Bijlage bij Pacioli 366 van 24 juni tot 7 juli 2013 – P309340 Verantwoordelijke uitgever : Jean-Marie Conter, Voorzitter BIBF
Jaarverslag 2012 Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten
20 jaar : een nieuw tijdperk vangt aan !
“Twenty years from now you will be more disappointed by the things that you didn’t do than by the ones you did do. So throw off the bowlines. Sail away from the safe harbor. Catch the trade winds in your sails.
Explore. Dream. Discover.” Mark Twain
Inleiding 20 jaar geleden, op 25 mei 1993 om precies te zijn, werd het Beroepsinstituut van Boekhouders opgericht bij KB. Sindsdien kruisten talrijke gebeurtenissen de weg van ons Instituut dat in 1999 werd omgedoopt tot het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten. Dit jubileum belangt niet alleen ons Instituut aan, maar ook ons beroep dat thans erkend en gerespecteerd wordt door alle socio-economische spelers. Van dit beroep wordt ook vandaag nog verwacht dat het mee-evolueert met de economische en technologische ontwikkelingen. Dit jaarverslag bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt het woord gegeven aan onze Voogdijminister, mevrouw Sabine Laruelle, minister van Zelfstandigen en KMO’s die het heeft over de lange en vruchtbare samenwerking tussen haar kabinet en ons Instituut, aan de heer Maurice Limme, de tweede voorzitter van het BIBF, die het Instituut heeft gepositioneerd in de politieke en socio-economische wereld en aan de heer Carlos Six, administrateur-generaal van de FOD Financiën, die een waardevolle gesprekspartner vormt in een aantal praktische aangelegenheden. We willen er terloops op wijzen dat de taak van voorzitter Maurice Limme bijzonder moeilijk was, aangezien hij verkozen werd na het plotse overlijden van voorzitter Jean Philippe, de eerste voorzitter en stichter van het Instituut. Het tweede deel, het jaarverslag, is gewijd aan de opmerkelijke feiten van 2012, evenals aan de voorstelling van het organigram, de taken van de verschillende organen van het BIBF alsook aan de jaarrekening van 2012. Wij dragen dit verslag op aan al onze leden en stagiairs evenals aan de talrijke partners en gesprekspartners van het BIBF uit de politieke en socio-economische wereld, uit het onderwijs en de beroepsverenigingen die de ogen en de oren van het Instituut op het terrein vormen. Tot slot bedanken wij alle medewerkers van het BIBF die elke dag werken aan de reputatie van het Instituut en zich ten dienste stellen van de leden en stagiairs.
Jean-Marie Conter Xavier Schraepen Voorzitter Ondervoorzitter
1
Chantal Jadot Penningmeester
Inhoudstafel Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Inhoudstafel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Deel 1 : 20 jaar BIBF. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Het BIBF en mevrouw de minister Sabine Laruelle: een positieve samenwerking! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Het Instituut gisteren en vandaag: standpunten van twee voorzitters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Administratie en cijferberoepen: een permanente dialoog is noodzakelijk!. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Deel 2 : jaarverslag 2012. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Dossiers ten gronde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Publicaties en website . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Evenementen en beurzen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Inschrijving op het tableau en ereleden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Het beroep in cijfers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Organigram op 31.12.2012. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Werkzaamheden van de organen van het BIBF. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Jaarrekening 2012 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Uw contactpersonen bij het BIBF. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Deel 1 : 20 jaar BIBF In 2013 viert het BIBF zijn twintigste verjaardag. Velen onder u moeten zich nog de oprichting in 1993 herinneren van wat toen het Beroepsinstituut van Boekhouders was. Tijdens de viering van ons 15-jarig bestaan in 2008 hielden we een retrospectieve over een aantal opmerkelijke feiten en keken we tegelijk vooruit naar de grote uitdagingen die ons beroep moest aangaan. In het licht hiervan werd de reeds afgelegde weg naar waarde geschat. Vandaag staan wij aan de vooravond van een nieuw tijdperk: ons beroep verkeert in voortdurende evolutie en er zal ons steeds meer gevraagd worden de rol van belangrijkste raadgever van onze klanten te vervullen. De technologische ontwikkeling zal ons hierbij helpen en zal ons toelaten onze belangrijke rol in het bedrijfsleven ten volle te verwezenlijken. Ditmaal hebben we ervoor gekozen het woord te geven aan drie persoonlijkheden die tegelijkertijd het verleden en heden van het BIBF vertegenwoordigen. Wij nemen deze gelegenheid te baat om onze voogdijminister, mevrouw Sabine Laruelle, minister van Middenstand, KMO’s, Zelfstandigen en Landbouw, hartelijk te bedanken. Zij is zo vriendelijk geweest ons een interview toe te staan dat u in dit verslag kan lezen. Wij danken ook de heer Maurice Limme, ere-voorzitter, om zijn herinneringen en anekdotes met ons te delen evenals de heer Carlos Six, die altijd aandachtig heeft geluisterd naar de door het BIBF aangekaarte problemen en die tevens aan de basis ligt van de toenadering tussen de fiscale administratie en ons Instituut. Onze gedachten gaan eveneens uit naar de heer Jean Philippe die het Instituut heeft opgericht alvorens er de eerste voorzitter van te worden. Wij bedanken tot slot alle organen van het BIBF, met name de Nationale raad, de Uitvoerende Kamers, de Kamers van Beroep en de Stagecommissies voor hun werk en toewijding ten dienste van onze leden en stagiairs, evenals de regeringscommissaris, de heer Tom Dalemans. Wij wensen u een heel aangename lectuur.
Jean-Marie CONTER Voorzitter
3
Het BIBF en mevrouw de minister Sabine Laruelle: een positieve samenwerking! Ter gelegenheid van een bezoek aan de lokalen van het BIBF, beantwoordde mevrouw Sabine Laruelle graag onze vragen. BIBF: Mevrouw de minister, in juli 2013 is het bijna 10 jaar geleden dat u minister van Middenstand en in die hoedanigheid Voogdijminister van het BIBF werd. Hoe zou u de samenwerking tussen het BIBF en uw kabinet gedurende deze periode omschrijven? Sabine Laruelle: Ik zou de contacten en de samenwerking die ik doorheen de jaren met het BIBF heb onderhouden willen kwalificeren als: “constructief” en “positief”. Ons gemeenschappelijke doel heeft er altijd in bestaan de werk omstandigheden van de cijferberoepers en vooral de omgeving waarin ze evolueren te verbeteren. De kwaliteit van de prestaties die ze leveren aan hun cliënten is voor een groot stuk de verantwoordelijkheid van het BIBF. Denken we bijvoorbeeld aan de permanente vorming, aan de publicaties of aan de andere werkmiddelen die het Instituut hen ter beschikking stelt. Maar ook de politiek moet alles in het werk stellen zodat de boekhouders(-fiscalisten) hun werk in de best mogelijke omstandigheden kunnen verrichten. Ook al namen het Instituut en mijn kabinet aangaande bepaalde onderwerpen soms uiteenlopende standpunten in, toch hebben we steeds gediscussieerd en onderhandeld met een positieve ingesteldheid om zo tot oplossingen te komen die voor beide partijen aanvaardbaar zijn. BIBF: Van alle voogdijministers die ons Instituut heeft gekend, kunnen we, zonder enige demagogie, zeggen dat u de minister bent die het meeste aandacht heeft besteed aan de verzoeken en vragen van onze leden en bijgevolg ook aan die van hun klanten. Denkt u dat er in het verleden te weinig aandacht werd geschonken aan ons beroep en dat de erkende boekhouder(-fiscalist) opnieuw de plaats zou moeten innemen die hem toekomt, die van belangrijkste adviseur van zelfstandigen en KMO’s? Sabine Laruelle: Ik ben steeds een luisterend oor geweest voor de cijferberoepen. Als minister van KMO’s heb ik jammer genoeg moeten vaststellen dat vele KMO’s binnen de 5 jaar na hun oprichting failliet gingen. Een zaakvoerder heeft niet altijd de tijd of de middelen om zich bezig te houden met de sociale, fiscale, juridische of boekhoudkundige aspecten die deel uitmaken van zijn professionele activiteit. De boekhouder(-fiscalist) heeft hierbij een belangrijke waarschuwingsfunctie. Hij moet zijn klant niet alleen verwittigen wanneer deze een beslissing neemt die nefast zou kunnen zijn voor het voortbestaan van zijn activiteit, maar hem tevens naar best vermogen advies verlenen inzake financieel beheer om zijn activiteit te bestendigen en te ontwikkelen. Mijn rol bestaat erin een omgeving te creëren die de cijferberoeper in staat stelt zijn diverse opdrachten optimaal uit te voeren. BIBF: De KMO’S maken ongeveer 97% uit van het totaal der ondernemingen en vormen als dusdanig de ruggengraat van de Belgische economie. Kunnen we stellen dat de totale gelijkschakeling van het minimumgezinspensioen van de zelfstandigen met dat van de loontrekkenden uw grootste overwinning is ? Sabine Laruelle: Toen ik 10 jaar geleden minister van Middenstand werd, realiseerde ik me dat er in dit land tweederangswerkers zijn, met name de zelfstandigen. Ik zou zelfs de term “onder-werkenden” in de mond durven nemen. En wat stellen we vast? Dat de KMO’s de spilfiguur zijn van de relance van de Belgische economie. Het zijn zij die personeel aannemen, investeren, innoveren, kortom de economie laten draaien. Het was dus onaanvaardbaar dat niet alle werkenden in dit land gelijk werden behandeld. Op het gebied van arbeidsongeschiktheid en invaliditeit, kinderbijslag, bevalling (laten we de vrouwelijke zelfstandigen en zaakvoersters niet vergeten) , zijn er onder mijn impuls belangrijke stappen gezet om de ongelijkheid tussen loontrekkenden en zelfstandigen recht te 4
trekken. Daarnaast zullen 65-plussers met een loopbaan van 42 jaar de mogelijkheid krijgen om tijdens hun pensioen bij te verdienen zonder beroepsinkomensgrens. Deze mogelijkheid gaat in vanaf het inkomstenjaar 2013. Ongeveer 80.000 zelfstandigen komen hiervoor in aanmerking. BIBF: De interne (loontrekkende) boekhouders, kunnen weldra op vrijwillige basis lid worden van het BIBF. Welke meerwaarde ziet u in deze evolutie, zowel voor ons Instituut als voor de geïnteresseerden zelf? Het beroep van boekhouder trekt weinig jongeren aan. Bent u van mening dat deze integratie de overstap naar een zelfstandig statuut zal bevorderen en dat meer jongeren zich erdoor geroepen zullen voelen? Sabine Laruelle: Het beroep van boekhouder moet omkaderd worden door een specifieke wetgeving, met name een wetgeving die toelaat het beroep sneller aan te passen. Het ondernemerscijfer in ons land ligt onder het Europese gemiddelde. We moeten dus alles in het werk stellen opdat wie zelfstandige wil worden niet ontmoedigd wordt door een niet-stimulerende omgeving. Gebruik kunnen maken van een structuur zoals het BIBF kan voor boekhouders in loondienst alleen maar positief zijn. Omgekeerd zal een zelfstandig boekhouder die boekhouder in loondienst wil worden de voordelen kunnen behouden die vasthangen aan zijn lidmaatschap van het Instituut. BIBF: Sinds de oprichting van de BVBA Starter hebt u de tussenkomst van een cijferberoeper verplicht gemaakt bij het opstellen van een financieel plan. Vindt u dat onze beroepen (boekhouder, accountant,…) nog meer zouden moeten worden betrokken bij de ontwikkeling van bedrijven en KMO’s in het bijzonder ? Sabine Laruelle: Ik denk dat we deze vennootschapsvorm moeten herzien en verbeteren. Ik stel vast dat te veel cijferberoepers de BVBA Starter en zijn voordelen onvoldoende kennen. Ik kom niet terug op het principe, maar het moet geëvalueerd worden. Wat de verplichte tussenkomst van een cijferberoeper bij het opstellen van een financieel plan betreft, deze 5
moet de leveranciers, de financiële instellingen en de klanten van deze vennootschappen geruststellen. Ik heb in elk geval meermaals bevestigd dat de boekhouders(-fiscalisten) essentiële partners van de zelfstandigen zijn en dat hun rol ten aanzien van hen enkel groter en belangrijker kan worden. BIBF : Welke initiatieven die de zelfstandigen aanbelangen zou u nog tot een goed einde willen brengen voor de federale verkiezingen van 2014? Sabine Laruelle: Er zijn nog verschillende projecten die me nauw aan het hart liggen. Zonder exhaustief te zijn, kan ik de volgende vermelden: 1. De hervorming van de berekeningswijze van de betaling van de sociale bijdragen In 2012 werd een belangrijke analyseopdracht toevertrouwd aan een monitoringcomité, samengesteld uit leden van de betrokken administraties, maar ook van de representatieve organisaties van zelf standigen, van de Instituten van de economische beroepen en van de sociale zekerheidskassen. Het comité heeft verschillende pistes onderzocht en zal ten vroegste op 1 januari 2014 en ten laatste op 1 januari 2015, naargelang de technische en budgettaire mogelijkheden, zijn eindrapport aan de regering voorstellen.
6
Hieruit blijkt dat 71% van de zelfstandigen voorstander zijn van het «N op N» systeem en 29% voorstander zijn van het huidige berekeningssysteem maar aangevuld met een systeem van voorschotten. 2. De definitieve afschaffing van de malus die op het vervroegde pensioen van zelfstandigen weegt 3. De omzetting van de richtlijn betreffende de achterstallige betalingen De onbetaalde facturen vertegenwoordigen in België 9,15 miljard euro. Om een stipte betaling van de schuldvorderingen te garanderen wil ik, samen met de minister van Justitie, de Europese richtlijn betreffende achterstallige betalingen omzetten. Deze omzetting zal een aanzienlijke impact hebben op de levensvatbaarheid van de zelfstandigen en van de KMO’s. De problemen met liquide middelen ten gevolge van achterstallige betalingen liggen aan de basis van 25% van de faillissementen. De richtlijn voorziet een termijn, buitengewone omstandigheden uitgezonderd, van 30 dagen voor de betaling van facturen tussen ondernemingen en overheidsinstanties en een termijn van 30 dagen voor de betaling tussen ondernemingen. Tenzij zij dit anders contractueel bepalen en voor zover deze afwijkende termijn niet duidelijk abusief is. 4. Maatregelen om het evenwicht te herstellen in de relatie banken/KMO’S We stellen vast dat de voorwaarden voor kredietverlening steeds strenger worden qua kosten, qua waarborgen die worden geëist alsook de informatie die moet worden verstrekt. Ongeveer 1 KMO op 5 krijgt bij zijn kredietaanvraag te maken met een weigering. Het zijn vooral de kleinere ondernemingen en de zelfstandigen die moeilijkheden ondervinden om een krediet te krijgen. 5. Een omkadering van de funding loss/wederbeleggingsvergoeding Zowel bij de Kredietbemiddelaar als bij Ombudsfin stapelen de klachten m.b.t. de wederbeleggingsvergoeding zich op. De clausules zijn vaak onleesbaar, de berekeningen zijn complex (verschillende rentevoeten) en kunnen gepaard gaan met diverse kosten die oplopen tot 30 à 40% van het overblijvende saldo. We moeten dus een maximumvergoeding vaststellen voor het geheel van de kredieten. Tevens moeten we bepaalde abusieve clausules, verbieden. Ik denk met name aan clausules die een eenvoudig verbod opleggen om een lening vervroegd terug te betalen of nog die buitensporige kosten en schadevergoedingen opleggen bij wederbeleggingsvergoedingen,… 6. Betere informatie in geval van kredietweigering Vele ondernemers stellen aan KeFiK vragen omdat ze niet begrijpen waarom hun krediet werd geweigerd. KeFiK heeft daarom een diagnosemiddel ter beschikking gesteld op hun website. Deze tool stelt de ondernemer in de mogelijkheid de sterktes en zwaktes van zijn/haar dossier te kennen. Deze tool kwam bovendien tot stand in nauwe samenwerking met de banksector. 7. De aanwending van alternatieve financiering bevorderen Vandaag de dag kunnen diegenen die we de 3 F’en noemen (friends, family and fool), geen pand nemen op een handelsfonds. De wet behoudt dit voor aan bancaire schuldeisers. Dit terwijl dezelfde 3 F ‘en wel een hypothecaire inschrijving kunnen nemen. Het doel is hier om de mensen aan te sporen tot alternatieve financiering door de bescherming van een niet-bancaire schuldeiser te verbeteren. BIBF : Bent u van mening dat binnen het huidige begrotingskader lastenverlagingen nog in aanmerking kunnen komen om de zelfstandige activiteit te stimuleren? Sabine Laruelle: Ik denk in het bijzonder aan de lastenverlaging voor de eerste drie aanwervingen binnen KMO’s zonder loongrens. Het doel is de regimes van de sociale bijdragenverminderingen te harmoniseren en uit te breiden. Vanaf 1 oktober 2012 werden de nieuwe verlagingen van de sociale bijdragen toegepast op de nieuwe aanwervingen en vanaf 1 januari 2013 konden deze ook toegepast worden op aanwervingen van voor 1 oktober 2012.
7
Het Instituut gisteren en vandaag: standpunten van twee voorzitters
Mijnheer Limme, kan u ons de omstandigheden in herinnering brengen die geleid hebben tot de oprichting van het BIB, zoals ons Instituut in die tijd heette? Aan de basis lag het verzoekschrift van 4 mei 1987 dat door de Nationale Associatie der Boekhouders van België (NABB) werd ingediend bij het Ministerie van Middenstand. Dit verzoekschrift had tot doel de beroepstitel van boekhouder te beschermen en de uitoefening van deze beroepsactiviteit te reglementeren. Om precies te zijn was de NABB op dat ogenblik de tegenhanger van wat het Nationaal College der Accountants van België (heden het Fonds NCAB dat jaarlijks prijzen uitreikt aan personen die een cijferberoep uitoefenen) voor het beroep van accountant was dat zelf aan de basis van de oprichting van het Idac lag. Vervolgens werd het Beroepsinstituut voor Boekhouders opgericht bij Koninklijk Besluit van 19 mei 1992 dat de beroepstitel en de uitoefening van het beroep van boekhouder beschermde. Toch was het nog een jaar wachten op verkiezingen in het BIB. Deze laatste vonden plaats in april 1993 en het Koninklijk Besluit van 25 mei 1993 heeft aldus het Beroepsinstituut voor Boekhouders geïnstalleerd. Welk beeld hadden zelfstandige bedrijfsleiders, de vrije beroepen en andere cijferberoepen (revisoren, accountants) in die tijd van de zelfstandige boekhouder? De boekhouder was in de ogen van de andere cijferberoepen een «handelaar» omdat wij op dat ogenblik niet over een deontologische code beschikten. Overigens bestond onze grootste verwezenlijking in de jaren na de oprichting van het Instituut in de uitwerking van een deontologische code die het BIB een plaats tussen de vrije beroepen gaf. Mijnheer Conter, u was op dat ogenblik zelfstandig boekhouder. Wat was uw beeld van het beroep en hoe heeft u de oprichting van het BIB verwelkomd? Ik was persoonlijk bijzonder tevreden met de oprichting van het BIB. De boekhouders beschikten eindelijk over een officieel statuut met een Instituut om hun rechten te beschermen en hun verzuchtingen aan te kaarten bij de bevoegde administratieve en politieke instanties.
Ik moet ook zeggen dat het beroep in die tijd heel verschillend was van hoe we het vandaag kennen. De cliënt had veel respect voor de boekhouder en ik zou zelfs durven zeggen dat hij bang was voor hem, bang voor een bolwassing omdat hij zijn raadgevingen niet had gevolgd. Ik zal eraan toevoegen dat de cliënten minder veeleisend waren en dat het beroep eenvoudiger was. We werkten met meer bedienden, de fax was nog niet algemeen verspreid en de informatica nog veel minder. Integendeel, we moesten werken zonder rekeningenstelsel en de overname van een dossier van een confrater was soms niet minder dan een kruisweg. Het was een beetje een “heroïsch” tijdperk. Mijnheer Limme, u was zelf accountant toen u voorzitter van het BIB werd, na het overlijden van de heer Jean Philippe, de eerste voorzitter. Wat waren uw doelstellingen voor het Instituut en voor het beroep? Hebt u deze bereikt? Het overlijden van voorzitter Jean Philippe kwam volledig onverwacht voor het BIB, aangezien niets liet vermoeden dat hij aan enige aandoening leed. Ik zal niet in detail treden over zijn opvolging die de lezer van dit artikel niet zal interesseren, maar mijn bekommernis en die van de mandatarissen toen was het Instituut zo goed mogelijk te laten functioneren. Het was nodig dat de Nationale Raad werkte. Wij moesten een reglement van inwendige orde uitwerken en laten goedkeuren door de minister, een reglement van plichtenleer en een stagereglement uitwerken, de permanente vorming organiseren, de Uitvoerende Kamers en de Kamers van Beroep installeren, personeel aanwerven,… Ik moet toegeven dat ik ook het geluk en het voorrecht heb gehad om als tegenhanger bij het Idac de heer Raymond Krockaert te hebben die zich tegenover mij altijd bijzonder eerlijk en loyaal heeft getoond. Ik had tegenover mij een gesprekspartner met wie ik kon discussiëren en zelfs wanneer we het niet eens waren, kwamen we toch tot een vergelijk dat de respectievelijke standpunten van onze Instituten respecteerde. Ik herinner me dat we in het begin van mijn mandaat in 1994 op het BIB een moeilijke periode hebben gehad. Er was sprake van een erkenning voor de belastingconsulenten. Er werd zelfs een verzoek ingediend in het kader van de Wet Verhaegen. De twee beroepen zijn dusdanig met elkaar verbonden – de fiscaliteit komt voort uit de boekhouding – dat ik iedereen die een beetje ernstig is, uitdaag de twee materies te scheiden. Gelukkig heeft de Hoge Raad voor de Middenstand ons gevolgd in onze argumentatie en het verzoek van de belastingconsulenten verworpen. Uiteindelijk heeft de Wet van 22 april 1999 iedereen verzoend door aan de beroepsactiviteiten van de boekhouders (en de accountants) fiscale bijstand aan en vertegenwoordiging van belastingplichtigen toe te voegen, zonder hen echter een fiscaal monopolie toe te kennen. En zo werd het BIB het BIBF, het huidige Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten.
Bent u van oordeel dat een accountant en een erkende boekhouder(-fiscalist) hetzelfde beroep uitoefenen? Eerlijk gezegd wel, behoudens natuurlijk de bijzondere opdrachten. Maar deze laatste worden enkel uitgevoerd door een kleine minderheid van de accountants. Dus ja, wij oefenen in essentie hetzelfde beroep uit ook al weet ik dat deze bevestiging door sommigen op tandengeknars zal worden onthaald. Mijnheer Limme, de informatica heeft, zoals u weet, een enorme plaats in het beroep ingenomen. Wij horen praten over “e-boekhouding” en de “e-boekhouder”. Had u zich zich een dergelijke evolutie voorgesteld en erop geanticipeerd? Ik zou zeggen dat we heel snel van een telraam op de informatica zijn overgeschakeld (glimlach)! Neen ernstig nu, in het begin van mijn carrière heb ik enorme rekenmachines gekend die veel plaats innamen en een hels lawaai maakten. Vervolgens herinner ik me een computer, waarvan ik de naam hier verzwijg, die ik had gekocht voor 490.000,00 BEF met een harde schijf van 10 megabyte. Ik vermoedde wel dat dit alles snel ging evolueren en zie nu het materiaal waarmee we werken: laptops, tablets, internet, boekhoud- en fiscale software,… Of we nu thuis zijn, in de auto, op bureau, in de trein, in een vliegtuig of aan het einde van de wereld, wie een cijferberoep uitoefent kan met één klik het dossier van een cliënt raadplegen. Eigenlijk moet de boekhouder van de 21ste eeuw een eboekhouder zijn, zoniet dreigt hij te verdwijnen. Mijnheer Conter, treedt u de analyse van mijnheer Limme bij? Zeer zeker en het gaat veel sneller dan voorzien. Het staat in de sterren geschreven dat zonder informatica de beroepsbeoefenaar nog maar een kort leven beschoren is. Ik denk persoonlijk dat de komst van boekhoudsoftware en tekstverwerking eind jaren ’80 een echte revolutie voor het beroep heeft ontketend. Liggen uw huidige doelstellingen dicht bij die van uw voorganger of zijn ze radicaal anders rekening houdend met de evolutie van de socio-economische omgeving? De doelstellingen zijn verschillend. Ik leg me erop toe de mentaliteit te veranderen en de boekhouders voor te bereiden op de toekomst van hun beroep. Ik kan het niet genoeg herhalen: de boekhouder moet niet langer beschouwd worden als “een cijferaar” maar als een raadgever inzake bedrijfsbeheer, zeker in deze crisistijd. Wanneer de beoefenaar van een cijferberoep vaststelt dat een bepaald initiatief nadelige gevolgen kan hebben voor de onderneming en haar personeel, is het zijn plicht om de aandacht van zijn cliënt hierop te vestigen. De boekhouder (-fiscalist) oefent een rol uit die zowel preventief als pedagogisch is. Door preventie wapent hij de onderneming tegen slecht functioneren en door aan de cliënt uit te leggen waarom hij iets op de één of andere manier doet, geeft hij blijk van een pedagogische ingesteldheid. Ik dring ook steeds aan op de transparantie die voorop moet staan in de relatie tussen de beoefenaar van het cijferberoep en zijn cliënt. Daarvoor is het essentieel dat hij zijn cliënt leert een balans en een resultatenrekening te lezen en begrijpen. Een werk dat niet altijd gemakkelijk is aangezien ik ook vaststel dat sommige zelfstandigen maar heel weinig kennis hebben van bedrijfsbeheer. Mijnheer Limme, in 2006 was er sprake van het BIBF en het IAB te fusioneren. Het onderwerp heeft al veel inkt doen vloeien en heeft sommigen blijkbaar koud zweet bezorgd. Hoe denkt u over dit project en over het falen ervan? Heeft u het gevoel van een grote tijdverspilling of bent u van mening dat men er toen nog niet klaar voor was en dat het hier enkel om uitstel gaat?
10
De toelichting van de motieven van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen voorzag reeds een toenadering tussen de drie instituten. De doelstelling van de wetgever was “de toenadering van de verschillende structuren waarin de economische beroepen worden georganiseerd te stimuleren” alsook de mogelijkheid “dat het Instituut van Accountants, het Instituut van Bedrijfsrevisoren en het Beroepsinstituut van Boekhouders er op termijn slechts één zouden vormen”. Sommige geesten zullen inderdaad niet klaar geweest zijn voor deze evolutie. Ik denk dat deze fusie toch voordelig zou zijn en dat het er op een dag toch van zal komen. Maar ik was in 2006 niet betrokken bij het project en verkies over het onderwerp niet verder uit te wijden en geen waardeoordeel uit te spreken over zij die toen aan zet waren. Mijnheer Conter, is deze fusie vandaag nog wenselijk? Zou ze de sector van de cijferberoepen in België sterker maken of competitiever? Ik denk dat ze wenselijk is. Eenheid maakt macht, één Instituut van ongeveer 15.000 leden zou zwaarder doorwegen zowel op de nationale als op de internationale scène dan elk Instituut afzonderlijk. Maar ik blijf er wel van overtuigd dat binnen dit enig Instituut in het begin elkeen zijn eigenheid moet behouden. Ik zal hier in de huidige context niet verder over uitwijden.
11
Mijnheer Limme, rekening houdend met uw lange ervaring, hoe stelt u zich het beroep van boekhouder-fiscalist in de toekomst voor? Bent u optimistisch? Ja, ik ben redelijk optimistisch. Zoals hiervoor reeds werd benadrukt, zal de functie van boekhouder(-fiscalist) sterk evolueren. De boekhouder zal meer en meer de bevoorrechte raadgever zijn van de bedrijfsleider en de zelfstandige in het algemeen, handelaar of titularis van een vrij beroep. Hij zal niet meer enkel een dienstverlener zijn, maar ook een onvermijdelijke partner in de KMO. Het beroep zal eveneens steeds technologischer worden, men zal moeten kunnen jongleren met boekhoudkundige en fiscale software, de elektronische facturatie,… Dit beroep heeft volgens mij een nieuwe toekomst voor zich voor zover het altijd verdedigd zal worden zoals vandaag. Mijnheer Conter, waarom bent u zo’n grote voorstander van werken in een netwerk en het gebruik van boordtabellen? Wie een cijferberoep uitoefent moet niet aarzelen een beroep te doen op externe competenties. Wanneer het vandaag de dag gaat om belangrijke initiatieven en analyses hebben diensten zoals marketing, onderzoek en ontwikkeling, Human Resources, productie of verkoop de neiging om spontaan het financieel departement te betrekken. Zodoende is het terrein van de boekhouding aanmerkelijk uitgebreid, wat niet alleen een kennis van andere materies, maar ook een gezonde dosis zakelijk inzicht vereist. Niemand kan beweren dat hij alles kent. Indien nodig kan iemand die een cijferberoep uitoefent ook een beroep doen op externe specialisten die, om hun opdracht tot een goed einde te kunnen brengen, dan weer zullen terugvallen op de kennis van deze cijferberoeper. Het betreft overigens opdrachten die steeds duidelijker afgelijnd zijn. Dankzij een voortdurende en steeds meer doorgedreven vorming en een hergroepering van de competenties tussen specialisten van verschillende horizonten, kunnen beroepsbeoefenaars die een cijferberoep uitoefenen zich managementtechnieken goed eigen maken en deze toepassen bij hun cliënten.
Wat de boordtabellen betreft, moeten deze als een beleidsinstrument worden beschouwd dat ter beschikking staat van een verantwoordelijke of zijn team om beslissingen te nemen en te handelen met het oog op het bereiken van een doel dat samenvalt met de verwezenlijking van de strategische objectieven. Het vormt een hulpmiddel bij het bedrijfsbeleid om de evoluties en de gevolgen van de werking van een systeem te oriënteren. Het helpt tevens om het team te stimuleren door een collectieve reflectie te ontwikkelen met als doel de middelen optimaal te benutten. Mijnheer Limme, wat zou u een jongere die het beroep van zelfstandig boekhouder ambieert meegeven? Dat het een bijzonder boeiend beroep is dat evenwel een grote nauwkeurigheid gekoppeld aan een analytische geest en intellectuele openheid ten aanzien van de nabije socio-economische wereld vereist. Een groot aanpassingsvermogen aan veranderingen is eveneens onontbeerlijk. Maar wie wil slagen, zal er geraken. Opleiding, professionalisme, bekwaamheid, onafhankelijkheid, beroepsernst en discretie zijn de sleutelwoorden en de troeven van de erkende boekhouder(-fiscalist). Mijnheer Conter, wat zou u hem zeggen? Dat het een beroep is dat een flinke dosis morele, maar ook fysieke kracht vraagt. Dat men ernstig moet zijn, zijn grenzen moet kennen en zijn mogelijkheden niet mag overschrijden. Een goed tijdsbeheer en kunnen omgaan met stress evenals een goede kantoororganisatie zijn absoluut noodzakelijk. Het is niet voor niets dat ik seminaries over deze thema’s geef. Ik ben ook van mening dat de erkende boekhouder(-fiscalist) van morgen in staat moet zijn zich steeds aan zijn omgeving aan te passen zoals een kameleon. Ik zou aan een jonge student die een cijferberoep wil uitoefenen zeggen dat hij moet durven om te kunnen slagen. Dus, durf!
13
Op 8 april 2013 had het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten het genoegen de heer Carlos Six, administrateur-generaal van de Belastingen, te mogen ontvangen. De heer Jean-Marie Conter, voorzitter van het Instituut, was eveneens aanwezig op deze bijeenkomst waarvan het thema gewijd was aan de samenwerking tussen de belastingdienst en het BIBF. Gaëtan Hanot (G.H.): Mijnheer Six, een paar jaar geleden hebben het BIBF en de belastingadministratie een samenwerking opgestart in diverse domeinen. Wat vindt u van die samenwerking? Hoe ziet u die in de toekomst nog evolueren? Carlos Six (C.S.): Ik vind dat wij altijd in een goede verstandhouding hebben samengewerkt maar dat deze samenwerking nóg verder moet gaan om de fiscale problemen aan te pakken. Er is ook nood aan transparantie tussen ons, in het belang van de belastingplichtige. Bovendien zou ik komaf willen maken met het negatieve beeld als zouden de belastingadministratie en de boekhouder “vijanden” van elkaar zijn, met de belastingplichtige er tussenin. Heel vaak – maar het grote publiek weet dat niet – komen de fiscus en de boekhouder samen tot een akkoord dat wettelijk gezien aanvaardbaar is. G.H.: Mijnheer Conter, mag ik de vraag ook aan u stellen? Jean-Marie Conter (J.-M. C.): Ik treed mijnheer Six volledig bij. Een permanente dialoog tussen ons is belangrijk. Ik zou echter willen meegeven dat de beroepsbeoefenaar in dienst van zijn cliënten werkt maar dat hij er niet is om hen te helpen frauderen. De belastingadministratie van haar kant moet er altijd goed op toezien dat het innen van de belastingen rechtvaardig blijft verlopen tussen alle belastingplichtigen. Maar dat is - ik erken dat - geen gemakkelijke opgave.
Administratie en cijferberoepen: een permanente dialoog is noodzakelijk! G.H.: In de toespraak die u tijdens de beurs Ondernemen hebt gehouden, zei u dat driekwart van de ambtenaren die met pensioen gaan niet worden vervangen, of liever, dat ze worden vervangen door de cijferberoepers zelf. Kunt u dat wat nader toelichten? J.-M. C.: Ik denk dat de fiscus middelen nodig heeft om te functioneren: geld, technologie maar ook mensen. Momenteel is men echter geneigd om almaar meer taken door te schuiven naar de cijferberoepers. Men vraagt hun bijvoorbeeld om ten aanzien van hun cliënten waakzamer te zijn (cfr. de wet tot voorkoming van witwasoperaties) ten koste van bepaalde adviserende taken die voor die cliënten belangrijk zijn. Als voorzitter van het BIBF is het mijn plicht om de bevoegde politieke middens hier attent op te maken. Ik richt mijn pijlen geenszins op de belastingadministratie, die eveneens afhangt van de politieke macht. G.H.: Mijnheer Six, in Nederland en in Frankrijk bestaat er een systeem van fiscale precontrole door beëdigde ambtenaren. Zo weet de burger-belastingplichtige vooraf hoeveel belastingen hij zal moeten betalen. Evolueren we ook in België naar een dergelijk systeem? En zo niet, zou men dat dan niet moeten overwegen? C.S.: Wij laten ons graag inspireren door het buitenland en soms is dat erg nuttig. Ik moet er echter bij zeggen dat in Nederland meer fiscale stiptheid heerst. De Nederlandse belastingplichtige lijkt meer gedisciplineerd. Dat is een kwestie van mentaliteit. In België zou het eveneens zover kunnen komen, maar daar zullen langere onderhandelingen voor nodig zijn. Maar het spreekt voor zich dat het precontrolesysteem bedrijven, zelfstandigen of zelfs werknemers in staat stelt om hun belastingen te berekenen. Het is een interessante benadering, die gebaseerd is op wederzijds vertrouwen tussen beide partijen en waarbij ze hun geloofwaardigheid op het spel zetten. G.H.: Mijnheer Conter, wanneer het over belastingfraude gaat, beweren sommigen schaamteloos dat de boekhouder de medeplichtige is van zijn cliënt. Wat antwoordt u daarop? J.-M. C.: Wie zoiets zegt, moet eerst inlichtingen inwinnen over de wijze waarop boekhouders te werk gaan. Als het over belastingfraude gaat, moet men naar mijn mening eerst kijken naar andere organismen die daar vaak een meer dan louche rol bij hebben gespeeld. Een controle op de werknemers, ambtenaren of werklozen die in het zwart werken, zou evenmin overbodig zijn. Er bestaat een hele ondergrondse economie die de zelfstandigen schade berokkent. Wie een cijferberoep uitoefent, moet zich aan de deontologie houden. Doet hij dat niet, dan riskeert hij tuchtstraffen en zelfs strafsancties. En wanneer men in de pers leest dat een boekhouder op heterdaad werd betrapt wegens fraude, blijkt het heel vaak te gaan om iemand die het beroep onwettig uitoefent en door geen enkel Instituut erkend is en dus het beroep illegaal uitoefent. Ik voeg er overigens aan toe dat, in de overgrote meerderheid van de gevallen, de beoefenaar van een cijferberoep zijn cliënt zal waarschuwen voor elke poging tot fraude en hem zal zeggen dat hij voor dergelijke zaken niet op hem hoeft te rekenen.
15
G.H.: Kunt u zeggen hoe het staat met de planning van de termijnen voor het indienen van de belastingaangiften? Welke evolutie mogen we op dit vlak verwachten?
G.H.: Mijnheer Six, bij belastingcontroles geven sommige controleurs blijk van een zekere soepelheid terwijl anderen de wet uitermate streng toepassen. We denken dan vooral aan de 309%-regel. Hoe verklaart u die ambigue houding?
C.S.: In een ideaal scenario spreken de cijferberoepers en de belastingadministratie de termijnen af, rekening houdend met het algemeen belang. Dat is niet altijd evident maar ik denk dat alles wat redelijk is, het overwegen waard is. Zoals mijnheer Conter al heeft aangestipt, heeft de boekhouder andere taken en moet hij zijn gezond verstand gebruiken en zijn cliënten vragen om hem hun documenten binnen aanvaardbare termijnen te bezorgen. Anderzijds ben ik er mij zeer goed van bewust dat de informaticalogistiek van de belastingadministratie up-to-date moet zijn. Ik weet dat in dat opzicht niet alles perfect is maar er wordt aan gewerkt.
C.S.: Ook belastingcontroleurs zijn mensen. En dus geven sommigen bij de toepassing van de reglementen blijk van enig pragmatisme en anderen niet. Toch dient men uit te gaan van het principe dat alle belastingplichtigen die zich in eenzelfde fiscale situatie bevinden, op een billijke manier moeten worden behandeld. Soms komt het erop aan om een kosten-batenanalyse te maken en daarbij niet uit het oog te verliezen dat de wet primeert. Maar men moet ook tussen de regels kunnen lezen en blijk geven van gezond verstand en pragmatisme. Het kan dat een belastingplichtige verstrooid was en te goeder trouw is. Zo iemand bestraffen zou contraproductief werken. Maar we weten ook dat sommige belastingplichtigen systematisch vals trachten te spelen. In dat geval worden de betrekkingen tussen de fiscus en de belastingplichtige geregeerd door kwade trouw. Een sanctie is dan gerechtvaardigd en verdiend, al is het maar ten aanzien van al die belastingplichtigen die zich wel als brave burgers hebben gedragen.
G.H.: Mijnheer Conter, in principe moet het BIBF op de hoogte worden gebracht van de wijzigingen die de belastingadministratie doorvoert op het vlak van belastingaangiften. Dat is helaas niet altijd het geval. Welke boodschap zou u in dit verband willen meegeven? Tussen de belastingadministratie en het Instituut moet wederzijds vertrouwen heersen. Ik pleit dus voor meer openheid en voor een snelle en continue uitwisseling van informatie. 16
Soms worden inlichtingen die onze leden dringend nodig hebben niet tijdig kenbaar gemaakt en blijven die steken bij een of andere instantie. Dat moet tot elke prijs worden vermeden.
G.H.: Mijnheer Conter, wij zouden graag weten wat u over deze kwestie denkt. J.-M. C.: Ik vind dat het systeem over het algemeen correct werkt, maar dat de fiscus er baat bij zou hebben om vooraf inlichtingen op te vragen. Ideaal zou zijn dat de belastingadministratie een indiciaire controle1 op afstand zou verrichten.
In een heel ander register denk ik dat de belastingadministratie en de cijferberoepen moeten samenwerken om de onwettige boekhouders op te sporen, want zij zijn slecht voor het imago van ons beroep.
G.H.: Mijnheer Six, in Frankrijk bestaat sinds 1 april 2012 het unieke mandaat. In België is er al lang sprake van maar tot op heden bestaat het nog niet. Wat is de stand van zaken? Komt het unieke mandaat er nog voor de verkiezingen van 2014?
G.H.: Mijnheer Six, wat de belastingcontrole betreft: de software die de dossiers selecteert op basis van het risico op misbruik heet Mercurius en werkt met punten. Wij weten dat die punten worden toegekend volgens bepaalde criteria, maar om welke criteria het gaat, is een goed bewaard geheim. Kunt u daar toch iets meer over kwijt? En vooral, kunt u de cijferberoepers en hun cliënten geruststellen, want zij vragen zich soms af of er geen risico bestaat op willekeur?
C.S.: Ik weet niet wanneer het unieke mandaat van toepassing zal zijn maar naar mijn mening is het een zeer goede oplossing want het zal de taak van zowel de cijferberoepers als van de belastingadministratie vergemakkelijken. G.H.: Mijnheer Conter, denkt u niet dat er op het vlak van fiscaliteit “meer Europa” nodig is?
C.S.: Het Mercurius-systeem en de datamining zijn gebaseerd op technieken uit de informatietheorie, de statistiek en de gegevensmodellering. Zo checken we bijvoorbeeld de samenhang van alle fiscale, sociale, boekhoudkundige en vermogensgegevens die over een belastingplichtige werden verzameld en door diverse afdelingen van de administratie werden aangeleverd. Vervolgens toetsen we die gegevens aan standaardprofielen die naar voren komen uit groepen van belastingplichtigen met soortgelijke kenmerken. Maar datamining houdt bijvoorbeeld geen rekening met ontbrekende aangiftes. In dat geval is een andere aanpak nodig. De fiscus heeft inlichtingen nodig die hij kan benutten zonder de privacywet met de voeten te treden. Wij hebben ook veel nood aan deskundigen en analisten om het innen van de belastingen te optimaliseren. In dit domein is een evolutie onontbeerlijk. Dit gezegd zijnde denk ik u te kunnen geruststellen: er is geen sprake van willekeur bij het selecteren van de dossiers die aanleiding geven tot een belastingcontrole.
J.-M. C.: Ja, waarschijnlijk wel, maar zover zijn we nog lang niet. Toch gaan er, gezien de recente gebeurtenissen (cfr. offshore leaks), in Europa stemmen op om het fiscale beleid te harmoniseren. De tijd zal het uitwijzen! G.H.: Mijnheer Six, bent u op dat vlak optimistisch? C.S.: Eerlijk gezegd geloof ik er niet in, tenzij dan voor de BTW, waar we enige Europese harmonisatie zien. Maar als het over aanslagvoeten, fiscale boetes e.d. gaat, is dit een nagenoeg onmogelijke opgave.
1 Ter herinnering: de indiciaire controle is een techniek waarmee de belastingadministratie de inkomsten van om het even welke belastingplichtige kan corrigeren. De fiscus zoekt daarbij naar aanwijzingen en tekenen van de levensstandaard van de belastingplichtige en kan het bankgeheim laten opheffen.
17
MAAK KENNIS MET PARTENA Expertise. Persoonlijk en op uw maat Partena kiest resoluut voor persoonlijk contact, met een vaste vertrouwenspersoon voor elk boekhouder of accountant. Want wij willen begrijpen wat u en uw klanten belangrijk vinden. Wij passen onze manier van werken aan die van u aan en zorgen ervoor dat alles op wieltjes loopt. Zo vullen we elkaar perfect aan en kunt u een snelle en betrouwbare service geven aan uw klanten.
ONDERNEMINGSLOKET SOCIALE VERZEKERINGEN VOOR ZELFSTANDIGEN SOCIAAL SECRETARIAAT KINDERBIJSLAGFONDS VOOR WERKNEMERS
Envie de mieux nous connaître?
Contacteer ons www.partena.be - Tel. : 02/549.36.46 -
[email protected]
Deel 2 : Jaarverslag 2012 De voorstelling van het jaarverslag vormt steeds een belangrijke gebeurtenis voor het BIBF en zijn leden. Dit initiatief, dat reeds sinds 2005 bestaat, laat u inderdaad toe kennis te nemen van de voornaamste gebeurtenissen en belangrijkste verwezenlijkingen van het voorbije jaar. In dit verslag hebben we een aantal kerndossiers besproken die de activiteit van het Instituut in 2012 sterk hebben beïnvloed. U zal er eveneens een overzicht van de door het BIBF uitgegeven publicaties in terugvinden evenals de verschillende evenementen waaraan het Instituut heeft deelgenomen. Ons engagement ten dienste van onze leden en stagiairs vertaalt zich in het opstellen van officiële mededelingen, in de talrijke tussenkomsten bij de bevoegde overheden, de acties in de pers, evenals de deelname aan een groot aantal werkgroepen. Om die reden wordt ons Instituut sinds lang als een volwaardige gesprekspartner erkend. Wij bieden u tevens een kort overzicht van de jaarrekening 2012 van het Instituut. We heten ook de boekhouders(-fiscalisten) welkom die op het einde van hun stage voor het praktisch bekwaamheidsexamen zijn geslaagd en hun erkenning hebben behaald. Wij feliciteren eveneens de oud-leden van het Instituut die het voorbije jaar de titel van ere-boekhouder(-fiscalist) hebben ontvangen. Ik kan u verzekeren dat wij, en met ons alle vertegenwoordigers van het BIBF, ook in de toekomst de belangrijkste uitdagingen van ons beroep met enthousiasme en toewijding zullen definiëren en aankaarten. Ik denk daarbij in het bijzonder aan de grondige opleiding van onze stagiairs die de toekomst vormen van het beroep.
Xavier SCHRAEPEN Ondervoorzitter
19
Dossiers ten gronde Enquête m.b.t. de relatie tussen de ondernemer en zijn boekhouder Eind 2011 – begin 2012 verrichtte het BIBF een enquête bij 500 ondernemers en vrije beroepers uit de drie gewesten van het land. Deze enquête – met als titel “Vertel ons alles over het contact met uw boekhouder!” – genoot de steun van organisaties die de zelfstandigen en de ondernemingen vertegenwoordigen alsook van de beurs Ondernemen 2012, waarvan het BIBF één van de partners was. In aanwezigheid van mevrouw Sabine Laruelle, minister van Middenstand, KMO’s, Zelfstandigen en Landbouw, en in aanwezigheid van vertegenwoordigers van de eerder genoemde organisaties, lichtten voorzitter Jean-Marie Conter en ondervoorzitter Xavier Schraepen de resultaten van de enquête toe tijdens een persconferentie die doorging op 13 maart 2012. De bevraagde ondernemingen erkennen de meerwaarde die een erkende boekhouder(-fiscalist) biedt: • Meer dan 75% van de ondernemers en de vrije beroepers is tevreden of zeer tevreden over het technische taalgebruik van zijn boekhouder; • Bijna 60% beschouwt hem als een bevoorrechte adviseur en partner; • Van de ondernemers die al een belastingcontrole meemaakten, verklaart 77,71% daarbij goed begeleid te zijn door zijn boekhouder; • Slechts 21,61% van de bevraagden maakt boordtabellen en reporting (beheersraming) op met zijn boekhouder. Een andere les die wij uit deze enquête kunnen trekken is dat de boekhouder niet langer moet worden gezien als “iemand die cijfertjes op een rij zet” maar als een bedrijfsadviseur, vooral in tijden van crisis. De boekhouder moet samen met zijn klant een aantal “knipperlichten” inbouwen in de onderneming en bij de minste afwijking terstond ingrijpen om “de koers bij te stellen”. Voorbeelden van dergelijke “knipperlichten” zijn achterstallige BTW en RSZ, een daling van de productie, een teruglopende omzet,... Door preventieve tools in te bouwen kan men voorkomen dat de onderneming niet optimaal of slecht functioneert. Het is uiteraard de bedoeling om moeilijkheden te vermijden via preventie. De boordtabel is een instrument dat een bedrijfsleider of diens team helpt om een onderneming te “besturen”. Ze kunnen er zich op baseren om beslissingen en initiatieven te nemen die een doel dienen dat bijdraagt tot de verwezenlijking van strategische doelstellingen. Met behulp van dit managementinstrument kan men de evoluties en de effecten van de werking van een systeem bijsturen en een team samen laten nadenken over een optimale aanwending van de beschikbare middelen. Wat dit laatste punt betreft, toonde de enquête duidelijk aan dat er nog werk aan de winkel is.
20
Het actief werven van klanten
De sociale bijdragen
Een Interinstituten-werkgroep stelde een ontwerp van nota en van richtlijn op over reclame en het actief werven van klanten, in het kader van de recente Europese rechtspraak ter zake. Deze rechtspraak zegt namelijk dat een Instituut niet langer aan een vrij beroep een absoluut en algemeen verbod mag opleggen inzake reclame, het actief werven van klanten en direct marketing. Er kwamen op dit vlak enkele principes naar voren: Bij het promoten van zijn diensten mag de beroepsbeoefenaar vrij gebruik maken van elk type van reclame of van elke andere vorm van marketing die hij passend en geschikt acht. Elke reclame of marketingactie door of in naam van de beroepsbeoefenaar moet in overeenstemming zijn met de geldende wettelijke en reglementaire bepalingen, met name m.b.t. het beroepsgeheim, vergelijkende reclame, elektronische communicatie, enz. Bij reclame of andere vormen van marketing door hem, in zijn naam of voor zijn rekening draagt de beroepsbeoefenaar (natuurlijke persoon of rechtspersoon) de volle tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid voor de naleving van de deontologie en van de punten 2 en 4 van de huidige gedragsregels, zonder dat hij zich ter verdediging kan beroepen op de tussenkomst van tussenpersonen of aangestelden. Vóór hij reclame of een marketingactie in zijn naam en/of voor zijn rekening maakt of toestaat, moet de beroepsbeoefenaar telkens nagaan of deze geen inbreuk vormt op de grondbeginselen die aan de basis liggen van de uitoefening van een economisch vrij beroep. Dat doet hij door zich de volgende vragen te stellen: • Bestaat het gevaar dat de reclame of de directe marketingactie de bestemmeling misleidt? • Bestaat het gevaar dat de reclame of de directe marketingactie door de bestemmeling en/of de doelgroep wordt ervaren als een beroepsbeoefenaar onwaardig? • Is de reclame of de directe marketingactie oneerlijk ten opzichte van de confrater in kwestie en/of andere confraters? Deze nota werd voor advies overgemaakt aan de Hoge Raad voor Economische Beroepen.
De berekening van de sociale bijdragen van zelfstandigen is een dossier waar het BIBF nauw bij betrokken is geweest. Het huidige systeem – bijdragen berekend op basis van de inkomsten van drie jaar eerder – was niet langer houdbaar. Het komt er namelijk op neer dat men in de slechte jaren hoge sociale bijdragen moest betalen terwijl men in de goede jaren minder sociale bijdragen betaalt, want berekend op de inkomsten in de slechte jaren.
21
Een andere mogelijkheid bestond erin om zelfstandigen vrijwillig voorschotten te laten storten op de sociale bijdragen die ze 3 jaar later verschuldigd zouden zijn. Aangezien deze bijdragen fiscaal in mindering mogen worden gebracht in het jaar waarin ze worden betaald, zou men ook de voorschotten fiscaal in mindering mogen brengen in het jaar waarin men ze stort. Het zou dus voordelig zijn om in de “vette jaren” voorschotten te storten, aangezien zelfstandigen aldus het bedrag van de sociale bijdragen die ze betalen min of meer stabiel zouden kunnen houden. In de derde hypothese – de juiste en de meest logische – zou men de sociale bijdragen berekenen en betalen op basis van het lopende jaar. Dit voorstel, een initiatief van minister Laruelle, wordt gesteund en verdedigd door de drie Instituten van de cijferberoepen (het BIBF, het IAB en het IBR).
Wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen
Financiering van het pensioenplan van de bedrijfsleider
In 2012 werd op het kabinet van de minister van Justitie een aanpassing van de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen (WCO) uitgewerkt. Bedoeling: het huidige artikel 138 van het Wetboek van Vennootschappen opnemen in de WCO en het uitbreiden tot alle cijferberoepen. De kwestie was delicaat en gaf binnen de Instituten aanleiding tot verhitte debatten omdat de boekhouder-fiscalist voortaan verplicht zou worden om de voorzitter van de rechtbank van koophandel op de hoogte te brengen wanneer de financiële situatie van een onderneming echt uitzichtloos is.
Het BIBF heeft zich eveneens op dit vlak ingezet en zijn standpunt kenbaar gemaakt aan de regering. Voor bestaande, intern gefinancierde pensioentoezeggingen wordt voorzien in een overgangsperiode. Het bestaande bedrag aan provisie mag intern behouden blijven, maar het mag niet meer toenemen. Dit verbod geldt zowel voor toekomstige als voor reeds gepresteerde dienstjaren. Elke nieuwe financiering moet dus volledig extern gebeuren. Externe financiering wordt dus de regel en dat geldt voor alle nieuwe individuele pensioentoezeggingen. Het is namelijk de bedoeling om de begunstigde betere rechtsbescherming te bieden: indien een pensioentoezegging intern wordt gefinancierd en het bedrijf failliet gaat, ziet de begunstigde zijn pensioentoezegging immers meestal in rook opgaan. Anderzijds is er ook een budgettaire reden: het aanleggen van een reserve op de balans was niet onderworpen aan de verzekeringstaks van 4,4%. Door de externe financiering te verplichten, moet er voortaan ook op deze bijdragen een taks worden betaald.
Deze maatregel kan heilzaam zijn wanneer het de bedoeling is “om te redden wat er nog te redden valt” en zo te vermijden dat ook de financiële situatie van andere bedrijven (leveranciers of klanten van deze ondernemingen) in gevaar wordt gebracht. Het BIBF is evenwel gekant tegen deze verplichting wanneer men te maken heeft met bekwame bedrijfsleiders die beseffen welke middelen moeten worden ingezet om de situatie recht te trekken. De boekhouder is het best geplaatst om als eerste de signalen te detecteren die erop wijzen dat een vennootschap in de problemen zit. Hij moet dat dan melden aan het bestuursorgaan van deze vennootschap. Komt er geen reactie, dan zou deze bepaling de boekhouder in staat moeten stellen om in het algemeen belang de voorzitter van de rechtbank van koophandel in te lichten.
Gemeenschappelijke Raad BIBF-IAB Op 9 juli 2012 werd een gemeenschappelijke bijeenkomst belegd van de Nationale Raden van het BIBF en van het IAB met als doel de vastlegging van een aantal doelstellingen die de beide instituten ten zeerste aanbelangen en de uitwerking van de strategie om deze doelstellingen te verwezenlijken.
22
Publicaties en website Nieuwsbrief Pacioli
BIBF-codex
In 2012 zette het Instituut de publicatie van de 14daagse nieuwsbrief Pacioli verder. Deze publicatie brengt diepgaande artikels over boekhouden, fiscaliteit, sociaal recht, vennootschapsrecht en plichtenleer en sinds 2011 ook verslag over de verschillende initiatieven van het BIBF (beurzen, studiedagen, enz.). In totaal werden 22 nummers gepubliceerd in 2012. Pacioli werd meer dan 10 jaar geleden voor het eerst uitgegeven en is tegenwoordig één van de voornaamste spreekbuizen van het Instituut naar haar leden en stagiairs toe, evenals naar partners uit de economische en politieke wereld.
In 2012 zette het BIBF de uitgave van de BIBF-codex in samenwerking met www.mijnwetboek.be verder. In deze BIBF-codex vinden de boekhoudkundige en fiscale beroepsbeoefenaars alle wetgeving, nodig bij de uitoefening van hun dagdagelijkse beroepspraktijk, terug. Deze fundamentele wetgeving is verzameld in bijna 1000 pagina’s en vormt een essentieel hulpmiddel voor elke erkende boekhouder(-fiscalist) in de hoedanigheid van eerste adviseur van zelfstandige ondernemers, vrije beroepen of meer algemeen, alle KMO’s. Aan het begin van de stage ontvangt elke stagiair BIBF één gratis exemplaar van de BIBF-codex. Iedere geïnteresseerde kan zich deze codex aanschaffen. De leden van het BIBF kunnen deze bestellen tegen een voordelige prijs. Aanvullende informatie betreffende aanschaf van de codex kan gevonden worden op www.mijnwetboek. be . Merken wij op dat deze publicatie sinds 2011 ook beschikbaar is in versies voor Ipad en E-reader.
BIBF-publicaties in 2012 In aanvulling op de nieuwsbrieven en tijdschriften publiceert het BIBF tevens werken die beroepsspecifieke onderwerpen behandelen. U vindt hieronder een lijst van werken uitgebracht in 2012. Deze werden naar alle leden en stagiairs van het Instituut verzonden.
Jaarverslag 2011 In juni 2012 publiceerde het BIBF zijn zesde jaarverslag bestemd voor de erkende boekhouders(-fiscalisten) en vertegenwoordigers van de economische en politieke wereld. Het kan gedownload worden via www.bibf.be, rubriek «Publicaties».
- Belasting- & Beleggingsgids en De Fiscus op zak (mei 2012) De jaarlijks door het BIBF gepubliceerde Belasting- & Beleggingsgids geeft een overzicht van zowel alle nieuwigheden als de bestaande regelgeving op het gebied van de personenbelastingen.
Website www.bibf.be en de elektronische nieuwsbrief van het BIBF
- De Praktische Gids voor de Invordering van Schulden (november 2012) Deze publicatie, die bestemd is voor de cijferberoepbeoefenaars en de ondernemers, zet de belangrijkste juridische, boekhoudkundige en fiscale regels uiteen inzake de invordering van schulden. Geïllustreerd met talrijke voorbeelden wil de gids ook een praktisch werkmiddel zijn.
In 2012 zette het BIBF zijn communicatie via elektronische kanalen verder via haar website www.bibf.be en elektronische nieuwsbrief.
23
Evenementen en beurzen 7 juni 2012: academische zitting van het BIBF Meer dan 300 leden en vertegenwoordigers van de politieke en socio-economische wereld woonden de academische zitting 2012 van het BIBF bij. Dit event ging door op 7 juni 2012 te Brussel. Het thema van deze academische zitting was «De samenwerking tussen cijferberoepers en de FOD Financiën: utopie of realiteit?». 1.
2.
3.
4.
1. De toespraak van Sabine Laruelle, voogdijminister van het BIBF, had als thema : «De zelfstandigen, onvermijdelijke spelers van het herstel». 2. Tijdens de academische zitting heeft het BIBF een prijs, de Pacioli Award, uitgereikt aan Guy Kahn. Met dit gebaar wilde het Instituut de aandacht vestigen op de visionaire en baanbrekende ingesteldheid van de heer Kahn. 3. Erwin De Pue, directeur-generaal van de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging heeft gesproken over «De elektronische factuur: inzet en toekomstperspectieven?». 4. Roland Rosoux, auditeur-generaal belast met de directie van de diensten vennootschapsbelasting, rechtspersonenbelasting, roerende inkomsten en roerende voorheffing heeft een seminarie gegeven over de aangifte vennootschapsbelasting en de voordelen van alle aard.
24
De BIBF-prijzen Tijdens de academische zitting werden ook de “BIBF-prijzen academiejaar 2010-2011” uitgereikt. Dit jaarlijkse initiatief heeft tot doel om, vanuit praktisch oogpunt, de wetenschappelijke research inzake boekhouding en fiscaliteit aan te moedigen. De prijzen bekroonden dit jaar een aantal scripties van studenten uit het hoger economisch onderwijs van het korte type. Nederlandstalige “BIBF-prijzen” 1ste prijs Laureaat:
Bert STRIJCKERS
Onderwijsinst.:
KHLim, Campus Diepenbeek
Onderwerp:
De DBI-aftrek na het Cobelfret-arrest
Promotor:
Anne PETERS
2de prijs Laureaat:
Evi SCHOONAERT
Onderwijsinst.:
Hogeschool Gent, Campus Mercator
Onderwerp:
De tijdelijke handelsvennootschap
Promotor:
Romain BLEYAERT
3de prijs Laureaat:
Karen NEUCKENS
Onderwijsinst.:
CVO Crescendo
Onderwerp:
Procedure tijdens en na de belastingcontrole vennootschappen
Promotor:
Bob YSEBOODT
Jury : • Jan Verhoeye, voorzitter van de CBN en professor aan de Hogeschool Gent (voorzitter van de jury) • Kris Barrezeele (†), financieel journalist bij het tijdschrift De Bestuurder • Pierre P. Berger, bedrijfsrevisor en Past President van het IBR • Patrick Deleu, lid van de Nationale Raad • Luc Vanhoutte, lid van de Nationale Raad • Daniel Lambrechts, lid van de Nationale Raad
• Geert Claes, plaatsvervangend lid van de Nationale Raad • Vincent Bossaert, plaatsvervangend lid van de Nationale Raad • Alexander Temmerman, plaatsvervangend lid van de Nationale Raad • Carine Hemeleers, plaatsvervangend lid van de Nationale Raad
25
Franstalige “BIBF-prijzen” 1ste prijs (Ex Aequo) Laureaat:
Isabelle BEGON
Onderwijsinst.:
CBCEC Liège
Onderwerp:
Tax Shelter: “L’envers du décor”
Promotor:
Philippe SAIVE
1ste prijs (Ex Aequo) Laureaat:
Dominique DEPOTTER
Onderwijsinst.:
Ecole Supérieure des Affaires de Namur
Onderwerp:
La fiscalité en agriculture
Promotor:
Jean-Luc AELVOET
3de prijs Laureaat:
Sébastien SPILLIAERT
Onderwijsinst.:
EPHEC
Onderwerp:
Restructuration au sein d’un holding : liquidation ou fusion ?
Promotor:
Ghislain DOCHEN
Jury : • Pierre Michel, emeritus hoogleraar ULg (voorzitter van de jury) • Catherine Dendauw, wetenschappelijk adviseur bij de HREB • Micheline Claes, voorzitter OECCB • Jean-Marc Damry, erkend boekhouder-fiscalist en redacteur voor het tijdschrift Trends-Tendances
• Viviane Marquet, lid van de Nationale Raad • Jean-Luc Van Campenhout, lid van de Nationale Raad • Yves Dawant, lid van de Nationale Raad • Frédéric Delrue, lid van de Nationale Raad • René Hartmann, lid van de Nationale Raad
28 en 29 maart 2012 : Beurs Ondernemen De beurs Ondernemen 2012 die doorging op de site van Tour & Taxis bracht ongeveer 10.000 ondernemers en erkende boekhouders-fiscalisten bijeen. In zijn hoedanigheid van partner van het initiatief heeft het BIBF ervoor gezorgd de bezoekers naar beste vermogen te informeren op zijn stand. Het Instituut heeft bovendien ter plaatse een tiental conferenties gegeven. Zo werd er o.a. een ronde tafel georganiseerd over « Sociale fraude, fiscale fraude: welke gevolgen voor de cijferberoepen? » Tijdens dit debat werd het woord gegeven aan Tom Jansen, directeur van het Kabinet van Staatssecretaris John Crombez, Christophe Wambersie, secretaris-generaal UCM, Jan Sap, directeur-generaal van Unizo, Xavier Schraepen, ondervoorzitter BIBF, en Jean-Marie Conter, voorzitter BIBF.
26
6 december 2012 : Forum For the Future De 4de editie van het Congres «Forum For the Future» vond plaats op 6 december 2012 op de site van Tour en Taxis. Meer dan 3000 leden van het BIBF, het IAB en IBR hebben deelgenomen aan het event. In het kader van het Congres heeft het BIBF verschillende conferenties georganiseerd voor de beroepsbeoefenaars en zijn leden ontmoet op de infostand. De grote conferentie van het BIBF over «Preventie : laten we niet wachten tot de ondernemingen in moeilijkheden geraken!». Het welkomstwoord werd uitgesproken door mevrouw de minister Sabine Laruelle. Het panel was samengesteld uit een reeks sprekers met naam: Olivier Willocx, afgevaardigd bestuurder BECI, Alain Zenner, covoorzitter Réseau CAP, Jan Sap, directeur-generaal UNIZO en secretaris-generaal FVIB, Jean-Marie Conter, voorzitter BIBF, en Xavier Schraepen, ondervoorzitter BIBF. 1.
2.
3.
1. Grote BIBF-conferentie 2. Welkomstwoord door mevrouw de minister Sabine Laruelle 3. Mijnheer Olivier Willocx en Meester Alain Zenner maakten deel uit van het panel.
Overige evenementen en beurzen 15 maart 2012 - Brussel « Dreamday » (ontmoeting tussen beroepsbeoefenaars en jongeren van 16 tot 19 jaar) 24 april 2012 - Gent « Forum ‘Boekhouding en Financiële beroepen’ » (beurs voor economische beroepen) 26 april 2012 - Charleroi « Forum ‘Comptabilité et Métiers financiers’ » (beurs voor economische beroepen) 14 juni 2012 - Namen « Entreprendre en Wallonie » (beurs voor ondernemers) 25 oktober 2012 - Gent « Ondernemen in Vlaanderen » (beurs voor ondernemers)
27
Inschrijving op het tableau en ereleden Erkenning van natuurlijke personen Voor elke stagiair boekhouder(-fiscalist) is de inschrijving op het tableau een belangrijk ogenblik in zijn/haar beroepsleven. Als bekroning van het doorzettingsvermogen van de stagiair wordt de titel van erkende boekhouder(-fiscalist) bekomen na een stage van minstens 12 maanden en maximaal 36 maanden en het slagen voor het praktisch bekwaamheidsexamen. Hieronder vindt u de lijst van natuurlijke personen erkend in 2012. AUDENAERT Inge BALCAEN Thierry BASHIR Sanam BASTIAENSEN Bjorn BEERNAERT Gwenda BEHIELS Virginie BEKAERT Els BEKTAS Ugur BENARAFA Mohamed Imad BERGER Jonathan BERNARD Jean BOSSUYT Robert BOSTYN Dominique BOURGEOIS Guillaume BRION Christophe BUCHE Laurence CABANAS-FERNANDEZ Maria Teresa CLAUS Petra COLLET Laetitia CONVENTS Mike CORNELIS Iris COUPLET Denis DARQUENNE Allan DE BLOCK Annabelle DE COUX Sofie DE GROOTE Leen DE HAES Ann DE NEEF Chris DE ROP Bert DE VRIENDT Joke DE WISPELAERE Koen DEBERT Sophie DEBOUTTE Alex
DEBRUS Cédric DELBEKE Paul DELOBELLE Petra DEMEESTER Marjolein DEMEURE Philippe DEPRINS Bart DERDELINCKX Sébastien DESMIDT Sara DEVOLDERE Anthony DIERCKX Inge DUGARDIN Patricia DUMOULIN Caroline EBELING Nathalie ELAERTS Virginie FAIGNART Benjamin FASTRE Philippe FISSERS Dirk FRANCQ Benoît GAENS Dirk GELDERS Jan GEYBELS Liesbeth GLORIEUX Alex GOETHALS Hans GOURDIN Emmanuel GÜDEN Fikriye HAAS Perl HAMERS Wim HANSSENS Tim HEMELSOET Heidi HIGGINSON Sonia HODIAMONT Gilles HOEBEECK Vanessa HOLVOET Vincent
28
IMBERECHTS Gaël JEFFALE Faiza KAABI Mehdi KALINOWSKA Barbara LACROIX Sandra LAMBERT Benoît LEEMANS Sofie LEFEVERE Elien LEITE Alexandro LEMMENS Stijn LONGREE Nathalie LORENT Muriel LUKACS Katja LYBAERT Véronique MAES Erwin MANFROY William MARECHAL Olivier MARTENS Mieke MEERT Frederik MERTENS Jérôme MOENS Sven MOESKOP Ellen MORIAU Tonnicha MORTIER Céline MUNOZ VILLA Gloria NAVEAU Ann NICLAUS Laurence NKUNZIMANA James NOUWYNCK Marie OKTAY Yasin OOMSELS Inge PAYEZ Sylviane PEETERS Raf
PERRINI Raffaele PETERS Yannick PETTA Sabrina RAES Patrick RENDERS Timothy RICHARD Laurent ROLAND Andy ROOBAERT Quentin SACRE Sandrine SCHEPENS Joeri SCHMITT Dominique SCHROEYEN Jurgen SECEMBER Sabrina SEGERS Gunter SEGERS Peter SEGERS Tom SEHLI Sahib SELIS Jessy SLABBYNCK Kim SOETE Alexander
SORGELOOS Ralph SPLENDORE Claude STERCK Ilse TAZIAUX Olivier TELIKH Tatiana THEYS Thorsten THIMUS François-Xavier THOMAS Ann THÖNNISSEN Nathalie VAESEN Pieter VALCKE Mieke VAN AERSSEN BEYEREN VAN VOSHOL Xavier-Frédéric VAN BELLEGHEM Trees VAN DEN BOSCH Steven VAN DEN BROECK Peter VAN DEN EEDE Bruno VAN DYCK Geert VAN LAERE Tom VAN LEUVEN Saskia
VANDER MASSEN Marie-Christine VANDERGOTEN Jo VANDEVELDE Mark VANGENECHTEN Guy VANSANTEN Jan VARGIU Anthony VERELST Katja VERONESI Sarah VERVAET Jessica VERVAET Steven VODERMANS Christel VOLCKAERTS Roel WAEGEMAN Melissa WANG Wei WELTENS Jan WESTERLINCK Angelique WILLEMS Anne-Marie ZEVENNE Stéphanie
Erkenning van rechtspersonen Naast het tableau van natuurlijke personen houdt het BIBF ook een tableau van rechtspersonen bij. Dit in uitvoering van het Koninklijk Besluit van 15/02/2005 betreffende de uitoefening van het beroep van boekhouder in het kader van een rechtspersoon (B.S. 16/03/2005). Dossiers aanvaard in 2012: 110 Nederlandstalige dossiers, 86 Franstalige dossiers en 1 Duitstalig dossier.
Erelidmaatschap In 2012 ontvingen 2 gewezen leden van het BIBF de titel van «ere-boekhouder(-fiscalist)». Deze titel kan worden toegekend door de Uitvoerende Kamer aan leden die ontslag nemen en gedurende minstens tien jaar het beroep met waardigheid, rechtschapenheid en discretie hebben uitgeoefend. De personen aan wie deze titel in 2012 werd toegekend zijn: • Jacques DEMAN • Frans LICHTERT
29
Het beroep in cijfers Op 31 december 2012 telde het BIBF 5016 erkende boekhouders(-fiscalisten) en 985 stagiairs boekhouders(-fiscalisten) evenals 3473 erkende rechtspersonen.
Volgens taalrol Totaal
Nederlands
Frans
Duits
Erkende boekhouders(-fiscalisten)
5016
2754
2220
42
Stagiairs boekhouders(-fiscalisten)
985
446
537
2
Erkende rechtspersonen
3473
2015
1435
23
44,26 %
0,84 %
41,32 %
54,52 %
54,90 %
Erkende boekhouders(-fiscalisten)
0,20 %
45,28 %
0,66 % Erkende rechtspersonen
Stagiairs boekhouders(-fiscalisten)
Nederlands
Frans
58,02 %
Duits
Volgens geslacht Totaal
Vrouwen
Mannen
Erkende boekhouders(-fiscalisten)
5016
1368
3648
Stagiairs boekhouders(-fiscalisten)
985
374
611
27,27 %
37,97 %
72,73 %
62,03 %
Erkende boekhouders(-fiscalisten)
Stagiairs boekhouders(-fiscalisten)
Mannen
Vrouwen
30
In hoofd- of bijberoep Hoofdberoep
Bijberoep
Erkende boekhouders(-fiscalisten)
74,62 %
25,38 %
Stagiairs boekhouders(-fiscalisten)
66,60 %
33,40 %
74,62 %
66,60 %
25,38 %
33,40 %
Erkende boekhouders(-fiscalisten)
Stagiairs boekhouders(-fiscalisten)
Bijberoep
Hoofdberoep
31
Organigram op 31.12.2012 De Nationale Raad
Nederlandstalige werkende leden
Franstalige werkende leden
DELEU Patrick HAUTEKEETE Beatrijs LAMBRECHTS Daniël MISSOTTEN Martine SCHRAEPEN Xavier (ondervoorzitter) SOENS Christian VAN DE PUTTE Maria VANHOUTTE Luc VERMAUT Mirjam
CONTER Jean-Marie (voorzitter) DAWANT Yves DELRUE Frédéric HARTMANN René HUART Guy JADOT Chantal (penningmeester) MARQUET Viviane VAN CAMPENHOUT Jean-Luc VAN THOURNOUT Marc
Nederlandstalige plaatsvervangende leden
Franstalige plaatsvervangende leden
BOSSAERT Vincent CLAES Geert DE CLERCQ Jean HEMELEERS Carine HOOGMARTENS Hendrik TEMMERMAN Alexander THEIJBERS Hubert VAN BIESEN Luk VAN DEN NESTE Wim
CLAES Lawrence DEGUELDRE Bruno GUTIERREZ-RUIZ José LESAGE Claude LESENFANTS Léon ROLAND Evelyne SALMON Marie SANNIA Pascal VANDENHOECK Luc
Regeringscommissarissen : DALEMANS Tom (werkend) LENGLER Philippe (plaatsvervangend) Secretaris van de Nationale Raad : LENAERTS Geert, algemeen directeur van het Instituut Plaatsvervangend secretaris van de Nationale Raad : SIRJACOBS Véronique, juriste bij het BIBF
32
De Uitvoerende Kamers
Nederlandstalige Uitvoerende Kamer
Franstalige Uitvoerende Kamer
Voorzitter MICHOLT Ralf, advocaat
Voorzitter MORANDINI Philippe, raadsheer bij het Hof van Beroep te Bergen
Plaatsvervangend voorzitter COOREMAN Paul, advocaat
Plaatsvervangend voorzitter BRANDENBERG Jean-Luc, advocaat
Werkende leden DEMUYNCK Ronny JANS Danny DOCKX Maria
Werkende leden COURTOY Jean-Marie COUSIN Fabienne HERNOULD Marie-Béatrice
Plaatsvervangende leden PATTYN Joseph ROUFLART Eddie WINKELMANS Kurt
Plaatsvervangende leden HOUGARDY Nathalie MUNO Jean-Paul RESPELIER Denise VANDEVENNE Jean-Paul VOGLET Mireille WEBER Manfred
Rechtskundig assessor DEFREYNE Peter, advocaat
Rechtskundig assessor TASSET Jean-Paul, advocaat
Plaatsvervangend rechtskundig assessor VERSTRAETEN Peter, advocaat
Plaatsvervangend rechtskundig assessor HERVE Luc, advocaat
Secretaris van de Uitvoerende Kamer MARCHOUL Stéphanie
Secretaris van de Uitvoerende Kamer FLAMENT Céline
Plaatsvervangend secretaris HAEMERS Frank LIMPENS Heidi
Plaatsvervangend secretaris ANDERSEN Sven HENRY Delphine
33
De Kamers van Beroep
Nederlandstalige Kamer van Beroep
Franstalige Kamer van Beroep
Voorzitter DE DECKER Luc, voorzitter van de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen
Voorzitter AOUST Philippe, vrederechter Saint-Hubert-BouillonPaliseul
Plaatsvervangend voorzitter BUYSSE André, rechter bij de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen
Plaatsvervangend voorzitter NAVARRE Jean-Luc, advocaat
Werkende leden DONCKELS Frans HAUSTRAETE José
Werkende leden PHILIPPE Françoise REMACLE Pol
Plaatsvervangende leden FERRARI Hilde FRAEYMAN Rita SLEEUWAGEN Veerle VAN BOUWEL Severinus VAN DEN BERGH Frank VANDERBEUKEN Toon
Plaatsvervangende leden BROEKMANS Benoît DECKERS Pierre DENIS Emmanuel HEINEN Eric MARTIN Emile TORELLI Bernadette
Secretaris HAEMERS Frank
Secretaris LOMBI Jennifer
Plaatsvervangend Secretaris LIMPENS Heidi
Plaatsvervangend Secretaris HENRY Delphine ANDERSEN Sven FLAMENT Céline
34
De Stagecommissie
Nederlandstalige werkende leden
Franstalige werkende leden
• BAUDRY Eddy, extern lid • CLAES Geert, erkend boekhouder-fiscalist, plaatsvervangend lid van de Nationale Raad • DELEU Patrick, erkend boekhouder-fiscalist, lid van de Nationale Raad • MISSOTTEN Martine, erkend boekhouder-fiscalist, lid van de Nationale Raad • SCHRAEPEN Xavier, erkend boekhouder-fiscalist en ondervoorzitter BIBF • SMITS Marina, extern lid • SOENEN Eddy, extern lid • SOENS Christian, erkend boekhouder-fiscalist, lid van de Nationale Raad • VANNESTE John, erkend boekhouder-fiscalist • VERMAUT Mirjam, erkend boekhouder-fiscalist, lid van de Nationale Raad
• ABSIL Adrien, extern lid • CEULEMANS Michel, extern lid • CONTER Jean-Marie, erkend boekhouder-fiscalist en voorzitter BIBF • HARTMANN René, erkend boekhouder-fiscalist, lid van de Nationale Raad • LENOIR Christophe, extern lid • MARQUET Viviane, erkend boekhouder-fiscalist, lid van de Nationale Raad • MERCIER Stéphane, erkend boekhouder-fiscalist • PAQUET Marcel-Jean, erkend boekhouder-fiscalist • VANROSSOMME Eric, erkend boekhouder-fiscalist • Marc VAN THOURNOUT, erkend boekhouder-fiscalist, lid van de Nationale Raad
Nederlandstalige plaatsvervangende leden
Franstalige plaatsvervangende leden
• JORISSEN André, erkend boekhouder • PEETERS Benny, erkend boekhouder-fiscalist • STERKENS Luc, erkend boekhouder-fiscalist, plaatsvervangend lid van de Nationale Raad • STOLLE Luc, extern lid • VANBIERVLIET Frank, extern lid • VAN WETTERE Michaël, extern lid • VERVOORT Jos, extern lid • WILLEMS Jean-Michel, erkend boekhouder
• DAWANT Yves, erkend boekhouder-fiscalist, lid van de Nationale Raad • KAHN Thierry, erkend boekhouder-fiscalist • LUCA Antonia, erkend boekhouder-fiscalist • MEERT Christian, extern lid • NIESSEN Wilfried, erkend boekhouder-fiscalist • PLOUMEN Maria, erkend boekhouder-fiscalist • PREVOST Michel, erkend boekhouder-fiscalist • ROGMANS Jacqueline, erkend boekhouder-fiscalist • SANNIA Pascal, erkend boekhouder, plaatsvervangend lid van de Nationale Raad • TAINMONT Laurent, extern lid
35
Werkzaamheden van de organen van het BIBF Nederlandstalige Uitvoerende kamer (24 zittingen) • 167 inschrijvingen op de lijst van stagiairs • 27 weglatingen van de lijst van stagiairs • 99 inschrijvingen op het tableau van natuurlijke personen • 58 weglatingen van het tableau van natuurlijke personen • 110 inschrijvingen op het tableau van rechtspersonen • 48 weglatingen van het tableau van rechtspersonen • 47 tuchtuitspraken Franstalige Uitvoerende kamer (19 zittingen) • 174 inschrijvingen op de lijst van stagiairs • 128 weglatingen van de lijst van stagiairs • 70 inschrijvingen op het tableau van natuurlijke personen • 82 weglatingen van het tableau van natuurlijke personen • 86 inschrijvingen op het tableau van rechtspersonen • 43 weglatingen van het tableau van rechtspersonen • 40 tuchtuitspraken • 2 adviezen op verzoek van de hoven en rechtbanken Verenigde Uitvoerende Kamers (2 zittingen) • 1 inschrijving op de lijst van stagiairs • 1 weglating van de lijst van stagiairs • 1 inschrijving op het tableau van natuurlijke personen • 1 inschrijving op het tableau van rechtspersonen • 1 tuchtuitspraak
36
Nederlandstalige Kamer van Beroep (9 zittingen) • Behandeling van 14 tuchtdossiers • 5 aanvragen tot inschrijving op de lijst van stagiairs • 3 aanvragen tot inschrijving op het tableau van natuurlijke personen • 2 aanvragen tot eerherstel • 2 vorderingen tot wraking Franstalige Kamer van Beroep (9 zittingen) • Behandeling van 2 tuchtdossiers • Behandeling van 2 aanvragen tot toelating tot een stageperiode • Behandeling van een dossier «leden» betreffende een inschrijving (artikel 50 bis) • Behandeling van 1 dossier «leden» betreffende een weglating • Behandeling van 1 dossier «vennootschappen» betreffende de inschrijving op het tableau van rechtspersonen • Behandeling van 1 dossier «vennootschappen» betreffende de weglating op het tableau van rechtspersonen Nationale Raad: dossiers onwettige uitoefening van het beroep • Geopende dossiers: 134 Nederlandstalige Stagecommissie* Schriftelijke proef van 12/05/12: Schriftelijke proef van 24/11/12: Positieve resultaten op schriftelijke proef: 16 mondelinge proeven in 2012: Positieve resultaten mondelinge proeven:
113 deelnemers 117 deelnemers 113/ 230 (49,13%) 172 deelnemers 88/172 (51,16%)
Franstalige stagecommissie* Schriftelijke proef van 12/05/12: Schriftelijke proef van 24/11/12: Positieve resultaten op schriftelijke proef: 13 mondelinge proeven in 2012: Positieve resultaten mondelinge proeven:
113 deelnemers 106 deelnemers 78/219 (35,6 %) 117 deelnemers 63/117 ( 53,8 %)
* De mondelinge proeven betreffende het examen op het einde van het jaar worden over 2 jaren gespreid.
37
Jaarrekening 2012 Hieronder stellen wij u de jaarrekening van 2012 van het BIBF voor. Op 5 februari 2013 hebben onze commissarissen en onze bedrijsrevisor hun verslag betreffende het boekjaar 2012 overhandigd en dit overeenkomstig de hun toevertrouwde opdracht tot nazicht van de jaarrekeningen. Deze rekeningen werden door de Nationale Raad op 22 februari 2013 goedgekeurd en werden tevens voorgelegd aan de minister, die de wettelijke voogdij van het Instituut vertegenwoordigt.
Chantal JADOT Penningmeester BALANS
ACTIVA VASTE ACTIVA III. Materiële vaste activa A. Terreinen en gebouwen Afschrijvingen C. Meubilair en rollend materieel Afschrijvingen IV. Financiële vaste activa
Codes
Op 31/12/2012
20/28 22/27 22
1.823,12 0,00 2.850.040,97 (2.850.040,97) 587.546,13 (587.546,13) 1.823,12
24
29/58
2.376.357,22
40/41 40 41 50/53 54/58 490/1 20/58
111.846,41 81.722,66 30.123,75 1.021.953,25 1.205.860,71 36.696,85 2.378.180,34
PASSIVA EIGEN VERMOGEN V. Overgedragen winst
10/16 140
808.755,16 808.755,16
VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN VII. A. Voorzieningen voor risico’s en kosten B. Uitgestelde belastingen
16 160/5 168
950.702,44 950.702,44 0,00
SCHULDEN IX. Schulden op ten hoogste één jaar A. Schulden op meer dan 1 jaar die binnen het jaar vervallen C. Handelsschulden E. Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten F. Andere schulden X. Overlopende rekeningen
17/49 42/48 42 44 45 47/48 492/3 10/49
618.722,74 595.922,74 1.822,50 298.721,87 160.259,60 135.118,77 22.800,00 2.378.180,34
VLOTTENDE ACTIVA VII. Vorderingen op ten hoogste één jaar A. Handelsvorderingen B. Overige vorderingen VIII. Geldbeleggingen IX. Liquide middelen X. Overlopende rekeningen
38
RESULTATENREKENING
I.
II.
Codes
Op 31/12/2012
70/77
2.934.869,30
Effectieve leden en stagiairs
70
2.106.511,95
Vennootschappen + dossierkosten
70
626.100,00
Boeken en abonnementen
70
12.505,30
Seminaries
70
57.265,00
Geïnde achterstallen
74
89.368,54
Diverse financiële opbrengsten
75
28.912,64
Uitzonderlijke opbrengsten
76
14.205,87
Opbrengsten
Kosten
60/67
3.023.168,64
Aankopen publicaties
60
340.541,84
Seminaries
60
65.128,76
Diensten en diverse goederen
61
1.116.680,05
Bezoldigingen
62
1.279.420,06
Afschrijvingen
63
984.609,40
Waardeverminderingen op handelsvorderingen
631
0,00
Terugname voorzieningen voor andere risico’s en kosten
635
(799.170,00)
Andere bedrijfskosten
64
8.084,66
Financiële kosten
65
4.461,60
Uitzonderlijke kosten
66
23.412,27
III. Over te dragen resultaat
808.755,16
Resultaat van het boekjaar
69/79
(88.299,34)
Resultaat van vorige boekjaar
69/79
897.054,50
39
Uw contactpersonen bij het BIBF Alle vermelde organen houden hun zittingen en vergaderingen op de zetel van het BIBF waar tevens 19 personeelsleden werkzaam zijn. De verschillende diensten van het BIBF zijn bereikbaar per post (Legrandlaan 45 – 1050 Brussel), per fax (02 626 03 90) of per e-mail (
[email protected]).
Algemene directie • Geert LENAERTS : Algemeen directeur • Danielle MALIGO : Directiesecretaresse en coördinator seminaries Algemene diensten • Philippe HUYSMANS : Informatica • Josiane MARTIN : Onthaal, secretariaat, opvolging van bestellingen publicaties en beheer aankondigingen op de website van het BIBF • Sigrid MOREELS : Boekhouding • Francisco GALHOFAS FESTAS : Verantwoordelijke voor onderhoud en renovatie Communicatiedienst • Stéphanie LIEVIN : Verantwoordelijke communicatie en public relations • Mia ROELANTS : Webmaster en grafisch ontwerp • Gaëtan HANOT : Coördinatie van publicaties, redactiesecretaris Pacioli, secretaris Consultatieve Commissie Beroepsverenigingen Stagedienst • Sandra DE RIDDER : Nederlandstalige stagedossiers • Delphine HENRY : Frans- en Duitstalige stagedossiers
Juridische dienst Dienst Bemiddeling • Behandeling Nederlandstalige dossiers Frank HAEMERS • Behandeling Frans- en Duitstalige dossiers Véronique SIRJACOBS Juridische en tuchtdossiers • Behandeling Nederlandstalige dossiers Frank HAEMERS, Heidi LIMPENS, Vicky HENNAERT • Behandeling Frans- en Duitstalige dossiers Véronique SIRJACOBS, Jennifer LOMBI, Sven ANDERSEN Uitvoerende Kamers • Stéphanie MARCHOUL, Secretaris Nederlandstalige Uitvoerende Kamer • Céline FLAMENT, Secretaris Franstalige Uitvoerende Kamer Kamers van Beroep • Frank HAEMERS, Secretaris Nederlandstalige Kamer van Beroep • Jennifer LOMBI, Secretaris Franstalige Kamer van Beroep Dossiers onwettige uitoefening: opsporing en vervolging • Frank HAEMERS, Behandeling Nederlandstalige dossiers • Sven ANDERSEN, Behandeling Frans- en Duitstalige dossiers
Het BIBF wil de ondernemingen ING, KLUWER en PARTENA-HDP bedanken die met hun steun zowel de organisatie van de festiviteiten rond het 20-jarig bestaan van het Instituut als de publicatie van deze speciale editie mogelijk hebben gemaakt.
ANTWOORD! Binnen 48 uur * een antwoord op uw aanvraag voor een
professioneel krediet.
Klant of geen klant, neem gewoon uw telefoon en bel 02 464 64 01 of surf naar ing.be
Met Kluwer Office wordt uw kantoor organiseren kinderspel
Kluwer Office is kantoorbeheersoftware ontwikkeld voor boekhouders en boekhouders-fiscalisten. Met de Kluwer Office beheersoftware pakt u de informatiestroom in uw kantoor intelligent en gecentraliseerd aan. Een aanpak die u tijd bespaart en die de productiviteit opdrijft. Met als gevolg: meer rentabiliteit voor uw kantoor.
Meer informatie? Bel 078 16 03 10 of surf naar www.kluwer.be/software
Kluwer software