JAARVERSLAG 2010 Samenwerken in buurten, wijken en dorpen
Industrieweg 33, 9601 LJ Hoogezand
VOORWOORD RAAD VAN BESTUUR Lefier heeft in het tweede jaar na oprichting in allerlei opzichten veel gepresteerd. Ondanks de moei‐ lijke markt, door de economische crisis, de recessie en een dalend consumentenvertrouwen, hebben wij in 2010 danig aan de weg getimmerd en het productieniveau van het eerste fusiejaar doorgetrok‐ ken. De fusie heeft niet geleid tot terugval van activiteiten. Wij hebben productiecijfers gerealiseerd die in een moeilijke markt tot tevredenheid stemmen. Er zijn 724 nieuwe woningen opgeleverd (waaronder 562 huurwoningen), 926 niveauverbeteringen uitgevoerd, 261 woningen verkocht uit de voorraad en 376 woningen gesloopt. Nieuwbouw en sloop zijn redelijk volgens de begroting uitgevoerd. De verkoop is echter met 20% tegengevallen en de woningverbetering voor 2010 is tweemaal zo hoog begroot dan gerealiseerd. In het sociale domein hebben wij in productie en verhuur een belangrijke bijdrage geleverd aan goed en actief wonen in de regio. Er zijn 3.237 nieuwe huurcontracten gesloten, waarvan 1.082 voor stu‐ dentenhuisvesting/jongerenhuisvesting. Ook hebben wij huisvesting aan kwetsbaren gerealiseerd, onder meer in de vorm van begeleid wonen voor diverse groepen. Circa 97% van onze woningen is goedkoop of betaalbaar. Ruim 90% van alle nieuwe verhuringen is aangegaan met huurders die een inkomen hebben lager dan € 33.614. Met de gemeenten in ons praktische werkgebied, Borger‐Odoorn, Emmen, Groningen, Hoogezand‐ Sappemeer en Stadskanaal, hebben wij prestatieafspraken of lokale akkoorden gesloten. Lefier heeft daarnaast intensief samengewerkt met vele organisaties in de sectoren zorg, welzijn, veiligheid, onderwijs en arbeidsmarkt. Op alle niveaus heeft overleg met huurdersorganisaties plaatsgevonden. Tegelijkertijd heeft de problematiek in de economie en de volkshuisvesting ons parten gespeeld in het verslagjaar. Gebleken is, dat wij te hoge risico’s hebben genomen bij de bouw in de midden‐ en middenhogere marktsegmenten, vooral in de projectontwikkeling. Ons resultaat op projectgebied is in 2010 daardoor ruim € 2 miljoen negatief. Ultimo 2010 staan er 225 woningen op de balans die niet verkocht, zelfs niet verhuurd zijn. Het betreft vooral appartementen, waarvan 185 in StadGroningen. Daarnaast zijn wij op onmogelijkheden gestuit bij de realisatie van een ambitieus projectplan voor jongeren‐ annex studentenhuisvesting in de Groningse Reitdiepzone. Wij hebben Deloitte Forensic and Dispute Services opdracht gegeven onderzoek te doen naar het besluitvormingsproces van dat project. Wij verwachten de resultaten niet voor mei 2011. Het financiële jaarresultaat wijkt met € 77,6 miljoen positief sterk af van het negatieve resultaat van € 44 miljoen van 2009. Dit is vooral het gevolg van veranderingen in de disconteringsvoet, minder afboekingen en de beleidswaardebepaling. Van directe betekenis is, dat het operationeel behaalde resultaat in 2010 met € 23 miljoen circa € 6,4 miljoen hoger ligt dan begroot. Lefier heeft daarbij een kasstroomindicator van 3,21 en een rentedekkingsgraad van 1,67. Op basis van de in 2010 behaalde resultaten stellen wij met genoegen vast dat Lefier een gezonde wooncorporatie is en goed borgbaar door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Daarmee heeft de fusie van de corporaties In, Volksbelang en Wooncom tot Lefier (in 2009) zijn volkshuisves‐ telijke meerwaarde duidelijk aangetoond. Medio december 2010 heeft Yvonne Geerdink, lid raad van bestuur en directeur van Lefier woonbedrijf StadGroningen, vanwege persoonlijke redenen besloten een time‐out te nemen bij Lefier. Koos Parie, als adviseur verbonden aan de fusie van Lefier en zeer ervaren in onze sector, neemt als interim‐directeur het woonbedrijf StadGroningen waar. 2
In dit jaarverslag nemen wij u graag mee in onze Lefiervisie en onze concrete invulling ervan in de ongedeelde regio en in de afzonderlijke woonbedrijven. Wij gaan met name in op de realisatie van ons Twintigpuntenplan. Bij de start van Lefier hebben de drie fusiepartners met elkaar twintig pun‐ ten benoemd die binnen drie jaar na de fusie gerealiseerd dienen te zijn. Met dit Twintigpuntenplan willen we vaststellen of de fusie tot de gewenste resultaten leidt. Dit blijkt in 2010 overwegend het geval te zijn. Wij hebben deze prestaties in 2010 kunnen verwezenlijken dankzij de enthousiaste en gemotiveerde inzet van onze medewerkers, waarvoor wij hen hartelijk danken. Ook zijn wij de raad van commissa‐ rissen en de LefierOR zeer erkentelijk voor de kritische en deskundige wijze waarop zij met ons vorm geven aan de ontwikkelingen van Lefier. Tot slot nog een dankwoord aan onze samenwerkingspart‐ ners en stakeholders met wie we onze brede visie op volkshuisvesting kunnen waarmaken. Dit jaar publiceren wij ons jaarverslag online op www.jaarverslaglefier.nl. Op deze site kunt u alle informatie aanklikken die u interessant vindt en op die manier ‘mijn jaarverslag’ samenstellen. Ook laten we hier enkele hoogtepunten per woonbedrijf zien die de titel van ons verslag onderstrepen: ‘samenwerken in buurten, wijken en dorpen’. Omdat de resultaten van onze bijdrage in buurten, wijken en dorpen niet altijd zichtbaar zijn in één jaar, laten we op de site zien wat onze bijdrage meerjarig is geweest in de Korreweg in StadGroningen, Nieuw‐Buinen in ZuidOost Drenthe, Maarstee in Stadskanaal en Gorecht‐West in Hoogezand. Verder zullen onze huurders en stakeholders op diverse manieren geïnformeerd en geattendeerd worden op de resultaten van 2010 en de site. Wij wensen u veel leesplezier! Namens de raad van bestuur Lefier, Ton Selten
3
Onderwerpen
VOORWOORD RAAD VAN BESTUUR 1. LEFIER IN DE ONGEDEELDE REGIO 1.1 Terugblik Lefier 2010 1.2 Vooruitblik Lefier 2011/2012 1.3 Visie Lefier 1.4 De zeven strategische thema’s van Lefier 2011
2. LEFIER HOOGEZAND‐STADSKANAAL 2.1 Terugblik 2010 en vooruitblik 2011/2012 2.2 Maatschappelijke prestaties Lefier Hoogezand 2.2.1 In onze werkgebieden kansen voor iedereen 2.2.2 Buurten, wijken en dorpen waar mensen graag willen wonen 2.2.3 Verdienen waar het kan, investeren waar het moet 2.2.4 Met open vizier samenwerken aan gedeelde doelen 2.2.5 Bewoners voelen zich partner 2.2.6 Klanten zijn onze ambassadeur 2.2.7 In alles een balans tussen mens, geld en milieu 2.2.8 Bouwprojecten Lefier Hoogezand 2.3 Maatschappelijke prestaties Lefier Stadskanaal 2.3.1 In onze werkgebieden kansen voor iedereen 2.3.2 Buurten, wijken en dorpen waar mensen graag willen wonen 2.3.3 Verdienen waar het kan, investeren waar het moet 2.3.4 Met open vizier samenwerken aan gedeelde doelen 2.3.5 Bewoners voelen zich partner 2.3.6 Klanten zijn onze ambassadeur 2.3.7 In alles een balans tussen mens, geld en milieu 2.3.8 Bouwprojecten Lefier Stadskanaal
3. LEFIER ZUIDOOSTDRENTHE 3.1 Terugblik 2010 en vooruitblik 2011/2012 3.2 Maatschappelijke prestaties Lefier ZuidoostDrenthe 3.2.1 In onze werkgebieden kansen voor iedereen 3.2.2 Buurten, wijken en dorpen waar mensen graag willen wonen 3.2.3 Verdienen waar het kan, investeren waar het moet 3.2.4 Met open vizier samenwerken aan gedeelde doelen 3.2.5 Bewoners voelen zich partner 3.2.6 Klanten zijn onze ambassadeur 3.2.7 In alles een balans tussen mens, geld en milieu 3.2.8 Bouwprojecten Lefier ZuidoostDrenthe
4. LEFIER STADGRONINGEN 4.1 Terugblik 2010 en vooruitblik 2011/2012 4.2 Maatschappelijke prestaties Lefier StadGroningen 4.2.1 In onze werkgebieden kansen voor iedereen 4.2.2 Buurten, wijken en dorpen waar mensen graag willen wonen 4.2.3 Verdienen waar het kan, investeren waar het moet 4.2.4 Met open vizier samenwerken aan gedeelde doelen 4.2.5 Bewoners voelen zich partner 4.2.6 Klanten zijn onze ambassadeur 4.2.7 In alles een balans tussen mens, geld en milieu 4.2.8 Bouwprojecten Lefier StadGroningen 4
5. LEFIER IN ONTWIKKELING 6. LEFIER IN DE KERN 7. LEFIER IN DE MAATSCHAPPIJ 7.1 Governancecode Woningcorporaties 7.2 Besturen: verslag raad van bestuur (RvB) 7.2.1 Decentraal organisatiemodel 7.2.2 Bestuursmodel 7.2.3 Taken en werkwijze raad van bestuur 7.2.4 Activiteiten raad van bestuur in 2010 7.2.5 Samenstelling raad van bestuur 7.2.6 Tegenstrijdige belangen 7.2.7 Doelstellingen, strategie en randvoorwaarden 7.2.8 Horizontale dialoog 7.2.9 Interne risicobeheersing‐ en controle systemen 7.2.10 Externe accountant 7.2.11 Voorbereiding visitatie 7.2.12 Integriteit 7.3 Professionaliseren: Personeel & Organisatie 7.3.1 Ontwikkeling en ontplooiing 7.3.2 Great place to work 7.3.3 Flexibiliteit van arbeid 7.4 Beïnvloeden: LefierOR, huurdersorganisaties en stakeholders 7.4.1 Verslag van de LefierOR 7.4.2 Huurders‐ en bewonersorganisaties 7.4.3 Stakeholders 7.5 Verantwoorden: Twintigpuntenplan 7.6 Toezicht houden: verslag raad van commissarissen (RvC) 7.6.1 Deskundigheid en commissies 7.6.2 Samenstelling raad van commissarissen 7.6.3 Werkwijze en activiteiten raad van commissarissen 7.6.4 Besluiten raad van commissarissen 7.6.5 Zelfevaluatie raad van commissarissen 7.6.6 Onafhankelijkheid en integriteit raad van commissarissen 7.6.7 Beoordeling en bezoldiging raad van bestuur 7.6.8 Honorering raad van commissarissen 8. LEFIER EN DE FINANCIËN 8.1 Financieel beleid en financiële kaders 8.2 Planning & Control 8.3 Risicomanagement 8.4 Beleidswaarde en overige waarderingen van het vastgoed van Lefier 8.5 Treasury 8.6 Oordeel Centraal Fonds Volkshuisvesting en ministerie van BZK 8.7 Toelichting financiële resultaat 9. LEFIER EN DE SAMENWERKINGSVERBANDEN 9.1 Stichting en deelnemingen 9.2 Deelnemingen Lefier Hoogezand‐Stadskanaal 9.3 Deelnemingen Lefier ZuidoostDrenthe 9.4 Deelnemingen Lefier StadGroningen 9.5 Overzicht juridische indeling
5
10. LEFIER EN DE JAARREKENING 10.1 Kerngegevens 10.2 Jaarrekening 10.2.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2010 10.2.2 Geconsolideerde winst‐en‐verliesrekening over 2010 10.2.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2010 10.2.4 Grondslagen voor de financiële verslaggeving 10.2.5 Toelichting op de geconsolideerde balans 10.2.6 Toelichting op de fiscale positie 10.2.7 Toelichting beleidswaarde 2010 ten opzichte van vorig verslagjaar 10.2.8 Toelichting rentabiliteitswaardecorrectie 2010 ten opzichte van vorig verslagjaar 10.2.9 Niet uit de balans blijkende verplichtingen 10.2.10 Toelichting op de geconsolideerde winst‐en‐verliesrekening 10.2.11 Toelichting beloning bestuur (WOPT) 10.2.12 Enkelvoudige jaarrekening 2010 10.3 Overige gegevens 10.3.1 Verklaring besteding middelen in het belang van de volkshuisvesting 10.3.2 Voorstel resultaat bestemming 10.4 Bijlagen 10.4.1 Financieel overzicht groepsmaatschappijen 10.4.2 Toelichting nettobedrijfskosten 10.4.3 Toelichting overige waardeveranderingen over 2010 10.4.4 Toelichting realisatie en begroting 10.4.5 Resultaten per activiteit over 2010 11. Verklaringen 11.1 Verklaring raad van bestuur 11.2 Verklaring raad van commissarissen 11.3 Accountantsverklaring
6
1 LEFIER IN DE ONGEDEELDE REGIO
1.1 Terugblik Lefier 2010 De woningmarktgebieden waarin Lefier opereert, verschillen sterk van elkaar. ‘Zwartemeer’ is geen Groningen, en ‘wonen en zorg in een dorp’ is iets heel anders dan studentenhuisvesting in ‘Stad’. Ook de risico’s en resultaten verschillen per woonbedrijf en woningmarktgebied. Lefier is opgezet om de krachten en vermogens van de fusiepartners te bundelen en risico’s te spreiden, zodat we in ons gehele werkgebied (‘de ongedeelde regio van Lefier’) optimaal kunnen doen wat nodig is. Onze visie over werken in de ongedeelde regio heeft in 2010 geleid tot zichtbare resultaten. Door de solvabiliteit van fusiepartner Wooncom zijn de risico’s in de projectontwikkeling van woonbedrijf StadGroningen ondervangen en is dit woonbedrijf in het geheel financierbaar en borgbaar gebleven. Wij zijn ervan overtuigd dat de toekomstige waardeontwikkeling, met name in StadGroningen, de basis zal bieden voor de noodzakelijke voortgang van de transformatie van ons bezit in Hoogezand‐ Sappemeer en de Drents‐Groningse veenkoloniën. Erkenning van de buitenwereld Gemeenten, huurdersorganisaties, stakeholders evenals het ministerie VROM/WWI hebben de inspanningen van Lefier in 2010 positief geëvalueerd. ‐ Het Centraal Fonds Volkshuisvesting, de adviseur van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkszaken (BZK), heeft Lefier beoordeeld in de rapportage ‘Corporatie in Perspectief 2010’ en onder meer een positief solvabiliteitsoordeel toegekend. ‐ Eind 2010 heeft Lefier van de minister van WWI een positieve zienswijze op onze prestaties ont‐ vangen. Inspanningen op het gebied van groei en krimp In het werkgebied van Lefier komen groei en krimp voor. In 2010 hebben wij diverse inspanningen verricht voor de aanpak en beheersing van die tendens. ‐ Lefier heeft met de gemeenten prestatieafspraken en lokale akkoorden afgesloten. Het inzicht is alom ingetreden dat in krimpgebieden regionale woon‐ en leefbaarheidplannen nodig zijn. Ener‐ zijds om de complexe woningmarktopgave te formuleren, anderzijds om te voorkomen dat cor‐ poraties meer woningen dan nodig moeten slopen. In de woon‐ en leefbaarheidplannen is bovendien aandacht nodig voor de uitstraling van de slechtste particuliere eigendomswoningen op de waardeontwikkeling van omliggend vastgoed, waaronder corporatiebezit. Lefier heeft diverse relaties gelegd voor de aanpak van dit vraagstuk. ‐ Samen met VNO‐NCWNoord, RABO en provincie Groningen heeft Lefier in Oost‐Groningen tientallen ondernemers en bestuurders van maatschappelijke organisaties uit onderwijs, zorg, welzijn en wonen bij elkaar gebracht. Wij streven ernaar in nieuwe coalities van ‘onderop’, van‐ uit de samenleving, een gezamenlijke strategie te bepalen, gericht op leefbaarheid en voorzie‐ ningen in krimpgebieden. Tevens geldt hierbij: ‘niet overal kan alles’. De keuze voor het wel of niet realiseren van een voorziening hangt af van het draagvlak, het gebruik, de bereikbaarheid en de toegankelijkheid voor bewoners. ‐ Leefbaarheid wordt in onze visie door mensen zelf gemaakt, voorzieningen kunnen daaraan bij‐ dragen. Om die reden is Lefier in 2010 betrokken geweest bij de bouw van een aantal multifunc‐ tionele accommodaties (MFA’s). Met MFA’s zijn slimme combinaties mogelijk. Zo kunnen bijvoorbeeld bepaalde functies op het platteland behouden blijven. In de stedelijke wijkaanpak geven MFA’s inhoud aan leefbaarheid. ‐ Lefier wil bijdragen aan de vorming van ‘vitale gemeenschappen’, aan activering van mensen en maatschappelijke participatie. Deze lijn is in 2010 bekrachtigd in een themavergadering van de raad van commissarissen en de raad van bestuur.
7
‐
‘Nederland bestaat niet’, is een oneliner die wij sinds 2010 gebruiken. In ons noordelijke werkge‐ bied treden al grote verschillen op tussen de verschillende woonbedrijven, marktgebieden en segmenten en dat geldt nog meer voor de situatie in heel Nederland. Met onze oneliner willen wij de eigenheid van onze regio beklemtonen. Tegelijkertijd willen wij de nadruk leggen op de afwijkingen in problematiek en oplossingen bij de woningmarkten in de drie noordelijke provin‐ cies, ten opzichte van de rest van ons land. Tevens proberen we (richting rijksoverheid en onze brancheorganisatie) condities te creëren voor het gezamenlijk invullen van het begrip ‘regionali‐ sering van woningmarktbeleid’. ‐ In 2010 is er, mede vanuit Lefier, een sterk fundament gelegd voor ‘Lobby‐Noord’. Dit heeft geresulteerd in het rapport ‘Groei en krimp in het Noorden – opgaven en armslag van de corpo‐ raties in de drie noordelijke provincies’, opgesteld door RIGO Research en Advies. Hierin pleiten de noordelijke corporaties gezamenlijk voor een regionale benadering van de woningmarkt. Dit rapport vormt de praktische en wetenschappelijke grondslag voor onze ‘Lobby‐Noord’. Eind februari 2011 heeft minister Donner het RIGO‐rapport in ontvangst genomen. Naar aanlei‐ ding van een werkbezoek in onze regio begin 2011, heeft de minister ingestemd met ons verzoek (namens alle Noord‐Nederlandse corporaties) om van het Noorden een proeftuin voor regionali‐ sering van beleid te maken. Een eerste workshop voor ambtenaren van het ministerie van BZK en bestuurders van corporaties is in voorbereiding. Inspanningen van de woonbedrijven ‐ De drie woonbedrijven van Lefier hebben in het verslagjaar verschillende ontwikkelingen doorgemaakt. Tegelijkertijd zijn er overeenkomsten. Zo zijn bij alle woonbedrijven nieuwe stap‐ pen gezet in de wijkaanpak en gebiedsontwikkeling in samenwerking met andere instanties, organisaties en bewoners. ‐ Woonbedrijf StadGroningen heeft in 2010 onder druk gestaan door een aantal zaken (die in de media breed zijn uitgemeten), zoals een dispuut over de vergoeding van inrichtingskosten bij niveauverbetering, huisvesting van bijzondere doelgroepen en planologische bezwaarprocedu‐ res. Aan het eind van het verslagjaar heeft het managementteam (MT) een ‘week van de klan‐ tenvraag’ georganiseerd, om openstaande vragen en verzoeken af te handelen. Woonbedrijf StadGroningen heeft landelijke aandacht en waardering gekregen voor de in Groningen ontwik‐ kelde ‘waardenzeefmethodiek’, waarbij bewoners zelf de inzet van middelen in hun wijk bepa‐ len. ‐ Woonbedrijf ZuidoostDrenthe heeft maatschappelijk en financieel gezien goede resultaten behaald. Het woonbedrijf heeft onder andere € 6 miljoen aan bezuinigingen op beheerkosten gerealiseerd, uitbreiding Emmen Revisited (ER) en vervlechting ER met de processen van het woonbedrijf. ‐ Bij woonbedrijf Hoogezand‐Stadskanaal ontwikkelen beide locaties zich nog niet op dezelfde manier. In Stadskanaal herwint de organisatie zijn kracht en identiteit. In het verslagjaar is de transformatie met de aanpak van de wijk Maarsstee enorm gevorderd. Voor de organisatie in Hoogezand is het nog vaak zoeken, zowel op financieel‐administratief gebied als qua inrichting van het portefeuillebeleid. Toch zijn in 2010 flinke stappen gezet, onder andere voor de integrale ontwikkeling van de wijk Gorecht‐West, in samenwerking met bewoners, gemeente en andere organisaties (met FC Groningen als opvallende partner). Inspanningen van de interne organisatie Intern zijn in 2010 diverse stappen voorwaarts gezet in de ontwikkeling van de Lefierorganisatie. Het bestuurssysteem is versterkt en we passen de governancecode geheel toe. Als onderdeel daar‐ van is ook de informatieverschaffing op onze website uitgebreid. Er is een Lefierbreed investeringsstatuut vastgesteld, de eerste interne audits zijn uitgevoerd en de treasury is doorontwikkeld. Tevens is de gedragswijzer, de nieuwe integriteitcode van Lefier, in het verslagjaar verder uitgewerkt. 8
Deze gedragswijzer is begin 2011 ingevoerd als opvolger van de integriteitcodes van de Lefiervoorlo‐ pers (fusiepartners). Binnen Lefier heeft het Ontwikkelbedrijf zich verder ontplooid tot een professionele ontwikkelafde‐ ling die fungeert als interne opdrachtnemer en sparringpartner van de drie Lefierwoonbedrijven. Het Ontwikkelbedrijf heeft zich in structuur en cultuur al behoorlijk gepositioneerd. Wel heeft de nieuwe rolverdeling en samenwerking tussen woonbedrijven en het Ontwikkelbedrijf een periode van gewenning gevergd. Dit heeft vooral in de eerste drie kwartalen geleid tot een terugval in de produc‐ tieniveaus.
1.2 Vooruitblik Lefier 2011/2012 ‘Op weg naar een nieuwe werkelijkheid’, was de titel van het Jaarplan 2011. Bij de voorbereiding van het Jaarplan 2012 constateren we, dat we al volop in deze nieuwe werkelijkheid zitten. We moeten niet alleen anders, we willen ook anders. Extern zien corporaties zich geconfronteerd met forse hef‐ fingen van de overheid, een veranderende markt en een nu nog eindig verdienmodel. Tevens worden klanten mondiger en zij verwachten een eigentijdsere inrichting van onze klantprocessen. Daarnaast is in de woongebieden van Lefier de krimp steeds duidelijker voelbaar. En ook binnen Lefier staat ons veel te doen. Er is al sprake van een nieuwe werkelijkheid. Lefier heeft zich in de afgelopen jaren op de kaart gezet met een heldere visie. Tegelijkertijd ontwik‐ kelen wij ons. Daardoor ontstaat intern behoefte aan afbakening van de strategische opgaven, een explicieter en beter portefeuillebeleid, meer nadruk op het klantperspectief en een efficiëntere aan‐ sturing binnen de organisatie. Deze nieuwe werkelijkheid vereist bovendien stevige financiële en organisatorische maatregelen. Om een financieel gezonde organisatie te zijn en te blijven, bezuinigen we fors op de exploitatie. Daarnaast heroverwegen we onze meerjareninvesteringen om voortdu‐ rend aan onze financiële randvoorwaarden te kunnen voldoen. Dit bereiken we alleen maar door zaken anders te doen. Daarom hebben we voor 2012 onze ambities voor de komende jaren sterk aangescherpt.
1.3 Visie Lefier Lefier is een wooncorporatie met een positief mensbeeld. Ieder mens heeft talenten en verdient kansen en prikkels om mee te doen in onze samenleving en de regie te voeren over zijn of haar eigen leven. Leven in een kansrijke omgeving helpt mensen om mogelijkheden te benutten. Daarom leveren we een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling en het uitbouwen van leef‐ en woonklimaten die de bewoners inspireren, stimuleren, en kansen en per‐ spectieven bieden. We initiëren of werken mee aan ontwikkelingen die een bijdrage leveren aan een inspirerende woonomgeving. We investeren in maatschappelijke voorzieningen, kwetsbare groepen kunnen op onze bijzondere aandacht rekenen en we stellen voldoende goede en betaalbare huisvesting beschikbaar. We voelen ons verantwoordelijk en we willen een rol van betekenis vervullen in die wijken, buurten, dorpen, steden en kernen waar we een permanente factor zijn en waar we woningen hebben of waar een beroep op onze inzet wordt gedaan. We investeren in nieuwe ontwikkelingen, samenwer‐ kingsverbanden en methodieken om inhoud te geven aan onze brede visie op de volkshuisvesting. We zijn transparant over onze inzet en onze keuzes.
9
1.4 De zeven strategische thema’s van Lefier 2010 Voor het waarmaken van onze visie, strategische positionering en ambitie hebben wij zeven strategi‐ sche thema’s geformuleerd, met daarbij passende ambities. Onze activiteiten in het verslagjaar zijn gebaseerd op deze strategische opgaven. In deze paragraaf lichten wij per thema de inhoud ervan toe, gevolgd door de input van onze stakeholders. 1 e Strategische opgave ‐ In onze werkgebieden: kansen voor iedereen Vanuit het centrale vermogen worden de middelen verschaft om de lokale opgaven uit te voeren. Wij werken vanuit een heldere visie op wijken, buurten, dorpen, steden en kernen. Wij dragen bij aan een kansrijke omgeving met goede voorzieningen voor onze bewoners. Zowel in gebieden die te maken hebben met krimp als in de gebieden die groeien. De ambities van Lefier - Wij koesteren en versterken onze wortels in de lokale situatie. - Zowel gebieden die te maken hebben met krimp als de gebieden die groeien, kunnen rekenen op onze aandacht en passende maatregelen. - Wij hebben expliciet aandacht voor het inbouwen van flexibiliteit in onze opgave, vooral in die gebieden waar sprake is van krimp. - Wij maken ons sterk voor het behoud of verkrijgen van voldoende voorzieningen en een kans‐ rijke omgeving en we zetten ons portfoliobeleid en vermogensbeheer daarvoor in. - Wij bieden woningen die aansluiten bij de vraag, zowel koop als huur. De input van onze stakeholders - Voor ons zijn jongeren in de ongedeelde regio van groot belang. 2 e Strategische opgave ‐ Buurten, wijken en dorpen waar mensen graag willen wonen Wonen is meer dan een dak boven het hoofd. Het is samenleven, deelnemen aan de maatschappij en de eigen woon‐ en leefsituatie bepalen. Het vereist een fijn huis in een veilige buurt met voldoende voorzieningen en een kansrijke omgeving. Wij investeren in maatschappelijke voorzieningen. Kwets‐ bare groepen kunnen op onze bijzondere aandacht rekenen en we stellen voldoende goede en betaalbare huisvesting beschikbaar. Wij zijn lokaal verankerd en in gesprek met onze bewoners en we dragen waar nodig bij aan buurten, wijken en dorpen waar mensen graag willen wonen. De ambities van Lefier - Samen met bewoners en lokale belanghebbenden maken wij keuzes over de ontwikkeling van buurten, wijken en dorpen. - Buurten, wijken en dorpen behouden een eigen identiteit. - Mensen kunnen kiezen tussen verschillende woonmilieus. - Wij investeren in een prettige, duurzame leefomgeving met goede (basis)voorzieningen. - Wij investeren in een kansrijke en inspirerende woonomgeving. - Wij kiezen en bepalen nadrukkelijk ons domein en bepalen onze focus; daarbij begrenzen wij onze antwoorden en excelleren wij in wat we doen. De input van onze stakeholders - Wij spelen een actieve rol bij woonoverlastproblematiek. - Wij zetten ons in om een bij de vraag van jongeren passend woon‐ en leefmilieu te creëren; wij geven jongeren expliciet kansen op het gebied van wonen, werken, leren, cultuur en voorzieningen.
10
3 e Strategische opgave ‐ Verdienen waar het kan, investeren waar het moet Onze investeringscapaciteit zetten wij in ten behoeve van lokale en regionale opgaven. Voor de komende jaren worden, in afspraak met de gemeenten, de investeringsopgaven geïntensiveerd. De ambities van Lefier - Wij voeren een woonbedrijfoverschrijdend portfoliobeleid en vermogensbeheer. Dit zijn de instrumenten waarmee wij daadwerkelijk (gelijke) kansen kunnen bieden binnen het werkgebied: geld verdienen waar het kan om het te kunnen investeren waar het nodig is. Bijvoorbeeld door bijzondere vastgoedontwikkeling en verkoop. - Wij gaan actief na waar we kostenbesparingen of inkomstenvermeerdering kunnen realiseren. - De opgaven en het strategisch voorraadbeleid blijven lokaal. Vermogen en risicoafdekking worden centraal geregeld. 4 e Strategische opgave ‐ Met open vizier samenwerken aan gedeelde doelen Wij willen een constructieve bijdrage leveren aan de samenleving en daar deel van uitmaken. Daarom laten wij zien wie we zijn en waarvoor we staan. Wij hebben een duidelijk mensbeeld en een heldere visie. Wij zijn transparant over onze doelstellingen. Wij nodigen bewoners en andere belang‐ hebbenden uit met ons in gesprek te gaan en ons te voeden, om zo te komen tot ‘gedeelde doelen’. De ambities van Lefier - Wij brengen actief onze stakeholders inclusief hun doelen en belangen in kaart. - Wij vertalen onze visie met bewoners, huurders(organisaties) en samenwerkingspartners in ‘gedeelde doelen’. - Wij leggen met bewoners, huurders(organisaties) en partners afspraken vast over te leveren prestaties, zoals een Lokaal Akkoord met gemeenten. Prestaties worden concreet benoemd, zodat zij kunnen worden getoetst en verantwoord. - Wij zijn open over de keuzes die wij maken en de middelen die wij inzetten om de afgesproken doelen te realiseren. Daarbij maken we steeds duidelijk waar voor ons de grenzen liggen in wat we willen en kunnen. - Wij zetten in op ketensamenwerking vanuit de gedachte, dat partijen samen meer kunnen realiseren dan alleen: één plus één is drie! - Wij zorgen voor een breed contact met stakeholders met verbinding op alle niveaus; wij werken toe van participatie naar samenwerking (co‐maker). De input van onze stakeholders - Wij nemen waar het moet het voortouw in samenwerkingsprocessen in buurt, wijk en dorp. Waar nodig en gewenst, zijn wij verbindingsstation of deelnemer: integraal en daadkrachtig en zo nodig ook outreachend naar andere stakeholders. 5 e Strategische opgave ‐ Bewoners voelen zich partner Bewoners zijn voor ons een belangrijke bron van inspiratie, kennis en ervaring. Bewoners zijn onze partners in buurten, wijken en dorpen. Wij hebben met onze bewoners een gezamenlijk belang in het houden en/of creëren van een veilige, kansrijke en inspirerende woonomgeving met goede en betaalbare woningen. Bewoners die initiatieven nemen om hieraan een bijdrage te leveren, zullen wij zo nodig ondersteunen en we stimuleren het nemen van eigen verantwoordelijkheid. De ambities van Lefier - Samen met bewoners stellen wij vanuit onze visie gedeelde doelen op en wij dagen bewoners uit om deze woondoelen te realiseren met behulp van onze facilitering. Wij willen daarbij expliciet de vormen van zelforganisatie ondersteunen. - Wij werken samen met bewoners aan buurten, wijken en dorpen. De wijze waarop stemmen we af op de wensen en behoeften die lokaal passend zijn. 11
Wij stimuleren bewonersinitiatieven. Wij verwachten van bewoners dat zij zich verantwoordelijk voelen voor hun eigen woon‐ en leefomgeving. De input van onze stakeholders - Wij organiseren adequate bewonersparticipatie met daarbij passende moderne werkvormen. -
6 e Strategische opgave ‐ Klanten zijn onze ambassadeur Onze klanten vormen ons primaire bestaansrecht. Wij bieden een goed product, optimale service en excellente dienstverlening. Klanten kunnen op ons vertrouwen. Wij bieden diensten en producten passend bij de vraag. Klanten worden goed geïnformeerd. De ambities van Lefier - Wij bieden diensten en producten die passen bij de vraag. - Wij streven naar structurele kwaliteitsverhoging. - Wij zijn goed bereikbaar via een door de klant zelfgekozen weg. De input van onze stakeholders - Wij streven naar een optimale klantwaardering. 7 e Strategische opgave ‐ In alles een balans tussen mens, geld en milieu Wij investeren in de toekomst. Duurzaamheid en energiebesparingen zijn voor ons belangrijke toets‐ stenen. Bij alle keuzes van ons bedrijf wordt een afweging gemaakt tussen mens, geld en milieu. De ambities van Lefier - Bij het ontwikkelen en beheren van onze woningen en woon‐ en werkomgevingen, maken wij consequent een afweging tussen mens, geld en milieu en wij brengen een duurzame en groene kijk in. - Met energiebesparingen helpen wij de woonlasten binnen de perken te houden en we dragen bij aan een beter milieu. - Als duurzame en groene organisatie hechten wij veel belang aan de ontwikkeling van medewer‐ kers en hun talenten. - Wij zorgen voor optimale primaire bedrijfsprocessen, waarbij we zorgen voor een goede aanslui‐ ting tussen binnen en buiten. - Wij streven naar een optimale medewerkerwaardering en betrokkenheid. - Wij streven ernaar om als organisatie intern steeds beter te worden (permanente organisatieverbetering). - Wij werken toe naar een netwerkorganisatie met medewerkers die in staat worden gesteld zelf kennis te halen en beschikbaar te maken voor anderen. - Wij zorgen voor een informatiehuishouding die mensen faciliteert bij het maken en naleven van afspraken en het maken van keuzes. De input van onze stakeholders - Wij streven ernaar dat onze medewerkers zich verbonden voelen en kunnen identificeren met de praktijk van Lefier.
12
2 LEFIER HOOGEZAND‐STADSKANAAL
2.1 Terugblik 2010 en vooruitblik 2011/2012 Niet alleen Lefierbreed, maar ook voor woonbedrijf Hoogezand‐Stadskanaal is het tweede jaar na de start van de nieuwe organisatie Lefier, een succesvol jaar geweest met name op huisvestingsgebied. Ten aanzien van het bedrijfsresultaat zijn de verkoopresultaten van de beide vestigingen in het ver‐ slagjaar echter teleurstellend te noemen. Enerzijds heeft ons de algehele malaise op de woningmarkt parten gespeeld. Anderzijds is vestiging Hoogezand organisatorisch nog niet geheel op orde gebleken voor de begrote verkoopopgave. Voor deze vestiging resteert nog de opgave om de onderhoudlasten zowel incidenteel als planmatig beter te beheersen en te voorzien van een goede beleidsmatige onderbouwing. Intern is hard gewerkt aan het per afdeling helder krijgen van het plan en de onder‐ delen van de PDCA‐cirkel (Plan Do Check Act). Vestiging Hoogezand in 2010 In onze vestiging Hoogezand stond gedurende het gehele jaar het wijkvernieuwingsproject Gorecht‐ West hoog op de agenda. De projectorganisatie heeft samen met de bewoners de eerste stappen gezet op het pad van de planontwikkeling. Tegelijkertijd is gewerkt aan het voorbereiden van het integrale project ‘Samen aanpakken’. Binnen dit project proberen we, in samenhang met de fysieke herstructurering van deze wijk, te komen tot nieuwe vormen van activering en probleemaanpak. Deze vorm van wijkgericht werken, heeft zowel bij onze eigen organisatie als bij die van de gemeente voor de nodige interne dynamiek gezorgd. Als fundament voor deze vruchtbare samenwerking is met de gemeente en onze collega‐corporatie Talma een set prestatieafspraken gemaakt. Nadat eind vorig jaar in Hoogezand de bouw is gestart van ons project ‘De Pleiaden’, hebben we dit jaar de eerste fase kunnen opleveren. Vestiging Stadskanaal in 2010 In Stadskanaal zijn in het kader van de wijkvernieuwing Maarsstee in het najaar van 2010 de eerste woningen opgeleverd, evenals in Onstwedde en Parkwijk. We hebben veel tijd en energie gestoken in de begeleiding van de herhuisvesting van de bewoners van het wooncomplex Parkstee. Het wooncomplex is verkocht aan onze zorgcollega Meander, die in het complex een zogenaamd zorghotel ontwikkelt voor het gehele verzorgingsgebied Stadskanaal. De sloop van de drie Philipsflats is een mijlpaal in de geschiedenis van de gemeente Stadskanaal. Het tempo waarmee de herhuis‐ vesting van de betrokken bewoners heeft plaatsgevonden, is een indicatie voor de situatie op de huurwoningmarkt in dit gebied. De krimp ligt hier duidelijk op de loer. In het verslagjaar is extra aandacht besteed aan de aanpak van woonoverlast. Samen met de welzijnsorganisatie, gemeente en politie hebben we als doel gesteld het aantal overlastsituaties te halveren. Hieraan is gezamenlijk gewerkt aan de hand van een concrete lijst van overlastsituaties en mede met de inzet van wooncoaches. Vooruitblik 2011/2012 voor woonbedrijf Hoogezand‐Stadskanaal De komende jaren gaat Hoogezand‐Stadskanaal voort op de ingeslagen weg, aan de hand van de volgende doelstellingen: - vooral het wijkgerichte werken, is in beide vestigingen speerpunt van beleid; - wij intensiveren de samenwerking met onze partners zowel binnen het wijkgerichte werken als daarbuiten; - de productie binnen onze energieprojecten krijgt extra aandacht; - wij realiseren (met name in Maarsstee) nieuwbouw sociale huurwoningen; - zowel in Hoogezand als in Stadskanaal werken wij aan de voorbereiding van onze toekomstige productie. Namens het management van Lefier Hoogezand‐Stadskanaal, Henk van der Meer 13
Highlights Hoogezand Feestelijke aftrap ‘Wijkvernieuwing Gorecht‐West’ Op 18 september 2010 hebben we met een drukbezochte dag de start gemarkeerd van ‘Wijkvernieuwing Gorecht‐West’. Met dit open planproces gaan we een vernieuwde vitale wijk reali‐ seren. Samen met onze partners in de wijk, de gemeente, Talma, Kwartier en natuurlijk de bewoners, gaan we een langlopend (misschien wel 15 jaar durend) integraal traject in. Naast fysieke plannen voor sloop (ongeveer 300 woningen), nieuwbouw en verbetering, treffen we via ‘Samen Aanpakken’ een omvangrijk pakket sociale maatregelen voor de sociale stijging van de wijk. Misschien is ‘Wijk‐ vernieuwing Gorecht‐West’ wel het grootste integrale herstructureringsproject van Noord‐ Nederland, een ware uitdaging! De Hooge Horst viert 15‐jarig jubileum met open huis In september 2010 bestond het wooncomplex De Hooge Horst 15 jaar. Ter ere van dit jubileum orga‐ niseerden wij op zaterdag 20 november 2010 een open huis, samen met het bestuur van de ‘Vereniging voor groepswonen senioren’ (de bewoners moeten lid zijn van deze vereniging om een woning in het complex te kunnen huren). Met dit open huis wilden we jonge senioren enthousiast maken voor het wooncomplex. En met succes: we hebben een aantal nieuwe aanmeldingen van potentiële toekomstige bewoners gekregen. 14
Personeelsdag 2010 Onze Personeelsdag in 2010 (op 4 juni) hebben we doorgebracht tussen onze bewoners. De ochtend was gereserveerd voor de jeugd van Hoogezand. Samen is er geklust en de kinderen konden alles vragen over de beroepen binnen een woningcorporatie. De dag is voortgezet met een spellenmiddag in de wijken. We kijken terug op een gezellige, stralende dag die een positieve bijdrage heeft gele‐ verd aan de leefbaarheid in de buurt. Highlights Stadskanaal Maarsstee In Maarsstee zijn de eerste 23 grondgebonden woningen opgeleverd. Het transformatieproces in deze wijk is in volle gang. In 5 jaar tijd worden in Maarsstee 180 woningen opgeleverd. Parkwijk In Parkwijk zijn in 2010 de 24 patiowoningen opgeleverd.
2.2 Maatschappelijke prestaties Lefier Hoogezand 2.2.1 In onze werkgebieden kansen voor iedereen Verhuurbaarheid, betaalbaarheid, bereikbaarheid De mutatiegraad in 2010 was 9,68%. Dit is een daling van bijna 2% ten opzichte van 2009. De daling doet zich met name voor in Gorecht‐West, waar huurders in afwachting zijn van de plannen voor de herstructurering. Ook dit jaar is de vraag naar woningen onder de huurtoeslaggrens groter dan het aanbod. Om het aantal geweigerde woningaanbiedingen zo laag mogelijk te houden, is in 2010 meer aandacht besteed aan het eerst telefonisch aanbieden van woningen. Binnen het huurbeleid streven we naar voldoende betaalbare woningen voor mensen met een inkomen tot € 33.614. Voor nieuw te bouwen woningen houden wij een huurprijs aan van maximaal € 647.
15
Passend huisvesten van de doelgroep Tabel 1 De resultaten van huisvesting vestiging Hoogezand volgens de BBSH‐normen Huisvesting/verhuringen vestiging Hoogezand in 2010 volgens BBSH‐normen Huurprijscategorie in euro’s
Aantallen personen
Leeftijd
Huurtoeslag‐ grenzen (inkomen)
1 persoon 1 persoon
t/m 64 jaar 65 jaar en ouder
2 en meer 2 en meer
t/m 64 jaar 65 jaar en ouder
tot € 21.450 € 21.450 en meer tot € 20.200 € 20.200 en meer subtotaal tot € 29.125 € 29.125 en meer tot € 27.575 € 27.575 en meer subtotaal
70 3 0 0 73 39 4 1 0 44
Eindtotaal
117
Te goedkoop gehuisvest Te duur gehuisvest
<357.37
357.37 511.50 548.18 Totaal tot tot tot 511.50 548.18 647.53 76 5 1 152 85 2 0 90 7 4 0 11 2 0 0 2 170 11 1 255 66 5 1 111 16 0 3 23 10 4 1 16 3 0 0 3 95 9 5 153
265
20
6
408
Huisvesting aan urgenten, statushouders, generaal pardonners, asielzoekers en maat‐ schappelijke opvang Beleid wonen, welzijn en zorg Beleid wonen, welzijn en zorg Lefier Hoogezand‐Stadskanaal is zich vanaf 2010 meer gaan richten op het (door)ontwikkelen van strategisch beleid en afwegingskaders voor welzijn, zorg en vastgoed, en met de (concept)ontwikke‐ ling van projecten en initiatieven. In het najaar zijn met alle relevante stakeholders in het WWZ‐ netwerk (wonen, welzijn, zorg) verkennende gesprekken gevoerd. Het is onze ambitie om met stakeholders gezamenlijk visietrajecten te starten. Met Zorggroep Meander en zorginstelling De Zijlen ligt hierover inmiddels een concrete afspraak. Projectinitiatieven In Hoogezand ligt een vraag rond het concept van thuiszorg en dagbesteding in het complex De Ruyterstraat. Deze erfenis van Thuiszorg Groningen hebben we nu duidelijk uitgezet bij verpleeg‐ en verzorgingshuis Zinn. Wij bieden de huisvesting en Zinn is verantwoordelijk voor het inhoudelijke programma. In januari 2011 is een helder pakket aan afspraken gerealiseerd tussen Zinn en Lefier. Statushouders In 2010 moesten in de gemeente Hoogezand‐Sappemeer 24 statushouders worden gehuisvest door de beide lokale corporaties. Lefier heeft 14 statushouders aan een woning geholpen. Daarmee is onze taakstelling voor 2010 gehaald. Bureau Woonkans Bureau Woonkans is in eerste instantie projectmatig opgezet. In 2010 hebben de deelnemende part‐ ners: Woningstichting Talma, Lefier en gemeente Hoogezand‐Sappemeer besloten structureel woon‐ kanstrajecten in te zetten. 16
Woonkanstrajecten hebben als doel ontruimingen en/of woonproblemen in de gemeente Hoogezand‐Sappemeer te voorkomen. Lefier heeft zitting in de selectiecommissie. In 2010 zijn voor 18 huishoudens woonkanstrajecten opgestart in een woning van Lefier. In 2010 zijn 6 trajecten in een woning van Lefier succesvol afgerond. In totaal hebben in het afgelopen jaar 72 woonkanstrajecten plaatsgevonden via Bureau Woonkans. Begeleid Wonen Het gebouw aan de Paulus Potterstraat bevat 53 woningen voor begeleid wonen. Het uitgangspunt bij deze woonvorm is ‘zo gewoon mogelijk wonen’ te bieden aan huurders die nog meer moeten leren omgaan met zelfstandig wonen. Deze trajecten worden opgestart en bewaakt via Bureau Woonkans. In 2010 zijn 37 nieuwe aanmeldingen binnengekomen. In 25 gevallen is een daadwerke‐ lijke plaatsing gerealiseerd. Verder zijn 21 lopende trajecten positief afgesloten; hierbij was 15 keer sprake van doorstroming naar reguliere huisvesting. Tevens hebben we verbeteringen en verande‐ ringen aangebracht binnen de procedure en de werkwijze. Daarnaast is specifieke aandacht gegeven aan de uitstroom en de samenwerking met begeleidende hulpverleningsorganisaties. Klant heeft keuze Onze woningzoekenden kunnen kiezen waar ze willen wonen. Lefier Hoogezand maakt gebruik van het inschrijfmodel, waarbij ‘persoonlijke benadering’ en ‘maatwerk’ sleutelbegrippen zijn. In 2010 is het aantal woningzoekenden iets toegenomen. De gemiddelde wachttijd voor een eenge‐ zinswoning is op dit moment ongeveer 2 jaar en voor een appartement 1,5 jaar. De afdeling Wonen ziet de wachttijden oplopen. Dit heeft verschillende oorzaken. Mensen die willen doorstromen naar een koopwoning, kopen minder snel door de economische crisis, het aantal echt‐ scheidingen blijft hoog en er is een uitstroom vanuit begeleid wonen. De taakstelling om de normen van acceptabele wachttijden te benoemen voor de verschillende doel‐ groepen en meer informatie te verzamelen over onze woningzoekenden, is in 2010 niet gehaald. Deze taak is doorgeschoven naar 2011. Huurachterstanden Eind 2010 zijn we gestart met een experiment om onze huurincassoprocedure te versnellen en pro‐ blematische huurachterstanden eerder aan te pakken. Dit experiment moet in 2011 tot een daling van huurachterstand leiden. De huurachterstand van de zittende huurders bedraagt in december 2010: 1,23%. Dit is een daling van 0,12% ten opzichte van 2009. Samenwerking met Baanvak Sinds een aantal jaren heeft Lefier het operationele wijkbeheer ondergebracht bij re‐integratiebedrijf Baanvak. Daarnaast werken we intensief samen met Baanvak in de Vredekerk in Gorecht‐West. Baanvak verzorgt het beheer van de kerk, maakt schoon en verzorgt de lunches en de avondmaaltij‐ den. Tevens maakt Baanvak schuurtjes voor de bewoners van Gorecht‐West. Er is een grote vraag naar deze schuurtjes in de wijk. In 2010 zijn er meer dan 50 tuinschuurtjes gerealiseerd. Ter bevorde‐ ring van de leefbaarheid in de wijken wordt regelmatig een beroep gedaan op de mensen van Baanvak. Vraag‐ en aanbodontwikkeling: portefeuilleplan In 2010 hebben we gewerkt aan een nieuw strategisch opgavenbeleid (SOB). Vanuit hernieuwd inzicht in demografische ontwikkelingen en marktontwikkelingen is een plan voor de toekomst opge‐ steld. Wij streven naar een kwalitatief verbeterd woningbezit richting 2020; qua aantallen woningen blijft het woningbezit hetzelfde. Deze strategische opgave realiseren wij door elk jaar woningen te slopen (gemiddeld 90 op jaarbasis), 20 woningen te verkopen, 70 woningen te verbeteren en gemid‐ deld per jaar 100 nieuwe woningen te bouwen. Deze maatregelen zijn toegedeeld aan complexen en gelabeld. 17
Naast de bepaling van de inhoud van dit portefeuilleplan, is de procesgang van het opgavenbeleid vastgesteld. Op deze wijze kunnen wij de inhoud gestructureerd monitoren en de maatregelen worden op een juiste manier meegenomen in jaarbegrotingen en het financieel meerjarenkader. 2.2.2 Buurten, wijken en dorpen waar mensen graag willen wonen Wijkgericht werken Pilot ‘Gorecht‐West’ Het wijkgericht werken krijgt in Hoogezand vorm en inhoud in de pilot van de wijk Gorecht‐West. Hierbij werkt Lefier Hoogezand samen met gemeente Hoogezand‐Sappemeer, de Bewonerscommissie Gorecht‐West en Talma. De pilot heeft een integrale aanpak en bestaat uit fysieke plannen en een pakket sociale maatregelen. Deze pilot is onder andere mogelijk door een subsidie van € 1 miljoen die we hebben binnengehaald voor het sociale programma ‘Samen Aanpakken’, ten behoeve van de 40+‐wijken. In een zo open mogelijk planproces is na de zomer van 2010 onder aanvoering van een onafhanke‐ lijke procesmanager hard gewerkt aan de eerste verkenningen van het fysieke programma. De uitgangspunten zijn: sloop van de zogenaamde ‘rode baksteenwoningen’ (ongeveer 350 stuks), verbetering van een aantal woningen en toevoeging van kwaliteit aan de openbare ruimte. Het open planproces heeft geleid tot enthousiasme en betrokkenheid in de wijk. De eerste contouren van een nieuwe wijkstructuur (stedenbouwkundige opzet, globale ideeën over kosten en fasering) zijn inmiddels zichtbaar. Daarnaast zijn voorbereidingen getroffen voor de sociale aanpak via een zogenaamd frontlineteam. Dit team gaat ‘achter de voordeur’ inventariseren welke problematiek (wel of niet in verband met de herstructurering) in gezinnen aan de orde is en maakt een opmaat naar maatwerkoplossingen. Na een zoektocht naar de juiste projectstructuur, is nu een duidelijke en enthousiaste projectorgani‐ satie gevormd. Volgens plan is medio 2011 een haalbaar wijkplan Gorecht‐West gereed. Het streven is om eind maart 2011 een definitief wijkplan te hebben, inclusief de financiële doorrekening die als basis dient voor de financiële afspraken tussen Lefier en gemeente. Vervolgens kan naar verwachting rond de zomer besluitvorming plaatsvinden. Samenwerking met FC Groningen in Gorecht‐West In het najaar van 2010 is de afdeling Maatschappij & Markt gestart met verkennende gesprekken voor een mogelijke samenwerking tussen Lefier en FC Groningen op sociaal‐maatschappelijk gebied in de wijk Gorecht‐West. Beide partijen hebben direct zeer enthousiast gereageerd en in september 2010 is het startdocument voor de samenwerking ‘Scoren op leefbaarheid’ geschreven. In dit start‐ document hebben wij onze visie en (aan de hand van de Lefierbrief) drie strategische opgaven benoemd die aansluiten bij de doelen die Lefier en FC Groningen samen willen nastreven. Deze opgaven zijn: ‐ in onze werkgebieden kansen voor iedereen; ‐ buurten en wijken waar mensen graag willen wonen; ‐ met open vizier werken aan gedeelde doelen. Voor Lefier is deze samenwerking een unieke kans om vooral de moeilijk bereikbare huurders met sociaal‐maatschappelijke problemen weer te activeren, door daarbij de inzet van FC Groningen te gebruiken. ‘Aftrap Gorecht‐West’ In 2011 starten we met een gezamenlijke aftrap, bedoeld om de bewoners kennis te laten maken met de 5 werkgebieden die beschreven staan in de nota ‘Samen Aanpakken’. 18
Verder sluiten we in 2011 aan bij bestaande activiteiten in de wijk en we starten met een aantal activiteiten vanuit het principe: ‘liever kwaliteit dan kwantiteit geven aan onze bewoners’. Daarnaast kijken Lefier en FC Groningen naar andere subsidiemogelijkheden voor het jaarplan 2011. Bevorderen leefbaarheid in wijken en buurten Het realiseren en in stand houden van leefbare wijken is een belangrijk speerpunt. De sociaal wijkbe‐ heerders hebben hier samen met de bewoners een actieve rol in. De sociaal wijkbeheerders, de buurtconciërge en het wijkbeheer (Baanvak) leveren gezamenlijk een bijdrage aan een schone, onge‐ schonden en leefbare wijk. In 2010 is € 515.000 uitgegeven aan fysiek wijkbeheer en € 255.000 aan het bevorderen van de leefbaarheid in wijken en buurten. Schoon, ongeschonden en veilig In 2010 is gericht aandacht besteed aan schone en ongeschonden trappenhuizen in de gestapelde bouw in de wijken, onder beheer van de buurtconciërge. In een aantal complexen is duidelijk verbe‐ tering waar te nemen. In het verslagjaar heeft Lefier opnieuw de tuindagen financieel ondersteund. Deze dagen worden door actieve bewoners georganiseerd. Directe woonomgeving De jeu de boules‐baan bij het complex Saskiahof is in 2010 gereedgemaakt en is een groot succes gebleken. Een groep van circa 20 bewoners maakt regelmatig enthousiast gebruik van de baan. Met de bewonerscommissie, het wijkteam Boswijk en de gemeente is gesproken over de aanpak van een van de hofjes aan de Scheepstimmerman. Hier wordt de groenvoorziening en bestrating verbe‐ terd. Activering Ook in 2010 zijn meerdere bewonersinitiatieven financieel ondersteund en gefaciliteerd. Deze initiatieven variëren van buurtfeesten en opschoonacties tot activiteiten die buurtbewoners met kinderen organiseren. Veelal hebben de activiteiten als doel de samenhang in buurten te bevor‐ deren of het fysiek opknappen van de buurt. Overlast In 2010 heeft vestiging Hoogezand een grote diversiteit aan overlastmeldingen binnengekregen. De zwaarte en ernst van de overlast verschilt sterk. Het varieert van geluidsoverlast, burenruzies, niet of slecht onderhouden tuinen en vervuiling tot verschil in leefstijl of ruzie hierover. Er heeft in één geval een ontruiming plaatsgevonden op basis van overlast (wietplantage). In 2010 is bij de overlastmeldingen meerdere malen sprake geweest van overlast op basis van zware psychosociale problematiek en geweld en/of bedreiging van huisgenoten of buren. Bij de aanpak van deze situaties werken we nauw samen met het OGGz Netwerk. Dit is een samenwerkingsverband van verschillende instellingen die werkzaam zijn op het gebied van zorg en welzijn. Deze nauwe samen‐ werking vraagt ook van Lefier een intensieve aanpak van overlast, omdat situaties regelmatig dreig‐ den te escaleren. De aanpak van woonoverlast zal verder vorm krijgen in 2011. Maatschappelijk vastgoed Multifunctionele accommodatie (MFA) In het kader van de prestatieafspraken met de gemeente is een notitie geschreven waarin Lefier zijn rol met betrekking tot maatschappelijk vastgoed in de gemeente Hoogezand‐Sappemeer verwoordt. In deze notitie is verwoord dat wij in het beginstadium graag meedenken over programmering en per situatie zullen bezien of wij een rol voor Lefier zien qua ontwikkeling, beheer en/of eigendom.
19
De onduidelijkheid rondom het project ‘Westerbroek’ is in 2010 opgehelderd. In het verleden heeft Lefier toegezegd de onrendabele investering 50/50 met de gemeente te verrekenen. Dit betekent dat Lefier € 400.000 voor zijn rekening neemt. De bestaande afspraken zijn boven tafel getild en Lefier en de gemeente hebben gezamenlijk geconstateerd dat Westerbroek in essentie een haalbaar project is. In feite is daarmee de initiatieffase afgerond. Lefierkwartier Voor de uitwerking van het project ‘Lefierkwartier’ is in het vierde kwartaal van 2010 extern advies ingehuurd. Dit moet scherper zicht geven op het project, zodat we in het eerste kwartaal van 2011 definitief kunnen bepalen of de ontwikkeling van een Lefierkwartier haalbaar is. Het Lefierkwartier wordt een centrale plaats waar kantoorfuncties voor Lefier en andere maatschappelijke organisaties onder één dak gehuisvest zijn. Voor de uitwerking van dit project is de aansluiting nodig van een aan‐ tal grotere partijen, die eveneens meerwaarde zien in het bij elkaar gehuisvest zijn. Wij streven daar‐ bij naar een duurzame samenwerking. In het verslagjaar heeft het concept verder vorm gekregen via twee lijnen: ‘welzijn en zorg’ en ‘arbeid in combinatie met onderwijs’. Een eerste gespreksronde met de geïnteresseerde partijen heeft voldoende commitment opgeleverd, onder andere van NOVO, Kwartier en Lentis. Het uitgangspunt bij het Lefierkwartier is tevens dat Lefier een deel van het ge‐ bouw voor zijn rekening neemt, voor de huisvesting van het Ontwikkelbedrijf en De Kern. In de loop van 2011 wordt de knoop doorgehakt. 2.2.3 Verdienen waar het kan, investeren waar het moet Verkopen Nieuwbouwproject ‘Pleiaden’ In het laatste kwartaal van 2010 is de verkoop van het nieuwbouwproject ‘Pleiaden’ in Woldwijck voorbereid. Het betreft hier 19 appartementen die volgens planning in juni 2011 worden opgeleverd. In septem‐ ber 2010 is het besluit genomen om 10 appartementen te verhuren. De markt voor (duurdere) koopappartementen is sinds 2008 ingezakt en er is op dit moment geen reden om aan te nemen dat deze markt zich in 2011 sterk zal verbeteren. Door een deel van de appartementen eerst te verhuren tot de huursubsidiegrens van € 648 en pas bij mutatie te verkopen, wordt op toekomstige marktontwikkelingen geanticipeerd. Daarnaast zetten we de koopapparte‐ menten met een koopgarantconstructie in de markt. In januari 2011 is de verhuur en de verkoop van start gegaan. Nieuwe woningen Judith Leysterstraat Van het totaal van 8 nieuwe woningen aan de Judith Leysterstraat zijn 5 woningen verkocht in 2010: 1 aan een particulier en 4 aan een collega‐corporatie (afronding koop in januari 2011). De resterende 3 woningen komen nu in de sociale verhuur om ze bij mutatie wederom te koop aan te bieden. Verkoop bestaand bezit Tijdens het derde kwartaal van 2010 is het verkoopproces in Hoogezand verder ingericht. Dit heeft geleid tot samenwerkingsovereenkomsten met twee makelaarskantoren, te weten Bosma & Schuur Makelaars en ERA Duit. In het derde kwartaal is ook de verkoopvijver samengesteld (woningen die zittende huurders kunnen kopen of woningen die bij mutatie worden verkocht). Hierbij is rekening gehouden met 4 factoren, te weten: mutatiegraad, direct rendement, mate waarin bezit versnipperd is en de kans dat er een woning gesloopt moet worden. Eind augustus is de afdeling Wonen begonnen met de verkoop aan zittende huurders en de verkoop van muterende woningen die gelabeld zijn als verkoopwoning. 20
In totaal zijn 230 huurders aangeschreven; 10 huurders hebben aangegeven interesse te hebben in het kopen van de woning. Uiteindelijk heeft deze actie geleid tot 1 verkochte woning. Daarnaast zijn/worden de hierboven genoemde 230 woningen ook bij mutatie te koop aangeboden. Dit heeft geleid tot drie verkochte woningen. De eerste ervaring met de verkoop leert ons dat aanbod van mutatiewoningen eerder tot verkoop leidt. Kwalitatief in stand houden woningbezit Planmatig onderhoud Ten aanzien van het planmatig onderhoud hebben we samen met het Ontwikkelbedrijf geconsta‐ teerd dat er geen systematiek ligt onder het planmatig onderhoud. Er is ook geen meerjaren onder‐ houdsplanning. WALS (dit is het doorrekenen van de macro‐economische risico’s) is daarom doorge‐ rekend op basis van de gemiddelde kosten uit het verleden. De afgelopen jaren is het planmatig onderhoud uitgevoerd op basis van het beschikbare budget. Dit betekent dus dat alleen onderhoud is gedaan dat financieel gezien haalbaar was. Woningverbetering heeft plaatsgevonden in Woldwijck en Foxhol. Daarnaast hebben we geconstateerd dat er geen eenduidige definitie is van kwaliteit; er is verschil in kwaliteitsniveau bij nieuwbouw, mutatie en renovatie. Dit heeft nadelige gevolgen gehad, te weten: ‐ een toenemend klachtenonderhoud; ‐ achterstallig onderhoud in wijken waar geen herstructurering is geweest, zoals Gorecht en delen van de Spoorstraat‐Kieldiep en Noorderpark‐Margrietpark; ‐ onvoldoende duidelijkheid over het budget dat nodig is voor planmatig onderhoud om de voor‐ raad op niveau te krijgen en te houden; ‐ uiteenlopende kwaliteit van de woningen. Verbeteracties Wij hebben de accountant een managementletter ‘Technisch beheer’ laten opstellen om te kunnen bepalen welke verbeteracties nodig zijn ten aanzien van de kwaliteit van ons woningbezit. Dit document biedt input voor een verbeterplan. Dit plan gaan we samen met het Ontwikkelbedrijf opstellen en de komende jaren implementeren. Er is een besluit genomen om in 2011 een nieuwe methodiek te gebruiken voor het in kaart brengen van de onderhoudsbehoefte van ons bezit, te weten: conditiemeting. Dit houdt in dat alle woningen (zo snel als mogelijk) technisch in beeld worden gebracht op grond van geconstateerde gebreken. Bijna alle werkzaamheden die zijn opgenomen in de begroting ‘Planmatig onderhoud’ zijn in opdracht gegeven en voor het grootste gedeelte uitgevoerd. Er is een kleine overloop in 2011. Alleen het beoogde planmatig onderhoud aan de Noordbroeksterstraat is uitgesteld. We gaan eerst onder‐ zoeken of het onderhoud mogelijk op korte termijn voor een energieaanpak (EPA‐aanpak) in aan‐ merking komt. Installaties Alle beoogde werkzaamheden zijn in opdracht gegeven en voor het overgrote deel gerealiseerd. Woningaanpassing Verbetering Halverwege 2010 is het besluit genomen een aantal woningen in Foxhol (omgeving Roerdompstraat) te renoveren. De aanpak bestaat uit een gedeelte achterstallig onderhoud, energiebesparende maat‐ regelen, en het voor rekening van de huurder aanbrengen van veranderingen aan de plattegronden. In de weken tussen 6 juli en 16 juli zijn huisbezoeken gebracht om de interesse te peilen. Er was veel animo en de renovatie is in november van start gegaan.
21
We hebben in november het besluit genomen om aanvullend 9 woningen toe te voegen aan de verbeterstroom in Foxhol, op initiatief van de bewoners. Hiermee is onze totale voorraad in Foxhol op niveau. De oplevering is in het voorjaar van 2011. Sloop en nieuwbouw Sloop‐ en/of nieuwbouwactiviteiten In het verslagjaar hebben de volgende sloop‐ en/of nieuwbouwactiviteiten plaatsgevonden: ‐ sloop Popko Bielstraat: in totaal 24 woningen gesloopt. Het betreft een complex duplexwoningen; ‐ sloop Resedastraat, Leliestraat en Narcissenstraat: in totaal 25 woningen gesloopt; ‐ sloop B. van Royenstraat: in totaal 35 woningen gesloopt; ‐ sloop Thorbeckelaan (Gorecht‐West): in totaal 18 woningen gesloopt; ‐ nieuwbouw Pleiaden: 9 koop‐ en 10 huurwoningen; ‐ realisatie nieuwbouwkoop JudithLeysterstraat: resterende 6 woningen zijn opgeleverd in 2010. Planontwikkeling initiatieven Voor onderstaande projecten zijn in het vierde kwartaal 2010 initiatiefbesluiten genomen: ‐ ABN AMRO‐locatie in Sappemeer (start bouw 2012); ‐ Popko Bielstraat: de woningen zijn gesloopt en er wordt met betrekking tot de leefbaarheid gezorgd voor interim‐beheer (start bouw eind 2011); ‐ Narcissenstraat: de woningen zijn gesloopt en er wordt met betrekking tot de leefbaarheid gezorgd voor interim‐beheer (start bouw eind 2011); ‐ MFC Westerbroek: realisatie van een MFC (multifunctioneel centrum), (start bouw 2012); ‐ Uitbreiding renovatie Roerdompstraat/Talingstraat in Foxhol met 9 woningen in de G. Imbosstraat (uitvoering voorjaar 2011). Aan de productieplanning voor 2010 heeft geen basis ten grondslag gelegen in de vorm van een stra‐ tegisch opgavenbeleid. We hebben in het verslagjaar een zo reëel mogelijke planning gemaakt en die projecten opgepakt die of urgent, of al in uitvoering waren. Grondbank Lefier Hoogezand is nog steeds in onderhandeling over grondruil met een projectontwikkelaar in de Molenwaard. Onze vestiging heeft geen haast met de afhandeling en zoals het er nu naar uitziet ook gemeente Hoogezand niet. Wij zijn na 10 jaar (antispeculatiewetgeving VROM) wel een verklaring schuldig als we de grond nog langer in bezit willen houden. In het eerste kwartaal van 2011 volgt besluitvorming over de exploita‐ tie van de grond in de Molenwaard. Leegstand, huurderving In 2010 is er een huurderving van € 293.925. Dit is inclusief de huurderving door sloop (€ 9.259) en door verkoop (€ 17.858). De frictieleegstand in 2010 bedraagt € 266.808. De frictieleegstand is het gevolg van moeilijk verhuurbare woningen (begeleid wonen appartementen) en een aantal projecten (Gorecht‐West en nog enkele locaties). Huurverhoging De jaarlijkse huurverhoging is conform begroting en VROM‐voorstel met 1,2% doorgevoerd. Met uitzondering van sloop en dergelijke komen we uit op het begrote percentage. Er is nog steeds onduidelijkheid over de ingangsdatum van de aanpassing van het Woningwaarderingsstelsel (WWS), waarbij energiepunten van toepassing zijn. Dit is ook een van de redenen dat het nieuw te ontwik‐ kelen huurbeleid nog niet is geïmplementeerd. Verder is in 2010 de voorbereiding gestart voor invoering van huurharmonisatie. Woningen die nu voor minder dan 64% van maximaal redelijk wor‐ den verhuurd, zullen straks bij mutatie voor 64% van maximaal redelijk worden verhuurd, tenzij de betaalbaarheid/verhuurbaarheid in gevaar komt. 22
2.2.4 Met open vizier samenwerken aan gedeelde doelen Stakeholdersmanagement, proactief ophalen agenda’s Wij willen proactiever de agenda van onze stakeholders ophalen. In kwartaal één is hiermee een begin gemaakt door in gesprek te gaan met Meander en De Zijlen. Dit traject zal de nieuwe pro‐ cesmanager ‘Wonen, Welzijn & Vastgoed’ verder vormgeven. In het bestuurlijk overleg met Kwartier Zorg en Welzijn in Hoogezand hebben we visies uitgewisseld en afgesproken in 2011 meer gezamenlijk aandacht te geven aan het thema ‘Preventie’. Tevens zul‐ len wij participeren in Huisartsen Onder Een Dak (HOED). Met partners in de wijk Wij werken met de volgende organisaties als partners in de wijk: de huurdersraad, wijkraden en de bewonerscommissies. Prestatieafspraken/Lokaal Akkoord Er is in samenwerking met de gemeente en collega‐corporatie Talma gewerkt aan prestatieafspraken met de gemeente. In de conceptprestatieafspraken komen thema’s aan de orde als: huisvesting van de doelgroep/beleid, woningvoorraad en monitoring, wonen, welzijn en zorg, en wijkgericht werken. De formele bekrachtiging van de prestatieafspraken heeft plaatsgevonden op 16 december 2010. De prestatieafspraken zijn inmiddels ook voorzien van een werkagenda met meer dan 20 punten. De agenda betreft bestaande en lopende projecten en initiatieven. Deze agenda wordt bewaakt door een projectgroep, waarin alle partijen op management‐/beleidsniveau vertegenwoordigd zijn. Geschillencommissie In de geschillencommissie hebben klanten van Talma, Lefier Hoogezand‐Stadskanaal, SWS Slochteren en Het Groninger Huis zitting genomen. In 2010 zijn voor de vestiging Hoogezand geen zaken in behandeling genomen bij de geschillencommissie. Netwerk Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Lefier Hoogezand participeert in het netwerk Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz), een samenwerkingsverband met deelnemers uit de hulpverlening, politie, corporaties en gemeentelijke sociale dienst. In 2009 is besloten het netwerk aan te hangen bij het lokale welzijnswerk, waarbinnen ook het algemeen maatschappelijk werk is ondergebracht. Er is een proces in gang gezet dat moet leiden tot versterking van de verbinding tussen het welzijnswerk, de zorg en de hulpverlening. Wij zijn cofinancierder van dit netwerk, nemen deel aan het tweewekelijks overleg van het netwerk en zitten tevens in de stuurgroep. Huurdersraad In 2010 is het reguliere overleg met de huurdersraad verstevigd en geïntensiveerd. In plaats van een halfjaarlijks regulier overleg, heeft het overleg in 2010 één keer per zes weken plaatsgevonden. Er zijn afspraken gemaakt over de manier waarop we met elkaar willen overleggen. Beide partijen heb‐ ben het belang van het overleg benadrukt. Er is over een diversiteit aan onderwerpen overleg gevoerd, met als belangrijkste onderwerpen: de totstandkoming van een geactualiseerd sociaal sta‐ tuut, de verkoop van woningen, het huurbeleid bij harmonisatie, projecten, het toewijzingsbeleid en de kwaliteit van communicatie en dienstverlening aan de klant. 2.2.5 Bewoners voelen zich partner Betrekken van bewoners bij beleid en beheer De sociaal wijkbeheerders overleggen regelmatig met bewoners‐ en flatcommissies over de leef‐ baarheid en andere zaken die direct met het complex en/of de buurt te maken hebben. Ook in 2010 is zeer regelmatig met ongeveer 15 commissies en groepen overleg gevoerd.
23
We hebben geconstateerd dat soms al langer lopende gespreksonderwerpen terugkeren. In 2010 hebben we een aantal van die onderwerpen kunnen ronden. Daarnaast is gebleken dat de wijze van overleggen, met name de effectiviteit ervan en de tevredenheid erover, in de nabije toekomst aan‐ dacht vereist. Door sommige commissies is aangegeven dat de deelnemers verouderen en dat er behoefte is aan nieuwe leden. Andere commissies zijn zeer actief in en rond het wooncomplex, als‐ mede in het organiseren van activiteiten. Wij ondersteunen bewoners‐ en flatcommissies financieel en faciliteren daar waar dit mogelijk is. Bewonersparticipatie in projecten Bewonersparticipatie op projectniveau heeft in 2010 plaatsgehad bij de projecten ‘Foxhol’ en ‘Popko Bielstraat/Narcissenstraat’. Daarnaast is vanzelfsprekend het nodige geïnvesteerd in Gorecht‐West. G. Imbosstraat Eind november heeft de sociaal wijkbeheerder in Foxhol huisbezoeken uitgevoerd bij de bewoners van G. Imbosstraat 73 tot en met 99 (alleen huurwoningen), vanwege het geplande groot onder‐ houd. De wijkbeheerder heeft de wensen van de bewoners geïnventariseerd. Van de 9 huishoudens hebben 8 huishoudens hun wensen kenbaar gemaakt. De wensen varieerden van isolatie van de woning tot het verplaatsen van de keuken naar de berging. 2.2.6 Klanten zijn onze ambassadeur Kwaliteit van de dienstverlening Meten klanttevredenheid Lefier Hoogezand kent tot heden geen structurele methode voor het meten van de dienstverlening aan de klant en de klanttevredenheid. In 2011 bepalen we hoe we onze kwaliteit gaan meten. In 2010 zijn, waar dat snel te realiseren was, al enkele verbeteringen aangebracht in onze dienstverlening. Daarnaast hebben we oriënterende gesprekken gevoerd met het Kwaliteitscentrum Woningcorporaties Huursector (KWH) over een eventuele (nul)meting. Verbetering dienstverlening Om telefonisch beter bereikbaar te zijn, zijn gedurende de ochtend twee binnenkomende lijnen beschikbaar gemaakt bij de klantenontvangst. De fysieke inrichting van het servicebureau is veran‐ derd, zodat wij de klant zowel aan de balie als aan de telefoon beter te woord kunnen staan. Ook zijn met name verbeteringen aangebracht in de communicatie met de klant in het verhuurmutatieproces, de huurincasso en de aanpak van woonoverlast. In het najaar is het verbetertraject ‘Klant & Dienstverlening’ ingezet met een startbijeenkomst. In dit traject zijn alle medewerkers van Wonen & Welzijn betrokken. Hier staan vragen centraal als: wat is kwaliteit? Wat vinden we daarbij belangrijk? Hoe klantvriendelijk en klantgericht zijn we? Na de startbijeenkomst zijn zeven gemengde verbeterteams gevormd die de verschillende onderde‐ len van onze dienstverlening doorlichten. Er zijn onder andere verbeterteams voor: eerste klantcon‐ tacten, huur betalen, reparatieverzoeken en klachtenmanagement. Ieder team kan voorstellen doen ter verbetering van onze dienstverlening. In 2010 zijn alle teams een keer bijeengekomen. Dit traject loopt door in 2011. Aftersales en klanttevredenheid In 2010 is de aftersales door de sociaal wijkbeheerders na nieuwe verhuringen weer nieuw leven ingeblazen. Deze aftersales zijn deels gericht op vragen rondom de nieuwe verhuring en deels op kennismaking met elkaar.
24
Het team Dagelijks onderhoud is met aftersales gestart als pilot, bij de uitvoering van klachtonder‐ houd in de wijk Gorecht‐West. Alle bewoners wordt na afhandeling van de klacht telefonisch gevraagd naar hun tevredenheid over het oplossen van de klacht. De onderwerpen ‘meer toezicht’ en ‘aftersales’ krijgen in 2011 zeker een vervolg. PR & Communicatie Mediamix ‐ In 2010 zijn we gestart met het plaatsen van nieuwspagina’s in de HS‐krant. Hiermee stellen we de inwoners van Hoogezand‐Sappemeer op de hoogte van onze activiteiten. Het zijn aantrekke‐ lijke, leesbare pagina’s die al snel de interesse van de lezer wekken. Hiermee kunnen wij ons imago versterken. Verspreid over het jaar hebben we 7 pagina’s geplaatst. ‐ We hebben een populaire versie van het jaarbericht 2009 (terugblik) en jaarplan 2010 (vooruit‐ blik) gemaakt en verstuurd naar onze stakeholders. Hiermee leggen wij verantwoording af over onze handelingen en we vertellen wat onze corporatie in het lopende jaar van plan is. Deze publicaties bevorderen onze contacten in wijken, buurten en dorpen. ‐ Samen met het bestuur van de woonvorm in wooncomplex De Hooge Horst is een open huis georganiseerd. Deze dag, die veel belangstellenden heeft getrokken, is opgezet om jonge senio‐ ren te werven om de zelfwerkzaamheid in het complex te waarborgen. Het open huis heeft een aantal nieuwe aanmeldingen van potentiële toekomstige bewoners opgeleverd. Mensen waren enthousiast over het complex. Gebleken is dat veel senioren zich aan het oriën‐ teren zijn op hun toekomstige woonsituatie. Reden voor ons om actief te kijken hoe we daar in de informatievoorziening komend jaar op kunnen inspelen. 2.2.7 In alles een balans tussen mens, geld en milieu
Duurzaamheid Voor het gehele woonbedrijf rekenen we door wat onze huidige projecten en programma’s opleve‐ ren in het kader van het terugdringen van het energieverbruik van woningen. Bij alle nieuwbouwprojecten wordt hout met FSC‐keurmerk gebruikt als duurzaam materiaal. Daarnaast oriënteren we ons in het kader van de wijkontwikkeling Gorecht‐West op duurzame ont‐ wikkeling van de nieuwe wijk. Mogelijkheden voor zogenaamde lage temperatuurverwarming wor‐ den onder de loep genomen. Tevens wordt bekeken of de schaal van de wijk zich eigent voor derge‐ lijke duurzame investeringen.
25
2.2.8 Bouwprojecten Lefier Hoogezand Tabel 2 Overzicht bouwprojecten Lefier Hoogezand Overzicht opgeleverde huurwoningen Hoogezand 2010 Project Gemeente
Type
Aantallen Aantallen begroot gerealiseerd ‐
‐ Hoogezand‐Sappemeer Overzicht opgeleverde koopwoningen Hoogezand 2010 Project Gemeente
‐
J.Leysterstraat Hoogezand‐Sappemeer Overzicht uitgevoerde niveauverbeteringen Hoogezand 2010 Project Gemeente
Koop > 200.000
Woldwijck Hoogezand‐Sappemeer Rozenstraat Hoogezand‐Sappemeer Foxhol Hoogezand‐Sappemeer Overzicht gesloopte eenheden Hoogezand 2010 Project Gemeente Leliestraat Narcissenstraat P.Bielstraat Resedastraat Burgemeester van Royenstraat O G. Borgesiusstraat Thorbeckelaan
Hoogezand‐Sappemeer Hoogezand‐Sappemeer Hoogezand‐Sappemeer Hoogezand‐Sappemeer Hoogezand‐Sappemeer Hoogezand‐Sappemeer Hoogezand‐Sappemeer Totaal
Type
Investering (x 1.000 euro)
Type Sociale huur Sociale huur Sociale huur Sociale huur Sociale huur Sociale huur Sociale huur
‐
Aantallen Aantallen Aantallen gerealiseerd begroot verkocht 6 6 1
Aantallen Aantallen Investering gerealiseerd begroot per woning 446 26 40 17.160 121 18 18 6.700 16 4 17 4.100 Aantallen Aantallen begroot gerealiseerd 12 8 24 5 35 6 12 102
12 8 24 5 ‐ 6 12 67
De bouw van opgeleverde koopwoningen boven de grens van € 200.000 heeft bijgedragen aan het volkshuisvestelijke beleid van Lefier door onder meer een gevarieerder aanbod van woningen in de wijk en een positieve impuls aan de leefbaarheid van de wijk.
26
2.3 Maatschappelijke prestaties Lefier Stadskanaal 2.3.1 In onze werkgebieden kansen voor iedereen Verhuurbaarheid, betaalbaarheid, bereikbaarheid Huurbeleid De huurverhoging was in 2010 gemiddeld 1,2%. Er is in 2010 geen duidelijkheid gekomen over de ingangsdatum van de voorgestelde aanpassingen in het Woningwaarderingsstelsel. Wij hadden de keus gemaakt om de effecten hiervan mee te nemen in een nieuw huurbeleid. Dit is nog niet moge‐ lijk gebleken. Er wordt (in combinatie met Emmen) nog wel gewerkt aan de ontwikkeling van een beleid waarbij de prijs‐kwaliteitverhouding beter tot uitdrukking komt. Huurincasso Huurachterstanden woningen Voor 2010 hebben we een norm gesteld van 11,88% voor woningen. Gemiddeld genomen over het gehele jaar 2010 is de huurachterstand 11,53%. Hierbij zijn we dus iets beneden de norm gebleven. Ondanks het feit dat we de betreffende doelgroep sociaal benaderen, is het ons gelukt om de huur‐ achterstand stabiel en beheersbaar te houden. Huurachterstanden bedrijfsonroerend goed Ultimo 2010 bedroeg de huurachterstand van bedrijfsonroerend goed 18,3%. Hoewel dit nog steeds een relatief hoog percentage is, betekent het meer dan een halvering van de huurachterstand ten opzichte van ultimo november. Oorzaak van deze halvering is dat, na inzet van een deurwaarder, een omvangrijke huurachterstand is geïncasseerd. Huurderving Het is ons in 2010 gelukt om de huurderving als gevolg van frictieleegstand binnen de gestelde norm te houden, dankzij een scherp samenspel van alle functiegroepen binnen het team Wonen & Welzijn. Dit ondanks een afname van de vraag en het doorgaans vaker moeten aanbieden van minder popu‐ laire gezinswoningen en flats, alvorens tot een goede match te komen. Inzicht in de huurderving heeft ons bewuster gemaakt van het juist registreren van dat soort leegstand. Financieel beheer In 2010 waren er 13 actieve zaken inzake financieel beheer. Hiervan zijn 4 zaken met een goed resul‐ taat beëindigd en 9 zaken die helaas niet konden worden opgelost. Ontruimingen Een groot winstpunt dit jaar is een halvering van het aantal ontruimingen ten opzichte van 2009. Vonden er in 2009 nog 28 uitzettingen plaats, in 2010 waren dat er 14. Omdat een ontruiming kost‐ baar is, hebben we door verlaging van de ontruimingen op financieel gebied winst behaald. Prioriteit blijft natuurlijk het menselijk aspect en het feit dat in een groot aantal gevallen een uitzetting is voorkomen. Het aantal aanzeggingen in 2010 bedroeg 57. Hiervan zijn er 43 voorkomen. Te Woon In 2010 zijn voorbereidingen gestart om Te Woon straks goed te kunnen uitvoeren. Er is bij uitvoe‐ ringsbeslissingen een aantal knopen doorgehakt. Alle communicatie rondom Te Woon is in kaart gebracht en uitgezet. Er heeft een overleg plaatsgevonden met De Koepel, hierbij is informatie gege‐ ven over de pilot ‘Te Woon in Maarsstee’. Ook het bewonersplatform ‘Maarsstee’ is geïnformeerd over Te Woon. Beide organisaties zijn enthousiast over het product Te Woon. In 2011 krijgen de bewoners van de nieuwbouw in Maarsstee een aanbieding. 27
Woonlastenbeleid/visie In 2010 is gewerkt aan een nieuw huurbeleid waarbij de prijs-kwaliteitverhouding van woningen beter tot uitdrukking zou kunnen komen. De systematiek is helder, het is nu vooral zaak om de indicatoren hiervoor de juiste weging mee te geven. We willen voor dit instrument gebruikmaken van de WOZ-waarde die vooral ook de locatie waardeert. Een aantal eerste scenario’s liet zien dat de totale huuropbrengst minimaal gelijk zal blijven, maar naar verwachting kan gaan stijgen. De gekozen wijze laat echter nog onvoldoende differentiatie zien. De definitieve invulling wordt doorgeschoven naar het moment waarop de wijzigingen in het Woningwaarderingsstelsel duidelijk zijn. Passend huisvesten van de doelgroep Wij hebben in 2010 in totaal 342 woningzoekenden geholpen. Volgens de BBSH-normen (Besluit Beheer Sociale Huursector) zijn 332 woningzoekenden (97%) passend gehuisvest. Hiermee hebben we onze eigen norm, 95% passend huisvesten, gehaald. Er zijn 3 woningzoekenden te duur gehuisvest en 7 woningzoekenden te goedkoop. Ondanks de keuzevrijheid kiest het overgrote merendeel van onze woningzoekenden voor een woning die past bij het inkomen. Tabel 3 De resultaten van huisvesting vestiging Stadskanaal volgens de BBSH-normen
Huisvesting/verhuringen vestiging Stadskanaal in 2010 volgens BBSH-normen Aantallen personen
Leeftijd
Huurtoeslaggrenzen (inkomen)
1 persoon
t/m 64 jaar
1 persoon
65 jaar en ouder
2 en meer
t/m 64 jaar
2 en meer
65 jaar en ouder
tot € 21.450 € 21.450 en meer tot € 20.200 € 20.200 en meer subtotaal tot € 29.125 € 29.125 en meer tot € 27.575 € 27.575 en meer subtotaal
Eindtotaal
Huurprijscategorie in euro’s <357.37 357.37 511.50 tot tot 511.50 548.18 42 62 3 7 15 3 2 28 6 0 4 0 51 109 12 19 80 19 0 10 8 0 22 5 0 4 0 19 116 32
70
225
44
548.18 Totaal tot 647.53 0 107 0 25 2 38 0 4 2 174 1 119 0 18 0 27 0 4 1 168
3
342
Te goedkoop gehuisvest Te duur gehuisvest
Statushouders (bijzondere doelgroepen) We hebben met NOVO drie situaties besproken over het verhuren van woonruimte aan NOVO in het kader van ambulante woonbegeleiding extern. Het gaat hierbij om cliënten die niet goed in de huidige woonvoorzieningen van NOVO passen. Het ‘Eindrapport haalbaarheidsonderzoek 24-uurs woonvoorziening jongeren’ is in mei gepresenteerd. Voor de gemeenten Stadskanaal en Vlagtwedde samen wordt een Woonvoorziening Jong Volwassenen ter grootte van 8 tot 10 plaatsen wenselijk geacht. Het is nu de taak van de gemeenten een kwartiermaker te benoemen die de plannen verder gestalte zal geven. Daarbij krijgen wij als Lefier de vraag van huisvesting. Deze vraag wordt neergelegd bij de afdeling Markt & Maatschappij. Met Lentis zijn we op zoek naar een nieuwe locatie, c.q. gebouw voor het Begeleid Wonenprogramma van Lentis, ter vervanging van de huidige voorzieningen van Lentis op diverse locaties in Stadskanaal. Deze actie heeft nog niet geleid tot een oplossing. Het een en ander is afhankelijk van de toekomstverwachting van een momenteel door Meander gehuurde locatie.
28
Stichting Mondiale Woonhulp Al een aantal jaren participeert Lefier in de stichting Mondiale Woonhulp. In deze stichting werkt een aantal noordelijke corporaties samen bij het helpen oplossen van huisvestingsvraagstukken die zijn ontstaan na natuurrampen in landen waar de hulpverlening afhankelijk is van steun van buitenaf. Allereerst hebben wij een project op Sri Lanka ondersteund, dat gericht is op het tekort aan huisves‐ ting na de tsunami‐ramp. Bij deze hulpverlening kiezen we voor oplossingen op de langere termijn, waarbij de bevolking zelf nadrukkelijk wordt betrokken. Uiteraard moet het project een integraal karakter hebben, maar het wonen staat bij ons op de voorgrond. Ook willen we niet zelf naar de rampgebieden afreizen. We zoeken een lokale partner die kennis heeft van de lokale situatie en ons als zodanig kan vertegenwoordigen. Dit jaar wordt ons project in Ghana afgerond. We zijn op zoek naar een geschikte partner op Haïti met wie we samen een nieuw huisvestingsproject kunnen opzetten. Beleid Wonen, Welzijn en Zorg Er zijn gesprekken met de zorginstellingen Meander en De Zijlen opgestart om een gezamenlijke visie te ontwikkelen over Wonen, Zorg en Welzijn. In de loop van 2011 zal deze samenwerking meer vorm krijgen. We maken een zorgvuldig afwegingskader om vragen van instellingen op dit vlak goed te kunnen beoordelen. Een onderdeel daarvan is een inventarisatie van woningen die we nu al met een vorm van zorg verhuren. Werkgelegenheid, leerplaatsen, stages Stichting OntwikkelingsMaatschappij Stadskanaal (SOMS) In de tweede helft van de jaren negentig heeft een van de voorgangers van Lefier het initiatief genomen tot een ‘denktank’, gericht op de verdere ontwikkeling van de gemeente Stadskanaal. Na een aantal succesvolle jaren zijn de activiteiten ingesluimerd. Vorig jaar hebben wij het initiatief nieuw leven ingeblazen en sindsdien functioneert dit gezelschap weer volop. Adviesraad Noorderpoortcollege Met het Noorderpoortcollege zijn de eerste stappen gezet om te onderzoeken of de huisvesting van ons onderhoudsbedrijf in Stadskanaal onder te brengen is in de nieuwbouwplannen van het college, onder het motto ‘Breng onze praktijk in de school en de school in onze praktijk’. Ontwikkeling vraag en aanbod Portefeuilleplan In 2010 zijn gesprekken met gemeente Stadskanaal gevoerd om onze visie en ons portefeuilleplan te delen, met de intentie beide onderwerpen te verwerken in een nieuw te sluiten Lokaal Akkoord. Vooralsnog gaan we ervan uit dat onze inschattingen van de afname van de primaire doelgroep tot 2020 redelijk parallel lopen met de huidige tendens van de krimp. Wel worden vanuit Wonen & Welzijn nadrukkelijk signalen afgegeven over de populariteit van enkele complexen. Dit zou te maken kunnen hebben met de eerste duidelijke tekenen van krimp. We zullen de signalen van Wonen & Welzijn kritisch volgen. Indien nodig ondernemen we actie. Multifunctionele accommodatie (MFA) In samenwerking met gemeente Stadskanaal is een haalbaarheidsstudie verricht naar de ontwikke‐ ling van een MFA in Stadskanaal‐Noord. Er is een programma van eisen opgesteld. Met de gemeente zijn concrete afspraken gemaakt over de diverse rollen van partijen en toekom‐ stige eigendomsituaties.
29
De insteek is dat Lefier eigenaar wordt van het vastgoed. De gemeente draagt ongeveer 75% van de investeringskosten bij. Er is een aannemer geselecteerd voor de bouw. In 2011 zal de MFA worden gerealiseerd. 2.3.2 Buurten, wijken en dorpen waar mensen graag willen wonen Wijkgericht werken Wijkvisies In 2010 is gewerkt aan integraal gedragen wijkvisies voor Musselkanaal, Alteveer en Stadskanaal‐ Noord. Er zijn diverse bijeenkomsten geweest waarbij we met de wijken en professionals hebben gesproken over het toekomstbeeld. Na het vaststellen van de visies (medio 2011) wordt verder gewerkt aan het programma en de daar‐ uit voortvloeiende maatregelen. De samenwerkende organisaties raken er steeds meer van door‐ drongen wat wijkgericht werken eigenlijk betekent. Visie op Te Woon In 2010 is Lefierbreed het concept ‘Te Woon’ geëvalueerd. Hieruit is een genuanceerd beeld voort‐ gekomen. Vooralsnog heeft dat ertoe geleid dat we onze Te Woon‐variant uitsluitend aanbieden in Maarsstee. Verder is veel voorbereid voor het implementeren van Te Woon in Maarsstee. Daarvoor zijn makelaars en hypotheekverstrekkers geselecteerd door Wonen & Welzijn. De aanbieding aan de bewoners kan conform planning worden gedaan. Woningmarktrapportage De afdelingen Maatschappij & Markt en Wonen & Welzijn hebben in 2010 stevig gewerkt aan een woningmarktrapportage. De woningmarktrapportage 2009 is afgerond. Het doel hiervan is inzicht krijgen in de actualiteit van vraag en aanbod. Dit inzicht vormt, samen met de input van Wonen & Welzijn en de actuele inzichten vanuit de afdeling Maatschappij & Markt, de basis voor de herijking van het portefeuilleplan 2011. Wijkbeheer Leefbaarheidprojecten Voor het eerst werkt wijkbeheer in 2010 met een eigen gespecificeerde begroting. Een substantieel deel van het budget voor reguliere projecten is besteed aan ‘Incidentele opschoning van tuinen’. Situaties in straten en complexen waarbij uitstel van herstel tot verslechtering van de conditie zou leiden, zijn door ons opgepakt als calamiteiten. Het project ‘Herinrichting binnentuin Diemerhof’, bedoeld voor grotere cohesie, is gerealiseerd. Het ‘bijzonder wonen’‐project is niet doorgegaan. De 24‐uursopvang is voorlopig door de gemeente in de wachtstand gezet. Wijkaanpak De in januari 2010 aangestelde procesmanager en de verbeterslagen die sindsdien zijn doorgevoerd, zijn positieve ontwikkelingen. Ook is werken met een nieuwe structuur van wijkaanpak ingevoerd. Deze werkwijze levert nog wel wat ‘opstartproblemen’ op, maar het tempo is momenteel goed. Er zijn diverse gesprekken geweest om duidelijk te maken dat wijkgericht werken iets is van alle deelnemende partijen. De problemen in het management bij de gemeente zorgen voor enige vertra‐ ging, evenals het ‘settelen’ van de nieuwe procesmanager ‘Wijkaanpak’. De interne communicatie rondom de voortgang van de wijkvisies en de inhoud daarvan is verder opgepakt.
30
Woonoverlast In 2010 is gewerkt aan het project ‘Integrale aanpak woonoverlast’. De gemeente, Lefier en Welstad hebben zich in 2009 tot doel gesteld om de 78 op 1 januari 2009 geregistreerde zware overlastsitua‐ ties in 2 jaar tijd te verminderen met 50%. Het aantal overlastsituaties is fors gedaald in 2010, van 78 naar 12. Door instroom van nieuwe situa‐ ties in 2010 is het aantal overlastsituaties ultimo 2011: 49. Hierbij is in 10 gevallen sprake van ern‐ stige woonoverlast en in 3 gevallen is sprake van zeer ernstige woonoverlast. De wooncoach heeft in 6 situaties effectief opgetreden. Het zijn korte interventies waarna overdracht naar reguliere organi‐ saties plaatsvindt. Deze dossiers konden worden gesloten. Het merendeel van de overlastsituaties is opgelost door de steeds effectievere ketenaanpak vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin en de extra focus van de reguliere organisaties. 2.3.3 Verdienen waar het kan, investeren waar het moet Verkopen Verkoop woningen Er zijn in 2010 35 woningen verkocht. 14 woningen staan leeg voor verkoop, 6 woningen staan op de planning om bij de notaris te passeren. De gemiddelde verkoopsnelheid is 147 dagen en loopt, ver‐ geleken met vorig jaar, langzaam op. In het verslagjaar zijn 8 verkoopwoningen weer terug in de ver‐ huur gegaan. Gezien de doelstelling van 2010 is het resultaat tegengevallen. De oorzaken zijn krimp en slechte marktomstandigheden. We moeten dit resultaatgebied in 2011 scherp in de gaten houden. Verkoop complex De verkoop van het complex Parkstee omvat 29 woningen. Het realiseren van de verkoop Parkstee is niet gerealiseerd in 2010. We werken aan toestemming van het ministerie. Productie Nieuwbouw - De nieuwbouwproductie loopt op een aantal projecten achter op de begrote resultaten. Het project ‘Beukenstraat’ in Alteveer zal in het eerste kwartaal van 2011 worden opgeleverd. Dit project is te laat gestart en heeft hinder ondervonden van de winter. Daarnaast zal het project aan de Molenstraat in Mussel een kwartaal later worden opgeleverd. De woningen in Onstwedde zijn gereed, maar kunnen niet als opgeleverd beschouwd worden, omdat er niet tijdig een nutsaansluiting was. - De ontwikkeling van het Centrumplan ‘Musselkanaal’ is opgehouden door een procedure bij de Raad Van Staten. We zijn daarnaast in gesprek met de gemeente over de realisatie van het pro‐ ject. Het is de vraag of bouwen wel zin heeft in verband met leegstaande winkels in het centrum. - In de Molenwijk participeren wij met maximaal 3 woningen in een project voor collectief particu‐ lier opdrachtgeverschap. Dit zal in 2011 verder vorm krijgen. Planmatig onderhoud Planmatig onderhoud is nagenoeg geheel uitgevoerd of in uitvoering gebracht. Het geplande planma‐ tig onderhoud ‘Parkstee’ is in verband met de op handen zijnde verkoop/verbouwing niet uitgevoerd. Verder is vertraging opgetreden bij de uitvoer van enkele EPA‐projecten (Energie Prestatie Advies/energielabel). Dat betekent dat een forse post (grofweg € 700.000) voor planmatig onder‐ houd niet is uitgegeven in 2010. In het eerste kwartaal van 2011 zal bekeken worden of de geplande werken meegenomen worden naar 2011 en hoe dit financieel verwerkt wordt in de opdracht aan het Ontwikkelbedrijf. Wel kan al geconcludeerd worden dat op drie na alle werken afgerond zijn in 2010.
31
Herstructurering In 2010 zijn 72 uitplaatsingen gerealiseerd (zie tabel 4). Door de latere oplevering van de nieuwbouw in de buitendorpen (Onstwedde, Alteveer en Mussel) is een deel van de geplande verhuizingen ver‐ schoven van 2010 naar 2011. Tabel 4 Uitplaatsingen vestiging Stadskanaal Wijk
Gepland
Gerealis eerd
Maars stee
21
21
Parkwijk
20
20
Parkstee
0
2
Onstwedde
33
14
Alteveer
13
6
3
2
Muss el W isselwoningen OAM To taal
10
7
100
72
Verbeterproject ‘Maarsstee’ Het verbeterproject ‘Maarsstee fase 2’ is in 2010 opgeleverd. De voorbereidingen voor fase 3 zijn gestart. De uitvoering start in 2011. EPA‐projecten In het laatste kwartaal zijn vijf EPA‐projecten (Energie Prestatie Advies/energielabel) opgestart. De deelname bij de Belgiëlaan en J.F.H. Meijerstraat/Wilhelminalaan was dusdanig laag, dat besloten is deze projecten geen doorgang te laten vinden. De projecten ‘Westerwoldselaan, Navolaan, Hun‐ singolaan en Azaleastraat’ zijn doorgeschoven naar 2011. Met deze uitkomsten is het duidelijk dat het EPA‐proces opnieuw tegen het licht gehouden moet worden, zodat de projecten in 2011 een betere kans van slagen hebben. 2.3.4 Met open vizier samenwerken aan gedeelde doelen Stakeholdersmanagement, proactief ophalen agenda’s We willen proactiever de agenda van onze stakeholders moeten ophalen. In het najaar is met meer‐ dere stakeholders gesproken om visies uit te wisselen en verbinding en raakvlakken helder te krijgen. Dit geldt als eerste voor de gemeente en De Koepel. Met deze partijen is regelmatig gesproken over de visie en plannen voor de toekomst. Er zijn daarnaast gesprekken met de zorginstellingen Meander en De Zijlen opgestart om een gezamenlijke visie te ontwikkelen op Wonen, Zorg en Welzijn. In de loop van 2011 zal dit meer vorm krijgen. Met partners in de wijk Partners in de wijk zijn organisaties als De Koepel, WoonAdviesCommissie (WAC), Bewoners Platform Maarsstee, ouderenbonden (OSOS en Seniorenraad) en Gehandicapten Platform Welstad. Wijkraden Een wijkraad is van belang voor elke wijk. Zo’n raad is de spreekbuis van de wijk en zorgt voor be‐ trokkenheid van wijkbewoners. Wijkraden zijn tevens de bewakers van de leefbaarheid in de wijk, initiatiefnemers en uitvoerders van acties voor het bevorderen van sociale cohesie. Ze zijn belangen‐ behartigers en brengen wensen van de wijk in beeld.
32
Bewonersparticipatie in de wijk In de wijkraden wordt voornamelijk gesproken over het heden (hier en nu). Toekomstzaken worden besproken aan de hand van de visietrajecten die vanuit Wijkaanpak Stadskanaal worden geregis‐ seerd. De contacten met wijkraden zijn goed en daar waar de visies in uitvoering zijn, zijn de contac‐ ten ook intensief. Eind 2010 zijn de plannen voor nieuwbouw in Mussel (6 woningen) en Onstwedde gepresenteerd. In Parkwijk zijn de 24 woningen naast Parkheem gepresenteerd. Daarnaast is het binnengebied Maarsstee gepresenteerd in het buurtcentrum. We hebben 2 inloopmomenten gehad. Eén in Onstwedde over de woonomgeving Boslaan en één in Musselkanaal met algemene informatie en het tuinenproject. Verder hebben we het hoogste punt gevierd in de Boslaan met inwoners van Onstwedde. Prestatieafspraken De komende periode wordt samen met de gemeente verder gewerkt aan een nieuw Lokaal Akkoord. Naar verwachting wordt dit in 2011 gesloten. Huurdersorganisatie Onze doelstelling is een goede verbinding met onze klanten. De Koepel is een waardevol instrument. In 2010 heeft het management van Maatschappij & Markt en Welzijn & Wonen 7 keer overleg gevoerd met De Koepel en het bestuurlijk overleg heeft 2 keer plaatsgevonden. Onderwerpen van het overleg zijn: het toekomstige en huidige beleid. We zien De Koepel collectieve, maar ook individuele zaken oppakken. Dit werkt prima, mede doordat de medewerkers van Lefier Stadskanaal laagdrempelig werken en open staan voor de bestuursleden. Zij zijn ervan overtuigd dat de klant bij een geschil het best geholpen wordt door in te steken op het medewerkersverantwoor‐ delijkheidsniveau. Geschillencommissie Het beleid van Wonen & Welzijn is ingediende klachten altijd op te lossen. De aanvliegroute is op het niveau van de medewerkers. Indien nodig, volgt een gesprek met de manager en bewoners, maar altijd ook met de medewerker(s) aan tafel. In 2010 hebben wij een schriftelijke klacht ontvangen die wij in gesprek met de klant hebben opgelost. 2.3.5 Bewoners voelen zich partner Participatielabel Kwaliteitscentrum Woningcorporaties Huursector Op dit moment hebben we het gouden label voor het participatieonderdeel van het Kwaliteitscentrum Woningcorporaties Huursector (KWH). In het vierde kwartaal 2010 zijn alle gege‐ vens aangeleverd voor de nieuwe beoordeling in 2011. De resultaten zullen rond de zomervakantie bekend zijn. Bewonerscommissies Participatiebeleidsplan Het participatiebeleidsplan van Lefier wordt herschreven. Inmiddels is het stuk binnen Lefier afge‐ stemd en daarna besproken met De Koepel en het opbouwwerk. Hier zijn verbeterpunten uit naar voren gekomen die we in 2011 verwerken. We transformeren het beleidsplan samen met Hoogezand naar een meer visionair stuk. Sociaal statuut Het sociaal statuut is voor 2011 aangepast, inmiddels getekend en weer geldig voor 1 jaar.
33
Projecten Wijkgericht programmeren Het wijkgericht programmeren vanuit de nieuwe wijkvisies staat nog in de kinderschoenen. We heb‐ ben afgesproken dat we met zoveel mogelijk projectinitiatieven aanhaken bij bestaande wijkvisies en programma’s. Huurdersdag Om de verbinding te maken met klanten en bewoners en te tonen wat we in huis hebben, hebben we in het voorjaar van 2010 een huurdersdag georganiseerd samen met onze netwerkpartner Meander. In onze woonwinkel hebben we onze 55+‐bewoners uitgenodigd. Gezien de grote opkomst en de tevreden reacties kunnen wij terugzien op een geslaagde dag die om een herhaling vraagt. Open huis In 2010 hebben we drie keer een open huis georganiseerd (Maarsstee, Onstwedde en Parkwijk). De gelegenheid die wij de samenleving geven om een kijkje te nemen in nieuwbouwwoningen, voordat bewoners de sleutels krijgen, wordt zeer gewaardeerd. Zo horen wij onder andere ongevraagd meningen over de grootte van de woning, het uitrustingsniveau en het dilemma van woningzoeken‐ den in hun zoektocht naar een dergelijke woning. Het levert ons op een gemakkelijke manier infor‐ matie op, de verbinding die wij met de samenleving willen en de mogelijkheid gastheer te zijn in onze ‘tijdelijke’ showrooms. Bewonersparticipatie in projecten In Stadskanaal zijn we goed op weg met participatie van bewoners. We zijn vernieuwend (‘leeg A4’tje’ in Alteveer) en vragen van bewoners soms een lange adem (Boslaan in Onstwedde). We laten mensen in principe overal over meepraten en hebben van tevoren gedefinieerd waar bewoners welke rechten hebben (informeren, adviseren en coproduceren). We evalueren de projecten qua proces. De samenwerking intern verloopt soepel en met enthousiasme. We scoorden bij de evaluatie van het participatieproces nieuwbouw (4 situaties) gemiddeld een ruime 8. Het laagste cijfer was een 7,5. Een mooie score voor soms langdurige en veelomvattende projecten. 2.3.6 Klanten zijn onze ambassadeur Kwaliteit meten Metingen in 2010 hebben de volgende resultaten opgeleverd: 2009 2010 1. Telefonische bereikbaarheid 8,6 8,3 2. Corporatie bezoeken 7,6 7,7 3. Woning zoeken 7,7 7,1 4. Woning betrekken 8,5 8,3 5. Huur betalen 7,5 7,8 6. Reparatie uitvoeren 7,5 7,4 7. Woning onderhouden 8,0 7,7 8. Klachten afhandelen 6,9 6,6 9. Woning verlaten 8,4 8,4 In 2011 investeren we in de onderwerpen met de laagste cijfers, onder meer ‘klachten afhandelen’. Daarnaast besteden we specifieke aandacht aan de informatie op onze internetsite. Maatregelen krijgen aandacht in de plaatselijke media, maar ook intern zal geïnvesteerd worden in het upgraden van kennis.
34
Bij de overige onderwerpen volgen we de aanbevelingen van het Kwaliteitscentrum Woningcorpora‐ ties Huursector (KWH) en passen die toe op de praktijk. De volgende meetperiode loopt van januari tot en met maart 2011. Klantontvangst In 2010 hebben wij 12.071 klanten in onze woonwinkel ontvangen; een gemiddelde van 1.006 klan‐ ten per maand en 50 per dag. Daarnaast zijn er 23.633 telefonische contacten geweest. Per maand zijn dat 1.970 telefoontjes; een gemiddelde van 98 per dag. De top vijf van binnenkomende telefoonvragen bestaat uit: - een woning aanvragen of informatie hierover; - reageren op een woning; - herinschrijving; - huurbetalingen; - reparatieverzoeken. Verbeterproject optiemodel De afdeling Welzijn &Wonen heeft de problemen geïnventariseerd en geconcludeerd dat het huidige optiemodel voor klanten en onze organisatie niet meer voldoet en dat het goed is om het systeem te verbeteren. We willen de klant bewuster laten kiezen waar hij of zij wil wonen. De woningzoekende maakt een zoekprofiel op basis van plaats, wijk, woningtype, aantal slaapkamers, enzovoort. Wordt een woning opgezegd, dan krijgt een woningzoekende bericht dat een woning leeg komt die aan zijn of haar zoekprofiel voldoet. Is hij of zij geïnteresseerd dan verzoeken wij de woningzoekende te rea‐ geren. Doet deze dat niet, dan maakt hij geen kans op de woning. Omdat we zoveel mogelijk gebruik willen maken van de moderne technieken als internet, sms, enzovoort en niet afhankelijk willen zijn van een wekelijkse advertentie, is registreren noodzakelijk. Het uitgangspunt is: gemakkelijker inschrijven voor de klant op internet en voor ons minder administratief werk. Minder weigeringen leiden tot een snellere acceptatie. Een groep medewerkers van Welzijn & Wonen is kartrekker van dit project. Met dit project willen we een model ontwikkelen dat losgekoppeld is van het werkgebied ZuidoostDrenthe. Het streven is om voor juni 2011 het model op papier te hebben en te hebben goedgekeurd. In het najaar staat de bouw van het systeem gepland, zodat we in 2012 kunnen starten met het nieuwe model. 2.3.7 In alles een balans tussen mens, geld en milieu Duurzaamheid Energie In 2010 zijn we bezig geweest door te rekenen wat onze huidige projecten en programma’s opleve‐ ren in het kader van het terugdringen van het energieverbruik van woningen. Tegelijkertijd is een haalbaarheidsonderzoek gaande naar duurzame energieopwekking voor de herstructurerings‐wijk Maarsstee. Hout met FSC‐keurmerk Wat betreft duurzaam materiaalgebruik wordt bij alle nieuwbouwprojecten gebruikgemaakt van hout met het FSC‐keurmerk.
35
2.3.8 Bouwprojecten Lefier Stadskanaal Tabel 5 Overzicht bouwprojecten Lefier Stadskanaal Overzicht volkshuisvestelijke prestaties Stadskanaal 2010 Aantal opgeleverde verhuureenheden Aantal opgeleverde koopwoningen Aantal uitgevoerde niveauverbeteringen Aantal verkochte verhuureenheden Aantal gesloopte verhuureenheden Overzicht opgeleverde nieuwbouw huur Stadskanaal 2010 Project Gemeente Alteveer, Berkenstraat 1‐19 fase 1 Onstwedde, Boslaan e.o. fase 1 Stadskanaal, Maarsstee fase A1 grondgebonden woningen Alteveer, Berkenstraat 2‐24 fase 2 Alteveer, Berkenstraat 2‐12 ev Mussel, Molenstraat 38‐46 ev Stadskanaal, Parkwijk Irenelaan
36
Type
Stadskanaal Stadskanaal Stadskanaal
Eengezinswoning Eengezinswoning Eengezinswoning
Stadskanaal Stadskanaal Stadskanaal Stadskanaal Totaal
Eengezinswoning Eengezinswoning Eengezinswoning Eengezinswoning
Aantallen gerealiseerd 54 0 238 35 170
Aantallen begroot 98 12 485 50 169
Aantallen gerealiseerd 3 23
Aantallen begroot 6 28 23
4 24 54
8 5 4 24 98
3 LEFIER ZUIDOOSTDRENTHE
3.1 Terugblik 2010 en vooruitblik 2011/2012 2010 was een goed jaar voor Lefier ZuidoostDrenthe. We hebben vele maatschappelijke doelen bereikt in combinatie met een positief bedrijfsresultaat. Een bedrijfsresultaat waarbij stevig is inge‐ grepen op de kosten, maar met behoud van de vooropgestelde doelen. Er is hard gewerkt aan leef‐ baar wonen in wijken. 'Wonen, wijken: woonwijken' was de kern van onze inspanningen, met als werkmotto ‘Meer met minder’. Wij hebben meer bereikt met minder middelen. Een jaar om trots op te zijn.
Goede en betaalbare huisvesting De betaalbaarheid van onze woningen is meer dan goed; 95% van de woningen wordt toegewezen aan de doelgroep. Het aantal opgeleverde huurwoningen is, met 116 nieuwbouwwoningen, even‐ eens goed. Binnen Lefier ZuidoostDrenthe gaat bijzondere aandacht uit naar EPA (Energie Prestatie Advies/energielabel). In 2010 is bij 220 van de geplande 428 woningen EPA doorgevoerd. Bij 155 geplande woningen zijn geen EPA‐investeringen uitgevoerd, omdat deze woningen al het C‐label bleken te hebben. Voor in totaal 102 woningen is geen EPA gerealiseerd, omdat niet minimaal 70% van de bewoners mee wilde doen. Daarom hebben we inmiddels een verbeterde aanpak van het aanbieden van EPA doorgevoerd. Huisvesting bijzondere doelgroepen en maatschappelijke opvang Het huisvesten van bijzondere doelgroepen verloopt voor de statushouders slecht. Wij hebben woningen aangeboden, maar de weigeringen en ‘no shows’ zijn meer regelmaat dan uitzondering. Op het gebied van maatschappelijke huisvesting zijn positieve resultaten behaald, namelijk de ople‐ vering van ‘t Hof van Erica en de verhuur van een woning als inloophuis aan de Stichting Under the Ivy voor (ex‐)kankerpatiënten. Tevens hebben we 17 woningen beschikbaar gesteld aan instellingen voor maatschappelijke opvang en vrouwenopvang.
Wijk‐ en dorpsgericht werken Het wijk‐ en dorpsgericht werken is in Nieuw‐Buinen en Emmen volop in uitvoer. Veel nieuwe dorps‐ programma’s zijn tot stand gekomen. De organisatie Emmen Revisited (ER) is sterk in beweging samen met de wijkteams en onze participanten. ER is met de uitbreiding flink op stoom. Een succes‐ vol congres is gerealiseerd en de nieuwe werkwijze bij ER wordt binnen Lefier ZuidoostDrenthe ver‐ taald naar een visie op wijk‐ en dorpsgericht werken. Deze visie resulteert in meer capaciteit voor de participanten om meer tijd aan de uitbreiding van wijkteams te besteden. In 2010 zijn bewonersiniti‐ atieven ruimschoots financieel ondersteund en wij hebben actief meegewerkt in projecten waarmee voorzieningen in de wijk worden gerealiseerd; 3 multifunctionele accommodaties (MFA’s) zijn in voorbereiding of al opgeleverd. Ook hebben we een katalyserende rol gespeeld in een aantal winkel‐ centra die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van de wijk. Overleg maatschappelijke partners Het overleg met alle maatschappelijke partners loopt zoals gewenst. Het belangrijkste voorbeeld hiervan is een Nieuw Lokaal Akkoord met de gemeente Borger‐Odoorn. Hierdoor is in 2010 met beide gemeenten een nieuw Lokaal Akkoord gesloten. Het Lokaal Akkoord met gemeente Emmen is in een managementplatform geoperationaliseerd en gerealiseerd. De partners zijn in 2010 allen uit‐ gebreid betrokken bij de totstandkoming van de Lefierbrief. Dienstverlening De tevredenheid van klanten is met een tevredenheidmeting getoetst. In 2010 zijn de resultaten volgens de norm. Maar de klantentevredenheid kan en moet beter. 37
Bedrijfsvoering en organisatiestructuur Onze bedrijfsvoering heeft geresulteerd in gedegen financiële resultaten. De begroting is gehaald en er is verantwoord omgesprongen met de middelen die ons ter beschikking staan. De organisatie‐ veranderingen die we in 2009 zijn gestart, hebben effect in 2010. Kostenbewustzijn in combinatie met structuurwijzigingen heeft geleid tot besparingen op personeels‐ en overige bedrijfskosten. Strategisch opgavenbeleid Het strategisch opgavenbeleid staat in de aandacht. Er is een onderzoek geweest naar verbeterpun‐ ten en die zijn er volop. Al voor de start van het onderzoek hebben we verbeteringen en aanscher‐ pingen in gang gezet. In het project ‘Strategisch marketingtraject’ verdiepen we de klantvraag en actualiseren we de marktgegevens. Belangrijke peilers daarvoor zijn de twee woningmarkt‐ en ver‐ huisketenonderzoeken die in het vierde kwartaal van 2010 in onze twee gemeenten met onze medewerking gereed zijn gekomen. Het belangrijkste verbeterpunt is het ontwikkelen van complex‐ beheerplannen. Projectontwikkeling De projectontwikkeling staat bij Lefier ZuidoostDrenthe stevig in de schijnwerpers. Waar verleden jaar veel is afgewaardeerd vanwege de economische crisis, is dit jaar de projectenlijst flink opge‐ schoond. Projecten die langdurig in de initiatieffase of ontwikkelfase bleven hangen, zijn versneld uitgevoerd of verwijderd. Dit zorgt voor meer overzicht en werkbaarheid in de projecten. Integriteit In het vierde kwartaal is een verkenning naar integer gedrag uitgevoerd. Hierbij is geconstateerd dat een aantal zaken op het gebied van integriteit verbeterd kan en moet worden. Daarom is het infor‐ meel bestaand ‘klusbeleid’ afgeschaft en is de meldingsplicht voor cadeaus die we ontvangen geac‐ tualiseerd. Ook wordt het gebruik van gereedschappen van Lefier in 2011 beter gemonitord. Aan‐ vullende onderzoeken op het gebied van aanbesteding en ‘open magazijn’ worden gestart. 3.1.2 Vooruitblik naar 2011 2011 wordt het jaar van ‘efficiency’, ‘wijk‐ en dorpsgericht werken’ en ‘waardering en vertrouwen’. Het is onze doelstelling om stevig structureel te bezuinigingen, zodat we voldoende cashflow houden om geborgd te kunnen lenen. In Lefier ZuidoostDrenthe is de laatste jaren het kostenbewustzijn fors gestegen. Op dit kostenbewustzijn wordt in 2011 een beroep gedaan om de noodzakelijke middelen vrij te spelen. Strategische aandacht voor het wijk‐ en dorpsgericht werken, is nodig om in samen‐ werking met maatschappelijke partners het vraagstuk van de krimp te beantwoorden. ER is een belangrijk voertuig, maar ook vanuit onze ‘eigen’ organisatie is het nodig dat ons werk meer vanuit de wijken en dorpen plaatsvindt. Vertrouwen en waardering zijn het waarvoor we het uiteindelijk doen. In 2011 wordt dit zichtbaar met de visitatie en kwaliteitslabels. Aan het vertrouwen en de waardering wordt gewerkt door ons werk heel goed te doen en transparant te zijn in onze afwegin‐ gen. Het werken aan 'efficiency, wijk‐ en dorpsgericht werken en waardering en vertrouwen’ is ons ant‐ woord op de vraag: de crisis voorbij!? De titel van het jaarplan in 2011. Namens het management van Lefier ZuidoostDrenthe, Erwin Bel 38
Highlights ZuidoostDrenthe Verhuurbaarheid Ondanks de verwachte krimp valt de frictieleegstand bij Lefier ZuidoostDrenthe nog mee en we weten de leegstand op een acceptabel peil te houden. We zien wel dat de economische crisis de mutatiegraad naar beneden trekt. Dat is voor ons vooral gunstig, omdat het onze mutatiekosten wat lager houdt. Daarnaast hebben we goede resultaten bereikt met de incasso. Voor het eerst sinds jaren zijn de huurachterstanden weer gedaald. Dit heeft helaas wel tot meer ontruimingen geleid. Verkoop huurwoningen Door extra inspanningen hebben we de verkoop van huurwoningen redelijk op het begrote niveau weten te houden. Dit ondanks de economische crisis en de merkbaar lagere vraag‐aanbodverhouding op de kopersmarkt. Van de begrote 150 woningen zijn er uiteindelijk toch nog 134 verkocht.
39
Maatschappelijke beleidsvorming In de contacten met de stakeholders hebben we goede stappen gezet. De verhoudingen zijn goed en worden steeds professioneler. We hebben de agenda opgehaald, de stakeholders betrokken bij ons jaarplan en hen bevraagd over onze resultaten (vooral via beoordeling directeur‐bestuurder). De uitbreiding van ER verloopt voorspoedig. 3.2 Maatschappelijke prestaties Lefier ZuidoostDrenthe 3.2.1 In onze werkgebieden; kansen voor iedereen Verhuurbaarheid, betaalbaarheid en bereikbaarheid
Mutatiegraad In 2010 zijn 907 woningen opnieuw verhuurd (2009: 965). De mutatiegraad komt hiermee op 9,9. Verhuurbaarheid De graadmeter voor de verhuurbaarheid is de vraag‐aanbodverhouding, oftewel het aantal woning‐ zoekenden per mutatie. Deze bedraagt in 2010 voor Lefier ZuidoostDrenthe 4,7 (2009 : 4,6). De verhuurbaarheid staat vooral onder druk in kleine kernen zonder voorzieningen. Zorgelijk blijft de verhuurbaarheid in de buitendorpen Nieuw‐Buinen, Nieuw‐Weerdinge en Roswinkel (< 3). De gro‐ tere kernen zoals Borger en Klazienaveen doen het relatief goed (> 6). Hier zijn de voorzieningen op orde. Oudere seniorenwoningen en flats zonder lift zijn overal minder gewild. Woningzoekenden Het aantal woningzoekenden is in 2010 afgenomen met 232 (‐5%). Deze daling betreft hoofdzakelijk de wijken van Emmen: Angelslo (‐14%) en Emmen Centrum (‐17%). In de buitendorpen stabiliseerde het aantal woningzoekenden. Betaalbaarheid en bereikbaarheid Ons woningbezit behoort voor 98,8% tot de goedkope en betaalbare woningen (de woningen met de huurprijs tot € 548); 99,6% van ons bezit heeft een huur onder de huurtoeslaggrens. De jaarlijkse huurverhoging bedroeg in 2010 1,2%. Passend huisvesten van de doelgroep (% verhuurd aan de doelgroep) Bij de toewijzing van woningen vindt geen inkomenstoets plaats, behalve bij de zogenaamde onren‐ dabele topwoningen. Dit zijn nieuwbouwwoningen waarin onrendabel is geïnvesteerd en daarom alleen toegewezen worden aan de doelgroep. 40
Bij de acceptatie van deze woningen vindt wel een inkomenstoets plaats. In tabel 6 zijn de resultaten van de verhuringen weergegeven volgens de BBSH‐normen (Besluit Beheer Sociale Huursector). Tabel 6 Resultaten verhuringen volgens de BBSH‐normen, woonbedrijf ZuidoostDrenthe Huisvesting/verhuringen woonbedrijf ZuidoostDrenthe in 2010 volgens BBSH‐normen Huurprijscategorie in euro’s Aantallen personen
Leeftijd
Huurtoeslag‐ grenzen (inkomen)
1 persoon 1 persoon
t/m 64 jaar 65 jaar en ouder
2 en meer 2 en meer
t/m 64 jaar 65 jaar en ouder
tot € 21.450 € 21.450 en meer tot € 20.200 € 20.200 en meer subtotaal tot € 29.125 € 29.125 en meer tot € 27.575 € 27.575 en meer subtotaal
Eindtotaal
<357.37
99 17 1 0 117 38 3 1 1 43
160
357.37 511.50 en hoger Totaal tot 511.50 195 16 310 43 1 61 62 12 75 8 5 13 308 34 459 275 47 360 37 9 49 58 11 70 12 8 21 382 75 500
690
109
959
Te goedkoop gehuisvest Te duur gehuisvest
Volgens de BBSH‐normen is 89% passend geholpen. Als we kijken naar de inkomensgrens van € 33.000 (norm 2010), die gesteld wordt in de EU‐maatregel die per 01‐01‐2011 ingaat, is 95,2% van de woningzoekenden passend gehuisvest. Huisvesting van urgenten, statushouders, generaal pardonners, asielzoekers en maat‐ schappelijke opvang Asielzoekers Er zijn in 2010 geen extra woningen toegewezen aan stichting Op ‘t Stee voor deze doelgroep asiel‐ zoekers. Statushouders Het ministerie stelt elk half jaar per gemeente de taakstelling vast voor het aantal te huisvesten sta‐ tushouders. We lopen in de gemeenten Emmen en Borger‐Odoorn achter op de taakstelling. Dit komt doordat er minimale belangstelling is van statushouders om zich te vestigen in deze gemeen‐ ten. Er zijn eind 2010 afspraken gemaakt met de provincie, het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA ) en de gemeenten over het aanleveren van contingenten (bij een contingent wordt met een gemeente de afspraak gemaakt dat men binnen twee maanden een vooraf bepaald aantal vergun‐ ninghouders zal huisvesten). De eerste resultaten van deze opzet worden begin 2011 verwacht. Verhuur aan maatschappelijke instellingen Lefier ZuidoostDrenthe heeft een woning verhuurd aan de Stichting Under the Ivy. Deze stichting realiseert inloophuizen voor (ex‐)kankerpatiënten en hun naasten. Lefier ZuidoostDrenthe stelde de plannen voor de woning (sloop) bij, heeft de woning opgeknapt en daarbij de garantie afgegeven dat de stichting het pand minimaal 7 jaar kan huren. In de maatschappelijke huisvesting heeft succesvol en naar grote tevredenheid van maatschappelijke partners een integratie van de stichting De Noorderbrug en de bewoners van het complex Mantingerbrink plaatsgevonden. 41
Verhuur aan instellingen en cliënten uit de maatschappelijke opvang Er zijn 5 woningen beschikbaar gesteld aan instellingen. We hebben aan 12 cliënten vanuit de vrou‐ wenopvang een woning op naam toe kunnen wijzen. Woningaanpassingen Woningaanpassingen in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) In 2010 is 87 keer een aanvraag ingediend voor een woningaanpassing. Dit is een daling ten opzichte van 2009 (134). Er wordt kritischer gekeken naar het wel of niet verstrekken van voorzieningen en/of een PGB (Persoonsgebondenbudget). Daarnaast moeten belanghebbenden een (inkomensafhanke‐ lijke) eigen bijdrage betalen. Dit kan mensen ervan weerhouden een aanvraag door te zetten. Ook in 2010 heeft een aantal ‘grotere’ woningaanpassingen plaatsgevonden, namelijk het aanbrengen van een aanbouw (slaapkamer en badkamer op de begane grond). Overige woningaanpassingen Binnen het bezit van Lefier ZuidoostDrenthe vindt er een inventarisatie plaats van alle seniorencom‐ plexen waar problemen zijn met het stallen van scootmobielen. Huurachterstanden Actief incassobeleid Om huurachterstanden tot een minimum te beperken, voeren we een actief incassobeleid. In januari 2010 is de aanmaanprocedure aangepast. Huurders ontvangen tweemaal per maand een herinnering als ze de maandhuur nog niet betaald hebben. Dit was voorheen eenmaal in de maand. Door deze verandering worden huurders sneller herinnerd aan het feit dat de huur nog niet betaald is. Na de tweede herinnering neemt een woonconsulent contact op met de huurder. De huurder wordt gebeld, uitgenodigd en er wordt een huisbezoek afgelegd. Het doel van dit huisbezoek is om in een vroegtijdig stadium contact te krijgen met de huurder, zodat de huurachterstand overzichtelijk blijft en er nog tijd is om hulpverlening in te schakelen als dit nodig is. Mede door deze aanpak zijn de huurachterstanden gedaald. In 2010 zijn 17 huurders op basis van de samenwerkingsovereenkomst Schuldhulpverlening doorverwezen naar Schuldhulp Emmen. Deze huurders worden met voorrang door Schuldhulp Emmen geholpen. In 2010 is een nieuw Service Level Agreement met onze deur‐ waarder afgesloten. Het doel is om de financiële prestaties van de deurwaarder te verbeteren, resul‐ terend in snellere incasso van vorderingen. De totale huurderachterstand bedroeg per 31 december 2010 € 1,261 miljoen (2009: € 1,491 miljoen), oftewel 2,16% van de huuropbrengsten (2009: 2,59% van de huuropbrengsten). Een daling ten opzichte van vorig jaar van 15%. Ontruimingen In 2010 zijn 46 woningen ontruimd. Dit zijn er 13 meer ten opzichte van 2009. Deze toename heeft deels te maken met een strenger en consequenter incassobeleid. Een ontruiming is vaak een sluit‐ stuk van een lang traject. Tijdens dit traject krijgt de huurder de gelegenheid om zijn achterstand op te lossen. Indien de huurder financiële hulp van Schuldhulp Emmen aanvaardt en voldoet aan de voorwaarden van Schuldhulp Emmen, dan stelt Lefier ZuidoostDrenthe zich coulant op. In 2010 hebben 10 huurders vrijwillig de sleutel ingeleverd voorafgaand aan een ontruiming. Er hebben geen ontruimingen plaatsgevonden wegens overlast of hennepteelt. Geschillencommissie Huurders van Lefier ZuidoostDrenthe kunnen met een klacht over Lefier bij de Regionale Geschillen‐ commissie Drenthe en Groningen terecht. Het aantal ingediende klachten is in 2010 ten opzichte van 2009 afgenomen van 11 naar 7. Mede door het persoonlijk contact met de klagers konden 5 geschil‐ len in 2010 worden afgehandeld zonder zitting van de Regionale Geschillencommissie Drenthe en Groningen (2009: 4 zittingen). 42
Deze afgehandelde klachten hadden betrekking op ‘overlast’ (2x), ‘reparatie uitvoeren’ (1x), ‘dienst‐ verlening rond de woning’ (1x) en ‘huur betalen’ (1x). De 2 klachten die ultimo 2010 nog in behande‐ ling zijn, gaan over respectievelijk ‘reparatie uitvoeren’ en ‘woning zoeken’. 3.2.2 Buurten, wijken en dorpen waar mensen graag willen wonen Bevorderen leefbaarheid door faciliteren bewonersinitiatieven We leveren een bijdrage aan de kwaliteit en leefbaarheid van wijken en dorpen door het inzetten van het leefbaarheidsbudget. Aanvragen kunnen rechtstreeks worden ingediend bij Lefier ZuidoostDrenthe. Via het leefbaarheidsbudget is in 2010 ruim € 60.000 uitgegeven aan bewonersini‐ tiatieven. Dit is onder andere besteed aan een jeugdsoos, kunst aan de muur in een ouderencom‐ plex, de herinrichting van een schoolplein, een sinterklaasfeest en de organisatie van een tafeltennis‐ toernooi voor schooljeugd. Ook hebben verschillende multifunctionele sportvelden (gespreid) een bijdrage ontvangen. Naast het leefbaarheidsbudget van Lefier ZuidoostDrenthe hebben we samen met de gemeente Emmen en de corporaties Domesta en Woonservice in de ER‐gebieden gezamenlijk een soortgelijk budget: het knelpuntenfonds. Het fonds draagt bij aan de leefbaarheid en sociale cohesie in de wijk, buurt of het dorp, vergroot de betrokkenheid van bewoners, stimuleert en beloont buurt‐ en burgerinitiatieven. In 2010 hebben wij € 180.000 bijgedragen aan het knelpuntenfonds. In 2010 hebben de partners met elkaar gesproken over continuering van het knelpuntenfonds en de onderlinge verdeling. Dit levert voor Lefier een verlaging van de bijdrage op van € 80.000 in 2011, omdat gekozen is voor een meer evenredige inbreng in het fonds en een verlaging van de maximale gezamenlijke budgetten. Tabel 7 Een greep uit de gehonoreerde aanvragen knelpuntenfonds ER per wijk of dorp Initiatieven Emmen Revisited voor goede leefbaarheid in wijken en buurten Wijk/dorp Omschrijving Inhoud Barger‐ Openingsfeest Het openingsfeest voor het vernieuwde dorpscentrum Compascuum vernieuwd dorpscen‐ en wat kleinere initiatieven, zoals een middag voor ou‐ trum deren en sportwedstrijden voor de jeugd. Nieuw‐Amsterdam, Speeltoestellen, vrij‐ Speeltoestellen aan de Leemweg en extra activiteiten bij Veenoord markt de vrijmarkt. Nieuw‐Weerdinge Speelattributen Het uitbrengen van de dorpskrant en speelattributen. Roswinkel Dorpshuis Vernieuwing van het dorpshuis en enkele kleinere initia‐ tieven, zoals een meidendoedag. Emmer‐ Sportveld Onder andere het multifunctionele sportveld. Compascuum Emmermeer Evenementen Buurtbarbecues ter bevordering van de samenhang en een dance‐event om jongeren meer te betrekken bij de wijk. Nieuw‐Weerdinge Evenementen Activiteiten als barbecues en jeugdactiviteiten. Schoonebeek Speelvoorzieningen Speelvoorzieningen en er zijn buurtafspraken gemaakt. Zwartemeer Sportveld Nieuw multifunctioneel sportveld. Angelslo Evenementen Allerlei activiteiten, zoals projecten die het multicultu‐ rele samenleven bevorderen. Bargeres en Evenementen Onder andere wijkfestivals, georganiseerd voor en door Emmerhout bewoners. 43
Bevorderen leefbaarheid door initiëren projecten op sociaal maatschappelijk gebied In het afgelopen jaar hebben we samen met bewoners gewerkt aan een betere woon‐ en leefomge‐ ving. Dit doen we door verschillende projecten op te zetten en met bewoners en andere partners om tafel te zitten. Tabel 8 Overzicht sociaal maatschappelijke projecten Lefier ZuidoostDrenthe per wijk of dorp Projecten van Lefier ZuidoostDrenthe voor goede leefbaarheid in wijken en buurten Wijk/dorp project Inhoud/omschrijving Angelslo Zwerfvuil Opruimen zwerfvuil in samenwerking met de gemeente, buurt‐ support, wijkverenigingen en scholen. De kinderen van de scholen hebben hun steentje bijgedragen. Lefier heeft voor een leuke attentie voor deze kinderen gezorgd. Emmerschans Schuttingproject Het schuttingproject is afgerond en nieuwe achterpaden zijn aan‐ gelegd. De mensen zijn over het algemeen tevreden. Er is een commissie opgestart om mee te denken over de woon‐ Erica Afstemming om‐ omgeving. geving met dorpsraad Nieuw‐ Tuinenproject Het project is naar volle tevredenheid van de wat oudere bewo‐ Weerdinge ‘Zetveld’ ners afgerond. De tuinen zijn opgehoogd en de afscheidingen zijn geplaatst. In samenspraak met de bewoners van het Zetveld zijn enkele moes‐ tuinen door Lefier teruggenomen. De flats zijn opgeknapt. Dit project loopt nog door in het eerste Nieuw‐Buinen Opknapbeurt kwartaal 2011. Het straatwerk moet nog worden gelegd. flats Linnaeus‐ laan Pilot portieken De bewoners houden in de week dat het schoonmaakbedrijf niet Nieuw‐ komt zelf het portiek schoon (bijvoorbeeld het oud papier).Deze Amsterdam/ pilot loopt ook bij de appartementen aan de Acacialaan in Emmer‐ Emmer‐Compascuum. In 2011 wordt de pilot geëvalueerd om te Compascuum kijken hoe we dit verder kunnen ontwikkelen. Bargeres Schoonmaakactie In de flat van de Bruntingerbrink is een schoonmaakactie geweest en de containerruimte is opgeknapt met buurtsupport. De bewoners vroegen aandacht voor het klimaat in de woningen. Emmermeer Ventilatie com‐ Er kan niet of onvoldoende geventileerd worden. Er is gestart met plex De een geringe ingreep om de woningen te voorzien van valramen, Haagstede zodat er ook ’s nacht geventileerd kan worden zonder angst voor inbraak onder de bewoners. In de ‘Nicolai‐flats’ aan de Meerstraat, de Nijkampenweg en de Emmermeer Aanpak overlast Nijkampen is sprake van overlast en verpaupering van de alge‐ en verpaupering mene ruimtes. Bewoners zijn bezocht met het verzoek om het algemene ruim‐ trappenhuis, de entree en de kelder op te ruimen en schoon te tes maken. Daarnaast hebben wij Sedna opdracht gegeven om een woonbelevingsonderzoek uit te voeren. Dit onderzoek loopt door in 2011. Opbouwwerk Ook in 2010 hebben we bij de welzijnsinstelling Sedna extra uren opbouwwerk ingekocht, onder andere voor: - het reguliere opbouwwerk; - inzet voor extra kaderondersteuning van een bewonerscommissie voor herstructurering en voor de huurdersvereniging in Klazienaveen; 44
-
uitbreiding van buurtgerichte sociale activering; extra ondersteuning van een bewonerscommissie in Erica; deze commissie gaat na een verbeter‐ traject aan de slag met een omgevingsplan, een woonbelevingsonderzoek en het vervolg in Nieuw‐Dordrecht.
Overlast In 2010 zijn 667 overlastmeldingen gemeld (2009: 576). De meeste meldingen gaan over geluids‐ overlast en bewoning van de woning. Er zijn in 2010 geen ontruimingen geweest op basis van over‐ last. Er is wel een procedure gestart om het huurcontract met een huurder te ontbinden. Vanuit individuele probleemsituaties hebben we overleg met externe partijen, onder andere via zorgconferenties met meerdere partijen, maar ook veel één‐op‐één‐afspraken. In 2009 is gesproken over een overlastconvenant. Door omstandigheden heeft het opstellen van het convenant in het verslagjaar vertraging opgelopen. De partijen hebben het voor 2011 weer op de agenda staan. De woningcorporaties, de gemeente en de politie zijn hierbij betrokken. Ogen en oren in de wijk In 2010 is de pilot ‘Ogen en Oren’ in de wijk opgestart met als doel vroegtijdige signalering van knel‐ punten in onze wijken en dorpen. In het komende jaar wordt een evaluatie uitgevoerd van deze pilot om te kijken hoe we in de toekomst omgaan met vroegtijdige signalering. Tuinen De wijkbeheerders maken iedere maand foto’s van tuinen van individuele huurders en selecteren ook maandelijks een aantal winnaars. We doen dit sinds begin 2010 en het is een groot succes. Te‐ vens hebben we in het begin van dit jaar een actie opgezet voor huurders met de mooiste aaneenge‐ sloten tuinen. In november 2010 is de prijs, een barbecuepakket, uitgereikt aan een bewoner van de Roedestraat in Klazienaveen. Bewoners werken samen aan mooie tuinen in de straat en kunnen ook samen een feestje vieren. Deze acties zijn via de media bekendgemaakt. Sociale overlast De discussie over de toename van het aantal huurders met psychische klachten in Bargeres is verder opgelaaid. Een clustering van huurders met psychische klachten kan een oorzaak zijn van buurtpro‐ blematiek. Deze buurtproblematiek is bijna onoplosbaar, omdat het gedrag slecht beïnvloedbaar is. Hulpverlenende instanties schieten hier vaak te kort. Dit signaal wordt doorgegeven aan de stuur‐ groep van het OGGz (Openbare Geestelijke Gezondheidszorg). Bij sociale overlast wordt vaak de hulp ingeschakeld van netwerkpartners. Regelmatig gaan we op huisbezoek met wijkagenten en mede‐ werkers van verschillende disciplines van Sedna of bijvoorbeeld van de GGD. Door deze gezamenlijke aanpak verwachten wij sneller de juiste hulp te bieden. Hennep Convenant In de zomer van 2010 organiseerden de partners in het Hennep Convenant twee dagdelen voor een hennep expert meeting. In een leegstaande woning werd een hennepplantage geplaatst, zodat de deelnemers aan den lijve kennis konden maken met de praktijken van wiet verbouwen in een wo‐ ning. Door Enexis werd een afgetapte meterkast getoond. Uit de evaluatie is gebleken dat nog veel meer personen beroepshalve bij bewoners achter de voordeur komen en voor wie het van grote waarde is om hun kennis op te vijzelen over de hennepteelt. Daarom zijn nog twee dagdelen georganiseerd. Behalve de ingerichte woning is door de politie en medewerkers van Enexis voorlichting gegeven over de praktijken van de telers. Naast onze eigen medewerkers waren ook medewerkers van de brandweer, bouw‐ en woningtoezicht en milieutoe‐ zicht van de partij. 45
3.2.3 Verdienen waar het kan, investeren waar het moet Verkopen bestaand bezit In 2010 zijn 134 woningen verkocht met een totale opbrengst van € 14,3 miljoen (2009: 158 wonin‐ gen, opbrengst € 17,7 miljoen). Hiervan zijn 12 woningen met 5% korting verkocht aan zittende huurders. Over heel 2010 zijn uiteindelijk de woningen gemiddeld € 2.600 boven begroting verkocht. De gemiddelde verkoopprijs van de bij mutatie verkochte woningen ligt gemiddeld 0,2% boven de gemiddelde taxatiewaarde. In oktober 2010 zijn alle circa 1.900 huurders uit het voor verkoop gela‐ beld bezit nogmaals geattendeerd op de mogelijkheid om hun woning te kopen. Hierop hebben 12 huurders gereageerd en opdracht gegeven om de woning te taxeren. Tot nu toe hebben 3 huurders gekocht. Vrije huursector en verkoop nieuwbouw In 2010 zijn 27 woningen in de vrije huursector verhuurd. In het nieuwbouwproject ‘De Oude Drukkerij’ zijn direct na oplevering 20 woningen verhuurd. Uit de opgeleverde nieuwbouwprojecten zijn 6 woningen verkocht. Bedrijfsonroerendgoed en grondbank In 2010 zijn 3 bedrijfspanden, 4 bouwkavels en 5 woningen verkocht. Er is 1 bedrijfspand en 1 woning aangekocht. In Nieuw‐Buinen zijn 15 bedrijfsruimtes opgeleverd en verhuurd in het MFA‐gebouw. Om het project ‘Noorderplein Mediamarkt’ mogelijk te maken, wordt de Niienbrinksflat aan de gemeente verkocht en daarna gesloopt voor nieuwbouw. Naast een goede prijs krijgt Lefier ter compensatie van deze woningen een ontwikkellocatie in het centrum. Beheer Verenigingen van eigenaren (VvE) Eind december 2010 zijn er 49 VvE’s in beheer. In 2010 zijn 3 VvE’s opgestart. 3.2.4 Met open vizier samenwerken aan gedeelde doelen Prestatieafspraken gemeenten Prestatieafspraken ‐ gemeente Borger‐Odoorn - In februari hebben we een belanghoudersevent gehad met de ambtelijke top met een prima uitwisseling van visies en agenda’s. Er is een mooie basis gelegd met volop perspectief voor vruchtbare samenwerking. - Elf raadsleden van de gemeente Borger‐Odoorn brachten op 25 juni een bezoek aan een aantal maatschappelijke projecten van de corporaties Lefier ZuidoostDrenthe en Woonservice. Voor veel raadsleden was de rondrit een nadere kennismaking met beide corporaties. In een onge‐ dwongen sfeer is van gedachten gewisseld over plannen en wensen op het gebied van leefbaar‐ heid in de gemeente Borger‐Odoorn. Prestatieafspraken ‐ gemeente Emmen Eind mei is de nieuwe gemeenteraad op werkbezoek geweest. De raad is aan de hand van een beperkt aantal thema’s geïnformeerd over het werk van en de mogelijkheden en onmogelijkheden van corporaties en dus ook van Lefier ZuidoostDrenthe. De raadsleden waren zeer enthousiast en hopen op een vervolgbezoek. - Begin 2010 is het Lokaal Akkoord tussen gemeente Emmen en de corporaties Woonservice, Domesta en Lefier getekend. Hiermee zijn voor de komende jaren afspraken gemaakt over de te leveren prestaties. In 2010 is als eerste ingezet op het invullen van het herstructureringsfonds, het maken van de woonvisie voor de gemeente Emmen en het ontwikkelen van een woning‐ marktmonitor. Voor alle andere thema’s zijn plannen van aanpak gemaakt. 46
Om de uitvoer van het Lokaal Akkoord te monitoren, is een managementoverleg van de geza‐ menlijke partners gestart. - In het bestuurlijk overleg met gemeente Borger‐Odoorn is het woonplan 2010‐2014 besproken. Hierin wordt de woningbehoefte in de komende jaren in beeld gebracht. Voor de gemeente is het een belangrijk beleidsdocument om richting te geven aan de ontwikkelingen. Het woonplan is in samenwerking met de corporaties uitgevoerd. Ook zorg‐ en welzijnsinstellingen hebben een bijdrage geleverd op het gebied van zorg en welzijn. Het vervolg is het maken van prestatieaf‐ spraken, waarvoor nu een voorstel op tafel ligt. Samenwerking maatschappelijke organisaties Organiseren van de continue dialoog Lefier organiseert belanghoudersdagen om het contact met stakeholders en maatschappelijke part‐ ners actueel te houden. Door samen te praten over elkaars visie en beleid is afstemming mogelijk. Op die manier geven we invulling aan maatschappelijke beleidsvorming. Er is gestart met een bestuurlijk overleg met de Zorggroep Tangenborgh. Ook worden er al werkendewijs stappen gezet in het wer‐ ken met accountmanagement. Afstemming met gemeente op uitvoeringsniveau Om de samenwerking een impuls te geven, zijn er twee bijeenkomsten geweest: een met ambtena‐ ren van de afdeling Beleidsvoorbereiding en een met de afdeling Fysiek Ruimtelijke Ontwikkeling. De ambtenaren zijn bijgepraat over de structuur van onze organisatie en er is van gedachten gewisseld over een aantal gemeenschappelijke thema’s zoals ‘Krimp’, die ook vermeld staan in het Lokaal Akkoord. Bijdragen aan de combinatie wonen en zorg Lefier wil vanuit zijn visie op wonen, welzijn en zorg ervoor zorgen dat ouderen en mensen met een beperking zo lang en zo zelfstandig mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Projecten 2010: - In Erica is ‘t Hof van Erica opgeleverd. Dit complex bestaat uit 34 huurwoningen en een zorginfrastructuur. De zorginfrastructuur wordt gehuurd door Zorggroep Tangenborgh, die 24 uurszorg garandeert, zodat inwoners het dorp niet hoeven te verlaten. - Er zijn verkennende gesprekken gevoerd met een oudereninitiatief dat belangstelling heeft voor een kleinschalige woonvoorziening in Nieuw‐Dordrecht. - Onze huurders konden weer gebruikmaken van de diensten van de ledenvereniging van Icare. - USUS heeft onderzoek gedaan naar de relatie tussen budgetten in de zorg voor het huisvesten van cliënten en de huurprijzen die in de corporatiebranche gehanteerd worden. Hieruit blijkt dat het twee verschillende werelden zijn die verschillende talen spreken. Er is een model ontwik‐ keld, waardoor er meer één taal wordt gesproken en we vanuit de financiering van de zorg een huurprijs kunnen bepalen. Voor twee projecten in Borger zijn huurprijzen uitgewerkt. - Er zijn gesprekken gevoerd met diverse zorgorganisaties die zorg leveren aan mensen met een beperking. Het doel is te voldoen aan de vraag naar geschikte woonruimte. - In opdracht van de stuurgroep Emmen Revisited is in samenwerking met Domesta, Sedna en de gemeente het onderzoek uitgevoerd naar een integraal lokaal dienstverleningsaanbod. De con‐ clusie van dit onderzoek is dat er kansen liggen om integraal diensten aan te bieden in één servi‐ cepunt. Hierbij staan advies, informatie en ontmoeting centraal. Er is een kwartiermaker aangesteld die voor twee locaties een model voor een servicepunt ont‐ wikkelt en een draaiboek schrijft voor het opstarten. Toekomstige ontwikkelingen kunnen hier‐ van gebruikmaken. - Om ook bewoners in kleine dorpen thuis te laten wonen, zijn we het project ‘Thuistechnologie in Nieuw‐Dordrecht’ gestart. In 2009 zijn de wensen van de bewoners in beeld gebracht en in 2010 is gewerkt aan het daadwerkelijk vormgeven van de infrastructuur en de ondersteuning. De bewoners van het dorp zijn geïnformeerd over het project en we hebben geprobeerd de bewo‐ ners te enthousiasmeren. 47
Het doel is de koudwatervrees rondom thuistechnologie te verminderen en de inwoners van de dorpen de weg te wijzen naar informatie, advies en toepassing op maat. Dit project is onderdeel van een provinciaal project ‘Thuistechnologie toegankelijk op het Drentse platteland’. Drie corporaties (Woonborg, Woonservice en Woonconcept) voeren in drie dorpen (Eext, Valthe en Hollandscheveld) dit project uit. Met de uitkomsten zetten we Drenthebreed in om ondersteuning te krijgen voor onder andere distributie, helpdeskfunctie en informatie en communicatie van thuistechnologische mogelijkheden. Multifunctionele accommodaties (MFA’s) - MFA Noorderbreedte in Nieuw‐Buinen is in 2010 opgeleverd. Er zijn huurcontracten gesloten met 14 partijen. Op de verdieping is 800 m2 niet direct in gebruik genomen. In overleg met de huurder is gekeken naar alternatieve huurders. Die zijn gevonden, waarmee een uniek gezond‐ heidsconcept mogelijk zal worden. Verwacht wordt dat de ruimte in 2011 in gebruik wordt genomen. In 2010 is gewerkt aan de oprichting van een beheerstichting. Deze stichting regelt de dagelijkse exploitatie en beheer. - Het definitieve ontwerp voor de MFA in Borger is gereed. Het ontwerp is gepresenteerd aan de direct omwonenden. Omwonenden maken zich zorgen dat zij overlast zullen krijgen van hang‐ jongeren. - De ontwikkeling van het multifunctioneel centrum (MFC) en de woningen met 24‐uurszorg in Emmer‐Compascuum gaat met ups en downs. Het proces vertraagt, omdat er geen overeen‐ stemming is over randvoorwaarden voor realisatie. Alle deelnemers worden uitgedaagd hun grenzen op te zoeken. Door het meewerken aan het realiseren van en het bouwen van MFA’s, laten we zien dat we ook in dat opzicht onze verantwoordelijkheid nemen voor goede voorzie‐ ningen op de juiste plek. Met partners doelen stellen voor de toekomst van wijken en dorpen Emmen Revisited: samen aan de slag met het proces Het uitgangspunt bij de werkwijze Emmen Revisited is dat overheid, maatschappelijke organisaties en bewoners samenwerken als gelijkwaardige partners. Het samenwerkingsverband is continu aan‐ wezig in het gebied en houdt via het lokale team de vinger aan de pols. Door de uitbreiding van Emmen Revisited zijn er nu 13 wijk‐ en dorpsteams in de gemeente Emmen. Hierin zijn of worden programma’s opgesteld en daaruit voortvloeiend de uitvoeringsprogramma’s. Een programma geeft gezamenlijke focus en versterkt het netwerk en de verbinding tussen overheid, maatschappelijke organisaties en bewoners. Het doel van het programma is het verbeteren van de sociale kwaliteit van de wijken en dorpen door het verbeteren van het wonen, de woonomgeving, het sociaal klimaat en de voorzieningen. De uitbreiding is volgens planning gegaan. In Barger‐Compascuum is een eerste platform voor bewoners en dorpkenners geweest om gezamenlijk te checken of de gehaalde infor‐ matie en beelden juist zijn. In Nieuw‐Weerdinge ligt het dorpsprogramma er al. In dit dorp is een platform georganiseerd om te beoordelen of we betrokken bewoners kunnen enthousiasmeren om een aantal zaken op te pakken. In Nieuw‐Amsterdam is een platform geweest om de puntjes op de ‘i’ te zetten bij het schrijven van het dorpsprogramma. De dorpsprogramma’s van de kleine kernen, zoals Nieuw‐Weerdinge en Roswinkel, liggen in concept klaar. Nieuw‐ Dordrecht is in het laatste kwartaal opgestart. In de wijken Angelslo, Bargeres, Emmerhout en Emmermeer en in de dorpen Zwartemeer en Nieuw‐ Weerdinge wordt via het zogenaamde voortgangsoverzicht het wijk(dorps)programma met daarin de lopende activiteiten, projecten en de ontwikkelopgaven bewaakt. 48
Nieuw‐Buinen In de gemeente Borger‐Odoorn is een dorpsteam actief in Nieuw‐Buinen. In het team zitten vertegenwoordigers van de gemeente, de dorpsgemeenschap, het wijkbasisteam, een dorpscoördi‐ nator en Lefier. Dit team zal de in het DOP formuleerde uitvoeringsplannen van de programmalijnen combineren met de actualiteit van Nieuw‐Buinen. Ook bewaakt het dorpsteam via het voortgangs‐ overzicht het al lopende programma. 3.2.5 Bewoners voelen zich partner Huurdersfederatie en samenwerking huurdersverenigingen In 2010 is ingezet op het verstevigen van de relatie met de Huurdersfederatie. - Er is op management‐, bestuurlijk en medewerkerniveau overleg gevoerd, onder andere over de overlegstructuur en de gezamenlijke werkagenda. De Huurdersfederatie is bezig met een vernieuwingsslag. Verder kwamen onderwerpen als het activiteitenplan en de begroting van de Huurdersfederatie, de Lefierbrief, het co‐makership en het jaarplan van Lefier aan de orde. Tot slot stonden punten als EPA (Energie Prestatie Advies/energielabel), het tuinbeleid, de buurtbemiddeling, de huurverhoging, de overlegwet, het wijk‐ en dorpsgericht werken, de Europese regelgeving en de gevolgen van het regeerak‐ koord op de agenda. Lefier heeft een extra financiële toezegging gedaan, zodat er een inhaalslag in de administratie kon plaatsvinden. Eind mei is het sociaal statuut opnieuw ondertekend. - Begin september waren we te gast op de algemene ledenvergadering van de Huurdersfederatie. Er is gesproken over de strategische thema’s en de rol en positie die wij als organisatie innemen. Verder is inzicht gegeven in wat de afgelopen jaren gedaan is in relatie tot wat wij beloofd had‐ den. Betrekken van bewoners bij beheer en beleid Er is regelmatig overleg met de verschillende huurdersverenigingen. Op de agenda staan zaken zoals verkoopbeleid, verschillende projecten en de toekomstvisie van de buurt. Daarnaast bespreken we wensen en ideeën. We vangen signalen op van allerlei onderwerpen die spelen in een buurt of wijk, bijvoorbeeld klachten of het verloop van samenwerking met andere partijen. Wij ontmoeten ook bestuursleden in de overleggen bij projecten met bewonerscommissies. Bij sommige overleggen met huurdersverenigingen zit een vertegenwoordiger van de Huurdersfederatie. Een al langer lopend fenomeen is de zoektocht van huurdersorganisaties naar hun bestaansrecht en hun perspectief in de toekomst. Bij uitbreiding van hun blikveld raken ze aan de lokale bewonersorganisaties, waardoor steeds meer samenwerking wordt gezocht. In Emmerhout en Emmer‐Compascuum neemt dit vergaande vormen aan. In Emmer‐Compascuum heeft het geleid tot het opheffen van de Huurdersvereniging Nieuw Leven. Dorpsbelangen heeft een nieuwe commissie ingericht die zich richt op huurderszaken. In Emmerhout vinden gesprekken plaats over een fusie van de huurdersorganisatie en de Vereniging voor Wijkbelangen. 3.2.6 Klanten zijn onze ambassadeur Klant heeft keuze De woningzoekende heeft de vrijheid zich voor bijna alle woningen die Lefier aanbiedt in te schrijven. Alleen voor seniorenwoningen geldt een leeftijdsgrens. Voor een aantal nieuwbouwwoningen worden bij de toewijzing inkomens‐ en vermogenseisen gesteld. Behalve inschrijven voor reguliere sociale huurwoningen, is het mogelijk woningen in de vrije sector te huren. In 2010 zijn, op individueel verzoek van bewoners, bij 359 woningen verbeteringen uitgevoerd. De verbeteringen betroffen voornamelijk het plaatsen van een CV, dubbel glas aanbren‐ gen of het comfortabeler maken van de doucheruimte. 49
Te Woon In 2010 hebben we binnen de pilot ‘Borger’ één woning met Koopgarant verkocht. Na de start van Te Woon in 2009 zijn daar inmiddels in totaal 2 woningen verkocht. Er heeft zich in 2010 nog een huur‐ der uit de pilot ‘Borger’ gemeld voor het kopen van zijn woning. Binnen de pilot ‘Klazienaveen’, waar we 140 huurders hun woning te koop hebben aangeboden, hebben uiteindelijk 9 huurders hun woning gekocht; 8 daarvan hebben de woning met Koopgarant (25% korting) gekocht en 1 huurder heeft de woning met Koopcomfort gekocht. Er zijn nog 3 huurders bezig met het regelen van een financiering voor hun woning. De totale geldstroom die met de verkoop van 10 Te Woon‐woningen in 2010 gemoeid zijn, bedraagt € 892.000. Kwaliteit van dienstverlening: KWH‐huurlabel en Participatielabel Wij willen een zo optimaal mogelijke dienstverlening bieden aan onze klanten. Daarvoor laten wij ons continu meten door het Kwaliteitscentrum Woningcorporaties Huursector (KWH). In 2009 hebben wij het Gouden Huurlabel ontvangen. - Voor 2010 wordt de telefonische bereikbaarheid nog één keer gemeten. Geeft ook dat een positief resultaat, dan halen wij opnieuw het Gouden Huurlabel. - Op diverse onderdelen zijn verbeteringen mogelijk en in een aantal gevallen noodzakelijk. In 2011 besteden we speciale aandacht aan de klachtenafhandeling. - In 2007 hebben we het Participatielabel voor het eerst gehaald. Nu drie jaar later is het label verlopen en gaat KWH opnieuw meten in 2011. Dit gebeurt aan de hand van het Participatielabel en het criterium: hoe waarderen de bewoners(organisaties) onze inspanningen op het gebied van bewonersparticipatie. Met dit inzicht verbeteren we onze aanpak op het gebied van bewoners‐ participatie. Daarnaast kunnen we met het label onze prestaties zichtbaar maken aan onze part‐ ners. 3.2.7 In alles een balans tussen mens, geld en milieu Kwalitatief in stand houden woningbezit Planmatig onderhoud In 2010 voerden we planmatig onderhoud uit in de vorm van schilderwerk, dakbedekking, timmer‐ werk en installatiewerk. De kosten begroten wij op basis van de technische conditie van de wonin‐ gen. Kosten van planmatig onderhoud aan woningen die in een verbeterplan zijn opgenomen, staan niet in deze begroting. Het bedrag is opgebouwd uit regulier planmatig onderhoud en bijzondere posten. Deze cijfers zullen nog verder uitgewerkt worden, nadat alle facturen zijn verwerkt. Alle wer‐ ken zijn gerealiseerd in 2010 en financieel afgewikkeld. Er was een bedrag begroot van € 7.714.000. In 2010 is € 6.781.000 uitgegeven. Er is sprake van een budget‐ en aanbestedingsvoordeel en een btw‐voordeel. Alle opgedragen werkzaamheden zijn binnen het budget uitgevoerd. Dit jaar zijn circa 1.700 woningen aangepast volgens basiskwaliteit. We blijven hiermee ruimschoots binnen de begro‐ ting. Verbeteren op individuele basis Huurders kunnen op eigen verzoek een individuele aanvraag doen voor centrale verwarming, isole‐ rende beglazing en/of doucheverbetering. Hier staat een huurverhoging tegenover. Deze individuele verbeteringen hebben in 2010 een investering gevergd van € 1.9 miljoen. Begroot was € 2.1 miljoen. We zien een afname van individuele verbeteraanvragen. Door de EPA‐ investeringen blijven er steeds minder woningen over waar deze verbeteringen nog mogelijk zijn. Reparatieverzoeken De kosten van het klachtenonderhoud liggen ongeveer € 180.000 lager dan het begrote bedrag. Op basis van het KWH‐label is de tevredenheidscore 7,4 en de aftersales‐onderzoeken (circa 600 gesprekken met individuele bewoners) laten een waardering van 8,2 zien. 50
Mutatieonderhoud In 2010 zijn 907 contracten afgesloten in bestaande woningen. In de begroting 2010 is uitgegaan van 1.100 mutaties met daarbij een budget van € 3.050.000. Later is de ZAV‐begroting toegevoegd aan het budget voor mutatieonderhoud, waardoor het budget uitkomt op € 3.446.000. De kosten in 2010 bedragen in totaal € 3.189.000, waarmee we binnen het budget blijven. Met 907 mutaties komen wij uit op een gemiddelde van € 3.515 per mutatie (begroot € 2.773 per mutatie). Voor 74 mutaties (8% van 907 mutaties) waren de kosten hoger dan € 10.000 (oude woningen) en gemiddeld € 16.718 per mutatie. Voor de mutatie van meer dan € 10.000 per woning is een afwegingskader gemaakt. Hierin wordt gekeken naar de toekomst van de woning, de investering in relatie tot de huurprijs en mogelijk goedkopere alternatieven. Duurzame investeringen (EPA‐Energie Prestatie Advies & FSC‐hout) Verbeteren energieprestaties In 2010 zijn de bewoners geïnformeerd over een totaal van 15 projecten met EPA‐maatregelen (Energie Prestatie Advies). Uiteindelijk hebben wij voor acht projecten minimaal 70% van de bewo‐ ners enthousiast gekregen. Dit betekent dat in 2010 in 220 woningen de energiebesparende maatre‐ gelen zijn uitgevoerd. Voor de overige zeven projecten hadden wij geen akkoordverklaring van mini‐ maal 70% van de bewoners. Van de 99 bewoners verleenden er 52 geen medewerking. Redenen waarom huurders niet meedoen, zijn de overlast van de werkzaamheden, de hoogte van de huurver‐ hoging en de twijfel over de besparing van energie. In de begroting zijn 428 woningen met energiela‐ bel F of G opgenomen die in 2010 voorzien moesten worden van label C. Energiezuinige woningen, Borger ‐ Groen werken In de wijk Daalkampen realiseren we 12 sociale huurwoningen, ook wel energie‐nul‐woningen genoemd. Een bijzonder project, omdat de woningen zelf energie leveren. De opgewekte energie wordt in de huizen zelf gebruikt en kan leiden tot teruglevering aan het net. Wel met een hogere huur, maar zonder steeds toenemende energielasten. Met een iets hogere investering kunnen we dit mooie product realiseren. 3.2.8 Bouwprojecten Lefier ZuidoostDrenthe Sloop als gevolg van herstructurering In de Nijenbrinksflat in het centrum van Emmen hebben 22 bewoners al vervangende huisvesting gevonden. In het herstructureringsgebied Emmer‐Compascuum zijn alle huurders bezocht. Iedere bewoner heeft een andere woning gevonden. De sloop is inmiddels in volle gang. Opgeleverde nieuwbouw In de begroting is opgenomen dat in 2010 122 sociale huurwoningen, 26 vrije huur en 23 koop (10 + (50% van 26) worden opgeleverd. Daarnaast is er 3.663 m² BVO Maatschappelijk Vastgoed en 204 m² Zorgvastgoed begroot. In 2010 zijn 90 sociale huurwoningen opgeleverd; 20 van de in 2010 geplande woningen zijn nog in 2009 opgeleverd. De 12 begrote woningen in Emmerschans zijn in herontwikke‐ ling. Daarnaast zijn er 26 vrije huurwoningen in de Wilhelminastraat in december 2010 opgeleverd. Bij het complex van 34 zorgwoningen in Erica is 204 m² Zorgvastgoed gelijktijdig met de woningen opgeleverd. Het MFA Nieuw‐Buinen met 3.619,5 m² is in september 2010 opgeleverd. In de deelneming Wilhelmina BV (50% deelneming Wooncom Holding BV) zijn de 26 koopwoningen in december 2010 opgeleverd. Hiervan heeft Lefier 5 woningen aangekocht, ook om mogelijkheden te bieden aan de bewoners van de Nijenbrinksflat. De 10 koopwoningen aan de Kluft in Borger zijn in 2010 opgeleverd. In 2010 zijn 8 van deze woningen verkocht. 51
Niveauverbeteringen In 2010 zijn 110 woningen verbeterd, waarvan 20 woningen bij mutatie vanuit een oud plan. Het aantal is lager dan geprognosticeerd, omdat een project aan de Semsstraat in Erica doorgescho‐ ven is naar 2011. Dit komt doordat het overleg met de bewoners meer tijd in beslag heeft genomen. Eerste paal In 2010 zijn geen bouwprojecten gestart. Het aantal ‘eerste paal’‐woningen is nul. Alle in 2010 opge‐ leverde projecten zijn in 2009 gestart. Tabel 9 Overzicht bouwprojecten Lefier ZuidoostDrenthe Nieuwbouw opgeleverde eenheden voor verhuur ZuidoostDrenthe 2010 Project Gemeente Type Borger Hunzedal NB fase 2 Van Liere Locatie Emmerschans noord fase 5 Molenbuurt fase 3 Erica Woongebouw, scheiden wonen‐zorg Erica Pand Prinsen Nieuw Buinen MFA
Borger‐Odoorn Emmen Emmen Emmen Emmen Emmen Borger‐Odoorn
Nieuw Buinen MFA Borger‐Odoorn Totaal Overzicht opgeleverde koopwoningen ZuidoostDrenthe 2010 Project Gemeente
Aantallen M2 Aantallen M2 begroot gerealiseerd gerealiseerd begroot 23 23 26 26 0 12 33 42 34 204 34 204 0 12 2790 2434
Sociale huur Vrije huur Sociale huur Sociale huur Sociale huur Sociale huur Maatschappelijk vastgoed BOG
116
Type
Borger Hunzedal NB fase 2 Borger‐Odoorn Koop < 200.000 Borger Hunzedal NB fase 2 Borger‐Odoorn Koop > 200.000 Emmen Van Liere Locatie (50% aandeel) Emmen Koop > 200.000 Totaal Overzicht uitgevoerde niveauverbeteringen ZuidoostDrenthe 2010 (> 20.000 euro) Project Gemeente Aantallen gerealiseerd Julianastraat Compleet Wonen Emmen Gebied Kalffstraat e.o. Emmen Erica Semsstraat e.o. Emmen Emmer Compascuum Streng e.o. Emmen Verbeterde woningen bij mutatie Emmen (nee‐zeggers) Totaal
829 3823
149
1229 3867
Aantallen Aantallen Aantallen verkocht gerealiseerd begroot 6 6 6 4 4 2 13 13 6,5 23 23 14,5 Aantallen begroot
Investering per woning
12 25 0 53 2
22 9 39 55 2
92
127
34.378 22.627 ‐ ‐ 23.500
De bouw van opgeleverde koopwoningen boven de grens van € 200.000 heeft bijgedragen aan het volkshuisvestelijke beleid van Lefier door onder meer een gevarieerder aanbod van woningen in de wijk en een positieve impuls aan de leefbaarheid van de wijk.
52
4 LEFIER STADGRONINGEN
4.1 Terugblik 2010 en vooruitblik 2011/2012 Moeilijk jaar 2010 was voor de gehele corporatiesector een moeilijk jaar. Ook voor Lefier StadGroningen waren de bedreigingen groter dan de kansen, waardoor de organisatie in zwaar weer terecht kwam. We kre‐ gen te kampen met forse stagnatie in de verhuur en verkoop van met name het duurdere segment. Ondanks grote inspanningen van een speciale Task Force kon een stevige afwaardering niet worden voorkomen. Daarnaast kwamen in 2010 problemen aan het licht bij de ontwikkeling van de 800 stu‐ denteneenheden aan het Reitdiep, op de locatie waar voorheen Oving was gevestigd. Door complica‐ ties op het gebied van ruimtelijke ordening, milieu en veiligheid zijn naar alle waarschijnlijkheid fun‐ damentele en kostbare aanpassingen van de plannen nodig. Begin 2011 is een onderzoek ingesteld om de achtergronden en oorzaken van deze kwestie goed te kunnen beoordelen. Lefier StadGroningen kwam met grote regelmaat negatief in de pers. Veelal met ‘kleine’, maar ook met enkele hardnekkige gevallen. Deze berichtgeving heeft wel gevolgen gehad voor ons imago. Het was frustrerend voor onze medewerkers, met name voor degenen met een actieve rol in de buitendienst of frontoffice. In het verlengde daarvan moesten we constateren dat veel klantcontacten niet ade‐ quaat werden afgewikkeld, met nodeloos veel irritatie aan de kant van de klant en extra (her‐ stel)werk voor Lefier. In 2011 zal onder het motto ‘De klant centraal’ veel aandacht uitgaan naar het vlekkeloos laten verlopen van de klantcontacten. Tot slot viel de directeur van Lefier StadGroningen aan het einde van het jaar door ziekte uit. Al met al heeft het zelfvertrouwen van de organisatie door de ontwikkelingen in 2010 een forse deuk opgelopen en is de nodige onrust veroorzaakt. In 2011 zullen we alles op alles zetten om Lefier StadGroningen door het zware weer heen te loodsen. De stevige basis van Lefier geeft daarvoor een betrouwbare basis. Nieuwbouw en woningverbetering 2010 In 2010 hebben we in totaal 517 nieuwbouwwoningen koop en huur opgeleverd, waarvan 116 soci‐ ale nieuwbouwwoningen en 401 marktconforme nieuwbouwwoningen (268 huur‐ en 133 koopwo‐ ningen). Eind 2010 waren er veel projecten in de initiatieffase, waaronder 835 eenheden jongeren‐ huisvesting en verdere projecten met sociale huurwoningen en/of met delen maatschappelijk vast‐ goed. Er waren, naast enkele niveauverbeteringsprojecten, 398 woningen in de realisatiefase die in 2011/2012 worden opgeleverd. Nagenoeg alle projecten voor niveauverbetering zijn in voorberei‐ ding en in 2011 zal, naar verwachting, een groot aantal worden uitgevoerd. Tabel 10 Volkshuisvestelijke prestaties Lefier StadGroningen Gerealiseerd 2010 Begroot 2010 Aantal opgeleverde koopwoningen 133 100 Aantal opgeleverde verhuureenheden 384 421 Aantal uitgevoerde niveauverbetering 23 381 Aantal verkochte verhuureenheden 85 103 Aantal Te Woon 6 38 Aantal gesloopte verhuureenheden 0 40 Totaal 631 1.083 Aanpassingen ontwikkelportefeuille De situatie op de koopwoningenmarkt vraagt om aanpassingen in de ontwikkelportefeuille. Zo hebben we eind 2010 het besluit voorbereid om de woningen van de Olivijn (Eelderbaan) niet te realiseren. Bovendien worden nieuwe projecten in realisatie genomen die voldoen aan de 70%‐ voorverkoopeis. 53
De woningmarkt in Groningen vraagt nu om minder (grotere) appartementen en minder koop. De markt in de stad vraagt om meer jongerenhuisvesting, sociale huur voor bijzondere doelgroepen en voor grote gezinnen. We proberen onderdelen van onze opgave te realiseren in de bestaande voorraad in plaats van alleen door nieuwbouw. Aanpassing van de ontwikkelportefeuille gebeurt ook door de bestemming te wijzigen van nog in ontwikkeling te nemen projecten. Vastgoedsturing In 2010 hebben we een aantal flinke stappen gezet op weg naar werken vanuit vastgoedsturing in onze organisatie. Dit is een van de belangrijkste bouwstenen van ons Strategisch Opgaven Beleid. Ons uiteindelijke doel is, door het scherp in beeld krijgen van de vraag in de stad, de wensporte‐ feuille voor Lefier StadGroningen te formuleren. Hierop zullen we dan actief sturen. De noodzaak om hier stevig op te sturen, is eens te meer duidelijk geworden in de huidige woningmarkt. Het nieuwe Volkshuisvestelijk Kader is een eerste stap hierin. In dit Volkshuisvestelijk Kader hebben we eenduidig in beeld gebracht welke opgave we zien voor nieuwbouw (koop en sociale huur), kwali‐ teitsverbetering in de bestaande voorraad en sloop/nieuwbouw. Speciale aandacht is er voor onze opgave nieuwbouw jongerenhuisvesting (1.500 eenheden). Aan onze vrije sector voorraad hebben we een maximum van 500 gesteld. Voor het eerst hebben we de huisvestingsbehoefte voor bijzon‐ dere doelgroepen en kwetsbare individuen op een gelijkwaardige manier als opgave geformuleerd. Verhuur 2010 was het jaar waarin we grote aantallen vrije sector huurwoningen, door de crisis op de wo‐ ningmarkt, versneld in onze portefeuille kregen en moesten verhuren. Eind 2010 hebben we een Task Force in het leven geroepen die ruimte en middelen heeft om de verkoop en verhuur te realise‐ ren in met name de Kop van Oost, Tasmantoren en Antillenstraat. De totale voorraad marktconform te verhuren/te verkopen woningen was eind 2010 182 woningen. De verhuur van de overige woningen verliep conform begroting. De acceptatiegraad was stabiel en de mutatiegraad was in 2010 gemiddeld 10%. Het aantal ingeschreven woningzoekenden en het aantal actief woningzoekenden was stabiel. Jongeren/starters en grote gezinnen blijven de groepen met de langste wachttijd. Gesprekken met stakeholders Naar aanleiding van de LefierAgenda, waarin we onze plannen presenteren, hebben leden van het managementteam in 2010 gesprekken gevoerd met individuele stakeholders. Die gesprekken leveren in de breedte van ons relatienetwerk een kritisch klankbord, uitwisseling van visie en ideeën en ver‐ bindingen voor de toekomst op. Wij gebruiken de resultaten van deze gesprekken om ons handelen te verbeteren en ons programma voor de komende jaren aan te scherpen en in te vullen. Zo hebben de gesprekken input geleverd voor de Agenda voor 2011/2012. Nieuw Lokaal Akkoord In 2010 is gewerkt aan het Nieuw Lokaal Akkoord met de gemeente Groningen, dat in 2011 moet leiden tot een nieuw Nieuw Lokaal Akkoord, waarin prestatieafspraken worden gemaakt over onder andere de woningvoorraad, duurzaamheid, organisatie en het sociaal‐maatschappelijk programma. Huurdersparticipatie In 2009 en de eerste maanden van 2010 hebben we gewerkt aan een nieuwe basis voor goede samenwerking met huurders. Op 13 juli hebben we de nieuwe samenwerkingsovereenkomst met de Stuurgroep Huurdersbelang ondertekend. De belangrijkste winst is de gedeelde wens om samen stap voor stap de participatieladder verder te bestijgen. 54
Prijzen Lefier StadGroningen heeft in 2010 de Building Business Golden Green Award gewonnen voor ‘Duurzame corporatie 2010’ met het nieuwbouwproject ‘De Zunne’ in de Wijert. Ook zijn we voor ons op mobiliteit en inzetbaarheid gerichte samenwerkingsverband Loopbaaninitiatief genomineerd voor de Noorderlink Award. Namens het management van Lefier StadGroningen, Koos Parie Highlights Lefier StadGroningen Building Business Golden Green Award 2010 Foto Zunne 2 Foto Zunne Karakter Onder de naam ‘De Zunne’ heeft Lefier StadGroningen in 2009 32 ruime eengezinswoningen gebouwd in Groningen‐Zuid (22 koop‐ en 10 sociale huurwoningen). Bijzonder aan dit project is de aandacht voor energiezuinigheid en milieuvriendelijkheid. In 2010 won Lefier met dit project de Building Business Golden Green Award 2010 voor ‘Duurzame corporatie van het jaar’.
55
Huurders en Lefier in debat Foto debat De medewerkers van het team Woon‐ en wijkbeheer van Lefier hebben één keer per kwartaal een teamdag, waarbij wordt gepraat over actuele onderwerpen. We wilden huurders betrekken bij zo’n dag en in gesprek zijn over wat er leeft. Zo kunnen we van elkaar leren. Daarom hebben we op een van die dagen een aantal huurders uitgenodigd voor een huurdersdebat. Hieraan hebben in totaal ongeveer 20 huurders uit alle wijken en enkele kamerhuurders deelgenomen. We hebben gedebat‐ teerd aan de hand van drie stellingen. De gespreksonderwerpen waren: persaandacht, bewonersbe‐ trokkenheid en woonruimteverdeling. Het was wennen aan de vorm, maar het debat is al met al door alle deelnemers als positief ervaren. In een open gesprek hebben we naar elkaar geluisterd en gehoord waar aandachtspunten liggen. Nationale Zorgvernieuwingsprijs voor Wiel&Deal + Foto Maaike Kersten 56
Foto impressie Wielewaal Lefier StadGroningen heeft in 2010 de eerste paal in de grond geslagen voor een flat aan het Wielewaalplein, waar circa 150 appartementen voor jongeren worden gerealiseerd. Zes woningen in deze woontoren zijn bestemd voor Wiel&Deal, een woonproject voor studenten met een lichamelijke beperking die zijn aangewezen op ondersteuning. Deze woningen bevinden zich tussen de andere woningen, zodat studenten met een handicap samen met andere jongeren hun studentenleven kunnen leiden. Wiel&Deal won met dit innovatieve concept in 2010 de Nationale Zorgvernieuwingsprijs. 4.2 Maatschappelijke prestaties Lefier StadGroningen 4.2.1 In onze werkgebieden kansen voor iedereen Prestatieafspraken Het Nieuw Lokaal Akkoord (NLA) tussen de corporaties en gemeente Groningen liep af in 2010. Met veel inzet en enthousiasme is gewerkt aan het NLA 2.0 ‘Mensen maken stad!’, dat uiteindelijk in 2011 definitief zijn vorm krijgt. Het NLA 2.0 zet de koers voort, maar legt wel een aantal andere accenten. Woningbouwafspraken zijn minder gericht op absolute aantallen en zijn meer gericht op kwaliteit. Duurzaamheid, en dan vooral het omlaag brengen van energieverbruik in de bestaande voorraad, is meer dan ooit een centraal thema. De wijkgerichte aanpak wordt doorgezet. Voor 15 wijken is voor een periode van vier jaar € 8.875.000 beschikbaar. Wijkteams waarin de gemeente, corporaties, maatschappelijke instellingen en bewoners vertegenwoordigd zijn, beslissen over de besteding van het wijkbudget. De komende jaren investeren gemeente Groningen en de corporaties stevig in woonruimte voor jongeren: 4.500 eenheden tot 2014. Lefier neemt hiervan 1.500 eenheden voor zijn rekening. Werken aan wonen in de regio Lefier StadGroningen is actief betrokken bij het Regiovisiegebied Groningen‐Assen. Gezamenlijk wil‐ len we de woningproductie in de regio verhogen en de kwaliteit van het wonen verbeteren. Ten oos‐ ten van de stad Groningen wordt de wijk Meerstad gebouwd. Vijf corporaties in de stad en de omliggende dorpen, waaronder Lefier StadGroningen, willen hieraan graag een bijdrage leveren en hebben hun krachten gebundeld in Meerwaarde. Wijkperspectieven Geen enkele wijk in Groningen is hetzelfde en doelen en ambitie verschillen per wijk. Belangrijke overkoepelende thema's voor Lefier StadGroningen in alle wijken zijn: schoon, heel en veilig en optimale bewonersbetrokkenheid. We werken nauw samen met partners en bewoners in de wijken. Samen met onze Nieuw Lokaal Akkoord‐partners en wijkbewoners zijn in 2010 gezamenlijke wijk‐ analyses en ‐perspectieven gemaakt.
57
Die perspectieven bieden ons in de toekomst een kader voor het maken van keuzes in de wijk. Zeker nu het vooruitzicht de komende jaren bezuinigen is, helpt dit kader bewoners en professionals gerichter te kiezen en de juiste dingen te doen. Strategisch opgavenbeleid In 2010 hebben we in het woonbedrijf StadGroningen de kaders en randvoorwaarden voor ons stra‐ tegisch opgavenbeleid herijkt. We hebben ons volkshuisvestelijk kader aangescherpt en onze wijkvi‐ sies herijkt. Dit helpt ons om in 2011 goede strategische keuzes te maken, vanuit een volkshuisveste‐ lijk, technisch, financieel en sociaal‐maatschappelijk kader. De keuzes leiden tot wijkprogramma's waarin onze visie per wijk is vertaald naar concrete acties. De wijkvisies zullen in een beknopte versie worden aangeboden aan bewoners, medewerkers en stakeholders. Verhuur van woningen In Groningen stonden in 2010 29.498 woningzoekenden ingeschreven. In vergelijking met 2009 zijn dat er 2.000 meer. Van 628 woningen werd de huur opgezegd (10% van ons woningbezit). Tabel 11 Aantal woningtoewijzingen Lefier StadGroningen 2010 Huisvesting/verhuringen woonbedrijf StadGroningen in 2010 volgens BBSH‐normen Huurprijscategorie in euro’s Aantallen personen
Leeftijd
Huurtoeslag‐ grenzen (inkomen)
<357.37
1 persoon 1 persoon
t/m 64 jaar 65 jaar en ouder
2 en meer 2 en meer
t/m 64 jaar 65 jaar en ouder
3 en meer 3 en meer
t/m 64 jaar 65 jaar en ouder
tot € 21.450 € 21.450 en meer tot € 20.200 € 20.200 en meer subtotaal tot € 29.125 € 29.125 en meer tot € 27.575 € 27.575 en meer subtotaal tot € 29.125 € 29.125 en meer tot € 27.575 € 27.575 en meer subtotaal onbekend
86 11 0 0 97 8 0 0 0 8 3 0 0 0 3 8
Eindtotaal
116
357.37 511.50 en hoger Totaal tot 511.50 103 19 208 21 9 41 14 1 15 5 0 5 143 29 269 53 22 83 5 9 14 12 1 13 1 1 2 71 33 112 42 23 68 7 6 13 0 0 0 0 0 0 49 29 81 12 2 22
275
93
484
Te goedkoop gehuisvest Te duur gehuisvest
Verhuur van kamers Via onze website (http://stadgroningen.lefier.nl/) kunnen jongeren van 16 tot 30 jaar zich inschrijven als kamerzoekende in de stad Groningen. In 2010 hebben zich 2.701 nieuwe kamerzoekenden inge‐ schreven. Aan 469 jongeren hebben we een kamer verhuurd. Voor de meeste kamers was in 2010 een wachttijd. De wachttijd voor de Selwerdflats en het Hoendiep was gemiddeld 3 tot 5 maanden, in de periode juli en augustus iets langer. De wachttijd voor de overige onzelfstandige kamers was circa 7 maanden. De wachttijd voor zelfstandige kamers was in 2010 gemiddeld 1 jaar en 9 maanden. Voor zelfstandige kamers in Groningen‐Zuid en Beijum is de wachttijd korter. 58
Er zijn in 2010 1.082 kamers opgezegd (32%). Van deze kamers zijn er 598 op onze website gepubli‐ ceerd. De overige kamers zijn verhuurd via voordracht, intern doorschuiven of bemiddeling. Verhuur aan urgente woningzoekenden Kwetsbare personen/gezinnen, mensen die moeten verhuizen vanwege wijkvernieuwing en mensen die onder de Generaal Pardonregeling vallen, komen in aanmerking voor urgentie. De selectiecom‐ missie van de gezamenlijke corporaties in de stad Groningen handelt urgentieaanvragen af. 4.2.2 Buurten, wijken en dorpen waar mensen graag willen wonen Nieuwbouw Koop‐ en huurwoningen Nieuw Indische Buurt In de Nieuw Indische Buurt is de nieuwbouw afgerond. De nieuwe woningen zien er prachtig uit en er is een gevarieerd aanbod ontstaan van koop‐ en huurwoningen. Onder de nieuwe bewoners ontstond echter hier en daar onvrede, onder andere over de inrichting van het terrein en ook waren er spanningen tussen bewoners onderling. Met huurders en eigenaren, politie, Stiel en de gemeente hebben we afspraken gemaakt om de sfeer te verbeteren. Appartementen en eengezinswoningen Korrezoom In de zomer van 2010 heeft Lefier StadGroningen in samenwerking met Ter Steege Vastgoed 50 soci‐ ale huurappartementen in het nieuwbouwcomplex ‘De Korrezoom’ opgeleverd. Het project ‘Korrezoom’ bestaat verder uit 41 koopappartementen en 10 eengezinskoopwoningen. Eengezinswoningen Lewenborg Aan de zuidelijke rand van de Groningse wijk Lewenborg heeft Lefier 57 eengezinswoningen gereali‐ seerd, waarvan 29 sociale huur‐ en 28 koopwoningen. Eind 2010 is de laatste woning opgeleverd. Ontwikkeling van de Reitdiepzone voor jongerenhuisvesting De strook tussen het Rietdiep en de Friesestraatweg, vanaf het ACM‐terrein tot de ringweg noord, is een van de gebieden dat is aangewezen voor jongerenhuisvesting. Lefier StadGroningen heeft in 2010 zijn visie op de ontwikkeling van de Reitdiepzone uitgewerkt. We willen hier een woonsfeer aan de stad toevoegen met een combinatie van wooneenheden en voorzieningen die aantrekkelijk is voor jongeren. Daarbij willen we veel ruimte laten voor andere partijen om hun eigen invulling aan de ontwikkeling van de afzonderlijke deellocaties te geven. Appartementencomplex voor jongeren Lissabonstraat In 2010 is Lefier StadGroningen gestart met de bouw van een nieuw appartementencomplex voor jongeren aan de Lissabonstraat in Groningen. In totaal komen er 8 zelfstandige, 72 onzelfstandige studenteneenheden en 25 parkeerplaatsen; 14 appartementen zijn bedoeld voor autistische jonge‐ ren die woonbegeleiding krijgen. Appartementen voor jongeren Wielewaalplein Lefier StadGroningen heeft de eerste paal geslagen voor een flat aan het Wielewaalplein waar circa 150 appartementen voor jongeren worden gerealiseerd. Zes woningen in deze woontoren zijn bestemd voor Wiel&Deal, een woonproject voor studenten met een lichamelijke beperking die zijn aangewezen op ondersteuning. Appartementencomplex ‘De Sirius’ In Paddepoel is de bouw van het appartementencomplex ‘De Sirius’ van start gegaan. Het complex bestaat uit twee appartementengebouwen met elk 12 appartementen. 59
Tussen de twee gebouwen komt een gymzaal voor het basisonderwijs. Drie huurappartementen zijn bedoeld voor mensen met een ernstige lichamelijke beperking die zorg krijgen van Stichting Fokus. Ook zijn tien appartementen beschikbaar speciaal voor cliënten van De Noorderbrug. Het gaat hierbij om mensen die doof of slechthorend zijn. De appartementen worden volledig aangepast aan de beperkingen van de bewoners. Mix van wonen en maatschappelijke functies in Helpman In de wijk Helpman realiseert Lefier StadGroningen het nieuwbouwcomplex ‘De Componist’. In het complex komen 32 ruime koopappartementen in verschillende groottes en typen. Ook komt er huis‐ vesting voor diverse maatschappelijke instellingen. De verkoop is gestart in het najaar van 2010. Duurzame eengezinswoningen Groningen Zuid Onder de naam ‘De Zunne’ heeft Lefier StadGroningen in 2009 32 ruime eengezinswoningen gebouwd in Groningen Zuid (22 koop‐ en 10 sociale huurwoningen). Bijzonder aan dit project is de aandacht voor energiezuinigheid en milieuvriendelijkheid. In 2010 won Lefier StadGroningen met dit project de Building Business Golden Green Awards 2010 voor ‘Duurzame corporatie van het jaar’.
Woningverbetering Niveauverbetering In de Nieuw Indische Buurt is Lefier StadGroningen bezig met het verbeteren van woningen. De woningen krijgen isolatie en nieuwe keukens en sanitair. Eind 2010 was de niveauverbetering van zo’n 275 woningen afgerond. We willen de overlast die de verbouwing met zich meebrengt voor de bewoners zoveel mogelijk beperken. Daarom heeft Lefier StadGroningen een woning als slaapwoning ingericht en een andere als woonkamer, zodat bewoners de rommel tijdelijk kunnen ontvluchten. We hebben voorbereidingen getroffen voor de verbetering van 37 woningen aan de Bankastraat, 57 woningen in Helpman en 168 woningen in Paddepoel Zuid. Aanpak tochtklachten Castor‐, Pollux‐ en Morgensterflat Samen met de bewonerscommissie is een plan van aanpak gemaakt voor het verminderen van de tochtklachten in de Castor‐, Pollux‐ en Morgensterflat in de wijk Paddepoel. Ondanks dat het onder‐ zoek geen gebreken aantoont, willen we de situatie voor de ouderen die hier wonen toch graag ver‐ beteren. In 2011 gaan we maatregelen uittesten in 9 proefwoningen. 400 woningen in Lewenborg verbeterd In 2009 heeft Lefier StadGroningen 400 woningen in Lewenborg ingrijpend verbeterd. Lefier won hiermee de VKG Renovatieprijs 2010. Na de werkzaamheden ontstond een geschil tussen Lefier en bewoners over de hoogte van de onkostenvergoeding. In 2010 vond een mediationtraject plaats, en begin 2011 hebben de bewoners en Lefier StadGroningen overeenstemming bereikt over een hogere vergoeding. Keuze uit verschillende eigendomsvormen We zorgen voor een gedifferentieerd woningaanbod waarbij een vanzelfsprekende relatie is tussen prijs en kwaliteit. We bieden keuze uit verschillende eigendomsvormen, zoals huur, verkoop, Koop‐ garant en Koopcomfort. Sinds de start van Te Woon in 2006 heeft Lefier StadGroningen in totaal zo’n 2.000 woningen aangeboden; 6 huurders hebben in 2010 hun woning, die door Te Woon werd aan‐ geboden, gekocht, waarvan 5 met korting. Vrije sectormarkt We bieden een gedifferentieerd woningaanbod. Door de forse uitbreiding van vrije sectorwoningen kunnen woningzoekenden meer kiezen. 60
We onderscheiden ons als Lefier StadGroningen op de vrije sectormarkt door wensen van nieuwe huurders op het gebied van vloer‐ en wandafwerking tegen een meerprijs in te willigen. Vitale wijken Nieuw Lokaal Akkoord/wijkteams In het Nieuw Lokaal Akkoord hebben de corporaties en de gemeente in 2007 afspraken vastgelegd over het werken aan wonen in de wijken en budget beschikbaar gesteld. Wijkteams, waarin de cor‐ poraties, gemeente, bewoners en instellingen zijn vertegenwoordigd, maken in overleg met bewo‐ ners plannen voor de wijk. In 2010 zijn in alle wijken opnieuw vele initiatieven tot stand gekomen. Krachtwijkenaanpak Twee wijken in Groningen zijn aangewezen als krachtwijken. Een ervan is de Korrewegwijk, waar Lefier werkt aan fysieke en sociale wijkvernieuwing. In 2010 hebben we samen met vele partners mooie resultaten geboekt. Zo is een wijkhotel van start gegaan. Dit hotel wordt gerund door wijkbe‐ woners die hiermee werkervaring opdoen. Ook is het pand ‘Veiligheid in de buurt’ geopend, waar politie, stadswachten, GGZ en het OM zitten. Het doel is de veiligheid in de buurt te vergroten door beter zichtbaar te zijn in de wijk en kortere lijnen te bewerkstelligen met de wijk en de bewoners. De krachtwijkenaanpak stopt, maar we stoppen niet met onze inzet in de Korrewegwijk. Lefier StadGroningen gaat door met de afspraken die gemaakt zijn, zoals het wijkhotel, het pand ‘Veiligheid in de buurt’ en vrouwenwerkplaats Jasmijn Werkt. In het jaarplan voor 2011 is meer focus gelegd op doelen en ambities. Aanpak onderhuur Korrewegwijk Met behulp van de gemeente hebben we onderzoek gedaan naar onderhuur in de Korrewegwijk. Op 46 adressen werd dit aangetroffen. Het grootste deel van de officiële huurders heeft de huur op ons verzoek opgezegd, een enkele onderhuurkwestie is uit handen gegeven aan de advocaat. Project ‘Korrewegwijk schoon dat doen we gewoon’ Het doel van het project is om in kleine projecten samen met bewoners de woonomgeving schoon te maken en te houden. In 2010 zijn verscheidene projecten uitgevoerd. Op de laatste wijkstemdag is ‘Korrewegwijk schoon dat doen we gewoon’ opnieuw door de bewoners gekozen. Het project zal dus een vervolg krijgen. Pleinfeest Kraaienest Lewenborg In Kraaienest in de Groningse wijk Lewenborg werd de niveauverbetering afgesloten met een plein‐ feest, een initiatief van een bewoner dat wij hebben ondersteund. Samen hebben we gekeken hoe we het feest kunnen verbinden aan een verbeterpunt op het plein: het zwerfvuil. Het werd samen zwerfvuil opruimen en daarna voetbal kijken. ‘Meeroeien’ Lewenborg ‘Meeroeien’ is een project van De Scheepsraad in Lewenborg waarbij, in samenwerking met de MJD, Stiel, de gemeente, Lefier StadGroningen en Nijestee, straatschouwen worden gehouden. We kijken daarbij naar sociale en fysieke problemen en proberen deze in samenwerking met de bewoners op te lossen. In 2010 zijn 9 straten geschouwd. Parkeren Castor‐, Pollux‐ en Morgensterflat Rond een aantal ouderenflats in Paddepoel was gebrek aan parkeerruimte voor bewoners, doordat bezoekers van het nabijgelegen winkelcentrum de parkeerplaatsen gebruiken. Er is in overleg met de bewonerscommissie een plan gemaakt waarbij bewoners een individuele parkeerplek kunnen huren.
61
In 2010 heeft Lefier StadGroningen de parkeerplaats opnieuw ingericht. Het plan werkt; bewoners zijn tevreden en kunnen hun auto kwijt voor de deur. Herinrichting tuinen Paddepoel Zuid Om meer rust en eenheid te creëren in de uitstraling van de Watermanstraat en omgeving, hebben we de tuinen aangepakt. Tijdens informatieavonden, op vragenlijsten en bij huisbezoeken, konden bewoners aangeven wat ze wilden. In 2010 zijn de schuttingen in de achtertuinen geplaatst en in 2011 volgt de herinrichting van de voortuinen waarbij we het groen blijven van de tuinen stimuleren. Activiteitenruimte in jongerenpand Goeman Borgesiuslaan Lefier StadGroningen gaat een ruimte in het pand aan de Goeman Borgesiuslaan ter beschikking stellen aan de bewonersvereniging voor hun activiteiten. Lefier StadGroningen draagt financieel bij door een deel van de huur voor zijn rekening te nemen. Top 10‐pandenproject In een aantal studentenpanden wordt vaker overlast veroorzaakt dan gemiddeld. Daarom hebben we in 2009 bij deze panden het toezicht verscherpt. In 2010 hebben we dit voortgezet. Dit werpt zijn vruchten af, want we zien een structurele verbetering in de probleempanden. Onderhoud Dagelijks onderhoud Gebreken en storingen verhelpen we zo snel mogelijk en voor nieuwe huurders maken we de woning helemaal in orde. Bijna alle dagelijks onderhoud wordt uitgevoerd door onze eigen medewerkers. Lefier StadGroningen probeert eventuele storingen zoveel mogelijk vóór te zijn door in alle woningen jaarlijks preventief serviceonderhoud uit te voeren. Daardoor kunnen veel gebreken in de kiem wor‐ den gesmoord. In 2010 hebben we 84% van de woningen preventief bezocht. Wel wordt het steeds moeilijker huurders thuis te treffen. Planmatig onderhoud Bij het planmatig onderhoud gaat het om grotere, geplande onderhoudsprojecten, met het doel de kwaliteit van onze woningen op het gewenste niveau te brengen of te houden. Voor de Verenigingen van Eigenaren voert Lefier StadGroningen het technisch beheer uit. In 2010 hebben we bij diverse complexen, waaronder Korreweg, Hora Siccemasingel, Papiermolen en de 4e Drift ‐ Noorderhaven, groot onderhoud uitgevoerd aan het casco. Bij de Castor‐, Pollux‐ en Morgensterflat in Paddepoel hebben we herstelwerkzaamheden uitgevoerd aan de galerijvloeren, schilderwerk gedaan en kozij‐ nen vervangen. Bij een complex aan de Oosterhamriklaan hebben we aluminium kozijnen vervangen en aanpassingen gedaan aan de ventilatie. Ook hebben we legionellabeheerplannen opgesteld en bijbehorende werkzaamheden uitgevoerd. Woningaanpassingen Mensen met een lichamelijke beperking die in het dagelijks leven belemmeringen ondervinden, kun‐ nen een beroep doen op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning voor een aanpassing van hun wo‐ ning, bijvoorbeeld beugels in de douche, een verhoogde toiletpot of een aangepaste keuken. In 2010 heeft Lefier StadGroningen 129 woningen aangepast. Steeds meer mensen hebben een scootmobiel, daarom hebben we gezorgd voor meer plaatsen voor het stallen van scootmobielen in panden waar veel ouderen wonen. Balansventilatie Akkerstraat Uit onafhankelijk onderzoek bleek in 2009 dat het balansventilatiesysteem in twee complexen in de Akkerstraat niet goed functioneerde. In 2010 heeft Lefier StadGroningen het balansventilatiesysteem in alle woningen in het ene complex vervangen door mechanische ventilatie. 62
In negen woningen in het andere complex is in het najaar het ventilatiesysteem vervangen. Naar aanleiding van deze pilot is in overleg met de bewoners besloten om in alle woningen het ventilatiesysteem te vervangen. Dit wordt uitgevoerd in 2011. Huisvesting kwetsbare personen en urgente woningzoekenden Kwetsbare personen/gezinnen, mensen die moeten verhuizen vanwege wijkvernieuwing en mensen die onder de Generaal Pardon‐regeling vallen, komen in aanmerking voor urgentie. De selectiecom‐ missie van de gezamenlijke corporaties in de stad Groningen handelt urgentieaanvragen af. Kwets‐ bare personen zijn mensen die, al dan niet tijdelijk, zorg of begeleiding nodig hebben bij het wonen. In Groningen zijn over de huisvesting van bijzondere doelgroepen afspraken gemaakt met de geza‐ menlijke corporaties, de gemeente en diverse instellingen. De aanpak voor de huisvesting van bij‐ zondere doelgroepen is in 2010 gewijzigd. De instellingen en stichtingen kunnen samen met hun cliënt zelf geschikte woonruimte zoeken op WoningNet. De cliënten krijgen urgentie en extra punten. Het is de bedoeling dat er zo een betere spreiding ontstaat van deze doelgroep over de stad. Moeilijk plaatsbaren en cliënten van instellingen die nog niet zelf kunnen zoeken (onder andere in de Van Mesdagkliniek), worden verdeeld onder de Groninger corporaties die vervolgens passende huisvesting regelen. Dat geldt ook voor huishoudens die eerder uit hun woning zijn gezet of die bij‐ voorbeeld vanwege overlast of gezondheidsredenen moeten verhuizen. Lefier StadGroningen heeft 16 woningen toegewezen aan woningzoekenden van deze groep; 9 woningen zijn toegewezen aan asielzoekers via COA en 9 woningen aan eigen huurders. In totaal zijn daarmee 34 kwetsbare indivi‐ duen in 2010 gehuisvest. Aanpak overlast en huurschulden Door in een vroeg stadium actie te ondernemen, proberen we het aantal huisuitzettingen zoveel mogelijk te beperken. In 2010 zijn we in Groningen begonnen met het project ‘Preventief’: een medewerker van Lefier StadGroningen die bij huurders op bezoek gaat wanneer ze huurachterstan‐ den dreigen op te lopen, waardoor ontruiming dreigt. Dit project richt zich op het voorkomen van huurschuld, ontruimingen en ernstige verwaarlozing. In 2011 evalueren we het eerste jaar van dit project. In 2010 zijn ook de voorbereidingen van een stedelijke pilot ‘Preventie Huisuitzetting’ getroffen. Deze pilot gaan we 2011 uitvoeren in samenwerking met corporaties, MJD en GKB. In 2010 hebben bij Lefier StadGroningen toch 40 ontruimingen plaatsgevonden, omdat er helaas geen andere uitkomst mogelijk was. 37 van deze ontruimingen waren vanwege huurschulden en 3 ontrui‐ mingen waren vanwege overlast. Verhuur aan maatschappelijke instellingen Lefier werkt als maatschappelijke onderneming vaak samen met maatschappelijke (zorg)instellingen om zo aan een speciale vraag naar huisvesting te kunnen voldoen. We voeren een actief beleid om kwetsbaren en bijzondere doelgroepen op een goede wijze in de wijken te integreren. - In 2010 heeft Lefier StadGroningen een kinderdagverblijf gevestigd in de Orionflat in Paddepoel. In het nieuwbouwproject ‘Sirius’ hebben we woningen beschikbaar gesteld die bestemd zijn voor de Noorderbrug en Fokus om hier hun cliënten te huisvesten. - Verder hebben we gezorgd voor huisvesting voor jongeren met en stoornis in het autistisch spec‐ trum die een hbo‐ of wo‐opleiding volgen in de stad Groningen. Zij krijgen woonbegeleiding van Stumass. De eerste 7 jongeren hebben hun intrek genomen in de Van Heemskerckflat en ook in de nieuwbouw aan de Lissabonstraat zijn 14 eenheden bestemd voor deze groep. Aan het Wielewaalplein realiseren we 6 eenheden voor Wiel&Deal, gericht op huisvesting van studenten met een handicap. Aan de Chopinlaan realiseren we nieuwbouw voor huisvesting voor NOVO, SKSG en GSV. - We gaan door met de huisvesting voor het buurtrestaurant L’etudié in de Korrewegwijk. Het Alfa College gaat naast het restaurant, ook vergaderfaciliteiten aanbieden. Het voormalig postkantoor aan de Munnekeholm hebben we beschikbaar gesteld aan diverse culturele instellingen voor meerdaagse exposities.
63
In het kader van de krachtwijkenaanpak is in maart 2010 een ‘Veiligheid in de Buurt’‐pand geopend in de Korrewegwijk. In 2011 neemt ook het STIP (Steun‐ en informatiepunt) zijn intrek in dit pand. 4.2.3 Verdienen waar het kan, investeren waar het moet Huurbeleid In 2010 zijn de huren verhoogd met het inflatiecijfer van 1,2%, het door het ministerie toegestane percentage. Uitzonderingen zijn bijvoorbeeld gemaakt voor woningen die worden gesloopt. Ook is een uitzondering gemaakt voor het complex waar we wegens problemen met de balansventilatie een tijdelijke huurverlaging hebben toegepast, tot het moment dat het project om de problemen te ver‐ helpen, is afgerond. Om de juiste balans tussen prijs en kwaliteit te houden, hebben we voor al onze verhuurcomplexen streefhuren geformuleerd. Wanneer een woning leeg komt, wordt de huur naar het niveau van de streefhuur gebracht. Daarbij zorgen we ervoor dat er voldoende woningen met een betaalbare huurprijs beschikbaar blijven. De gemiddelde streefhuur voor jongereneenheden is 100% en voor overige eenheden 80% van maximaal redelijk. Voor beide doelgroepen hebben we dat gemiddelde nog niet bereikt. Efficiënte bedrijfsvoering: kamers aanbieden per sms en e‐mail Sinds begin juni 2010 bieden we studentenkamers aan per sms en e‐mail. Kamerzoekenden kunnen van maandag tot en met zondag op internet op kamers reageren, waarna op maandag de kamer wordt aangeboden aan degene met de meeste punten. De kamerzoekende ontvangt hierover een e‐ mail en tegelijkertijd een sms. Een kamerzoekende weet nu heel snel of hij of zij een kamer heeft. Door deze extra sms‐service hebben we besloten om de reactietermijn van 5 naar 3 werkdagen te verkorten. Daarna wordt de kamer aangeboden aan de eerstvolgende kamerzoekende. Hierdoor worden kamers sneller verhuurd en voorkomen we leegstand. Efficiënte bedrijfsvoering: gemengd beheer Doordat we woningen verkopen, wonen in steeds meer complexen eigenaren en huurders door elkaar. Dit stelt nieuwe eisen aan de organisatie van het beheer van deze complexen. We hebben in 2010 alle processen in kaart gebracht en verbeteringen aangebracht, zoals het aan‐ nemen van een consulent ‘Gemengd beheer’ die Lefier StadGroningen als eigenaar vertegenwoordigt in gemengd beheercomplexen. Efficiënte bedrijfsvoering: onderhoudscontracten Lefier StadGroningen heeft vele onderhoudscontracten. In 2010 zijn alle liften geïnventariseerd en hebben we een nieuwe aanbesteding gehouden. Dit heeft geleid tot betere contractvoorwaarden en lagere kosten. Verkoopresultaten bestaande bouw In 2010 zijn in totaal 85 eenheden van ons bestaande bezit verkocht, waar we er 103 hadden begroot. Het koopaanbod van Lefier StadGroningen bestaat voornamelijk uit het woningtype appar‐ tement in de prijscategorie € 100.000 tot € 130.000 (startersegment). In Lewenborg en Paddepoel zijn enkele eengezinswoningen die zijn bestemd voor de verkoop. Vanwege de ontwikkeling van het Forum zijn tevens 19 onzelfstandige eenheden aan de Schoolstraat verkocht aan de gemeente Groningen. De totale opbrengst uit verkopen bestaande bouw bedroeg in 2010 ruim € 9.600.000. 64
Tabel 12 Verkoopresultaten vrije verkoop Lefier StadGroningen bestaande bouw Aantal eenheden Appartementen 57 Eengezinswoningen 8 Onzelfstandig 19 Parkeerplaatsen 0 Carports 1 Garageboxen 0 TOTAAL 85 Totaal aantal verkochte eenheden in 2010, vrije verkoop bestaande bouw Verkoopresultaten nieuwbouw De verkoop van appartementen in de stad Groningen verloopt moeizaam. In 2010 zijn we gestart met het te huur aanbieden van de appartementen in de Kop van Oost en de Tasmantoren (vrije sec‐ tor markt). Over 2010 hebben we 134 van de 315 woningen in de vrije sector verhuurd. Dit betekent dat we een voorraad van 181 marktconforme huurwoningen hebben die nog niet verhuurd zijn. In 2010 zijn 98 nieuwbouwkoopwoningen verkocht. We hebben een voorraad van 86 woningen die nog niet zijn verkocht. In de begroting was rekening gehouden met de verkoop van 100 woningen. In 2011 nemen we de 41 koopappartementen en 10 eengezinswoningen in de Korrezoom, waarvan slechts enkele zijn verkocht, in verhuur (vrije sector markt). In 2010 hebben we hiervoor de voorbe‐ reidingen getroffen. 4.2.4. Met open vizier samenwerken aan gedeelde doelen Buurt‐ en wijkoverleg Vanuit Lefier StadGroningen overleggen we gestructureerd met professionals en bewoners. Voor‐ beelden hiervan zijn omgevingsbeheeroverleg, bewonersplatform, wijkbeheeroverleg in Paddepoel en het netwerkoverleg STIP (steun‐ en informatiepunt voor bewoners over voorzieningen in de wijk) in Lewenborg. Ook vindt in alle Groningse wijken het ‘Heel de Buurt’‐overleg plaats. In deze overleg‐ gen worden door instanties en bewoners de problemen in de wijk geïnventariseerd en gezamenlijk aangepakt. Medewerkers van Lefier StadGroningen in de wijken Lefier StadGroningen heeft diverse medewerkers die actief zijn in de wijken: bewonersconsulenten, wijkconsulenten, woonconsulenten sociaal, buurtbeheerders en huismeesters. Per wijk zijn alle rol‐ len vertegenwoordigd. De medewerkers weten veel beter wat er speelt in de wijk en kunnen sneller met elkaar afstemmen. De wijkconsulent is verantwoordelijk voor ketensamenwerking in de wijk, contact met groepen bewoners en is actief vanuit het NLA. De wijkconsulent onderhoudt actief een uitgebreid netwerk in de wijk met samenwerkingspartners. In plaats van de vragen van de bewoners op het kantoor af te handelen, zijn ook de bewonersconsulenten steeds meer in de wijk te vinden, waar ze aan huis vragen van bewoners bespreken en samen tot oplossingen komen. Bewoners kun‐ nen hun vraag ter plekke uitleggen en de consulenten kunnen de vragen efficiënter afhandelen. Verantwoording afleggen Als Lefier StadGroningen vinden we het belangrijk aan onze belanghouders uit te leggen wat we doen, hoe we dat doen en waarom. Een van de manieren daarvoor is het jaarverslag. Naast het jaar‐ verslag publiceren we ieder jaar de ‘Agenda’, waarin we onze plannen voor het komende jaar toelich‐ ten. Naar aanleiding van de ‘Agenda’ nodigen we onze relaties uit om te reageren en met ons in gesprek te gaan. 65
Lefier StadGroningen benadert regelmatig actief de (lokale) pers door het sturen van persberichten of het organiseren van bijeenkomsten. Daarnaast komt het voor dat de pers ons benadert met een vraag naar aanleiding van plannen of activiteiten van Lefier StadGroningen. We geven graag uitleg over wat we doen en waarom. Sponsoring Vanuit onze maatschappelijke rol steunen we graag initiatieven van andere organisaties in de vorm van sponsoring. Lefier StadGroningen kiest er daarbij voor om vooral wijkgebonden activiteiten te ondersteunen, of activiteiten die een directe relatie hebben met ons werkveld. In 2010 gaven we als Lefier StadGroningen onder meer een bijdrage aan diverse wijkkranten en aan de Dag van de Archi‐ tectuur. 4.2.5 Bewoners voelen zich partner Huurdersparticipatie In 2010 heeft Lefier StadGroningen een samenwerkingsovereenkomst voor een periode van twee jaar met de Stuurgroep Huurdersbelang ondertekend. We streven naar een optimale samenwerking bij bedrijfsbrede thema's en willen vorm geven aan nieuwe vormen van participatie op complex‐, buurt‐, wijk‐ en bedrijfsniveau. In 2011 starten we met vormen als een bewonersadviesgroep en een internetpanel. Met Grobos overleggen we over Lefierbrede thema's die jongeren betreffen. Thema's die in 2010 aan de orde zijn gekomen, zijn: vergroten betrokkenheid studenten bij Grobos en Lefier, duurzaamheid, verbreding doelgroep studenten naar doelgroep jongeren, opgave Lefier nieuwbouw jongeren en aansluitingen televisie. Binnen Lefier StadGroningen gaan we met bewoners en mede‐ werkers nadenken over onze visie op participatie en vooral ook hoe we participatie in de praktijk (kunnen en willen) vormgeven. Dit moet uitmonden in een ambitieuze, eigentijdse en robuuste visie op bewonersparticipatie. Huurdersdebat In het najaar hebben we een huurdersdebat georganiseerd met in totaal ongeveer 20 huurders uit alle wijken en enkele kamerhuurders. Gespreksonderwerpen waren: persaandacht, bewonersbetrok‐ kenheid en woonruimteverdeling. Het was wennen aan de vorm, maar het debat is al met al door alle deelnemers als positief ervaren. In een open gesprek hebben we naar elkaar geluisterd en gehoord waar de aandachtspunten liggen. Actieve bewoners: De Wijk als Speelplaats In 2010 is in de Korrewegwijk en De Hoogte het project ‘De Wijk als Speelplaats’ van start gegaan. De Wijk als Speelplaats is een leerwerktraject waarbij jongeren zonder startkwalificatie opnieuw naar school gaan, stage lopen (waar mogelijk in de wijk) en outdoorevenementen voor jonge kinderen in de wijk begeleiden. Het project vindt plaats in nauwe samenwerking tussen gemeente Groningen, De Huismeesters, Lefier StadGroningen, Hanzehogeschool Groningen, Stiel, MJD, Alfa College en KAW en sluit aan bij de wijkevenementen en ander aanbod voor werk‐ en wijkeconomie. Actieve bewoners: studenten zetten zich in voor de wijk In de Korrewegwijk hebben wij in 2010 twee woningen ter beschikking gesteld voor studenten die als tegenprestatie actief zijn in de wijk. Het idee achter dit project is dat studenten meer betrokken raken bij de wijk waar ze wonen en dat bewoners voor activiteiten in de wijk gebruik kunnen maken van juniorwerkers met gespecialiseerde achtergrond. Het project wordt als succesvol ervaren. Het effect is dat de studenten veel praktijkervaring opdoen en dat de wijk er veel voor terug krijgt. 66
4.2.6. Klanten zijn onze ambassadeur Onderzoek ‘Klanttevredenheid’ We willen onze dienstverlening goed afstemmen op de vragen van onze klanten. Eind 2010 heeft een klanttevredenheidsonderzoek plaatsgevonden om de mening van onze klanten over onze dienstver‐ lening in kaart te brengen. In 2011 gaan we aan de slag met de uitkomsten hiervan. Dienstverlening In 2010 hebben 16.561 bezoekers de woonwinkel in Groningen bezocht. Dit is vergelijkbaar met 2009 (1.415 bezoekers). Redenen voor een bezoek waren: 1. bezoek/afspraak, 2. sleutels halen of bren‐ gen, 3. informatie woningzoekende. In 2010 hebben 53.168 relaties/huurders ons per telefoon pro‐ beren te bereiken. Hiervan hebben we 48.225 beantwoord. Hieruit kunnen we concluderen dat wij 9,5% van de gesprekken missen, doordat relaties/huurders vroegtijdig hebben ophangen. We heb‐ ben in 2010 956 chats ontvangen. We vinden het belangrijk om klanten goed te informeren en vra‐ gen en problemen professioneel op te pakken. Dat lukt ons nog niet altijd. In 2011 willen we een verbeterslag maken in het tijdig en correct afhandelen van de vragen van onze klanten. We hebben in 2010 voorbereidingen getroffen voor een ‘Zelfbedieningsportal’ voor klanten, waar huurders zelf op de website antwoorden kunnen vinden en zaken kunnen regelen. Klachtenafhandeling Als klanten ontevreden zijn over onze dienstverlening horen we dat graag, om samen naar een oplossing te kunnen zoeken. Via een meldingsformulier op onze website kan een klacht worden doorgegeven. Hier staat ook informatie over de klachtenprocedure. Komen we er in onderling over‐ leg niet uit, dan kan een huurder een klacht indienen bij de Klachtencommissie Gezamenlijke Corpo‐ raties Groningen. Bij deze klachtencommissie zijn in totaal 10 klachten binnengekomen; 2 klachten zijn voortijdig opgelost door Lefier StadGroningen, 5 zijn behandeld tijdens een hoorzitting en 1 is ingetrokken door de klager. Er waren 2 niet‐ontvankelijke klachten, waarvan 1 is terugverwezen naar Lefier StadGroningen en 1 is verwezen naar de rechtbank. 4.2.7 In alles een balans tussen mens, geld en milieu Duurzaamheidactie jongerenpanden Net als vorig jaar organiseerden we samen met Grobos en de vertegenwoordiging van de kamer‐ huurders in Groningen een duurzaamheidwedstrijd voor kamerhuurders, om bewustwording over dit thema te stimuleren. Vijf inzendingen zijn door de jury beoordeeld. Hieruit is een winnaar gekozen. Het aantal aanmeldingen blijft aan de lage kant. Dit is reden om de wedstrijd begin 2011 grondig te evalueren. Ledverlichting Hoendiepflat In overleg met de bewonersvertegenwoordiging in de jongerenflat aan het Hoendiep is een proefop‐ stelling gemaakt met ledverlichting in een gezamenlijke gang. Inmiddels is de proef afgerond en is besloten op alle verdiepingen ledverlichting aan te brengen. De energiebesparing op jaarbasis is hoog. 67
4.2.8 Bouwprojecten Lefier StadGroningen Tabel 13 Overzicht bouwprojecten Lefier StadGroningen Nieuwbouw opgeleverd gemeente Groningen 2010 Wooneenheden Sociale huur begroot Appartementen Chopinlaan 30 Appartementen Korrezoom (Korrewegwijk) 50 Appartementen Sirius (Paddepoel) 13 Appartementen Palembangstraat 25 Woningen Medanstraat fase 2 12 Eensgezinswoningen Bierhof (Lewenborg) 0 Sociale huur totaal 134
realisatie 0 50 0 25 12 29 116
Marktconforme huur Kop van Oost fase 1 appartementen Kop van Oost fase 1 kadewoningen Tasman Toren appartementen Marktconforme huur totaal
begroot 20 0 93 113
realisatie 76 4 91 171
Jongerenhuisvesting Jongereneenheden Helperwestsingel fase 1
begroot 18
realisatie 0
63 80 161
0 0 0
begroot 1 1 1 1 1 1 6
realisatie 0 0 0 0 0 1 1
Parkeerplaatsen (koop en huur) Korrezoom huur Sirius huur Korrezoom koop Helperwestsingel fase 1 Kop van Oost Palembangstraat Tasman Toren Parkeerplaatsen totaal
begroot 50 13 27 64 0 0 0 154
realisatie 70 0 59 0 102 23 147 401
begroot 14 44 16 37 4 84 12 16 27 30 12 5 18 5 6
realisatie 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Warmoesstraat Steentilstraat Praediniussingel Haddingedwarsstraat Palembangstraat Niveauverbeteringen totaal Sloop gemeente Groningen 2010 Wooneenheden Noorderkroonstraat Borneoplein Bandoengstraat Sloop totaal Overige
begroot 5 12 16 18 0 381
realisatie 0 0 0 0 23 23
begroot 20 0 0 20 0
realisatie 0 0 0 0
Jongereneenheden Eendrachtskade Jongereneenheden Lissabonstraat Jongerenhuisvesting totaal Bedrijfsonroerendgoed (koop en huur) Chopinlaan, SKSG Chopinlaan, GSV Chopinlaan, gymzaal Sirius, gymzaal (Paddepoel) Helperwestsingel, Steunpunt Noorderbrug Lewenborg, sporthal (OCSW) Bedrijfsonroerendgoed totaal Niveauverbeteringen gemeente Groningen 2010 Floresstraat, Menadostraat Floresstraat, Javastraat, Molukkenstraat Bandoengstraat Bankastraat, Sumatralaan Arubastraat, Parimaribostraat Surinamestraat Oosthamriklaan Bankastraat Coendersweg, Helperkerkstraat Van Royenlaan Burchtstraat, Carolieweg Gedempte Zuiderdiep Noorderhaven, Werfstraat Violenstraat Trompstraat
Koopwoningen begroot realisatie Appartementen Chopinlaan 37 0 Kop van Oost fase 1 appartementen 26 2 Appartementen Korrezoom (Korrewegwijk) * (44) 51 51 Appartementen Helperwestsingel fase 1 53 0 Appartementen Olivijn (Eelderbaan) 52 0 Appartementen Tasman Toren * (58) 93 95 Appartementen Sirius (Paddepoel) 11 0 Woningen Medanstraat fase 2 6 6 Appartementen Palembangstraat * (3) 25 25 Eensgezinswoningen Timorstraat 18 18 Eensgezinswoningen Boerhof (Lewenborg) 0 28 Koop totaal 372 225 * Voor drie projecten is besloten koopwoningen over te hevelen naar de marktconforme huur. In totaal gaat het hier om 105 woningen. Totaal wooneenheden 780 512 Afslag regel volgens afspraken in 30% prestatiebegroting 2010 Prestatieafspraak 546 512
0
De bouw van opgeleverde woningen boven de grens van € 200.000 (betreft projecten: Korrezoom, Kop van Oost en Tasmantoren voor zowel koop als marktconforme huur) heeft bijgedragen aan het volkshuisvestelijke beleid van Lefier door onder meer een gevarieerder aanbod van woningen in de stad en een positieve impuls aan de leefbaarheid van de wijken.
68
5 LEFIER IN ONTWIKKELING Voor de ontwikkeling van Lefier is medio 2009 voor alle woonbedrijven een gezamenlijk Ontwikkel‐ bedrijf opgericht. Het Ontwikkelbedrijf is primair dienend aan de drie woonbedrijven binnen Lefier. Zij ontwikkelt en realiseert, in opdracht van de woonbedrijven, alle nieuwbouw en verbeterplannen. Daarnaast voert zij voor de woonbedrijven Hoogezand en Stadskanaal en ZuidoostDrenthe het plan‐ matig onderhoud uit. In deze is het Ontwikkelbedrijf ook partner en adviseur om te komen tot opti‐ male planvorming en realisatie. Interne organisatie Ontwikkelbedrijf Eind 2010 is het Ontwikkelbedrijf ruim één jaar daadwerkelijk in bedrijf. In november 2009 heeft het Ontwikkelbedrijf structuur gekregen. In die periode is het managementteam benoemd en is het plan van aanpak bepaald voor het proces van samenvoegen en veranderen (‘De Expeditie’) en de bijbeho‐ rende structuurontwikkelingen. Onder de werknaam ‘De Expeditie’ voeren we het proces uit van samenvoegen en eenwording van de oorspronkelijke ontwikkelafdelingen tot het gezamenlijke Ontwikkelbedrijf. Het veranderproces omvat de transformatie tot één professionele, flexibele organi‐ satie die ‘in control’ is met eenheid in beleid, gedrag en houding. Bij de inrichting van het Ontwikkel‐ bedrijf werken we onder andere aan de ontwikkeling van uniforme functieprofielen voor dezelfde functies, eenduidige bedrijfsprocessen, één proces‐ en projectadministratie, een sluitend sturings‐ en beslismodel en een Lefierbreed inkoopbeleid voor het Ontwikkelbedrijf. Inspanningen van het Ontwikkelbedrijf in 2010 - In ‘De Expeditie’ heeft het Ontwikkelbedrijf langs een aantal paden functieomschrijvingen, bedrijfsprocessen, besluitvormingslijnen en sturingsmechanismen in werking gesteld. Daarnaast hebben de reguliere werkzaamheden normaal doorgang gevonden. - Via ‘De Expeditie’ is ook gewerkt aan de invulling van de rollen van het Ontwikkelbedrijf, zodat we als bedrijf (Ontwikkelbedrijf), afdeling (Ontwikkeling, Realisatie en Bedrijfsvoering) en op termijn als persoon (individuele medewerker) voor de woonbedrijven de rol van adviseur en ondersteuner professioneel kunnen vervullen. - De medewerkers van het Ontwikkelbedrijf zijn op grond van functies meer verspreid over de verschillende locaties, waardoor ook flexibele inzetbaarheid mogelijk wordt. In de basis heeft elke locatie nu voldoende bezetting van medewerkers van het Ontwikkelbedrijf. Sinds 2011 worden medewerkers voor een deel al flexibel ingezet voor de verschillende woonbedrijven. - Het Ontwikkelbedrijf is gestart met de inrichting en implementatie van uniforme registratiesystemen voor proces‐ en projectadministratie, waarin alle woonbedrijven participeren. De systemen waren, volgens plan, per 31 december 2010 op orde. In het eerste kwartaal van 2011 zijn de systemen gevuld en per april zijn de eerste Lefierbrede en woonbedrijfspecifieke rapportages geleverd. - In professionaliteit en rolbesef ten aanzien van Lefier en zijn onderdelen, is in het verslagjaar een grote sprong voorwaarts gemaakt. Lefier is een eenheid in verscheidenheid. Er zijn grote ver‐ schillen tussen de woonbedrijven. Niet alleen in locatie, maar ook in de manier van werken, wijze van organiseren, aansturing, historie en cultuur. Het Ontwikkelbedrijf werkt daar flexibel in mee. - In het verslagjaar is ervaren dat het Ontwikkelbedrijf te midden van de collega’s in de woonbedrijven staat. De medewerkers van het Ontwikkelbedrijf voelen zich niet alleen sterk verbonden met de collega’s in de woonbedrijven, maar ze zijn ook sterk met hen verbonden.
69
6 LEFIER IN DE KERN De Kern is het centrale onderdeel van Lefier dat ondersteunend en voorwaardenscheppend werkt voor de woonbedrijven en het Ontwikkelbedrijf. De Kern speelt een belangrijke rol in governance en compliance, evenals bij de Planning & Control van Lefier en bewaakt zo centraal de bedrijfsvoering en de financiën. De afdeling Finance & Control is onderdeel van De Kern, evenals de afdeling Personeel & Organisatie. De Kern ondersteunt Lefier als geheel op het gebied van corporate informa‐ tisering, personeel en organisatie, communicatie, inkoop en portfolio. Vanuit De Kern‐locatie worden veel verbindingen gelegd en onderhouden tussen Lefier en andere organisaties en bewegingen: in de sector, met de overheid, met andere maatschappelijke organisa‐ ties, met kennisinstituten, met ondernemers en andere betrokkenen. Lefierkwartier De Kern is tijdelijk in een gebouw in Hoogezand ondergebracht dat woonbedrijf Hoogezand‐ Stadskanaal huurt van collega‐corporatie Talma. Het is de bedoeling dat De Kern verhuist naar het zogenaamde Lefierkwartier dat door het woonbedrijf Hoogezand‐Stadskanaal ontwikkeld zal gaan worden. Dit wordt een centrale plaats in Hoogezand waar kantoorfuncties voor Lefier en andere maatschappelijke organisaties onder één dak worden gebracht. Inspanningen in 2010 Aanpassing bestuurssysteem Het bestuurssysteem van Lefier is versterkt en verankerd, onder meer door de invulling van het bestuurssecretariaat. Actualisering governancecode De Kern heeft doorgelicht hoe Lefier de governancecode uitvoert. Vervolgens is, waar nodig, de toe‐ passing ervan geactualiseerd, zodat Lefier nu in alle opzichten aan de governancecode voldoet. In dit kader is ook de informatieverschaffing via de website van Lefier uitgebreid. Finance & Control De professionalisering van de afdeling Finance & Control is in 2010 doorgezet. Finance & Control heeft de volgende activiteiten uitgevoerd: - vernieuwing van de opzet van het risicomanagementsysteem. Hiervoor heeft ook de raad van commissarissen input geleverd. De doorontwikkeling van het risicomanagementsysteem vordert gestaag, zij het niet in het gewenste tempo. Dit is een aandachtspunt voor 2011; - uitvoering van drie interne bedrijfsaudits; - opstelling van een investeringsstatuut en een treasuryjaarplan; - aanbieden van de eerste scenarioplanningen voor de meerjarenbegroting; - opening van derivatenlijnen bij vier banken; - voortgang van de opzet van onze gedifferentieerde vermogensbenadering. Gebiedsaanpak In 2010 zijn ten aanzien van de gebiedsaanpak twee scenariobijeenkomsten georganiseerd. Hierin zijn vier scenario’s ontwikkeld en is een aanzet gegeven voor de zogeheten ‘robuuste strategieën’. Deze kunnen de woonbedrijven zelfstandig verder uitwerken en hieraan kunnen zij hun beleid spie‐ gelen. In 2011 zal hieraan een vervolg worden gegeven. 70
Corporate I&A De corporate adviseurs I&A (Informatisering & Automatisering) hebben in oktober 2010 het Lefiernet opgeleverd: één ICT‐infrastructuur voor alle medewerkers van Lefier. Daarnaast is een informatie‐ strategie opgesteld voor de hele Lefierorganisatie die als hulpmiddel dient bij het maken van keuzes rondom vraagstukken die de informatievoorziening betreffen. Corporate Personeel & Organisatie Zie tekst 7.3 Corporate communicatie In 2010 is een project gestart voor de ontwikkeling van een nieuwe webportal (website en intranet). Na de fase van conceptontwikkeling/webstrategie zal de site gebouwd worden. Oplevering is gepland in het najaar van 2011. Eind 2010 is een onderzoek uitgevoerd naar de identiteit van Lefier. De uit‐ komsten daarvan zijn begin 2011 besproken met de raad van bestuur en het management. De doel‐ stelling is om de gewenste identiteit beter uit te dragen. Inkoop In juli 2010 is een onderzoek gestart naar de organisatie van inkoop binnen heel Lefier. Hierbij wordt onderzocht hoe het inkoopproces verbeterd kan worden en waar quickwins te behalen zijn. De oplevering is gepland in 2011. Portfolio In 2010 voerde Pieter Thoben voor zijn afstuderen bij de Radboud Universiteit Nijmegen een inventa‐ riserend en analyserend onderzoek uit naar ons portefeuillebeleid. De resultaten gebruiken we bij de doorontwikkeling van ons property‐, asset‐ en portfoliomanagement. Vooruitblik 2011 In 2011 is gestart met de invoering van een ‘tax control framework’. Deze werkwijze betekent een vereenvoudiging van de belastingaangiftes en verloopt in samenwerking met de Belastingdienst.
71
7 LEFIER IN DE MAATSCHAPPIJ Lefier staat met beide benen in de maatschappij waarin zij werkt. Daarom hechten wij veel waarde aan good governance. Lefier onderschrijft de in de Aedescode en de Governancecode Woningcorpo‐ raties vastgelegde beginselen. Deze codes bevatten normen voor goed bestuur en toezicht, voor transparantie, externe verantwoording en financiële beheersing. Wij zien de codes als een stelsel van bepalingen en normen dat ons richting geeft voor verbetering van onze kwaliteiten, transparan‐ tie en het afleggen van verantwoording.
7.1 Governancecode Woningcorporaties Lefier onderschrijft de in de Aedescode en Governancecode Woningcorporaties vastgelegde begin‐ selen. In 2010 heeft Lefier de principes en uitwerkingen, zoals opgenomen in de Governancecode Woningcorporaties, opgevolgd met uitzondering van de volgende punten: - Vanuit de principes van goed besturen In 2010 is de Lefierbrede gedragswijzer ontwikkeld en die wordt in 2011 ingevoerd. Tot de Lefierbrede gedragswijzer is ingevoerd, hanteren wij de integriteitscodes van de fusiepartners. - Vanuit de principes van toezicht houden In 2010 zijn duidelijke stappen gezet voor het inrichten van het risicomanagementsysteem, maar dit is nog niet afgerond. Op punt III.2 ‘Onafhankelijkheid’ voldeed Lefier niet‐volledig aan de code. RvC‐lid mevrouw Slagman‐Bootsma was tot 1 november 2010 waarnemend burgemeester in de gemeente Westerveld. De gemeente Westerveld wordt in de statuten genoemd bij de gemeenten waar stichting Lefier activiteiten kan ontplooien. Feitelijk is Lefier in 2010 niet werk‐ zaam geweest in Westerveld, want de wooncorporatie heeft hier in 2009 en 2010 geen bezit ge‐ had en geen activiteiten uitgevoerd. - Vanuit de principes van open communicatie en transparantie In 2010 hebben we de presentatie van onze corporate governance op de website van Lefier sterk verbeterd. Hiermee voldoen we nu aan de voorgestelde uitwerkingen van dit principe. Daar‐ naast hebben we een plan opgesteld voor een nieuwe website die meer recht doet aan de wen‐ sen van de klant en de belanghebbenden. De oplevering van deze site zal in het najaar 2011 plaatsvinden.
7.2 Besturen: verslag raad van bestuur (RvB) Bij de inrichting van onze bestuurlijke organisatie hanteren wij de normen van de Governancecode Woningcorporaties. Wij verantwoorden ons in het verslag over de inrichting van de governancestruc‐ tuur binnen Lefier. Meer informatie is te vinden op de website van Lefier op de pagina’s corporate governance (www.lefier.nl/OverLefier/Corporategovernance). 7.2.1 Decentraal organisatiemodel Als decentrale wooncorporatie heeft Lefier een decentraal organisatiemodel. De corporatie kent een eenheid in visie en strategie, maar geen eenheid in beleid. De bedrijfsvoering van de verschillende woonbedrijven binnen Lefier gebeurt decentraal. De organisatie van Lefier bestaat uit drie woonbe‐ drijven, het Ontwikkelbedrijf en De Kern. De drie woonbedrijven (Hoogezand‐Stadskanaal, ZuidoostDrenthe en StadGroningen) vormen het zwaartepunt van de organisatie. De woonbedrijven geven in hun eigen werkgebied zelfstandig en binnen de gestelde kaders invulling aan hun eigen beleid en bedrijfsvoering. Ontwikkelbedrijf Het Ontwikkelbedrijf is primair dienend aan de drie woonbedrijven. De woonbedrijven, die zowel klant als opdrachtgever zijn voor het Ontwikkelbedrijf, geven opdrachten in de sfeer van projectont‐ wikkeling en realisatie en (deels) voor planmatig onderhoud. De meeste medewerkers van het Ontwikkelbedrijf zijn decentraal in de woonbedrijven gehuisvest. 72
Met het Ontwikkelbedrijf beoogt Lefier een aantal belangrijke voordelen te behalen op het gebied van professionalisering, bedrijfsvoering, marktpositie en flexibiliteit. Het streven is de samenwerking tussen de woonbedrijven en het Ontwikkelbedrijf dermate vruchtbaar te maken dat het meerwaarde oplevert. De Kern De Kern is het centrale gedeelte van de Lefierorganisatie en heeft een dienende, ondersteunende en coördinerende functie. In dit bedrijfsonderdeel, dat zeer bescheiden van omvang is, zijn de afdeling Finance & Control en een aantal ondersteunende functies ondergebracht. De Kern bewaakt centraal de financiën en de bedrijfsvoering en ondersteunt de organisatie op het gebied van informatisering, Personeel & Organisatie, communicatie en portfolio. In De Kern krijgt het ‘corporate’ beleid vorm, evenals de strategie voor ‘Lefier in de ongedeelde regio’. In 2010 is het bestuurssysteem van Lefier versterkt en, door de inrichting van het bestuurssecretariaat, verankerd. 7.2.2 Bestuursmodel Het bestuur van Lefier bestaat uit een vierhoofdige raad van bestuur (RvB) die werkt als collectief. Een raad van commissarissen bewaakt het functioneren van de raad van bestuur. De vier leden van de raad van bestuur dragen samen de verantwoordelijkheid voor het functioneren van de totale wooncorporatie. Er zijn geen hiërarchische verhoudingen binnen de raad. Binnen hun collectieve verantwoordelijkheid voor Lefier als totaal, hebben alle RvB‐leden tevens individueel een aantal decentrale verantwoordelijkheden. - Elk RvB‐lid heeft een primair, geografisch‐organisatorisch verantwoordelijkheidsgebied. De voorzitter van de raad van bestuur opereert vanuit De Kern en heeft ook het Ontwikkelbedrijf in zijn portefeuille. De overige drie leden van de raad van bestuur zijn ieder directeur van een woonbedrijf. Met deze taakverdeling heeft Lefier een evenwichtig bestuur dat zowel in de decentrale woonbedrijven als centraal is ingebed. - Elk RvB‐lid heeft een thematische Lefierbrede bestuursportefeuille, respectievelijk: • Vastgoedeconomie en waardesturing (Henk van der Meer). • Klant en operationeel excelleren (Erwin Bel). • Gebiedsaanpak en de ongedeelde regio (Ton Selten). • Ontwikkeling, ontplooiing en verbinding (Yvonne Geerdink). Vanuit deze aandachtsgebieden jagen de bestuursleden ontwikkelingen aan binnen de totale wooncorporatie. Zij doen dat onder meer door initiatieven te nemen, verbindingen te leggen tussen Lefiermedewerkers onderling en met de buitenwereld, door kennisdeling en kennisont‐ wikkeling te organiseren en nieuwe ontwikkelingen te agenderen. De raad van commissarissen (RvC) van Lefier bestaat uit 7 personen en houdt toezicht op het bestuur en op de algemene gang van zaken in de wooncorporatie en de met zijn verbonden ondernemingen. De RvC staat tevens het bestuur met advies ter zijde en is de werkgever van het bestuur (zie verder paragraaf 7.6 Toezicht houden: verslag van de raad van commissarissen). 7.2.3 Taken en werkwijze raad van bestuur De raad van bestuur draagt zorg voor de algehele leiding en het functioneren van Lefier. Bij de ver‐ vulling van haar taken richt de raad zich naar het belang van de woningcorporatie in het licht van zijn volkshuisvestelijke en maatschappelijke doelstelling, met afweging van de relevante belangen voor degenen die bij de woningcorporatie betrokken zijn. De verantwoordelijkheden van de raad van bestuur zijn beschreven in de statuten van Lefier en in het reglement raad van bestuur. Deze docu‐ menten staan op de website van Lefier en zijn te vinden op de pagina’s corporate governance (www.lefier.nl/OverLefier/Corporategovernance/Raad_van_Bestuur). Daarnaast behoort het beleid ten aanzien van de deelnemingen van Lefier tot de taken van de bestuurders.
73
Tevens is de raad van bestuur verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante wet‐ en regelgeving en voor het beheersen van de risico’s die verbonden zijn aan de activiteiten van Lefier. Het bestuur rapporteert hierover aan de raad van commissarissen en bespreekt de interne risicobe‐ heersing‐ en controlesystemen met de auditcommissie van de raad van commissarissen. De werk‐ wijze van de RvB is: - De bestuurders treden gezamenlijk op en elke bestuurder vertegenwoordigt individueel ook de corporatie. - De bestuurders streven enerzijds goede aanspreekbaarheid na en anderzijds optimale effectivi‐ teit in de verdeling van werkzaamheden. - De bestuurders hanteren naar elkaar het beginsel van ‘no surprises’. - De raad van bestuur legt verantwoording af aan de raad van commissarissen en verschaft de toezichthouders tijdig de informatie die zij nodig hebben voor de uitoefening van hun toezicht‐ houdende taken. - De bestuurders hanteren ook naar de raad van commissarissen het beginsel van ‘no surprises’. 7.2.4 Activiteiten raad van bestuur in 2010 De raad van bestuur heeft in het verslagjaar 23 keer vergaderd en drie keer een inhoudelijke één‐ of tweedaagse vergadering georganiseerd. De raad van bestuur heeft de visie en strategische thema’s van de corporatie vastgelegd in de Lefierbrief. Deze thema’s zijn in de woonbedrijven vertaald naar inhoudelijke en beleidsdoelstellingen. 7.2.5 Samenstelling raad van bestuur Tabel 14 geeft de gegevens van de raad van bestuur weer per 31 december 2010. In dit overzicht zijn ook de nevenfuncties opgenomen die de bestuursleden in 2010 hebben vervuld, voor zover ze rele‐ vant zijn voor Lefier. Jaarlijks vindt een herijking plaats van de nevenfuncties van de bestuurders. Half december 2010 heeft Yvonne Geerdink, directeur Lefier StadGroningen en lid raad van bestuur, vanwege persoonlijke redenen besloten een time‐out te nemen. In eerste instantie heeft het mana‐ gementteam van woonbedrijf StadGroningen de portefeuille van Yvonne Geerdink waargenomen en fungeerde Ton Selten (voorzitter raad van bestuur) als eerste aanspreekpunt voor bestuurlijke zaken. Eind januari 2011 is Koos Parie benoemd als interim‐directeur Lefier StadGroningen. Tabel 14 Samenstelling raad van bestuur met portefeuilles en nevenfuncties 2010 Raad van bestuur 2010 Naam en M Functie Lefier en nevenfuncties Lefierbrede geboortedatum V bestuursportefeuille Ongedeelde regio‐ en M Voorzitter raad van bestuur Lefier A.W.M. Selten gebiedsaanpak ‐ Penningmeester Stichting Fonds Werken Aan (Ton) Wonen 07‐10‐1953 ‐ Lid bestuur MKB Zuidoost Drenthe ‐ Lid bestuur Stichting Leergeld Emmen ‐ Lid stuurgroep Convenant voor het Noorden/werkgroep Lobby Noord ‐ Lid stuurgroep Dwarsverband ‐ Lid werkveld adviescommissie Vastgoed en Makelaardij van Hanze Hogeschool Groningen ‐ Lid bestuur ODW (verband Drentse en Groningse woningcorporaties ‐ Aspirant‐lid bestuur Gradus Hendriks Stichting (leerstoel Wonen en Opbouwwerk Erasmus Universiteit Rotterdam) 74
Y.J.L. Geerdink (Yvonne) 14‐01‐1962
V Lid raad van bestuur Lefier/directeur
H.A.S. van der Meer (Henk) 18‐06‐1950
M Lid raad van bestuur Lefier/directeur
E. Bel (Erwin) 09‐05‐1968
M Lid raad van bestuur Lefier/directeur
StadGroningen
Ontwikkeling ontplooi‐ ing en verbinding
‐ Lid Raad van Toezicht de Hoven (verpleeg‐ en verzorgingshuizen) ‐ Lid bestuur CMO Groningen ‐ Lid adviesraad Noorderpoort ‐ Lid adviesraad Alfacollege, Groningen ‐ Voorzitter directeurenoverleg corporaties regiovisiegebied Groningen‐Assen
Hoogezand‐Stadskanaal
Vastgoedeconomie en waardesturing
‐ Lid adviesraad Noorderpoort ‐ Voorzitter bestuur stichting mondiale Woonhulp ‐ Lid bestuur stichting SOMS ‐ Voorzitter vrienden van het Vakcollege Noorderpoort ‐ Lid BestuursAdviesCommissie Arbeidsvoor‐ waarden Aedes
ZuidoostDrenthe
Klant en operationeel excelleren
‐ Lid bestuur Nederlandse Vereniging Bestuurders Woningcorporaties ‐ Lid stuurgroep Emmen Revisited
7.2.6 Tegenstrijdige belangen Elke vorm en schijn van belangenverstrengeling tussen Lefier en de bestuurders wordt vermeden. De statuten en het bestuursreglement bevatten een uitwerking van dit belangrijke uitgangspunt. In de statuten is de handelswijze in geval van belangenverstrengeling geregeld. In 2010 is geen sprake geweest van tegenstrijdige belangen met betrekking tot de vier bestuurders, zoals in principe bedoeld in II.3 van de Governancecode Woningcorporaties. 7.2.7 Doelstellingen, strategie en randvoorwaarden Het bestuur heeft na goedkeurig van de raad van commissarissen de Lefierbrief 2011 als uitgangs‐ punt genomen voor het uitwerken van de jaarplannen en de begroting 2011. 7.2.8 Horizontale dialoog Lefier heeft met betrekking tot de maatschappelijke en volkshuisvestelijke missie en doelstellingen een aantal belanghebbenden benoemd. In tabel 15 zijn de belanghebbenden weergegeven. 75
Tabel 15 Belangrijke partners van Lefier Soort dienstverlener:
Belangrijke partners van Lefier Naam organisatie:
Overheid
• • • • •
Branchevereniging Woningcorporaties
• • • •
Bewonersvertegenwoordiging
Onderwijs
Maatschappelijke opvang/zorg/welzijn
Veiligheid Overige woningcorporaties
Wijkverbanden
Overige
76
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
• • • • • • • • • •
Ministeries BzK en Financiën Centraal Fonds Volkshuisvesting Waarborgfonds Sociale Woningbouw Provincies: Groningen en Drenthe Gemeenten: Groningen (diensten: OCSW, Sozawe, ROEZ), Emmen, Borger-Odoorn, Stadskanaal en HoogezandSappemeer Aedes Vereniging Toezichthouders Woningcorporaties Kences Deelnemers aan het Noordelijk Overleg Lefier: Grobos, Stuurgroep Huurdersbelangen Lefier Groningen, Huurdersfederatie Zuidoost Drenthe, De Koepel, Huurdersraad Hoogezand-Sappemeer Bewonersorganisaties wijken en dorpen Rijksuniversiteit Groningen Hanzehogeschool Stenden Hogeschool Alfa College Noorderpoort VCOG Tangenborgh (zorg) Icare/Compleet wonen COA Meander (zorg) Welstad (onderdeel van de welzijnsgroep ‘Tinten’) Kwartier (welzijn) OGGZ en Lentis (zorg) Novo/de Zijlen (zorg) Baanvak (re-integratiebedrijf) Stamm/CMO Politie De Huismeesters Nijestee Patrimonium Domesta Woonservice Woonzorg BCM Woningstichting Talma Woonstade Lobby Noord; naast bovenstaande woningcorporaties ook aanwezig: De Wieren, Woonfriesland, Wonen NWF, Wold & waard, Woonconcept, Elkien, Thús Wonen, Woningstichting Weststellingwerf, De Volmacht, Woonstade, Lyaemer Wonen, Woonborg, Stichting Eelder Woningbouw, Actium, Woningbouwvereniging Slochteren, Acantus, Wierden & Borgen, Wonen ZuidwestFriesland, Stichting Woningbouw Achtkarspelen, SUW Uithuizen, Wst Groningerhuis, De Bouwvereniging, Wst De Delthe, Woongroep Marenland en Accolade Emmen Revisited (In het kader van het samenwerkingsverband Emmen Revisited dorp- en wijkteams en stuurgroep Mooi Blijven Wonen Groningen Wijkaanpak Stadskanaal VNO-NCW Rabobank Bouwend Nederland MKB Noordelijke regieraad bouw Visitatiecommissie Deetman KWH
7.2.9 Interne risicobeheersing‐ en controlesystemen In 2010 is vanuit het bestuur veel aandacht uitgegaan naar de interne risicobeheersing‐ en controle‐ systemen (zie hoofdstuk 8, paragraaf 8.2). 7.2.10 Externe accountant De externe accountant is in 2009 benoemd door de RvC. Deloitte is voor de periode van een jaar en bij goed functioneren 3 jaar benoemd tot extern accountant van Lefier. In 2010 heeft deze eerste evaluatie plaatsgevonden en er is besloten voor 3 jaar met elkaar verder te gaan. De twee belangrijk‐ ste producten van de externe accountant zijn: de boardletter en het rapport met bevindingen bij de jaarrekening. De boardletter is gebaseerd op de managementletters van de bedrijfsonderdelen. De boardletter 2010 is besproken in de RvB in aanwezigheid van de accountant. De RvC ontvangt een afschrift van de boardletter en bespreekt deze in haar eigen vergadering. De managementletters zijn met de accountant besproken in de managementteams van de woonbedrijven. De belangrijkste aan‐ dachtspunten waren de projectontwikkeling, onderhoudskosten en de kwaliteit van het strategisch opgavebeleid. In 2010 heeft de externe accountant de vergadering van de RvC over de vaststelling van de jaarrekening bijgewoond. 7.2.11 Voorbereiding visitatie Lefier heeft in het verslagjaar geen visitatie laten uitvoeren, omdat twee van de drie rechtsvoorgan‐ gers van Lefier al één respectievelijk twee keer gevisiteerd waren, waardoor Lefier al aan de visitatie‐ verplichting uit de Aedescode voldeed. 7.2.12 Integriteit In juni 2010 is Jan Postema, directeur Ontwikkelbedrijf, in het kader van zijn vorige functie als direc‐ teur van De Blauwe Stad in de media genoemd als mogelijk betrokken bij mogelijke fraude rondom transacties van gronden aldaar. In juni is (zoals verwacht) uit de resultaten van een ingesteld onder‐ zoek door de Noordelijke Rekenkamer gebleken dat de integriteit van Jan Postema bij De Blauwe Stad absoluut niet in het geding is. Dit heeft het Groninger Provinciebestuur hem ook in een per‐ soonlijke brief laten weten. Er is op de berichtgeving adequaat gereageerd door onder meer onze medewerkers zowel in het begin als bij de afronding te informeren over het standpunt van Lefier in deze. Extra duidelijk is geworden hoe groot de impact van onterechte beschuldigingen is. 7.3 Professionaliseren: Personeel & Organisatie In de tweede helft van 2010 is vanuit de afdeling HRM (De Kern) een omgevingsanalyse uitgevoerd binnen alle bedrijven van Lefier. Hiervoor hebben de managementteams van de (woon)bedrijven geïnventariseerd welke externe ontwikkelingen zich de komende vijf jaar zullen voordoen. Vervol‐ gens is ingeschat welke invloed die ontwikkelingen hebben op HRM. Medewerkers vormen ons belangrijkste kapitaal. Als medewerkers over de juiste kwaliteiten beschikken, de juiste competenties hebben en de ruimte krijgen hun talenten binnen onze organisa‐ tie verder te ontwikkelen, zijn wij als organisatie in staat onze visie en doelstellingen te realiseren. Daarom stellen wij faciliteiten beschikbaar en creëren we mogelijkheden ter ondersteuning en sti‐ mulering van de ontplooiing van medewerkers die bijdragen tot persoonlijke groei en verruiming van loopbaankansen binnen de organisatie en daar buiten. Tevens vinden wij het van groot belang dat we een organisatie zijn waar het plezierig werken is en waar medewerkers zich gemotiveerd inzetten zowel voor de doelstellingen van Lefier als voor hun eigen ontwikkeling. Wij willen een organisatie zijn die boeiend en uitdagend is voor onze huidige medewerkers en voor potentiële nieuwe medewerkers, oftewel: een ‘great place to work’. Door de huidige financieel‐eco‐ nomische crisis hebben we ervaren dat binnen Lefier behoefte is aan ruimte en flexibiliteit in de for‐ matie. Er is deels een flexibele schil van arbeid nodig die we kunnen afstemmen op de benodigde capaciteit. Daarnaast hebben we geconstateerd dat er vaker voor korte duur behoefte is aan speci‐ fieke kennis. Daarom is een flexibele schil van medewerkers en arbeid, met andere woorden flexibele vormen van arbeid, van groot belang om onze bedrijfsvoering efficiënt en effectief te laten verlopen.
77
In antwoord op de voorgaande constateringen heeft de raad van bestuur Lefierbreed drie strategi‐ sche HR‐thema’s geformuleerd, die elk bedrijf vervolgens zelf kan invullen. Deze thema’s zijn: 1. ontwikkeling en ontplooiing; 2. great place to work; 3. flexibiliteit van arbeid. 7.3.1 Ontwikkeling en ontplooiing Voor de ontwikkeling en ontplooiing van medewerkers is het netwerk ‘Loopbaaninitiatief’ beschik‐ baar. Dit is een samenwerkingsverband van woningcorporaties in het noorden waaraan ook Lefier deelneemt. Deze samenwerking is opgezet voor de bevordering van duurzame inzetbaarheid en mobiliteit van medewerkers. Het netwerk is in 2007 gestart met vijf noordelijke corporaties en per 1 januari 2011 uitgebreid met elf corporaties in het noorden. Het netwerk ‘Loopbaaninitiatief’ is aan‐ gesloten bij Noorderlink. - In 2010 is ‘Loopbaaninitiatief’ uit vele inzendingen met vijf andere organisaties genomineerd voor de Noorderlink Award, maar niet als winnaar uit de bus gekomen. De nominatie geeft ech‐ ter wel duidelijk de meerwaarde aan van het samenwerkingsverband ‘Loopbaaninitiatief’. Dit netwerk vergroot niet alleen de mobiliteitskansen van medewerkers, maar bevordert ook het op maat vormgeven van faciliteiten voor ontwikkeling, ontplooiing en duurzame inzetbaarheid. - In 2010 hebben in totaal 22 Lefiermedewerkers een workshop gevolgd bij ‘Loopbaaninitiatief’. In 2010 is 2,6% van de brutoloonsom aan opleidingen uitgegeven. Medewerkers die mee ontwikke‐ len met de organisatie zorgen ervoor dat we onze doelstellingen realiseren. 7.3.2 Great place to work Medewerkers die met plezier en gemotiveerd hun werk doen, bepalen de kwaliteit van onze dienst‐ verlening. Respect voor elkaar, elkaar kunnen vertrouwen, integer in je werk staan en integer je werk verrichten, zijn aspecten die het werkplezier bevorderen. Gedragswijzer In het eerste jaar van de fusie is binnen Lefier vanuit drie integriteitcodes (van de voormalige corpo‐ raties) gewerkt. In 2010 heeft een groep van 16 medewerkers, afkomstig uit de hele Lefier‐organisa‐ tie, één nieuw document samengesteld ter vervanging van die drie codes. Deze nieuwe integriteit‐ code heeft de naam ‘gedragswijzer’ gekregen. De gedragswijzer helpt ons bij het bepalen en kiezen van het juiste gedrag bij morele dilemma’s in ons werk. Een gedragscode op papier is nog geen garantie voor integer gedrag. Daarom staat 2011 in het teken van inbedding van de gedragswijzer in de organisatie, zodat de gedragscode gaat leven binnen Lefier. Via discussie en beeldvorming kunnen de medewerkers de principes leren hanteren en eigen maken. De wijze waarop dit plaats gaat vin‐ den, wordt bepaald door en is afgestemd op het woonbedrijf, De Kern en het Ontwikkelbedrijf. De bedrijven stellen hiervoor een plan van aanpak op dat 1 juni 2011 gereed is. Voorop staat dat het gezamenlijk doorleven van de gedragswijzer een moreel leerproces is. Personeelsfeest Lefier In 2010 bestond Lefier als fusiecorporatie een jaar. Dat was voor ons een belangrijk moment om er als organisatie bij stil te staan. Daarom is op 1 april Lefierbreed een personeelsfeest georganiseerd. Dit personeelsfeest stond het teken van persoonlijke kennismaking, samenzijn en verbinding met elkaar. Stage‐ en leerwerkplekken Vanuit onze visie, maatschappelijke rol en verantwoordelijkheid bieden wij jonge mensen binnen Lefier de mogelijkheid tot stage‐ en werkervaringsplaatsen. In 2010 hebben verspreid over de hele organisatie 87 mensen stage gelopen, dan wel een werkervaringsplaats gekregen bij Lefier. Dit is op ons personeelsbestand ruim 16%. 78
Traineetraject Het Ontwikkelbedrijf participeert in een samenwerkingsverband met zes vastgoedorganisaties. Het samenwerkingsverband bestaat uit een architectenbureau, twee aannemers, een gemeente, Lefier en twee andere corporaties. Deze samenwerking is opgezet om gezamenlijk een interessant en uit‐ dagend traineetraject aan te bieden aan jonge talentvolle Vastgoed hbo’ers in het noorden, gedu‐ rende drie jaar en bij drie van de zes organisaties. Dit traject heeft twee oogmerken: de studenten krijgen de kans om vanuit de praktijk kennis te maken met verschillende branches binnen de vastgoedsector en de deelnemende organisaties pro‐ beren de jonge talentvolle mensen te interesseren en te behouden voor het noorden. In 2010 zijn drie trainees na een traineetraject van drie jaar afgezwaaid. Zij hebben het traject glans‐ rijk doorlopen. Hiermee is het noorden drie jonge talentvolle mensen binnen de vastgoedsector rij‐ ker. Alle drie hebben zij vervolgens een functie aanvaard binnen het samenwerkingsverband. In 2010 heeft werving naar nieuw jong talent vijf nieuwe trainees opgeleverd. 7.3.3 Flexibiliteit van arbeid Lefierbreed is het thema ‘Flexibiliteit van arbeid’ in 2010 nog niet nader uitgewerkt en er zijn geen kaders geformuleerd. Activiteiten in het kader van flexibiliteit zijn in eerste instantie een verant‐ woordelijkheid van elk woonbedrijf. In 2011 wordt dit thema, evenals de twee voorgaande thema's, verder ontwikkeld vanuit de raad van bestuur.
7.4 Beïnvloeden: LefierOR, huurdersorganisaties en stakeholders 7.4.1 Verslag van de LefierOR De LefierOR is op centraal niveau dé gesprekspartner van de raad van bestuur, in de persoon van de voorzitter van de raad van bestuur. In dit overleg worden de onderwerpen besproken die voor de gehele organisatie gelden. De ene keer fungeert de LefierOR als klankbord en de andere keer heeft de ondernemingsraad een meer toetsende rol met advies‐ of instemmingsbevoegdheid. De LefierOR is samengesteld uit de ondernemingsraden van de drie woonbedrijven en telt 17 zetels, waarvan er 15 zijn vervuld. De leden zijn afkomstig uit: - de OR Hoogezand‐Stadskanaal; formeel 5 zetels, waarvan er 5 zijn vervuld; - de OR ZuidoostDrenthe; formeel 7 zetels, waarvan er 6 vervuld zijn; - de OR Lefier StadGroningen; formeel 5 zetels, waarvan er 4 vervuld zijn. Inspanningen in 2010 - Er hebben zes overleggen plaatsgevonden tussen de RvB‐voorzitter en de LefierOR. Gedurende het jaar zijn diverse onderwerpen aan de orde geweest, waaronder de Lefierbrief 2010, de begroting 2011 en de vorming van een aparte OR voor het Ontwikkelbedrijf. Ook de jaarlijkse gesprekken tussen de LefierOR met elk RvB‐lid afzonderlijk over zijn of haar portefeuille zijn besproken. - De LefierOR heeft evenals in 2009 in het verslagjaar een gesprek gevoerd met een delegatie van de raad van commissarissen. - De LefierOR heeft samen met de bestuurder onderzocht welke mogelijkheden er zijn om de ondernemingsraad vroegtijdig bij de ontwikkeling van voornemens en besluitvorming van de raad van bestuur te betrekken. Afgesproken is dat de bestuurder de LefierOR tijdig informeert over besluiten die hij in voorbereiding heeft en vervolgens afspraken maakt over het tijdstip en de wijze waarop hij de OR‐leden in de besluitvorming betrekt. Met deze werkwijze wordt de LefierOR al zoveel mogelijk in de fase van bedenken en vormgeven bij het beleid ingeschakeld in plaats van dat de nadruk op advisering en instemming achteraf ligt. - Op initiatief van de LefierOR en in samenspraak met de bestuurder en de directeur van het Ontwikkelbedrijf, is besloten een aparte OR op te richten voor het Ontwikkelbedrijf. 79
De voorbereidingen zijn uitgevoerd door de commissie Ontwikkelbedrijf die in mei 2010 is opgericht. Deze OR‐commissie behandelt alle zaken die het Ontwikkelbedrijf betreffen en voert overleg met de directeur van het Ontwikkelbedrijf, totdat de officiële OR van dit bedrijfsonderdeel is geïnstalleerd. De commissie bestaat uit één OR‐lid per woonbedrijf die tevens werkzaam is bij het Ontwikkelbedrijf. Eind december 2010 zijn de verkiezingen voor OR‐leden voor het Ontwikkelbedrijf gestart. - In 2010 hebben de leden van de LefierOR een tweedaagse cursus gevolgd voor de invulling van de rolverdeling, de werkwijze en de onderlinge betrokkenheid binnen de OR. Tevens hebben de leden uit hun midden een voorzitter en een secretaris gekozen die samen met een ambtelijk secretaris het dagelijks bestuur van de LefierOR vormen. Het dagelijks bestuur is het aanspreek‐ punt voor de bestuurder. Instemmingaanvragen De LefierOR heeft twee instemmingaanvragen behandeld en hierover instemming uitgebracht. Het betreft de inrichting van een centraal meldpunt en het verplaatsen van de personeelsadministratie van het Ontwikkelbedrijf van Groningen naar Emmen. Namens de LefierOR, Egbert Veldkamp, voorzitter 7.4.2 Huurders‐ en bewonersorganisaties Binnen Lefier bestaan vele vormen van overleg met huurders‐ en bewonersorganisaties. - Er is lokaal overleg tussen huurders‐ en bewonersorganisaties en een woonbedrijf; huurders‐ en bewonersorganisaties opereren lokaal en hebben daar ook hun formele positie en overlegstruc‐ tuur. - De vertegenwoordigers van de lokale huurders‐ en bewonersorganisaties overleggen gezamen‐ lijk minimaal twee keer per jaar met een delegatie van de raad van bestuur. Aan dit overleg, het Noordelijk Overleg Lefier, nemen de volgende gesprekspartners deel: De Koepel (Stadskanaal), Stuurgroep Huurdersbelangen Lefier Groningen, Huurdersfederatie Zuidoost‐Drenthe, huurdersraad Hoogezand‐Sappemeer en Grobos (studenten Groningen). Inspanningen in 2010 - Twee keer heeft een bestuurlijk overleg plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van de huurders‐ en bewonersorganisaties en een delegatie van de raad van bestuur. Hierbij is gespro‐ ken over de Lefierbrief 2011, de stand van zaken van het Twintigpuntenplan, de berichtgeving in de media, het sociaal statuut, een overlegprotocol, de begroting en het jaarplan 2011, het Lefierkwartier, de input voor het Lefiervizier 2012 en de beleving rondom het uitgangspunt ‘huurders ambassadeur/bewoners partner’. - De vertegenwoordigers van de huurders‐ en bewonersorganisaties hebben een overleg gehad met de voorzitter en twee leden van de raad van commissarissen. - De leden van de raad van bestuur zijn met de managers ‘Wonen’ van Lefier en de vertegenwoordigers van de huurdersorganisaties een dag op excursie geweest. Tijdens deze excursie is een bezoek gebracht aan SWZ in Zwolle. Gedurende deze dag is tijdens het bezoek aan het Earthship gesproken over het thema ‘Duurzaamheid’ en is een wijkvernieuwingsproject bezocht. 7.4.3 Stakeholders De woonbedrijven en de bestuurders hebben regelmatig contact met diverse stakeholders. Tijdens formele en informele overleggen komen diverse onderwerpen naar voren. Ook vragen bestuursleden jaarlijks feedback aan ‘hun’ stakeholders.
80
Tijdens het feedbackgesprek vroegen de bestuursleden de stakeholders ook om input voor de Lefierbrief. In 2010 hebben de bestuursleden daarnaast actief input van diverse stakeholders gevraagd voor hun beoordeling. Elke bestuurder heeft een gesprek georganiseerd met stakeholders uit de sector, één vanuit de overheid en één uit een maatschappelijk middenveld/bedrijfsleven. Uit deze gesprekken zijn in het verslagjaar de volgende punten voren gekomen: - Lefier wordt heel duidelijk gezien als maatschappelijk sterk verankerde organisatie; - Lefier laat daadwerkelijk zien dat hij een maatschappelijk sterk verankerde organisatie is; - Lefier is een belangrijke en invloedrijke partij in het noorden en dat wordt als positief ervaren; - her en der wordt de historie van fusiepartners nog enigszins benoemd, maar het verleden speelt vrijwel geen rol in de huidige contacten; - het management wordt als toegankelijk en open ervaren; - enkele stakeholders geven aan dat Lefier aandacht voor kwaliteit en de juiste balans in het vizier moet houden; - de stakeholders benoemen de onduidelijke communicatie over een aantal dossiers als aandachtspunt voor Lefier; - in algemene zin stellen de stakeholders dat Lefier zich sterker zou moeten positioneren en zijn positie moet benutten om essentiële zaken op de agenda te krijgen. Voor een overzicht van de belanghebbenden van Lefier verwijzen wij naar tabel 15.
7.5 Verantwoorden: Twintigpuntenplan Bij de start van Lefier hebben de drie fusiepartners Volksbelang, In en Wooncom met elkaar twintig punten benoemd die binnen drie jaar gerealiseerd dienen te zijn. Dit zogenaamde Twintigpuntenplan dient ook als leidraad bij de jaarlijkse evaluatiegesprekken met de gezamenlijke huurdersorganisa‐ ties, de ondernemingsraden (van de verschillende organisatieonderdelen) en de overige stakehol‐ ders. De twintig punten zijn verdeeld over zes thema’s, namelijk: 1. Gevolgen van de huurontwikkeling; 2. Lokale binding; 3. Investeren in lokaal verband; 4. Verbeteren organisatie; 5. Vermogensruil; 6. Maatschappelijke ambitie. De eerste vijf thema’s refereren aan de toetsingscriteria die de minister van VROM heeft gehanteerd bij het goedkeuren van de fusie tot Lefier. Ook de gemeenten en de huurdersorganisaties hebben hun zienswijzen op deze onderwerpen gegeven. Het zesde thema ‘Maatschappelijke ambitie’ is door Lefier toegevoegd. In het tweede jaar als Lefier hebben wij verschillende stappen gezet voor de invulling en uitwerking van het Twintigpuntenplan. De in 2010 behaalde resultaten zijn weergeven in de onderstaande tabel. Tabel 16 Rubricering Twintigpuntenplan met overzicht van de in 2010 bereikte resultaten Rubricering Twintigpuntenplan Lefier Thema’s Strategische visie Lefier Resultaten 2010 De wijze waarop de bepaling van de huurverho‐ Gevolgen van de Krachtenbundeling leidt niet tot ging gebeurt, is voor de woonbedrijven onver‐ huurontwikkeling huurverhogingen. Lokale binding
Wij werken vanuit lokale situaties en koesteren de verschillen tussen stad en land en tussen de onderscheiden milieus in de regio.
anderd gebleven. Er is geen opwaartse druk op de huren geweest. Lefier is op meerdere manieren en momenten in gesprek geweest met de lokale en gezamenlijke huurdersorganisaties van Lefier, onder meer over de begroting(en) en de Lefierbrief. 81
Met de gemeenten waarin Lefier werkzaam is, zijn afspraken gemaakt en zijn structurele samenwerkingsoverleggen gevoerd met lokale partners. De woonbedrijven van Lefier hebben ieder hun eigen huurdersparticipatie georganiseerd. De woonbedrijven houden periodiek klanttevre‐ denheidsonderzoeken. Uitgangs‐punten bij de daaruit voortkomende acties zijn: de klant cen‐ traal stellen en de basis op orde brengen. Ook wordt een adviesgroep voor bewoners ingericht. Met de overige belangrijkste stakeholders wor‐ den ten minste eenmaal per jaar agenda‐ gesprekken gevoerd. De doelstelling is om zowel feedback te krijgen als de toekomst te bespre‐ ken. De investeringscapaciteit wordt inge‐ Voor geheel Lefier is inhoud gegeven aan de zet voor lokale en regionale behoef‐ termen meerjarenkader, strategisch opgaven‐ ten. De huidige plannen richten zich beleid en meerjarenbegroting, waarover ook uitdrukkelijk op de kernen, dorpen, uniforme afspraken zijn gemaakt. Op basis van buurten en wijken in ons werkgebied deze drie begrippen wordt het daadwerkelijke en op samenwerking met partijen die beleid per woonbedrijf ingevuld. daar actief zijn. De fusie stelt ons in staat meer opgaven aan te pakken We hebben ons in 2010 gehouden aan de pres‐ en beter te presteren. De kernen, taties die wij onze lokale samenwerkingspart‐ dorpen en steden in de regio zijn de ners hebben toegezegd. bouwstenen voor het strategisch voorraadbeleid. De investeringsop‐ gaven voor de komende jaren zijn geïnventariseerd en afgesproken met de gemeenten. Lefier houdt zich aan de afspraken. Onze dienstverlening blijft minimaal We gebruiken de benchmarks van het CFV en de op het huidige niveau, maar de aeDex voor het meten van onze kwaliteit en ambities reiken verder. communiceren hierover met de interne toe‐ zichthouders. Onze organisatie wordt door de Uit de jaarrekening blijkt dat de nettobedrijfs‐ schaalvergroting stabieler, professi‐ kosten in 2010, gecorrigeerd voor inflatie, niet oneler en doelmatiger. hoger zijn dan voor de fusie. In de praktijk zien we dat werknemers gebruik‐ maken van de mogelijkheden die Lefier biedt op het gebied van mobiliteit. Tussen alle bedrijfs‐ onderdelen van Lefier is een aantal werknemers (zowel horizontaal als verticaal) van baan veran‐ derd. De plek van de woonbedrijven in het hart van de lokale gemeenschappen is een conditio sine qua non voor het werken aan goede buurten en wij‐ ken. Belanghebbenden en lokale partners zijn direct bij de beleids‐ vorming betrokken. Ons model met woonbedrijven in de wijken en dor‐ pen, vormt daarvoor de beste waar‐ borg. Huurdersparticipatie blijft binnen Lefier lokaal gewaarborgd. Wij organiseren onze samenwerking en feedback in nauw overleg met lokale spelers en bewoners.
Investeren in lokaal verband
Verbeteren orga‐ nisatie
82
Vermogensruil
Op de middellange termijn is waar‐ schijnlijk sprake van vermogensuit‐ ruil. De gefuseerde wooncorporatie kan met gezamenlijke inzet van middelen flexibeler inspelen op ontwikkelingen dan de afzonderlijke corporaties.
Maatschappelijke Wij zijn een vanzelfsprekende part‐ ner voor organisaties op het gebied ambitie
van zorg, onderwijs, welzijn en werk, zowel lokaal als regionaal en dit uit zich in concrete samenwerkingspro‐ jecten. Wij zijn een vanzelfsprekende part‐ ner voor de provincies op een breed terrein voor de opgave in de onge‐ deelde regio.
Vanaf 2009 is de financiële kracht van Lefier bewezen. We hebben een zeer solide vermo‐ genspositie en goede kasstromen. Dit vinden we niet alleen zelf, het blijkt ook uit benchmarks en het oordeel van het CFV. De financiële effecten van de crisis hebben we door onze goede finan‐ ciële positie kunnen opvangen zonder in onze plannen te hoeven schrappen. Onder de risico’s in de projectontwikkeling, vooral bij Lefier StadGroningen, is vanuit de in Lefier ZuidoostDrenthe en Lefier Stadskanaal opge‐ bouwde solvabiliteit een breder draagvlak gelegd. In de toekomst zal de waardeontwikke‐ ling juist bij Lefier StadGroningen een basis vor‐ men voor het verder oppakken van de krimpge‐ relateerde transformatieopgaven in de veen‐ koloniën. Ook merken wij dat Lefier, onder meer door zijn omvang, een interessante gespreks‐ partner is voor onder meer vermogenverschaf‐ fers. Dit versterkt de mogelijkheden voor ‘fun‐ ding’ in de toekomst. Onze maatschappelijke opstelling is in 2010 niet verminderd. Onze betrokkenheid, benaderbaar‐ heid en betrouwbaarheid blijven onverminderd. In 2010 hebben wij dit expliciet getoetst bij onze stakeholders door middel van stakeholdersge‐ prekken.
7.6 Toezicht houden: verslag raad van commissarissen (RvC) In dit jaarverslag en boekjaar 2010 legt de raad van commissarissen, als onderdeel van een maat‐ schappelijk ondernemende organisatie, publiekelijk verantwoording af over de wijze waarop het toezichthoudend orgaan invulling heeft gegeven aan de uitvoering van de taken en bevoegdheden bij het toezicht houden op wooncorporatie Lefier. De raad van commissarissen van Lefier houdt toezicht op het beleid van de raad van bestuur en op de algemene gang van zaken bij Lefier en de met zijn verbonden onderneming(en). Dit gebeurt vanuit de visie en ambitie van Lefier, zoals die bij de fusie zijn opgesteld. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de raad van commissarissen zijn beschreven in de statuten van Lefier (artikel 5, 6 en 7) die zijn ingegaan op 31 december 2008 en verder uitgewerkt in het reglement raad van commissarissen de dato 23 januari 2009. De statuten en het reglement RvC zijn in te zien op de website van Lefier, op de pagina’s corporate governance (http://www.lefier.nl/OverLefier/Corporategovernance/Raad_van_Commissarissen.aspx ) 7.6.1 Deskundigheid en commissies Profielschets Bij de start van Lefier heeft de raad van commissarissen een profielschets samengesteld voor de RvC, waarin de gewenste deskundigheid en ervaring van de toezichthouders is vastgesteld. Ten aanzien van de kennisvereisten geldt dat de raad van commissarissen als collectief (dus aanwezig bij minimaal één van de leden) moet beschikken over deskundigheid op de volgende terreinen: - bedrijfseconomie en financiën; - volkshuisvesting; - vastgoedontwikkeling en beheer; 83
- marketing en marktcommunicatie; - arbeidsverhoudingen; - samenlevingsontwikkeling; - wet‐ en regelgeving. Eén of meer toezichthouders dient ervaring te hebben in één van de volgende gebieden: - ervaring op het snijvlak van politiek en bedrijfsleven; - ervaring met het aansturen van complexe organisaties; - ervaring met het dragen van een eindverantwoordelijke positie. Remuneratiecommissie De raad van commissarissen heeft de remuneratiecommissie in 2009 ingesteld. Voor deze commissie is een afzonderlijk reglement vastgesteld waarin taken en bevoegdheden zijn omschreven (meer informatie is te vinden op de website van Lefier, op de pagina’s over corporate governance (http://www.lefier.nl/OverLefier/Corporategovernance/Raad_van_Commissarissen.aspx ) Vanwege de uitvoering van haar taken heeft de voltallige remuneratiecommissie tweemaal verga‐ derd in 2010, in aanwezigheid van de voorzitter raad van bestuur van Lefier. De remuneratiecommis‐ sie heeft haar bevindingen en adviezen steeds gerapporteerd aan de RvC. De remuneratiecommissie heeft in het verslagjaar vooral aandacht besteed aan de beoordeling van het functioneren van de raad van bestuur, de uitvoering van de zelfevaluatie RvC en het voorbereiden van de evaluatie van het bestuursmodel. Evaluatie bestuursmodel De evaluatie van de bestuursstructuur bestaat uit het beoordelen van de werkbaarheid en effectivi‐ teit van het gekozen bestuurs‐ en toezichtmodel. Voor deze evaluatie heeft de RvC een voorstel ingediend dat in de RvC‐vergadering van 19 november 2010 is besproken. De evaluatie omvat ener‐ zijds een terugblik op de afgelopen twee jaar waarin het model in praktijk is gebracht en anderzijds een blik op de toekomst waarbij Lefier een krachtig en slagvaardig bestuur nodig heeft. Niet alleen om de voorziene en onvoorziene problemen het hoofd te bieden, maar ook om proactief op nieuwe kansen in te spelen. De interactie met de raad van commissarissen speelt daarbij een rol. Auditcommissie De raad van commissarissen heeft ook de auditcommissie in 2009 ingesteld. Voor deze commissie is eveneens een afzonderlijk reglement vastgesteld waarin taken en bevoegdheden zijn omschreven. (http://www.lefier.nl/OverLefier/Corporategovernance/Raad_van_Commissarissen.aspx ) De auditcommissie is in het verslagjaar vijf keer bijeengekomen in aanwezigheid van de directeur Finance & Control en de voorzitter van de RvB. De commissie heeft haar bevindingen en adviezen gerapporteerd aan de RvC. - Bij de vergadering in mei 2010 is de accountant aanwezig geweest om de jaarrekening en het jaarverslag te bespreken. Tevens is de accountant in mei aangeschoven om de specifieke aan‐ dachtspunten in de opdracht voor de accountant door te nemen. - In november 2010 heeft de commissie gesproken over het duurzame verdienmodel van Aedes. Daarnaast zijn de conclusies uit de analyse en samenvatting van de benchmark ‘Corporatie in Perspectief’ besproken. Commissie ‘Maatschappelijk rendement en stakeholdersmanagement’ In de tweede helft van 2010 heeft de RvC de commissie ‘Maatschappelijk rendement en stakehol‐ dersmanagement’ ingesteld. Deze commissie bestaat uit de leden van de RvC die op voordracht van de huurdersorganisaties zijn binnengekomen. In het verslagjaar zijn nog uitsluitend verkennende gesprekken gevoerd. In 2011 zal deze commissie de RvB adviseren bij de organisatie van een stake‐ holdersbijeenkomst. 84
7.6.2 Samenstelling raad van commissarissen De raad van commissarissen bestaat uit zeven leden. Tabel 17 geeft de samenstelling van de RvC weer per 31 december 2010 en de taken van de leden binnen de RvC. Ook bevat de tabel de nevenfuncties die de toezichthouders in 2010 hebben vervuld opgenomen, voor zover ze relevant zijn voor Lefier. Jaarlijks vindt herijking plaats van de nevenfuncties van de leden van de raad van commissarissen. Tabel 17 Samenstelling raad van commissarissen met beroepen en nevenfuncties 2010 Samenstelling raad van commissarissen Lefier 2010 Verga‐ dering en Naam en M Functie en Beroep en nevenfuncties presentie geboorte‐ V RvC‐ datum commissie V Voorzitter ‐ Voorzitter Regiekamer ‘Naar een rijke Waddenzee’ 4/4 Drs. J.A.J. remuneratie‐ ‐ Voorzitter Kunststation C + thema‐ Stam (Joan) commissie ‐ Voorzitter Kunstraad (tot 1‐10‐2010) dag en 08‐03‐1945 ‐ Voorzitter RvT De Hoven (vanaf 1‐10‐2010) excursie ‐ Vicevoorzitter Raad van Toezicht van SLS Wonen te 4/4 D. Hoogstra M Vicevoorzitter auditcommissie Leiden (lid auditcie en remuneratiecie) + thema‐ (Douwe) ‐ Lid voordrachtscommissie VTW dag en 27‐03‐1945 ‐ Voorzitter VVE Residentie Zuiderzee excursie Beroep: Prof. dr. H. J. M Lid 4/4 auditcommissie ‐ Bijzonder hoogleraar overheidsmanagement, + thema‐ ter Bogt Rijksuniversiteit Groningen (RUG) dag en (Henk) ‐ Universitair hoofddocent Management Accounting, excursie 20‐02‐1955 T. Slagman‐ Bootsma (Tryntsje) 07‐03‐1949
V
A. Edelenbosch (Ali) 05‐1‐1948
V
E.I. van Leeuwen‐ Seelt (Noor) 09‐12‐1944
V
RUG Beroep: waarnemend burgemeester van Westerveld (tot 1 november 2010) ‐ Lid Regionaal College (politie) ‐ Lid bestuur Veiligheidsregio Drenthe ‐ Lid Commissie Veiligheid van de VNG ‐ Vicevoorzitter Recreatieschap Drenthe ‐ Voorzitter Netwerk Veilig Drenthe ‐ Voorzitter Commissie Korpsbeleidsplan Politie Drenthe ‐ Lid regiegroep aanpak huiselijk geweld ‐ Lid Arrondissementaal Justitieel Beraad ‐ Bestuurslid Vereniging van Drentse gemeenten ‐ Lid raad van toezicht Bureau Jeugdzorg Drenthe Lid op voor‐ ‐ Voorzitter raad van toezicht Drents Landschap dracht van de ‐ Voorzitter van Advies HDL huurders‐ ‐ Voorzitter Technische Commissie Bodem/VROM organisaties ‐ Bestuurslid De 12Landschappen ‐ Bestuurslid vereniging IVN/Amsterdam (Instituut commissie voor Natuureducatie) maatschappelijk ‐ Lid raad van toezicht Stichting IVN/Amsterdam rendement en ‐ Bestuurslid Je Maintiendrai Fonds (subsidieert projecten in Groningen/Drenthe/Friesland) stakeholders‐ ‐ Bestuurslid Dorpsbelangen Gasselternijveensche management mond Lid op voor‐ Beroep: dga NL consulting bv dracht ‐ Voorzitter raad van toezicht Biblionet Groningen van de onderne‐ ‐ Lid raad van toezicht Interzorg Drenthe mingsraden ‐ Lid raad van toezicht ROC Noorderpoort ‐ Voorzitter bestuur NL kenniscoöperatie u.a. remuneratie‐ ‐ Secretaris bestuur MBO‐stichting ‘Assen voor commissie Assen’ Lid op voor‐ dracht van de huurders‐ organisaties commissie maatschappelijk rendement en stakeholders‐ management
4/4 + thema‐ dag en excursie
4/4 + thema‐ dag en excursie
4/4 + thema‐ dag en excursie
85
‐ Lid raad van toezicht Tjongerschans ziekenhuis Heerenveen ‐ Penningmeester bestuur stichting Thomassen a Thuessink ‐ Secretaris stichting kinderoncologie Groningen Beroep: organisatieadviseur via Marton B.V. ‐ Voorzitter raad van toezicht CVO Zuidwest Friesland ‐ Vicevoorzitter raad van toezicht Besturenraad ‐ Vicevoorzitter bestuur pensioenfonds predikanten PKN ‐ Lid ledenraad Rabobank Zuidwest Friesland
M Lid mr. A.C. auditcommissie Wallast (Ton) 10‐08‐1949
4/4 + thema‐ dag en excursie
Rooster van aftrede Op 8 november heeft de RvC besloten mevrouw A. Edelenbosch en de heer T. Wallast per 1 januari 2011 te herbenoemen voor een periode van 3 jaar. Voorafgaand aan dit besluit heeft de voorzitter van RvC beide leden apart gesproken. Mevrouw Edelenbosch is lid van de RvC op voordracht van de gezamenlijke huurdersorganisaties en is door de huurdersorganisaties voorgedragen voor herbe‐ noeming. Andere argumenten voor de herbenoeming van beide leden zijn: de kwaliteit van het func‐ tioneren en het feit dat hun deskundigheden passen bij de profielschets en aanvullend zijn op de capaciteiten van de overige leden van de raad van commissarissen. Tabel 18 Rooster van aftreden raad van commissarissen Lefier Naam leden raad van Benoemd Herbenoembaar Uiterste datum commissarissen per op van aftreden Mevrouw drs. J.A.J. Stam De heer D. Hoogstra Prof. dr. H. J. ter Bogt Mevrouw T. Slagman‐Bootsma Mevrouw A. Edelenbosch Mevrouw E.I. van Leeuwen‐Seelt Mr. A.C. Wallast
22‐2‐2005 bij In 01‐09‐2006 bij Wooncom 01‐01‐2002 bij Volksbelang 01‐01‐2009 bij Lefier 07‐03‐2008 bij Wooncom 01‐01‐2009 bij Lefier 01‐01‐2009 bij Lefier
Niet* 01‐01‐2012
01‐01‐2012 (01‐01‐2014*) 01‐09‐2015
Niet
01‐01‐2012
01‐01‐2013 01‐01‐2016 01‐01‐2011 01‐01‐2014 01‐01‐2013 01‐01‐2016 01‐01‐2011 01‐01‐2014 01‐01‐2017
01‐01‐2018 01‐01‐2017 01‐01‐2018 01‐01‐2018
* stopt op eigen verzoek na één termijn
7.6.3 Werkwijze en activiteiten raad van commissarissen De raad van commissarissen heeft bij het uitoefenen van haar toezichtstaken in 2010 de volgende documenten als toetsingskader gebruikt: - het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH); - de Aedescode en Governancecode voor woningcorporaties; - het Twintigpuntenplan van Lefier; - de Lefierbrief 2011; - het risicomanagementsysteem; - het jaarplan en de geconsolideerde begroting Lefier 2010. 86
Informatie inwinnen Om de toezichthoudende taak goed te kunnen vervullen, heeft de RvC zich regelmatig mondeling dan wel schriftelijk door het bestuur laten informeren over relevante ontwikkelingen en behaalde resul‐ taten in relatie tot de beoogde doelen. De raad van commissarissen heeft in het boekjaar 2010 de volgende activiteiten ondernomen om te horen wat er speelt binnen het werkveld van Lefier: - Tijdens vergaderingen heeft de RvC zich door de raad van bestuur op de hoogte laten stellen over de gang van zaken in de woonbedrijven. - Op 15 november 2010 heeft een overleg plaatsgevonden tussen twee leden van de RvC en alle OR‐voorzitters binnen Lefier. - Een deel van de RvC heeft op 15 december 2010 overleg gevoerd met vertegenwoordigers van de huurdersorganisaties. - Diverse leden van de RvC hebben externe bijeenkomsten over het werkveld bijgewoond, onder meer van Aedes, VTW en collega‐corporaties. - Er hebben meerdere overleggen plaatsgevonden over de voortgang tussen de voorzitter en de vice‐voorzitter van de RvC en de RvB‐voorzitter en de secretaris van de RvB. Vergaderingen RvC In het verslagjaar heeft de voltallige RvC vier raadsvergaderingen gehouden, waarbij de middagen gebruikt zijn voor themabijeenkomsten. De data van de vergaderingen zijn: - 5 maart; de middag stond in het teken van de zelfevaluatie van de RvC. - 21 mei: bij deze raadsvergadering is de accountant aangeschoven om de jaarrekening en het jaarverslag te bespreken. In de middag hebben de RvC en RvB samen een workshop ‘risicomana‐ gement Lefier’ gevolgd. - 10 september; de middag hebben de RvC en RvB gewijd aan het uitdiepen van de visie. - 19 november; in de middag heeft de RvC, samen met de RvC van Domesta, een bezoek gebracht aan Emmen Revisited. Extra themabijeenkomst en excursie - De voltallige RvC heeft op 22 april een themabijeenkomst belegd over de invoering van de beleidswaarde binnen Lefier en de ontwikkelingen in de woningmarkt (crisis en waardeontwik‐ keling). - Op 24 september 2010 zijn alle leden van de RvC en RvB samen op excursie geweest. Zij hebben een bezoek gebracht aan de directie en de RvC van Volkshuisvesting Arnhem. De bijeenkomst vond plaats in het Bruishuis in Malburgen. Er is gesproken over de ervaringen van Lefier StadGroningen en Volkshuisvesting Arnhem met de projecten rond Pluk Ideas (waaronder Diver‐ siteit en Opgroeien in de wijk Malburgen). Scholingen raad van commissarissen Diverse leden van de RvC hebben in 2010 scholingen, trainingen en workshops gevolgd, waaronder: - Een regiobijeenkomst van het Centraal Fonds Volkshuisvesting voor raden van commissarissen van corporaties. - Werkbezoek van het Aedes Kennisnetwerk Drenthe‐Groningen aan Woonservice Drenthe. - Nationaal symposium woningcorporaties van het Studiecentrum voor Bedrijf & Overheid. - Workshop voor commissarissen van grote woningcorporaties van VTW (Vereniging van Toezicht‐ houders in Woningcorporaties). - Bijeenkomst ‘Toezicht Corporaties en bedrijfsleven; kruisbestuiving’ van VTW. - Workshop ‘De dilemma’s van de huurderscommissaris’ van de Woonbond. - Workshop ‘Stakeholdersdialoog en visitatie’ van VTW. 87
7.6.4 Besluiten raad van commissarissen In tabel 19 is weergegeven over welke onderwerpen de raad van commissarissen in het boekjaar 2010 heeft gesproken en welke besluiten zijn genomen. Tabel 19 Overzicht onderwerpen en besluiten raad van commissarissen in het boekjaar 2010 Besproken onderwerpen/besluiten raad van commissarissen boekjaar 2010 Afhandeling Treasuryjaarplan 2010 Goedkeuring De positionering van de auditor en het auditplan Goedkeuring Plan ‘Start risicomanagement Lefier 2010’ Goedkeuring Lefierbrief 2011 Goedkeuring Jaarverslag en jaarrekening Lefier, inclusief verbindingen 2009 Goedkeuring ‘Op weg naar een nieuwe werkelijkheid’ Jaarplan 2011 en Meerjarenbegro‐ Goedkeuring ting 2011‐2020, met inbegrip van het treasuryjaarplan en investeringsstatuut Herbenoeming mevrouw A. Edelenbosch en de heer T. Wallast tot leden van Besluit de raad van commissarissen (zie paragraaf Rooster van aftreden, pagina 86) Stand van zaken en bespreekpunten ‘Integer handelen’ Bespreking Geconsolideerde eerste, tweede en derde kwartaalrapportage Bespreking Boardletter Lefier 2009 Bespreking RvC‐commissie maatschappelijk rendement en stakeholdersmanagement Bespreking Gevoeligheidsanalyse Bespreking Aandachtspunten interim‐controle Deloitte Bespreking 7.6.5 Zelfevaluatie raad van commissarissen
Leidraad evaluatie Volgens het reglement raad van commissarissen behoort de raad elk jaar het eigen functioneren te beoordelen. De RvC evalueert het eigen functioneren aan de hand van: - de Governancecode Woningbouwcorporaties; - het reglement voor de RvC van Lefier; - de eigen opvattingen van de RvC over goed werkgeverschap, goed financieel toezicht en de maatschappelijke functie van Lefier; - het functioneren van de RvC zelf en de deskundigheidsontwikkeling van de commissarissen als individu en als team. Methode evaluatie De methode die de RvC van Lefier bij de (zelf)evaluatie gebruikt, gaat uit van de drie rollen die een raad dient te vervullen: toezichthouder, adviseur en werkgever. De kwaliteit van een RvC wordt beoordeeld op basis van twee fundamenten: 1 De deskundigheid van de RvC, zowel collectief als per individu. 2 De kwaliteit van het functioneren van de RvC, zowel collectief als individueel. De RvC‐voorzitter van Lefier is degene die met de individuele leden hun functioneren en deskundig‐ heidsontwikkeling bespreekt. Daarnaast bespreekt de RvC als collectief het collectieve functioneren, waarbij ook het functioneren van de voorzitter aan de orde is. Bij Lefier is afgesproken dat de remu‐ neratiecommissie zorg draagt voor de uitvoering van de afgesproken evaluatiemethode. Verant‐ woording hierover vindt plaats in het jaarverslag.
88
Vragenlijst en rondetafelgesprek Op 5 maart 2010 is het eigen functioneren van de RvC besproken, evenals het functioneren van de individuele leden. In de besloten vergadering buiten aanwezigheid van het bestuur heeft de raad haar eigen inrichting en functioneren als collectief beoordeeld, evenals de bijdrage van de afzonder‐ lijke leden. Voorafgaand aan deze bespreking hebben alle leden van de RvC een vragenlijst ontvan‐ gen met daarbij onder meer een deskundigheidsmatrix ter invulling. Tevens is gevraagd om een overzicht op te geven van de nevenfuncties. Ook de voorzitter en leden van de raad van bestuur van Lefier zijn gevraagd de vragenlijst individueel in te vullen om zo input te krijgen van degenen die zicht hebben op het functioneren van de RvC en de effecten daarvan. Op basis van de uitkomsten van de vragenlijsten is een gespreksagenda voor een rondetafelgesprek opgesteld, waarmee de zelfevalua‐ tie heeft plaatsgevonden. Besproken zijn de deskundigheidsmatrix, de relevante nevenfuncties (zie tabel 17 Samenstelling raad van commissarissen), het functioneren van de raad van bestuur en de bestuursstructuur, de relatie met belanghebbenden en integriteit. Aandachts‐ en verbeterpunten In de zelfevaluatie van de RvC zijn het functioneren van de raad en de onderlinge samenwerking positief beoordeeld. Daarnaast zijn uit de zelfevaluatie de volgende aandachts‐ en verbeterpunten naar voren gekomen: - Adviesfunctie van de RvC richting de RvB kan beter uit de verf komen. - De deskundigheidsmatrix liet zien dat de RvC hoog scoort op financiële deskundigheid en mager‐ der scoort op kennis van de vastgoedmarkt. Om deze kennis te versterken, is onder meer op 22 april 2010 een themabijeenkomst georganiseerd. - Het evalueren van het bij de fusie gekozen bestuursmodel moet apart aandacht krijgen. - Het idee is ontstaan om een commissie ‘Maatschappelijk rendement en stakeholdersmanage‐ ment’ in te richten, waar de leden van de RvC, die op voordracht van huurdersorganisaties zijn binnengekomen, plaats innemen. De eerste verkennende gesprekken over de doelstelling van deze commissie hebben in 2010 plaatsgevonden. In 2011 zal deze commissie invulling geven aan haar taken. 7.6.6 Onafhankelijkheid en integriteit raad van commissarissen De leden van de raad van commissarissen zijn onafhankelijk en opereren zonder last of ruggespraak. Zij hebben op geen enkele wijze belangen in de Stichting Lefier. De raad van commissarissen bewaakt het principe van onafhankelijkheid volgens de criteria in de Governancecode Woningcorporaties, bepaling III2.2. De toezichthouders hebben deze criteria onderling besproken en mondeling gecon‐ troleerd, zowel bij de RvC‐leden als de bestuurders. Hieruit is gebleken dat er geen sprake is van (transacties met) tegenstrijdige belangen waarbij toezichthouders of bestuurders betrokken zijn (geweest). - RvC‐lid mevrouw Slagman‐Bootsma was tot 1 november 2010 waarnemend burgemeester in de gemeente Westerveld. Hier zit een tegenstrijdigheid tussen de statuten van Lefier en de BBSH‐ bepaling (Besluit Beheer Sociale Huursector) in artikel 7. Dit artikel geeft aan dat zitting hebben in het orgaan RvC onverenigbaar is met het lidmaatschap van het college van B&W waar de stichting feitelijk werkzaam is. De gemeente Westerveld wordt namelijk in artikel 2 genoemd bij de gemeenten waar Stichting Lefier activiteiten kan ontplooien. Feitelijk is Lefier in 2010 niet werkzaam geweest in gemeente Westerveld, want de wooncorporatie heeft hier geen bezit en geen activiteiten uitgevoerd. Vermeende misstanden Lefier heeft een centraal ‘meldpunt misstanden’, maar daar heeft in 2010 niemand gebruik van gemaakt. Wel heeft Lefier in de tweede helft van 2010 bericht gekregen van het Meldpunt Integriteit Woningcorporaties dat hier twee anonieme brieven zijn ingeleverd over vermeende integriteitschendingen bij woonbedrijf ZuidoostDrenthe.
89
Deze meldingen zijn door de voorzitter van de RvB op 20 oktober 2010 doorgegeven aan de voorzitter en vicevoorzitter van de RvC. Na de verkenning heeft de raad van bestuur bij twee onderwerpen een specifieker onderzoek ingesteld, te weten het aanbestedingsbeleid en het materiaalbeheer. Niet omdat er voor Lefier aanknopingspunten zijn dat het om misstanden gaat, maar om uit te sluiten dat het aanbesteden en materiaalbeheer niet integer verloopt. De maatregelen zijn met het personeel gecommuniceerd. Ook is het anoniem meldpunt geïnformeerd over de tussenstand. In april 2011 heeft Lefier van de VROM‐Inspectie Ministerie van Infrastructuur en Milieu in 2010 een reactie gekregen dat Lefier voortvarend uitvoering heeft gegeven aan het intern uit te voeren onderzoek en aan het resultaat daarvan maatregelen heeft verbonden om mogelijke integriteitschendingen tegen te gaan. Hiermee beschouwen zij de meldingen bij het Meldpunt Integriteit Woningcorporaties als afgedaan. 7.6.7 Beoordeling en bezoldiging raad van bestuur De raad van commissarissen is verantwoordelijk voor een goed bestuur van Lefier. Daaronder valt ook de jaarlijkse evaluatie en beoordeling van het functioneren van de raad van bestuur en, indien nodig, de benoeming, schorsing en het ontslag van de leden van de raad van bestuur. De remunera‐ tiecommissie speelt hier een belangrijke rol in. In maart 2010 zijn de leden van de RvB beoordeeld door de RvC over het jaar 2009 (hierbij zijn ook medewerkers bevraagd). In november 2010 heeft de RvC de bestuurders beoordeeld over 2010. In maart en november hebben zowel individuele gesprek‐ ken met de RvC plaatsgevonden als een groepsgesprek met alle leden van de RvB. Bij de beoordeling over 2010 hebben bestuursleden input van diverse stakeholders gevraagd. Elke bestuurder heeft een gesprek georganiseerd met stakeholders uit de sector, één vanuit de overheid en één uit een maatschappelijke organisatie. Bij elk gesprek zijn steeds twee bestuurders aanwezig geweest; de te beoordelen bestuurder met een collega‐bestuurder. De collega‐bestuurder heeft het gesprek gevoerd en de te beoordelen bestuurder is als toehoorder aanwezig geweest. Bij deze gesprekken zijn aan de stakeholders onder andere de volgende vragen gesteld: - Wat in het gedrag van de bestuurder vind je effectief? - Wat in het gedrag van de bestuurder vind je contraproductief? Zowel over 2009 als over 2010 zijn de bestuurders positief beoordeeld. Van de beoordelingen zijn uitgebreide verslagen opgesteld die in een besloten vergadering op hoofdlijnen met de RvC zijn gedeeld. Bij de beoordeling over 2010 zijn aanvullende afspraken gemaakt over de prestatieafspraken die de bestuurders aan het begin van het jaar aanleveren. Ook is er een verantwoordelijkheidsverdeling opgesteld waarin staat welke bestuurder voor welk onderdeel verantwoordelijk is. Vaststelling bezoldiging In 2009 heeft de raad van commissarissen het bezoldigingsbeleid en de arbeidsvoorwaarden voor de raad van bestuur vastgesteld. Hierbij is onder andere het volgende bepaald: - de contracten met bestuursleden worden gesloten voor vier jaar; - de bestuursbeloning is geregeld volgens de Adviesregel van de commissie Izeboud; - de overige arbeidsvoorwaarden zijn gebaseerd op de cao Woondiensten. Dit beleid is volledig nageleefd. Per 1 juli 2010 is de Sectorbrede Beloningscode Bestuurders Woning‐ corporaties ingegaan. Op dat moment heeft de RvC aangegeven dat dit de code is die voor Lefier geldend is. Dus deze code komt in plaats van de Adviesregel van de commissie Izeboud. De volledige Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT)‐ opgave is opgenomen in de jaarrekening. De totale beloning voor Lefier bedraagt € 779.696. Daarnaast hebben de bestuurders de beschikking over een leaseauto. De bestuurders ontvingen geen aanvullende variabele beloningen of bonussen, ook zijn geen betalingen op termijn of afvloei‐ ingsregelingen getroffen.
90
7.6.8 Honorering raad van commissarissen De honorering van de raad van commissarissen is gekoppeld aan de zwaarte van de functie van de afzonderlijke leden van de RvC, rekening houdend met maatschappelijke waarden en normen. De leden ontvangen jaarlijks een vergoeding van bruto € 9.000, de vicevoorzitter ontvangt bruto € 12.500 en de voorzitter ontvangt jaarlijks bruto € 13.500. Daarnaast zijn er € 16.637,69 aan overige kosten voor de leden van de RvC gemaakt. Namens de raad van commissarissen Lefier, mevrouw drs. J.A.J. Stam, voorzitter
91
8 LEFIER EN DE FINANCIËN 8.1 Financieel beleid en financiële kaders Het financiële beleidsplan (FBP) bevat de financiële kaders waarbinnen Lefier en de bedrijven binnen Lefier de begroting en een financiële meerjarenprognose maken. Dit beleidsplan is onderdeel van de Lefierbrief (de jaarlijkse kaderbrief voor de organisatie). Het FBP gaat uit van drie financiële kaders: - Lefier presteert maximaal met zijn vermogen. - Lefier stuurt op (meerjarige) kasstromen en is liquide. - Lefier is solvabel. 8.1.1 Lefier presteert maximaal met zijn vermogen Dit financiële kader is gericht op twee doelstellingen: een doelmatige (efficiënte) bedrijfsvoering en het daadwerkelijk inzetten van het vermogen voor de maatschappelijke onderneming. De doelstelling ‘doelmatige (efficiënte) bedrijfsvoering’ is als volgt geoperationaliseerd: - De nettobedrijfskosten mogen in de meerjarenbegroting niet meer dan inflatoir stijgen. Met ingang van 2011 kunnen geen fusiegerelateerde kosten meer worden gemaakt. - De totale exploitatielasten van het vastgoed stijgen niet meer dan inflatoir. Tabel 20 toont de ontwikkeling van de exploitatie in procenten van de huuropbrengsten. Hieruit blijkt dat wij voldoen aan onze doelstellingen. Deze tabel is overgenomen uit de Lefier meerjarenbe‐ groting 2011‐2020. Tabel 20 Ontwikkeling exploitatie in % van de huuropbrengsten van Lefier Ontw ik keling e xploita tie in % v an de huuropbre ngs ten 9 5% 8 5% 7 5% 6 5% 5 5% 4 5% 3 5% 2 5% 1 5% 5% 2 01 1 2 01 2 2 01 3 20 1 4 20 1 5 21 ,1 % 21 ,7 % 22 ,2 % 2 2,8 % 2 3,7 % Fin an cie rin g sko sten Ui tg av e n le ef ba ar he id 6 ,6% 6 ,4% 6 ,2% 6,0 % 5,9 % Be la stin ge n e n v erz e keri ng en 6 ,7% 6 ,7% 6 ,7% 6,7 % 6,8 % 32 ,4 % 30 ,5 % 29 ,6 % 2 8,7 % 2 9,7 % On de rh ou ds las ten 16 ,4 % 16 ,8 % 16 ,9 % 1 6,5 % 1 6,2 % Ne tto-b e dri jfs kos ten 8.1.2 Lefier stuurt op (meerjarige) kasstromen en is liquide De onderneming heeft voldoende liquide middelen om zijn plannen uit te kunnen voeren. Dit bete‐ kent in de praktijk voor de operationele kasstromen dat ten minste aan de eisen van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) voor borgbaarheid wordt voldaan. Daarnaast is er via het portfoliomanagement een bij het vermogen van Lefier passende balans in de investerings‐ en desinvesteringskasstromen. Deze doelstelling is vertaald in de norm dat de operationele kasstromen in de periode 2011‐2020 zodanig zijn dat fictief minimaal 2% van de leningenportefeuille kan worden afgelost. Voor de periode 2016‐2020 wordt deze eis ook getoetst. In grafiek 1 is de operationele kas‐ stroom in de begroting (‘basisvariant’) afgezet tegen de 2% ‐norm van het WSW. Lefier voldoet aan de eis. Grafiek 1 is overgenomen uit de meerjarenbegroting 2011‐2020.
92
Grafiek 1 Ontwikkeling operationele kasstromen 2011‐2020 Ontwikkeling operationele kasstromen 2011-2020 3,5%
Norm2,0% Basisvariant
3,0%
2,5%
2,0%
1,5%
1,0% 2011
2 012
2013
2014
2015
20 16
2017
2018
2019
202 0
8.1.3 Lefier is solvabel De solvabiliteit is een maat voor de financiële weerbaarheid op langere termijn. Lefier is solvabel wanneer Lefier, naar zijn eigen normen, voldoende eigen vermogen bezit om zijn plannen de eerst‐ komende 10 jaar (en vervolgens tot in lengte van jaren) te kunnen uitvoeren. Wij drukken de solvabiliteit uit in het percentage eigen vermogen ten opzichte van de waarde van het vastgoed in exploitatie (WOZ‐waarde). Voor geborgde financiering stelt het WSW een grens waarbij het vreemd vermogen maximaal 50% van de WOZ‐waarde mag zijn. Wij nemen deze norm over. Deze eis geldt voor ten minste 10 jaar, waarbij de laatste 5 jaren op basis van een normatief programma worden bepaald. Lefier voldoet ruimschoots aan de norm. 8.1.4 De financiële toekomst en scenario’s Lefier heeft een financieel beleid met stevige eisen op het gebied van efficiency, liquiditeit en solva‐ biliteit. In de meerjarenbegroting 2011‐2020 voldoen we aan deze eisen. Daarbij opereert Lefier in een veranderende maatschappelijke context. Veel veranderingen hebben, soms grote, financiële gevolgen. Tabel 21 geeft de ontwikkelingen met grote financiële impact weer. Tabel 21 Maatschappelijke ontwikkelingen met financiële impact Maatschappelijke ontwikkelingen met financiële impact Politiek: Het nieuwe kabinet laat het huurbeleid voor de sociale verhuur vrijwel onaange‐ ‐ vrijwel on‐ past. De huren mogen de komende jaren slechts met inflatie stijgen. Onze kosten stijgen echter met meer dan inflatie. Hiermee is het verdienmodel van corporaties gewijzigd huurbeleid op lange termijn niet duurzaam. Ook heeft het kabinet een heffing voor corpora‐ ties aangekondigd als bijdrage aan de uitgaven van de huurtoeslag. Deze heffing ‐ heffing van‐ zou vanaf 2014 moeten ingaan. De jaarlijkse kosten voor Lefier zijn naar verwach‐ ting circa € 5,5 miljoen. af 2014 Verkoop Lefier verkoopt al jarenlang vooral aan bewoners per jaar circa 0,8‐1,0 % van zijn woningenportefeuille,. Door de onzekerheid in de woningmarkt, maar vooral door bezit staat de krimp in Noord‐Nederland, lopen deze verkoopmogelijkheden terug. Wij hou‐ onder druk den rekening met een daling in de verkopen van 25‐50%. Hierdoor missen we kas‐ stromen. Stijgende De rente (en daarmee de kosten voor nieuwe leningen) was de afgelopen tijd his‐ torisch laag en stijgt inmiddels weer licht. Bij het in de toekomst aantrekken van rentelasten de economie valt een verdere rentestijging te verwachten. Dit leidt tot hogere operationele kosten.
93
Scenario’s Lefier heeft de maatschappelijke (en andere) ontwikkelingen intern uitgewerkt in een aantal scena‐ rio’s. Wij willen ook in de toekomst dezelfde financiële normen blijven hanteren. Bij een toenemende externe druk op onze financiën, betekent dit dat Lefier zelf maatregelen moet treffen om aan de normen te kunnen blijven voldoen. In de nieuwe meerjarenbegroting wordt daartoe een aanscher‐ ping opgenomen van het exploitatieresultaat. Ook moeten wij in ons meerjarige investeringspro‐ gramma optimaal de kwaliteit in planningstechnische zin en qua inhoud incalculeren.
8.2 Planning & Control Het financiële beleidsplan van Lefier is een van de producten uit de planning‐ en controlcyclus. De planning‐ en controlcyclus begint bij de Lefierbrief en het financiële beleidsplan en verloopt jaarlijks via de begroting, de kwartaalrapportages en het jaarverslag. In onze plannen en verantwoordingsdocumenten maken wij zoveel mogelijk en expliciet het verband duidelijk tussen de inkomsten en uitgaven in euro’s en onze maatschappelijke prestaties. Lefier wil continu ‘in control’ zijn en maakt als concern bij de beheersing van zijn bedrijfsprocessen gebruik van een planning‐ en controlcyclus. De bedrijfsonderdelen van Lefier maken een begroting en rapporte‐ ren per kwartaal aan het bestuur. Het bestuur rapporteert op basis van een geconsolideerde begro‐ ting en rapportage aan de raad van commissarissen. Prestatieafspraken Lefier heeft aan de hand van zijn visie en strategische thema’s prestatieafspraken geformuleerd. Sommige prestatieafspraken hebben betrekking op meerdere thema’s. Deze prestatieafspraken zijn gerangschikt onder het thema dat de primaire doelstelling ervan het meest benadert. Het financiële beleid is met name verweven met het strategische thema ‘Verdienen waar het kan, investeren waar het moet’.
8.3 Risicomanagement 8.3.1 Visie Lefier wil als organisatie ‘in control’ zijn, zowel organisatorisch als financieel. Wij willen dat het resul‐ taat conform de verwachting is. Beheersing van bedrijfsprocessen en financiële risico’s vereist een stevig fundament. Wij richten ons risicomanagement in als systeem en proces en gebruiken het om eenvoudig en transparant zicht te hebben en te houden op onze organisatiedoelen en risico’s. 8.3.2. Doelen risicomanagement De Governancecode Woningcorporaties schrijft de corporaties een intern risicobeheersing‐ en con‐ trolesysteem voor. Het transparant in kaart brengen van risico’s en deze systematisch monitoren, is een belangrijk onderdeel van good governance. Het is tevens de basis voor een risicomanagement‐ systeem (RMS). In 2010 is Lefier gestart met de concrete vormgeving van een risicomanagementsys‐ teem. Vervolgens heeft de raad van commissarissen de architectuur van het RMS goedgekeurd. Deze architectuur bestaat uit vier velden waarop de risico’s ingedeeld worden. Deze velden zullen tevens de basis zijn voor structuur en rapportages. Figuur 1 geeft een beeld van de architectuur van het LefierRMS. In de laatste kolom is aangegeven wie de verantwoordelijkheid heeft voor de velden.
94
Figuur 1 Risicomanagementsysteem Lefier Business Control Framework Lefier heeft het GRC‐softwaresysteem van BWise aangeschaft. Dit is een pakket ter ondersteuning van Governance, Risicomanagement en Compliance van organisaties. Lefier gebruikt BWise om zijn risico’s en beheersmaatregelen vast te leggen, gekoppeld aan de pro‐ cessen in de organisatie. Ook de Key Controls worden vastgelegd in het systeem, waardoor er een geheel van processen, risico’s en beheersmaatregelen ontstaat: het zogeheten Business Control Framework. Om uniforme vastlegging te creëren vanuit de gefuseerde corporaties is een nieuwe processtructuur en risicomatrix vastgesteld. Controle en transparantie Met de Lefierbrede, integrale methodiek Business Control Framework kunnen we met een redelijke mate van zekerheid vaststellen of we onze organisatiedoelstellingen bereiken. Daarnaast kunnen we op een eenvoudige en transparante manier zicht houden op onze risico’s en gestructureerd werken aan de uiteindelijke doelstelling van het RMS: een ‘in control’‐verklaring voor Lefier. 8.3.3 Risicoprofiel en genomen maatregelen In het kader van verantwoorden en beheersen vindt elk kwartaal rapportage van risico’s plaats: - per (woon)bedrijf een rapportage rond de belangrijkste risico’s; - op corporate niveau een rapportage met behulp van een risicoparagraaf en een risicokaart per risicogroep, waarmee de beheersing van de risico’s op dat moment wordt ingeschat. 95
Figuur 2 De actuele risicokaart van de raad van bestuur van Lefier
Maatregelen op belangrijkste risico’s Lefier heeft diverse maatregelen ingezet ter beheersing van de belangrijkste risico’s. Tabel 22 geeft de maatregelen weer voor de risicogroepen die beoordeeld zijn als gedeeltelijk beheerst.
96
Tabel 22 Overzicht van maatregelen op risico’s die gedeeltelijk beheerst worden Overzicht van maatregelen op risico's die gedeeltelijk beheerst worden Risicogroep Bevindingen A. Visie & strategische opgaven A 02 Portfoliobeleid Onvoldoende kwaliteit portfoliobeleid wat kan leiden tot mismatch vraag en aanbod op langere termijn
Getroffen maatregelen en ingezette acties Elk woonbedrijf heeft de aandacht voor het meerjarenkader vergroot. Dit zorgt voor een betere volgende meerjarenbegroting. Gezien de opgave van Lefier is blijvende aandacht gewenst.
B. Administratieve Organisatie/Interne Controle & Governance/Compliance Onvoldoende ‘ingesleten’processen, veel Er wordt gewerkt aan een Tax Control Framework waarmee B 13 Fiscaliteiten nieuwe zaken rond BTW en VpB, de duidelijke kaders ontstaan rond de fiscale processen en verantwoordelijkheden zijn niet duidelijk verantwoordelijkheden. belegd. B.08 Inkoop Realiseerbare inkoopvoordelen worden niet Opdracht tot inventarisatiemogelijkheden is verstrekt aan behaald. Geen beleid op Lefierniveau. externe. Deze rapporteert begin 2011. B 10 Vastgoedbeheer Onvoldoende vastgoedsturing op Awareness vergroot door rapport afstudeerder G. de Kam. complexniveau (property ‐ en asset RvB en F&C werken actief samen aan sturen op rendement. management) B 15 Onvoldoende en niet eenduidige Ontwikkelbedrijf (OWB) heeft project gestart leidend tot Projectontwikkeling projectbeheersing procesbeschrijvingen en beheersingsmaatregelen. Ook samenwerking en communicatie tussen woonbedrijven en OWB is onderwerp van gesprek. Aan de beheersing van de projecten wordt actief gewerkt, onder meer middels de implementatie van ondersteunende software (Reasult en 1 projectadministratie) welke 1e kwartaal 2011 is geïmplementeerd. C. Externe en Maatschappelijke Ontwikkelingen C 02 Markt Als gevolg van een verslechterende markt realiseert Lefier zijn kasstromen niet (met name minder verkopen en leegstand in de nieuwbouw) D. Bestuurskwaliteit D 03 Integriteit, fraude en reputatie
Er is sprake geweest van niet integer of frauduleus handelen met het risico dat de reputatie wordt geschaad.
De verkooppool is aangepast en onderzocht wordt in hoeverre het opgavebeleid aangepast kan of moet worden op de gewijzigde marktomstandigheden.
Er wordt gewerkt aan nieuwe gedragswijzer, er is onderzoek gedaan naar misstanden, beveiligingsmaatregelen zijn genomen en er wordt aangesproken op gedrag.
Renterisico en kapitaalmarkt In de bancaire sector is Basel 3 in voorbereiding. Dit houdt onder meer in dat banken veel meer eigen vermogen moeten gaan aanhouden per euro uitgeleend geld. Dit geld ook voor de sectorbanken NWB en BNG. Basel 3 kan voor Lefier leiden tot een substantiële stijging van de kosten van leningen en is een van de bedreigingen in de toekomstige ontwikkelingen op de kapitaalmarkt. Ook andere signalen laten mogelijke stijging van de rente zien. Lefier heeft hierop geanticipeerd door ook met buitenlandse banken contacten op te bouwen. Zo is een derde van het in 2010 aangetrokken bedrag afkomstig uit het buitenland. Verder volgen we de activiteiten van de grootste corporaties bij het ontwikkelen van een eigen EMTN‐programma (Euro Medium Term Note‐programma). Het zelf ont‐ wikkelen van zo’n programma of meeliften met collega‐corporaties zijn twee opties voor de toe‐ komst. Het risico op hogere financieringskosten kan wel worden gemitigeerd, maar niet geëlimi‐ neerd. Implementatie controlraamwerk in BWise Begin 2010 is de structuur gevormd voor het integrale risicomanagement systeem van Lefier. Daarna is een begin gemaakt met een uniforme vastlegging van risico’s en beheersingsmaatregelen. Op dit punt is het ambitieniveau voor 2011 verhoogd. Een werkgroep gaat het RMS operationaliseren, zodat wij onze risico’s gestructureerd, uniform en centraal kunnen vastleggen en monitoren. Het is de bedoeling dat in 2011 het controlraamwerk voor de primaire processen ingericht is en de geformuleerde beheersmaatregelen worden uitgevoerd.
97
Projecten ‘risicokaart’ In 2010 is in het Ontwikkelbedrijf een project ‘Risicokaart’ ontwikkeld dat ingevuld wordt voor alle projecten ‘Risicokaart’ binnen Lefier. In het nieuw ingerichte proces wordt de risicokaart onderdeel van de besluitvormingsdocumenten. De implementatie van deze risicokaart vindt begin 2011 plaats. Doorrekening macro‐economische risico’s Lefier maakt voor het doorrekenen van de macro‐economische risico’s gebruik van een Asset Liability Management‐pakket (Woningcorporatie Asset Liability System). Dit systeem past het instrument van de scenarioanalyse van Monte Carlo toe. De uitkomst leidt tot een reeks scenario’s met eenzelfde waarschijnlijkheid en wordt grafisch weegegeven in een wolk. Hiermee kan inzicht worden verkregen in de mate waarin het voorgenomen beleid past binnen het vastgestelde risicoprofiel. Dit instrument wordt tevens gebruikt voor het meerjarig doorrekenen van beleidskeuzes, ter ondersteuning van de totstandkoming van het beleid. Beheersingstructuur rondom risico’s Lefier past de principes van het ‘three Lines of defence model’ (zie tabel 23) toe bij inrichting van de interne beheersing en risicomanagement. Dit model structureert de rollen en verantwoordelijkheden bij het op orde hebben van de interne beheersing. Binnen het ‘three Lines of defence'‐ model heeft elke verdedigingslinie zijn eigen verantwoordelijkheid in de beheersing van risico's, die van invloed zijn op de strategie en de doelstellingen van een organisatie. Tabel 23 De verdedigingslinies bij Lefier De verdedigingslinies bij Lefier volgens het ‘three Lines of defence'‐ model De directeur/bestuurder is samen met het MT van het (woon)bedrijf primair ver‐ 1e verdedigingslinie: (lijn)management antwoordelijk voor de resultaten, uitvoering, compliance en de effectiviteit van de risicobeheersing en beheersmaatregelen. Het management is verantwoordelijk voor de toetsing van de huidige mate van beheersing van processen in relatie tot geïdentificeerde risico’s. Belangrijke maat‐ regelen in deze laag zijn: het vierogenprincipe, functiescheiding en maatregelen in het proces. Rapportering vindt onder meer plaats via de planning‐ en controlcy‐ clus. Hier komen internal control, compliance (het voldoen aan wet‐ en regelgeving) en 2e verdedigingslinie: controllers risicomanagement samen. Deze linie heeft als primaire taak toetsing van de eerste linie. De tweede lijn verzorgt adequate informatie over de kwaliteit van de interne beheersing (in de managementrapportages) en coördineert en houdt toezicht op het management en de beheersing van over risico’s en zorgt voor de verslagleg‐ ging. De interne audit functie zorgt er voor dat een onafhankelijk oordeel wordt gege‐ 3e verdedigingslinie: interne audit ven over het ontwerp en de effectiviteit van de internal controls inzake risico's die van invloed zijn op de corporatieresultaten, inclusief de riskmanagementactivitei‐ ten uitgevoerd door functionarissen in zowel de 1e als de 2e verdedigingslinie. Deze interne auditor fungeert als ‘extra slot op de deur’. Het bestuur is eindverantwoordelijk voor het risicomanagement en de interne beheersing De externe accountantscontrole kan als 4e verdedigingslinie gezien worden
8.3.4 Resultaten externe en interne audits Externe audit In de Managementletter (rapport aan de raad van commissarissen van de accountant van Lefier) wordt jaarlijks gerapporteerd omtrent de beoordeling van de interne bedrijfsprocessen in het kader van de jaarrekeningcontrole.
98
Deze Managementletter (zogenoemde Boardletter) is besproken op corporate niveau in de raad van bestuur, de auditcommissie en de raad van commissarissen (in het bijzijn van de accountant van Lefier). Daarnaast zijn er managementletters per (woon)bedrijf uitgebracht. Deze zijn besproken in de managementteams in het bijzijn van de accountant. Resultaten externe audit De accountant heeft geconstateerd dat Lefier de bevindingen in het voorgaande jaar voor een groot deel heeft opgepakt. Verder heeft Deloitte Real Estate de waardering van verschillende projecten beoordeeld en tevens de procedures van het Ontwikkelbedrijf. Daarnaast vermeldt het rapport dat doorontwikkelen van het strategisch marketingplan in woonbe‐ drijf ZuidoostDrenthe een complicerende factor is voor financiële uitkomsten van de beleidswaarde. Ook is opgemerkt dat in de woonbedrijven (met uitzondering van Lefier StadGroningen) tussentijds geen analyse plaatsvindt van eventuele mutaties in de beleidswaardeberekening. Het risicomanagement zal de komende tijd verder uitgewerkt moeten worden. Bovendien moet er op worden toegezien dat de beheersingsmaatregelen daadwerkelijk in praktijk worden gebracht. De bevindingen van de accountant krijgen zonder uitzondering aandacht en worden waar nodig actief opgepakt. Interne audits In 2010 zijn vijf interne audits uitgevoerd, waarvan vier afgerond. Tabel 24 geeft een overzicht van de bevindingen. Tabel 24 Resultaten van de interne audits bij Lefier in 2010 Interne audits Lefier in 2010 Audit Audit project ‘Kop van Oost’
Audit proces planmatig onder‐ houd StadGroningen
Uitgangspunten Middels een audit op dit project de procesgang evalueren en leerpunten benoemen voor de nieuwe procesin‐ richting. Reguliere audit op het proces plan‐ matig onderhoud inclusief meerjaren onderhoudsbegroting.
Audit proces planmatig onder‐ houd Lefier (exclusief StadGroningen)
Reguliere audit op het proces plan‐ matig onderhoud inclusief meerjaren onderhoudsbegroting.
Audit Opzet nieuwe processen Projectontwikkeling Lefier
Toetsen van de opzet en bestaan van de nieuwe processen rondom pro‐ jectontwikkeling.
Audit Verantwoording onder‐ houdskosten in rapportages
Analyse naar kwaliteit van gerappor‐ teerde informatie omtrent onder‐ houdslasten.
Conclusie De conclusies uit deze audit zijn onderverdeeld in proces‐ matige en projectspecifieke constateringen welke bij de inrichting van de nieuwe processen zijn meegenomen. Beheersing van proces is op orde. Beheersing van het proces is gedeeltelijk op orde. Diverse aanbevelingen zijn gedaan om de risico’s in het proces beter te beheersen, met name op het vlak van de meerja‐ renonderhoudsbegroting, kwaliteit van de informatievoor‐ ziening en de afstemming tussen de interne bedrijven. Binnen het Ontwikkelbedrijf zijn de processen beschreven en geïmplementeerd. Er is echter nog extra aandacht gewenst voor verbinding in de processen met andere (woon)bedrijven en voor bedrijfsoverstijgende procesbe‐ schrijvingen. Afronding begin 2011.
8.4 Beleidswaarde en overige waarderingen van het vastgoed van Lefier Beoordelingsmethoden vastgoed Er zijn vier relevante methoden om vastgoed te waarderen. - Volkshuisvestelijke exploitatiewaarde: de exploitatiewaarde is de contante waarde van de kasstromen bij doorexploiteren. Hierbij wordt geen rekening gehouden met toekomstig beleid. Deze waarde hanteert het Centraal Fonds Volkshuisvesting bij de beoordeling van de corpora‐ ties. - Beleidswaarde: dit is de contante waarde van de kasstromen van het toekomstig beleid, reke‐ ning houdend met de eigen strategie ten opzichte van complexen uit de vastgoedportefeuille. 99
-
Bruto open marktwaarde: de marktwaarde in verhuurde staat. WOZ‐waarde: dit is de waarde die op basis van de Wet Onroerende Zaken periodiek door de lokale overheden als grondslag voor de heffing van diverse belastingen wordt bepaald. De WOZ‐ waarde is een maatstaf voor de leegwaarde.
Lefier hanteert beleidswaarde Lefier waardeert zijn vastgoed op basis van de beleidswaarde. Waarderen tegen actuele waarde leidt naar onze mening tot een goed inzicht in de reële waarde van het vastgoed (en dus ook in de vermo‐ genspositie), en daarmee in de volkshuisvestelijke mogelijkheden van Lefier. In grafiek 2 (Lefier waarde vastgoed per 31 december 2010) zijn de vier waarderingen van het vast‐ goed naast elkaar gezet. Het verschil tussen de WOZ‐waarde en de bruto open marktwaarde wordt veroorzaakt door het feit dat de woning momenteel verhuurd is. Het verschil tussen de bruto open marktwaarde en de beleidswaarde is het bestemde (of beklemde) vermogen, omdat de woningen tegen ‘sociale’ in plaats van ‘marktconforme’ tarieven verhuurd worden. Grafiek 2 Lefier waarde vastgoed per 31 december 2010 Lefier waarde vastgoed per 31 december 2010 (x € 1.000.000,-)
3.500
3.000 2.500
2.000
3.459
1.500
2.584
1.000 500
967
1.206
0 V o lk s huis v e s t e lijk e wa a rde
B e le ids wa a rde
B rut o o pe n m a rk t wa a rde
WO Z - wa a rde
Voldaan aan beleidsvereiste De beleidswaarde ontstaat door een netto contante waardeberekening van de kasstromen uit inkomsten en uitgaven die het resultaat zijn van het gevoerde (vastgoed)beleid. Wanneer daarnaast ook nog de gewenste risicobuffer (solvabiliteitseis) wordt vastgesteld, kan ook het vrije eigen vermo‐ gen worden berekend. Dit is het vermogen dat de corporatie heeft, maar dat nog niet is ingezet. Uiteraard kan dit bedrag ook negatief zijn. Voorwaarde voor het kunnen berekenen van een beleidswaarde is, dat er daadwerkelijk beleid is voor de individuele vastgoedcomplexen en dat de bij het beleid horende kasstromen kunnen worden berekend. Het bestuur van Lefier heeft vastgesteld dat aan het beleidsvereiste wordt voldaan. Wij realiseren ons terdege dat voor het werkelijk goed (cyclisch) werken met de beleidswaarde ook in 2011 nog verdere stappen moeten worden gezet. Toelichting tabel 25 ‘Beleidswaarde per 31 december 2010’ De kasstromen horende bij het beleid, zijn per complex in beeld gebracht. Om de berekeningen te kunnen maken is gebruikgemaakt van ‘asset & liability’‐software (WALS). Hiermee zijn we in staat om goed en uniform te rekenen ten aanzien van ons vastgoed. WALS is daardoor ook een belangrijk risicobeheersinginstrument. Ingerekend zijn de kasstromen behorende bij het beleid van Lefier en de hiermee verbonden maatregelen (ingrepen, investeringen en verkoopprogramma) in de eerstkomende 5 jaren. De overige kasstromen zijn berekend voor 25 jaren, daarna is een restwaarde meegenomen ter hoogte van 10% van de WOZ‐waarde. 100
Tabel 25 Beleidswaarde per 31 december 2010’ Hoogezand Stadskanaal
Beleidswaarde per 31 december 2010 (x € 1.000,-) I. Aantal verhuureenheden (gewogen) II. Beleidswaarde Contante waarde huren Contante waarde huurderving Saldo Contante waarde bijdragen Contante waarde inkomsten uit verkoop Contante waarde inkomsten uit sloop Contante waarde overige inkomsten Contante waarde nettobedrijfskosten Contante waarde erfpacht Contante waarde onderhoudsuitgaven Contante waarde belastingen en verzekeringen Contante waarde verbeteruitgaven Contante waarde sociale activiteiten leefbaarheid Contante waarde fysieke activiteiten leefbaarheid Contante waarde sectorspecifieke heffing Contante waarde overige exploitatie-uitgaven Contante waarde kasstromen In procenten Restwaarde Totale beleidswaarde In procenten
StadGroningen
ZuidoostDrenthe
Lefier
11.746
29.610
3.521
4.306
10.037
260.524 -1.702 258.822
347.783 -1.530 346.252
767.908 -14.473 753.434
0 7.819 44 0 -49.964 0 -73.586 -14.757 -9.966 -6.608 -14.216 -84 -6.711 90.793 10,1%
10 19.760 0 0 -59.789 0 -98.501 -25.755 -19.036 -36.160 -10.624 -100 -5.139 110.918 12,3%
6.169 116.582 368 804 -142.494 -556 -217.460 -59.433 -32.497 -19.644 -14.825 -206 -4.606 385.635 42,7%
0 48.294 0 0 -154.790 0 -319.339 -62.022 -51.364 -57.851 -8.273 -274 -24.441 315.307 34,9%
6.179 192.455 412 804 -407.037 -556 -708.887 -161.967 -112.862 -120.262 -47.938 -664 -40.898 902.653 100,0%
33.392
41.372
99.191
129.467
303.423
124.185 10,3%
152.290 12,6%
484.827 40,2%
954.346 2.330.561 -8.978 -26.684 945.368 2.303.877
444.774 1.206.076 36,9% 100,0%
8.5 Treasury Lefier werkt met een treasurystatuut en een treasuryjaarplan waarin de kaders en de doelstellingen op het gebied van treasury zijn benoemd. Speerpunten hierin zijn de (gemiddelde) rentelasten, de duration van de leningenportefeuille en het renterisicobeheer. Lefier is aangesloten bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Tabel 26 Leningenportefeuille en transacties Leningenportefeuille (x € 1.000,-) Schuldrestant 1 januari Eindaflossingen Reguliere aflossingen Klim Disagio Storting gecontracteerde leningen Nog aan trekken
werkelijk
begroot
werkelijk
31-12-2010
31-12-2010
31-12-2009
710.936
711.152
636.334
-8.975
-8.718
-22.743
-12.153
-11.455
-12.112 157
0
0
-242
0
0
80.000
5.000
109.300
0
74.806
0
769.566
770.785
710.936
Gemiddeld rentepercentage
4,38
4,66
4,57
Duration
8,92
6,93
7,19
Schuldrestant 31 december
101
Leningen De aangetrokken financiering in 2010 heeft bijgedragen aan de verdere verlaging van het gemiddeld rentepercentage en een verhoging van de duration. Het percentage is gedaald met 19 basispunten (0,19%) naar een niveau van 4,38%. Het volume van de aangetrokken financiering is nagenoeg gelijk aan de begroting. In totaal is in 2010 voor € 155 miljoen aan nieuwe leningen aangetrokken. Hiervan wordt € 75 miljoen in de komende jaren teruggestort. Alle in 2010 aangetrokken leningen zijn WSW‐ geborgd. Het in 2010 door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw afgegeven faciliteringsvolume bedraagt € 333 miljoen. Lefier heeft op het gebied van derivaten alleen een rentecap afgesloten op 2 roll‐over leningen van in totaal € 25 miljoen met een looptijd tot 2012. Tabel 27 Recap transacties Recap transacties
2010
2011
2012
2013
totaal
(x € 1.000,-) Gecontracteerde financiering
80.000
45.000
67.500
0
192.500
0
-20.000
-17.500
0
-37.500
80.000
25.000
50.000
0
155.000
Af: bundeling van leningen Nettogecontracteerd in 2010
Renterisico Lefier hanteert als grens voor het renterisico de normen van het Waarborgfonds Sociale Woning‐ bouw. Het WSW hanteert de 15%‐grens als richtlijn voor het renterisico. Per jaar mag maximaal 15% van het saldo uitstaande leningen van het laatste verslagjaar een renteaanpassing krijgen. Daarvoor telt het bedrag van leningen die een renteconversie kennen, en het saldo van leningen met een bul‐ letaflossing die wordt geherfinancierd in het betreffende jaar. Daarnaast telt het saldo variabele renteleningen elk jaar mee. De bedoeling van deze richtlijnen is te grote pieken te voorkomen. Om de reguliere aflossingen niet buiten beeld te laten vallen, aangezien ze een reëel risico implice‐ ren, wordt in grafiek 3 (Relatief renterisico) het renterisico conform de definitie van het WSW aange‐ vuld met de reguliere aflossingen. Op grond van het treasurystatuut is de definitie van het relatief renterisico van het WSW leidend. Deze bepaald in sterke mate de mix van financiering met een korte en lange rentetypische looptijd. Het relatief renterisico ligt de komende 20 jaar ruim beneden het toegestane maximum van het WSW. Bij de financieringsstrategie zal Lefier rekening houden met de beschikbare ruimte in enig jaar. Grafiek 3 Relatief renterisico Relatief renterisico 18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0%
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2029
WSW-norm
15,0% 15,0% 15,0% 15,0% 15,0% 15,0% 15,0% 15,0% 15,0% 15,0% 15,0% 15,0% 15,0% 15,0% 15,0% 15,0% 15,0% 15,0% 15,0%
WSW-renterisico
4,8% 11,3% 5,3% 11,7% 6,9% 3,5% 4,3% 4,5% 6,7% 10,0% 11,9% 10,3% 2,9% 1,2% 11,0% 7,2% 5,2% 9,4% 6,8%
renterisico + aflossingen 6,3% 12,7% 6,7% 12,9% 8,1% 4,8% 5,6% 5,9% 7,6% 11,1% 12,9% 11,3% 3,8% 2,2% 12,1% 8,5% 6,4% 10,6% 7,9%
102
8.6 Oordeel Centraal Fonds Volkhuisvesting en ministerie van BZK Beoordelingen Jaarlijks beoordelen het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK )de bedrijfsvoering van alle woningcorporaties. Het rapport ‘Corpo‐ ratie in perspectief 2010’ (met de bevindingen over de bedrijfsvoering van Lefier) en de Oordeels‐ brief van de minister zijn beschikbaar via de website van het CFV (www.cfv.nl). - Het CFV houdt namens het ministerie van BZK financieel toezicht op Lefier. Dit fonds, dat de financiële gezondheid van alle woningcorporaties bewaakt, voert elk jaar een bedrijfsvergelijking tussen corporaties uit. Lefier is door CFV ingedeeld in de groep grote herstructureringscorpora‐ ties. In het jaarlijkse eindrapport ‘Corporatie in perspectief’ laat het CFV zien hoe de volkshuisveste‐ lijke en financiële kengetallen van een corporatie zich verhouden tot die van collega‐corporaties. Het CFV heeft Lefier in 2010 een positief solvabiliteitsoordeel en continuïteitsoordeel (A1) toe‐ gekend. In vergelijking tot de referentiegroep heeft Lefier een ‘licht’ beter risicoprofiel, een hogere rentedekkingsgraad over de afgelopen jaren en lagere nettobedrijfskosten per verhuur‐ eenheid. - De minister van BZK heeft in de Oordeelsbrief 2010 een positief oordeel uitgesproken over Lefier.
8.7 Toelichting financiële resultaat Tabel 28 Kengetallen Kengetallen
Interest Coverage Ratio Kasstroomindicator
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
2010
2010
2009
1,67
1,48
1,74
3,21
2,31
3,78
Loan to Value - grondslag woz-waarde
22,3%
22,3%
20,7%
Loan to Value - grondslag beleidswaarde
63,9%
74,2%
69,6%
Interest Coverage Ratio De Interest Coverage Ratio (ICR) wordt berekend door de winst‐ en verliesrekening te zuiveren van waarderingsvraagstukken, zichtbare non‐cash en niet‐exploitatiegerelateerde items, zoals afschrijvingen, verkopen en dergelijke. De totale rentelast wordt uitgedrukt in de verhouding tot het exploitatie saldo; dit bepaald de ICR. Indien de ICR kleiner is dan 1, genereert de corporatie onvoldoende kasstroom uit de exploitatie om de rentelast te betalen. Kasstroomindicator De fictie van 2% aflossing is gebaseerd op de eindigheid van de exploitatieduur van woningen. Het is algemeen aanvaard in de sociale huursector dat men bij een nieuwe sociale huurwoning bij aanvang met een exploitatieduur van 50 jaar rekening houdt. Verder zijn/worden de investeringen van corpo‐ raties nagenoeg geheel met vreemd vermogen gefinancierd. Monitoring van de realisatie van de operationele kasstroom vindt via de kasstroomindicator plaats. Loan to Value Loan to Value laat zien welke waarde van het bezit is gefinancierd, oftewel, de financiering uitge‐ drukt in een percentage van de waarde van het bezit. In de context van treasury hanteren wij als waarderingsgrondslag de woz‐waarde. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw hanteert als plafond een Loan to Value van 50%.
103
Tabel 29 Samenvatting Winst‐ en Verliesrekening Samenvatting Winst- en Verliesrekening (in € 1.000)
realisatie
begroot
2010
2010
Verschil
Bedrijfsopbrengsten Bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Financiële baten en lasten Belastingen Totaal operationeel resultaat Opbrengst verkoop verhuureenheden Projectresultaten Bijzond. waardeverand. van vlottende activa Resultaat deelnemingen Totaal gerealiseerd resultaat
158.628
161.094
-105.885
-113.210
-2.466 7.325
-27.205
-28.755
1.550
-2.569
-2.551
-18
22.969
16.578
6.391
26.506
31.581
-5.075
-4
-234
230
-10.488
0
-10.488
-172
-31
-141
38.810
47.894
-9.084
Rentabiliteitswaardecorrectie
-3.373
-2.086
-1.287
Mutatie beleidswaarde
68.786
-35.695
104.481
-26.634
-54.212
27.578
Saldo toekomstig te realiseren resultaat
Overige waardeveranderingen mva
38.779
-91.993
130.772
Jaarresultaat
77.589
-44.099
121.688
Toelichting op verschillen tussen realisatie en begroting Het operationeel resultaat is € 6,4 miljoen beter dan begroot. De belangrijkste oorzaken zijn: - Lagere huuropbrengsten dan begroot in verband met minder of later opgeleverde nieuwbouw dan begroot, huurvermindering voor huurders Akkerstraat e.o. en hogere huurderving dan begroot - Een eenmalige teruggave van € 2,0 miljoen in de bedrijfsopbrengsten als gevolg van een BTW teruggave uit hoofde van de pro rata berekening. - De bedrijfslaten vallen ca. € 7,3 miljoen gunstiger uit, met name door lagere onderhoudskosten (4,2 miljoen). Dit is enerzijds te danken aan aanbestedingsvoordeel en anderzijds het gevolg van de beperkte kwaliteit van de begrotingen planmatig onderhoud van de woonbedrijven. - Het verwachte renteresultaat van Lefier is over 2010 € 1,5 miljoen gunstiger dan begroot. Dit komt met name door een uiteindelijk lagere benutting van de kredietfaciliteit (werkelijk gemiddeld circa € 25 miljoen, tegen begroot € 50 miljoen) en lagere rentetarieven. De opbrengst verkoop verhuureenheden valt zo’n € 5,1 miljoen lager uit dan begroot. Dit wordt vooral veroorzaakt door tegenvallende verkopen in StadGroningen (geen verkoop uit aangewezen vrije sector en opbrengsten Te Woon worden niet meer verwerkt in W&V rekening) en in Stadskanaal (verkoop van complex Parkstee 29 woningen is nog niet gerealiseerd). De post bijzondere waardeverandering van vlottende activa betreft de afwaardering van enkele grond‐ en ontwikkelposities. Deze worden toegelicht in de bijlagen van de jaarrekening. Onder het saldo toekomstig resultaat valt op het gunstige effect van de mutatie beleidswaarde op de W&V rekening ten opzichte van begroot (€ 104,5 miljoen positief). Voor uitgebreide toelichting verwijzen wij naar de toelichting beleidswaarde 2010 ten opzichte van vorig verslagjaar als onderdeel van de jaarrekening. De overige waardeverandering MVA kent een positief verschil van € 27,5 miljoen doordat er voor minder projecten dan begroot een realisatiebesluit is genomen. Gevolg hiervan is een lagere productie. Voor een uitgebreidere toelichting van de genomen onrendabele toppen over 2010 verwijzen wij naar de toelichting overige waardeveranderingen over 2010 als onderdeel van de bijlagen van de jaarrekening. 104
9 LEFIER EN DE SAMENWERKINGSVERBANDEN
9.1 Stichting en deelnemingen Lefier is ondergebracht in een stichting. In de statuten is als doel vastgelegd dat de Stichting Lefier uitsluitend werkzaam is op het gebied van volkshuisvesting in de diverse noordelijke gemeenten. Lefier wil dit doel onder meer bereiken door: a. het voeren van bestuur over en het samenwerken met andere gemeenten en gevestigde rechtspersonen die eveneens werkzaam zijn in het belang van de volkshuisvesting; b. het bevorderen van de samenhang tussen en de afstemming in beleid en activiteiten van de rechtspersonen waarover de stichting bestuur voert; c. het bouwen, verkrijgen, in stand houden, verhuren, vervreemden en amoveren van woningen; d. het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daarvoor bevorderlijk kan zijn. Stichting Lefier is (mede)bestuurder van diverse deelnemingen. Daaruit volgt dat de raad van com‐ missarissen van de stichting toezicht houdt op de raad van bestuur van Lefier. De raad van bestuur is direct of indirect bestuurlijk verantwoordelijk voor het functioneren van de deelnemingen. In de jaarrekening onder de bijlagen staat een specifieker overzicht van de financiën van de deelnemingen in het boekjaar 2010. Er zijn per ultimo 2010 geen projecten in uitvoering binnen de verbindingen. Een deel van de opgeleverde koopwoningen (108) zijn verkocht aan Stichting Lefier. Onderstaand een overzicht van de opgeleverde koopwoningen binnen de verbindingen in 2010. Tabel 30 Overzicht opgeleverde koopwoningen binnen verbindingen 2010 Overzicht opgeleverde koopwoningen binnen verbindingen in 2010 Verbinding Project Aantallen opgeleverd in verbinding Wilhelmina Van Liere 26 Projectontwikkeling & Exploitatie BV V.O.F. IN Ter Steege Korrezoom 51 V.O.F. Tasmantoren Tasmantoren 95 Totaal 172
Aantallen naar huur Stichting Lefier 6
44 58 108
De bouw van opgeleverde koopwoningen (allen boven de grens van € 200.000) heeft bijgedragen aan het volkshuisvestelijke beleid van Lefier door onder meer een gevarieerder aanbod van woningen en een positieve impuls aan de leefbaarheid van de wijken.
9.2 Deelnemingen Lefier Hoogezand‐Stadskanaal LEFIER HOOGEZAND‐STADSKANAAL, vestiging Hoogezand Volkspart BV (opgeheven per 1‐9‐2010) Datum oprichting Deelneming Bestuursverantwoorde‐ lijkheid KvK‐nummer Beschrijving
23‐01‐1998 Lefier bezit 100% van de aandelen. Het bestuur van Lefier vormt het bestuur van de vennootschap. 02062017 Dienstverlening op het gebied van wonen, met name door het exploite‐ ren van een of meerdere woonwinkel. 105
Hoogezand 4 CV Datum oprichting Deelneming Bestuursverantwoorde‐ lijkheid KvK‐nummer Beschrijving
01‐12‐2006 Lefier bezit 99.5% van de aandelen. Niet van toepassing. Niet van toepassing. Woningexploitatie met uitponden als achterliggende gedachte
VOF Pleiaden Datum oprichting Deelneming Bestuursverantwoorde‐ lijkheid KvK‐nummer Beschrijving
27‐11‐2009 Lefier is 69,7% eigenaar. Niet van toepassing 1171452 Samenwerking in verband met de realisatie van de bouwkundige her‐ structurering.
9.3 Deelnemingen Lefier ZuidoostDrenthe LEFIER ZUIDOOSTDRENTHE Wooncom Holding BV Datum oprichting Deelneming Bestuursverantwoorde‐ lijkheid KvK‐nummer Beschrijving
13‐10‐2000 Stichting Lefier bezit 100% van de aandelen. Het bestuur van Stichting Lefier is het bestuur van de vennootschap. 2322881 ‐ Het oprichten en verwerven van, het deelnemen in, het samenwerken met, het besturen van, alsmede het financieren van andere onderne‐ mingen, in welke rechtsvorm ook. ‐ Het verstrekken en aangaan van geldleningen, het beheren en het beschikken over registergoederen en het stellen van zekerheden, ook voor schulden van anderen, doch enkel binnen het concern waar de vennootschap deel van uitmaakt.
De Monden BV Datum oprichting Deelneming Bestuursverantwoorde‐ lijkheid KvK‐nummer Beschrijving
03‐07‐2001 Wooncom Holding BV bezit 100% van de aandelen. Het bestuur van Wooncom Holding BV is het bestuur van de vennoot‐ schap. 02074258 ‐ Het oprichten en verwerven van, het deelnemen in, het samenwerken met, het besturen van, alsmede het financieren van andere onderne‐ mingen, in welke rechtsvorm ook. ‐ Het verstrekken en aangaan van geldleningen, het beheren en het beschikken over registergoederen en het stellen van zekerheden, ook voor schulden van anderen, doch enkel binnen het concern waar de vennootschap deel van uitmaakt.
De Monden CV Datum oprichting Deelneming Bestuursverantwoorde‐ lijkheid KvK‐nummer Beschrijving
106
03‐07‐2001 De Monden BV bezit 2% van de aandelen. Niet van toepassing. 02074292 In eigendom verwerven, herontwikkelen, exploiteren van registergoe‐ deren, waarbij de bouw en verkoop van woningen niet tot het doel behoort.
Wooncom Verhuur BV Datum oprichting Deelneming Bestuursverantwoorde‐ lijkheid KvK‐nummer Beschrijving
31‐12‐2007 Wooncom Holding BV bezit 100% van de aandelen. Het bestuur van Wooncom Holding BV is het bestuur van de vennoot‐ schap. 01124736 De exploitatie van commercieel vastgoed en het in dat kader verwerven van registergoederen, investeren van gelden in registergoederen, het stichten van gebouwen en het administreren en beheren, exploiteren, huren en verhuren dan wel vervreemden van registergoederen.
Wooncom Diensten BV Datum oprichting Deelneming Bestuursverantwoorde‐ lijkheid KvK‐nummer Beschrijving
31‐12‐2007 Wooncom Holding BV bezit 100% van de aandelen. Het bestuur van Wooncom Holding BV is het bestuur van de vennoot‐ schap. 01124861 Het voeren van administraties voor derden, ondermeer voor verenigin‐ gen van eigenaren van appartementencomplexen.
Wooncom Projectontwikkeling BV Datum oprichting Deelneming Bestuursverantwoorde‐ lijkheid KvK‐nummer Beschrijving
30‐12‐2005 Wooncom Holding BV bezit 100% van de aandelen. Het bestuur van Wooncom Holding BV is het bestuur van de vennoot‐ schap. 04080057 ‐ Het oprichten en verwerven van, het deelnemen in, het samenwerken met, het besturen van, alsmede het financieren van andere onderne‐ mingen, in welke rechtsvorm ook. ‐ Het verstrekken en aangaan van geldleningen, het beheren en het beschikken over registergoederen en het stellen van zekerheden, ook voor schulden van anderen, doch enkel binnen het concern waar de vennootschap deel van uitmaakt. ‐ Het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
Emmermeer Ontwikkeling BV Datum oprichting Deelneming Bestuursverantwoorde‐ lijkheid KvK‐nummer Beschrijving
07‐07‐2005 Wooncom Holding BV bezit 50% van de aandelen. Het bestuur van Wooncom Holding BV en het bestuur van Bemog Projectontwikkeling BV zijn het bestuur van de vennootschap. 05078751 Het ontwikkelen, realiseren en verkopen van het project ‘Emmermeer, plangebied Aireydorp’.
Wilhelmina Projectontwikkeling en Exploitatiemaatschappij BV Datum oprichting Deelneming Bestuursverantwoorde‐ lijkheid KvK‐nummer Beschrijving
10‐07‐2006 Lefier bezit 50% van de aandelen. Het bestuur van Wooncom Holding BV en het bestuur van Bemog Projectontwikkeling BV zijn het bestuur van de vennootschap. 04082459 Het ontwikkelen, realiseren, exploiteren en verkopen van het project ‘Wilhelminastraat 94‐103’ in Emmen, waaronder begrepen alle werk‐ zaamheden die noodzakelijkerwijs voortvloeien uit het verrichten van het uitvoeren van het project, zoals het verkrijgen, vervreemden en bezwaren van registergoederen, het verstrekken van opdrachten aan adviseurs, architecten,makelaars et cetera.
Stichting Usus (bestuurlijk) Datum oprichting Deelneming
06‐04‐2006 Lefier heeft geen deelneming in Stichting Usus. 107
Bestuursverantwoorde‐ lijkheid KvK‐nummer Beschrijving
Niet van toepassing. 08145876 Het doel van de stichting is een netwerk en centrum te zijn voor onder‐ zoek, ontwikkeling en innovatie op het gebied van wonen, welzijn en zorg en al hetgeen daartoe bevorderlijk kan zijn.
Stichting Farkas (bestuurlijk) Datum oprichting Deelneming Bestuursverantwoorde‐ lijkheid KvK‐nummer Beschrijving
02‐02‐2000 Lefier heeft geen deelneming in Stichting Farkas. Niet van toepassing. 04060650 Technisch ontwerp en advies voor stedenbouw‐, verkeers‐, tuin‐ en landschapskunde, ruimtelijke ordening en planologie. Door samenwer‐ king met Drentse corporaties verbeteren van volkshuisvesting in Hongarije.
9.4 Deelnemingen Lefier StadGroningen LEFIER STADGRONINGEN Pandgarant BV Datum oprichting Deelneming Bestuursverantwoorde‐ lijkheid KvK‐nummer Beschrijving
03‐05‐1999 Lefier bezit 33.25% van de aandelen. Lefier heeft zeggenschap middels de aandeelhoudersvergadering. 02064817 Het aanbieden van producten en diensten op het gebied van beheer, administratie en onderhoud van onroerende zaken aan zowel particu‐ liere eigenaren van onroerend goed als rechtspersonen en eigenaren.
Woningnet NV Datum oprichting Deelneming Bestuursverantwoorde‐ lijkheid KvK‐nummer Beschrijving
05‐02‐2001 Lefier bezit 0.017% van de aandelen. Lefier heeft geen bestuurlijke inspraak. 30171204 Elektronische woonruimteverdeling in verschillende regio’s in Neder‐ land. Hierbij gaat het zowel om de sociale huur als huurwoningen in de vrije sector, maar ook om koopwoningen.
Groninger Monumentenfonds NV Datum oprichting Deelneming Bestuursverantwoorde‐ lijkheid KvK‐nummer Beschrijving
27‐08‐2002 Lefier bezit 10.26% van de aandelen. Lefier heeft geen bestuurlijke inspraak. 02076784 In het belang van stads‐ en dorpsherstel verwerven en restaureren van registergoederen, in het bijzonder monumenten.
Wonen Boven Winkels NV Datum oprichting Deelneming Bestuursverantwoorde‐ lijkheid KvK‐nummer Beschrijving 108
25‐02‐2004 Lefier bezit 50% van de aandelen. Lefier heeft zeggenschap middels de aandeelhoudersvergadering. 02083406 Wonen boven Winkels Groningen stelt zich als doel om leegstaande panden boven winkels te renoveren, aan te passen en geschikt te ma‐
ken voor bewoning. Hiermee zorgen we ervoor dat meer woningen beschikbaar komen, dat leefbaarheid in de stad wordt bevorderd en dat achterstallig onderhoud van leegstaande bovenverdiepingen wordt aangepakt.
In Holding BV Datum oprichting Deelneming Bestuursverantwoorde‐ lijkheid KvK‐nummer Beschrijving
29‐12‐2005 Lefier bezit 100% van de aandelen. Het bestuur van Lefier vormt het bestuur van de vennootschap. 02091641 Participeren in verschillende deelnemingen, zoals In Ontwikkeling BV en de Vierwaarde BV.
In Ontwikkeling BV Datum oprichting Deelneming Bestuursverantwoorde‐ lijkheid KvK‐nummer Beschrijving
29‐12‐2005 In Holding BV bezit 100% van de aandelen. Het bestuur van Lefier vormt het bestuur van de vennootschap. 02091657 Projectontwikkeling van verschillende vastgoedprojecten in Groningen.
In Ter Steege VOF Datum oprichting Deelneming Bestuursverantwoorde‐ lijkheid KvK‐nummer Beschrijving
9‐11‐2006 In Ontwikkeling BV is 50% eigenaar Niet van toepassing. 02096247 Aannemersbedrijf voor burgerlijke en utiliteitsbouw.
Tasmantoren VOF Datum oprichting Deelneming Bestuursverantwoorde‐ lijkheid KvK‐nummer Beschrijving
20‐05‐2008 In Ontwikkeling BV is 67% eigenaar. Niet van toepassing. 0113348 Aannemersbedrijf voor burgerlijke en utiliteitsbouw.
Vierwaarde BV Datum oprichting Deelneming Bestuursverantwoorde‐ lijkheid KvK‐nummer Beschrijving
16‐05‐2007 In Holding BV bezit 33% van de aandelen. Een bestuurder van In Holding BV vormt samen met een bestuurder van De Huismeesters Ontwikkeling BV het bestuur. 02097998 Het verkrijgen, vervreemden en exploiteren van registergoederen en andere vermogenswaarden, waaronder begrepen projectontwikkeling, het verwerven en vervreemden van (landbouw)gronden en het ontwik‐ kelen en exploiteren van deze gronden ten behoeve van nieuwbouw, alsmede het ontwikkelen, realiseren en exploiteren van deze nieuw‐ bouw, alsmede beheren en beleggen.
Stichting Restauratie Rijksmonumenten Groningen Datum oprichting Deelneming Bestuursverantwoorde‐ lijkheid KvK‐nummer Beschrijving
20‐01‐1999 Lefier heeft geen deelneming in deze stichting Een bestuurder van Lefier is voorzitter van het bestuur van de stichting. 02065905 Deze stichting heeft instandhouding van monumenten als doel. Stichting Stadsherstel kan door de ruime doelstelling niet in aanmerking komen voor verhoogde rijksbedragen in kosten van de restauratie van rijksmonumenten. Daarom is deze zusterstichting opgericht; uitsluitend voor rijksmonumenten.
109
9.5 Overzicht juridische indeling
110
10 LEFIER EN DE JAARREKENING 10.1 Kerngegevens 31-12-2010
31-12-2009
25.549
25.593
Aantal verhuureenheden in exploitatie A. Woningen B. Eenheden in verzorgingshuizen
392
392
C. Overige woongelegenheden
3.770
3.866
Subtotaal woongelegenheden
29.711
29.851
2.889
2.523
D2: Bedrijfsruimten/winkels
267
298
D3: Overig bezit
131
584
D1: Garages
D4: Maatschappelijk vastgoed Subtotaal niet woongelegenheden Totaal
673
53
3.960
3.458
33.671
33.309
980
594
Mutaties in verhuureenheden Opgeleverde nieuwbouw Aankopen
8
15
Verkopen
-270
-269
Verkopen Te Woon Sloop Saldo overige mutaties Saldo mutaties
-16
-11
-388
-357
48
11
362
-17
Aantal woningen naar huurprijsklasse Goedkoop tot € 357,37 Betaalbaar vanaf € 357,37 tot € 548,18
5.861
6.568
18.450
18.363
Duur tot huurtoeslaggrens vanaf € 548,18 tot € 647,53
634
368
Duur boven huurtoeslaggrens vanaf € 647,53
604
294
25.549
25.593
Totaal Volkshuisvestelijke prestaties Aantal opgeleverde koop woongelegenheden
162
248
Aantal opgeleverde huur woongelegenheden
562
454
Aantal aangekochte woongelegenheden
5
3
Aantal uitgevoerde niet-ingrijpende verbeteringen (tot € 20.000,-)
767
961
Aantal uitgevoerde ingrijpende verbeteringen (vanaf € 20.000,-)
159
603
Aantal verkochte woongelegenheden
261
264
Aantal Te Woon Aantal gesloopte woongelegenheden Totaal
16
11
376
348
2.308
2.892
Verhuur Totale huurachterstand (in duizenden euro's) Huren en vergoedingen
5.388
4.235
152.514
146.913
Totale huurachterstand in % van huren en vergoedingen
3,5%
2,9%
Totale huurderving (x € 1.000,-)
3.242
1.203
Huurderving in % van huren en vergoedingen
2,1%
0,8%
Gemiddelde netto huurprijs van de woningen
417
404
67,5%
65,8%
% van de maximale huurprijs van de woningen
111
31-12-2010
31-12-2009
Organisatie Aantal werknemers ultimo in loondienst Aantal fte's ultimo in loondienst bij Lefier totaal
518
522
464,0
450,1
waarvan werkzaam bij: woonbedrijf Hoogezand woonbedrijf StadGroningen woonbedrijf Stadskanaal
46,9
44,1
143,7
153,3
26,5
25,1
180,8
213,4
de Kern
13,2
14,2
Ontwikkelbedrijf
52,9
0,0
524.619
447.030
woonbedrijf ZuidOostDrenthe
Balans en resultaten (in duizenden euro's) Eigen vermogen Voorzieningen Totaal vermogen Huren Vergoedingen
40.030
45.095
1.364.000
1.224.399
140.473
136.852
8.798
8.858
Vennootschapsbelasting
-2.569
3.487
Jaarresultaat
77.589
-44.434
Waardering bezit (in duizenden euro's) Historische kostprijs
996.151
858.499
Beleidswaarde
1.206.192
1.029.930
Fiscale waarde
3.458.698
3.274.462
Marktwaarde in verhuurde staat
2.584.137
2.440.709
38,5%
36,5%
Financiële continuïteit Solvabiliteit Current ratio Rentabiliteit eigen vermogen
1,0
1,1
14,8
-9,9
Rentabiliteit vreemd vermogen
3,9
4,1
Rentabiliteit totaal vermogen
8,2
-1,0
17.717
14.891
771.308
713.039
4,39
4,57
Eigen vermogen per gewogen verhuureenheid Treasury (in duizenden euro's) Leningenportefeuille Gemiddelde rentelast leningen o/g (%) Gemiddelde restant looptijd in jaren
16
18
Duration
8,3
7,2
1.729.349
1.637.231
Maximaal toegestane leningenportefeuille (WSW)
Toelichting kengetallen: Solvabiliteit Het eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen (balanstotaal) ultimo boekjaar maal 100. Liquiditeit (current ratio) Totaal vlottende activa gedeeld door totaal kortlopende schulden ultimo boekjaar. Rentabiliteit eigen vermogen Het jaarresultaat (na belasting) uitgedrukt in een percentage van het eigen vermogen ultimo boekjaar. 112
Rente vreemd vermogen Het totaal van de rentelasten over het boekjaar, uitgedrukt in een percentage van het (totale) vreemd vermogen ultimo boekjaar. Rentabiliteit totaal vermogen Het totaal van het jaarresultaat (na belasting) en de rentelast op vreemd vermogen, uitgedrukt in een percentage van het totale vermogen ultimo boekjaar.
10.2 Jaarrekening 10.2.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2010 (voor resultaatbestemming) Activa (in € 1.000)
Toelichting
31-12-2010
31-12-2009
1.029.930
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa
1
Onroerende zaken in exploitatie
1.1
1.206.192
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
1.2
12.762
2.888
Onroerende zaken in ontwikkeling
1.3
37.848
68.199
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
1.4
Financiële vaste activa Deelnemingen Belastinglatenties Overige financiële vaste activa
2 2.1 2.2 2.3
Totaal vaste activa
17.284
17.409
1.274.086
1.118.426
316 4.427 504
473 9.101 538
5.247
10.112
1.279.333
1.128.538
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden
3
51.761
51.885
Onderhanden projecten
4
0
23.905
Vorderingen
5
Huurdebiteuren
5.1
2.771
2.240
Gemeenten Vorderingen belastingen Vorderingen op groepsmaatschappijen Overige vorderingen
5.2 5.3 5.4 5.5
88 10.048 1.166 3.341
180 6.498 370 3.849
Overlopende activa
5.6
13.926
6.667
31.340
19.804
1.567
267
84.668
95.861
1.364.000
1.224.399
Totaal vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa TOTAAL ACTIVA
6
113
Passiva (in € 1.000)
Toe31-12-2010
31-12-2009
7
524.619
447.030
Voorzieningen Voorziening onderhoud Voorzieningen onrendabele investeringen nieuwbouw
8 8.1 8.2
537 38.394
517 43.442
Overige voorzieningen
8.3
lichting Groepsvermogen
Langlopende schulden
1.099
1.136
40.030
45.095
9
Leningen overheid en kredietinstellingen
9.1
702.251
640.609
Terugkoopverplichting verkocht onder voorwaarden
9.2
12.762
2.888
Waarborgsommen
9.3
147
133
715.160
643.630
37.246
45.928
Kortlopende schulden
10
Schulden aan kredietinstellingen
10.1
Schulden aan gemeenten
10.2
73
168
Schulden aan leveranciers
10.3
15.022
13.589
Schulden op groepsmaatschappijen Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige schulden Overlopende passiva
10.4 10.5 10.6 10.7
5 6.322 1.694 23.829
124 1.946 1.364 25.525
84.191
88.644
1.364.000
1.224.399
TOTAAL PASSIVA
114
10.2.2 Geconsolideerde winst‐en‐verliesrekening over 2010 Winst- en Verliesrekening (in € 1.000)
Toelichting
2010
2009 136.852
BEDRIJFSOPBRENGSTEN Huren
11
140.473
Vergoedingen
12
8.798
8.858
Overheidsbijdragen
13
41
2.494 27.867
Verkoop onroerende goederen
14
26.506
Gerealiseerde opbrengst onderhanden projecten
15
14.149
9.986
Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf
16
4.228
5.311
Overige bedrijfsopbrengsten
17
Som der bedrijfsopbrengsten
5.088
3.141
199.283
194.509
BEDRIJFSLASTEN Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
18
2.625
2.840
Overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa
19
26.634
58.533
Kosten uitbesteed werk en externe kosten
20
14.153
8.949
Erfpacht Lasten onderhoud Lonen en salarissen
21 22 23
42 33.414 22.358
38 36.130 22.614
Sociale lasten
24
2.795
2.438
Pensioenlasten
25
4.105
3.942
Bijzondere waardeveranderingen van vlottende activa
26
10.488
16.741
Overige bedrijfslasten
27
40.546
38.639
Som der bedrijfslasten
157.160
190.864
BEDRIJFSRESULTAAT
42.122
3.645
6.629
5.958
FINANCIËLE BATEN EN LASTEN
28
Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Opbrengsten financiële vaste activa en effecten Rentelasten en soortgelijke kosten Financieringskosten Saldo financiële baten en lasten
107
669
-33.727
-32.532
-214
-74
-27.205
-25.979
14.917
-22.334
GROEPSRESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING VOOR BELASTINGEN Belastingen
29
-2.569
3.487
Resultaat deelnemingen
30
-172
-3
12.176
-18.850
65.413
-25.584
77.589
-44.434
GROEPSRESULTAAT NA BELASTINGEN VÓÓR MUTATIE ACTUELE WAARDE MATERIËLE VASTE ACTIVA Mutatie actuele waarde materiële vaste activa JAARRESULTAAT
31
115
10.2.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2010 Volgens de directe methode (x € 1.000,-) Liquide middelen primo
2010
2009
-45.661
-14.611
140.473
136.852
8.798
8.858
Operationele activiteiten Huren Vergoedingen Overheidsbijdragen Overige bedrijfsopbrengsten Ontvangen rente Saldo ingaande kasstroom Erfpacht
41
2.457
5.912
3.134
1.471
1.012
156.695
152.313
-42
-38
Lasten onderhoud
-33.603
-36.130
Lonen en salarissen
-22.358
-22.614
Sociale lasten
-6.245
-6.404
-14.879
-13.750
Zakelijke bedrijfslasten
-9.568
-9.298
Servicekosten
-9.316
-8.652
Overige lasten
-6.987
-11.195
Vennootschapsbelasting
-1.511
3.487
Overige organisatielasten
Deelnemingen
-230
16
-33.126
-32.607
-137.865
-137.185
18.830
15.128
Verkoopontvangsten bestaand bezit
27.686
30.837
Verkoopontvangsten nieuwbouw koop
36.827
-3.770
Betaalde rente/financieringskosten Saldo uitgaande kasstroom Kasstroom uit operationele activiteiten Investeringsactiviteiten
Verkoopontvangsten overig Investeringen/uitgaven activa in exploitatie Investeringen/uitgaven activa ten dienste van de exploitatie
909
434
-14.095
-78.811
-2.298
-882
Investeringen/uitgaven activa in ontwikkeling Investeringen/uitgaven onderhanden werk
-98.129 -3.119
-49.187 -26.831
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-52.219
-128.210
80.000
110.116
Financieringsactiviteiten Leningen o/g: Nieuwe leningen Klim
0
157
Contractaflossingen
-11.661
-12.305
Eindaflossingen
-26.969
-23.944
2.000
8.008
43.370
82.032
-35.680
-45.661
Kasgeldleningen Kasstroom uit financieringsactiviteiten Liquide middelen ultimo
116
10.2.4 Grondslagen voor de financiële verslaggeving
Algemene grondslagen voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening De jaarrekening heeft betrekking op de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010. Alle bedragen luiden in euro’s, tenzij anders vermeld. Activiteiten De activiteiten van Stichting Lefier (hierna Lefier), statutair gevestigd in Hoogezand, zijn erop gericht mensen te huisvesten in wijken, buurten, dorpen, steden en kernen. Het feitelijk actieve werkgebied bestaat uit de vijf gemeenten: Borger‐Odoorn, Hoogezand‐Sappemeer, Stadskanaal, Emmen en Groningen. Zij vormen onze “ongedeelde regio” in enge zin. Wij spreken van “ongedeelde regio”, omdat ons werkterrein bestaat uit gebieden met groei en krimp en uit gebieden met stad en platteland. Tussen die verschillende gebieden legt Lefier verbindingen. Wij verbinden onze menselijke en financiële vermogens, ons gerealiseerd vermogen en de toekomstige verdiencapaciteit en onze groei en krimp. Regelgeving De jaarverslaggeving voor toegelaten instellingen volkshuisvesting dient te voldoen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het Besluit beheer sociale huursector (Bbsh). In dit besluit wordt voorgeschreven Titel 9 Boek 2 BW toe te passen, behoudens enkele uitzonderingen van specifieke aard. Voor jaarrekeningen van woningcorporaties geldt de door de RJ uitgegeven Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting. In deze richtlijn zijn onder meer specifieke modellen voor de balans, de winst‐en‐verliesrekening en het verloopoverzicht van de beleidswaarde opgenomen en zijn voor de sector specifieke presentatie‐, waarderings‐ en verslaggevingsvoorschriften geformuleerd. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld volgens de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Grondslagen voor de consolidatie In de geconsolideerde jaarrekening zijn alle activa, passiva, baten en lasten van Lefier en zijn groepsmaatschappijen en joint ventures, die met Lefier een economische en organisatorische eenheid vormen, geconsolideerd. Bij de consolidatie zijn de groepsmaatschappijen integraal geconsolideerd. Joint ventures worden proportioneel geconsolideerd en overige deelnemingen (groter dan 20%) worden tegen nettovermogenswaarde en (kleiner dan 20%) tegen verkrijgingsprijs gewaardeerd. De onderlinge verhoudingen zijn geëlimineerd. De belangrijkste reden voor het proportioneel consolideren is het beter inzicht krijgen in de activiteiten van de groep. De deelneming V.O.F. Pleiaden en Volkspart BV worden niet meegeconsolideerd in verband met een te verwaarlozen belang. Volledig geconsolideerd In Holding B.V. In Ontwikkeling B.V. Stichting Restauratie Rijksmonumenten Groningen Wooncom Holding B.V. Wooncom Verhuur B.V. Wooncom Diensten B.V. Wooncom Projectontwikkeling B.V. De Monden B.V. De Monden C.V. Proportioneel geconsolideerd N.V. Wonen boven Winkels Groningen V.O.F. In - Ter Steege V.O.F. Tasmantoren Emmermeer Ontwikkeling B.V. Wilhelmina P&E BV
Belang 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
Vestigingsplaats Groningen Groningen Groningen Emmen Emmen Emmen Emmen Emmen Emmen
KvK-nr 02091641 02091657 02065905 02071358 01124736 01124861 04080057 02074258 02074292
Belang 50,00% 50,00% 66,67% 50,00% 50,00%
Vestigingsplaats Groningen Groningen Groningen Emmen Emmen
KvK-nr 02083406 02096247 01133482 05078751 04082459
117
Overige deelnemingen Groninger Monumentenfonds N.V. Pandgarant B.V. Vierwaarde B.V. Volkspart B.V. V.O.F. Pleiaden Woningnet N.V.
Belang 10,30% 33,33% 33,33% 100,00% 69,70% 0,02%
Vestigingsplaats Groningen Groningen Groningen Hoogezand Hoogezand Utrecht
KvK-nr 0207678 02064817 02097998 02062017 02028826 30171204
Stelselwijziging: Consolidatie Wooncom Holding B.V. De 100% deelneming Wooncom Holding B.V. is met ingang van dit jaarverslag volledig mee geconsolideerd, inclusief dochtermaatschappijen. Deze consolidatie is ook verwerkt in de vergelijkende cijfers. Daar deze deelneming vorig jaar nog via de nettovermogenswaarde is verwerkt, wijken de vergelijkende cijfers af van het voorgaande jaarverslag. De reden voor deze stelselwijziging is dat met ingang van boekjaar 2010 Wooncom Holding B.V. proportioneel is gaan consolideren van haar 50%‐belangen. Deze stelselwijziging werkt door naar de geconsolideerde jaarrekening van stichting Lefier en daarom is in de geconsolideerde jaarrekening van stichting Lefier ook sprake van een stelselwijziging als gevolg waarvan Wooncom Holding B.V. in 2010 meegeconsolideerd wordt. De wijzigingen in de geconsolideerde balans worden hierna toegelicht. Ook in de vergelijkende cijfers van de winst‐en‐verliesrekening is Wooncom Holding B.V. toegevoegd als volledige consolidatie, waarmee het resultaat van de deelneming is gecorrigeerd. De stelselwijziging heeft voor het resultaat van Lefier geen gevolgen. Toelichting Consolidatie Wooncom Holding B.V. in vergelijkende cijfers Balans Activa (in € 1.000) 31-12-2009 nieuw
aanpassing
31-12-2009 oud
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa
1.118.426
0
1.118.426
10.112
-476
10.588
1.128.538
-476
1.129.014
Voorraden
51.885
2.460
49.425
Onderhanden projecten
23.905
0
23.905
Vorderingen
19.804
226
19.578
267
46
221
95.861
2.732
93.129
1.224.399
2.256
1.222.143
Financiële vaste activa Totaal vaste activa VLOTTENDE ACTIVA
Liquide middelen Totaal vlottende activa TOTAAL ACTIVA
Passiva (in € 1.000) 31-12-2009 nieuw Groepsvermogen
aanpassing
31-12-2009 oud
447.030
0
45.095
91
45.004
Langlopende schulden
643.630
841
642.789
Kortlopende schulden
88.644
1.324
87.320
1.224.399
2.256
1.222.143
Voorzieningen
TOTAAL PASSIVA
118
447.030
Geconsolideerde grondslagen voor waardering van activa en passiva Activa en passiva worden indien niets vermeld gewaardeerd tegen nominale waarde. 1 Materiële vaste activa 1.1 Onroerende zaken in exploitatie De onroerende zaken in exploitatie worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Het begrip actuele waarde is nader uitgewerkt in de beleidswaarde. De beleidswaarde wordt bepaald door op complexniveau de contante waarde van toekomstige exploitatieopbrengsten te verminderen met de contante waarde van de toekomstige exploitatielasten. Alle kosten en/of opbrengsten worden toegerekend aan een individueel object. De kasstromen zijn gebaseerd op de in november 2010 goedgekeurde (meerjaren)begroting en bestrijken een periode van tien jaar. Bij de bepaling van de beleidswaarde zijn de volgende parameters en uitgangspunten gehanteerd: Aard van de norm Complexindeling/ kasstroomgegenererende eenheid Moment van disconteren
Niveau van de norm complexdefinitie conform AEDEX (IPD)-definitie
Beleidshorizon
5 jaren
Beleidshorizon beleggingsportefeuille
voor het vastgoed; welke expliciet als belegging wordt aangehouden, worden de verkopen via een uitpondscenario in de waardering van het complex meegenomen (25 jaren).
Levensduur
25 jaren
Onderhoudsuitgaven
uitgaven gerelateerd aan de strategie per complex, gebaseerd op de onderhoudsmeerjarenplanning
Zakelijke lasten
de zakelijke lasten zijn normatief bepaald. Voor complexspecifieke uitgangs-punten (belastingen en verzekeringen) wordt uitgegaan van een raming op complexniveau.
Restwaarde
restwaarde 10% van de waarde conform de Wet Onroerende Zaken. Deze wordt nominaal en niet verdisconteerd meegenomen.
Disconteringspercentage
5,25% (6,00%)
Inflatie 2011-2015 Evenwichtsniveau prijsindex
1,50% (1,25%); 1,60% (1,50%); 1,70% (1,75%); 1,80% (2,00%); 1,90% (2,25%) 2,00% (2,25%) vanaf 2016 wordt uitgegaan van deze waarde
Loonindex 2011-2015 Evenwichtsniveau loonindex
1,50% (1,85%); 1,80% (2,20%); 2,10% (2,55%); 2,40% (2,90%); 2,70% (3,25%) 3,00% (3,25%) vanaf 2016 wordt uitgegaan van deze waarde
Onderhoudskostenindex 2011-2015 Evenwichtsniveau onderhoudskostenindex
1,50% (1,85%); 1,80% (2,20%); 2,10% (2,55%); 2,40% (2,90%); 2,70% (3,25%) 3,00% (3,25%) vanaf 2016 wordt uitgegaan van deze waarde
Marktindex 2011-2015 Evenwichtsniveau marktindex
1,50% (1,85%); 1,80% (2,20%); 2,10% (2,55%); 2,40% (2,90%); 2,70% (3,25%) 3,00% (3,25%) vanaf 2016 wordt uitgegaan van deze waarde
Reguliere huurverhoging per 1 juli 2011-2016
1,25% (1,00%); 1,50% (1,25%); 1,60% (1,50%); 1,70% (1,75%); 1,80% (2,00%) 1,90% (2,25%) 2,00% (2,25%) vanaf 2017 wordt uitgegaan van deze waarde verhoging lopend jaar is gebaseerd op prijsinflatie vorig jaar
Evenwichtsniveau huurverhoging
Kostenfactoren a) Woning b) Studenteneenheid c) Eenheden in een verzorgingshuis d) Woonwagenstandplaats e) Parkeerplaats en/of garagebox f) Schuurtje en/of kelder h) Maatschappelijk vastgoed
medionumerando
de kostenfactoren bepalen de wijze waarop de indirecte kosten worden toegerekend aan de verhuureenheden. 1,00 0,75 0,50 0,50 0,10 0,10 1,00 per 100 m2 bruto-vloeroppervlak 1,00 per 100 m2 bruto-vloeroppervlak
119
De in de beleidswaarde opgenomen verwachte opbrengstwaarde van woningen geoormerkt voor verkoop wordt gedefinieerd als de contante waarde van het bedrag dat kan worden verkregen bij vrijwillige verkoop binnen een verwachte termijn, onder aftrek van verkoopkosten die niet door de koper worden gedragen. Ter bepaling van dit bedrag worden taxaties uitgevoerd door onafhankelijke externe deskundigen of worden vergelijkbare onroerende zaken als referentie gehanteerd. 1.2 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Onroerende zaken die in het kader van een regeling Verkoop Onder Voorwaarden (VOV) zijn overgedragen aan een derde en waarvoor de woningcorporatie een terugkoopverplichting kent, worden aangemerkt als financieringsconstructie. De betreffende onroerende zaken worden gewaardeerd tegen actuele waarde, zijnde de met de koper overeengekomen contractprijs (eerste waardering) en daarna de marktwaarde op basis van VOV. Voor de in de regeling overeengekomen overdrachtswaarde wordt aan de creditzijde van de balans een terugkoopverplichting opgenomen. Deze terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd en getoetst aan de bij de overdracht ontstane verplichting, rekening houdend met de contractvoorwaarden. 1.3 Onroerende zaken in ontwikkeling Dit betreffen complexen in aanbouw ten behoeve van toekomstige verhuurexploitatie die gewaardeerd tegen historische kostprijs en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering onder aftrek van een bijzondere waardevermindering uit hoofde van te dekken stichtingskosten. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken, wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Met betrekking tot zogeheten gecombineerde projecten wordt het aandeel van de koopwoningen verantwoord onder de post onderhanden projecten/voorraden, het aandeel huurwoningen wordt verantwoord onder de post onroerende en roerende zaken in ontwikkeling. Voor wat betreft het onrendabele deel van het gecombineerde project wordt bij het aangaan van de verplichting het onrendabele deel verminderd met het verwachte verkoopresultaat in de winst‐en‐verliesrekening en naar rato van de voortgang verantwoord onder de post overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa. 1.4 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd op basis van de aanschafwaarde of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen over de economische levensduur en bijzondere waardeverminderingen. Omschrijving Casco kantoorgebouw Verbetering kantoorgebouw Vervoermiddelen Kantoorinventaris Computers (Kantoor-)machines Software
120
Methode Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair
Restwaarde 50% woz-waarde nihil nihil nihil nihil nihil nihil
Looptijd 25 jaar 10 jaar 5 jaar 5 jaar 5 jaar 5 jaar 5 jaar
2
Financiële vaste activa 2.1 Deelnemingen Deelnemingen waarop invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de nettovermogenswaarde. Bij een kapitaalsdeelname van groter dan 20% wordt ervan uitgegaan dat er sprake is van invloed van betekenis. Deelnemingen met een negatieve vermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of duurzaam lagere bedrijfswaarde. Bij een kapitaalsdeelname van kleiner dan 20% wordt ervan uitgegaan dat er geen invloed van betekenis wordt uitgeoefend. Dividenden van deze deelnemingen worden verantwoord in de periode waarin zij betaalbaar worden gesteld. 2.2 Belastinglatenties Onder de financiële vaste activa zijn actieve belastinglatenties opgenomen, indien en voor zover het waarschijnlijk is dat realisatie van de belastingclaim te zijner tijd zal kunnen plaatsvinden. Deze actieve latenties zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. De actieve belastinglatentie heeft betrekking op tijdelijke verschillen tussen waardering in de jaarrekening, de fiscale waardering en op de aanwezige compensabele verliezen. 3 Voorraden
Kantoorartikelen en magazijnvoorraad Voorraden materialen zijn tegen vaste verrekenprijzen gewaardeerd, zo nodig wordt een voorziening voor incourantheid in aftrek gebracht. Voorraad te verkopen woningen De voorraad woningen (opgeleverd en nog niet verkocht) wordt gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs of lagere netto‐opbrengstwaarde. Grond‐ en ontwikkelposities Grond (al dan niet met onroerend goed) wordt gekocht met het oog op (her)ontwikkeling, dan wordt deze opgenomen in de grondbank. Deze wordt gewaardeerd tegen historische kostprijs of opbrengstwaarde wanneer deze lager is. Voor de grondbank geldt dat alle kasstromen die hieruit voortvloeien, worden geactiveerd. Dit betreft ook de huurinkomsten en de onderhoudslasten uit de tijdelijke exploitatie. Daarnaast wordt een calculatorische rente toegerekend aan de onderhanden werkpositie. Genoemde kasstromen en ‐kosten worden per positie/locatie geadministreerd. Voor iedere locatie is bij de aankoop een grondexploitatie (grex) beschikbaar. Deze grex bevat op hoofdlijnen een doorrekening van het meest haalbare ontwikkelprogramma en wordt ten minste eens per drie jaar herzien. Als randvoorwaarde geldt dat de realiseerbare waarde van het actief hoger moet zijn dan de boekwaarde, inclusief de geactiveerde directe kosten en geactiveerde rente (RJ273.212). Onderhanden werk Het onderhanden werk (onroerende zaken onverkocht in aanbouw bestemd voor verkoop) wordt gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs of lagere netto‐opbrengstwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de bouwkosten, directe loonkosten en overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. Deze lagere netto‐opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. De vervaardigingsprijs omvat de bouwkosten, directe loonkosten en overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend.
121
4 Onderhanden projecten De onderhanden projecten (onroerende zaken verkocht in aanbouw), in opdracht van derden, worden gewaardeerd tegen de gerealiseerde projectkosten, vermeerderd met de toegerekende winst en verminderd met verwachte verliezen en gedeclareerde termijnen. Indien het resultaat op een onderhanden project niet op betrouwbare wijze kan worden ingeschat, wordt geen winst toegerekend. De projectkosten omvatten de direct op het project betrekking hebbende kosten, kosten die toerekenbaar zijn aan projectactiviteiten in het algemeen en toewijsbaar zijn aan het project en andere kosten die contractueel aan de opdrachtgever kunnen worden toegerekend. In de onderhanden projecten zijn tevens inbegrepen de uit de projectontwikkeling voortkomende projecten indien en voor zover voor eenheden van het project voor of tijdens de constructie een onvoorwaardelijke verkoopovereenkomst is afgesloten. Projectopbrengsten en ‐kosten uit hoofde van de onderhanden projecten worden als opbrengsten en kosten verwerkt in de winst‐en‐verliesrekening naar rato van de verrichte prestaties op de balansdatum. De mate waarin de prestaties zijn verricht, is bepaald op basis van de tot de balansdatum gemaakte projectkosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten/inspectie van het uitgevoerde deel van het project/de voltooiing van een fysiek onderscheidbaar projectonderdeel. Indien het totaal van alle onderhanden projecten een debetstand vertoont, wordt het totaalsaldo gepresenteerd onder de vlottende activa. Indien het totaal van alle onderhanden projecten een creditsaldo vertoont, wordt het totaalsaldo gepresenteerd onder de kortlopende schulden. In het boekjaar gerealiseerde projectopbrengsten worden als opbrengsten in de winst‐en‐ verliesrekening verwerkt in de post verkoop onroerende goederen, zolang het project nog niet is voltooid. Projectkosten zijn verwerkt in de post kosten uitbesteed werk in de winst‐en‐ verliesrekening. 5 Vorderingen 5.1 Huurdebiteuren De huurdebiteuren worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid. 5.4 Vorderingen op groepsmaatschappijen De vorderingen met een lange termijnkarakter waarbij het opeisbare deel betrekking heeft op het belang van een derde. Het eigen deel is geëlimineerd binnen geconsolideerde positie. 5.2/5.3/5.5/5.6 Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde (indien deze lager is dan de verkrijgings‐/vervaardigingsprijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, die gelijk kan zijn aan de nominale waarde, onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen.
122
6 Liquide middelen De liquide middelen bestaan uit: kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening‐courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder de kortlopende schulden. 8 Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare en feitelijke verplichtingen en verliezen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs kan worden ingeschat. Voorzieningen worden tegen contante waarde opgenomen. In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de woningcorporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders, aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de woningcorporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. 8.1 Voorziening onderhoud Deze voorziening dient als egalisatie voor enkele onderhoudsuitgaven in de servicekosten. Gewaardeerd op nominale waarde. 8.2 Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen nieuwbouw worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex waartoe de investeringen gaan behoren. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen, wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd. Onder verwachte verliezen wordt in dit verband verstaan de netto contante waarde van alle investeringsuitgaven minus de aan deze investering toe te rekenen bedrijfswaarde. 8.3 Overige voorzieningen Voorziening jubileumuitkering De voorziening inzake jubilea is een voorziening voor mogelijke verplichtingen aan eigen medewerkers in verband met uitkeringen inzake jubilea (CAO), gedurende de periode dat men mogelijk werkzaam zal zijn bij Lefier. De verplichtingen worden tegen contante waarde opgenomen en bepaald op basis van actuariële grondslagen. Rekening wordt onder meer gehouden met blijf‐ en sterftekans. Voorziening omgevingsbeheer Deze voorziening dient ter dekking van mogelijke aanspraken, door de bewoners, op terugbetaling van de betaalde kosten voor omgevingsbeheer. Gewaardeerd op nominale waarde. Voorziening reservering rentevoordeel Gedurende de contractperiode van de lening wordt de bijdrage (verschil markt‐ en contractrente) van de gemeente Groningen middels een laagrentende lening ten laste van de exploitatie gebracht. De bijdrage wordt bepaald via de annuïteitenmethode.
123
Het verschil in de annuïteit op basis van de marktrente (4,05%) en de contractrente (0,50%) is de jaarlijkse bijdrage. Aan het einde van de contractperiode van de lening wordt de voorziening gesaldeerd met de te vorderen bijdragen. 9 Langlopende schulden De langlopende schulden worden gewaardeerd tegen reële waarde. Hierbij wordt gerekend met een disconteringsvoet van 5,25%. De schuldrestanten zijn opgenomen tegen rentabiliteitswaarde. 10 Kortlopende schulden De kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Het criterium “betalings‐ termijn” is beslissend voor de rubricering van een schuld onder de post langlopende of kortlopende schulden. Met betalingstermijn wordt die termijn bedoeld die is overeengekomen bij de normale tenuitvoerlegging van de overeenkomst. Indien de (oorspronkelijke) betalingstermijn van een schuld minder dan één jaar bedraagt, is deze schuld aan te merken als een kortlopende schuld.
Geconsolideerde grondslagen voor de bepaling van het resultaat Het resultaat wordt bepaald met inachtneming van de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen. Opbrengsten worden verantwoord in het jaar waarin deze worden gerealiseerd. Lasten worden verantwoord in het jaar waarin de prestaties worden geleverd. 11 Huren De jaarlijkse huurverhoging is van overheidswege gebonden aan een maximum. Voor het verslagjaar 2010 bedroeg dit maximumpercentage 1,2%. De opbrengsten uit hoofde van huur worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van opeisbaarheid daar bij tussentijdse beëindiging van het huurcontract geen terugbetalingsverplichting geldt. 12 Vergoedingen De bijdragen van huurders die zijn overeengekomen voor de levering van goederen en diensten. 13 Overheidsbijdragen Onder deze post zijn de volgende elementen opgenomen: - Vrijval uit de egalisatierekening rijksbijdragen. - Overige overheidsbijdragen. Voor zover de overige overheidsbijdragen nog niet zijn ontvangen, is de bijdrage berekend op grond van de regelingen, waarbij rekening is gehouden met voorcalculatorische huurverhogingen en lastenstijgingen. 14 Verkoop onroerende zaken De post verkopen onroerende zaken betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de gemaakte direct toerekenbare verkoopkosten. De omzet van de verkochte verhuureenheden wordt verantwoord op het moment van juridische levering (passeren van de transportakte). 15 Gerealiseerde opbrengst onderhanden projecten Projectopbrengsten uit hoofde van de onderhanden projecten worden als opbrengsten verwerkt in de winst‐en‐verliesrekening naar rato van de verrichte prestaties op balansdatum. 124
16 Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf De toe te rekenen interne directe kosten en rente in het kader van voorfinanciering ten behoeve van onroerende zaken in ontwikkeling worden hieronder verantwoord. 18 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur. Afschrijving van het actief vindt plaats tot de restwaarde is bereikt. De afschrijvingstermijnen en gevolgde systematiek luiden als volgt: Omschrijving Casco kantoorgebouw Verbetering kantoorgebouw Vervoermiddelen Kantoorinventaris Computers (Kantoor-)machines Software
Methode Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair
Restwaarde 50% woz-waarde nihil nihil nihil nihil nihil nihil
Looptijd 25 jaar 10 jaar 5 jaar 5 jaar 5 jaar 5 jaar 5 jaar
19 Overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa De overige waardeveranderingen worden gevormd door de waardevermindering die is ontstaan door gedurende het verslagjaar nieuw aangegane juridische en feitelijke verplichtingen met betrekking tot investeringen in nieuwbouw en herstructurering. 20 Kosten uitbesteed werk en externe kosten Betreft de bestede kosten van de opgeleverde nieuwbouw koop en de bestede kosten van de onderhanden reeds verkochte projecten in het boekjaar. 22 Lasten onderhoud Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. 23/24/25 Lonen en salarissen, sociale‐ en pensioenlasten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst‐ en‐verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. 27 Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. 28 Financiële baten en lasten Rentebaten en ‐lasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar te maken. De te activeren rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen en van de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het actief zijn toe te rekenen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging.
125
29 Belastingen De belastingen over de resultaten omvatten zowel de op korte termijn te verrekenen belastingen als de latente belastingen. De op korte termijn te verrekenen belastingen is de te verwachten belastingschuld over het resultaat voor belastingen is rekeninghoudend met fiscale faciliteiten, waaronder de vaststellingsovereenkomst (VSO) en niet‐aftrekbare kosten, gebruikmakend van de toepasbare belastingpercentages per balansdatum en eventuele aanpassingen van de belastingschuld met betrekking tot voorgaande jaren. Op verliezen worden belastingen in mindering gebracht, indien compensatie met in voorgaande jaren behaalde winsten mogelijk is en dit leidt tot belastingrestitutie. Tevens worden belastingen in mindering gebracht, indien redelijkerwijs mag worden aangenomen dat compensatie van verliezen met toekomstige winsten mogelijk is. Latente belastingen worden berekend op basis van de belastingpercentages die naar verwachting van toepassing zijn bij de afloop van de tijdelijke verschillen en de compensabele verliezen, tegen contante waarde. 30 Resultaat deelnemingen Het hier weergegeven resultaat heeft betrekking op de minderheidsdeelnemingen, die niet zijn opgenomen in de consolidatie. 31 Mutatie actuele waarde materiële vaste activa Dit zijn kosten en opbrengsten als gevolg van de veranderingen in de beleidswaarde door de diverse effecten die via de winst‐en‐verliesrekening lopen, zoals: - Autonome mutaties. - Voorraadmutaties. - Exploitatiewijzigingen. - Wijzigingen in het (des)investeringsbeleid.
Grondslagen voor de opstelling van het geconsolideerd kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit liquide middelen onder aftrek van bankkredieten. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings‐ en financieringsactiviteiten.
126
10.2.5 Toelichting op de geconsolideerde balans (in € 1.000) 1 Materiële vaste activa
In
In
Ten dienste
exploitatie
ontwikkeling
van
1.029.930
68.199
17.409
1.115.538
67.836
-12.132
0
55.704
0
-6.037
0
-6.037
Overboeking
-6.817
-74.614
0
-81.431
Investering
14.098
62.432
2.394
78.924
Aankopen
2.039
0
0
2.039
99.317
0
0
99.317
Boekwaarde per 31 december 2009 Mutatie actuele waarde Mutatie voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw
Nieuwbouw Desinvestering
0
0
96
96
-212
0
-2.615
-2.827
1.206.192
37.848
17.284
1.261.324
Totaal
Afschrijvingen Boekwaarde 31 december 2010
1.1 Onroerende zaken in exploitatie
Totaal
Overige
Niet woon-
Overige
wooneenheden
gelegenheden
zaken
906.017
76.528
39.303
8.082
1.029.930
53.900
6.637
7.204
95
67.836
0
0
234
-7.051
-6.817
Niet-ingrijpende verbeteringen (< € 20.000,-)
2.819
0
0
0
2.819
Ingrijpende verbeteringen (> € 20.000,-)
5.782
0
0
0
5.782
EPA-investeringen
2.339
0
0
0
2.339
Comfort- en geriefsverbetering
2.933
173
4
48
3.158
950
0
1.089
0
2.039
92.892
0
6.425
0
99.317
49
-16
-31
-214
-212
1.067.681
83.322
54.228
960
1.206.192
Boekwaarde per 31 december 2009 Mutatie actuele waarde Overboeking
Aankopen Nieuwbouw Afschrijvingen Boekwaarde 31 december 2010
Woningen
Van het onroerend goed in exploitatie zijn 589 verhuureenheden bestemd voor de verkoop op korte termijn (2011). De actuele waarde van deze eenheden bedraagt € 35,1 miljoen. In de totale beleidswaarde is opgenomen € 192,5 miljoen aan verkoopopbrengsten (1904 verhuureenheden). Enkele transacties van betekenis hebben plaatsgevonden tussen Lefier en haar verbindingen. Het gaat hierbij voornamelijk om aankopen van woningen van de Vof Tasmantoren (58), Vof In Ter Steege (44) en Wilhelmina P&E BV (6). Deze 108 opgeleverde koopwoningen zijn voor ca. EUR 27 miljoen gekocht door Lefier en bestemd voor de marktconforme huur. In de consolidatie zijn deze verwerkt onder de investeringen. 31-12-2010 1.2 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Verkocht onder voorwaarden
31-12-2009
12.762
Totaal
2.888 12.762
1.3 Onroerende zaken in ontwikkeling
2.888 Bestede
ORT/ waarde-
kosten
vermindering
147.147
-78.948
1.186
-7.223
-6.037
Mutatie actuele waarde
-12.132
0
-12.132
Overboeking naar onroerende en roerende zaken in exploitatie
-74.614
0
-74.614
62.432
0
62.432
124.019
-86.171
37.848
Vervoer-
Totaal
Boekwaarde per 31 december 2009 Mutatie voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw
Investering Boekwaarde 31 december 2010
1.4 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Boekwaarde per 31 december 2009 Investering Desinvestering Afschrijvingen Boekwaarde 31 december 2010
Kantoor-
Inventaris
ICT
gebouwen
Totaal
68.199
middelen
13.600
1.170
2.271
368
17.409
852
335
1.050
157
2.394
0
0
0
96
96
-1.066
-343
-1.074
-132
-2.615
13.386
1.162
2.247
489
17.284
127
31-12-2010
31-12-2009
2 Financiële vaste activa 2.1 Deelnemingen CV Hoogezand 4
20
20
Groninger Monumentenfonds
120
120
Vierwaarde B.V.
156
156
PandGarant B.V.
19
176
Woningnet N.V.
1
Totaal
1 316
Toelichting mutaties deelnemingen:
31-12-2010
Stand per 1 januari Verwerving aandelen Storting Resultaat
473 31-12-2009
473 0
473 0
0
0
-157
0
Stand per 31 december
316
473
2.2 Belastinglatenties Stand per 1 januari Correctie voorgaand jaar Belasting uit hoofde van fiscaal resultaat
9.101 -9 -4.665
Stand per 31 december
5.615 0 3.486
4.427
9.101
Een kwart van de latentie zal naar verwachting binnen 1 jaar worden verrekend met toekomstige fiscale winsten 2.3 Overige financiële vaste activa Leningen u/g Overige
250
250
254
288
Totaal
504
Toelichting overige financiële vaste activa:
31-12-2010
Stand per 1 januari Aflossing
538 31-12-2009
538
429
-39
134
Verstrekking
0
-30
Te ontvangen rente
5
Stand per 31 december
5 504
538
Vlottende activa 3 Voorraden Magazijnvoorraad Voorraad te verkopen woningen Grond- en ontwikkelposities Onderhanden werk
997
1.434
6.001
3.942
37.670
25.026
7.093
21.483
Totaal
51.761
Toelichting grond- en ontwikkelposities:
31-12-2009
31-12-2010
Boekwaarde per 31 december 2009
51.885
25.026
Overboeking
13.237
Waardeverandering
22.976 -11.513
-4.314
364
Toegerekende rente verslagjaar
1.795
-4.678
Aankoop
1.926
Stand per 31 december
Onderhanden werk (zonder verkoopcontract): Bestede kosten projecten (voor verkoop) in ontwikkeling
17.877 37.670
31-12-2010
25.026
31-12-2009
7.093
21.523
Af : gedeclareerde termijnen
0
0
Af : voorziening voor verliezen
0
-40
Totaal
7.093
128
21.483
31-12-2010 4 Onderhanden projecten (met verkoopcontract) Bestede kosten projecten (voor verkoop) in ontwikkeling Af : gedeclareerde termijnen
31-12-2009
0
25.104
0
-1.199
Totaal
0
23.905
5 Vorderingen 5.1 Huurdebiteuren 5.2 Gemeenten 5.3 Vorderingen belastingen 5.4 Vorderingen op groepsmaatschappijen Rekeningcourant de Kern
2.771
2.240
88
180
10.048
6.498
1.166
370
0
0
5.5 Overige vorderingen
3.341
3.849
5.6 Overlopende activa
13.926
6.667
Totaal
31.340
19.804
De vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar. Onder de overlopende activa zijn met name vooruitbetaalde rente en aflossingstermijnen van leningen met een vervaldatum begin januari en vooruitbetaalde lasten zoals verzekeringspremies verantwoord. 5.1 Toelichting huurdebiteuren:
31-12-2010
Huurdersachterstand zittende huurders
2.364
Huurdersachterstand vertrokken huurders
3.024
2.724
Totale huurdersachterstand Af: voorziening dubieuze debiteuren
31-12-2009 1.511 5.388
4.235
-2.617
-1.995
Totaal huurdebiteuren
2.771
2.240
6 Liquide middelen Kas
13
BNG
884
0
ING-bank
669
46
Kruisposten
19
1
202
Totaal
1.567
267
7 Groepsvermogen Eigen vermogen Resultaat boekjaar
447.030
491.465
77.589
-44.435
Totaal Toelichting groepsvermogen:
524.619 31-12-2010
Stand per 1 januari Correctie voorgaande jaren Resultaat boekjaar
Reserve waardevermeerdering materiële vaste activa Overige reserves
31-12-2009 447.030
491.474
0
-9
77.589
-44.435
Stand per 31 december
Opbouw eigen vermogen naar realisatie:
447.030
524.619
447.030
31-12-2010
31-12-2009
471.532
411.469
53.087
Totaal
35.561 524.619
447.030
8 Voorzieningen 8.1 Voorziening onderhoud 8.2 Voorzieningen onrendabele investeringen nieuwbouw 8.3 Overige voorzieningen Stand 31 december
537
517
38.394
43.442
1.099
1.136 40.030
45.095
De voorzieningen hebben een langlopend karakter. Verloopoverzicht voorzieningen:
Onderhoud
Onrendabele
Overige
Totaal 45.095
investeringen Stand per 31 december 2009
517
43.442
1.136
Toevoeging
39
25.452
60
25.551
Onttrekking
-19
-18.172
-50
-18.241
0
-12.328
-121
-12.449
537
38.394
1.025
39.956
Vrijval Stand 31 december 2010
129
31-12-2010
31-12-2009
9 Langlopende schulden 9.1 Leningen overheid en kredietinstellingen Langlopende leningen
771.308
Af: rentabiliteitswaardecorrectie
-69.057
Totaal 9.2 Terugkoopverplichting verkocht onder voorwaarden 9.3 Waarborgsommen Totaal langlopende schulden
713.039 -72.430 702.251
640.609
12.762
2.888
147
133
715.160
643.630
Specificatie leningen overheid en kredietinstellingen:
Overheid
Krediet-
Totaal
instellingen Langlopende leningen Stand per 31 december 2009
119.576
593.463
713.039
Nieuwe leningen
0
80.000
80.000
Disagio
0
-242
-242
-4.271
-7.426
-11.697
Contractaflossingen Eindaflossingen Leningenportefeuille per 31 december 2010
-8.261
-1.531
-9.792
107.044
664.264
771.308
-5.943
-66.487
-72.430
-1.320
1.899
579
2.569
32.687
35.256 -29.068
Rentabiliteitswaardecorrectie Stand per 31 december 2009 Autonome ontwikkeling Wijziging discontopercentage Nieuwe leningen Wijzigingen in lopende leningen Stand per 31 december 2010
0
-29.068
-22
-3.372
-3.394
-4.716
-64.341
-69.057
De gemiddelde rentevoet van de leningenportefeuille bedraagt ultimo 2010 4,39% (ultimo 2009: 4,57%). De aflossingsverplichting komend jaar is ultimo 2010 € 48.569 (ultimo 2009: € 20.392).
Specificatie leningen naar looptijd:
31-12-2010
31-12-2009
Looptijd < 1 jaar
48.569
20.392
Looptijd 1 - 5 jaar
196.856
195.997
Looptijd > 5 jaar
525.883
496.650
Leningenportefeuille per 31 december
771.308
713.039 713.039
10 Kortlopende schulden 10.1 Schulden aan kredietinstellingen 10.2 Schulden aan gemeenten 10.3 Schulden aan leveranciers 10.4 Schulden op groepsmaatschappijen 10.5 Belastingen en premies sociale verzekeringen 10.6 Overige schulden 10.7 Overlopende passiva
37.246
45.928
73
168
15.022
13.589
5
124
6.322
1.946
1.694
1.364
23.829
25.525
Totaal
84.191
Onder de overlopende passiva zijn met name de transitorische rente van langlopende leningen en verplichtingen van werkzaamheden welke zijn uitgevoerd in 2010 en waarvan de nota ontvangen is in 2011 verantwoord.
130
88.644
10.2.6 Toelichting op de fiscale positie Lefier is ontstaan uit een fusie van drie corporaties per 1 januari 2009. Zowel Wooncom als In hebben over de jaren 2006 en 2007 een aangifte vennootschapsbelasting ingediend. Volksbelang heeft voor 2006 en 2007 geen aangifte gedaan. Voor 2008 zijn de drie stichtingen afzonderlijk integraal belastingplichtig. De aangiften vennootschapsbelasting 2008 voor de drie corporaties zijn ingediend. Leidend in deze aangiften zijn de afspraken uit VSO‐2 tussen Aedes en de belastingdienst. Rond de fiscale positie zijn de tijdelijke waardeverschillen en de verliescompensatie relevant. Alle balansposities zijn onderzocht op tijdelijke waardeverschillen. Aan compensabele verliezen heeft Lefier € 17,7 miljoen aan verliezen welke na de fusie zijn ontstaan (boekjaar 2009) en voorwaarts compensabel zijn. Daarnaast zijn er compensabele verliezen ontstaan voor de fusie (boekjaren 2006 tot en met 2008). De voorfusie verliezen van voormalig Stichting In bedragen € 11,7 miljoen. Het is onzeker of dit gecompenseerd kan worden. Daarnaast is de ontwikkeling van het fiscale resultaat de komende jaren dusdanig onzeker dat we slechts voor de resterende compensabele verliezen na de fusie van € 17,7 miljoen een actieve belasting latentie vormen. Het verwachte fiscaal resultaat en de aanwezige compensatie‐ mogelijkheden leiden ertoe dat Lefier de eerstkomende jaren geen vennootschapsbelasting betaalt. Lefier werkt aan een tax planning model om toekomstige fiscale resultaten en afwikkeling van latenties beter te kunnen volgen. Potentiële actieve belastinglatentie Voor de jaarrekening 2009 is de fiscale positie uitsluitend bepaald op basis van voorwaarts fiscaal verrekenbare verliezen. Dit heeft geleid tot een actieve belastinglatentie in de jaarrekening 2009 van € 9,1 miljoen. Voor de jaarrekening 2010 zijn naast de verliesverrekeningsmogelijkheid ook per balanspost de permanente en tijdelijke verschillen tussen de commerciële en fiscale balans in kaart gebracht voor het boekjaar 2009. De som van de berekende potentiële latenties is circa € 44,1 miljoen (zie tabel hierna). De latenties uit tijdelijke verschillen worden (conform 2009) niet intracomptabel verwerkt. De reden hiervoor is dat het verwachte fiscale resultaat onvoldoende en daarnaast onvoldoende zeker is om de latenties te compenseren. Actieve belastinglatentie (2010: potentieel)
31-12-2010
Stand per 1 januari Correctie voorgaand jaar Waardering leningen Tijdelijk verschil in waardering leningen Tijdelijk verschil in waardering activa
31-12-2009 9.101
0
5.615 0
0
0
5.401
0
29.643
0
Belasting uit hoofde van fiscaal resultaat
0
3.486
Naar kortlopende schulden
0
Stand per 31 december
0 44.145
9.101
Mutatie belastinglatentie Voor de daadwerkelijke opname van (de omvang van) de actieve latentie is het van belang of deze kan worden verrekend met toekomstige fiscale winsten. Dit geldt zeker voor de voorfusie verliezen van In die alleen gecompenseerd kunnen worden met resultaten van activiteiten in Groningen. Wij schatten in dat Lefier de komende jaren een licht positief fiscaal resultaat laat zien, waardoor slechts de na de fusie ontstane fiscale verliezen (€ 17,7 miljoen) voorwaarts compensabel zijn. Dit rechtvaardigt een latentie van € 4,427 miljoen (zie tabel hierna). De verwachting is dat een kwart van de latentie binnen 1 jaar verrekend zal worden met toekomstige fiscale winsten.
131
Overzicht mutatie belastinglatentie (actief) Stand per 31/12/2009
9.101
Mutatie actieve belastinglatentie vennootschapsbelasting
-4.674
Stand per 31/12/2010
4.427
De actieve belastinglatentie per ultimo 2010 is gebaseerd op compensabele verliezen van na de fusie
Belastingdruk Het toepasselijke belastingtarief voor 2010 is 25,5%. Het effectieve belastingtarief (de zogenaamde ETR) bedraagt 24,4%. Het verschil tussen het toepasselijke en effectieve belastingtarief wordt veroorzaakt door toepassing van herinvesteringreserve (HIR) en verliesverrekening van Acute en Latente VPB. In het resultaat van Lefier is de fiscale positie als volgt verwerkt: De verwerking van de fiscale positie in het resultaat boekjaar 2010 is als volgt: Mutatie belasting latentie
-4.674
Correctie vennootschapsbelasting voorgaande jaren
2.105
Totaal belastingen
-2.569
De correctie voorgaande jaren betreft terugontvangen vennootschapsbelasting. In voorgaande jaren zijn deze voorlopige aanslagen via het resulaat verwerkt.
10.2.7 Toelichting beleidswaarde 2010 ten opzichte van vorig verslagjaar Hieronder is het verloopoverzicht opgenomen van de mutaties in de beleidswaarde per 31‐12‐2010 te opzichte van een jaar eerder. Deze mutaties zijn onder te verdelen in de volgende componenten: a. Autonome ontwikkeling. b. Voorraadmutaties. c. Parameterwijzigingen. d. Wijziging exploitatiebeleid. e. Wijziging (des)investeringsbeleid. Toelichting mutatie beleidswaarde Hoogezand Stadskanaal StadZuidOostLefier (x € 1.000,-)
Groningen
Drenthe
Beleidswaarde per 31 december 2009
139.893
128.417
397.630
363.990
1.029.930
Autonome ontwikkeling Voorraadmutaties Parameterwijzigingen Wijziging exploitatiebeleid Wijziging (des) investeringsbeleid
722 45 8.392 -12.468 -12.399
-1.258 1.752 6.872 12.455 4.051
6.081 84.141 22.862 -7.906 -17.980
-9.789 7.324 21.990 69.365 -8.106
-4.244 93.262 60.116 61.446 -34.434
Beleidswaarde per 31 december 2010
124.185
152.289
484.828
444.774
1.206.076
Het verloop van de mutatie beleidswaarde is ook als volgt te verklaren, waarbij inzichtelijk wordt gemaakt welke deel van de mutatie via de Winst en Verliesrekening loopt: 31-12-2010 Verloop Mutatie beleidswaarde (x € 1.000,-) Beleidswaarde per 31 december 2009 1.029.930 Bij: geactiveerde investeringen als gevolg van nieuwbouw, 107.360 aankopen en verbeteringen 68.786 Bij: Mutatie beleidswaarde bestaand bezit via W&V Stand per 31 december
132
1.206.076
Hieronder worden de componenten in het kort beschreven. Tevens zijn de uitgangspunten en parameters uit de jaarrekening per soort van de component toegevoegd.
ad a Autonome ontwikkeling (€ ‐ 4,2 miljoen) De autonome ontwikkeling bestaat uit twee afzonderlijke onderdelen: de vrijval van de voorgecalculeerde exploitatiekasstroom in het verslagjaar en het financiële effect dat ontstaat door het opschuiven (verkorting resterende periode) van het disconteringsmoment van de toekomstige kasstromen met één jaar. Vrijval kasstromen (€ ‐ 53,1 miljoen) De vrijval is gelijk aan het wegvallen van de voorgecalculeerde kasstromen van jaar één uit de berekening beleidswaarde ultimo 2009. Het aantal jaarlijkse kasstromen dat onderdeel uitmaakt van de beleidswaarde berekening is dus met één jaar afgenomen. Effect jaar opschuiven (€ 48,9 miljoen) Het effect hiervan wordt bepaald door het disconteringsmoment één jaar te verschuiven. Alle toekomstige kasstromen ultimo 2009 worden dus één jaar minder contant gemaakt. Het verschil is het effect van het opschuiven van de exploitatieperiode met één jaar. ad b Voorraadmutaties (€ 93,2 miljoen) De beleidswaarde van de verhuureenheden is in 2010 gewijzigd door de onderstaande mutaties in de voorraad verhuureenheden. Nieuwbouw (€ 88,4 miljoen) Op het moment van financiële oplevering van de gebouwde verhuureenheden worden deze toegevoegd aan de balanspost onroerende zaken in exploitatie. Verkoop ( € ‐ 1,6 miljoen) Bij de passering van de notariële akte wordt de verhuureenheid uit de post onroerende zaken in exploitatie gehaald. Omdat toekomstige verkopen niet worden ingerekend in de bedrijfswaarde, wordt de woning tegen de bedrijfswaarde uit de voorraad gehaald. Sloop (€ ‐ 0,9 miljoen) Wanneer woningen door sloop uit exploitatie worden genomen, wordt de beleidswaarde overgeboekt naar activa in ontwikkeling. De gemiddelde beleidswaarde per woning is laag, omdat enige jaren voorafgaand aan de sloop al een levensduurverkorting heeft plaatsgevonden. Het financiële effect van deze besluitvorming is opgenomen onder de levensduur bij de post parameterwijzigingen. Actualisatie VHE‐bestand en aankopen (€ 7,3 miljoen) Het VHE‐bestand is geactualiseerd, wat leidt tot een beleidswaarde correctie. Daarnaast betreft dit de verwerking van aangekochte verhuureenheden in de beleidswaarde. ad c Parameterwijzigingen (€ 60,1 miljoen) Onder deze categorie worden mutaties in beleidswaarde verantwoord als gevolg van wijzigingen in gehanteerde parameters ten opzichte van het voorgaande jaar. De oorzaken van deze verandering kunnen liggen in bijvoorbeeld wijzigingen in economische verwachtingen voor de prijsinflatie, loonindex en de onderhoudsindex. Het percentage waarmee de kasstromen contant worden gemaakt, hoort ook in het rijtje van de parameters thuis. De set parameters die Lefier hanteert, is onderling sterk gecorreleerd.
133
Macro‐economische parameters (€ 15,0 miljoen) De lange termijn prijsinflatie is aangepast van 2,25% naar 2%. Dit heeft een negatief effect van € ‐ 22,5 miljoen. De lange termijn onderhoudsindex is aangepast van 3,25% naar 3%. Dit heeft een positief effect van € 25 miljoen. De loonindex is aangepast van 3,25% naar 3%. Dit heeft een positief effect van € 14 miljoen. Discontopercentage (€ 45,1 miljoen) In het derde kwartaal is het discontopercentage door het Centraal Fonds Volkshuisvesting en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw gewijzigd. Het nieuwe percentage is verlaagd van 6% naar 5,25%. Er is sprake van een positief effect, doordat toekomstige kasstromen tegen een lager percentage contant worden gemaakt. ad d Wijzigingen exploitatiebeleid (€ 61,4 miljoen) De bedrijfswaarde van het woningbezit kan in de loop van het verslagjaar wijzigen door mutaties in de omvang van de kasstromen ten opzichte van het voorafgaande jaar. Huren (€ 23,8 miljoen) De toename in de beleidswaarde 2010 wordt in belangrijke mate veroorzaakt doordat er in 2010 huurharmonisatie is ingerekend. De huurharmonisatie heeft een positief effect van € 22,9 miljoen. Daarnaast is het huurniveau per ultimo 2010 in de beleidswaarde 2010 hoger dan in de beleidswaarde 2009. Onderhoudsuitgaven (€ 21,7 miljoen) In het verslagjaar kunnen de geraamde uitgaven van toekomstig onderhoud wijzigen. In deze post is het financiële effect van de verlaging van de meerjaren onderhoudsbegroting tot uitdrukking gebracht. Overige exploitatie uitgaven (€ 16,6 miljoen) Op deze post is de mutatie in de kasstromen van met name de lagere bedrijfskosten tot uitdrukking gebracht. Per 1 januari 2011 is in de begroting rekening gehouden met de oprichting van het Ontwikkelbedrijf. In de beleidswaarde van vorig verslagjaar was er nog sprake van dekkingsverliezen op de ontwikkelactiviteiten in de afzonderlijke woonbedrijven. In de nieuwe situatie is het Ontwikkelbedrijf volledig kostendekkend. Dit heeft een positief effect op de beleidswaarde. Restwaarde (€ ‐ 0,6 miljoen) In deze post wordt het effect op de beleidswaarde weergegeven van toekomstige prijsstijgingen van de restwaarde. Deze restwaarde betreft de historische grondkosten. Het negatieve bedrag wordt veroorzaakt doordat de parameter waardeontwikkeling ultimo 2009 fors lager ligt dan de in 2008 gehanteerde parameter. Deze daling wordt veroorzaakt door de impact die het huidige economische klimaat heeft op de prijsontwikkeling van de onroerendgoedmarkt. ad e Wijzigingen (des)investeringsbeleid (€ ‐ 34,4 miljoen) Verkoopprogramma (€ ‐ 23,1 miljoen) Vorig verslagjaar waren in de beleidswaarde 1.529 verkopen in de prognose opgenomen. In de beleidswaarde per 31 december 2010 zijn dit er 1.957. Het verschil bij het inrekenen van verkopen en een wijziging van de gemiddelde verkoopopbrengst heeft een negatief effect op de beleidswaarde.
134
Sloopprogramma (€ ‐ 11,1 miljoen) Vorig verslagjaar waren in de beleidswaarde 1.259 verhuureenheden voor sloop in de prognose opgenomen. In de beleidswaarde per 31 december 2010 zijn dit er 1.333. Het meer inrekenen van verhuureenheden voor sloop heeft een negatief effect op de beleidswaarde. Investeringsprogramma (€ ‐ 0,2 miljoen) Vorig verslagjaar waren er 9.107 verbeteringen in de prognose opgenomen. In de beleidswaarde per 31 december 2010 zijn dit er 11.855. De ingerekende verbeteringen zijn minder onrendabel wat een positief effect heeft op de bedrijfswaarde. 10.2.8 Toelichting rentabiliteitswaardecorrectie 2010 ten opzichte van vorig verslagjaar De rentabiliteitswaarde correctie heeft betrekking op het verschil tussen het gemiddelde betaalde rentepercentage op de leningenportefeuille ten opzichte van de gehanteerde disconteringsvoet in de contante waardeberekening. Wanneer het gemiddeld betaalde rentepercentage op de leningen lager is dan de gehanteerde disconteringsvoet, ontstaat een positieve rentabiliteitswaarde correctie. Per saldo is er over 2010 een positieve correctie van € 3,4 miljoen en is toe te schrijven aan de volgende oorzaken: Autonome ontwikkeling (€ 0,5 miljoen) Ook hier speelt het effect van de vrijval van de voorcalculatorische exploitatiekasstromen een rol, evenals het effect van één jaar opschuiven. Wijziging van discontopercentage (€ 35,3 miljoen) De post geeft het effect weer van de aanpassing van de disconteringsvoet die is verlaagd van 6% naar 5,25%. Wijziging in lopende leningen, renteconversies en vervroegde aflossingen (€ ‐ 3,4 miljoen) Deze post geeft het financiële effect weer van aanpassingen in leningsvoorwaarden (aflossingsschema, rentevoet, looptijd et cetera) op toekomstige kasstromen. Nieuwe leningen (€ ‐29,1 miljoen) Hier wordt het effect weergegeven van de in 2010 gecontracteerde leningen ten opzichte van de nominale restschuld. 10.2.9 Niet uit de balans blijkende verplichtingen Voorziening voor pensioenen De pensioenregeling van SPW is een zogenaamde salaris‐diensttijdregeling (toegezegd pensioen/DB‐ regeling). Echter, Lefier als aangesloten werkgever is slechts verplicht een vooraf door het bestuur van SPW vastgestelde premie te betalen. Er bestaat geen reglementaire of statutaire verplichting om eventuele tekorten van het pensioenfonds aan te zuiveren. Ook bestaat er geen aanspraak van aangesloten werkgevers op eventuele door het pensioenfonds opgebouwde buffers. De pensioenregeling van SPW kan daarom voor de RJ 271 dan ook gekwalificeerd worden als een toegezegde bijdrageregeling (DC‐regeling). Samenvattend: De pensioenregeling van SPW is een toegezegde pensioenregeling. De werkgever heeft in het geval van een tekort bij SPW geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen, anders dan hogere toekomstige premies.
135
Ultimo 2010 bedraagt de dekkingsgraad van het SPW 102% (ultimo 2009: 104%). De Nederlandsche Bank stelt als eis een minimale dekkingsgraad van 105% en een buffervereiste die uitkomt op een dekkingsgraad van ten minste 116,7%. Door het SPW is inmiddels een herstelplan opgesteld. Op grond hiervan kunnen in de komende jaren, naast reguliere premies, additionele premies worden verwacht.
Samenwerkingsverbanden Lefier verbindt zich jegens de Friesland Bank als borg voor Vierwaarde B.V. tot zekerheid voor een verstrekte lening van € 7,5 miljoen in rekening‐courant. Met dien verstande dat het bedrag waarvoor de borg uit hoofde van deze borgstelling kan worden aangesproken nimmer meer bedraagt dan € 4,2 miljoen. In geval van uitwinning zal de bank de borg aanspreken naar rato van zijn aandeel in het aandelenkapitaal van Vierwaarde B.V. Lefier staat voor één derde garant voor het exploitatieresultaat van Nieuw Veenlanden 1 in de gemeente Borger‐Odoorn. Stichting Lefier is onbeperkt aansprakelijk voor de schulden van de VOF Tasmantoren en VOF In‐ Ter Steege. Obligo Waarborgfonds Sociale Woningbouw Bij de borging van leningen door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) is als voorwaarde aan de deelnemers gesteld dat deze een obligo aanhouden. Deze verplichting is voorwaardelijk. Zolang het risicovermogen van het WSW voldoende is om eventuele betalingsverplichtingen van WSW‐deelnemers over te nemen, wordt geen beroep gedaan op deze obligoverplichting. Met ingang van 1 juli 2007 is het tarief 3,85% over de som van alle geborgde schuldrestanten. Ultimo 2010 bedraagt deze obligo € 28,7 miljoen (ultimo 2009: € 26,4 miljoen). Aangegane verplichtingen inzake projecten in ontwikkeling Lefier heeft inzake de ontwikkeling van projecten (nieuwbouw, renovatie en/of grootonderhoud) € 38,3 miljoen aan aangegane verplichtingen ultimo 2010 (ultimo 2009: € 63,2 miljoen). Wet Ketenaansprakelijkheid Op grond van de Wet Ketenaansprakelijkheid kan Lefier eventueel aansprakelijk worden gesteld. Aangezien wij door de wetgever als eigenbouwer worden aangemerkt, passen wij de Wet Ketenaansprakelijkheid toe bij alle investeringen en onderhoudswerkzaamheden. Dit houdt in dat een deel van de loonsom in het factuurbedrag op een geblokkeerde rekening wordt gestort. Tevens passen wij in genoemde gevallen de btw‐verleggingsrekening toe. Huur kantoorpanden Lefier huurt drie bedrijfspanden voor eigen gebruik, te weten Hooggoorns 14 te Emmen, Achter de Brink 2‐3 te Borger en de Beneluxlaan 64 te Stadskanaal. Hiervoor zijn langlopende verplichtingen aangegaan.
136
10.2.10 Toelichting op de geconsolideerde winst‐en‐verliesrekening (in € 1.000) 2010
2009
143.468
137.993
BEDRIJFSOPBRENGSTEN 11 Huren Te ontvangen netto-huur Af: huurderving wegens leegstand Totaal huren
-2.995
-1.141
140.473
136.852
9.046
8.920
12 Vergoedingen Te ontvangen vergoedingen Af: vergoedingsderving
-247
-62
8.798
8.858
41
2.494
41
2.494
Opbrengst verkopen bestaand bezit
28.242
30.652
Af: Direct toerekenbare kosten
-1.736
-2.785
26.506
27.867
39.800
10.083
Totaal vergoedingen 13 Overheidsbijdragen BWS bijdrage Totaal overheidsbijdragen 14 Verkoop onroerende goederen
Totaal verkoop onroerende goederen 15 Gerealiseerde opbrengst onderhanden projecten Netto omzet Mutatie onderhanden projecten Totaal verkoop onroerende goederen
-25.651
-97
14.149
9.986
16 Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf Geactiveerde kosten werkapparaat
4.228
5.311
4.228
5.311
Vergoedingen verrichte diensten
876
277
Beheervergoeding
509
934
Bijdrage Krachtwijken
695
0
2.126
0
Totaal geactiveerde kosten werkapparaat 17 Overige bedrijfsopbrengsten
Pro rata Overige bedrijfsopbrengsten Totaal overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
882
1.930
5.088
3.141
199.283
194.509
2.617
2.708
BEDRIJFSLASTEN 18 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Activa ten dienste van de exploitatie Overige zaken Totaal afschrijvingen op (im)materiële vaste activa
8
132
2.625
2.840
26.381
53.838
0
-2.907
19 Overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa Onrendabele investering nieuwbouw huur Herwaardering kantoorgebouwen en overige activa ten dienste van de exploitatie Overig Totaal overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa
253
7.602
26.634
58.533
137
(in € 1.000) 2010
2009
20 Kosten uitbesteed werk en externe kosten Uitbesteed werk Totaal uitbesteed werk en externe kosten
14.153
8.949
14.153
8.949
42
38
42
38
19.820
19.863
21 Erfpacht Erfpacht Totaal erfpacht 22 Lasten onderhoud Planmatig onderhoud (inclusief contractonderhoud) Basiskwaliteit Dagelijks onderhoud Mutatieonderhoud
919
1.255
10.951
11.770
7.747
9.232
Subtotaal
39.436
42.120
Af: Onderhoudslasten eigen onderhoudsdienst
-6.022
-5.990
33.414
36.130
Bruto salarissen
20.485
19.342
Uitzendkrachten
1.991
3.416
Totaal lasten onderhoud 23 Lonen en salarissen
Af: Ontvangen ziekengelden Totaal lonen en salarissen
-118
-144
22.358
22.614
Het gemiddeld aantal bij Lefier werkzame werknemers over 2010, berekend op fulltime basis, bedroeg 457. 24/25 Sociale lasten en pensioenlasten Sociale lasten
2.795
2.438
Pensioenlasten
4.105
3.942
6.900
6.380
Totaal sociale lasten en pensioenlasten 26 Bijzondere waardeveranderingen van vlottende activa Afwaardering grond en ontwikkelposities
10.488
16.741
10.488
16.741
Overige personeelskosten
2.875
2.335
Huisvestingskosten
1.760
1.941
Totaal bijzondere waardeveranderingen van vlottende activa 27 Overige bedrijfslasten
Kosten Raad van Commissarissen Algemene kosten Fusiekosten
92
79
7.934
7.705
894
972
Zakelijke bedrijfslasten
9.568
9.299
Servicekosten
9.316
8.652
Overige lasten
8.107
7.656
40.546
38.639
8.854
8.659
Totaal overige bedrijfslasten Specificatie zakelijke bedrijfslasten Belastingen Verzekeringen Totaal zakelijke bedrijfslasten
138
714
640
9.568
9.299
(in € 1.000) 2010
2009
Specificatie overige lasten Dotatie voorziening
881
Administratievergoeding PandGarant B.V.
197
172
3.898
832
695
109
0
38
Bijdrage leefbaarheid/Lokaal Akkoord Bijdrage Krachtwijken Energie en duurzaamheid Projectresultaten
1.677
126
0
Overig
2.310
4.828
Totaal overige lasten
8.107
7.656
Specificatie honoraria externe accountant: Onderzoek van de jaarrekening
227
211
Adviesdiensten op fiscaal terrein
95
299
3
48
325
558
157.160
190.864
5.907
5.688
Andere niet-controlediensten Totaal Som der bedrijfslasten 28 FINANCIELE BATEN EN LASTEN Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Bouwrente Toegerekende rente materiële vaste activa in de servicekosten Overige vorderingen Totaal rentebaten en soortgelijke opbrengsten
54
71
667
199
6.629
5.958
Opbrengsten financiële vaste activa en effecten Te vorderen bijdragen
10
93
Leningen u/g
97
576
107
669
-33.359
-31.546
-254
-734
Betaalde premies derivaten
-39
-37
Disagio WSW
-70
-58
Opbrengsten financiële vaste activa Rentelasten en soortgelijke kosten Leningen o/g Kasgeld/rekeningcourant
Overige schulden Rentelasten en soortgelijke kosten
-5
-157
-33.727
-32.532
Financieringskosten Financieringskosten Totaal financieringskosten Saldo financiële baten en lasten
-214
-74
-214
-74
-27.205
-25.979
139
(in € 1.000) 2010
2009
29 Belastingen Mutatie belasting latentie
-4.674
Correctie vennootschapsbelasting voorgaande jaren
3.486
2.105
1
-2.569
3.487
Resultaat deelnemingen
-172
-3
Totaal resultaat deelneming
-172
-3
Totaal belastingen 30 Resultaat deelnemingen
31 Mutatie actuele waarde Rentabiliteitswaardecorrectie
-3.373
7.497
Mutatie actuele waarde bestaand bezit
68.786
-33.081
Totaal mutatie actuele waarde
65.413
-25.584
JAARRESULTAAT
77.589
-44.434
10.2.11 Toelichting beloning bestuur (WOPT) Ingevolge het Burgerlijk Wetboek 2 Titel 9 wordt er in deze paragraaf een opgave gedaan van de beloningen van de bestuurders en de pensioenlasten. Er wordt opgave gedaan van het loon Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) voor de bestuurders en overige medewerkers. De grens voor de publicatie van het belastbare loon, zoals bedoeld in artikel 8, eerste lid van de WOPT, is voor 2010 vastgesteld op € 193.000 (2009: € 188.000). In principe wordt de beloning marktconform vastgesteld en getoetst aan de code voor de beloning van bestuurders van woningcorporaties (Code Izeboud). Binnen Lefier is er een drietal bestuurders met een inkomen boven de WOPT‐grens. De honorering van de bestuurders is in overeenstemming met het advies van de commissie arbeidsvoorwaarden statutair directeur woningcorporaties (commissie Izeboud) uit 2004. Beloning Bestuur in 2010
A.W.M.
H.A.S. van
Selten
der Meer
Y. Geerdink
E. Bel
Datum in dienst
01-05-1987
01-05-1996
01-06-2000
01-03-2009
Geboortedatum
07-10-1953
18-06-1950
14-01-1962
09-05-1968
Functie in Bestuur
Voorzitter
Directeur woonbedrijf
Lid
Lid
Lid
Hoogezand/
StadGroningen
ZuidoostDrenthe
130.833
Stadskanaal WOPT 2010: Belastbaar loon Persoonlijke toeslag Pensioenafdracht Uitkeringbeëindiging Totale beloning in 2010
149.745
157.557
149.077
1.800
-12.536
1.800
1.800
51.234
53.753
51.234
43.399
0
0
0
0
202.779
198.774
202.111
176.032
148.796
156.459
146.977
100.881
1.800
1.800
1.800
1.500
50.842
53.338
50.842
33.028
WOPT 2009: Belastbaar loon Persoonlijke toeslag Pensioenafdracht Uitkeringbeëindiging Totale beloning in 2009
0
0
0
0
201.438
211.597
199.619
135.409
De bezoldiging van de Raad van Commissarissen bedroeg in 2010 totaal € 72.710 (2009: € 72.710. De vergoeding bedraagt voor de voorzitter € 13.500, de vice‐voorzitter € 12.500 en een lid € 9.000.
140
Beloning Raad van Commissarissen Naam J. A. J. Stam D. Hoogstra E.I. van Leeuwen-Selt* A. Edelenbosch A.C. Wallast T. Slagman-Bootsma H.J. Ter Bogt
Functie Voorzitter Vice-voorzitter Lid Lid Lid Lid Lid
Beloning 2010 13.500 12.500 10.710 9.000 9.000 9.000 9.000
Beloning 2009 13.500 12.500 10.710 9.000 9.000 9.000 9.000
* De vergoeding is, btw belast met 19%, betaald aan NL Consulting B.V.
10.2.12 Enkelvoudige jaarrekening 2010 (voor resultaatbestemming) Enkelvoudige balans per 31 december 2010: Activa (in € 1.000) 31-12-2010
31-12-2009
1.185.151
1.009.601
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Onroerende zaken in exploitatie Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
12.762
2.888
Onroerende zaken in ontwikkeling
37.848
68.199
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Financiële vaste activa Belastinglatenties Vordering op groepsmaatschappijen
Totaal vaste activa
17.284
17.409
1.253.045
1.098.097
4.427 25.075 29.502
9.101 25.799 34.900
1.282.547
1.132.997
48.191
29.196
0
25.104
2.771
2.236
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Onderhanden projecten Vorderingen Huurdebiteuren Gemeenten Vorderingen op belastingen Vorderingen op groepsmaatschappijen Rekeningcourant de Kern Overige vorderingen
88
180
10.048 1.843 139 3.101
6.498 1.397 0 3.533
Overlopende activa
13.378
6.484
Totaal vorderingen
31.368
20.328
1.089
1.191
80.648
75.819
1.363.195
1.208.816
Liquide middelen Totaal vlottende activa TOTAAL ACTIVA
141
Passiva (in € 1.000) Eigen vermogen Overige reserves Wettelijke reserve deelnemingen Resultaat boekjaar
Voorzieningen Voorziening onderhoud Voorzieningen onrendabele investeringen nieuwbouw Overige voorzieningen
31-12-2010
31-12-2009
446.887 143 77.589
491.436 29 -44.435
524.619
447.030
537 38.394
517 43.442
4.691
9.039
43.622
52.998
700.462 144 12.762
638.459 130 2.888
713.368
641.477
38.782
29.720
Langlopende schulden Leningen overheid en kredietinstellingen Waarborgsommen Terugkoopverplichting verkocht onder voorwaarden
Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan gemeenten Schulden aan leveranciers
58
153
12.821
12.506
Schulden op groepsmaatschappijen
2.042
652
Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige schulden
3.943 1.270
1.946 148
22.670
22.186
81.586
67.311
1.363.195
1.208.816
Overlopende passiva
TOTAAL PASSIVA
142
Enkelvoudige winst‐en‐verliesrekening over 2010: (in € 1.000) 2010
2009
138.710
135.100
8.772
8.470
BEDRIJFSOPBRENGSTEN Huren Vergoedingen Overheidsbijdragen
41
2.494
Verkoop onroerende zaken
26.506
27.868
Gerealiseerde opbrengst onderhanden projecten
12.031
13.055
Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf
4.228
5.311
Overige bedrijfsopbrengsten
4.676
3.390
194.963
195.688
2.626
2.840
Overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa
26.634
58.533
Kosten uitbesteed werk en externe kosten
11.571
8.949
Erfpacht Lasten onderhoud Lonen en salarissen
42 33.080 22.358
38 35.702 22.614
Sociale lasten
2.795
2.438
Pensioenlasten
4.105
3.942
Bijzondere waardeveranderingen van vlottende activa
10.488
16.741
Overige bedrijfslasten
39.620
38.182
Som der bedrijfslasten
153.319
189.979
BEDRIJFSRESULTAAT
41.644
5.709
6.629
5.958
Som der bedrijfsopbrengsten BEDRIJFSLASTEN Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
FINANCIËLE BATEN EN LASTEN Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Opbrengsten financiële vaste activa en effecten Rentelasten en soortgelijke kosten Financieringskosten
97
662
-33.615
-32.369
-212
-71
-27.101
-25.820
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING VOOR BELASTINGEN
14.543
-20.111
Belastingen
-2.543
3.486
982
-1.454
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING NA BELASTINGEN
12.982
-18.079
Mutatie actuele waarde materiële vaste activa
64.607
-26.356
JAARRESULTAAT
77.589
-44.435
Saldo financiële baten en lasten
Resultaat deelnemingen
143
Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening 2010
Enkelvoudige grondslagen van waardering en bepaling van het resultaat De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld volgens de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Voor jaarrekeningen van woningcorporaties geldt de door de RJ uitgegeven Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting. Voor de algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening, de grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat, alsmede voor de toelichting op de onderscheiden activa en passiva en de resultaten wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening, voor zover hierna niet anders wordt vermeld. Fiscale eenheid Lefier is voor de BTW en de VPB een fiscale eenheid en kan hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor belastingschulden van de fiscale eenheid als geheel.
Toelichting op de enkelvoudige balans: In de toelichting worden alleen de jaarrekeningposten die afwijken van de geconsolideerde jaarrekening weergegeven. Eigen vermogen Specificatie eigen vermogen: Overige reserves Wettelijke reserve deelnemingen Resultaat boekjaar
31-12-2010
31-12-2009
446.887 143 77.589 524.619
491.436 29 -44.435 447.030
Toelichting wettelijke reserve deelnemingen: Voor deelnemingen die tegen netto vermogenswaarde zijn gewaardeerd en een (indirect) belang kennen 31-12-2010 31-12-2009 . Pandgarant BV (belang 33,3%) 13 11 . Emmermeer Ontwikkeling BV (belang 50%) 33 34 . Wilhelmina P&E BV (belang 50%) 97 -16 Totaal wettelijke reserve deelneming 143 29
Voorzieningen De grondslagen voor de voorzieningen zijn gelijk aan die van de geconsolideerde balans met uitzondering van een voorziening deelnemingen. In de enkelvoudige balans is een voorziening gevormd voor het bedrag van de te verwachten betalingen voor rekening van Lefier ten behoeve van de deelnemingen, welke onderdeel is van de overige voorzieningen. Kortlopende schulden De schulden op groepsmaatschappijen betreffen voornamelijk een schuld aan de 100% dochter SRRG.
144
10.3 Overige gegevens 10.3.1 Verklaring besteding middelen in het belang van de volkshuisvesting Lefier is een woningcorporatie met een positief mensbeeld. Ieder mens heeft talenten en verdient kansen en prikkels om mee te doen in onze samenleving en de regie te voeren over zijn of haar eigen leven. Leven in een kansrijke omgeving helpt mensen om mogelijkheden te benutten. Daarom leveren wij een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling en het uitbouwen van leef‐ en woonklimaten die inspiratie geven aan wie er woont, mensen stimuleert en kansen en perspectieven biedt. Wij initiëren of werken mee aan ontwikkelingen die een bijdrage leveren aan een inspirerende woonomgeving. Wij investeren in maatschappelijke voorzieningen, kwetsbare groepen kunnen op onze bijzondere aandacht rekenen en we stellen voldoende goede en betaalbare huisvesting beschikbaar. Wij voelen ons verantwoordelijk en wij willen een rol van betekenis vervullen in die wijken, buurten, dorpen, steden en kernen waar we een permanente factor zijn en waar we woningen hebben of waar een beroep op onze inzet wordt gedaan. We investeren in nieuwe ontwikkelingen, samenwerkingsverbanden en methodieken om inhoud te geven aan onze brede visie op de volkshuisvesting. We zijn transparant over onze inzet en onze keuzes. 10.3.2 Voorstel resultaat bestemming (in € 1.000) Het gerealiseerde resultaat na belasting ad. € 77.589 wordt ten gunste van de overige reserves gebracht. Bestemming: ‐ Toevoeging aan de overige reserves: € 77.589.
145
10.4 Bijlagen 10.4.1 Financieel overzicht groepsmaatschappijen (in € 1.000) Naam
Aard verbinding
KvK-nr
Participatie
Eigen vermogen 31-12-2010
Omzet
31-12-2009
2010
Jaarresultaat 2009
2010
Leningen 2009
31-12-2010
Rekeningcourant faciliteit:
31-12-2009
31-12-2010
31-12-2009
Woonbedrijf ZuidOostDrenthe Wooncom Holding BV
Tussenholding
02071358
100%
467
356
0
0
111
-19
295
120
0
450
De Monden BV
Projectontwikkeling
02074258
100%
-142
-117
411
762
-25
-19
525
841
0
0
Wooncom Verhuur BV
Vastgoedexploitatie
01124736
100%
16
16
0
0
0
0
0
0
0
0
Wooncom Diensten BV
Dienstverlening
01124861
100%
16
16
0
0
0
0
0
0
0
0
Wooncom Projectontwikkeling BV
Projectontwikkeling
04080057
100%
9
9
0
0
0
0
0
0
0
0
Emmermeer Ontwikkeling BV
Projectontwikkeling
05078751
50%
42
42
0
0
-1
-14
0
0
0
0
Wilhelmina P&E BV
Projectontwikkeling
04082459
50%
106
-7
70
-9
113
-22
0
0
0
0
De Monden CV
Overig
02074292
100%
-106
-91
0
0
-15
0
0
0
0
0
N.V. Wonen boven Winkels Groningen
Vastgoedexploitatie
02083406
50%
2.763
2.839
285
270
-77
-23
1.744
2.134
0
0
IN Holding BV
Tussenholding
02091641
100%
-522
-3.149
666
-3.122
-664
-3.158
1.576
14.293
0
0
IN Ontwikkeling BV
Tussenholding
02091657
100%
-545
-3.171
-666
-3.121
-664
-3.158
-18
16.208
0
0
V.O.F. In - Ter Steege
Projectontwikkeling
02096247
50%
-1.833
-1.522
11.893
3.589
-311
-1.722
0
5.750
-26
1.074 75
Woonbedrijf StadGroningen
V.O.F. Tasmantoren
Projectontwikkeling
01133482
67%
-4.307
-3.304
38.071
14.926
-1.003
-3.064
0
20.000
47
Stichting Stadsherstel Groningen
Vastgoedexploitatie
41010440
100%
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Stichting Restauratie Rijksmonumenten Groningen
Vastgoedexploitatie
02065905
100%
-4.881
-6.610
1.648
2.007
1.730
1.723
25.161
25.229
100
-195
Pandgarant BV
Diensten Beheer
02064817
33.3%
57
52
2.043
1.815
5
7
0
0
0
0
Vierwaarde B.V.
Overig
02097998
33.3%
468
468
0
0
0
0
7.500
7.500
1.114
785
Woonbedrijf Hoogezand Volkspart BV***
Dienstverlening
02062017
100%
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
V.O.F. Pleijaden
Projectontwikkeling
02028826
69,7%
0
0
0
0
0
0
0
0
978
978
99.5%
20
20
0
0
0
0
0
0
0
0
Hoogezand 4 CV
146
10.4.2 Toelichting nettobedrijfskosten
(in € 1.000) 2010
2009
BRUTO-BEDRIJFSKOSTEN Afschrijvingen activa ten dienste van de exploitatie Lonen en salarissen Uitzendkrachten Af: Ontvangen ziekengelden
2.617
2.708
20.485
19.342
1.991
3.416
-118
-144
Sociale lasten
2.795
2.438
Pensioenlasten
4.105
3.942
Overige personeelskosten
2.875
2.335
Huisvestingskosten
1.760
1.941
Kosten Raad van Commissarissen Algemene kosten Fusiekosten
92
79
7.934
7.705
894
972
45.430
44.734
Dekking eigen onderhoudsdienst
-6.022
-5.990
Dekking projectontwikkeling
-4.228
-5.311
Dekking uitgaven leefbaarheid
-2.512
-2.150
Dekking selectiecommissie
-266
-263
Dekking servicekosten
-362
-390
-51
-319
Dekking inschrijfgelden
-315
-327
Dekking verkoopkosten
-251
-373
Dekking overig
-371
-311
-14.379
-15.434
NETTO-BEDRIJFSKOSTEN
31.051
29.300
Gewogen verhuureenheden
29.610
30.020
143.468
137.993
Per gewogen verhuureenheid (inclusief fusiekosten)
1.049
976
Per gewogen verhuureenheid (exclusief fusiekosten)
1.018
944
Uitgedrukt in procenten van de huuropbrengsten (inclusief fusiekosten)
21,6%
21,2%
Uitgedrukt in procenten van de huuropbrengsten (exclusief fusiekosten)
21,0%
20,5%
Totaal bedrijfskosten DEKKING
Dekking beheer bedrijven en/of vve's
Totaal dekking
Huuropbrengsten
147
10.4.3 Toelichting overige waardeveranderingen over 2010 (in € 1.000) 2010
2009
19 Overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa Onrendabele investering nieuwbouw huur
26.634
53.838
Herwaardering kantoorgebouwen en overige activa tdv exploitatie
0
-2.907
Overig
0
Totaal
7.602 26.634
58.533
26 Bijzondere waardeveranderingen van vlottende activa Afwaardering magazijnvoorraad Afwaardering grond en ontwikkelposities
0
0
10.488
16.741
Afwaardering onderhanden werken
0
Totaal
0 10.488
16.741
Toelichting onrendabele investering nieuwbouw huur Project
Woonbedrijf
Vastgoed
ORT project
Morgenster 2e fase
StadGroningen
woningen
1.226
Wielewaalplein
StadGroningen
studentenkamers
6.866 1.396
Chopinlaan
StadGroningen
woningen
Chopinlaan
StadGroningen
BOG
Lewenborg sporthal locatie
StadGroningen
woningen
Lewenborg sporthal locatie
StadGroningen
parkeren
Morgenster 2e fase
StadGroningen
parkeren
131
Wielewaalplein
StadGroningen
parkeren
485
Eendrachtskade (aanvullende ORT)
StadGroningen
studentenkamers
Emmerhout WiCe 42 won Noord
ZOD
woningen
Emmerhout WiCe 42 won Zuid
ZOD
woningen
1.065
Daalkampen 2 starters
ZOD
woningen
1.286
383 3.539 504
619 1.334
Alteveer Berkenstraat 2-24 fase 2 soc huur
HGZ-STK
woningen
706
Mussel Molenstraat 1-11+2-20
HGZ-STK
woningen
412
Onstwedde Boslaan e.o. Fase 1
HGZ-STK
woningen
2.534
Stadskanaal Maarsstee fase 1
HGZ-STK
woningen
2.508
Overige ORT, o.a. herrekening o.b.v. nieuwe parameters TOTAAL
1.640 26.634
Afwaardering grond en ontwikkelposities Locatie
Woonbedrijf
Gemeente
Afwaardering
Olivijn (eelderbaan fase 3)
Groningen
Groningen
800
Vof Tasmantoren
Groningen
Groningen
600
Antillenstraat fase 2 en 3
Groningen
Groningen
750
Reitdieplocatie
Groningen
Groningen
5.526
grond Drentse Horn
ZOD
Borger-Odoorn
3.670
Grondexploitaties ZOD
ZOD
Borger-Odoorn
-858
TOTAAL
148
10.488
10.4.4 Toelichting realisatie en begroting Winst- en Verliesrekening (in € 1.000)
realisatie
begroot
2010
2010
143.468
144.502
-2.995
-2.479
-516
8.798
9.360
-562
Verschil
Bedrijfsopbrengsten Huren Huurderving Vergoedingen Overheidsbijdragen Opbrengst verkoop verhuureenheden Projectresultaten Geactiveerde kosten werkapparaat Overige bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten
-1.034
41
701
-660
26.506
31.581
-5.075
-4
-234
230
4.228
6.327
-2.099
5.088
2.683
2.405
185.130
192.441
-7.311
Bedrijfslasten Afschrijvingen Overige waardeveranderingen mva Erfpacht Lasten onderhoud Doorbelasting bedrijfskosten Lonen en salarissen
2.625
3.261
-636
26.634
54.212
-27.578
42
42
0
33.414
37.175
-3.761
0
0
0
22.358
23.080
-722
Sociale lasten
2.795
3.114
-319
Pensioenlasten
4.105
4.361
-256
Bijzond. waardeverand. van vlottende activa
10.488
0
10.488
Overige personeelskosten
2.875
3.865
-990
Huisvestingskosten
1.760
1.943
-183
92
123
-31
7.934
8.436
-502
Kosten Raad van Commissarissen Algemene kosten Fusiekosten Zakelijke bedrijfslasten
894
665
229
9.568
9.725
-157
Servicekosten
9.316
9.919
-603
Overige bedrijfslasten
8.107
7.501
606
143.007
167.422
-24.415
42.122
25.019
17.103
Totaal bedrijfslasten Bedrijfsresultaat
149
realisatie
begroot
2010
2010
Verschil
6.629
5.614
107
69
38
-33.727
-34.253
526
Financiële baten en lasten Rentebaten Opbrengst financiële vaste activa Rentelasten Financieringskosten Saldo financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Belastingen Resultaat deelnemingen Resultaat voor mutatie actuele waarde
1.015
-214
-185
-29
-27.205
-28.755
1.550
14.917
-3.736
18.653
-2.569
-2.551
-18
-172
-31
-141
12.176
-6.318
18.494
Rentabiliteitswaardecorrectie
-3.373
-2.086
-1.287
Mutatie beleidswaarde
68.786
-35.695
104.481
Totaal mutatie actuele waarde
65.413
-37.781
103.194
Jaarresultaat
77.589
-44.099
121.688
realisatie
begroot
Verschil
2010
2010
Samenvatting Winst- en Verliesrekening (in € 1.000) Bedrijfsopbrengsten Bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Financiële baten en lasten Belastingen Totaal operationeel resultaat Opbrengst verkoop verhuureenheden Projectresultaten Bijzond. waardeverand. van vlottende activa Resultaat deelnemingen Totaal gerealiseerd resultaat
158.628
161.094
-105.885
-113.210
-2.466 7.325
-27.205
-28.755
1.550
-2.569
-2.551
-18
22.969
16.578
6.391
26.506
31.581
-5.075
-4
-234
230
-10.488
0
-10.488
-172
-31
-141
38.810
47.894
-9.084
Rentabiliteitswaardecorrectie
-3.373
-2.086
-1.287
Mutatie beleidswaarde
68.786
-35.695
104.481
-26.634
-54.212
27.578
Saldo toekomstig te realiseren resultaat
Overige waardeveranderingen mva
38.779
-91.993
130.772
Jaarresultaat
77.589
-44.099
121.688
150
10.4.5 Resultaten per activiteit over 2010 (x € 1.000) Resultaten
Regulier
Verkopen
Activiteiten
Project-
Overige
beheer
bestaand
in wijken
ontwik-
activiteiten
bezit
Totaal
keling
Bedrijfsopbrengsten Huren Vergoedingen Overheidsbijdragen
140.473
140.473
8.798
8.798
41
Verkoop onroerende zaken
41 26.506
26.506
Gerealiseerde opbrengst onderhanden projecten
14.149
Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf Overige bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten
14.149
4.228
149.312
26.506
0
18.377
4.228 5.088
5.088
5.088
199.283
Bedrijfslasten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa
2.625
2.625
26.634
26.634
Bijzondere waardeverandering vlottende activa
10.488
10.488
Kosten uitbesteed werk en externe kosten
14.153
14.153
Erfpacht
42
42
Lasten onderhoud*
33.414
33.414
Kosten werkapparaat**
32.037
Fusiekosten
251
2.512
6.382
737
41.919
894
894
Zakelijke bedrijfslasten
9.568
9.568
Servicekosten
9.316
9.316
Overige bedrijfslasten Totaal bedrijfslasten Bedrijfsresultaat
3.898
4.209
8.107
114.530
251
6.411
31.023
4.946
157.160
34.782
26.254
-6.411
-12.646
142
42.122
Financiële baten en lasten Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Opbrengsten financiële vaste activa en effecten Rentelasten en soortgelijke kosten Financieringskosten Saldo financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belastingen
722
5.907
10
6.629 97
-27.820
-5.907
-214
-214
-27.302
0
0
0
97
-27.205
7.480
26.254
-6.411
-12.646
239
14.917
Belastingen
-2.569
Resultaat deelnemingen Resultaat na belastingen vóór mutatie actuele waarde
7.480
26.254
-6.411
-12.646
-172
-172
67
12.176
Mutatie actuele waarde materiële vaste activa Resultaat na belastingen na mutatie actuele waarde
107 -33.727
65.413 7.480
26.254
-6.411
-12.646
67
77.589
* De lasten onderhoud zijn exclusief de personeelskosten van de eigen onderhoudsdienst. ** De kosten werkapparaat bestaan uit de volgende onderdelen (zie ook de Winst- en Verliesrekening over 2010): - Lonen en salarissen - Sociale lasten
22.358 6.900
- Overige organisatielasten
12.661
Totaal kosten werkapparaat
41.919
151
11 Verklaringen 11.1 Verklaring raad van bestuur In de statuten van Lefier is vastgelegd dat het bestuur binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een volkshuisvestingsverslag, een jaarrekening en een verslag van de werkzaamheden opleveren, die moeten voldoen aan de voorschriften die terzake voor toegelaten instellingen van de Woningwet gelden. De raad verleent de opdracht tot beoordeling van de jaarrekening van de stichting. Deze opdracht wordt gegeven aan een door de raad aangewezen accountant. De jaarrekening, het jaarverslag en het volkshuisvestingsverslag moeten worden vastgesteld door het bestuur en vervolgens ter goedkeuring aan de raad voorgelegd. Het bestuur stelt de jaarrekening, het jaarverslag en het volkshuisvestingsverslag niet vast en de raad keurt deze niet goed alvorens zij kennis hebben genomen van de bevindingen van de accountant. De leden van de raad van bestuur van Lefier hebben het jaarverslag met de daarin opgenomen jaarrekening en de daarbij behorende door de accountant afgegeven goedkeurende verklaring vastgesteld. Namens de raad van bestuur, Ton Selten, voorzitter Hoogezand, 28 juni 2011
Ton Selten
Henk van der Meer
Erwin Bel
152
11.2 Verklaring raad van commissarissen De leden van de raad van commissarissen van Lefier verklaren kennis te hebben genomen van het jaarverslag met de daarin opgenomen jaarrekening en de daarbij behorende door de accountant afgegeven goedkeurende verklaring. De raad van commissarissen heeft goedkeuring verleend aan het jaarverslag inclusief jaarrekening. Namens de raad van commissarissen, Joan Stam, voorzitter Hoogezand, 28 juni 2011
Joan Stam
Ali Edelenbosch
Noor van Leeuwen
Henk ter Bogt
Douwe Hoogstra
Tryntsje Slagman‐Bootsma
Ton Wallast
153
11.3 Accountantsverklaring
154
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Raad van Commissarissen van Stichting Lefier te Hoogezand Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de op de pagina’s 111 t/m 144 van het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2010 van Stichting Lefier te Hoogezand gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2010 en de geconsolideerde en enkelvoudige winst-enverliesrekening over 2010 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de toegelaten instelling is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de bepalingen inzake de jaarrekening en het jaarverslag als opgenomen in artikel 26, eerste lid, van het Besluit beheer sociale-huursector, Richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens. Het bestuur van de toegelaten instelling is tevens verantwoordelijk voor een zodanig intern beheersingssysteem als hij noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het controleprotocol in rubriek A van Bijlage III bij het Besluit beheer sociale-huursector. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
3100102266-2112-WM/ma 155
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de toegelaten instelling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de toegelaten instelling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Lefier per 31 december 2010 en van het resultaat over 2010 in overeenstemming met artikel 26, eerste lid, van het Besluit beheer sociale-huursector, Richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 28, sub a van het Besluit beheer sociale-huursector, melden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de van toepassing zijnde bepalingen van Titel 9 BW 2 is opgesteld, en of de in artikel 2: 392 lid 1 onder g bedoelde gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag en het volkshuisvestingsverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar zijn met de jaarrekening zoals vereist in artikel 391, vierde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Verder vermelden wij dat is voldaan aan de verplichting tot vermelding in het jaarverslag van financiële ondersteuning aan buitenlandse instellingen zoals bedoeld in de MG 2005-04, MG 2008-03 en MG 2010-03, alsmede aan de verplichting tot vermelding in het jaarverslag van grondaankopen zoals bedoeld in de MG 2001-26 en de verplichting tot vermelding in het jaarverslag van sponsoractiviteiten zoals bedoeld in MG 2006-04. Groningen, 30 juni 2011 Deloitte Accountants B.V. was getekend: J.S. Huizinga RA
156
3100102266-2112-WM/ma