JAARVERSLAG WEST‐VLAAMSE POLITIESCHOOL WERKINGSJAAR 2009
2
INHOUDSTAFEL 1 1.1. 1.2. 1.3. 1.3.1.
Doelstelling, organisatie en personeel .................................................................................... 4 Doelstelling ..................................................................................................................................... 4 Organisatie ..................................................................................................................................... 4 Personeel ........................................................................................................................................ 5 Externe lesgevers ........................................................................................................................... 5
2
De opleiding van het hulpkader .............................................................................................. 6
3 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.4.1. 3.4.2.
Het basiskader ....................................................................................................................... 7 Percentage inschrijvingen vanuit West‐Vlaanderen bij de federale selectiedienst en het aantal effectief tewerkgesteld in de provincie ............................................ 7 Verloop tijdens de selectie 2009: slaagpercentage ........................................................................ 9 Uiteindelijk slaagpercentage waarbij aantal inschrijvingen = 100% ............................................ 10 De opleiding van politie‐inspecteur voor het basiskader ............................................................. 11 Aantal opgeleide en op te leiden studenten ................................................................................ 12 Opleidingsresultaat WPS .............................................................................................................. 13
4
De middenkaderopleiding: hoofdinspecteur (officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des konings) ............................................................... 15
5 5.1. 5.2. 5.3.
De voortgezette opleiding .................................................................................................... 16 De baremische voortgezette vorming: financiering ..................................................................... 16 De functionele voortgezette vorming: financiering ..................................................................... 16 De erkende voortgezette vormingen: financiering ...................................................................... 16
6 6.1. 6.2. 6.3. 6.4.
Bijzondere initiatieven ......................................................................................................... 22 Samenwerkingsakkoord WPS – politiediensten – De Lijn – regulier onderwijs ........................... 22 Verkeersgetuigen ......................................................................................................................... 23 Oefenen openbare orde in Leopoldsburg .................................................................................... 23 Stem ............................................................................................................................................. 24
7
Bezoeken aan de school ....................................................................................................... 24
8
De school op informatiebeurzen ........................................................................................... 25
9
De West‐Vlaamse Politieschool in de media ......................................................................... 25
10
De West‐Vlaamse Politieschool in de vakliteratuur en haar betrokkenheid bij projecten ................................................................................................. 26
11
Bezoeken en internationalisering ......................................................................................... 27
12
Lidmaatschappen en vertegenwoordigingen ........................................................................ 28
3
1. DOELSTELLING, ORGANISATIE EN PERSONEEL
1.1. DOELSTELLING
De doelstellingen zijn ten aanzien van vorig werkingsjaar 2008 niet gewijzigd. 1.2. ORGANISATIE
De samenstelling van de algemene vergadering, de raad van bestuur en het dagelijks bestuur gebeurt op basis van een vertegenwoordiging uit de politieraden.
4
1.3. PERSONEEL
Het aantal FTE op de loonlijst van de v.z.w. bedroeg op 31.12.2009: 8,5 FTE (op 31.12.1996: 6,9 FTE). De school beschikt ook sinds half 2007 over 5 gedetacheerde personeelsleden van de federale politie. 1.3.1. EXTERNE LESGEVERS
Om de opleidingen zo praktijkgericht mogelijk in te vullen wordt beroep gedaan op een groot aantal externe lesgevers. Ze zijn afkomstig uit de politie, de magistratuur, welzijnswerk enz. De regel is dat wat politiespecifiek is door politie‐ en justitiemedewerkers wordt gegeven. Daarnaast is er de externe inbreng van deskundige lesgevers uit allerlei diensten en maatschappelijke organisaties. Door het samenbrengen van interne en externe expertise trachten wij een hoogwaardige professionele politieopleiding te garanderen.
Lesgevers
aantal
Basiskader
101
Middenkader
74
Voortgezette opleiding
247
Totaal
422
Opmerking: • • •
Hierbij is niet inbegrepen: de lesgevers die behoren tot de vaste equipe van de school en de figuranten. Een aantal personen geeft zowel les in de opleiding van het basiskader als het middenkader en/of de voortgezette opleiding. Het aantal docenten van de voortgezette vorming is gevoelig gestegen en dit van 219 naar 247. Hierbij passen volgende opmerkingen:
5
de onderwerpen in de voortgezette vormingen vereisen een doorgedreven vorm van specialisatie en expertise. Om die reden komen er soms meerdere docenten aan bod die elk hun eigen zeer specifieke inbreng hebben in 2009 werden meer kortlopende opleidingen georganiseerd bij meer dan 170 van deze docenten is geen loonkost verbonden. Deze docenten komen tijdens hun dienstopdracht hun expertise delen met de cursisten van de voortgezette vormingen.
Dit alles belet niet dat zeker voor de basisopleidingen men het aantal lesgevers moet onder controle houden, zo niet werkt dit de versnippering van het programma in de hand, terwijl streven naar grotere gehelen en samenhang de doelstelling is. Naast de inbreng van individuele lesgevers is het belangrijk aan te stippen dat ook heel wat “instanties” een externe inbreng hebben in de opleiding. Bijvoorbeeld de militaire politie bij de opleiding van motorrijders, het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding, instellingen waar studenten op bezoek kunnen gaan en dergelijke. Het is de uitdrukkelijke keuze van de school om de externe inbreng te optimaliseren via een samenwerking met het regulier onderwijs en maatschappelijke organisaties. Dit zowel wat betreft de opleiding van het operationeel als het administratief en logistiek personeel bij de politie (cfr. infra). 2. DE OPLEIDING VAN HET HULPKADER
De opleiding van het hulpkader (agent van politie) is geïntegreerd in die van inspecteur. In 2009 startten er respectievelijk 1 aspirant‐agent in februari en 2 in juni. In oktober waren er geen aspirant‐agenten.
6
1
3. HET BASISKADER 3.1. PERCENTAGE INSCHRIJVINGEN VANUIT WEST‐VLAANDEREN BIJ DE FEDERALE SELECTIEDIENST EN HET AANTAL EFFECTIEF TEWERKGESTELD IN DE PROVINCIE
Jaar
% inschrijvingen
% effectieven
2003
8,15
8,69
2004
8,07
9,08
2005
8,45
8,88
2006
8,32
8,96
2007
8,04
10,27
2008
8,34
8,79
2009
9,26
8,70
Gemiddeld
8,38
9,05
Uitdieping :
•
Inschrijvingen: Voor het eerst stijgt het aantal inschrijvingen boven de 9 % en is het groter dan het aantal effectieven
1
Alle cijfers met betrekking tot de inschrijvingen en het slagen in de selectie zijn afkomstig van de Directie van de Rekrutering en de Selectie van de Federale Politie.
7
EFFECTIEVEN FEDERALE EN LOKALE POLITIE
Effectieven: evolutie Federale Politie
Lokale Politie
Effectieven N
%
N
%
B
11.259
100
28.297
100
W‐VL
736
100
3.328
100
B
11.511
102,23
28.637
101,20
W‐VL
782
101,2
2.760
82,93
B
10.068
89,42
28.588
101,02
W‐VL
638
86,68
2728
81,97
2007
2008
2009
N = Aantal | B = België | W‐VL = West‐Vlaanderen Ten opzichte van 2007 is er landelijk een afname van het aantal leden van de federale politie met 10,58%. In West‐Vlaanderen is de afname nog sterker: 13,32%. Wat de lokale politie betreft is er de opmerkelijke vaststelling dat niettegenstaande het aantal leden landelijk ongeveer constant blijft er voor onze provincie de daling zich verder doorzet. Ten opzichte van 2007 (= 100%) daalde het aantal politiemedewerkers in 2008 met 17,1%. In 2009 is dit 18,03% geworden Aanvullend hierbij past de opmerking dat wij reeds in 2008 zowel van de diensten van de federale politie als de korpsen van de lokale politie te horen kregen dat hun vacatures in onze provincie niet ingevuld raken. Het aantal afgestudeerden aan de West‐Vlaamse Politieschool volstaat dus niet om de vrijgekomen jobs in te vullen in de politiediensten van onze provincie. Men stelt ons de vraag of de West‐Vlaamse Politieschool meer studenten kan opleiden. Hierbij past de opmerking dat er een vastgelegde verdeelsleutel van toepassing is.
8
De politiescholen van West‐Vlaanderen (WPS), Vlaams‐Brabant (PIVO) en Limburg (PLOT) krijgen eenzelfde aantal studenten namelijk elk 8 %. Voor Oost‐Vlaanderen is dit 10 % en Antwerpen 12 %. Wij mogen niet meer aspiranten opleiden dan ons toebedeeld, niettegenstaande de school bereid en beschikbaar is om bijkomende opleidingen in te richten om aan de West‐Vlaamse behoeften te voldoen. 3.2. VERLOOP TIJDENS DE SELECTIE 2009: SLAAGPERCENTAGE
selectie‐onderdeel
% nationaal
% W‐Vl
2007
2008
2009
2007
2008
2009
Cognitief
61,81
71,21
78,87
65,52
58,10
83,02
persoonlijkheid
52,67
54,52
48,22
55,60
49,14
49,85
medisch/fysisch
60,81
75,08
83,88
60,29
73,18
88,42
gesprek jury
61,76
63,64
55,20
63,47
60,11
55,56
Deze slaagpercentages zijn in meerder opzicht merkwaardig. Zo valt op dat in 2009 de slaagpercentages van de West‐Vlaamse kandidaten in elk selectieonderdeel hoger liggen dan het nationaal gemiddelde. Voor de eerste proef (cognitieve vaardigheden) en de derde (medische/fysisch onderzoek) is dit telkens méér dan 4% hoger. Maar even opvallend is dat zowel algemeen als voor West‐Vlaanderen het slaagpercentage (2009 t.o.v. 2007) voor de cognitieve vaardigheden sterk is toegenomen: respectievelijk met 17,06 % en 17,5%. Het resultaat voor het persoonlijkheidsonderzoek is daarentegen landelijk met 4,45% en voor onze provincie met 5,75% gedaald. Het laatste selectieonderdeel, het gesprek met de jury, is zowel landelijk als voor West‐ Vlaanderen nagenoeg gelijk. Men kan zich de vraag stellen hoe het komt dat in deze selectieproef nog ongeveer 45% uitvalt. De dalende trend in het niet slagen in dit gesprek met de jury is in West‐Vlaanderen erg opvallend. Ten opzichte van 2007 is het slaagpercentage afgenomen met bijna 8% (7,91%).
9
3.3. UITEINDELIJK SLAAGPERCENTAGE WAARBIJ AANTAL INSCHRIJVINGEN = 100%
jaar
% nationaal
% W‐Vl
2002
19
19,85
2003
16,7
15,16
2004
7,5
9,79
2005
10,35
11,72
2006
14,46
20,01
2007
12,23
13,94
2008
18,55
13,08
2009
17,60
20,33
Over de jaren heen is het slagen in alle selectieonderdelen een wisselend cijfer dat landelijk varieert van 7,5% tot 19% en voor onze provincie van 9,79% tot 20,33%. Dit laatste percentage past bij 2009 en is het hoogste cijfer ooit behaald. Het ligt 2,73% boven het landelijk gemiddelde dat ten opzichte van het vorige jaar gedaald is.
10
3.4. DE OPLEIDING VAN POLITIE‐INSPECTEUR VOOR HET BASISKADER
De kandidaten mogen in principe kiezen in welke provincie ze hun opleiding volgen. Ze hebben vanaf de start van hun opleiding het statuut van aspirant‐inspecteur van de federale politie.
11
3.4.1. AANTAL OPGELEIDE EN OP TE LEIDEN STUDENTEN
*
Jaar
Nationaal
West‐Vlaanderen
2002
994
50
2003
970
97
2004
940
75
2005
860
69
2006
1.195
96
2007
1.150
97
2008
1.350
108
2009
1.200
96
2010*
1.000
80
Cijfers verstrekt door de directie van de rekrutering en selectie, onder voorbehoud van een andersluidende beslissing van de minister van Binnenlandse Zaken.
De 96 aspiranten zijn in 2009 gestart in februari (26), juni (21) en oktober (49). Dit maakt 96. Daarbij kwamen respectievelijk in februari en juni (1 + 2 = 3) agenten bij. De startdata zijn opgelegd door de Federale Rekrutering‐ en Selectiedienst. Opvallend is dat in 2008 1.350 nieuwelingen konden starten en er voor 2009 een terugval is naar 1.200. Voor 2010 wordt dit zelfs 1000. Dit heeft alles te maken met de bezuinigingen.
12
3.4.2. OPLEIDINGSRESULTAAT WPS
Het vergelijken van het opleidingsresultaat van de studenten aan de West‐Vlaamse Politieschool met dat van andere politiescholen is niet mogelijk omdat deze vergelijkende gegevens niet beschikbaar zijn.
Aantal afgewezen studenten WPS: (periode 2007 ‐ 2009)
Klas
Startdatum
Einddatum
klas 16
01/02/2007
31/01/2008
24
0
klas 17
02/07/2007
30/06/2008
39
1
klas 18
01/10/2007
30/09/2008
35
1
klas 19
01/02/2008
31/01/2009
35
0
klas 20
02/06/2008
31/05/2009
29
0
klas 21
01/10/2008
30/09/2009
55
5
klas 22
02/02/2009
31/01/2010
27
1
klas 23
01/06/2009
31/05/2010
22
*
klas 24
01/10/2009
30/09/2010
52
*
Totaal * :
Aantal afgewezen studenten
Aantal studenten
318
8
Aangezien deze groepen nog in opleiding zijn kan het aantal afgewezen studenten nog niet ingevuld worden.
Zowel in 2008 als 2009 startte de grootste groep telkens in het najaar. De ongelijke grootte van de groepen maakt het voor de organisatie moeilijk.
13
In 2009 zijn er vijf studenten overgestapt naar een latere klas wegens medische redenen of overdoen van een onderdeel (in eigen school) van de opleiding op basis van een advies van de examenjury. Bij de afgesloten opleidingen zijn er 8 van de 244 studenten die niet slaagden. Men moet weten dat de beslissing van de examenjury ‘niet geslaagd’ geen eindbeslissing is maar een advies tot afwijzing dat geformuleerd wordt aan de directeur‐generaal. Dit advies wordt meestal gevolgd, maar niet altijd. Hij beslist uiteindelijk over het al of niet slagen en het al of niet (geheel of gedeeltelijk) mogen overdoen van de opleiding. Het niet slagen heeft als hoofdreden attitudeproblemen en/of intellectueel té zwakke prestaties. Ook bepalend is de groepssfeer in de klas. Dit verklaart soms de verschillen van groep tot groep. Tijdens de laatste maanden van hun opleiding kunnen de studenten (via de mobiliteit) solliciteren voor jobs bij de lokale of federale politie. Na hun opleiding worden de afgestudeerden afgedeeld bij de Directie van de Algemene Reserve (DAR) te Brussel. Ofwel komen ze terecht in een job bij de lokale of federale politie waarop ze solliciteerden of worden ze via het interventiekorps door de federale politie ter ondersteuning ingezet in een dienst of zone van de politie. Zones die onder hun capaciteit aan medewerkers geraken en waarbij alle andere middelen uitgeput zijn kunnen het statuut krijgen van een “deficitaire zone”. Dit biedt hen het voordeel dat zij onder bepaalde voorwaarden kunnen vragen dat afgestudeerden rechtstreeks (dus niet via de mobiliteit) in hun zone komen werken.
14
4. DE MIDDENKADEROPLEIDING: HOOFDINSPECTEUR (OFFICIER VAN GERECHTELIJKE POLITIE, HULPOFFICIER VAN DE PROCUREUR DES KONINGS)
Deze opleiding is sinds de politiehervorming voor het eerst gestart op 1 september 2006 in de West‐Vlaamse Politieschool. Kandidaten die slagen in de selectie en in het bezit zijn van vroeger verworven kwalificaties (brevet hoofdinspecteur of commissaris) krijgen gehele of gedeeltelijke vrijstelling van opleiding.
Middenkaderopleiding
Aantal studenten
Aantal geslaagden
2006
29
29
2007
27
27
2008
23
23
2009
19
einde opleiding: mei 2010
15
5. DE VOORTGEZETTE OPLEIDING
5.1.
De baremische voortgezette vorming: financiering: federale politie
5.2.
De functionele voortgezette vorming: financiering: federale politie tenzij kan aangetoond worden dat deze subsidie niet volstaat. In dit geval mag de school de aantoonbare meerkost aanrekenen aan de politiezone die cursisten in opleiding stuurt.
5.3.
De erkende voortgezette vormingen: financiering: bijdrage van de zones: 0,25 euro/inwoner/jaar. Dit bedrag is niet geïndexeerd en het betreft een eenheidstarief voor alle zones. In andere provincies zijn andere systemen van toepassing. Sinds 2007 zijn deze opleidingen nu ook gesubsidieerd door de federale politie. Het betreft de eerste acht uren van deze vormingen. Er is echter ook een beperking. Wanneer de beschikbare portefeuille overschreden wordt omwille van een teveel aan vormingsactiviteiten bestaat de kans dat effectief georganiseerde opleidingen toch geen subsidie krijgen. Voor 2007 betekende dit dat 10 % minder werd uitbetaald dan voorzien. In 2008 werd dit 13,5 %. In 2009 stelde er zich geen probleem.
16
OVERZICHT VOORTGEZETTE VORMINGEN: VERGELIJKING VAN 2009 MET VORIGE JAREN
2009
onderwerpen
cursisten
totaal uren vorming
Baremische Voortgezette Vormingen
5
233
1.864
Functionele Voortgezette Vormingen
9
169
20.379
Erkende Voortgezette Vormingen
66
5.064
49.140
Gecertificeerde Voortgezette Vormingen
3
69
1.656
Voortgezette Vormingen voor Externen
6
254
7.152
Totaal
89
5.789
80.191
17
2008
onderwerpen
cursisten
totaal uren vorming
Baremische Voortgezette Vormingen
5
138
1.104
Functionele Voortgezette Vormingen
16
485
55.419
Erkende Voortgezette Vormingen
65
6.126
53.768
Gecertificeerde Voortgezette Vormingen
17
531
13.904
Voortgezette Vormingen voor Externen
8
289
5.180
Totaal
111
7.569
129.375
2007
onderwerpen
cursisten
totaal uren vorming
Baremische Voortgezette Vormingen
7
410
3.280
Functionele Voortgezette Vormingen
13
496
37.510
Erkende Voortgezette Vormingen
63
5.610
57.661
Voortgezette Vormingen voor Externen
9
379
4.316
Totaal
92
6.895
102.767
2006
onderwerpen
cursisten
totaal uren vorming
Baremische Voortgezette Vormingen
5
542
4.336
Functionele Voortgezette Vormingen
9
407
23.121
Erkende Voortgezette Vormingen
53
5.851
60.804
Voortgezette Vormingen voor Externen
6
158
1.064
Totaal
73
6.958
89.325
18
2005
onderwerpen
cursisten
totaal uren vorming
Baremische Voortgezette Vormingen
10
1.381
11.048
Functionele Voortgezette Vormingen
9
571
25.036
Erkende Voortgezette Vormingen
43
2.634
39.882
Voortgezette Vormingen voor Externen
6
273
4.836
Totaal
68
4.859
80.802
2004
onderwerpen
cursisten
totaal uren vorming
Baremische Voortgezette Vormingen
10
1.908
15.264
Functionele Voortgezette Vormingen
9
438
30.087
Erkende Voortgezette Vormingen
32
2.574
36.238
Voortgezette Vormingen voor Externen
4
292
1.840
Totaal
55
5.212
83.429
19
VASTSTELLINGEN EN INTERPRETATIES:
‐
onmiddellijk valt op dat in vergelijking met 2008 zowel het aantal onderwerpen als het bereikt aantal cursisten en het totaal aantal gevolgde uren vorming teruggevallen is. Dit heeft volgende redenen: •
algemene afname van deelname aan voortgezette vormingen (is een algemene vaststelling in de sector van de vorming, training en opleiding) omwille van capaciteitsproblemen, verzadigingseffect maar ook een rationeler vormingsbeleid
•
bewuste (opgelegde) keuze door de beheersorganen van de school
•
er werden minder langdurige opleidingen georganiseerd (de korpsen vinden dat een aantal opleidingen te lang duren). Let wel: het betreft opleidingen met een opgelegde duur door de federale politie, vb.: specialist geweldsbeheersing, wijkinspecteur, motorrijder, …) Deze cursussen situeren zich in de groep van de functionele voortgezette vormingen.
•
2008: eerste maal de gecertificeerde vorming van het calog personeel, waardoor een grote groep moest opgeleid worden
‐
de opleidingen die vooral door de korpsen gevraagd worden lopen dan wel in aantal inschrijvingen achteruit, het aantal onderwerpen blijft nagenoeg hetzelfde (+1 in 2009). Niettegenstaande het gedaald aantal cursisten werden toch nog 89 verschillende onderwerpen aangeboden. Dit bevestigt andermaal dat er veel meer kortlopende opleidingen gevolgd worden. Het betekent ook dat de WPS veel investeert in ontwikkeling van verschillende cursussen, niettegenstaande het dalend aantal cursisten.
‐
uit een studie van de directie van de opleiding 2 blijkt dat onder de erkende scholen de WPS het grootst aantal deelnemers bereikt wat betreft de functionele en erkende voortgezette opleidingen
De voortgezette vormingen die onze school organiseert gebeuren in grote mate gedecentraliseerd in de provincie. Dit is een bewuste keuze en biedt een duidelijke
2
Jaarverslag van de directie van de opleiding omtrent haar activiteiten van kwaliteitsbewaking. 2008. p.10
Het betreft de bij de directie van de opleiding goedgekeurde erkenningsdossiers. Geteld werden de opleidingen die eindigden in 2008 (gestart in 2007 of in 2008).
20
meerwaarde. Het betrekken van partners uit de eigen omgeving bevordert de interactie en netwerking. Het programma van de voortgezette vormingen wordt aan de korpsen en diensten van de politie bezorgd via een digitale nieuwsbrief. Ook het inschrijven gebeurt digitaal.
21
6. BIJZONDERE INITIATIEVEN
De school heeft ook in 2009 verder initiatieven genomen met betrekking tot geïntegreerd leren en is vernieuwend actief geweest. Enkele voorbeelden ter illustratie. 6.1. SAMENWERKINGSAKKOORD WPS – POLITIEDIENSTEN – DE LIJN – REGULIER ONDERWIJS
Op 08.01.2007 werd een samenwerkingsakkoord gesloten tussen De Lijn, de geïntegreerde politiediensten (m.i.v. het Communicatie‐ en Informatiecentrum ‐ CIC) van de provincie West‐Vlaanderen en de West‐Vlaamse Politieschool m.b.t. de problematiek van de veiligheid in relatie tot het openbaar vervoer. Het akkoord werd eveneens bekrachtigd door de beide voorzitters van het Provinciaal Veiligheidsoverleg (PVO), namelijk de gouverneur van de provincie West‐Vlaanderen en de procureur‐generaal van het hof van beroep te Gent. De West‐Vlaamse Politieschool verbindt er zich toe om in samenwerking met de andere partijen jaarlijks een studiedag aan te bieden met betrekking tot “best practices” betreffende het project “Veilig op Weg in het openbaar vervoer” (wederzijds uitwisselen van informatie, snelle interventies, gemeenschappelijke acties, communicatie en initiatieven die het gebruik van het openbaar vervoer door leden van de politiediensten bij de uitvoering van hun dienst aanmoedigen) en het initiatief nemen om – eveneens jaarlijks – een opleiding te voorzien voor de leden van de politie en van de personeelsleden van De Lijn. Het samenwerkingsakkoord voorziet in het regelmatig overleg tussen de partners. Net zoals in 2008 werd in de zomer van 2009 in elk weekend van de maand augustus een actie opgezet m.b.t. veiligheidsproblemen op en rond de kusttram. Hierbij voerden de veiligheidsdiensten van De Lijn, de lokale politie van de kustzones en studenten van de West‐Vlaamse Politieschool gezamenlijk preventieve controles uit op de kusttram, de perrons en de onmiddellijke omgeving ervan. Er werd gefocust op vormen van criminaliteit en andere problemen. Op deze wijze werd ook aangeleerd hoe kan worden samengewerkt met de dispatching en de controleurs van De Lijn, hoe moet opgetreden worden op een correcte manier, hoe de reizigers gecontroleerd en geïnformeerd kunnen worden, … ‘Actieplannen maken’ is een opleidingsonderdeel in de vorming van het middenkader. Het werd volledig toegespitst op de relatie ‘veiligheid en openbaar vervoer’. Hier zaten de laatstejaarsstudenten van de opleiding bachelor in de maatschappelijke veiligheid (Katho/Ipsoc) en de aspiranten hoofdinspecteur samen op de schoolbanken. Aan de hierbij horende gastcolleges participeerden de controleurs van De Lijn.
22
6.2. VERKEERSGETUIGEN
Het project “Verkeersgetuigen” maakt dat sinds 2009 slachtoffers van een verkeersongeval hun verhaal brengen bij diverse doelgroepen in onze provincie. Alle getuigen kregen een vorming. Ze worden in de West‐Vlaamse Politieschool ingepast in het programma van de verkeersopleidingen van het basiskader en de voortgezette vorming. 6.3. OEFENEN OPENBARE ORDE IN LEOPOLDSBURG
In de basisopleiding commissaris worden door de Nationale School voor Officieren een aantal oefendagen bestuurlijke politie georganiseerd. De oefeningen gaan door in het Militair domein Kamp Beverlo (Leopoldsburg). Gedurende deze dagen worden aan de hand van scenario’s de taken van de verschillende functies binnen een peloton ingeoefend. De studenten van de basisopleiding tot inspecteur worden ingezet als sectielid en worden zo opgeleid in hun specifieke taken. De ‘algemene reserve’ (DAR) levert versterking met politievoertuigen, bussen, sproeiwagen,…. Net als in 2008 namen onze studenten hieraan ook deel in 2009.
23
6.4. STEM
STEM staat voor Studenten Tevredenheid Meter. Dit is een meetinstrument dat ontwikkeld werd door de koepel van het Nederlandse politieonderwijs en een private organisatie. Een tijd nà het afstuderen aan de politieschool gebeurt een bevraging waarbij gepeild wordt naar de algemene tevredenheid over een aantal organisatorische en inhoudelijke aspecten van de opleiding. Een laatstejaarsstudente van de afstudeerrichting bachelor in de toegepaste psychologie van de hogeschool Howest, die haar stage liep in onze school,‘vertaalde’ deze tevredenheidmeter naar de Belgische politieopleiding en bevraagde 2 afgestudeerde groepen van het basiskader en één groep van het middenkader. 7. BEZOEKEN AAN DE SCHOOL
Aan scholen en verenigingen wordt de mogelijkheid geboden onze school te bezoeken. Dit gebeurde op • • • • •
18 en 25 februari 2009 met een bezoek van telkens 50 personen van De Koperen Passer Roeselare 20 mei 2009 met een bezoek van 56 personen van De Koperen Passer van Ieper/Poperinge; 2 oktober 2009 bezoek van 12 docenten die lesgeven in het 7de jaar integrale veiligheid in het Sivi Torhout 20 oktober 2009 in de voormiddag bezoek van 56 studenten van het 7de jaar integrale veiligheid van het Sivi Torhout 20 oktober 2009 in de namiddag bezoek van 57 studenten van het 7de jaar “Integrale veiligheid” en “Veiligheidsberoepen” van het KTA te Roeselare.
24
8. DE SCHOOL OP INFORMATIEBEURZEN
Onze school ondersteunt ook wervingsinitiatieven die uitgaan van politiezones of de rekruteringsdienst. • •
Op 8, 9 en 10 januari 2009: deelname aan de SID beurs te Roeselare Op 6 maart 2009 gaf de directeur op een beroepenvoorlichtingsavond uitleg over de rekrutering, selectie en opleiding bij de politie. Dit vond plaats in het Lyceum OLV van Vlaanderen te Kortrijk.
9. DE WEST‐VLAAMSE POLITIESCHOOL IN DE MEDIA
•
•
•
•
• •
“Huislijn”: informatieblad voor de personeelsleden van De Lijn – januari 2009 –“Gezamenlijke acties met aspiranten West‐Vlaamse Politieschool” – p. 10 WTV en Focus TV – 4 februari 2009 – “Politieagenten controleren maar zelden bestuurders op het gebruik van drugs” WTV en Focus TV – 29 maart 2009 – nieuwsflash – “Opening schietstand in Moeskroen” Tijdschrift “@SiVi” – 2009 nr. 5 (juni) – “New@Civiel: 7 TSO Integrale Veiligheid en 7 BSO Veiligheidsberoepen ‐ Marc, Bloeyaert, directeur van de West‐ Vlaamse Politieschool: “een goede politieambtenaar is iemand die van zijn mond zijn beste wapen maakt”. Radio 1 ‐ 02.11.2009 – “de ochtend van radio 1”: interview directeur met betrekking tot tekort aan discipline in de politiescholen Radio 2 ‐ 02.11.2009 – “middagnieuws” – interview directeur met betrekking tot tekort aan discipline in de politiescholen
25
10. DE WEST‐VLAAMSE POLITIESCHOOL IN DE VAKLITERATUUR EN HAAR BETROKKENHEID BIJ PROJECTEN
•
‘Orde van de dag’ is een tijdschrift dat inzoomt op criminaliteit en samenleving. Onder de titel ‘Geleerde veiligheid’ behandelde het themanummer van juni 2009 de opleidingen in relatie tot veiligheidsberoepen. De directeur schreef de bijdrage: ‘De rol van de politiescholen in het toekomstige veiligheidsonderwijs’ (Orde van de dag. Kluwer. juni 2009. aflevering 46, p. 55‐60.)
•
In 2009 gaf de minister van Binnenlandse Zaken een opdracht tot het uitvoeren van een wetenschappelijk onderzoek m.b.t. ”Hoofdcommissarissen in ontwikkeling. Een onderzoek naar de competentievervolmaking van politieleiders”. Dit onderzoek werd uitgevoerd door het Centrum voor Politiestudies (CPS). De directeur was lid van de begeleidingscommissie. In dit onderzoek werden binnen‐ en buitenlandse casussen opgenomen. Binnenlandse casus was onze school. Hieruit blijkt dat de West‐Vlaamse Politieschool de enige erkende politieschool is die een vormingstraject heeft lopen voor korpschefs.
•
Op 1 september 2009 startte op verschillende plaatsen in het land een nieuwe studierichting 7° specialisatiejaar TSO en/of BSO integrale veiligheid. In onze provincie is dit het geval in het KTA in Roeselare en de Sint Rembertschool in Torhout. De West‐Vlaamse Politieschool is lid van de schooloverstijgende begeleidingscommissie en heeft beide scholen ondersteund bij de opstart, het aanmaken van het programma, het mogelijk maken om een bezoek te brengen e.d.
•
Op 13 november 2009 werd door de ministers van respectievelijk justitie en binnenlandse zaken de stuurgroep geïnstalleerd van het project ‘Politie een lerende organisatie’. Bedoeling is dat uitgezocht wordt in welke mate het politieonderwijs kan instappen in de Europese onderwijsqualificatiestructuur en ‐regelgeving. De directeur is lid van de stuurgroep van dit project en vertegenwoordigt er de erkende Nederlandstalige politiescholen.
26
11. BEZOEKEN EN INTERNATIONALISERING
•
Van 5 t.e.m. 9 oktober participeerde de directeur met andere buitenlanders aan de studieweek ‘Meeting the policetraining below sealevel’ georganiseerd door ‘Politieacademie’, de koepel van het Nederlands politieonderwijs. De andere deelnemers kwamen uit Engeland, Noorwegen, Indonesië en Duitsland.
•
Vormingstraject korpschefs. In het kader van het vormingstraject van de West‐Vlaamse korpschefs m.b.t. het thema ‘internationalisering’ brachten zij 03.02.2009 een bezoek aan de Ecole de la Police Nationale in Roubaix waar ze een uiteenzetting kregen over de rekrutering, selectie, opleiding, de structuur en de werking van de Franse politie. Er was eveneens een boeiende uiteenzetting over de sociaal economische achtergrond van de rellen in Noord Frankrijk en hoe de Franse politie hiermee omgaat. Ook werd een bezoek gebracht aan de ‘Chunnel’ (05.03.2009) en de problemen die er zich stellen op het vlak van de illegale migratie. Een studiereis van ongeveer een week (26 t.e.m. 30.04.2009) bracht de korpschefs ondermeer naar Lyon en Parijs om er kennis te maken met internationale politieorganisaties en grootstedelijke problematiek. ‘Achter de schermen van Disneyland Paris’ was een exclusieve kennismaking met de problematiek van de veiligheid en de beveiliging van Europa’s grootste toeristische trekpleister. Op 24.09.2009 werd kennis gemaakt met het nationaal instituut voor criminologie en criminalistiek (NICC) in Brussel. De korpschefs brachten op 23.10.2009 een bezoek aan de VRT. Ze maakte er kennis met hoe het nieuws tot stand komt. Er werd bijzondere aandacht besteed aan de problematiek van de relatie tussen pers, politie en justitie. Verschillende journalisten die zich met gerechtelijke verslaggeving inlaten werden hierbij betrokken. Op 11.09.2009 werden de korpschefs ontvangen door de leiding van Club Brugge. Ze werden geïnformeerd over de bedrijfsstructuur en voetbalgerelateerde problemen.
27
12. LIDMAATSCHAPPEN EN VERTEGENWOORDIGINGEN
De WPS is lid van partnerorganisaties, adviesraden, … •
de raad van bestuur van de School voor Bestuursrecht
•
de raad van bestuur van WIVO
•
de raad van bestuur van het Centrum voor Politiestudies
•
de raad van bestuur van het Instituut voor Medische Dringende Hulpverlening
•
regelmatig wordt de directeur gevraagd om als deskundige aanwezig te zijn op de vergadering van het provinciaal veiligheidsoverleg
•
de stuurgroep ‘Politie, een lerende organisatie’
•
de directeur vertegenwoordigt de erkende politiescholen in de ‘commissie opleiding bewaking beveiliging’ van de FOD Binnenlandse Zaken
•
de begeleidingscommissie van de opleidingen integrale veiligheid (7° specialisatiejaar) in West‐Vlaanderen
28