Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur
Gedeputeerde Staten Provincie Noord‐Holland November 2004
Inhoudsopgave
1.
Samenvatting
3
2.
Inleiding
4
3.
Uitgangspunten
5
3.1.
Beheerstrategie wegen
5
3.2.
De bestuurlijke keuzemogelijkheden nader beschouwd
6
3.3.
Beleidskader
8
4.
Uitgangssituatie provinciale wegen
9
4.1.
De te beheren arealen
9
4.2.
Onderhoudsstaat
9
4.3.
Evaluatie 2004
10
5.
Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009
12
5.1.
Achtergrond
12
5.2.
Criteria
14
5.3.
Het programma variabel onderhoud
16
5.4.
Bijzonderheden per onderdeel
17
5.5.
Jaarprogramma per kwartaal
20
6.
Jaarprogramma 2005 versus financiële ruimte
22
6.1.
Algemeen overzicht
22
6.2.
Specificaties
23
7.
Rapportage
24
2
Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur
1.
Samenvatting Het jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur geeft een gedetailleerd inzicht in het uit te voeren variabele onderhoud in 2005 en een globaal inzicht in het te verwachten variabele onderhoud in de periode 2006‐2009 met de bijbehorende financiële gevolgen. Variabel onderhoud is onderhoud dat niet periodiek wordt uitgevoerd of een onderhoudscyclus heeft van meer dan twee jaar en gericht is op de vervanging van onderdelen van een constructie of zelfs de gehele constructie. Variabel onderhoud bestaat uit de componenten groot onderhoud en vervangingsinvesteringen. Aangezien in dit MPO wegen geen vervangingsinvesteringen zijn gepland betreft het variabel onderhoud hier alleen groot onderhoud. In dit jaarprogramma en meerjarenprogramma (MPO) is het uitvoeringsprogramma leidend, waarbij de provinciale weginfrastructuur moet voldoen aan vastgelegde kwaliteitsniveaus. Dit MPO is dus een productgestuurde planning. Eerst zijn alle werkzaamheden bepaald die nodig zijn om de afspraken betreffende de kwaliteitsniveaus na te kunnen komen. Vervolgens is bepaald welk budget nodig is om deze werkzaamheden te kunnen uitvoeren. Tot slot is dit noodzakelijke budget naast het beschikbare budget gelegd. Door achterstallig onderhoud voldoet nog niet alle infrastructuur aan het afgesproken kwaliteitsniveau. In de jaren 2004‐2007 wordt het achterstallig onderhoud met 25% per jaar ingelopen met behulp van een aanvullend budget. Totaal is nodig voor variabel onderhoud 2005: € 18.011.100,00. Voor 2005 blijkt het beschikbare totale budget (variabel en vast) voor onderhoud ‐zelfs ondanks de bezuinigingsmaatregel 2005 van € 2.000.000‐ voldoende om de noodzakelijke werkzaamheden uit te voeren. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de extreem lage aanneemsommen in 2004 die aanleiding zijn om in 2005 ook lager dan in de jaren voor 2004 te ramen. Per kwartaal zal over de voortgang van de werkzaamheden worden gerapporteerd. Meevallers of tegenvallers in de loop van 2005 kunnen aanleiding zijn voor terugstortingen in de algemene middelen of aanvragen van extra budget.
3
Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur
2.
Inleiding Deze nota bevat de planning van het variabele beheer en onderhoud van de provinciale weginfrastructuur voor de jaren 2005‐2009. Omdat in dit jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 (MPO) geen vervangingsinvesteringen aanwezig zijn, betreft het variabele beheer en onderhoud alleen zogenaamd groot onderhoud. Dit is de eerste keer dat een MPO is gemaakt op basis van de nieuwe door uw staten vastgestelde kwaliteitsniveaus voor het onderhoud van de provinciale wegen en fietspaden. In de eerste helft van 2005 zal het MPO 2006‐2010 met het jaarprogramma 2006 verschijnen. Dit MPO zal de basis zijn voor de begroting van het onderhoudsbudget voor 2006 en latere jaren.
4
Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur
3.
Uitgangspunten
3.1. Beheerstrategie wegen Het beheer en onderhoud van de provinciale weginfrastructuur wordt met ingang van 2004 uitgevoerd volgens de normen en richtlijnen van de nieuwe landelijke normkostensystematiek van het CROW (= kenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur). Binnen deze systematiek kan gekozen worden voor een minimaal te handhaven kwaliteitsniveau van de staat van onderhoud van de weg aflopend van het hoogste kwaliteitsniveau: R++, via R+ en R naar het laagste niveau R‐. Onderstaand schema geeft in het kort weer wat ieder niveau in het kort inhoudt. Beleidsthema
Beleidsprofiel
R
R
++
R
+
R‐
Veiligheid
Ongevalkans
Ongevalkans klein
Ongevalkans klein
Ongevalkans klein
geminimaliseerd Bereikbaarheid Comfort
Bereikbaarheid niet Bereikbaarheid niet Bereikbaarheid niet Bereikbaarheid in het geding
in het geding
in het geding
beperkt minder
Zeer comfortabel
Comfortabel
Comfortabel
Enigszins oncomfortabel
Aanzien Leefbaarheid Milieu
Zeer verzorgde
Verzorgde
Redelijk verzorgde
uitstraling
uitstraling
uitstraling
Matige uitstraling
Leefbaarheid niet in Leefbaarheid niet in Leefbaarheid niet in Leefbaarheid het geding
het geding
het geding
beperkt minder
Belasting van het
Belasting van het
Belasting van het
Belasting van het
milieu zo beperkt
milieu lager dan de milieu conform
milieu conform
mogelijk
wettelijke eisen
wettelijke eisen
wettelijke eisen
Binnen ieder beleidsprofiel ligt het kwaliteitsniveau van een beleidsthema vast. Als voor een bepaald beleidsprofiel gekozen is, dan kan slechts in beperkte mate bij een apart beleidsthema voor een afwijkend profiel gekozen worden. De afwijking kan dan niet meer dan 1 niveau verschillen met het gekozen algemene profiel. Er kan dus in principe bij een algemeen beleidsprofiel R niet een kwaliteitsniveau R++ voor leefbaarheid worden gekozen, wel een niveau R+ of R‐ . Wel kan gekozen worden voor verschillende kwaliteitsniveaus voor regio’s of onderdelen van het wegennet.
5
Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur
3.2. De bestuurlijke keuzemogelijkheden nader beschouwd De opbouw van de bestuurlijke keuzemogelijkheden in beleidsprofielen is van R‐ naar R++ als volgt: R‐ Bij beleidsprofiel R‐ wordt uitgegaan van een zo minimaal mogelijke kwaliteit van het onderhoudsniveau en wel zodanig, dat in ieder geval aan alle wettelijke vereisten wordt voldaan en dat aansprakelijkheidsstellingen als gevolg van gebrekkig onderhoud niet aan de orde zijn. De weginfrastructuur uit het oogpunt van de beleidsthema’s bereikbaarheid, comfort, aanzien en leefbaarheid zijn kwalitatief minder dan de weggebruiker in het algemeen in Nederland gewend is. Voorbeelden: De afwijkingen t.o.v. wat in Nederland gebruikelijk is zijn als volgt:: •
Meer oponthoud door wegwerkzaamheden,
•
Meer defecte of matig onderhouden openbare verlichting,
•
Meer defecte of matig onderhouden verkeersregelinstallaties,
•
Meer oneffenheden in het wegdek,
•
Meer trillingoverlast
•
Meer vervuild of matig onderhouden wegmeubilair,
•
Meer vervuilde of matig onderhouden bebording,
•
Meer vervuilde of versleten wegmarkeringen,
•
Meer matig onderhouden wegsloten ( drijfvuil) en slootkanten
•
Meer vuil in de berm langs de weg.
Met betrekking tot het milieu wordt materiaal slechts hergebruikt indien dit financieel en technisch aantrekkelijk is en vindt geen ecologisch bermbeheer meer plaats. Dit is in strijd met de provinciale beleidsvoornemens zoals die zijn verwoord in het provinciaal milieubeleidsplan. De verkeersveiligheid bevindt zich bij R‐ op een minimaal niveau door het aantal defecten en storingen aan verkeersregelinstallaties en openbare verlichting. R Bij kwaliteitsniveau R wordt het kwaliteitsniveau van de ten opzichte van R‐ verhoogd tot wat in Nederland gangbaar is. Een weggebruiker zal geen infrastructuur tegenkomen die hem in negatieve zin opvalt. Ten opzichte van R‐ wordt oponthoud door wegwerkzaamheden zoveel mogelijk beperkt, komen defecte openbare verlichting en verkeersregelinstallaties minder voor en worden zij eerder gerepareerd, zijn bermen, wegmeubilair, bebording en markeringen niet opvallend vervuild of versleten en worden sloten, slootkanten en wegbermen beter onderhouden. 6
Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur
Hergebruik van materiaal wordt nu per situatie bezien maar vaker toegepast dan bij R‐ , er vindt echter nog geen ecologisch bermbeheer plaats. De doelstellingen uit het provinciaal milieubeleidsplan worden nog niet gehaald. De verkeersveiligheid wordt bevorderd door o.a. minder defecte of gestoorde verkeersregelinstallaties en verbeterd onderhoud van de openbare verlichting. R+ De verbeteringen bij R+ zijn ten opzichte van R: •
Een meer verzorgde uitstraling die het aanzien van de weg verhoogt en uittilt boven wat in Nederland gebruikelijk is (eerder verwijderen van vuil, intensiever schoonhouden en onderhouden van wegmeubilair, borden en markeringen).
•
Extra maatregelen op milieugebied waardoor de belasting van het milieu lager is dan wettelijk vereist. (nu wel ecologisch bermbeheer, betere doorstroming wegsloten, maximaal hergebruik materialen)
•
Optimaal onderhoud aan verkeersregelinstallaties en openbare verlichting.
De provinciaal beleid op het gebied van veiligheid en milieu worden hiermee gehaald. R++ Bij R++ worden extra werkzaamheden uitgevoerd om de verkeersveiligheid, het comfort en het aanzien op een hoog plan te brengen en worden de belasting van het milieu zo beperkt mogelijk gehouden. Storingen worden zo spoedig mogelijk verholpen, vuil op of langs de weg en drijfvuil in wegsloten worden zo snel mogelijk verwijderd, wegdekken worden eerder van een nieuwe deklaag voorzien, slechts lichte schade aan de verharding wordt toegestaan. Hieruit blijkt dat de keuze van het bestuur voor een bepaald kwaliteitsniveau doorwerkt in een grote verscheidenheid van te onderhouden wegelementen. Nog enige praktische voorbeelden ter illustratie: Het aanwezig zijn van zwerfvuil: Bij R++ maximaal 1% van de oppervlakte enigszins vuil; bij R+: 5%; bij R: 10%; bij R‐: 20%. Het branden van lampen: Bij R++ en R+ worden defecte lampen binnen 24 uur vervangen; bij R brandt maximaal 5% niet (is dus defect); bij R‐ brandt maximaal 10% niet. Deze beleidsprofielen leiden vervolgens via een normering van de onderhoudselementen tot de bij deze profielen behorende minimale gemiddelde jaarlijkse beheerkosten benodigd om de weginfrastructuur ”eeuwig” te laten functioneren conform dit beleidsprofiel
7
Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur
.
3.3. Beleidskader Wij hebben in 2003 aan u voorgesteld om: •
De stroomwegen te onderhouden op niveau R.
•
De overige wegen zullen worden onderhouden op kwaliteitsniveau R‐.
•
De fietspaden worden echter alle onderhouden op kwaliteitsniveau R+.
•
Daarnaast zal onderhoud dat betrekking heeft op milieuaspecten conform het geldende provinciale milieubeleid worden uitgevoerd.
Uw staten hebben vervolgens met dit voorstel ingestemd. In de toelichting op de programmabegroting 2004 hebben wij het volgende opgenomen: “In 2004 wil het college de gelden die bestemd zijn voor extra inspanningen voor infrastructuur Noord‐ Holland noord gebruiken voor het dekken van de kosten van uitvoering van de nieuwe normkostensystematiek en voor het wegwerken van achterstallig onderhoud (geraamd totaal: € 4.711.700). Vanaf 2005 stellen wij voor om de middelen voor de uitvoering van de normkostensystematiek structureel uit de algemene middelen te dekken (inclusief de kosten voor het wegwerken van achterstallig onderhoud voor de jaren 2005, 2006 en 2007)”. In de programmabegroting 2005 is opgenomen: ”Wij werken sinds 2004 met de vernieuwde bekostigingssystematiek van het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond‐, Wegen‐ en Waterbouw en de Verkeerstechniek (CROW). Er is gekozen voor de volgende onderhoudsniveaus: •
R‐ voor de minder belangrijke wegen (een zo minimaal mogelijke kwaliteit van het onderhoudsniveau, zodat in ieder geval aan alle wettelijke vereisten wordt voldaan en dat aansprakelijkheidsstellingen als gevolg van gebrekkig onderhoud niet aan de orde zijn),
•
R voor de belangrijkste wegen (een kwaliteit van het onderhoudsniveau tot datgene wat gangbaar is in Nederland) en
•
R+ voor milieuaspecten uit het provinciaal milieubeleidsplan en voor het fietspadennet (een kwaliteit van het onderhoudsniveau tot een meer verzorgde uitstraling van de weg (vuilverwijdering en onderhoud van borden en markeringen), extra milieumaatregelen waardoor de belasting op het milieu lager is dan wettelijk vereist (ecologisch bermbeheer, hergebruik materialen) en optimaal onderhoud aan verkeersregelinstallaties en openbare verlichting.
Daarnaast is in 2004 een vierjarig programma gestart om het achterstallig onderhoud in te lopen. Vanaf 2005 wordt het variabele onderhoud middels het vastgestelde meerjarenprogramma van provinciale weginfrastructuur uitgevoerd. Samen met de uitvoering van het vaste onderhoud worden de vastgestelde onderhoudsniveaus gehaald en 25% van het achterstallig onderhoud ingelopen”.
Eind 2007 komt dan geen achterstallig onderhoud meer voor en voldoet dus alle provinciale weginfrastructuur aan de afgesproken kwaliteitsnormen.
8
Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur
4.
Uitgangssituatie provinciale wegen
4.1. De te beheren arealen De provincie beheert en onderhoudt de volgende arealen: •
560 km wegen
•
365 km fietspaden
•
1900 km markeringen
•
875 ha grasbermen
•
600 km wegsloten
•
50.000 bomen
•
70 km hagen
•
185 verkeersregelinstallaties
•
8.000 lichtmasten met 12.000 lichtpunten
•
17.000 RVV borden
•
26.000 reflectorpalen
•
1.900 wegwijzers
En een veelheid van ander wegmeubilair.
4.2. Onderhoudsstaat Van dit areaal voldeed begin 2004 ca. 16 % niet aan de kwaliteitsniveaus volgens de nieuwe systematiek. •
Ca. 4% voldeed begin 2004 niet aan het voor dat onderdeel afgesproken minimale kwaliteitsniveau maar is in 2004 aangepakt met het daarvoor ter beschikking gestelde budget.
•
Ca. 5% betreft niet‐stroomwegen en voldeed begin 2004 niet aan het afgesproken kwalitietsniveau R‐ maar kon niet in 2004 worden aangepakt en is daarmee achterstallig in onderhoud.
•
Ca. 7% is stroomweg en voldeed begin 2004 niet aan het afgesproken kwaliteitsniveau R, maar kon niet in 2004 worden aangepakt en is daarmee achterstallig in onderhoud.
In 2004 is daarmee, zoals afgesproken, het achterstallig onderhoud met 25% verminderd van totaal 16% naar totaal 12%. Het resterende achterstallige onderhoud van totaal 12% moet nog in de komende 3 jaren worden ingelopen. Het achterstallig onderhoud doet zich eind 2004 vooral voor bij verhardingen, verkeersregelinstallaties, openbare verlichting bermen en kunstwerken.
9
Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur
4.3. Evaluatie 2004 Algemeen In 2004 is voor het eerst gewerkt conform de nieuwe normkostensystematiek. De door de staten vastgestelde kwaliteitsniveaus, welke door middel van het uitvoeren van onderhoud gehaald dienden te worden, hebben ertoe geleid dat de omvang van het onderhoudswerk, zowel qua aantal uitgevoerde werken als qua budget, is toegenomen. Daarnaast is in 2004 25% van het achterstallig onderhoud ingelopen. Het gehele jaarprogramma 2004 is, op een tweetal doorgeschoven projecten na, volgens planning uitgevoerd. Door onverwachte extreme aanbestedingsvoordelen is het gehele programma zelfs uitgevoerd voor ca. € 6.000.000 minder dan geraamd. Doorgeschoven projecten Van alle geplande projecten uit het jaarplan 2004 worden twee projecten doorgeschoven naar 2005: •
Vervangen VRI installatie N527. De uitvoering van dit werk is uitgesteld tot 2005 zodat dit samen kan lopen met een realisatieproject PMI dat daar plaats gaat vinden. Voor dit project is een bestemmingsreserve aangemaakt.
•
Het bermverlagen: Dit is niet uitgevoerd in verband met capaciteitsproblemen. De werkzaamheden die gepland stonden voor 2004 zullen worden meegenomen in het programma voor 2005.
Meerjarige raamcontracten In 2003 en 2004 is een aantal meerjarige contracten afgesloten of is voor het eerst gewerkt met nieuwe contracten. Het betreft hier de volgende zaken: •
Verkeersmaatregelen: in 2003 is een raamcontract voor 2004 en 2005 afgesloten waarbij verkeersmaatregelen tegen vooraf vastgestelde prijzen bij één leverancier worden ingekocht.
•
VRI automaten: in 2004 is een raamcontract afgesloten voor de levering van verkeersregelautomaten voor 2004 en 2005 onder dit contract worden alle VRI’s bij één leverancier ingekocht tegen vooraf bepaalde eenheidsprijzen.
•
Dagelijks en klein onderhoud OV en VRI: in 2004 is een raamcontract afgesloten waarbij zowel de coördinatie van de afhandeling van storingen zijn uitbesteed voor een periode van 4 jaar.
•
Zout voor gladheidbestrijding: in 2003 is een raamcontract afgesloten voor de levering van wegenzout ten behoeve van gladheidbestrijding voor een periode van 4 jaar met mogelijkheid tot verlenging.
•
Inhuur aannemers voor uitvoeren gladheidbestrijding: in 2004 is een raamcontract afgesloten voor de levering van personeel en materieel ten behoeve van de uitvoering van gladheidbestrijding voor een periode van 3 jaar met mogelijkheid tot een verlenging van twee maal een jaar..
•
Mobiele bebakening: in 2003 is een meerjarig contract afgesloten voor mobiele bebakening.
•
Zuidtangent: De Zuidtangent kent voor vast onderhoud een meerjarig prestatiebestek tot 1 mei 2006. Een evaluatie van het contract maakte duidelijk dat verbeteringen van dit contract noodzakelijk zijn en in januari 2005 worden doorgevoerd. In 2005 wordt een aanvullend of nieuw contract afgesloten voor het vast onderhoud van de tunneltechnische installaties
10 Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur
financiën De nieuwe contracten hebben aanbestedingsvoordelen opgeleverd, behalve bij de inhuur van aannemers voor de gladheidbestrijding, waar de markt te krap bleek om voordeel te behalen. Tevens is door de nieuwe contracten efficiency geboekt omdat voor de loopduur van de contracten de inkoop vereenvoudigd is en dus minder tijd in beslag neemt. Ook hoeft voor de afhandeling van storingen OV/VRI minder vaak een beroep te worden gedaan op provinciale medewerkers aangezien het merendeel van de storingen zonder tussenkomst van provinciaal personeel door de aannemer worden opgelost. De tendens, van inschrijvingen welke beduidend onder de ramingen liggen, die in 2003 was ingezet heeft zich in 2004 voortgezet. In 2004 zijn de behaalde aanbestedingsvoordelen bij najaarsbericht afgeraamd. Het ging hier om een bedrag van bijna € 6 miljoen. De aanbestedingsvoordelen verschilden per werk. Bij groen en verhardingen is meer voordeel behaald dan bij OV/VRI en de inhuur van aannemers voor het uitvoeren van de gladheidbestrijding heeft geen voordeel opgeleverd. De voordelen die in 2004 behaald zijn zijn voor een deel opgebouwd uit een aanbestedingsvoordeel door lagere prijzen en voor een deel door een door de aannemer gegeven eenmalige korting. De ramingen welke gebruikt zijn voor het opzetten van het jaarplan 2005 zijn uitgegaan van de prijsontwikkeling in 2004. De eenmalige kortingen zijn hierin niet meegenomen omdat deze eenmalig zijn. Er is voor het jaarplan uitgegaan van de prijsontwikkeling van 2004. Aangezien de marktontwikkelingen de afgelopen jaren nogal fluctuerende prijzen te zien hebben gegeven is het niet uitgesloten dat er aanbestedingsnadeel of voordeel zal ontstaan. Wij zullen waar nodig bij voorjaarsbericht 2005 of najaarsbericht 2005 aframen bij aanbestedingsvoordeel of aanvullend budget aanvragen om het gewenste onderhoudsniveau te halen bij aanbestedingsnadeel. Voor de jaren 2006 t/m 2009 is bij de ramingen ervan uitgegaan dat marktprijzen beduidend hoger zullen zijn dan in 2005, omdat het prijsniveau in 2004 en ook nog in 2005 door de huidige moordende concurrentie waarschijnlijk onder de kostprijs ligt. Zuidtangent Uit een onder de reizigers van de Zuidtangent gehouden klanttevredenheidsonderzoek blijkt het onderhoudsniveau gewaardeerd te worden met een ”7 score/goed”. Hieruit blijkt dat het onderhoud op het gewenste hoogwaardige niveau is uitgevoerd. De hoge kosten door vernielingen (vandalisme en graffiti) over de afgelopen 3 jaren hebben de opdrachtgevers (ROA, Haarlem en provincie) ertoe gebracht de hoogwaardige norm voor herstel van deze vernielingen te verlagen. Door verzakkingen van de baan ter plaatse van de haltes zijn in 2004 voor € 400.000 aan onvoorziene onderhoudswerken uitgevoerd.
11 Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur
5.
Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005-2009
5.1. Achtergrond Eén van de redenen om te komen tot een MPO is de invoering van het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten). Het BBV brengt een nieuwe systematiek met zich mee van bestemmingsreserves en voorzieningen; het inzetten van de onderhoudsbudgetten moet daarop worden afgestemd. Belangrijke aanleiding voor het nieuwe BBV is de invloed van de dualisering op de begrotingscyclus. De dualisering van het provinciebestuur leidt tot een scherpere afbakening tussen de bevoegdheden van Provinciale Staten (PS) en ons college. Dit wordt duidelijk aan de hand van de begrotingscyclus: •
Bij de begroting stellen uw staten de kaders vast voor zowel het beleid als de financiën. De begroting vervult dan een rol bij de allocatie en de autorisatie.
•
Na vaststelling van de begroting voeren wij het beleid uit binnen de financiële en beleidsmatige grenzen die zijn aangegeven. De begroting heeft dan een beheerstechnische/ bedrijfseconomische functie.
•
Met de jaarstukken, bestaande uit het jaarverslag en de jaarrekening, leggen wij verantwoording af over de realisatie van de door uw staten in de begroting vastgelegde beleidsvoornemens.
•
U beoordeelt op grond van de jaarstukken of wij in overeenstemming met de in de begroting gestelde kaders hebben geopereerd. Ook dienen de jaarstukken (mede) ter beoordeling van de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde beheer en beleid. De jaarstukken vervullen dus een rol bij de verantwoording en controle.
Het doel van het MPO kan als volgt worden samengevat. Het gaat om: •
Planmatig handelen: het MPO ondersteunt het plannen van het onderhoud en maakt inzichtelijk wat het noodzakelijk niveau van het meerjaren onderhoudsbudget is;
•
Een instrument voor prioriteitsstelling: door confrontatie van beschikbaar en benodigd budget kan zichtbaar worden gemaakt of het budget toereikend is;
•
Onderbouwing van de bestemmingsreserve onderhoud: de in het kader van het BBV noodzakelijke onderbouwing kan via een MPO worden gegeven;
•
Politieke afwegingen: een MPO maakt aan de politiek duidelijk hoeveel geld voor onderhoud er nodig is.
12 Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur
Bij onderhoud is er sprake van verschillende definities: A
B
C
Vast
Klein onderhoud
Dagelijks onderhoud
Variabel
Groot onderhoud
Planmatig onderhoud
Het onderscheid in kolom A tussen vast en variabel onderhoud heeft zowel betrekking op het financieel beslag en de mate waarin dat voorzienbaar is als op de frequentie (de lengte van de onderhoudscyclus). In kolom B komt met name de omvang tot uitdrukking, maar indirect ook de frequentie. In kolom C komt het planmatig karakter tot uitdrukking. Vast en variabel onderhoud worden als volgt gedefinieerd: Vast onderhoud: Onderhoud dat bedoeld is om de voorspelde levensduur van een object te bereiken of te verlengen. Het onderhoud wordt gedurende de levensduur periodiek uitgevoerd. Variabel onderhoud: Onderhoud dat niet periodiek wordt uitgevoerd of een onderhoudscyclus heeft van meer dan twee jaar en gericht is op de vervanging van onderdelen van een constructie of zelfs de gehele constructie. Het vaste onderhoud vergt ieder jaar een ongeveer gelijk bedrag als de kwaliteitseisen, die aan dit vaste onderhoud worden gesteld, niet wijzigen. In deze MPO is alleen de planning van het variabele onderhoud opgenomen. Verder is ook nog het onderscheid relevant tussen onderhoud van bestaande infrastructuur en het realiseren van nieuwe infrastructuur. Dit onderscheid is niet altijd even scherp te maken. Binnen deze MPO vallen ook alle vervangingsinvesteringen voor vaste kunstwerken landwegen. Dit betekent dus dat alle werkzaamheden aan de bestaande infrastructuur (tot en met rehabilitatie van bestaande wegen en gehele vervanging van vaste kunstwerken landwegen) in het MPO wordt meegenomen. Dit kan budgettaire consequenties hebben wat betreft de verdeling van de gelden voor het MPO en de gelden voor het PMI. Overigens komen in dit MPO geen vervangingsinvesteringen voor.
13 Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur
Op basis van bovenstaande criteria kan worden aangegeven wat buiten het MPO valt en wat binnen het MPO valt:
Wel in het MPO
Niet in het MPO
Variabel onderhoud
Vast onderhoud
Verhardingen
Vervanging
Reparatie schades, schonen
Belijning
Aanbrengen
Verkeersregelinstallaties
Vervangen detectielussen,
Vervangen lampen
bekabeling, meubilair, automaat Openbare verlichting
Vervangen lichtmasten
Vervangen lampen
Wegsloten
Baggeren
Uitmaaien
Beschoeiingen
Vervanging
Reparatie schades
Beplantingen/bomen
Groot onderhoud, ziektebestrijding Klein en dagelijks onderhoud
Bermen
Aanvullen/verlagen
Maaien, schonen
Kunstwerken
Groot onderhoud, vervanging
Reparatie schades, klein onderhoud
Gladheidbestijding
Aanschaf materieel
Strooiacties
Bewegwijzering
Vervanging
Reparatie schades
Bebording
Vervangen borden/bermplanken
Schonen, reparatie schades,
Deze verdeling in vast en variabel onderhoud kan in het volgende MPO wijzigen als gevolg van de bevindingen van dit MPO.
5.2. Criteria De afgesproken kwaliteitsniveaus (R voor stroomwegen, R‐ voor overige wegen en R+ voor zowel fietspaden als milieuzaken volgens het provinciaal milieubeleid) en de afspraak dat in de jaren 2005‐ 2007 de resterende 12% aan achterstallig onderhoud (zie 3.2) moet worden uitgevoerd leidt tot een planning van de noodzakelijke werkzaamheden. Per onderdeel volgt nu een summiere opsomming van de criteria en timing van de in de MPO opgenomen variabele onderhoudswerken op basis van de afgesproken kwaliteitsniveaus. •
Verhardingen Groot onderhoud moet in principe om de 7‐15 jaar worden uitgevoerd, afhankelijk van de soort verharding. Na iedere jaarlijkse inspectieronde wordt beoordeeld of de kwaliteit onder de afgesproken niveaus komt of dreigt te komen.
•
Belijning Belijning heeft, afhankelijk van de uitvoering, een levensduur van 1 tot 7 jaar.
14 Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur
Zodra de belijning uit oogpunt van verkeersveiligheid niet meer voldoet, wordt een maatregel genomen. Een gedeelte van de belijningswerkzaamheden vallen samen met groot onderhoud verhardingen. •
Verkeersregelinstallaties Levensduur ca. 15 jaar. Bij inspecties en aan de hand van storingsoverzichten wordt vastgesteld of eerdere vervanging gewenst of latere vervanging mogelijk is.
•
Openbare verlichting Levensduur ca. 15 jaar. Bij inspecties en aan de hand van storingsoverzichten wordt vastgesteld of eerdere vervanging gewenst dan wel latere vervanging mogelijk is.
•
Baggeren wegsloten Iedere wegsloot wordt om de 7 jaar uitgebaggerd volgens de keur.
•
Beschoeiingen De levensduur varieert sterk per soort beschoeiing tussen de 25 en 40 jaar. Inspecties geven uitsluitsel over het juiste tijdstip van vervanging.
•
Beplantingen/bomen Vele factoren (soort boom, grondsoort, standplaats, afstand tot de weg) bepalen wanneer en op welke wijze groot onderhoud aan een boom of beplanting moet worden gepleegd. Via inspecties wordt het juiste moment van onderhoud bepaald.
•
Bermen verlagen/aanvullen Inspecties wijzen uit wanneer een berm verlaagd of aangevuld moet worden.
•
Kunstwerken Levensduur varieert van 50 tot 100 jaar. Groot onderhoud is noodzakelijk indien na inspectie blijkt dat de verkeersveiligheid in gevaar komt. Een kunstwerk wordt vervangen als de onderhoudskosten voor instandhouding van het kunstwerk onevenredig hoog blijken te zijn.
•
Gladheidmaterieel Vervanging volgt als het materieel aan het einde van de levensduur is gekomen.
•
Bewegwijzering Vervanging volgt als naar het oordeel van zowel de provincie als de ANWB (de huidige leverancier van onze bewegwijzering) vervanging noodzakelijk is in verband met de verkeersveiligheid en/of de zichtbaarheid.
•
Bebording Vervanging volgt als uit inspecties blijkt dat de bebording niet meer voldoet aan de criteria voor zichtbaarheid, verkeersveiligheid of wettelijke uitvoering.
•
Zuidtangent De Zuidtangent is nieuwe infrastructuur waarvoor eigenlijk geen variabel onderhoud verwacht mag worden tot 2009. Echter uit inspecties is gebleken dat al voortijdig variabel onderhoud nodig is.
15 Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur
5.3. Het programma variabel onderhoud De criteria leiden tot het volgende samengevatte meerjarenprogramma onderhoud wegen.
Overzicht programma variabel onderhoud 2005‐2009 gefinancierd via de provinciale begroting
Geraamde uitgaven in € per jaar:
Onderdeel
2005
A: Verhardingen
2006
2007
2008
Totaal €
2009
7.672.500
8.500.000
8.500.000
8.000.000
8.000.000
40.672.500
900.000
900.000
900.000
900.000
900.000
4.500.000
1.896.800
1.615.000
1.225.000
1.190.000
1.530.000
7.456.800
D: Openbare verlichting
757.600
1.936.000
1.819.000
513.000
852.000
5.877.600
E: Baggeren wegsloten
571.200
714.000
714.000
714.000
714.000
3.427.200
F: Beschoeiingen
364.000
455.000
455.000
455.000
455.000
2.184.000
G: Beplantingen/bomen
300.000
300.000
320.000
320.000
320.000
1.560.000
H: Bermen
265.000
295.000
330.000
365.000
400.000
1.655.000
1.310.000
1.650.000
1.075.000
825.000
375.000
5.235.000
J: Gladheidmaterieel
133.000
62.500
355.500
199.500
109.500
860.000
K: Bewegwijzering
328.900
236.400
169.100
455.100
236.700
1.426.200
75.600
80.000
80.000
80.000
80.000
395.600
384.500
384.500
384.500
384.500
384.500
1.922.500
600.000
600.000
600.000
600.000
2.400.000
15.001.100 14.956.700
79.572.400
B: Belijning C: Verkeersregelinstallaties
I: Kunstwerken
L: Bebording M: Strategisch beheer N: Zuidtangent
Totaal 14.959.100
17.728.400
16.927.100
De letters per onderdeel verwijzen naar een eventuele bijlage met een specificatie. Overzicht programma variabel onderhoud 2005‐2009 gefinancierd via nieuw beleid 2005 uit de algemene middelen. Onderdeel
Geraamde uitgaven in € per jaar: 2005
2006
N: Zuidtangent
865.000
2007
2008
0
0
0
0
Totaal
totaal €
2009
865.000
865.000
0
0
0
16 Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur
0 865.000
Bestemmingsreserves voor variabele onderhoudsprojecten uit 2004 Het project ”verkeersregelinstallatie N527‐A1/N526” uit 2004 ( zie bijlage C1) wordt pas in 2005 uitgevoerd en is daarmee een naar 2005 doorgeschoven project. Voor dit project is een bestemmingsreserve aangemaakt van € 220.000. Voorzieningen voor variabele onderhoudsprojecten uit 2004 Eind 2004 is een voorziening aangemaakt voor de volgende variabele onderhoudsprojecten. Verhardingen N243:
€ 180.000
Verhardingen N232:
€ 45.000
Boordvoorzieningen:
€ 40.000
Verkeersregelinstallatie N244/N246:
€ 102.000
Verkeersregelinstallatie N247:
€ 48.000
Openbare verlichting N239:
€ 12.000
Openbare verlichting N245:
€ 106.000
Openbare verlichting N246:
€ 60.000
Openbare verlichting N241:
€ 14.000
Gronddepot regio:
€ 650.000
‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ +
Totaal aan doorgeschoven verplichtingen:
€ 1.267.000
Voor deze doorgeschoven verplichtingen is een voorziening aangemaakt ter grootte van het bovenvermelde bedrag. Afkoopsom onderhoud N250 te Den Helder Het fietspad/voetpad van de N250 in Den Helder wordt naar verwachting in 2005 in beheer en onderhoud overgedragen aan de gemeente Den Helder. Hierbij zal de provincie aan de gemeente een afkoopsom van naar verwachting ca. € 700.000 voor uitvoeren achterstallig onderhoud uitbetalen Vast onderhoud 2004 De vaste onderhoudswerken 2004 die niet in 2004 zijn uitgevoerd komen ten laste van het vaste onderhoud 2005 en zijn daarin ook meegenomen. Dit gaat om een bedrag van ca. € 200.000.
5.4. Bijzonderheden per onderdeel A. Verhardingen. Aangezien door externe factoren (weer, gebruik van de weg) de planning van het tijdstip van het uitvoeren van een onderhoudsmaatregel na 2005 moeilijk is, wordt alleen voor 2005 een specificatie in projecten gegeven (zie bijlage A1). Voor de jaren 2006‐2009 is in bovenstaande tabel een globale raming opgenomen. Een aantal projecten wordt niet in 2005, maar pas in 2006 aangepakt (zie bijlage A2) met de in 2006 beschikbare extra financiële middelen voor inlopen van achterstallig onderhoud. 17 Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur
Het betreffen wegvakken, waar met klein onderhoud de ernstigste gebreken nog provisorisch kunnen worden verholpen. Het gaat om een gedeelte van de N201 nabij Hoofddorp, waar oneffenheden worden geëgaliseerd, de N203 ten oosten van de N246, die mogelijk in beheer en onderhoud wordt overgedragen aan de gemeente Zaanstad en de N247, waar met het uitvoeren van beperkt vast (klein) onderhoud het variabele (grote) onderhoud een jaar naar achteren kan worden geschoven. B. Belijning Het opnieuw aanbrengen van belijning wordt voor een gedeelte in samenhang met groot onderhoud verhardingen uitgevoerd en voor een gedeelte als zelfstandig werk uitgevoerd. C. Verkeersregelinstallaties Volgens planning worden relatief veel installaties in 2005 onderhouden. Een van deze installaties wordt doorgeschoven en pas in 2006 onderhouden met de voor 2006 beschikbare financiële middelen voor inlopen achterstallig onderhoud (zie bijlage C1). D. Openbare verlichting Enige installaties worden doorgeschoven en pas in 2006 onderhouden met de voor 2006 beschikbare financiële middelenvoor inlopen achterstallig onderhoud (zie bijlage D1). E. Baggeren wegsloten Een baggercyclus van 7 jaar is gewenst om de vereiste kwaliteit te halen. Per jaar moet dan ca. 102.000 m2 bagger verwerkt worden. F. Beschoeiingen Op dit moment ontbreekt nog een goede inventarisatie van de hoeveelheid van de langs onze wegen aanwezige beschoeiingen. Op basis van een schatting is berekend hoeveel budget de komende jaren nodig is. Een inventarisatie van de aanwezige beschoeiingen wordt zo spoedig mogelijk uitgevoerd. G. Beplantingen/bomen Hieronder vallen niet jaarlijks onderhoud aan bomen en struiken, ziektes ( o.a. kap t.g.v iepziekte) en aanplant in bestaande projecten. H. Bermen Een inventarisatie van de staat van onderhoud van de bermen is gaande. Bij een volgende MPO zal deze post meer gespecificeerd zijn. I.
Kunstwerken
Voor groot onderhoud in 2005 aan een vaarduiker in de N240 (zie bijlage I 1) is een Europese subsidie aangevraagd. Bij toewijzing van deze subsidie zal de helft van het uiteindelijk voor dit werk benodigde budget gesubsidieerd worden. De subsidie bedraagt ca. € 215.000, maar is niet in de tabel verwerkt omdat de subsidie nog moet worden toegekend. Op het programma staat in 2006 en 2007 een aantal bruggen in de N240, die zo slecht zijn dat ze in het geheel vervangen moeten worden. In 2005 moeten aan deze bruggen, vooruitlopend op de
18 Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur
definitieve vervanging, noodreparaties worden verricht. J.
Gladheidmaterieel
Het betreffen hier reguliere vervangingen bij het behalen van de levensduur van het materieel. K. Bewegwijzering De ANWB beoordeelt voor de provincie wanneer bewegwijzering aan vervanging toe is en levert de benodigde planning met de bijbehorende financiële gevolgen. De provincie geeft, na toetsing van de ANWB‐voorstellen, al dan niet opdracht tot het uitvoeren van de werkzaamheden. L. Bebording Een inventarisatie van de aanwezige bebording is gaande. Bij een volgende MPO zal deze post meer gespecificeerd zijn. M. Strategisch beheer Het betreft hier alle ondersteunende beheerswerkzaamheden die verricht moeten worden om de onderhoudswerken goed te kunnen plannen. N. Zuidtangent De Zuidtangent is relatief nieuwe infrastructuur waarvoor tot 2009 in principe nog geen variabel onderhoud nodig zou moeten zijn. Bij inspecties blijken echter al gebreken die gedeeltelijk door middel van extra groot (variabel) onderhoud en gedeeltelijk door extra klein (vast) onderhoud moeten worden hersteld. Voor 2005 wordt het extra variabele onderhoud op € 865.000 en het extra vaste onderhoud op € 705.000 geraamd. Onderzocht gaat worden of deze tegenvallers nog onder een garantieregeling vallen. Voor latere jaren is voor variabel onderhoud globaal een extra bedrag van € 600.000 geraamd omdat helaas verwacht mag worden dat bij latere inspecties zich nieuwe tegenvallers zullen voordoen die aanleiding zullen zijn voor extra onvoorzien onderhoud. Voor deze jaren is het gewenst om structureel extra financiële ruimte op de begroting te creëren.
19 Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur
5.5. Jaarprogramma per kwartaal Prognose van de uitgaven van variabel en vast onderhoud wegen in 2005, gefinancierd via de provinciale begroting Omschrijving Variabel onderhoud Verhardingen Belijning Verkeersregelinstallaties Openbare verlichting Baggeren wegsloten Beschoeiingen Beplantingen/bomen Bermen Kunstwerken Gladheidmaterieel Bewegwijzering Bebording Strategisch beheer Vast onderhoud Wegen
1e
Geraamde uitgaven in € per kwartaal 2e 3e 4e
100.000 0 50.000 20.000 50.000 0 50.000 0 100.000 0 0 10.000 100.000 480.000
250.000 100.000 150.000 47.600 150.000 20.000 75.000 65.000 200.000 50.000 28.900 20.000 100.000
1.000.000 250.000 400.000 100.000 150.000 44.000 75.000 200.000 200.000 83.000 150.000 20.000 100.000
1.256.500
2.772.000
Totaal 2005 7.672.500 900.000 1.896.800 757.600 571.200 364.000 300.000 265.000 1.310.000 133.000 328.900 75.600 384.500
6.322.500 550.000 1.296.800 590.000 221.200 300.000 100.000 0 810.000 0 150.000 25.600 84.500 10.450.600
14.959.100
Prognose van de uitgaven van variabel en vast onderhoud wegen in 2005, gefinancierd via nieuw beleid uit de algemene middelen Omschrijving Variabel onderhoud Zuidtangent Vast onderhoud Zuidtangent
Geraamde uitgaven in € per kwartaal 1 2e 3e 4e e
40.000 600.000
100.000
225.000
650.000
650.000
Totaal 2005 865.000
500.000 830.000
2.730.000
Prognose van de uitgaven uit de bestemmingsreserve voor variabele onderhoudsprojecten uit 2004 Omschrijving Variabel onderhoud VRI N527‐A1/N526
1e
Geraamde uitgaven in € per kwartaal 2e 3e 4e
Totaal 2005
0
0
0
220.000
20 Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur
220.000
Prognose van de uitgaven uit de voorzieningen voor variabele onderhoudsprojecten uit 2004 Omschrijving Variabel onderhoud Alle werken
1e
Geraamde uitgaven in € per kwartaal 2e 3e 4e
Totaal 2005
0
1.267.000
0
0
1.267.000
Prognose van de uitvoering van variabel en vast onderhoud wegen 2005 Omschrijving Variabel onderhoud Verhardingen Belijning Verkeersregelinstallaties Openbare verlichting Baggeren wegsloten Beschoeiingen Beplantingen/bomen Bermen Kunstwerken Gladheidbestrijding Bewegwijzering Bebording Zuidtangent Bestemmingsreservewerk Voorzieningenwerken Vast onderhoud Wegen Zuidtangent
Voorbereiding 1e en 2e kw 1e en 2e kw 1e en 2e kw 2e en 3e kw 1e kw 1e en 2e kw 1e,2e en 3e kw 1e kw 1e en 2e kw 1e kw 1e kw 1e kw 1e en 2e kw 1e en 2e kw Nvt Alle kwartalen Alle kwartalen
Aanbesteding 2e en 3e kw 2e en 3e kw 2e en 3e kw 2e en 3e kw 2e kw 3e kw 2e en 3e kw 2e kw 2e en 3e kw 2e kw 3e kw 1e en 2e kw 2e en 3e kw 3e kw Nvt Alle kwartalen Alle kwartalen
Uitvoering 3e en 4e kw 3e en 4e kw 3e en 4e kw 3e en 4e kw 2e, 3e en 4e kw 3e en 4e kw 2e, 3e en 4e kw 2e en 3e kw 3e en 4e kw 3e kw 3e en 4e kw 2e, 3e en 4e kw 3e en 4e kw 4e kw 2e kw Alle kwartalen Alle kwartalen
21 Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur
6.
Jaarprogramma 2005 versus financiële ruimte
6.1. Algemeen overzicht In dit algemene financiële overzicht wordt kort de financiële dekking van de variabele onderhoudswerkzaamheden weergegeven.
Uit te voeren variabele werkzaamheden: Variabel onderhoud en strategisch beheer wegen:
€ 14.959.100
Doorgeschoven verplichtingen van 2004 naar 2005:
€ 1.267.000
Doorgeschoven projecten 2004 naar 2005:
€ 220.000
Variabel onderhoud Zuidtangent:
€ 865.000 (nieuw beleid)
Afkoopsom N250 te Den Helder
€ 700.000
‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ +
Totaal nodig voor werkzaamheden variabel onderhoud:
€ 18.011.100
Beschikbare financiële middelen: Structureel wegen:
€ 25.062.700
€ 1.750.000
Structureel werkzaamheden wegen buiten normkosten:
€ 338.000
Voorziening wegen (doorgeschoven verplichtingen):
€ 1.267.000
Bestemmingsreserve wegen (doorgeschoven project):
€ 220.000
Structureel Zuidtangent volgens productieraming:
€ 1.888.000
Structureel Zuidtangent i.v.m. aanvullend traject:
€ 137.000
Inlopen achterstallig onderhoud wegen, jaar 2 van 4:
Eenmalig Zuidtangent vast en variabel onderhoud 2005:
€ 1.570.000 (nieuw beleid)
‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ +
Subtotaal:
€ 32.232.700
€ 11.491.600
€ 2.025.000
Af: vast onderhoud Zuidtangent eenmalig 2005:
€ 705.000 (nieuw beleid)
‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ ‐
€ 18.011.100
Af: vast onderhoud wegen:
Af: vast onderhoud Zuidtangent structureel:
Totaal beschikbaar voor variabel onderhoud:
Samengevat: Nodig voor variabel onderhoud:
€ 18.011.100
Beschikbaar voor variabel onderhoud:
€ 18.011.100
‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ ‐
Saldo:
€ 0
22 Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur
6.2. Specificaties •
In de loop van 2005 zal vrijwel zeker de Europese subsidie van ca. € 215.000, zoals vermeld bij kunstwerken, worden ontvangen. Met deze subsidie is in de huidige financiële opstelling nog geen rekening gehouden, omdat hij nog niet definitief is toegekend.
•
Deze sluitende begroting is echter wel behaald door bepaalde werken, die in 2005 gepland waren, pas na 2005 uit te voeren. Deze infrastructuur voldoet daarmee tijdelijk niet aan de afgesproken kwaliteitsniveaus en wordt daarmee achterstallig in onderhoud, maar zal de volgende jaren (2006 en 2007) kunnen worden uitgevoerd met de daarvoor toegezegde financiële middelen voor inlopen achterstallig onderhoud. In de bijlagen A, C en D zijn de naar latere jaren verschoven werken voor verhardingen, openbare verlichting en verkeersregelinstallaties aangegeven.
•
•
Mocht in de loop van 2005 blijken dat zich een overschot voordoet, dan kan dit overschot terugvloeien in de algemene middelen; mocht in de loop van 2005 blijken dat zich een tekort voordoet, dat zal een aanvraag voor extra financiële middelen volgen Voor de uitvoering van het onderhoud wordt in 2005 in totaal 82,6 FTE ingezet, als volgt verdeeld:
Variabel onderhoud:
21,6 FTE
Strategisch beheer:
4,5 FTE
Vast onderhoud:
56,5 FTE
23 Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur
7.
Rapportage Over de voortgang van de geplande werkzaamheden en de besteding van de beschikbare middelen wordt als volgt gerapporteerd: •
Rapportage per kwartaal aan uw Statencommissie Wegen, Verkeer en Vervoer.
•
Rapportage bij het voorjaarsbericht en najaarsbericht en via het jaarverslag.
•
Voor wegen via de prestatie‐indicatoren op het gebied van verkeersveiligheid en doorstroming de meetbare maatschappelijke effecten bepalen.
•
Voor de Zuidtangent via een tweejaarlijks te houden klanttevredenheidsonderzoek de meetbare maatschappelijke effecten bepalen.
Titel:Vd 117: Onderhoud provinciale weginfrastructuur (bijlage) Datum:14-12-2004 Nummer:117
24 Jaarprogramma 2005 en meerjarenprogramma 2005‐2009 onderhoud provinciale weginfrastructuur