reserve
14-5-2014
2013 €
2012 €
485.637 193.9231.071.89933.594 746.591-
992.789 194.237 34.471 533.34343.069 731.223
5
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1.3 KASSTROOMOVERZICHT OVER 2013
Kasstroom uit operationele activiteiten €
Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor: - afschrijvingen - mutaties voorzieningen
2013 €
2012 €
€
1.564.292
8.282.867 2.290.583
1.952.978
9.227.033 341.664 10.573.450
Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden - vorderingen - vorderingen/schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk -overschot - kortlopende schulden (excl. schulden aan kredietinstellingen)
764.681 2.225.857
9.568.697
747.7281.847.379
2.808.119-
677.151182.419
- ontvangen intrest - betaalde intrest
3.760 2.314.643-
422.500 7.438 1.187.692-
2.310.883Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Overige investeringen in financiële vaste activa Mutatie leningen u/g
1.180.254-
10.009.278
13.014.5486.312.363 33.831 -
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
10.763.922
34.389.56117.207.977 442.436 6.668.354-
16.739.148-
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden
50.000.000 3.770.483-
1.887.150-
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
46.229.517
1.887.150-
Totale kasstroom
49.570.441
7.862.377-
31.014.52518.555.916 49.570.441
23.152.14831.014.5257.862.377-
Er is gebruik gemaakt van de indirecte methode Stand geldmiddelen per 1 januari Stand geldmiddelen per 31 december
Toelichting:
Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen die onder de vlottende activa worden gerubriceerd en schulden aan kredietinstellingen die onder de vlottende passiva worden gerubriceerd. Sinds eind 2013 is er geen sprake meer van kortlopende schulden aan kredietinstelllingen.
14-5-2014
6
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.1 Algemeen Algemeen- vestigingsplaats De stichting draagt de naam Stichting Cello en is statutair gevestigd te 's-Hertogenbosch De stichting stelt zich ten doel: het bieden van zorg, begeleiding en ondersteuning aan en het bevorderen van het maatschappelijk functioneren van mensen met een verstandelijke en mensen met een meervoudige handicap. Continuïteitsbeginsel Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi, de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder RJ 655 inzake jaarverslaggeving door zorginstellingen, en Titel Boek 2BW. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van voorgaand jaar. Verbonden rechtspersonen Bij Stichting Gemeenschapshuis de Meent en In de Roos kan Cello invloed van betekenis uitoefenen op het zakelijke en financiële beleid. Op basis van artikel 407, lid 1a, titel 9:BW2 is de stichting niet meegeconsolideerd in de jaarrekening van Cello. Stichting Vrienden van Cello is een steunstichting. Gezien de aard van de bedrijfsactiviteiten van deze stichting heeft Cello besloten op grond van Artikel 7, lid 6 Regeling Verslaggeving WTZi deze niet mee te consolideren.
5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Activa en passiva worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardevermindering. De afschrijvingstermijnen van materiële en vast activa zijn gebaseerd op de verwachte gebruiksduur van het vast actief. Op gronden en op vaste activa in ontwikkeling ("onderhanden bouwprojecten") wordt niet afgeschreven. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassingen van grondslagen en gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in de toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingstermijnen van materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verwachte gebruiksduur van het vast actief. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op gronden en op vaste activa in ontwikkeling ('onderhanden bouwprojecten') wordt niet afgeschreven. Voor de gehanteerde afschrijvingspercentages wordt verwezen naar de verloopoverzichten materiële vaste activa in paragraaf 5.1.6 van deze jaarrekening. Cello beschikt over vastgoed waar zorg wordt verleend waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 6 van de AWBZ. Voor dit vastgoed zijn in 2012 de bekostigingsregels aangepast. Volledige nacalculatie van kapitaallasten van goedgekeurde investeringen is vervangen door prestatiebekostiging. Hierbij geldt een overgangstermijn van 6 jaar (tot en met 2017) waarin deze overgang gefaseerd wordt doorgevoerd. Als gevolg van deze wijziging in de bekostiging - in samenhang met de beleidsvoornemens van het kabinet inzake de hervorming van de langdurige zorg - is geconcludeerd dat sprake is van indicaties die kunnen duiden op een mogelijke duurzame waardevermindering (zie ook de NBA wijzer 2 van 24 oktober 2011). Cello heeft de contante waarde van de toekomstige kasstromen van dit zorgvastgoed benaderd op het niveau van de kasstroomgenererende eenheden en vergeleken met de boekwaarde van dit vastgoed en de overige met de bedrijfsvoering samenhangende activa per 31 december 2013. Cello vergelijkt deze waarderingen per sector en stelt per sector vast of er sprake is van impairment.
14-5-2014
7
Stichting Cello, jaarrekening 2013
Belangrijke veronderstellingen die zijn gehanteerd bij de benadering van de contante waarde van de toekomstige kasstromen zijn: - Een economische levensduur van 30 jaar. In geval van een onlangs gepleegde renovatie, 20 jaar na de renovatie. - Restwaarde beperkt opgevoerd voor woningen. - Een gemiddelde bezettingsgraad van 97%. - Disconteringsvoet van 4,5% - Indexatie van 2% voor wat betreft huren, NHC en instandhouding. Naar aanleiding van het Zorgakkoord (april 2014) is besloten om extramuralisatie van VG3 niet in de berekeningen te verdisconteren. In de jaarrekening 2013 is een bedrag van circa € 950.000 verwerkt voor afwaardering van het vastgoed. Vervreemding van vaste activa Voor verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde. Financiële vaste activa Verstrekte leningen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waarderingsverliezen. Voorraden Voorraden zijn gewaardeerd tegen kostprijs onder aftrek van een voorziening voor incourantheid. De voorraden aanwezig binnen Cello zijn gering van omvang en derhalve gewaardeerd op € 1,00. Vorderingen Vorderingen worden opgenomen voor de geamortiseerde kostprijs (nominale waarde). Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. De voorziening is statisch bepaald. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Cello heeft geen afgeleide financiële instrumenten in bezit (zoals renteswaps). Kredietrisico Voor zover Cello kredietrisico loopt over openstaande vorderingen op debiteuren, is hiertoe een voorziening getroffen. Het kreditetrisico (de voorziening) is op basis van de statische methode bepaald en op € 50.000 per ultimo 2013 in mindering gebracht op de vorderingen. Renterisico en kasstroomrisico Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen leningen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de rentevastperiode. De leningen worden zoveel mogelijk aangehouden tot het einde van de looptijd. Reële waarde De reële waarde van de in de balans opgenomen financiële instrumenten, zijnde vorderingen, schulden en liquide middelen, benadert de boekwaarde ervan. Vorderingen Vorderingen worden gewaarderd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Geldmiddelen Geldmiddelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Financiële verplichtingen (waaronder leningen) Financiële verplichtingen worden tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd op basis van de effectieve rentemethode. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito's met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
14-5-2014
8
Stichting Cello, jaarrekening 2013
Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting. Voorziening langdurig zieken De voorziening langdurig zieken is bepaald op basis van de verplichting die betrekking heeft op werknemers die langdurig ziek zijn. Van iedere werknemer kan in redelijkheid worden aangenomen dat deze te zijner tijd zal instromen in de WIA. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voorziening sociale verplichtingen De voorziening sociale verplichtingen is onder andere gericht op de kosten verbonden aan de te betalen schadeloosstellingen aan het IZZ in het kader van de privatisering. Verder voorziet de voorziening in kosten van non-activiteitsregelingen en uitbetaling van garantiesalarissen als gevolg van organisatie-ontwikkelingen. Deze garantiesalarissen zijn gebaseerd op een leeftijd (einde dienstverband) van 62,5 jaar. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voorziening uitgestelde beloningen De voorziening uitgestelde beloningen is gebaseerd op de in de toekomst te verwachten jubileumuitkeringen. De blijfkans is hierbij ingeschat op basis van ervaringsgegevens. De voorziening is contant gemaakt tegen een percentage van 4% CW, waarbij rekening is gehouden met een verwachte salarisstijging van 1,5% per jaar en een vertrekkans. Voorziening persoonlijk budget levensfase (PBL) De voorziening persoonlijke levensfase budget: In de CAO is afgesproken om per 1 januari 2010 een persoonlijke levensfasebudget(PLB) in tijd te realiseren. In de voorziening persoonlijke levensfasebudget is het saldo van de PLB uren van de medewerkers per 31 december 2013 opgenomen en de contante waarde van de specifieke overgangsregeling. Deze regeling houdt in dat werknemers die op een peildatum voldoen aan bepaalde eisen (leeftijd en aantal dienstjaren in de zorgsector) recht hebben op een eenmalige storting van 200 PBL uren naar rato van het dienstverband in de maand. In de nieuwe CAO 2014/2015 zijn de uitbetalings mogelijkheden met betrekking tot PBL verruimd. Na afloop van de indexatietermijn van 5 jaar worden aan het eind van het kalenderjaar de betreffende PBL-uren uitbetaald aan de medewerker. De voorziening is contant gemaakt tegen een percentage van 4% CW, waarbij rekening is gehouden met een verwachte salarisstijging van 1,5% per jaar en een vertrekkans. Schulden Schulden worden opgenomen voor de geamortiseerde kostprijs (nominale waarde). 5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend.
14-5-2014
9
Stichting Cello, jaarrekening 2013
Pensioenen Stichting Cello heeft voor haar werknemers een toegezegd-pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij Stichting Cello. De verplichtingen, welke voortvoeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. Stichting Cello betaalt hiervoor de premies waarvan de helft van de kosten voor de werkgever wordt gedragen en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geindexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Naar de stand van ultimo december 2013 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 109% (ultimo februari 2014, 110%). Daarmee voldoet het pensioenfonds aan de vereiste dekkingsgraad van ten minste 105%. Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen die onder de vlottende activa worden gerubriceerd. Sinds eind 2013 is er geen sprake meer van kortlopende schulden aan kredietinstelllingen. Grondslagen voor segmentering In de jaarrekening wordt geen segmentatie van de resultatenrekening opgenomen omdat Stichting Cello geen onderscheid maakt in de aansturing van de verschillende activiteiten binnen de stichting.
5.1.5.1 Waarderingsgrondslagen WNT Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft de instelling zich gehouden aan de Beleidsregel toepassing WNT. Onzekerheid vanwege het nog aannemen van de Aanpassingswet WNT door Eerste Kamer De instelling heeft de Beleidsregel toepassing WNT als normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd. De Aanpassingswet WNT, die onderdeel is van dit normenkader, is nog niet door de Eerste Kamer aangenomen., hetgeen kan leiden tot aanpassingen van de verstrekte informatie uit hoofde van de Aanpassingswet WNT. Afwijkende behandeling interimmers niet zijnde topfunctionarissen De instelling heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid die het besluit d.d. 12 maart 2014 van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geeft inzake de volledige openbaarmaking van interim-functionarissen die geen topfunctie vervullen. Op basis van dit besluit kán en hoeft de instelling niet volledig te voldoen aan de verplichting voor openbaarmaking van deze functionarissen zoals voorgeschreven in artikel 4.2 lid 2c van de Aanpassingswet WNT.
5.1.5.2 Reservering OVA-ruimte RJ655 Alinea 208 vraagt van zorginstellingen bij de vaststelling van het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten rekening te houden met de definitieve indexering van de diverse componenten van het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten (hierna: na-indexering), mits voldaan is aan de voorwaarden van RJ270 De winst-en-verliesrekening. Deze na-indexering is binnen de huidige tariefstructuur niet eenduidig te documenteren, gegeven het feit dat voor de identificatie en de calculatie geen heldere en objectieve uitgangspunsten beschikbaar zijn. Ook voor een berekening van de omvang van de na-indexering zijn geen heldere en opjectieve uitgangspunten beschikbaar. Daardoor is de omvang van de post niet voldoende betrouwbaar vast te stellen. Cello heeft daarom de na-indexering niet verwerkt in de jaarrekening 2013.
14-5-2014
10
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2013 ACTIVA 1. Materiële vaste activa De specificatie is als volgt:
31-12-2013 €
31-12-2012 €
Grond Wegen en tuinaanleg Permanente gebouwen Sociowoningen Verpleegstershuisvesting Verbouwingen Bouwrente Instandhoudingsinvesteringen Trekkingsrechten Totaal bedrijfsgebouwen en terreinen Machines en installaties Andere vaste bedrijfsmiddelen ,technische en administratieve uitrusting Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa
7.190.719 6.602.654 31.098.010 214.317 11.798.398 324.560 2.662.665 2.595.046 62.486.369 15.352.505 8.669.430 1.264.605
7.388.126 6.503.784 30.578.170 223.333 2.068 12.916.735 368.352 2.907.307 2.780.405 63.668.283 14.322.320 9.025.260 2.337.728
Totaal materiële vaste activa
87.772.909
89.353.591
Het verloop van de materiële vaste activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:
2013 €
2012 €
Boekwaarde per 1 januari Bij : investeringen Af : afschrijvingen Af: extra afschrijvingen als gevolg van schattingswijziging wordt niet door NZA vergoed Af: bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Af: terugname geheel afgeschreven activa Af: desinvesteringen
89.353.591 13.014.548 6.599.569 734.764 948.534 6.312.363
81.399.039 34.389.561 6.591.131 1.048.903 1.586.999 17.207.977
Boekwaarde per 31 december
87.772.909
89.353.591
125.233.534 37.460.625
130.469.901 41.116.310
Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen
Toelichting: Voor een nadere specificatie van het verloop van de materiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.6. In toelichting 5.1.7 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten.
14-5-2014
11
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2013 ACTIVA
2. Financiële vaste activa
Saldo per 01-01-13 €
Dotatie
381.016 79.722 460.738
27.144 27.144
€
Onttrekking
Saldo per 31-12-13 €
€
De specificatie is als volgt: Rekening Courant SBBC Bijdrage inventaris cliënten Cello Totaal financiële vaste activa
3. Voorraden De specificatie is als volgt:
2.473 58.504 60.977
31-12-2013 €
378.543 48.362 426.905
31-12-2012 €
Voorraden
1
1
Totaal voorraden
1
1
Toelichting: Gezien de vrij geringe omvang van de voorraden en de beperkte invloed van de voorraadmutaties zijn de voorraden opgenomen tegen het symbolische bedrag van € 1,--.
4. Vorderingen en overlopende activa De specificatie is als volgt: Vorderingen op debiteuren Vorderingen op debiteuren verbonden Dubieuze debiteuren Overige vorderingen Overige vorderingen verbonden partijen
Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen
Totaal vorderingen en overlopende activa
14-5-2014
31-12-2013 €
31-12-2012 €
469.771 36.232 50.000456.003 80.960 536.963
595.020 89.422 64.214620.228 107.419 101.462 829.109
831.137 608.547
1.288.445 623.774
1.439.684
1.912.219
1.976.647
2.741.328
12
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2013 ACTIVA
5. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot Toelating Cello
2012 €
Saldo per 1 januari Financieringstekort Financieringsoverschot Voorziening onzekere budgetposten Sub-totaal
4.991.743 4.991.743
Financieringsverschil boekjaar Correcties voorgaande jaren Betalingen/ontvangsten Mutaties voorziening Sub-totaal mutatie boekjaar
1324.991.6114.991.743-
Saldo per 31 december Financieringstekort Financieringsoverschot Voorziening onzekere budgetposten Totaal Statium van vaststelling
c
2013 € -
Totaal € 4.991.743 4.991.743
2.765.886 2.765.886
2.765.886 1324.991.6112.225.857-
2.765.886 2.765.886
2.765.886 2.765.886
a
a = interne berekening b = overeenstemming met zorgkantoor c = definitieve vaststelling met Nza Specificatie financieringsverschil in het boekjaar
Wettelijk budget aanvaardbare kosten Af: ontvangen voorschotten Af: overige ontvangsten
2013 €
2012 €
104.304.822 101.538.936 -
103.164.331 98.172.588 -
2.765.886
4.991.743
31-12-2013 €
31-12-2012 €
ABN/Amro ING bank Rabobank Kassen
15.038 10.105 18.482.401 48.373
15.118 1.9174.186.018 44.940
Totaal liquide middelen
18.555.917
4.244.158
Totaal financieringsverschil
6. Liquide middelen
Toelichting: De banktegoeden staan ter vrije beschikking van Stichting Cello.
14-5-2014
13
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2013 PASSIVA 7. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:
31-12-2013 €
31-12-2012 €
Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen
140.341 25.712.696 1.153.384
140.341 26.492.881 1.119.790
Totaal eigen vermogen
27.006.421
27.753.012
Overige mutaties €
Saldo per 31-12-2013 €
Kapitaal Het verloop is als volgt weer te geven:
Saldo per 01-01-2013 €
Resultaatbestemming €
Kapitaal
140.341
-
-
140.341
Totaal kapitaal
140.341
-
-
140.341
Collectief gefinancierd gebonden vermogen Het verloop is als volgt weer te geven:
Saldo per 01-01-2013 €
Reserve aanvaardbare kosten Bestemmingsreserve inventarissen/vervoermiddelen Bestemmingsreserve intramurale-/extramurale productie Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen
21.445.691 3.375.292 1.671.899 26.492.881
Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Het verloop is als volgt weer te geven:
Saldo per 01-01-2013 €
Resultaatbestemming €
Overige mutaties €
485.637 193.9231.071.899780.185-
-
Resultaatbestemming €
Algemene reserves
1.119.790
33.594
Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
1.119.790
33.594
Overige mutaties
Saldo per 31-12-2013 € 21.931.327 3.181.369 600.000 25.712.696
Saldo per 31-12-2013 € 1.153.384
-
1.153.384
Toelichting: Bestemmingsreserve Inventarissen/vervoermiddelen Cello kent sinds 2003 een zogenaamd investeringsplafond ten behoeve van inventarissen. Het investeringsplafond kent een jaarlijkse afschrijvingscomponent van € 1.065.753. Het verschil tussen dit plafond en de werkelijke afschrijvingskosten wordt gemuteerd op deze bestemmingsreserve.
Bestemmingsreserve intramurale-/extramurale productie Met het zorgkantoor zijn afspraken gemaakt over de financiering van extramurale overproductie 2013 en het reserveren van een bedrag van € 600.000 ter dekking van tegenvallende inkomsten in 2014. Per ultimo 2013 is de stand van de reserve hierop aangepast waardoor de reserve muteert met een bedrag van € 1.071.899 voor overproductie extramuraal (totale overproductie extramuraal was € 1,5 miljoen) en het saldo € 600.000 wordt. Algemene reserve De algemene reserve bestaat uit voordelige exploitatieresultaten van niet-AWBZ gefinancierde activiteiten en saldi van de pre awbz-periode. In 2013 is 3,0% rente toegevoegd aan de reserve.
14-5-2014
14
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2013 PASSIVA 8. Voorzieningen Het verloop is als volgt weer te geven:
Saldo per 01-01-2013 €
Dotatie €
Onttrekking €
Saldo per 31-12-2013 €
Voorziening langdurig zieken Voorziening uitgestelde beloningen Voorziening sociale verplichtingen Voorziening persoonlijke levensfase budget
491.494 820.674 433.634 2.689.667
409.311 81.773 3.350.657
361.578 46.115 141.141 1.002.324
539.227 856.332 292.493 5.038.000
Totaal voorzieningen
4.435.469
3.841.741
1.551.158
6.726.052
31-12-2013 € Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) Langlopend deel van de voorzieningen (> 5 jr.)
383.351 6.342.701 1.012.208
Voorziening langdurig zieken In deze voorziening zijn de te betalen WIA-suppleties en de doorbetalingsverplichting inzake langdurig zieken opgenomen waarvan wordt verwacht dat deze medewerkers niet zullen terugkeren in het arbeidsproces. Voorziening uitgestelde beloningen De voorziening uitgestelde beloningen is gebaseerd op de in de toekomst te verwachten jubileumuitkeringen. De blijfkans is hierbij ingeschat op basis van ervaringsgegevens. De voorziening is contant gemaakt tegen een percentage van 4 %, waarbij rekening is gehouden met een verwachte salarisstijging van 1,5% per jaar. Voorziening sociale verplichtingen De voorziening sociale verplichtingen is onder andere gericht op de kosten verbonden aan de te betalen schadeloosstellingen aan het IZZ in het kader van de privatisering van Groote Cingels en de toekomstige uitbetaling van garantiesalarissen als gevolg van verdere organisatieontwikkeling en het daarbij behorende sociaal plan. Deze garantiesalarissen zijn gebaseerd op een pensioengerechtigde leeftijd van 62,5 jaar. Voorziening persoonlijke levensfase budget De voorziening persoonlijke levensfase budget is in 2013 gevormd op basis van de nog niet opgenomen uren en de eenmalige storting van 200 uur van de overgangsregeling van de medewerkers als ze 55 jaar worden.
9. Langlopende schulden De specificatie is als volgt:
31-12-2013 €
31-12-2012 €
Schulden aan kredietinstellingen
61.836.031
15.606.514
Totaal langlopende schulden
61.836.031
15.606.514
Het verloop is als volgt weer te geven:
Stand per 1 januari Bij: nieuwe leningen Af: aflossingen komend boekjaar Af: extra aflossingen Stand per 31 december
14-5-2014
2013 € 15.606.514 50.000.000 3.770.483 61.836.031
2012 € 17.493.664 1.887.150 15.606.514
15
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2013 PASSIVA
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd:
31-12-2013 €
Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) Hiervan langlopend (> 5 jr.)
3.770.483 58.065.548 42.992.693
Toelichting: Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar bijlage overzicht langlopende leningen, onder 5.1.8. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.
10. Kortlopende schulden en overlopende passiva De specificatie is als volgt:
31-12-2013 €
31-12-2012 €
Schulden aan kredietinstellingen Crediteuren Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Belastingen en sociale premies Schulden terzake pensioenen Nog te betalen salarissen Vakantiegeld Vakantiedagen
738.367 3.770.483 2.589.199 1.533.981 953.139 2.654.095 721.652
35.258.683 2.123.903 1.887.150 2.922.448 1.418.954 957.562 2.647.018 865.537
Overige schulden: Nog te betalen kosten Nog te betalen verbonden kosten Vooruitontvangen opbrengsten Overige overlopende passiva
1.695.647 527 266.301 1.006.370
1.779.124 39.098 3.828.316 268.770
15.929.761
53.996.564
Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva
Toelichting: Bij de Rabobank 's-Hertogenbosch kan ter financiering van het werkkapitaal worden beschikt over een rekening-courant krediet van maximaal € 6.000.000,--. Voor deze kredietfaciliteit gelden de volgende zekerheden: negative pledge, positive pledge, Pari Passu clausule, Cross Default, Material Adverse Change clausule.
11. Financiële instrumenten Stichting Cello maakt in haar bedrijfsvoering gebruik van financiële instrumenten. Deze financiële instrumenten zijn op de balans opgenomen, zoals vorderingen, schulden, leningen en geldmiddelen. Stichting Cello maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten ('derivaten'). Voor een nadere toelichting op de financiële instrumenten van Cello wordt verwezen naar de waarderingsgrondslagen in deze jaarrekening.
14-5-2014
16
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2013 PASSIVA 12. Niet uit de balans blijkende verplichtingen Cello heeft een niet uit de balans blijkende latente verplichting van € 1.798.000,--. Dit betreft een obligoverplichting voor Cello aan het WFZ. Het obligo, drie procent over de boekwaarde van geborgde leningen bij het WFZ wordt slechts ingeroepen in het uitzonderlijke geval het WFZ te weinig vermogen heeft. Het obligo wordt weer terugbetaald zodra het vermogen van het WFZ weer op niveau is. Op de terreinlocatie "De Binckhorst" is nieuwbouw gepleegd en tegelijkertijd is de gehele infrastructuur aangepast. In 2013 is fase II opgeleverd. Het gehele project is daarmee nog niet afgerond en zal dus ook nog zijn doorwerking hebben in 2014. Cello heeft in 2012 en 2013 een aantal opdrachten verstrekt aan leveranciers, waarvan de opdracht doorloopt in 2014. In totaal bedraagt de aangegane investeringsverplichting ultimo 2013 € 1.479.856,--. Cello heeft lopende huurverplichtingen van € 4.653.064,-- op jaarbasis.
14-5-2014
17
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1.6
MUTATIEOVERZICHT MATERIËLE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZI
5.1.6.1 WTZi - vergunningsplichtige materiële vaste activa Grond €
Wegen en tuinaanleg €
Permanente gebouwen €
Sociowoningen €
Verpleegstershuisvesting €
Verbouwingen €
Installaties
Woningen
Bouwrente
€
€
€
Onderhanden projecten €
Subtotaal vergunning €
Stand per 1 januari 2013 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
7.017.965 -
7.158.593 762.926
39.120.770 10.843.840
344.227 120.892
671.876 669.808
14.131.794 4.025.997
18.356.401 4.329.585
-
952.489 606.322
1.566.534 -
89.320.649 21.359.370
Boekwaarde per 1 januari 2013
7.017.965
6.395.667
28.276.930
223.335
2.068
10.105.797
14.026.816
-
346.167
1.566.534
67.961.279
475.244 364.864 3.172 17
3.066.417 815.723 727.173 320.805
10.193 1.821646
1.614 454
165.937 972.305 27181.530
2.331.832 982.124 2.355 251.846
999 999-
25.984 15.963 279
4.908.202 -
10.947.632 3.173.806 745.816 755.577
3.010.034 3.010.034
-
-
298.298 298.298
2.224.694 2.224.694
-
14.061 14.061
484 69 415
18.080 6.019 12.061
-
-
-
-
-
1.083.446
-
42.226-
Mutaties in het boekjaar - investeringen - afschrijvingen - extra afschrijvingen -extra afschrijving bijz.waardevermindering
-
- terugname geheel afgeschreven activa . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen
-
-
- desinvesteringen . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen per saldo
-
-
-
-
- overboeking KSWV . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen per saldo
-
-
-
-
-
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
-
9.018-
2.068-
107.191
1.202.716
607.292 607.292 -
988.286-
-
5.553.027 5.553.027
644.825-
5.547.087 5.547.087
6.178.883 613.380 5.565.503
706.930
Stand per 31 december 2013 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen
7.017.965 -
7.633.837 1.130.979
39.177.153 9.697.507
344.227 129.910
64.584 64.584
13.998.949 4.881.438
18.445.459 3.335.197
-
938.428 634.487
921.709 -
88.542.311 19.874.102
Boekwaarde per 31 december 2013
7.017.965
6.502.858
29.479.646
214.317
-
9.117.511
15.110.262
-
303.941
921.709
68.668.209
3,3%/2,5%/2,% 33,33%
2,5% / 2,0%
2,5%
0,0%
Afschrijvingspercentage
14-5-2014
0,0%
5,0%
2,5%
5%,10% 5%,10%
2,5%
18
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1.6
MUTATIEOVERZICHT MATERIËLE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZI
5.1.6.2 WTZi - meldingsplichtige materiële vaste activa Instandhouding €
Onderhanden projecten €
Subtotaal €
Trekkingsrechten €
Onderhanden projecten €
Subtotaal €
Subtotaal meldingen €
Stand per 1 januari 2013 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
6.882.300 5.027.393
771.194 -
7.653.494 5.027.393
5.576.531 2.796.126
-
5.576.531 2.796.126
13.230.025 7.823.519
Boekwaarde per 1 januari 2013
1.854.906
771.194
2.626.101
2.780.405
-
2.780.405
5.406.505
413.372 494.600 141.470
185.359 -
-
185.359 -
413.372 679.959 141.470
2.282.044 2.282.044
1.869.323 1.869.323
-
1.869.323 1.869.323
4.151.367 4.151.367
Mutaties in het boekjaar - investeringen - afschrijvingen - extra afschrijvingen -extra afschrijving bijz.waardevermindering - terugname geheel afgeschreven activa . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen
645.798 494.600 141.470
2.282.044 2.282.044
- desinvesteringen . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen per saldo
8.821 5.734 3.087
- overboeking KSWV . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen per saldo
-
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
232.426-
6.641
-
195.872 195.872
428.298-
204.693 5.734 198.959
421.657-
-
-
-
-
-
-
185.359-
-
185.359-
204.693 5.734 198.959
607.016-
Stand per 31 december 2013 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen
5.237.233 3.375.685
342.896 -
5.580.129 3.375.685
3.707.208 1.112.162
-
3.707.208 1.112.162
9.287.337 4.487.847
Boekwaarde per 31 december 2013
1.861.548
342.896
2.204.444
2.595.046
-
2.595.046
4.799.490
Afschrijvingspercentage
14-5-2014
10,0%
0,0%
5,0%
0,0%
19
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1.6
MUTATIEOVERZICHT MATERIËLE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZI
5.1.6.3 WMG gefinancierde materiële vaste activa Installaties €
Inventaris €
Vervoermiddelen €
Automatisering €
Onderhanden projecten €
Subtotaal WTG €
Stand per 1 januari 2013 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
304.623 117.187
10.811.028 4.075.573
704.132 408.729
2.619.488 1.688.078
-
14.439.271 6.289.567
Boekwaarde per 1 januari 2013
187.436
6.735.455
295.403
931.410
-
8.149.704
30.462 -
1.056.831 1.137.411 11.052-
68.186 111.847 -
368.255 479.620 -
-
1.493.272 1.759.340 11.052-
- terugname geheel afgeschreven activa . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen
-
482.906 482.906
499.767 499.767
-
982.673 982.673
- desinvesteringen . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen per saldo
-
-
-
-
204.945 204.945 -
- overboeking KSWV . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen per saldo
-
-
-
-
-
30.462-
91.632-
43.661-
91.632-
-
Mutaties in het boekjaar - investeringen - afschrijvingen - extra afschrijvingen
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
-
204.945 204.945 -
277.120-
Stand per 31 december 2013 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen
304.623 147.649
11.384.953 4.719.026
567.373 315.631
2.487.976 1.667.931
-
14.744.925 6.850.237
Boekwaarde per 31 december 2013
156.974
6.665.927
251.742
820.045
-
7.894.688
20,0%
20,0%
Afschrijvingspercentage
14-5-2014
10,0%
10,0%
0,0%
20
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1.6
MUTATIEOVERZICHT MATERIËLE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZI
5.1.6.4 Kleinschalige woonvoorzieningen Grond € Stand per 1 januari 2013 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari 2013
334.448 334.448
Wegen en tuinaanleg €
Permanente gebouwen €
Verbouwingen €
Installaties
166.394 58.277
3.730.894 1.653.044
4.397.608 1.324.669
421.131 315.957
3.066.472 2.014.071
1.790.988 727.998
62.549 40.367
-
108.117
2.077.850
3.072.939
105.174
1.052.401
1.062.990
22.182
26.528 277.812 -
51.469 182.083 -
€
Mutaties in het boekjaar - investeringen - afschrijvingen - extra afschrijvingen -extra afschrijving bijz.waardevermindering
-
7.991 -
3.594 80.944 -
78.681 419.246 51.487
16.825 -
- terugname geheel afgeschreven activa . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen
-
-
85.583 85.583
108.358 108.358
22.952 22.952
13.122 12.792 330
649.071 266.934 382.137
- desinvesteringen . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen per saldo - overboeking KSWV . aanschafwaarde . cumulatieve afschrijvingen per saldo
161.694 161.694
-
-
-
251.284-
Totaal materiële activa €
-
130.960.429 41.606.838
-
13.970.484 6.134.382 7.836.102
-
89.353.591
1.563 -
-
160.272 986.464 51.487
-
13.014.548 6.599.569 734.764 948.534
-
-
-
216.893 216.893
-
10.898.020 10.898.020
2.659 1.999 660
-
-
1.254.902 707.001 547.901
-
7.843.423 1.531.060 6.312.363
131.274-
-
-
1.563-
-
1.425.580-
-
-
172.754 -
153.272 53.476
2.999.834 1.381.471
4.367.931 1.687.044
277.331 192.062
2.785.492 1.984.375
1.839.798 908.082
62.549 41.930
-
12.658.961 6.248.440
-
125.233.534 37.460.625
Boekwaarde per 31 december 2013
172.754
99.796
1.618.363
2.680.887
85.269
801.117
931.716
20.619
-
6.410.521
-
87.772.909
2% / 2,5% / 10%
5%,10%
5% / 10%
10,0%
10,0%
2,50%
14-5-2014
19.905-
-
Correctie Comp.reg.
Stand per 31 december 2013 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen
5,0%
392.052-
-
307.508 307.508 -
€
Bouwrente Onderhanden Subtotaal projecten niet WTZi/WTG € € €
161.694-
0,0%
459.487-
-
120.848 117.768 3.080
-
Inventaris
Mutaties in de boekwaarde
Afschrijvingspercentage
8.321-
-
Instandhouding €
1.580.682-
0,0%
21
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1.7
SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN EN GEREED GEKOMEN PROJECTEN
5.1.7.1 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten
Projectgegevens Nr.
Briefnr.
Datum
Omschrijving
Vergunningsplichtige projecten: 01585 DGB/ZVG-2641551 2-12-2005 Haarendael 01578 EB-U-2699350 12-07-2006 Herstructurering terrein BR 01519 Kleine aanpassingen Cello 2010 Overige projecten 2012 en 2013 Totaal onderhanden projecten
Investeringen WTZi-type
t/m 2012 €
WTZi WTZi
918.194 648.340 400.000 371.194 2.337.728
2013 €
t/m 2013 gereed onderhanden € €
Nominaal bedrag €
705 4.907.497 400.000167.574
5.553.027 195.872
918.899 2.810 342.896
21.436.555 22.059.539
4.675.776
5.748.899
1.264.605
43.496.094
-
Goedkeuringen Aangepaste Index goedkeuring € € -
21.436.555 22.059.539 43.496.094
Jaar van oplevering
2011 2012
Toekomstige lasten Investeringsbedrag Afschrijving € €
Rente 5% €
918.899 2.810 342.896
91.890 281 34.290
9.189 28 17.145
1.264.605
126.461
26.362
5.1.7.2 Specificatie in het boekjaar gereed gekomen projecten Projectgegevens Nr. Briefnr.
Datum
Omschrijving
Activapost
Vergunningsplichtig Trekkingsrechten Instandhouding RKW Totaal tijdens boekjaar gereed gekomen projecten
14-5-2014
Investeringen WTZi €
WTG €
Overige €
5.748.899 -
-
-
5.748.899
-
-
Toekomstige lasten Totaal Afschr. WTZi Rentekosten € € € 5.748.899 5.748.899
287.445 287.445
14.372 14.372
22
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1.8 OVERZICHT LANGLOPENDE SCHULDEN ULTIMO 2013 Leninggever
Stg. Pensioenfonds voor de gezondheid, Geestelijke en Maatschappelijke belangen ING Bank Bank Nederlandse Gemeenten
Datum
Hoofdsom
Totale looptijd
Soort lening
Werkelijke rente (%)
Restschuld 31-12-2012
Aflossing in 2013
Restschuld 31-12-2013
15-12-1989
4.537.802
40
onderh.
3,50
1.928.565
113.445
1.815.120
1-03-1987
2.268.901
30
onderh.
2,75
317.644
54.454
263.190
onderh.
2,98
256.499
25-01-2002
512.999
Stg. Pensioenfonds voor de gezondheid, Geestelijke en Maatschappelijke belangen
2-10-1989
9.075.604
40
onderh.
4,50
3.857.132
Bank Nederlandse Gemeenten
1-07-2003
7.334.223
20
onderh.
4,19
Rabobank
16-1-2008
6.000.000
10
onderh.
Rabobank
2-11-2009
5.000.000
10
Rabobank
12-6-2013
13.000.000
20
Rabobank
30-4-2013
22.000.000
Rabobank
12-12-2013
15.000.000
Totaal
84.729.529
Af: Aflossingsverplichtingen voor komend boekjaar zijn opgenomen onder kortlopende schulden:
14-5-2014
Nieuwe leningen in 2013
20
1.247.895 -
Resterende looptijd in jr. eind 2013
Aflossingswijze
Aflossing 2014
16 Lineair
113.445
5 Lineair
54.454
Gestelde zekerheden
Garantie Staat der Nederlanden Waarborgfonds Zorg
230.849
102.599
9 Lineair
25.650 Garantie Staat der Nederlanden
226.890
3.630.242
2.495.791
16 Lineair
226.890 Garantie Staat der Nederlanden
4.033.824
366.711
3.667.113
1.833.557
10 Lineair
366.711
4,57
3.600.000
600.000
3.000.000
onderh.
3,275
3.500.000
onderh.
2,94
-
13.000.000
-
30
onderh.
3,34
-
22.000.000
-
30
onderh.
3,41
-
15.000.000
17.493.664
25.650
Restschuld over 5 jaar
500.000
50.000.000
1.887.150
-
Waarborgfonds Zorg
5 Lineair
600.000 Waarborgfonds Zorg
3.000.000
500.000
6 Lineair
500.000 Waarborgfonds Zorg
13.000.000 22.000.000
9.750.000
29 Lineair
650.000 Waarborgfonds Zorg
18.333.333
29 Lineair
733.333 Waarborgfonds Zorg
15.000.000
12.500.000
29 Lineair
500.000 Waarborgfonds Zorg
65.606.514
46.763.176
3.770.483
3.770.483 61.836.031
23
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1.9
TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER 2013
11. Wettelijk budget aanvaardbare kosten (uit AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies)
€
Wettelijk budget aanvaardbare kosten voorgaand jaar
- ZZP Intramuraal - Extramurale prestaties / Dagbesteding en vervoer - Genormeerde kapitaalslasten - Nacalculatie vervoer - Meerzorg - Correctie contracteerruimte - Aanpak wachtlijsten jeugd-lvg - Kapitaalslasten
2013 € 103.164.331
173.660 822.508 1.606.240 1.444.31388.497 36.10170.000-
2012 €
€
94.084.582
6.914.589 766.184 67.363 79.959 1.251.653 1.140.491
9.079.749
Overige mutaties:
-
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten jaar t
104.304.822
103.164.331
Correcties voorgaande jaren Totaal wettelijk budget voor aanvaardbare kosten
132104.304.690
7.309 103.171.640
14-5-2014
24
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1.9
TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING BATEN
12. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties De specificatie is als volgt:
2013 €
2012 €
Zorgprestaties cliënten Persoonsgebonden- en volgende budgetten Overige zorgprestaties
134.346 2.664.092 2.686.852
120.624 2.596.444 1.414.821
Totaal niet-gebudgetteerde zorgprestaties
5.485.290
4.131.889
Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties: De overige zorgprestaties zijn toegenomen t.o.v. 2012 door de vrijval van de bonusgelden, frictiegelden en intensiveringsmiddelen in 2013. Verder hebben de overige zorgprestaties betrekking op opbrengsten vanuit dagbestedingsactiviteiten, zoals Hebbes, Hint en Tint en In de Roos Zaltbommel. 2013 € 13. Toelichting subsidies De specificatie is als volgt: Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (waaronder zorgopleidingen AVG-artsen) Overige subsidies(waaronder VWS stagefonds)
571 438.069 438.640
2012 €
50.023 573.339 623.362
Toelichting Subsidies: In 2013 heeft Cello geen AVG-arts in opleiding, met als gevolg dat t.o.v. 2012 dit bedrag gedaald is. Cello heeft in 2012 van de belastingdienst de energiebelasting terug ontvangen over de jaren 2010/2011. In het jaar 2013 heeft Cello geen bedragen retour ontvangen. De procedure omtrent 2012 loopt nog.
14. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten De specificatie is als volgt:
2013 €
2012 €
Overige dienstverlening Overige opbrengsten
1.566.777 252.703
1.523.959 438.267
Totaal overige bedrijfsopbrengsten
1.819.480
1.962.226
14-5-2014
25
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1.9
TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING LASTEN
15. Personeelskosten De specificatie is als volgt:
2013 €
2012 €
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremie Andere personeelskosten
58.147.439 8.860.114 5.157.498 5.022.762
57.402.658 8.286.290 4.806.086 4.989.059
Sub-totaal Personeel niet in loondienst
77.187.813 1.162.151
75.484.094 778.067
Totaal personeelskosten
78.349.964
76.262.161
1.640,9
1.629,0
Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden
Toelichting Personeelskosten: Het gemiddeld salaris is t.o.v. 2012 toegenomen. Dit heeft onder andere te maken met gevolgen van de afgesloten CAO, namelijk een loonsverhoging van 2 % per 1 juli en een ophoging van de eindejaarsuitkering van 0,25%. In de jaarrekening 2012 zijn de niet bestede intensiveringsmiddelen gereserveerd voor een bedrag van 1,5 miljoen euro. Dit bedrag is geboekt op andere personeelskosten. Daarintegen is de reservering PBL-uren in 2013 ongeveer 1,8 miljoen euro hoger, dan die in 2013.
16. Afschrijvingen immateriële en materiële vaste activa De specificatie is als volgt:
2013 €
2012 €
Nacalculeerbare afschrijvingen: - materiële vaste activa
3.173.806
2.968.949
Overige afschrijvingen: - materiële vaste activa meldingen - materiële vaste activa RKW gefinancierd - materiële vaste activa wtg gefinancieerd - materiële vaste activa extra
679.959 986.464 1.748.288 745.816
826.691 1.042.209 1.770.304 1.031.881
Totaal afschrijvingen
7.334.333
7.640.034
Toelichting afschrijvingen immateriële en materiële vaste activa: Vanaf 2011 zijn de afschrijvingspercentages binnen Cello herzien, met name de afschrijvingstermijnen op gebouwen zijn verkort van 40/50 naar 30 jaar. Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - verloopoverzichten materiële vaste activa
2013 €
Afschrijving WTZi - vergunningsplichtige materiële vaste activa Afschrijving WTZi - meldingsplichtige materiële vaste activa Afschrijving WTG gefinancierde materiële vaste activa Afschrijving RKW gefinancierde materiële vaste activa Afschrijving niet WTZi gefinancierde materiële vaste activa
3.173.806 679.959 1.748.288 986.464 745.816
Totaal afschrijvingen volgens mutatieoverzichten
7.334.333
Totaal afschrijvingen volgens resultatenrekening (exclusief dotatie/vrijval egalisatierekening afschrijving)
7.334.333
14-5-2014
26
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1.9
TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING LASTEN
17. Bijzondere waardevermindering van vaste activa Bijzondere waardevermindering van: - materiële vaste activa
2013 €
2012 €
948.534 948.534
1.586.999 1.586.999
Toelichting bijzondere waardevermindering van vaste activa: In 2013 heeft Cello opnieuw de contante waarde van de toekomstige kasstromen van zorgvastgoed benaderd op het niveau van de kasstroomgenererende eenheden en vergeleken met het vastgoed en de overige met de bedrijfsvoering samenhangende activa per 31 december 2013. Dit heeft een bijzondere waardevermindering tot gevolg van € 948.534 ten opzichte van € 1.586.999 in het jaar 2012. 18. Overige bedrijfskosten De specificatie is als volgt: Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt- en bewonersgebonden kosten Onderhoud en energiekosten Huur en leasing Doorberekende kapitaallasten Dotaties en vrijval voorzieningen Overige bedrijfskosten Totaal bedrijfskosten
2013 €
2012 €
7.628.597 5.238.484 2.340.408 3.569.584 4.673.419 3.38847.733 356.140
7.644.145 5.018.503 2.345.139 3.358.224 4.329.448 2.796245.715-
23.850.977
22.446.948
Toelichting Overige bedrijfskosten: Dotaties en vrijval voorzieningen In 2012 is een dotatie gedaan aan de voorziening langdurig zieken. In 2013 heeft er een onttrekking aan de voorziening plaatsgevonden voor een bedrag van € 47.733 Overige bedrijfskosten In 2013 heeft Cello twee woningen verkocht, namelijk Lidwinastraat te Vught en Akkerstraat te Haaren. In de jaarrekening zijn de opbrensten afgezet tegen de boekwaarde en tegelijkertijd is de last van de Parklaan te Vught, ten laste van de exploitatie geboekt. Dit heeft geleid tot een last van € 356.140. 19. Financiële baten en lasten De specificatie is als volgt:
2013 €
2012 €
Rentebaten Sub-totaal financiële baten
3.7603.760-
7.4387.438-
Rentelasten Sub-totaal financiële lasten
2.314.643 2.314.643
1.229.193 1.229.193
Totaal financiële baten en lasten
2.310.883
1.221.755
Toelichting financiële baten en lasten: In 2013 is Cello drie langlopende leningen aangegaan voor een totaal bedrag van € 50.000.000. Deze leningen zijn ter financiering van de bouw van de Wijngaert, nieuwbouw en renovatie Groote Cingels en de Binckhorst. De leningen zijn geborgd door het Waarborgfonds. De disagio voor de borging en de rentelast van de leningen, zorgen voor een toename van de kosten.
14-5-2014
27
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 20 Bezoldiging bestuurders en toezichthouders De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van de zorginstelling over het jaar 2013 is als volgt: 1.
sinds 01-03-2012
sinds 15-8-2012
ja
ja
nee
ja
0
12
onbepaalde tijd
onbepaalde tijd
N.V.Z.D.
N.V.Z.D.
100%
100%
Maakt de persoon op dit moment nog steeds deel uit van het bestuur ?
3.
F.H.J.M. van Beers
Vanaf welke datum is de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie ?
2.
A.J.H.A. van der Pol
Tot welke datum was de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie ?
4.
Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van het bestuur geweest ?
5.
Hoeveel maanden is de persoon voorzitter geweest in het verslagjaar ?
6.
Wat is de aard van de (arbeids)overeenkomst ?
7.
Welke salarisregeling is toegepast ?
8.
Wat is de deeltijdfactor ? (percentage)
9.
Bruto-inkomen, incl.vakantiegeld, eindejaars-
118.333
121.505
uitkeringsalaris en andere vaste toelagen. 10.
Waarvan verkoop verlofuren
n.v.t.
n.v.t.
11.
Waarvan nabetalingen voorgaande jaren.
n.v.t.
12.
Bruto-onkostenvergoeding
3.750
3.750
13.
Werkgeversbijdrage sociale lasten
9.586
9.750
14.
Werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU
15.
Ontslagvergoeding
n.v.t.
n.v.t.
16.
Bonussen
n.v.t.
n.v.t.
17.
Totaal inkomen (9+12 t/m 16)
n.v.t.
12.887
144.556
13.507
148.512
De bezoldiging van de leden van de raad van toezicht van de zorginstelling over het jaar 2013 is als volgt: naam
functie
Bezoldiging
drs. J.Th.H.M. Blox
voorzitter
M.F.F.M. van der Linden
vice-voorzitter
9.493
G.P. van den Anker
lid
7.594
drs. Y.J.M. ten Brummelhuis MSM
lid
7.594
A.S.M. Deutekom MBA
lid
7.594
M.M. Hanssen-Ruyten
lid
7.594
11.391
Deze bedragen betreffen de bruto-bezoldiging exclusief BTW.
14-5-2014
28
Stichting Cello, jaarrekening 2013
21 Publicatie van informatie op grond van de WNT 1. Naam topfunctionaris Functie In dienst vanaf (datum) In dienst tot (datum) Deeltijdfactor (percentage) Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering, bijtelling privégebruik auto en andere vaste toelagen) 7. Winstdelingen en bonusbetalingen 8. Totaal beloning (6 en 7) 2. 3. 4. 5. 6.
9. Werkgeversbijdrage premie vrijwillige sociale lasten 10. Belastbare bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) 11. Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn (in €) Totaal bezoldiging in kader van de WNT (8 tm. 11) 12. Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband (in €)
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Naam topfunctionaris Functie In dienst vanaf (datum) In dienst tot (datum) Deeltijdfactor (percentage) Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen) 7. Winstdelingen en bonusbetalingen 8. Totaal beloning (6 en 7) 9. Werkgeversbijdrage premie vrijwillige sociale lasten 10. Belastbare bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) 11. Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn (in €) Totaal bezoldiging in kader van de WNT (8 tm. 11) 12. Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband (in €)
A.J.H.A. van der Pol Lid Raad van Bestuur 1-3-2012 n.v.t. 100%
F.H.J.M. van Beers Voorzitter Raad van Bestuur 15-8-2012 n.v.t. 100%
122.462 122.462
133.916 133.916
3.750 12.887
3.750 13.507
139.099
151.173
-
J. Th. H.M. Blox Voorzitter RvT 1-1-2008 n.v.t. n.v.t.
-
M.F.F.M. van der Linden Vicevoorzitter RvT 1-1-2011 n.v.t. n.v.t.
G.P. van den Anker Lid RvT 1-1-2008 n.v.t. n.v.t.
Y.J.M. ten Brummelhuis Lid RvT 1-1-2011 n.v.t. n.v.t.
A.S.M. Deutekom Lid RvT 1-1-2008 n.v.t. n.v.t.
M.M. HanssenRuyten Lid RvT 1-1-2012 n.v.t. n.v.t.
11.391 11.391
9.493 9.493
7.594 7.594
7.594 7.594
7.594 7.594
7.594 7.594
-
-
-
-
-
-
11.391
9.493
7.594
7.594
7.594
7.594
-
-
-
-
-
-
Binnen Cello zijn de leden van de Raad van Bestuur en de leden van de Raad van Toezicht 'topfunctionarissen' in de zin van de WNT. Hun bezoldigingsinformatie is hierboven opgenomen, gespecificeerd naar de eisen die de WNT daaraan stelt. Opgemerkt wordt, dat het bruto-inkomen van de Raad van Bestuur volgens bovenstaande opstelling (punt 6) afwijkt van het bruto-inkomen dat is weergegeven in het model bezoldiging bestuurders (kopje 20, punt 9). Dit wordt veroorzaakt doordat de bijtelling voor het privégebruik van de lease-auto onder de WNT dient te worden meegenomen in de publicatie van het bruto-inkomen, terwijl dit in het model bezoldiging bestuurders separaat dient te worden weergegeven. Daarnaast merken wij op, dat onder de WNT slechts 'vrijwillige' sociale lasten voor de werkgever dienen te worden gepubliceerd (punt 9), terwijl in het model bezoldiging bestuurders (kopje 20, punt 13) alle sociale lasten voor de werkgever dienen te worden gepubliceerd. De WNT kent een publicatieplicht voor ontslagvergoedingen boven het bezoldigingsmaximum dat in 2013 van kracht was. Deze publicatieplicht is van toepassing op alle functionarissen van de stichting, ongeacht of zij een 'topfunctionaris' of een 'niet-topfunctionaris' zijn. In verband met deze publicatieplicht melden wij dat er in 2013 geen ontslagvergoedingen zijn uitgekeerd die het WNT-bezoldigingsmaximum hebben overschreden. Voor een toelichting op de door Cello gehanteerde uitgangspunten in dit overzicht, wordt verwezen naar de waarderingsgrondslagen in deze jaarrekening. 14-5-2014
29
Stichting Cello, jaarrekening 2013
22 Honoraria van de accountant Hieronder volgt een specificatie van de honoraria van de accountants en diens organisatie die aan Cello in rekening gebracht zijn (bedragen inclusief BTW):
Controle van de Jaarrekening Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) Fiscale advisering Niet-controlediensten
2013
2012
39.749 13.250 3.004 0 56.003
43.572 14.524 13.878 33.609 105.583
23 Transacties met verbonden partijen: Er hebben geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet zakelijke grondslag.
14-5-2014
30
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.1.10
ONDERTEKENING DOOR BESTUURDERS EN TOEZICHTHOUDERS Ondertekening bestuurders
F.H.J.M. van Beers
A.J.H.A. van der Pol
Ondertekening toezichthouders
drs. J.Th.H.M. Blox
M.M. Hanssen-Ruyten
G.P. van den Anker
A.S.M. Deutekom MBA
drs. Y.J.M. ten Brummelhuis MSM
M.F.F.M. van der Linden
14-5-2014
31
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.2 OVERIGE GEGEVENS
14-5-2014
32
Stichting Cello, jaarrekening 2013
5.2
OVERIGE GEGEVENS
5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De Raad van bestuur van Stichting Cello heeft de jaarrekening 2013 vastgesteld in de vergadering van 15 mei 2014. De Raad van toezicht van de Stichting Cello heeft de jaarrekening 2013 goegekeurd in de vergadering van 21 mei 2014. 5.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming
5.2.3 Resultaatbestemming Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in de resultatenrekening. Zie 5.1.2. 5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum
5.2.5 Controleverklaring De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina.
14-5-2014
33